Museumnota gemeente Maasgouw deel 1 ‘het verleden in de toekomstige tijd’
Streekmuseum StevensweertOhe en Laak
Museum Het Land van Thorn
Maas- en scheepvaartmuseum
In opdracht van: Contactpersonen: Mevrouw Simone Janissen (beleidsmedewerker Recreatie en Toerisme) Mevrouw Roswitha Vlaanderen (teamcoördinator Economie en Recreatie)
Horst, 21 december 2009 Drs. P.G.J.P. Schreurs PS Partner in Leisure Pr. Irenestraat 3 5961 CP Horst
Foto Abdijkerk Thorn (foto: PS Partner in Leisure)
Museumnota gemeente Maasgouw
1
PS Partner in Leisure
Samenvatting Deze museumnota wil een antwoord geven op de vraag welke koers de gemeente Maasgouw wil gaan varen in de komende jaren ten aanzien van de drie musea. Hierbij komen aan de orde: • de huidige en gewenste situatie bij de drie musea naar de mening van de musea zelf en de gemeente; • mogelijke toekomstige scenario’s uitmondend in strategische voorstellen en scenario’s. In het toekomstig museumbeleid in de gemeente Maasgouw worden drie zaken centraal gesteld: het bieden van een toetsings- en beoordelingskader, musea beperken zich niet tot alleen conserveren en behouden van cultureel erfgoed maar vertellen ook iets over de eigentijdse geschiedenis en dragen tenslotte bij tot de verbetering van de leefbaarheid voor de eigen bewoners en bevordering van de bezoekersstromen in en naar de gemeente. Belangrijke toekomstige afnemers van het ‘museum-product Maasgouw’ zijn de plaatselijke bevolking (= de Maasgouwers), regionale bevolking (= Midden-Limburg), groepen zoals schoolgaande jeugd, zorggroepen en senioren, toeristen, evenementbezoekers en dagjesmensen. Op grond van de kansen en bedreigingen uit de markt en het beleid enerzijds en vanuit de huidige situatie van de musea anderzijds wordt voor elk van de drie musea een toekomstscenario gepresenteerd. Tevens zijn in een afwegingskader ook meegewogen de huidige functies en kerntaken die de musea op dit moment bekleden, het wensbeeld van zowel de musea als de gemeente, in hoeverre het scenario strookt met de visie en doelstelling van het toekomstig gemeentelijk beleid en tenslotte de financiële en organisatorische consequenties. Gemeentemuseum Het Land van Thorn Voor dit museum wordt het volgende scenario voorgesteld: Gemeente Maasgouw neemt het initiatief tot het instellen van aanvullend nader onafhankelijk onderzoek naar het toekomstperspectief van dit museum. In deze is sterk meegewogen: de quick scan van bureau Haute Equipe naar ondermeer de huidige financiële situatie van het museum waaruit de ongezonde situatie op dit moment naar voren komt in die zin dat de kosten momenteel veel te hoog zijn ten opzichte van de opbrengsten. Bovendien is de verwachting dat deze opbrengsten op korte termijn niet substantieel zullen gaan stijgen en de kosten alleen maar hoger zullen worden. In deze zal dienen te worden bezien hoe bezuinigd kan worden op personeelskosten; de sterke financiële afhankelijkheid van de gemeente, die ten opzichte van de andere musea in de gemeente en de functie die het museum thans bekleed niet tot elkaar in verhouding staan; kortom de maatschappelijke kosten staan niet in verhouding tot de functie die het museum momenteel bekleedt voor de gemeenschap. Behoud van het museum voor de gemeente Maasgouw dient echter voorop te blijven staan. Het museum levert een belangrijke bijdrage aan het conserveren van de lokale geschiedenis van Thorn e.o. Tevens is het museum recent gerenoveerd en geprofessionaliseerd waarbij gebruik is gemaakt van moderne technieken. Het museum neemt een sterke positie in in de lokale gemeenschap van Thorn. Enkele aanbevelingen c.q. mogelijk rendementsverhogende maatregelen die in het onderzoek naar het toekomstperspectief van het museum meegenomen kunnen worden zijn ondermeer: de realisatie van een gezamenlijke entree in Abdijkerk, waardoor het aantal
Museumnota gemeente Maasgouw
2
PS Partner in Leisure
bezoekers aan het museum naar verwachting van het museum zal verdubbelen, het terugbrengen van de bemande VVV post in het museum waardoor de kosten voor baliepersoneel kunnen verminderen en meer commerciële activiteiten in en om het museum (evenementen, verkoop) waardoor het museum en haar boodschap toegankelijker wordt voor een groter publiek. Voor de gemeente betekent dit op termijn dat de subsidie die nu nog wordt verstrekt uit het Pilotfonds wellicht kan komen te vervallen door de inkomsten uit extra bezoek. Naar verwachting zo’n € 30.000,- dat overeenkomt met het huidige bedrag uit dit fonds. Van de gemeente wordt dan wel verwacht dat deze medewerking verleend aan de bouwkundige aanpassingen in de Abdijkerk om een dergelijke gezamenlijke entreevoorziening te realiseren. Tevens kan door het terugbrengen van een bemande VVV balie in het museum de post ‘personeelskosten’ voor het museum worden verminderd. Dit houdt in dat de huidige loonkostensubsidie ad €35.000 voor een deel kan komen te vervallen. Ook kan de gemeente facilitair (vergunningen in kader van beschermd stadsgezicht) op treden in het beter zichtbaar maken van het museum voor het grote publiek via gevelreclame e.d. Daarnaast dient te worden bezien in hoeverre de huidige verwarmingsketels kunnen worden vervangen door nieuwere en meer energiezuinige exemplaren. Hierdoor kan de temperatuur in het gebouw ook beter worden beheerst, de luchtvochtigheid worden beperkt en daarmee de kosten voor energie beter in toom worden gehouden. Streekmuseum Stevensweert & Ohé en Laak Voor het Streekmuseum wordt voorgesteld: Het museum gaat zich in de toekomst meer profileren als een streekcentrum voor Maasgouw binnen de thema’s archeologie, vestingwerken, ontgronding van het eiland in de Maas, de Maas en historische vondsten. De gemeente kan deze visie onderschrijven en wil deze dan ook ondersteunen. Dit om de volgende redenen: het museum heeft bewezen voor de gemeente een duidelijke functie te hebben op terrein van conserveren en behouden van cultureel erfgoed, het museum vormt een belangrijke identiteitpijler binnen het cultuurtoeristische beleidsveld in de gemeente, het museum heeft blijk gegeven van cultureel ondernemerschap en tenslotte het feit dat de kosten voor de gemeenschap redelijk in balans zijn gebleven in relatie tot de maatschappelijke meerwaarde. Om een en ander in de toekomst mogelijk te maken zal de gemeente medewerking dienen te verlenen aan: verbetering staat van onderhoud pand (dubbele beglazing, ontbreken spouwmuren aan zijgevel met als gevolg veel vochtproblemen), bij vertrek huidige medegebruikers en vrijkomen van deze ruimten dienen deze geschikt te worden gemaakt ten behoeve van museumdoeleinden, bemiddeling met Stichting Gemeenschapshuis mbt verhoging huurlasten, een structurele afspraak met VVV Midden Limburg inzake baliebeheer voor 5 jaar en tenslotte zal de gemeente dienen te faciliteren in de randvoorwaardelijke sfeer in de zin van projecten en fysieke ondersteuning op terrein van promotie, marketing, vrijwilligersbeleid, wet- en regelgeving enz. Maas- en scheepvaartmuseum Voor het Maas- en scheepvaartmuseum is op de huidige locatie aan de Havenstraat geen perspectief meer. Geadviseerd wordt om binnen nu en 2 jaar het museum aldaar te ontmantelen. Dit om reden van: te hoge huurkosten (anno 2008 maar liefst 93% van totale opbrengsten) wat de huidige exploitatie absoluut onverantwoord maakt, dalende inkomsten uit entree, gebrek aan vrijwilligers en enthousiasme en gebrek aan perspectief op deze locatie.
Museumnota gemeente Maasgouw
3
PS Partner in Leisure
De gemeente neemt op korte termijn (nog in 2009) de taak op zich om een alternatieve locatie te zoeken voor het museum c.q. voor (een deel van) de huidige collectie. Tevens worden achterstallige betalingen (huur) door de gemeente overgenomen en afgerekend met de eigenaar. Geadviseerd wordt de collectie of een deel daarvan over te brengen naar het Streekmuseum in Stevensweert. Dit om reden van het feit dit financieel de meest interessante optie is gezien het gegeven dat de kosten van investering en uiteindelijke kosten voor de gemeenschap relatief het laagst zullen zijn bij deze optie. Daarnaast past een groot deel van de collectie bij de huidige collectie van het Streekmuseum, is het wensbeeld van het bestuur van de stichting ‘Streekmuseum’ te komen op termijn tot een streekcentrum met een verbreding van haar culturele aanbod, collectie en doelgebied (de gehele gemeente) waardoor bundeling van zaken op één locatie tot de mogelijkheden behoren. In deze optie zijn bestemmingsplantechnische consequenties niet aan de orde en zal ruimtelijk in het museum een en ander mogelijk zijn indien huidige medegebruikers in gebouw zullen vertrekken. Aanbevolen wordt in deze de stichting ‘Maas- en scheepvaartmuseum’ binnen nu en twee jaar op te heffen en de collectie over te dragen aan het Streekmuseum in Stevensweert. Uiteraard in goed overleg met de eigenaren van de huidige collectie. In de tussenliggende periode wordt ten behoeve van de huidige locatie een overbruggingssubsidie verstrekt ter hoogte van de huidige jaarlijkse bijdrage ad circa € 17.500. Overige opties zoals de situering inpandig in het nieuwe gebouw van de ‘Regiocentrale Zuid’ zou ook een goede optie zijn, ware het niet dat hier reeds in het verleden contacten over zijn geweest, weliswaar met een andere insteek, maar dat dit idee destijds door de raad is afgewezen. Bovendien zou deze optie op zijn vroegst in 2013 beschikbaar zijn. Nog vier jaar doorgaan op huidige locatie is echter niet verantwoord. Daarnaast is nog overwogen nieuwbouw op het ponton van Stiphout in de haven van Maasbracht en de aankoop van een boot die afgemeerd wordt in de haven van Maasbracht en geschikt gemaakt als Museumboot. Uit investerings- en kostenoogpunt wordt hier voorlopig van afgezien. Om voorgaande scenario’s goed te laten verlopen wordt een faciliterende en initiërende rol van de gemeente verwacht. Regelmatig – bij voorkeur 2 keer per jaar - vindt er intern binnen de ambtelijke organisatie afstemming plaats tussen de diverse beleidsvelden zodat het museumbeleid op breed draagvlak binnen de gemeentelijke organisatie kan rekenen. Daarnaast wordt aanbevolen de beleidsmatige aandacht binnen de gemeentelijke organisatie voor musea te verplaatsen van ‘welzijn’ naar ‘toerisme en recreatie’. Hierdoor kan een meer marktgericht beleid gevoerd worden naar de musea dat inspeelt op het uitgangspunt om de musea meer naar ‘buiten’ te kunnen uitdragen (evenementen, activiteiten, voorstellingen, routes, digitalisering enz.). Tevens sluit dit aan bij het voornemen om de musea in het cultuurtoeristische beleid van de gemeente Maasgouw te erkennen als belangrijke indentiteitspijlers. Coördinatie vanuit het beleidsveld cultuurtoerisme – dat is ondergebracht bij “economie en toerisme’ ligt dus voor de hand. In deze nota wordt tevens voorgesteld te komen op korte termijn tot de oprichting van een CultuurPlatform. Hierin zijn de drie musea – naast eventuele andere culturele instellingen en organisaties uit de gemeente - bestuurlijk vertegenwoordigd. Het Platform biedt ten behoeve van de musea en andere culturele instellingen een ondersteunende en faciliterende functie op een aantal deelterreinen. Geacht wordt aan gezamenlijke acties en projecten op gebied van: opzet en uitvoering vrijwilligersbeleid, scholing vrijwilligers en personeel, collectie- en depotbeheer (gezamenlijke depotruimte), promotie en marketing (gezamenlijke professionele website!), nieuwe media en digitalisering (aansluiting bij provinciale projecten), educatie (naar scholen en kinderen), financieel beheer, fondsenwerving, wet- en regelgeving
Museumnota gemeente Maasgouw
4
PS Partner in Leisure
(veiligheid, calamiteitenplannen, ARBO enz), opzet gebieds- en grensoverschrijdende projecten (Euregionaal e.d.) en initiëren en implementeren van uniform publieksonderzoek. Het Platform en projecten worden aangestuurd en begeleid door een extern professioneel projectcoördinator, gefaciliteerd door de gemeente Maasgouw. Anderzijds worden - voorzien van een goede onderbouwing per project en uitgevoerd onder regie van het Platform – projectsubsidies verstrekt aan het Platform. De musea blijven voor wat betreft de bedrijfsvoering hun eigen verantwoordelijkheid houden. Ook de juridische constructie van een stichting blijft behouden en daarmee de eigen identiteit van elk museum. De bedoeling is dat het CultuurPlatform de komende jaren zal gaan uitgroeien naar een krachtig orgaan met steeds meer eigen initiatief en verantwoordelijkheden. In den beginne zal de gemeente hieraan uiteraard voldoende ondersteuning bieden, maar op termijn zal het Platform zelfstandig zaken oppakken, coördineren en aansturen vanuit een krachtige organisatie en bestuur. Tenslotte is gekeken naar het subsidie- en financieel kader. De musea ontvangen jaarlijks van de gemeente een subsidie voor de huurkosten. Daarnaast ontvangt het museum in Thorn een subsidie voor de personeelskosten. Gezien de algemene bezuinigingen in de subsidies (vanuit de voormalige gemeente Maasbracht) van afgelopen jaren en de stijgende huurkosten, beginnen de bedragen van de subsidies en de huurkosten (hetgeen waarvoor de subsidies bedoeld zijn) echter steeds meer uit elkaar te lopen. Aanbevolen wordt om de subsidiebedragen los te koppelen van de huurkosten en jaarlijks algemene vaste exploitatiesubsidies te verstrekken, die jaarlijks worden geïndexeerd. Aan de hand van een begroting, afrekening en verslaglegging wordt jaarlijks geëvalueerd of de hoogte van het bedrag nog actueel is. De financiële steun van de gemeente mondt uit in uitvoeringsovereenkomsten met de afzonderlijke musea (=prestatieafspraken). Tevens wordt aangeraden om te werken met zogenaamde ‘incidenteel subsidie’. Dit wil zeggen dat een subsidie ‘gelabeld’ en incidenteel voor één of meerdere jaren – die wordt vastgelegd in een beschikking – wordt verstrekt. Dit ten behoeve van afgebakende projecten en/of activiteiten met daaraan gekoppeld prestatieafspraken. Daarnaast wordt voorgesteld zogenaamde waarderingssubsidies te introduceren indien musea een buitengewone prestatie hebben geleverd, voldoen aan gemaakte afspraken dan wel een uniek project, activiteit of evenement willen opzetten met grote meerwaarde voor de gemeente. Een en ander betekent een andere meer afgewogen methodiek van toekenning van subsidies en bijdragen door de gemeente aan de musea in de toekomst (= harmonisatie van subsidies). De uitvoering van deze beleidsnotitie is geen vrijblijvende zaak. Om er voor te zorgen dat de gemaakte afspraken nageleefd worden en regelmatig geëvalueerd kunnen worden, wordt de musea gevraagd om jaarlijks de gemeente te rapporteren in een korte rapportage. Een richtlijn hiervoor wordt nog opgesteld. Tevens is het zaak dat de geadviseerde scenario’s op korte termijn worden opgepakt, dit gezien de precaire situatie bij desbetreffende musea.
Museumnota gemeente Maasgouw
5
PS Partner in Leisure
Inhoudsopgave
1.
Inleiding
8
1.1 1.2 1.3 1.4.
Aanleiding Uitgangspunten Doelstelling Plan van aanpak; de werkwijze
8 8 10 10
2.
Korte profielschets Maasgouw
12
3.
Ontwikkelingen in de museale markt
13
3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.2 3.3
Musea Wat is een museum? Soorten musea De museale kerntaken Functies van een museum De bezoekers en hun motieven Actuele marktontwikkelingen
13 13 13 14 14 15 16
4.
Beleidsontwikkelingen
18
4.1 4.2 4.3 4.4
Landelijk beleid Provinciaal beleid Regionaal beleid Lokaal beleid
18 19 20 21
5.
De huidige situatie
23
5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3
Gemeentemuseum Het Land van Thorn Situatieschets Bedrijfsvoering Knelpunten
23 23 26 28
5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3
Streekmuseum Stevensweert & Ohé en Laak Situatieschets Bedrijfsvoering Knelpunten
30 30 34 36
5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3
Maas- en scheepvaartmuseum Situatieschets Bedrijfsvoering Knelpunten
38 38 41 41
6.
De gewenste toekomstige situatie
44
6.1 6.1.1 6.1.2 6.1.3 6.2
Gewenste situatie volgens de drie musea Gemeentemuseum Het Land van Thorn Streekmuseum Stevensweert & Ohé en Laak Maas- en scheepvaartmuseum Gewenste situatie volgens de gemeente
44 44 44 45 45
Museumnota gemeente Maasgouw
6
PS Partner in Leisure
7.
Visie en toekomstscenario’s
46
7.1 7.2 7.4
Ontwikkelingsrichtingen Ambitie, doelstelling en doelgroepen Toekomstscenario’s
46 48 50
8.
Advies
60
8.1 8.1.1 8.1.2 8.1.3 8.1.4 8.2 8.2 8.2 8.4
Keuze scenario’s Gemeentemuseum Het Land van Thorn Streekmuseum Stevensweert & Ohé en Laak Maas- en Scheepvaartmuseum Algemeen Rol gemeente Toekomstige organisatie Subsidie- en financieel kader Afsluitend
60 60 61 62 63 64 65 65 66
Bijlage
67
1) actuele marktontwikkelingen 2) beleidsontwikkelingen 3) vragenlijst inventarisatie situatie drie musea
Museumnota gemeente Maasgouw
7
68 70 76
PS Partner in Leisure
1.
Inleiding
1.1
Aanleiding
In vervolg op de gemeentelijke herindeling van de voormalige gemeenten Heel, Maasbracht en Thorn in 2007, is het noodzakelijk dat er op het gebied van de drie aanwezige musea in de nieuwe gemeente Maasgouw eenduidig, marktconform en integraal beleid wordt opgesteld. Thans worden nog in grote lijnen de gemaakte afspraken met de musea uit het verleden gerespecteerd en uitgevoerd door de gemeente. Per motie heeft de Raad van de gemeente Maasgouw op 13 november 2008 het college van Burgemeester en Wethouders opgedragen om nog voor de zomer van 2009 aan de gemeenteraad een nota ‘Museumbeleid’ voor de gemeente Maasgouw te presenteren. Op 3 maart 2009 is hiervoor door het college het projectplan ‘opstellen museumbeleid’ goedgekeurd met als doel een advies te presenteren met daarin verwoord de gemeentelijke toekomstvisie en scenario’s voor de drie in de gemeente gehuisveste musea. Besloten is om uiteindelijk aan bureau PS Partner in Leisure uit Horst opdracht te verstrekken onderhavige nota nader uit te werken. Dit uiteraard in nauwe samenwerking met de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente Maasgouw. De drie musea zijn nauw betrokken geweest bij het proces en continu op de hoogte gehouden van de stand van zaken gedurende het proces. Het resultaat van een en ander treft u navolgend aan.
1.2
Uitgangspunten
Maasgouw, gelegen in Midden-Limburg, is de naam van de nieuwe gemeente die op 1 januari 2007 is ontstaan na de fusie van de gemeenten Heel, Maasbracht en Thorn. De naam Maasgouw is een samenvoeging van Maas en gouw. De Maas is de rivier die de drie gemeenten met elkaar verbindt. Gouw betekent landstreek, zo was het Frankische Rijk in gouwen verdeeld. De gemeente Maasgouw, bijna 25.000 inwoners groot, bestaat uit de kernen Maasbracht en Brachterbeek, Heel en Panheel, Linne, Thorn, Wessem, Beegden, Stevensweert en Ohé en Laak. De gemeente Maasgouw heeft in haar strategie en visie gesteld dat leefbaarheid en toeristische ontwikkeling in evenwicht met elkaar moeten worden gestimuleerd. Ook is de identiteit van de nieuwe gemeente verwoord. Deze bestaat uit een aantal identiteitspijlers zoals ondermeer de beschermde dorpsgezichten van Thorn, Wessem en Stevensweert, de rivier de Maas en de Maasplassen, de jachthavens van Wessem en Stevensweert en de binnenhaven van Maasbracht. De gemeente Maasgouw heeft momenteel geen specifiek museumbeleid dat samenhang biedt aan de verschillende musea. De drie musea hebben hun eigen beleid, hun eigen vrijwilligers en/of personeel, hun eigen stichtingsbestuur, eigen huisvesting enz. wat leidt tot een complex geheel van specifieke knelpunten per museum. Deze nota wil hier structuur in aanbrengen.
Museumnota gemeente Maasgouw
8
PS Partner in Leisure
Gemeente Maasgouw en haar kernwaarden
Omdat de activiteiten van de drie musea hoofdzakelijk drijven op de belangenloze inzet van (bestuurlijke) vrijwilligers, is een bepaalde mate van zelfstandigheid gegroeid bij elk museum. Echter voor het realiseren van nieuwe beleidsdoelen is een cultuuromslag nodig onder alle geledingen, betrokken bij dit beleid. Samenhang, solidariteit en samenwerking zijn daarbij voorwaarden om de gewenste cultuuromslag te bewerkstelligen. De musea in Thorn en Stevensweert hebben reeds een professionaliseringsslag gemaakt in de zin van het mogen voeren van het predikaat ‘geregistreerd museum’. Belangrijk uitgangspunt is dat musea niet alleen de ‘bewaarkamers’ van het verleden moeten zijn, maar ook ‘het verhaal’ vertellen van wat er resteert van de regionale geschiedenis. Dit verhaal is zowel binnen als buiten het museum zichtbaar. Op het terrein van museumbeleid is er relatief weinig wet- en regelgeving die de gemeente voorschrijft wat te doen. Dit biedt voordelen voor wat betreft het kunnen voeren van autonoom gemeentelijk beleid, maar aan de andere kant ook nadelen doordat het hierdoor aan wettelijk houvast ontbreekt. Daarentegen neemt de verantwoordelijkheid voor de besturen van de musea alleen maar toe omdat zij wel te maken krijgen met richtlijnen en nieuwe wetgeving (veiligheidszorg e.d.). vanuit de Rijksoverheid. Gewaakt dient zodoende te worden dat het besturen van een museum op den duur onbeheersbaar wordt. Van belang is tevens om in het beleid een gedegen afweging te maken tussen de diverse functies die de drie musea kunnen vervullen voor de gemeenschap. De musea moeten zich kunnen blijven ontwikkelen om aantrekkelijk te zijn voor een groot publiek. Kwaliteit dient daarbij voorop te staan. Tevens dient daarbij in ogenschouw te worden genomen dat cultureel erfgoed in het algemeen en musea in het bijzonder kunnen bijdragen aan een positief imago van de gemeente.
Museumnota gemeente Maasgouw
9
PS Partner in Leisure
In vervolg op het voorgaande gelden de volgende uitgangspunten voor deze nota: • • • •
1.3
de behoefte vanuit het bestuur om als gevolg van de herindeling thans een integraal museumbeleid te kunnen hanteren (‘harmonisatie’); de gewenste bezuinigingen in het pilotfonds, dat wil zeggen gekeken dient te worden op welke manier mogelijke exploitatietekorten bij de musea kunnen worden verminderd dan wel teniet worden gedaan; specifieke ontwikkelingen en knelpunten bij de musea die roepen om actie en beleid; het zoeken naar evenwicht in de keuze tussen het louter conserveren van het culturele erfgoed en het meer toeristisch- en recreatief vermarkten van de musea. Hierbij is het van belang om het museumbeleid integraal onderdeel te laten vormen van het uitwerkprogramma in de ‘cultuur-toeristische nota’ (naar verwachting in september 2009 aangeboden aan de Raad en overige beleidsthema’s van de gemeente Maasgouw.
