STUDIE 11 BEROEPSPROFIEL cluster medisch farmaceutisch assistent laboratoriumtechnoloog apothekerassistent verkoopsafgevaardigde
BEROEPSPROFIEL cluster medisch farmaceutisch assistent laboratoriumtechnoloog apothekerassistent verkoopsafgevaardigde sector studiegebied opleiding beroep
: : : :
gezondheidszorg gezondheidszorg farmaceutische en biologische technieken cluster medisch farmaceutisch assistent
Werkgroep beroepsprofiel gegradueerde in de farmaceutische en biologische technieken in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/1996/6356/13 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
INHOUD BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
I N H O U D
WOORD VOORAF
1
DEEL 1: BEROEPSPROFIEL NAAR FUNCTIE(S)
2
1
Inleiding
3
1.1 1.2 1.3 1.4
3 4 4 5
2
3
Het graduaat farmaceutische en biologische technieken
6
2.1 2.2
6 7
Historiek Toestand op 1 september 1995
Tewerkstellingssectoren
8
3.1 3.2
8 8 8 8 9 9 9 9 9
3.3
4
Introductie Samenstelling van de werkgroep Werkwijze Begripsomschrijving
Opzet Tewerkstellingssectoren 3.2.1 Farmaceutische sector 3.2.2 Biologische sector 3.2.3 Biomedische sector Alternatieve tewerkstellingssectoren 3.3.1 Sector medische- en laboratoriumbenodigdheden 3.3.2 Cosmetische sector 3.3.3 Onderwijs
Functieomschrijving
10
4.1
10 14 15 15 15 15 22 24 25
4.2 4.3
Operationalisering 4.1.1 Definitie 4.1.2 Doelstelling Overzicht van de beroepen Typefuncties, deelfuncties, taken per beroep 4.3.1 Laboratoriumtechnoloog 4.3.2 Apothekerassistent 4.3.3 Verkoopsafgevaardigde 4.3.4 Lesgever
DEEL 2: BEROEPSPROFIEL NAAR TAKEN met invulling van DE KWALIFICATIES
26
1
Taakgebieden
27
1.1
27 27 27 27 27 33
1.2
Operationalisering 1.1.1 Doelstelling 1.1.2 Schema Taakgebieden in de startfuncties 1.2.1 Biologisch onderzoek 1.2.2 Biomedisch onderzoek
INHOUD BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
1.3 1.4
2
1.2.3 Onderzoek in de farmaceutische sector 1.2.4 Kwaliteitscontrole binnen de farmaceutische nijverheid 1.2.5 Bediende in een apotheek Taakgebieden in de doorstroomfuncties 1.3.1 Biologisch onderzoek 1.3.2 Verkoop van farmaceutische producten Taakgebieden in de finaliteitsfuncties
34 40 43 44 44 45 46
Kwalificaties in de startfuncties
47
2.1 2.2
47 47 47 49
Operationalisering Overzicht van de kwalificaties in de startfuncties 2.2.1 Begripsafbakening: kennis, vaardigheden, waarden 2.2.2 Kwalificaties in de startfunctie
BIBLIOGRAFIE
70
BIJLAGEN
71
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
1
WOORD VOORAF
De realisatie van het document beroepsprofiel gegradueerde in de farmaceutische en biologische technieken is de resultante van de belangeloze en deskundige inzet van de teamleden. Wij danken hen hiervoor zeer oprecht. De samenstelling van het team uit personeelsleden van de betrokken hogescholen, leden uit de academische en industriële sector van de farmacie en biologie, afgestudeerden in de betrokken disciplines, heeft er toe bijgedragen dat er een breed discussieforum aanwezig was. Uit de werking van het team blijkt duidelijk dat de industrie een groot belang blijft hechten aan de synergie industrieonderwijs. Alleen op deze wijze kan een degelijke en hoogtechnologische vorming gegarandeerd worden. Bijzondere dank gaat uit naar mevr. Damienne De Laere die één van de belangrijkste steunpilaren in de realisatie van dit werk is geweest. Als pedagoge vond ze vlug de juiste weg in het vakjargon en kon ze na grondig studiewerk een geschikt werkinstrument ontwikkelen. Op vraag van de minister vice-president en Vlaams minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, de heer L. Van den Bossche, werd dit document overgemaakt aan de Vlaamse Onderwijsraad. De Vlor zal dit eindrapport als referentie en als basisdocument kunnen gebruiken voor verdere discussies inzake kwaliteitsbewaking en opleidingen aan onze hogescholen.
dr. J. Veeckman voorzitter werkgroep beroepsprofiel gegradueerde in de farmaceutische en biologische technieken
2
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
DEEL 1: BEROEPSPROFIEL NAAR FUNCTIE(S)
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
1
1.1
3
INLEIDING
Introductie De minister vice-president en Vlaams minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, de heer L. Van den Bossche, gaf op 30 maart 1993 de opdracht een werkgroep samen te stellen die het beroepsprofiel van de gegradueerde in de farmaceutische en biologische technieken zou uitschrijven. De leden van de Dienst voor Onderwijsontwikkeling gaven tijdens een introductievergadering toelichting om deze toch moeilijke opdracht aan te vangen. De DVO vroeg dit immense werk te voltooien tegen april 1994. In diezelfde periode werden echter de voorbereidende gesprekken gevoerd rond het decreet betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap van 13 juli 1994. Vele directies dienden aan de onderhandelingen deel te nemen zodat het uitschrijven van het beroepsprofiel eerder op het achterplan kwam en de vooropgestelde planning niet kon gehaald worden. Tijdens het academiejaar 1993-1994 werd gestart met de voorbereidende gesprekken tussen het COOVI-PHITS, te Anderlecht en het H.I. Sint-Lieven te Gent. De opleiding gegradueerde in de farmaceutische en biologische technieken werd alleen in deze hogescholen aangeboden. In de tweede helft van 1994 werd door mevr. D. De Laere, pedagoge aan het H.I. Sint-Lieven, een werkinstrument ontworpen dat het uitschrijven van de beroepsprofielen naar takenprofielen, zoals voorgesteld door de DVO, mogelijk moest maken. In een constructieve sfeer werd het werkinstrument besproken, getoetst en gecorrigeerd. Ondanks de aanwezigheid van een degelijk werkinstrument bleek het uitschrijven van het beroepsprofiel niet zo eenvoudig. Afgestudeerden en verantwoordelijken uit bedrijven hadden net als sommige personeelsleden uit de hogescholen wat moeite met de, voor hen, eerder abstracte omschrijvingen en definities. Op 22 maart 1995 vraagt de heer minister aan de Vlor het nodige overleg te organiseren over de beroepsprofielen, de opleidingsprofielen en de basiscompetenties inzake de opleidingen en opties aan de hogescholen. Op 9 mei 1995 duidt de Raad Hoger Onderwijs voor iedere opleiding een voorzitter van een werkgroep aan en bevestigt de voorzitters van reeds bestaande werkgroepen. Halfweg 1995 bespreekt werkgroep een eerste preliminair rapport. Na discussie en aanbrengen van de nodige verbeteringen kon een tweede en definitieve versie voorgelegd worden.
4
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
Op 22 november 1995 kwam vanuit de Vlor een uitnodiging voor een nieuwe vergadering omtrent het beroepsprofiel. Daar wordt voor het eerst het document uitgedeeld opgesteld door de DVO namelijk de handleiding voor het schrijven van beroepsprofielen. In dit document wordt het vroegere accent van de opdracht nl. taakbeschrijving (zie deel 2) verlegd naar functiebeschrijving (zie deel 1) zodanig dat herwerking van het reeds bestaande en door de werkgroep goedgekeurde document zich opdringt. De werkgroep werd opnieuw samengeroepen op 29 februari 1996 om het aangepaste document te bestuderen.
1.2
Samenstelling van de werkgroep Om een evenwichtig beroepsprofiel uit te schrijven is het belangrijk dat de voornaamste factoren uit de opleiding en het beroep betrokken zouden worden bij het proces. De werkgroep werd dan ook als volgt samengesteld: -
twee afgevaardigden van iedere hogeschool betrokken bij de opleiding (directeur en/of docent), vier afgestudeerden werkzaam in diverse beroepssectoren, twee deskundigen uit de farmaceutische sector (onderzoek en productie), twee deskundigen uit de biologische sector (onderzoek), een voorzitter die werd aangeduid door de DVO en de Vlor.
De volledige deelnemerslijst is opgenomen in bijlage 3.
1.3
Werkwijze Reeds tijdens het academiejaar 1992-1993 werd de opleiding farmaceutische en biologische technieken aan beide hogescholen doorgelicht door een visitatiecommissie van de Inspectie Hoger Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Hieruit werd de eerste relevante informatie omtrent de tewerkstellingssectoren geput. Met behulp van de verworven informatie uit het doorlichtingrapport en het opgestelde werkinstrument werd een enquête voorgesteld zoals weergegeven in bijlage 2. Er werd een proportionele steekproef genomen op basis van relevante tewerkstellingssectoren voor de gegradueerde FBT in Vlaanderen. Hiervoor werd een vooronderzoek uitgevoerd naar de populatie op basis van een aantal lijsten van stageplaatsen, gidsen van farmaceutische bedrijven, apotheken, advertenties voor tewerkstelling... waaruit een steekproef naar relevante tewerkstellingssectoren werd samengesteld. In totaal werden 135 enquêteformulieren naar relevante sectoren verstuurd. Slechts 53 ingevulde enquêtes konden voor verwerking in aanmerking worden genomen. Voor de resultaten van deze enquête verwijzen we naar bijlage 1.
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
1.4
5
Begripsomschrijving Een beroep is een geheel van bijeenhorende taken in het kader van de arbeidsverdeling binnen een gemeenschap waarin arbeid een economisch goed is, en wordt gekenmerkt door het feit, dat de onderlinge samenhang en de aard van deze taken in hoofdzaak onafhankelijk zijn van de organisatievorm waarbinnen de arbeid wordt verricht (cfr. Leidraad DVO). Aangezien de grenzen tussen de beroepen vervagen en de taken die vroeger onder een bepaald beroep thuishoorden en als dusdanig hiervan de maatschappelijke herkenbaarheid uitmaakten nu vaak anders gedefinieerd worden en onder andere of nieuwe beroepen gerangschikt worden, is het belangrijk te peilen naar functies, eerder dan naar het beroep (HEDEBOUW G. en HALEN VAN DER P., 1987). Een beroepsprofiel is een gestructureerde beschrijving van een beroep in functies, deelfuncties en taken, alsook van de vereisten (fysiek, psychisch, economisch) waaraan men moet voldoen om dat beroep uit te oefenen. Een functie is het geheel van bijeenhorende taken binnen een organisatie; de onderlinge samenhang en de aard van die taken zijn afhankelijk van de organisatievorm van de betrokken onderneming waarbinnen de arbeid wordt verricht. Een deelfunctie is een onderdeel van een functie en een bundeling van bijeenhorende taken die worden uitgevoerd in duidelijk omschreven omstandigheden. Een taak is een geheel van samenhangende handelingen, gericht op een omschreven prestatie, rekening houdend met de middelen waarover de beoefenaar beschikt en de eisen die hem zijn gesteld. Een taakgebied is een verzameling van taken en wordt bij voorkeur aangeduid met een naam die geënt is op kenmerkende typen van activiteiten die in de beroepsuitoefening voorkomen. De tewerkstellingssector is de afdeling binnen het maatschappelijk of economisch leven waarin de beroepsbeoefenaars worden tewerkgesteld, er functies opnemen of er geregeld arbeiden. Het werkveld wordt gevormd door de verzameling van de tewerkstellingssectoren waarin personen met een bepaalde kwalificatie arbeid verrichten. Een kwalificatie is het geheel van vaardigheden, kennis en houdingen die gewenst zijn om een beroep naar behoren te kunnen uitvoeren.
6
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
2
2.1
HET GRADUAAT FARMACEUTISCHE EN BIOLOGISCHE TECHNIEKEN
Historiek In september 1969 startte de Provincie Brabant, in het COOVI, PHITS te Anderlecht een driejarige opleiding voor diëtisten. In 1970 werd het tweede jaar ingericht voor de diëtisten en de medisch farmaceutische assistenten, op vraag van de farmaceutische industrie, de Algemene Pharmaceutische Bond, en de universitaire medische researchsector. Dit impliceerde dat een eerste gemeenschappelijk jaar werd ingericht voor de beide opleidingen dieetleer en medisch farmaceutische assistenten. De achtergrond hiervoor was dat de basisvakken chemie, wiskunde, fysica, biologie, anatomie en fysiologie voor beide opleidingen primordiaal waren. De totale opleidingsduur bedroeg drie jaren. In de twee specifieke opleidingsjaren werd de nadruk gelegd op drie aspecten : -
-
de farmaceutische vakken, waarbij de galenica, de bereiding, analyse en controle van geneesmiddelen, aan bod komen; de biologische vakken, die ondersteunend zijn om tot de ontwikkeling van een farmaceutisch product te komen: microbiologie, proefdierkunde, anatomopathologie, microscopie en fotografie; de medische vakken, vooral ter ondersteuning van het farmaceutische luik: klinische diagnostiek, hematologie, immunologie, apparatenleer.
Het derde jaar voorzag eveneens een stageperiode, die meestal uitgevoerd werd in een researchlaboratorium of in de industrie. De titel van medisch farmaceutische assistent werd afgeleverd tot en met het academiejaar 1973-1974 en aanvaard. Vanaf 1974-1975 werd het diploma afgeleverd van gegradueerde in de farmaceutische en biologische technieken. Deze toestand werd behouden tot en met het academiejaar 1994-1995. Met ingang van het academiejaar 1987-1988 werd aan het Hoger Instituut Sint-Lieven te Gent de toelating verleend om een afdeling farmaceutische en biologische technieken, categorie paramedisch hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan op te richten. Het ontwikkelde curriculum werd aan de verantwoordelijken van de betrokken industrie- en researchdomeinen voorgelegd. Het curriculum van de afdeling steunt op twee pijlers nl. de farmacie en de biotechnologie. De opleiding wordt zeer researchgericht verzorgd. Mede door de impulsen van de DIRV-actie (Derde Industriële Revolutie Vlaanderen) van de toenmalige voorzitter van de Vlaamse regering, minister G. Geens, kende de uitbouw van de biotechnologie een hoge vlucht.
