STAD IN DE KIJKER
Burgemeester Wim Dries - Genk
DIMENSION
© Studio Dann
“Wij willen geen stad van projecten. De stad zelf is ons project”
22
STAD IN DE KIJKER
Om het huidige Genk te situeren, steekt de burgemeester van wal met een historische uiteenzetting. “Genk is een atypische stad. Ze is niet concentrisch gegroeid vanuit een centrale kern, maar vormt een conglomeraat van diverse wijken, ooit ontstaan in beekvalleien aan de rand van het Kempens plateau. Halfweg de 19de eeuw was die arme landbouwersregio met zijn hoogteverschillen en idyllische omgeving bij de Brusselse bourgeoisie erg in trek als vakantieverblijf. Vandaar onze rijke landschapsschilderkunst, met vertegenwoordigers als Emile Van Doren en Willy Minders. De ontdekking van steenkool in 1901 ontketende hier een economische, sociale, ruimtelijke en landschappelijke dynamiek. De drie mijnzetels Winterslag, Waterschei en Zwartberg in het noorden werden ontwikkeld tot sterk planmatige, kleine steden met alle voorzieningen tuinwijken en andere woningbouw, ziekenhuizen, culturele en sportverenigingen, feestzalen - om de inwoners van wieg tot graf te begeleiden. Zo kwam een hecht sociaal weefsel tot stand dat werd versterkt door het feit dat ‘iedereen in de mijn zwart was’. In de jaren 1950 werd duidelijk dat steenkool een eindig verhaal was en volgde een tweede ontwikkelingsgolf. In het zuiden werden 1.500 hectare industrieterrein ontwikkeld waar zich grote bedrijven als Ford en de voorloper van het inoxbedrijf Aperam vestigden. Daardoor ontstonden ook daar nieuwe woonwijken. Tegelijkertijd maakte men van het ‘dorp’, zoals Genk-Centrum bij heel wat autochtone Genkenaars nog altijd bekend staat, een heuse stadsstrip, die vlot bereikbaar was met de auto via de Europalaan, een Amerikaans geïnspireerde, brede avenue die het centrum in twee snijdt. In 1968 werd hier het allereerste shoppingcenter van België geopend, met toen al parkeergelegenheid op het dak. Intussen zetten de sociale bouwmaatschappijen projecten op in de wijken. Zo zijn we op een heel planmatige manier geëvolueerd tot de meest groene centrumstad van Vlaanderen, waar elke woning op maximaal 1,4 km afstand ligt van minimaal 30 hectare groen.”
De radars van Genk Het behoud van die unieke combinatie van stedelijkheid en landschappelijkheid vormt al sinds de sluiting van de mijnen
in 1988 de rode draad in de uitbouw en het ruimtelijke ordeningsbeleid van de stad. “Na een intensieve denkoefening zijn we gekomen tot het concept van een rasterstad, waarin de verschillende wijken een eigen plek krijgen. Genk is geen stad van projecten, maar vormt zelf een project in constante evolutie. Die visie vullen we in door overal radars te ontwikkelen. Ik denk dan onder meer aan de vernieuwing van het stadscentrum met de renovatie en uitbreiding van het shoppingcenter; aan de C-mine site in Winterslag; aan het THOR Park in Waterschei; aan Kattevennen, de toegangspoort tot het Nationaal Park Hoge Kempen, aan het dienstencentrum Xentro. Andere stadsoverschrijdende radars zijn het ZOL, het Ziekenhuis Oost-Limburg met de hogeschool voor verpleegkunde LiZa, en de welzijnscampus van het OCMW. Op het programma staan onder andere nog LO 2020 in Genk-Zuid met wonen, sport, onderwijs en groen, La Biomista in Zwartberg, de herbestemming van de scholencampus Rega Mundi, de aanpak van de stationsomgeving en diverse mobiliteitsprojecten.” De motoren achter deze radars zijn van uiteenlopende aard: sociale cohesie, wonen, tewerkstelling, mobiliteit, opleiding, de slimme stad. Burgemeester Dries vat ze samen onder de noemer connectiviteit. “Sociale connectiviteit is een must in een stad met 103 nationaliteiten waar 55% van de inwoners van andere origine zijn, een percentage dat oploopt tot 70% als je alleen naar de leeftijdsgroep tot 35 jaar kijkt. Ik denk dat we goed omgaan met die diversiteit. Vorig jaar zijn er bijvoorbeeld twee vergunningen voor nieuwe Turkse moskeeën uitgereikt zonder één bezwaarschrift. Maar we voelen natuurlijk de invloed van internationale gebeurtenissen en evoluties. Vandaar het belang van La Biomista, een cultureel project dat we samen met kunstenaar Koen Vanmechelen gaan realiseren op de site van de oude zoo in Zwartberg. Koen zal daar op een niet-bedreigende en wetenschappelijk onderbouwde manier aantonen dat diversiteit noodzakelijk is voor de cohesie en de ontwikkeling van een samenleving.” “We kampen ook met een grote school- en taalachterstand, een laag gemiddeld inkomen, een hoog werkloosheidspercentage en dito armoedecijfers. Ook dat bedreigt de sociale cohesie. Wij werken daar als stad hard aan, bijvoorbeeld met onze cel tewerkstelling, met de vzw voor jeugdwelzijnswerk Gigos, en met initiatieven voor extra taalcursussen.”