Doelstelling
Deze museumnota dient antwoord te geven op de centrale vraag welke koers de gemeente Maasgouw wil gaan varen in de komende jaren ten aanzien van de drie musea. Hierbij komen aan de orde: • de huidige en gewenste situatie bij de drie musea naar de mening van de musea zelf en de gemeente; • mogelijke toekomstige scenario’s uitmondend in strategische voorstellen, incl. financiële en organisatorische consequenties. Het plan biedt de gemeente de mogelijkheid prioriteiten te stellen en als beoordelings- en toetsingskader te dienen voor toekomstige ontwikkelingen. Doel is om concrete scenario’s neer te leggen waardoor het mogelijk is deze nota voortdurend actueel te houden en in te spelen op relevante ontwikkelingen. 1.4
Plan van aanpak; de werkwijze
Om te komen tot onderhavig museumbeleid is het volgende stappenplan met noodzakelijke werkzaamheden gevolgd: 1. inventarisatie huidige situatie Hiervoor zijn de volgende werkzaamheden verricht: - opstellen van een theoretisch kader ten behoeve van de nota; - analyse van de resultaten van de rapportage van bureau Haute Equipe naar de (financiële en actuele) situatie van de drie musea in de gemeente (april 2009); - bezoeken aan de drie musea en overleg met de stichtingsbesturen; - analyse van relevante ontwikkelingen in de museale markt; - analyse van relevant beleid (landelijk, provinciaal, regionaal en gemeentelijk). 2. Gewenste toekomstige situatie In deze fase is een vertaalslag gemaakt naar de gewenste situatie voor de toekomst, zowel volgens de musea zelf als vanuit de gemeente. 3. het formuleren van een visie; de koers In deze fase worden op basis van stap 1 en 2 enkele ontwikkelingsrichtingen bepaald inzake het museumbeleid van de gemeente in zijn algemeenheid en ten behoeve van Museumnota gemeente Maasgouw
10
PS Partner in Leisure
de drie musea in het bijzonder. Vervolgens wordt aandacht besteed aan aspecten als ambitieniveau, doelstelling, doelgroepen en de formulering van mogelijke toekomstscenario’s voor elk van de musea. 4. het neerleggen van een algemeen afsluitend advies. Deze rapportage wordt afgesloten met een advies voor wat betreft de voorkeursscenario(‘s), haar consequenties en wat daarbij de randvoorwaarden zijn. Kortom wat is de rol van de gemeente in het toekomstig beleid, welk subsidiekader wordt voorgesteld en in welke organisatorische setting zal het museumbeleid het beste tot zijn recht komen. Ten behoeve van de uitwerking van bovenstaande vier stappen zijn gesprekken gevoerd met: - vertegenwoordigers drie musea in de gemeente; - gemeente Maasgouw (zowel ambtelijk als bestuurlijk); - de provinciale museumconsulent, mevr. Agnes Vugts van het Huis voor de Kunsten; - mevrouw Marion Schepers van bureau Haute Equipe. Tevens heeft uitgebreid ‘desk research’ plaatsgevonden en is geput uit ervaringen opgedaan elders door bureau PS Partner in Leisure. Ter voorbereiding van onderhavige nota is door de verantwoordelijk beleidsambtenaar binnen de gemeente Maasgouw het initiatief genomen voor een ambtelijke gespreksronde met betrokken afdelingen en hebben er interviews op locatie met de musea plaatsgevonden. De resultaten hiervan per museum zijn in deze nota verwerkt. Voor de vragenlijst die hiervoor is benut zie ook de bijlage. Tevens zijn door bureau Haute Equipe de drie musea doorgelicht op bedrijfsmatige aspecten. Resultaat hiervan is een rapportage met de titel ‘bedrijfsvoering musea gemeente Maasgouw’ uitgebracht in april 2009 met daarin een actuele analyse van de huidige situatie bij de musea en de knelpunten nu en in de toekomst. De resultaten uit dit voorbereidende traject vormden belangrijke input voor deze nota.
Baggerschip Streekmuseum Stevensweert (foto: PS Partner in Leisure)
Museumnota gemeente Maasgouw
11
PS Partner in Leisure
2.
Korte profielschets Maasgouw
In de ‘Missie en Visie van de nieuwe gemeente Maasgouw’ (december 2005) wordt gesteld dat voor het profiel van de gemeente Maasgouw de natuur en het landschap, het sociale en culturele leven, de geschiedenis en de economische bedrijvigheid bepalend zijn. In vele opzichten is de rivier de Maas dominant en bindt zij mensen. In geografisch opzicht rijgt zij alle woonkernen aan elkaar en schiep zij door de eeuwen heen een typisch uiterwaardenlandschap. Ook stond zij garant voor de aanwezigheid van brede lagen grind. Deze zijn het gevolg van grootschalige grindwinning vanaf de jaren vijftig verantwoordelijk voor een omvangrijk Maasplassengebied. Maasplassen en landschap bieden thans uitstekende kansen voor natuurontwikkeling, toerisme en recreatie, aldus de visie. Tot in hoge mate is de Maas belangrijk voor de historische ontwikkeling van de gemeente. De strategische ligging tussen Roermond en Maastricht was voor het ontstaan van Stevensweert als vestingplaats van doorslaggevend belang. Wessem groeide dankzij de Maas uit tot een serieus handelsstadje. Voor de geschiedenis van Thorn was de stichting van een abdij in de late tiende eeuw bepalend. De kernen van genoemde “stadjes” hebben een monumentaal karakter en zijn dan ook een beschermd dorps- of stadsgezicht. De industriële bedrijvigheid is tot op heden grotendeels geënt op de Maas. Maasbracht was met name in het verleden een belangrijke haven voor de binnenscheepvaart en menige bedrijfstak is hierop gestaafd. Steeds meer speelt men thans in op de uitdagingen die de waterrecreatie biedt. Rijke kleigronden bieden sinds jaar en dag de grondstof voor traditionele kleiwarenbedrijven en grind voor hieraan gerelateerde bedrijven. Lange tijd bood de Maas de enige mogelijkheid van transport van goederen en personen. In de loop van 19e eeuw werden deze mogelijkheden verruimd door de aanleg van verharde wegen. In de 20e eeuw ontwikkelde zich alhier, door de kanalisatie van de Maas en de aanleg van de A2, een knooppunt van waterwegen en wegen. Dit knooppunt stimuleert de groei van zowel traditionele als nieuwe industrieën en trekt moderne vormen van dienstverlening aan. De gemeenschappen langs de Maas kenmerken zich door een hecht gemeenschapsleven. Dit krijgt zijn uitdrukking in een intensief verenigingsleven met een divers karakter. Het speelt zich af op terreinen, zoals sport, cultuur (historie, blaasmuziek) en folklore (schuttersleven).
Haven Wessem
Museumnota gemeente Maasgouw
12
PS Partner in Leisure
3.
Ontwikkelingen in de museale markt
3.1
Musea
Voordat wordt ingegaan op enkele actuele museale ontwikkelingen, is het goed eerst stil te staan bij het begrip museum. Wat is een museum, welke soorten musea kunnen worden onderscheiden, wat zijn hun kerntaken en functies en wat zijn in de regel de motieven om een museum te bezoeken. 3.1.1 Wat is een museum? Musea worden gezien als één van de vormen van cultuur, naast bijvoorbeeld orkesten, theater, kunst en popmuziek. Om een helder beeld te krijgen over wat een museum precies is heeft de International Council of Museums (ICOM) in 1974 een museumdefinitie vastgesteld. Deze ICOM-definitie is als volgt in het Nederlands vertaald: Een museum is een permanente instelling ten dienste van de gemeenschap en haar ontwikkeling, toegankelijk voor het publiek, niet gericht op het maken van winst, die de materiële getuigenissen van de mens en zijn omgeving verwerft, behoudt, wetenschappelijk onderzoekt, presenteert en hierover informeert voor doeleinden van studie, educatie en genoegen. De Nederlandse museumwereld onderschrijft deze ICOM-definitie en heeft deze verder uitgewerkt in de gedragslijn voor museale beroepsethiek. Deze gedragslijn bevat algemene normen voor verantwoord en professioneel handelen van mensen die werkzaam zijn in musea en verwante instellingen. Het wordt beschouwd als de basis van het museale functioneren in Nederland. De Commissie gedragslijn verklaarde in 1993 dat de gedragslijn ook van toepassing is op gemeentebesturen omdat zij als bevoegd gezag verantwoordelijk zijn voor musea in hun gemeente. De Britse museumvereniging heeft echter inmiddels een nieuwe definitie geformuleerd. Deze wijkt af van de hierboven genoemde en neemt meer de maatschappelijke taak van de musea als uitgangspunt. De verwachting is dat musea en overheden de strekking van deze visie steeds meer zullen overnemen (Handreiking museumbeleid voor gemeenten Nederlandse Museumvereniging, LCM en VNG 2004). Deze nieuwe definitie luidt: Een museum is onderdeel van het collectieve geheugen van de maatschappij. Een museum verwerft, documenteert en behoud objecten en andere getuigenissen van de cultuur van de mens en diens omgeving en informeert daarover. Het museum ontwikkelt en bevordert kennis en beidt beleving die alle zintuigen aanspreken. Het museum is toegankelijk voor het publiek en levert een bijdrage aan de ontwikkeling van de maatschappij. Het doel van het museum is mensen kennis en inzicht te laten verwerven.
3.1.2
Soorten musea
De naam ‘museum’ is niet beschermd; iedereen die een verzameling laat zien aan het publiek, kan een bordje museum op zijn of haar deur plakken. Zodoende is het moeilijk het totaal aantal musea in Nederland vast te stellen.
Museumnota gemeente Maasgouw
13
PS Partner in Leisure
Daarom heeft de museumwereld in het verleden zelf het initiatief genomen tot het opstellen van een lijst met (kwaliteits)criteria waaraan een instelling moet voldoen om opgenomen te worden in het Nederlands Museumregister. De musea in Thorn en Stevensweert beschikken in deze over het predikaat ‘geregistreerd museum’. Daarnaast is het zo dat circa 50 musea ressorteren onder de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid (Rijksmusea) en circa 130 musea vallen onder beheer van gemeenten en provincies (OCenW, 2002). Limburg kent bijvoorbeeld drie provinciale musea, te weten het Limburgs Museum in Venlo, Bonnefanten Museum in Maastricht en het Industrion (Continium per 1 juni 2009) in Kerkrade. De musea in Nederland kennen een grote inhoudelijke diversiteit. Volgens gegevens van het CBS beheert iets meer dan de helft van alle musea in Nederland een collectie op het gebied van geschiedenis, over bedrijf en techniek laat 28% iets zien, 12% gaat over beeldende kunst en 6% over natuurlijke historie. Verder zijn er nog een aantal musea met een collectie over volkenkunde en gemengde collecties. Bij de bezoekers spreken de thema’s beeldende kunst en geschiedenis het meest tot de verbeelding, musea met collecties op dit gebied ontvangen gemiddeld genomen de meeste bezoekers. 3.1.3
De museale kerntaken
In de hiervoor omschreven ICOM-definitie kunnen 3 museale kerntaken worden onderscheiden: 1. de collectietaak die zich richt op het verzamelen, het registreren en behoud en beheer van de collectie, inclusief het uitvoeren van onderzoek; 2. de publiekstaak die bestaat uit het overdragen van informatie over de collectie door middel van presentaties, tentoonstellingen, publicaties en educatieve programma’s; 3. de bedrijfsvoering, dat wil zeggen dat de eerste twee kerntaken (collectie en publiekstaak) alleen kunnen worden uitgevoerd als het museum beschikt over de juiste faciliteiten, te weten: huisvesting, beveiliging, deskundig personeel en financiële middelen. Een goede samenhang tussen deze drie kerntaken bepaalt of een museum adequaat kan functioneren. 3.1.4 Functies van het museum De raad voor cultuur omschrijft in haar advies over museale strategie “een vitaal Museumbeleid” van september 2005 een aantal functies van het museum. In het kort worden deze hier neergezet: het museum als instrument voor cultuuroverdracht Het museum is één van de plekken waar een cultuur zichzelf zichtbaar maakt en definieert. Musea voldoen aan een maatschappelijke behoefte aan betekenisgeving. Musea dragen zorg voor het vertellen van een verhaal over de cultuur, zij kunnen hierbij de belangrijkste actor op dit gebied, het onderwijs, goed ondersteunen. Het museum kan daarnaast gezien worden als een vrijwillige leeromgeving. Mensen komen om te genieten van kunst en cultuur, om creatief geprikkeld te worden of simpelweg om vermaakt te worden. Lering en vermaak gaan binnen een museum dan ook hand in hand;
Museumnota gemeente Maasgouw
14
PS Partner in Leisure
het museum als kennismakelaar In navolging van periode waarin de samenleving een evolutie doormaakte op een bepaald gebied, zoals bijvoorbeeld de industriële samenleving, kan er heden wel gesproken worden over een kennissamenleving. Binnen deze kennissamenleving spelen musea een zeer voorname rol. Zij tonen door hun collecties de waarde en betekenis van vroegere en huidige systemen. Het publiek heeft een groot vertrouwen in het waarheidsgehalte van de informatie die zij in de musea op doen. Dit is dan ook het ‘unique selling point’ van musea; het museum als publiekstrekker en marktspeler Vanuit een economische en toeristisch perspectief gezien stimuleren musea de lokale economie. Ze verbeteren het vestigingsklimaat voor werknemers van hoogwaardige bedrijven en geven status aan de openbare ruimte om hen heen. Musea bevorderen het toerisme en geven daarmee een impuls aan de lokale middenstand. Dit maakt dat overheden vaak relatief makkelijk te verleiden zijn tot museale nieuw- en verbouw. Maar vervolgens wordt wel vaak verwacht dat het museum de in verband daarmee stijgende exploitatielasten dekt uit de verwachte hogere publieksinkomsten. Musea worden door hun subsidiegever in toenemende mate gedwongen zich op te stellen als cultureel ondernemer en meer eigen inkomsten te genereren. Bezoekcijfers en eigen inkomsten zijn in die optiek de belangrijkste graadmeters van succes. In deze is het van groot belang de balans tussen de kwaliteit van het gepresenteerde aanbod en de kwantiteit van het bezoek goed te bewaken. het museum als collectiebeheerder Collecties vormen traditioneel de basis van alle musea en de zorg daarvoor is een min of meer vaststaande taak met lange termijn-perspectief. Musea bepalen in Nederland in principe zelf wat ze verzamelen en wat ze afstoten. Ten aanzien van hun selectiebeleid is de bemoeienis van de overheid secundair. Musea hebben de deskundigheid daarvoor zelf in huis. De raad van cultuur zegt in hun advies dat voor hen de overtuiging centraal staat dat voor de overheid de belangrijkste functie van musea moet liggen in hun bijdrage aan cultuuroverdracht en hun makelaarsrol in de kennissamenleving.
3.2
De bezoekers en hun motieven
Er zijn grofweg een viertal redenen te onderscheiden waarom iemand een museum bezoekt. Deze redenen zijn, om: a. iets te leren; b. te genieten van kunst en cultuur; c. creatief geprikkeld te worden; d. om vermaakt te worden. Een grote meerderheid van de Nederlandse bevolking (92%) geeft aan kunst en cultuur belangrijk te vinden. Ruim 27% van de bevolking vindt cultuurdeelname zelfs een belangrijk onderdeel in zijn of haar persoonlijke leven. Dat blijkt uit onderzoek van Motivaction in opdracht van Kunstenaars&Co. Uit het rapport blijkt dat ontspanning, inspiratie, expressie en het creëren van een aangename omgeving de belangrijkste drijfveren zijn voor mensen om culturele activiteiten te ondernemen. De veranderende samenleving en politieke en sociaal-economische werkelijkheid nopen musea er echter toe om zich permanent te vernieuwen en in te spelen op marktontwikkelingen.
Museumnota gemeente Maasgouw
15
PS Partner in Leisure
3.3
Actuele marktontwikkelingen
Musea worden zich in toenemende mate bewust van hun maatschappelijke rol. Dit leidt veelal tot samenwerking met andere instellingen en organisaties. Daarnaast worden musea zich ook bewust van de veranderende samenleving en de daaraan gerelateerde veranderde vraag en wensen en behoeften van de bezoekers. Om te kunnen blijven voortbestaan is het dus zaak dat de musea ontwikkelingen opmerken en open staan voor verandering. Binnen de museumwereld zijn dan ook een aantal trends en ontwikkelingen waar te nemen:
meer aandacht voor cultuureducatie; meer aandacht voor eigentijdse geschiedenis ; kwaliteitsverbetering musea; nieuwe vormen van samenwerking; nieuwe media & digitalisering; verzelfstandiging musea; vergroten van het publieksbereik; toenemende concurrentie op de vrijetijdsmarkt; beleveniseconomie .
In bijlage 1 worden deze nader uitgewerkt. De strijd om de gunst van de bezoeker dwingt de musea hun presentatievormen te verbeteren en bij de tijd te blijven. Musea zijn dan ook geneigd steeds meer vermaak te bieden en steeds krachtiger in te zetten op hun tentoonstellingsprogrammering met nadruk op laagdrempelige onderwerpen en op moderne hedendaagse kunst omdat die de meeste aandacht genereren. Musea met een gemengde collectie laten daarom in toenemende mate hun historische collecties onzichtbaar worden. Het gevaar bestaat dat musea op de vrijetijdsmarkt niet alleen het onderspit zullen delven ten opzichte van commerciële attracties, maar ook de legitimering van hun overheidssteun verkleinen. Kwaliteit heeft in de gesubsidieerde sector het primaat.
Museumnota gemeente Maasgouw
16
PS Partner in Leisure
Museum Het Land van Thorn (foto stichting Gemeentemuseum Het Land van Thorn)
Museumnota gemeente Maasgouw
17
PS Partner in Leisure
4.
Beleidsontwikkelingen
Hoewel niet wettelijk vastgelegd is in de praktijk sinds de jaren tachtig de taakverdeling als volgt: het rijk subsidieert de musea met een rijkscollectie en de landelijke museale ondersteuningsinstituten zoals het Instituut Collectie Nederland en de Nederlandse Museumvereniging. Ook financiert het rijk het landelijke fonds de Mondriaan Stichting; de provincies subsidiëren de provinciale musea en de provinciale steunfunctie (bijvoorbeeld de museumconsulent die gehuisvest is bij het Huis voor de Kunsten); de gemeenten hebben een taak voor (de) lokale en regionale musea. Geconstateerd wordt dat deze gegroeide taakverdeling nogal rigide en zonder vruchtbare onderlinge afstemming wordt toegepast. Een centrale (eventueel zachte) regie wordt gemist waardoor synergie vaak niet tot stand komt, kansen blijven liggen en de museale sector als geheel suboptimaal functioneert (Federatie Limburgse Musea, 2008). In het onderstaande worden de meest relevante beleidsontwikkelingen op de drie niveaus kort aangestipt en in de bijlage verder uitgediept. 4.1
Landelijk beleid
Kortheidshalve wordt hier ingezoomd op een viertal relevante aandachtspunten uit de nota ‘kunst van leven’ (OCW, 22 juni 2007) welke ook voor de drie musea in de gemeente Maasgouw van belang zijn: • •
veiligheidsbeleid; brede museale impulsen (subsidies gericht op innovatie, diversiteit,
• •
publieksbereik, educatie en de „canon‟) ; bevorderen toegankelijkheid en vernieuwing van musea; verbetering van educatieve functie van musea (middels gratis toegang kinderen tot en met twaalf jaar bij geregistreerde musea).
In bijlage 2 worden deze rijksontwikkelingen verder omschreven.
Maas- en scheepvaartmuseum (foto PS Partner in Leisure)
Museumnota gemeente Maasgouw
18
PS Partner in Leisure
4.2
Provinciaal beleid
De navolgende beleidskaders zijn relevant voor Maasgouw: Beleidskader Cultuur 2009-2012 In deze zijn 4 programmalijnen van belang. Deze hebben betrekking op: - investeren in kwalitatief en innovatief kunstaanbod; - vergroten betrokkenheid en participatie bij cultuur door nieuwe vormen van digitalisering en medialisering; - ontwikkeling van een sterk profiel door een herkenbare indentiteit;; - grensoverschrijdende samenwerking. Beleidsnotitie Federatie van Musea in Limburg (juni 2008) De belangrijkste aanbevelingen uit deze notitie betreffen: - noodzakelijkheid van de verbreding van het concept ‘museum’ (een museum is meer dan een verzamelplaats van objecten uit het verleden!); - meer publieksonderzoek bij musea; - digitalisering van collecties; - een gezamenlijk open depot voor het Limburgse Erfgoed (oplossing voor structureel gebrek aan opslagruimte voor cultureel erfgoed); - stimuleren ‘corporate identity’ (doorverwijsfunctie, koppeling websites, gezamenlijke benadering sponsors en bedrijfsleven); - stimuleren internationalisering en grensoverschrijdende projecten. Sonderende museumnotitie GS (februari 2009) Van belang hierin zijn: - het gratis museumbezoek voor jongeren tot 12 jaar bij de erkende musea in Nederland, dus ook in Limburg vanaf september 2009; - ondersteuning samenwerking tussen musea, bibliotheken en andere erfgoedinstellingen op het terrein van digitalisering; - bevordering en ondersteuning internationale samenwerking op het terrein van cultuur, dus ook van musea; - bevordering cultuurparticipatie middels ‘het cultuurkaartje’ voor scholen in samenwerking met Hermes en de NS en vervolgens in samenwerking met Veolia; - instellen van waarderingssubsidies ten behoeve van projecten op het terrein van cultuur- en erfgoededucatie van musea. In bijlage 2 wordt een en ander verder uitgediept. Behalve voor de drie provinciale musea draagt de provincie Limburg de verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van de musea in onze provincie door middel van de museumconsulent bij het Huis voor de Kunsten. Daarnaast beschikt het Huis voor de Kunsten over een consulent beeldende kunst, van belang voor in het bijzonder de kunstmusea in Limburg. Het functioneren van musea als onderdeel van het actuele en maatschappelijk leven kan bevorderd worden door gerichte bemiddeling van de diensten van de Stichting Vitaal Kapitaal Limburg. Afhankelijk van de concrete vraag van een museum kan de Stichting Vitaal Kapitaal Limburg, die in het leven is geroepen door de provincie Limburg, bemiddelen bij de inzet van deskundige, vrijwillige medewerkers op velerlei terreinen.
Museumnota gemeente Maasgouw
19
PS Partner in Leisure
4.3
Regionaal beleid
Ook op regionaal vlak zijn een aantal ontwikkelingen van belang: Regiovisie Midden-Limburg 2008-2028 De regiovisie is een coproductie van de zeven Midden-Limburgse gemeenten, de provincie Limburg en veel private partners. Voor Maasgouw zijn in dit kader de volgende thema’s van belang: • ontwikkeling Maasplassen; • ontwikkeling bijzondere woongebieden, bijvoorbeeld wonen aan- en op het water. TROM TROM staat voor Toeristisch-Recreatieve Ontwikkelingsmaatschappij MiddenLimburg. Het businessplan voor de TROM Midden-Limburg schetst de strategie die overheid, bedrijfsleven en (intermediaire) organisaties gezamenlijk moeten volgen bij het versneld versterken van de toeristische structuur van Midden-Limburg. De TROM zal zich vooral richten op drie actielijnen, te weten: 1. het verzorgen van de toeristische regiopromotie; 2. de uitbouw, het onderhoud en beheer van toeristische routestructuren; 3. het uitvoeren van structuurversterkende economische projecten. VVV Midden-Limburg Tot januari 2008 was er de VVV Noord- en Midden-Limburg. Vanaf 1 januari 2008 is Midden-Limburg zelf verantwoordelijk geworden voor de organisatie van de toeristische regiopromotie.Er zijn in Midden-Limburg vier VVV-kantoren, in Reuver, Roermond, Herkenbosch (tijdelijk) en Thorn. Daarnaast zijn er in de diverse dorpskernen in totaal vijf agentschappen waar toeristen terecht kunnen voor folders, fiets- en wandelkaarten en toeristische informatie over de directe omgeving. Voor het Streekmuseum Stevensweert zijn afspraken gemaakt met de VVV om een agentschap te vormen in het museum. Toeristisch-recreatief Kaderplan ‘Maashoorn’ Binnen de regio Noord- en Midden-Limburg is begin 2008 gestart met het opstellen van een cultuurtoeristisch grensoverschrijdend kaderplan voor enkele gemeenten langs de Nederlands-Belgische grens (projectgebied De Maashoorn), waaronder gemeente Maasgouw. Voor Maasgouw maken de volgende culturele projecten deel uit van het kaderplan ‘Maashoorn’: • verbeterde inrichting van het Streekmuseum; • uitvoering fase 2 van de herinrichting van het Gemeentemuseum Het Land van Thorn; • Uitvoering fase 2 van de museale herinrichting Abdijkerk Thorn; • Nieuwe inrichting van het Maas- en Scheepvaartmuseum en realisatie van afmeervoorzieningen voor historische schepen in Maasbracht; • Ontwikkelingen binnen het concept ‘Thorn, cultuur- en congresstadje’ (zie hierna). Momenteel wordt er door een extern bureau een haalbaarheidsonderzoek voor het plan uitgevoerd. In het plan zijn prioriteiten en kostenindicaties aangegeven. De planning is om vanaf 2010 met de uitvoering van het kaderplan ‘Maashoorn’ te starten. Onduidelijk is echter in dit stadium of er daadwerkelijk Europese Middelen verkregen zullen worden voor dit project. In de bijlage 2 meer over het regionaal beleid.