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
2.2
7
Toestand op 1 september 1995 Het decreet betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap van 13 juli 1994 zorgde voor een grondige herschikking van het hoger onderwijs buiten de universiteit. Een aantal ingeburgerde namen zoals korte type, categorie, afdeling en optie werden gewijzigd in hoger onderwijs van 1 cyclus, studiegebied, basisopleiding en optie. Het decreet definieert het hoger onderwijs van één cyclus als volgt: "de basisopleidingen van één cyclus en de overéénkomstige graden zijn gericht op het verwerven van beroepsvaardigheden, gestoeld op wetenschappelijk onderbouwde kennis. In het geheel dragen ze bij tot de algemeen menselijke vorming en zijn in het bijzonder gericht op de praktische toepassing van de wetenschappen, het zelfstandig denken en het ontwikkelen van creativiteit en beroepsvaardigheid" (Art. 10 § 2). Alle basisopleidingen van hoger onderwijs van één cyclus zijn ingedeeld in drie studiejaren. De basisopleiding laboratorium- en voedingstechnologie behoort tot het studiegebied GEZONDHEIDSZORG. Binnen de basisopleiding kunnen er drie opties gevolgd worden nl. de optie medische laboratoriumtechnologie, de optie farmaceutische en biologische technieken en de optie voedings- en dieetkunde. Na het succesvol beëindigen van de optie farmaceutische en biologische technieken wordt de graad van gegradueerde in de farmaceutische en biologische technieken verleend. Het H.I. Sint-Lieven werd deel van de fusiehogeschool KaHo Sint-Lieven Gent. Het PHITS werd deel van de Erasmushogeschool Brussel.
8
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
3
3.1
TEWERKSTELLINGSSECTOREN
Opzet Dit document is een synthese van informatie die we putten uit vier verschillende bronnen, met name: informatie van de werkgroep van de docenten van de afdeling farmaceutische en biologische technieken, informatie op basis van het verzamelen van vacatures uit de personeelsgids van de voornaamste Vlaamse kranten, resultaten van een enquête naar de bedrijfs- en onderzoekswereld (i.c. werkende gegradueerden in de farmaceutische en biologische technieken), literatuur, rapport doorlichtingcommissie Inspectie Hoger Onderwijs.
3.2
Tewerkstellingssectoren In hoofdzaak kan een gegradueerde in de farmaceutische en biologische technieken terechtkomen in de farmaceutische sector, in de biologische sector of in de biomedische sector.
3.2.1
Farmaceutische sector Binnen de farmaceutische sector komt een gegradueerde in de farmaceutische en biologische technieken terecht in meerdere deelsectoren (meestal in de functie van laboratoriumtechnoloog): deelsector farmaceutisch onderzoek en controle, deelsector farmaceutische industrie, afdeling onderzoek, afdeling kwaliteitscontrole en -verzekering, afdeling verkoop, deelsector openbare apotheek (officina), deelsector ziekenhuisapotheek.
3.2.2
Biologische sector Binnen de biologische sector kan de gegradueerde in de farmaceutische en biologische technieken het beroep van laboratoriumtechnoloog uitoefenen in volgende deelsectoren: deelsector biologie, afdeling zoölogie, afdeling botanie, deelsector biotechnologie, afdeling onderzoek, afdeling productie-kwaliteitscontrole, afdeling verkoop.
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
9
Zij helpen hier vooral mee aan het verrichten van onderzoek op het vlak van fundamentele moleculaire biologie, plantenveredeling en fundamentele biologie. Ze komen bijvoorbeeld terecht in functies binnen onderzoeksinstituten, universiteiten, research- en productieafdelingen in de industrie ... Meer gespecialiseerd kan het daarbij zelfs gaan om botanische (plantenbiotechnologie) en zoölogische (zoöbiotechnologie) analisten. Zij komen ook in aanmerking voor functies binnen de agro-industrie (b.v. zaad- en plantenveredeling). 3.2.3
Biomedische sector Binnen de biomedische sector gaat het om deelfacetten van het beroep van medisch laboratoriumtechnoloog. In het verleden was de toegang tot deze sector niet uitsluitend beperkt tot de medische laboratoriumtechnologen zodat actueel gegradueerden in de farmaceutische en biologische technieken ook hier tewerkgesteld worden.
3.3
Alternatieve tewerkstellingssectoren
3.3.1
Sector medische en laboratoriumbenodigdheden Binnen de sector laboratoriumbenodigdheden kunnen gegradueerden in de farmaceutische en biologische technieken ingeschakeld worden in de ontwikkeling en de verkoop van apparatuur, verbruiksgoederen, diagnostica, de (verkoops)administratie, marketing, enz. Gegradueerden in de farmaceutische en biologische technieken komen in deze sector o.a. in aanmerking voor commerciële functies als vertegenwoordiger, commercieel afgevaardigde, sales support, applicatiespecialist enz.
3.3.2
Cosmetische sector -
3.3.3
deelsector onderzoek en controle, deelsector cosmetische industrie, afdeling onderzoek, afdeling kwaliteitscontrole en -verzekering, afdeling verkoop.
Onderwijs Gegradueerden komen ook terecht in het secundair onderwijs (eerste en tweede graad) en in het hoger onderwijs (praktijkopleidingsonderdelen).
10
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
4
FUNCTIEOMSCHRIJVING
4.1
Operationalisering
4.1.1
Definitie1 Om tot een functieomschrijving te komen, moeten er een aantal begrippen gedefinieerd worden. Deze begrippen worden gebruikt in het functieoverzicht (cfr. 4.3). Een functie is een geheel van bijeenhorende taken in het kader van de arbeidsverdeling binnen een organisatie (die deel uitmaakt van de economische arbeidsgemeenschap), waarbij de aard van de gebundelde taken voornamelijk door de organisatievorm van de betrokken onderneming wordt bepaald. Een typefunctie is een deelaspect van een beroep, met name een bundeling van bijeenhorende taken; een typefunctie is een geheel van ingrepen in het tot stand komen van goederen en diensten in functie van een vooraf bepaald doel; de typefunctie is niet gebonden aan de concrete organisatie waarbinnen arbeid wordt verricht. Een deelfunctie is een onderdeel van een functie/typefunctie: een deelfunctie is een bundeling van bijeenhorende taken die worden uitgevoerd in duidelijk omschreven omstandigheden. Inhoudelijke omschrijving van typefuncties Hieronder volgt een lijst van typefuncties en een inhoudelijke omschrijving van de typefuncties in termen van proces en doel, uitgegeven door de Dienst voor Onderwijsontwikkeling. Deze lijst dient als uitgangspunt voor het concept van het beroepenoverzicht in punt 4.2.
1
4
Creatie Ontwerp, realisatie en uitvoering van een werk; doel: expressie of communicatie bevorderen.
4
Research Keuze, ontwerp en/of uitvoering van aangepaste onderzoeksmethodes (o.m. observatie en experiment); doel: wetmatigheden ontdekken en nieuwe kennis produceren met betrekking tot o.m. een wetenschappelijk, technisch, sociaal, commercieel of industrieel gebied.
cfr. Leidraad Dienst voor Onderwijsontwikkeling: handleiding voor het schrijven van beroepsprofielen
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
11
4
Voorstudie Analyse van plan en voorwaarden (lastenboek), ontwerp, uitwerking en verspreiding van methodes of plannen; doel: methodes, producten of diensten op de markt brengen.
4
Advies Informatie en raad verstrekken; doel: individuen, groepen of organisaties helpen bij besluitname of beheer.
4
Bedrijfsbeleid Bepalen van beleidslijnen, geven van leiding, delegeren van verantwoordelijkheid; doel: de goede gang van zaken en de ontwikkeling van een onderneming of instelling bevorderen.
4
Bedrijfsbeheer Toezicht over de administratie van een organisatie; doel: de goede gang van zaken en de ontwikkeling van een onderneming of instelling bevorderen.
4
Organisatie Ordening van handelingen en middelen; doel: de realisatie van een bepaalde dienst of een bepaald product optimaliseren.
4
Analyse Uitvoeren van metingen met behulp van standaardprocedures (o.m. nagaan van afmetingen en scheikundige analyse); doel: nagaan of een product of dienst conform is aan een vooropgestelde norm of specificatie.
4
Diagnose Opsporen van functiestoornissen (fysisch, psychisch, mechanisch) bij individuen, machines, apparaten of uitrusting; doel: zorgen voor een optimaal functioneren.
4
Onderhoud In goede staat houden van infrastructuur (huishoudelijk, collectief of industrieel), machines, apparaten en uitrusting; doel: zorgen voor een optimaal functioneren.
4
Herstelling Opnieuw in goede staat brengen van een machine, apparaat, uitrusting of infrastructuur; doel: zorgen voor een optimaal functioneren.
12
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
4
Controle Systematisch toezicht op de juiste werking van een toestel, op het naleven van voorschriften en het beheer van een organisatie; doel: zorgen voor een optimaal functioneren.
4
Teelt Ontwikkeling en vermenigvuldiging van planten en/of diersoorten; doel: productie van voedingsmiddelen of exploitatie van het agrarische landschap.
4
Exploitatie Beheren van minerale bronnen (extractie), vegetale bronnen (bomen vellen) of dierlijke bronnen (vangen); doel: natuurlijke rijkdommen beschikbaar maken.
4
Voorbereiding Voorbereiden en vormgeven van concrete, materiële elementen; doel: de basis vormen voor een volgende fase in het productieproces van goederen en diensten.
4
Verwerking van materie Manuele of mechanische behandeling van grondstoffen; doel: een tussenproduct of product realiseren.
4
Bewerking van materie Manuele of mechanische behandeling van de grondstof; doel: de grondstof een passende vorm en afmetingen geven.
4
Installatie Plaatsing van o.m. elementen en onderdelen; doel: optrekken of uitrusten van o.m. machines, apparaten, uitrusting en infrastructuur.
4
Assemblage Het bijeenbrengen van elementen, onderdelen of mechanismen; doel: een functioneel geheel (machine, meubel, kledingstuk, enz.) tot stand brengen.
4
Afwerking De laatste elementen van een product of dienst toevoegen; doel: het product of de dienst volledig maken.
4
Goederenbehandeling Inventariseren, sorteren, verplaatsen en opstellen van goederen; doel: goederen opslaan, een dienst bevoorraden, voorraad en goederenstroom beheren.
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
13
4
Verdeling Transport van goederen of mensen, meestal door het besturen van een voertuig via weg, spoor, water of lucht; doel: goederen of mensen op de gewenste plaats brengen.
4
Inkoop/Aankoop Aanschaf van goederen en diensten; doel: deze goederen en diensten verkopen, verwerken en/of gebruiken.
4
Verkoop Goederen en diensten aanbieden en er de eigenschappen van demonstreren; doel: aanzetten tot aankoop en de verkoop afsluiten.
4
Inning/Registratie Vaststellen, factureren en incasseren van de door de klant verschuldigde bedragen; doel: zorgen voor incassering en registratie van het handelsverkeer en voor een afhandeling conform de voorschriften.
4
Onderhandeling Contracten aan een klant voorstellen; doel: een akkoord over de contracten bereiken.
4
Informatieverzameling Gegevens uit diverse bronnen bijeenbrengen; doel: over informatie beschikken, voor zichzelf en/of derden.
4
Reproductieve informatieverwerking Registratie, transcriptie en/of reproductie van informatie (o.m. teksten of cijfergegevens); doel: informatie beschikbaar maken.
4
Productieve informatieverwerking Redactie en presentatie van informatie; doel: informatie beschikbaar maken.
4
Informatieverstrekking Informatie geven over o.m. handelsartikelen, culturele producten en diensten; doel: dienstverlening aan individuen en diverse doelgroepen.
4
Onthaal Ontvangen van individuen en groepen; doel: hen verwelkomen en wegwijs maken in een organisatie of ruimtelijke structuur.
4
Bediening Het gevraagde of bestelde registreren, brengen en afleveren, respectievelijk opdienen; doel: tegemoet komen aan de behoeften van een klant.
14
4.1.2
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
4
Verzorging Lichamelijk, psychisch en materieel bijstaan van individuen; (huis)dieren van het nodige voorzien; doel: bijdragen tot fysisch, psychisch en materieel welzijn.
4
Hulpverlening Bijstand en opvolging gericht op individuen, groepen en organisaties; doel: levensomstandigheden verbeteren en sociale integratie bevorderen; belangen en rechten verdedigen.
4
Educatie Hulp bij persoonsvorming (o.m. morele, sociale, intellectuele en psychomotorische vorming); doel: de algemene ontwikkeling van een individu behartigen.
4
Animatie Promoten, begeleiden en stimuleren van culturele en ontspanningsactiviteiten en andere initiatieven; doel: bijdragen tot fysisch, psychisch, materieel en sociaal welzijn.
4
Interventie Tussenkomst gericht op preventie en bestrijding van gevaren en overtredingen; tussenkomst in het openbare en professionele leven namens een sociale groep; doel: bezit en veiligheid van een individu beschermen, openbare orde handhaven, belangen van een groep behartigen.
4
Samenwerking Individueel en/of gezamenlijk aan een gemeenschappelijke opdracht werken; doel: bevordering en realisatie van een vooropgesteld doel.
4
Communicatie Overdracht van o.m. gedachten, bevindingen en vaardigheden; doel: bevordering en realisatie van een vooropgesteld doel.
