Strategie 1
Strategie 7
Waarom wil ik iets gaan lezen? Wat is mijn leesdoel? Vul de zin aan: Ik wil weten… Over welk onderwerp wil ik lezen? Heb ik vragen over het onderwerp?
Heb ik mijn leesdoel bereikt? (gr. 7‐8) Heb ik mijn leesdoel bereikt? Ging de tekst over dit onderwerp? Zijn mijn vragen beantwoord? Wat kan ik verder doen?
Wat vraag ik me af vóór het lezen van een artikel? Stap 1
IK WIL …
… weten wat voor NIEUWS er is gebeurd.
Stap 2
Over welk ONDERWERP wil ik lezen?
… IETS OPZOEKEN, bv. een woord, plaats of naam opzoeken.
Stap 3
Heb ik VRAGEN over het onderwerp waarover ik wil lezen?
… meer over een ONDERWERP weten. … weten hoe ik: IETS MOET DOEN of HOE IETS WERKT.
Wat vraag ik me af na het lezen van een artikel? (groep 7/8) Stap 4
… LEZEN voor mijn PLEZIER.
Heb ik mijn leesdoel BEREIKT? Ging de tekst over het ONDERWERP? Zijn mijn vragen BEANTWOORD?
… WETEN wat iemand van iets vindt.
NEE ?
Stap 5
Zoek een ANDERE tekst.
1 Waar vind jij het antwoord?
a Lees het artikel ‘Gespot: Guusje’ op pagina 9 van Kidsweek. Waar zou je het antwoord kunnen vinden op de vragen hieronder? Kies uit: woordenboek – atlas – krant
1 ‐ Blijdorp ligt in Rotterdam. In welke provincie ligt Rotterdam?
Het antwoord op deze vraag vind je in een ………………………………………………….
2 ‐ Wat is een steppeslurfhondje?
Het antwoord op deze vraag vind je in een ………………………………………………….
3 ‐ Wat was het belangrijkste nieuws deze week?
Het antwoord op deze vraag vind je in een ………………………………………………….
b Hierboven staan drie vragen. Kies één vraag uit en ga op zoek naar het antwoord op deze vraag. Schrijf het antwoord hieronder op.
Ik kies vraag ……. Het antwoord op deze vraag is: …….………………….………………………………………………….………………
…………………………………………………………………………….…….………………….………………………………………………….…………….
c Waar zou jij het antwoord zoeken op de vraag: Hoeveel dagen per week is Diergaarde Blijdorp geopend?
………………………………………………….………………………………………………….……………………………………………………….…………
d Ga nu op zoek naar het antwoord en schrijf het op. …………………………………………………………………………………….....
2 Staan de antwoorden WEL of NIET in de tekst?
Lees het artikel ‘Het dak eraf’ op pagina 6 van Kidsweek. Staan de antwoorden op de vragen hieronder WEL of NIET in het artikel? Zet een kruisje in de tabel.
Hoeveel huizen zijn er in Breda verwoest? Hoeveel mensen raakten er gewond in Breda? Hoeveel auto’s zijn er in Breda verwoest?
Staat WEL in de tekst.
Staat NIET in de tekst.
3 Maak de zinnen af … Maak de zeven zinnen hieronder af en omcirkel het juiste antwoord. 1) Als ik wil lezen voor mijn plezier, dan lees ik …
een leesboek | een telefoonboek | een informatiefolder
2) Als ik wil weten wat een woord betekent, dan pak ik …
een leesboek | een geschiedenisboek | een woordenboek
3) Als ik meer wil weten over een onderwerp, dan pak ik …
een encyclopedie | een gebruiksaanwijzing | een kookboek
a Lees de stelling op pagina 2 van Kidsweek. Mijn leesdoel is: Ik wil weten wat iemand van iets vindt.
een leesboek | een kookboek | een krant 5) Als ik wil weten wat voor nieuws er is gebeurd, dan lees ik …
JA
NEE
want, ………………………..……………………………………………………..…………………..
een krant | een geschiedenisboek | een informatiefolder
……………………………………………..………………………………………………………………..
b Ben je het EENS of ONEENS met de stelling? Leg uit waarom je het EENS of ONEENS bent.
6) Als ik wil weten welke landen er allemaal in Europa liggen, dan pak ik …
een gebruiksaanwijzing | een krant | een atlas
……………………………………………..………………………………………………………………..
