Stichting Connect International Jaarrapport 2012
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
i
Voorwoord
i
Terminologie en afkortingen
iii
1
1
2
De organisatie 1.1
Algemeen
1
1.2
Organisatiestructuur
3
Governance 2.1
De governance structuur
5
2.1.1
Bestuur
5
2.1.2
Directie
6
2.1.3
Statuten
6
2.1.4
Beleid, procedures en minimum standaarden
7
2.2
Afdeling Intern
7
2.2.1
Medewerkers bureau
7
2.2.2
Vrijwilligers
7
2.2.3
Vertegenwoordigers in de Projectlanden
8
2.2.4
Associates
9
Afdeling Extern
10
2.3
2.3.1
Fondsenwerving
10
2.3.2
Samenwerking met Nederlandse organisaties, bedrijven en overheden
11
2.3.3
Forums
11
2.3.4
Controleurs
12
Afdeling Partner
12
2.4
2.4.1
Het SMART Concept
12
2.4.2
De partnerorganisaties
13
2.5 3
5
Afdeling R&D
14
Resultaten 3.1
16
Nederland
16
3.1.1
Algemeen
16
3.1.2
Resultaten
16
3.1.3
Analyse
16
3.2
Tanzania
17 i
3.2.1
Algemeen
17
3.2.2
Resultaten
17
3.2.3
Analyse
18
3.3
18
3.3.1
Algemeen
18
3.3.2
Resultaten
19
3.3.3
Analyse
19
Mozambique
19
3.4
3.4.1
Algemeen
19
3.4.2
Resultaten
19
3.4.3
Analyse
20
3.5
Zambia
20
3.5.1
Algemeen
20
3.5.2
Resultaten
20
3.5.3
Analyse
21
3.6 4
Malawi
Filippijnen
De toekomst
21 23
4.1
Algemeen
23
4.2
Toekomst doelen
23
4.3
Budget 2013 – 2017
25
Financieel jaarverslag
27
5
Bestuursverslag
27
6
Jaarrekening
29
7
6.1
Balans
29
6.2
Baten en Lasten
30
Toelichtingen op de jaarrekening 7.1
Grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening
32 32
7.1.1
Algemeen
32
7.1.2
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva
32
7.1.3
Grondslagen voor de resultaatbepaling
32
7.2
Toelichtingen op de Balans
33
7.2.1
Activa
33
7.2.2
Passiva
34
7.3
Toelichtingen op de Staat van Baten en Lasten ii
38
8
7.3.1
Baten
38
7.3.2
Lasten
38
7.3.3
Conclusie Staat van Baten en Lasten
40
Overige gegevens
43
8.1
Resultaat en resultaatbestemming
43
8.2
Gebeurtenissen na balansdatum
43
8.3
Bestuursverklaring
43
Annex 1 – SMART Centre approach
45
iii
iv
Voorwoord Net als 2011 was ook 2012 een uitdagend jaar voor Connect International. Een jaar waarin we de sterke achteruitgang van de inkomsten en uitgaven in 2011 nog niet te boven zijn gekomen. Maar gelukkig zijn er in 2012 wel ook veel goede dingen gebeurd. Juist als het geld krap is wordt innovatie gestimuleerd. Zo ook bij Connect International. We kregen daarbij ook een steuntje in de rug middels financiering van PSO voor capaciteitsopbouw bij zowel SHIPO, onze partnerorganisatie in Tanzania, als bij Connect International zelf. Hiermee hebben we samen met SHIPO onder andere een boost kunnen geven aan de een verbeterde samenwerking en aan de verdere ontwikkeling van SMART Info dat nu klaar en in gebruik is in zowel Tanzania, bij SHIPO, als bij onze nieuwe partnerorganisatie, het SMART Centre Mzuzu, in Malawi. Noodgedwongen zijn veel van onze inspanningen in
2012
gericht
geweest
op
fondsenwerving, en dat blijkt nog een hele uitdaging in deze economisch moeilijke tijden. Echter, onderdeel van die fondsenwerving is in 2012 vooral ook geweest het uitbreiden van ons netwerk en het plannen smeden voor nieuwe SMART Centres samen met een aantal belangrijke organisaties. We noemen Aqua for All, WorldVision, de overheden van Oeganda en Mozambique, Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), SNV, GFA, iDE en een aantal bedrijven in Nederland en het buitenland, die allen achter de visie van SMART Centres staan en in de realisatie ervan willen participeren. Een nieuwe subsidie aanvraag bij de Nederlandse overheid voor een SMART Centre in Mozambique, weten we nu, haalt het helaas niet. Echter, vanwege de grote interesse bij vele partijen zijn onze verwachtingen voor 2013 toch hooggespannen, met als duidelijk doel om de bestaande SMART Centres in Tanzania en Malawi verder te versterken en twee nieuwe SMART Centres op te zetten, in Mozambique en in Oeganda (met uitstraling naar Zuid Soedan). Belangrijk is dat er in 2012 wederom een externe evaluatie is gedaan naar de Touwpompen en de hand gegraven en handgeboorde waterpunten van SHIPO in vergelijking met conventionele waterpunten en pompen in Tanzania. In deze studie kwamen de waterpunten en pompen van SHIPO er op de meeste punten (zoals betrouwbaarheid, duurzaamheid en ‘user satisfaction’) veel beter vanaf dan hun conventionele tegenhangers, terwijl de waterpunten van SHIPO (inclusief de pomp) een factor 5 tot 10 goedkoper zijn. Drie vergelijkbare evaluaties uit voorgaande jaren tonen vergelijkbare conclusies. Vanuit Nicaragua, de bakermat van de Touwpomp, kwam ook het nieuws dat er tientallen goed draaiende bedrijven zijn die deze pomp aan de lopende band commercieel produceren en in de markt zetten en er inmiddels zo’n 100.000 van zijn gerealiseerd in dit land, sommige al meer dan 15 jaar oud en still going strong.
i
In 2012 hebben we ook heel mooie en belangrijke projecten gerealiseerd, met een groot aantal nieuwe low cost grondwaterpunten, een nieuw waterleiding systeem in Tanzania (met financiering van Vopak), de bouw van schooltjes in Mozambique, en nog veel meer. In 2013 gaan we met volle kracht door om onze visie uit te rollen, samen met genoemde partijen, met ons SMART Concept en de SMART Centres die daarin centraal staan. SMART Centres trainen lokale bedrijven om goede en betaalbare WASH (water, sanitatie en hygiëne) producten te produceren. Ze trainen en geven start kapitaal aan kleine dorpsbanken die betaalbare kredieten (7% rente per jaar) verschaffen aan arme mensen die deze producten willen kopen. En ze trainen ook lokale NGO’s die training en voorlichting aan de doelgroep geven, zodat de mensen niet alleen weten wat de mogelijkheden zijn, maar bijvoorbeeld ook leren hoe ze met een waterpunt kunnen irrigeren. Op de langere termijn willen we hier Conditional Cash Transfers aan toevoegen om er een volledig geïntegreerd concept van te maken dat tot snelle, goede en duurzame ontwikkeling leidt van onze doelgroep, de armste lagen van de bevolking in ontwikkelingslanden. Zie onze website voor verdere uitleg. We weten inmiddels wat de kracht van een geïntegreerde aanpak is. In het gebied van SHIPO bijvoorbeeld zijn er inmiddels niet alleen duizenden ‘low cost’ waterpunten gerealiseerd, maar gebruiken boeren deze waterpunten steeds vaker ook voor kleinschalige irrigatie. Het idee is nu ontstaan om dit gebied om te toveren een ‘Tanzaniaanse Betuwe’, omdat dit hooggelegen gebied zeer geschikt is voor geïrrigeerde appels en peren. Puur Nederlands dus, want als we in Nederland ergens wat vanaf weten dan is het wel van appels en peren. Het gaat hierbij over het bouwen van ketens (value chains). Want appels en peren moet je niet alleen aanplanten en laten groeien (production), maar ze moeten ook ergens naartoe (transport) om verkocht te worden (de markt), mogelijk met 1 of meerdere tussenstappen, zoals tijdelijke opslag (storage) en het maken van appelmoes, jam en dergelijke (processing). In 2013 gaan we in turbo modus verder met onze inspanningen om onze visie en concept neer te zetten en uit te bouwen. Ondanks tegenslagen en moeilijkheden zijn we dan ook positief gestemd en denken in 2013 weer te gaan groeien en, belangrijker, onze visie en ambitie verder invulling te kunnen geven. Namens Connect International, onze partnerorganisaties en de eindbegunstigden willen we alle vrijwilligers, betrokkenen en personen en organisaties die ons steunen bedanken. We hopen dat we in 2013 weer op u mogen rekenen.
Tom de Veer Directeur Stichting Connect International ii
Terminologie en afkortingen A4All
- Aqua for All
ADPP
- Ajuda de Desenvolvimento de Povo para Povo, onze partnerorganisatie in Mozambique
AIDFI
- Alternative Indigenous Development Foundation, Inc., onze partnerorganisatie in de Filippijnen
Back donors
De financiers die Connect International financiering verschaffen voor de financiering van haar projecten.
Baten
- Wij hanteren de definities van het CBF. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen: baten uit eigen fondsenwerving, baten uit gezamenlijke acties, baten uit acties van derden, subsidies van overheden, baten uit beleggingen, en overige baten.
BUZA
- Het Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
CBF
- Centraal Bureau Fondsenwerving
CI
- Stichting Connect International
Connect
- Stichting Connect International
International DAPP
- Development Aid from people to People, de partnerorganisatie in Zambia
EFW
- Eigen fondsenwerving
MONITOR
- Monitoring systeem ontwikkeld door Connect International (software, handboeken, systematiek) dat door zowel Connect International zelf als door enkele van onze partners gebruikt wordt.
MoU
- Memorandum of Understanding (meestal in de context van MoU’s die we met onze partnerorganisaties afsluiten).
NWP
- Netherlands Water Partnership
Partners
- De partnerorganisaties van Stichting Connect International.
PERFOR
- Bedrijf dat in Nicaragua handboringen verricht en touwpompen plaatst voor arme boeren. Het is een stichting en onze partner in Nicaragua.
PMER
- Planning, Monitoring, Evaluation and Reporting
PRA
- Participatory Rural Appraisal
REF
- Rural Energy Foundation iii
SHIPO
-
Southern Highlands Participatory Organisation, onze partnerorganisatie in Tanzania
SMART
Water en sanitatie producten alsmede andere producten die van groot
Techs
belang zijn voor de gezondheid van arme mensen die betaalbaar en repareerbaar zijn voor de lokale bevolking.
SURVEY
- Flexibel normatief survey system ontwikkeld door Connect International (software, handboeken, systematiek) dat door zowel Connect International zelf als door enkele van onze partners gebruikt wordt voor zowel interne organisatie als project en programma evaluaties en onderzoeken.
