gemeente Eindhoven Raadsnummer Inboeknummer STR/BIC 14 bst 01494 Beslisdatum B&W 21 oktober 2014 Dossiernummer
Stad in de wereld, de wereld in de stad Beleid voor mondiale bewustwording 14 oktober 2014
Raadsnummer
Inhoud 1
Inleiding
3
2
Mondiale bewustwording
4
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
3
Waarom mondiale bewustwording? Rol van de gemeente Inhoudelijke focus Doelgroepen Geografische focus: de stad en de wereld
8 8 8 9 9 9
Instrumenten 4.1 4.2
5
4 5 5 6 6
Doel, focus, uitgangspunten en werkwijze 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
4
Internationale context: van Millenniumdoelen naar post-2015 VN ontwikkelingsagenda Europese Unie Nationaal beleid: een sterkere koppeling tussen hulp en handel Veranderend speelveld Positionering beleid voor Mondiale bewustwording in Eindhoven
11
Stimuleren mondiaal burgerschap Stimuleren mondiale partnerschappen
11 12
Reikwijdte en planning 5.1 5.2 5.3 5.4
14
Ingang Samenwerking met oude én nieuwe partners Resultaten 2015 en 2016 Afbouw Lopende verplichtingen
14 14 14 15
BIJLAGE: gesprekspartners
16
BIJLAGE: deelnemers bijeenkomst 10 september 2014
17
2
Raadsnummer
1
Inleiding
Eindhoven heeft een lange traditie van mondiale bewustwording en internationale samenwerking. Als ’slimste regio’, met een sterk internationaal economisch profiel,zijn wij ons bewust van het belang van ons wereldwijde netwerk. Als stad in de wereld, met een mondiale bevolking, willen wij onze verantwoordelijkheid nemen voor een eerlijkere verdeling van welvaart en welzijn en voor het bevorderen van eerlijke handel en duurzame productie. Wij doen dat binnen onze mogelijkheden en vanuit onze rol als lokale overheid. In de afgelopen jaren heeft de gemeente Eindhoven een aantal stappen gezet voor het vernieuwen van haar beleid voor mondiale bewustwording. Dit is ingegeven door veranderingen in de mondiale context en bezuinigingen. We hebben onze stedenbanden afgebouwd, in projecten en via evenementen geëxperimenteerd met het betrekken van nieuwe doelgroepen, en in gesprekken en bijeenkomsten met onze partners in de stad verkend wat hun visie is op de toekomst van het beleid. Met deze nota zetten we ons nieuwe beleid voor mondiale bewustwording uiteen. We sluiten daarin aan bij de internationale ontwikkelingsdoelstellingen van de VN. Om daarbinnen een zo groot mogelijk verschil te kunnen maken willen we dat we als Eindhoven vooral dát doen waar we goed in zijn, en waar we ervaring in hebben. We willen daarom stimuleren dat we werken vanuit ons Eindhovense DNA. Dat betekent voor onze rol als stadsbestuur dat we onszelf ook in dit beleid zien als één van de spelers in de ‘multiple helix’ van burgers en maatschappelijke organisaties, onderwijs- en kennisinstellingen, bedrijven en overheid. Minder dan voorheen willen we daarin als bestuur sturend zijn: het primaat ligt wat ons betreft bij onze partners. Als bestuur willen we initiatieven van burgers, instellingen en bedrijven faciliteren en voor verbinding zorgen. En we willen ondersteunen bij de implementatie van beleid waar dat betrekking heeft op onze eigen kerntaken als gemeente.
Mondiale bewustwording: vergroten van het inzicht in de levensomstandigheden van mensen in ontwikkelingslanden en in de relatie tussen deze omstandigheden en die van ons, met als doel een bredere betrokkenheid bij de thema’s uit de VN ontwikkelingsagenda: rechtvaardige verdeling van welvaart en welzijn,eerlijke handel en productie, duurzame ontwikkeling en vrede & veiligheid.