Museumnota gemeente Maasgouw
20
PS Partner in Leisure
4.4
Lokaal beleid
Afsluitend in dit kader enkele relevante lokale beleidsontwikkelingen. Cultuur-toeristische nota (voorheen Totempaal geheten) Het museumbeleid vormt een onderdeel van de cultuur-toeristisch recreatieve visie voor Maasgouw waarbij de focus ligt op cultuur. Binnen deze visie wordt ervoor gekozen om niet direct te investeren in z.g. ‘hardware’ maar juist in ‘software’, zijnde niet-tastbare cultuur-toeristische voorzieningen en activiteiten zoals kansrijke en unieke evenementen, een goede programmering op het buitenpodium in Thorn enz.. Naar verwachting zal deze visie in september 2009 worden aangeboden aan de Raad Structuurvisie en ontwikkelingsvisie Havenfront Maasbracht De gemeente wil de haven en Havenboulevard ontwikkelen tot een belangrijk en aantrekkelijk gebied voor toeristen, recreanten en eigen bevolking. Voornemen in de oorspronkelijke planvorming was om het Scheepvaartmuseum directer aan het water en de haven een nieuwe plek te bieden. Deze planvorming verkeert echter thans in een impasse doordat er – mede ingegeven door de economische recessie anno 2009 – te weinig meeropbrengsten uit het plan (verkoop woningen) kunnen worden gegenereerd. Hierdoor moet de uitvoering van bepaalde elementen uit het oorspronkelijke plan, zoals de nieuwbouw van het museum, thans nader worden bezien. Regiocentrale Zuid RWS Onderdeel van bovenstaande visie ‘Havenboulevard’vormt eveneens de bouw van de nieuwe Regiocentrale Zuid die als verkeersknooppunt in de Limburgse scheepvaart in 2013 een prachtige markering aan het einde van de Havenboulevard gaat vormen. In deze regiocentrale van Rijkswaterstaat komt een multifunctionele ontvangstruimte annex bezoekerscentrum, waar bezoekers uitleg kunnen krijgen over de werking van de sluizen en het nieuwe bedieningssysteem. In het verleden is het gebouw van de Regiocentrale Zuid ook al eens in beeld geweest als mogelijke locatie voor Maas- en Scheepvaartmuseum. Vanwege de hoge kosten van realisering is daar door de Raad in haar vergadering van 20 september 2007 van afgezien. Insteek was toen middels vergroting van het vloeroppervlak van het gebouw (cofinanciering bouwkosten) het museum een plek te geven. Thorn cultuur- en congresstadje De gemeente is thans bezig binnen het kader van Interreg III project ‘Mensen en kerken in dialoog over grenzen en tijden heen’ het stadje Thorn te ontwikkelen tot cultuur- en congresstadje. Activiteiten die in dat kader zijn gepland c.q. uitgevoerd, zijn: vervaardiging van een overdekt en mobiel buitenpodium, renovatie van het gemeenschapshuis ten behoeve van bijvoorbeeld kleinere congressen en exacte definiëring van de functies van enkele oude gebouwen op het historisch plein in Thorn, de “Hofferkeukens” en het oude sousterrain.
In bijlage 2 wordt een uitgebreidere omschrijving van het lokale beleid weergegeven.
Museumnota gemeente Maasgouw
21
PS Partner in Leisure
Streekmuseum Stevensweert-Ohé en Laak (foto PS Partner in Leisure)
Museumnota gemeente Maasgouw
22
PS Partner in Leisure
5.
De huidige situatie
In dit hoofdstuk wordt de huidige situatie bij de drie musea in de gemeente Maasgouw in beeld gebracht. Dit geschiedt middels een situatieschets, de huidige bedrijfsvoering en de daarbij aangetroffen knelpunten. De bevindingen zijn het resultaat van: 1. de vragenlijst die samen met de musea is ingevuld (zie bijlage voor deze vragenlijst); 2. onderzoek naar de bedrijfsvoering; 3. bedrijfsbezoek en gesprekken,
5.1
Gemeentemuseum Het Land van Thorn
5.1.1 Situatieschets Het Gemeentemuseum Het Land van Thorn is gelegen aan de Wijngaard in de historische kern van het witte stadje Thorn. Het Gemeentemuseum Het Land van Thorn is een museum waarin de plaatselijke historie tot uitdrukking wordt gebracht. Het museum is sinds 2004 een professioneel museum en als geregistreerd museum opgenomen in de Museumregistratie van de Museumvereniging. Eind 2009 moet er opnieuw een aanvraag worden ingediend voor verlenging van dit certificaat. Het ontstaan Het Gemeentemuseum Het Land van Thorn is voortgekomen uit een gemeentelijke commissie; deze commissie is in maart 2004 verzelfstandigd, waarna de Stichting Gemeentemuseum Het Land van Thorn is opgericht. Aan de wieg stond dus de voormalige gemeente Thorn. Tot een stichting is besloten omdat deze formele grondslag een grotere vrijheid van handelen garandeert bij het nastreven van museaal-inhoudelijke doelen en de werving van ondersteuning door derden. De gemeente heeft het recht om zelf te participeren dan wel via aanwijzing van een persoon deel uit te maken van het bestuur van de stichting. Doelstelling en juridische vorm Het museum is een zelfstandige stichting met een bestuur bestaande uit vrijwilligers, die zich richt op het onderzoeken, het verzamelen en presenteren van de geschiedenis van Thorn. De doelstelling is geformuleerd in de statuten, het beleidsplan, op de website en in een folder. Het museum volgt de internationale ICOM definitie (International Community of Museums). De collectie en overig aanbod Er wordt in het museum in het bijzonder aandacht geschonken aan het thema ‘religie’ met de voormalige abdijkerk, de abdisvorstinnen en adellijke stiftsdames in de hoofdrol. Daarnaast is er aandacht voor de negentiende en twintigste-eeuwse muziekgeschiedenis, de archeologische objecten uit het Land van Thorn en de kunstenaars die in Thorn hebben geleefd of gewerkt. Pronkstuk van het museum is het Panorama Thorn. Dit driedimensionale kunstwerk biedt de toeschouwer vanuit vogelvluchtperspectief zicht op een gedeelte van de historische kern van het witte stadje anno1980. In aansluiting op het Panorama werd in 2001 een diaklankbeeld vervaardigd (tegenwoordig wordt deze digitaal gepresenteerd).
Museumnota gemeente Maasgouw
23
PS Partner in Leisure
Het museum heeft naast het Panorama Thorn zelf geen eigen collectie van grote cultuurhistorische waarde. Een collectie muziekinstrumenten en een verzameling foto’s en informatieborden bevindt zich grotendeels in depot. Er wordt veel gebruik gemaakt van langdurige bruikleen van collecties van andere musea, particulieren en de collectie van de voormalige gemeente Thorn. De bezoeker kan binnen het museum gebruik maken van een audiosysteem waarmee er bij iedere vitrine (in vier talen) auditieve informatie op te halen is aan de hand van een klein apparaat dat voorzien is van een hoofdtelefoon. Eveneens kan dit zogenaamde data pickupsysteem benut worden voor de verkenning van de historische kern van Thorn en de nabij gelegen Abdijkerk. En tenslotte staat er binnen het museum een meertalig zogenaamd tijdvenster opgesteld; hier kan de bezoeker zelf aan de hand van een z.g. ‘touchsceen’ (ArcheoTalk) selectief informatie inwinnen over de historie van Thorn. Gezien de lokaaltypische cultuurhistorie (met het accent op religie) dat het onderwerp van collectie is, is het museum met geen ander museum te vergelijken. Wisselexposities Het museum werkt veel met wisselexposities (vier per jaar). Deze exposities dienen een directe betrekking met het dorp, de streek dan wel de provincie te hebben. In 2009 is een expositie opgezet waarin foto’s van de Thornenaar Har Bokken worden getoond. Voor deze expositie ‘Thoear thoes’ zijn foto’s gemaakt in de historische panden van Thorn. Gefotografeerde interieurs tonen soms nog oude overblijfselen uit de lang vervlogen tijd van de adellijke stiftsdames. Het aantal wisselexposities wordt als veel ervaren door de conservator; het organiseren van een dergelijke expositie is zeer tijdsintensief en men ervaart dat andere reguliere werkzaamheden door de druk van de wisselexposities niet naar behoren kunnen worden voltooid. Mogelijk zou het reduceren van het aantal exposities meer ruimte scheppen. Recente investeringen In 2006 heeft er op basis van een Interreg III subsidie een herinrichting van het museum plaatsgevonden. Tijdens de herinrichting is er ondermeer een nieuwe balie geplaatst, zijn er nieuwe toiletten gekomen en is er schilderwerk uitgevoerd. Door de herinrichting is het museum een half jaar gesloten geweest. Resultaat van de herinrichting is dat het museum een professionelere uitstraling heeft gekregen. Huisvesting Het Gemeentemuseum is gehuisvest in een gemeentelijk gebouw. De totale oppervlakte van het gebouw bedraagt circa 770 m2; onderverdeeld in een presentatieruimte, wisselexpositieruimte, klein depot (met computer), receptie, keuken, beperkte depotruimte (enkel kleine zoldertjes en tussenruimten) en toiletten. Er is geen separate vergaderruimte aanwezig (de vergadertafel is thans gesitueerd in de ruimte waar de wisselexpositie tentoongesteld wordt). Kijkend naar de eisen die aan een geregistreerd museum worden gesteld is er sprake van onvoldoende beheersingsmogelijkheden voor de temperatuur en een relatief hoge luchtvochtigheid. Tevens wordt de zichtbaarheid van het museum als onvoldoende ervaren. Automatisering Op de website (www.museumhetlandvanthorn.nl) wordt informatie gegeven over een stukje geschiedenis van Thorn, de evenementen en tentoonstellingen die plaats gaan vinden en openingstijden en entreeprijzen.
Museumnota gemeente Maasgouw
24
PS Partner in Leisure
Het museum maakt gebruik van een introductiefilm, een audio ‘pickupsysteem’ en het tijdvenster om bezoekers interessante informatie te geven. Bij de herinrichting zijn de statische instrumenten door de virtuele toepassing van een ‘touchscreen’ aanzienlijk verlevendigd. Samenwerking Het museumbestuur wil de bestaande goede relatie met de plaatselijke Abdijkerk verder uitbouwen en verstevigen. De aanwezigheid van de pastoor-deken bij de bestuursvergaderingen past in dit beleid. In deze samenwerking worden zaken zoals verkoop van toegangsbewijzen, vrijwilligersbeleid en de organisatie van allerlei regelgeving die te maken heeft met vrijwilligers en betaalde krachten besproken. In de samenwerking is tot op heden het volgende gerealiseerd: • een combikaart voor het museum en de kerk (deze moet echter nog meer gepromoot worden); • een gezamenlijke folder; • een gezamenlijk audiosysteem. Momenteel zijn er gesprekken gaande over het realiseren van een gezamenlijke bezoekersentree in de kerk. Daarnaast wordt samengewerkt met het RHIDOC (Regionaal Historisch Informatie- en Documentatiecentrum) waar het archief is gevestigd. Bezoekers kunnen een kijkje nemen in het archief. Ook is men voornemens de bestaande samenwerking met het Limburgs Museum en de Geschied- en Heemkundeverenging ‘het Land van Thorn’ te continueren. Met de andere musea in de gemeente wordt niet of nauwelijks samengewerkt. Wel wordt door het museum aangegeven dat het wenselijk is een historische tentoonstelling samen te stellen met het Streekmuseum van Stevensweert of andere kleinere musea in de omgeving. Vanwege de fysieke afstand tussen de musea en het verschil in karakter tussen de stadjes is het lastig een concrete samenwerking te realiseren, aldus het bestuur.
Panorama Thorn in museum Het Land van Thorn (foto stichting Gemeentemuseum Het Land van Thorn)
Museumnota gemeente Maasgouw
25
PS Partner in Leisure
5.1.2 Bedrijfsvoering Voor wat betreft de bedrijfsvoering is met name gekeken naar de exploitatie van het museum voor wat betreft kosten en opbrengsten en de uiteindelijke financiële positie van het museum. Deze aspecten worden in onderstaande belicht. Personeel Voorafgaand aan het gegeven dat de voormalige gemeente Thorn in 2007 ging herindelen, zijn er ter continuering van de taken middelen beschikbaar gesteld door de toenmalige gemeente Thorn voor de aanstelling van een parttime conservator (16 uur p/week) en 2 medewerkers (circa 1 FTE) ten behoeve van balie- en andere voorkomende werkzaamheden (vrijwilligers, beheer, pr). Dit laatste ook als gevolg van de verhuizing van de VVV-balie naar het voormalige gemeentehuis, waardoor voor eigen bemanning van de balie moest worden zorg gedragen door het museum. De stichting ontvangt momenteel als gevolg van deze afspraak voor deze personeelskosten € 35.000,- subsidie van de gemeente. Om de openingstijden van het museum te kunnen garanderen nadat de VVV was vertrokken, was het noodzakelijk het aantal vrijwilligers uit te breiden. Op dit moment zijn er 26 vrijwilligers van de beide harmonieën van Thorn die de baliediensten verzorgen. Door het grote aantal vrijwilligers dat nu beschikbaar is, wordt bereikt dat de museumbalie dagelijks bezet is. Daarnaast zijn er vrijwilligers actief die zich bezighouden met de website, computertechniek, opbouw en afbreken tentoonstellingen, beheer- en onderhoud en bestuurszaken. Het aantal vrijwilligers is volgens de conservator en bestuur voldoende om de openingstijden te garanderen. Stichting Perenniter De voormalige gemeente Thorn heeft aldus een subsidie van € 35.000 toegekend voor de personeelskosten. Het stichtingsbestuur heeft aangegeven dat jaarlijks echter meer nodig is om de personeelskosten te kunnen dekken. Daarom is aanvullend afgesproken dat de stichting Perenniter voor 5 jaar (tot 2012) aan dit tekort meebetaalt door een jaarlijkse bijdrage (jaarlijks € 5.000,-) te leveren aan de twee harmonieën die zorgen voor de vrijwilligers voor de balie. Vereniging ‘Vrienden van het museum’ Sinds einde 2008 is er een vereniging ‘vrienden van het museum’ opgericht. De vereniging Vrienden van het museum doneert op het moment dat uitbreiding van de collectie aan de orde is. Er worden geen bijdragen verstrekt voor de reguliere exploitatie. Donaties van de leden variëren van € 50,- tot € 150,- per lid. In de toekomst wil het bestuur deze vereniging onderbrengen in een aparte stichting. Financiën De exploitatie ziet er op hoofdlijnen als volgt uit: 2005
2006
2007
Totale inkomsten Totale uitgaven
9.850 40.289
6.965 43.197
144.960 202.701
21.458 137.241
Exploitatietekort
-/-30.439
-/- 36.232
-/- 57.741
-/- 115.783
22.200
22.500
22.500 35.000
22.500 35.000 30.000 -/- 28.283
Exploitatiesubsidie gemeente Subsidie loonkosten Subsidie extra (pilotfonds) Resultaat
-/- 8.239
-/- 13.732
-/-
241
2008
Bron: rapportage Haute Equipe, 2009
Museumnota gemeente Maasgouw
26
PS Partner in Leisure
Waar bij de overige twee musea in de gemeente sprake is van volledige vrijwilligersorganisaties, wordt de bedrijfsvoering van het museum professioneel aangestuurd. Dit verklaart voor een groot deel het grote structurele verschil tussen inkomsten en uitgaven en vervolgens de oplopende tekorten. Kijkend naar 2008 is er sprake van een tekort van bijna € 30.000,-. Hierbij dient aangetekend te worden dat voor wat betreft 2008 het handelt om voorlopige cijfers en hier de gevolgen zichtbaar worden van de benodigde versnelde afschrijving in 5 jaar van de verkregen Interreg-subsidie in 2007. Opgemerkt dient verder te worden dat als gevolg van de wijziging van accountant en de toegekende Interreg-subsidie in 2007 een verschuiving van toerekening van uitgaven en inkomsten heeft plaatsgevonden die een onderling vergelijk van de cijfers over de vier jaar zeer lastig maken. De reservepositie van de stichting is met € 44.469 negatief in de voorlopige cijfers over 2008, opgebouwd vanuit met name exploitatieresultaten vanaf 2004 en een aantal balanscorrecties. In de kostenafrekening valt op dat de huurkosten redelijk stabiel zijn gebleven de afgelopen drie jaar (2008: € 2.537 en in 2006 en 2007: € 2.500,-). Daarentegen vallen de hoge jaarlijkse energielasten op in relatie tot de opbrengst (2008: € 8.200,-), zijnde 38%. De huurkosten ad € 2.537 in 2008 zijn weer relatief laag te noemen in vergelijking ook met de huur die de andere musea betalen, zeker in relatie tot de locatie van het museum. De stichting ontvangt een jaarlijkse exploitatiesubsidie van € 22.500 van de gemeente. Daarnaast is er sprake van een loonkostensubsidie van € 35.000. Uit de gemeentelijke programmabegroting van 2008 blijkt dat bij ongewijzigd beleid naar verwachting minimaal jaarlijks een extra bedrag van € 30.000 nodig is om de exploitatie van het museum kostendekkend te maken. Er is besloten dit extra bedrag voor de jaren 2008 en 2009 toe te kennen vanuit het Pilotfonds dat tot doel heeft om voor 2008 en 2009 noodzakelijk geachte initiatieven te bekostigen. Dit met als insteek om tijd te winnen om na te gaan of een structurele voortzetting gewenst is. Bezoekers Op basis van de geautomatiseerde bezoekersregistratie bedroegen de entree-inkomsten in totaal in 2008: € 9.525. Hiervan wordt € 4.125 in combi met Abdijkerk en/of stad verkocht (=43%). Het aantal betalende bezoekers bedroeg in 2006 4.049, in 2007 5.370 en in 2008 5.400 en is daarmee in 2008 niet structureel gestegen. Voor wat betreft de herkomst gaat het hier om bezoekers uit Thorn zelf (t.b.v. openingen, wisselexposities e.d.), toeristen, scholen en CKV-ers. De meeste bezoekers komen in juli en augustus (=toeristisch van aard). 80% van de bezoekers is ouder dan 50. Het streven is om toe te groeien naar 10.000 bezoekers (incl. museumjaarkaarten en gratis bezoekers). De Abdijkerk werd in 2008 door 23.000 bezoekers bezocht hetgeen de wens om te komen tot één bezoekersentree onderstreept. Er bestaat geen behoefte om de openingstijden aan te passen c.q. te verruimen. Interreg IV project ‘De Maashoorn’ Zoals eerder vernoemd wordt in het kader van het toeristisch-recreatief grensoverschrijdend kaderplan ‘De Maashoorn’ een aanvraag ingediend bij de Euregio waarin wordt ingezet op versterking van de museale en culturele infrastructuur. Hierin zijn voor het Gemeentemuseum de kosten van de renovatie panorama Thorn, renovatie/herinrichting kelder, klimaatbeheersing, aanpassingen receptie en de uitbreiding van het pick-upsysteem voor in totaal € 109.000 opgenomen. . Op dit moment valt nog geen uitspraak te doen over de haalbaarheid van deze aanvraag.
Museumnota gemeente Maasgouw
27
PS Partner in Leisure
5.1.3 Knelpunten Samenvattend geldt dat voor het Gemeentemuseum ‘Het Land van Thorn’ de volgende knelpunten kunnen worden gesignaleerd: Financiële positie Het museum is een professioneel museum voorzien van moderne faciliteiten. De herinrichting in 2007 heeft hier in belangrijke mate aan bijgedragen. Het aantal bezoekers van het museum is redelijk stabiel, maar stijgen echter niet exceptioneel door de herinrichting. Ten aanzien van de beschikbare subsidies en vergoedingen ontstaan er op termijn enkele knelpunten: • het verschil tussen de inkomsten en uitgaven is structureel veel te groot, veroorzaakt door de personeelskosten. Dat de inkomsten explosief zullen stijgen is niet realistisch, aldus zal een reductie van de kosten meer voor de hand liggen; • de subsidie van €30.000 is een tijdelijke subsidie voor de jaren 2008 en 2009. Het museum geeft aan zonder deze subsidie niet te kunnen voortbestaan, zo laat overigens ook de jaarrekening 2008 zien; • de extra vergoeding die het museum ontvangt van de stichting Perinniter loopt tot 2012. Het is onduidelijk hoe het eventueel wegvallen van deze vergoeding wordt opgevangen; • door de uitbesteding van de administratie, heeft het bestuur onvoldoende actueel zicht op de financiële situatie en belemmert dit een gedegen besluitvorming. Bovendien is vergelijk van de cijfers moeilijk door de toepassing van andere toerekeningsmethodieken in de loop der jaren. De exploitatiesubsidie en de loonkostensubsidie zijn gebaseerd op afspraken met de voormalige gemeente Thorn. Omtrent de vraag in hoeverre deze afspraken juridisch vastliggen en structureel van aard zijn, bestaat momenteel nog steeds onduidelijkheid. Personeel Er is een conservator in dienst. Als knelpunt wordt door het museum aangegeven dat deze met 16 uur per week te weinig tijd heeft om de taakomvang uit te voeren. Met name de dagelijkse gang van zaken kost veel tijd, waardoor onvoldoende tijd overblijft voor het eigenlijke museumwerk. Het bestuur acht het niet langer aanvaardbaar dat de conservator dubbel zo veel tijd in haar werk steekt dan waarvoor zij betaald wordt. Museumcollectie Het museum is op dit moment sterk intern gericht met haar collectie, dat wil zeggen brengt haar verhaal over de geschiedenis en hetgeen wordt gepresenteerd in het museum nu nog te weinig naar buiten toe. Tevens is de presentatie van het museumtopstuk ‘het Panoroma’ sterk verouderd en niet aantrekkelijk. Gebrek aan (depot)ruimte Er is onvoldoende ruimte voor depot en het ontbreekt aan een gedegen kantoor voor de conservator dat aan de arbo-eisen voldoet. Een extern depot (ca. 25m2) zou mogelijk bij kunnen dragen aan het ruimteprobleem. Tevens is door het gebrek aan ruimte het idee voorlopig van de baan om via langdurige bruikleen een prachtige collectie van de heer Selbach uit het Belgische Maaseik in het museum tentoon te stellen. Hoge energiekosten Tenslotte zijn de energiekosten (€ 8.200) afgezet tegen de inkomsten alsook de doelstelling van het museum erg hoog. De hoge energiekosten zijn mede een gevolg van de oude en niet energiezuinige verwarmingsketels.
Museumnota gemeente Maasgouw
28
PS Partner in Leisure
Zichtbaarheid gebouw Door de beperkende criteria voortkomend uit het geldende beschermd stadgezicht zijn de mogelijkheden om het museum als zodanig aan de buitenkant van het gebouw te duiden, dan wel bezoekers naar binnen te verleiden, zeer minimaal. Een gezamenlijke bezoekersentree De verderop gelegen Abdijkerk springt in tegenstelling tot het museum wel bij iedere bezoeker in het oog. Om deze reden is het idee opgevat om de samenwerking met de Abdijkerk te intensiveren en daarnaast op locatie van de kerk een gezamenlijke bezoekersentree te realiseren waarbij combi-tickets voor een bezoek aan beide bezienswaardigheden worden aangeboden en een preview wordt getoond van zowel de Abdijkerk als het museum. Om dit idee te kunnen realiseren zijn er bouwkundige aanpassingen aan de Abdijkerk gewenst. Dit verzoek is recent behandeld in de monumentencommissie van de gemeente Maasgouw en aangehouden vanwege de monumentale status van de kerk en de daaruit voortvloeiende beperkingen voor wat betreft bouwtechnische en esthetische ingrepen. Momenteel wordt bekeken om via zo min mogelijk ingrepen toch het doel te bereiken. Omdat de kerk niet is aangewezen als museum, kan de kerk geen subsidie aanvragen. Kosten van de investering bedragen circa € 100.000,-. De financiering hiervan is volgens het bestuur echter rond.
Museum Het Land van Thorn (foto stichting Gemeentemuseum Het Land van Thorn)
Museumnota gemeente Maasgouw
29
PS Partner in Leisure
5.2
Streekmuseum Stevensweert & Ohé en Laak
5.2.1 Situatieschets Ontstaansgeschiedenis Het Streekmuseum is geopend in 1983 en was het logisch gevolg van de grootscheepse restauratieactiviteiten die in deze jaren werden uitgevoerd in de historische kern van Stevensweert, dat hedentendage de status van beschermd stadsgezicht mag voeren. In eerste instantie werd de gerestaureerde protestantse kerk als locatie voor het museum gebruikt. In 1991 verhuisde de hele collectie naar het voormalige gemeentehuis van Stevensweert, dat door de gemeentelijke herindeling ter beschikking kwam. Het museum heeft hierdoor een huisvesting in een historisch gebouw van de beroemde architect Pierre Cuypers met een centrale ligging aan het Jan van Steffeswertplein in Stevensweert. In december 2008 heeft het museum het predikaat geregistreerd museum definitief toegekend gekregen, na een voorlopige toekenning in 2005. Doelstelling en juridische vorm De doelstelling van het Streekmuseum Stevensweert & Ohé en Laak luidt: • het verzamelen, conserveren, bewaren, bestuderen en tentoonstellen van geschied- en volkskundige objecten, in het bijzonder voor zover betrekking hebbend op het zogenaamde Eiland in de Maas; • het verbreiden en stimuleren van de kennis over het bovengenoemd gebied waarbij met name de rol van de voor Zuid-Nederland unieke vesting Stevensweert een belangrijk accent vervult; • het uitdragen van deze kennis op lokaal, provinciaal, landelijk en grensoverschrijdend gebied. De doelstelling staat geformuleerd in de statuten van de stichting. Tevens is door het bestuur van de stichting een beleidsplan opgesteld, dat regelmatig wordt aangepast en bijgesteld. Het museum geeft de noodzakelijke achtergrondinformatie over de status van beschermd dorpsgezicht, zowel voor de eigen inwoners als voor bezoekers. Ook belicht het belangrijke aspecten uit onze vaderlandse historie (ondermeer de Tachtigjarige Oorlog). Het museum versterkt de eigen identiteit van de gemeente Maasgouw, waaraan Stevensweert als beschermd dorpsgezicht en het Eiland in de Maas met zijn rijke historie, een grote cultuurhistorische waarde toevoegen. De collectie en overig aanbod Het Streekmuseum toont de historie van het zogenaamde Eiland in de Maas, met daarop gelegen de plaatsen Stevensweert en Ohé en Laak. Er is een keuze gemaakt om het accent te leggen op een aantal aspecten van de eigen lokale historie: - baggervondsten (ondermeer een replica van de Kantharos van Stevensweert); - de middeleeuwse beeldhouwer Jan van Steffeswert; - het kasteel Stevensweert en het kasteel Walburg te Ohé en Laak; - de vesting Stevensweert uit de tachtig jarige oorlog; - landkaarten en gravures van het Eiland in de Maas en - de munten van de graven Van den Bergh (heren van Stevensweert).
