b i o m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
2013/2014
professionele bachelor
biomedische laboratoriumtechnologie 1
Opleidingen aan AP
• Communicatiemanagement
• Elektronica-ICT
• Hotelmanagement
• Energiemanagement
• Journalistiek
• Grafische en Digitale Media
Gezondheid en Welzijn
• Office Management
• Integrale Veiligheid
• Ergotherapie
• Toegepaste Informatica
• Vastgoed
• Orthopedagogie
• Postgraduaat ADskills
• Voedings- en Dieetkunde
• Sociaal Werk
• Postgraduaat Fiscaliteit
Professionele bachelors
Schools of Arts
• Verpleegkunde • Vroedkunde • Bachelor na Bachelor Autismespectrumstoornissen • Bachelor na Bachelor Intensieve Zorg en de Spoedgevallenzorg
Onderwijs en Training • Kleuteronderwijs • Lager Onderwijs • Secundair Onderwijs - Algemene vakken
• Postgraduaat Diabeteseducator/ diabetesverpleegkundige
- Lichamelijke opvoeding
• Postgraduaat in het Zorgmanagement
- Technische vakken
Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen • Bachelor en Master in de Beeldende Kunsten • Specifieke Lerarenopleiding Beeldende Kunsten
- Muzikale opvoeding Koninklijk Conservatorium Antwerpen • Professionele Bachelor Dans • Postgraduaat Niet-Confessionele Zedenleer
• Bachelor en Master Drama
- Rechtspraktijk
Wetenschap en Techniek
- Accountancy-fiscaliteit
• Biomedische Laboratoriumtechnologie
• Specifieke Lerarenopleidingen Dans, Drama of Muziek
- Financie- en verzekeringswezen
• Chemie
- Logistiek management
• Elektromechanica
Management en Communicatie • Bedrijfsmanagement:
- Marketing
2
• Bachelor en Master Muziek
• Postgraduaatsopleidingen Muziek
b i o m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
INHOUD
2013/2014
Biomedische laboratoriumtechnologie in vogelvlucht ingezoomd op de opleiding Biomedische Laboratoriumtechnologie Waarom kiezen voor Biomedische laboratoriumtechnologie aan AP?
7
Iets voor jou?
8
Wie word je?
9
Met AP naar een masterdiploma
10
Biomedische laboratoriumtechnologie gaat internationaal
35
Jij staat centraal
36
Campus Kronenburg
37
3
Biomedische laboratoriumtechnologiE in vogelvlucht
4
b i o m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
Iets voor jou?
2013/2014
Heb je interesse in chemie, statistiek en biowetenschappen? Ben je een kei in oplossingsgericht werken? Wil je graag laboratoriumwerk uitvoeren? Ben je geboeid door positieve wetenschappen en hoe deze te vertalen naar de praktijk? Dan ben jij onze kandidaat!
Medische laboratoriumtechnologie richt zich specifiek op de opleiding van medisch laboratoriumtechnologen, ook medische analisten genoemd. Zij komen in hoofdzaak terecht in klinische labs in ziekenhuizen. Als medisch analist onderzoek je de samenstelling van lichaams(vloei)stoffen en/of –weefsels. De uitslag van jouw onderzoek helpt artsen bij het stellen van een diagnose.
Onze aanpak
Waarin zijn we uniek in Vlaanderen?
De opleiding Biomedische laboratoriumtechnologie is een driejarige opleiding tot professionele bachelor. Ze is heel praktijkgericht zodat je na je studie onmiddellijk aan de slag kunt. Na een gemeenschappelijk jaar maak je de keuze tussen Medische laboratoriumtechnologie of Farmaceutische en biologische laboratoriumtechnologie. Vooral door oefeningen, projecten en zelfstandig werk leer je de knepen van het vak. Daardoor krijg je in het eerste jaar al voeling met het beroep. ’Echte’ problemen uit het werkveld vormen de basis van deze opleiding.
Een opleiding aan AP Hogeschool is een echte doeopleiding. De opleiding kiest bewust voor een volledig competentiegericht curriculum: het CGO, waarin naast kennis ook competenties zoals oplossingsgericht werken, nauwkeurigheid en oog voor detail en je persoonlijkheid belangrijke troeven zijn. Het doen en leren door ervaring staat centraal. Lesweken en projectweken wisselen elkaar af, zodat je in de les de verworven kennis en vaardigheden kan inoefenen, uitdiepen en uitbreiden. Vakbekwame lectoren, afkomstig uit het werkveld, begeleiden je met oefeningen, projecten en zelfstandig werk naar een boeiende job in de sector.
Welke trajecten kan je volgen? De opleiding Biomedische laboratoriumtechnologie heeft twee afstudeerrichtingen. Het eerste jaar van de opleiding is volledig gemeenschappelijk. Nadien maak je de keuze tussen Medische laboratoriumtechnologie (MLT) of Farmaceutische en biologische laboratoriumtechnologie (FBT). De afstudeerrichting Farmaceutische en biologische laboratoriumtechnologie is op het lijf geschreven van al wie nieuwsgierig is naar het verhaal van de genen en eiwitten. Je wordt vertrouwd gemaakt met de nieuwste biotechnologische technieken voor onderzoek naar de moleculaire basis van ziektes en de ontwikkeling van geneesmiddelen. FBT leidt voornamelijk laboratoriumtechnologen op voor researchlaboratoria.
Verschillende trajecten Als student aan de AP Hogeschool kies je zelf op welk tempo je je studie doorloopt. Hiervoor voorzien we verschillende trajecten. In een voltijds modeltraject is je opleiding ingedeeld in drie modelpakketten van telkens 60 studiepunten. Dit traject wordt in de brochure uitgebreid beschreven. Daarnaast bieden we trajecten aangepast aan diverse doelgroepen aan. Studenten met een beperkte vooropleiding wetenschappen kunnen een bijspijkertraject combineren met een vierjarig traject (30-40-50-60 studiepunten). Je krijgt zo de ruimte om eerst voldoende wetenschappelijke kennis op te bouwen voor je deze in de opleiding nodig hebt.
5
ingezoomd op de opleiding Biomedische Laboratoriumtechnologie
6
b i o m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
2013/2014
Waarom kiezen voor Biomedische laboratoriumtechnologie aan AP? Competentiegericht onderwijs ‘Het is een boeiende opleiding met veel afwisseling en toffe lectoren.’ Karen, studente
De opleiding Biomedische laboratoriumtechnologie is een driejarige opleiding tot professionele bachelor. Ze is heel praktijkgericht zodat je na je studie onmiddellijk aan de slag kunt. AP Hogeschool kiest immers voor competentiegericht onderwijs (CGO). Competenties (zowel algemene als beroepsspecifieke vaardigheden) die jij als student minimaal dient te bezitten om als beginnend biomedisch laborant de arbeidsmarkt te betreden, vormen het uitgangspunt van dit curriculum. Je bouwt deze competenties geleidelijk aan en in functie van je eigen mogelijkheden in een studietraject van zes periodes gedurende drie jaar op. Echte problemen uit het werkveld vormen de basis van dit traject.
De opleiding heeft twee afstudeerrichtingen • Medische laboratoriumtechnologie (MLT) richt zich op het opleiden van medische laboratoriumtechnologen, dikwijls ook medische analisten genoemd. Zij komen in hoofdzaak terecht in de klinische labs in ziekenhuizen. • Farmaceutische en biologische laboratoriumtechnologie (FBT) leidt laboratoriumtechnologen op voor researchlaboratoria.