TAZAMO
- Het vijf jarige gemeenschapsontwikkelingsprogramma van Connect International dat sinds 1 januari 2006 uitgevoerd wordt door SHIPO (Tanzania), DAPP (Zambia) en ADPP (Mozambique)
UNDI
- United Nations Development Index rank (177 landen)
VAG
- Village Action Group
iv
1 De organisatie 1.1 Algemeen Ons adres: Jan van Houtkade 50 2311 PE Leiden Tel: 071-5141111 E-mail:
[email protected] Website: www.connectinternational.nl. Connect International is officieel opgericht op 18 december 1997 en is geregistreerd als een Stichting bij de Kamer van Koophandel Rijnland te Leiden (dossier nummer 28076857). Dit jaarrapport is gecontroleerd en goedgekeurd door het Bestuur van Connect International. In 2012 had Connect International vijf partnerorganisaties. Southern Highlands Participatory Organisation (SHIPO) in Tanzania. Mzuzu SMART Centre in Malawi Ajuda de Desenvolvimento de Povo para Povo (ADPP) in Mozambique Development Aid from people to People Zambia (DAPP) in Zambia Alternative Indigenous Development Foundation, Inc. (AIDFI) in de Filippijnen De partnerorganisaties hebben eigen door externe accountantsbureaus goedgekeurde jaarrapporten. Waarom Connect International? Connect International heeft een concept ontwikkeld waarmee lokale gemeenschappen in ontwikkelingslanden op een geïntegreerde en uiterst kosten effectieve en duurzame wijze geholpen kunnen worden om zich aan de ergste armoede te ontworstelen en de Millenniumdoelen te behalen en in stand te houden. We noemen dit het SMART Concept. We ondersteunen onze partners om: (a) dit concept te implementeren, (b) andere organisaties erin te trainen en begeleiden en (c) lokale bedrijven te trainen om betaalbare en duurzame ‘SMART solutions’ water en sanitatie technieken, te produceren en verkopen. Op deze wijze kunnen we het SMART Concept effectief repliceren en er zoveel mogelijk arme mensen van laten profiteren. Hiermee geven we optimaal invulling aan onze missie. Onze partnerorganisaties vormen hierbij de directe doelgroep van Connect International.
1
Onze Visie Kwetsbare mensen in ontwikkelingslanden (de doelgroep) zullen voldoende toegang hebben tot voor hen betaalbare faciliteiten en diensten die nodig zijn om structureel in hun belangrijkste basisbehoeften te voorzien en leiden tot zelfredzaamheid. Onze Missie Samen met lokale partnerorganisaties in ontwikkelingslanden faciliteren wij structurele verbeteringen in benodigde basisvoorzieningen en zodoende in het welzijn en de groei in welvaart van arme mensen in ontwikkelingslanden. De doelgroep wordt geholpen om zoveel mogelijk zelf de benodigde basisvoorzieningen te realiseren
en
onderhouden. Lokaal ondernemerschap wordt
gestimuleerd om
dergelijke voorzieningen te produceren, te promoten en verkopen. Op deze manier ontstaan gezonde en zelfvoorzienende dorpsgemeenschappen en lokale economieën. De nadruk ligt hierbij op goede, betaalbare en lokaal geproduceerde water- en sanitatie oplossingen die middels ons unieke integrale concept voor gemeenschapsontwikkeling in dorpsgemeenschappen geïntroduceerd worden. We geven invulling aan onze Missie door: 1. Het versterken van lokale partnerorganisaties bij de volgende functies: o
Middels het SMART Concept faciliteren van ontwikkeling in arme gemeenschappen waardoor deze Millenniumdoelen kunnen realiseren en in stand houden.
o
Het opzetten en managen van SMART Centres die lokale NGO’s, financiële instituten en bedrijven trainen en begeleiden om SMART solutions en andere delen van het SMART Concept te introduceren in hun werkgebieden.
2. Draagvlak vergroten voor goed ontwikkelingswerk in Nederland, door te laten zien dat ontwikkelingswerk met lokale gemeenschappen goed, efficiënt, effectief, leuk en enthousiasmerend kan zijn en tot structurele, duurzame resultaten kan leiden. Onze Ambities voor de komende vijf jaar Autoriteit op het SMART Concept. Zes tot tien lokale partners die het SMART Concept implementeren onder 5 miljoen arme mensen. Tien SMART Centres van waaruit lokale hulporganisaties en bedrijven getraind en begeleid worden om het SMART Concept te implementeren en SMART solutions te introduceren, SMART solutions gepromoot worden om SMART solutions in hun beleid op te nemen.
2
en overheden gesteund worden
SMART
Concept
uitontwikkeld
tot
een
generieke
ketenaanpak
voor
gemeenschapsontwikkeling met een modulaire opbouw die grootschalig ingezet kan worden.
1.2 Organisatiestructuur Connect International heeft een duidelijke structuur om optimaal invulling te geven aan onze visie, missie en ambities. Er zijn vier afdelingen: Intern (administratie, financiën, logistiek
e.d.),
Extern
(fondsenwerving,
externe
contacten),
R&D
(ontwikkeling
kwaliteitssystemen, software e.d.) en Partner (capaciteitsopbouw, begeleiding, advisering en financiering van de partnerorganisaties). De organisatie bestaat uit personen die een werkovereenkomst (betaald of als vrijwilliger) met Connect International hebben en zich onderdeel van onze organisatie voelen. Daarbij werken we samen met personen en organisaties die niet direct tot Connect International behoren maar wel een belangrijke functie vervullen in ons werk.
3
4
2 Governance 2.1 De governance structuur 2.1.1 Bestuur Het Bestuur bestond het grootste deel van 2012 uit zeven leden. Eind 2012 hebben helaas twee bestuursleden hun afscheid aangekondigd. Per 1 december 2012 hebben voorzitter Jeroen van den Brink en secretaris, Marianne Thomeer, hun functie beëindigd. Diederik de Boer heeft het interim-voorzitterschap op zich genomen tot een nieuwe voorzitter en secretaris zijn gevonden. De Bestuursleden hebben geen andere functies of nevenfuncties die in strijd zijn of zouden kunnen zijn met de belangen van Connect International. De regelgeving omtrent het Bestuur en de Bestuursleden is in de statuten vastgelegd en deze voldoet volledig aan de regelgeving van het CBF. De Bestuursleden ontvangen geen enkele vergoeding voor hun Bestuurstaken. Statutair is vastgelegd dat het Bestuur uit vijf tot zeven leden bestaat (tijdelijk mag het Bestuur minder leden hebben). Benoemingen geschieden vooreen periode van maximaal vijf jaar en een bestuurslid kan eenmaal worden herbenoemd. Bestuurslid
Hoofdfunctie
Diederik de Boer
Interim-voorzitter. Advisering ten aanzien van project- en concept inhoudelijke zaken en contactpersoon naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken Penningmeester
Chiel Rietveld Wim de Haas
Hilde de Groot
René Laukens
Relevante nevenfuncties Geen
Geen
Normaal lid. Advisering op het gebied van water en sanitatie
Geen
Normaal lid. Toezicht op de organisatie. Advisering t.a.v. ontwikkelingshulp en concepten daarbij, alsmede relaties en netwerken. Normaal lid. Advies ten aanzien van de bedrijfsvoering van de organisatie, netwerken voor fondsenwerving.
Geen
Functies in het dagelijkse leven Coordinator van het Expert Centre voor duurzame bedrijfsontwikkeling in ontwikkelingslanden en senior project consultant bij de Maastricht School of management (MSM). Business controler bij Vopak Gepensioneerd water en sanitatie deskundige. Doet regelmatig korte uitzendingen voor de PUM. Medewerker Duurzame Economische Ontwikkeling bij Impulsis, de desk voor het particulier initiatief van de hulporganisaties ICCO, Kerkinactie en Edukans.
Geen
Directeur van Halm Industries
5
Datum benoeming en herbenoeming Benoemd op 1 januari 2006. Herbenoemd in januari 2011..
Benoemd op 7 december 2010. Benoemd op 1 januari 2006. Herbenoemd in januari 2011.. Benoemd op 6 januari 2010. Komt in aanmerking voor herbenoeming op 6 jan. 2015. Benoemd op 10 november 2010
In hoofdstuk 5 van dit jaarverslag vindt u het Bestuursverslag waarin het Bestuur verslag doet over de wijze waarop het in 2012 toezicht heeft gehouden op de organisatie en dit denkt voort te zetten in 2013. Het Bestuur houdt toezicht op de organisatie en stuurt deze aan op basis van de kwartaalrapporten die zij aangeleverd krijgt door de directie, aangevuld met toelichting van de directie. Ook komen Bestuursleden van tijd tot tijd naar het kantoor om te praten met medewerkers en vrijwilligers en om de financiële boekhouding in te zien en te bespreken. De kwartaalrapporten worden opgesteld als uitvloeisel van onze planning en controle cyclus. Gedurende 2012 heeft het Bestuur op basis van de verkregen informatie besluiten genomen die vervolgens zijn uitgevoerd. Het Bestuur heeft aangegeven op basis van de rapportages in grote lijnen tevreden te zijn over de organisatie en de resultaten. Uitzondering hierop is de financiële positie, waarbij vooral de beperkte vrij besteedbare reserves en de aflopende lange termijn toezeggingen van financiers redenen tot zorg zijn. Tijdens 2012 is er veel tijd besteed aan het ontwikkelen van een toekomstvisie voor de organisatie en de strategie voor het verzekeren van nieuwe lange termijn financiering en het verbeteren van de financiële positie van de organisatie. De relatie tussen de directie en het Bestuur is zeer goed te noemen; er wordt over en weer goed naar elkaar geluisterd en met elkaar gecommuniceerd. De directie stelt zich in dienst van het Bestuur en zorgt ervoor dat het Bestuur voldoende geïnformeerd wordt.
2.1.2 Directie In 2012 bestond de directie uit Tom de Veer. Zijn geldelijke beloning bestond in 2012 grotendeels uit beperkte inkomsten verkregen uit uitzendingen naar het buitenland voor consultancy opdrachten. Connect International streeft ernaar om haar directeur een arbeidscontract aan te kunnen bieden met een beloning passend bij de functie. Deze zal altijd beperkt blijven, omdat we van mening zijn dat een organisatie die werkt voor de armsten in de wereld een terughoudend beleid moet voeren ten aanzien van de salarissen van haar medewerkers.
2.1.3 Statuten Connect International heeft statuten die geheel voldoen aan de regels van het CBF. In 2012 zijn de statuten ongewijzigd gebleven.
6
2.1.4 Beleid, procedures en minimum standaarden Beleid, procedures en minimum standaarden zijn vastgelegd
in de kwaliteits- en
procedure handboeken en in het SMART Info software systeem. Connect International hanteert een aantal procedures die voortvloeien uit het beleid. Het beleid spitst zich toe op de kwaliteit en kosteneffectiviteit van de organisatie en haar governance, de medewerkers en de vrijwilligers, de partners en de projecten, alles passend binnen haar
visie en missie. De belangrijkste procedures zijn de governance
(inclusief de planning en controle cyclus)procedures, de partnerbegeleiding procedures en de PMER procedures. De procedures zijn veelal uitgewerkt in de handboeken en vastgelegd in SMART Info. In 2012
is er wederom, net als in 2011, veel werk van gemaakt om de planning-
en
controle cyclus goed uit te voeren en verder te verbeteren. Hierdoor is de begeleiding van en het toezicht op de resultaten van de partners verder verbeterd. Het SMART Info systeem is in 2012 verder uitgebreid en is er een grote slag gemaakt in de vertaling van het systeem naar het Portugees, voor gebruik in Mozambique.
2.2 Afdeling Intern De afdeling intern verzorgt de administratie, interne logistiek en de algemene HRM aspecten van de organisatie. Vanwege dit laatste worden
in deze paragraaf ook de
verschillende soorten medewerkers van Connect International beschreven.
2.2.1 Medewerkers bureau In 2012 waren er twee vaste bureau medewerkers: Gerard Oeters, de Program Manager (vrijwilliger; hij wordt vanwege zijn intensieve inzet, twee dagen per week, en betrokkenheid tot het vaste bureauteam gerekend) en Maria Besteman, fondsenwerver en project manager (twee dagen in de week actief tegen een vergoeding en een dag in de week als vrijwilliger). Gerard heeft als hoofdtaak om de website, die steeds beter bezocht wordt, te onderhouden en uit te breiden. Hij ondersteunt daarnaast een aantal bureautaken. Maria is verantwoordelijk voor de fondsenwerving bij kleine instanties en ondersteunt in de fondsenwerving bij grotere instanties, het projectmanagement voor kleinere projecten, en het begeleiden van de vrijwilligers.