Doelstelling De doelstelling die hier wordt beoogd, is de beroepsactiviteiten - per beroep - te omschrijven volgens een hiërarchisch systeem met drie geledingen: de typefunctie, de deelfunctie en de taak. Concreet worden per beroep een aantal typefuncties voorgesteld. Een typefunctie kan op haar beurt vaak verder opgesplitst worden in een aantal deelfuncties. Tenslotte worden per typefunctie/ deelfunctie een aantal taken opgesomd.
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
4.2
Overzicht van de beroepen -
Laboratoriumtechnoloog
in:
º
een controlelaboratorium, een onderzoekscentrum voor biologie (zoölogie, botanie), een onderzoekscentrum voor biotechnologie, een farmaceutisch bedrijf (onderzoek, productie en controle), een centrum voor biomedisch onderzoek (research en analyse).
-
Apothekerassistent
-
Verkoopsafgevaardigde
º º º º
in:
º
de farmaceutische sector, de biotechnologische sector, de medische sector, de cosmetische sector.
-
Lesgever
º º º
in: º º º
4.3
het hoger onderwijs als praktijklector, de eerste en tweede graad van het secundair onderwijs, als leraar wetenschappelijke vakken.
Typefuncties, deelfuncties, taken per beroep Per beroep wordt hieronder een overzicht gegeven van de relevante typefuncties, deelfuncties en taken.
4.3.1
Laboratoriumtechnoloog Typefuncties in het beroep van laboratoriumtechnoloog Dit beroep bestaat uit 12 typefuncties: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
RESEARCH DIAGNOSE ANALYSE ONDERHOUD CONTROLE BEWERKING VAN DE MATERIE INKOOP/AANKOOP INFORMATIEVERZAMELING REPRODUCTIEVE INFORMATIEVERZAMELING PRODUCTIEVE INFORMATIEVERWERKING
15
16
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
11 12
EDUCATIE SAMENWERKING
Deelfuncties binnen typefuncties Voor sommige typefuncties kunnen wij deelfuncties aangeven en refereren voor de nummering naar de typefuncties: 1
RESEARCH 1.1 het uitvoeren van experimenteel werk 1.2 het bedienen van apparatuur
3
ANALYSE 3.1 het ondersteunen van onderzoeks- en controlewerk 3.2 het bedienen van apparatuur 3.3 het uitvoeren van routine- en controleanalyses
4
ONDERHOUD 4.1 het onderhouden van werkinstrumenten 4.2 het onderhouden en kalibreren van de apparatuur 4.3 het onderhouden van biologisch materiaal
5
CONTROLE 5.1 kwaliteitszorg met betrekking tot methoden en technieken 5.2 het uitvoeren van tests 5.3 het uittesten van nieuwe apparatuur in functie van onderzoeken of analyses 5.4 het nemen van monsters tijdens de verschillende fasen van het onderzoek en productie
6
BEWERKING VAN HET ONDERZOEKSMATERIAAL, HET PRODUCT 6.1 het aanmaken van preparaten 6.2 het verzamelen van specimen 6.3 het bedienen van apparatuur
7
INKOOP/AANKOOP 7.1 instaan voor de aankoop van grondstoffen, producten, farmaca 7.2 het bestellen van het materiaal 7.3 het stockeren van leveringen 7.4 het maken van kostprijsberekeningen
9
REPRODUCTIEVE INFORMATIEVERZAMELING 9.1 het verzamelen van gegevens tijdens analyses en testen 9.2 het verwerken van resultaten
12
SAMENWERKING 12.1 het samenwerken met personen eigen aan het bedrijf 12.2 het samenwerken met personen vreemd aan het bedrijf
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
17
Taken per deelfunctie Een aantal deelfuncties kan verder opgesplitst worden naar relevante taken. Hieronder volgt een niet-limitatieve opsomming waarbij de nummering van de deelfuncties wordt aangehouden. 1.1 Het uitvoeren van experimenteel werk ♦
Nucleïnezuurexperimenten: º º º º º º
♦
Proteïne-experimenten: º º º
º º
♦
het vermeerderen van DNA door middel van PCR; het inbrengen van DNA in micro-organismen, dierlijke cellen, gistcellen en plantencellen; het isoleren van DNA en RNA, het fractioneren van DNA en RNA; het maken van recombinante vectoren op basis van de recombinant DNA; oligonucleotide-synthese; DNA-sequentie analyse.
het maken en screenen van hybridomen (productie van monoclonale antistoffen); het ontwikkelen van entstoffen aangewend in fermentatieprocessen; het tot expressie brengen van recombinante genen in procaryotische (E-coli) en eucaryotische systemen (gist, zoogdiercellen, insectencellen en plantaardige cellen); het uitvoeren van vergelijkende studies van verschillende isovormen van enzymen; peptidesynthese.
Het veredelen van sierplanten en landbouwgewassen: º
º º º
º º º
plannen en uitvoeren van kweekstudies om variëteiten te ontwikkelen en te verbeteren: verbeteren van kwaliteiten zoals grootte, rijpheid, kwaliteit en weerstand ten overstaan van vriesweer, droogte en insectenplagen op planten, gebruik makend van principes van voortplanting en kennis over plantengroei; ontwikkelen van variëteiten en selecteren van planten voor het kruisen met andere soorten; kweken van planten, gebruik makend van methoden zoals bijvoorbeeld inteelt, kruisbestuiving, mutatie, hybridisatie en selectie; selecteren van soorten planten op basis van karakteristieken waarbij de continuïteit van de voortplanting en het selectieproces gegarandeerd wordt om de gewenste planten te verkrijgen; meristeemcultuur; inductie van haploïden; het opstarten en in stand houden van callus- en suspensieculturen;
18
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
º º
♦
Farmaceutische experimenten: º º
º º º
º º º º
♦
spectrofotometrische en histochemische studie van recombinante expressie; het ontwikkelen van transgene planten.
het opzetten en uitvoeren van laboratoriumproeven bij het ontwikkelen van nieuwe producten; het ontwikkelen van nieuwe farmacologisch actieve producten en het achterhalen van hun werkingsmechanisme, het ontwikkelen van nieuwe hulpstoffen en vehicula; eiwitextractie, bereiding van eiwitten, aminozuren-sequentiebepaling; het bereiden van parenteralia; het bereiden en afleveren van producten voor functieproeven, met inbegrip van radiofarmaca, onder verantwoordelijkheid van een ziekenhuisapotheker (radiofarmaca); het voorbereiden en toedienen van producten voor functieproeven; het uitvoeren van steriele technieken onder leiding; het ontwikkelen van probes en primers; het voorbereiden van monsters.
Kweek: º º
cel- en weefselkweek; viruskweek.
1.2 Het bedienen van apparatuur Het bedienen van laboratoriumapparatuur, zoals bijvoorbeeld: º º º º º º º º º º º º º º º º º
klassieke lichtmicroscoop, electronenmicroscoop *, radiologische apparatuur *, fotografische apparatuur, chromatografische apparatuur (DLC, GC, HPLC), fluorescentie- en invertmicroscoop, centrifuge, fotometer, electroforesemateriaal, pipet, autoclaaf, laminaire flow, flow-bench, CO2-incubator, automatische sequentiebepalingstoestel *, PCR-toestel, ELISA-reader,
* het gebruik van deze apparatuur wordt facultatief aangeleerd op de stage
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
º º º º º º
19
flowcytometer *, fermentor, bio-reactor *, balans, computer, recorder, microtoom.
3.1 Het ondersteunen van onderzoeks- en controlewerk ♦
Nucleïnezuur werk: º º º º º
º º
♦
Farmaceutisch werk: º
º
♦
het uitvoeren van kwalitatieve en kwantitatieve analyses om chemische, fysische en biologische eigenschappen te bepalen van biologisch materiaal, al dan niet in ontwikkeling; het analyseren van grondstoffen, tussenproducten en eindproducten (geneesmiddelen) volgens de farmacopee en/of volgens (geregistreerde) bedrijfsmonografieën.
Proteïne werk º º
º
º º
♦
het analyseren van (biologische) monsters via DNA-sequentiebepaling; het analyseren van (biologische) monsters via DNA-restrictie-analyse; het uitvoeren van de polymerase kettingreactie (PCR); het analyseren van (biologische) monsters via hybridisatie, al dan niet na PCR; analyse van erfelijk materiaal (genomische monsters) door middel van Southern Blot hybridisatie, kolonie of plaque hybridisatie, in situhybridisatie, RFLP-analyse en PCR gebaseerde technieken; analyse van RNA op basis van Northern Blot (electroforese); cloning.
het analyseren van (biologische) monsters via aminozuurbepaling; analyse van eiwitmonsters (recombinante expressieproducten) door middel van SDS-PAGE, IEF, 2D gel-electroforese, immuno-electroforese en Western Blots; het zuiveren van een eiwit uit een complex mengsel via de beschikbare technieken (ionenuitwisseling, affiniteitschromatografie, gelpermeatie, ...); enzymgemerkte ligandbindingsbepalingen, onder andere ELISA; eiwitbepalingen.
Ander werk: º º
het etableren van nieuwe technologieën in een laboratorium; bio-assays; (opsporen en kwantificeren van biologische activiteiten in celculturen en organismen);
20
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
º º º º º º º º º º º
♦
het gebruik van technieken zoals TLC, autoradiografie, Giessreactie, spectrometrie en densitometrie; in-vitro mutagenese; celcultivatie onder GLP (genmutatietesten); uitvoeren van screeningen; zuiveren van subcellulaire fracties (technieken: homogeniseren, ultrasone, centrifugeren, eiwitgehalte bepalen); flowcytometrie; genotypering van stabiel getransformeerde cellijnen, planten en dieren, bacteriën, gisten; immunoperoxidase kleuringen; immunofluorescentiekleuringen; dissectie van dierlijk en plantaardig materiaal; het analyseren van proceswater.
Volgende analysetechnieken worden uitgevoerd: º º º º º º º º º º º º º º
absorptiespectrofotometrie in het zichtbare, U.V. en infraroodgebied; chromatografie: DLC, GC, HPLC; microscopie; atoomabsorptie; vlamfotometrie; fluorimetrie; densitometrie; potentiometrie; amperometrische titraties; viscosimetrie; polarimetrie; breukvastheid-dissolutie; elektroforese; autoradiografie.
3.2 Het bedienen van apparatuur (zie 1.2) 3.3 Het uitvoeren van routine- en controleanalyses Het uitvoeren van chemische, fysische en biologische analyses op monsters: chemisch onderzoek, hematologisch onderzoek, º immunologisch onderzoek, º microbiologisch onderzoek, º pathologisch-anatomisch onderzoek, º genetisch onderzoek. º º
4.1 Het onderhouden van werkinstrumenten º
het reinigen en/of steriliseren van materiaal, overeenkomstig de voorschriften.
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
21
4.3 Het onderhouden van biologisch materiaal º º º º º
het onderhouden van cellijnen; het verzorgen van proefdieren; het onderhouden van planten; het onderhouden van hybridomen; het onderhouden van plasmidebanken.
5.1 Kwaliteitszorg met betrekking tot methoden en technieken º º º º º º
implementatie van nieuwe technologieën in het laboratorium; het ontwikkelen en op punt stellen van nieuwe methoden en technieken; het optimaliseren van diagnostische systemen; het geven van advies met betrekking tot doelstelling, opzet en uitvoering van onderzoeken; het opvolgen van het onderzoeksproces; het evalueren van nieuwe (demo-) apparatuur.
5.2 Het uitvoeren van tests º º º º º º º
het valideren van controletesten; het ontwikkelen van diagnostische testkits; het opzetten van controle-assays in functie van een experimenteel vaccin of geneesmiddel; het uittesten van nieuwe DNA-merkersystemen; het uittesten van alternatieve scheidings- en analyseprocedures voor DNA-fragmenten; haemagglutinatietesten; het testen van vaccins.
6.2 Het verzamelen van specimen º º º
º º º º
het selecteren van een specimen; het verzamelen van componenten van een specimen; het aanleggen van een verzameling van te bewaren specimen of microscopische preparaten met de bedoeling de species te identificeren en de ontwikkelingen en afwijkingen te bestuderen; het onderhouden van een animalarium; het selecteren van een gevarieerde hoeveelheid representatieve stalen om plantstructuren te bepalen; identificatie en classificatie door middel van RFLP en PCR afgeleide technieken; bewaarmethoden voor een specimen.
9.1 Het verzamelen van gegevens tijdens analyses en testen º º º
het opslaan van observaties tijdens de analyses en testen; het opslaan van resultaten tijdens de analyses en testen; het opslaan van relevante informatie tijdens de analyses en testen;
22
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
º º º
het noteren van de gegevens volgens een geijkte vorm; het weergeven van het proefopzet; het bijhouden van de databanken.
9.2 Het verwerken van resultaten º º º
het opslaan van de gegevens in de computer; het kritisch interpreteren van de resultaten; het aanleggen en opstellen van gestandaardiseerde raw data formulieren.
12.1 Het samenwerken met personen eigen aan het bedrijf º º º º º º º º º º
het samenwerken met assistenten; het samenwerken met collega's; het samenwerken met technici; het bijdragen tot de teamgeest; het samenwerken rond het uitvoeren van technische taken; het samenwerken rond een project; het samenwerken met de bedrijfsleiding; het samenwerken met de administratie; het samenwerken met studenten in opleiding; het opleiden van andere collega's.
12.2 Het samenwerken met personen vreemd aan het bedrijf º º º º º º º
4.3.2
het samenwerken met andere onderzoeks- of analyselaboratoria; het samenwerken met onderzoekslaboratoria; het samenwerken met biotechnologische bedrijven; het samenwerken met farmaceutische bedrijven; het samenwerken met toeleveringsbedrijven; het samenwerken met afnemers; het samenwerken met klanten.
Apothekerassistent Typefuncties in het beroep van de apothekerassistent Voor dit beroep werden 7 typefuncties gesteld: 1 2 3 4 5 6 7
Verwerking van de materie Inkoop/aankoop Informatieverzameling Bediening Informatieverstrekking Samenwerking Controle
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
23
Deelfuncties in het beroep van apothekerassistent 1
Verwerking van de materie 1.1 het formuleren van de galenische vorm 1.2 het werken met grondstoffen en materiaal 1.3 het uitvoeren van bereidingen.