Mikken op een slimme stad Als tweede luikt somt Wim Dries de fysische connectiviteit op, zeg maar de mobiliteit. “Het onderwerp mobiliteit wordt meestal gelinkt aan grote steden zoals Brussel, Parijs of Amsterdam. Maar in Europa zijn er veel meer regio’s zoals de onze, met een relatief hoge densiteit en een specifieke nood aan people movers over korte afstanden. Voor deze regio’s is er behoefte aan ontwrichtende innovatie. Op termijn geloof ik in automatische oplossingen zoals de zelfrijdende auto, » DIMENSION
Wim Dries is een spraakwaterval die nóg sneller denkt dan hij praat. In een maalstroom van oneliners, historische weetjes en vierde industriële revolutie-taal neemt hij ons op sleeptocht doorheen zijn groene rasterstad, tegelijkertijd de derde industriële pool in Vlaanderen, en toont hij ons de verschillende radarprojecten in de wijken. Sociale cohesie, tewerkstelling, wonen en mobiliteit vormen de kernthema’s in zijn betoog.
23
© Stad Genk
STAD IN DE KIJKER
01
maar voor mogelijk geïnteresseerde partijen zijn we te klein om een interessant businessmodel te kunnen ontwikkelen. In afwachting nemen we diverse initiatieven. In 2001 hebben we samen met De Lijn het G-net uitgerold, een netwerk van stadslijnen om de wijken met elkaar te verbinden. Het gaat om een soort derdebetalersregeling waarvoor wij De Lijn een jaarlijkse vergoeding betalen. Overdag functioneert dat prima, maar ’s avonds en wat de verbindingen naar het werk betreft, zitten we nog met lacunes. We leggen verbindingen voor fietsers en voetgangers aan tussen het centrum en een aantal sites. Er lopen open oproepen voor de verdere aanpassing van de Europalaan en voor de Evence Coppéelaan. Als de Spartacusverbinding er komt, krijgen we ook een snelle-tramverbinding naar andere steden en centra. Maar voorlopig blijven we jammer genoeg nog te veel een autostad. Binnen deze fysieke connectiviteit zijn de trage verbindingen, vaak door prachtige natuurgebieden die zich tot binnen het stedelijk gegeven bevinden, erg belangrijk. De stad gebruikt haar natuurlijk landschap om op die manier functionele trage verbindingen op te zetten.”
DIMENSION
Connectiviteit kent voor Wim Dries tot slot een derde luik, het virtuele. “Wij zetten sterk in op de slimme stad. Dat verhaal draait niet om technologie, maar om de verbetering van de levenskwaliteit. We streven naar een betere dienstverlening, bijvoorbeeld via ons balieplein waar fysieke en digitale dienstverlening elkaar aanvullen. In onze radars kiezen we voor het triple helixmodel, een samenwerking tussen overheid, ondernemers en universiteiten. In C-mine zetten we in op creativiteit en innovatie, wat intussen al 25 bedrijven met 300 medewerkers opleverde. Op het THOR Park mikken we op hernieuwbare energie en technologie. Zo verwelkomen we volgend jaar de eerste 250 kenniswerkers van de samenwerkingscluster KULeuven, Imec en VITO in Energyville. Op diezelfde site werkt de T² Campus, een samenwerking met de VDAB, Syntra en het secundair onderwijs, aan de ontwikkeling van nieuwe methodieken rond technologieonderwijs.
24
In Genk-Zuid mikken we voor de herinvulling van de Fordsite op een open manufacturing campus voor de innovatieve maakindustrie.”
