VMX Architects
1
Home
VMX Home
VMX Architects
2
3
Home
VMX Home
VOORWOORD
Het logische gevolg van onze intenties om vernieuwende architectuur te realiseren is dat je er ook over communiceert. Enkele jaren geleden hebben wij daarom de VMX Agenda gepubliceerd waarin we met geheel open vizier onze ambities en activiteiten beschreven hebben. Het boek is te lezen als een non-fictie roman over de dagelijkse gang van zaken binnen een architectenbureau. We hebben hier veel reacties op gekregen, de meest terugkerende was: “intrigerend om over het proces te lezen, maar hoe zitten de projecten nou precies in elkaar?”. Daarom gaan we in een kleine serie nu onze projecten documenteren. In VMX Home tonen we de door ons gerealiseerde woningbouwprojecten. Wij realiseren ons dat de architect een dienstverlener is, we werken in opdracht, en daarnaast trachten we bij elke opgave (ook ongevraagd) vernieuwingen te bereiken. Doordat woningbouw sterk gerelateerd is aan maatschappelijke ontwikkelingen, met name op politiek en sociaaleconomisch gebied, gaan innovaties in de woningbouw niet snel en niet met grote sprongen. De afgelopen vijftien jaar hebben wij diverse maatschappelijke thema’s in onze projecten geagendeerd: in het T-huis de geïndividualiseerde familie, de behoefte aan starterswoningen in 3up2down, in de Sarphatistraat de woonwensen voor eenpersoonshuishoudens (meer dan 50% in Amsterdam), het gemeenschapsgevoel van de groeiende groep senioren in ons project in Hoogvliet, sociale integratie bij Aziëweg, het wonen in suburbia bij de projecten op IJburg wonen in bedreigde natuurgebieden o.a. in Den Dolder en in het Sodae Huis en de kwaliteiten van de naoorlogse wijk in Hoogvliet en Aziëweg. Kansen voor vernieuwing zoeken we niet alleen in de typologie, maar ook in het omgaan met de context en de materialisering van de gebouwen. Bij al onze projecten proberen we een optimistische uitstraling te realiseren, wat vaak leidt tot markante gebouwen, die zich tevens goed voegen in hun omgeving. Door hun positionering en (non-) materialisering is het T-huis te lezen als de anti-villa en 3up2down als twee landart sculpturen
4
5
VMX Home
INTRODUCTION
in een park. In Hoogvliet wordt gewerkt met de naoorlogse omgeving en de materialisering van de casestudy huizen en het S-Huis profiteert van de afwezigheid van belerende welstandscommissies. Het beton van het Sodae Huis refereert aan keien en bunkers in het landschap, de Noordbuurt aan een rots op een nieuw eiland. De kleur en structuur van de voor Ithaka gemaakte baksteen komt voort uit het opgespoten land waar op gebouwd wordt. VMX Home is door Mevis en van Deursen vormgegeven als een studieboek, met per project een korte toelichting en veel tekeningen en enkele details. Al onze projecten zijn in het verleden vlak na hun oplevering al gefotografeerd door goede architectuurfotografen. Samen met de ontwerpers van het boek hebben we nu de veelbelovende jonge fotokunstenaar Kim Bouvy geselecteerd om de projecten in hun huidige context te documenteren. Ze draait om de projecten heen, gaat erin en toont in enkele gevallen door de ramen van de woningen ook weer de omgeving. Ook Marina de Vries heeft de VMX woningbouwprojecten goed geanalyseerd en daarbij onder meer, beter dan wij het ooit zouden kunnen, beschreven hoe het is om in een VMX Home te wonen. VMX Architects
6
The logical consequence of our determination to make innovative architecture is a desire to communicate that commitment. That is why we published at the end of our first year VMX95 and a few years ago the VMX Agenda in which we openly discussed our ambitions and activities. That VMX Agenda can be read as a non-fiction novel about the everyday routine in an Architects office. It elicited many reactions, the most frequent being: ‘fascinating to read about the process, but what are the projects themselves actually like?’. So now we have decided to document our projects in a short series of books. In VMX Home we present our housing projects. We realise that the architect is a service provider. We are commissioned to do the work we do, but with each commission we try (even without being asked) to do something new and innovative. Because housing is strongly related to social developments, especially on the political and socio-economic front, innovation in residential architecture is slow and gradual. Over the past fifteen years we have addressed various current social themes in our residential projects: in the T-House the individualized family, the need for starter houses in 3up2down, in Sarphatistraat the domestic requirements of one-person households (more than 50% in Amsterdam), the need for a sense of community felt by the growing group of seniors in our Hoogvliet project, social integration in Azieweg, suburban life in our IJburg projects, living in vulnerable nature areas in Den Dolder and the Sodae House, and the qualities of post-war districts in Hoogvliet and Azieweg. Opportunities for innovation are sought not only in typology, but also in the way we deal with the context and the materialisation of the buildings. In all our projects we try to achieve a sense of optimism, which often results in striking buildings that nonetheless blend in well with their surroundings. Thanks to their respective positioning and materialisation (of lack of it), the THouse can be read as an anti-villa and 3up2down as two land art sculptures in a park. In Hoogvliet we worked with the post-
7
VMX Home
CONTENTS
war surroundings, and the materialisation of the case study houses and the S-House profited from the absence of pedantic design review (‘welstand’) committees. The concrete of Sodae House alludes to boulders and bunkers found in the landscape, the Noordbuurt to a rock on a new island. The colour and structure of the bricks produced for Ithaka were inspired by the light coloured sandy soil on which the project was built. VMX Home has been designed by Mevis & van Deursen as a studybook, in which each project is represented with a short description, a lot of drawings and a few details. All our projects were photographed shortly after completion by renowned architectural photographers. Now, together with the designers of the book, we have chosen the promising young photographic artist Kim Bouvy to document the projects in their actual context. She walks around the projects, goes inside and in some cases shows the surroundings through the windows of the dwellings. Marina de Vries has analysed the VMX housing projects and also described, better than we could ever do, what it is like to live in a VMX Home.
5
VOORWOORD VMX ARCHITECTS
7
INTRODUCTION VMX ARCHITECTS
11
HUIZEN OM VAN TE HOUDEN MARINA DE VRIES
27
HOUSES TO BE LOVED MARINA DE VRIES
VMX Architects
41 43 61 75 95 113 133 153 167 185 205 225 243 255 269 291 303
PROJECTEN/PROJECTS 3UP2DOWN T-House Sarphatistraat IJ23 Vleuterweide Hoogvliet S-House W-House Embassy Residence Noordbuurt SODAE House Azieweg Dolderse Hille Ithaka Purmerend HM-House
8
9
VMX Home
Marina de Vries
MODERNE HUIZEN OM VAN TE HOUDEN Toveren met ruimte en landschap
Wij willen allesbehalve een saai rijtjeshuis! Geluk, zo leert de populaire schrijver en filosoof Alain de Botton, zit in een klein hoekje. In de zon, die door “royale vensters op de begane grond naar binnen spoelt.” In de lege, smalle kamer die dankzij een dakraam met zicht op de wolken ruimte biedt “voor het uitbroeden van verkwikkende gedachten.” Uit alle vertrekken van het rijtjeshuis dat De Botton beschrijft spreekt geluk en dat is volgens hem ‘voor een belangrijk deel toe te schrijven aan architectuur.’ (1) De Botton is opgegroeid in een jaren zestig bungalow in Zwitserland, een huis van het modernistische soort, strak, ruim en licht. Hij koestert nog altijd zoete herinneringen aan zijn ouderlijke woning. Het heeft, zei hij in een door hem gemaakte architectuurdocumentaire voor de BBC, zijn leven bepaalt. Kan dat? Domweg gelukkig zijn in een moderne woning? De vraag is weer actueel, nu Nederland in de ban is van neotraditionalistische woningbouw. Maar eigenlijk is de vraag nooit weggeweest. Vastgoedonderneming Bouwfonds meldde in 2004 dat Nederlanders het liefst wonen ‘in een saai rijtjeshuis’ en niet houden van moderne architectuur. (2) In 2006 komt NRC-criticus Bernard Hulsman in zijn column ‘Ik kan niet van moderne huizen houden’ (3) na vijf jaar wonen tot de triest stemmende conclusie dat zijn door de Luxemburgse architect Rob Krier ontworpen nieuwbouwhuis niet één detail heeft om van te houden. Zelf verhuisde ik bijna vier jaar geleden van een negentiendeeeuwse etage in de Amsterdamse Pijp naar een in alle opzichten ‘moderne’ woning op IJburg – nieuwbouw van het strakke, modernistische soort. Na een eerdere ervaring met nieuwbouw uit de late jaren zeventig had ik net als veel andere Nederlanders gedacht nooit meer oud (lees: karaktervol) te willen verruilen voor nieuw (lees: karakterloos). Desondanks hapten we direct toe toen de door architectenbureau VMX ontworpen huizen op IJburg in de verkoop gingen. ‘Woningen als een denimmaatpak, met bijzondere details’, beloofden verkoopsite en folder. Als voormalig architectuurcriticus van dagblad Het Parool
10
11
VMX Home
Marina de Vries
Moderne Huizen Om Van Te Houden
kende ik het werk van VMX van twee eerdere projecten in Amsterdam: de tijdelijke fietsenstalling ten westen van het Centraal Station (Fietsenhotel, 2001) die met zijn schuin oplopende bordessen van zoiets doodgewoons als fietsenstallen een belevenis maakt en de oorspronkelijk voor gastdocenten van de Universiteit van Amsterdam bedoelde woningen in de Sarphatistraat (2003), stoere huizen met zwartschitterende basalt panelen en op de gevel gelijmde, grijsgroene telescoopramen. Beide projecten spraken in hun uitgesproken eigentijdsheid, zowel qua esthetiek als qua gebruik, zo tot de verbeelding dat we met dit architectenbureau het nieuwbouwavontuur aan wilden gaan. En ja, nu zijn wij al vier jaar domweg gelukkig in onze moderne woning (IJburg 23, 2005) (4) en houden we van de talrijke details, die het dagelijks leven bijzonder maken: de plat in de gevel aangebrachte raampartijen met hun donkere aluminium omlijsting waarachter de wereld zich voordoet als een voortdurend veranderend schilderij, de lichtinval die op elke verdieping anders is, de geraffineerde plattegrond waardoor elke ruimte zijn eigen karakter heeft gekregen, de voor een stad grootse luxe van een (verhoogd) terras voor en een tuintje achter.