3
Informatieverzameling 3.1 het verzamelen van informatie over de farmacologie, de posologie, de nevenwerkingen en de onverenigbaarheden van geneesmiddelen 3.2 het verzamelen van informatie over randassortiment
6
Samenwerking 6.1 het samenwerken met de apotheker 6.2 het samenwerken met collega's 6.3 het samenwerken met personen van buitenaf.
7
Controle 7.1 het controleren van grondstoffen 7.2 het controleren van bereidingen 7.3 het controleren van de dosering.
Taken per deelfunctie Hieronder volgt een opsomming van taken voor bepaalde deelfuncties. 1.2 Het werken met grondstoffen en materiaal º º
het correct verpakken, etiketteren en bewaren van grondstoffen volgens de strikte wettelijke eisen; het werken met farmaceutisch-technologische apparatuur.
1.3 Het uitvoeren van bereidingen º º
3
Informatieverzameling º
4
het uitvoeren van magistrale en officinale bereidingen, met inbegrip van parenterale, steriele en pyrogeenvrije preparaten; het besteden van grote aandacht aan de GMP-normen bij het uitvoeren van de galenische basisbewerkingen en bij het aanmaken van de bereidingen.
het werken met de computer.
Bediening º
het afleveren van de correcte verbruikersverpakking volgens de strikte wettelijke eisen.
24
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
5
Informatieverstrekking º
4.3.3
het geven van individueel aangepaste informatie over geneesmiddelen en randassortiment.
Verkoopsafgevaardigde Typefuncties in het beroep van verkoopsafgevaardigde Voor dit beroep worden er 4 typefuncties gesteld: 1 2 3 4
Informatieverstrekking Verkoop Samenwerking Reproductieve informatieverwerking
Deelfuncties in het beroep van verkoopsafgevaardigde 1
Informatieverstrekking 1.1 geven van eerlijke, correcte informatie.
2
Verkoop 2.1 het verrichten van marketingonderzoek 2.2 het leggen van commerciële contacten
3
Samenwerking 3.1 het samenwerken met personen eigen aan het bedrijf 3.2 het samenwerken met personen vreemd aan het bedrijf
4
Reproductieve informatieverwerking 4.1 het maken van verslagen 4.2 bijhouden databanken
Taken per deelfunctie Hieronder volgt een opsomming van taken voor bepaalde deelfuncties. 2.1 Het verrichten van marketingonderzoek º º
marktonderzoek voor bestaande en nieuwe producten; het bepalen van marketingstrategieën.
2.2 Het leggen van commerciële contacten º º º º
het leggen van contacten met klanten (prospectie), ook in andere talen (Engels, Duits en Frans); het realiseren van commerciële objectieven; het bedienen van klanten; het verkopen naar klanten toe;
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
º
25
het opstellen van prijsofferten.
3.1 Het samenwerken met personen eigen aan het bedrijf º º º º
samenwerken met een marketingteam; samenwerken met een public-relationsteam; samenwerken met de administratie (secretariaat, telefonist(e)); samenwerken met de district-, de product-, de sales manager en de RA.
3.2 Het samenwerken met personen vreemd aan het bedrijf º
º º º
4.3.4
het uitbouwen en het onderhouden van contacten met: geneesheren, dierenartsen, apothekers, onderzoekers, verpleegkundigen, aankoopdiensten, patiënten; samenwerken met klanten; het analyseren van de noden van de klanten; het zoeken naar adequate oplossingen voor de klanten.
Lesgever Typefuncties in het beroep van lesgever Hiervoor verwijzen we naar de beroepsprofielen in de sector onderwijs. Deelfuncties in het beroep van lesgever: Hiervoor verwijzen we naar de sector onderwijs. Taken per deelfunctie: Hiervoor verwijzen we naar de sector onderwijs.
26
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
DEEL 2: BEROEPSPROFIEL NAAR TAKEN met invulling van DE KWALIFICATIES
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
1
1.1
Operationalisering
1.1.1
Doelstelling
27
TAAKGEBIEDEN
Het doel is om tot een systematische opsomming van taken te komen. Om deze doelstelling op een systematische wijze te realiseren, opteren we voor het gebruik van het hieronder voorgestelde schema bij het genereren van taken. Zowel tijdens de interviews als bij de enquête hebben we van dit schema gebruik gemaakt. 1.1.2
Schema (*) (HEDEBOUW G. en HALLEN van der P., op.cit.) 1.1.2.1 -
Per functie
Zijn de aangegeven taken (brainstorming) relevant voor de functie? Aanvullende taken? Kunnen de aangegeven taken in subtaken ingedeeld worden?
1.1.2.2 Per taak Geef een opsomming van bewerkingen om de taak uit te voeren? (Bewerkingen zijn activiteiten en handelingen in functie van een bepaald doel) Frequentie van de taak?
1.2
Taakgebieden in de startfuncties
1.2.1
Biologisch onderzoek -
moleculair-biologisch onderzoek (m) onderzoek op dieren (d) onderzoek op planten (p) microbieel onderzoek (mi)
Binnen het biologisch onderzoek vindt men de startfunctie laboratoriumtechnoloog terug.
28
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
4
Taakgebied 1: Het uitvoeren van analyses Het betreft analytische ondersteuning van het onderzoekswerk:
4
m
-
m
-
m m/d/p/mi
-
m
-
m
-
m
-
m
-
m
-
m
-
m m/p/mi m
-
m/d m/p/d/m
-
d/p
-
het analyseren van (biologische) monsters via DNA-sequentiebepaling; het analyseren van (biologische) monsters via DNA-restrictie-analyse; het uitvoeren van de polymerase kettingreactie (PCR); het uitvoeren van kwalitatieve en kwantitatieve analyses om chemische, fysische en biologische eigenschappen te bepalen van biologisch materiaal, al dan niet in ontwikkeling; het analyseren van (biologische) monsters via hybridisatie, al dan niet na PCR; het analyseren van (biologische) monsters via aminozuurbepaling; analyse van erfelijk materiaal (genomische monsters) door middel van Southern Blot hybridisatie, kolonie of plaque hybridisatie, in situ hybridisatie, RFLP- analyse en PCR gebaseerde technieken; analyse van eiwitmonsters (recombinante expressieproducten) door middel van SDS-PAGE, IEF, 2D gel-electroforese, immuno-electroforese en Western Blots; het zuiveren van een eiwit uit een complex mengsel via de beschikbare technieken (ionenuitwisseling, affiniteitschromatografie, gelpermeatie); analyse van RNA op basis van Northern Blot (electroforese); het etableren van nieuwe technologieën in een laboratorium; enzymgemerkte ligandbindingsbepalingen, onder andere ELISA; eiwitbepalingen; bio-assays; het gebruik van technieken zoals TLC, autoradiografie, Giessreactie, spectrometrie en densitometrie; flowcytometrie; genotypering van stabiel getransformeerde cellijnen, planten en dieren, bacteriën, gisten; immunoperoxidase kleuringen; immunofluorescentiekleuringen; dissectie van dierlijk en plantaardig materiaal.
Taakgebied 2: Het uitvoeren van experimenten m m
-
het vermeerderen van DNA door middel van PCR; het inbrengen van DNA in micro-organismen, dierlijke cellen, gistcellen en plantencellen en het uitvoeren van genotypering;
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
m
-
m
-
m
-
m/mi
-
m
-
m m p p
-
p
-
p
-
p
-
p p p
-
p
-
p
-
het isoleren van DNA en RNA, het fractioneren van DNA en RNA; het maken van van recombinante vectoren op basis van de recombinant DNA-technologie (knippen van DNA, cDNA-synthese, ligatie of tailing); het maken en screenen van hybridomen (productie van monoclonale antistoffen); het ontwikkelen van entstoffen aangewend in fermentatieprocessen het tot expressie brengen van recombinante genen in procaryotische (E-coli) en eucaryotische systemen (gist, zoogdiercellen, insectencellen en plantaardige cellen); oligonucleotide-synthese; virusisolaties; het veredelen van sierplanten en landbouwgewassen; plannen en uitvoeren van kweekstudies om variëteiten te ontwikkelen en te verbeteren: verbeteren van kwaliteiten zoals grootte, rijpheid, kwaliteit en weerstand ten overstaan van vriesweer, droogte en insectenplagen op planten, gebruik makend van principes van voortplanting en kennis over plantengroei; ontwikkelen van variëteiten en selecteren van planten voor het kruisen met andere soorten; kweken van planten, gebruik makend van methoden zoals bijvoorbeeld inteelt, kruisbestuiving, mutatie, hybridisatie en selectie; selecteren van soorten planten op basis van karakteristieken waarbij de continuïteit van de voortplanting en het selectieproces gegarandeerd wordt om de gewenste planten te verkrijgen; meristeemcultuur; inductie van haploïden; het opstarten en in stand houden van callus- en suspensieculturen; spectrofotometrische en histochemische studie van recombinante expressie; het ontwikkelen van transgene planten.
4
Taakgebied 3: Het werken met preparaten
>
subgebied 1: Het aanmaken van preparaten d
-
p
-
mi m
-
29
het kweken van dierlijke cellijnen (celcultuur, orgaancultuur, weefselcultuur); het in vitro propageren van planten (celcultuur, weefselcultuur, orgaancultuur); het kweken van bacterie- en gistculturen; DNA-extractie: DNA-bereidingen (plasmide-extractie);
30
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
m m
>
-
RNA-extractie; eiwitextractie.
subgebied 2: Het verzamelen van specimen mi/p/d p/d/mi d/p/mi
-
d/m d
-
p
-
p p
-
mi/p/d
-
het selecteren van een specimen; het verzamelen van componenten van een specimen; het aanleggen van een verzameling van te bewaren specimen of microscopische slides met de bedoeling de species te identificeren en de ontwikkelingen en afwijkingen te bestuderen; het onderhouden van een animalarium; het determineren van insecten om ze te identificeren en te classificeren; het selecteren van een gevarieerde hoeveelheid representatieve stalen om plantstructuren te bepalen; het aanleggen van een herbarium; identificatie en classificatie door middel van RFLP en PCR afgeleide technieken; bewaarmethoden voor een specimen.
4
Taakgebied 4: het bedienen van apparatuur
>
subgebied 1: het bedienen van apparatuur met betrekking tot het uitvoeren van analyses p/d/m/mi
-
het bedienen van laboratoriumapparatuur, zoals bijvoorbeeld: klassieke lichtmicroscopen, electronenmicroscoop (*), radiologische apparatuur, fotografische apparatuur, chromatografische apparatuur, fluorescentie- en invertmicroscoop, centrifuges, fotometer, electroforesemateriaal, pipetten, autoclaaf, laminaire flow, flow-bench, microscoop, fototoestel, hybridisatie-ovens, automatische sequentiebepalingstoestellen, PCR-toestel, ELISA-reader, flowcytometer, fermentor, bio-reactor,
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
31
balans, tensiemeetapparatuur, in-vitro kweekapparatuur, computer, recorder, computersoftware, automatische invriesapparatuur voor cellen, microtoom.
subgebied 2: het bedienen van apparatuur met betrekking tot het uitvoeren van experimenten (afhankelijk van het onderzoeksproject)
>
subgebied 3: het bedienen van apparatuur met betrekking tot het aanmaken van preparaten (afhankelijk van het onderzoeksproject)
>
4
Taakgebied 5: Beheren van het materiaal f/p/m/mi/d
-
f/p/d/m/mi f/p/d/m/mi
-
f/fi/p/m/mi
-
het onderhouden van werkinstrumenten, het schoonmaken van de uitrusting en het steriliseren van glaswerk, overeenkomstig de voorschriften, onderhoud van de databanken, instaan voor het onderhoud van de apparatuur, instaan voor het onderhoud van het studiemateriaal: d - het onderhouden van dierlijke cellijnen, d - het verzorgen van proefdieren, p - het onderhouden van planten, mi - het onderhouden van bacterie- en gistculturen, m - het onderhouden van hybridomen. - instaan voor de aanvoer van medicatie, producten, - het bestellen van het materiaal, - het stockeren van leveringen, - voorraadbeheer, - het maken van kostprijsberekeningen.
4
Taakgebied 6: Kwaliteitszorg
→
kwaliteitszorg met betrekking tot methoden en technieken: implementatie van nieuwe technologieën in het laboratorium; het ontwikkelen en op punt stellen van nieuwe methoden; het ontwikkelen en op punt stellen van nieuwe technieken; het optimaliseren van diagnostische systemen; het geven van advies met betrekking tot doelstelling, opzet en uitvoering van onderzoeken; het opvolgen van het onderzoeksproces; het uitvoeren van tests; het valideren van controletesten; het ontwikkelen van diagnostische testkits;
32
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
-
het opzetten van controle-assays in functie van een experimenteel vaccin of geneesmiddel; het uittesten van nieuwe DNA-merkersystemen; het uittesten van alternatieve scheidings- en analyseprocedures voor DNA-fragmenten; haemagglutinatietesten; vaccins testen.
→
kwaliteitszorg met betrekking tot de gebruikte apparatuur: het uittesten van nieuwe apparatuur in functie van onderzoeken of analyses.
→
kwaliteitszorg met betrekking tot het onderzoeksmateriaal: het nemen van monsters tijdens de verschillende fasen van het onderzoek.
4
Taakgebied 7: Rapporteren
>
subgebied 1: Het verzamelen van gegevens -
>
subgebied 2: Het verwerken van de resultaten -
>
het opslaan van observaties tijdens de analyses en testen; het opslaan van resultaten tijdens de analyses en testen; het opslaan van relevante informatie tijdens de analyses en testen; het noteren van de gegevens volgens een geijkte vorm; het weergeven van het proefopzet.
het opslaan van de gegevens in de computer; het kritisch interpreteren van de resultaten.
subgebied 3: Het voorstellen van de rapporten -
Het mondeling en schriftelijk presenteren en toelichten van de resultaten.