3
Raadsnummer
2
Mondiale bewustwording
De vernieuwing van ons beleid speelt zich af tegen een veranderende context. De VN Millenniumdoelen worden op dit moment herzien en nationaal is er een nieuw beleid voor Ontwikkelingssamenwerking ingezet. Wij positioneren ons beleid binnen deze nieuwe context. 2.1
Internationale context: van Millenniumdoelen naar post-2015 VN ontwikkelingsagenda
In 2000 hebben de Verenigde Naties 8 doelen gesteld voor 2015, de zogenaamde Millenniumdoelen (MDGs). Vanaf 2016 komen er nieuwe doelen, waarvan de invulling nu wordt voorbereid. De post-2015 ontwikkelingsagenda zal vier dimensies krijgen: sociaal, economisch, milieu en veiligheid & rechtsorde: – Inclusieve sociale ontwikkeling (voldoende voedsel en hoogwaardig onderwijs voor iedereen,vermindering kindersterfte en sterfte bij bevalling, gender gelijkheid, toegang tot schoon water en sanitaire voorzieningen voor iedereen) – Inclusieve economische ontwikkeling (uitroeien van inkomstongelijkheid en de ongelijkheid in toegang tot voedsel, voldoende en gepast werk) Millennium doelen (2000-2015) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Halvering van de armoede in de wereld en minder mensen honger Alle kinderen naar de basisschool Mannen en vrouwen hebben dezelfde rechten Sterke daling kindersterfte Daling moedersterfte Verspreiding van aids en malaria is gestopt Bevorderen duurzaam leefmilieu Eerlijke handel, schuldverlichting en hulp
Voorstel voor de nieuwe doelen voor de post-2015 ontwikkelingsagenda (juli 2014) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Een einde aan armoede Einde aan honger, voedselveiligheid en gezonde voeding, duurzame landbouw Gezonde levens en welzijn voor iedereen op alle leeftijden Toegang tot kwalitatief goed onderwijs en mogelijkheden voor levenslang leren Gelijkwaardigheid russen de sexen en versterken van de rechten van vrouwen en meisjes Toegang tot schoon water en sanitair Toegang tot duurzame en betaalbare energie Duurzame, inclusieve economische groei en volledige werkgelegenheid Robuuste en veerkrachtige infrastructuur, duurzame industrialisering en bevorderen van innovatie Verminderen van ongelijkheid binnen en tussen landen Inclusieve, veilige, veerkrachtige en duurzame steden en dorpen Duurzame consumptie en productiepatronen Tegengaan van klimaatverandering Duurzaam gebruik van oceanen, zeeën en mariene hulpbronnen Duurzaam beheer van de natuur (ecosystemen, bossen, tegengaan verwoestijning, land degradatie en verlies aan biodiversiteit) Vreedzame en inclusieve samenlevingen, toegang tot rechtspraak en doeltreffend en verantwoord bestuur op alle niveaus. Meer mogelijkheden voor implementatie en krachtigere mondiale samenwerking voor duurzame ontwikkeling
4
Raadsnummer
– –
Vrede en Veiligheid (afwezigheid van geweld, conflicten en geweld, vreedzame toegang tot natuurlijke bronnen) Duurzaam Milieu (bescherming van de biodiversiteit, stabiel klimaat, weerbaarheid tegen natuurrampen)
De (voorlopige) agenda is daarmee aanzienlijk verruimd ten opzicht van de eerdere MDG’s. Daarmee doet de VN recht aan een aantal ontwikkelingen die de wereld sinds het begin van het nieuwe millennium hebben veranderd. Richtte de MDG’s zich vooral op de allerarmsten in de minst ontwikkelde landen, in de nieuwe agenda is de scope verbreed en wordt erkend dat het merendeel juist ook in (nieuwe) midden-inkomenlanden als China, Indonesië, Brazilië en India woont. Ook woont een meerderheid van de wereldbevolking inmiddels in steden (in 2050 naar schatting 70% van de wereldbevolking), dat geldt ook voor het merendeel van de allerarmsten. Er is een toenemende impact van economische, financiële, voedsel- en klimaatcrises op de internationale verhoudingen. En de rol van de westerse landen op het wereldtoneel wordt kleiner, die van opkomende economieën groeit. 2.2
Europese Unie
De Europese Unie voert een ontwikkelingsbeleid dat voor een belangrijk deel aansluit bij de Millenniumdoelen van de VN. Er is een afzonderlijke commissaris voor het beleid humanitaire hulp en rampenbestrijding. Het einddoel van de Unie is om achtergebleven bevolkingsgroepen in de wereld weer controle te geven over hun eigen ontwikkeling. Daarom richt de hulp zich vooral op de oorzaken van hun achterstand. De EU zet in op private sector ontwikkeling, democratisering, mensenrechten en goed bestuur en het gebruik van innovatieve financiële instrumenten. 2.3
Nationaal beleid: een sterkere koppeling tussen hulp en handel
“Nederland wil vooruit in de wereld en Nederland wil vooruit met de wereld. We zijn betrokken bij mondiale problemen. Ons land is een van de meest open landen ter wereld. We zijn afhankelijk van de ontwikkeling van anderen voor ons eigen welzijn en onze eigen welvaart. Duurzame en inclusieve groei is in ons eigen belang en in het belang van anderen.” Bron: Wat de wereld verdient, Ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
De Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking presenteerde op 5 april 2013 haar beleidsnota “Wat de wereld verdient: een nieuwe agenda voor hulp, handel en investeringen”. In deze Rijksnota gaat het om de uitvoering van een nieuwe agenda die is gebaseerd op drie ambities: – het uitbannen van extreme armoede in één generatie (getting to zero) – duurzame en inclusieve groei overal ter wereld – succes voor Nederlandse bedrijven in het buitenland Deze nota onderscheidt zich van eerdere beleidsnota’s door geïntegreerde benadering van economische samenwerking en ontwikkelingssamenwerking.