heeft Murphy in zijn jeugd een oneindige liefde opgevat voor het courtyardhuis, waarin een levendige interactie bestaat tussen binnen en buiten. Alle particuliere huizen en woonblokken zijn op een of andere manier op dit type te herleiden. Daarbij worden architecten door de eeuwen heen juist herinnerd vanwege hun woonhuizen. Villa Savoye (1931, Le Corbusier), Casa Malaparte (1937, Adalberto Libera), het Farnsworthhuis (1951, Mies van der Rohe) en, recenter, het Maison à Bordeaux (1998, Rem Koolhaas) inspireren generaties architecten en trekken tot op de dag van vandaag hordes cultuurtoeristen.
Wie in de annalen van de geschiedenis wil worden bijgeschreven, ontwerpt huizen Wat ik destijds niet wist, is dat het bureau VMX Architects (5) van de partners Don Murphy (1965, architectonisch ontwerp) en Leon Teunissen (1965, management projecten en kantoor) houdt van huizen. ‘Het zijn liefhebbers’, beamen de bewoners van het S-Huis. Het bureau heeft een gevarieerde opdrachtenportefeuille, met naast woningbouw scholen, (psychiatrische) ziekenhuizen, kantoren, ouderenhuisvesting en ontwerpen voor een vliegtuigterminal, ambassade, hotel en bibliotheek. Een derde van de opdrachtenportefeuille bestaat uit woningbouw. Van alle gebouwen is het woonhuis een van de puurste, meest gecondenseerde vormen van architectonische expressie. Zelf
Wie in de annalen van de geschiedenis bijgeschreven wil worden, ontwerpt huizen. Elk huis of woonblok van VMX is uniek, speciaal gemaakt voor zijn plek en voor zijn functie. Desondanks is een VMX direct herkenbaar: aan zijn stoere en eenduidige vorm, aan zijn eigenzinnige en eigentijdse materiaal- en kleurgebruik. Hoewel de ‘basics’ – de huizen – over het algemeen minder kleurrijk zijn dan de ‘specials’ – de kantoren en scholen – is ook bij de huizen het kleur- en materiaalgebruik opmerkelijk. Gele, keramische tegels voor een particuliere woning in een welstandsvrij gebied (S-Huis) (6) , felgroene of fuchsiakleurige, rondslingerende glazen banden bij ouderenwoningen (Hoog-vliet en Aziëweg), helderblauw polyesterbeton met ingestrooide glasscherven voor starterswoningen (KCN-woningen), baksteen met ingebakken schimmel voor de rotsachtige huizen van de Noordbuurt, (7) patioblokken voor het W-Huis en spuitbeton voor de ietwat nurkse en brutale diamant die Murphy voor zichzelf en zijn gezin heeft gebouwd (SODAE-Huis). Kleur en materiaalgebruik geven de huizen een chique, stralende en unieke identiteit, al naar gelang de opgave en de locatie optimistisch en licht dan wel stoer en rotsachtig, extravert of introvert. Naast opmerkelijk materiaalgebruik, onderscheiden de huizen van VMX zich door opmerkelijke ramen. Die zijn recht, rond,
12
13
VMX Home
Marina de Vries
Moderne Huizen Om Van Te Houden
schuin of ovaal en altijd groots en meeslepend. Vaak zijn de ramen afkomstig uit de dynamische auto-industrie, zoals de twee verdieping hoge garagedeuren bij de woningen van Steigereiland-Noord (Noordbuurt, 2009) en de ovalen ramen van de Sarphatistraatwoningen. Die voorkeur verraadt de liefde van VMX voor de jaren twintig en dertig, een tijd van optimisme, vooruitgangsgeloof, technocratie, innovatie en (auto)mobiliteit. Innovatie, zowel in materialisatie als in typologie, is voor VMX cruciaal. Aan standaard oplossingen en saaie rijtjeshuizen heeft het bureau een broertje dood. Maar waar grote architecten van nu (Jean Nouvel) (8) en van vroeger (Le Corbusier) (9) nog wel eens wordt verweten door te slaan in hun behoefte aan originaliteit en vernieuwing en de mensen uit het oog te verliezen, staat bij VMX leefbaarheid voorop. (10) Don Murphy denkt graag na over leef- en woonkwesties. In het algemeen komt zijn visie hierop neer. In de afgelopen decennia is onze leefstijl drastisch veranderd. Waar mensen in de eerste helft van de vorige eeuw veelal buiten op het land werkten en hun schaarse tijd thuis wilden doorbrengen in een rustige, van de buitenwereld afgekeerde ruimte, werken mensen tegenwoordig vaker thuis. Ook de vrije tijd is drastisch toegenomen. Die wordt niet altijd gespendeerd aan vakantie. Een huis is in toenemende mate de plek om je vrije tijd te vieren. De opmerkelijke, uitbundige raampartijen symboliseren een wereld van vrije tijd, vrijheid en plezier. Ze bieden een filmisch uitzicht op de buitenwereld (Sarphatistraat), een spectaculair podium aan licht- en wolkenspel en maken van stad, straat of natuur een vrolijk makend schouwspel. Niet alleen voor de bewoners van de suburbane Vinex-wijk IJburg maar ook voor de ouderen in Schalkwijk, niet alleen voor de inwonende psychiatrische patiënten van het ronde paviljoen Eikenboom (2003), met elk een eigen uitzicht op het bos, maar ook voor Murphy zelf. Zijn zelfontworpen woonhuis in het polderlandschap van Amstelveen (SODAE-Huis) is met zijn schuine, manshoge, plat op het beton aangebrachte raampartij gebouwd voor het uit-
zicht: ingeklemd tussen idyllische weilanden, de grootstedelijke skyline van de Zuidas en het vliegverkeer van Schiphol.
14
15
Een huis is een portret van de bewoner De woonhuizen van VMX worden doorgaans aangeduid met de 1e letter van de achternaam van de opdrachtgevers. Inmiddels is een zestal huizen gerealiseerd: het T-Huis in Heerlen (1997), het B-Huis in Den Bosch (2000), het S-Huis in Amsterdam (2006), het W-Huis in Amsterdam (2007), het SODAE-Huis (2009) en het HM-Huis (in aanbouw) in Amstelveen. Elk huis weerspiegelt de leefwijze, de woonrituelen en de behoeften van de particuliere opdrachtgever. Elk ontwerp gaat gepaard met een intensieve werkrelatie. Materialisering komt op de tweede plaats. Voorop staat het woonconcept. Zo is het T-Huis speciaal gemaakt voor een ouder, werkend echtpaar. VMX was bij deze opgave gefascineerd door het vraagstuk van de uitgewaaierde familie. Murphy: ‘Mijn ouders gingen ’s zondags op de thee bij hun ouders, en keerden vervolgens terug naar huis. Tegenwoordig wonen de kinderen zo ver weg, dat ze meteen een paar dagen blijven logeren.’ Hoe ontwerp je een huis, dat aan beide partijen ruimte en privacy biedt? Door twee, of eigenlijk drie, huizen ineen te maken – een werkruimte met eigen ingang op -1, een loftachtige verdieping op de begane grond en een minigastenhuis met eigen voordeur op de eerste verdieping. Het S-Huis is gemaakt voor een jong echtpaar met twee kleine kinderen. Op bezoek in het voormalige arbeidershuisje van de opdrachtgevers ontdekte VMX dat het gezinsleven zich voornamelijk in de tuin afspeelde. Hoe geven we de heer des huizes een plek in de zon, terwijl de noordwestoriëntatie van de ingelote kavel op IJburg nauwelijks soelaas biedt, was de cruciale vraag? Een radicaal concept bracht uitkomst. Het S-Huis is een kruising tussen een herenhuis met hoog opgetrokken gevel en een patiowoning op zijn kop. Voor de multifunctionele verdieping op de begane grond – een
VMX Home
Marina de Vries
flexibele ruimte die in meerdere huizen terugkeert en naar eigen behoefte ingevuld kan worden, als kinderspeelplek, bioscoop of mini-appartement voor logés – staat de eigen, voormalige kelder van Murphy model. Nogal eens put hij uit zijn woonervaring aan de Hogeweg in de Amsterdamse Watergraafsmeer, zoals bij Herman Hertzberger (1932) (11) de herinnering aan zijn middelbare schoolgebouw aan de basis stond van zijn revolutionaire kantoorontwerp voor Centraal Beheer in Apeldoorn en van zijn baanbrekende scholen. (12)
Meer halen uit schijnbare beperkingen Nogal eens gaat VMX om het optimale uit een plek te halen creatief om met bestemmingsplannen, regels en voorschriften. Murphy: “Van Henry Ciriani, mijn leermeester op het Berlage Instituut, heb ik geleerd dat je als architect meer moet halen uit een bestaande situatie: meer ruimte en ruimtelijkheid, meer openbare ruimte, meer dan de beperkingen van een kavel op het eerste gezicht mogelijk maken.” Ingeval van het gele huis moest 80% van de gevel aan de rooilijn komen, waardoor een terras of balkon onmogelijk leken. Door de 20% openheid te benutten voor een verticale patio op hoogte, is een karakteristiek en prettig huis ontstaan, met een gigantisch privéterras dat vanaf de straat totale privacy biedt, terwijl binnen het straatleven hoorbaar en zichtbaar is. Bij het W-Huis moest 30% van de straatgevel transparant zijn en moest op eigen terrein worden geparkeerd. Terwijl bij de meeste huizen de oplossing is gevonden in een open patio met parkeerplaats, heeft VMX bij het W-huis de hele straatwand met oog op de privacybehoefte van de bewoners ‘transparant’ en openklapbaar gemaakt, met een groots resultaat. Terwijl het leven zich vanachter de transparante gevel aan beide zijden voordoet als een Indonesisch Wajangspel, is achter de gevel een zee van privébuitenruimte ontstaan: ‘Het is echt onze voortuin’, zegt de bewoonster trots, ‘en niet parkeerruimte die voelt als straat’. Ook met Murphy’s eigen huis heeft het bureau gemorreld aan de grenzen van het bestemmingsplan. Daarin was een verplichte afschuining voorgeschreven, die zou moeten leiden tot een huis met traditioneel Hollands puntdak. Maar VMX bedacht vier schuine zijden, waarmee zowel aan de eisen van het bestemmingsplan werd voldaan, als een hypermodern object in het polderlandschap is ontstaan.