2.2.2 Vrijwilligers De vrijwilligers zijn deels mensen die zich op individuele basis inzetten voor het werk van Connect International en deels mensen die met of vanuit hun bedrijf ondersteuning 7
bieden. Zij verrichten een veelheid aan werkzaamheden. In 2012 waren hiervan de voornaamste: -
ondersteuning bij subsidie aanvragen,
-
onderhoud van de website,
-
computer netwerk beheer,
-
ontwikkeling van SMART Info,
-
financiële administratie,
-
ontwikkeling van factsheets en tekeningen voor zelfinstructie in dorpen,
-
ontwikkelen en bijhouden van de social media,
-
lay-out van nieuwsbrieven, factsheets en jaarrapport.
Vrijwilligers tekenen een contract met Connect International, waarin rechten, plichten, taken en andere afspraken zijn vastgelegd.
2.2.3 Vertegenwoordigers in de Projectlanden In 2012 waren er zeven vertegenwoordigers werkzaam bij onze partner organisaties in het buitenland: Morten Holm van Donk: program manager bij SHIPO in Tanzania (is vanaf halverwege 2012 onder contract bij Connect International en heeft de taken overgenomen van Dinie Nijssen en Rik Haanen) Dinie Nijssen: ondersteunde het departement voor gemeenschapsontwikkeling bij SHIPO
in
Tanzania
(was
tot
halverwege
2012
onder
contract
bij
Connect
International) Rik Haanen: ondersteunde het technische departement bij SHIPO en werkte aan het SMART Info systeem voor SHIPO (was tot halverwege 2012 onder contract bij Connect International) Rochelle Holm: manager bij het Mzuzu SMART Centre in Malawi (zij is in dienst bij het Mzuzu SMART Centre; Connect International betaald een deel van haar salaris) Erik de Best: junior WASH specialist bij ADPP in Mozambique (is onder contract bij de organisatie Togetthere) Else-Marie Fogtman, Mozambique: begeleidt ADPP Itoculo (in dienst bij het Humana netwerk, Connect International draagt bij aan haar salaris) Auke Idzenga, Filippijnen: begeleidt AIDFI (in dienst bij AIDFI, niet betaald Connect International). In april 2012 hebben Connect International en SHIPO afscheid genomen van Dinie Nijssen en Rik Haanen. Zij hebben na twee jaar hun werkzaamheden beëindigd en zijn begonnen aan een nieuw avontuur in Kenia. Hun plaats bij SHIPO is ingenomen door
8
Morten Holm van Donk. Hij is program manager bij SHIPO alsook de vertegenwoordiger van Connect International bij SHIPO. Begin 2012 is Erik de Best begonnen in Mozambique bij ADPP als onderdeel van een project in samenwerking met Kerk in Actie en Togetthere. Via dit project kon Erik worden uitgezonden naar Mozambique om daar de lokale partner ADPP en het seminarie Ricatla te ondersteunen in het trainen van mensen in het maken en onderhouden van touwpompen. Via het internationale jongerenprogramma Togetthere van ICCO en Kerk in Actie wordt de uitzending van Erik gefinancierd. Connect International is verantwoordelijk voor zijn begeleiding.
2.2.4 Associates Een aantal opdrachten (workshops/trainingen) binnen de projecten zijn uitgevoerd door consultants. Zij worden ‘Associates’ genoemd omdat Connect International regelmatig met hen samenwerkt en zij ook door het jaar heen - deels op vrijwillige basis - betrokken zijn bij onze activiteiten. In 2012 is veel samengewerkt met Associates die expertise hebben op het gebied van SMART solutions en in het kader daarvan trainingen hebben verzorgd voor lokale medewerkers en bedrijfjes die de boringen uitvoeren en touwpompen produceren in Tanzania, Malawi en Mozambique: Henk Holtslag, senior expert in SMART WASH solutions. Meer dan 20 jaar ervaring met
de
ontwikkeling,
productie
en
introductie
van
SMART
solutions
in
ontwikkelingslanden. Heeft onder andere diverse modellen van de touwpomp ontwikkeld en op de kaart gezet en veel lokale bedrijven in Afrika getraind in handboortechnieken. Nauw betrokken bij Connect International. Arjen van der Wal: senior WASH consultant. Specialist in handboren en trainingen in hydrageologische omstandigheden in combinatie met boortechnieken. Meer dan 14 jaar
ervaring
met
grondboringen
en
WASH.
Nauw
betrokken
bij
Connect
International. Walter Mgina: senior WASH consultant. Specialist in het geven van training op het gebied van low cost WASH oplossingen, variërend van low cost handboringen, touwpomp productie en installatie en het trainen van trainers. Nauw betrokken bij Connect International als bestuurslid van SHIPO.
9
2.3 Afdeling Extern De afdeling extern verzorgt de fondsenwerving alsmede onze externe contacten.
2.3.1 Fondsenwerving Bij de fondsenwerving wordt een doelgroepbeleid gehanteerd. Ieder jaar wordt er bepaald wat we aan baten nodig denken te hebben, op welke groepen financiers we ons daarvoor richten en welke doelstellingen en strategieën we per doelgroep hanteren (zie onderstaand schema). Hieraan ten grondslag ligt het streven (en beleid) een te grote afhankelijkheid van één financier of één soort financiers te vermijden en een brede steun van het Nederlandse publiek te zoeken. Dit gaat verder dan alleen fondsenwerving; Connect International wil er zeker van zijn dat de Nederlanders achter haar werk staan en als zodanig ook daaraan bijdragen, middels donaties, actieve fondsenwerving en vrijwilligerswerk. CBF Baten groep Eigen fondsenwerving (EFW)
Doelgroep
Strategieën en methodieken
Particulieren
Van vaste donateurs (ongeveer 100 in 2012) incasseren we hun donatie maandelijks (gemiddeld 5 euro/donateur) via de ING bank. In 2012 is er een keer een digitale nieuwsbrief verstuurd aan onze contacten (veelal mensen en organisaties die ooit gedoneerd hebben). Website met nieuws items, webshop, projectverantwoordingen, een vacature site voor vrijwilligers, e.d. De band huidige vermogensfondsen en fondsen waar CI mee samenwerkt behouden en zo nodig versterken. Daarnaast nieuwe vermogensfondsen benaderen om mogelijkheden tot samenwerking te bespreken. Dit alles met als doel samen nieuwe projecten op te starten. Wanneer scholen ons benaderen, presentaties geven en stimuleren actie te voeren. Benaderen van bedrijven voor sponsoring en samenwerking. Particulieren en groepen die actie willen voeren voor onze water en sanitatie projecten (vaak ook service clubs). Deze bedragen werden verdubbeld door A4All. Doorlopend kleine projectvoorstellen sturen naar stichtingen e.d. Samenwerking met de organisatie AKVO die via hun website fondsen werft voor kleine water en sanitatie projecten. Inzetten op de grote subsidieregelingen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (in 2012 is ingeschreven op de PPP subsidieregeling van Fonds Duurzaam Water). Inzetten op andere overheidssubsidies zoals die van Partners voor Water. Inzetten op subsidieregelingen van andere overheden. (in 2012 is ingeschreven op een subsidieregeling voor WASH in ontwikkelingslanden van Australian Aid). Stortingen op onze rekeningen worden zoveel mogelijk op spaarrekeningen zonder beperkingen gezet. Geen
Vermogensfondsen
Scholen
Derden
Overheden
Beleggingen en rente Overig
Bedrijven Professionele stichtingen en organisaties op het gebied van financiering ontwikkelingshulp Overheden (EU, BUZA)
N.V.T. N.V.T
10
Connect International heeft de naam ‘Connect’ omdat wij onze financiers willen betrekken bij de projecten. Financiers kunnen dan ook rekenen op een goede verantwoording over de projecten via onze website, (deels) de Akvo website en voortgangsrapportages. Daarnaast informeren we de financiers ook via onze jaarlijkse nieuwsbrief. Financiers zijn ook welkom om zelf een bezoek te brengen aan een project, e-mail contact te onderhouden met de partners etc. Bovenstaande tabel geeft een overzicht van de fondsenwerving strategieën en methoden die we per doelgroep in 2012 toegepast hebben. De fondsenwerving resultaten versus doelstellingen en een analyse van de behaalde resultaten t.o.v. de planning worden gepresenteerd in Hoofdstuk 3.
2.3.2 Samenwerking met Nederlandse organisaties, bedrijven en overheden Connect International werkte in 2012 intensief samen met andere organisaties, zoals Aqua for All, AKVO, PSO, Kerk in Actie, SNV, World Vision en ook met het Ministerie van Buitenlandse
Zaken.
De
samenwerking
gezamenlijke
fondsenwerving,
bestond
kennisuitwisseling,
uit en
financiering advisering
van
en
projecten,
feedback
op
beleidszaken door Connect International. Daarnaast heeft Connect International in 2012 de samenwerking met bedrijven gezocht in het kader van de PPP subsidie regeling van de overheid. Hieruit ontstond het SSWASH consortium, bestaande uit enkele NGOs, de TU Delft, DHV, Tendris Solutions, Halm Industries en Jansen Venneboer. Daarnaast ontving Connect International financiering van de Stichting Heijmerink, Stichting Endelea, de Dura Charity Foundation, WaterRight, Share4More Foundation, en giften van particulieren.
2.3.3 Forums Connect International is lid van Partos, ÉÉN en het Netherlands Water Partnership (NWP). Partos is een branchevereniging voor Nederlandse particuliere organisaties actief in de internationale samenwerking. ÉÉN is een lobby forum om armoede aan de kaak te stellen
bij
overheid,
internationale
instellingen
en
publiek.
Het
NWP
is
een
netwerkorganisatie die opereert als onafhankelijk coördinatie- en informatiepunt voor de Nederlandse watersector en die binnen deze sector samenwerking stimuleert.
11
2.3.4 Controleurs Het werk van Connect International wordt gecontroleerd en bijgestuurd door het Bestuur van Connect International.
2.4 Afdeling Partner De afdeling Partner richt zich op de selectie, begeleiding en controle van de partnerorganisaties en de projecten die zij uitvoeren. Voor de samenwerking met onze partnerorganisaties heeft Connect International het SMART Concept ontwikkeld dat een optimale invulling geeft aan onze visie en missie. Dit concept gaat uit van en bouwt voort op de zelfwerkzaamheid, motivatie en capaciteit van de betrokken partijen, inclusief de uiteindelijke doelgroep: arme mensen in vooral rurale streken in ontwikkelingslanden. Deze kunnen hierdoor effectief ondersteund worden bij het behalen van zoveel mogelijk Millenniumdoelen, zoals goed drinkwater, sanitatie, onderwijs en voeding.
2.4.1 Het SMART Concept Het SMART Concept is gebaseerd op ‘the Pyramid Approach’, waarbij elke zijde van de piramide een input representeert die arme mensen nodig hebben om hun WASH situatie te verbeteren. De ‘product’ zijde staat voor de beschikbaarheid van WASH producten die optimaal aansluiten bij de behoeftes en omstandigheden van mensen. De
‘finance’
(financiën)
zijde
staat
voor
de
beschikbaarheid
van
betaalbare
financieringsopties, waarmee mensen WASH producten die ze nodig hebben kunnen aanschaffen en onderhouden. De ‘awareness’ (bewustzijn) zijn staat voor de kennis, vaardigheden en motivatie die mensen moeten hebben om de meest optimale WASH producten aan te schaffen, te implementeren, te onderhouden en zo productief mogelijk te gebruiken. Arme mensen, onze doelgroep staan als ware in het midden van de piramide, aan de basis (in het Engels ook wel de ‘Base of the Piramid’, BoP, genoemd). Het SMART Centre in het land zelf zorgt ervoor dat deze drie zijden beschikbaar zijn voor de Base of the Pyramid. Zo faciliteren zijn het mainstreamen van (vaak lokaal geproduceerde) low cost Self Supply WASH producten. De activiteiten van het SMART Centre zien er schematisch als volgt uit:
12
Partnership
Essential services through SMART Centre and other institutes Training
R&D
Guidance
Lobby & awareness raising
Finance
Additional services & coordination
Legend Start up funding, training, guidance, M&E Selection, funding, training & guidance, M&E Selection, training, guidance, M&E, help-desk,direct support Awareness raising, advocacy /lobby, training & guidance
Authorities and governmental institutes
Local banks and micro finance institutes
Commercial sales and after sales of SSWP’s
Local companies & shops
Beneficiaries / end clients Local NGO’s + training institutes
(Semi) commercial low cost loans + assess repayments Awareness raising, social marketing and advice + facilitation Policies, laws, approvals, permits, facilitation & coordination
Voor een uitgebreider uiteenzetting van het SMART Concept verwijzen we graag naar onze website of lees meer in Annex I.