4
Taakgebied 8: Het samenwerken
>
subgebied 1: het samenwerken met mensen uit het bedrijf -
het samenwerken binnen een onderzoeksteam (met wetenschappers en andere laboranten; het samenwerken met assistenten; het samenwerken met collega‘s laboranten; het samenwerken met technici; het bijdragen tot de teamgeest; het samenwerken rond het uitvoeren van technische taken; het samenwerken rond een project; het samenwerken met de bedrijfsleiding;
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
-
>
1.2.2
het samenwerken met de administratie; het samenwerken met studenten in opleiding.
subgebied 2: het samenwerken met mensen vreemd aan het bedrijf -
het samenwerken met andere onderzoeks- of analyselaboratoria; het samenwerken met biotechnologische bedrijven.
4
Taakgebied 9: Het uitbreiden van individuele kennis en kunde
-
het lezen van anderstalige literatuur en onderzoeksrapporten (voornamelijk Engelstalige literatuur); het opzoeken van relevante informatie; het zich verdiepen in literatuur en seminaries rond de onderzoeksopdracht; documenteren van experimenten; het opvolgen van nieuwe producten; gebruik leren maken van nieuwe toestellen; het bijwonen van workshops en navormingscursussen; het bijwonen van congressen.
-
33
Biomedisch onderzoek 4
Taakgebied 1: Het uitvoeren van routine- en controle-analyses -
4
het uitvoeren van chemische, fysische en biologische analyses op monsters van menselijke oorsprong: chemisch onderzoek, hematologisch onderzoek, immunologisch onderzoek, microbiologisch onderzoek, pathologisch-anatomisch onderzoek, genetisch onderzoek.
Taakgebied 2: Kwaliteitszorg -
implementatie van nieuwe medische toepasbare technologieën in het laboratorium; het op punt stellen van nieuwe medisch toepasbare methoden; het op punt stellen van nieuwe apparatuur voor medische toepassingen; het evalueren van nieuwe (demo-) apparatuur.
4
Taakgebied 3: Rapporteren
>
subgebied 1: Het verzamelen van gegevens: -
het opslaan van observaties tijdens de analyses en testen; het opslaan van resultaten tijdens de analyses en testen; het opslaan van relevante informatie tijdens de analyses en testen; het noteren van de gegevens volgens een geijkte vorm;
34
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
-
>
subgebied 2: Het verwerken van de resultaten -
>
Het mondeling en schriftelijk presenteren en toelichten van de resultaten.
Taakgebied 4: Het uitbreiden van individuele kennis en kunde -
het lezen van anderstalige literatuur en onderzoeksrapporten (voornamelijk Engelstalige literatuur); het opzoeken van relevante informatie; het zich verdiepen in literatuur, seminaries,... rond de onderzoeksopdracht; actieve bijscholing.
4
Taakgebied 5: Samenwerken
>
subgebied 1: het samenwerken met mensen uit het bedrijf -
-
1.2.3
het opslaan van de gegevens in de computer; het kritisch interpreteren van de resultaten.
subgebied 3: Het voorstellen van de rapporten -
4
het weergeven van het proefopzet.
het samenwerken binnen een onderzoeksteam (met wetenschappers en andere laboranten: het samenwerken met assistenten, het samenwerken met collega’s laboranten, het samenwerken met technici, het bijdragen tot de teamgeest, het samenwerken rond het uitvoeren van technische taken, het samenwerken rond een project, het samenwerken met de bedrijfsleiding / laboratoriumverantwoordelijken; het samenwerken met de administratie.
Onderzoek in de farmaceutische sector -
farmaceutisch onderzoek (f), onderzoek binnen de farmaceutische industrie (fi).
4
Taakgebied 1: Het uitvoeren van analyses
-
Het uitvoeren van de wettelijk voorgeschreven analyse: methoden van grondstoffen voor geneeskundig gebruik, met inbegrip van de hulpstoffen, zowel voor wat identificatie als zuiverheidsonderzoek en gehalte betreft. De technologen moeten voldoen aan de strenge eisen van nauwkeurigheid bij de uitvoering;
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
-
De onderzoeksmethoden van de afleveringsvormen uitvoeren volgens de wettelijke eisen: m
-
m
-
m m/f/d/p/mi
-
m
-
m
-
m
-
m
-
m m/f
-
m m/d/p/m/mi m/f/fi -
-
35
f f
-
fi/m fi fi/m fi/m fi/m
-
Het analyseren van (biologische) stalen via DNA-sequentiebepaling; het analyseren van (biologische) stalen via DNA-restrictie-analyse; het uitvoeren van de polymerase kettingreactie (PCR); het uitvoeren van kwalitatieve en kwantitatieve analyses om chemische en fysische eigenschappen te bepalen van proefondervindelijke materialen en materialen in ontwikkeling; het analyseren van (biologische) stalen via hybridisatie, al dan niet na PCR; het analyseren van (biologische) stalen via aminozuurbepaling; analyse van erfelijk materiaal (genomische monsters) door middel van Southern Blot hybridisatie, kolonie of plaque hybridisatie, in situ hybridisatie, RFLP- analyse en PCR gebaseerde technieken; analyse van eiwit (recombinante expressieproducten) door middel van SDS-PAGE, IEF, 2D gel-electroforese, immuno-electroforese en Western Blots; Het zuiveren van een eiwit uit een complex mengsel via de beschikbare eiwitzuiveringstechnieken (ionenuitwisseling, affiniteitschromatografie, gelpermeatie); analyse van RNA op basis van Northern Blot; enzymgemerkte ligandbindingsbepalingen, onder andere ELISA; eiwitbepaling; bio-assay; het gebruik van technieken zoals TLC, autoradiografie, Giessreactie, spectrometrie en densitometrie; ontleden van geneesmiddelen volgens de farmacopee; het analyseren van grondstoffen, tussenproducten en eindproducten volgens de farmacopee; in-vitro mutagenese; uitvoeren van screeningen; nucleïnezuur sequentiebepaling (fluorescent); cloning; zuiveren van subcellulaire fracties (technieken: homogeniseren, ultrasone, centrifugeren, eiwitgehalte bepalen).
Volgende analysetechnieken moeten uitgevoerd worden volgens de eisen van de farmacopee: absorptiespectrofotometrie in het zichtbare, U.V. en Infrarood gebied, chromatografie: DLC,GC,HPLC, exclusiechromatografie, microscopie, wetenschappelijke fotografie, atoomabsorptie,
36
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
4
vlamfotometrie, fluorimetrie, densitometrie, potentiometrie, amperometrische titraties, viscosimetrie, polarimetrie, breukvastheid-dissolutie, elektroforese, autoradiografie.
Taakgebied 2: Het uitvoeren van experimenten f/m
-
f/m f/m f
-
f/fi
-
f
-
f f f
-
het tot expressie brengen van recombinante genen in procaryotische (E-coli) en eucaryotische systemen (gist, zoogdiercellen, insectencellen en plantaardige cellen); oligonucleotidesynthese; virusisolaties; het opzetten en uitvoeren van laboratoriumproeven bij het ontwikkelen van nieuwe producten ten behoeve van de farmaceutische industrie; het uitvoeren van vergelijkende studies van verschillende isovormen van enzymen; het ontwikkelen van nieuwe farmacologische actieve producten en het achterhalen van hun werkingsmechanisme; contractiliteitsmetingen op geïsoleerde spierpreparaten; synthese van geneesmiddelen; het uitvoeren en aflezen van cutane en intradermotests onder verantwoordelijkheid van een arts.
4
Taakgebied 3: Het werken met preparaten
>
subgebied 1: Het aanmaken van preparaten f
-
het klaarmaken van farmaceutische bereidingen; algemeen: f het mixen van grondstoffen voor de aanmaak van farmaceutische producten; f het vullen van flessen met voorgeschreven tabletten en capsules; f het correct verpakken, etiketteren en bewaren volgens de strikte wettelijke eisen; f het besteden van grote aandacht aan de strenge eisen bij het aanmaken van preparaten op het vlak van steriliteit, pyrogeenvrij, isotonie en isohydrie door gebruik te maken van adequate technieken. bereiding van parenteralia: functieproeven:
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
-
-
>
f f d
-
m
-
f f
-
37
het bereiden en afleveren van producten voor functieproeven, met inbegrip van radio-actieve farmaca, onder verantwoordelijkheid van een ziekenhuisapotheker; het voorbereiden en toedienen van producten voor functieproeven onder de verantwoordelijkheid van een arts; het maken van intraveneuze bereidingen; het uitvoeren van steriele technieken onder leiding; het kweken van dierlijke cellijnen (celcultuur, orgaancultuur, weefselcultuur); met in-vitro propageren van planten (celcultuur, weefselcultuur, orgaancultuur); het ontwikkelen van probes en primers; het voorbereiden van monsters.
subgebied 2: Het verzamelen van specimen m/p/d/f p/d/mi/f p/d/mi/f
-
p/d/mi/f
-
het selecteren van een specimen; het verzamelen van componenten van specimen; het aanleggen van een verzameling van te bewaren specimen of microscopische slides met de bedoeling de species te identificeren en de ontwikkelingen en afwijkingen te bestuderen; het bewaren van een specimen.
4
Taakgebied 4: het bedienen van apparatuur
>
subgebied 1: het bedienen van apparatuur met betrekking tot het uitvoeren van analyses p/d/m/mi
-
het bedienen van laboratoriumapparatuur, zoals bijvoorbeeld: klassieke lichtmicroscopen, electronenmicroscopen (*), radiologische apparatuur, fotografische apparatuur, chromatografische apparatuur, fluorescentie- en invertmicroscoop, centrifuges, fotometer, electroforesemateriaal, pipetten, autoclaaf, laminaire flow, flow-bench, microscoop, fototoestel, hybridisatie-ovens, automatische sequentiebepalingstoestellen,
38
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
>
PCR-toestel, ELISA-reader, flowcytometer, fermentor, balans, tensiemeetapparatuur, in-vitro kweekapparatuur, computer, recorder, computersoftware.
subgebied 2: het bedienen van apparatuur met betrekking tot het uitvoeren van experimenten (afhankelijk van het onderzoeksproject)
>
subgebied 3: het bedienen van apparatuur met betrekking tot het aanmaken van preparaten (afhankelijk van het onderzoeksproject)
4
Taakgebied 5: Beheren
>
subgebied 1: Farmaca-economische aspecten
-
Beheer met betrekking tot de aanvoer van de farmaca: f het bestellen van het materiaal, f het verdelen van de medicijnen, f het stockeren van leveringen, f instaan voor de exacte stockering volgens de eisen van de wetgeving (giftkast, etikettering, temperatuur), f het tellen van de voorraad, f het maken van kostprijsberekeningen.
-
Beheer met betrekking tot de uitvoer van de farmaca: instaan voor de aflevering van geneesmiddelen, rekening houdend met de strenge wettelijke eisen (onder toezicht van een apotheker), het uitvoeren van kostprijsberekeningen.
>
subgebied 2: Beheer met betrekking tot de werkorganisatie mi/p/d fi/f/m/mi/p/d fi/f/mi/m/p/d -
>
hulp in de organisatie van het labo; het opstellen van een efficiënte werkplanning; EHBO-verantwoordelijke.
subgebied 3: Beheer met betrekking tot het onderhoud van het materiaal f/p/m/mi/d
-
het schoonmaken van de uitrusting en het steriliseren van glaswerk overeenkomstig de voorschriften.
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
4
Taakgebied 6: Kwaliteitszorg
-
kwaliteitszorg met betrekking tot methoden en technieken: (kwaliteitsbepalingen uitvoeren onder meer volgens de wettelijk voorgeschreven analysemethoden)
39
implementatie van nieuwe technologieën in het laboratorium; het ontwikkelen en op punt stellen van nieuwe methoden; het op punt stellen van nieuwe screeningsmethoden; het ontwikkelen en op punt stellen van nieuwe technieken; het optimaliseren van diagnostische systemen; het geven van advies met betrekking tot doelstelling, opzet en uitvoering van onderzoeken; het opvolgen van het onderzoeksproces.
-
het uitvoeren van tests: het valideren van controletesten; het ontwikkelen van diagnostische testkits; het opzetten van controle-assays in functie van een experimenteel vaccin of geneesmiddel; het uitvoeren van testen die verlopen volgens een vast uitgeschreven protocol; het bijsturen, optimaliseren van nieuwe testen; haemagglutinatietesten; vaccins testen.
-
kwaliteitszorg met betrekking tot de gebruikte apparatuur: het op punt stellen van nieuwe apparatuur.
-
kwaliteitszorg met betrekking tot het onderzoeksmateriaal.
4
Taakgebied 7: Rapporteren
>
subgebied 1: Het verzamelen van gegevens -
>
subgebied 2: Het verwerken van de resultaten -
>
het opslaan van observaties tijdens de analyses en testen; het opslaan van resultaten tijdens de analyses en testen; het opslaan van relevante informatie tijdens de analyses en testen; het noteren van de gegevens volgens een geijkte vorm; het weergeven van het proefopzet.
het opslaan van de gegevens in de computer; het kritisch interpreteren van de resultaten.
subgebied 3: Het voorstellen van de rapporten -
het mondeling en schriftelijk presenteren en toelichten van de resultaten.
40
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
4
Taakgebied 8: Het samenwerken
>
subgebied 1: het samenwerken met mensen eigen aan het bedrijf
-
-
het samenwerken binnen een onderzoeksteam (met wetenschappers en andere laboranten): het samenwerken met assistenten, het samenwerken met collega’s laboranten, het samenwerken met technici, het bijdragen tot de teamgeest, het samenwerken rond het uitvoeren van technische taken, het samenwerken rond een project. het samenwerken met de bedrijfsleiding; het samenwerken met de administratie; het samenwerken met studenten.
>
subgebied 2: het samenwerken met mensen vreemd aan het bedrijf
-
het samenwerken met onderzoekslaboratoria; het samenwerken met biotechnologische bedrijven; het samenwerken met farmaceutische bedrijven; het samenwerken met toeleveringsbedrijven; het samenwerken met afnemers.