Museumnota gemeente Maasgouw
30
PS Partner in Leisure
Sinds 1983 organiseert het museum rondleidingen door het museum en de oude kern van Stevensweert, die nog worden uitgebreid met de mogelijkheden die worden geboden door de reconstructie van de vestingwerken. Ook worden nu al regelmatig op zondagen zogenaamde open rondleidingen door Stevensweert georganiseerd vanuit het museum, bijvoorbeeld rond het thema ‘bouw van de vestingwerken’. Het is wenselijk om kritisch om te gaan met het verzamelbeleid, aldus bestuur. Afstoten van collectieonderdelen is echter (nog) niet aan de orde. Ongeveer de helft van de collectie is in eigen bezit, het andere deel is in bruikleen. Het streven is echter, indien mogelijk, zoveel mogelijk zaken in eigendom te verwerven. Voorwerpen die niet zijn opgenomen in de permanente expositie worden bewaard in het depot. Er wordt bewust selectief omgegaan met het tonen van collectiestukken, kwaliteit gaat voor kwantiteit. De vaste collectie wordt in principe niet periodiek gewisseld. Naast de vaste collectie is het gebruikelijk jaarlijks een thematentoonstelling te organiseren. Deze wordt gehouden in de vlakbij het museum gelegen Protestantse Kerkje. Huisvesting Het Streekmuseum is gehuisvest sinds 1991 in het huidige Gemeenschapshuis Stevensweert, het voormalig gemeentehuis van Stevensweert, een karakteristiek monument uit 1858, ontworpen door de beroemde architect Pierre Cuypers en gelegen op een centrale locatie binnen het beschermde dorpsgezicht Stevensweert. De stichting gemeenschapshuis Stevensweert huurt het volledige gebouw (dat tevens gebruikt wordt als kinderdagverblijf en als verenigingsgebouw voor ondermeer Kreato, de gymnastiekvereniging, oudervereniging en de vrouwenbond) van de gemeente die eigenaar is van het gebouw. Het museum huurt de ruimte vervolgens van de Stichting Gemeenschapshuis Stevensweert. Naast de status van gemeentelijke monument behoort het gebouw eveneens tot de rijksmonumenten. Dit brengt met zich mee dat er bij aanpassingen en verbouwingen een monumentenvergunning noodzakelijk is. Het museum beschikt over ca. 390 m2 verdeeld over 3 verdiepingen. Van deze oppervlakte wordt ca. 150 m2 als expositieruimte benut, binnen de overige ruimten zijn ondermeer een filmruimte, een keukentje, opbergkasten, diverse depotruimtes, een archiefruimte, een ontvangsthal, toiletten, een trappenhal en een lift gesitueerd. Gezien de hoeveelheid collectiestukken die zich in depot bevinden zou uitbreiding van de expositieruimte zeker tot de mogelijkheden behoren. Aangezien de medegebruikers van het gebouw in de toekomst mogelijk onderdak zullen krijgen in te realiseren Brede School, zou het museum de expositieruimte dan mogelijk kunnen uitbreiden met de achterliggende ruimten. Recente investeringen Het museum beschikt over de juiste faciliteiten zoals zonwerende gordijnen, klimaatbeheersing en luchtbevochtigers. De expositieruimten zijn voorzien van een alarminstallatie met doormelding naar een centrale. De kosten zijn voor rekening van het museum. Overige maatregelen voor beveiliging (vluchtplan, blustoestellen, technische installatie) zijn uitgevoerd door en op kosten van de gemeente. De verzekering van het pand valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente als eigenaar van het gebouw. De collectie en inventaris zijn verzekerd door het museum. Tevens is er onlangs een lift geplaatst in het museum, waardoor het toegankelijk is voor rolstoelgebruikers en mindervaliden. Daarnaast hebben een aantal gebouwelijke aanpassingen plaats gevonden, zoals de realisatie van een invalidentoilet, een hellingbaan en een nieuwe balie.
Museumnota gemeente Maasgouw
31
PS Partner in Leisure
Ten behoeve van de conservator, de bestuursleden en de gidsen is voor studiedoeleinden een bibliotheek beschikbaar met momenteel bijna 250 titels. Automatisering Er is een site (www.eilandindemaas.nl) beschikbaar waarop informatie te vinden is over het museum, het ontstaan, actuele evenementen, de collectie, openingstijden, de museumwinkel etc. In 2001 is het computerprogramma ADLIB Museum Basis aangeschaft, inclusief het daarbij behorende onderhoudscontract. Hierin is de volledige collectie geregistreerd. Er worden gelden gereserveerd voor toekomstige vervanging van de apparatuur en het verkrijgen van noodzakelijke updates van de software. Er is verder in de expositieruimte een digitale informatiezuil geplaatst. Het museum maakt gebruik van een handmatig kassasysteem. Automatisering op dit gebied is niet aan de orde. De registers van verzekerde waarde, van inkomende stukken en van uitgaande stukken zijn actueel. Samenwerking Het Streekmuseum werkt op verschillende manieren met andere stichtingen en verenigingen samen (bijvoorbeeld samenwerking met Kinrooi, folderuitwisseling met Maas- en Scheepvaartmuseum), maar is hier niet bewust actief mee bezig. In het kader van Interreg is er samenwerking geweest met het Duitse vestingstadje Zons aan de Rijn. In dat kader zijn toen ondermeer speurtochten, leerlingboeken, drietalige tekstborden in het museum e.d. ontwikkeld. Dit project is nu echter niet meer actief. Het Streekmuseum doet ook mee met het Interreg IV project Maashoorn dat wordt voorbereid als toeristisch grensoverschrijdend project. Door het museum wordt ingezet op het vervaardigen van een nieuwe professionele film of powerpoint-presentatie ter vervanging van de huidige videofilm die sinds 1991 steeds bijzonder succesvol heeft gefunctioneerd maar nu aan vervanging toe is en het afspelen van deze nieuwe presentatie met modernere middelen. Er wordt incidenteel samengewerkt met lokale ondernemers in de horeca die arrangementen aanbieden met daarin een bezoek aan het museum. Tevens zijn er banden met het lokale basisonderwijs; hiervoor zijn een tweetal projecten ontworpen: “Een ster op de grond” en “Vechten, varen en malen”. Beide projecten zijn aan de basisscholen van de vroegere gemeente Maasbracht aangeboden die daar naar behoefte gebruik van hebben gemaakt. Kinderen t/m 12 jaar hebben gratis toegang tot het museum. Vereniging Amici Insulae De vereniging Amici Insulae, opgericht in 1983, wil de belangstelling bevorderen voor het karakter, de cultuur en de geschiedenis van Stevensweert en Ohé en Laak. Het museum ontvangt het derde deel van de contributiegelden van de vereniging Amici Insulae. De leden hebben in ruil hiervoor gratis toegang tot het museum. In het bestuur van Amici Insulae is een zetel beschikbaar voor een afgevaardigde vanuit het museumbestuur. Volgens het bestuur zorgt de vereniging Amici Insulae met momenteel 526 leden voor een brede achterban voor het museum. De museumstichting bepaalt de collectie en de bedrijfsvoering van het museum. Hierin heeft de vereniging Amici Insulae geen zeggenschap. Samenwerking VVV Met de komst van een agentschap van het VVV binnen het museum is er binnenkort een beroepskracht van de VVV Midden-Limburg die enkele middagen per week de balie van het museum bemant. Dit geeft tevens de mogelijkheid om de openingstijden te verrruimen en in de winter ook op de zondagmiddag open te zijn.
Museumnota gemeente Maasgouw
32
PS Partner in Leisure
De gemeente heeft akkoord gegeven voor het aanstellen van een VVV-medewerker en betaalt de kosten hiervoor voor voorlopig twee jaar (2009 en 2010). Tussen het museum en het VVV zijn afspraken gemaakt over verdeling van de kosten en opbrengsten van kaartverkoop e.d.. De ruimere openingstijden die hierdoor ontstaan zorgen ervoor dat het museum officieel een gecertificeerd museum is. Daarnaast kan deze samenwerking ervoor zorgen dat de VVV bijdraagt aan een professionalisering van de promotie van het museum en taken op zich neemt rond het plannen van groepsbezoeken, organiseren van arrangementen e.d.; hierdoor wordt een ideale samenwerking bereikt.
Streekmuseum Stevensweert & Ohé en Laak (foto PS Partner in Leisure)
Museumnota gemeente Maasgouw
33
PS Partner in Leisure
5.2.2 Bedrijfsvoering Algemeen beeld Voor het Streekmuseum Stevensweert geldt dat er kan worden gesproken van een stabiele exploitatie, met verliezen die jaarlijks binnen te perken blijven. Er wordt weloverwogen en spaarzaam omgegaan met de beschikbare middelen en er is sprake van een hoge mate van kostenbewustzijn. Hierdoor kent de stichting sinds jaar en dag een sluitende exploitatie (behalve voor 2006) zoals blijkt uit de volgende tabel: Totale inkomsten Totale uitgaven Explotatie tekort Subsidie gemeente Huurcompensatie gemeente Reservering groot onderhoud collectie/aankopen Uiteindelijk resultaat
2003 11.698 14.644 -2.946 5.724 4.666 -7.444
2004 10.111 13.075 -2.964 5.799 4.425 -7.260
2005 9.151 14.975 -5.824 5.622 4.602 -4.400
2006 7.164 22.755 -15.590 5.150 5.766
2007 12.095 12.233 -138 5.150 5.766 -10.778
2008 28.148 42.377 -14.229 5.724 5.766
0
0
0
-4.675
0
-2.739
Bron: rapportage Haute Equipe, 2009
Resultaat en resultaatbestemming Uit de hierboven opgenomen tabel over de exploitatie blijkt dat het de stichting tot nog toe over het algemeen lukt om regelmatig een bescheiden positief resultaat te realiseren. Dit resultaat wordt gereserveerd waardoor de stichting op 1 januari 2009 beschikt over een buffer van ruim € 50.000. Dit lijkt aanzienlijk maar blijkt ook noodzakelijk voor ondermeer het financieren van de hoge kosten voor restauratiewerkzaamheden (bijvoorbeeld bij baggervondsten). Momenteel is er voor circa €10.000,- aan conserveringswerk uitbesteed. Daarnaast zijn er ondermeer op basis van het meerjarenbeleidsplan nog veel wensen. Ook wordt er rekening mee gehouden dat unieke collectiestukken die in bruikleen zijn mogelijk door de eigenaren worden teruggevraagd voor verkoop. In dat geval is de stichting in staat om, soms ook met hulp van sponsoring en/of incidentele subsidies uit fondsen, zo’n collectiestuk in eigendom te verwerven. Een kans die zich maar eenmalig voordoet en waar men snel op moet kunnen inspelen om definitief verlies voor de collectie te voorkomen. De cijfers over 2008 laten een kostenstijging zien die veroorzaakt is door de viering van het 25-jarig jubileum in dat jaar. Personeel Het bestuur van het museum bestaat uit 8 vrijwilligers. Alle voorkomende werkzaamheden worden verricht door de bestuursleden zelf via een onderlinge taakverdeling. Verder zijn er momenteel 8 gidsen (waaronder één bestuurslid) en daarnaast 9 vrijwilligers die meehelpen bij het toezicht in het museum. De gidsen ontvangen per rondleiding een beperkte vergoeding van € 9,-. Voor gidsen en bestuursleden worden jaarlijkse bijeenkomsten georganiseerd waarbij onder leiding van de conservator speciale thema’s worden behandeld. Entrees/rondleiding groepen Op basis van de aanwezige jaarcijfers is de volgende ontwikkeling m.b.t. inkomsten voor entrees en rondleidingen af te leiden:
Museumnota gemeente Maasgouw
34
PS Partner in Leisure
7.000 6.000 5.000 4.000
Rondleiding groepen
3.000
Entrees
2.000 1.000 0 2003
2004
2005
2006
2007
2008
Bron: rapportage Haute Equipe, 2009
Uit dit figuur blijkt dat er sinds 2003 (2004 incidenteel zeer hoog) sprake is van een afname van het aantal individuele entrees, terwijl het aantal groepsbezoeken na een terugval in 2005 weer is toegenomen. Deze tendens heeft zich ook in 2008 doorgezet. Het bestuur verwacht ook naar de toekomst toe een toename van groepsrondleidingen op het moment dat het project Vestingwerken is afgerond en kan worden opgenomen als extra attractie in de rondleidingen. De entree bedraagt op dit moment € 2,-. Kinderen t/m 12 jaar betalen geen entree. Voor groepsbezoeken wordt € 3,- per persoon gevraagd met een minimum van € 40,-. Groepen betalen relatief meer dan individuele bezoekers, omdat zij de service hebben van een gids die gedurende twee uur uitleg geeft. Tarieven voor rondleidingen worden als gevolg van de samenwerking met de VVV-organisatie (Raadsbesluit 30 oktober 2008), gelijkgesteld met de bestaande tarieven van de VVV. 90% van de bezoeken zijn groepsbezoeken. Het aantal groepsbezoeken is de laatste jaren gegroeid naar circa 100 per jaar. Het totaal aantal jaarlijkse bezoekers ligt meestal tussen de 3000 en 4000. Sinds de opening in 1983 heeft het museum zo’n 50.000 bezoekers ontvangen. De bezoekers aan het museum komen uit de gemeente, de regio alsook uit heel Nederland. Ook wordt het museum bezocht door buitenlandse toeristen. Het gros van de bezoekers is van middelbare leeftijd of ouder. Het museum telt de meeste bezoekers in de maanden van april tot november. Vereniging Amici Insulae De contributie voor de vereniging Amici Insulae bedraagt € 12,- per jaar, waarvan eenderde wordt gebruikt als financiële steun aan het Streekmuseum. Jaarlijks gaat het om een bedrag van om en nabij € 2.000. Als tegenprestatie geniet het gehele gezin van de leden van de verenging gratis toegang tot het museum. Dit geld wordt voornamelijk gebruikt voor de aankoop van nieuwe collectieonderdelen of restauratie. Het geld is niet bedoeld voor het sluitend krijgen van de reguliere exploitatie. Huurkosten Huurkosten worden betaald aan de Stichting Gemeenschapshuis Stevensweert die het gebouw op haar beurt huurt van de eigenaar, de gemeente Maasgouw. De huurkosten vertonen een jaarlijkse stijging die wordt veroorzaakt door toenemende energiekosten. De stichting gemeenschapshuis heeft aangekondigd dat de huurkosten met ingang van 2009 wederom als gevolg van stijgende energiekosten worden verhoogd, nu met een percentage van maar liefst 30% (t.o.v. 2008).
Museumnota gemeente Maasgouw
35
PS Partner in Leisure
Gemeentelijk subsidie Voor 2008 heeft de gemeente een subsidie toegekend van € 11.490 waarvan in de beschikking is opgenomen dat er sprake is van 100% dekking voor de huurkosten met een maximumbedrag van € 5.766. Kosten die in werkelijkheid echter hoger zijn en waar voor 2009 zelfs een huurstijging van 30% is aangekondigd. Daarnaast ontvangt het Streekmuseum een activiteitenbudget van € 5.724 (beschikking 2008). In 2007 is er op het totale subsidiebedrag een generieke bezuinigingskorting van 5% toegepast (€ 575) die in 2008 is komen te vervallen. 5.2.3 Knelpunten Samenvattend geldt dat voor het Streekmuseum Stevensweert & Ohé en Laak de volgende knelpunten kunnen worden gesignaleerd: Financiën Momenteel kan men middels zuinig beleid en de subsidie van de gemeente de eindjes aan elkaar knopen. Financiële ruimte om extra dingen te doen – buiten het reserveren van gelden voor mogelijke nieuwe aankopen - is er helaas momenteel niet. Vrijwilligers De huidige openingstijden zijn met het huidige aantal vrijwilligers goed te managen. Toch blijft het een voortdurende zorg om het huidige personeelsbestand te handhaven en is het bestuur op zoek naar een verjonging van de groep vrijwilligers. De werkdruk voor de huidige bestuursleden en met name voor de secretaris/conservator, die daarnaast ook nog een baan heeft, wordt als erg hoog ervaren. Staat van onderhoud De algehele staat van het gebouw laat echter te wensen over; zo is het pand niet voorzien van dubbel glas waardoor de energierekening erg hoog uitvalt. Tevens worden er problemen ondervonden als gevolg van de enkele muren zonder spouw (zijgevel). Doordat de regen en wind hier op staan blijft de muur erg vochtig. Schilderwerk en andere inspanningen verdoezelen de problemen voor korte tijd; ze lossen echter het fundamentele probleem niet op. Deze onderhoudstechnische aspecten hebben helaas tot gevolg dat bepaalde ruimten niet als expositieruimte dan wel depot benut kunnen worden. Depotruimte De huidige depotruimte groeit uit zijn jasje. Meer ruimte is noodzakelijk in de toekomst. Stijgende huurkosten De Stichting Gemeenschapshuis heeft de gemeente op 18 februari jl. naar aanleiding van de steeds hogere huurkosten vooroorzaakt door stijgende energielasten een brandbrief gestuurd met het verzoek om als eigenaar van het gebouw maatregelen te treffen. Volgens het museum dreigen de stijgende huurkosten de continuïteit van het museum in gevaar te brengen. Uit de overeenkomst die het museum heeft met de Stichting Gemeenschapshuis blijkt echter dat de afspraak is dat de huurkosten jaarlijks maximaal met 5% mogen worden verhoogd. De verhoging van 30% zou daarom niet stroken met de eerder gemaakte afspraken. Samenwerking De samenwerking met andere musea in de gemeente en daarbuiten kan verder geïntensiveerd worden. Ook de samenwerking met scholen biedt meer mogelijkheden.
Museumnota gemeente Maasgouw
36
PS Partner in Leisure
Met betrekking tot de samenwerking met de VVV wordt geconstateerd dat er nu een afspraak ligt voor wat betreft de financiering voor twee jaar. De stichting wil dit gaarne structureel maken, voor tenminste vijf jaar.
Baggervondsten Streekmuseum Stevensweert & Ohé en Laak (foto PS Partner in Leisure)
Museumnota gemeente Maasgouw
37
PS Partner in Leisure
5.3
Maas- en scheepvaartmuseum
5.3.1 Situatieschets Het Maas- en Scheepvaartmuseum ligt pal aan de haven in de oude schippersbeurs, waar tot 1996 nog vrachten werden verdeeld. De schippersbeurs is zoveel mogelijk in tact gehouden. Het ontstaan Het scheepvaartmuseum is een initiatief van de voormalige gemeenteraad van Maasbracht, onder leiding van burgemeester Jan Vaes. Zij vond dat Maasbracht, na Rotterdam de grootste binnenhaven van Nederland, een museum diende te hebben, geënt op de scheepvaart. Het verwezenlijken van het museum was geen sinecure en het zou nog jaren duren voordat het er eindelijk ook kwam. De gemeenteraad besloot een bestuur te vormen. In de notulen werd vastgelegd dat er minstens één wethouder en drie raadsleden zitting namen. Allerlei locaties kwamen in beeld, maar de geschikte vinden was niet eenvoudig. Temeer daar het scheepvaartmuseum aan de haven of tenminste aan het water zou moeten liggen. Het duurde tot juni 1990 voordat er een ruimte gevonden werd aan de Havenstraat, in het huidige pand van Restaurant Da Vinci. Vanaf dat moment bezit Maasbracht het enige scheepvaartmuseum gelegen beneden de grote rivieren. In 2002 moest het museum op zoek naar een andere locatie, deze werd gevonden in het voormalige beursgebouw. In de voorliggende tijd had de politiek zich reeds in toenemende mate uit het bestuur van het museum teruggetrokken. Doelstelling en juridische vorm In de statuten van de stichting ‘Maas- en scheepvaartmuseum’ wordt de doelstelling van het museum als volgt kort en krachtig omschreven: bewaren van het erfgoed van Maasbracht, de scheepvaart en de Maas. Voor de tjalk ‘Nooit Volmaakt’ (zie verderop), gelegen in de haven van Maasbracht, is vanwege juridische redenen een aparte stichting opgericht. Deze bestaat uit dezelfde leden als de stichting voor het museum. Collectie en overig aanbod Binnen het museum is van alles te zien, zo is op fotocollages te zien hoe vroeger de vrachtverdeling plaats vond en er zijn oude foto’s van de parlevinker, de varende kruidenier. Verder zijn er verschillende schaalmodellen van oude tjalken, schepen en sleepboten aanwezig. Het pronkstuk is de maquette van het schepenkerkhof, die op de verhoging staat waar tot in de jaren negentig van de vorige eeuw de beursmeester de vrachten aanbood. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn er in de haven van Maasbracht 240 schepen in één klap door de bezetter vernietigd. De maquette laat levensecht zien hoe dat er uitzag. Een van de weinige schepen die de ramp overleefd heeft, is de ‘Nooit Volmaakt’. Buiten het museum ligt in de haven nog deze authentieke zeiltjalk uit 1895. Oude schippers verzorgen rondleidingen langs de haven en sluizen en de historische zeiltjalk ‘Nooit Volmaakt’. Daarnaast is er in het museum een maquette van de Kolentip te vinden. Eveneens vindt er twee maal per jaar ‘kleinschalig’ en met beperkte middelen een wisselexpositie plaats.
Museumnota gemeente Maasgouw
38
PS Partner in Leisure
Een dergelijke collectie (bestaande uit de combinatie historie Maasbracht, de Maas en de binnenvaart)is nergens te vinden. Wel zijn er scheepvaartmusea in Amsterdam en Rotterdam. In het museum is een toeristische informatievoorziening; dit houdt in dat er een folderpost is, er fiets- en wandelkaarten beschikbaar zijn en toeristische informatie over de directe omgeving wordt gegeven. Er is in het museum echter geen officieel agentschap van de VVV gehuisvest en er is geen medewerker van het VVV beschikbaar zoals dat voor het Streekmuseum wel is georganiseerd. Het museum is geen geregistreerd museum en als zodanig niet opgenomen in de museumregistratie van de Museumvereniging. Recente investeringen Doordat het perspectief naar de toekomst ontbreekt (zie knelpunten) zijn er weinig tot geen investeringen verricht de afgelopen tijd. Huisvesting Het gebouw waarin het museum is gevestigd is eigendom van een particulier ondernemer, het museum huurt deze ruimte. Doordat deze huur commercieel wordt doorgerekend, drukt deze enorm op de huidige begroting van het museum (=75% van de opbrengsten). In principe is het gebouw waarin het museum gevestigd is voldoende ruim met 330 m2 ten behoeve van expositieruimte en 60 m2 archief / keuken. Gezien de indeling van de locatie is er wel gebrek aan depotruimte. De historische functie van het voormalig schippersbeurs is in principe ook een zeer mooie bijkomstigheid. Echter, de bezoekersaantallen lopen terug en er worden tekorten gedraaid. Het bestuur van de stichting wijdt dit aan de slechte locatie en zichtbaarheid van het museum. Bovendien was destijds de verhuizing van het pand ‘Da Vinci’ naar de huidige locatie slechts als een tijdelijke oplossing voorzien. Automatisering Er is geen aparte site van het Maas- en Scheepvaartmuseum. Er staat alleen wat algemene informatie op de site van de gemeente. Samenwerking Er wordt tot op heden in beperkte mate samengewerkt met de andere musea in Maasgouw. Wel vindt er incidentele samenwerking plaats met het centrum voor de kunsten en de Landelijke Vereniging voor Behoud Beroepsvaart (LVVBBV). Het Museum heeft ook geparticipeerd in het educatiefprogramma ‘Vechten, Varen en Malen’, dat is ontwikkeld voor het basisonderwijs in de voormalige gemeente Maasbracht. Stichting ‘Vrienden van het Maas- en Scheepvaartmuseum’ Er is een stichting ‘Vrienden van het Maas- en Scheepvaartmuseum’. Deze stichting ondersteunt jaarlijks het museum bij belangrijke projecten. Ze speelde bijvoorbeeld een grote rol bij de aanschaf van de tjalk ‘Nooit Volmaakt’. Voor € 25,- per jaar kunnen mensen lid worden van de stichting. Instellingen en bedrijven kunnen sponsor worden voor tenminste €50,- per jaar.