2.4.2 De partnerorganisaties In 2012 werkte Connect International samen met vijf partnerorganisaties: SHIPO in Tanzania. Connect International heeft SHIPO helpen oprichten in 2001 en heeft sinds die tijd een intensief samenwerkingsverband met SHIPO. In 2012 er in het begin van het jaar twee vertegenwoordigers gestationeerd bij SHIPO om deze te versterken, die in april vervangen werd door een vertegenwoordiger van Connect International. Connect International investeert in de opbouw en versterking van organisaties en financiert veel projecten (o.a. TAZAMO Tanzania). Mzuzu SMART Centre in Malawi. Connect International heeft samen met CCAP in 2012 het Mzuzu SMART Centre in Malawi opgericht. Dit centrum werkt samen met het Centre of Excellence en deelt haar manager ook met deze organisatie. ADPP in Mozambique. Met ADPP Mozambique werkt Connect International ook sinds begin 2006 samen in het kader van TAZAMO in Nampula Province, in het noorden van het land. Ook bij ADPP Mozambique zijn Deense vertegenwoordigers gedetacheerd van het Humana netwerk. In 2012 was er een deel van de tijd een vertegenwoordiger
van
Connect
International
gestationeerd
bij
ADPP
(de
vertegenwoordiger verdeelde zijn tijd over ADPP en het seminarie in Ricatla). DAPP in Zambia. Met DAPP Zambia werkt Connect International sinds begin 2006 samen in het kader van TAZAMO. Bij DAPP Zambia zijn Deense vertegenwoordigers gedetacheerd van het internationale Humana netwerk waartoe DAPP Zambia behoort. AIDFI in de Filippijnen. AIDFI is een lokale NGO die betaalbare op de omstandigheden toegesneden landbouw- en waterapparatuur voor arme dorpelingen 13
ontwikkelt en produceert. AIDFI legt samen met dorpen ook watersystemen aan, waarbij vaak gebruik wordt gemaakt van de door AIDFI ontwikkelde goedkope RAM pomp. De bij AIDFI werkende Nederlander treedt tevens op als vertegenwoordiger van Connect International.
2.5 Afdeling R&D De afdeling R&D ontwikkelt alle nieuwe kwaliteitssystemen, software (SMART Info) en procedures. Ook de consultancies die Connect International uitvoert vallen voorlopig onder deze afdeling. De activiteiten moeten altijd budgettair gedekt zijn door gefinancierde projecten, zoals bijvoorbeeld het PSO leer- en werktraject project dat een deelbudget had voor de ontwikkeling van kwaliteitssystemen. Uiteraard gebeurt de R&D zo goed als altijd in intensieve samenwerking met de partners die veelal ook de gebruikers zijn van de resultaten ervan. Onderdelen van het proces zijn het testen in het veld en het geven van feedback door de partners op de ontwikkelde producten. De afdeling R&D ontwikkelt daarbij vooral de generieke systemen die in het veld op maat gesneden worden door de partners, waarbij de Connect International vertegenwoordigers doorgaans veel input geven.
14
15
3 Resultaten 3.1 Nederland 3.1.1 Algemeen Met resultaten in Nederland bedoelen we alles wat gerealiseerd is door Nederlandse en expatriate medewerkers, vrijwilligers en associates.
3.1.2 Resultaten Financieel: In 2012 heeft de organisatie minder inkomsten vergaard dan gepland. Vanaf maart 2012 zat de organisatie in een traject voor subsidie van Fonds Duurzaam Water bij de Nederlandse overheid. Zij had dan ook gehoopt voor het einde van het jaar te weten of deze subsidie was goedgekeurd. Deze deadline is echter verschoven naar maart 2013. Capaciteit: Tussen 2010-2012 doorliep Connect International samen met SHIPO een Leer Werk Traject, met behulp van financiering van PSO. Dit traject had als doel de capaciteiten van beide organisaties verder uit te bouwen, SHIPO te verzelfstandigen en de samenwerking te verbeteren. In 2011 was al begonnen met het uitwerken van SMART Info, een software systeem voor Planning, Monitoring, Evaluation and Reporting (PMER). Ook was er begonnen met het verder uitwerken van de module SMART Partner die methodieken en handleidingen verschaft over hoe we onze partners kunnen evalueren en versterken. In 2012 is deze module samen met SHIPO gepilot, en waar nodig nog aangepast. Ook is er tussen beide organisaties een nieuwe MoU ontwikkeld, die de samenwerking duidelijker afbakent en vastlegt.
3.1.3 Analyse In 2012 heeft Connect International, ondanks de beperkte capaciteit, de organisatie en de projecten verder uit weten te bouwen. Hoewel de inkomsten niet zijn gegroeid ten opzichte van
2011,
is
door
strakke
budgettering
en
een
contentieus
bestedingspatroon
de
continuïteitsreserve toegenomen. Hierdoor zijn verliezen uit het verleden in het vermogen aangezuiverd (zie ook hoofdstuk 5, de jaarrekening).
16
3.2 Tanzania 3.2.1 Algemeen De uitvoerende partner organisatie in Tanzania is SHIPO. Sinds de oprichting van SHIPO in 2002 werken Connect International en SHIPO intensief samen.
3.2.2
Resultaten
Projectnaam
Jaar
Financiers
Budget
Leer Werk Traject
20102012
PSO
€216.566
Ophans, Vulnerable Children Club in Manga
20112013
Stichting Heijmerink
€22.848
Revolving Fund voor Water en Sanitatie
20112013
WaterRight en Aqua for All
€137.085
17 studenten in Njombe regio
20112014
Stichting Endelea
€6.640
Educatie kinderen 14 waterpunten
20112013 2012
Stichting Ludewa SK Foundation plus individuele donaties
€3.351 €12.705
17
Uitleg en resultaten Project om de organisaties van zowel CI als SHIPO te versterken, SHIPO verder te helpen om te verzelfstandigen en de samenwerking tussen CI en SHIPO te verbeteren. SHIPO heeft hiertoe gewerkt aan procedures, de motivatie van de medewerkers, de samenwerking en afspraken daarover met CI, etc. Wezen en kwetsbare kinderen worden samen met hun families ondersteund en begeleid door vrijwilligers getraind door SHIPO. Daarnaast krijgen zij de mogelijkheid om beesten te houden en tuintjes aan te leggen voor extra inkomsten. In 2012 zijn de getrainde vrijwilligers in alle dorpen begonnen met bijeenkomsten met kinderen van verschillende groepen en met de (pleeg)ouders. Ook is er samen met alle betrokken partijen een plan ontwikkeld om het programma te versterken en uiteindelijk aan de bevolking zelf over te dragen. Via lokale banken kunnen mensen een microkrediet krijgen om water en sanitatie oplossingen aan te schaffen. In 2012 zijn er 114 leningen goedgekeurd waarmee touwpompen, boorputten en filters zijn aangeschaft. 17 studenten ontvangen een studiebeurs via SHIPO om naar de middelbare school te gaan en een vervolgopleiding te volgen. Stichting Ludewa betaald jaarlijks voor de educatie van twee kinderen. Deze 14 waterpunten zijn aangelegd in gemeenschappen waar SHIPO nog niet werkzaam was. Hierdoor is er naast de aanleg ook extra energie gestoken in WASH voorlichting
3.2.3 Analyse 2012 was een druk jaar voor SHIPO. Niet alleen voor de projecten van Connect International, maar steeds meer ook voor andere donors voert SHIPO projecten uit. Dat is positief, want hierdoor is de organisatie minder afhankelijk van Connect International. In 2012 vereisten vooral het Leer Werk Traject en het Revolving Fund Project een intensieve input van alle medewerkers van de organisatie. Tijdens het Leer Werk Traject zijn met alle medewerkers workshops gehouden en zijn er grote stappen gemaakt in de planning van projecten, de onderlinge en externe communicatie en de ontwikkeling van de organisatie. Ook is er in juni een organisatorische evaluatie gehouden samen met Connect International. Ondanks dat het traject in twee turbulente jaren is doorlopen, heeft de organisatie er zeer veel aan gehad en er sterker uit gekomen. Ook het Revolving Fund project voor Water en Sanitatie was en is een uitdaging. Een geheel nieuw project in samenwerking met lokale bankjes, waarbij families een micro-krediet kunnen krijgen om een water oplossing aan te schaffen. Eind 2011 waren de voorbereidingen getroffen en in 2012 zijn de eerste 114 leningen uitgezet. In juni begonnen de eerste families met het terugbetalen. Daarnaast is er een wisseling van de wacht geweest bij SHIPO van de Connect International vertegenwoordigers. In april moesten wij afscheid nemen van Rik Haanen en Dinie Nijssen, maar mochten wij Morten Holm van Donk verwelkomen. Morten pakte zijn nieuwe functie heel snel op en is alweer bijna een jaar werkzaam als program manager en Connect International vertegenwoordiger bij SHIPO.
3.3 Malawi 3.3.1 Algemeen In Malawi is de lokale partner van Connect International het Mzuzu SMART Centre. Het centrum is opgericht in 2012 en werkt nauw samen met CCAP, de Mzuzu University en het WatSan Centre of Excellence.
18
3.3.2 Resultaten Projectnaam
Jaar
Financiers
Budget
Market development for low cost water solutions
20112014
Aqua for All, verschillende Rotary Clubs, Akvo
€252.929
Uitleg en resultaten Sinds de oprichting van het centrum zijn er al 10 bedrijfjes opgericht en getraind in het boren en aanleggen van waterpunten. De vraag naar waterpunten is zo groot dat deze bedrijfjes dat er al meer dan 50 waterpunten zijn aangelegd.
3.3.3 Analyse In juni 2012 kon het Mzuzu SMART Centre van start. Sindsdien zijn er al 10 bedrijfjes getraind in het boren naar grondwater, het maken van pompen en het aanleggen hiervan. De vraag naar waterpunten is zo groot dat deze bedrijfjes gelijk aan de slag konden en er inmiddels al meer dan 50 waterpunten zijn aangelegd. Echter, 40% van deze punten ondervinden nog problemen. Daarom heeft het centrum een vervolgtraining opgezet, en is het van plan om in 2013 een certificeringprogramma in te voeren. Het project loopt nog zeker tot 2014, maar het centrum is al druk bezig ook andere financiering te vinden om meer trainingen te geven en ook een revolving fund project te starten, vergelijkbaar met dat in Tanzania.
3.4 Mozambique 3.4.1 Algemeen De lokale organisatie in Mozambique is Ajuda de Desenvolvimento de Povo para Povo (ADPP) in Itoculo.
