OPLEIDINGSONDERDELEN
2012/2013
Professionele bachelor in de verpleegkunde 2012 – 2013 Beknopte beschrijving van de opleidingsonderdelen Modeltraject eerste jaar Beleidswetenschappen 1 Ethiek en recht zijn belangrijke aspecten waarmee je als verpleegkundige dagelijks mee geconfronteerd wordt. In dit opleidingsonderdeel wordt er dieper ingegaan op de ethische principes & theorieën, het ethisch correct handelen en het begrip waarden & normen. Naast de ethische aspecten worden de bronnen van het recht en de staatkundige en gerechtelijke organisatie van ons land bestudeerd. De studenten maken kennis met de verschillende aspecten van het strafrecht meer bepaald m.b.t. de uitoefening van het verpleegkundig beroep zoals A, B en C-handelingen, de verschillende vormen van aansprakelijkheid en aansprakelijkheidsverzekering. Uit het burgerlijk recht worden relevante topics zoals de bekwame en onbekwame natuurlijke persoon, ouderlijk gezag, voogdij, de familie en het einde van de persoon bestudeerd dit mede om de rol van de pleitbezorger en professional op zich te kunnen nemen. Wetenschappelijke onderbouwing 1 Het uitoefenen van de verpleegkunde is niet langer een praktische bezigheid, maar dient te kaderen binnen evidence based practice. Dat betekent dat elke handeling die men stelt is een gevolg van onderzoek aangevuld met professionele expertise en op maat van de individuele patiënt. Dit onderzoek kan op grootschalige basis gelegd zijn, maar kan eveneens het resultaat zijn van een vraagstelling binnen een klein team. De verpleegkundige dient hierbij een kritische blik te ontwikkelen en zich open te stellen voor gefundeerde pijlers die innovaties met zich meebrengen op de werkvloer. In het eerste modeltraject zijn de voornaamste leerdoelen om de basis van wetenschappelijk onderzoek in de verpleegkunde de begrijpen, kwantitatief en kwalitatief onderzoek van elkaar te kunnen onderscheiden en vaardigheden te ontwikkelen om wetenschappelijk onderzoek kritisch te beoordelen. Daarnaast komen - vertrekkend vanuit de missie van de opleiding - de basisbegrippen van de verpleegkunde aan bod. Wat is verpleegkunde? Wie heeft hierover belangrijke ideeën en theorieën ontwikkeld? Wat bedoelt men eigenlijk met een holistische mensvisie, waarop gehamerd wordt doorheen heel de opleiding? Deze zware maar essentiële vragen worden behandeld in dit opleidingsonderdeel. Professionele vaardigheden 1 In dit opleidingsonderdeel leert de student zijn eerste vaardigheden uit het enorm diverse, wettelijk bepaalde, takenpakket van de verpleegkundige. In het eerste modeltraject beperken deze vaardigheden zich tot elementaire interventies zoals: bedopmaking, hygiënische zorgverlening, opname van parameters, wondzorg, toediening van medicatie, … De professionele verpleegkundige voert deze vaardigheden telkens uit volgens verpleegkundige basisprincipes. Sociale wetenschappen 1.1 Dit opleidingsonderdeel neemt de student mee doorheen filosofische, sociologische, psychologische begrippen en theorieën, samen met inzichten vanuit de communicatie vaardigheden. De student maakt kennis met termen als het reflecteren, de kernkwaliteiten volgens Ofman en de begrippen rond referentiekader. Er wordt hen een psychologische achtergrond geschetst waarbinnen zij inzicht krijgen in de grote verscheidenheid aan gedragingen, communicatievormen, sociale interacties en zorgsituaties waar zij in hun professionele uitoefening mee in contact zullen komen. De leercirkel van Kolb wordt gesitueerd en de studenten krijgen theoretische inzichten vanuit de sociologie en de psychologie mee. Het bestuderen van de principes van communicatie en de basishoudingen bereidt de student voor op zijn positie als zorgverlener in het werkveld. Sociale wetenschappen 1.2 Dit opleidingsonderdeel neemt de student mee doorheen filosofische, sociologische, psychologische begrippen en theorieën, samen met inzichten vanuit de communicatie vaardigheden. Aan de hand van casussen en rollenspelen komen de studenten tot inzichten die hen ondersteunen in hun persoonlijke en professionele ontwikkeling. In kleine groepen worden casussen geanalyseerd, uitgewerkt en met behulp van opnames wordt feedback geformuleerd.