Museumnota gemeente Maasgouw
39
PS Partner in Leisure
Schippersbeurs en Schepenkerkhof Maas- en Scheepvaartmuseum (foto’s PS Partner in Leisure)
Museumnota gemeente Maasgouw
40
PS Partner in Leisure
5.3.2 Bedrijfsvoering Algemeen beeld Voor de Stichting Maas- en Scheepvaartmuseum Maasbracht geldt dat het vanuit de huidige situatie niet lukt om te komen tot een sluitende exploitatie. Dit is af te leiden uit zowel de jaarcijfers als uit het gehouden interview met het bestuur. Ondanks dat er weloverwogen en spaarzaam wordt omgegaan met de beschikbare middelen en er sprake is van een hoge mate van kostenbewustzijn sluiten de boeken met negatieve saldi. Behalve in 2007 veroorzaakt door een eenmalige aanmoedigingssubsidie die eigenlijk bedoeld was voor extra promotie, konden de boeken positief worden afgesloten. Echter in 2008 was het resultaat weer negatief. Een en ander blijkt uit de volgende tabel: 2004
2005
2006
2007
2008
Totale inkomsten Totale uitgaven
1.960 22.939
2.679 22.089
2.378 22.496
1.759 23.189
1.184 22.344
Exploitatietekort
-/- 20.979
-/- 19.407
-/- 20.118
-/- 21.430
-/- 21.160
17.801
17.421
15.648
16.550 5.000
17.420
3.178
-/- 1.986
-/- 4.470
Exploitatiesubsidie gemeente Promotiesubsidie gemeente Resultaat
-/-
+/+
120
-/- 3.740
Bron: rapportage Haute Equipe, 2009
Personeel Het museum wordt volledig gerund door ongeveer 10 tot 15 vrijwilligers. Deze verzorgen ook groepsrondleidingen buiten de openingstijden en er zijn 4 vrijwilligers die specifiek zorgen voor rondleidingen voor de tjalk ‘Nooit Volmaakt’. De vrijwilligers werken allemaal al vanaf de oprichting bij het museum. Entrees/rondleiding groepen De ontvangen entreegelden en vergoedingen voor rondleidingen bedragen in 2006 6% van de totale omzet. In 2007 was dit 7,4% en in 2008 eveneens 6%. Dus hier is geen sprake van een stijgende lijn. De entreeprijzen zijn: € 1,25 voor volwassenen en € 0,70 voor kinderen ouder dan 12 jaar. Kinderen jonger dan 12 jaar betalen geen entree. Groepen betalen €25,- ongeacht de grootte van de groep. Een rondleiding langs de haven kost €15,- extra. Het museum denkt erover om de entreeprijzen te verhogen. Dit wordt vanwege de onzekere toekomst echter uitgesteld. Het bezoekersaantal bedraagt ongeveer 2500 per jaar. Bezoekers komen niet alleen uit de directe omgeving, maar ook uit België en Duitsland. Daarnaast komen er in de zomer veel bezoekers die op de camping staan en daar een brochure van het museum hebben gezien. Vorig jaar zijn alle basisscholen geïnformeerd over het museum. Dit heeft geleid tot veel groepsbezoeken door scholen. Het idee is om een dergelijke actie ook voor het voortgezet onderwijs uit te zetten. Vanwege de onzekere toekomst van het museum wordt deze actie nu echter nog even uitgesteld. Het gros van de bezoekers behoort tot de categorie 50+. Het museum wordt het meest frequent in de maanden april, mei en juni bezocht.
Museumnota gemeente Maasgouw
41
PS Partner in Leisure
Stichting Vrienden van het museum De stichting ‘Vrienden van het Maas- en Scheepvaartmuseum’ ondersteunt het museum op projectbasis zoals bijvoorbeeld bij de aanschaf van de tjalk ‘Nooit Volmaakt’. Voor de gelieerde stichting ‘Tjalk Nooit Volmaakt’ geldt dat er vanuit de vriendenstichting een jaarlijkse bijdrage in de exploitatie wordt ontvangen. Dit geldt niet voor het museum. Huurkosten De stichting huurt de expositieruimte, zijnde de bovenruimte van het pand Havenstraat 7, van Handelsbedrijf St. Antonius. De huurkosten van het gebouw bedragen anno 2008 zelfs 93% van de totale omzet. De jaren daarvoor was dit percentage gemiddeld 75%. De huurkosten vertonen een jaarlijkse stijging als gevolg van indexering. Dit maakt de exploitatie op de huidige locatie niet meer acceptabel. Energiekosten De toenemende energiekosten van de laatste jaren zorgen ervoor dat het bestuur wordt geconfronteerd met extra kosten die binnen de toch al fragiele exploitatie niet kunnen worden opgevangen. Er staat momenteel (maart 2009) nog een rekening van € 8.000 aan energiekosten open bij de verhuurder. Gemeentelijke subsidie Voor 2008 heeft de gemeente een subsidie toegekend van € 17.420 waarvan in de beschikking is opgenomen dat er sprake is van 100% dekking voor de huurkosten met een bedrag € 11.696. Kosten die in werkelijkheid (ruim € 17.000) echter aanzienlijk hoger zijn. Daarnaast heeft het museum in 2007 een extra subsidie ten behoeve van promotie ad € 5.000 ontvangen van de gemeente. In 2007 is er op het totale subsidiebedrag een generieke bezuinigingskorting van 5% toegepast (€ 870) die in 2008 is komen te vervallen. In de gemeentelijke programmabegroting 2008 is opgenomen dat naar verwachting jaarlijks minimaal een extra bedrag van € 2.200 nodig is om de exploitatie van het museum dekkend te maken. Dit extra bedrag wordt voor de jaren 2008 en 2009 toegekend vanuit het Pilotfonds dat tot doel heeft om voor 2008 en 2009 noodzakelijk geachte initiatieven te bekostigen. Daarmee wordt tevens tijd gecreëerd om na te gaan of een structurele voortzetting gewenst is. Resultaat en resultaatbestemming De stichting kampt met jaarlijkse tekorten waardoor er geen sprake kan zijn van resultaatbestemming. Duidelijk is dat met name de huurkosten van het pand en de toenemende energiekosten hieraan het meest debet zijn. Het zonder gewijzigd beleid wegvallen van de bijdrage uit het Pilotfonds vanaf 2010 zal de tekorten enkel vergroten. De al jaren bestaande onduidelijkheid over al dan niet een nieuwe bestemming voor het museum houdt de stichting in een wurggreep op tal van gebieden: aantrekken nieuwe vrijwilligers, ontwikkelen nieuwe initiatieven enz. 5.3.3 Knelpunten Financiën De financiële situatie van het museum is nijpend te noemen. Men kampt met een jaarlijks tekort. Er is bovendien geen ruimte om te investeren. Met een huurbedrag dat gelijk staat aan 93% van de totale omzet maakt de exploitatie op deze locatie onverantwoord.
Museumnota gemeente Maasgouw
42
PS Partner in Leisure
Vrijwilligers Omdat de gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers vrij hoog ligt (71 jaar), kan dit een mogelijk knelpunt zijn in de continuïteit van vrijwilligers om het museum te runnen. Het is belangrijk dat de vrijwilligers voldoende affiniteit hebben met de binnenvaart. Deze mensen zijn moeilijk te vinden. De huidige locatie De huidige locatie aan de Havenstraat is slecht zichtbaar, weggestopt op de 1e verdieping van een huurpand en daarmee niet goed toegankelijk. Perspectief op een nieuwe locatie Er wordt al vanaf 1995 gepraat over een mogelijk nieuwe locatie voor het museum. Reeds in 2006 is een eerste verkenning uitgevoerd rond de nieuwbouw waarbij is uitgegaan van een solitair gebouw van max. 250 m2 bruto vloeroppervlak. Uitgangspunt was verder dat de gemeente het museum in eigendom houdt. Met een dergelijk gebouw was in 2006 een investering van ongeveer € 655.200,- gemoeid. In 2008 zou dit ongeveer € 720.000,- zijn, gelet op prijsstijgingen. De jaarlijkse kapitaallasten van de gemeente bedragen dan € 50.400,-. In de programmabegroting 2009 van de gemeente wordt aangegeven dat in dat plan eventueel een combinatie wordt gemaakt met andere functies zoals horeca of wonen. Het gaat om een multifunctioneel gebouw aan het water. De vrijwilligers van de stichting geven aan dat als het nog lang duurt voordat een beslissing wordt genomen over de nieuwe locatie, de vrijwilligers genoodzaakt zijn te stoppen met het museum. Dit tot hun grote spijt. De vrijwilligers hebben allemaal hart voor het museum en vinden het belangrijk dat het behouden blijft. ‘Maar de tekorten lopen steeds verder op, dus een keer houdt het op’, aldus heet bestuur. De stichting is van mening dat de gemeente financieel zal moeten bijdragen om het museum en dit specifieke Maasbrachtse cultuurgoed in stand te houden. Het museumbestuur voelt er eveneens niets voor om hun activiteiten in een niet aan het water gepositioneerde accommodatie en buiten Maasbracht te continueren. Mocht het zo zijn dat hun activiteiten gestaakt worden dan wordt de collectie voor het deel dat in bruikleen is, terug gegeven aan de eigenaren en het deel dat eigendom is zal ergens op een zolder verdwijnen.
Maas- en Scheepvaartmuseum (foto PS Partner in Leisure)
Museumnota gemeente Maasgouw
43
PS Partner in Leisure
6.
De gewenste toekomstige situatie; een wensbeeld
Onderstaand wensbeeld is het resultaat van gesprekken met de drie musea, maar ook met de gemeente (bestuurlijk als ambtelijk) inzake de gewenste situatie voor wat betreft het museumbeleid in de gemeente Maasgouw in het algemeen en met betrekking tot de drie musea in het bijzonder. In het navolgende wordt dit wensbeeld neergezet zoals uitgesproken door de drie musea en de gemeente Maasgouw. 6.1
Gewenste situatie volgens de drie musea
6.1.1 Gemeentemuseum Het Land van Thorn Het bestuur en conservator van de stichting Gemeentemuseum Het Land van Thorn hebben het volgende wensbeeld uitgesproken:
het realiseren van een gezamenlijke bezoekersentree in de nabij gelegen Abdijkerk met als doel het stimuleren van het gezamenlijk bezoek aan zowel kerk, museum als stad. Naar eigen inschatting van het bestuur kan dit voor het museum ruim 6.000 extra bezoekers op jaarbasis opleveren; behoud huidige personeelssituatie en uitbreiding uren conservator waardoor meer extra activiteiten kunnen worden ontwikkeld met als doel meer bezoekers en publiciteit te genereren voor het museum; behoud huidige gemeentelijke subsidies en bijdragen uit oogpunt van de financiële situatie en voortbestaan van het museum; extra depot- en kantoorruimte in museum; vervanging huidige verwarmingsketel om energiekosten structureel te verlagen; het aantrekken van de unieke collectie van de heer Selbach; verbeteren zichtbaarheid museum.
6.1.2 Streekmuseum Stevensweert & Ohé en Laak Het bestuur van de stichting Streekmuseum Stevensweert & Ohé en Laak spreekt het volgende wensbeeld uit:
het verder uitdragen van de thema’s ‘eiland in de Maas’ en ‘vesting Stevensweert’; het zijn van een streekcentrum voor archeologie en historische vondsten meer betrekken van de unieke omgeving van Stevensweert e.o.; meer expositieruimte om steeds uitgebreidere aanbod wat nu in depot zit, ten toon te stellen (indien huidige medegebruikers verhuizen naar elders); meer depotruimte creëren; samenwerking met museum ‘Maas- en scheepvaart’ wordt niet uitgesloten omdat enkele onderdelen van de collectie verenigbaar zijn; behoud huidige subsidie en 100% huurcompensatie; kunnen aanspreken van externe ondersteuning op deelterreinen waar nu de tijd danwel de kennis voor ontbreekt (PR/marketing, digitalisering, voldoen aan wet- en regelgeving, scholenprojecten enz.); structurele samenwerking met VVV Midden-Limburg voor tenminste 5 jaar.
Museumnota gemeente Maasgouw
44
PS Partner in Leisure
6.1.3
Maas- en scheepvaartmuseum
Het bestuur van de stichting ‘Maas- en scheepvaartmuseum’ spreekt het volgende wensbeeld uit:
een andere locatie voor het museum; bij voorkeur aan het water en in Maasbracht omdat daar de historie van het thema is gelegen; een andere locatie biedt de volgende kansen en voordelen: behoud van unieke cultuurhistorische erfgoed van de binnenvaart verbetering exploitatieresultaat (minder huur, verhoging entree, verruiming openingstijden) aantrekkingskracht op nieuwe vrijwilligers kwaliteitsverbetering collectie uitbreiding collectie met hedendaagse thema’s stijging aantal bezoekers meer vrijwilligers nieuw elan en enthousiasme bij bestuur, vrijwilligers en betrokkenen; samenwerking met VVV Midden-Limburg (gezamenlijk baliebeheer).
6.2
Gewenste situatie volgens de gemeente Maasgouw
Zowel ambtelijk als bestuurlijk is het navolgende wensbeeld vanuit de gemeente Maasgouw neergelegd in onderhavig kader:
meer dan voorheen wordt onderstreept dat musea voor de gemeente een duidelijke functie hebben op terrein van het conserveren en behouden van het waardevolle culturele erfgoed voor de gemeente; van de economische meerwaarde die musea voor de gemeente zouden kunnen zijn, is in het verleden teveel verwacht, dit is niet realistisch gebleken. Het verstrekken van een exploitatiesubsidie in het kader van de instandhouding zal een jaarlijks terugkomende kostenpost op de begroting van de gemeente zijn; musea en in het algemeen de cultuurhistorie vormen een belangrijk facet in het (toekomstig) toeristisch-recreatief beleid van de gemeente; onderhavig museumbeleid dient dan ook in samenhang te worden gezien met het cultuur-toeristische beleid, de totale structuurvisie en gebiedsontwikkeling in de gemeente en de planontwikkeling voor de drie havens; musea zijn een belangrijk onderdeel van de gemeenschap in een dorp; er dient een goede balans te zijn tussen kosten en de beoogde functie van een museum; de musea dienen een bijdrage te leveren als identiteitspijlers in de gemeentelijke visie.
In het navolgende wordt de visie van de gemeente op het beleidsterrein musea verder uitgewerkt.
Museumnota gemeente Maasgouw
45
PS Partner in Leisure
7.
Visie en toekomstscenario’s
Om tot een visie met toekomstscenario’s te komen is het van belang ‘de kansen en bedreigingen’ vanuit de museale markt en het beleid in beeld te brengen. Daarnaast worden voor de musea in de gemeente hun ‘sterkten en zwakten’ in ogenschouw genomen. Dit geschiedt navolgend in een zogenaamde ‘audit’, vertaald in ontwikkelingsrichtingen voor het museabeleid in de gemeente in het algemeen en voor de drie musea in het bijzonder. Deze ‘audit’ vormt vervolgens de basis voor de ambitie en doelstelling van de gemeente Maasgouw op het beleidsterrein ‘Musea’. Tevens kan van hieruit worden bepaald op welke gebruikersgroepen gefocust wordt. In vervolg hierop worden enkele toekomstscenario’s gepresenteerd, waaruit een keuze kan worden gemaakt. Afhankelijk van de keuze kunnen deze vervolgens worden uitgevoerd danwel nader worden onderzocht op hun haalbaarheid. 7.1
Ontwikkelingsrichtingen
Op basis van het voorgaande kunnen de navolgende ontwikkelingsrichtingen worden aangegeven:
1. opzet vrijwilligersbeleid Ieder museum draait voor een belangrijk deel op onbetaalde vrijwilligers die zich vol enthousiasme inzetten voor het museum en zich sterk verbonden voelen met het museum. De vrijwilligers zorgen zowel voor de conservatie, het beheer en promotie van het museum. Zij zijn vaak al vanaf de oprichting van het museum betrokken bij het museum en hebben ook een belangrijke verbindende rol richting de gemeenschap. Het is belangrijk het enthousiasme en de betrokkenheid van de vrijwilligers te koesteren en te benutten om de musea in de toekomst te behouden en verder vorm te geven. Voor de musea is de continuïteit van de beschikbaarheid van vrijwilligers in de toekomst lastig te realiseren. De groep vrijwilligers die de musea nu runt bestaat grotendeels uit wat oudere mensen. Zoals zij zelf ook aangeven en wat ook een landelijke trend blijkt te zijn, is het steeds moeilijker om nieuwe (jonge) vrijwilligers te vinden die zich in willen zetten voor de musea. In deze wordt aanbevolen een gezamenlijk vrijwilligersbeleid op te zetten.
2. Nieuwe media en digitalisering De trends rondom digitalisering en nieuwe media die overal om ons heen goed merkbaar zijn vinden ook hun weerslag op de musea. Musea zijn veel beter vindbaar door internet; dit stelt mensen in staat gerichte informatie van het museum in te winnen. Daarnaast is er een zeer duidelijke ontwikkeling op het gebied dan algemene digitalisering. Dit biedt musea de gelegenheid om hun collectie en aanbod op een geheel andere wijze dan gebruikelijk te presenteren. Door bijvoorbeeld gesproken gidsen, tijdvensters, data pick-up systemen wordt een museum in staat gesteld grote groepen (anderstalige) bezoekers te bedienen. Maar ook een gezamenlijke website biedt voordelen voor de musea. Daarnaast legt deze ontwikkeling een minder groot beslag op de medewerkers, vrijwilligers en gidsen capaciteit waarover een museum beschikt, omdat een groot deel van het werk door een apparaat wordt verricht. Voordeel van dergelijke digitale producten ten opzichte van bijvoorbeeld de papieren folder, is dat informatie op eigen initiatief te allen tijde kan worden aangepast of geactualiseerd. Aanbevolen wordt om op deze trend nadrukkelijker in projectvorm in te spelen.
Museumnota gemeente Maasgouw
46
PS Partner in Leisure
3. Musea als ‘verhalenvertellers’ van het verleden en het heden Belangrijk uitgangspunt is dat musea niet alleen louter de ‘bewaarkamers’ van het verleden moeten zijn, maar ‘het verhaal’ vertellen van wat er resteert van de regionale en eigentijdse geschiedenis. Dit verhaal is zowel binnen als buiten het museum zichtbaar. De belangstelling van de bezoeker gaat steeds meer uit naar het hebben van een unieke ervaring en de combinatie van unieke belevenissen. Dit brengt met zich mee dat musea steeds meer een product- en klantgerichte benadering moeten laten zien. Een museum kan hierop inspelen door hun presentatievormen te veranderen en een integraal museumproduct te bieden bestaande uit leuke maar ook leerzame momenten, plus bijbehorende sfeerelementen zoals een museumwinkeltje en/of koffiehoek.
4. Samenwerking Musea gaan steeds meer samenwerken met andere organisaties. In eerste instantie andere erfgoedorganisaties, maar ook samenwerking met de toeristische sector ten behoeve van de verdere ontwikkeling van het cultuurtoerisme staat hoog op de agenda van zowel musea, ondersteunende organisaties en overheden. Daarnaast oriënteren de musea zich in toenemende mate op hun maatschappelijke functie door aansluiting te zoeken bij bibliotheken, bejaardenwerk, onderwijsorganisaties, het sociaalcultureel werk en wijk- en buurtorganisaties. Dit resulteert op diverse plekken in Nederland op dit moment in de realisatie van gezamenlijke huisvesting (z.g. Kulturhus-concept), waar commerciële, dienstverlenende en culturele voorzieningen bij elkaar functioneren. Maar ook worden musea in toenemende mate commercieel uitgebaat als trouwlocatie, voor recepties, diners, kinderfeesten enz. Voordeel van deze nieuwe vormen van samenwerking is dat een museum op een indirecte wijze werkt aan vergroting van haar publieksbereik, doordat doelgroepen die normaliter niet zo snel een museum zouden bezoeken nu toch in aanraking komen met een museum. In deze past ook een structurele samenwerking met de VVV Midden-Limburg. Door de extra bemensing van de balies in de musea, kunnen vaak de openingstijden en de service naar de bezoekers verruimd worden. Aanbevolen wordt deze vorm van samenwerking te intensiveren. Het biedt voordelen aan beiden. Daarnaast kan op diverse deelterreinen waar de drie musea mee van doen hebben zoals PR/marketing, digitalisering, vrijwilligersbeleid, gezamenlijke depotvoorziening, veiligheid en ARBO intensiever samengewerkt worden.
5. Inspelen op grensoverschrijdende en regionale projecten In dergelijke projecten kan via uitwisseling van ideeën, collectieuitwisseling, gezamenlijke marketing en kwaliteitsverbetering in de presentatie nog veel winst gehaald worden. Het grensoverschrijdende Interreg IV project ‘Maashoorn’ kan hiervoor een goede aanzet vormen. Ook de regionale ontwikkelingen rond de TROM bieden kansen voor musea om projecten op te zetten rond product- en marktinnovatie.
6. Uitbreiding educatieve rol Voor veel musea zijn scholen een belangrijke bezoekersgroep. Enkele musea spelen hierop in door scholen actief te benaderen en activiteiten voor kinderen te organiseren, zoals speurtochten. Deze acties kennen overigens geen echt structureel karakter en zijn/waren vaak
Museumnota gemeente Maasgouw
47
PS Partner in Leisure
gekoppeld aan afzonderlijke projecten. De educatieve rol van de musea kan verder worden uitgebreid door niet alleen scholen uit de directe omgeving te benaderen, maar ook scholen binnen de omliggende regio(plaatsen die wat verder weg liggen of net over de grens). De musea kunnen tevens toegankelijker worden gemaakt voor kinderen door bijvoorbeeld digitale informatievoorziening en ontdekkings- en spelmogelijkheden. Wanneer kinderen al spelenderwijs kennis maken met de musea zal het interessanter zijn om de musea te bezoeken en zullen zij de informatie gemakkelijker tot zich kunnen nemen. Ook de gemeente kan hierin een belangrijke rol spelen door scholen te stimuleren om als educatief element binnen het lesprogramma de musea te bezoeken. Het leert de kinderen wat over hun eigen historie en houdt de historie hierdoor levendig onder de maatschappij van de toekomst.
7. Lidmaatschappen en sponsoring Voor alledrie de musea is een vereniging ‘de vrienden van het museum’ opgericht. Deze vereniging zorgt voor een extra incidentele of structurele geldbijdrage aan het museum. Voor de drie musea wordt deze vorm van sponsoring verschillend ingevuld. Voor het Maas- en Scheepvaartmuseum gaat het om een incidentele sponsoring bijvoorbeeld voor de aankoop van een collectieonderdeel, voor het Streekmuseum gaat het om een structurele bijdrage van het contributiegeld van de vereniging aan het museum. Geadviseerd wordt om deze vorm van sponsoring te stimuleren en zoveel mogelijk structureel vorm te geven. Dit biedt de musea de mogelijkheid om voor de meer incidentele activiteiten, zoals de aankoop van een collectieonderdeel of restauratiewerkzaamheden, geld beschikbaar te hebben.
8. PR en marketing Noodzakelijk is te komen tot gezamenlijke promotie-uitingen om op die wijze het museale product van de gemeente Maasgouw uniformer en aantrekkelijker te presenteren. In deze kan gedacht worden aan: - een gemeentelijke/regionale museale en/of culturele website - een folder - advertenties en banners - een gezamenlijke nieuwsbrief
7.2
Ambitie, doelstelling en doelgroepen
Ambitie (= missie) De ambitie (ook wel missie genoemd) kan fungeren als een bindmiddel of ‘paraplu’ voor de toekomstige ontwikkeling in de gemeente Maasgouw. Aan de missie kan draagvlak ontleend worden vanuit allerlei geledingen en de missie zorgt voor een kader om nieuwe initiatieven te beoordelen. De volgende ambitie wordt neergelegd voor de gemeente Maasgouw:
Museumnota gemeente Maasgouw
48
PS Partner in Leisure
De gemeente Maasgouw ontleent haar identiteit voor een groot deel aan de beschermde dorpsgezichten van Thorn, Wessem en Stevensweert, de rivier de Maas en de Maasplassen en de binnenvaarthaven van Maasbracht. Deze identiteitspijlers zijn bepalend voor het onderscheidend vermogen van de musea in de gemeente en bepalen ook de keuzes die gemaakt worden inzake het conserveren en behouden van de cultuurhistorie van de gemeente in het huidige en toekomstige museumlandschap in de gemeente. Middels dit onderscheidend vermogen leveren de musea vervolgens een belangrijke bijdrage aan een positief imago van de gemeente Maasgouw.