……………………………………………..………………………………………………………………..
Heb ik mijn leesdoel bereikt? Leg uit waarom wel of niet.
4) Als ik wil weten hoe ik iets moet doen, dan pak ik …
4 Heb ik mijn leesdoel bereikt?
……………………………………………..………………………………………………………………..
……………………………………………..………………………………………………………………..
……………………………………………..………………………………………………………………..
.
1 Waar vind jij het antwoord?
a Lees het artikel ‘Dit moet je zien: Biatlon’ op pagina 11 van Kidsweek. Waar zou je het antwoord kunnen vinden op de vragen hieronder? Kies uit: woordenboek – atlas – krant
1 – Wat is de hoofdstad van Noorwegen?
Het antwoord op deze vraag vind je in een ………………………………………………….
2 ‐ Wat is ‘biatlon’?
Het antwoord op deze vraag vind je in een ………………………………………………….
3 ‐ Wat is het laatste nieuws over de sport biatlon?
Het antwoord op deze vraag vind je in een ………………………………………………….
b Hierboven staan drie vragen. Kies één vraag uit en ga op zoek naar het antwoord op deze vraag. Schrijf het antwoord hieronder op.
Ik kies vraag ……. Het antwoord op deze vraag is: …….………………….………………………………………………….………………………………………………….…………………………………
c Op internet kun je ook antwoorden vinden op vragen. Veel mensen gaan via de website www.google.nl op zoek naar antwoorden op vragen. Het is belangrijk de juiste woorden in te typen, om ervoor te zorgen dat je de informatie krijgt die jij zoekt. Welke woorden zou jij intypen als je het antwoord wilt op de vragen hieronder? Vul de tabel in. Er is er één voorgedaan.
Vragen: Uit hoeveel onderdelen bestaat biatlon? Welke sporten zijn er allemaal op de Olympische Spelen? Hoeveel medailles heeft Nederland gewonnen? Wat is de betekenis van de vijf Olympische ringen?
Op www.google.nl zou ik deze woorden intypen: biatlon onderdelen
2 Heb ik mijn leesdoel bereikt?
3 Verschillende soorten teksten
Lees de voorpagina van Kidsweek. a Mijn leesdoel is: Ik wil weten hoe ik iets moet doen.
a
Heb ik mijn leesdoel bereikt? Leg uit waarom wel of niet.
NEE
want, ………………………..………………….………..…………………..………………..………
……………………………………………………..…………………..…….……..……………….……
……………………………………………………..…………………..…….……..……………….…… b Bedenk nu een vraag, waarop het antwoord NIET in het artikel op de voorpagina staat, maar waar jij wel graag het antwoord op wilt weten.
……………………………………………………..…………………..…….……..……………….……
c
…………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………..…………………..…….……..……………….……
Mijn leesdoel is: Ik wil meer informatie over een onderwerp. Welke tekst kan ik het best lezen?
Tekst ….., omdat …………………………..…………………..…….……..……………….……
c Waar zou je het antwoord kunnen vinden? ………………………………………….
……………………………………………………..…………………..…….……..……………….……
b Mijn leesdoel is: Ik wil weten hoe ik iets moet doen. Welke tekst kan ik het best lezen? Tekst ….., omdat …………………………..…………………..…….……..……………….……
d Ga op zoek naar het antwoord en schrijf het antwoord op.
……………………………………………………..…………………..…….……..……………….……
Tekst ….., omdat …………………………..…………………..…….……..……………….……
d
Mijn leesdoel is: Ik wil weten wat voor nieuws er is gebeurd. Welke tekst kan ik het best lezen? Leg uit waarom.
JA
Lees de verschillende teksten op pagina 10 van het lesboekje.
……………………………………………………..…………………..…….……..……………….…… In de drie teksten staat veel informatie over Facebook. Toch wil ik weten of ik er ook nadelen aan Facebook zitten. Om hierachter te komen ga ik naar www.google.nl en typ de volgende woorden in: ……………………………………………………..…………………..…….……..……………….……
1 Lees het artikel ‘Mag het wat zachter’ op pagina 5 van Kidsweek.
a Maak de zin hieronder af: Als ik deze tekst lees, dan wil ik … A weten wat voor nieuws er is gebeurd. B weten wat iemand van iets vindt. C weten hoe ik iets moet doen. D weten wat het moeilijke woord betekent.
b Wat is het onderwerp van de tekst?