WWW.AP.BE
OPLEIDINGSONDERDELEN
2012/2013
Studenten worden in dit opleidingsonderdeel voorbereid op de grote verscheidenheid aan gedragingen, communicatievormen, sociale interacties en zorgsituaties waar zij in hun professionele uitoefening mee in contact zullen komen.
Theoretische achtergrond van het beroep 1.1: Algemene medische aspecten Een minimale basis van: ‐ chemie (zoals gevonden in bladen klinische chemie – bloeduitslagen), ‐ de bouwstenen het leven, ‐ metabole paden ‐ en organisatie van cellen en weefsels worden gegeven. Deze elementen vormen de grondslag voor het begrijpen van een aantal ziektetoestanden (degeneratief, carcinogenese). Een eerste toepassing is reeds de huid, het bewegingsstelsel en het zenuwstelsel waarin anatomie, fysiologie en pathofysiologie worden behandeld. Theoretische achtergrond van het beroep 1.2: Algemene verpleegkundige aspecten In dit opleidingsonderdeel wordt de theoretische basis gelegd, op een wetenschappelijk onderbouwde wijze van basisverpleegkunde. Hieraan gekoppeld eveneens de grondbeginselen van algemene hygiëne en ziekenhuishygiëne. Ook de basis van gezonde voeding en mogelijke diëten komen aan bod. Daarnaast wordt aan de student geleerd deze begrippen op een duidelijke wijze te kunnen overdragen, zodat ook het preventieve karakter van de doorgegeven wetenschap aan bod komt, dit door een patiënteninformatiebrochure op te stellen. Theoretische achtergrond van het beroep 1.3: Algemene medische aspecten De anatomie, de fysiologie, de pathofysiologie en de farmacotherapeutische aangrijpingspunten van verschillende orgaansystemen worden behandeld: hart en vaten, lymfe en immuniteit, ademhaling, spijsvertering, nieren en urinewegen en reproductief. Het opleidingsonderdeel Theoretische achtergrond van het beroep 1.3: Algemene medische aspecten is een logisch vervolg op het opleidingsonderdeel Theoretische achtergrond van het beroep 1.1. Het betreft vooral het aspect van professional (opbouwen van het zorgplan, wetenschappelijke evidentie), handelen vanuit verpleegkundige basisprincipes. Theoretische achtergrond van het beroep 1.4: Algemene verpleegkundige aspecten Tijdens het tweede semester van het eerste modeltraject wordt de verpleegkundige theoretische achtergrond verder uitgediept, met als onderwerpen medicatie- en zuurstoftoediening, dieetleer, decubitus en wondzorg, venapunctie en de verschillende bloedonderzoeken, productenkennis en de geriatrische patiënt. De student moet met deze aangeboden theoretische bagage in staat zijn dieper in te gaan op de aangeleerde technische vaardigheden, en vooral ook de interactie leren inzien tussen de theorie en praktijk. Het opleidingsonderdeel Theoretische achtergrond van het beroep 1.4: Algemene verpleegkundige aspecten is een logisch vervolg op het opleidingsonderdeel Theoretische achtergrond van het beroep 1.2. Professionele Expertise 1.2 SLC Om de student een krachtige leeromgeving op maat aan te bieden, krijgt hij naast de begeleiding door het onderwijzend personeel ook een studieloopbaancoach toegewezen, die de student gedurende de ganse opleiding begeleidt. Daar waar de lector de student nieuwe kennis en vaardigheden aanreikt en hem hierin begeleidt en stuurt, zal de studieloopbaancoach eerder de student als lerend individu begeleiden en ondersteunen in zijn keuzes en ontwikkeling van zijn professionele competenties. Binnen SLC wordt in het eerste jaar zowel een individuele begeleiding als groepsbegeleiding verzorgd door een coach. Het coachen is erop gericht de student te begeleiden in zijn individuele ontwikkeling van zijn competenties en studievoortgang vanuit reflectief leren. De toekomstige beroepsbeoefenaar leert uit zijn eigen ervaringen en koppelt dit aan gewenst gedrag en te bereiken competenties. Professionele Expertise 1.2 Supervisie De supervisie draagt er toe bij dat de student zijn reflectieve competenties ontwikkelt zoals is aangegeven in de eindkwalificaties van de opleiding verpleegkunde van de Artesis Hogeschool gezondheidszorg. Het is een leermethode en een deskundigheidsbevordering met focus op leren en attitudevorming in het beroepsmatig functioneren. Supervisie gebeurt via leermateriaal (casus) van de