3.4.2 Resultaten Projectnaam
Jaar
Financiers
Budget
Churches and Water
20112014
Kerk in Actie
€70.000
Water and Voedselzekerheid
2012
Haaglanden
€4.449
19
Uitleg en resultaten In 2012 is dit project van start gegaan. Tot nu toe al meer dan 1500 mensen toegang tot verbeterd water, 600 mensen zijn getraind in het gebruik van een waterfilter, 4 workshops zijn georganiseerd waarbij 20 ondernemers getraind zijn, 26 religieuze leiders zijn getraind in WASH, 28 studenten zijn getraind in WASH. Deze activiteiten zullen in 2013 verder worden uitgerold. Tijdens dit project zijn er 4 waterpunten aangelegd (waarvan een bij een school), 4 water comités zijn getraind, en de
2 kleuterscholen
20122013
Dura Charity Foundation
€10.250
basisschool is voorzien van materialen en zaden voor de groentetuin, 8 waterfilters en twee toiletblokken. Tijdens dit project worden twee kleuterschooltjes gebouwd en begeleid. Het project is begonnen eind 2012 en de kleuterscholen zullen naar alle verwachting halverwege 2013 worden afgerond en overgedragen aan de lokale bevolking.
3.4.3 Analyse Begin 2012 kon Connect International, via het ‘Churches and Water’ project, weer een vertegenwoordiger naar Mozambique sturen. In februari werd Erik de Best gestationeerd bij ADPP in Itoculo en een deel van zijn tijd bij het seminarie in Ricatla. Naast het ‘Churches and Water’ project is er ook aandacht besteed aan voedselzekerheid en is een begin gemaakt met de bouw van twee kleuterscholen, die in 2013 zullen worden afgerond. Naast de projecten samen met ADPP, zijn er in 2012 ook voorbereidingen getroffen voor de oprichting van een SMART Centre in Mozambique. Samen met andere, lokaal gevestigde organisaties, bedrijven en de lokale overheid is er gekeken naar de mogelijkheden tot samenwerken in de oprichting. Meerdere partijen bleken positief tegenover dit idee te staan en met 9 andere Nederlandse en Mozambicaanse partners is er een subsidievoorstel ingediend bij de Nederlandse overheid. Het SMART Centre zal vergelijkbaar worden met het centrum in Mzuzu, Malawi en SHIPO in Tanzania. Vanuit het centrum zullen low-cost self supply water en sanitatie oplossingen gemainstreamd worden. In 2013 zal het centrum worden opgezet en zullen de eerste projecten via het centrum gaan lopen. De samenwerking met ADPP Itoculo wordt wel doorgezet en deze organisatie zal veel samenwerken met het SMART Centre.
3.5 Zambia 3.5.1 Algemeen De uitvoerende organisatie in Zambia is Development Aid from people to People Zambia (DAPP). DAPP is onderdeel van het internationale Humana netwerk.
3.5.2 Resultaten Projectnaam
Jaar
Financiers
Water filters
2012 -
Rotary Club
Zambia
2013
Leeuwarden
Budget €9.920,-
Uitleg en resultaten Via dit project zijn er in 2012 142 vrijwilligers getraind om waterfilters te verkopen en
20
Zuid
voorlichting te geven. Er zijn al 919 filter verkocht en 469 filters uitgedeeld aan HIV/Aids patiënten en andere kwetsbare gezinnen die de filter niet zelf konden aanschaffen.
3.5.3 Analyse Na afsluiting van het TAZAMO project dat van 2006 tot 2010 liep is er in Zambia slechts een project uitgevoerd. Het waterfilter project heeft als doel vrijwilligers te trainen en de waterfilters die over waren van het TAZAMO project via deze vrijwilligers uit te zetten. Hoewel het project langer duurt dan verwacht, vallen de resultaten niet tegen. In voorgaande waterfilter projecten bleek al hoe moeilijk het was om waterfilters commercieel in de markt te zetten onder arme gezinnen. Inmiddels zijn er al 919 filters verkocht en blijkt dat er vooral in peri-urbane gebieden wel een vraag is naar filters. Voor 2013 heeft Connect International nog geen nieuwe projecten in de planning staan met DAPP in Zambia.
3.6 Filippijnen In 2012 zijn er geen projecten uitgevoerd op de Filippijnen.
21
22
4 De toekomst 4.1 Algemeen In dit hoofdstuk wordt in grote lijnen weergegeven hoe Connect International de toekomst tegemoet ziet. Onze verwachtingen voor de komende jaren zijn gebaseerd op het huidige beleid ,visie, missie en ambities en op de financiële prognoses voor de komende 5 jaar. Connect International wil bij de verwezenlijking van haar doelstelling en met behulp van haar concept een zo groot mogelijke doelgroep bereiken , met andere woorden, zoveel mogelijk arme mensen hiervan laten profiteren. Om dit te realiseren moet de organisatie uitbreiden en duurzaam worden. Daarom zal Connect International actief blijven met het inschrijven op nieuwe subsidie mogelijkheden bij de Nederlandse overheid, maar ook bij andere internationale overheden. Subsidies lopen meestal over meerdere jaren en bieden een basisinkomen aan een organisatie, waar vanuit verder ontwikkeld kan worden. De aandacht voor waterproblematiek groeit in de wereld en de rol die self supply WASH oplossingen hierin kan spelen wordt steeds meer erkent door internationale organisaties en overheden. Dit biedt veel mogelijkheden voor Connect International om financiering te vinden voor haar programma’s. Wel zal Connect International steeds actiever streven naar een balans in de financieringsbronnen, zoals ook weergegeven in onze interne regelgeving (niet meer dan voor 25% afhankelijk zijn van een financier). In 2012 heeft het begrip SMART Centre meer bekendheid gekregen. Met de opening van het SMART Centre in Malawi is een belangrijke stap gezet in de erkenning van het SMART Centre concept. Connect International merkt dat de term bekender wordt in de sector en veel organisaties interesse tonen in het starten van een SMART Centre. Voor 2013 zijn er dan ook vergevorderde plannen om een SMART Centre te starten in twee nieuwe landen: Mozambique en Oeganda. In de komende vijf jaar gaat Connect International deze organisaties opstarten, verstevigen en uitbouwen naar andere regio’s en landen.
4.2 Toekomst doelen Bij deze toekomstvisie en planning is er vanuit gegaan, dat Connect International de komende jaren elk jaar een groei zal doormaken. Daardoor zal Connect International in de komende vijf jaar het volgende kunnen verwezenlijken:
23
1. Vanaf 2015 een professioneel team in Nederland van tenminste 3 fte dat de benodigde expertise afdekt en het verloop in bureau medewerkers kan opvangen. Ervan uitgaande dat driekwart van de personeelskosten op het conto komen van de afdelingen
Organisatie
(dit
omvat
zowel
interne
kosten
als
uitgaven
aan
fondsenwerving en externe relaties; de kosten van deze afdeling mogen maximaal 14% vormen van de totale kosten), is hiervoor een totale omzet nodig van €1 miljoen per jaar, hetgeen we in 2016 tot 2017 hopen te realiseren. 2. Voldoende financiële reserves opbouwen om tegenvallers op te kunnen opvangen en activiteiten te ontplooien die belangrijk zijn in het kader van onze doelstelling maar waarvoor niet de benodigde financiering gevonden wordt. 3. SMART Concept voltooien, inclusief: alle benodigde handboeken voor het portfolio aan low-cost oplossingen (SMART solutions, met zo’n 20 low-cost oplossingen met name voor water en sanitatie), SMART Info, onze PMER (Planning, Monitoring, Evaluation and Reporting) software, web-based en met data invoer via handheld computers, en alle hierbij behorende handboeken, SMART Finance volledig uitgewerkt in handboeken en in het veld getest, alle handboeken voor verschillende actoren in de gemeenschapsontwikkeling keten
(o.a.
managers,
veldwerkers,
gemeenschapscoaches,
VAG
leaders,
dorpsleiders, etc.). 4. Zes
tot
tien
SMART
Centres
realiseren
en
begeleiden,
middels
een
vertegenwoordiger van Connect International of, voor zolang nodig, van andere internationale hulporganisaties, die het SMART Concept als centraal concept implementeren en waarmee Connect International een volwaardig Memorandum of Understanding heeft (hetgeen betekent een volwaardige partner waarmee zeer intensief wordt samengewerkt, ook op het gebied van ontwikkeling van nieuwe concepten en kwaliteitssystemen). Als onderdeel hiervan willen we in 2013 al met twee nieuwe SMART Centres starten in Mozambique en Oeganda en de twee bestaande SMART Centres in Tanzania en Malawi verder verbeteren en uitbouwen. Vanuit deze SMART Centres worden lokale NGO’s, bedrijven, financiële instituten en autoriteiten getraind en begeleid om SMART solutions in de betreffende landen te mainstreamen. 5. Bereik, via de SMART Centres, van tenminste één miljoen mensen die tot onze doelgroep behoren en hen helpen om hun gezondheid, geluk en welvaart structureel te verbeteren middels het aankopen, gebruiken en deels productief inzetten van SMART solutions die voor hen optimaal zijn en de hoogste WASH prioriteiten afdekken.
24
6. Goede, regelmatige begeleiding door Connect International Nederland van alle Connect
International
vertegenwoordigers
in
het
veld
en
van
alle
partnerorganisaties.
4.3 Budget 2013 – 2017 BATEN
2014
2015
65.000
100.000
150.000
170.000
200.000
0
0
0
0
0
500.000
530.000
550.000
650.000
650.000
50.000
80.000
150.000
150.000
200.000
1.000
2.000
3.000
4.000
4.000
Overige baten
0
0
0
0
0
Baten Totaal
616.000
712.000
853.000
974.000
1.054.000
LASTEN1
2013
Baten uit ´Eigen fondsenwerving´ Baten uit gezamenlijke acties Baten uit acties van derden Baten uit subsidies Baten uit beleggingen
ORGANIZATION OWN PROJECT GRANTS SALES Lasten Totaal Resultaat
2013
2014
2016
2015
2017
2016
2017
46.000
55.000
65.000
80.000
88.000
8%
8%
8%
8%
8%
155.000
175.000
200.000
225.000
245.000
26%
25%
24%
23%
23%
400.000
470.000
570.000
650.000
710.000
67%
67%
68%
68%
68%
343
1.000
2.000
3.000
4.000
0%
0%
0%
0%
0%
601.343
701.000
837.000
958.000
1.047.000
14.657
11.000
16.000
16.000
7.000
Bovenstaande prognose is gebaseerd op: (a) wat we denken nodig te hebben om de beschreven doelen/mijlpalen te behalen, en (b) wat we denken dat haalbare inkomsten zijn.