Een voordeel van het dragen van een uniform is …
.............................................................................................
.............................................................................................
Onderstreep met rood de informatie in het artikel die nieuw is voor jou.
d Mijn leesdoel is: Ik wil weten hoe onze oren werken. Heb ik mijn leesdoel bereikt na het lezen van het artikel? (Weet ik wat ik wilde weten?)
.........................................................................................................................................
Een nadeel van het dragen van een uniform is …
a Lees het artikel ‘Ooooh meester, een vlek op uw broek!’ op pagina 7 van Kidsweek en maak de zinnen hieronder af.
.....................................................................................................
c
2 Voor‐ en nadelen van een uniform
.........................................................................................................................................
.............................................................................................
............................................................................................. b In Nederland zijn ook scholen waar kinderen een uniform dragen. Jij wilt weten op welke scholen in Nederland kinderen een uniformt dragen en waar deze scholen zich bevinden. Waar zou jij op zoek gaan naar het antwoord?
e In het artikel wordt verteld dat het niet goed gaat met de oren van jongeren. Ik ben erg benieuwd hoe je nu eigenlijk kunt meten hoeveel decibel een bepaald geluid is. Om hierachter te komen ga ik naar www.google.nl en typ de volgende woorden in:
…………………………………………………………………………………………. c Ga nu op zoek naar het antwoord op deze vraag en schrijf stap voor stap op hoe jij te werk bent gegaan. Schrijf het op een oefenblaadje.
.........................................................................................................................................
.........................................................................................................................................
3 Heb ik mijn leesdoel bereikt?
4 Verschillende soorten teksten
a Lees het artikel ‘Geurtjes laten geld rollen’ op pagina 4 van Kidsweek. Mijn leesdoel is: Ik wil weten hoe een neus werkt.
a
Heb ik mijn leesdoel bereikt? Leg uit waarom wel of niet.
JA/NEE, want ………………………………………………….……………..……………….. ………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………..
b Lees het artikel ‘Vluchten voor vulkaan’ op pagina 6 van Kidsweek. Mijn leesdoel is: Ik wil meer informatie over het ontstaan van een vulkaan.
Heb ik mijn leesdoel bereikt? Leg uit waarom wel of niet.
JA/NEE, want ………………………………………………..………………….……………..
………………………………………………………………………………………………………..
Mijn leesdoel is: Ik wil weten wat voor nieuws er is gebeurd. Welke tekst kan ik het best lezen? Leg uit waarom.
Tekst ….., omdat …………………………..…………………..…….……..……………….…… ……………………………………………………..…………………..…….……..……………….……
Lees de verschillende teksten op pagina 10 van het lesboekje.
b Mijn leesdoel is: Ik wil weten hoe ik iets moet doen. Welke tekst kan ik het best lezen? Tekst ….., omdat …………………………..…………………..…….……..……………….……
c
……………………………………………………..…………………..…….……..……………….……
Mijn leesdoel is: Ik wil meer informatie over een onderwerp. Welke tekst kan ik het best lezen?
Tekst ….., omdat …………………………..…………………..…….……..……………….……
d
……………………………………………………..…………………..…….……..……………….…… In de drie teksten staat veel informatie over Facebook. Toch wil ik weten of er ook nadelen aan Facebook zitten. Om hierachter te komen ga ik naar www.google.nl en typ de volgende woorden in:
………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………..…………………..…….……..……………….……
Miljoen verjaardagslikes voor Colin
Tekst 1
Nog 25 nachtjes slapen en dan wordt Colin elf jaar. Maar zin in een feestje heeft hij niet. Colin is autistisch en vindt het daarom moeilijk om vrienden te maken. Zijn moeder wil hem toch in het zonnetje zetten en bedacht een plan.
Colin is door zijn ziekte niet altijd even aardig tegen iedereen en veel klasgenoten vinden dat niet leuk. Ze willen niet dat hij bij hen komt zitten, dus eet hij in de pauze alleen. Toen zijn moeder vroeg of hij een verjaardagsfeestje wilde, vond hij dat dat geen zin heeft, omdat hij toch geen vrienden heeft. Daarom heeft zijn moeder Facebook ingeschakeld om Colin toch te verrassen als hij elf wordt.