WWW.AP.BE
OPLEIDINGSONDERDELEN
2012/2013
supervisant met overdenken, stellen van leervragen, reflecteren. In supervisie wordt gewerkt aan een (persoonlijk) leerproces dat gericht is op het beter (professioneel) functioneren van de supervisant. Er wordt gewerkt aan de rollen van communicator, samenwerker en professional. Professionele Expertise 1.1 stage Vertrekkend vanuit het onderwijsconcept waarbij gestreefd wordt naar een evenwicht tussen kennis en competentiegericht leren wordt er gekozen voor de integratie van een cognitieve en sociale visie op leren. Hierbij neemt het leren vanuit praktijksituaties al van bij de aanvang van het studietraject een belangrijke plaats in. De link met de beroepspraktijk en de leervragen die daaruit ontstaan, worden benut om het leren te sturen vanuit een meer cognitieve invalshoek. Leren en praktijkervaring zijn op elkaar afgestemd. De verworven kennis, vaardigheden en attitudes resulteren in een stage-situatie waarbij de verschillende rollen van het Canmeds-model de veelzijdigheid van de beginnend beroepsbeoefenaar ondersteunen en verder uitbouwen. De student krijgt zo de nodige kansen om te evolueren tot een competent en succesvol beginnend beroepsbeoefenaar die zelfstandig en zelfgestuurd levenslang leert in de snel evoluerende maatschappij. In het eerste jaar zal de student 6 weken in op stage gaan.
WWW.AP.BE
OPLEIDINGSONDERDELEN
2012/2013
Modeltraject tweede jaar Beleidswetenschappen 2 In dit opleidingsonderdeel worden een aantal begrippen betreffende gezondheidseconomie toegelicht: de inzichten en kennis van de drie actoren en hun invloedsfeer op elkaar binnen de gezondheidszorg; de patiënt, de organisatie en de maatschappij. Kritische reflecties rond gezondheidsbeleid, tendensen in de gezondheidszorg, financiële aspecten en wetgeving vormen de basis van waaruit via verschillende insteken op deze verbondenheid wordt ingezoomd. Deze inzichten geven richting aan de beginnende beroepsoefenaar en de verschillende rollen welke vanuit het werkveld verwacht worden dat hij zal opnemen. Daarnaast is er een specifiek luik rond sociale zekerheid. Iedereen krijgt te maken met de sociale zekerheid. We belichten geschiedenis, achtergrond, organisatie en toepassing ervan. Uitdiepend komen we bij de sociale bijstand als laatste vangnet voor minderbedeelden. We zetten van hieruit de stap naar de ziekteverzekering met zijn organisatie en gebruikte, veel voorkomende documenten. Als verpleegkundige is het belangrijk te weten hoe een ziekenhuisopname verloopt, van opname tot ontslag. Hierbij aansluitend kijken we naar de ziekenhuisfactuur: wat valt veelal ten laste van de patiënt, welke kosten zijn ten laste van de verzekeringsinstelling? Wetenschappelijke onderbouwing 2 Verder bouwend op Wetenschappelijke onderbouwing 1 wordt er in modeltraject 2 uitgebreide aandacht besteed aan het leren begrijpen van verpleegkundige wetenschappelijke literatuur. Naast het begrijpen van literatuur gaan de studenten ook zelf aan de slag. Door het maken van een literatuurstudie kunnen zij aantonen in welke mate zij in staat zijn om wetenschappelijk onderzoek kritisch te beoordelen. Methodisch en systematisch te werk gaan als verpleegkundige is een must, geen ad-hoc-verpleging. Hoe planmatig en systematisch werken binnen het verpleegkundig