4
Taakgebied 9: Het geven van vorming
-
het instrueren en inwerken van nieuwe medewerkers; de werking uitleggen van nieuwe apparatuur of methoden; het begeleiden van stagiairs (universiteit en HOBU) in hun stageopdrachten; het begeleiden van buitenlandse onderzoekers.
4
Taakgebied 10: Het uitbreiden van individuele kennis en kunde
-
het lezen van anderstalige literatuur en onderzoeksrapporten (voornamelijk Engelstalige literatuur); het opzoeken van relevante informatie; het zich verdiepen in literatuur rond de onderzoeksopdracht; documenteren van experimenten; het opvolgen van nieuwe producten en toestellen; het leren gebruik maken van nieuwe toestellen.
-
1.2.4
Kwaliteitscontrole binnen de farmaceutische nijverheid 4
Taakgebied 1: Het uitvoeren van onderzoek
>
subgebied 1: Het uitvoeren van analyses
-
het uitvoeren van analyses volgens de voorschriften van de farmacopee;
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
-
41
-
volgende analysetechnieken moeten uitgevoerd worden volgens de eisen van de farmacopee: absorptiespectrofotometrie in het zichtbare, U.V. en Infrarood gebied, chromatografie: DLC, GC, HPLC, exclusiechromatografie, microscopie, wetenschappelijke fotografie, atoomabsorptie, vlamfotometrie, fluorimetrie, densitometrie, potentiometrie, amperometrische titraties, viscosimetrie, polarimetrie, breukvastheid-dissolutie. scheikundige analyses van grondstoffen, halffabrikaten en afgewerkte producten; het analyseren van proceswater.
>
subgebied 2: Het uitvoeren van experimenten
-
Het uittesten van nieuwe geneesmiddelen.
>
subgebied 3: Het aanmaken van preparaten
-
staalname van de grondstoffen.
4
Taakgebied 2: Het bedienen van de apparatuur
-
het werken met de computer: Instaan voor de pc-software, Werken met pc en besturingssysteem, het werken met analytische precisie-apparatuur: HPLC, IR-spectrofotometer, UV-meter, atomaire absorptie, titrator, gaschromatografen.
-
-
4
Taakgebied 3: Beheren
>
subgebied 1: Beheer van het materiaal
-
regelmatige reiniging en onderhoud van de toestellen.
>
subgebied 2: Beheer van de werkorganisatie
-
coördineren van de labo-planning;
42
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
-
instaan voor de taakverdeling binnen het labo.
4
Taakgebied 4: Administratieve taken
-
administratie van de batch-documentatie; opmaken van analysecertificatie; administratie en secretariaatswerk; typen en bijhouden van productiespecificaties en instructiebladen.
4
Taakgebied 5: Kwaliteitszorg
-
het uitvoeren van testen: validatie, het op punt stellen van nieuwe analysemethoden, het uitvoeren van stabiliteitsproeven.
4
Taakgebied 6: Het samenwerken
>
subgebied 1: het samenwerken met mensen eigen aan het bedrijf
-
-
het samenwerken binnen een onderzoeksteam: het samenwerken met collega’s, het bijdragen tot de teamgeest, het samenwerken rond het uitvoeren van technische taken, het samenwerken rond een project. het samenwerken met de bedrijfsleiding; het samenwerken met de labo-supervisor; het samenwerken met de administratie.
>
subgebied 2: het samenwerken met mensen vreemd aan het bedrijf
-
-
het samenwerken met andere bedrijven: het samenwerken met binnenlandse bedrijven, het samenwerken met buitenlandse bedrijven. het samenwerken met leveranciers en vertegenwoordigers; het samenwerken met klanten.
4
Taakgebied 7: Het ontwikkelen van individuele kennis en kunde
-
cursussen volgen in verband met besturingssystemen; bijhouden en opvolgen van vakliteratuur; instaan voor de documentatie met betrekking tot het onderzoek; opslaan van documentatie in files.
4
Taakgebied 8: Rapporteren
>
subgebied 1: Het verzamelen van gegevens
-
het opslaan van observaties tijdens de analyses en testen;
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
1.2.5
-
het opslaan van resultaten tijdens de analyses en testen; het opslaan van relevante informatie tijdens de analyses en testen; het noteren van de gegevens volgens een geijkte vorm; het weergeven van het proefopzet.
>
subgebied 2: Het verwerken van de resultaten
-
het opslaan van de gegevens in de computer; het verwerken van resultaten door middel van computertoepassingen; het kritisch interpreteren van de resultaten.
>
subgebied 3: Het voorstellen van de rapporten
-
Het mondeling en schriftelijk presenteren en toelichten van de resultaten.
Bediende in een apotheek 4
Taakgebied 1: Beheren
-
instaan voor de aanvoer van de medicatie: f het bestellen van het materiaal, f het stockeren van leveringen, f het tellen van de voorraad, f het maken van kostprijsberekeningen. instaan voor de uitvoer van de medicatie: f het verdelen van de medicijnen, f het afleveren van bestellingen bij zieken.
-
4
Taakgebied 2: Administratie
-
Het intikken van bestellingen op computer.
4
Taakgebied 3: het aanmaken van preparaten
-
het ontcijferen van voorschriften; het formuleren van de galenische vorm; het uitvoeren van de bereiding van de galenische vorm; galenische verwerking van actieve stoffen.
4
Taakgebied 4: Kwaliteitszorg
-
het controleren van producten voor magistrale bereidingen; het controleren van bestellingen; het controleren van doseringen op doktersvoorschriften.
4
Taakgebied 5: Het ontwikkelen van individuele kennis en kunde
-
het kennen van farmaceutische specialiteiten en de werking ervan; het kennen van de werking van actieve stoffen.
43
44
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
4
Taakgebied 6: Samenwerken
>
subgebied 1: het samenwerken met mensen eigen aan het bedrijf
-
Samenwerken met de apotheker.
>
subgebied 2: het samenwerken met mensen vreemd aan het bedrijf
-
-
Samenwerken met klanten: het bedienen van klanten, Het verstrekken van informatie aan klanten, Het analyseren van de noden van klanten. Samenwerken met leveranciers; Samenwerken met dokters.
4
Taakgebied 7: Het werken met apparatuur
-
computer, balans, mortieren, zalfplank.
1.3
Taakgebieden in de doorstroomfuncties
1.3.1
Biologisch onderzoek De taakgebieden in de doorstroomfuncties zijn een uitbreiding van de taken van de startfuncties. Ze gaan enerzijds uit van dezelfde 9 basisgebieden (cfr. supra) waarbij de taken binnen twee gebieden uitgebreid worden. Anderzijds wordt een nieuw taakgebied toegevoegd, eigen aan de doorstroomfunctie. 4
Taakgebied 5 bis: Beheren van de werkorganisatie m/mi/p/f/d fi/m/mi/p/d/f fi/f/p/m/mi/d -
hulp in de organisatie van het labo, het opstellen van een efficiënte werkplanning, EHBO-verantwoordelijke.
4
Taakgebied 10: Het geven van vorming
-
het instrueren en inwerken van nieuwe medewerkers; de werking uitleggen van nieuwe apparatuur of methoden aan medewerkers; het begeleiden van studenten in opleiding in hun stageopdrachten; het begeleiden van buitenlandse onderzoekers.
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
1.3.2
45
Verkoop van farmaceutische producten 4
Taakgebied 1: Het verstrekken van informatie en voorlichting
-
het verstrekken van wetenschappelijke informatie over diagnostica in biomedische en biotechnologische sector; het verstrekken van wetenschappelijke informatie over hoogtechnologische laboratoriumapparatuur; het verstrekken van wetenschappelijke informatie over medische materialen; het organiseren van demonstraties en symposia; het verstrekken van wetenschappelijke informatie over de farmacokinetiek en de farmacodynamie van een geneesmiddel.
-
4
Taakgebied 2: Het verrichten van marketingonderzoek
-
marktonderzoek voor bestaande en nieuwe producten; het bepalen van marketingstrategieën.
4
Taakgebied 3: Het leggen van commerciële contacten
-
het leggen van contacten met klanten (prospectie), ook in andere talen (Engels, Duits en Frans); het realiseren van commerciële objectieven; het bedienen van klanten; het verkopen naar klanten toe; het opstellen van prijsofferten.
4
Taakgebied 4: Samenwerken
>
Subgebied 1: Samenwerken met mensen eigen aan het bedrijf
-
-
werken in teamverband: samenwerken met een marketingteam, samenwerken met een public-relationsteam. samenwerken met de administratie (secretariaat, telefonist(e)); samenwerken met de area-, de product- en de sales manager.
>
Subgebied 2: Samenwerken met mensen vreemd aan het bedrijf
-
samenwerken met de medische sector: het uitbouwen en het onderhouden van contacten met geneesheren, dierenartsen, het uitbouwen en het onderhouden van contacten met apothekers, het uitbouwen en het onderhouden van contacten met onderzoekers, het uitbouwen en het onderhouden van contacten met verpleegkundigen, het uitbouwen en het leggen van contacten met aankoopdiensten.
-
samenwerken met klanten: het analyseren van de noden van de klanten,
46
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
1.4
het zoeken naar adequate oplossingen voor de klanten.
4
Taakgebied 5: rapporteren
-
Het maken van bezoekverslagen; Het opstellen van een computersysteem om bezoekverslagen op een gestandaardiseerde manier in te brengen.
4
Taakgebied 6: Het autonoom kunnen werken
Taakgebieden in de finaliteitsfuncties Coördinatiefuncties binnen de farmaceutische productie Het betreft een uitbreiding van de taken binnen de kwaliteitscontrole zoals die binnen de startfuncties geconcipieerd zijn (cfr. supra). De uitbreiding ligt voornamelijk binnen de taakgebieden: 1 beheren 2 kwaliteitszorg Het taakgebied administratie is niet relevant voor de finaliteitsfuncties. 4
Taakgebied 3 bis: Beheren
>
subgebied 1: Beheer van het materiaal
-
regelmatige reiniging en onderhoud van de toestellen.
>
subgebied 2: Beheer van de werkorganisatie
-
coördineren van de labo-planning; instaan voor de taakverdeling binnen het labo.
4 -
Taakgebied 5 bis: Kwaliteitszorg het uitvoeren van controletaken: uitvoeren van interne kwaliteitsaudits, assisteren van interne kwaliteitsaudits, controle retourgoederen, opvolgen van callibratieprogramma’s, opstellen van callibratieprocedures, verdeling en opvolging van standaardprocedures, het controleren van verpakkingen, het controleren van tabletten en gelulen (farmacotechnische parameter).
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
2
47
KWALIFICATIES IN DE STARTFUNCTIES
2.1
Operationalisering
2.1.1
Inleiding Het is de bedoeling om een opsomming en omschrijving te geven van vereiste kwalificaties voor de uitvoering van de te verrichten taken die kunnen onderscheiden worden binnen de bestudeerde startfunctie. Er bestaan drie vormen van kwalificaties: 1 vereiste kwalificaties 2 socio-normatieve kwalificaties 3 technologische kwalificaties Vereiste kwalificaties zijn ruimer dan louter de technisch-instrumentele kwalificaties: kennis, vaardigheden, waarden (persoonlijkheidskenmerken). Verder zijn ook socio-normatieve kwalificaties inherent aan een beroepsprofiel. Tenslotte dient men rekening te houden met een aantal technologische kwalificaties. Het probleem hierbij is dat deze laatste haast niet in te schatten zijn ten gevolge van de snelle veranderingen op technologisch vlak enerzijds en van de variabiliteit van de technologische uitrusting binnen verschillende bedrijven anderzijds. In het beroepsprofiel beperken we ons tot een opsomming van vereiste kwalificaties. Hieronder volgt een overzicht van de vereiste kwalificaties per startfunctie en per taakgebied.
2.2
Overzicht van de kwalificaties in de startfuncties
2.2.1
Begripsafbakening Voor een beter begrip van de gebruikte terminologie in de classificatie van de kwalificaties per startfunctie, worden op voorhand een aantal begrippen gedefinieerd. Hierbij baseren we ons op de leidraad van de Dienst voor Onderwijsontwikkeling, aangevuld met een aantal begripsdefinities (bron: DE BLOCK A. en HEENE J., Inleiding tot de algemene didactiek, Standaard Educatieve Uitgeverij, Antwerpen, 1992).
48
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
2.2.1.1
Kennis
Abstracte leerinhouden die los staan van andere inhouden en uit de leersituatie kunnen overgenomen worden. Kennis duidt op het kennen, weten.
4
Cognitieve kennis: kennis van abstracte leerinhouden Definitie: elementen waarbij abstracte leerinhouden gereproduceerd, verstaan, begrepen moeten worden. Het betreft hier informatie die ongewijzigd uit leersituaties overgenomen wordt (feiten, begrippen, relaties, structuren, methoden, attitudes).
4
Affectieve kennis: kennis van affecten Definitie: elementen waarbij bepaalde gedragingen gepaard gaan met een gevoel. Het zich openstellen voor de andere, op het andere. Het betreft hier een aanvoelen van de ander, het andere.
2.2.1.2
Vaardigheden
Gebruik maken van (toepassen van) de opgenomen en ingeziene leerinhouden in functie van de concrete situatie of taak. Vaardigheid duidt op het kunnen, toepassen. Bij vaardigheden is er een zekere graad van kunnen, beheersen vereist met betrekking tot een concrete situatie of taak. Dit moet onderscheiden worden van het niveau van het kennen (cfr.supra) waarbij het louter om het kennen van abstracte leerinhouden gaat. 4
Cognitieve vaardigheden: denkoperaties, het toepassen van abstracte leerinhouden in functie van de taak of de situatie. Definitie: dit is het gedragsniveau waarbij de persoon bij een vraag of opdracht gebruik maakt van opgenomen en ingeziene leerinhouden in functie van de taak. Het betreft een cognitieve daad (nadenken over, het uitvoeren van denkoperaties, bewerkingen).