Echte kaartjes Een Facebookpagina vol positieve berichten is nog leuker voor Colin dan een verjaardagsfeestje, dacht zijn moeder. Daarom maakte ze de pagina Happy Birthday Colin aan. (…)
Voor het aanmaken van een Facebook account volg je de volgende stappen:
Tekst 2
1. Ga naar de aanmeldingspagina van Facebook (facebook.com/signup). 2. Vul alle verplichte velden in zoals je naam, geslacht, e-mailadres en geboortedatum en klik op Registreren. 3. Facebook helpt je graag bij het zoeken van al je vrienden en kennissen. 4. Profielgegevens - Wanneer je profielinformatie toevoegt (bijvoorbeeld school) zal Facebook je direct helpen om vrienden te vinden. 5. Profielfoto - Heb je al een profielfoto om te uploaden, dan kan je dat hier gelijk doen. (…)
Facebook
Tekst 3
Facebook is een gratis sociaalnetwerksite om online contact te maken of houden. Gebruikers kunnen er een persoonlijk profiel samenstellen en informatie en interesses delen op het zogeheten "Prikbord" (in het Engels "Wall"). Sinds mei 2008 bestaat er een Nederlandstalige versie. In december 2008 groeide de site met 600.000 nieuwe aanmeldingen per dag. In april 2009 had Facebook meer dan 200 miljoen actieve gebruikers, vijf maanden later waren dat er 50 miljoen meer. In juli 2010 bediende Facebook een half miljard gebruikers, circa zeven procent van het aantal aardbewoners. In 2012 had Facebook ongeveer 1 miljard gebruikers. Het is te gebruiken vanaf 13 jaar. Ontstaan Facebook ontstond op 4 februari 2004 (toen nog "The Facebook" genoemd). Mark Zuckerberg is de medeoprichter en algemeen directeur.
tijdmachine
Feest van de Citroenen
Annie M.G. Schmidt
estafette
steppeslurfhondje
‘In de film Back to the Future II reizen de hoofdpersonen met een tijdmachine van het jaar 1985 naar 2015.’ (pag. 10)
is een niet bestaande machine waarmee je door de tijd kunt reizen.
week lang het Feest van de Citroenen gevierd.’ (pag.10)
is een feest dat elk jaar wordt gevierd in een dorpje in Frankrijk. De mensen vieren dat er citroenen kunnen groeien in hun gebied. ‘Daar wordt tweeënhalve
tinkelende minimannetje uit de boeken van Annie M.G. Schmidt?’ (pag. 20)
was een beroemde Nederlandse schrijfster. Ze schreef Jip en Janneke, Pluk van de Petteflet en nog veel meer boeken. ‘Dat kleine toverende, o nee,
Spelen staan nog twee estafettes op het programma.’ (pag. 11)
is een sport waarbij steeds iemand anders van een team een deel van de race doet. ‘Tijdens de laatste dagen van de
prachtig galgjewoord is dat ook een heel zeldzaam beestje.’ (pag. 9)
is een springmuis die leeft in het oosten van Afrika. ‘Steppeslurfhondje. Naast een
is een stad in Duitsland.
Luxor
‘Deze plek bij Luxor staat bekend als de Dodenstad.’ (pag. 6)
is een stad in Egypte.
weekend meer dan honderdduizend Javanen hun huis.’ (pag. 6)
‘Met grote grijnzen op het gezicht poseerde de koninklijke familie in het Oostenrijkse Lech voor de fotografen.’ (pag. 19)
is een dorp in Oostenrijk.
‘Daar leek de maag van ijsbeer Anton uit de dierentuin in de Duitse plaats Stuttgart op toen hij werd opengemaakt. (pag. 9)
is een eiland in Indonesië. ‘Dwars door een asregen ontvluchtten dit
Lech
Stuttgart
zeehondencrèche in Pieterburen afgelopen week.’ (pag. 5)
Java
Pieterburen is een klein dorpje in de provincie Groningen. ‘Daarover kibbelden de bazen van de
is een stad in de provincie Brabant. ‘Het dak ging eraf in Breda!’ (pag. 6)
Breda
Lees ‘Hond onder de grond’ op pagina 6 van Kidsweek.
