@HOME
Luc Vanhout – Architects in Motion
DIMENSION
© Studio Dann
“Architectuur is voor mij onvoorwaardelijk”
06
@HOME
D
at Luc Vanhout doordesemd is van architectuur, mag niet verbazen. Zijn stamboom wortelt in de bouw- en architectuursector. Zijn vader architect Carli Vanhout, telg van een bekende aannemersfamilie, huwde met de oudste dochter van provinciaal architect Jozef Schellekens en runde samen met zijn schoonbroer Paul Schellekens het architectenbureau Atelier Vanhout – Schellekens & Ass. In de jaren 60 stonden zij mee aan de wieg van wat vandaag bekend staat als de Turnhoutse School. “In hun atelier verkenden mijn vader en oom grenzen, en niet alleen die van de architectuur”, aldus Luc Vanhout. “Al in 1974 richtten ze een vennootschap op om hun bureau te organiseren. Daarvoor werden ze nog op het matje geroepen door de Orde. Bij gebrek aan mogelijkheden in eigen land verzekerden ze hun aansprakelijkheid toen al bij Lloyds in Londen”. Het gesprek vindt plaats in het huis dat zijn grootvader Jozef Schellekens in 1936 voor zichzelf ontwierp, de eerste woning in modernistische baksteenarchitectuur in de regio. De dubbelwoning is ondertussen integraal beschermd als monument. Het gebouw werd toen met een scheef oog bekeken en zijn grootvader verdiende het zout op zijn aardappelen niet. Tot hij in 1937, op zijn 28e, werd benoemd tot provinciaal architect van de provincie Antwerpen op voorspraak van zijn voorganger architect Jules Taeymans. In die hoedanigheid tekende hij ondermeer het openluchttheater van het Rivierenhof in Antwerpen, het halfronde strandgebouw van het Zilvermeer in Mol en vele scholen en publieke gebouwen. Na vererving en in overleg met de familie hebben Luc Vanhout en Bart Janssens van Architects in Motion de woning volledig gerestaureerd met respect voor het originele ontwerp en onder het toeziend oog van onroerend erfgoed. De restauratie was onderdeel van Turnhout 2012, cultuurstad van Vlaanderen. Momenteel is de woning het startpunt van de architectuurtocht, georganiseerd door Ar-Tur, Centrum voor architectuur, stedelijkheid en landschap in de Kempen.
Architectuur is een volwassen debat Zelf studeerde Luc Vanhout aan de Academie voor Schone Kunsten in Gent toen die nog een architectuuropleiding herbergde. “Ik was gestart in Antwerpen, waar ik op kot zat bij architect Georges Baines, en kreeg les van mijn ooms Paul Schellekens en Karel Beuten. Die aparte status had meer nadan voordelen. Studeren in de luwte in Gent was dan ook meer aangewezen. Daar kwam ik in contact met architecten als Eric Balliu, Johan Baele, Jo Crepain en Hendrik Hendrickx, stuk voor stuk profs die een echte architectuurdiscussie op gang brachten. Architectuur is voor mij dan ook steeds meer het debat dat niet vrijblijvend of voorwaardelijk kan worden gevoerd. Toen ik een van mijn studiegenoten vroeg wat er hem toe had gebracht architectuur te studeren, antwoordde hij: ‘Ik heb een afweging gemaakt tussen drie beroepen; geneeskunde, rechten en architectuur’. Onbegrijpelijk, vind ik. Architectuur is een roeping, geen keuze. Het wordt pas een beroep zodra de wet van 1939 in het vizier komt.” Na zijn studies startte hij als stagiair in het Atelier Vanhout – Schellekens & Ass. “Ik heb aansluitend het bureau gemoderniseerd, uitgebouwd en klaargemaakt voor de 21e eeuw. Na het vertrek van Paul Schellekens die werd benoemd tot hoogleraar in Antwerpen, en het plotse overlijden van m’n vader in 2000, rees de vraag: wat nu? De tot dan gebruikelijke aanpak van stagiairs die het vak kwamen leren om na enkele jaren een eigen praktijk te starten, beviel me niet. Op die manier zouden we nooit in staat zijn competentie uit te bouwen en moesten we altijd terug van nul beginnen. De huidige cultuur van delen behoorde toen nog niet tot het maatschappelijke vocabulaire. De vraag luidde: hoe kunnen we duurzaam in de tijd onze competenties verder uitbouwen door de krachten te bundelen? Samen met architect Bart Janssens heb ik die idee uitgewerkt. Dat leidde in 2004 tot de oprichting van Architects in Motion, een naam die bewust werd losgemaakt van personen. Bart en ik zijn momenteel de architecten-zaakvoerders/vennoten. Daarnaast hebben we een maatschap met nog eens zes talentvolle senior en junior partners. Alle opdrachten worden in het samenwerkingsverband gebundeld. De partners delen hun kennis en kunde en er is een verregaande vorm van solidariteit. Op die manier ontstaat er een comfortabel kader en worden de creatieve geesten ontdaan van zorgen. Door onze krachten te bundelen, kunnen we ook ondersteunende diensten uitbouwen zoals een secretariaat, een grafisch vormgever en een office manager, waardoor de architecten zich nog meer kunnen wijden aan de essentie van hun passie. Er is altijd iemand van ons aanwezig op nuttige bijeenkomsten zoals congressen, studiedagen en opleidingen. De vergaarde kennis wordt met elkaar gedeeld » DIMENSION