Bij VMX is het belangrijker om gebruik te maken van de eigen, beproefde woonervaring, dan van theorieën en plaatjes uit koffietafelboeken. Op de vraag ‘wie is de VMX-bewoner’ is het antwoord ‘de VMX-architect’. ‘Of het nu een penthouse is of een appartement, wij willen dat onze architecten zich in de situatie verplaatsen alsof ze er zelf wonen. De oplossing ligt in jezelf.’ De stap van het ontwerpen van andermans huis naar het ontwerpen van een huis voor een van de partners zelf, was dan ook niet reuze groot. De eisen van de architect, van zijn vrouw en tienerkinderen liggen in het verlengde van de eisen van andere particuliere opdrachtgevers: een huis met geweldig uitzicht onder het principe ‘zien maar niet gezien worden’ – waardoor het wonen met spectaculaire, schuine ramen op de eerste verdieping is gesitueerd. (13) De slaapkamers vanwege geborgenheid op de aan drie kanten gesloten begane grond, ontspanningsfuncties als een bioscoop en bibliotheek in de kelder. Om ouders en kinderen voldoende privacy te gunnen, hebben beide partijen hun eigen entree en hun eigen route, die de vertrekken aaneenrijgt. In de 2-in-1 badkamer deelt het gezin, indien gewenst, ochtend- en avondrituelen. Waarin het huis wel verschilt van ‘een gewone opdrachtgever’ zijn het radicalere concept, de brutalere, met het landschap overeenstemmende materialisering en de ver doorgevoerde details zoals de zware, in de gevel opgenomen, elektrisch openschuivende voordeur. Niet voor niets is het huis van de architect ook een visitekaartje van het bureau.
16
Moderne Huizen Om Van Te Houden
Alle huizen van VMX zijn buitengewoon zorgvuldig op hun plek gezet, waarbij het kavel maximaal is benut en binnen- en buitenwereld onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Net als het
17
VMX Home
Marina de Vries
eigen huis van de architect is het B-Huis in Den Bosch voor het uitzicht gemaakt. In feite is het een renovatie, van een onopvallend jaren zestig huis, door de bewoner gekocht vanwege de fantastische plek: aan drie kanten omringd door bosschages, overlopend in een stadspark. VMX overtuigde de bewoner ervan om het goede van het huis te behouden en de bestaande serre aan de noordkant te vervangen door een serre rondom, met grootse, gelijmde glasvlakken. Dat levert van binnen adembenemend uitzicht op het park terwijl binnen de oude woonvertrekken in de nieuwe serre overvloeien, met een spectaculair woonlandschap als gevolg. Terwijl de gevels zorgen voor intimiteit en geborgenheid, gaat daarachter van S en W tot SODAE en HM een onvermoede ruimtelijkheid schuil. Het woonlandschap van het W-Huis strekt zich in de vorm van een split-level uit over de hele breedte en lengte van de kavel. Glazen schuifwanden aan weerszijden van het huis zorgen voor een weergaloze versmelting van binnen en buiten. Ook achter de gevel van het S-Huis schuilt een totaal transparante woonverdieping met verschillende hoogtes. Een zwevend ‘woonnest’ biedt geborgenheid in de avond. ‘De variatie aan ruimtes waar het gezinsleven zich kan afspelen, geeft mij een groot gevoel van vrijheid,’ zegt de bewoonster van het S-Huis.
starters- en seniorenwoningen in Purmerend, koopwoningen Dolderse Hille in Den Dolder en een wozoco (woonzorgcomplex) in Naaldwijk. Voordat het ontwerpen begint, besteedt het bureau veel tijd aan onderzoek: naar de geschiedenis en de karakteristieken van de locatie, naar de typologie van het gebouw, naar algemene en specifieke woon- en leefomstandigheden. Om tot een eigen oplossing te komen, moet eerst de kern van de opgave worden doorgrond. Weer is de relatie met de opdrachtgever intensief. VMX zet de toon met ambitie en energie, om de plannen daadwerkelijk te realiseren zijn energieke en ambitieuze opdrachtgevers nodig die weten wat ze willen. Net als bij de particuliere huizen, stoelt het concept van de woonblokken voor een deel op eigen ervaring. De vrienden die in hun nieuwbouwhuis in het Amsterdamse Borneo/Sporenburg onmiddellijk alle tussenmuren en deuren eruit sloopten om grotere, multifunctionele ruimtes te creëren, droegen indirect bij aan de open woningen van de Sarphatistraat. Die kregen twee aansluitpunten, om de keuken en de badkamer naar eigen inzicht in de ruimte te plaatsen. Voor de ouderen in Hoogvliet is eenzaamheid het grootste gevaar. Murphy: ‘Mensen maken de meeste vrienden via de kinderen. Bij deze ouderen zijn de kinderen de deur uit. Hoe voorkom je dat mensen vereenzamen? In de Watergraafsmeer hadden we een bank op straat, waar we ’s middags thee dronken of een glaasje wijn. Voordat we het wisten, trof de buurt zich rond die bank.’ En dus heeft VMX de galerij van de laagbouw gecombineerd met privébuitenruimte, waardoor weidse straten voor ontmoeting ontstaan. Om ook met de buren aan de overkant een praatje te kunnen maken, zijn de verschillende galerijstraten van het complex met spectaculaire, glazen loopbruggen verbonden.
Met huizen bijdragen aan een gemeenschapsgevoel Ook de woonblokken van VMX zijn allemaal anders, zorgvuldig op hun plek gezet en op maat gemaakt: de startersappartementen en gehandicaptenwoningen 3up2down in Den Bosch (1999), de koopappartementen aan de Sarphatistraat in Amsterdam (2002), koopwoningcomplex IJburg 23 (Amsterdam, 2005), de KCN starterswoningen (Leidsche Rijn, 2006), de ouderenwoningen in Hoogvliet (Rotterdam, 2007) en de luxe huurappartementen in de Noordbuurt (IJburg, Amsterdam, 2009). Een vijftal wooncomplexen is in aanbouw: Aziëweg met een combinatie van koopwoningen, ouderenwoningen en verzorgingshuizen in het Haarlemse Schalkwijk, koopwooncomplex Ithaka in Almere,
18
Moderne Huizen Om Van Te Houden
Om de ouderen van Hoogvliet te betrekken bij de voor hen bedachte oplossing zijn 1:1 maquettes gebouwd. Bij woonproject
19
VMX Home
Marina de Vries
Ithaka in Almere, een gezamenlijke onderneming van Edwin Oostmeijer en Van Bekkum ontwikkelaars met VMX, gaat de inspraak verder. In Almere was grote behoefte aan een vorm van gemeenschappelijkheid, ontdekte VMX. Om te kijken welke vorm het best aansluit bij de verwachtingen, is met een groep potentiële bewoners een reis georganiseerd naar drie klassieke projecten in binnen- en buitenland. De voorkeur van de bewoners heeft mede geleid tot het hoefijzervormige woonblok met een grote variëteit aan woningen rond een gemeenschappelijk park met wilde grassen, vijvers en een zwembad. Huizen rond een landschap, een diversiteit aan woningen voor zowel de student als de notaris, dat is kwaliteit, vindt VMX. Het voor een prijsvraag bedoelde project is als winnaar uit de bus gekomen en wordt inmiddels gebouwd.