proces zijn competenties die opgenomen zijn in dit opleidingsonderdeel en noodzakelijk zijn om als professional in het werkveld te staan. Sociale wetenschappen 2 In dit opleidingsonderdeel gaat vanuit de leerstof rond diversiteit en casuïstiek de student inzicht krijgen in de leefwereld van de patiënt en het patiëntsysteem. Een aantal veel voorkomende problemen worden belicht. Deze nieuwe inzichten worden, in het hoofdstuk analyse van gezondheid en gedrag, gekoppeld aan de kennis en inzichten die de student reeds opdeed in sociale wetenschappen in het eerste modeltraject. Aan de hand van een individueel uit te werken opdracht worden deze kennis en inzichten omgezet in praktijk (analyse van de patiënt en het patiëntsysteem). Er wordt dus een analyse gemaakt van gezondheid en gedrag en welke rol de verpleegkundige hierin kan spelen. Daarnaast wordt aandacht geschonken aan de communicatie met specifieke groepen binnen de gezondheidszorgcontext en wordt toelichting gegeven rond armoede en budgetbegeleiding. Studenten analyseren de aspecten van communicatie bij opname van kinderen, en gaan kritisch kijken naar de informatie die wordt uitgewisseld tussen ouders en zorgverleners. In het laatste hoofdstuk, rollenspelen, worden op basis van de verworven kennis en inzichten verschillende veel voorkomende gesprekstechnieken geoefend in kleinere studentengroepen.
Theoretische achtergrond van het beroep 2.1: Specifieke aandachtspunten van de patiëntengroepen In dit opleidingsonderdeel verdiept de student zich in patiëntengroepen met specifieke (microbiologische) pathologieën. Inhoudelijk komen verschillende patiëntengroepen aan bod onder andere de gastro-enterologische patiënt, cardiovasculaire patiënt, pediatrische patiënt, … De professionele verpleegkundige herkent eveneens de eventuele samenhang van de verschillende pathologieën. Telkens wordt de nadruk gelegd op de verpleegkundige rol bestaande uit observeren, handelen en rapporteren. Theoretische achtergrond van het beroep 2.1: Specifieke aandachtspunten van de patiëntengroepen is een logische theoretische verder zetting op het eerste modeltraject en een theoretische ondersteuning van het opleidingsonderdeel Professionele vaardigheden 2. Theoretische achtergrond van het beroep 2.2: Specifieke aandachtspunten van de patiëntengroepen In dit opleidingsonderdeel verdiept de student zich in patiëntengroepen met specifieke pathologieën. Inhoudelijk komen verschillende patiëntengroepen aan bod onder andere de heelkundige patiënt, de geriatrische patiënt, de psychiatrische patiënt en de patiënt binnen de gezondheidszorg (sociale aspecten). De professionele verpleegkundige herkent eveneens de eventuele samenhang van de
WWW.AP.BE
OPLEIDINGSONDERDELEN
2012/2013
verschillende pathologieën. Telkens wordt de nadruk gelegd op de verpleegkundige rol bestaande uit observeren, handelen en rapporteren. Studenten krijgen op deze manier de aanzet zich te ontplooien tot professionals en eveneens tot pleitbezorger van de patiënt te zijn. Professionele Expertise 2.2 SLC De studieloopbaancoaching (SLC) is er om een student te helpen in zijn professionele competentieontwikkeling. Vanaf dit jaar wordt er naast het individuele gesprek ook van de student verwacht dat hij deelneemt aan groepssessies. Hij gaat samen met de coach en zijn medestudenten reflecteren over vorig modeltraject. Hij bespreekt zijn successen en zoekt naar eventuele valkuilen. Vertrekkend vanuit deze gegevens bekijkt hij welke kansen en mogelijkheden hij kan creëren voor dit academiejaar. Hierbij zijn de eigen mogelijkheden van iedere student zelf het uitgangspunt van de begeleiding. Tijdens dit academiejaar staat kritische zelfreflectie centraal. De student werkt verder aan zijn