7
iets voor jou? Spreekt het brede domein van de biowetenschappen je aan? Ben je nauwgezet, praktisch ingesteld en geboeid door laboratoriumwerk? Ben je nieuwsgierig naar de nieuwe biomedische ontwikkelingen en sta je open voor nieuwe technologieën? Dan is de opleiding Biomedische laboratoriumtechnologie vast iets voor jou.
8
b i o m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
2013/2014
Wie word je? Studenten die zich inschrijven voor deze opleiding tot professionele bachelor Biomedische laboratoriumtechnologie studeren aan onze hogeschool af in één van de twee afstudeerrichtingen.
Medische laboratoriumtechnologie (MLT) Deze afstudeerrichting richt zich tot het opleiden van medische laboratoriumtechnologen, ook wel medische analisten genoemd. Als medisch analist onderzoek je de samenstelling van lichaams(vloei-) stoffen en/of weefsels. De uitslag van jouw onderzoek helpt artsen bij het stellen van een diagnose. Meestal werk je in een laboratorium van een ziekenhuis, polikliniek of bij een bloedtransfusiecentrum. Je gebruikt moderne apparatuur die je nauwkeurig moet kunnen instellen om de analyses uit te voeren. Je moet zelfstandig kunnen werken maar ook in teamverband. Vooral bij spoedgevallen werk je nogal eens onder grote tijdsdruk. Omdat er op basis van jouw onderzoek een medische beslissing moet worden genomen, is enige stressbestendigheid een noodzakelijke eigenschap.
Je kunt als medisch analist terecht: • In klinische laboratoria (ziekenhuizen en poliklinieken) • In bloedtransfusiecentra • Als medisch afgevaardigde • Als administratief medewerker Je toekomst als medisch analist is verzekerd. Het aantal vacatures overtreft momenteel ruim het aantal afgestudeerden.
Farmaceutische en biologische laboratoriumtechnologie (FBT) Deze afstudeerrichting staat open voor al wie interesse heeft in het brede spectrum van biowetenschappen en wil meewerken in researchlaboratoria van onderzoekscentra, biotechnologische of farmaceutische bedrijven. De biowetenschappen hebben zich de laatste jaren erg sterk ontwikkeld en vinden toepassingen op vele terreinen. Denk maar aan de ontrafeling van het menselijke genoom of de ontwikkeling van de GGO’s
(Genetisch Gewijzigde Organismen). Ook leiden revolutionaire ontwikkelingen in de gentechnologie en de gentherapie tot nieuwe ongekende mogelijkheden in de geneeskunde. Wat vandaag nog niet begrepen is, wordt morgen mogelijk! Als life science analist werk je mee aan het op punt stellen van snellere diagnostica en de ontwikkeling van nieuwe medicijnen. Als life science analist kun je terecht in een brede waaier van sectoren: • In biotechnologische bedrijven • In de farmaceutische industrie • In universitaire onderzoekslaboratoria • In de voedingsindustrie
9
Met AP naar een masterdiploma Wil je toch verder studeren? Dan kun je mits het volgen van een schakelprogramma het diploma van master halen aan een hogeschool of universiteit. Bachelor- en masteropleidingen worden immers na de invoering van de bachelor-masterstructuur beter op elkaar afgestemd.
praktijkgericht start en dat je stap voor stap hogerop kan klimmen naar een academische opleiding om een master te behalen. Een ideale combinatie dus, zo getuigt een student:
De meest gekozen vervolgtrajecten zijn die van master in de Biomedische wetenschappen en master in de Industriële Wetenschappen: Biochemie (ook bekend als `Industrieel ingenieur Biochemie’), maar ook een master in de Biochemie en biotechnologie behoort tot de mogelijkheden.
‘Bij een bacheloropleiding wordt de nadruk gelegd op de praktijk; daardoor merkte ik dat mijn praktijkkennis in de master uitgebreider was in vergelijking met studenten van het reguliere programma. Door een master bij te doen, combineer ik mijn praktijkkennis met theoretische kennis. Ik ben nu volop aan het solliciteren en merk dat werkervaring echt wel enorm belangrijk is. Voor een functie in R&D (Research and Development) is een master zeker een must. Ik concurreer rechtreeks met de masters Biomedische Wetenschappen, Biochemie, Bio-ingenieur.’ Peter, 22 jaar - behaalde na zijn opleiding een master Industriële Wetenschappen Biochemie
Zo’n studietraject waarin je start met een professionele bacheloropleiding en vervolgens studeert om een universitair masterdiploma te behalen, noemen we aan AP Hogeschool een Da Vinci traject. Leonardo Da Vinci combineerde praktijkgerichtheid met wetenschappelijke geleerdheid. Een opleiding aan AP Hogeschool vormt een goede basis voor een academische opleiding. Kies je voor een Da Vinci Traject dan heb je het voordeel dat je erg
10
b i o m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
2013/2014
11
Opbouw opleiding JOUW COMPETENTIES STAAN CENTRAAL De opleiding Biomedische laboratoriumtechnologie heeft twee afstudeerrichtingen. Enerzijds Medische Laboratoriumtechnologie (MLT) en anderzijds Farmaceutische en biologische laboratoriumtechnologie (FBT).
1ste jaar Biomedische laboratoriumtechnologie semester 1 semester 2 2de jaar Biomedische laboratoriumtechnologie Afstudeerrichting Medische laboratoriumtechnologie
semester 3
semester 4
Het eerste jaar van de opleiding is volledig gemeenschappelijk. Dat betekent dat de keuze voor de afstudeerrichting MLT of FBT wordt uitgesteld tot na het eerste jaar. Studenten krijgen uitgebreid de gelegenheid om informatie in te winnen over beide afstudeerrichtingen om zo uit te maken welke afstudeerrichting hen het beste ligt. Binnen het CGO-systeem bestaat een academiejaar uit twee semesters van zestien weken: elke periode bevat elf lesweken, twee projectweken, één buffer- en twee examenweken. CGO is een interactief en arbeidsintensief onderwijssysteem: alle onderwijsactiviteiten slagen pas met jouw actieve medewerking (waarbij je zowel de voorbereidende taken als de studietaken nauwgezet uitvoert). Wij bieden je een geïntegreerde opleiding aan: alle opleidingsonderdelen hebben rechtstreeks te maken met je toekomstige beroep.
3de jaar Biomedische laboratoriumtechnologie Afstudeerrichting Medische laboratoriumtechnologie
semester 5
semester 6
2de jaar Biomedische laboratoriumtechnologie Afstudeerrichting Farmaceutische en biologische laboratoriumtechnologie
semester 3
semester 4
3de jaar Biomedische laboratoriumtechnologie Afstudeerrichting Farmaceutische en biologische laboratoriumtechnologie
12
12
semester 5 11
semester 6 11
12 11 11
b i o m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
2013/2014
Lesweken
Projectweken
Het verwerven van basis- en vakkennis blijft in onze invulling van competentiegericht onderwijs een belangrijke peiler van de opleiding: in elk semester worden elf lesweken voorzien waarin het ondersteunend onderwijs gegeven wordt.
Tijdens de projectweken voer je in je projectgroep een `grote’ opdracht uit. Een lector (de tutor) staat in voor de begeleiding van zo’n groep. De samenstelling van de projectgroepen wisselt per periode: zo leer je in team werken met iedereen.