3) a) b) c)
Lees tekst 2 op pagina 13 hiernaast. Klopt jouw antwoord over het werk van archeologen bij vraag 1e? Heb jij wel eens oude voorwerpen bekeken in een museum? Wat vond je daarvan? Zou jij later een archeoloog willen worden? Leg uit waarom.
2) Lees tekst 1 en bekijk kaart 1 op pagina 13 hiernaast. a) Hoe lang geleden leefden de Azteken? b) Wat aten de Azteken? c) Noem een verschil tussen Azteken en Indianen. d) Zet nu een kruisje bij Nederland op de kaart. Je mag een atlas gebruiken.
1) ‘Hond onder de grond’ a) Wie heeft het artikel geschreven? b) Waar zijn de honden gevonden? c) Hoeveel honden zijn er gevonden? d) Waarom werden honden altijd bij hun baasje begraven? e) Wat voor werk doet een archeoloog volgens jou?
A
3) Lees tekst 2 op pagina 13 hiernaast. a) Wat voor werk doet een archeoloog? b) Vind jij het leuk om een museum te bezoeken? Leg uit waarom. c) Waarom moeten archeologen zo voorzichtig omgaan met de grond? d) Bij vraag 1a moest je moeilijke woorden onderstrepen. Van welk woord weet je de betekenis nadat je deze les hebt gemaakt?
Archeologen moeten elk stukje grond op aarde onderzoeken, zodat we nóg meer ontdekken.
3) Lees tekst 2 op pagina 13 hiernaast. Ben jij het EENS of ONEENS met de stelling hieronder? Leg uit waarom.
2) Lees tekst 1 en bekijk kaart 1 op pagina 13 hiernaast. a) Wat is een offer brengen? b) Waarom weten we nu veel over het leven van de Azteken? c) Geef de continenten op de kaart een kleur. Noord‐Amerika is groen. Maak Afrika rood, Azië blauw, Oceanië bruin, Europa paars en Zuid‐ Amerika geel. Je mag een atlas gebruiken. d) Noem vier landen die nu in het gebied van de Azteken liggen. Je mag een atlas gebruiken.
2) Lees tekst 1 en bekijk kaart 1 op pagina 13 hiernaast. a) Waarom zijn de Azteken bijzonder? b) Waarom weten we nu veel over het leven van de Azteken? c) Noem twee landen die in het gele gebied liggen. Je mag een atlas gebruiken.
‘Hond onder de grond’ Wat vind jij ervan dat dit nieuws in de krant staat? Leg uit waarom. Wat voor werk doet een archeoloog? Ga nu op zoek naar nog een artikel over archeologie in Kidsweek. Schrijf op wat je hebt gevonden.
Lees ‘Hond onder de grond’ op pagina 6 van Kidsweek.
atlas gebruiken.
C 1) a) b) c)
Lees ‘Hond onder de grond’ op pagina 6 van Kidsweek.
1) ‘Hond onder de grond’ a) Onderstreep de moeilijke woorden uit het artikel. b) Waarom waren de archeologen verbaasd? c) Wat is de hoofdstad van Mexico? Je mag een
B
Schrijf de antwoorden op een oefenblaadje!
TEKST 1
Grote steden, een groot netwerk van wegen en ingewikkelde systemen voor wiskunde en de ruimte: de Azteken bedachten het allemaal. Wat er zo bijzonder is aan dit slimme volk? De Azteken leefden meer dan 600 jaar geleden! Amerika Voordat de Europese veroveraars naar Amerika kwamen, leefden allerlei slimme volkeren in Amerika. In Noord‐ Amerika leefden de indianen, zij trokken rond door het land. Maar in Midden‐ en Zuid‐Amerika leefden volken die op één plek woonden, net als wij. De Azteken waren zo’n volk. Zij hadden hun eigen koninkrijken. Ze bouwden steden en maakten boeken van dierenhuiden. De mensen aten een soort pannenkoeken en dronken bier. Ze aanbaden veel verschillende goden. De beelden van de goden werden bewaard in speciale piramidetempels. Er was een Regengod en een Zonnegod. De mensen geloofden dat de goden ervoor zorgden dat de zon opkwam en dat het regende. Dat was belangrijk om het voedsel te laten groeien. De Azteken brachten offers om ervoor te zorgen dat de goden luisterden. Voorwerpen De Azteken maakten allerlei mooie voorwerpen. Beelden van goden, maar ook kommen, potten en schalen. Ze tekenden erop. Deze voorwerpen zijn eeuwen later teruggevonden. Daarom weten we nu heel veel over het leven van toen.