ontwikkelingsplan en actieplan en stelt zijn handelen (en dus ook zichzelf) continu in vraag. De student werkt verder aan zijn portfolio. Het portfolio is een manier voor de student om zijn vooruitgang en prestaties te bewijzen en daarom refereert men in de literatuur ook wel eens naar documenten in het portfolio als 'bewijsmateriaal'. Portfolio is dus een vorm van performance. Professionele Expertise 2.2 Supervisie De supervisie draagt er toe bij dat de student zijn reflectieve competenties ontwikkelt zoals is aangegeven in de eindkwalificaties van de opleiding verpleegkunde van de Artesis Hogeschool gezondheidszorg. Het is een leermethode en een deskundigheidsbevordering met focus op leren en attitudevorming in het beroepsmatig functioneren. Supervisie gebeurt via leermateriaal (casus) van de supervisant met overdenken, stellen van leervragen, reflecteren. In supervisie wordt gewerkt aan een (persoonlijk) leerproces dat gericht is op het beter (professioneel) functioneren van de supervisant. Er wordt gewerkt aan de rollen van communicator, samenwerker en professional. Professionele Expertise 2.1 stage Vertrekkend vanuit het onderwijsconcept waarbij gestreefd wordt naar een evenwicht tussen kennis en competentiegericht leren, kiest het departement Gezondheidszorg bewust voor de integratie van een cognitieve en sociale visie op leren. Hierbij neemt het leren vanuit praktijksituaties in elke opleiding al van bij de aanvang van het studietraject een belangrijke plaats in. De link met de beroepspraktijk en de leervragen die daaruit ontstaan, worden benut om het leren te sturen vanuit een meer cognitieve invalshoek. Leren en praktijkervaring zijn op elkaar afgestemd. De verworven kennis, vaardigheden en attitudes resulteren in een stage-situatie waarbij de verschillende rollen van het Canmeds-model de veelzijdigheid van de beginnend beroepsbeoefenaar ondersteunen en verder uitbouwen. De student krijgt zo de nodige kansen om te evolueren tot een competent en succesvol beginnend beroepsbeoefenaar die zelfstandig en zelfgestuurd levenslang leert in de snel evoluerende maatschappij. Professionele vaardigheden 2 In dit opleidingsonderdeel leert de student meer complexe en/of invasieve vaardigheden zoals: blaaskatheterisatie, infuustherapie, plaatsing van een maagsonde, wondzorg met drainages, … De professionele verpleegkundige voert deze vaardigheden zorgvragergericht en correct uit volgens verpleegkundige basisprincipes. Hij geeft hierbij eveneens aandacht aan adequate patiëntvoorlichting.
WWW.AP.BE
OPLEIDINGSONDERDELEN
2012/2013
Modeltraject derde jaar Beleidswetenschappen 3 Dit opleidingsonderdeel bereidt je voor op leidinggevende en innovatieve functies in de gezondheidszorg. Via hoofdstukken over leiderschap krijg je een breed inzicht in de gezondheidszorg en ontwikkel je de nodige leiderschapsvaardigheden. Op die manier sta je in voor efficiënte veranderingen in de praktijk en draag je bij tot de kwaliteit van de verpleegkundige zorg.
Wetenschappelijke onderbouwing 3 Het afstudeerproject draagt er toe bij dat de student zijn wetenschappelijke competenties ontwikkelt zoals is aangegeven in de eindcompetenties van de opleiding verpleegkunde van de Artesis Hogeschool Antwerpen. Het is dan ook de kans voor de student verpleegkunde om zijn kunnen aangaande onderzoek en samenwerking aan te tonen. Het werken met onderzoeksentiteiten geeft de opleiding de kans om zijn expertise betreffende wetenschappelijk onderzoek door te geven aan de praktijkwereld. De wederzijdse kruisbestuiving in dit proces tussen de school en de praktijkwereld is voor beide partijen een verrijking en leidt ertoe dat de student verpleegkunde van de Artesis gezondheidszorg een meerwaarde kan betekenen voor het werkveld.