4
Senso-motorische vaardigheden: het beheersen van handelingen, zintuiglijke waarnemingen met betrekking tot de taak of situatie. Definitie: op dit gedragsniveau moet men over een zekere vaardigheid in bewegings- en/of waarnemingspatronen beschikken. Men bereikt een zekere coördinatie, een zekere graad van beheersing - via automatisering tot vaardigheid, van de bewegingen, van de waarneming.
4
Affectieve vaardigheden
het beheersen van het affectieve met betrekking tot de situatie of taak.
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
Definitie:
2.2.1.3
49
dit is het gedragsniveau waarbij men over een zekere graad van beheersing met betrekking tot het affectieve (aanvoelen van) beschikt. Op dit niveau gaat het over een zekere graad van kunnen met betrekking tot het aanvoelen van bepaalde situaties.
Waarden
Waarden houden verband met het persoonlijkheidsaspect en kunnen omschreven worden als datgene (behoeften, motieven, doelstellingen) wat de mens beweegt, dingen die zin hebben, die de moeite waard zijn, kortom hetgeen waarop de mens gericht is in zijn bezig-zijn. Een waarde duidt op het “zijn”. Waarden vormen de grondslag voor het cognitieve, het senso-motorische, het affectieve. Een waarde moet - om werkbaar te zijn- getransformeerd worden in een attitude: een attitude is karakteristiek voor het geheel van een bepaald domein en slaat op een leerinhoud in de zin van "gericht zijn op".
2.2.2
Kwalificaties in de startfunctie De gegevens die hieronder beschreven en geïnterpreteerd worden, zijn rechtstreeks afgeleid uit de kwantitatieve gegevens van de enquête. Deze worden cijfermatig voorgesteld in bijlage. 2.2.2.1
Laboratoriumtechnoloog in een moleculair-biologische onderzoekscentrum
Binnen het moleculair-biologisch onderzoek ligt de prioriteit op het uitvoeren van analyses en het uitvoeren van experimenten. Hierbij ligt de klemtoon veeleer op het cognitieve vlak (kennis en vaardigheden) en niet zozeer op het dynamisch-affectief en het sensomotorisch vlak. 4
Taakgebied 1: Het uitvoeren van analyses
→
Kennis en vaardigheden:
-
cognitieve kennis: kennis van de principes, werkwijzen en toepassingen van analysemethoden, wetenschappelijke kennis van de basisvakken: chemie, fysica, biologie, biochemie, anatomie, fysio(patho)logie, statistiek en informatica, theoretische kennis en laboratoriumvaardigheid, georiënteerd naar de moleculair-biologische toepassing, met betrekking tot chemie, cyto-histologie, microbiologie, hematologie, immunologie en genetica, vertrouwd zijn met de onderzoeksmaterialen, werkmiddelen, werkwijzen, kwaliteitseisen en de risico’s eigen aan het moleculair-biologisch onderzoek, weet hebben van belangrijke aspecten met betrekking tot de levende materie (weefsels, cellen, micro-organismen).
50
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
-
cognitieve vaardigheden: concretiseren van de waarde van de gegevens, afwegen van de waarde van de gegevens, doelgericht werken.
-
senso-motorische vaardigheden: snelheid, handelingsprecisie, visus dichtbij.
→
Waarden
-
exactheid, nauwkeurigheid, ordelijkheid, geduld, observatiegerichtheid, concentratie, planning.
4
Taakgebied 2: Het uitvoeren van experimenten
→ Kennis en vaardigheden: -
cognitieve kennis en vaardigheden methoden voor het opzetten van onderzoek, het interpreteren van gegevens, het plaatsen van de bekomen gegevens in een project, groep of bedrijf, het uitvoeren van technieken, informatica en statistiek voor het verzamelen en verwerken van data, evaluatie van de onderzoeksresultaten, rekening houdend met de kennis, ontwikkeling binnen de industrie, gezondheidszorg en het eigen beroep, vreemde talen, kennis van de werkorganisatie met betrekking tot het uitvoeren van bewerkingen en taken.
-
sensomotorische vaardigheden: snelheid, handelingsprecisie, visus dichtbij.
→
Waarden
-
exactheid, nauwkeurigheid, ordelijkheid, kritische zin, concentratie, beslissingsvermogen,
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
51
-
inzicht, planning.
4
Taakgebied 3: Het werken met preparaten
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis: kennis met betrekking tot veiligheid, kennis met betrekking tot de stoffen, gebruikt bij het aanmaken van preparaten, kennis met betrekking tot onverenigbaarheden.
-
cognitieve vaardigheden: het uitvoeren van technieken.
-
sensomotorische vaardigheden: handelingsprecisie, visus dichtbij.
→
Waarden
-
exactheid, nauwkeurigheid, ordelijkheid.
4
Taakgebied 4: het bedienen van apparatuur
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis: algemeen inzicht in de werking van apparatuur, kennis met betrekking tot veiligheid.
-
cognitieve vaardigheden: het deskundig manipuleren van de verschillende toestellen, bedienen van de apparatuur.
-
senso-motorische vaardigheden: motorische vaardigheid, goed visueel waarnemingsvermogen.
→
Waarden
-
exactheid, nauwkeurigheid, concentratie.
52
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
4
Taakgebied 5: Beheren van het materiaal en de apparatuur
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis: kennis met betrekking tot veiligheid, kennis met betrekking tot het materiaal.
-
cognitieve vaardigheden: controleren, computervaardigheden.
-
dynamisch-affectieve vaardigheden: respect voor afspraken en regels.
→
Waarden
-
ordelijkheid, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid, netheid.
4
Taakgebied 6: Kwaliteitszorg
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve vaardigheden: testen, controleren, uitgevoerde onderzoeken toetsen en consequenties trekken inzake kwaliteit en oriëntering van het uitgevoerde werk (relevantie van de resultaten, evaluatie, herhalingen en controles).
-
dynamisch-affectieve vaardigheden: kunnen meewerken aan innovaties.
→ -
Waarden: nauwkeurigheid, exactheid.
4
Taakgebied 7: Rapporteren
→
Kennis en vaardigheden
-
Cognitieve kennis en vaardigheden: beknopt en duidelijk rapporteren zowel mondeling als schriftelijk, vaktaal begrijpen, spreken en schrijven, kennis van vreemde talen, kennis van informatica en statistiek voor het verzamelen en verwerken van meetresultaten, kennis van technieken voor het verzamelen en het verwerken van data,
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
→
53
methoden van presenteren van onderzoeksresultaten, kennis van tekstverwerking, spreadsheet, enz.
Waarden
ordelijkheid, positief kritische ingesteldheid, concentratie, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid, praktische creativiteit.
4
Taakgebied 8: Het samenwerken
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve vaardigheden: taalvaardigheden.
-
senso-motorische vaardigheden: spraakvermogen, auditief vermogen.
-
dynamisch-affectieve vaardigheden: communicatieve vaardigheden, contactvaardigheden, respecteren van afspraken en regels, informatie ongekleurd kunnen doorgeven, flexibel zijn, optreden als teamlid, aanwezigheid van teamgeest.
→
Waarden
-
zelfstandigheid, verantwoordelijkheid, accuraatheid.
4
Taakgebied 9: Het uitbreiden van individuele kennis en kunde
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis: kennis van wetenschappelijke lectuur, vakliteratuur, vaktaal begrijpen, spreken en schrijven.
-
cognitieve vaardigheden: informatie verwerven, verwerken, informatie overbrengen, taalvaardigheden: Engels: begrijpend lezen, mondelinge en schriftelijke kennis Frans: begrijpend lezen.
54
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
→
Waarden
-
zelfstandigheid, kritische zin, inspanning voor continue bijscholing.
2.2.2.2
Laboratoriumtechnoloog in een biomedisch laboratorium
Binnen deze functie komt voornamelijk het belang van de senso-motorische vaardigheden naar voor: handelingsprecisie en snelheid zijn twee belangrijke facetten bij het uitvoeren van routine-en controle-analyses (één van de hoofdtaken binnen de functie). Cognitieve kennis en vaardigheden zijn hier eerder van ondergeschikt belang. Dynamisch-affectieve vaardigheden zijn in deze functie praktisch verwaarloosbaar gezien de taken meestal alleen uitgevoerd worden en er weinig externe contacten zijn. De enige contacten zijn deze binnen het bedrijf met collega’s en opdrachtgevers. 4
Taakgebied 1: Het uitvoeren van routine- en controle-analyses
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis en vaardigheden: wetenschappelijke kennis van de basisvakken: chemie, fysica, biologie, biochemie, anatomie, fysio(patho)logie, statistiek en informatica, theoretische kennis en laboratoriumvaardigheid, georiënteerd naar de medische toepassing, met betrekking tot medische chemie, cytohistologie, medische microbiologie, hemato(patho)logie, immunologie en medische genetica, vertrouwd zijn met de onderzoeksmaterialen, werkmiddelen, werkwijzen, kwaliteitseisen en de risico’s eigen aan de diverse medische disciplines, weet hebben van de volgorde van de bewerkingen en taken, doelgericht werken.
-
senso-motorische vaardigheden: handelingsprecisie, snelheid.
→
Waarden
-
ordelijkheid, exactheid, nauwkeurigheid.
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
55
4
Taakgebied 2: Kwaliteitszorg
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve vaardigheden: uitgevoerde onderzoeken toetsen en consequenties trekken inzake kwaliteit en oriëntering van het uitgevoerde werk (relevantie van de resultaten, evaluatie, herhalingen en controles), testen, controleren.
-
dynamisch-affectieve vaardigheden: kunnen meewerken aan innovaties.
→
Waarden
-
nauwkeurigheid, exactheid.
4
Taakgebied 3: Rapporteren
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis en vaardigheden: beknopt en duidelijk rapporteren zowel mondeling als schriftelijk, vaktaal begrijpen, spreken en schrijven, kennis van vreemde talen, informatica en statistiek voor het verzamelen en verwerken van meetresultaten, kennis van tekstverwerking.
4
Taakgebied 4: Het uitbreiden van individuele kennis en kunde
→
Cognitieve kennis en vaardigheden: vaktaal begrijpen, spreken en schrijven, vreemde talen, vakliteratuur, actieve bijscholing.
4
Taakgebied 5: Samenwerken
→
Dynamisch-affectieve vaardigheden: communicatievaardigheden ten overstaan van collega’s en opdrachtgevers, optreden als teamlid.
→
Waarden
-
zelfdiscipline, zelfstandigheid,
56
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
-
organisatorisch inzicht, nauwkeurigheid, stiptheid, kritische ingesteldheid, beroepsethiek (eerlijkheid, respect voor privacy), hygiënebewust kunnen werken, sociale vaardigheden (collega’s).
2.2.2.3
Laboratoriumtechnoloog werkzaam in het farmaceutisch onderzoek
Hierbij is zowel kennis en vaardigheden op het cognitieve vlak als sensomotorische vaardigheid op het vlak van handelingsprecisie van belang. Naar analogie met de functie van laboratoriumtechnoloog in de moleculair-biologische sector ligt de klemtoon binnen de hieronder beschreven functie op de taakgebieden “uitvoeren van analyses” en “uitvoeren van experimenten”. Dynamisch-affectieve vaardigheden zijn hier van ondergeschikt belang. Commerciële vaardigheden worden systematisch als niet-relevant voor de functie aangeduid. 4
Taakgebied 1: Het uitvoeren van analyses
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis: kennis van de principes, werkwijzen en toepassingen van analysemethoden, waaronder de wettelijk voorgeschreven, wetenschappelijke kennis van de basisvakken: chemie, fysica, biologie, biochemie, anatomie, fysio(patho)logie, wiskunde, statistiek en informatica, theoretische kennis en laboratoriumvaardigheid, georiënteerd naar de farmaceutische toepassing, met betrekking tot chemie, cyto-histologie, microbiologie, hematologie, immunologie en genetica, vertrouwd zijn met de onderzoeksmaterialen, werkmiddelen, werkwijzen, kwaliteitseisen en de risico’s eigen aan het moleculair-biologisch en farmaceutisch onderzoek, wegwijs in de Belgische en Europese farmacopeeën, werken volgens de GLP-regels, weet hebben van de volgorde van bewerkingen.
-
cognitieve vaardigheden: concretiseren van de waarde van de gegevens, afwegen van de waarde van de gegevens, algoritmen, probleemgevoelig zijn, afwegen van de waarde van de resultaten, het kunnen werken met de computer.
-
senso-motorische vaardigheden: handelingsprecisie.
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
57
→ -
Waarden verantwoordelijkheidszin, nauwkeurigheid, objectiviteitsgerichtheid.
4
Taakgebied 2: Het uitvoeren van experimenten
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis en vaardigheden: methoden voor het opzetten van onderzoek, het interpreteren van gegevens, het uitvoeren van technieken, informatica en statistiek voor het verzamelen en verwerken van data, evaluatie van de onderzoeksresultaten, rekening houdend met de kennisontwikkeling binnen de farmaceutische industrie, gezondheidszorg en het eigen beroep, vreemde talen. senso-motorische vaardigheden: handelingsprecisie.
-
→
Waarden
-
exactheid, nauwkeurigheid, kritische zin.
4
Taakgebied 3: Het werken met preparaten
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis: kennis van de farmacologie van de geneesmiddelen, kennis van de hulpstoffen gebruikt bij de formulatie van de geneesmiddelen, kennis met betrekking tot onverenigbaarheden: tussen verschillende geneesmiddelen, tussen de geneesmiddelen en de gebruikte hulpstoffen, kennis van de wetgeving in verband met geneesmiddelen.
-
cognitieve vaardigheden: werken volgens de G.M.P-regels, het uitvoeren van technieken.
-
senso-motorische vaardigheden: handelingsprecisie.
58
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
→
Waarden
-
exactheid, nauwkeurigheid.