De onorthodoxe, met instemming van de bewoners gekozen materialen – felgroen glas voor de galerijen, geperforeerd aluminium om de zon te weren en een speciale lichtinval te creëren – zorgen ervoor dat het complex ook op een grijze, Hollandse dag de uitstraling heeft van een vakantieparadijs, een oase in een Vogelaarbuurt.
Om ook voor de woonblokken het optimale uit de situatie te halen, rekt VMX steevast de grenzen op. Een fraai staaltje van out of the box -denken heeft geleid tot de weldadige enclave van sociale huurwoningen voor ouderen in Hoogvliet. Hier moest het verouderde, naoorlogse wooncomplex volgens het stedenbouwkundige plan plaatsmaken voor laagbouw rond een hofje, met parkeerplaatsen voor de deur. “Natuurlijk zijn er elementen uit de naoorlogse periode die om diverse redenen niet werken, maar wij willen de kwaliteiten van de naoorlogse stedenbouw en architectuur graag behouden: de grote terrassen, het groen, het licht en de ruimte. Bovendien: mensen willen helemaal niet aan een parkeerplaats wonen.” Met oog op continuïteit besloot VMX om voort te borduren op de genetica van het gesloopte gebouw. Door het hofje om te zetten in strokenbouw om en om meanderend rond compacte, autovrije, binnentuinen en groene auto-oprijlanen lukte het om de bestaande zichtlijnen, de bomen en de groenstructuur te behouden. De auto’s worden verspreid geparkeerd: zowel in het hart van het gebouw als in drive-in woningen, wat, wederom, aanleiding heeft gegeven tot een diversiteit aan woningtypen.
20
Moderne Huizen Om Van Te Houden
Voor de Noordbuurt in IJburg heeft VMX zich, gesterkt door de opdrachtgever, als een Houdini van de opgave gekweten. De stedenbouwkundige opzet schreef een gesloten bouwblok voor met een compleet vlakke rooilijn, zelfs aan de kade, waardoor elke vorm van buitenruimte onmogelijk was. Terwijl mensen naar de stellige overtuiging van het bureau juist naar het suburbane IJburg verhuizen om in de zon te kunnen zitten, uitzicht te hebben en de auto voor de deur te zetten. (14) Daarbij moesten alle woningen, ook aan de donkere noordkant, volgens de voorschriften op de straat zijn gericht. Maar het uit de stedenbouw van Berlage afkomstige bouwblok heeft zo zijn nadelen, vindt VMX. Hoekwoningen komen er per definitie bekaaid vanaf. En bewoners identificeren zich niet met de straat, maar met het blok – daar speelt het gemeenschappelijke leven zich af. Als oplossing vond het bureau een eigen blok uit: een combinatie van gesloten bouwblok en CIAM-strokenbouw. Dat driehoekige blok voegt zich rond een gezamenlijke binnenhof en maakt het mogelijk om alle woningen evenredig te laten profiteren van zon, licht en uitzicht. Door de woningen aan de kade omhoog schuivende garagedeuren te geven, verandert de achtergelegen serre met een druk op de knop in een beschutte buitenruimte, tussen privé en openbaar. Daar vindt bij mooi weer de barbecue plaats, spelen de kinderen, treft de buurt elkaar, met als gevolg een kade vol levendigheid en plezier. Meer dan met de individuele woningen creëert VMX met de woonblokken een reeks aan ruimtes, om de blokken te verankeren aan de openbare ruimte. Nogal eens ontstaan daarbij nieu-
21
VMX Home
Marina de Vries
we collectieve zones tussen publiek en openbaar, waar het gemeenschapsleven kan bloeien. Ook in de wozoco in Purmerend heeft VMX een eigen oplossing gezocht voor het ordenen van de huizen en voor het parkeren – op het dak van de laagbouw – waardoor een royale, collectieve binnentuin mogelijk wordt. Maar soms is de opgave totaal anders. Dan gaat het juist om privacy, zoals bij de startershuurwoningen 3up2down in Den Bosch. Murphy: “We stelden ons voor dat de jongeren die hier wonen vijf tot tien jaar hedonistisch willen leven en helemaal geen contact willen met de buren.” De voordeuren van de woningen aan de galerij, die zowel de eerste als de tweede verdieping ontsluit en zo verspilling van kostbare gangruimte voorkomt, geven hun geheimen nauwelijks prijs. Het leven ligt daarachter, met uitzicht en subtiele details, als een in het balkon geïntegreerde bierkratkast. Net als bij de privéwoningen speelt VMX achter de woonblokgevel, van openbare gang tot privébadkamer en woonvertrekken, een subtiel spel met ruimtelijkheid, met verspringende verdiepingshoogten en een dankzij de bijzondere plaatsing van de ramen fraaie lichtinval. Vaak is ook hier een flexibele ruimte aanwezig, een serre, die ook als pianokamer of werkkamer kan dienen. Feestelijke raampartijen zorgen voor adembenemend uitzicht. VMX maakt van alledaags wonen een belevenis, van de woning een plek om trots op te zijn en van het woonblok een stimulans voor gemeenschapsvorming en levendigheid.
Door huizen te bouwen waar zowel het privéleven als het gemeenschappelijk leven zich op meerdere manieren kunnen ontwikkelen en waaraan mensen zich kunnen hechten draagt VMX zijn steentje bij aan een duurzame toekomst. “Het is onze grootste wens dat mensen dertig jaar in hun huis blijven wonen, dat ze liefde hebben voor hun gebouw en er zorgvuldig mee omgaan.” Met buiten als logisch verlengstuk van binnen wordt de behoefte aan meer ruimte daarbij vanzelf opgelost. Met uitzicht op de wolken, ontstaat ruimte in het hoofd. De aandacht voor details zorgt bovendien behalve voor gebruikersgemak ook voor een portie broodnodige, dagelijkse schoonheid. Door de binnentuin in Hoogvliet net iets hoger te leggen dan de huizen op de begane grond, genieten de aan huis gekluisterde ouderen vanuit hun woonkamer optimaal van het groen. Door de met een minimaal budget gebouwde 3up2down starterswoningen in Den Bosch een spectaculaire, kolomvrije galerij te geven, wordt thuiskomen een enerverende ervaring. Moeiteloos noemen de particuliere opdrachtgevers de bijzondere details van hun huizen op: de dikke, gele omlijsting van het patiogat, waardoor je binnen ziet dat je in een geel huis woont; het krankzinnig grote raam achter, waardoor je de hele lucht kunt zien; (15) de betonnen trap in de woonkamer met de lichtkoepel erboven; de patioblokken waar het licht zo mooi doorheen valt. Geluk zit inderdaad in een klein hoekje. En ja, VMX kan het: moderne huizen maken om tot in lengte van dagen van te houden.
“W ij willen het liefst dat mensen dertig jaar in een huis blijven wonen” Als grootste probleem voor de toekomst ziet VMX dat iedereen, van jong tot oud, ‘meer’ wil: meer vrije tijd, meer vrijheid, meer ruimte. Niet voor niets proberen rijksbouwmeester en rijksoverheid om de focus te verleggen naar binnenstedelijk bouwen. Als dat niet gebeurt, wordt het doemscenario van Adriaan Geuze uit de jaren negentig, waarin Nederland wordt geplaveid met een zee van huizen, alsnog waarheid.
22
Moderne Huizen Om Van Te Houden
Marina de Vries is zelfstandig journalist op gebied van architectuur en beeldende kunst
(1)
Alain de Botton: De architectuur van het geluk (Uitgeverij Atlas, 2006), hoofdstuk I Het belang van architectuur.
(2) 23
Uit: de Telegraaf, 16 januari 2004.
VMX Home
(3)
Bernard Hulsman: ‘Ik kan niet van moderne huizen houden’. In: NRC Handelsblad, 23 augustus 2006. Het gaat over woonblok De Meander (Amsterdam, 2001).
(4)
Dit woonblok heeft twee keer de Zuiderkerkprijs voor het beste woningbouwplan gekregen, in 2002 en in 2006.
(5)
De naam VMX dateert uit een eerder stadium van het bureau, toen VMG geheten, naar de oprichters Ed Veenendaal, Don Murphy en Reinier de Graaf. Toen De Graaf het kantoor in 1995 verliet, werd op het briefhoofd de G met een X doorgehaald, met VMX als resultaat.
(6)
De gevel met tegels van 5 x 5 centimeter is weliswaar opmerkelijk, maar niet schreeuwerig. De bewoners zijn erg blij met het resultaat. Al vanaf de snelweg is een toefje geel zichtbaar en weten ze: we zijn weer thuis. Hun vorige huis was overigens ook geel, waardoor een sfeer van vertrouwdheid en continuïteit ontstaat. Over het doorlopende, zilverkleurige trespaplaat op het plafond van het buitenterras en van de keuken zegt de bewoonster: ‘Een tamelijk ongebruikelijke toepassing. Je merkt dat het bureau veel kennis heeft van materialen.’
(7)
Het steen is toegepast alsof het om kloostermoppen gaat. Het Sint Nicolaasklooster in de Amsterdamse Zuidas, een gebouw van Lau Peters, uit de jaren vijftig, stond model voor de steen. VMX sluit vaker bewust of onbewust aan bij de bestaande architectuurgeschiedenis, om dat wat nieuw is te verankeren in het collectieve geheugen. Zo is IJburg 23 geënt op de inmiddels klassieke atelierwoningen van Zanstra, Giessen, Sijmons aan de Zomerdijkstraat in Amsterdam (1954).