De lesweken worden ondersteund door een lessenrooster. Het rooster bevat een gedeelte ‘vast’ rooster dat herhaald wordt. De lesvrije momenten in dit ‘vaste’ deel worden verder ingevuld met onderwijsactiviteiten die meestal gelinkt zijn aan veldwerkervaring zoals, bedrijfsbezoeken, bijwonen van studiedagen, gastsprekers en groepsopdrachten.
Gedurende de lesweken werken we op vier studentenniveaus (klasgroep, praktijkgroep, projectgroep en individuele student) en gebruiken we uiteenlopende onderwijsvormen (klassieke hoorcolleges, oefeningen, praktijksessies, zelfstudiepakketten, discussies, individuele studietaken en groepsopdrachten).
SEMESTER 1
SEMESTER 2
11 2 1 2 16
11 2 1 2
lesweken projectweken bufferweken examenweek
16
Toetsing De toetsing binnen dit onderwijssysteem gebeurt met verschillende evaluatievormen: meten van het reeds bereikte niveau van de competenties, permanente evaluatie van de practica en opdrachten, evaluatie van het groepswerk, zelfreflectie en zelfevaluatie, schriftelijke toetsen tijdens de examenweken.
13
14
b i o m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e BIO m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e SP*
2013/2014
opleidingsonderdelen
Modeltraject 1 Biomedische laboratoriumtechnologie
Chemie 1 - Chemie 1 - Baisipakket fysica 1 Meten is weten - Chemisch rekenen - Meetvariatie Biologie - Celbiologie - Microbiologie 1 Labcluster Chemie 1 Labcluster Biologie - Microbiologie - Celbiologie Bio-organische chemie Instrumentele analyse I - Analysemethoden 1 - Basispakket fysica 2 Biochemie 1 - Anatomie en fysiologie 2 - Biochemie 1 Labcluster Instrumentale analyse 1 Labcluster Klinische biologie 1 Hematologie 1 - Anatomie en fysiologie 1 - Hematologie 1 Project 1 Project 2 Professional skills - Communicatie - Pop 1
8
TOTAAL
60
4
4
6 3
4 5
3
6 3 5
3 3 3
15
Modeltraject 2 Biomedische laboratoriumtechnologie afstudeerrichting Medische Laboratoriumtechnologie
m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e opleidingsonderdelen Biochemie 2 - Biomoleculen - Werken met enzymen Instrumentele analyse 2 Hematologie 2 Moleculaire genetica Immunologie - Immunologie - Microscopische anatomie Statistiek Labcluster Instrumentele analyse 2 Labcluster Klinische biologie 2 - Hematologie - Microbiologie Medische microbiologie Werkveldoriëntatie 2MLT - Project 3 - Project 4 - Pop 2
TOTAAL
16
SP* 7
7 4 7 4
3 4 6
10 8
60
b i o m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
Modeltraject 3 Biomedische laboratoriumtechnologie afstudeerrichting Medische Laboratoriumtechnologie
m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
2013/2014
SP*
opleidingsonderdelen Bacteriologie en serologie Hematologie 3 Immunopathologie Labcluster Klinische biologie - Parasitologie - Mycologie - Hematologie - Microbiologie Validatie - Toegepaste statistiek - Instrumentele analyse 3 Werkveldoriëntatie 3MLT - Geïntegreerd lab - Kijkstage - Pop 3 Stage en eindwerk MLT Integratieve eindproef
4 4 3 12
TOTAAL
60
5
6
8 23 3
17
Modeltraject 2 Biomedische laboratoriumtechnologie Afstudeerrichting Farmaceutische en biologische laboratoriumtechnologie
fa r m a c e u t i s c h e e n b i o lo g i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e opleidingsonderdelen Biochemie 2 - Biomoleculen - Werken met enzymen Chemie 2 Microbiologie 2 Moleculaire genetica Immunologie - Immunologie - Microscopische anatomie Statistiek Proefdierkunde Farmaceutische wetenschappen Instrumentele analyse 2 Labcluster instrumentele analyse 2 Werkveldoriëntatie 2FBT - Project 3 - Project 4 - Pop 2
TOTAAL
18
SP* 7
5 5 7 4
3 3 10 4 4 8
60
b i o m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
Modeltraject 3 Biomedische laboratoriumtechnologie Afstudeerrichting Farmaceutische en biologische laboratoriumtechnologie
fa r m a c e u t i s c h e e n b i o lo g i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
2013/2014
SP*
opleidingsonderdelen Biochemische laboratoriumtechnieken Farmaceutische wetenschappen 2 Kwaliteitszorg en projectmanagement - Toegepaste statistiek - Projectmanagement Gentechnologie Labcluster 3 FBT - Biochemische labtechnieken - Galenica Stage en eindwerk
TOTAAL
6 6 4
3 14
23
60
19
hoe is de opleiding opgebouwd? Modeltraject 1 Chemie 1 Deze cursus behandelt de veiligheid in het chemisch labo en een aantal chemische basisbegrippen zoals concentratietermen, de anorganische stofklassen, chemische bindingen, chemisch evenwicht, redoxreacties,… Het basispakket Fysica behandelt de verschillende aggregatietoestanden waarin een stof zich kan voordoen en hun overgangen, alsook de specifieke eigenschappen van vloeistoffen en gassen en hun toepassingen. Er wordt ook een beetje elementaire mechanica besproken, zodat je op een veilige en juiste manier met een centrifuge te kunnen werken.
Meten is weten In het opleidingsonderdeel Meten is weten krijg je de noodzakelijke wiskundige en statistische basis. Tijdens Chemisch rekenen oefen je rekentechnieken in die je doorheen je opleiding en in de latere praktijk nodig zal hebben. Metingen in een lab zijn onderhevig aan meetfouten.
20
Welke? Hoe gaan we daarmee om? Je leert metingen en berekeningen met metingen weergeven met een gepast aantal beduidende cijfers. Als een experiment is uitgevoerd en je over een reeks meetresultaten beschikt, dan is je werk als biomedisch analist nog niet af. Je moet deze resultaten kunnen beoordelen naar juistheid en precisie van de analysemethode toe. Statistiek helpt om meetresultaten te plaatsen tegenover meetfouten en zo interpretatiefouten te vermijden. Tijdens Meetvariatie ligt de nadruk volledig op het praktijkgericht toepassen van de statistiek: alle voorbeelden en oefeningen komen uit het lab en we proberen zoveel mogelijk de computer voor de berekeningen in te schakelen. In dit eerste blok statistiek van de opleiding komen de beschrijvende technieken, kansrekenen en de statistiek van de ijklijn aan bod. Biologie De wetenschap van de biologie is de wetenschap van het leven. De cel wordt beschouwd als de kleinste eenheid van het leven en vormt de bouwsteen van elk
levend organisme. In zijn eenvoudigste vorm kan één cel alle taken vervullen om zichzelf in stand te houden en zich te vermenigvuldigen. Tijdens de cursus Celbiologie brengen we inzicht hoe de opbouw, functie, groei en differentiatie, net zoals het transport in de cel, instaan voor de goede werking ervan. Een cel fungeert in een meercellig organisme echter nooit alleen. Ze werken als losse cellen samen of zijn georganiseerd in weefsels en organen. Microbiologie is de wetenschap die micro-organismen bestudeert. Ze kunnen alleen bekeken worden met de microscoop en vormen een grote, diverse groep van organismen die bestaan als één enkele cel of als een groep van cellen. De bouw en vermeerdering van verschillende micro-organismen (bacteriën, protozoa, gisten, schimmels en virussen) komen aan bod evenals de factoren (temperatuur, pH, ontsmetting,…) die de groei beïnvloeden of afremmen. Micro-organismen spelen een belangrijke rol in het dagelijkse leven en hun invloed kan zowel negatief als positief zijn.