1
Onder de lasten staan de lasten als percentage van de totale lasten. 25
26
Financieel jaarverslag 5 Bestuursverslag In dit verslag leest u hoe het bestuur gedurende 2012 toezicht heeft gehouden op Connect International. Ook leest u hoe het bestuur dit denkt voort te zetten in 2013. De leden van het bestuur zijn naast het houden van toezicht in algemene zin en het volgen van nieuwe ontwikkelingen nauw betrokken bij het functioneren van het management. Hierbij wordt ervoor gewaakt dat beleid en uitvoering gescheiden blijven. In 2012 lag het accent op meedenken en advisering over de strategie van Connect International in deze moeilijke tijden. Met behulp van het ‘Business Model Canvas’ bracht het bestuur samen met directie, medewerkers en vrijwilligers van de stichting het business model van de organisatie in kaart. Aan de hand daarvan werd een verbeterde strategie ontwikkeld. Daarnaast denkt, adviseert, en besluit het bestuur mee over de implementatie van projecten en het vinden van financiering voor de organisatie. In 2012 kwam het bestuur vijfmaal bijeen. Bij de vergaderingen was ook de directie aanwezig. Op punten waar het op grond van het aantal aanwezigen niet mogelijk was tijdens de vergaderingen een besluit te nemen, is dit gebeurd middels schriftelijke stemming (e-mail). Daarnaast is er regelmatig overleg gevoerd tussen directie en voorzitter ter voorbereiding van de vergaderingen en over de voortgang van de activiteiten en tussen directie en afzonderlijke bestuursleden uit hoofde van hun specifieke rol/functie. In alle bestuursvergaderingen kwamen de financiële begroting en prognose ter sprake en werden de belangrijkste lopende zaken besproken, zoals voortgang van de projecten, fondsenwerving, communicatie, rooster van aftreden en openstaande vacatures in het bestuur, personeel en organisatie. Het bestuur gaf op 7 maart 2013 haar goedkeuring aan de jaarrekening 2012. Het bestuur ziet er op toe dat de inkomsten op de juiste manier en zo efficiënt en effectief mogelijk worden besteed en dat hierbij volledige transparantie wordt betracht. Naast het monitoren van de organisatie en de directie zal er in 2013 specifieke aandacht zijn voor de implementatie van de verder uitgewerkte visie en strategie waarin de focus ligt op de implementatie van low cost WASH oplossingen middels SMART Centres en het vinden van duurzame inkomstenbronnen. Leiden, 2 april 2013 Namens het bestuur
Diederik de Boer (interim-voorzitter) 27
28
6 Jaarrekening Alle bedragen zijn in Euro.
6.1 Balans ACTIVA
Werkelijk 2012
Planning 2012
Werkelijk 2011
Planning 2013
Materiële vaste activa Bedrijfsmiddelen (non-fund)
0
1.000
570
5.000
Totaal
0
1.000
570
5.000
Artikelen voor verkoop
3.633
2.000
4.630
2.000
Totaal
3.633
2.000
4.630
2.000
Nog te ontvangen posten
0
3.000
2.253
0
Totaal
0
3.000
2.253
0
Liquide middelen
64.210
90.000
83.830
113.000
Activa Totaal
67.843
96.000
91.283
120.000
Voorraden
Vorderingen
PASSIVA
Werkelijk 2012
Planning 2012
Werkelijk 2011
Planning 2013
Reserves Continuïteitsreserve
17.536
6.000
-381
30.000
17.536
6.000
-381
30.000
0
8.000
-2.400
5.000
-509
16.000
21.895
30.000
23.395
49.000
44.333
50.000
4.751
2.000
3.345
5.000
22.670
15.000
24.492
0
Totaal
50.307
90.000
91.665
90.000
Passiva Totaal
67.843
96.000
91.283
120.000
Totaal Reserves Schulden Fonds ORGANIZATION Fonds OWN PROJECT Fonds GRANTS Fonds SALES Schulden
29
6.2 Baten en Lasten BATEN Baten uit ´Eigen
Werkelijk
Planning
Werkelijk
Planning
2012
2012
2011
2013
35.872
85.000
74.387
65.000
0
85.000
0
0
389.903
330.000
373.712
430.000
0
0
39.000
188.000
774
700
498
1.000
Overige baten
0
4.000
7.589
0
Baten Totaal
426.549
504.700
495.186
684.000
fondsenwerving´ Baten uit gezamenlijke acties Baten uit acties van derden Baten uit subsidies Baten uit beleggingen
LASTEN2
Werkelijk
Planning
Werkelijk
Planning
2012
2012
2011
2013
25.382
45.500
18.818
50.000
(6%)
(9%)
(5%)
(8%)
168.569
105.000
88.327
170.000
(38%)
(22%)
(23%)
(27%)
251.394
335.000
280.344
420.500
(56%)
(69%)
(72%)
(66%)
197
500
266
343
(0%)
(0%)
(0%)
(0%)
Lasten Totaal
445.542
486.000
387.755
640.843
Resultaat
-18.993
18.700
107.431
43.157
ORGANIZATION OWN PROJECT GRANTS SALES
VERDELING RESULTAAT
Werkelijk
Planning
Werkelijk
Planning
2012
2012
2011
2013
Continuïteitsreserve
29.970
15.000
63.935
27.000
Fonds ORGANIZATION
-6.026
3.700
-24.380
4.000
-41.370
0
63.336
7.000
-2.974
0
1.193
4.000
1.407
0
3.345
1.157
-18.993
18.700
107.430
43.157
Fonds OWN PROJECT Fonds GRANTS Fonds SALES Resultaat
2
Tussen haakjes staan de lasten als percentage van de totale lasten. 30
31
7 Toelichtingen op de jaarrekening 7.1 Grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening 7.1.1 Algemeen In het financieel jaarverslag zijn de cijfers weergegeven zoals die gelden voor Stichting Connect International (hierna genoemd ‘Connect International’ gevestigd te Leiden), dus zonder de partnerorganisaties. Ook de toelichtingen zijn gebaseerd op de jaarcijfers van Connect International. De
jaarrekening
is
opgesteld
volgens
de
Richtlijn
voor
Jaarverslaggeving
650
Fondsenwervende Instellingen.
7.1.2 Grondslagen voor de waardering van activa en passiva De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij in de onderstaande toelichting anders is vermeld. Kosten van de eigen fondsenwerving worden bepaald aan de hand van de gerealiseerde uitgaven. Afschrijvingen worden berekend op basis van de geactiveerde waarden met inachtneming van de geschatte economische levensduur van de betreffende activa die standaard op drie jaar is gesteld. Alle bedragen worden weergegeven in Euro’s. De delen van de nog te betalen subsidies aan de partnerorganisaties die op de balansdatum binnen waren bij Connect International, maar nog niet uitbetaald aan de partners, zijn opgenomen onder het Fonds Grants.
7.1.3 Grondslagen voor de resultaatbepaling Baten en Lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben en ondergebracht bij de fondsen waar zij betrekking op hebben. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden vóór het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
32
7.2 Toelichtingen op de Balans 7.2.1 Activa Materiële vaste activa. De materiële vaste activa eind 2012 betreft computer apparatuur. Boekwaarde per 31 december 2011 Investeringen gedurende het boekjaar Afschrijvingen gedurende het boekjaar Boekwaarde per 31 december 2012 Afschrijvingspercentage per jaar
570 265 463 372 33,33%
Voorraden. De voorraden bestonden in 2012 uit Connect International postkaarten, kaarten voor de ‘Geef een WC’ actie en waterfilters. Een relatief klein deel van de voorraden is aangewend t.b.v. voorlichting en promotie. Voorraad Artikel
Aantal eind boekjaar
Waarde eind boekjaar
Connect International water filters Connect International filter
176
2.113
4
20
1.000
1.000
200
500
elementen Connect International diverse promotie kaarten Bidons Balans einde boekjaar
3.633
De voorraden zijn tegen kostprijs gewaardeerd. Vorderingen. Deze post is opgebouwd uit: (a) vooruitbetaalde kosten die in een volgend boekjaar zullen worden verrekend en (b) nog te ontvangen posten (rente en eindafrekening voor diverse projecten, m.n. nog te ontvangen subsidiegelden). Eind 2012 waren alle vorderingen verrekend en is de balans voor deze post derhalve nul. Liquide middelen. Het jaar werd afgesloten met een bedrag van €64.209 aan liquide middelen die stonden op de rekening-courant en spaarrekeningen van Stichting Connect International. Het jaar 2012 is daarmee afgesloten met een vrij ruime
hoeveelheid
aan
liquide
middelen.
Dit
omvatte
vooral
middelen
die
gecommitteerd zijn aan projecten die in 2013 verder afgerond zullen worden. Alle liquide middelen die niet direct ingezet hoeven te worden, worden overgemaakt naar een spaarrekening waarvan de tegoeden direct opeisbaar zijn.
33
7.2.2 Passiva Aansluiting op de Staat van Baten en Lasten. Hieronder een overzicht waarmee de aansluiting op de Staat van Baten en lasten duidelijk wordt. Resultaat Af/bij 2012
Balans 2011
Verschuiving van/naar andere fondsen
Verschuiving naar Activa
Balans 2012
Reserves Continuïteitsreserve
-381
29.970
-2.625
-9.428
17.536
Totaal reserves
-381
29.970
-2.625
-9.428
17.536
Schulden Fonds ORGANIZATION Fonds OWN PROJECT
-2.400
-6.026
0
8.426
0
21.895
-41.371
0
18.966
-510
Fonds GRANTS
44.333
-2.974
0
-17.964
23.395
3.345
1.407
0
0
4.752
Fonds SALES Schulden Totaal schulden
24.492
-1.822
0
0
22.670
91.665
-50.786
0
9.428
50.307
De verschuiving van de continuïteitsreserve naar de Activa was nodig om: (a) de fouten uit verleden jaren ten aanzien van de afschrijvingen op de materiële activa te vereffenen (€371), (b) een rest bedrag overgebleven uit voorgaande jaren in het klantendagboek te vereffenen (€56), en (c) een bedrag dat al jaren negatief stond op nog te ontvangen posten te vereffenen (€2.198). De overheveling van geld van het fonds GRANTS (€17.964) naar het fonds OWN PROJECTS is ook om fouten uit het verleden te vereffenen. Het fonds GRANTS komt nu overeen met de werkelijke uitstaande committeringen voor GRANTS aan de partners (zie het projectoverzicht aan
het
einde
van deze
paragraaf).
Het
geld
toegevoegd
aan
het fonds
ORGANISATIE (komende uit de continuïteitsreserve) is gebaseerd op de wens om dit fonds uit de min te halen. Het geld toegevoegd aan het fonds OWN PROJECT (komende uit het fonds GRANTS en uit de continuïteitsreserve) is gebaseerd op het aanvullen van dit fonds exact naar het niveau van de werkelijke aangegane en uitstaande committeringen voor dit fonds (zie het projectoverzicht aan het einde van deze paragraaf). Vrij besteedbare reserve. Deze reserve bestaat uit inkomsten en uitgaven die we zelf naar eigen believen kunnen inzetten zij het dat dit binnen onze missie en binnen onze eigen interne regelgeving dient te gebeuren. Voor de duurzaamheid van de organisatie
achten
we
een
vrij
besteedbare
reserve
(we
noemen
deze
‘Continuïteitsreserve’) van een half jaar omzet van het voorgaande boekjaar (€210.000) van groot belang. In werkelijkheid is de continuïteitsreserve einde 34
boekjaar toegenomen van -€381 in 2011 tot €17.536 in 2012. Dit is nog ver onder het gewenste niveau maar wederom een verbetering ten opzichte van de situatie in 2011 (wederom, omdat in het boekjaar 2010 de continuïteitsreserve negatief was en er dus ook in 2011 al een verbetering was gerealiseerd). De organisatie heeft in 2012 aan
alle
verplichtingen
kunnen
voldoen
en
verwacht
door
toenemende
projectfinancieringen daartoe ook in 2013 in staat te zijn. Fonds ORGANIZATION. Dit fonds omvat alle inkomsten en uitgaven voor de interne organisatie (overhead, admin, delen salaris manager voor algemeen runnen kantoor e.d.) en deels (die delen die niet onder projectkosten geboekt kunnen worden) voor wat we de externe organisatie noemen (acquisitie, marketing en netwerken met derde partijen). Het fonds is in 2012 iets aangevuld waardoor het fonds op nul is geëindigd. Dit zal in 2013 snel weer aangevuld worden via nieuwe en lopende projectfinancieringen die al door financiers gecommitteerd zijn. Fonds OWN PROJECT. Dit fonds bestaat uit inkomsten en uitgaven voor de projectactiviteiten die door Connect International zelf uitgevoerd worden. Het fonds stond eind 2012 net iets in de min, hetgeen vooral te maken heeft met het feit dat Connect International op enkele projecten geld heeft voorgeschoten. Dit is bij praktisch alle projecten contractueel afgedekt, hetgeen betekend dat dit geld in 2013 binnen zal komen. Bij één project is 10.000 euro meer uitgegeven aan de voorbereidingen dan er is ontvangen, terwijl nog onzeker is of dit geld in de vorm van projectfinanciering terug zal komen. Zie ook het projectoverzicht op de volgende bladzijde. De verwachting voor 2013 is dat het fonds iets in omvang zal toenemen, vooral omdat we verwachten subsidie te ontvangen via het Fonds Duurzaam Water. Fonds GRANTS. Dit fonds omvat de inkomsten en uitgaven ten aanzien van grants voor de partners. Eind 2012 zat in het fonds een totaal van €23.395. Van belang zijn de committeringen die daartegenover staan. Het overzicht op de volgende bladzijde laat deze zien. Hieruit blijkt dat de ontvangsten van de lopende projecten voor grants in totaal €267.466 waren en daarvan €244.071 al betaald was eind 2012. Het verschil beslaat wat er is ontvangen voor grants min wat er al is uitgegeven aan grants, zijnde €23.395, hetgeen ook precies in het fonds voor Grants zit. De verwachting voor 2013 is dat het fonds iets in omvang zal toenemen, vooral omdat we verwachten subsidie te ontvangen via het Fonds Duurzaam Water. Fonds SALES. Dit fonds omvat het de inkomsten uit verkoop van goederen (vooral waterfilters) en de kosten die bij de verkoop gemoeid zijn. Het fonds heeft een
35
bescheiden omvang die iets is toegenomen in vergelijking met 2011. Voor 2013 verwachten we nog een iets verdere, maar zeer bescheiden toename. Schulden. De schuld is aan de directeur van Connect International, die een renteloze lening heeft uitstaan bij Connect International. De organisatie heeft de volledige schuld begin 2013 afbetaald conform de afspraak met het bestuur hierover. Schulden einde boekjaar Renteloze lening (geleend van de directeur)
2012 22.670
2011 24.492
Niet in de Balans opgenomen verplichtingen. Er wordt een pand gehuurd in Leiden. De jaarlijkse huurlast bedraagt € 4.969.