“Ik sta ermee op, ga ermee slapen, adem, eet en drink het”, vat Luc Vanhout (54) zijn relatie met architectuur lapidair samen na afloop van het marathongesprek. “Architectuur is een roeping”, vervolgt hij op de hem typerende, altijd lichtjes uitdagende toon. “Alleen verliezen we soms uit het oog dat architectuur evengoed een metier is dat we moeten uitoefenen binnen een welbepaald kader, dat voorlopig nog dateert uit 1939.”
07
@HOME
01
en verwerkt voor dagelijks gebruik. Tijdens maandelijkse opleidingen wordt het geheel dan nog eens toegelicht aan alle architecten-medewerkers, dus niet alleen aan de partners. In workshops werken we aan de bestekken, de documentatie, de bibliotheek, het computernetwerk, … Verder is onze radar altijd actief. Als senior-ontwerpers zijn we permanent op zoek naar nieuw en jong talent dat maximale kansen krijgt. We trachten te ontdekken waarin onze jonge medewerkers excelleren. Interesse is immers de beste motivatie. Onze deelcultuur zorgt voor de rest. Zelfs een ‘architect-autist’ vindt bij ons een plaats indien hij of zij een toegevoegde waarde heeft voor ons project.”
Geef ons meer Bouwmeesterschap
DIMENSION
Zijn inzet voor het beroep van architect beperkt zich niet tot z’n eigen kantoor. Geregeld mengt hij zich in het bredere debat en tracht hij te wegen op de besluitvorming. “Architecten blijven te dikwijls aan de zijlijn staan uit angst voor repercussies of uit tijdsgebrek. Maar als we over tien jaar nog willen beschikken over een leefbaar en werkbaar kader, moeten we mee de kar willen trekken en standpunten durven innemen. Vandaar dat ik me ondermeer via de beroepsvereniging NAV heb ingezet voor de toekomstige invulling van het Vlaams Bouwmeesterschap toen de Vlaamse Regering de functie in herziening stelde. Ik was betrokken bij de totstandkoming van het tienpuntenvoorstel voor het toekomstig Bouwmeesterschap van NAV, dat uiteindelijk tijdens het stakeholdersdebat door alle betrokkenen positief werd onthaald en dat aansluitend als onderlegger heeft gediend voor de recente beslissing van de Vlaamse Regering. Groot was trouwens onze verwondering toen de regering besliste, in tegenstelling tot de eerdere beleidsverklaring, om het Bouwmeesterschap niét onder te brengen onder het Agentschap Ruimte maar onder het algemeen regeringsbeleid zoals we hadden gesuggereerd. Terecht, want een opdrachtgever, bijvoorbeeld een regering
08
“De verkokering, het gebrek aan samenwerking tussen de agentschappen van de Vlaamse overheid, maakt dat we meer dan de helft van het potentieel niet aanspreken.” of bestuur, moet een beroep kunnen doen op een architect of multidisciplinair team zodat zijn ideeën en ambities kunnen worden vertaald tot maakbare projecten. Aansluitend kunnen die dan in uitvoering worden gebracht door de executieve, in dit geval de agentschappen, en dan liefst transversaal. Meer bouwmeesterschap met een groter mandaat en met een multidisciplinair team is wat mij betreft de enige mogelijkheid om de huidige verkokering te doorbreken. Ondertussen werk ik, samen met een paar enthousiaste en gemotiveerde collega’s, op initiatief en onder toezicht van NAV, aan nog een paar issues die dringend scherp moeten worden gesteld. Enkele voorbeelden. Op een ogenblik dat de erelonen onder enorme druk staan, leidt de bedenkelijke manier waarop veel openbare besturen en zelfs bepaalde particuliere opdrachtgevers wedstrijden of kandidatuurstellingen voor architectuuropdrachten organiseren, tot een globale verarming. Waarop wachten we om zelf het kader te bepalen? De wijze waarop vandaag bouwteams worden samengesteld binnen PPS en DBFM-opdrachten, veroorzaakt een aantasting en uitholling van de verantwoordelijkheid en taak van de architect. Het is toch niet aan een financiële instelling om te bepalen hoe de gebouwen er moeten uitzien waarin onze kinderen morgen onderwijs volgen? In de manier waarop aanbestedingen voor aannemers in de toekomst worden georganiseerd, kan en mag de laagste prijs absoluut niet meer het enige criterium voor de toewijzing zijn. We zijn als architecten goed geplaatst om ook daarin advies te geven. We moeten bruggen kunnen bouwen tussen alle actoren van het werkveld in plaats van de verschillen te accentueren. We hebben elkaar nodig, hoe je het ook draait of keert.”