b i o m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
Labcluster Chemie 1 Tijdens de labcluster Chemie krijg je labopdrachten in verband met analytisch werken, het bereiden van oplossingen, titraties , eenvoudige buffers en tot slot een korte kennismaking met ‘analytische kenmerken’. Labcluster Biologie In een microbiologisch laboratorium wordt gewerkt met levende micro-organismen wat potentiële gevaren met zich meebrengt. Uiteraard kan je het risico op besmetting sterk beperken door het nemen van de gepaste voorzorgsmaatregelen. In het practicum Microbiologie leer je over de gevaren die er bestaan en welke de voorzorgsmaatregelen zijn die kunnen genomen worden. Je leert cultuurmedia en hun eigenschappen kennen en hun invloed op de groei van micro-organismen. Je leert alles over gramkleuring en biochemische fingerprint. Tijdens de labsessies Celbiologie wordt de cel als kleinste eenheid van het leven en als bouwsteen van een organisme bekeken. Cellen zijn niet zichtbaar met het blote oog en kunnen bekeken worden via een optisch instrument: de microscoop. Op deze manier
worden typische karakteristieken van verschillende cellen bestudeerd. Bio-organische chemie Bijna alle verbindingen die in biologische processen een rol spelen, zijn voor een aanzienlijk deel uit koolstof opgebouwd. Bio-organische chemie wil de brug slaan tussen organische chemie en biochemie. De veranderingen die koolstofverbindingen ondergaan in de levende cel zijn in wezen dezelfde als de reacties uitgevoerd in een laboratorium. Biologische verbindingen zijn weliswaar groter en complexer van structuur dan de meeste organische verbindingen. Maar het gedeelte dat tijdens een biologisch proces de werkelijk chemische veranderingen ondergaat is slechts beperkt en op zich niet ingewikkelder van structuur dan de meeste kleine, organische moleculen. Deze lessenreeks handelt over de belangrijke onderdelen van verschillende bio-organische moleculen. Verder wordt het reactiepatroon van een organische verbinding onder de loep genomen. Dit is onder te brengen in een aantal algemeen geldende
2013/2014
basisprincipes. Wanneer er eenmaal voldoende kennis van deze basisprincipes is verworven kunnen deze gebruikt worden om biochemische reacties te bekijken. Instrumentele analyse 1 In Instrumentele Analyse wordt eerst de absorptie van het licht besproken. De groep (spectro-) fotometrische methoden kan men verdelen in twee groepen: de absorptiespectrometrie, waarbij het licht door het monster geabsorbeerd wordt en de emissiespectrometrie, waarbij het monster zelf licht uitzendt. In dit opleidingsonderdeel wordt enkel de absorptie van licht bestudeerd (colorimetrie, spectrofotometrie, turbidimetrie en AAS). Vervolgens leer je alles over de verschillende chromatografische technieken. Chromatografie is als scheidingsmethode van groot belang om allerlei storende stoffen te verwijderen. Ook voor de gelijktijdige bepaling van meer dan één stof in een complex mengsel wordt van chromatografie gebruik gemaakt. Zowel de basis van chromatografie wordt besproken, als de indeling van de chromatografische technieken.
21
Biochemie 1 Het menselijk lichaam is een organisme dat bestaat uit samenwerkende orgaanstelsels. In dit anatomisch overzicht wordt de ligging van de verschillende organen belicht en de kenmerken en functie van de verschillende weefsels bekeken. De biochemische vertering is mogelijk door de inwerking van enzymen, die op verschillende plaatsen in ons spijsverteringskanaal worden geproduceerd. Het endocrien stelsel bestaat uit een aantal endocriene organen die verspreid liggen in het lichaam. De verschillende endocriene klieren worden anatomisch, morfologisch en fysiologisch besproken. Afwijkingen aan de verschillende endocriene organen leiden tot pathologische processen. Biochemie is de wetenschappelijke discipline die probeert het fenomeen ‘leven’ te verklaren op moleculair vlak. Men maakt er gebruik van de methodieken en de terminologie van de scheikunde om verschillende aspecten van cellen en levende organismen te beschrijven en te begrijpen. In deze cursus zullen we een stuk van de biochemische basis bekijken, die nodig is voor het begrijpen van andere biochemische en
22
biotechnologische disciplines. We beginnen met het bespreken van een aantal belangrijke soorten biomoleculen, zoals de eiwitten, de enzymen en de hormonen. Labcluster Instrumentele analyse In het labcluster Instrumentele analyse worden de onderwerpen behandeld in het hoorcollege Instrumentele analyse in de praktijk toegpast. Eenvoudige elektrische schakelingen, elektrolyse, het gebruik van een multimeter, conductometer, polarimeter e.a., de, kalibratie van semiautomatische pipetten, elekroforese en, het inoefenen van wetenschappelijke grafieken. In deel twee worden analysemethoden zoals colorimetire, spectrofotometrie, DLC en kolomchromatografie bekeken. Labcluster Klinische biologie 1 In de practica worden de verschillende basishandelingen, de bepaling van de bloedgroepen en het herkennen van cellen in bloeduitstrijkjes aangeleerd.
Hematologie1 Hematologie is de leer van het bloed, meer bepaald van de bloedcellen. We noemen dit deel van de hematologie de cytologie. Daarnaast speelt bloed een belangrijke rol in de bloedstolling of hemostase. Bloedplaatjes en stollingseiwitten zijn hier essentiële componenten. De immuunhematologie is een derde belangrijk onderdeel van de hematologie: hier zijn de op de bloedcellen aanwezige antigenen en hun respectievelijke antistoffen de belangrijkste spelers. In werkcolleges zal de aandacht gaan naar bloedafname, referentiewaarden, eenvoudige berekeningen in de hematologie en oefeningen op bloedgroepinterpretaties en bloedgroepencompatibiliteit. Samen met hematologie wordt de lessenreeks Anatomie en fysiologie 2 gegeven. Tijdens deze lessen komen aan bod: de bouw en werking van de bloedsomloop bij de mens, aanmaak van de bloedcellen, bouw en de werking van het lymfevatenstelsel en de samenhang van het bloedvatenstelsel met het urinestelsel.
b i o m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
Professionele skills en POP Tijdens Professional skills en POP worden de verschillende communicatie en gesprekstechnieken aangeleerd. Je leert het belang van waarnemen en interpreteren, non-verbaal gedrag, actief luisteren en vragen stellen. Verder komen vergadertechnieken en de verschillende aspecten van groepsdynamiek aan bod. Je krijgt een introductie tot presenteren, waarbij je alle factoren die een rol spelen bij een goede presentatie begrijpt en deze zelf optimaal en efficiënt kan aanwenden. Tenslotte verwerf je algemene schrijfstrategieën waardoor je een duidelijk, correct en goed beargumenteerd verslag leert maken in Algemeen Nederlands met aandacht voor spelling en zinsstructuur.
2013/2014
met een uitgebreide technische kennis en technische vaardigheden maar zijn ze ook in staat om een betere planning te maken van hun latere loopbaan. De studenten worden op die manier aangespoord de tijd te nemen om na te denken over hun persoonlijke ontwikkeling.