Jonge gezinnen behouden en aantrekken Met de tewerkstellingsmogelijkheden wil de stad de brain drain en de vlucht naar goedkopere buurgemeenten tegengaan en jonge tweeverdieners aantrekken. “Ook op het vlak van wonen streven we naar innovatie. Sinds de sluiting van Ford Genk twee jaar geleden hebben we al meer dan 1.000 nieuwe woongelegenheden in heel uiteenlopende typologieën vergund. Omdat we over veel eigen gronden in eigendom beschikken, werken we geregeld met PPS-projecten. We organiseren openbare verkopen met een puntensysteem, waar we gronden 10% onder de schattingswaarde kunnen aanbieden. We onderzoeken nu de mogelijkheid om daarvoor te werken met een minimale inkomensgrens, zodat je ook de mensen bereikt die niet in aanmerking komen voor een sociale woning. Daarnaast analyseren we een systeem van erfpacht om de betaalbaarheid te bevorderen. We overwegen om kavels ter beschikking te stellen tegen een jaarlijkse vergoeding van pakweg 1% van de waarde, zodat een grond van 100.000 euro je per jaar 1.000 euro kost. Tegelijkertijd willen we ontwikkelaars aanzetten tot goedkoper bouwen, zonder in te boeten aan kwaliteit. Als we dan de banken nog kunnen overtuigen om dat voordeel mee te nemen in de berekening van de terugbetalingscapaciteit, scheelt dat toch een slok op een borrel. Voor LO 2020 denken we aan cohousingformules. Maar ontwikkelaars zijn daar niet zo gemakkelijk warm voor te krijgen. Omdat er nog ruim 5.000 onbebouwde kavels aan uitgeruste infrastructuur liggen, bestuderen we tevens de mogelijkheid van een belasting. Alleen wijst de ervaring elders uit dat dit de markt wel even stimuleert, maar dat het effect niet blijvend is.” In het hoofdstuk betaalbaar wonen hoort natuurlijk ook de paragraaf sociaal wonen thuis. Ondanks het hoge aantal so-
STAD IN DE KIJKER
01. Sinds de geslaagde reconversie vormt C-mine de culturele slagader van Genk. Hier versmelten verleden en toekomst. Het industriële erfgoed houdt de herinnering aan het mijnverleden van Winterslag levendig. De karaktervolle oude gebouwen kregen een nieuwe bestemming. Architecten: 51N4E, a2o architecten, Bogdan & Van Broeck Architects, Cops Architecten, A 100% Architecten, studiebureau: Libost-groep. 02. Het atrium, opgebouwd met een structuur van 15 meter hoge ko© Stad Genk
lommen, vormt het hart van de bibliotheek. Openheid, transparantie en
02
ruimtelijk gevoel bepalen de sfeer. Voor de vloerafwerking viel de keuze op parket en natuursteen. ’s Avonds geeft de zachte ledverlichting op de inox-trapleuningen de richting aan. Ontwerpteam Vasconi - Aries - Gedas. 03. Dankzij het ingenieuze ontwerp neemt het appartementencomplex Eendenpoel een minimum aan grondoppervlakte in beslag. Het gebouw is opgevat als een grote paalwoning met centraal een open trappenhal en uitspringende terrassen die uitzicht bieden op de bosrijke omgeving.
© Maarten Thijs
03
04
Ontwerp: VBM architecten, uitvoering Lava architecten. 04. Zicht op een deel van de inkomhal van het stadhuis. Het plafond wordt geaccentueerd door een lijnenspel van licht dat van kleur kan veranderen. Architecte Sarah Olaerts gebruikte de verlichting ook als onderdeel van de signalisatie.
ciale huurwoningen, is er bij de sociale verhuurmaatschappij nog een wachtlijst van meerdere jaren. “Net omdat we een ruim aanbod hebben, trekken we veel mensen aan. Nominaal willen we het aanbod behouden, maar percentsgewijs zal het de komende jaren wel afnemen door toename van het aantal nieuwe private woningen. Daar speelt ook een kwestie van solidariteit, vind ik. Als alle gemeenten in Vlaanderen 9% of 10% sociale woningen zouden hebben, zou het probleem van de wachtlijsten meteen opgelost zijn.”
Genk-Hasselt: partners en concurrenten Ondanks bovenstaande opsomming maakt Wim Dries zich geen begoochelingen: de stadsvlucht zal volgens hem nog wel even aanhouden. “We hebben nu eenmaal te weinig stedelijkheid”, legt hij de vinger op de wonde. “Schrijf nu niet dat ik pleit voor een fusie tussen Genk en Hasselt, hoewel we allebei te klein zijn om groot te zijn, en te groot om klein te zijn. Ik vind wel dat Limburg in zijn geheel meer als een regionaalstedelijk gebied moet worden behandeld.” De relatie met het nabijgelegen Hasselt is niet altijd vanzelfsprekend. De door het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen in 1997 opgelegde regionaalstedelijk RUP dat beide steden samen moesten opmaken, was eigenlijk geprogrammeerd voor 1999 maar kreeg pas in 2014 groen licht. “Wij werken zeer goed samen, onder andere op sociaal vlak, maar soms zijn we ook regelrechte concurrenten. Een twistappel is bijvoorbeeld het hoger onderwijs. In ons beleidsplan is opgenomen dat wij meer hoger onderwijs willen aantrekken, omdat een stad studenten nodig heeft. Maar de universiteit Hasselt » DIMENSION
© Dennis Brebels
“Als je inhoudelijke projecten kunt voorleggen, krijg je veel gedaan. Erfgoed Limburg heeft de afgelopen tien jaar ruim de helft van zijn budget in Genk geïnvesteerd.”