Theoretische achtergrond van het beroep TAB 3.1 In dit opleidingsonderdeel maakt de student kennis met bepaalde specifieke aspecten binnen de verpleegkunde. In de eerstelijnsgezondheidszorg komen de wettelijke omkadering, de psychosociale en maatschappelijke aspecten van de thuisverpleging aan bod. Binnen de radiologie en medische beeldvorming maakt de student kennis met de algemene en specifieke principes en aandachtspunten in verband met ioniserende straling en gebruik van contrastmiddelen. De student leert de belangrijkste onderzoeken kennen met de verpleegkundige aandachtspunten. Daarnaast komt de hygiëne aan de zwangere, kraamvrouw en pasgeborene aan bod. De student leert wat een normale / pathologisch zwangerschap, baring en kraamtijdperk is. Als laatste is er een specifiek luik rond farmacologie, met onder andere de medicatiebedeling in het ziekenhuis en met aandacht voor de speciale bereidingen zoals cytostatica en chemotherapie. Theoretische achtergrond van het beroep 3.2 Dit opleidingsonderdeel verdiept, de studenten van het derde modeltraject, in kennis omtrent palliatieve zorg en de noden van de palliatieve patiënt. Aan de hand van een casus kunnen zij een zorgteam samenstellen en voorstellen formuleren met betrekking tot de zorghandelingen tijdens een interdisciplinair overleg. Inhoudelijk beschrijven ze concepten zoals totale pijn, angst, rouw en DNR beleid aan de hand van casussen. Ook de verschillende behandelingsmodaliteiten van bij de oncologische patiënt, met bijhorende culturele en/of ideologische achtergrond van patiënt komen aan bod. Studenten krijgen op deze manier de aanzet zich te ontplooien tot professionals en pleitbezorger, maar ook tot communicator binnen de verpleegkundige zorgcontext. Theoretische achtergrond van het beroep 3.3 Overheidsorganen en organisaties van verschillende medische en paramedische beroepen benadrukken het belang van interprofessioneel samenwerken in de gezondheidszorg. Hierbij gaan ze ervan uit dat problemen in de zorg veroorzaakt worden door onvoldoende of gebrekkige interprofessionele samenwerking. Interprofessioneel onderwijs wordt dan ook aanbevolen om meer samenwerking in de gezondheidszorg te realiseren. Hieraan wordt gedurende een ganse week gewerkt door de bachelor en master opleidingen in de gezondheidszorg die in Antwerpen aanwezig zijn: geneeskunde, bachelor verpleegkunde, bachelor ergotherapie, master in de revalidatie en kinesitherapie, bachelor in de voedings- en dieetkunde, bachelor vroedkunde, bachelor logopedie en audiologie, bachelor toegepaste psychologie, bachelor sociaal werk. Professionele Expertise 3.3 SLC Tijdens dit academiejaar staat profilering als beginnend beroepsbeoefenaar met zijn beroeps specifieke en algemene competenties centraal. De student zal zijn competenties verder ontwikkelen, door middel van zelfreflectie over zijn opgedane studieloopbaan ervaringen, en tijdens een gesprek met zijn coach en medestudenten.
WWW.AP.BE
OPLEIDINGSONDERDELEN
2012/2013
Op het einde van dit academiejaar zal de student tijdens een presentatie, de ontwikkeling die hij doorgemaakt heeft, aantonen. De student geeft weer welke competenties hij reeds sterk beheerst en welke competenties nog meer aandacht en groei nodig hebben. Door middel van het portfolio kan de student aan de hand van alle documenten die hij in de jaren verzameld heeft, hiervoor bewijzen leveren. Professionele Expertise 3.3 Supervisie De supervisie draagt er toe bij dat de student zijn reflectieve competenties ontwikkelt zoals is aangegeven in de eindkwalificaties van de opleiding verpleegkunde van de Artesis Hogeschool gezondheidszorg. Het is een leermethode en een deskundigheidsbevordering met focus op leren en attitudevorming in het beroepsmatig functioneren. Supervisie gebeurt via leermateriaal (casus) van de supervisant met overdenken, stellen van leervragen, reflecteren. In supervisie wordt gewerkt aan een (persoonlijk) leerproces dat gericht is op het beter (professioneel) functioneren van de supervisant. Er wordt gewerkt aan de rollen van communicator, samenwerker en professional. Professionele Expertise 3.1 en 3.2 stage Vertrekkend vanuit het onderwijsconcept waarbij gestreefd wordt naar een evenwicht tussen kennis en competentiegericht leren, kiest het departement Gezondheidszorg bewust voor de integratie van een cognitieve en sociale visie op leren. Hierbij neemt het leren vanuit praktijksituaties in elke opleiding al van bij de aanvang van het studietraject een belangrijke plaats in. De link met de beroepspraktijk en de leervragen die daaruit ontstaan, worden benut om het leren te sturen vanuit een meer cognitieve invalshoek. Leren en praktijkervaring zijn op elkaar afgestemd. De verworven kennis, vaardigheden en attitudes resulteren in een stage-situatie waarbij de verschillende rollen van het Canmeds-model de veelzijdigheid van de beginnend beroepsbeoefenaar ondersteunen en verder uitbouwen. De student krijgt zo de nodige kansen om te evolueren tot een competent en succesvol beginnend beroepsbeoefenaar die zelfstandig en zelfgestuurd levenslang leert in de snel evoluerende maatschappij.
