STAD IN DE KIJKER
Burgemeester Louis Tobbacki
DIMENSION
© Studio Dann
“Het gloriool van architectuurjury’s kent geen grenzen”
16
STAD IN DE KIJKER
Naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen 2012 noemden Deloitte en Itinera Leuven de meest aangename centrumstad om te wonen. Wat kan een burgemeester die aan zijn vierde ambtstermijn bezig is, zich meer wensen? Louis Tobback: “Het is tegelijkertijd warm en koud. Warm omdat we er mogen van uitgaan dat dit mee te danken is aan het beleid van de afgelopen twintig jaar. Koud omdat de woningprijzen de pan uitswingen en niet meer betaalbaar zijn voor mensen met een gemiddeld inkomen, om over de rest maar te zwijgen. Het is letterlijk en figuurlijk een luxeprobleem.” “De ontwikkeling die Leuven kent, is in de eerste plaats gestoeld op een totaalaanpak. Wat we niet hebben gedaan, is even belangrijk als wat we wel hebben gedaan. We hebben gekozen om geen woonuitbreidingsgebieden aan te snijden. Ons ruimtelijk structuurplan hebben we – blijkbaar tot verbazing van de Vlaamse administratie, waarover ik op mijn beurt dan weer verbaasd sta - gebaseerd op een bevolkingsprognose van 100.000 inwoners, de studenten niet meegeteld. Intussen zijn we voorbijgestoken door de realiteit. We zitten vandaag aan 98.000 inwoners en de universiteit telt 20.000 studenten meer dan in 1995.” “De extra vraag naar studentenhuisvesting krijgen we moeilijk onder controle. Iedereen die de kans ziet om wat geld bij elkaar te schrapen, bouwt zijn huis om tot studentenkoten en gaat zelf elders wonen. Tegen die praktijken maken wij volop pv’s voor bouwovertredingen op. In samenwerking met de universiteit realiseren we complexen voor studentenhuisvesting op plaatsen waar geen woningen staan, zoals in het oude administratiegebouw van AB Inbev aan de Vaartstraat. Momenteel zijn er 3.000 tot 4.000 nieuwe eenheden gepland
op diverse plaatsen in de stad. Zo trachten we de huurprijzen van koten onder controle te houden. In de universiteitsresidenties en de residenties die een akkoord hebben met de universiteit, betaal je dan ook gemiddeld geen 500 euro zoals Het Laatste Nieuws in een bijlage poneerde.”
En de andere huisvesting? “Wat sociale huisvesting betreft, hebben we gekozen om het bestand dat in veel gevallen in slechte staat verkeerde, eerst te renoveren en dan pas over te gaan tot nieuwbouw. Zo hebben we bijvoorbeeld al ruim 62 miljoen euro uitgegeven aan de interne en externe renovatie van Sint-Maartensdal, het gekende ontwerp van Renaat Braem. Daarvoor hebben we de nodige middelen gekregen van de Vlaamse overheid. Maar diezelfde overheid heeft de sector van de sociale huisvesting gedurende tientallen jaren verwaarloosd, waardoor we een fikse achterstand hebben opgelopen op heel wat buurlanden. Op Domus Flandria na, waarmee wel extra middelen werden vrijgemaakt voor bijkomende woongelegenheden, waren er al die jaren hoogstens enkele pleisters op een houten been. Nochtans is de nood aan sociale huurwoningen groot. Sociale koopwoningen daarentegen zijn niet zinvol. Wie zich zo’n woning goedkoop kan aanschaffen, haalt soms de gekste dingen uit om het huis later tegen een veel hogere prijs weer te kunnen verkopen, zoals uit de echt scheiden en nadien opnieuw met elkaar trouwen. Gezien de nood grijpt ook de stad noodgedwongen naar pleisters, zoals onze starterswoningen. We hebben in de regelgeving vastgelegd wie die kan huren, onder andere op basis van leeftijd en inkomen. Na een tijd kunnen ze dan een deel van de huur benutten als voorafbetaling indien ze een woning in Leuven kopen. Maar het aantal van dergelijke woningen is beperkt.” “Van een samenhangend woonbeleid op Vlaams niveau is geen sprake. Vandaag betalen de sociale bouwmaatschappijen plusminus een zogenaamde marktconforme rente, maar mogen ze decretaal slechts een geplafonneerde huurprijs vragen, waarmee ze de lening niet kunnen