(8)
In het in 2007 verschenen boek VMX Architects Agenda (010 Publishers, Rotterdam) wordt met instemming de anekdote aangehaald van Herman Hertzberger over Jean Nouvel, verteld tijdens een lezing in Londen op de Architectural Association. In een poging origineel te zijn, heeft Nouvel bij een woonblok in Nîmes de huisnummers op de vloer geschilderd. Toen de bewoners
24
Marina de Vries
in hun huizen trokken, legden ze en masse een vloermat op de grond, waardoor de nummers aan het oog werden onttrokken. Het commentaar van Nouvel: zijn ontwerp is niet bedoeld om alle potentiële bewoners te behagen. Zie pagina 14 en noot 3.
(9)
In De architectuur van het geluk schrijft De Botton hoe Le Corbusier voor zijn Villa Savoye vasthoudt aan zijn uitvinding van een plat dak, zelfs als dat lekt, en geen enkel mededogen heeft met het daardoor ontstane gebruikersongemak. De zoon van de familie Savoye loopt door de lekkage zelfs een infectie van de luchtwegen op en moet een jaar herstellen in een sanatorium. Zie pagina’s 71-73. HijhIJ
(10)
Een architect heeft een maatschappelijke en zelfs democratische verantwoordelijkheid, vindt VMX. Mooie en goede gebouwen kunnen het dagelijks leven veraangenamen en bijdragen aan een positief wereldbeeld. Daarbij moet een architect zich, net als een dokter, gelijkelijk inzetten voor rijk en arm, voor kopers en huurders. In VMX Architects Agenda citeert Murphy met instemming twee leermeesters. Hun motto’s – de ene van Manfredo Tafuri en de andere van Theo Bosch – lijken op het lijf van het bureau geschreven. Tafuri vindt dat architecten a. voorwaarden moeten scheppen opdat mensen zich kunnen verzoenen met het leven van alledag b. met hun gebouwen moeten bijdragen aan het welzijn en de culturele waarden van gewone mensen c. mensen wakker moeten houden. Bosch vond dat voor een architect, zoals door Ruud Brouwers beschreven: a. de relatie met de gebruiker en de haast morele plicht jegens de gebruiker voor een architect centraal moet staan b. architectuur een praktische bruikbaarheid moet hebben, goed moet functioneren in de omgeving en mooi moet zijn, op een directe, aansprekende manier. Zie pagina’s 13 en 23, noot 13.
Moderne Huizen Om Van Te Houden
(12)
In de documentaire ‘Ik zag ruimte’ (2009) van Kees Hin blijkt dat Hertzbergers herinnering aan de periode dat zijn middelbare school was gehuisvest in een paar oude huizen met erkers en hoekjes, uiteindelijk heeft geleid tot zijn informele ontwerpen voor Centraal Beheer en de scholen. Ook daarin zijn gangen en trappen, hoeken en zitjes verwerkt, als verlengstuk van werkplekken en schoollokalen, om zelf te werken of elkaar te ontmoeten.
(13)
In meerdere wooncomplexen heeft VMX het wonen op de eerste verdieping gesitueerd, verheven boven het straatleven: onder meer op IJburg 23 en in de KCN-woningen.
(14)
De autolift in IJburg 23 maakt naast parkeren voor de deur ook een garageloze binnentuin mogelijk, waar echte bomen kunnen groeien.
(15)
Om optimaal te genieten van het door hemzelf ontworpen appartementencomplex aan de Lake Shore Drive in Chicago en niet tegen de oersaaie huizen van anderen aan te kijken, heeft Mies van der Rohe naar verluid een woning aan de overkant betrokken. (Zie De Sluitsteen, Jaarboek 1999, Het huis van de architect. Uitgave: Cuypersgenootschap, voorwoord Jos Smit, pagina 15.) Bij het S-Huis heeft VMX dat probleem opgelost, door het achterraam zo te situeren, dat, volgens de bewoners, over de achterliggende huizen heen wordt gekeken.
(11)
De Grand Homme van de Nederlandse, sociale architectuur en eerste decaan van het postdoctorale Berlage Instituut, waarvoor Don Murphy in 1990 naar Nederland is gekomen.
25
VMX Home
Marina de Vries
MODERN HOUSES YOU CAN LOVE Conjuring with space and landscape
Anything but a dull terraced house! Happiness, according to popular writer and philosopher Alain de Botton, is to be found in the little things of life. In the sun as it ‘washes through ground-floor windows’. In the empty, narrow upstairs room which, thanks to a view of clouds through a skylight, ‘allows space for restorative thoughts to hatch’. Every one of the rooms in the terraced house described by de Botton ‘gives evidence of a happiness to which architecture has made its distinctive contribution’. (1) De Botton grew up in a 1960s bungalow in Switzerland, a modernist-style house, taut, spacious and light. He still cherishes fond memories of his childhood home. As he commented in the architectural documentary he made for the BBC, it shaped his life. Is that possible – To be simply happy in a modern home? The question has become relevant again, now that the Netherlands has fallen under the spell of neo-traditionalist housing. But in truth, the question never went away. In 2004, the real estate group Bouwfonds reported that the Dutch prefer to live ‘in a dull terraced house’ and don’t like modern architecture. (2) In 2006, NRC Handelsblad architecture critic Bernard Hulsman confessed in a column headed ‘I just can’t love modern houses’, (3) that after five years he had come to the dispiriting conclusion that there was not a single detail in his new-build house, designed by Luxembourg architect Rob Krier, that he could love. Four years ago, I myself moved from a nineteenth-century apartment in the historical Pijp district of Amsterdam to a thoroughly ‘modern’ dwelling in the new district of IJburg – new-build housing of the austere, modernist type. After an earlier experience with new-build in the late 1970s I, like many other Dutch men and women, had thought that I would never again want to exchange old (read: full of character) for new (read: no character). Nevertheless, we immediately jumped at the chance when the VMX-designed housing block on IJburg came on the
26
27
VMX Home
Marina de Vries
Modern Houses You Can Love
market. ‘Houses like a tailored denim suit, with special details’, promised the sales website and brochure. As a former architecture critic for the newspaper Het Parool, I was already familiar with VMX’s work from two earlier projects in Amsterdam: the temporary bicycle storage facility west of Central Station (Bike Hotel, 2001) whose slooping floors turn something as mundane as parking your bike into an experience, and the Sarphatistraat apartments (2003) originally intended for University of Amsterdam visiting lecturers – a sturdy building with glittering black basalt panels inset with grey-green telescope windows. Both projects appealed so strongly to the imagination with their marked contemporaneity, both aesthetic and functional, that we were prepared to embark on the new-build adventure with this architectural practice. And yes, for four years now we have been perfectly happy in our modern home (IJburg 23, 2005) (4) and we love the numerous little details that make daily life special: the flush-set windows with their dark aluminium frames through which the world appears as an ever-changing painting, the incidence of light that is different on each floor, the clever floor plan that gives every space its own special character, the unheard of urban luxury of a (raised) terrace at the front and a garden at the rear. He who aspires to a place in the annals of history, designs houses. What I didn’t know at the time is that VMX Architects, (5) led by the partners Don Murphy (b. 1965, architectural design) and Leon Teunissen (b. 1965, project management and office), love houses. ‘They’re enthusiasts,’ agree the occupants of the SHouse. The office has a diverse portfolio that includes schools, hospitals, psychiatric facilities, offices, housing for the elderly and designs for an airport terminal for private jets, an embassy, hotel and library. One third of their portfolio consists of housing. Of all buildings, the house is one of the purest, most condensed
forms of architectural expression. In his youth, Murphy conceived an enduring love for the courtyard house, in which there is a lively interaction between inside and outside. All the practice’s private homes and housing blocks can in one way or another be traced back to this type. Moreover, architects down the ages are remembered especially for their houses. Villa Savoye (Le Corbusier, 1931), Casa Malaparte (Adalberto Libera, 1937), the Farnsworth House (Mies van der Rohe, 1951) and, more recently, Maison à Bourdeaux (Rem Koolhaas, 1998) inspire generations of architects and continue to attract hordes of cultural tourists. He who aspires to a place in the annals of history, designs houses. Every VMX house or housing block is unique, specially designed for its site and its function. Even so, a VMX design is immediately recognisable by its sturdy and unambiguous form, by its original and contemporary use of material and colour. Although the ‘basics’ – the houses – are generally less colourful than the ‘specials’ – the offices and schools – even in the houses the use of colour and materials is striking. Yellow ceramic tiles for a private dwelling in a ‘build-as-you-please’ area (S-House), (6) encircling bands of bright green or fuchsia-coloured glazing for seniors’ apartments (Hoogvliet and Aziëweg), bright blue polyester concrete with a surface scattering of crushed glass (KCN housing), bricks with extra sintering for the rugged Noordbuurt houses, (7) breeze blocks for the W-House and sprayed concrete for the somewhat taciturn and brutal diamond that Murphy designed for himself and his family (SODAEHouse). Colour and materials give the houses a chic, radiant and unique identity – optimistic and light, sturdy and rugged, extravert or introvert, depending on the task and the location. Apart from a striking use of materials, VMX houses are characterized by striking windows. They may be straight, round, oblique or oval but are always large and compelling. Often they have their origins in the dynamic car industry, like the
28
29
VMX Home
Marina de Vries
Modern Houses You Can Love
double-height see-through garage doors used in the houses in Steigereiland-Noord (Noordbuurt, 2009) and the oval windows of the Sarphatistraat apartments. This partiality reveals VMX’s fascination with the 1920s and ’30s, a time of optimism, faith in progress, technocracy, innovation and (auto)mobility. Innovation, in both materialisation and typology, is of crucial importance for VMX. The firm has an aversion to standard solutions and dull terraced houses. But whereas past and present architectural greats (Jean Nouvel (8) , Le Corbusier (9) ) are sometimes accused of going too far in their craving for originality and innovation and of losing sight of the human user, VMX as a priority ensures that their designs are habitable. (10) Don Murphy enjoys pondering issues of living and dwelling. Broadly speaking, his view comes down to this. In the past decade our lifestyle has changed drastically. Whereas in the last century people mostly worked outdoors on the land and consequently wanted to spend their scarce time at home in a peaceful, introverted space, nowadays people are more likely to work from home. Leisure time has increased drastically too and is not always spent on holiday. Increasingly, a house is the place where you revel in your spare time. The striking, exuberant window units symbolise a world of leisure, freedom and pleasure. They offer a cinematic view of the outside world (Sarphatistraat), a spectacular stage for light and cloud effects, and turn the city, street or nature into a cheerful pageant. And not only for the residents of suburban IJburg, but also for the elderly people in Schalkwijk, not only for the resident psychiatric patients of the circular Eikenboom pavilion (2003), each with their own view of the woods, but also for Murphy himself. His self-designed family home in the polder landscape of Amstelveen (SODAE-House), with its enormous sloping windows set flush with the concrete, was built to take advantage of the view: ensconced between idyllic meadows, the metropolitan skyline of the South Axis and the air traffic of Schiphol Airport.