36
Contribu- ContribuProject code
Project name + short description
DAPZ01
Water filters Zambia
LADP01
Water points Mozambique
LADP04
Churches and Water in Mozambique
LADP07
Pre-schools
LCIN17
Development of a Village Action Group Leader Manual and fact sheets and drawings
tion to
tion to
Fund
Fund
GRANTS
Totals Committed
CONTIN-
ORGANI-
GENCY
ZATION 0
OWN PROJECT
received
spent
received
spent
Planned
by
received
spent
customers
726
0
0
9.194
9.135
9.920
9.920
9.920
9.861
0
0
0
0
1.182
0
1.182
1.182
1.182
0
600
3.500
0
0
30.900
38.000
70.000
70.000
35.000
42.100
511
766
225
0
8.748
8.748
10.250
10.250
10.250
10.025
415
935
1.700
1.632
10.450
5.940
13.500
13.500
13.500
8.922
0
77
0
0
0
0
0
77
914
0
0
0
0
0
914
LCIN23
Development of web based version of SMART Info
0
0
LCIN26
Rode Kruis missie Tom januari 2013
0
0
OVC Club in Manga
0
1.040
0
0
21.808
21.808
22.848
22.848
22.848
22.848
LSHI26
Revolving fund for watsan in Tanzania
0
1.128
20.900
17.057
63.552
83.552
162.401
162.401
85.580
101.737
LSHI32
Latrines financed form individual donations
0
0
0
0
285
0
0
0
285
0
LSHI35
17 students in Njombe region
0
40
0
0
2.500
2.500
2.540
2.540
2.540
2.540
LSHI38
12 groundwater points
400
500
0
0
11.805
11.805
12.705
12.705
12.705
12.705
LSHI41
Pre school improvement
0
0
0
0
10.000
0
0
0
10.000
0
LSHI42
Educatie kinderen Oygen en Otmar
0
0
0
0
3.351
3.311
3.351
3.351
3.351
3.311
LSHI44
Vopak project 2013
0
0
0
0
3.796
0
0
0
3.796
0
0
0
0
0
7.290
0
8.470
0
7.290
0
0
0
0
0
1.000
0
0
0
1.000
0
10
800
0
950
24.605
11.011
0
0
25.415
12.771
0
9.500
28.500
21.081
57.000
48.261
252.929
252.929
95.000
78.842
0
1.400
8.600
18.723
0
0
10.000
10.000
10.000
20.123
1.936
20.335
59.925
60.434
267.466
244.071
580.096
571.626
349.662
326.776
LSHI08A and LSHI8B
LSHI45 LSHI46 P2
SCMA01 SCMZ01
Revolving fund voor water faciliteiten in de Southern Highlands in Tanzania Last activities Isitu school Water filter Program in Zambia, Tanzania, Ethiopia and Mozambique Market development for low cost water solutions for Malawi SSWASH project
0
Fund:
-509
37
23.395
All funds:
22.885
7.3 Toelichtingen op de Staat van Baten en Lasten
7.3.1 Baten Baten uit ‘Eigen Fondsenwerving’. Deze waren lager dan gepland omdat de oorspronkelijke planning uitging van een groei, die echter nog meer dan verwacht werd bemoeilijkt vanwege het missen van een subsidie eind 2010 waardoor de inkomstenbasis
van
de
organisatie
ernstig
is
aangetast,
hetgeen
ook
de
mogelijkheden om eigen fondsen te werven enorm heeft bemoeilijkt. Dit in combinatie met de economische crisis waardoor het in het algemeen moeilijker is geworden om eigen fondsen te werven. Baten uit gezamenlijke acties. Geen inkomsten gerealiseerd in tegenstelling tot de planning die ervan uitging dat we mogelijk samen met andere partijen financiering zouden gaan werven. Baten uit aandeel in acties van derden. Deze waren, zoals eigenlijk altijd gebruikelijk is geweest in de historie van Connect International, succesvol ten opzichte van de planning. De financiering kwam veelal voort uit bestaande relaties, zoals PSO, Aqua for All en een aantal kleinere stichtingen. Baten uit subsidies van overheden. Er waren geen baten uit subsidies van overheden conform de planning. In 2013 wordt de uitslag verwacht van onze subsidie aanvraag bij het Fonds Duurzaam Water. Vandaar dat de planning voor 2013 wel een bedrag omvat. Baten uit beleggingen. Dit bedrag bestaat uit ontvangen rente van onze bankrekeningen. Overige baten. Deze waren nul.
7.3.2 Lasten ORGANIZATION. Interne regels: Lasten <14% van Totale lasten. Gerealiseerd: 6%. Kosten EFW3 < 25% van de opbrengst uit EFW. Gerealiseerd: ongeveer 13%. De organisatiekosten zijn lager dan was gepland en ook veel lager dan onze interne regelgeving. Deze post omvat interne kosten (zoals overhead, admin, delen salaris manager voor algemeen runnen kantoor e.d.) en deels (voor de delen die niet onder projectkosten geboekt kunnen worden) de externe organisatiekosten (kosten voor
3
EFW staat voor Eigen Fondsenwerving. 38
acquisitie, marketing en netwerken met derde partijen, als onderdeel hiervan ook de kosten voor EFW). De organisatiekosten zijn laag, voornamelijk omdat veel van het organisatie werk is uitgevoerd door vrijwilligers, terwijl de betaalde medewerkers op contractbasis hebben gewerkt en slechts een deel van hun uren die onder organisatiekosten zouden moeten vallen uitbetaald hebben gekregen. In 2013 zal gepoogd worden om de kosten weer op normale wijze invulling te geven (hetgeen zal afhangen van de inkomsten) en dus ook de vaste medewerkers de uren te betalen die zij werkelijk maken. Daarbij komt een verwachte algehele groei die ook de kosten voor de organisatie zal doen toenemen. De kosten voor Eigen Fondsenwerving (EFW) worden geschat. De reden hiervoor is dat in het systeem wel goed bijgehouden kan worden wat de inkomsten zijn uit EFW, maar dat de kosten voor EFW niet apart geregistreerd worden, onder andere omdat we geen urenregistratie hebben. Wel weten we vrij nauwkeurig hoe groot de inspanningen zijn geweest voor andere organisatiekosten (vooral de grote, zoals subsidie aanvragen, kosten kantoorhuur, en dergelijke) en kunnen op basis daarvan redelijk nauwkeurig inschatten dat de EFW kosten in 2012 ongeveer een vijfde bedroegen van de totale organisatiekosten. Voor 2012 verwachten we dat de kosten EFW als percentage van de inkomsten EFW iets zal dalen, vooral omdat veel van het betrokken werk door vrijwilligers uitgevoerd zal worden en we uit bestaande EFW contacten vrij grote nieuwe financiering denken te krijgen (Vopak) zonder dat daar in 2013 nog veel extra inspanningen voor nodig zullen zijn. De EFW regel vinden we duidelijk minder belangrijk dan de eerste interne regel voor organisatiekosten. De reden hiervoor is dat we het vooral belangrijk vinden dat de organisatiekosten als geheel binnen de perken blijven, terwijl de regel voor de EFW kosten (die door het CBF is gedicteerd) zeer ruim is en nog nooit door ons is overschreden. OWN PROJECT. Interne regel: Lasten tussen 10 en 35% van Totale lasten. Gerealiseerd: 38%. De interne regel is ruim omdat ieder jaar de focus lijkt te verschuiven. Soms is er veel uitvoering van projecten door onze partners en dan zijn de kosten OWN PROJECT gering. In andere jaren ligt de nadruk meer op ontwikkeling van kwaliteitssystemen, software en training en begeleiding van de partners, allemaal activiteiten die door Connect International uitgevoerd worden. Dan zijn de kosten OWN PROJECT juist hoog, zoals ook in 2012 het geval was. De interne regel voor deze post moet dan ook niet te nauw genomen worden. Het is meer een ruwe richtlijn. De kosten in 2012 bestonden vooral uit de begeleiding door Connect International Representatives en Connect International consultants van onze partnerorganisaties en lokale bedrijfjes (voornamelijk handboren en productie Touwpompen) on site in Tanzania en Malawi. Daarnaast was er ook veel training, begeleiding en 39
facilitatie door kantoormedewerkers en consultants vanuit Nederland. De kosten zijn relatief hoog omdat binnen het PSO project (verbeteren functioneren van SHIPO en Connect
International
inclusief
de
interactie
en
samenwerking
tussen
beide
organisaties) er veel trainingen en begeleiding zijn uitgevoerd, alsmede veel werk is verricht aan het SMART Info systeem, hetgeen door Connect International is uitgevoerd en als zodanig is geboekt op deze post. GRANTS. Interne regel: Lasten tussen 51 en 76% van Totale lasten. Gerealiseerd: 56%. De grants zijn in 2012 beduidend lager uitgevallen dan was gepland, zelfs iets lager dan de grants in 2011. De reden is dat het veel meer tijd blijkt te kosten om nieuwe grote projectaanvragen voor te bereiden en de procedures hiervoor te doorlopen. De vertraging zit vooral aan de kant van de financiers. Ook blijkt het, door de lage inkomsten sinds eind 2010, toen we onverwacht geen nieuwe subsidie kregen van de Nederlandse overheid en in één klap 60% van onze inkomsten wegviel, veel moeilijker dan we verwacht hadden om nieuwe financiering te vinden, juist in deze economisch moeilijke tijden. Dit ligt ons inziens niet aan de kwaliteit van de projecten en ook niet aan de kwaliteit van de financieringsaanvragen. De reden is meer de beschreven vertragingen, de snel toenemende complexiteit van eisen die gesteld worden aan financieringsaanvragen en de moeilijk te vervullen voorwaarden en criteria, die in veel gevallen weinig of niets met de kwaliteit van de projecten te maken hebben, en de terugloop in mogelijkheden om aanvragen in te dienen. Voor 2013 hopen we vooral op financiering uit het Fonds Duurzaam Water (FDW), waar we een subsidie aanvraag hebben ingediend voor een SMART Centre in Mozambique. Daarnaast hopen we op financiering voor een SMART Centre in Noord Oeganda met outreach naar Zuid Soedan, waarvoor drie financiers interesse tonen en waarvoor ook de Oegandese overheid grote belangstelling heeft getoond. Daarnaast zal de focus liggen op het aantrekken van financiering bij ‘derden’, vooral stichtingen zoals Aqua for All, overheden (naast FDW ook Partners voor Water) en bedrijven, zoals Vopak, voor standaard projecten en een technisch pilot project. SALES. De verkoop bestond vooral uit water filters die verkocht worden aan mensen in Nederland. De kosten voor verkoop zijn zeer beperkt.