4
Taakgebied 4: het bedienen van apparatuur
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis: algemeen inzicht in de werking van apparatuur, kennis met betrekking tot veiligheid.
-
cognitieve vaardigheden: het deskundig manipuleren van de verschillende toestellen.
-
senso-motorische vaardigheden: motorische vaardigheid, goed visueel waarnemingsvermogen.
→
Waarden
-
exactheid, nauwkeurigheid, concentratie.
4
Taakgebied 5: Beheren
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis: kennis met betrekking tot veiligheid, kennis met betrekking tot het materiaal.
-
cognitieve vaardigheden: controleren, computervaardigheden.
→
Waarden
-
ordelijkheid, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid.
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
59
4
Taakgebied 6: Kwaliteitszorg
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis: weet hebben van principes, werkwijzen en algemeen voorgeschreven onderzoeksmethoden.
-
cognitieve vaardigheden: testen, controleren, werken volgens de GLP-regels en GMP-regels, uitgevoerde onderzoeken toetsen en consequenties trekken inzake kwaliteit en oriëntering van het uitgevoerde werk (relevantie van de resultaten, evaluatie, herhalingen en controles), afwegen van de waarde van de resultaten.
-
dynamisch-affectieve vaardigheden: kunnen meewerken aan innovaties.
→
Waarden
-
nauwkeurigheid, exactheid, verantwoordelijkheidszin.
4
Taakgebied 7: Rapporteren
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve vaardigheden: beknopt en duidelijk rapporteren zowel mondeling als schriftelijk, vaktaal begrijpen, spreken en schrijven, kennis van vreemde talen, kennis van informatica en statistiek voor het verzamelen en verwerken van meetresultaten, kennis van technieken voor het verzamelen en het verwerken van data, methoden van presenteren van onderzoeksresultaten.
→
Waarden
-
ordelijkheid, positief kritische ingesteldheid, concentratie, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid, praktische creativiteit.
60
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
4
Taakgebied 8: Het samenwerken
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve vaardigheden: taalvaardigheden.
-
senso-motorische vaardigheden: spraakvermogen.
-
dynamisch-affectieve vaardigheden: communicatieve vaardigheden, respecteren van afspraken en regels, optreden als teamlid.
→
Waarden
-
flexibiliteit, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid, accuraatheid.
4
Taakgebied 9: Het geven van vorming
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve vaardigheden: het aanbrengen van problemen, doelgericht werken, afwegen van de waarde van de gegevens, testen, controleren.
-
dynamisch-affectieve vaardigheden: communicatieve vaardigheden, uitwisselen van ervaringen, ondersteunen, stimuleren, organisatorische vaardigheden, Het instrueren en inwerken van nieuwe medewerkers, begeleiden.
→
Waarden
-
vertrouwen geven, gelijke behandeling stimuleren, openheid, creativiteit.
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
61
4
Taakgebied 10: Het uitbreiden van individuele kennis en kunde
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis: kennis van wetenschappelijke lectuur, vakliteratuur, vaktaal begrijpen, spreken en schrijven.
-
cognitieve vaardigheden: informatie verwerven, verwerken, informatie overbrengen, taalvaardigheden: Engels: begrijpend lezen, mondelinge en schriftelijke kennis Frans: begrijpend lezen.
→
Waarden
-
zelfstandigheid, kritische zin.
2.2.2.4
Laboratoriumtechnoloog werkzaam binnen de farmaceutische kwaliteitscontrole
De klemtoon ligt hier voornamelijk op cognitieve kennis en vaardigheden. Dynamisch-affectieve vaardigheden komen hier ook tamelijk op de voorgrond: er moet samengewerkt worden zowel binnen als buiten het bedrijf. De motorische vaardigheid handelingsprecisie kan prioritair beschouwd worden binnen de taakgebieden het maken van preparaten en het bedienen van apparatuur. 4
Taakgebied 1: Het uitvoeren van onderzoek
>
subgebied 1: Het uitvoeren van analyses
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis kennis van de principes, werkwijzen en toepassingen van analysemethoden, wetenschappelijke kennis van de basisvakken: chemie, fysica, biologie, biochemie, anatomie, fysio(patho)logie, statistiek en informatica, theoretische kennis en laboratoriumvaardigheid, georiënteerd naar de moleculair-biologische toepassing, met betrekking tot chemie, cytohistologie, microbiologie, hematologie, immunologie en genetica, vertrouwd zijn met de onderzoeksmaterialen, werkmiddelen, werkwijzen, kwaliteitseisen en de risico’s eigen aan het farmaceutisch onderzoek, weet hebben van belangrijke aspecten met betrekking tot de levende materie (weefsels, cellen, micro-organismen), weet hebben van de volgorde van de taken en bewerkingen.
62
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
-
cognitieve vaardigheden: concretiseren van de waarde van de gegevens, afwegen van de waarde van de gegevens, het kunnen werken met de computer.
-
senso-motorische vaardigheden: snelheid, handelingsprecisie.
→
Waarden
-
exactheid, nauwkeurigheid, ordelijkheid, geduld, observatiegericht, zelfstandigheid.
>
subgebied 2: Het uitvoeren van experimenten
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis en vaardigheden: methoden voor het opzetten van onderzoek, het interpreteren van gegevens, het uitvoeren van technieken, informatica en statistiek voor het verzamelen en verwerken van data, evaluatie van de onderzoeksresultaten, rekening houdend met de kennisontwikkeling binnen de industrie, gezondheidszorg en het eigen beroep, vreemde talen, weet hebben van de volgorde van de bewerkingen en taken, het kunnen werken met computer.
-
senso-motorische vaardigheden: snelheid, handelingsprecisie.
→
Waarden
-
exactheid, nauwkeurigheid, ordelijkheid, kritische zin, concentratie, zelfstandigheid.
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
>
subgebied 3: Het werken met preparaten
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis: kennis met betrekking tot veiligheid, kennis van de stoffen, gebruikt bij het aanmaken van preparaten, kennis met betrekking tot onverenigbaarheden.
-
cognitieve vaardigheden: het uitvoeren van technieken.
-
senso-motorische vaardigheden: handelingsprecisie.
→
Waarden
-
exactheid, nauwkeurigheid.
4
Taakgebied 2: Het bedienen van de apparatuur
-
cognitieve kennis: algemeen inzicht in de werking van apparatuur, kennis met betrekking tot veiligheid.
-
cognitieve vaardigheden: het deskundig manipuleren van de verschillende toestellen.
-
senso-motorische vaardigheden: handelingsprecisie, soepelheid, goed visueel waarnemingsvermogen.
→
Waarden
-
exactheid, nauwkeurigheid, concentratie.
4
Taakgebied 3: Beheren
>
subgebied 1: Het beheren van het materiaal
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis: kennis met betrekking tot veiligheid, kennis van het materiaal.
63
64
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
-
cognitieve vaardigheden: controleren, computervaardigheden.
→
Waarden
-
ordelijkheid, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid.
>
Subgebied 2: Beheer van de werkorganisatie
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis: kennis met betrekking tot de werkorganisatie, kennis met betrekking tot de veiligheid.
-
dynamisch-affectieve vaardigheden: communicatieve vaardigheden, organisatorische vaardigheden.
→
Waarden
-
zelfstandigheid, ordelijkheid, inzicht.
4
Taakgebied 4: Administratieve taken
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve vaardigheden (de voor de functie relevante denkoperaties): computervaardigheden (tekstverwerking), Het verwerven en verwerken van informatie.
→
Waarden
-
snelheid, ordelijkheid.
4
Taakgebied 5: Kwaliteitszorg
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis en vaardigheden: testen, controleren, kennis van kwaliteitszorgsysteem.
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
65
-
dynamisch-affectieve vaardigheden: kunnen meewerken aan innovaties.
→
Waarden
-
nauwkeurigheid, exactheid.
4
Taakgebied 6: Het samenwerken
→
Kennis en vaardigheden
-
dynamisch-affectieve kennis: weet hebben van mogelijke klanten.
-
cognitieve vaardigheden: taalvaardigheden.
-
senso-motorische vaardigheden: spraakvermogen.
-
dynamisch-affectieve vaardigheden: communicatieve vaardigheden, contactvaardigheden, respecteren van afspraken en regels, informatie ongekleurd kunnen doorgeven, flexibel zijn, optreden als teamlid.
→
Waarden
-
zelfstandigheid, verantwoordelijkheid, accuraatheid.
4
Taakgebied 7: Het ontwikkelen van individuele kennis en kunde
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis: kennis van wetenschappelijke lectuur, vakliteratuur, vaktaal begrijpen, spreken en schrijven.
-
cognitieve vaardigheden: informatie verwerven, verwerken, informatie overbrengen, taalvaardigheden: Engels: begrijpend lezen, mondelinge en schriftelijke kennis Frans: begrijpend lezen, mondelinge en schriftelijke kennis Duits: begrijpend lezen.
66
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
→
Waarden
-
zelfstandigheid, kritische zin.
4
Taakgebied 8: Rapporteren
→
Kennis en vaardigheden
-
Cognitieve kennis en vaardigheden: beknopt en duidelijk rapporteren zowel mondeling als schriftelijk, vaktaal begrijpen, spreken en schrijven, kennis van vreemde talen, informatica en statistiek voor het verzamelen en verwerken van meetresultaten, kennis van technieken voor het verzamelen en het verwerken van data, methoden van presenteren van onderzoeksresultaten.
→
Waarden
-
ordelijkheid, positief kritische ingesteldheid, concentratie, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid, praktische creativiteit, eerlijkheid.
2.2.2.5
Bediende in een apotheek
Bij deze functie zijn een aantal dynamisch-affectieve vaardigheden van belang. Het taakgebied samenwerken vormt immers een belangrijk aandeel binnen de functie. Verder zijn cognitieve vaardigheden zoals het geheugen en het inschatten van gegevens en informatie belangrijk. 4
Taakgebied 1: Beheren
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis: weet hebben van de farmaceutische producten (warenkennis), weet hebben van de werkorganisatie, kennis van informatica.
-
cognitieve vaardigheden: het opslaan van gegevens.
-
dynamisch-affectieve vaardigheden: contactvaardigheden, communicatievaardigheden.
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
67
→
Waarden
-
ordelijkheid.
4
Taakgebied 2: Administratie
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve vaardigheden (de voor de functie relevante denkoperaties): computervaardigheden.
→
Waarden
-
snelheid, ordelijkheid.
4
Taakgebied 3: het aanmaken van preparaten
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis: kennis van de farmacologie van de geneesmiddelen, kennis van de hulpstoffen gebruikt bij de formulatie van de geneesmiddelen, kennis met betrekking tot onverenigbaarheden: ° tussen verschillende geneesmiddelen, ° tussen de geneesmiddelen en de gebruikte hulpstoffen, kennis van de wetgeving in verband met geneesmiddelen.
-
cognitieve vaardigheden: werken volgens de G.M.P-regels, het uitvoeren van technieken, geheugen, combineren, concretiseren van gegevens, informatie verwerven en verwerken, afwegen van de waarde van gegevens.
-
senso-motorische vaardigheden: handelingsprecisie.
→
Waarden
-
exactheid, nauwkeurigheid.
68
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
4
Taakgebied 4: Kwaliteitszorg
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve vaardigheden: controleren, werken volgens de GLP-regels.
-
senso-motorische vaardigheden: handelingsprecisie.
→
Waarden
-
nauwkeurigheid, exactheid, verantwoordelijkheidszin.
4
Taakgebied 5: Het ontwikkelen van individuele kennis en kunde
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis: kennis van farmaceutische producten.
-
cognitieve vaardigheden: informatie verwerven, verwerken, informatie overbrengen, taalvaardigheden: Mondelinge kennis van Frans en Engels Engels begrijpend lezen.
→
Waarden
-
zelfstandigheid, kritische zin.
4
Taakgebied 6: Samenwerken
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve vaardigheden: taalvaardigheden, afwegen van de waarde van de gegevens.
-
senso-motorische vaardigheden: spraakvermogen,
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
auditief vermogen.
-
dynamisch-affectieve vaardigheden: communicatieve vaardigheden, respecteren van afspraken en regels, informatie ongekleurd kunnen doorgeven, flexibel zijn, het aanvoelen van klanten.
→
Waarden
-
zelfstandigheid, verantwoordelijkheid, accuraatheid.
4
Taakgebied 7: Het werken met apparatuur
→
Kennis en vaardigheden
-
cognitieve kennis: algemeen inzicht in de werking van apparatuur, kennis over veiligheid.
-
cognitieve vaardigheden: het deskundig manipuleren van de verschillende toestellen.
-
senso-motorische vaardigheden: motorische vaardigheid, goed visueel waarnemingsvermogen.
→
Waarden
-
exactheid, nauwkeurigheid, concentratie.
69
70
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
BIBLIOGRAFIE
Naslagwerk -
The Dictionary of Occupational Titles, U.S. Department of Labor, Employment and Training Adm., New York, Career Press, Fourth Edition, 1991.
Boeken -
DE BLOCK A., HEENE J., Inleiding tot de algemene didactiek, Standaard Educatieve Uitgeverij, 1992, Antwerpen.
-
DE JAGER J., Van beroepsprofiel naar beroepsopleidingsprofiel, een methode gehanteerd in de gezondheidszorg, Instituut voor Leerplanontwikkeling, Enschede, 1989.
-
Dienst voor onderwijsontwikkeling (DVO), Stramien voor het opstellen van een beroepsprofiel.
-
HEDEBOUW G. en HALLEN van der P. (coörd.), Het opstellen van functie- en kwalificatieprofielen, HIVA, Leuven, 1987.
BEROEPSPROFIEL CLUSTER MEDISCH FARMACEUTISCH ASSISTENT
BIJLAGEN
BIJLAGE 1: Verwerking van de enquête BIJLAGE 2: Exemplaar van de vragenlijst BIJLAGE 3: Leden van de werkgroep Een kopie van deze bijlagen kan opgevraagd worden op de Vlaamse Onderwijsraad.
71