De studenten moeten tijdens hun studie Biomedische Laboratoriumtechnologie een POP (Persoonlijk Ontwikkelingsplan) opstellen. Het gebruik ervan is een zeer verspreide techniek in de bedrijfswereld en we willen onze studenten hierop voorbereiden. In de eerste twee jaren worden de studenten aangeleerd hoe ze aan de hand van hun studie en resultaten via zelfreflectie tot een beter inzicht in zichzelf komen. Hierdoor komen ze op de arbeidsmarkt, niet alleen
23
Modeltraject 2 - Afstudeerrichting Medische laboratoriumtechnologiE Biochemie 2 In het opleidingsonderdeel Biochemie 2 behandelen we in detail de biomoleculen. We bestuderen de structuur, eigenschappen en belangrijkste chemische reacties van de heterocyclische en aromatische verbindingen, koolhydraten, lipiden en lipoproteïnen, biomembranen, nucleotiden en nucleïnezuren. Daarnaast bestuderen we hoe de biomoleculen worden omgezet in andere moleculen en de energetische gevolgen hiervan. In de lessenreeks Werken met enzymen worden de factoren die de enzymactiviteit bepalen (temperatuur, substraat, activatoren en inhibitoren) behandeld. Daarna komt een aantal klinisch relevante enzymen aan bod. Tijdens laboratoriumoefeningen leer je enzymactiviteitsbepalingen uitvoeren waarbij de invloed van verschillende factoren op de enzymatische reactie wordt nagegaan.
24
Instrumentele analyse 2 Moderne laboratoria maken veel gebruik van geautomatiseerde instrumentele methoden. Voldoende inzicht in het principe van de methode en de inwendige opbouw van het apparaat zijn daarbij noodzakelijk. In dit opleidingsonderdeel krijg je een uitbreiding van Instrumentele analyse uit het eerste modeltraject.
Hematologie 2 In het opleidingsonderdeel Hematologie 2 wordt de rol van het bloedvat in hemostase besproken. Er wordt stilgestaan bij de mechanismen van de verschillende stollingsprocessen en de fibrinolyse.
Moleculaire genetica In het opleidingsonderdeel Moleculaire genetica wordt logischerwijze begonnen met hoe de erfelijke informatie wordt doorgegeven aan de volgende generaties cellen. Eerst wordt dieper ingegaan op de manier waarop cellen delen, de Mendeliaanse genetica komt aan bod en wordt er een verband gelegd met de chromosomale basis van erfelijkheid. We graven nog dieper in het genoom en bekijken
hoe de genen alle processen in de cel controleren. De weg van gen naar eiwit komt hier aan bod. De genetische code wordt gekraakt en de eiwitsynthese wordt uitgelegd. Afwijkingen in het genetisch materiaal liggen aan de basis van erfelijke aandoeningen. Er wordt kennis gemaakt met de technologie om deze afwijkingen op te sporen. De basistechnologieën als PCR, hybridisatie, sequentieanalyse en recente ontwikkelingen als microarrays en gentherapie komen aan bod.
Immunologie In de cursus Immunologie krijg je een inleiding tot het immuunverweer. Welke cellen en moleculen spelen een rol? Je leert alles over de indeling in het niet-specifiek verweer en het specifiek verweer met antigenen en antilichamen. Het ontstaan en de evolutie van de immunologische reactie na contact van ons lichaam met een antigeen wordt toegelicht. Veel aandacht wordt besteed aan de productie van monoklonale antilichamen en hun toepassingen. In de lessenreeks Microscopische anatomie leer je de finesses van het maken en interpreteren van histologische preparaten. De histologische
b i o m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
technieken zoals biopsie, fixatie, inbedden en snijden van het weefsel, kleuren en monteren van het weefsel worden besproken. Preparaten van verschillende weefsels en organen worden microscopisch bestudeerd.
Statistiek Statistiek is een onmisbaar opleidingsonderdeel in een bacheloropleiding biomedische laboratoriumtechnologie. Statistische technieken beschrijven variaties: toevallige variaties (meetfouten, kwaliteitscontrole van een procesparameter), gecontroleerde variaties (optimale instellingen van een toestel of analyseprocedure) en biologische variaties. In dit vervolg op meetvariatie gaan we dieper in op de analyse van de meetfouten en bekijken we technieken waarmee je gericht een beperkt aantal experimenten uitvoert om onderzoeksvragen te beantwoorden. We passen kansrekenen toe op populatieniveau: inschatten van gezondheidsrisico’s (epidemiologie). We gaan ook dieper in op de gevolgen van biologische variatie binnen een populatie bij het stellen van een
diagnose op basis van individuele labuitslagen. We passen de statistiek ook toe bij enkele technieken uit interne en externe kwaliteitscontoles. De voorbeelden en oefeningen komen zoveel mogelijk uit de praktijk: je leert om aan de hand van een formuleboekje in elke situatie de meest geschikte methode op te zoeken en uit te voeren.
Labcluster Instrumentele analyse 2 Dit zijn de praktijksessies van Instrumentele analyse 2. De toepassingen die je inoefent zijn: absorptie en emissiemetingen, chromatografie, elektroforese en potentiometrie.
2013/2014
micro-organismen besproken welke bij de mens infecties kunnen veroorzaken. Hierbij wordt aandacht geschonken aan het natuurlijk voorkomen van de micro-organismen, welke type infecties ze kunnen veroorzaken en op welke wijze ze in het klinisch laboratorium worden geïndentificeerd. Serologische basistechnieken voor het aantonen van antigenen en antilichamen zullen in een werkvelddag in praktijk worden omgezet. Ook een gevoeligheidsbepaling of antibiogram wordt uitgevoerd in het labo, een techniek die toelaat in vitro te voorspellen hoe een bacterie zich in vivo zal gedragen tegenover een antibioticum. .
Labcluster Klinische biologie
Werkveldoriëntatie
In het practicum worden de onderwerpen die aan bod kwamen tijdens Hematologie 2 en tijdens Medische microbiologie ingeoefend. Je leert bijvoorbeeld verschillende bepalingstechnieken aan, over de rhesus- en ondergroepbepalingen van bloedgroepen.
De werkveldoriëntatie bestaat uit twee projecten en kadert in de beroepsvoorbereidende vaardigheden waarmee je vertrouwd wordt gemaakt.
Pop 2 Verderzetting van het Persoonlijk Ontwikkelingsplan uit Modeltraject 1.
Medische microbiologie In de cursus Medische microbiologie worden
25
Modeltraject 2 - Afstudeerrichting Farmaceutische en biologische laboratoriumtechnologie Biochemie 2 In het opleidingsonderdeel Biochemie worden de biomoleculen in detail behandeld.We bestuderen de structuur, eigenschappen en belangrijkste chemische reacties van de heterocyclische en aromatische verbindingen, koolhydraten, lipiden en lipoproteïnen, biomembranen, nucleotiden en nucleïnezuren. Daarnaast bestuderen we hoe de biomoleculen worden omgezet in andere moleculen en de energetische gevolgen hiervan. In de lessenreeks Werken met enzymen worden de factoren die de enzymactiviteit bepalen (temperatuur, substraat, activatoren en inhibitoren) behandeld. Daarna komt een aantal klinisch relevante enzymen aan bod. Tijdens laboratoriumoefeningen leer je enzymactiviteitsbepalingen uitvoeren waarbij de invloed van verschillende factoren op de enzymatische reactie wordt nagegaan.