5
Raadsnummer
In de nota wordt er een onderscheid aangebracht tussen drie soorten bilaterale relaties met landen: – Hulprelaties gericht op landen die hun armoedeproblemen niet zelf kunnen oplossen. – Overgangsrelaties gericht op midden inkomenslanden en lage inkomenslanden met een forse groei. Het combineren van hulp en handel kan tot wederzijds voordeel leiden. Naast de armoedebestrijding is de steun gericht op het vergroten van markttoegang en het verbeteren van hun ondernemingsklimaat. – Handelsrelaties gericht op handel en investeringspromotie, met ondermeer de ontwikkelde landen en BRIC landen centraal. 2.4
Veranderend speelveld
De veranderende nationale en internationale focus heeft zijn weerslag op het functioneren van het maatschappelijke veld. De veranderingen in het beleid leiden ook tot een aanpassing in de financiële ondersteuning van maatschappelijke en kennisorganisaties. Bovendien is er sprake van bezuinigingen, wat leidt tot extra financiële onzekerheid bij bestaande organisaties en programma´s die afhankelijk zijn van publieke steun. Dat geldt ook voor een aantal landelijke en provinciale organisaties waar Eindhovense maatschappelijke organisaties, onderwijs- en kennisinstellingen,bedrijven en de gemeente nu nog een beroep op kunnen doen. Het is nog niet helemaal te overzien wat dit in de praktijk gaat betekenen. Een aanvullend punt is dat er een grotere erkenning is van de rol van lokaal bestuur in ontwikkelingssamenwerking op nationaal, Europees en internationaal niveau. Daar zal in de toekomst nog verder op ingezet worden. In dat kader is er ook zicht op een strategisch partnerschap tussen de EU en de Europese koepelvereniging van gemeenten (CEMR). In VN verband vertegenwoordigt de United Cities and Local Governments (UCLG) de belangen van lokale overheden. 2.5
Positionering beleid voor Mondiale bewustwording in Eindhoven
De gemeente Eindhoven positioneert zich met haar nieuwe beleid in dit veranderende speelveld. Inhoudelijk sluiten we aan bij de VN ontwikkelingsdoelen. Mondiale bewustwording, internationale samenwerking, duurzame ontwikkeling, eerlijke handel & productie en vrede & veiligheid komen daarin steeds meer in elkaars verlengde te liggen. Daarnaast zien we, net als het Rijk, kansen in een verdere koppeling tussen ons economische beleid en ons beleid voor mondiale bewustwording. Deze beleidsnota voor mondiale bewustwording is een van de manieren waarop we invulling geven aan onze ambities. Dit beleid richt zich op de samenwerking met onze partners in de stad, vanuit de filosofie van multiple helix allianties. Daarnaast voeren we als gemeente een duurzaam inkoopbeleid (doelstelling: 100% duurzaam in 2015; Collegeprogramma 2014-2018). Vanuit het beleid voor mondiale bewustwording hebben we in toenemende mate aandacht voor verbindingen met andere gemeentelijke doelstellingen en initiatieven op het gebied van duurzaamheid en ‘social return’. Dit zijn twee thema’s waar veel
6
Raadsnummer
aandacht voor is in het collegeprogramma. We hebben de ambitie om deze verbindingen In de komende jaren verder te benoemen en te versterken.