De Azteken
KAART 1
TEKST 2
…… Indianen …… Azteken
Legenda
Bronnen: Wow! De avontuurlijkste encyclopedie over alles, Lannoo’s nieuwe Kinderencyclopedie.
Archeologen zoeken naar voorwerpen van vroeger. Ze bestuderen eerst de bodem van een gebied. Dat doen ze bijvoorbeeld vanuit een vliegtuig. Daarna verwijderen ze de grond heel voorzichtig, laagje voor laagje. Dan bestuderen de archeologen de spullen en bouwwerken om meer te weten te komen over het leven van mensen vroeger. De archeologen beschrijven al hun vondsten. Veel vondsten kun je later bekijken in musea.
Sporen opgraven
TEKST 2
4 TEKST 2
waarom.
2) Lees tekst 1 op pagina 15 hiernaast. a) Zet de vier stappen om een film te maken in de goede volgorde. Kies uit: montage ‐ crew en filmen ‐ verhaal ‐ draaiboek b) Welke mensen zijn nodig om een film te maken? c) Wat zou jij het liefst willen doen als jij in de crew van een film zat? Leg uit waarom. 3) Lees tekst 2 en bekijk de plaatjes op pagina 15 hiernaast. a) Wat is een visual effect? b) Als je een film over de winter wilt maken, moet je dan altijd in de winter filmen? c) Denk jij dat het moeilijk is om voor een groen scherm te spelen? Leg uit waarom.
waarom.
3) Lees tekst 2 en bekijk de plaatjes op pagina 15 hiernaast. a) Waarom denk jij dat filmmakers visual effects gebruiken? Leg uit waarom je dat denkt. b) Vind jij dat je voor de gek wordt gehouden als je een film kijkt? Leg uit waarom.
1) ‘Op bezoek bij Wiplala’ a) Wie is Wiplala? b) Waarom vond Kee het moeilijk om te spelen dat ze afscheid nam van Wiplala? c) Waarom moest de spannende scène vijf keer over? d) Noem twee andere boeken van Annie M.G. Schmidt. Tip! Kijk op pagina 11 van het lesboekje. 2) Lees tekst 1 op pagina 15 hiernaast. a) Welke stappen moet je nemen om een speelfilm te maken? b) Leg uit wat je doet als je bezig bent met ‘de montage’. c) Als jij in een filmcrew zou zitten, wat zou je dan het liefst willen doen? Leg uit
‘Op bezoek bij Wiplala’ Wie heeft het artikel geschreven? Wie is Wiplala? Welke rol speelt Kee? Waarom vindt Sasha het niet moeilijk om voor een groen scherm te spelen? e) Zou jij de film Wiplala willen zien? Leg uit
Lees ‘Op bezoek bij Wiplala’ op pagina 20 van Kidsweek.
1) a) b) c) d)
B
pagina 20 van Kidsweek.
A Lees ‘Op bezoek bij Wiplala’ op
Lees ‘Op bezoek bij Wiplala’ op pagina 20 van Kidsweek.
Filmmakers mogen beelden niet veranderen!
2) Lees tekst 1 op pagina 15 hiernaast. a) Hoe maak je een speelfilm? b) Leg uit wat een crew is. c) Als jij in een filmcrew zou zitten, wat zou je dan het liefst willen doen? Leg uit waarom. d) Wat is een scenario? e) Bedenk nu je eigen scenario voor een korte speelfilm. 3) Lees tekst 2 en bekijk de plaatjes op pagina 15 hiernaast. Ben jij het EENS of ONEENS met de stelling hieronder? Leg uit waarom.
1) ‘Op bezoek bij Wiplala’ a) Wie speelt Wiplala? b) Waarom moeten sommige scènes in de studio opgenomen worden? c) Hoe zorgt Sasha ervoor dat het spelen voor een groen scherm lukt? d) Noem twee andere boeken van Annie M.G. Schmidt die verfilmd zijn. Je mag internet gebruiken.
C
Schrijf de antwoorden op een oefenblaadje!