Doelstelling In het toekomstig museumbeleid in de gemeente Maasgouw worden drie zaken centraal gesteld:
1. het museumbeleid van de gemeente Maasgouw biedt een kader voor de musea om hun drie kerntaken (collectietaak, publiekstaak en bedrijfsvoering) zo optimaal mogelijk te kunnen uitvoeren. Een goede samenhang tussen de kerntaken bepaalt of een museum adequaat kan functioneren zodat zowel eigen inwoners als bezoekers zowel actief als passief kunnen genieten en leren van het culturele erfgoed in de gemeente; 2. binnen het museumbeleid stellen de musea zich volledig ten dienste van de culturele ‘biografie’ van de gemeente en beperken zich daarbij niet sec tot het conserveren en behouden van cultureel erfgoed, maar vertellen ook het verhaal van wat er resteert van de lokale en regionale geschiedenis (‘musea als hoeders van het verleden, doch niet bezitters van dat verleden’); 3. musea dragen bij tot het versterken van Maasgouw op cultureel gebied, om op die manier een bijdrage te leveren aan de verbetering van de leefbaarheid voor de eigen inwoners en bevordering van de bezoekersstromen (toeristisch en recreatief) in en naar de gemeente.
Voor de uitvoering van deze doelstelling kunnen een aantal subdoelen worden geformuleerd die ook aansluiten bij de landelijke kwaliteitseisen voor musea: Instandhouding van objecten die voor de gemeente van cultuurhistorisch belang zijn; Het waarborgen van het proces van verzamelen, ontzamelen, onderzoeken, beheren, behouden en aantrekkelijk presenteren van heet culturele erfgoed (museale collecties); Het vergroten van de toegankelijkheid van het culturele erfgoed voor een breed publiek; Het stimuleren van musea om meer als marktgerichte organisaties te werken (= cultureel ondernemerschap, klantgericht en commerciëler) Kennis over lokaal en regionaal cultureel erfgoed vergroten en over te brengen op de gebruikersgroepen (= educatie en kennisvermeerdering) Bevorderen kwaliteitsverbetering en professionalisering; Bevordering van professionele en amateuristische uitoefening van geschiedkundig onderzoek van de gemeente en de regio; Het bevorderen van samenwerking tussen diverse organisaties zowel op gebied van cultuur, onderwijs, toerisme/recreatie en ruimtelijke ordening alsmede branchevreemde organisaties en bedrijven.
Museumnota gemeente Maasgouw
49
PS Partner in Leisure
Doelgroepen Met het voorgenomen museumbeleid wil de gemeente Maasgouw met haar musea grofweg interessant zijn voor de volgende doelgroepen (in willekeurige volgorde):
1. plaatselijke bevolking (= de Maasgouwers) 2. regionale bevolking (= Midden-Limburg en grensoverschrijdende regio’s) 3. groepen: schoolgaande jeugd, scholen, mensen met cultuurhistorische interesse, zorggroepen en senioren 4. toeristen 5. evenementbezoekers/dagjesmensen
7.4
Toekomstscenario’s
Op grond van al het voorgaande worden in dit kader de volgende mogelijke toekomstscenario’s voorgesteld. Uiteraard impliceren deze scenario’s dat het maken van keuzes straks onontbeerlijk zal zijn. Maar laat onverlet dat ook combinaties van scenario’s tot de mogelijkheden behoren. De scenario’s worden op twee niveaus gepresenteerd: - algemeen niveau (gemeente) - individueel niveau (per museum)
Algemeen In algemene zin worden de volgende mogelijke scenario’s voorgesteld:
1. faciliteren evenementen en activiteiten 2. versterking/uitbreiding museumaanbod 3. verbinden over water
In het navolgende worden deze nader toegelicht.
Ad 1. Scenario ‘faciliteren evenementen en activiteiten’ Gemeente Maasgouw draagt via het faciliteren van de organisatie van evenementen en activiteiten in de gemeente bij aan het verder stimuleren van de identiteitspijlers binnen het cultuurtoeristisch aanbod en het onderscheidend vermogen van de gemeente. Hiermee wordt het evenwicht tussen conserveren en behouden van het cultureel erfgoed aan de ene kant en het (toeristisch) vermarkten van dit aanbod aan de andere kant meer in evenwicht gebracht. Dit betekent dat het museumbeleid integraal onderdeel dient te worden van het totale economische en toeristische beleid van de gemeente Maasgouw en daarbinnen ook afgewogen dient te worden. Binnen de nieuwe cultuur toeristische nota is er specifiek aandacht voor het stimuleren van bepaalde evenementen.
Museumnota gemeente Maasgouw
50
PS Partner in Leisure
Ad 2. Scenario ‘versterking/uitbreiding museumaanbod’ Gemeente dient kansen te grijpen om het culturele aanbod in haar gemeente verder te vergroten. Concreet: Er zijn gesprekken met dhr. Selbach uit België voor het exposeren van een nieuwe collectie met enkele topstukken. Dhr. Selbach wil graag een deel van zijn collectie (300 stukken) permanent onderbrengen op een locatie in de gemeente Maasgouw. Dit naar aanleiding van contacten met het bestuur van het Gemeentemuseum in Thorn en een werkbezoek van het college van Burgemeester en Wethouders aan Maaseik. De heer Selbach wil tevens geld investeren in de inrichting van een nieuwe locatie (circa € 500.000,-). In deze zou nagedacht kunnen worden over een geschikte locatie voor deze collectie. In het huidige museum van Thorn is hier onvoldoende plek voor. Het voormalige gemeentehuis in Wessem zou wellicht een optie zijn voor deze collectie. Benodigd is een vloeroppervlakte van tussen de 400- en 600 m2. Wessem is vanwege de verbinding met het water, de uitstraling van het stadje en het historisch en pittoresk karakter een geschikte locatie voor een museum. Wessem zou dan een extra vierde museumlocatie kunnen worden waarmee de toeristische aantrekkelijkheid van de gemeente Maasgouw kan worden vergroot.
Voormalig gemeentehuis Wessem
Voor de gemeente betekent dit het faciliteren in het kader van de locatie, bestemmingsplan en bemiddeling in het vrijspelen van het voormalige gemeentehuis. Financieel hebben we te maken met een kapitaalkrachtige investeerder/kunsteigenaar. Wel zal in het kader van evenwichtig en uniform beleid rekening dienen te worden gehouden met een bescheiden exploitatiesubsidie in het kader van de instandhouding van het museum. Aan de hand van de uiteindelijke exploitatiebegroting kan worden bepaald de hoogte van deze subsidie dan wel de afweging worden gemaakt of de gemeente het opportuun vind om nog eens extra in een museum te investeren. Overigens dient vermeld dat deze optie op dit moment zich pas in de fase van ideevorming bevindt. Communicatie met betrokkenen (dhr. Selbach en museum Thorn) omtrent dit scenario heeft nog niet plaatsgevonden. Bij interesse, zal aan de initiatiefnemer, de heer Selbach, een plan van aanpak worden gevraagd waarin tevens de consequenties voor de gemeente inzichtelijk worden gemaakt.
Museumnota gemeente Maasgouw
51
PS Partner in Leisure
Ad 3. Scenario ‘verbinden over water’ In vervolg op voorgaande of in combinatie met andere culturele elementen in de gemeente kan een museumroute worden gerealiseerd over water. Dit met medewerking van één van de rederijen, bijvoorbeeld rederij Cascade of Stiphout. Ook dit draagt bij aan het realiseren van meer evenwicht in het museumbeleid, waarbij meer aandacht komt voor ook de economische meerwaarde van het cultureel erfgoed in de gemeente. Verder ontstaan op deze wijze ‘product-markt-combinaties’ in het aanbod en concrete vormen van samenwerking met een economische meerwaarde voor de betrokken organisaties zelf als voor de gemeente. De gemeente zal in deze facilitair optreden (initiërend, opstartsubsidie en mogelijke vergunningen) naar dit overwegend particuliere initiatief. Het project kan mogelijk nog ondergebracht worden in het interregproject ‘Maashoorn’. Dit is echter afhankelijk van het moment van vaststellen van deze nota en het moment van indienen van de aanvraag. Aan een mogelijke initiatiefnemer zal een plan van aanpak worden gevraagd, waarna de verdere (financiële) consequenties in beeld gebracht kunnen worden. Gemeentemuseum ‘Het Land van Thorn’ Voor het Gemeentemuseum kunnen de volgende mogelijke toekomstscenario’s worden neergelegd:
1. 2. 3. 4. 5.
een gezamenlijke bezoekersentree in de Abdijkerk ‘terugbrengen’ VVV balie in museum museum als organisator van activiteiten buiten het museum kostenreductie op personeel onderzoek naar toekomstperspectief museum
In het navolgende worden deze verder toegelicht. Ad 1. Scenario ‘gezamenlijke bezoekersentree in Abdijkerk’ Om het aantal bezoekers aan het Gemeentemuseum in Thorn te vergroten en het museum meer in het zicht te krijgen, is het noodzakelijk dat in de Abdijkerk een gezamenlijke bezoekersentree kan worden gerealiseerd. Op basis van een prognose van het museum zelf zou het aantal bezoekers hierdoor kunnen stijgen naar ruim 10.000 (thans 5.400) met als gevolg een extra omzet uit combikaarten van circa € 30.000,-. Financieel betekent dit een structurele stijging van de entree-inkomsten voor het museum. Op termijn bij een verdere stijging van het aantal bezoekers zou dit als gevolg kunnen hebben dat de huidige subsidie ad € 30.000 uit het Pilotfonds van de gemeente kan vervallen, dan wel dat door deze beoogde extra inkomsten uit entree een belangrijke bijdrage wordt geleverd tot het verder verminderen van het exploitatietekort van het museum.
Museumnota gemeente Maasgouw
52
PS Partner in Leisure
De Wijngaard met op achtergrond Abdijkerk Thorn (foto PS Partner in Leisure)
De gemeente dient dan wel facilitair op te treden inzake het bouwkundig mogelijk maken van een gezamenlijke entree in de Abdijkerk, waarbij zoveel als mogelijk binnen de beschikbare ‘monumentale’ beperkingen tegemoet kan worden gekomen aan de wensen en behoeften van het Kerkbestuur en dat van het museum. Naar eigen zeggen van het bestuur van het museum is de financiering in deze voor 90% rond. Van de gemeente wordt aldus verder een ‘bemiddelende rol’ verwacht inzake het onderhandelingsproces tussen monumentencommissie en beide besturen van de kerk en het museum. Ad 2. Scenario ‘VVV balie in museum’ Het terugbrengen van een bemande baliefunctie verzorgd door personeel van VVV MiddenLimburg levert een kostenbesparing en extra bezoek op voor het museum. Het verleden heeft bewezen dat jaarlijks meer ‘spontane’ bezoekers binnengehaald worden indien de traffic naar het museum middels de aanwezigheid van een VVV-balie in het museum kan worden vergroot. Tevens betekent dit een kostenbesparing inzake de bemensing vanuit het museum zelf, waarop nu een tekort wordt gedraaid dat wordt aangevuld vanuit de stichting Perenniter ad € 5.000,- Aangezien deze subsidie in 2012 conform lopende contract eindigt, kan middels een kostenbesparing op benodigd personeel en vrijwilligers deze vergoeding worden opgevangen. Uiteraard ligt een en ander gevoelig om de VVV uit het voormalige gemeentehuis van Thorn te halen en terug te plaatsen bij het museum. Echter voor de gemeente betekent dit een aanzienlijke kostenbesparing waarbij ‘twee vliegen of zelfs meer in één klap kunnen worden gevangen’. Bovendien kan de ruimte in het voormalige gemeentehuis commerciëler worden weggezet naar alle waarschijnlijkheid dan wel worden benut voor andere doeleinden. Het wederom samenvoegen van museum en VVV achten wij in deze bijzonder zinvol. Ad 3. Scenario ‘museum als organisator van activiteiten buiten museum’ De organisatie en de opzet van extra activiteiten buiten het museum vergroot de betrokkenheid van de Maasgouwers en het grote publiek bij het museum.
Museumnota gemeente Maasgouw
53
PS Partner in Leisure
Meer betrekken van het witte stadje met haar karakteristieke kenmerken verstevigt ‘het verhaal’ van het museum. Hiervoor zijn legio mogelijkheden te bedenken die inspelen op de thema’s van het museum (religie, stiftdames, muziek enz.). Hiervoor dient nadrukkelijk aansluiting te worden gezocht in het actieprogramma in het kader van het project ‘Thorn, cultuur en congresstadje’. Ook het interregproject ‘Maashoorn’ biedt hiervoor voldoende kansen. De gemeente kan hierin faciliterend optreden middels een projectsubsidie en op terrein van vergunningen.
Overdekt buitenpodium Thorn (foto PS Partner in Leisure)
Ad 4. Scenario ‘kostenreductie op personeel’ Gezien de huidige financiële positie van het museum, lopen de kosten en opbrengsten te veel en te structureel uit elkaar. Dit wordt mede veroorzaakt door de personeelslasten die zwaar op de begroting drukken. Voor de conservator ca. € 17.000,- en voor de overige personeelsleden ruim € 30.000,-. Totaal aldus ruim € 47.000,-. Er dient serieus te worden afgewogen gezien het structurele hoge tekort op de begroting in hoeverre een combinatie met voorgaande optie met inzet VVV personeel dan wel structureel meer te werken met onbetaalde krachten (vrijwilligers) zoals de andere musea dat ook noodgedwongen moeten doen, een reëele optie kan zijn. Gemeente zal initiatief moeten nemen om deze optie nader te laten onderzoeken. Ad 5. Scenario ‘nader onderzoek naar toekomstperspectief voor museum’ Nader onafhankelijk onderzoek naar het toekomstperspectief van het Gemeentemuseum wordt aanbevolen om in de toekomst gefundeerd een oordeel te kunnen geven over de noodzakelijke jaarlijkse exploitatiesubsidie voor het museum ten behoeve van het tekort op de begroting. Thans wordt in totaal ruim € 58.000 exploitatiesubsidie verstrekt (excl. € 30.000 extra bijdrage uit Pilotfonds in 2008 en 2009).
Museumnota gemeente Maasgouw
54
PS Partner in Leisure
Geadviseerd wordt dat de gemeente het initiatief neemt tot nader onafhankelijk onderzoek naar het toekomstperspectief van het museum. Dit in vervolg op de eerdere quick scan verricht door bureau Haute Equipe naar de huidige financiële situatie van het museum. Voor het bestuur van het museum geeft dit bovendien meer duidelijkheid omtrent hun financiële mogelijkheden en beperkingen in de toekomst. In deze kunnen de scenario’s ‘kostenreductie op personeel’ en ‘VVV balie in museum’ eveneens meegenomen worden in dit onafhankelijk extern onderzoek. Streekmuseum Stevensweert & Ohé en Laak Voor het Streekmuseum wordt één toekomstscenario voorgestaan, te weten het museum in de toekomst steeds meer te gaan profileren als een streekcentrum. In het onderstaande wordt dit nader toegelicht.
Scenario ‘museum als streekcentrum’ Het Streekmuseum gaat zich profileren in de toekomst als een streekcentrum dat plek gaat bieden aan meerdere collecties die verband houden met de thema’s archeologie, vestingwerken, ontgronding van het eiland in de maas en historische vondsten.
Het museum wil breder kijken dan alleen Stevensweert en Ohé en Laak. Ook historische voorwerpen en vondsten uit de rest van de gemeente welke passen bij de huidige collectie en doelstelling, krijgen een plek in dit streekcentrum. In deze wordt samengewerkt met heemkundeverenigingen, historische kringen voor zover aanwezig, geschiedkundige verenigingen uit de gemeente enz. Daarnaast is er ruimte voor de VVV en kleinschalige horeca.
Streekmuseum Stevensweert & Ohe en Laak
Deze optie wordt relevant indien de overige ruimten in het museum vrij komen doordat medegebruikers verhuizen naar elders. De gemeente – als eigenaar van het pand - zal dan facilitair optreden door de ruimten geschikt op te leveren en een bijdrage te leveren aan de als gevolg daarvan te verwachten exploitatiekosten (huur, energie).
Museumnota gemeente Maasgouw
55
PS Partner in Leisure
Maas- en scheepvaartmuseum Maasbracht Voor het Maas- en Scheepvaartmuseum achten wij één maatregel op korte termijn noodzakelijk, te weten beëindiging van de museumactiviteiten op de huidige locatie. Als alternatief om de collectie of een deel daarvan toch te behouden voor de gemeenschap worden onderstaand eveneens enkele mogelijke scenario’s gepresenteerd:
1. 2. 3. 4.
Regiocentrale Zuid van Rijkswaterstaat Streekmuseum Stevensweert & Ohé en Laak nieuwbouw op ponton in haven Maasbracht museumboot in haven Maasbracht
Ad Hoofdscenario ‘beëindiging museumactiviteiten op huidige locatie’ Uit de analyse is gebleken dat continuering van de activiteiten op de huidige locatie financieel onverantwoord is vanwege de hoge huurkosten, de geringe opbrengsten uit entree en het weinig florisante toekomstperspectief. In deze wordt aanbevolen om op korte termijn (binnen 1 tot 2 jaar) het huidige huurcontract te beëindigen. Tussentijds wordt gezocht naar een alternatieve locatie voor het museum cq. (een deel) van de collectie en draagt de gemeente zorg voor een overbruggingssubsidie ter grootte van huidige subsidiestroom. In de voorgaande jaren is ingezet op de inpassing van een nieuw museum aan de haven in het plan ‘Havenboulevard’ en wel in het zogenaamde Middengebied. Momenteel is het perspectief op realisatie op korte termijn door gebrek aan financiële middelen als gevolg van de economische ontwikkelingen (minder huizenverkoop in het plan) niet hoopvol. Dit scenario is dan ook op korte en middellange termijn niet meer zinvol om mee te nemen. De volgende toekomstscenario’s kunnen mogelijk als alternatief worden opgepakt: Ad 1 Scenario ‘Regiocentrale Zuid’ De collectie van het museum wordt ondergebracht in het bezoekerscentrum dat gepland staat in het nieuwe gebouw van de Regiocentrale Zuid van Rijkswaterstaat, dat gerealiseerd wordt direct aansluitend bij de huidige sluiskolken in Maasbracht als prachtige markering aan het eind van de Havenboulevard. In de multifunctionele ontvangstruimte waar bezoekers uitleg krijgen over de werking van de sluizen en het nieuwe bedieningssysteem, huurt de stichting Maas- en scheepvaartmuseum een ruimte om hun collectie ten toon te stellen. De oplevering staat gepland in 2013.
Museumnota gemeente Maasgouw
56
PS Partner in Leisure
Sluizen Maasbracht
In tegenstelling tot wat in het verleden reeds aan de orde was om een deel van het gebouw (250m2) mee te financieren en daarin het museum in onder te brengen, wordt in deze optie een ruimte in het gebouw gehuurd. In deze zien wij 2 opties: de collectie wordt beheerd en geëxploiteerd door de huidige stichting een deel van de collectie wordt tentoongesteld in het bezoekerscentrum van Rijkswaterstaat en door hen ook beheerd en vervolgens heft de stichting zich op. In beide opties blijft dit deel van de cultuurhistorie van Maasbracht behouden en ook openbaar voor de gemeenschap. De gemeente speelt een initiërende rol in het onderzoek naar de haalbaarheid hiervan. Geconstateerd dient te worden dat het bestemmingsplan voor de Regiocentrale Zuid is vastgesteld en dat planologisch in een museale functie thans niet is voorzien. Ad 2. Scenario ‘de collectie wordt overgeplaatst naar Streekmuseum Stevensweert & Ohé en Laak’ De collectie of een deel ervan (overige in depot of terug naar eigenaren) wordt overgebracht naar het Streekmuseum in Stevensweert nadat daar de huidige nevengebruikers hun intreden hebben gedaan in de Brede School. Het bestuur van het Streekmuseum heeft de ambitie in dit kader uitgesproken om op termijn graag een streekcentrum te kunnen worden voor Maasgouw. Samenwerking met derden wordt toegejuicht. Zo ook met de stichting ‘Maas- en scheepvaartmuseum’. Een deel van de collectie zou prima passen bij de huidige en toekomstige collectie in Stevensweert. De collectie en de geschiedenis van dit thema, die inherent zijn aan de culturele biografie van Maasbracht blijven op deze wijze toch behouden voor het nageslacht en de gemeente Maasgouw.
Museumnota gemeente Maasgouw
57
PS Partner in Leisure
Balie Streekmuseum Stevensweert (foto PS Partner in Leisure)
Op deze wijze vervalt de hoge exploitatielast (huursubsidie)voor de gemeente van het museum in Maasbracht. Afhankelijk van de gekozen constructie gelden in dit scenario dezelfde twee opties als bij het vorige scenario in de Regiocentrale Zuid: de collectie wordt beheerd en geëxploiteerd door de huidige stichting ‘Maas- en scheepvaartmuseum’; een deel van de collectie wordt tentoongesteld in het Streekmuseum en ook beheerd door de stichting ‘Streekmuseum’ en vervolgens heft de stichting ‘Maasen scheepvaartmuseum’ zich op. Ook in deze wordt van de gemeente verwacht dat zij in eerste instantie bemiddelend en initiërend zal optreden. Ad 3. Scenario ‘nieuwbouw op ponton in haven Maasbracht’ Op het ponton van rederij Stiphout (Fransbergen) in de haven van Maasbracht wordt een gedeelte overkapt als een glazen ruimte waar de collectie van het museum een plekje kan krijgen. Een en ander wordt gecombineerd met kaartverkoop voor de rondvaarten en terrasfunctie.
Huidige aanlegsteiger Rederij Stiphout in Haven Maasbracht (foto PS Partner in Leisure)
Museumnota gemeente Maasgouw
58
PS Partner in Leisure
Voor de gemeente betekent dit naar alle waarschijnlijkheid een hoge eenmalige investeringssubsidie. Maar de exploitatiesubsidie zal uiteindelijk veel lager uitvallen in dit scenario dan op de huidige locatie. Daarnaast zal nader onderzoek moeten plaatsvinden naar de ruimtelijke en organisatorische consequenties van deze optie. Ad 4. Scenario ‘museumboot’ In samenwerking met de gemeente Maasgouw en/of een investeerder wordt een oud baggerschip of ander soortige boot (bv. voormalig voorzieningen schip van WSC de Koeweide) aangekocht dat geschikt wordt gemaakt als museumboot om de collectie van het museum op een aantrekkelijke en unieke wijze te presenteren. Uiteraard komt deze museumboot in de historische binnenhaven van Maasbracht te liggen.
Voorbeeld baggerschip
Ook in deze optie gelden hoge aanvangs- en onderhoudskosten en dient te worden bezien in hoeverre deze opwegen tegen de uiteindelijke meerwaarde. Tenzij ook hier met een particuliere investeerder ‘in zee’ kan worden gegaan. Tot zover de scenario’s. In het laatste hoofdstuk van deze nota zullen concrete aanbevelingen worden gedaan in de zin van welke acties ontplooit kunnen worden door de gemeente en wordt nader ingegaan op enkele randvoorwaardelijke implicaties als gevolg van het voorgestane beleid zoals voorgesteld in onderhavige nota. Stil zal worden gestaan bij de rol van de gemeente inzake het museumbeleid, de organisatorische setting waarin het beleid het beste kan renderen en tenslotte wordt een advies verstrekt inzake het toekomstige subsidiekader.
Maas- en Scheepvaartmuseum (foto PS Partner in Leisure)
Museumnota gemeente Maasgouw
59
PS Partner in Leisure
8.
Advies
In dit afsluitende hoofdstuk worden aanbevelingen gedaan omtrent welke keuzes door de gemeente met betrekking tot de voorgaande scenario’s gemaakt kunnen worden. Tevens wordt een advies uitgebracht welke (nieuwe) rol de gemeente in het voorgestelde museumbeleid gaat spelen, welke organisatorische setting gewenst is en wordt gekeken naar een nieuwe opzet voor het subsidiekader van de gemeente. 8.1
Keuze scenario’s
Om tot een goed onderbouwde en verantwoorde keuze te komen omtrent welk scenario het meeste perspectief zal geven dan wel in deze geadviseerd kan worden, wordt gebruik gemaakt van een afwegingskader. In dit afwegingskader wordt bezien aan de hand van een aantal criteria in hoeverre het scenario realistisch is. Deze criteria hebben betrekking op:
Huidige functies en kerntaken van het museum (zie hoofdstuk 3) Kansen uit de markt en beleid (zie hoofdstuk 3.3 en 4) Huidige stand van zaken bij de musea (zie hoofdstuk 5) het wensbeeld van de gemeente (zie hoofdstuk 6.2) het wensbeeld van de musea (zie hoofdstuk 6.1) visie en doelstelling gemeentelijk beleid financiële, organisatorische e.a. consequenties
Per museum worden hier de omschreven scenario’s (zie hoofdstuk 7.4) aan de hand van deze criteria afgewogen. 8.1.1 Gemeentemuseum Het Land van Thorn Voor dit museum wordt het volgende scenario voorgesteld:
Gemeente Maasgouw neemt het initiatief tot het instellen van aanvullend nader onafhankelijk onderzoek naar het toekomstperspectief van dit museum.
In deze is sterk meegewogen: de quick scan van bureau Haute Equipe naar ondermeer de huidige financiële situatie van het museum waaruit de ongezonde situatie op dit moment naar voren komt in die zin dat de kosten momenteel veel te hoog zijn ten opzichte van de opbrengsten. Bovendien is de verwachting dat deze opbrengsten op korte termijn niet substantieel zullen gaan stijgen en de kosten alleen maar hoger zullen worden. In deze zal dienen te worden bezien hoe bezuinigd kan worden op personeelskosten; de sterke financiële afhankelijkheid van de gemeente, die ten opzichte van de andere musea in de gemeente en de functie die het museum thans bekleed niet tot elkaar in verhouding staan; kortom de maatschappelijke kosten staan niet in verhouding tot de functie die het museum momenteel bekleedt voor de gemeenschap.