Eindhoven: Millennium én Fairtrade Gemeente In 2007 is Eindhoven Millennium Gemeente geworden en sinds 2011mogen we ook het label Fairtrade Gemeente voeren. Een Millennium Gemeente draagt samen met haar inwoners bij aan het behalen van de VN Millenniumdoelen: acht internationale afspraken om de armoede in de wereld te halveren. Zij doen dit door initiatieven uit de bevolking te stimuleren en door duurzaam beleid en eerlijke handel. Steeds vaker komen lokale initiatieven voort uit de gemeenschap. In een Fairtrade Gemeente zorgen inwoners, winkels, bedrijven en de lokale overheid samen voor meer eerlijke handel. Om deze titel te verdienen werkt de lokale gemeenschap aan zes campagnecriteria. Een onafhankelijke jury toetst of gemeenten voldoen aan deze criteria en zich Fairtrade Gemeente mogen noemen. Er zijn 150 Millennium Gemeenten en 47 Fairtrade Gemeenten in Nederland.
7
Raadsnummer
3
Doel, focus, uitgangspunten en werkwijze
Samengevat is het doel van ons beleid het vergroten van mondiale bewustwording in Eindhoven door: Het stimuleren van mondiaal burgerschap onder Eindhovense burgers en bedrijven; Het stimuleren van mondiale partnerschappen en netwerken; Het verbinden van het beleid voor mondiale bewustwording aan ons economische beleid, door synergie te zoeken met handelsrelaties en belangen.
Mondiaal burgerschap: gedrag dat recht doet aan de principes van wederzijdse afhankelijkheid in de wereld, de gelijkwaardigheid van mensen en de gedeelde verantwoordelijkheid voor mondiale vraagstukken.
Mondiaal partnerschap: een samenwerkingsverband tussen een alliantie van rechtspersonen in Eindhoven en in een stad elders in de wereld dat een gezamenlijk doel nastreeft dat aansluit bij de VN ontwikkelingsagenda
3.1
Waarom mondiale bewustwording?
Eindhoven is een internationale stad. In economisch opzicht is de positie van Eindhoven in een internationaal netwerk cruciaal. In Eindhoven wonen studenten, kenniswerkers en anderen uit de hele wereld. Eindhoven is voor zijn economische succes afhankelijk van bedrijven die vooral internationaal zaken doen. Burgers en instellingen in Eindhoven hebben veel internationale contacten. Het zijn belangrijke ambassadeurs van de stad. Ook vinden we het belangrijk dat de kenniswerkers van morgen weten wat er in de wereld gebeurt. We hebben en nemen als stad daarom een verantwoordelijkheid naar de wereld toe. Dat geldt voor veel Eindhovens burgers, instellingen en bedrijven, dat geldt ook voor het stadsbestuur. 3.2
Rol van de gemeente
“Onze opgaven van morgen liggen in de dynamiek tussen overheid en samenleving. Dat vraagt om een dienende overheid die ontwikkelingen mogelijk maakt, zonder het publieke belang uit het oog te verliezen.” Uit: Coalitie Akkoord 2014-2018
In het beleid voor mondiale bewustwording willen we meer dan voorheen het primaat bij onze partners in de stad leggen. De rol van de gemeente zien we primair als het stimuleren en ondersteunen van initiatieven uit de stad en het leggen van zinvolle en kansrijke verbindingen tussen partners. Waar het onze gemeentelijke kerntaken betreft nemen we een actieve rol, en ondersteunen we bij de implementatie. We zien daarbij
8
Raadsnummer
specifiek een rol in het leggen van verbindingen tussen mondiale bewustwording en ons internationale economische beleid, en daarmee met de internationale component van de Brainport-strategie. We werken dus als een gelijkwaardige partij, in wisselende samenwerkingsverbanden met oude en nieuwe partners, publieke en private partijen. 3.3 Inhoudelijke focus Zoals we in hoofdstuk 2 al aangaven sluiten we aan bij de VN ontwikkelingsagenda. We streven daarbij naar een koppeling tussen onze economische agenda en de agenda voor mondiale bewustwording. We willen werken vanuit het DNA van Eindhoven: door aan te sluiten bij wat er in de stad leeft, door scholen, maatschappelijke organisaties en bedrijven te ondersteunen in hun ambities,door een triple of multiple helix aanpak te stimuleren, en door mondiale betrokkenheid in te vullen vanuit de kennis en de sectoren waar Eindhoven sterk in is.
Multiple helix aanpak: een alliantie van burgers en hun maatschappelijke organisaties, onderwijs- en kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid, die,elk vanuit hun eigen rol, een gezamenlijk doel nastreven.