26
Chemie 2 In Chemie 2 komen aspecten zoals representatieve staalname, homogene monsters, ontsluiting, onteiwitten en ontvetten van voedingsmiddelen en verdunning van het staal aan bod. De toegepaste analysetechnieken zijn gravimetrie en volumetrie De neerslagtitraties en gravimetrie worden in hoorcolleges theoretisch benaderd. Er wordt geleerd een titratiecurve te berekenen en de invloed van zijreacties en verdunning op het verloop van de titratiecurve en de ligging van het equivalentiepunt na te gaan. Tijdens de vraagstukkensessies leert de student berekeningen maken uitgaande van de resultaten uit fictieve analyses. Het uitschrijven van reacties, het opstellen van stelsels en het omrekenen van de resultaten uit de bepaling naar de gewenste uitdrukkingsvorm is hier belangrijk.
Microbiologie 2 In het opleidingsonderdeel Microbiologie 2 wordt het gamma aan micro-organismen, met hun variabele eigenschappen en toepassingen, overlopen. Via praktijksessies worden de basismanipulaties voor
de omgang met micro-organismen geoefend. Je zal ervaren dat er in de microbiologie twee belangrijke intenties zijn: identificatie en kwantificatie. Welke bacterie zit daar en wil ik ze? Hoeveel zijn het er en tot hoeveel is toelaatbaar? Op basis hiervan kan men beslissen: vermijden of gebruiken, voedsel accepteren of verwerpen. Dat is in essentie de microbiële kwaliteitscontrole. Zuiver (steriel) en veilig (aseptisch en niet-contaminerend) werken zijn vereisten.
Moleculaire genetica In het opleidingsonderdeel Moleculaire genetica wordt logischerwijze begonnen met hoe de erfelijke informatie wordt doorgegeven aan de volgende generaties cellen. Eerst wordt dieper ingegaan op welke manier cellen delen, de Mendeliaanse genetica komt aan bod en wordt er een verband gelegd met de chromosomale basis van erfelijkheid. We graven nog dieper in het genoom en bekijken hoe de genen alle processen in de cel controleren. De weg van gen naar eiwit komt hier aan bod. De genetische code wordt gekraakt en de eiwitsynthese wordt uitgelegd. Afwijkingen in
b i o m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
het genetisch materiaal liggen aan de basis van erfelijke aandoeningen. Er wordt kennis gemaakt met de technologie om deze afwijkingen op te sporen. De basistechnologieën als PCR, hybridisatie, sequentieanalyse en recente ontwikkelingen als microarrays en gentherapie komen aan bod
Immunologie In de cursus Immunologie krijg je een inleiding tot het immuunverweer. Welke cellen en moleculen spelen een rol? Je leert alles over de indeling in het niet-specifiek verweer en het specifiek verweer met antigenen en antilichamen. Het ontstaan en de evolutie van de immunologische reactie na contact van ons lichaam met een antigeen wordt toegelicht. Veel aandacht wordt besteed aan de productie van monoklonale antilichamen en hun toepassingen In de lessenreeks Microscopische anatomie leer je de finesses van het maken en interpreteren van histologische preparaten. De histologische technieken zoals biopsie afname, fixatie, inbedden en snijden van het weefsel, kleuren en monteren van het weefsel worden besproken. Preparaten van verschillende weefsels en organen worden microscopisch bestudeerd.
2013/2014
Statistiek
Farmaceutische wetenschappen 1
Statistiek is een onmisbaar opleidingsonderdeel in een bacheloropleiding biomedische laboratoriumtechnologie. Statistische technieken beschrijven variaties: toevallige variaties (meetfouten, kwaliteitscontrole van een procesparameter), gecontroleerde variaties (optimale instellingen van een toestel of analyseprocedure) en biologische variaties. In dit vervolg op meetvariatie gaan we dieper in op de analyse van de meetfouten en bekijken we technieken waarmee je gericht een beperkt aantal experimenten uitvoert om onderzoeksvragen te beantwoorden. We passen kansrekenen toe op populatieniveau: inschatten van gezondheidsrisico’s (epidemiologie). We gaan ook dieper in op de gevolgen van biologische variatie binnen een populatie bij het stellen van een diagnose op basis van individuele labuitslagen. We passen de statistiek ook toe bij enkele technieken uit interne en externe kwaliteitscontoles. De voorbeelden en oefeningen komen zoveel mogelijk uit de praktijk: je leert aan de hand van een formuleboekje in elke situatie de meest geschikte methode op te zoeken en uit te voeren.
In dit opleidingsonderdeel wordt de link gelegd worden tussen de bio-organische chemie uit vorige periodes en het geneesmiddel. In een eerste algemeen deel word je vertrouwd gemaakt met de basisbegrippen van de farmaco- en toxicokinetiek en de farmaco- en toxicodynamiek. We gaan eerst na hoe een geneesmiddel in het lichaam opgenomen wordt, waar het terecht komt en hoe het afgebroken en uitgescheiden wordt. Daarna worden de grote therapeutische klassen van geneesmiddelen besproken. De effecten van blootstelling aan toxica zoals metalen, solventen, gassen, e.a. worden besproken. Ook de toxicologische evaluatie en de ongewenste effecten van kandidaat-geneesmiddelen komen aan bod.
Proefdierkunde Dierproeven zijn alleen geoorloofd wanneer aan een aantal strikte voorwaarden is voldaan. Personeel dat meewerkt aan dierenproeven moet hier correct voor worden opgeleid, conform met het KB betreffende de opleiding voor personen die actief meewerken aan proefdierexperimenten. Je verwerft inzicht en kennis in de proefdierkunde,
27
zodat je op een zorgvuldige en verantwoorde manier kan werken met proefdieren in biomedisch onderzoek. Je krijgt een algemene inleiding tot proefdierkunde en anatomie en fysiologie specifiek voor kleine proefdieren, bespreking van de voornaamste pathologieën en de verschillende fasen van het proefdierkundig onderzoek. Naast de theoretische uiteenzetting worden enkele relevante praktische vaardigheden aangeleerd, zoals manipulatie van de meest voorkomende proefdieren, steriel werken, dissectie- en hechtingstechnieken.
Instrumentele analyse 2 Moderne laboratoria maken veel gebruik van geautomatiseerde instrumentele methoden. Voldoende inzicht in het principe van de methode en de inwendige opbouw van het apparaat zijn daarbij noodzakelijk. In dit facet krijg je een uitbreiding van Instrumentele analyse uit het eerste modeltraject.
Labcluster Instrumentele analyse 2 Dit zijn de praktijksessies van Instrumentele analyse 2. De toepassingen die je inoefent zijn: absorptie en emissiemetingen, chromatografie, elektroforese en potentiometrie.
28
Werkveldoriëntatie De werkveldoriëntatie bestaat uit twee projecten en kadert in de beroepsvoorbereidende vaardigheden waarmee je vertrouwd wordt gemaakt.
Pop 2 Verderzetting van het Persoonlijk Ontwikkelingsplan uit Modeltraject 1.
b i o m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
2013/2014
29
Modeltraject 3 Afstudeerrichting Medische laboratoriumtechnologie Bacteriologie en serologie Het opleidingsonderdeel Bacteriologie en serologie behandelt in het theoretisch gedeelte klinisch belangrijke bacteriën, microbiologisch onderzoek van klinische stalen, antibiotica en resistentie en klinisch belangrijke virussen. In het praktisch gedeelte zal je het onderscheid leren tussen normale en pathologische stalen. De identificatie van pathogene kiemen en de gevoeligheid van kiemen aan bepaalde antibiotica en ook serologische testen worden bekeken.
Hematologie 3 In het theoretische gedeelte van Hematologie worden de cytologie en de hemostase besproken. Enkele hematologische aandoeningen worden van dichtbij bekeken zoals anemie, hemochromatose en dergelijke. Een bedrijfsbezoek inclusief opdrachten rondt dit geheel af.