25
STAD IN DE KIJKER
wil alleen onderwijs aanbieden op de campussen in Hasselt en Diepenbeek. Toen onze zorgcampus LiZa van UCLL bij het Ziekenhuis Oost-Limburg de deuren opende, was er wel wat discussie om busverbindingen te kunnen leggen tussen Hasselt, Diepenbeek, ZOL/LiZa, C-mine en Genk-station. Nochtans zijn die verbindingen levensnoodzakelijk als je het regionaalstedelijk gebied optimaal wilt doen functioneren. Uiteindelijk pronken vandaag de logo’s van beide steden op onze onlangs gelanceerde CampusHopper. Het kan dus! Hetzelfde euvel zien we soms op hoger niveau. Via SALK, het strategisch actieplan Limburg in het kwadraat, investeert de Vlaamse overheid 87 miljoen euro in de ontwikkeling van het Thor Park. Tel daarbij de centen voor de komst van de tandem KULeuven/VITO/Imec, en je zit als snel aan 130 miljoen euro. Dat betekent toch dat men op termijn gelooft in de potentie van THOR? Maar een verbinding van de site met de snelle-tramlijn Spartacus werd zelfs niet in overweging genomen omdat die 30 miljoen euro extra zou kosten. Als je dat bedrag ziet ten opzichte van de investering, moet je durven kiezen om volledig voor een ontwikkeling te gaan, waar mobiliteit ook een onderdeel van is.”
De participatieve stad
DIMENSION
Tijd om af te ronden, want de gesprekspartners voor de volgende vergadering wachten al in de gang van het stadhuis. “Wij ontwikkelen geen vastgoed maar radars met een ziel en een dynamiek die aansluiten bij het DNA van de stad”, vat Wim Dries zijn betoog samen. “Dat vergt tijd en er liggen nog heel wat uitdagingen te wachten, zoals mobiliteit, wonen en milieuvervuiling. Maar ik ben ervan overtuigd dat, als we de juiste investeringen blijven doen, we op termijn met een overtuigd bestuursteam en een dito administratie het verschil kunnen maken. Belangrijk is wel dat wij voor een draagvlak blijven zorgen. Participatie en empowerment staan daarom heel hoog in ons vaandel en we worden daar ook geregeld om geroemd. Uiteraard moet je ook geregeld top-down de beslissing nemen om daadwerkelijk keuzes te maken. Ik geloof rotsvast in die spanning. Een sterke overheid moet mensen de ruimte geven om zaken te ontwikkelen, zowel van onder uit door burgers als ook samen. Het zal aan mijn zoon en dochter en met hen aan alle Genkenaars zijn om over x aantal jaar de balans op te maken en te bepalen of we geslaagd zijn in onze ambities.” (Door Colette Demil & Staf Bellens)
26
© Stad Genk
“Sociale connectiviteit is een must in een stad met 103 nationaliteiten waar 55% van de inwoners van andere origine zijn, een percentage dat oploopt tot 70% als je alleen naar de leeftijdsgroep tot 35 jaar kijkt. Ik denk dat we goed omgaan met die diversiteit.”
05
05. Dit kantorencomplex, Mario Botta’s eerste project in België, is een architecturaal baken in Genk. De architectuur met de ronde vormen is een treffend voorbeeld van het werk van de Zwitserse architect die het Italiaanstalige kanton Ticino op de architectuurkaart zette. De gevel van het zeven verdiepingen hoge gebouw is bekleed met 22.000 terracottategels. Voor dit project werkte Botta samen met Buro B dat er meteen zijn werkplek vond.
GENK, RASTERSTAD Zopas publiceerden stad Genk en Public Space in samenwerking met ontwerpbureau BUUR, bureau voor urbanisme, fotograaf Stijn Bollaert en vormgever Sven Beirnaert het boek Genk, Rasterstad. Het boek bundelt talrijke historische prenten, plannen en nieuwe foto’s. Vanuit vijf verschillende invalshoeken wordt belicht waar, hoe en door welke projecten veranderingen concreet werden en in de toekomst worden gemaakt. Verder illustreert het boek het dagelijkse gebruik van de stad door de Genkenaars zelf, aan de hand van een beleving van imaginaire en echte routes door Genk. ‘Genk, Rasterstad’ - Public Space 2015 - 336 pagina’s - ISBN 9789491789090.