3.4 Doelgroepen We willen met ons beleid Eindhovense burgers, instellingen en bedrijven ondersteunen die activiteiten willen ontplooien op het gebied van mondiale bewustwording. We hebben daarin speciale aandacht voor het actief betrekken van jongeren en onderwijs, en het actief betrekken van het MKB. 3.5 Geografische focus: de stad en de wereld Net als in het verleden hebben we in ons beleid ruimte voor bewustwordingsactiviteiten in Eindhoven én ondersteunen we organisaties en bedrijven die activiteiten in ontwikkelingslanden initiëren. Een verschil met voorheen is dat we niet langer als gemeentebestuur formele stedenbanden aangaan met buitenlandse steden waar we een speciale band mee willen 1 onderhouden . We laten het initiatief bij de partners in de stad, en ondersteunen hen in 2 hun ambities . We bieden ook ruimte om binnen het beleid voor mondiale 3 bewustwording activiteiten te ontplooien in de zogenaamde Europese nabuurlanden .
1
Met dien verstande dat we de Jumelage met Bayeux wel in stand houden. Dit is een specifieke relatie die vanuit de WO2 geschiedenis is ingegeven. 2 Ook voor de voor de stedenbanden lag bij maatschappelijke organisaties en de TU/e. Vervolgens is aan de gemeente gevraagd een stedenband aan te gaan, en is de gemeente een medetrekkersrol gaan vervullen. 3 De precieze landenlijst werken we uit in de subsidieregeling, zodat we die bij veranderende omstandigheden zo nodig tussentijds kunnen aanpassen.
9
Raadsnummer
We vinden het wel belangrijk dat er bij activiteiten in ontwikkelingslanden sprake is van een duurzame, langjarige relatie, en van samenwerking met lokale stakeholders. Van onze stedenbanden hebben we immers geleerd dat kortlopende initiatieven in Internationale Samenwerking niet beklijven en dat lokale betrokkenheid ter plaatse cruciaal is voor het slagen van initiatieven. Dit type activiteiten vraagt een projectmatige aanpak, met expliciete doelen en een tijdspad.
10
Raadsnummer
4
Instrumenten
Voor de realisatie van onze doelstellingen zetten we primair twee typen instrumenten in. Dat is ten eerste de financiële ondersteuning van initiatieven vanuit de stad, zowel voor mondiaal burgerschap als voor mondiale partnerschappen. En ten tweede willen we binnen het totaal beschikbare programmabudget ruimte maken voor aanvullende capaciteit om actief een koppeling te leggen tussen mondiale partnerschappen en handelsrelaties, en daarmee juist ook het MKB meer te betrekken bij dit onderwerp. Daarnaast realiseren we ons dat de rol van lokale diplomatie onverminderd van belang is. Waar dat zinvol is willen we daarom via bestuurlijke contacten mondiale bewustwording blijven bevorderen. Ook de incidentele inzet van capaciteit en kennis van inhoudelijke beleidsmedewerkers vanuit de gemeente, waar dat aanvullend is op de inzet van MKB en maatschappelijke organisaties, is mogelijk. 4.1
Stimuleren mondiaal burgerschap
Voor het stimuleren van mondiaal burgerschap stellen we een subsidieprogramma in. Hiermee willen we kleinschalige initiatieven, grotere projecten en jaarprogramma’s ondersteunen van organisaties die mondiaal burgerschap onder de Eindhovense bevolking stimuleren.
Voorbeelden van kleinschalige activiteiten die in 2014 een bijdragen hebben ontvangen van de gemeente Eindhoven: -
Een projectweek waarin HBO leerlingen en het internationale bedrijfsleven bij elkaar zijn gebracht rond casussen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, Vertegenwoordigers van Artsen zonder grenzen, Warchild, Unicef, stichting Emfuleni en Amnesty International die het gesprek aangaan met middelbare school leerlingen, Een sponsorloop voor Soedan: ca 230 kinderen hebben 6 km gelopen met 6 liter water en daarmee € 4.362,-- opgehaald. Dit is door de sponsors gemeente Eindhoven, Waterschap de Dommel en Brabant Water verdubbeld tot € 8.724,--. Hieraan gekoppeld is op verschillende scholen voorlichting gegeven over water en sanitaire voorzieningen in Soedan.