Museumnota gemeente Maasgouw
60
PS Partner in Leisure
Behoud van het museum voor de gemeente Maasgouw dient echter voorop te blijven staan. Het museum levert een belangrijke bijdrage aan het conserveren van de lokale geschiedenis van Thorn e.o. Tevens is het museum recent gerenoveerd en geprofessionaliseerd waarbij gebruik is gemaakt van moderne technieken. Het museum neemt een sterke positie in in de lokale gemeenschap van Thorn. Enkele aanbevelingen c.q. mogelijk rendementsverhogende maatregelen die in het onderzoek naar het toekomstperspectief van het museum meegenomen kunnen worden zijn de volgende: realisatie van een gezamenlijke entree in Abdijkerk, waardoor het aantal bezoekers aan het museum naar verwachting zal verdubbelen; terugbrengen van de bemande VVV post in het museum waardoor de kosten voor baliepersoneel kunnen verminderen; meer commerciële activiteiten in en om het museum (evenementen, verkoop) waardoor het museum en haar boodschap toegankelijker wordt voor een groter publiek; meer doen met de eigentijdse geschiedenis van Thorn, b.v. de muziek ; meer doen met de trends binnen de beleveniseconomie (meer het verhaal vertellen van Thorn via bijvoorbeeld theater en het creeëren van unieke belevenissen); het tonen van cultureel ondernemerschap; minder wisseltentoonstellingen per jaar zodat meer rendement uit een afzonderlijke expositie kan worden gehaald; verbetering PR en marketing; meer vrijwilligers en vrienden betrekken bij het museum die bovenstaande mee helpen uitvoeren. Voor de gemeente betekent dit op termijn dat de subsidie die nu nog wordt verstrekt uit het Pilotfonds wellicht kan komen te vervallen door de inkomsten uit extra bezoek. Naar verwachting zo’n € 30.000,- dat overeenkomt met het huidige bedrag uit dit fonds. Van de gemeente wordt dan wel verwacht dat deze medewerking verleend aan de bouwkundige aanpassingen in de Abdijkerk om een dergelijke gezamenlijke entreevoorziening te realiseren. Tevens kan door het terugbrengen van een bemande VVV balie in het museum de post ‘personeelskosten’ voor het museum worden verminderd. Dit houdt in dat de huidige loonkostensubsidie ad €35.000 voor een deel kan komen te vervallen. Ook kan de gemeente facilitair (vergunningen in kader van beschermd stadsgezicht) op treden in het beter zichtbaar maken van het museum voor het grote publiek via gevelreclame e.d. Daarnaast dient te worden bezien in hoeverre de huidige verwarmingsketels kunnen worden vervangen door nieuwere en meer energiezuinige exemplaren. Hierdoor kan de temperatuur in het gebouw ook beter worden beheerst en de luchtvochtigheid worden beperkt. 8.1.2 Streekmuseum Stevensweert & Ohé en Laak Voor het Streekmuseum wordt voorgesteld:
Het museum gaat zich in de toekomst meer profileren als een streekcentrum voor Maasgouw binnen de thema’s archeologie, vestingwerken, ontgronding van het eiland in de Maas, de Maas en historische vondsten. Dit alles onder regie en verantwoordelijkheid van het museumbestuur.
Museumnota gemeente Maasgouw
61
PS Partner in Leisure
De gemeente kan deze visie onderschrijven en wil deze dan ook ondersteunen. Dit om de volgende redenen: het museum heeft bewezen voor de gemeente een duidelijke functie te hebben op terrein van conserveren en behouden van cultureel erfgoed; het museum vormt een belangrijke identiteitpijler binnen het cultuurtoeristische beleidsveld in de gemeente; bewezen cultureel ondernemerschap; de kosten voor de gemeenschap zijn in balans met de maatschappelijke meerwaarde. Om een en ander in de toekomst mogelijk te maken zal de gemeente medewerking dienen te verlenen aan: verbetering staat van onderhoud pand (dubbele beglazing, ontbreken spouwmuren aan zijgevel met als gevolg veel vochtproblemen); bij vertrek huidige medegebruikers en vrijkomen van deze ruimten dienen deze geschikt te worden gemaakt ten behoeve van museumdoeleinden; bemiddeling in conflict stijgende huurkosten meer dan afgesproken 5% per jaar met stichting Gemeenschapshuis; structurele afspraak met VVV Midden Limburg inzake baliebeheer voor 5 jaar faciliteren in randvoorwaardelijke sfeer (promotie, marketing, vrijwilligersbeleid, weten regelgeving enz.) via professionele ondersteuning. Aanbevolen wordt verder om in te spelen op: cultuureducatie; de eigentijdse geschiedenis; samenwerking met derden zoals heemkundeverenigingen en andere dorpen; nieuwe media en digitalisering; vergroten van het publieksbereik via laagdrempelige en unieke belevenisvolle activiteiten in en buiten het museum; meer PR en marketing (i.s.m. VVV en TROM). 8.1.3 Maas- en scheepvaartmuseum Voor het Maas- en scheepvaartmuseum is op de huidige locatie aan de Havenstraat geen perspectief meer.
Geadviseerd wordt om binnen nu en 2 jaar het museum op de huidige locatie te ontmantelen.
Dit om reden van: te hoge huurkosten (anno 2008 maar liefst 93% van totale opbrengsten) wat de huidige exploitatie absoluut onverantwoord maakt; dalende inkomsten uit entree; gebrek aan vrijwilligers en enthousiasme; gebrek aan perspectief op deze locatie. Kortom; een duidelijke situatie van ‘stilstand is achteruitgang’. De gemeente neemt op korte termijn (nog in 2009) de taak op zich om een alternatieve locatie te zoeken voor het museum c.q. voor (een deel van) de huidige collectie. Tevens
Museumnota gemeente Maasgouw
62
PS Partner in Leisure
worden achterstallige betalingen (huur) door de gemeente overgenomen en afgerekend met de eigenaar. In hoofdstuk 7.4 zijn hiervoor reeds een viertal mogelijke alternatieve scenario’s gepresenteerd, te weten: huurconstructie in gebouw Regiocentrale Zuid van Rijkswaterstaat in Maasbracht; overbrengen collectie naar Streekmuseum ‘Stevensweert & Ohé en Laak; nieuwbouw op ponton in haven Maasbracht; aankoop en inrichten museumboot in haven Maasbracht. Geadviseerd wordt de optie ‘het Streekmuseum in Stevensweert’ serieus op korte termijn in overweging te nemen.
Dit om reden van: financieel de meest interessante optie gezien het feit dat de kosten van investering en uiteindelijke kosten voor de gemeenschap relatief het laagst zullen zijn bij deze optie; een groot deel van de collectie past bij de huidige collectie van het Streekmuseum het wensbeeld van het bestuur van de stichting ‘Streekmuseum’ te komen op termijn tot een streekcentrum met een verbreding van haar culturele aanbod, collectie en doelgebied (de gehele gemeente); bundeling van zaken op één locatie; dat bestemmingsplantechnische consequenties niet aan de orde zijn; ruimtelijk in het museum een en ander mogelijk moet zijn indien huidige medegebruikers in gebouw zullen vertrekken. Aanbevolen wordt in deze de stichting ‘Maas- en scheepvaartmuseum’ binnen nu en twee jaar op te heffen en de collectie over te dragen aan het Streekmuseum in Stevensweert. Uiteraard in goed overleg met de eigenaren van de huidige collectie. In de tussenliggende periode wordt ten behoeve van de huidige locatie een overbruggingssubsidie verstrekt ter hoogte van de huidige jaarlijkse bijdrage ad circa € 17.500. De optie ‘Regiocentrale Zuid’ zou ook een goede optie zijn, ware het niet dat hier reeds in het verleden contacten over zijn geweest, weliswaar met een andere insteek, maar dat dit idee destijds door de raad is afgewezen. Bovendien zou deze optie op zijn vroegst in 2013 beschikbaar zijn. Nog vier jaar doorgaan op huidige locatie is echter niet verantwoord. De beide overige opties vergen naar alle waarschijnlijkheid een te grote (aanvangs)investering. 8.1.4
Algemeen
Aanbevolen wordt gezien het voorgaande op dit moment prioriteit te stellen aan de huidige musea en de uitbreiding van het museale aanbod in de gemeente middels bijvoorbeeld het realiseren van een extra museum in Wessem op de lange termijn nogmaals te overwegen. Geadviseerd wordt de scenario’s ‘faciliteren evenementen en activiteiten’ en ‘verbinden over water’ op te pakken in het kader van het Cultuur Platform. Zie verder hoofdstuk 8.3.
Museumnota gemeente Maasgouw
63
PS Partner in Leisure
8.2
Rol gemeente
Faciliterend en initiërend In 2007 heeft de herindeling van de gemeente Maasgouw plaatsgevonden. Waar voorheen de drie musea vielen onder twee afzonderlijke gemeenten, vallen zij nu alle drie onder de gemeente Maasgouw. Dit heeft tot gevolg dat er vanuit het verleden verschillende afspraken zijn gemaakt met de musea. Daarnaast ervaren de musea sinds de herindeling een grotere afstand tot de gemeente. Ondermeer gezien de vergroting van de schaal zou de nieuwe gemeente Maasgouw echter een prima faciliterende rol kunnen vervullen in de richting van de musea. Deze rol kan de musea helpen om te kunnen blijven bestaan en leidt tevens tot meer uniformiteit in de uitvoering van het gemeentebeleid voor de drie musea. In deze kan bijvoorbeeld gedacht worden aan infrastructurele steun in het verbeteren van de routing en bewegwijzering in de gemeente en kernen om de cultuurhistorische en toeristische elementen beter met elkaar te verbinden. Daarnaast verdienen parkeervoorzieningen en bereikbaarheid van openbaar vervoer aandacht. Zie ook de faciliterende en initiërende rol die gevraagd wordt in het voorgaande. Integrale beleidsafstemming Museumbeleid maakt deel uit van het cultuurbeleid en heeft raakvlakken met het welzijnsbeleid, het economische beleid (toerisme), het onderwijsbeleid en het wetenschapsbeleid. Het is dan ook voor gemeente Maasgouw aan te bevelen het museumbeleid meer dan voorheen integraal te integreren met andere belangrijke beleidsthema’s voor de gemeente Maasgouw en daarmee samenhang te zoeken met thema’s zoals ‘de Maas’, ‘Maasplassen’, ‘de scheepvaart’, ‘de ontgrinding’, ‘natuurontwikkeling’, ‘zorg’ enz. Vanuit het perspectief van de overheid lag de belangrijkste functie van musea in hun bijdrage aan cultuuroverdracht en hun makelaarsrol in de kennissamenleving. Maar zoals eerder gememoreerd worden musea ook steeds meer ingezet om de gemeente vanuit economisch en toeristisch perspectief te revitaliseren. En uiteraard dragen ze daarbij zorg voor het fysieke beheer van wat de samenleving als erfgoed beschouwd (advies van de raad voor cultuur “een vitaal museumbestel” 2005). Ten aanzien van dit laatste wordt aanbevolen om niet de instandhouding van een museum als doel op zich in het beleid centraal te stellen, maar daarbij in ogenschouw te nemen dat dit slechts een middel is om andere functies en doelen van de musea en van het gemeentebeleid te kunnen bereiken. In deze wordt concreet voorgesteld om twee keer per jaar intern een ambtelijk afstemmingsoverleg tussen de diverse beleidssectoren en aandachtsvelden te beleggen. Beleidsterrein ‘Recreatie en toerisme’ Aangezien de gemeente Maasgouw middels de musea haar toeristische indentiteit verder kan versterken (thema’s Thorn, (binnen)scheepvaart en maashistorie), wordt aanbevolen de beleidsmatige aandacht binnen de gemeentelijke organisatie voor musea te verplaatsen van ‘welzijn’ naar ‘toerisme en recreatie’. Hierdoor kan een meer marktgericht beleid gevoerd worden naar de musea dat inspeelt op het uitgangspunt om de musea meer naar ‘buiten’ te kunnen uitdragen (evenementen, activiteiten, voorstellingen, routes, digitalisering enz.). Daarnaast sluit dit aan bij het voornemen om de musea in het cultuurtoeristische beleid van de gemeente Maasgouw te erkennen als belangrijke indentiteitspijlers.
Museumnota gemeente Maasgouw
64
PS Partner in Leisure
Coördinatie vanuit het beleidsveld cultuurtoerisme – dat is ondergebracht bij “economie en toerisme’ ligt dus voor de hand. 8.3
Toekomstige organisatie
Voorgesteld wordt de oprichting van een CultuurPlatform. Hierin zijn de drie musea – naast eventuele andere culturele instellingen en organisaties uit de gemeente - bestuurlijk vertegenwoordigd. Het Platform biedt ten behoeve van de musea en andere culturele instellingen een ondersteunende en faciliterende functie op een aantal deelterreinen. Geacht wordt aan gezamenlijke acties en projecten op gebied van: • • • • • • • • • • •
opzet en uitvoering vrijwilligersbeleid; scholing vrijwilligers en personeel; collectie- en depotbeheer (gezamenlijke depotruimte); promotie en marketing (gezamenlijke professionele website!); nieuwe media en digitalisering (aansluiting bij provinciale projecten); educatie (naar scholen en kinderen); financieel beheer; fondsenwerving; wet- en regelgeving (veiligheid, calamiteitenplannen, ARBO enz); opzet gebieds- en grensoverschrijdende projecten (Euregionaal e.d.); initiëren en implementeren van uniform publieksonderzoek.
Daarnaast heeft het Platform een functie voor wat betreft: • afstemming beleid; • kennisuitwisseling; • aanspreekpunt en partner voor gemeente en derden. Voor het realiseren van nieuwe beleidsdoelen is een cultuuromslag nodig bij de museumbesturen. Samenhang, solidariteit en samenwerking zijn daarbij voorwaarden om de gewenste cultuuromslag te bewerkstelligen. Het platform kan hierin een functie vervullen. Het Platform en projecten worden aangestuurd en begeleid door een extern professioneel projectcoördinator, gefaciliteerd door de gemeente Maasgouw. De musea blijven voor wat betreft de bedrijfsvoering hun eigen verantwoordelijkheid houden. Ook de juridische constructie van een stichting blijft behouden en daarmee de eigen identiteit van elk museum.
8.4
Subsidie- en financieel kader
De musea ontvangen jaarlijks van de gemeente een exploitatiesubsidie waarmee de huurkosten kunnen worden gedekt . Daarnaast ontvangt het museum in Thorn een subsidie voor de personeelskosten. Gezien de algemene bezuinigingen in de subsidies (vanuit de voormalige gemeente Maasbracht) van afgelopen jaren en de stijgende huurkosten, beginnen de bedragen van de subsidies en de huurkosten (hetgeen waarvoor de subsidies bedoeld zijn) echter steeds meer uit elkaar te lopen. De gemeente geeft in de beschikkingen aan dat de subsidie 100% van de huurkosten dekt (met daaraan gekoppeld een maximaal bedrag), maar dit blijkt in de praktijk niet zo te zijn. Aanbevolen wordt om de subsidiebedragen los te koppelen van de huurkosten en jaarlijks algemene vaste exploitatiesubsidies te verstrekken, die jaarlijks worden geïndexeerd.
Museumnota gemeente Maasgouw
65
PS Partner in Leisure
Aan de hand van een begroting, afrekening en verslaglegging wordt jaarlijks geëvalueerd of de hoogte van het bedrag nog actueel is. De financiële steun van de gemeente mondt uit in uitvoeringsovereenkomsten met de afzonderlijke musea (=prestatieafspraken). Tevens is het aan te raden om te werken met zogenaamde ‘incidenteel subsidie’. Dit wil zeggen dat een subsidie ‘gelabeld’ en incidenteel voor één of meerdere jaren – die wordt vastgelegd in een beschikking – wordt verstrekt. Dit ten behoeve van afgebakende projecten en/of activiteiten met daaraan gekoppeld prestatieafspraken. Daarnaast wordt voorgesteld zogenaamde waarderingssubsidies te introduceren indien musea een buitengewone prestatie hebben geleverd, voldoen aan gemaakte afspraken dan wel een uniek project, activiteit of evenement willen opzetten met grote meerwaarde voor de gemeente. Tevens kan een dergelijke subsidie in de zin van een ‘aankoopsubsidie’ worden benut voor de aanschaf van unieke voorwerpen. Tenslotte wordt geadviseerd om het op te richten CultuurPlatform te faciliteren in de vorm van enerzijds een financiële bijdrage ten behoeve van professionele externe ondersteuning voor wat betreft de opzet, aansturing en coördinatie van het Platform. Anderzijds worden - voorzien van een goede onderbouwing per project en uitgevoerd onder regie van het Platform – projectsubsidies verstrekt aan het Platform. Een en ander betekent een andere meer afgewogen methodiek van toekenning van subsidies en bijdragen door de gemeente aan de musea in de toekomst (= harmonisatie van subsidies). 8.5
Afsluitend
De uitvoering van deze beleidsnotitie is geen vrijblijvende zaak. Om er voor te zorgen dat de gemaakte afspraken nageleefd worden en regelmatig geëvalueerd kunnen worden, wordt de musea gevraagd om jaarlijks de gemeente te rapporteren in een korte rapportage. Een richtlijn hiervoor wordt nog opgesteld. Tevens is het zaak dat de geadviseerde scenario’s op korte termijn worden opgepakt, dit gezien de precaire situatie bij desbetreffende musea. De bedoeling is dat het CultuurPlatform de komende jaren zal gaan uitgroeien naar een krachtig orgaan met steeds meer eigen initiatief en verantwoordelijkheden. In den beginne zal de gemeente hieraan uiteraard voldoende ondersteuning bieden, maar op termijn zal het Platform zelfstandig zaken oppakken, coördineren en aansturen vanuit een krachtige organisatie en bestuur.
Maas- en scheepvaartmuseum (foto PS Partner in Leisure)
Museumnota gemeente Maasgouw
66
PS Partner in Leisure
BIJLAGEN
Gemeentemuseum Het Land van Thorn (foto PS Partner in Leisure)
Museumnota gemeente Maasgouw
67
PS Partner in Leisure
Bijlage 1. Marktontwikkelingen Musea worden zich in toenemende mate bewust van hun maatschappelijke rol. Dit leidt veelal tot samenwerking met andere instellingen en organisaties. Daarnaast worden musea zich ook bewust van de veranderende samenleving en de daaraan gerelateerde veranderde vraag en wensen en behoeften van de bezoekers. Om te kunnen blijven voortbestaan is het dus zaak dat de musea ontwikkelingen opmerken en open staan voor verandering. Binnen de museumwereld zijn dan ook een aantal trends en ontwikkelingen waar te nemen:
Cultuureducatie Door het Actieplan Cultuurbereik is er veel aandacht gekomen voor cultuureducatie. Zowel voor het basis onderwijs alsook voor het voortgezet onderwijs. Sinds 2003/2004 is CKV (culturele kunstzinnige vorming) een verplicht vak in het voortgezet onderwijs. Aan de hand van de zogenaamde CKV- vouchers kunnen leerlingen een bezoek brengen aan verschillende culturele instellingen waaronder ook musea. Doel hiervan is om cultuurparticipatie en museumbezoek bij scholieren te stimuleren. Eigentijdse geschiedenis Musea die de geschiedenis van stad, regio of streek laten zien besteden eveneens in toenemende mate aandacht aan de eigentijdse geschiedenis. Denk hierbij aan tentoonstellingen en presentaties van actuele zaken maar ook aan voorwerpen uit de deze tijd. Kwaliteitsverbetering Er is een toenemende aandacht voor systemen van kwaliteitsbeoordeling en – verbetering. Voorbeelden in Nederland zijn: scholingsaanbod museummedewerkers, de Museumregistratie en de Museummonitor. Samenwerking Musea gaan steeds meer samenwerken met andere organisaties. In eerste instantie andere erfgoedorganisaties, maar ook samenwerking met de toeristische sector ten behoeve van de verdere ontwikkeling van het cultuurtoerisme staat hoog op de agenda van zowel musea, ondersteunende organisaties en overheden. Daarnaast oriënteren de musea zich in toenemende mate op hun maatschappelijke functie door aansluiting te zoeken bij bibliotheken, bejaardenwerk, onderwijsorganisaties, het sociaal-cultureel werk en wijk- en buurtorganisaties. Dit resulteert op diverse plekken in Nederland op dit moment in de realisatie van gezamenlijke huisvesting (z.g. Kulturhus-concept), waar commerciële, dienstverlenende en culturele voorzieningen bij elkaar functioneren. Maar ook worden musea in toenemende mate commercieel uitgebaat als trouwlocatie, voor recepties, diners, kinderfeesten enz. Nieuwe media & digitalisering De trends rondom digitalisering en nieuwe media die overal om ons heen goed erkbaar zijn vinden ook hun weerslag op de musea. Musea zijn veel beter vindbaar door internet; dit stelt mensen in staat gerichte informatie over het museum in te winnen. Daarnaast is er een zeer duidelijke ontwikkeling op het gebied dan algemene digitalisering. Dit biedt musea de gelegenheid om hun collectie en aanbod op een geheel andere wijze dan gebruikelijk te presenteren. Door bijvoorbeeld gesproken gidsen, tijdvensters, data pick-up systemen wordt een museum in staat gesteld grote groepen (anderstalige) bezoekers te bedienen. Daarnaast legt deze ontwikkeling een minder
Museumnota gemeente Maasgouw
68
PS Partner in Leisure
groot beslag op de medewerkers-, vrijwilligers- en gidsencapaciteit waarover een museum beschikt, omdat een groot deel van het werk door een apparaat wordt verricht. Voordeel van dergelijke digitale producten ten opzichte van bijvoorbeeld de papieren folder, is dat informatie op eigen initiatief te allen tijde kan worden aangepast of geactualiseerd. verzelfstandiging Musea worden steeds meer zelfstandig door enerzijds juridische verzelfstandiging en anderzijds door het krijgen van meer beleidsvrijheid. Musea worden daardoor beleidsmatig steeds mondiger en steeds meer in staat de eigen koers te bepalen. De afstand tussen musea en overheid wordt hierdoor groter. De bemoeienis verdwijnt maar de betrokkenheid blijft. vergroten van het publieksbereik Vergroten van het publieksbereik is op de agenda gekomen doordat verschillende overheden dit stimuleerden, maar eveneens vanuit de eigen behoefte van de musea. Met het publieksbereik wordt niet alleen bedoeld het bereiken van meer jongeren en minderheden maar eveneens het bereiken van mensen die om wat voor reden dan ook geen musea bezoeken. Deze operatie wordt veelal uitgevoerd in samenwerking met bijvoorbeeld de toeristische industrie. Met een aantal initiatieven zoals de Museumjaarkaart en het Museumweekend probeert men de drempel tot museumbezoek te verlagen en herhaalbezoek te bevorderen. concurrentie op de vrijetijdsmarkt De Nederlandse bevolking verandert. Men is beter opgeleid, is gezonder, wordt ouder en is meer individualistisch ingesteld. Ondanks de toename van vrije tijd in feitelijke zin, wordt door de sociale structuur (noodzaak tot tweeverdieners, zorg voor ouderen) de werkelijke vrije tijd schaarser. Daarnaast nemen de mogelijkheden tot vrijetijdsbesteding enorm toe. Bezoek aan het museum is maar één van de vele mogelijkheden en dient het op te nemen tegen zaken als sporten, reizen, winkelen, een pretpark, het theater. Musea moeten zich dus als een aantrekkelijke aanbieder profileren. Het gaat er hier niet om net zo “leuk” te zijn als een pretpark, maar uit te gaan van de eigen kracht. beleveniseconomie De belangstelling van de mens gaat steeds meer uit naar het hebben van belevenissen en een combinatie van ervaringen. Om bezoekers te blijven boeien dienen musea hier rekening mee houden. Musea moeten zich dus niet louter focussen op hun collectie maar op hun gehele aanbod; ierbij rekeninghoudend met alles wat zij te bieden (kunnen) hebben. Dit kan bijvoorbeeld al door ook meerdere zintuigen aan te spreken en iets extra’s toe te voegen aan het bezoek zoals bijvoorbeeld de gelegenheid iets te nuttigen.