Professionele vaardigheden 3 In dit opleidingsonderdeel verdiept de student zich in meer specifieke, oriënteringsgerichte, vaardigheden. De professionele verpleegkundige organiseert de zorgverlening rekening houdend met het wettelijk kader, het beschikbare personeel, de zorgvrager(s), ... De verpleegkundige heeft hierbij oog voor de kwaliteitsbewaking met betrekking tot de zorgverlening. De student toont dat hij volgens de meest recente reanimatierichtlijnen een noodsituatie kan benaderen en noodzakelijke handelingen kan stellen.
WWW.AP.BE
OPLEIDINGSONDERDELEN
2012/2013
Oriëntatietrajecten: ‐
Ziekenhuis
Specifieke verpleegkundige aandachtspunten in ziekenhuisverpleegkunde Binnen dit gespecialiseerd opleidingsonderdeel maakt de student kennis met ziekenhuis specifieke thema’s zoals beademingsmodaliteiten, reanimatie en defibrillatie, puncties, intoxicaties, etc. waardoor de student zich verder als professional kan ontwikkelen. De nadruk wordt gelegd op logische redenering en verbanden ontdekken tussen de verschillende onderdelen. Medisch-technische zorg In dit opleidingsonderdeel verdiept de student zich in meer specifieke medische specialiteiten waarna deze inschatting kunnen maken van de ernst bij een nierpatiënt en polytraumapatiënt, verschillende aandoeningen, behandelingen argumenteren en de belangrijkste verpleegkundige aandachtspunten bij neurochirurgiepatiënten en thoraxchirurgiepatiënten aangeven …. De student toont aan dat hij ondersteuning kan bieden in een operatiekamer (materialen en toebehoren, hygiëne en steriliteitsmethoden….) en aan de anesthesist, ook kan hij ondersteuning bieden bij zorgen aan de nierpatiënt. ‐
Geriatrie
Specifieke verpleegkundige aandachtspunten in de geriatrie Binnen dit gespecialiseerd opleidingsonderdeel maakt de student kennis met ziekenhuis specifieke thema’s zoals beademingsmodaliteiten, reanimatie en defibrillatie, puncties, intoxicaties, etc. waardoor de student zich verder als professional kan ontwikkelen. De nadruk wordt gelegd op logische redenering en verbanden ontdekken tussen de verschillende onderdelen. Medisch-technische geriatrische zorg Verpleegkundige geriatrische zorg op maat met aandacht voor: anatomie en fysiologie van het ouder worden, communicatie met de omgeving (cliënt – zorgverlener, cliënt – familie) en geriatrische psychotherapie. Deze aandachtsgebieden worden via een geriatrisch zorgprogramma in kaart gebracht. ‐
Kinderverpleegkunde
Specifieke verpleegkundige aandachtspunten in de kinderverpleegkunde In dit opleidingsonderdeel verdiept de student zich in patiëntengroepen met specifieke verpleegkundige aandachtspunten. Inhoudelijk komen verschillende pediatrische patiëntengroepen aan bod onder andere neonaten, orthopedische patiënten, kinderen met brandwonden en gastroenterologische patiënten, alsook de begeleiding van de ouders. De professionele verpleegkundige herkent eveneens de eventuele samenhang van de verschillende pathologieën. Telkens wordt de nadruk gelegd op de verpleegkundige rol bestaande uit observeren, handelen en rapporteren. Medisch-technische kinderverpleegkundige zorg In dit opleidingsonderdeel verdiept de student zich in meer specifieke medische specialiteiten waarna hij de belangrijkste fasen in de foetale periode kan uitleggen, correct inschatting kan maken van de ernst bij een orthopedische patiënt, bij patiënten met een neurologische aandoening, bij een trauma bij het kind / de zwangere / de foetus, pediatrische patiënten na chirurgie. Hij/zij kan ondersteuning bieden, urgenties correct inschatten en hieraan interventies koppelen op een neonatologie en een intensieve zorgen afdeling. ‐