@HOME
Wat zou Bernini zonder paus Alexander VII geweest zijn? Zijn engagement spreidde hij ook tentoon in zijn eigen stad Turnhout. Met het project Parkstad Turnhout presenteerde hij een decennium geleden een totaalplan voor de regionale ontwikkeling tot over de landsgrens. Met een blauwdruk voor openbaar vervoer, nieuwe inplantingen van stations en parkings en de realisatie van missing links in de infrastructuur werd de basis gelegd voor de totstandkoming van een nieuwe Euregio Turnhout / Hoogstraten / Breda / Tilburg / Eindhoven, met in het centrum Baarle-Hertog / Baarle-Nassau. Twee jaar geleden gooide hij de handdoek in de ring. “Ruim tien jaar heb ik dat kindje gebakerd. Toen ik er mee stopte, moest ik een jaar lang afkicken, zo groot was de adrenaline. Maar als architect kun je alleen ideeën aanbrengen en heb je opdrachtgevers nodig om ze uit te voeren. We zouden nooit de projecten van Bernini en Michelangelo hebben leren kennen zonder de toenmalige pausen en andere opdrachtgevers. Er was een breed draagvlak voor Parkstad Turnhout, maar toen ik eindelijk op een doorbraak hoopte, bleek het idee te zijn verworden tot een onderdeel van een politiek steekspel. Vandaag is de realisatie van een groot project enkel mogelijk voor zover men beschikt over een groot maatschappelijk én een politiek draagvlak. Maar geen nood, binnen een of meerdere decennia pikt een nieuwe generatie de idee misschien wel op.” In Turnhout heeft hij met Architects in Motion wel een prachtig project op stapel staan: de renovatie van de schouwburg in het provinciaal cultureel centrum De Warande. “We breiden het speelvlak uit zodat het geschikt zal zijn voor internationale producties, verhogen de toneeltoren, bouwen een nieuw servicegebouw en versterken de verbinding tussen de diverse onderdelen van het cultuurhuis. Het is een unieke opdracht. Mijn vader was destijds een van de opdrachthoudende architecten voor de bouw van dit eerste cultureel centrum van Vlaanderen. Paul Schellekens zat toen in zijn laatste jaar architectuur aan de Academie in Antwerpen en koos het onderwerp als afstudeerproject. Op die manier werd op academisch niveau nagedacht over de nieuwe typologie en werden de resultaten van dat onderzoek onmiddellijk in de praktijk gezet. Vandaag kunnen we met het team van AIM dit project uitwerken, in samenwerking met Paul Schellekens voor wie dit project zijn carrière zal afsluiten. Daarmee is de cirkel rond.”
02
03
»
01. Gemeentehuis van Meerhout. In het fijnmazige raster van het centrum is een hedendaags dienstencentrum verwerkt. 02. Woning in Dordrecht, Nederland 03 DIMENSION
03. Woning van Jozef Schellekens
09
@HOME
“Ik wil mij vandaag alleen nog omringen met mensen die in staat zijn bruggen te bouwen, in plaats van mijn tijd te spenderen aan discussies over het grote gelijk of aan het managen van ego’s of macht.”