30
Immunopathologie Het opleidingsonderdeel Immunopathologie behandelt de afwijkingen van het immuunsysteem, de immuunbetrokkenheid, immuundiagnostiek, gendiagnostiek in immuunafwijkingen en kanker. En tot slot wordt de gentherapie bij immuunafwijkingen besproken.
Labcluster Klinische biologie In Parasitologie krijg je eerst algemene informatie over parasieten. Nadien bestudeer je de parasitaire ziekten bij de mens. Ook de laboratoriumtechnieken die nodig zijn voor het opsporen van deze ziekteverwekkers worden besproken. Een bezoek aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde staat op het programma aan het einde van de cursus. Mycologie geeft eerst algemene informatie over schimmels, daarna wordt de classificatie, nomenclatuur, systematiek, morfologie en reproductie behandeld. Je krijgt een duidelijk beeld van de link tussen schimmels met de ziekten bij de mens. In het praktijkgedeelte hematologie worden de normale en de abnormale uitstrijkjes naast
elkaar gelegd en besproken. Tijdens de practica bacteriologie leer je bacteriologische stalen verwerken en voer je serologische testen uit. Je zoekt naar antigenen en antilichamen van microorganismen in lichaamsvocht.
Validatie Kwaliteitszorg (KZ) is niet meer weg te denken uit het lab. Daarom wordt in de cursus Toegepaste statistiek in het opleidingsonderdeel Validatie de basisprincipes van KZ (kwaliteitssystemen, quality tools, normen, accreditatie, kwaliteitshandboek en standaardwerkinstructies) bekeken. De statistiek uit de vorige programmajaren wordt toegepast bij validatie van methoden en toestellen en vormt de basis voor de interne en de externe kwaliteitscontroles. Voor de cursus Instrumentele analyse 3 moet je de theorie van instrumentele analyse I en II en statistiek van het eerste en tweede jaar terug bekijken om de praktische toepassing van methodevalidatie en instrumentvalidatie tot een goed einde te kunnen brengen.
b i o m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
Kijkstage & Stage Het eerste semester wordt afgesloten met een integratief lab en een kijkstage. Deze laatste heeft tot doel je te laten kennismaken met het steeds breder wordende veld van diagnostiek. Er wordt buiten de klassieke gebieden van de klinische biologie gekeken. Zo’n kijkstage kan doorgaan in een fertiliteitslab, kan gericht worden op anatomiepathologie, oncologie, moleculaire biologie, …
2013/2014
hematologie en microbiologie gesteld worden. Dit examen heeft als doel na te gaan in hoeverre een afstudeerstudent Medische laboratoriumtechnologie zicht heeft gekregen op de toepasbaarheid van de bovenvermelde vakken in een medisch laboratorium na het doorlopen van de stageperiode.
Aan het eind van semester twee in modeltraject drie ga je gedurende veertien weken, vijf dagen per week op stage in een ziekenhuis of een privélaboratorium. Daar leer je je latere beroep van heel nabij kennen omdat je ingeschakeld wordt in de dagelijkse activiteiten van het labo. Je doet op die manier veel ervaring op in het gebied van klinische biochemie, hematologie en microbiologie. Tijdens de stageperiode maak je ook een klein eindwerk, dat je op het einde van het semester mondeling verdedigt. Na je stageperiode leg je nog een laatste examen af voor een jury van verschillende lectoren. Dat is het afstudeerexamen, waar een reeks van vragen met betrekking tot biochemie,
31
Modeltraject 3 Afstudeerrichting Farmaceutische en biologische laboratoriumtechnologie Biochemische laboratoriumtechnieken De rode draad doorheen het opleidingsonderdeel Biochemische laboratoriumtechnieken is De weg van gen tot eiwit en sluit hierdoor zeer nauw aan bij het opleidingsonderdeel Gentechnologie. Hier worden de methoden besproken om cellen en weefsels te homogeniseren. Je bekijkt de werking van verschillende detergenten en de mogelijke strategie voor nucleïnezuur- en eiwitzuivering. Alle technieken die hierbij aan bod komen (fractionatie, concentratiebepaling, bufferwissel, concentrering, enz…) worden in theorie gezien en in het opleidingsonderdeel Labcluster toegepast. Nadruk wordt hierbij gelegd op de voorzorgen die nodig zijn om bijvoorbeeld denaturatie te voorkomen. Verder komen de verschillende chromatografische en elektroforetische scheidingstechnieken aan bod en de toepassingen die ze in de praktijk hebben.
32
Farmaceutische wetenschappen 2 Zowel in de farmaceutische industrie als in de officina-apotheek nemen de galenica en de farmaceutische technologie een belangrijke plaats in. Het verwerken van een geneesmiddel in een voor de patiënt geschikte vorm, is niet alleen een wetenschap die een uitgebreide theoretische achtergrond vereist. In deze cursus worden de verschillende toedieningsvormen die voor geneesmiddelen bestaan besproken. Deze variëren van de klassieke vormen, zoals oplossingen en capsules, tot de nieuwe technologische ontwikkelingen zoals drug targeting en gereguleerde afgifte. Tijdens de werkvelddagen leer je ook alles over de farmaceutische wetgeving, nanotechnologie en bezoek je een farmaceutisch bedrijf.
en vormt de basis voor de interne en de externe kwaliteitscontroles. Verbeterprojecten maken een belangrijk onderdeel uit van kwaliteitszorg. Projecten kunnen definiëren, plannen, begroten, organiseren, opvolgen en evalueren, behoort steeds meer tot de kerntaken. Om projecten meer slaagkans te geven en efficiënt te laten verlopen, worden systemen en technieken gehanteerd en hoort de projectleider zijn team daarin te coachen. Precies omdat werken in een team en het kunnen uitvoeren van projecten een absolute must zijn, werd in het curriculum ‘Projectmanagement’ ingevoerd. Je krijgt een realistisch verbeterproject uit het werkveld voorgeschoteld. De bedoeling is dat je hierbij alle stappen van Projectmanagement doorloopt om tot een juiste eindconclusie te komen.
Kwaliteitszorg en projectmanagement
Gentechnologie
Kwaliteitszorg (KZ) is niet meer weg te denken uit het lab. In het onderdeel Toegepaste statistiek bekijken we de basisprincipes van KZ (kwaliteitssystemen, quality tools, normen, accreditatie, kwaliteitshandboek en standaardwerkinstructies). De statistiek uit de vorige programmajaren wordt toegepast bij validatie van methoden en toestellen
Dit opleidingsonderdeel biedt je een inleiding tot de gentechnologie. De basistechnieken zoals DNA-isolatie, electroforese en hybridisatie worden behandeld. Je wordt ook geïntroduceerd in de wereld van moleculaire klonering: je leert alles over de vereisten en verschillende stappen in het kloneringsproces en over alternatieve methoden.
b i o m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
Je leert hoe de productie en de screening van DNA-bibliotheken in zijn werk gaat. Tenslotte bekijk je gene silencing op drie niveaus: geninactivering, inactivering van RNA en eiwit-inactivering.
2013/2014
bereidingswijze en maakt de bereiding . Nadien controleer je of de kwaliteit van je bereiding voldoet aan de eisen van de Europese wetgeving. Op deze manier krijg je een inzicht in de complexiteit van de samenstelling en bereiding van geneesmiddelen.