A house is a portrait of the occupant VMX private houses are usually referred to by the first letter of the client’s surname. Six such houses have been built to date: the T-House in Heerlen (1991), the B-House in ’s-Hertogenbosch (2000), the S-House in Amsterdam (2006), the W-House in Amsterdam (2007) and the SODAE-House (2009). The HM-House in Amstelveen is currently under construction. Each house reflects the lifestyle, the domestic rituals and the needs of the private client concerned. Each design entails an intensive working relationship. Materialisation comes second. The first priority is the housing concept. For example, the THouse was designed specifically for an older, working couple. What fascinated VMX about this commission was the problem of the dispersed family. As Murphy says, ‘On Sundays my parents went to their parents’ house for afternoon tea and then returned home. Nowadays children live so far away that they need to stay a few days’. How do you design a house that provides space and privacy for both parties? By making two, or rather three, houses in one – a work space with its own entrance below grade, a loft-like space on the ground floor and a mini guest house with its own front door on the first floor. The S-House was made for a young couple with two small children. On a visit to the former labourer’s dwelling occupied by the clients, VMX discovered that family life centred on the garden. The crucial question was how to give the clients a place in the sun, given the unpropitious north-west orientation of the plot they were only able to buy in IJburg. The solution lay in a radical concept. The S-House is a cross between a townhouse with a tall front facade, and an inverted patio dwelling. The inspiration for the multi-purpose ground floor – a flexible space that recurs in several VMX houses and which can be filled in according to individual requirements as a children’s play area, home cinema or small guest apartment – was the basement in Murphy’s own former home. He often draws on his
30
31
VMX Home
Marina de Vries
Modern Houses You Can Love
experiences of living on Hogeweg in the Amsterdam district of Watergraafsmeer, in the same way as Herman Hertzberger (b. 1932) (11) drew on memories of his secondary school building for his revolutionary office design for Centraal Beheer in Apeldoorn and for his groundbreaking schools. (12) VMX believe it is more important to use their own tried and tested experiences of domestic life than to refer to theories and pictures in coffee table books. The answer to the question ‘Who is the VMX resident?’ is ‘The VMX architect’. ‘Whether it is a penthouse or an apartment, we want our architects to imagine living there themselves. The solution lies in yourself.’ The step from designing someone else’s house to designing a house for one of the partners was therefore not such a great one. The needs of the architect, of his wife and teenage children are much the same as the needs of other private clients: a house with fantastic views, on the principle of ‘see without being seen’ – resulting in the main living space being situated on the first floor behind spectacular, sloping windows. (13) The bedrooms occupy the more secluded ground floor which is closed on three sides, leisure activities like a home cinema and library are in the basement. To allow parents and children sufficient privacy, both parties have their own entrance and their own route, which strings the rooms together. In the 2-in-1 bathroom the family can, if they so wish, share the morning and evening rituals. Where this house does differ from that of ‘an ordinary client’ is in the more radical concept, the more brutalist, landscapeinspired materialisation, and the extreme details like the heavy, electrically operated sliding front door that sits flush with the facade. Small wonder that the house of the architect has become the firm’s calling card. Making the most of seeming limitations VMX often takes a creative approach to zoning plans, rules and regulations in order to get the most out of a site. Murphy: ‘From Henry Ciriani, my teacher at the Berlage Institute, I learnt that
an architect should always try to get more out of a particular situation: more space and spatial qualities, more public space, more than the limitations of plot at first glance allow’. In the case of the yellow house, the stipulation that 80% of the facade should hug the building line appeared to rule out a terrace or balcony. By using the remaining 20% for a vertical patio above ground level, VMX created a distinctive and pleasant house with a gigantic private terrace that enjoys total privacy from the street while street life is still visible and audible from within. With the W-House 30% of the street facade had to be transparent and parking had to be off-street. The standard solution is an open patio with car space. Instead, mindful of the need for privacy, VMX made the entire street wall ‘transparent’ and openable, to great effect. While life behind the transparent facade appears on both sides as an Indonesian shadow play, behind the facade there is a sea of private outdoor space: ‘It really is our front garden,’ the resident says proudly, ‘and not a parking space that feels like the street’. For Murphy’s own house the firm once again played fast and loose with the constraints of the zoning plan. The stipulated sloping roofs were intended to result in a traditional Dutch house. But VMX came up with four sloping sides, thereby complying with the requirements of the zoning plan while also creating a hyper-modern object in the archetypal polder landscape. All VMX’s houses are positioned with the utmost care, making maximum use of the plot and inextricably linking the internal and external worlds. Like the house of the architect, the B-House in ’s-Hertogenbosch was made for the view. In fact it is a renovation of an undistinguished 1960s house that the occupant had bought purely because of its fantastic location – ringed on three sides by shrubbery that spills over into an urban park. VMX persuaded the occupant to retain the good aspects of the house and to replace the existing conservatory on the north side with an all-round conservatory with vast, glued expanses of glass. The result is a breathtaking view of the park
32
33
VMX Home
Marina de Vries
Modern Houses You Can Love
outside, while inside the old living areas merge with the new conservatory to produce a spectacular indoor landscape. From S and W to SODAE and HM, behind the facades that provide intimacy and seclusion, lie unsuspected spatial qualities. The W-House’s internal landscape takes the form of a splitlevel arrangement that stretches the full width and length of the plot. Glass sliding walls front and back deliver an unparalleled fusion of inside and outside. Behind the facade of the SHouse, too, lies a wholly transparent living level with different heights. A floating ‘living nest’ provides a feeling of seclusion in the evenings. ‘The variety of spaces where family life can be played out gives me a great sense of freedom,’ comments the occupant of the S-House. Contributing to a sense of community with housing VMX’s housing blocks are all different, too; meticulously sited and made to measure for their intended occupants: the 3up2down starter flats and handicapped dwellings (’s-Hertogenbosch, 1999), the owner-occupied apartments on Sarphatistraat (Amsterdam, 2002), the IJburg 23 owner-occupied housing complex (Amsterdam, 2005), the KCN starter homes (Leidsche Rijn, 2006), the senior apartments in Hoogvliet (Rotterdam, 2007) and the rental apartments in IJburg’s Noordbuurt (Amsterdam, 2009). A further five housing complexes are currently under construction: a combination of owner-occupied dwellings, senior apartments and residential care apartments on Aziëweg in Schalkwijk, Haarlem, the Ithaka owner-occupied complex in Almere, starter and senior housing in Purmerend, the Dolderse Hille owner-occupied dwellings in Den Dolder, and a residential care centre in Naaldwijk. Before the designing begins, the firm spends a lot of time in research: into the history and salient features of the location, into the typology of the building, into the general and specific housing and living conditions. In order to arrive at an individualized solution, the essence of the task must be thoroughly explored. Once again, the relationship with the client is intensive. VMX sets
the tone with ambition and energy, but to realise the plans requires energetic and ambitious clients who know what they want. As with private houses, the concept for the housing blocks is based in part on personal experience. The friends who immediately demolished all the internal walls and doors in their new-build house in Amsterdam’s Borneo/Sporenburg district in order to create larger, multi-purpose spaces, indirectly contributed to the open Saarphatistraat apartments, where the provision of two service cores allowed variations in the placement of kitchen and bathroom. For the elderly residents in Hoogvliet, loneliness is the biggest danger. Murphy: ‘People make most of their friends through their children. But in the case of these elderly people, the children are long gone. How do you ward off loneliness? In Watergraafsmeer we had a bench on the street where we drank tea or a glass of wine in the afternoons. Before we knew it, the whole neighbourhood was meeting around that bench’. And so VMX combined the access gallery of the low-rise building with private outdoor space, resulting in spacious ‘streets’ for social encounters. And to enable people to chat with their neighbours across the way, the complex’s various gallerystreets are linked with spectacular glazed footbridges. To involve the elderly Hoogvliet residents in their solution, VMX had 1:1 models built. In the Ithaka housing scheme in Almere, a joint venture between Edwin Oostmeijer and Van Bekkum developers with VMX, participation went even further. VMX discovered that there was a great need for some form of community in Almere. In order to find out what form that should take, a big group of potential residents was taken on a trip to three classic housing projects at home and abroad. The residents’ preference helped inform the choice of a horseshoe-shaped housing block containing a large variety of dwelling types, arranged around a communal park with wild grasses, ponds and a swimming pool. Houses around a landscape, a diversity of dwellings to suit both student and solicitor – that, in VMX’s view, is qual-
34
35
VMX Home
Marina de Vries
Modern Houses You Can Love
ity. This competition entry ended up as the winning design and is currently under construction. As with the private houses, so with the housing blocks: VMX consistently stretches the boundaries in order to make the most of the given situation. A fine example of outside-the-box thinking led to the lush enclave of social rental housing for the elderly in Hoogvliet where the master plan dictated that an obsolete post-war housing complex was to make way for low-rise housing around a courtyard and parking in front of the door. ‘Of course there are some elements from the post-war period that for a variety of reasons no longer work, but we would like to retain the positive features of post-war urban design and architecture – the large terraces, the greenery, the light and the space. Moreover, people absolutely do not want to live next to a car park.’ With an eye to continuity, VMX decided to elaborate on the characteristics of the demolished building. By turning the courtyard into row housing meandering alternately around compact, carfree gardens and green car driveways, the architects managed to maintain the existing sightlines, the trees and the landscaping. Dispersed car parking – in the heart of the complex and in drivein dwellings – in turn prompted a diversity of dwelling types. The unorthodox materials, chosen with the approval of the residents – bright green glass for the galleries, perforated aluminium to keep out the sun and create unique light patterns – ensure that even on a typical grey Dutch day the complex looks like a holiday resort, an oasis in a post-war modernist neighbourhood. For the Noordbuurt in IJburg, VMX, with the client’s support, engaged in some Houdini-like manoeuvring. The spatial master plan called for a perimeter block with a completely straight building line, even on the side facing the canal, thereby excluding any form of outdoor space. This despite VMX’s firm conviction that people move to suburban IJburg precisely in order to sit in the sun and look at the view and park in front of their door. (14) What is more, all the dwellings, even those on the darker north side, were supposed to be oriented towards the street.