Voorbeelden van projecten die onderdeel zijn van jaarprogramma’s en/of grotere projecten: -
-
-
Jaarlijkse scholierencompetitie voor middelbare scholen over ontwikkelingssamenwerking, met onderwijsprogramma's op de scholen en ter afsluiting een bijeenkomst in de raadzaal. Jongerenprogramma Consumptie Verplicht. Jongeren worden hier bereikt op plekken waar jongeren in georganiseerd verband bij elkaar komen. Het programma wordt mede gefinancierd door het Ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Koppeling van design aan fair trade, met een pilot tijdens de Dutch Design Week 2014. Organisatie fair trade modeshow Wereldmaaltijden op Wereldvoedseldag Vredeseducatie op scholen
11
Raadsnummer
De regeling voor ondersteuning van kleinschalige initiatieven is in grote lijnen een voortzetting van de regeling zoals die tot en met 2014 van kracht was. Deze regeling functioneert goed en stelt ons in staat om met een relatief gering budget maatschappelijke initiatieven te ondersteunen. Tevens stellen we een budget in voor grotere projecten en voor jaarprogramma’s. Binnen dit budget kunnen alle organisaties die op een of andere manier een bijdrage leveren aan mondiaal burgerschap een aanvraag indienen. We willen tevens bevorderen dat organisaties onderling elkaar informeren, inspireren en kennis uitwisselen. Een platform kan daarin een goede rol spelen. Dat kan bijvoorbeeld naar analogie van de ‘Team 2015’ aanpak, die door de VNG wordt gepropageerd. Maar het kan ook een andere vorm krijgen, bijvoorbeeld door een koppeling te leggen met de werkgroep Fairtrade gemeente. We willen tevens gaan experimenteren met het betrekken van ambassadeurs en adviseurs bij het programma. Op die manier willen we onder andere de aansluiting met jongeren en het MKB versterken. 4.2
Stimuleren mondiale partnerschappen
Als gemeente vinden we het belangrijk om ook vanuit onze economische relaties aandacht te besteden aan inclusieve economische groei, inclusieve sociale groei, duurzaamheid en vrede & veiligheid. Er liggen kansen in het betrekken van bedrijven 4 (met name MKB ) en kennisinstellingen. Veel bedrijven en instellingen zijn bereid om in het verlengde van hun handelsrelaties een bijdrage te leveren aan de post-2015 ontwikkelingsdoelen. Maar het ontbreekt ze aan de kennis of de tijd om daar zelfstandig invulling aan te geven. Om daadwerkelijk een bijdrage te leveren is een katalysator en verbinder nodig die de koppelingen tot stand brengt. Dat kan het beste vanuit de plek waar de overheid al contacten heeft met bedrijven in de regio over internationalisering: Brainport International Desk. Vanuit Brainport International Desk wil de gemeente bedrijven en instellingen stimuleren om via een projectmatige aanpak een bijdrage te leveren aan de post-2015 ontwikkelingsdoelen. Bij voorkeur gebeurt dat in een triple of multiple helix samenwerking. Dit vraagt om koppelingen met maatschappelijke organisaties en met onderwijs- en kennisinstellingen. Deze aanpak werkt alleen, als we een goed beeld hebben van hetgeen bedrijven kunnen en willen bieden, en als we actief koppelingen kunnen leggen met andere partners in de stad. Op die manier zijn bedrijven en andere instellingen bereid om binnen hun eigen doelstellingen en in het verlengde van hun eigen kernkwaliteiten, een bijdrage te leveren aan mondiale bewustwording binnen mondiale partnerschappen. De keuze en invulling van projecten vindt dan ook plaats in nauwe samenspraak met partners. De partners leveren geld en mankracht om de projecten uit te voeren.
4
Vooral voor het MKB kan de gemeente een belangrijke meerwaarde bieden; grote bedrijven
hebben hun eigen beleid en netwerken.
12
Raadsnummer
Om succesvol te kunnen zijn is het belangrijk om in te zetten op meerjarige projecten, waarbij het tegelijkertijd goed is om afspraken te maken over de eindigheid van de samenwerking. Dit geeft ook een prikkel om binnen de beschikbare tijd tot concrete resultaten te komen. Dit vraagt wel aanvullende capaciteit omdat dit als taak niet voorzien is bij de Brainport International Desk. De gemeente stelt daarom middelen beschikbaar zodat een makelaar kan worden aangesteld, die nauw samenwerkt met Brainport International Desk en stelt een budget beschikbaar voor het stimuleren van mondiale partnerschappen. De gemeente verwacht een minimaal even grote bijdrage van andere partners, en een actieve inbreng in het partnerschap.