TEKST 2
TEKST 1
Crew en filmen Nu is het tijd om een crew bij elkaar te zoeken. De crew is de groep mensen die aan de film werkt. Er zijn bijvoorbeeld acteurs, cameramannen, geluidsmannen, en een regisseur nodig. De acteurs spelen in de film. De cameraman filmt alles. Een geluidsman zorgt voor het geluid en de regisseur heeft de leiding. Hij of zij kijkt of alle beelden perfect zijn. Iedereen klaar? Actie!
Heb je een scenario bedacht? Dan moet het draaiboek worden gemaakt. De filmmaker bedenkt waar alles opgenomen moet worden. Hij kiest of iets buiten op locatie of gewoon in een filmstudio wordt gefilmd.
beelden achter elkaar gemonteerd. Daarna is de film eindelijk klaar. Nu kun jij hem bekijken in de bioscoop!
Draaiboek
het een romantische film? Of is het de bedoeling dat de kijkers in een deuk liggen? En hoe moet het eruit zien? Alles kan! Wat dacht je van een neerstortend vliegtuig of botsende auto’s?
Een speelfilm maken, dat doe je niet zomaar. Er is een heel team voor nodig om een film als Wiplala te maken. Voor jij een film in de bioscoop ziet, moet er van alles gebeuren. Hieronder zie je welke stappen je moet nemen om een echte speelfilm te maken! Verhaal Montage Zonder verhaal kun je geen film maken. Daarom bedenk je Als alles is gefilmd, eerst een scenario, dat is het verhaal van de film. Wordt worden de verschillende
Speelfilm maken
TEKST 2 TEKST 2
Bron foto’s: Real Media
Bron: Het Klokhuis
Tegenwoordig zit in bijna elke film een visual effect. Een visual effect is iets wat er eigenlijk niet was toen er gefilmd werd. Je kunt bijvoorbeeld iets filmen in de zomer. Maar later kan iemand achter een computer sneeuw toevoegen aan het beeld. Dan lijkt het net of het winter is in de film. Filmmakers kunnen de werkelijkheid dus veranderen. Eigenlijk word je in de bioscoop dus voor de gek gehouden!
Speciale effecten
Wat kon in de tas van Britt blijven? Haar ... (pag. 19) Dat hebben … ontdekt. (pag. 4) Vooral prinses ... deed haar best om er leuk op te staan. (pag. 19) Alsof‐ie ... was begraven in plaats van 3500 jaar geleden. (pag. 6) Volgens Carolien is het ... om foto's in een restaurant te maken. (pag. 2) Zo kan de gemeente ... in de gaten houden hoe het gaat met die oren. (pag. 5) Of zijn ouders daar nog ergens rondscharrelen, weet ... (pag. 9) Daar wordt tweeënhalve week lang het Feest van de ... gevierd. (pag. 10)
Waar hield Koen uit Doetinchem zijn spreekbeurt over? (pag. 19) Maar ontwerpers van Nike hebben nu beloofd dat er vanaf volgend jaar echt ... schoenen te koop zullen zijn. (pag. 10) De scène uit de film Wiplala werd opgenomen in ...? (pag. 20) Volgens de ... betekenen de tekens dat de man in de kist Neb heette. (pag. 6) Wie zijn niet geliefd in de Russische stad Sotsji? (pag. 9) Op dit moment is buurland ... nog de recordhouder van de langste tunnel. (pag. 7) De ... is meer dan tachtigduizend euro waard. (pag. 10)
Jaargang 5, week 8, 20 februari 2014 Kidsweek in de Klas hoort bij Kidsweek en is een uitgave van Uitgeverij Young & Connected BV. Redactieadres Meeuwenlaan 98‐100, 1021 JL Amsterdam Directeur Y&C Mark Termeer Redactie Jolien Huis in ’t Veld, Simone den Braber Operations Angela Kokshoorn Contact mail naar
[email protected] of bel met de Lezersservice 020‐6304707 van maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 uur en 13.00 uur. Druk Dijkman Offset, Diemen Bezorging PostNL Copyright 2014, Kidsweek in de Klas. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd door middel van enige methode of vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de directeur. De inhoud van Kidsweek in de Klas is auteursrechtelijk beschermd. Eventuele rechthebbenden die wij niet hebben kunnen achterhalen, verzoeken wij contact op te nemen met de directeur.
2. 3. 5. 7. 8. 12. 14.
Verticaal
1. 4. 6. 9. 10. 11. 13. 15.
Horizontaal