But those Berlage-style housing blocks are not without their drawbacks, according to VMX. Corner dwellings by definition get a raw deal. And residents don’t identify with the street but with the block, for that is where social life takes place. To resolve these issues, VMX invented their own block, a combination of perimeter block and CIAM row housing. This triangular block encloses a communal courtyard and makes it possible for all dwellings to benefit equally from sun, light and views. And by providing the quayside dwellings with electrically operated slide-up garage doors, the conservatory behind them can, at the press of a button, be turned into a sheltered outdoor space between private and public. In fine weather these spaces are a setting for barbecues, children’s games, neighbourhood get-togethers, resulting in a quay that is full of activity and pleasure. In the housing blocks, more so than in the individual houses, VMX creates a series of spaces in order to anchor the blocks to the public space. This not infrequently gives rise to new collective zones between public and private, where community life can flourish. So, too, in the residential care complex in Purmerend, where VMX’s unique solution for organising the dwellings and for parking (on the roof of the low-rise block) resulted in a generous collective internal courtyard. But sometimes the challenge is quite different. Then it is privacy that is the issue, as in the 3up2down starter rental housing in ’s-Hertogenbosch. Murphy: ‘We imagined that the young people living here would want five to ten years of hedonistic life and no contact at all with the neighbours’. The front doors along the access gallery that serves both first and second floors reveal very little of the life behind them, with its views and subtle details, such the beer-crate cupboard integrated with the balcony. From shared corridor to private bathroom and living spaces, behind the housing block facades, as in the private houses, VMX plays a subtle game with spatial qualities, with staggered floor heights and with windows subtly positioned to enhance the incidence of light. Here, too, there is often a flexible space, a con-
36
37
VMX Home
Marina de Vries
Modern Houses You Can Love
servatory that could also serve as a music room or study. Huge picture windows afford breathtaking views. VMX turns everyday living into an experience, the home into a place to be proud of and the housing block into a generator of community and vitality.
sky; (15) the concrete stair in the living room with the skylight above; the breeze blocks through which the light falls so prettily. Happiness is indeed in the little things. And yes, VMX can do it: make modern houses that will be loved for years to come.
‘W e would prefer people to remain living in a house for thirty years’ The biggest problem for the future as VMX sees it, is that everyone, young and old, wants ‘more’ – more leisure time for freedom, more space. Not for nothing are the Chief Government Architect and the national government trying to shift the focus to inner-urban construction. If this does not happen, Adriaan Geuze’s 1990s doom scenario, in which the Netherlands was paved with a sea of houses, will as yet come true. By building houses in which both private and communal life are able to develop in a variety of ways and to which people can become emotionally attached, VMX is doing its bit for a sustainable future. ‘It is our greatest wish that people should remain living in their house for thirty years, that they should love their building and treat it with care.’ When outside is a logical continuation of inside, the need for more space solves itself. When you can see the clouds, a space opens up in your head. The attention to details, moreover, provides not just convenience for the user, but also a portion of much-needed daily beauty. By raising the courtyard garden in Hoogvliet just a little bit higher than the ground-floor dwellings, the housebound elderly occupants are better able to enjoy the green space from their living rooms. By giving the low-budget 3up2down starter apartments in ’s-Hertogenbosch a spectacular, column-free gallery, coming home becomes and exciting experience. Effortlessly, the private clients enumerate the special details of their houses: the thick, yellow frame around the patio aperture, that lets you see from inside that you live in a yellow house; the incredibly big window at the back that lets you see the whole
Marina de Vries is an independent journalist in the field of architecture and visual art
38
39
(1)
Alain de Botton, The Architecture of Happiness (Penguin 2007). Chapter 1: ‘The Significance of Architecture’.
(2)
From De Telegraaf, 16 January 2004.
(3)
Bernard Hulsman, ‘I just can’t love modern houses’. In: NRC Handelsblad, 23 August 2006. The article concerns the Meander apartment block in Amsterdam (2001).
(4)
This housing block twice won the Zuiderkerk Prize for the best housing plan, in 2002 and again in 2006.
(5)
The name VMX dates from an earlier period of the firm’s history when it was called VMG, after the founders, Ed Veenendaal, Don Murphy and Reinier de Graaf. When De Graaf departed in 1995, the ‘G’ in the firm’s letterhead was crossed out with an ‘X’, resulting in VMX.
(6)
The facade of 5 x 5 centimetre tiles is striking but not garish. The occupants are very pleased with the results. A tuft of yellow is visible from the motorway and they know, ‘We’re home’. As a matter of fact, their previous house was yellow, too, so there is a sense of familiarity and continuity. Regarding the silvery Trespa cladding panels lining the ceiling of the outdoor terrace and the kitchen, the occupant remarks, ‘A fairly unusual application. You can see that the firm knows a lot about materials’.
(7)
The brick is employed in the fashion of old, large-format ‘monastery’ bricks. The 1950s Sint Nicolaas monastery in Amsterdam’s South
VMX Home
PROJECTEN / PROJECTS
Axis, designed by Lau Peters, served as a model for the bricks. VMX often wittingly or unwittingly connects with architectural history as a way of embedding the new in the collective memory. Another example is IJburg 23 which is based on the now classic studio dwellings by Zanstra, Giessen, Sijmons on Zomerdijkstraat in Amsterdam (1954).
Bosch believed that for an architect, as described by Ruud Brouwers, a. the relation with the user and the almost moral obligation towards the user should be key; b. architecture should have a practical utility, function well in the context and be beautiful in a direct, appealing way. See pp. 13 and 23, note 13.
(8)
(11)
The 2007 publication, VMX Architects Agenda (010 Publishers, Rotterdam) quotes with approval the anecdote Herman Hertzberger told about Jean Nouvel during a lecture at the Architectural Association in London. In an attempt to be original, Nouvel had the house numbers in an apartment block in Nîmes painted on the floor. When the residents moved in, they all put a mat in front of their door, thereby covering the number. Nouvel’s comment was that his design was not intended to please every potential occupant. See p. 14 and note 3.
(9)
In The Architecture of Happiness, de Botton relates how Le Corbusier defended his insistence on a flat roof, even when it leaked incessantly, and showed scant compassion for the discomfort this caused the occupants. The Savoyes’ son Roger even developed a chest infection as a result of the leak and spent a year recuperating in a sanatorium. See pp. 65-66.
(10)
An architect has a social and even democratic responsibility in VMX’s view. Beautiful and good quality buildings can make daily life more pleasant and contribute to a positive world view. Moreover, an architect, like a doctor, must work equally for rich and poor, buyers and tenants. In VMX Architects Agenda Murphy approvingly cites two teachers, Manfredo Tafuri and Theo Bosch. Their mottos seem to have been written especially for this architectural practice. Tafuri thought that architects a. should create conditions that will allow people to reconcile themselves to everyday life; b. should contribute with their buildings to the well-being and the cultural values of ordinary people; c. keep people on their toes.