7.3.3 Conclusie Staat van Baten en Lasten Uit de Staat van Baten en Lasten blijkt dat Connect International nog grote moeite heeft om de klap van eind 2010 toen we een belangrijke subsidie misten en in één keer 60% 40
van onze inkomsten verloren, te boven te komen. Het na-ijl effect duurt langer dan we dachten en wordt versterkt door een slechte economie, waardoor het werven van financiering nog moeilijker is. Dit is dus niet in overeenkomst met onze inschatting eind 2011 dat het juist beter zou worden. Daarbij komt dat de mogelijkheden die er zijn om substantiële financiering te verkrijgen complexe voorstellen vergen, waarbij consortia moeten worden opgericht met zowel goede doelorganisaties als bedrijven en er veel eigen financiering, ook uit de commerciële sector, ingebracht moet worden. Daarnaast worden de aanvragen uitgerekt over meerdere fases, moeten er lokaal context analyses uitgevoerd worden, en moeten lokale en nationale overheden intensief betrokken worden. Alle kosten die hiermee gemoeid zijn moeten uit eigen middelen betaald worden. Zelfs als financiering verkregen wordt uit een aanvraag dan mogen de kosten voor het maken van die aanvraag niet op die financiering geboekt worden. De aanvragen duren in veel gevallen ook veel langer dan aangegeven en men komt ook vaak tussendoor met aanvullende eisen. Hierdoor is het moeilijk de zaken goed te plannen en nemen kosten toe zonder dat dit voorkomen kan worden. Grootste probleem is misschien nog wel dat de kans op financiering per aanvraag terugloopt, vanwege het steeds groter aantal indienende organisaties en consortiums. Een voordeel is dat we inmiddels zoveel aanvragen hebben gemaakt en zoveel consortiums hebben gevormd, dat het maken van nieuwe aanvragen nu relatief gemakkelijk is. Verder hebben we een gedegen doch simpele strategie, namelijk het opzetten van SMART Centres in verschillende landen met een nu stevig netwerk van organisaties en instanties die zich hierachter stellen. Daardoor kunnen we steeds meer werken met standaard voorstellen, hebben w egroetere kansen op financiering en samenwerking met partijen, terwijl het concept sterk is en de kans toeneemt dat dit bij steeds meer financiers gezien wordt. Positief is dat de fondsen OWN PROJECT en GRANTS
toereikend zijn om de
committeringen die we zijn aangegaan voor projecten te dekken. Eind 2012 zijn de reserves aangezuiverd waardoor er een solvabele situatie is ontstaan met een positief eigen vermogen en een geringe hoeveelheid schulden. De schuld van 22.670 Euro wordt grotendeels afgedekt door de continuïteitsreserve en is inmiddels (begin 2013) afgelost om de balans positie verder te verbeteren. Daarom gaan we toch met een licht positief gevoel 2013 in, met als ambitie om naast de SMART Centres die we hebben in Tanzania en Malawi twee nieuwe SMART Centres op te zetten, één in Mozambique (zekerheid over financiering hopen we half maart 2013 te krijgen) en één in Noord Oeganda met outreach naar Zuid Soedan (financiering hopen we rond te krijgen ergens halverwege 2013, met betrokkenheid van drie financiers die serieus interesse hebben, alsmede samen met de overheid van Oeganda).
41
42
8 Overige gegevens 8.1 Resultaat en resultaatbestemming De planning was om het negatieve resultaat van 2011 terug te dringen. Dat is gelukt vooral vanwege een zeer goede beheersing van de uitgaven in een tijd van tegenvallende inkomsten. Reden is dat de organisatie in 2012 bijna geheel op vrijwilligers heeft gedraaid en waar mogelijk kosten heeft vermeden. Daarbij vielen de inkomsten uit eigen fondsenwerving en van derden mee gezien de situatie.
8.2 Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen bijzondere gebeurtenissen na balansdatum.
8.3 Bestuursverklaring Het bestuur van de Stichting Connect International verklaart hierbij de jaarrekening over het boekjaar 2012 in de bestuursvergadering van d.d. 7 maart 2013 te hebben goedgekeurd. Diederik de Boer – Interim -Voorzitter Chiel Rietvelt - Penningmeester Hilde de Groot – Bestuurslid René Laukens - Bestuurslid Wim de Haas – Bestuurslid
43
44
Annex 1 – SMART Centre approach Goal: Significantly and structurally improved WASH related health, income and living conditions among the Base of the Pyramid (BoP), mainly poor rural people, in developing countries. Strategy statement: Contribute significantly to the goal through mainstreaming of self supply WASH (Water Sanitation & Hygiene) products in developing countries. Intervention strategy: Set up SMART Centers in developing countries that facilitate and enhance mainstreaming4 of privately owned, mostly locally produced low cost Self Supply WASH Products (SSWP’s)5. SSWP’s often achieve the WASH related MDG’s (Millennium Development Goals) better, cheaper and more structurally among the BoP - especially among rural and partly among poor urban populations (most difficult groups) - than (often public) conventional WASH solutions. SSWP’s are affordable to, and privately purchased, owned, operated and maintained by poor people, and are often used productively as well. This all strongly enhances their sustainability. SSWP’s enable the BoP to fulfill its WASH needs also where conventional solutions are not or cannot be introduced. Their local production also enhances local economies. In most developing countries SSWP initiatives exist but there is no integrated SSWP mainstreaming process while SSWP potentials are high in many areas. A SMART Center (and other involved institutes) provides services essential to trigger and enhance SSWP mainstreaming. Part of these services is non-commercial. They lay a basis for the mainstreaming process. Most are temporary. Examples: Advocacy to and capacity building of government and its institutions (for SSWP policies, SSWP approval procedures and official approval of SSWP’s) (usually temporary). Liaise/coordinate with government at national/local levels + with other partners (continuous). SSWP marketing (usually temporary, later taken over by the private sector). Customizing involved techniques, methods, manuals, fact sheets, drawings, quality standards, software etc. to the circumstances (temporary). Capacity building of importers and distributors (for imported and/or Over The Counter SSWP’s, e.g. the Tulip filter) (temporary). 4
5
A situation where SSWP’s (see below) have become common good in society and their availability in the market and the market for these products do not depend any more on any external driving force. Examples of SSWP’s: Rope pumps, hand drilled boreholes (Baptist, Rota sludge), EMAS pumps, Tulip and other low cost household water filters, improved and twin pit latrines, low pressure drip irrigation, rainwater harvesting tanks, groundwater recharge near dry hand dug wells, etc. SMART Centres may also add other WASH or related products to their portfolio that are suitable specifically within the local context and have an added value to the SSWP portfolio, for instance where SSWP’s are not the most optimal solution.
45
Documentation and sharing of experiences on national and international levels (continuous). Other essential services are required to trigger and enhance SSWP mainstreaming in specific areas. These are (largely) commercially viable services (after initial investments to set up the services and execute them among first implementing actors) like: SSWP area assessments. Capacity building6 of producers of SSWP’s (local companies). Capacity building of shops, sales persons,
Finance
Product
companies to sell SSWP’s + deliver after sales services. Capacity building of local finance institutes and self-help groups to provide low interest rate WASH loans. Capacity building of local NGO’s to create
Foundation Connect International
awareness
among
final
beneficiaries
(training,
Awareness
guidance,
facilitation)
regarding
implementation, use and productive use of SSWP’s (local NGO’s). The services are based on what we call the Pyramid Approach, in which each side of the Pyramid represents the inputs poor people need to improve their WASH related health, income and living conditions within their limiting circumstances: product (availability of WASH products optimal for people’s needs and circumstances), finance (availability of affordable finance for people to be able to purchase and implement the WASH products they need) and awareness (people need to know, have the skills and be motivated for the WASH products most optimal for their situation and needs, their proper implementation, O&M, use and where possible productive use). As a matter of speech poor people, our target group, are located within this Pyramid, at its base (the so-called Base of the Pyramid, or BoP), hence the broad basis of the Pyramid logo we use for the approach (see to the right). Successful SMART Centers are in operation in Tanzania and Malawi while smaller SSWP initiatives exist based largely on the Pyramid approach in Zambia and Mozambique. The initiatives have already resulted in many commercially successful SSWP companies and many thousands of low cost water, toilet and hygiene facilities, benefitting hundreds of thousands of mainly rural people.
6
With capacity building we mean a trajectory of activities, custom made to the specific function and role of the party involved. This includes such activities as: selection, training, follow up, monitoring and quality control, assistance (e.g. with finding access to credits, official registration, etc.), accrediting, regular guidance, advice.
46
A typical program for establishing a SMART Centre, including some example projects, includes: Initial preparations such as an initial assessment of feasibility, market and legal context, and coordination and agreement with the government at different levels. SMART Center building rehabilitation, purchase of equipment, tools, materials. Preparation of a show ground. Selection and if needed capacity building and contracting other institutes that will provide essential services. Selection of several project areas (e.g. 3 districts) as testing grounds, examples and show cases. Area assessments in the selected example project areas. Identifying or setting up multi stakeholder platforms in the project areas for feedback, coordination and assistance in the mainstreaming process in these areas. Capacity building of selected key implementing parties in the example project areas and enhancing them to fulfill their respective roles in the SSWP mainstreaming process (e.g. SSWP production by local companies, SSWP sales by shops/sales persons, low interest rate WASH credits by finance institutes, and appreciative inquiries, capacity building of and
awareness
creation
among
beneficiaries
and
household
surveys
in
rural
communities by local NGO’s). SSWP advocacy, awareness creation, capacity building, liaison and coordination with government at different levels (national and in all targeted areas) and with government institutes. Documentation of business cases based on the experiences + advocacy and presentation to others in the country and to the world. SSWP marketing in target areas through radio and other channels. Planning Monitoring Evaluation Reporting (PMER) using SMART Info, Capacity building of the Center and other institutes staff (technical, training, facilitation and management skills, SMART Info software, etc.), Marketing among large potential clients (governments, international NGO’s) that want to mainstream SSWP’s in areas (result: expansion of SSWP mainstreaming to new areas), Mid-term and final evaluation. Development of a membership of the SMART Centre for different parties involved in SSWP initiatives and development of the final entity and organizational structure of the Centre.
47
Regarding the institutional development of SMART Centres the current idea is to develop an international Board for SMART Centres and mainstreaming of SSWP’s in developing countries. Members of the international Board will be international organizations that wish to be involved and wish to enhance the initiative and also benefit from it with their work in developing countries. At country level a SMART Centre will operate within the international franchise framework (formed and managed by an executive team employed and governed by the international Board for SMART Centres) that includes a product portfolio (regularly adapted to changing circumstances), standard manuals for (a) production of the products, (b) provision of affordable finance options to the beneficiaries, (c) creation of awareness, and (d) building capacity, quality control and certification among the described parties for their role in the mainstreaming process. In the same time within the framework (which in each country is adapted to the local circumstances) each SMART Centre is governed by a local Board consisting of members, e.g. local NGO’s, local and national government bodies, companies etc. In addition it may be possible (as is happening in Tanzania) that other NGO’s or institutions develop and implement essential services as well. In that case per targeted intervention area the involved organizations decide together who provides which of the required essential services. In such a context we speak of an integrated collaborating SMART network.
48