Goede ervaringen met triple en multiple helix aanpak In de projecten die in het kader van de Eindhovens stedenbanden zijn uitgevoerd is sinds 2008 in toenemende mate nadruk gelegd op een geïntegreerde benadering van ontwikkeling. Dit betekent een verschuiving van het ondersteunen van sociale projecten naar projecten die voorwaarden scheppen voor lokale economische groei. Economische ontwikkeling is immers een belangrijke voorwaarde om te komen tot effectieve armoedebestrijding. Het gehanteerde motto is: “Het beste cadeau dat je een kind in een ontwikkelingsland kan geven is een vader/moeder met een baan.” Een belangrijke voorwaarde voor succes in de uitvoering van projecten én in de verduurzaming van de uitkomsten is een heldere rolverdeling tussen betrokken partijen. Dit doen we via het multiple helix model: een samenwerking tussen het maatschappelijk middenveld, onderwijs- en kennisinstellingen, het bedrijfsleven en de lokale overheid. De inhoudelijke uitwerking van de samenwerking vindt plaats volgende de lijn: visie > programmadoelen > projecten > evaluatie. Binnen de samenwerking werkt elke partij vanuit zijn eigen core-business, en in de samenwerking zijn de partijen complementair. Dat houdt in dat ze niet allemaal hetzelfde doen of – het omgekeerde - activiteiten uitvoeren die niet in een gezamenlijke programmatische benadering zijn ingebed en niets met elkaar te maken hebben. Ook in de partnersteden hebben we een betrokkenheid vanuit alle poten van de multiple helix gestimuleerd. De rol van de lokale overheid is daarin van groot belang, omdat de lokale overheid een doorslaggevende voorwaardenscheppende rol kan spelen bij sociaal en/of economische lokale ontwikkeling. Bovendien is een gebrek aan samenwerking een belangrijke remmende factor in ontwikkeling. Zo voelen het midden- en kleinbedrijf of maatschappelijke organisaties zich veelal onvoldoende gesteund door de gemeente. Daarnaast is er vaak wantrouwen tegenover de lokale politiek. De gemeente Eindhoven richtte zich vanuit haar ‘corebusiness’ vooral op het versterken van de positie van de lokale overheid. Bij de start van ons project “Leren en werken in de agro-industrie in Chinandega 2009 t/m 2014” zijn we bijvoorbeeld begonnen met het laten ondertekenen van een ‘letter of intent’ door niet alleen de burgemeester van Chinandega, maar ook de Nicaraguaanse minister van Onderwijs.
13
Raadsnummer
5
Reikwijdte en planning
5.1
Ingangsdatum: 1 januari 2015
Dit beleid gaat in op 1 januari 2015. De subsidieverordeningen die gekoppeld zijn aan de uitvoering van dit beleid worden separaat onder verantwoordelijkheid van het College van B&W opgesteld, en gaan eveneens in op 1 januari. 5.2
Samenwerking met oude én nieuwe partners
Het beleid bouwt voort op de ervaringen die we in de afgelopen jaren hebben opgedaan. De veranderingen die we doorvoeren komen voort uit de kennis expertise die we hebben opgedaan. In de implementatie van het beleid willen we deels op dezelfde voet doorgaan, deels ook met nieuwe partners en in andere rollen werken. Wat nieuw is is de samenwerking met de Brainport International Desk en onze ambitie om een sterkere betrokkenheid van ambassadeurs en/of adviseurs vanuit de stad. Ook de verdere integratie van mondiale bewustwording met duurzame ontwikkeling (conform de nieuwe VN ontwikkelingsdoelen vanaf 2016) zorgt voor een andere focus. En als overheid moeten we zoeken naar onze nieuwe rol, waarbij we met minder ambtelijke capaciteit en middelen een onverminderd ambitieuze doelstelling willen realiseren. 5.3
Resultaten 2015 en 2016
De komende twee jaar zijn wat ons betreft belangrijke jaren,die de effectiviteit van de nieuwe aanpak moeten bevestigen. We willen over twee jaar in elk geval de volgende resultaten hebben geboekt (mede in de context van de beschikbare middelen): -
-
Jaarlijks worden 25 tot 40 kleinschalige initiatieven financieel ondersteund uit de regeling voor mondiaal burgerschap; Bij tenminste de helft van die projecten zijn jongeren of het MKB betrokken; Jaarlijks worden minimaal 6 grotere projecten of jaarprogramma’s ondersteund; De projecten hebben een goede spreiding over de verschillende thema’s voor mondiale bewustwording: inclusieve sociale ontwikkeling, inclusieve economische ontwikkeling, vrede & veiligheid en duurzaam milieu; In 2016 zijn tenminste drie mondiale partnerschappen actief, waarin MKB, onderwijs/kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties participeren. Tegenover de financiële bijdrage vanuit de gemeente staat minimaal een even grote bijdrage van de andere multiple helix partners.