Psychiatrische verpleegkunde
Specifieke aandachtspunten in de psychiatrische verpleegkunde In dit opleidingsonderdeel wordt gestart met de plaats te bepalen van de psychiatrische verpleegkunde in de zorg. Belangrijke verpleegkundige diagnoses, gelinkt aan psychiatrische diagnostiek, worden besproken zodat de student een adequate psychiatrisch verpleegkundige zorg kan verantwoorden aan, en
WWW.AP.BE
OPLEIDINGSONDERDELEN
2012/2013
rekening houdend met de patiënt/cliënt. De rol als verpleegkundige ligt hier vooral op professional, en verder communicator, pleitbezorger. Kennis van psychofarmacologie met betrekking tot observaties van werking en nevenwerkingen krijgen een klemtoon. Psychiatrische ziekteleer van kind, volwassene en oudere Psychiatrische ziekteleer introduceert de student op grondige wijze in de studie van de kenmerken, oorzaken en behandeling van psychische stoornissen. Daarbij wordt een link gelegd met het diagnoseclassificatiesysteem. Belangrijke focus is het verhaal achter de mensen die door deze stoornissen getroffen zijn. ‐
Sociale verpleegkunde
Specifieke verpleegkundige aandachtspunten in de sociale verpleegkunde 'In dit opleidingsonderdeel verdiept de student zich in begeleidingsmethodieken en gezondheidspromotie. Verschillende aspecten van gespreksvoering worden theoretisch besproken. De student leert verschillende methodes en didactische hulpmiddelen kennen voor het begeleiden van een patiënt. Kansarmoede en sociale uitsluiting worden zorgvuldig besproken. Op het vlak van preventie komen wonen, epidemiologie, lucht- en bodemvervuiling, voeding en straling aan bod. Binnen arbeidshygiëne worden arbeidsongevallen, ergonomie, beroepsziekten en dergelijke besproken.' Theoretische aandachtspunten in de sociale verpleegkunde In dit opleidingsonderdeel krijgen studenten inzicht in de regelgeving m.b.t. het OCMW en de rechtspositie van vreemdelingen. In de sociale zekerheid komen gezinsbijslag, arbeidsongevallen en beroepsziekten, pensioenen, tegemoetkomingen aan personen met een beperking en het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Hoe al deze regels afdwingbaar zijn staat in het sociaal procesrecht. In het domein van de geestelijke gezondheidszorg: worden gedwongen opnamen, bescherming van de goederen van de geesteszieke en internering besproken. In het domein Jongerenwelzijn zal de situering van de jeugdbescherming met o.a. de vrijwillige bescherming en gerechtelijke bescherming besproken worden. Verder bespreken we het onderwijslandschap in Vlaanderen, met daarbij behorend de Centra voor Leerlingbegeleiding met zijn werking. Het medisch schoolonderzoek krijgt hier extra aandacht. Kind en Gezin komt aan bod, met hun taken en hun missies. Wat doen zij, wie kan er terecht. Vanuit Kind en Gezin bespreken we de Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG). Wie kan er terecht, wat doen zij? Een laatste groot luik binnen dit opleidingsonderdeel is de Gehandicaptenzorg. Welke soorten handicaps zijn er? We bespreken enkele meest voorkomende (mentale) beperkingen. Verder gaan we uitgebreider in op de auditieve en visuele beperkingen, met daarbij horend een aantal hulpmiddelen die zorgen dat mensen met deze beperking zich toch kunnen handhaven in de maatschappij.
WWW.AP.BE