Museumnota gemeente Maasgouw
69
PS Partner in Leisure
Bijlage 2 Beleidsontwikkelingen Landelijk Kortheidshalve wordt hier ingezoomd op een tweetal relevante aandachtspunten uit de nota ‘kunst van leven’ (OCW, 22 juni 2007) welke ook voor de drie musea in de gemeente Maasgouw van belang zijn: • Veiligheidsbeleid Het rijk wil stimuleren dat musea, archieven, bibliotheken en andere collectiebeherende instellingen de kwaliteit van de veiligheidszorg verbeteren. Het gaat om veiligheid in de breedste zin en betreft zowel de collectie als ook het personeel en de bezoekers. In Limburg wordt vanuit het Huis voor de Kunsten en met extra middelen een krachtige aanzet gegeven om een netwerkaanpak veiligheidszorg voor de betreffende instellingen tot stand te brengen. Om tot een structureel effect op langere termijn te komen zal een follow up van het project noodzakelijk zijn. • Brede museale impulsen Vierjarige subsidies gericht op innovatie, diversiteit, publieksbereik, educatie en de „canon‟. Bedoeling is om vernieuwing en vermaatschappelijking van de musea te stimuleren. Deze rijksdoelstellingen sluiten naadloos aan bij de intenties van het provinciale Beleidskader Cultuur 2008-2012. De minister van OCW vindt het belangrijk de toegankelijkheid en vernieuwing van musea te bevorderen. Daarom worden maatregelen genomen die de diversiteit in de erfgoedsector in het algemeen en de museumsector in het bijzonder stimuleren. Een voorbeeld is een subsidie voor het project Building Stones van Netwerk CS. Dit project draagt bij aan het vergroten van de diversiteit van het personeel in de erfgoedsector en de deskundigheid over dit onderwerp. Daarnaast heeft een verbetering van educatieve functie van musea een meerwaarde voor de bezoeken die scholen aan musea brengen. Dit schoolbezoek wil de minister bevorderen door de toegang tot musea gratis te maken voor kinderen tot en met twaalf jaar bij geregistreerde musea. Provinciaal De navolgende beleidskaders zijn relevant voor Maasgouw: Beleidskader Cultuur 2009-2012 Provincie Limburg heeft recent een nieuw beleidskader Cultuur neergelegd. Het vorige beleidskader -neergelegd in de nota ‘BewustCultuurBewust’ - liep in december 2008 ten einde. Met het nieuwe Beleidskader Cultuur 2009-2012 – met de titel “Cultuur een betekenisvolle ontmoeting” - wordt het hele culturele veld (amateurkunsten, archeologie, archief, architectuur, beeldende kunst, vormgeving, theater, dans, festivals, bibliotheken, film, letteren, literatuur, media, monumenten, musea en volkscultuur) bestreken. Het Beleidskader Cultuur schetst de ambities en hoofdlijnen van het meerjarenbeleid. In het jaarlijkse Uitvoeringsprogramma Cultuur wordt vervolgens concrete uitvoering gegeven aan deze ambities, waarbij jaarlijks - met oog voor culturele creativiteit en innovatie- een evaluatie zal plaatsvinden. Op basis van het rijksprogramma 'Kunst van Leven', het provinciale Coalitieakkoord 'Investeren en Verbinden' en de overleggen met partners uit het Limburgse culturele veld is het Beleidskader opgebouwd langs vier programmalijnen. Die vormen samen met de drie
Museumnota gemeente Maasgouw
70
PS Partner in Leisure
Limburgse boegbeelden (zie verderop) de ambities voor de komende jaren. Onderstaand worden in het kort de vier programmalijnen neergezet. In Programmalijn 1 (Inspirerend door innovatie en ontwikkeling) wordt ingezet op de versterking van de culturele infrastructuur door te investeren in kwalitatief en innovatief kunstaanbod. Tevens worden in dit programma cross-overs met de economische sector gemaakt; 2. in Programmalijn 2 (Draagvlak door verankering en participatie) staat het vergroten van de betrokkenheid en participatie van de samenleving bij cultuur centraal; met oog voor nieuwe vormen van digitalisering en medialisering. Ook komt de samenwerking tussen cultuur en ruimte in de zin van verankering en participatie aan bod; 3. In Programmalijn 3 (Sterk profiel door herkenbare identiteit) zijn identiteit en diversiteit de leidende begrippen. Een ogenschijnlijke paradox, waarbij aan de ene kant de regionale identiteit door middel van materieel erfgoed (monumenten) en immaterieel erfgoed (taal, literatuur) versterkt wordt en anderzijds wordt ingestoken op de verdere ontplooiing van een - gezonde - diversiteit. 4. In Programmalijn 4 (Limburg in de wereld en de wereld in Limburg) worden vanwege onze ligging en de toenemende behoefte verder te kijken dan onze landsgrenzen - kansen gecreëerd om in de komende periode met partners in de Euregio en de rest van de wereld cultuur te versterken. 1.
Tot slot staan in het Beleidskader Cultuur de drie smaakmakers, de boegbeelden Culturele Hoofdstad 2018, Floriade en Culturele Biografie Limburg genoemd waarmee in de periode 2009-2012 belangrijke stappen worden gemaakt om de 'culturele sprong' in Limburg te realiseren. Beleidsnotitie Federatie van Musea in Limburg (juni 2008); De notitie beoogt een pleidooi te geven voor het opstellen van een integraal (de hele sector betreffend) en zo mogelijk geïntegreerd (met onderlinge afstemming van ambities en beleid van de diverse spelers) provinciaal museumbeleid en bevat tevens een reactie op de “Inspraakversie Beleidskader 2009-2012‟ van GS. De belangrijkste aanbevelingen uit deze notitie betreffen: - noodzakelijkheid van de verbreding van het concept ‘museum’ (een museum is meer dan een verzamelplaats van objecten uit het verleden!) - meer publieksonderzoek bij musea; - digitalisering van collecties; - een gezamenlijk open depot voor het Limburgse Erfgoed (oplossing voor structureel gebrek aan opslagruimte voor cultureel erfgoed) - stimuleren ‘corporate identity’ (doorverwijsfunctie, koppeling websites, gezamenlijke benadering sponsors en bedrijfsleven) - stimuleren internationalisering en grensoverschrijdende projecten Sonderende museumnotitie GS (februari 2009) In deze provinciale notitie naar aanleiding van het uitkomen van de nieuwe provinciale beleidsnota Cultuur 2009-2012, worden de hierin geformuleerde uitgangspunten toegespitst op de musea in onze provincie. Hierbij wordt uitgegaan van de bestaande verdeling van verantwoordelijkheden ten aanzien van musea, zoals ook neergelegd in de rijksnota ”Bewaren om Teweeg te brengen”. De rijksoverheid introduceert per september 2009 het gratis museumbezoek voor jongeren tot 12 jaar bij de erkende musea in Nederland, dus ook in Limburg.
Museumnota gemeente Maasgouw
71
PS Partner in Leisure
Voortvloeiend uit de gekozen beleidsuitgangspunten in de beleidsnota ondersteunt de provincie Limburg op projectbasis samenwerking tussen musea, bibliotheken en andere erfgoedinstellingen op het terrein van digitalisering. Daarnaast wordt ook internationale samenwerking op het terrein van cultuur, dus ook van musea bevorderd en ondersteund. In het kader van de bevordering van cultuurparticipatie hebben Gedeputeerde Staten ‘het cultuurkaartje’ geïntroduceerd, aanvankelijk in samenwerking met Hermes en de NS en vervolgens in samenwerking met Veolia. Met dit cultuurkaartje kunnen scholen tegen gereduceerd tarief gebruik maken van het openbaar vervoer naar onder meer de musea in onze provincie. Projecten op het terrein van cultuur- en erfgoededucatie van musea worden gestimuleerd door middel van waarderingssubsidies. De samenwerking tussen Limburgse Gemeenten, Onderwijsinstellingen, en Provincie Limburg in het kader van het Fonds voor Cultuurparticipatie is gericht op versterking van de amateurkunst, de volkscultuur en educatie. Activiteiten van regionale musea kunnen ook langs deze lijn ondersteund worden. Behalve voor de drie provinciale musea draagt de provincie Limburg de verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van de musea in onze provincie door middel van de museumconsulent bij het Huis voor de Kunsten. Daarnaast beschikt het Huis voor de Kunsten over een consulent beeldende kunst, van belang voor in het bijzonder de kunstmusea in Limburg. Het functioneren van musea als onderdeel van het actuele en maatschappelijk leven kan bevorderd worden door gerichte bemiddeling van de diensten van de Stichting Vitaal Kapitaal Limburg. Afhankelijk van de concrete vraag van een museum kan de Stichting Vitaal Kapitaal Limburg, die in het leven is geroepen door de provincie Limburg, bemiddelen bij de inzet van deskundige, vrijwillige medewerkers op velerlei terreinen. Regionaal Ook op regionaal vlak zijn een aantal ontwikkelingen van belang: Regiovisie Midden-Limburg 2008-2028 De regiovisie is een coproductie van de zeven Midden-Limburgse gemeenten, de provincie Limburg en veel private partners. Voor Maasgouw zijn in dit kader de volgende thema’s van belang: • ontwikkeling Maasplassen (hoogwaterbestrijding, natuurbehoud, economische en toeristische ontwikkeling); • ontwikkeling bijzondere woongebieden, bijvoorbeeld wonen aan- en op het water (havengebied Wessem), haven en de Havenboulevard Maasbracht en Eiland in de Maas. De musea in Stevensweert en Maasbracht zijn direct en indirect betrokken bij deze ontwikkelingen. Met name voor het Maas- en Scheepvaartmuseum is de ontwikkeling van het plan ‘Havenboulevard’ van levensbelang in het kader van een nieuwe locatie en daarmee het voortbestaan van het museum. TROM TROM staat voor Toeristisch-Recreatieve Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg. Op 12 februari 2009 heeft de Raad van Maasgouw een besluit genomen over het meerjarig businessplan voor TROM Midden-Limburg 2009-2012 en de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten en het TROM. Het businessplan voor de TROM Midden-Limburg schetst de strategie die overheid, bedrijfsleven en (intermediaire) organisaties gezamenlijk moeten volgen bij het versneld versterken van de toeristische structuur van Midden-Limburg. De TROM zal zich vooral richten op drie actielijnen, te weten:
Museumnota gemeente Maasgouw
72
PS Partner in Leisure
1. het verzorgen van de toeristische regiopromotie Waar het TROM zal trachten potentiële toeristen en recreanten te bewegen Midden-Limburg te gaan bezoeken is het aan de VVV-organisaties om hen binnen de regio te informeren over de toeristische bezienswaardigheden. Door het wegvallen van de Regionale VVV Noord- en Midden-Limburg is de stuurgroep TROM in 2008 al gestart met de toeristische regiopromotie. De middelen daartoe zijn beschikbaar gesteld door de 8 betrokken gemeenten en het Toeristische Samenwerkingsverband. 2. de uitbouw, het onderhoud en beheer van toeristische routestructuren De TROM zal als het regionale ‘routebureau’ opereren door zorg te dragen voor de ontwikkeling, het onderhoud en beheer van routestructuren en de bewegwijzering ervan. 3. het uitvoeren van structuurversterkende economische projecten Het programma moet in dit kader zijn gericht op het verbinden van peilers in de toeristenindustrie door: een betere kennisoverdracht tussen en naar bedrijven, het bevorderen van de concurrentiekracht van bestaande bedrijven door product-, proces- en marktinnovatie in bedrijfsvoering en –organisatie, het vormen van strategische allianties in de vorm van het bewerkstelligen van innovatieve product/markt combinaties tussen bedrijven en instellingen, het bevorderen van professioneel ondernemerschap en personeel, het ontwikkelen van arrangementen tezamen met meerdere bedrijven. VVV Midden-Limburg Tot januari 2008 was er de VVV Noord- en Midden-Limburg. Vanaf 1 januari 2008 is MiddenLimburg zelf verantwoordelijk geworden voor de organisatie van de toeristische regiopromotie. Het voornemen bestaat dat de TROM hierbij de verbindende schakel wordt. Waar de TROM zal trachten potentiële toeristen en recreanten te bewegen Midden-Limburg te gaan bezoeken is het aan VVV-organisaties om hen binnen de regio te informeren over de toeristische bezienswaardigheden. Na opheffing van de regionale VVV Noord- en Midden-Limburg hebben de gemeenten besloten de VVV-winkels onder eigen financiële verantwoordelijkheid op te zetten en uit te voeren. Er zijn in Midden-Limburg vier VVV-kantoren, in Reuver, Roermond, Herkenbosch (tijdelijk) en Thorn. Daarnaast zijn er in de diverse dorpskernen in totaal vijf agentschappen waar toeristen terecht kunnen voor folders, fiets- en wandelkaarten en toeristische informatie over de directe omgeving. Voor het Streekmuseum Stevensweert zijn afspraken gemaakt met de VVV om een agentschap te vormen in het museum. In dit kader zal een VVV-medewerker enkele middagen per week de balie van het museum gaan bemensen waardoor taken van het museum eveneens door deze persoon kunnen worden opgepakt en de openingstijden van het museum kunnen worden verruimd. Toeristisch-recreatief Kaderplan ‘Maashoorn’ Binnen de regio Noord- en Midden-Limburg is begin 2008 gestart met het opstellen van een toeristisch-recreatief grensoverschrijdend kaderplan voor enkele gemeenten langs de Nederlands-Belgische grens (projectgebied De Maashoorn), waaronder gemeente Maasgouw. Doel van het kaderplan is een verdere uitbouw van de grensoverschrijdende samenwerking. Het plan wordt opgesteld in het kader van het Interreg IV subsidie-programma. De belangrijkste pijler van het kaderplan ‘Maashoorn’ is de versterking van de museale en culturele infrastructuur. Doel van deze pijler is de versterking van de museale infrastructuur aan beide kanten van de Belgisch/Nederlandse grens waardoor de toeristische verblijfsduur toeneemt en een bijdrage wordt geleverd aan de sociale infrastructuur. Een zeer belangrijk aspect is tevens het ontwikkelen van een gemeenschappelijke marketing- en promotiecampagne.
Museumnota gemeente Maasgouw
73
PS Partner in Leisure
Voor Maasgouw maken de volgende projecten deel uit van het kaderplan ‘Maashoorn’: • verbeterde inrichting van het Streekmuseum • uitvoering fase 2 van de herinrichting van het Gemeentemuseum Het Land van Thorn • Uitvoering fase 2 van de museale herinrichting Abdijkerk Thorn • Nieuwe inrichting van het Maas- en Scheepvaartmuseum en realisatie van afmeervoorzieningen voor historische schepen in Maasbracht • Ontwikkelingen binnen het concept ‘Thorn, cultuur- en congresstadje’ (zie hierna). Momenteel wordt er door een extern bureau een haalbaarheidsonderzoek voor het plan uitgevoerd. In het plan zijn prioriteiten en kostenindicaties aangegeven. De planning is om vanaf 2010 met de uitvoering van het kaderplan ‘Maashoorn’ te starten. Lokaal Afsluitend in dit kader enkele relevante lokale beleidsontwikkelingen. Cultuur-toeristische nota (voorheen Totempaal geheten) Het museumbeleid vormt een onderdeel van de cultuur-toeristisch recreatieve visie voor Maasgouw waarbij de focus ligt op cultuur. Binnen deze visie wordt ervoor gekozen om niet direct te investeren in z.g. ‘hardware’ maar juist in ‘software’, zijnde niet-tastbare cultuurtoeristische voorzieningen en activiteiten zoals kansrijke en unieke evenementen, een goede programmering op het buitenpodium in Thorn enz.. Het zijn maatregelen en investeringen die niet alleen gericht zijn op bezoekers ‘van buiten’, maar met name ook rendement opleveren voor de inwoners van Maasgouw en bijdragen aan een aantrekkelijk woon- en leefklimaat voor de gemeente. Op moment van dit schrijven wordt door een extern bureau gewerkt aan de totstandkoming van deze visie. Naar verwachting zal deze visie in september 2009 worden aangeboden aan de Raad. Structuurvisie en ontwikkelingsvisie Havenfront Maasbracht De Havenboulevard De gemeente wil de haven en Havenboulevard ontwikkelen tot een belangrijk en aantrekkelijk gebied voor toeristen, recreanten en eigen bevolking. Langs de haven begint deze nieuwe ontwikkeling al zichtbaar te worden, bijvoorbeeld middels de nieuwe bebouwing met plein bij de kerk en de sloop van gebouwen in het Middengebied. In dit Middengebied is thans ook het Maas- en Scheepvaartmuseum gelegen. Voornemen in de oorspronkelijke planvorming was om het museum directer aan het water en de haven een nieuwe locatie te bieden. Deze planvorming verkeert echter thans in een impasse doordat er – mede ingegeven door de economische recessie anno 2009 – te weinig meeropbrengsten uit het plan (verkoop woningen) kunnen worden gegenereerd. Hierdoor moet de uitvoering van bepaalde elementen uit het oorspronkelijke plan, zoals de nieuwbouw van het museum, thans nader worden bezien. Regiocentrale Zuid RWS Onderdeel van de visie vormt eveneens de bouw van de nieuwe Regiocentrale Zuid die als verkeersknooppunt in de Limburgse scheepvaart in 2013 een prachtige markering aan het einde van de Havenboulevard gaat vormen. In deze regiocentrale van Rijkswaterstaat komt een multifunctionele ontvangstruimte annex bezoekerscentrum, waar bezoekers uitleg kunnen krijgen over de werking van de sluizen en het nieuwe bedieningssysteem. Bedoeling is om het Nautisch Centrum Heel eveneens bij de nieuwe centrale onder te brengen.
Museumnota gemeente Maasgouw
74
PS Partner in Leisure
In het verleden is het gebouw van de Regiocentrale Zuid ook al eens in beeld geweest als mogelijke locatie voor Maas- en Scheepvaartmuseum. Vanwege de hoge kosten van realisering is daar door de Raad in haar vergadering van 20 september 2007 van afgezien. Thorn cultuur- en congresstadje De gemeente is thans bezig binnen het kader van Interreg III project ‘Mensen en kerken in dialoog over grenzen en tijden heen’ het stadje Thorn te ontwikkelen tot cultuur- en congresstadje. Activiteiten die in dat kader zijn gepland c.q. uitgevoerd, zijn: • vervaardiging van een overdekt en mobiel buitenpodium dat plaats biedt aan 250 mensen en kan worden uitgebreid tot een 700-tal zitplaatsen; • renovatie van het gemeenschapshuis, ook wel jeugdhuis genoemd. Dit jeugdhuis biedt mogelijkheden voor kleinere congressen; • exacte definiëring van de functies van enkele oude gebouwen op het historisch plein in Thorn, de “Hofferkeukens” en het oude sousterrain. Daarbij wordt ook gekeken naar het leggen van een integrale verbinding tussen het buitenpodium en het belendende pand Hofferkeukens.
Museumnota gemeente Maasgouw
75
PS Partner in Leisure
Bijlage 3
Vragenlijst Voorgeschiedenis 1. Wat is in het kort de voorgeschiedenis van het museum? wat is het jaar van oprichting wie zijn initiatiefnemers 2. Wat is de rechtsvorm / juridische status van het museum? gemeentelijke dienst, stichting (traditioneel bestuursmodel met uitvoerend, beleidsvormend dan wel beleidsbepalend bestuur – of Raad van Toezicht), vereniging anderszins, nl___________ 3. Welke formele documenten zijn er beschikbaar oprichtingsakte statuten beleidsplan jaarverslag jaarrekening 2007 balans en toelichting 2007 jaarrekening 2008 balans en toelichting 2008 begroting 2009 overig nl____ aub stukken bijvoegen 4. Wat is de doelstelling van het museum en waar is de doelstelling geformuleerd? 5. Is het museum een geregistreerd museum? Indien het museum “voorlopig geregistreerd”is of voor registratie afgewezen, wat is voor dan de reden zoals geformuleerd door de Stichting het Nederlands Museum. Als het museum zich niet voor registratie heeft aangemeld, wat is daarvan de reden? 6. Wat is de positie van het museum in het huidige gemeentelijke beleid? Wordt het museum in beleidsstukken vermeld? Zo ja, waar en hoe? 7. Is er een subsidierelatie tussen gemeente en museum? Zo ja, welke? 8. In welke vorm en mate is de gemeente bij de oprichting van het museum betrokken (geweest).
Museumnota gemeente Maasgouw
76
PS Partner in Leisure
9. Zijn er juridische banden tussen gemeente en museum eigendom van het gebouw eigendom van de collectie financiële toezeggingen Zo ja, wat zijn de consequenties daarvan? 10. Zijn er juridische banden tussen het museum en andere overheden en/of rechtspersonen? Zo ja, wat zijn de consequenties daarvan? Huisvesting 1. Hoe is het museum gehuisvest? Gesitueerd in: een monument een gemeenschappelijk gebouw een gebouw met een bepaalde historische functie? nadere toelichting 2. Betreft het een rijks- dan wel gemeentelijk monument? Zo ja, wat is hiervan de status en de consequentie? 3. Is het pand geschikt voor de museale bestemming? Zo niet, welke voorzieningen zijn hiervoor noodzakelijk? (op basis van eisen museumregister?) 4. Welke relatie is er qua huisvesting tussen het museum en de gemeente? 5. Wat is de totale oppervlakte van uw museum? En hoe is de verdeling van expositieruimte, depot en overige ruimten? 6. Is de ter beschikkingstaande ruimte voldoende om uw collectie te tonen?
Collectie 1. Wie is de eigenaar / zijn de eigenaars van de collectie(s)? 2. Wat is de waarde van (de onderdelen van) de collectie? 3. Is er in het verwervingsbeleid een relatie met de gemeente? 4. Heeft de collectie / hebben de collectieonderdelen (inter)nationale betekening? Waaruit blijkt dat?
Museumnota gemeente Maasgouw
77
PS Partner in Leisure
5. Wat is de betekenis van de collectie in vergelijking met andere collecties op hetzelfde gebied? 6. Bevinden zich in de gemeente / regio collecties die een inhoudelijke (ook in brede zin) relatie met de collectie van het museum hebben? Behoud erfgoed casus quo cultuuraanbod 1. Waar in de gemeente of regio wordt de geschiedenis van dorp, stad, streek bewaard en gedocumenteerd? 2. Welk cultuuraanbod is er in de gemeente (of op redelijke afstand van in een andere gemeente) beschikbaar en welke rol speelt het aanbod van het museum daarin? Functie van het museum 1. Wat is de functie van het museum voor de gemeente c.q. de regio als gemeenschap? 2. Wat is de betekenis van het museum voor de gemeente als overheid? 3. Wat is / zijn vanuit de gemeente gezien de belangrijkste functies van het museum? Samenwerking 1. Heeft het museum incidentele samenwerking met andere culturele c.q. erfgoedvoorzieningen in de gemeente of de regio? Zo ja, welke? 2. Heeft het museum structurele samenwerking met andere culturele c.q. erfgoedvoorzieningen in de gemeente of regio? Zo ja, welke? 3. Heeft het museum structurele samenwerking met onderwijsinstellingen in de gemeente of regio? Zo ja, welke De instelling als museumorganisatie 1. Functioneert de instelling adequaat op alle drie de kerntaken 1. de collectietaak > verzamelen, registreren, behouden en beheren van de collectie, inclusief het uitvoeren van onderzoek 2. de publiekstaak > bestaat uit het overdragen van informatie over de collectie doormiddel van presentaties, tentoonstellingen, publicaties en educatieve programma’s 3. bedrijfsvoering > beschikt het museum over de juiste faciliteiten nl.: huisvesting, beveiliging, deskundig personeel en financiële middelen)? Zo nee, wat is hiervan de oorzaak?
Museumnota gemeente Maasgouw
78
PS Partner in Leisure
Publiek 1. Doet het museum in enigerlei vorm aan publieksonderzoek? zo ja, is bekend hoeveel publiek het museum per jaar trekt? wat is de herkomst van het publiek? Welke publieksgroepen zijn te onderscheiden? Wat zijn de topmaanden? Gaat het om een/tweemalige bezoekers of om herhaalbezoekers? Zo Nee, bestaat er bij het museum een indruk ten aanzien van bovenstaande Vragen. Hoe betrouwbaar zijn de gegevens? 2. Is vergroting van het publieksbereik denkbaar? Zijn er potentiële publieksgroepen die nog niet bereikt worden? De kracht en toekomstbestendigheid van het museum 1. Hoe sterkt is het museum als museum (o.b.v. criteria museumregistratie en deskundigen)? 2. Behoud de formule van het museum ook in de toekomst haar kracht (of is het actualiteit of trendgebonden)? 3. Is het museum toekomstproof? is de presentatie ook voor jongeren generaties buiten schoolverband interessant? zijn er op langere duur voldoende vrijwilligers te krijgen? Wat gebeurt er met het museum als de eigenaar / beheerder besluit ermee te stoppen of overlijdt? Knelpunten 1. Welke knelpunten zijn er bij het museum? Bv: weinig of teruglopende publieke belangstelling ontoereikendheid van het pand eisen t.a.v. Arbo eisen t.a.v. toegankelijkheid slechte ligging, financiële tekorten ontoereikende depotruimte te weinig personeel te weinig vrijwilligers anders_____ 2. Welke oplossingen zijn denkbaar?
Museumnota gemeente Maasgouw
79
PS Partner in Leisure
Ambities 1. Wat zijn de ambities van het museum? Instandhouden wat er is Verder groeien in omvang, belangstelling of doelstelling Anders, nl 2. Zijn de ambities realistisch, wenselijk en realiseerbaar? Wat zijn knelpunten? 3. Wat zijn de ambities van de gemeente (of andere overheden) ten aanzien het museum? 4. Acht het museum deze ambities wenselijk? Zo nee, waarom niet? En haalbaar? Wat zijn Knelpunten.
Museumnota gemeente Maasgouw
80
PS Partner in Leisure