Over twee jaar (begin 2017) willen we ons beleid en de ingezette instrumenten evalueren, en zo nodig herzien.
14
Raadsnummer
5.4
Afbouw lopende verplichtingen
Een aantal verplichtingen met partners is aangegaan in 2014, en loopt door in 2015. Dit zijn bijvoorbeeld afspraken met het Vredesburo, de Wereldwinkel en Switch. Na 2015 kunnen ook deze organisaties aanvragen indienen binnen het programma voor mondiaal burgerschap en/of deelnemen in een mondiaal partnerschap.
15
Raadsnummer
BIJLAGE: gesprekspartners Voor het opstellen van deze nota is in september 2014 gesproken met de volgende personen: TNO – Frank van den Heuvel TU Eindhoven – Karen Ali Wipro – Tijmen Fine Vlisco - Jan van der Horst Philips – Guy Kerpen Hightech Campus – Cees Admiraal Eindhoven 365 – Eric Boselie Switch – Rob van Mierlo en Bianca Wijers Wereldwinkel – Kees Kemps en Bertus van Waardenburg Vredesburo – Hans Matheeuwsen Bungamati Foundation Nepal – Gerard Arink Summa College –Peter Berkers en Betty Dirksen Gemeente Eindhoven – Naomi Verstraeten
16
Raadsnummer
BIJLAGE: deelnemers bijeenkomst 10 september 2014 Bij het opstellen van deze nota is dankbaar gebruik gemaakt van de input die door een groot aantal organisaties is geleverd tijdens de bijeenkomst op 10 september 2014. Deze bijeenkomst was een initiatief van een aantal maatschappelijke organisaties, waaronder het Vredesburo en Switch. Bram Soetendal - Stedenband Eindhoven Chinandega Anastase Shyirambere - Duurzaam voor Afrika Johan Buizert - Stichting Djenne Bianca Wijers - Switch Frank Depla - Raadslid PvdA Patrick vd Voort - Kleurrijke Stad Arthur Lourijsen - Milieudefensie Mpanzu Bamenga - Raadslid D66 Paul Dinjens - Stichting MOV Ank Broeders - Lumensgroep Marianne Kemps - Wereldwinkel Hans Matheeuwsen - Vredesburo Piet Schram - Vredescentrum Eindhoven Marianne van Lanvelt - A story 2 tell Bas van den Hout - Sint Lucas Suzanne Wernsen - Amnesty International Yvonne Oostenenk - Baha'i Gemeenschap Eindhoven Jos Hazebroek - Baha'i Gemeenschap Eindhoven Patricia Quinten - Chili Komite Eindhoven Bertus van Waardenburg - Wereldwinkel Betty Dirksen - Wereldwinkel/Summacollege Hanny Jacobs, voormalig raadsambassadeur stedenband Eindhoven-Chinandega Wim Hasselmann - MOV Chris Dierickx - Vredescentrum/Wereldhuis Eindhoven/Dialoog/WPF Elaine Nicolaesz -Vluchtelingen in de Knel Firouzeh Hamidian - Stichting Samen voor Gezondheid voor Vrouwen Omar Shire - Maakhir Ontwikkelings Vereniging (MOV) Mohamud Farah Ali Maakhir Ontwikkelings Vereniging (MOV) Abdi Dalmar - Maakhir Ontwikkelings Vereniging (MOV) Geke van Dijk - Lumens in de Burt Inge Berkers - Sint Lucas Eindhoven Martine Planken - Amnesty Eindhoven J.H. Soto Leyton - Chili Komite Eindhoven Rita Camp - Stichting Cambodia-Dutch Constance van Dorp - Koerdische Culturele Vereniging Eindhoven Linda Muskens - Wereldwinkel Wilma Slomp - Milieudefensie Teun Snelder - Stichting Eindhoven-Emfuleni Frank Janssen - Amnesty International Eindhoven Jac Marks – MOV
17
Raadsnummer
Robert Elbrink – Gemeente Eindhoven Twan de Bruijn – Gemeente Eindhoven Cees Volwater - Gemeente Eindhoven Ferry van den Broek - raadslid VVD Eindhoven S.O. Nambeke - Stichting Mayumbu Jeanne van Beers - Stichting Djenne Janine Caalders – bureau BUITEN Roselinde Eilers - World Peace Flame Eindhoven Hannie Luiten - Protestantse Gemeente Eindhoven Ontmoetingskerk Anneke Jobajoe - Stichting Shakti
18