40
The grand old man of Dutch social architecture and the first dean of the post-graduate Berlage Institute, which attracted Don Murphy to the Netherlands in 1990.
(12)
In Kees Hin’s documentary ‘I saw space’ (2009), it emerges that Hertzberger’s memory of the period when his secondary schooling was housed in a couple of old houses with bay windows and odd corners, eventually led to his informal designs for Centraal Beheer and the schools. There, too, passages and stairs, niches and seats are incorporated into the design as an extension of the offices and classrooms, as places to work or to meet one another.
(13)
In several housing complexes VMX has placed the living areas on the first floor, raised above life in the street; examples include IJburg 23 and the KCN houses.
(14)
The car lift in IJburg 23 not only makes it possible for people to park in front of their door, but also delivers a garage-free courtyard where real trees can grow.
(15)
In order to enjoy the apartment complex he designed on Lake Shore Drive in Chicago and not have to look at other people’s deadly dull houses, Mies van der Rohe is reported to have moved into a house across the street. (See De Sluitsteen. Jaarboek 1999, ‘Het huis van de architect’. Published by Cuypersgenootschap, foreword Jos Smit, p. 15) In the S-House, VMX solved this problem by positioning the window at the rear in such a way that, according to the occupants, you look over the tops of the houses behind.
41
Het SODAE-House is het huis van de architect. De locatie is een eilandje op een splitsing van waterwegen, net buiten de stad in een beschermd natuurgebied. Volgens het principe van de bunker – wel zien maar niet gezien worden – ligt het huis als een massief object in het landschap, weggezakt in het poldergras. Door een alzijdige positionering kijkt het vrijelijk uit op de hoogbouw aan de Zuidas, op de Rembrandttoren in Zuidoost en op de vliegtuigen van en naar Schiphol. De schijnbaar eenvoudige vorm vindt zijn oorsprong in de inventieve omzeiling van beperkingen in het bestemmingsplan. De verplichte afschuining van het volume had namelijk moeten leiden tot een traditioneel Hollands puntdak. VMX zocht naar een manier deze gemeentelijke voorwaarden om te zetten in a tool for invention. De vier zijden van het basisvolume zijn op een dusdanige manier afgesneden dat het huis er aan elke kant anders uitziet. Door deze subtiele ingreep is een buitengewoon karakteristieke vorm ontstaan, een asymmetrisch tienvlak. Binnen het volume hebben de drie verdiepingen elk een andere oriëntatie. Het woongedeelte (eten, spelen en werken) ligt op de bovenste verdieping, daar waar het uitzicht het mooist is. Het slaapgedeelte bevindt zich daaronder en kijkt precies de andere kant op, daar waar eventuele inkijk het minst is. In de verdieping onder het maaiveld bevinden zich typisch ‘donkere’ functies: bioscoop, fitnessruimte en bibliotheek. Dwars door deze driedeling loopt de verticale scheiding van het huis: het deel van de ouders en het deel van de kinderen. Elke zone heeft zijn eigen entree, trappen en sanitair. In deze opzet verweeft het huis afzonderlijk en gezamenlijk gebruik op een subtiele manier.
The SODAE House is the home of the architect. It is located on an island at a fork in the waterway, in a nature reserve on the outskirts of the city. Following the principle of the bunker – see without being seen – the house is a rock-like presence in the landscape, hunkered down in the polder grass. The free-standing object commands all-round views – of the high-rise buildings along the South Axis, of the Rembrandt Tower in Amsterdam-Southeast and of the planes taking off and landing at Schiphol Airport. The deceptively simple form is the product of a creative interpretation of the restrictions imposed by the zoning plan. The obligatory chamfering of the volume was intended to result in a traditional Dutch gabled roof. Instead, VMX turned this municipal stipulation into a tool for invention. The four sides of the basic volume are sliced in such a way that no two sides are the same. The end result of this subtle strategy is a highly distinctive form, an asymmetrical decahedron. Inside the volume, each of the three floors has a different aspect. The living areas (eating, playing and working) are on the top floor which has the finest view. The sleeping area is below this and looks in the opposite direction where privacy is assured. The floor below ground level accommodates typically ‘dark’ functions like the home cinema, fitness room and library. Cutting right through this horizontal arrangement is a vertical separation between the parents’ and the children’s parts of the house. Each zone has its own entrance, stairs and bathroom in a clever interweaving of separate and shared use.
Projecten / Projects
225
SODAE House
226
Projecten / Projects
227 East facade
West facade
Project name. SODAE-House Address. Kostverlorenkade, Amstelveen Client. Sylvie Murphy Design. 2005-2008 Execution. 2008-2009 Advisors. Van Rossum & Nelissen Builder. Van Bekkum Bouw Building cost (mil. euro). 1.5 Size (bruto m²). 475 VMX Home SODAE House
228 7
8
9
Projecten / Projects
229 1 entrance 2 bedroom 3 bathroom 4 toilet 5 wardrobe 6 laundry room 7 home cinema 8 play room 9 study 10 living space 11 dining space 12 kitchen
Basement
Cross section
Long section
VMX Home SODAE House
230 Ground floor
First floor
1
3
231 12
11
6
2
5
2
10
5
5 4
2
Projecten / Projects
10
4
2
4
VMX Home SODAE House
232 1 60mm sprayed concrete on galvanised ironing, 12mm cempanel plate 2 gutter: steel profile 3 aluminium profile / structural glazing
3
2
1 VMX Home
VMX is begin 2006 gekozen door PreWonen en de Stichting St Jacob voor een opdracht voor woningen in combinatie met een woon/zorgcomplex in Schalkwijk, Haarlem. Het ontwerp gaat uit van de kwaliteiten van de naoorlogse stedenbouw, met name de openheid, het groen, het licht en de ruimte die er is. Er wordt een open structuur gerealiseerd door het programma te verdelen over zes ronde torens. De torens van de koopwoningen zijn vrijstaand, maar gegroepeerd boven de halfverdiepte parkeergarage. De twee torens van het zorgcomplex worden op de begane grond verbonden door middel van gedeelde ruimtes, zoals recreatieruimtes, kantoorruimtes, onderzoeksruimtes en een grote inloop centrum met café, restaurant en winkels. De zes torens staan dus niet geheel los in het park maar worden door de onderbouw en de inrichting van het park aan elkaar geregen als juwelen aan een ketting. Hierdoor ontstaat een gelijkwaardige woonomgeving voor de zo verschillende gebruikersgroepen. Aan de buitenzijde van de torens hebben de bewoners veel privacy en uitzicht. Tegelijkertijd ontstaat een gevoel van saamhorigheid en een voor het personeel efficiënt te gebruiken ruimte binnenin de cirkel. Een grote variatie aan woningtypes is mogelijk binnen een coherent beeld, zodat ook stigmatisering van de zorg voorkomen kan worden. Voor de gevel zal gewerkt worden met materialen die het lichte, vrolijke beeld van de ronde torens in het park ondersteunen, zoals translucent gegoten acrylaat in verschillende magentatinten voor de railings en aluminium gevels geheel gevuld met glas. Er ontstaat een markant en transparant complex dat zich vloeiend past binnen het parkachtige landschap.
In 2006 VMX was commissioned to design a number of dwellings in combination with a residential care apartment complex for the elderly in Schalkwijk, Haarlem. An important aspect was how to respond to the surrounding postwar context, which had been designed in the modernist tradition with free-standing blocks and a lot of public space. The programme of c. 50,000 m2 includes 112 owner-occupied apartments, 56 upmarket rental apartments with extramural care for seniors, 100 units in the light-care sector and 50 units in the heavy-care sector. The design takes the qualities of the post-war layout – the open, public character, the green space – as its starting point. A small-scale open structure has been realised by dividing the programme among six round towers. The towers containing owner-occupied apartments are freestanding but grouped around an open courtyard above a half-sunken car park. The six towers of the care complex are connected by a shared ground-floor programme that includes recreational rooms, offices, examination rooms and a large centre with a café, restaurant and shops. Like jewels in a necklace, the towers are tied together by shared spaces, protected areas and the elements of the park. Hereby a coherent public space is created for the different user groups. While the circular exterior of the tower offers privacy and views, it also creates a sense of unity and efficiency for the staff and binds the units together. The facade will be finished with materials that underline the light and optimistic expression of the round towers in the park. This creates a unique and transparent complex that sits fluidly in the park-like landscape, with outward-looking rooms that radiate optimism and the pleasure of living.
Projecten / Projects
243
Aziëweg
VMX Home
COLOFON / COLOPHON
Auteur / Author: Marina de Vries Fotografie / Photography: Kim Bouvy Illustraties / Illustrations: VMX Vertaling / Translation: Robyn de Jong Grafisch ontwerp / Graphic Design: Mevis en Van Deursen with David Bennewith Drukker / Printer: Tienkamp, Groningen Uitgever / Publisher: Martien de Vletter, SUN Available through IDEA BOOKS, Nieuwe Herengracht 11, 1011 RK Amsterdam, The Netherlands, tel + 31 20 6226154, fax + 31 20 6209299,
[email protected] ISBN: 978 94 6105 1295 With thanks to all the people that allowed us to photograph their homes.
316
317
VMX Home
318
319
VMX Home
320