van allerlei slag kunnen hier terecht in ruil voor berichtjes op het gastenboek van het Facebookprofiel van Jozef Schellekens, zodat iedereen kennis kan nemen van hun doortocht. Momenteel wordt de woning bewoond door het collectief B-I-N, een groep van beeldende kunstenaars. Zij waren op zoek naar een locatie in het centrum van Turnhout voor een kunstproject. Wij konden regelen dat ze een leegstaand bedrijfspand van een cliënt ter beschikking kregen, in afwachting van het vervangingsproject waaraan AIM werkt. Intussen
Bauhaus in eer herstellen De uiteenzetting over De Warande voert ons terug naar onze gesprekslocatie, de woning van zijn grootvader. “Eric Antonis, de eerste directeur van De Warande en later schepen van cultuur in Antwerpen, was vroeger kind aan huis bij ons. Toen ik de woning van mijn grootvader had gerestaureerd, verzorgde hij de openingsspeech. ‘Maak er vooral geen statisch museum van’, peperde hij me in. De vraag was: wat dan wel? Intussen is de woning dankzij Architects in Motion aan een tweede leven begonnen. Kunstenaars en creatievelingen
04. Mercedes Benz - Car Assistance Company in Turnhout: nieuwe showroom. Doorheen het gebouw loopt een museumtrap. 05. Cultuurhuis De Warande in Turnhout. Uitbreiding en renovatie van de schouwburg: impressie. 06. Sociaal Huis OCMW in Lier, Dungelhoeff site. De binnenstraat verbindt oud en nieuw.
04
DIMENSION
05
10
04
@HOME
06
schort de Vlaamse Gemeenschap de te betalen vergoeding voor leegstand op, zodat iedereen erbij wint. Ook hebben we in het huis van mijn grootvader de 80 jaar oude architectuurbibliotheek van Architects in Motion ondergebracht. Verder trekken wij ontwerpers en vrijdenkers ons hier terug om, in de traditie van Bauhaus, gezamenlijk en multidisciplinair na te denken over architectuur of te ontwerpen zonder afgeleid te worden door een vervelende Excel-tabel die staat te pop-
uppen van ‘werk met mij, werk met mij’. Iedereen die de woning bezoekt, is onder de indruk van haar sacrale sfeer. Ideaal om out of the box te denken.” (Door Colette Demil & Staf Bellens - Foto’s: Architects in Motion)
www.architectsinmotion.be www.jozefschellekens.be http://b-i-n.be
Architects in Motion
DIMENSION
Naast de architecten-vennoten Bart Janssens en Luc Vanhout heeft Architects in Motion twee senior en vier junior partners. Het bureau telt 35 medewerkers onder wie 28 ontwerpers (architecten, ingenieur-architecten, stedenbouwkundigen, interieurarchitecten, assistent-architecten), goed voor een mix van leeftijden, ervaring en expertise. Daarnaast doet het bureau dagelijks een beroep op een twintigtal voltijdse equivalenten via externe samenwerkingsverbanden met ingenieurs stabiliteit, technische installaties, akoestiek en andere specialisten. Werken in bouwteam is al decennia een gewoonte, zowel voor particuliere als voor overheidsopdrachten. De projecten bestrijken bewust een breed panopticum aan domeinen en typologieën, met nog altijd eengezinswoningen die integraal worden aangepakt, inclusief het interieur en de landschapsarchitectuur. AIM wil op die manier verstarring voorkomen en saaiheid en automatisme doorbreken, en gaat uit van een scheppende wisselwerking tussen typologieën. Het bureau is georganiseerd in werkgroepen die onder leiding staan van een van de partners. De twee vennoten bekommeren zich vooral om de visievorming, de ontwerpen, de regie, het draagvlak en de samenstelling van de multidisciplinaire teams. Ook een kritische bureauomvang vinden ze essentieel om het hoofd te kunnen bieden aan de snelle evolutie van de technologie, wetgeving en de wijzigingen van andere segmenten van het beroep. Voor hun aanpak zweren Bart Janssens en Luc Vanhout bij het kennis- en maatschappelijke rizoommodel van de Franse filosoof Gilles Deleuze en de Franse psychiater Félix Guattari. “Een rizoom, het ondergrondse wortelgestel van een plant, vormt een eindeloze vertakking zonder begin of einde, waaraan je telkens nieuwe in- en uitgangen kunt koppelen en dat geen zwakke punten heeft waar je het met één knip kunt uitschakelen. Dat concept kun je op alles toepassen. Op de uitbouw van een architectenbureau bijvoorbeeld, waar het wegvallen van één partner opgevangen moet kunnen worden door een structuur waarin partners vlot in- en uit- kunnen stappen. Maar evengoed op het ontwerp van een ziekenhuis, waar tussen concept en oplevering al snel tien jaar verloopt, een periode waarin de medische technologie enorm evolueert, zodat je nieuw gebouwde ziekenhuis hopeloos verouderd dreigt te zijn als je daar van bij het ontwerp geen rekening mee houdt.”
11