afbetalen. Logisch dat ze niet geporteerd zijn om nieuw te bouwen. Dus moet Vlaanderen de maatschappijen subsidiëren. Vandaar ook acrobatieën zoals de sociale lasten in het grond- en pandendecreet. Ik heb altijd beweerd dat dit de toets van het Grondwettelijk Hof niet zou overleven, tot wanhoop van mijn eigen ambtenaren die mij defaitistisch noemden. Sociale huisvesting is duidelijk geen prioriteit. Zelfs meer geld voor sociale leningen krijg je uiterst moeilijk los. Dit klinkt misschien zuur, maar de Vlaamse overheid geeft liever 60 miljoen euro uit om Uplace aan te sluiten op de Ring van Brussel, dan aan onteigeningen op basis van gemeenschapsbelang. Die laatste mogelijkheid was nochtans al in de grondwet van 1831 opgenomen. Soms zie je eerder het tegendeel. Mijn voorganger had bijvoorbeeld in 1994 een oude gemeenteschool aan het zogenaamde Conscienceplein gekocht van de Vlaamse overheid en voor enkele » DIMENSION
Louis Tobback kan hard uithalen. Lees er het boekje met citaten van de meester van de oneliner maar eens op na. Toch brengt hij dikwijls meer nuances aan dan we in onze tweettijd beseffen. “Er bestaat geen meetlat om de kwaliteit van architectuur te evalueren”, stelt hij onomwonden. Maar even goed begrijpt hij waarom het gebouw van De Lijn naast het Leuvense treinstation beter geslaagd is dan het Stadskantoor aan de andere zijde van het Martelarenplein. En hoewel ze het geregeld oneens zijn, is hij voormalig Vlaams Bouwmeester Marcel Smets enorm dankbaar voor diens bijdrage aan Leuven. “Marcel is jonger dan ik, maar mocht hij vroeger overlijden, dan laat ik een plein naar hem noemen.”
17
STAD REPORTAGE IN DE KIJKER
woningen een onteigeningsbevoegdheid gevraagd om de hele site voor sociale huisvesting te kunnen gebruiken. Enkele maanden nadat de aankoopprijs van de school was betaald, is die school geklasseerd. In de burgerlijke samenleving zou je dat een vorm van oplichting noemen: degene die je iets verkoopt, heeft de macht om die aankoop achteraf te ontwaarden. Pas nu, ruim 20 jaar later, breekt stilaan de fase aan dat daar effectief gebouwd kan worden.”
Wat is architectuurkwaliteit? Ook los van klassering smeekt iedereen om snellere doorlooptijden.
© IMEC
Louis Tobback: “Dat is inderdaad het andere aspect. Enkele jaren geleden kochten wij quasi tezelfdertijd met Ghelamco allebei een aan elkaar grenzend perceel. Na twee jaar waren de appartementen van Ghelamco af en bewoond. Intussen zijn we nog eens zes jaar later en is ons project van sociale huisvesting daar bijna af. Nochtans hadden wij af te rekenen met precies dezelfde stedenbouwkundige voorschriften
en problemen. Blijkbaar heeft de VMSW, in tegenstelling tot Ghelamco, nog nooit gehoord van intercalaire intresten. Er is altijd nog wel een moeial die zijn zegje moet doen. Pas op, ik vind zeker niet dat een overheid haar zin moet kunnen doen, want dan dreig je binnen de kortste keren in de corruptie verzeild te raken. Maar omgekeerd zie ik ook niet waarom je voor elk gebouw in het kleine Vlaanderen een jaar tijd moet verliezen met het bijeenroepen van een jury die dan aan touwtrekkerij begint te doen in de zin van: ‘Zou je niet beter die ontwerper nemen?’. Een echt gebeurd verhaal. Voor een stadsvernieuwingsproject reageerde een juryvoorzitter ooit als volgt op een projectvoorstel: ‘Je weet toch dat die ontwerper bij ons niet goed ligt?’. Hij had geluk dat ik daar toen niet aanwezig was. Het soort gloriool dat er bij die mensen heerst, kent geen grenzen. Ik heb iets tegen jury’s en tussenpersonen die je geld en tijd doen verliezen en die voor niets en voor niemand verantwoording moeten afleggen. Ik moet dat wel doen, voor de gemeenteraad en voor de kiezer. Je zit daar met, in de juridische zin van het woord, onverantwoordelijke mensen die wel in mijn plaats willen kiezen. Die komedie moet ophouden.”
DIMENSION
18
© IMEC
© A33 architecten.
01
01
02
© CIP
STAD IN REPORTAGE DE KIJKER
03
De vraag is of de vriendjespolitiek van vroeger dan beter was? Louis Tobback: “Vroeger werden op veel plekken de opdrachten inderdaad altijd aan dezelfde architecten toevertrouwd, maar ik kan u verzekeren dat dit sinds 1995 in Leuven niet meer het geval is geweest. De stad heeft zelden of nooit een architect geselecteerd. Toen wij de Philipssite hebben overgenomen van Belinvest, hebben wij bijvoorbeeld ook het architectenteam overgenomen, toen bestaande uit Aldo Rossi en De Gregorio. Daarmee kom ik bij een ander pijnpunt. Marcel Smets en consoorten hebben dat project op zeker ogenblik afgedaan als fascistische architectuur. Maar ik weiger te kiezen op basis van de gustibus coloribusque. Als wij als openbaar bestuur een project moeten beoordelen als wel of geen kwaliteitsarchitectuur, heb ik een meetlat nodig, een canon. Maar Koen Van Synghel en de zijnen zijn niet in staat om mij uit te leggen wat die kwaliteit dan precies inhoudt. Meteen vraag ik mij dan ook af waarom wij al bijna 20 jaar lang jaarlijks een subsidiebedrag toekennen aan de vzw Stad & Architectuur, want blijkbaar is de opvoeding van de bevolking compleet mislukt. Heel wat Leuvenaars, onder wie mijn echtgenote, vinden dat rode gebouw van De Lijn op het Martelarenplein maar niets. Over ons Stadskantoor daarentegen zijn ze enthousiast. Maar de Smetsen en Van Synghels doen het Stadskantoor af als promotorenarchitectuur en praten in superlatieven over het gebouw van De Lijn, want dat is van Manuel de Sola-Morales. Op de duur sta je op de rand van de veronderstelling dat het enige verschil is dat de vriendjes van de vriendjes het hebben mogen ontwerpen. Dat is toch erg vervelend. Zij zitten daar in hun besloten kring, roepen de een of andere originele Oostenrijker of weet ik wie op, en bevruchten elkaar. Inteelt heet dat. Op een dag levert dat lelijke kindjes op. Pas op, ik
weet wel wat zij bedoelen. Meer zelfs, ik ben het er mee eens dat het Stadskantoor promotorenarchitectuur is, en dat het een sterk stuk was van de Sola-Morales om die meccano van De Lijn te doen passen in de parking en dergelijke. Maar mij uitleggen wat de criteria van architectuurkwaliteit zijn, lukt hen niet, terwijl dat toch hun opdracht is.”
Star Trek in Leuven Anderzijds werkt citymarketing zo toch ook. U hebt ook een museum M en een Balk van Beel? Louis Tobback: “Ach, citymarketing is een van de bluffactoren van deze tijd. Pas op, de Balk vind ik erg geslaagd. Het Museum M is een andere kwestie. Net zoals het gebouw van De Lijn is het een zeer knappe oplossing voor wat we daar nodig hadden. Maar toen ik onlangs de toren van de bibliotheek beklom, zag je van daaruit alleen een kubus. Wordt dat in de toekomst een icoon? Sta me toe daar mijn twijfels bij te hebben. Maar ik ben maar een eenvoudige mens, natuurlijk.” “Vandaag is er nogal wat te doen rond de toren van IMEC van Baumschlager-Eberle. De klacht luidt dat die vanuit een »
01. De kantoortoren van IMEC, een ontwerp van Baumschlager & Eberle. 02. Het wooninbreidingsproject Klaverpark van A33 omvat een nieuw autovrij woonerf en een groen binnenhof rond een tot kantoren herbestemde silotoren. Onder de woningen zitten parkings en boxen voor de bewoners. Onder het binnenhof is ruimte voor parkeren van buitenstaanders. 03. Het project Kop van Kessel-Lo staat voor een nieuwe stadswijk vlakbij het treinstation, verspreid over de gebieden Noord, Midden en Zuid. Het geheel omvat kantoren, winkels, appartementen, de stadspleinen Bovenplein en Benedenplein en een ondergrondse parkeergarage met fietsenparking, en legt de verbinding tussen het stadscentrum en Kessel-Lo. De verschillende volumes zijn geplaatst op een twee verdiepingen hoge sokkel en variëren in hoogte en richting. In het gedeelte Midden vinden we aan het Bovenplein het Park Inn hotel met congres- en vergaderruimte. Daarnaast zijn in het gedeelte Zuid de kantoortorens Exos, Stratos en Mesos. Architecten: SeARCH en AR-TE. DIMENSION
“Ik ben geen historicus, maar ik denk dat architectuur vandaag meer dan ooit verweven is met urbanisme, terwijl zij er nog nooit zo ver van af heeft gestaan.”
19
© Ertzberg
© Ertzberg
STAD REPORTAGE IN DE KIJKER
04
05
“Beschouw mijn volgende uitspraak als een vriendelijk bedoelde provocatie: er is in Vlaanderen geen architect nog in staat om een goedkope woning te bouwen.”
DIMENSION
bepaald perspectief letterlijk boven het kasteel van Arenberg hangt. Ik krijg daarvoor de volle laag, terwijl ik die architecten niet heb gekozen. Ik heb de mensen van IMEC gezegd dat ik vond dat er een icoon moest komen dat hun aanwezigheid in de stad zou benadrukken, en dat een toren daarvoor in aanmerking kwam. Maar de jury omvatte mensen van het departement architectuur en stedenbouw, naast mensen van onze dienst met wie ik nooit over het project heb gesproken. Als er visueel een probleem is, had de jury dat toch moeten opmerken in de wedstrijdfase? Nu, toen ik de eerste keer dat beeld zag in de winter – je ziet de toren alleen als er geen bladeren aan de bomen staan – was mijn eerste en dus echte reflex: dat lijkt wel Star Trek. The Force is back. Terwijl ik helemaal geen liefhebber van die serie ben.” “Zelf heb ik één keer een jury voorgezeten, namelijk voor de overkapping van het station hier in Leuven, op vraag van de NMBS. Marcel Smets verdedigde toen het concept van De Smet-Vermeulen. Uiteraard. Pas op, ik zoek daar zeker geen kwaad achter, maar zoals ik daarstraks al zei: de namen tellen. Gelukkig zijn we toen op het nippertje ontsnapt aan Calatrava en hebben we Samyn & Partners kunnen doordrukken. Een schande vind ik dat treinstation in Luik. Puur gigantisme dat er alleen kon komen dankzij de financiële verdeelsleutel tussen de gewesten voor de spoorweginvesteringen.” “Ik ben geen historicus, maar ik denk dat architectuur vandaag meer dan ooit verweven is met urbanisme, terwijl zij er nog nooit zo ver van af heeft gestaan. Gaat men het over 50 of misschien zelfs al over 20 jaar een gelukkige ingreep vinden dat Norman Foster een suikerbrood vlakbij de Big Ben, de Tower en de Tower Bridge heeft geplaatst? Hoe lang duurt het nog voor het in die publiekstrekker in Bilbao binnenregent? Want dat is nog een andere kwestie. De voorstanders van de grote kwaliteitsarchitectuur doen wel eens smalend over Jaspers-Eyers. Ik ben zeker niet met dat bureau ge-
20
trouwd. Hun glazen gebouw voor CERA aan de Brusselsepoort is inderdaad uitpakken. Maar na 25 jaar heeft daar nog wel geen millimeter bewogen. Dan is het mooie Provinciehuis van Sousa Byrne een ander verhaal. Als je een hectare glas plaatst aan de zuidzijde, moet je wel heel zeker zijn dat de zonwering werkt. Of beter nog, je plaatst dat glas gewoon niet. Maar blijkbaar vroeg de originaliteit er hier om. De problemen nadien met de zonwering zijn gekend. En dat was niet alles. Toen ik bij een gedeputeerde langs ging, stonden in diens bureau drie emmers om de gevolgen van waterlekken op te vangen. Nochtans heb ik een professor architectuur een uur lang horen voorlezen uit het rapport van de jury over dat gebouw. Pure poëzie was dat. Nu, van op de Martelarenlaan is het inderdaad een harmonisch opgebouwd geheel. Maar ik weet niet of die eenvormige wand van op de Tiensevest even wonderbaarlijk is.” “Dat doet me denken aan het verhaal van architect Victor Broos, de ontwerper van onder andere het Openbaar Entrepot en de Villa Roma. Toen ik nog schepen was, kwam hij op zekere dag langs voor een dossier. Ik neem geen stagiairs van Sint-Lucas meer aan, hoewel ik zelf een oud-leerling ben, vertelde hij me toen. Waarom niet? In de periode dat hij daar studeerde, moest hij een raam tekenen. Pas de vijfde versie bleek goed. Maar tegenwoordig tekenden ze volgens hem na een studiejaar al een hele stad, en konden ze na vier jaar nog geen raam tekenen. Ik weet niet of dat op waarheid berustte, maar het drukt wel perfect uit wat ik wil zeggen.”
Betaalbaar bouwen: mission impossible? Voor sociale woningen telt alleen de betaalbaarheid en doet de architectuur er niet toe, zei u onlangs. Louis Tobback: “Beschouw mijn volgende uitspraak als een vriendelijk bedoelde provocatie: er is in Vlaanderen geen architect nog in staat om een goedkope woning te bouwen. Toen ik in 1957-1958 begon te werken, kon je met pakweg 85 gemiddelde maandlonen een grote burgerwoning bouwen. Nochtans kwamen daar toen stielmannen aan te pas, want alles werd nog met de hand gemetseld. Auto’s, koelkasten, scheerapparaten en televisies zijn vergeleken met toen spotgoedkoop vandaag, maar een woning bouwen is onbetaalbaar
nano en r2 nano De iDeale oplossing bij kouDebruggen! 04. Op gronden die eigendom waren van brouwerij AB Inbev verrijst de komende jaren de nieuwe stadswijk Tweewaters van ontwikkelaar Ertzberg.
conn insulaetcting ions
De ambities zijn hoog. Het moet een autovrije wijk worden met circa 1.200 woningen, afvalmanagement op wijkniveau, een eigen stadsverwarmingsnet, een smart grid, publieke parkings in de rand, groene oplaadpunten voor elektrische wagens en een groot park.
05. Op Tweewaters komt in de toekomst ook een lage-energiecomplex van Stéphane Beel Architects met 39 erkende assistentiewoningen volgens het woon- en welzijnsconcept. 06. A33, Libost/Grontmij en Ney & partners stonden in voor de heraanleg van het noordelijk deel van de Martelarenlaan, het ontwerp van het verzonken Benedenplein dat Kessel-Lo verbindt met de tunnel onder de sporen, en de brug op de kruising tussen Benedenplein en Martelarenlaan.
geworden. Omdat mensen hogere eisen stellen? Ik ken volop jonge koppels die smachten naar een woning van 150.000 euro en voor wie tierlantijntjes niet hoeven. Neen, een sociale woning bouwen tegen een zindelijke prijs, lukt niet meer. Maar in Museum M moesten de plinten per se in de muur zitten, in een vlak met het pleisterwerk. Dat is inderdaad zo uitgevoerd, met de nodige moeite en tegen een goudprijs, want welke vakman kan dat vandaag nog. Maar waarvoor dienen plinten? Toch als een buffer, een bescherming? Die dan in de muur willen stoppen, dat noem ik kuren waarvoor je van mijn moeder kletsen om de oren had gekregen.” “De betaalbaarheid wordt ook ondergraven door de aanpak van de overheid. In de opleiding vastgoedmakelaar krijgen de aanwezigen mee dat, als alles goed verloopt, een promotor 18% rendement moet hebben op zijn project. Dus: als de overheid woningen bouwt die op de markt 200.000 euro zouden kosten, vertrekt ze met een voorsprong van 36.000 euro, want zij hoeft geen 18% rendement te halen. Maar die voorsprong wordt opgesoupeerd door al die onnozele procedures, de bemoeizucht en het gebrek aan besluitvaardigheid.”
Marmox THErMOBLOCK® r2 nano/100 is bij uitstek geschikt om warmte verliezen aan de muurvoet van een gevel te vermijden. Vermits de vloer en spouwmuurisolatie niet rechtstreeks op elkaar aansluiten biedt tussen voeging van Marmox THErMOBLOCK® r2 nano/100 de perfecte oplossing voor deze bouwknoop. Het combineert immers alle noodzakelijke eigenschappen: • Thermische isolatie met λ’ = 0,047 W/m²K • Druksterkte = 10 N/mm² • Nominale dikte = 10 cm waardoor de overgang MT® metselwerk zich steeds onder en niet boven het latere vloerniveau bevindt, wat mogelijke scheurvorming (bij de overgang van 2 verschillende materialen) in het pleisterwerk vermijdt. • Uitstekend gedrag bij excentrische belastingen • Waterdicht • Voldoet, bij gebruik in de muurvoet in Optie B Basisregel 2, steeds aan én de λwaardeeis, én de rwaardeeis, én de Contactlengteeis.
(nano)polymeer cementmortel dubbel glasvezelnet (nano)polymeerbeton geëxtrudeerd polystyreenschuim dubbel glasvezelnet (nano)polymeer cementmortel
©A33 architecten
(Door Colette Demil & Staf Bellens)
Beste λ -waarde, hoogste druksterkte en waterdicht!
06
www.albintra.be www.marmoxthermoblock.be