Labcluster 3FBT In het geïntegreerd lab Biochemische labtechnieken komen verschillende aspecten uit de biochemie, biotechnologie en celbiologie aan bod. Je krijgt de kans de kennis en vaardigheden die je gedurende de afgelopen drie jaren hebt verworden, toe te passen en in te oefenen. Groepswerk en enkele Engelstalige labopdrachten bereiden je voor op het werken in een multiculturele en internationale omgeving. Gedurende dit lab wordt ook tijd uitgetrokken voor een project rond het thema De weg van gen naar eiwit, waarin de kennis aangeleerd tijdens de theorie en tijdens dit geïntegreerd practicum kan toegepast worden in een reëel biotechnologisch experiment. In het praktische deel van de cursus Galenica zullen een aantal toedieningsvormen door de studenten zelf bereid worden. Je vertrekt hierbij van een formule, zoekt zelf de functie en eigenschappen van de grondstoffen op, bepaalt een geschikte
Stage en eindwerk Gedurende het hele laatste semester (veertien weken, vijf dagen per week) ga je op stage in een researchlab van een onderzoeksinstelling of een bedrijf. Daar leer je je latere beroep van heel nabij kennen, omdat je ingeschakeld wordt in de dagelijkse activiteiten van het labo. Tijdens de stageperiode maak je ook een eindwerk, dat je op het einde van het semester (tweede helft van juni) mondeling verdedigt. Soms is het eindwerk het verslag van het onderzoek dat je deed, maar het kan ook een deelaspect van de volledige stageactiviteit in de kijker plaatsen.
33
34
b i o m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
2013/2014
Biomedische laboratoriumtechnologie gaat internationaal De wereld aan je voeten
Erasmus
Kiezen voor een opleiding Biomedische laboratoriumtechnologie aan AP is kiezen voor een opleiding met een internationale toets. De hogeschool heeft contacten met verschillende Europese partnerinstellingen. Op die manier houden we voortdurend voeling met wat er leeft aan andere instellingen en zitten we op de eerste rij bij nieuwe ontwikkelingen. Als student pluk je daar de vruchten van. Het biedt je extra troeven in een dynamische en internationaal georiënteerde wereld. Interculturele competenties staan daarbij voorop.
Wil je extra in het internationale bad ondergedompeld worden, trek dan tijdens je opleiding naar het buitenland voor een buitenlandse stage (mét een beurs),… . In het verleden liepen studenten Biomedische laboratoriumtechnologie al stage in Finland, Noorwegen, Spanje, Frankrijk, Schotland,… . Stage lopen in het buitenland is een unieke en verrijkende ervaring die je nooit meer vergeet.
35
jij staat centraal Monitoraat
Verschillende trajecten
Tijdens het leerproces sta je er niet alleen voor. Het lessenrooster bevat elke week twee contacturen `intensief programma’: dit is het monitoraat. Hier worden moeilijke onderwerpen uit de cursussen opnieuw uitgelegd. Er is ruimte voor het maken van extra voorbeeldoefeningen en je hebt de mogelijkheid tot het stellen van vragen.
Aan AP Hogeschool kan je kiezen uit verschillende trajecten.
In de tweede plaats kan je (ook individueel) een beroep doen op de vaklectoren voor bijkomende uitleg: hiervoor maak je steeds een afspraak met de betrokken lector via email.
POP-coach Iedere student krijgt bij het begin van het academiejaar een POP-coach toegewezen. Deze lector begeleidt je persoonlijke competentieontwikkeling. De coach volgt je aan de hand van je Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) op Tevens zal de POP-coach je bij moeilijkheden of problemen informeren over de kanalen waartoe je je kan richten.
36
Je hebt de keuze uit het modeltraject, dat je voltijds of deeltijds kan volgen. Schrijf je je als student in voor het voltijds modelpakket van 60 studiepunten, dan volg je een voltijds modeltraject. Als je met een voltijds modeltraject elk academiejaar netjes slaagt voor het opgenomen pakket, dan voltooi je de opleiding na drie academiejaren. Je volgt dan driemaal 60 studiepunten. De opleiding voorziet naast het voltijdse modelpakket ook een deeltijds modelpakket. Het is een modelpakket van een kleiner aantal studiepunten per academiejaar dat de opleiding aan studenten voorstelt. Hierbij wordt het geheel van 180 studiepunten dus gespreid over meer dan drie academiejaren (bvb. 6 x 30 studiepunten, 4 x 45 studiepunten, …). Studenten met beperkte vooropleiding wetenschappen kunnen kiezen voor de bijspijkercursus, gecombineerd met een voltijds of deeltijds traject. Je krijgt zo de
ruimte om eerst voldoende wetenschappelijke kennis op te bouwen voor je deze in de opleiding nodig hebt. Je kan je ook inschrijven voor een individueel traject. Het is een traject dat afwijkt van het modeltraject omdat je vrijstellingen hebt verworven en/of studievertraging hebt opgelopen. Ook een student met bijzondere faciliteiten kan eventueel de toelating krijgen om een traject op maat of individueel traject te volgen. Heb je hierover nog vragen? Neem dan contact op met het secretariaat via
[email protected]. Studenten met beperkte vooropleiding wetenschappen kunnen kiezen voor de bijspijkercursus, gecombineerd met een voltijds of deeltijds traject. Je krijgt zo de ruimte om eerst voldoende wetenschappelijke kennis op te bouwen voor je deze in de opleiding nodig hebt.
b i o m e d i s c h e l a b o r at o r i u m t e c h n o lo g i e
campus Kronenburg
2013/2014
Sint-Rochustraat
est
Nationalestraat
eld
De lesactiviteiten gaan door in de campus aan de Kronenburgstraat, gelegen in hartje Antwerpen, en gemakkelijk bereikbaar met het openbaar vervoer. Op wandelafstand ligt het Zuid met het KMSK, het MuHKA en talrijke trendy drink- en eetgelegenheden.
at
Sch
erstra Kloost
Hippe omgeving
raa
t
Kronenburgstraat
at
stra
t
inck
eld
tra
aa
i
at
est
tstraa
t
Welv
aar
lks Vo
aat
traa
+ regionale lijnen
t
tram 12 24 bus 1 13
+ regionale lijnen
elp
laa
ts
Vla
am
se
ka
ai
Wa
tstr
straat
Tols
lplein
Marnixplaats
tram 12 bus 34
at
stra
heid
Vrij
raa
Kastee
ek
Lambe
aat
Sch
als
rmon
Geuzenstr
P Deze campus verwelkomt je met een grote en aangename eet- en ontspanningsruimte. Naast een kiosk met broodjes en snacks kun je gebruik maken van de bibliotheek en een zelfstudieruimte.
Term
bus 22
raa
Bee
Bo
t
ers
raa
t
tra
at
t raa dst
lei
rika
Ame
tram 4 estgedurende de werken ers st r .
Kas
lei
rika
tee
Ame
lst
raa
t
Bresstraat
Lambermontplaats
est
raa t
Pacificatiestraat www.delijn.be voor actuele info ivm de werken in de Nationalestraat.
ro d
lst
me
de
tee
ouw
uw
B re
Kas
ldh
bon
rst
Verschansingstraat
i
sele
Brit
Ver
ld po
ilde
De Vrièrestraat
De
Wa
Coquilhatstraat
Sch
Leo
Departement Wetenschap en Techniek Kronenburgstraat 47 2000 Antwerpen T +32 (0) 3 220 55 80 F +32 (0) 3 220 55 99 M
[email protected] www.ap.be
37
38
Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen