Nu online www.vandaagindenhaag.nl
voor beslissers bij de overheid 22 januari 2010 nr
1 zesde jaargang |
www.pm.nl
Doc-Direkt ruimt 800 kilometer rijksarchieven op
Minder benauwd met
staatsgeheimen Kabinet vluchtte voor volkenrecht pagina 8
Hoger onderwijs droomt Californisch
Marianne Thieme en de staat van het dier
pagina 19
pagina 22
Is een website voor
PM nummer 1 22 januari 2010
Nieuws 8 t/m 11
8
Kabinet zette commissie Volkenrecht buitenspel
Ex-CAVV-voorzitter Karel Wellens verwerpt uitleg premier
9
Opnieuw tegenspoed voor P-Direkt
Deelname OCW en SZW uitgesteld
10
Ontwikkelingsfondsen zetten terugtocht in
11
22
Oxfam Novib heeft moeite met nieuwe koers Koenders
Nederland spelbreker bij sociale dialoog EU DG Jaap Uijlenbroek ziet geen ‘ toegevoegde waarde’
Coverstory
‘Nederland doet het minimale’ Marianne Thieme (PvdD) over De Staat van het Dier
14
Grote opruiming in rijksarchieven Doc-Direkt moet 800 kilometer papier wegwerken
Spelers 26 t/m 29
26 27 28
19
30
Dromen van Californië
De nieuwe helden van de ‘glokalisering’
Hoger onderwijs lonkt naar Amerikaans model
Manfred van Doorn over de duurzame heilsstaat
André Knotterus naar WRR De overstap van Lidewijde Ongering Christianne Bruschke (LNV) pareert Q-koortscrisis
Inspiratie 30 t/m 33
33
Kans op gratis Power & Love van Adam Kahane
Beau Monde
35
Is er leven na Davids?
Cover: Welmer Keesmaat
De nasleep van Davids Hoe verstandig was het van de premier om direct op het stevige rapport van de commissieDavids te reageren, nog voordat hij het van voor tot achter gelezen had? Het gevolg was een Kamerdebat tot diep in de nacht, zonder dat het echt over de inhoud ging. Hoe zit het nu precies met het volkenrechtelijk mandaat? Een advies van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) is destijds bewust uit de weg gegaan, zo bevestigt hoogleraar Karel Wellens, indertijd voorzitter van het CAVV, tegenover PM (p. 8). Hoewel de commissie-Davids onafhankelijk te werk heeft kunnen gaan, zoals overal maar weer benadrukt wordt, werpt ze in het eindrapport de vraag op met welke redenen sommige documenten het predicaat ‘staatsgeheim’ moeten behouden. Algemeen Rijksarchivaris Berendse zint al langere tijd op manieren om
de krampachtige wijze waarop er in Nederland met vertrouwelijke stukken wordt omgegaan, te doorbreken. Dat is overigens niet het enige wat hem hoofdbrekens bezorgt. De departementen hebben hun archiveringsachterstand inmiddels laten oplopen tot 800 kilometer aan documenten. Om dit weg te werken is een organisatie in het leven geroepen, die volgende week start met de voorbereidingen. In 2011 moeten ruim 300 ambtenaren aan het werk om die stapels en stapels aan stukken over te dragen aan het Nationaal Archief dan wel te vernietigen. Na het nachtelijk debat van vorige week is het kabinet voorlopig gered, maar nog te bezien valt of het de coalitiepartijen lukt met een eenduidige reactie op ‘Davids’ te komen. De opgeworpen vragen graven dieper aan de fundamenten van de regering dan tot nog toe onderkend. Cindy Castricum
[email protected] 22 januari 2010 PM
3
binnenkort in Den Haag Voor premier Balkenende is dit jaar met het uitkomen van het Irak-rapport van de commissie-Davids pittig begonnen. De commotie naar aanleiding van zijn eerste reactie is inmiddels geluwd, maar de angel is nog niet uit het debat. Het kabinet wil begin februari met een officiële reactie komen, zodat vervolgens het politieke debat gevoerd kan worden. De minister-president zal, nu de campagne vanwege de gemeenteraadsverkiezingen is losbarsten, de komende weken ook tijd moeten vrijmaken voor partijpolitieke aangelegenheden. Zo is hij uitgenodigd voor de CDA-burgemeestersborrel op maandag 25 januari in de Oude Zaal van de Tweede Kamer. Ook wordt hij 5 februari verwacht bij het fractieweekend.
Algemene Zaken
Minister Ter Horst is maandag 25 januari in Ede bij de Winterconferentie Jeugdgroepen, waar het fenomeen jeugdbendes besproken zal worden. Dit naar aanleiding van de recente inventarisatie van deze bendes. De minister fietst maandag ook mee met de Sponsorfietstocht voor politieman Rob Oostrom. die door geweld ernstig rugletsel opliep. De fietstocht begint in Zeist.
BZK
Donderdag 28 januari opent Ter Horst de bestuurlijke conferentie Huiselijk geweld in Den Haag. Ze overhandigt op 4 februari in Den Haag het ABC-boekje over de grondwet aan vicevoorzitter Tjeenk Willink van de Raad van State. Staatssecretaris Bijleveld opent 22 januari de ambassadeursconferentie over de herstructurering van de Nederlandse Antillen in Den Haag. De staatssecretaris verricht donderdag 28 januari ook de opening van de nieuwe archiefbewerkingsorganisatie DocDirekt die versneld archieven gaat verwerken (zie p. 14). Op maandag 1 februari opent Bijleveld een bijeenkomst over open source software bij het rijk in Den Haag. Woensdag 3 februari is ze in Kampen waar ze de inleiding geeft op de Theologische Hogeschool die de tienjarige samenwerking met Zwolle, Kampen en de provincie Overijssel viert.
In de week van 25 januari staan twee spoeddebatten gepland. De naleving van de regels ten aanzien van asbest en de inhuur van externen bij de landelijke politieorganisatie voorziening vtsPN zijn onderwerp van discussie. Daarnaast wordt premier Balkenende deze week aan de tand gevoeld over de uitspraken die hij heeft gedaan over belastingverhoging. Ook wordt er gedebatteerd over de berichten dat de minister-president heeft aangedrongen op afzwakking van Natura 2000, het Europese natuurbeschermingsbeleid. De rellen in Culemborg en de mislukte aanslag op de vlucht van Northwest Airlines van Amsterdam naar Detroit op Eerste Kerstdag worden eveneens plenair behandeld. Op 26 januari spreken de commissies voor NederlandsAntilliaanse en Arubaanse Zaken van de Eerste en Tweede Kamer over het rapport Kiezen voor het Koninkrijk. Daarnaast staan er AO’s over de rijksbaggerdepots (Verkeer en Waterstaat) en de Afghanistanconferentie (Buitenlandse Zaken) gepland. Een dag later zijn er AO’s over onder meer de binnenvisserij ( LNV), de wijkaanpak (Vrom) en de luchtvaart (Verkeer en Waterstaat). Ook wordt er gesproken over de nieuw op te richten Nationale Investeringsbank (Financiën). Op donderdag 28 januari debatteert dezelfde commissie over de beheersorganisatie staatsparticipaties in financiële instellingen en de aansprakelijkheid van financiële toezichthouders. Ook praten de commissieleden
Tweede Kamer
4
PM 22 januari 2010
Minister Verhagen is maandag in Brussel vanwege een bijeenkomst van de Europese Raad voor Externe Betrekkingen (RBZ). Sinds begin dit jaar is deze raad gescheiden van de Raad Algemene Zaken (voorheen Razeb). Twee dagen later vindt in Den Haag een CDA-conferentie over transatlantische betrekkingen plaats. De 28e is Verhagen in Londen, voor een internationale topconferentie over de situatie in Afghanistan. De situatie in Haïti na de verwoestende aardbeving daar, slokt veel tijd op van minister Koenders. Hij heeft veel overleggen ‘thuis’ op het departement en een geplande dienstreis naar Soedan is afgezegd. Staatssecretaris Timmermans is maandag in Brussel voor de Raad Algemene Zaken (RAZ). Aansluitend vliegt hij naar Turkije, voor een driedaags werkbezoek aan Istanbul en Ankara, van 25 tot en met 27 januari. Op 2 februari opent de staatssecretaris in het Londense Tate Modern museum een tentoonstelling van de in Utrecht geboren impressionistische schilder en publicist Theo van Doesburg. Op 5 februari ontmoet de staatssecretaris onder andere dominee Jesse Jackson, als in Amsterdam onder de noemer ‘Hyphen-
Buitenlandse Zaken
op deze dag met Jan Hommen, voorzitter van de raad van bestuur van de ING Groep. Op de agenda staan verder nog AO’s over het vermogensbeheer van onderwijsinstellingen (OCW), het programma Veilige Publieke Taak (BZK), multifunctionele landbouw (LNV), de Zorgverzekeringswet (VWS) en de notitie Visie op bescherming (Justitie). De week hierna wordt er plenair gesproken over de Wet bescherming persoonsgegevens. Aanleiding hiertoe is de overeenkomst inzake de verwerking en overdracht van persoonsgegevens van passagiers door luchtvaartmaatschappijen. Ook de Vreemdelingenwet staat op het programma, tijdens de bespreking wordt onder meer ingegaan op nationale visa. Op dinsdag 2 februari heeft de Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken een kennismakingsgesprek met Hero de Boer, ambassadeur in Libanon, en Dolf Hogewoning, ambassadeur in Syrië. Ook staan er AO’s gepland over het CBR (Verkeer en Waterstaat) en de Informele Raad voor Concurrentievermogen (Economische Zaken). Een dag later wordt er overlegd over het personeel en materieel bij Defensie. Op de agenda staan eveneens AO’s over de luchtkwaliteit (Vrom), Staatsbosbeheer (LNV), de palliatieve zorg (VWS) en de voortgangsrapportages van het terrorismebestrijdingsprogramma en het project Veiligheid begint bij voorkomen (Justitie). De BZK-Kamercommissie gaat op deze dag in
binnenkort in Den Haag Nation’ een debat over diversiteit plaatsvindt. Ook Obama-adviseur Eboo Patel is aanwezig. Minister Van Middelkoop geeft op dinsdag 2 februari acte de présence bij de doopplechtigheid van een nieuw marineschip uit de Hollandklasse in Vlissingen. Koningin Beatrix zal de plechtigheid uitvoeren. Van Middelkoop is op donderdag 4 en vrijdag 5 februari in Istanbul, Turkije. Daar woont hij de informele ministeriële Navo-bijeenkomst bij onder voorzitterschap van secretarisgeneraal Anders Fogh Rasmussen. Ter voorbereiding op de bijeenkomst staat op 27 januari een algemeen overleg gepland. Staatssecretaris De Vries is op woensdag 3 februari aanwezig bij twee AO’s over personeel én materieel bij Defensie.
Defensie
Maandag 25 januari brengt minister Van der Hoeven ‘s middags een werkbezoek aan de provincie Friesland. Ze spreekt op verscheidene locaties, waaronder Leeuwarden en de Afsluitdijk, met ondernemers. Maandag 1 februari brengt de minister een werkbezoek aan Haarlem, waar zij eveneens in gesprek
Economische Zaken
gaat met lokale ondernemers. Staatssecretaris Heemskerk neemt op dinsdag 26 januari in Madurodam een publicatie in ontvangst over toerisme uit de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China). De publicatie bevat verwachtingen over het inkomend toerisme uit deze landen. De dag erop is Heemskerk aanwezig op een congres over multinationale ondernemingsraden in Amstelveen. Hij geeft daar een toespraak over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Op maandag 1 februari brengt de staatssecretaris een werkbezoek aan Tilburg met als thema ‘veilig ondernemen en de lokale economie’. Afsluitend geeft Heemskerk op de universiteit een gastcollege over internationale handel, economie en internationaal ondernemen. Minister Bos houdt vrijdagavond 25 januari de Den Uyllezing in de Rode Hoed te Amsterdam. Onder de titel De derde weg voorbij evalueert hij deze vernieuwingsbeweging om te concluderen dat zij onvoldoende antwoorden biedt op een aantal actuele vragen waar veel moderne Westerse samenlevingen mee te maken hebben. Naast twee AO’s over aansprakelijkheid van toezichthouders en staatsparticipatie, dinsdag de 28e, trekt de
Financiën
PvdA-leider de komende tijd veel het land in vanwege de campagne voor de naderende gemeenteraadsverkiezingen. Staatssecretaris De Jager is maandag 25 januari aanwezig bij een bijeenkomst van VNO-NCW Tiel, waar hij een toespraak houdt. Op vrijdag 29 januari spreekt hij bij Golden Sachs Asset Management in Amsterdam. Op maandag 25 januari is minister Hirsch Ballin hoofdspreker op de vijfde editie van de bijeenkomst In vrijheid verbonden in het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht. Centraal staat het thema ‘Wat verbindt ons en waar moet het heen? Over de wortels van respect in de verschillende religies en levensbeschouwingen’. Staatssecretaris Albayrak is op donderdag 28 januari aanwezig op het Festival Forensische Zorg in Maarssen. Zij neemt deel aan een debat over media met als hoofdvraag: ‘Hoe kan het dat de media soms van een mug een olifant maken en waarom werken politici hieraan mee?’ Op woensdag 3 februari brengt Albayrak een werkbezoek aan het staalconcern Corus in IJmuiden. Het bezoek staat in het teken van kennismigranten.
Justitie
De senatoren debatteren op dinsdag 26 januari over de generatie van de toekomst. Er wordt plenair gesproken over de verwijsindex risicojongeren en de versterking van de besturing van instellingen voor het hoger onderwijs, de collegegeldsystematiek en de rechtspositie van studenten. In de commissievergaderingen wordt onder meer gesproken over de inkadering van de Winkeltijdenwet (EZ) en de Wet elektronisch verkeer met de bestuursrechter (Justitie). Op 2 februari staat de Wet veiligheidsregio’s op het programma. Voorwaarde is wel dat de Aanpassingswet veiligheidsregio’s tijdig door de Tweede Kamer is a fgehandeld. Dan kunnen beide wetsvoorstellen gezamenlijk behandeld worden. Voornaamste doel van de wet is het verbeteren van rampenbestrijding en crisisbeheersing. Een grotere slagkracht en meer eenheid, eenduidigheid en eenvoud in de aanpak is noodzakelijk, aldus het kabinet.
Eerste Kamer
gesprek met de Nationale ombudsman over de relatie tussen hem en het kabinet. Op 4 februari wordt er tijdens de AO’s onder meer gesproken over de justitiële jeugdinrichtingen (Justitie) en het AIVadvies Transitional Justice: gerechtigheid en vrede in overgangssituaties (Buitenlandse Zaken). De Kamercommissie voor Europese Zaken is op 4 en 5 februari uitgenodigd voor de COSAC-conferentie in Madrid. Tweejaarlijks komen de voorzitters van de vaste commissies voor Europese Zaken van de nationale parlementen bijeen om een grotere betrokkenheid bij de activiteiten van de Europese Unie te stimuleren.
www.vandaagindenhaag.nl 22 januari 2010 PM
5
binnenkort in Den Haag Minister Verburg is 27 januari aanwezig bij de conferentie Toekomst van het GLB, over het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Het GLB wordt deze jaren hervormd om meer ruimte te geven voor duurzaamheid en om te voorkomen dat de recente groei van de unie leidt tot extra uitgaven voor landbouw. Een dag later trapt ze in Leiden het Internationaal Jaar van de Biodiversiteit 2010 af. Het weekeinde brengt de minister door in New York. Daar komt de Commission for Sustainable Development (CSD), waar Verburg vorig jaar voorzitter van was, bijeen.
LNV
Zondag 24 januari woont minister Plasterk in Amsterdam de nieuwjaarsreceptie van het COC bij. Maandag houdt hij de slottoespraak van een conferentie over gemeentelijk homo-emancipatiebeleid in Utrecht en ’s avonds reikt hij het eerste exemplaar uit van The best of Hetty Blok in de Openbare Bibliotheek Amsterdam. Woensdag 28 januari brengt de minister met staats secretaris Van Bijsterveldt in Tilburg een werkbezoek in het kader van associate degrees. ’s Avonds is de bewindsman te gast bij de opening van het Rotterdams
OCW
Symposia
Filmfestival. Vrijdagochtend 29 januari, voor de ministerraad van start gaat, neemt de PvdA’er, samen met minister Klink (VWS) een advies in ontvangst over de numerus fixus van de studie geneeskunde. Na het weekend, op maandag 1 februari, viert Plasterk het vijfjarig jubileum van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) in Den Haag. Staatssecretaris Van Bijsterveldt brengt maandag de 25e een werkbezoek aan de Leidse Instrumentenmakersschool. ’s Middags woont ze in Rotterdam de conferentie Talentontwikkeling bij. Vrijdag 29 januari opent de CDA’er het Vakcollege in IJmuiden en vervolgens verricht ze in Amsterdam de aftrap van de eerste ronde van de Nederlandse Wiskundeolympiade. Maandag 1 februari legt Van Bijsterveldt eerst een werkbezoek af aan Stichting Dedicon te Zoetermeer waarna ze in de
Organiseert u ook een congres, seminar of symposium? Geef het aan ons door via
[email protected].
28 & 29 januari
Wat Waar Tijd Sprekers Organisatie
Interparlementaire conferentie over de verbetering van controle op Europese begrotingsgelden Oude Zaal, Tweede Kamer 28 januari 16.30 – 20.45, 29 januari 9.30 – 18.00 Luigi de Magistris (voorzitter budgetcontrolecommissie Europees Parlement), Josef Bonnici (Europese Rekenkamer) en diverse Kamerleden Kamercommissies voor Rijksuitgaven en Europese Zaken i.s.m. de commissie voor Financiën van de Eerste Kamer
1 februari
Wat
6
PM 22 januari 2010
Lezing Nieuwe bestuursvormen van leiderschapstrainer Manfred van Doorn naar
Waar Tijd Sprekers Organisatie
Tweede Kamer de uitreiking verricht van het Beste Leerbedrijf. Maandag 25 januari brengt staatssecretaris Dijksma een werkbezoek aan Flevoland. Op basisschool Crescendo (Almere) gaat ze in gesprek met leraren tijdens de zogeheten Lerarenkamer. Dinsdag 26 januari is Dijksma ’s ochtends in Amsterdam om een handreiking over huisvesting buitenschoolse opvang in ontvangst te nemen. Daarna gaat ze naar Genève vanwege een vergadering van het comité van het VN-Vrouwenverdrag. Vrijdag de 29e brengt Dijksma een werkbezoek aan Vlissingen en maandag 1 februari is ze in Breda waar opnieuw een Lerarenkamer plaatsvindt. Minister Donner neemt maandag 8 februari in Amsterdam het stappenplan van het Steunpunt Studerende Moeders in ontvangst. Het stappenplan voorziet in een route om uit de bijstand te komen. Staatssecretaris Klijnsma gaat woensdag 27 januari naar een bijeenkomst van VNO-NCW. Centraal staat het belang van poortwachtercentra, waar het beschikbare personeel wordt bijgehouden. Donderdag 28 januari slaat ze de eerste paal voor een Werkplein in Naaldwijk. De
SZW
aanleiding van zijn meest recente boek Het wiel opnieuw uitvinden (zie ook p. 30). Het Koorenhuis, Den Haag 16.00 -18.00 uur Manfred van Doorn , Ellen van Doorne (adviseur strategie BZK), Philippe Raets (Het Expertise Centrum) e.a. Double Healix
2 februari
Wat Waar Tijd Met Organisatie
Strategieconferentie Wel Thuis! Wonen, wel- zijn en zorg in crisistijd: Kansen blijven benutten op lokaal niveau. Provinciehuis Utrecht 12.00-17.30 uur Paul Frissen (NSOB), gedeputeerde Wouter de Jong, hoogleraar Guus van Montfort e.a. Provincie Utrecht
binnenkort in Den Haag staatssecretaris is op 4 februari aanwezig bij een bijeenkomst in het kader van het Europees jaar van de Armoede in het Utrechtse Vechthuis. Daar geeft ze de aftrap voor de Nederlandse campagne over dit thema. Minister Eurlings is maandag voor een werkbezoek in Nijmegen. Daar werd eind vorig jaar de proef Slim prijzen Waalbrug gehouden, waarin het verkeersgebruik over de brug werd gemeten. Automobilisten die vervolgens buiten de spits over de brug reden, werden beloond voor goed gedrag. Op die manier hopen het ministerie en de Stadsregio Arnhem Nijmegen het aantal files te verminderen. Een dag later speecht Eurlings op de nieuwjaarsborrel van LTO Nederland. Staatssecretaris Huizinga bezoekt op 1 en 2 februari de steden Zürich en Straatsburg vanwege een studiereis in het kader van visieontwikkeling Regionaal OV.
Verkeer en Waterstaat
heid. Donderdag woont ze een werkconferentie bij over bedrijventerreinen. Ook de Friese commissaris van de koningin John Jorritsma is daarbij aanwezig. In het nieuwe jaar gaan de wijkbezoeken van minister Van der Laan gewoon door. Maandag 25 januari reist hij naar Zuid-Limburg. In Maastricht bezoekt hij de Vogelaarwijk Noordoost, en daarna gaat hij naar Sittard-Geleen. Daar geen krachtwijken, maar wel buurten die net niet opgenomen zijn in de top veertig. Anderhalve week later bezoekt hij in Dordrecht de wijk Wielwijk/Crabbehof. Op 28 januari bezoekt hij in Amsterdam het symposium Tien jaar stedelijke vernieuwing in Amsterdam-West. En werkt het? Op 27 januari leest minister Klink in zijn woonplaats Capelle aan den IJssel voor aan groep zeven van de Groen van Prinstererschool. Dit in het kader van
VWS
Minister Cramer is maandagavond in Deventer. Op de Saxion Hogeschool aldaar woont ze vanwege de Greenovator-tour een informatieavond bij voor studenten over milieu en duurzaam-
Vrom
Op maandag 25 januari staat er een Politiek Café in de Haagsche Kluis gepland. Haagse vrouwen is het thema van de avond. De week hierna staat het homo-emancipatiebeleid centraal. Op dinsdag 26 januari neemt Economische Zaken in de Rolzaal aan het Binnenhof afscheid van DG Energie en T elecom Mark Frequin (foto). Hij gaat 1 februari aan de slag als DG Wonen, Wijken en Integratie op het ministerie van Vrom. De 27e organiseert het ministerie van Buitenlandse Zaken de lezing Victim, Bully or Hopeless Case – The shape of Iranian history. Michael Worthy, voormalig hoofd van de afdeling Iran van het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken, zal de geschiedenis van dit land uiteenzetten om zo de huidige onrust te verklaren. De jonge garde verzamelt zich op 28 januari in de Nieuwe Kerk van Den Haag. Daar reikt D’66-er Alexander Pechtold de prijs uit aan de Jonge ambtenaar van het Jaar. De winnaar van deze jaarlijkse verkiezing krijgt naast alle roem, complimenten en een kunstwerk ook een ‘ervaringsprijs’, aldus organisator Futur. De gelukkige mag op uitnodiging van Henk Kamp, commissaris voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba, het veranderingsproces op de BES-eilanden van dichtbij bekijken. Op diezelfde dag organiseert het Europees Parlement Bureau Nederland in hotel
de Nationale Voorleesdagen (20-30 januari). Op 1 februari is Klink aanwezig op de Rotterdamse Erasmus Universiteit, hij speecht daar tijdens de Bedrijvendagen. De 3e woont hij in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein een hartoperatie bij. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een innovatieve operatietechniek. Staatssecretaris Bussemaker gaat 25 januari op werkbezoek in de gemeente Haarlem. Op 27 januari woont de staatssecretaris de Nooit meer Auschwitz-lezing bij in het Koninklijk Instituut voor de Tropen. Op 1 februari is Bussemaker aanwezig bij de aftrap van de Verkiezingstour van de taakgroep Handicap en lokale samenleving op het Spuiplein in Den Haag. Minister Rouvoet neemt op 25 januari in perscentrum Nieuwspoort een rapport in ontvangst over de jeugdgezondheidzorg. Op woensdag 27 januari speecht de minister op een conferentie in de Rotterdamse Kuip over werkgelegenheid, de aanpak van jeugdwerkloosheid en veilige wijken. Op 30 januari is Rouvoet uiteraard van de partij op het ChristenUniejubileumcongres in het Beatrixtheater in Utrecht.
Overig
De L’Empereur in Maastricht een bijeenkomst over het Nederlandse drugs- en coffeeshopbeleid in Europa. Hierbij zal ook uitgebreid aandacht zijn voor de grensoverschrijdende criminaliteit. Verder wordt de agenda van veel politici de komende weken beheerst door partijpolitieke aangelegenheden. Met de gemeenteraadsverkiezingen in aantocht trekken zij vol enthousiasme het land in. De ChristenUnie combineert de activiteiten in NoordBrabant en Zuid-Holland op 22 januari met haar verjaardagsfeestje. Op die dag bestaat deze partij namelijk precies tien jaar.
www.vandaagindenhaag.nl 22 januari 2010 PM
7
nieuws Dagbladen weigerden kritische petitie van rechtsgeleerden over Irak
Kabinet zette commissie Volkenrecht buitenspel Het ontbreken van ‘een adequaat volkenrechtelijk mandaat’ voor de inval van Irak bracht het kabinet-Balkenende IV vorige week door toedoen van de commissie-Davids in crisistoestand. Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Jaap de Hoop Scheffer blijkt indertijd bewust een adviesaanvraag aan de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) uit de weg te zijn gegaan. Toenmalig CAVV-voorzitter Karel Wellens betreurt het dat zijn commissie niet gebruik heeft gemaakt van haar initiatiefrecht.
8
PM 22 januari 2010
minister. Tegenover de commissie-Davids verklaarde Koenders het te betreuren dat hij niet heeft geprobeerd de CAVV om advies te vragen.
Petitie Toenmalig CAVV-voorzitter Wellens bevestigt die gang van zaken. Wellens vermeldt dat de CAVV ook de mogelijkheid had gehad om uit eigen beweging met een advies te komen, maar over die stap kon de commissie intern niet tot overeenstemming komen. Hoe Wellens zelf dacht over de legitimiteit van de oorlog in Irak bleek echter al toen hij zich datzelfde jaar uit hoofde van zijn hoogleraarschap in het volkenrecht aansloot bij een collectief schrijven van tal van Nederlandse volkenrechtexperts waarin zij onderstreepten dat
‘Het besluit kon de legaliteitstoets niet doorstaan, toen niet en nu niet’ er geen volkenrechtelijke rechtvaardiging was te bedenken voor de inval in Irak. Wellens: ‘Die petitie schreven we in navolging van Britse collega’s, die op 7 maart 2003 in de Guardian een open brief van identieke strekking hadden geplaatst. Wij boden onze tekst ter publicatie aan zowel NRC Handelsblad als de Volkskrant aan, maar geen van beide ging tot onze ergernis en verbazing over tot publicatie van de brief, die uiteindelijk wel werd afgedrukt in het Nederlands Juristenblad.’ Voor Wellens waren de verwikkelingen rond het buitenspel zetten van de CAVV mede reden om zich in 2005 terug te
Foto: Erik van ‘t Hullenaar
BZ • De Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) is in de aanloop naar de Nederlandse steun van de Brits-Amerikaanse inval in Irak in 2003 bewust niet geconsulteerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken omdat ‘de top van het departement liever geen volkenrechtelijke obstakels zag op het pad dat was uitgestippeld’, zo schrijft de commissie-Davids in haar rapport over besluitvorming rond Irak. Indien de CAVV wel was geconsulteerd, zou al direct duidelijk zijn geworden dat een adequaat volkenrechtelijk mandaat ontbrak om steun aan de inval te rechtvaardigen. In het rapport wijst de commissieDavids erop dat Bert Koenders, op dat moment PvdA-Kamerlid, in september 2002 een verzoek aan de regering deed een spoedadvies over de Irak-kwestie aan te vragen bij de CAVV. Uit dossiers van de Dienst Juridische Zaken (DJZ) van het ministerie van Buitenlandse Zaken, zoals geraadpleegd door de commissie-Davids, blijkt dat aanvankelijk een instemmend concept werd vervaardigd en dat er ook overleg werd gepleegd met de voorzitter van de CAVV, toentertijd de Nijmeegse rechtsgeleerde Karel Wellens. Een latere notitie bevatte echter het advies niet in te stemmen met het verzoek van Koenders. De aanvraag van advies zou ‘overbodig’zijn ‘in het licht van het door de minister [Jaap de Hoop Scheffer, RZ] reeds ingenomen standpunt ten aanzien van Irak.’ Wel wees de DJZ in de notitie op de mogelijkheid dat de Tweede Kamer de CAVV zelf zou vragen om een advies, maar deze optie werd uiteindelijk niet genoemd in het antwoord dat het PvdA-Kamerlid ontving van de
Karel Wellens
trekken als voorzitter van deze adviescommissie van Buitenlandse Zaken. Wellens: ‘Ik trok mij terug als voorzitter om twee redenen: ten eerste omdat het volkenrecht bepaald geen prioriteit bleek te hebben bij het bepalen van het buitenlands beleid (ondanks dat dat volgens onze Grondwet wel degelijk het geval zou moeten zijn), en ten tweede omdat ik vond dat de CAVV te weinig gebruikmaakte van het eigen initiatiefrecht, zoals in de kwestie-Irak.’ Wellens zegt de afgelopen week met stijgende verbazing te hebben g ekeken naar de schermutselingen binnen het kabinet en de regeringspartijen naar aanleiding van het rapport van de commissie-Davids. Wellens: ‘Het geeft geen pas als de minister-president zegt dat hij “met de kennis van nu” zou hebben gestreefd naar een adequater volkenrechtelijk mandaat. Zo’n uitspraak houdt volkenrechtelijk geen steek. Het besluit om zich aan te sluiten bij de oorlog kon de legaliteitstoets niet doorstaan, toen niet en nu niet, je kunt je als regering niet beroepen op voortschrijdend inzicht.’
• René Zwaap
nieuws Ambtenaren Justitie leggen portal plat
Opnieuw tegenslag P-Direkt De invoering van P-Direkt bij OCW en SZW is uitgesteld. De departementen zouden deze maand worden aangesloten op de systemen van P-Direkt, maar wegens technische storingen is de overstap enkele maanden uitgesteld. Directeur Sylvia Bronmans is niet ongerust. ‘Hick-ups horen bij dit soort grootschalige implementaties.’ BZK/OCW/SZW • Eind november ging het mis, vertelt Bronmans. Bij Justitie werden 20.000 nieuwe gebruikers aangesloten op het totaalpakket van P-Direkt, waarmee rijksambtenaren zelf zaken als verlof, reiskosten en werktijden kunnen regelen. ‘Die maandag slibde de portal dicht en ontstond een storing. Hij was te vol geraakt en daardoor werd hij traag. Transacties komen dan niet door, dus besloten we hem dicht te doen.’ Een combinatie van factoren lag daaraan ten grondslag, zegt Bronmans. Want naast de massale interesse van de Justitieambtenaren – aangespoord door de top van het departement die in een mail
aan de werknemers aankondigde dat iedereen vanaf 12.00 uur het portal kon bereiken – was er een softwarefout die verholpen moest worden. Binnen een week kon de portal bij de huidige gebruikers weer grotendeels open, maar om in de toekomst overbelaste servers te voorkomen, wil P-Direkt de overgang van departementen spreiden. Een beter spreidingsbeleid is een van de ‘lessons learned’ zegt Bronmans, en dus gaat voortaan maar een departement per keer over op de portalen van P-Direkt. Volgens de nieuwe planning gaat SZW nu in april van dit jaar over, OCW volgt in juni. Bronmans: ‘De laatste
drie m inisteries gaan in de eerste helft van 2011 over. Die planning loopt geen gevaar. Je houdt altijd rekening met vertraging bij dit soort complexe implementaties. Maar we liggen op koers en het is best bijzonder dat we al zover zijn.’ De massale interesse die grotendeels ten grondslag lag aan de crash van de PDirektportal, verbaast Bronmans niet. Het gaat om privé-informatie van medewerkers. ‘We hebben de afgelopen maanden wel gemerkt dat mensen heel geïnteresseerd zijn in informatie over henzelf en dat ze veel bellen met vragen.’ • Rutger van den Dikkenberg
Kroese enzo …
22 januari 2010 PM
9
nieuws Oxfam Novib en Hivos lopen vooruit op koers Koenders
Ontwikkelingsorganisaties beginnen grote terugtocht
De Nederlandse ngo Oxfam Novib kondigt het vertrek aan uit meer dan dertig ontwikkelingslanden. De organisatie wil focussen op fragiele staten in met name West-Afrika, maar krijgt internationaal kritiek over de selectiecriteria. Inmiddels roept de WRR minister Koenders op de Nederlandse hulp te concentreren op niet meer dan tien aandachtslanden.
minister Koenders, waarbij ngo’s op het gebied van ontwikkelingssamenwerking worden verplicht 60 procent van hun budget te besteden in landen met wie de Nederlandse regering een ontwikkelingsrelatie heeft. De bewindsman kondigde een nieuw medefinancieringsstelsel voor ngo’s aan. Ontwikkelingssamenwerking moet 100 miljoen euro per jaar bezuinigen en reduceert het aantal ngo’s waarmee wordt samengewerkt. In het verlengde daarvan wordt het aantal landen dat in aanmerking komt voor Nederlandse hulp drastisch ingeperkt. Oxfam Novib-directeur Farah Karimi zegt niet gelukkig te zijn met de wijze waarop ngo’s tot een verlengstuk worden gemaakt van het regeringsbeleid, maar wijst erop dat de raden van bestuur van Oxfam Novib en Hivos al sinds twee jaar met elkaar in gesprek zijn over de reorganisatie. Zij zijn zonder druk van buitenaf tot dit ‘zelfstandige besluit’ gekomen, aldus Karimi. Inzet was vooral te voorkomen dat Hivos en Oxfam Novib te zeer in elkaars vaarwater zitten. Farah Karimi: ‘Dit is belangrijk om versnippering te voorkomen en te zorgen voor zo veel mogelijk impact van de hulp. Oxfam Novib zal zich vooral concentreren op Afrika, met veel aandacht voor de “fragile states”, de armste landen ter wereld, terwijl Hivos zich meer op Latijns-Amerika zal richten. Bij het selecteren van landen waar we blijven werken hanteren we criteria als de mate van armoede, maar we werken ook aan de hand van strategische regionale analyses. West-Afrika is daarbij van groot belang, daar blijven we actief in Mali, Senegal, Niger, Nigeria, Benin en Angola. In Oost-Afrika blijven we in Mozambique.’
Narcostaat BZ • Terwijl de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in het eerder deze week gepubliceerde advies Minder pretentie, meer ambitie voorstelt de Nederlandse ontwikkelingshulp te concentreren op tien kernlanden, trekt de Nederlandse ngo Oxfam Novib zich momenteel terug uit meer dan dertig landen. Oxfam Novib verlaat de komende periode Latijns-Amerika, Indonesië, Kenia en Tanzania. De heroriëntatie vindt plaats in nauw overleg met ontwikkelingorganisatie Hivos, die eveneens het mes zette in het aantal landen waarmee gewerkt wordt en zich terugtrekt uit Mozambique, Centraal-Azië en een aantal middeninkomenslanden als Costa Rica, El Salvador en Kazachstan.
10
PM 22 januari 2010
Alleen in Oeganda en Zimbabwe blijven beide organisaties met een eigen landenprogramma aanwezig. Oxfam Novib zegt te kiezen voor een ‘duidelijke focus op de moeilijkst toegankelijke, vaak instabiele en armste landen’ en zet vooral in op onderwijs, gezondheidszorg en veiligheid. Hivos richt zich meer op goed bestuur, nieuwe media, actief burgerschap, zelfbeschikking en vergroening van de economie. De twee organisaties kondigden tevens aan nauw te gaan samenwerken bij de keuze en inkoop van leveranciers van diensten zoals de huisbankier en juridische adviseurs. Oxfam Novib en Hivos lijken daarmee te preluderen op het nieuwe beleid van
Het aangekondigde vertrek van Oxfam Novib uit tal van landen moet eind volgend jaar zijn beslag hebben gekregen, maar werpt nu al schaduwen vooruit in bijvoorbeeld Guinee-Bissau, de voormalige Portugese kolonie in West-Afrika. Guinee-Bissau behoort al decennia tot een van de tien armste landen ter wereld, valt regelmatig ten prooi aan cholera en andere epidemieën en kent een uiterst instabiel politiek regime, gekenmerkt door staatsgrepen en aanslagen op bewindspersonen. De afgelopen jaren is Guinee-Bissau uitgegroeid tot een belangrijke doorvoerhaven van cocaïne uit Zuid-Amerika naar Europa en het 1 miljoen inwoners tellende land is volgens de VN hard op weg te veranderen in een
nieuws narcostaat. Waarnemers wijzen erop dat dit bijdraagt aan corruptie en instabiliteit in de gehele West-Afrikaanse regio. Toch kondigde Oxfam Novib het vertrek uit Guinee-Bissau aan. In 2011 wil de organisatie de donorrelatie met Guinee-Bissau verbroken hebben. Farah Karimi spreekt van ‘een pijnlijke beslissing’ en zegt dat haar organisatie zich zal inspannen om andere donoren te vinden voor Guinee-Bissau. De subsidies van Oxfam Novib worden in Guinee-Bissau onder meer besteed om de vele radiostations op de been te houden die een cruciale rol vervullen in de communicatie met de kwetsbare bevolking in de afgelegen delen van het land. De Portugese ngo Cidac sloeg in een petitie aan de Europese ministerraad alarm over het vertrek van Oxfam Novib uit Guinee-Bissau, dat eerder al tal van andere organisaties uit het land zag vertrekken. In de petitie wijst Cidac op het grote belang van het Nederlandse ontwikkelingsgeld voor Guinee-Bissau. Binnen de lokale informatievoorziening is de communautaire radio van levensbelang, en de financiering daarvan komt vrijwel
geheel uit Nederland. Ook de zorg om de bescherming van de archipel van de Bijagos is vrijwel exclusief een Nederlandse aangelegenheid, en ook daar is geen zicht op alternatieve financiering. In een reactie op het reeds genoemde WRR-rapport liet minister Koenders weten dat Nederland de komende jaren nog verder zal schrappen in het aantal landen dat in aanmerking komt voor ontwik-
OS moet 100 miljoen euro per jaar bezuinigen en reduceert het aantal ngo’s waarmee wordt samengewerkt kelingshulp. De WRR stelt voor om het aantal partnerlanden terug te brengen tot tien. De afgelopen vijftien jaar verminderde Nederland het aantal partnerlanden al van ruim honderd naar veertig. ‘In deze kabinetsperiode zal de regering de ontwikkelingsrelatie met nog eens zeven landen stopzetten en in zes andere landen zal de hulpbijdrage worden verminderd,’ aldus Koenders. Volgens de bewindsman
lijkt het getal van tien partnerlanden zoals de WRR voorstelt ‘tamelijk willekeurig gekozen’. Nederland koppelt de spankracht aan drie categorieën landen (fragiele staten, landen die versneld de Millenniumdoelen bereiken en landen waar hulp wordt afgebouwd). ‘Zo kan het beste de hulpafhankelijkheid worden verminderd,’ aldus Koenders. De suggestie van de WRR om een speciale dienst (NLAid) op te richten, die losstaat van ambassades in ontwikkelingslanden, mag niet op al te veel enthousiasme van de minister rekenen. Volgens Koenders zijn er ook veel voordelen verbonden aan de huidige structuur, ‘waarbij de besteding van ontwikkelingsgelden gedelegeerd is aan ambassades en de politieke integratie van beleid is gewaarborgd’. Ook moet worden meegewogen dat een dergelijk voorstel het opzetten van een nieuwe bureaucratie met zich meebrengt en in die zin een stap terug zou kunnen zijn in een tijd dat de overheid gevraagd wordt te bezuinigen, aldus de bewindsman. ‘Niettemin vereist het voorstel serieuze afweging als alternatief voor het huidige model.’ · René Zwaap
Spanje wil sociale dialoog in EU-verband
Nederland ligt dwars BZK/Europa • Als het aan EU-voorzitter Spanje ligt, wordt het komende halfjaar door alle 27 Europese lidstaten de Europese sociale dialoog met sociale partners geformaliseerd. De regering van socialist Zapatero tekende eind vorige week een overeenkomst met de Spaanse bonden waarin afspraken zijn gemaakt over inspraakmogelijkheden op Europees niveau over arbeidsvoorwaarden bij de nationale overheden. Spanje wil dat andere lidstaten de stap volgen en zal daar tijdens het voorzitterschap flink op hameren. Maar de Nederlandse rijksoverheid is hier als werkgever niet zo happig op, zegt sectorbestuurder Rijk Jan Willem Dieten van Abvakabo FNV. Via Twitter uitte hij zijn zorgen. ‘Nederland wordt toch niet het laatste EU-land dat formalisering van de Europese Sociale Dialoog voor het rijk wil?’ Dieten is voorstander van het forma-
liseren van de Europese Sociale Dialoog, licht hij telefonisch toe. Dat houdt in dat de bonden en werkgevers, al dan niet verenigd in Europese samenwerkingsverbanden, meer zeggenschap krijgen op het gebied van arbeidsverhoudingen. ‘De Europese Commissie is nu nog niet verplicht bij dergelijke maatregelen de sociale partners om advies te vragen,’ zegt Dieten. Daarom wil hij dat Nederland zich sterk maakt voor de vorming van ‘een comité voor de Europese sociale dialoog voor de nationale overheden’ die – na erkenning – verplicht geïnformeerd en geraadpleegd wordt over Europese ontwikkelingen. DG Jaap Uijlenbroek (Organisatie Bedrijfsvoering Rijk, BZK) legt uit dat het Nederlandse kabinet geen toegevoegde waarde ziet in een dergelijk overleg. ‘Over alle sectoren heen bestaat in Europa al een dergelijke dialoog,’ aldus Uijlenbroek. ‘Als het bijvoorbeeld gaat over wijzigingen in
de Arbeidstijdenwet, dan gelden die voor alle sectoren, dus ook voor de publieke sector. In Europees verband wordt daar dan uitgebreid over gesproken. Een apart overleg voor de publieke sector is niet nodig. Temeer daar dat ook al plaatsvindt op nationaal niveau waar het overleg tussen de sociale partners goed geregeld is.’ Dieten blijft het vreemd vinden dat Nederland zich zo isoleert. ‘Een voor een gaan de Europese landen tot formaliseren over. Ik vind het raar dat wij dat niet doen.’
· Rutger van den Dikkenberg
22 januari 2010 PM
11
opinie horen zien & schrijven
Recht, bestuurskunde en communicatie zijn de drie belangrijkste disciplines voor de moderne ambtenaar. In PM publiceren we elke twee weken drie columns waarop u via onze website kunt reageren.
Rosalie Koolhoven Totalitaire chip
H
Recht
et is al donker op straat. Ik ben op metrostation Amsterdam Holendrecht en wacht voor de openbaar- vervoer-chipkaart-oplaadpunt-kaartfaciliteit om mobility te bedrijven. De rij is lang, zodat ik me twee keer over aankomende en wegrijdende metro’s moet opwinden. Ik heb gelukkig in the Gym in een damesblaadje gelezen dat wachten volgens Chinese wetenschappers minder deprimerend is als we kijken naar het einde van de rij, naar de mensen die nog later aan de beurt zijn. Het komt dan ook, als het eindelijk zo ver is en ik me omdraai om het kaartje te kopen, volledig als een verrassing dat het touch screen besmeurd is met de inhoud van een kroket. In mijn omgekeerde wachthouding heb ik al moeten verteren dat een smerige vent uit de vuilnisbak een halve hamburger haalt en met de andere hand zijn bloedneus probeert te stelpen. Een linkshandige dame staat aan de verkeerde kant van de chipkaartlezer. Tsak! Niet op tijd naar binnen. Pech gehad. ‘U bent al ingecheckt.’ Een minuut later, als ik het poortje opendoe met mijn chipkaart, leer ik hoe men zwartrijdt. Genoemde bloedende medepassagier drukt zich dicht tegen me aan om op mijn kaartje mee te glippen. Tsak! Poortje dicht. In de metro is een plek vrij, naast een afgekloven kip. Oude koeien uit de rechtspraak. De NS
was aansprakelijk voor schade door posttraumatische stress van haar controleurs, door mishandeling in allerlei varianten. De pleger was altijd een zwartrijder. De NS kon zich niet exculperen, omdat ze niet genoeg had gedaan ter bescherming van haar medewerkers die het met de zwartrijders moesten uitvechten. Het beleid naar aanleiding daarvan? Ingangscontrole door MENSEN. Bijkomend effect: nettere stations en treinen, iedereen voelde zich lekkerder. Zijn die poortjes de moderne v ariant van de exculpatie? Daarachter zijn we door God en de wereld verlaten. Overgeleverd aan het laatste beetje respect dat de mens na die dure, door de haperingen beangstigende, irriterende en t otalitaire chipervaring nog voor zijn omgeving wil opbrengen. Hoe kom je eruit als de bom valt? Gevangenissen mogen toch alleen door de staat worden gefaciliteerd? En: zwartrijden kan nog steeds. Hoe kon iemand toestemming geven voor dit slechte plan? •
Rosalie Koolhoven is publiciste en docent Nederlands recht aan de Universiteit Osnabrück in Duitsland
Meer op www.pm.nl
12
PM 22 januari 2010
Ruben Maes Nederland schreeuwt om liberale moslims. Hebben we er eindelijk eentje die welbespraakt de westerse waarden probeert te combineren met de islam, dan is hij gelijk verdacht als een wolf in schaapskleren. Tariq Ramadan, hij was weer even terug in Nederland. Misschien loopt hij nog regelmatig door Rotterdam, maar ik had het idee dat hij na zijn ontslag was vertrokken naar Oxford en niet meer terugkwam. Tot afgelopen week, want toen leidde ik een gesprek tussen Ramadan en Paul Scheffer. Het was een publiek onderzoek naar nieuw cultureel burgerschap. Het komt erop neer dat we zoeken naar een
opinie Jorrit de Jong Te weinig bureaucratie
W
at hebben we eigenlijk aan bureaucratie? Erover klagen doet iedereen, van rechts tot links in de politiek, van buiten de overheid tot binnenin, en van de ambtenaar aan het loket tot aan de minister-president. Weinig mensen nemen het op voor de bureaucratie. Terwijl daar toch hele goede redenen voor zijn. Bureaucratie is een relatief effectieve, efficiënte en eerlijke methode om beslissingen te nemen, beleid uit te voeren en regels te handhaven. Toegegeven, het is een wat stroperige, onbuigzame en formele manier van doen, maar het tegenovergestelde zou afschrikwekkender zijn. Stel je voor dat je aanvraag voor een bouwvergunning razendsnel afgewezen zou worden op basis van de persoonlijke opvatting van een ambtenaar, die vervolgens best met je in gesprek wil, maar dan wel na een financiële of seksuele transactie. Ja, da’s niet erg bureaucratisch, maar ook niet erg wenselijk. Althans voor de meeste Nederlanders, zo schat ik in. In ons verlangen naar perfectie focussen we wel erg vaak op de negatieve effecten van bureaucratie, en vergeten we de waarden en normen die eraan ten grondslag liggen: rationele bedrijfsvoering, beslissingen zonder aanzien des persoons en een duidelijk verantwoordingsmechanisme voor ambtelijk handelen. Klinkt toch helemaal niet slecht? Op basis van deze principes stelde Max Weber bijna negentig jaar geleden het ideaaltype van bureaucratische organisaties samen. Dat was een schets van de karaktereigen-
Tariq Ramadan nieuwe gemeenschappelijkheid die het ‘wij’ en ‘zij’ overstijgt. Dat vraagt een open, respectvolle en nieuwsgierige discussie op basis van het besef dat er een absolute vrijheid moet zijn om vragen te stellen. Wat doe je als een vrouwelijke patiënt zich niet wil laten behandelen omdat je een man bent? Wat doe je als je buurman al voor de tiende keer vraagt wat Ramadan nou precies is en grinnikt bij de vraag of je dan wel seks mag hebben na zonsondergang? Waarom lijken je collega’s opeens opvallend gebruik te willen maken van het recht op vrijheid van meningsuiting? Tijdens het gesprek werd steeds duidelijker dat dit geen vragen
Bestuur
schappen in de meest pure vorm; in de werkelijkheid zou je het ideaaltype nooit aantreffen volgens Weber. En dat is misschien nu ook wel aan de hand in Nederland. Daar waar we ontevreden zijn over de overheid, heeft dat vaak te maken met een gebrek aan bureaucratie in plaats van een overschot. We klagen over een gebrek aan rationele bedrijfsvoering wanneer we dezelfde gegevens keer op keer moeten aanleveren of van het kastje naar de muur worden gestuurd. We klagen over willekeur, als we een gemeente ervan verdenken zich moedwillig te verzetten of op de vlakte te houden over een netelige kwestie. En we worden helemaal gestoord van het ontbreken van duidelijke verantwoordingsmechanismen. We willen weten welke organisatie of functionaris we waarop kunnen aanspreken. Als we klagen over het functioneren van de overheid, moeten we niet gelijk op hoge toon schreeuwen om minder overheid, regels of minder bureaucratie. In sommige gevallen zou juist een sterkere overheid, betere regels en een zuiverder vorm van bureaucratie de oplossing kunnen zijn. •
Jorrit de Jong is als onderzoeker en docent verbonden aan Harvard University’s Kennedy School of Government
Communicatie zijn die beantwoord moeten worden op hoog i deologisch niveau. Daar escaleert het g esprek snel doordat uitzonderingen worden verheven tot een principieel probleem. De beste plek voor het vinden van antwoorden, is de culturele confrontatie op straat, in de klas, de artsenpraktijk et cetera. Tweehonderd mensen luisterden in Arnhem geboeid naar de dialoog tussen Ramadan en Scheffer en vonden er inspiratie om zelf weer nieuwsgierig de samenleving tegemoet te treden. Dit is vooral te danken aan de wijze waarop het tweetal de dialoog voerde. Open, bescheiden en nieuwsgierig. En Tariq Ramadan?
Die vertrok na afloop weer naar Engeland. Blijkbaar is een liberale moslim zo beangstigend dat we onze eigen waarden als respect, tolerantie en openheid overboord gooien. Ik wacht op de Nederlandse universiteit die hem weer aanneemt. •
Ruben Maes is partner van communicatiebureau Maes|Okhuijsen en werkzaam als strategisch adviseur en gespreksleider 22 januari 2010 PM
13
coverstory Archiefachterstand rijksoverheid bedraagt meer dan 800 kilometer
De papieren draak Het Nederlandse archiefwezen staat aan de vooravond van grote verschuivingen. De nieuwe shared service organisatie Doc-Direkt moet honderden kilometers aan onverwerkt archief die de departementen nog als achterstand goed te hebben maken, binnen tien jaar verwerken. Intussen werkt de Algemene Rijksarchivaris Martin Berendse in overleg met OCW aan een eigentijdser regime voor archief selectie en openbaarmaking, zoals onder meer bepleit door de commissie-Davids.
14
PM 22 januari 2010
O
m te voorkomen dat de overheid sterft aan een ‘informatie-infarct’ sloegen de departementen de handen ineen om de opgebouwde verwerkingsachterstand (een verzameling van honderden kilometers) binnen tien jaar te verhelpen, zoals de ministers van BZK en OCW al aankondigden in hun brief aan de Tweede Kamer van 7 juli 2009 over de ‘modernisering informatiehuishouding Rijk’. Donderdag 28 januari a.s. geeft staatssecretaris Ank Bijleveld van BZK in het gebouw van het ministerie van Financiën het officiële startschot voor Doc-Direkt, een nieuwe interdepartementale archiefverwerkingdienst die het kabinetsvoornemen met ingang van volgend jaar tot werkelijkheid moet brengen. Doc-Direkt is onder meer gehuisvest in het gebouw van het ministerie van Financiën en zal behalve uit zo’n 190 archief specialisten, documentalisten en andere specialisten (voornamelijk betrokken van de diverse ministeries) bestaan uit de Centrale Archief Selectiedienst (CAS) in Winschoten, die opgaat in groter verband maar de eigen locatie behoudt, en de Interim Organisatie Rijks Archieven (IORA) te Rotterdam, die eind vorig jaar werd ontbonden. In totaal zal de dienst zo’n 330 personeelsleden tellen. ‘Prekwartiermaker’ van Doc-Direkt is Dirk-Jan de Bruijn, die via de Algemene Bestuursdienst als interimmer tijdelijk de leiding heeft. Per 1 februari wordt hij opgevolgd door kwartiermaker/beoogd directeur Kaat Appelman, voorheen directielid bij Rijkswaterstaat. De Bruijn spreekt van ‘behoorlijke achterstanden’ in het tijdig verwerken en overdragen van de archieven en van nog steeds grote aanwas van archieven. Om de exacte mate van achterstand te berekenen wordt er momenteel een ‘schouwing’ uitgevoerd op de departementale archieven, alsook pilots om erachter te komen ‘welke delen vernietigd kunnen worden zonder al te veel kleerscheuren op te lopen’. Doc-Direkt zal een ‘balans tussen zorgvuldigheid en snelheid’ moeten vinden om aan de deadline die het kabinet stelde te kunnen voldoen, aldus De Bruijn. ‘We zullen kilometers moeten maken, maar hoe sneller de verwerking, des te groter het risico dat er iets misgaat en stukken die eigenlijk toegankelijk gemaakt hadden moeten worden in de papiervernietiger komen. Maar de huidige situatie is ook zeker niet in control. Je kunt wel alles bewaren, maar als je vervolgens niets kunt terugvinden is dat ook een gevaar en biedt al dat bewaren niet meer dan schijnzekerheid. Om die reden wordt er nu in de vorm van pilots ervaring opgedaan in nieuwe methodes om die juiste balans ook te kunnen garanderen. Uit recente affaires als de kredietcrisis, maar ook in de naspeuringen van de commissie-Davids, bleek hoe essentieel een goede informatiehuishouding is, en hoe groot de politieke risico’s zijn van het ontbreken daarvan. Wij streven
naar een zo transparant mogelijke i nformatieketen die gericht is op de gebruiker. E ssentieel daarbij is dat we door deze krachtenbundeling in de keten werken aan een betere positionering van de informatiefunctie. Het gaat nadrukkelijk niet om papier, maar om informatie.’
Tekst René Zwaap Foto’s Welmer Keesmaat
Landsbelang Volgens de Archiefwet van 1995 moet alle overheidsinformatie binnen 20 jaar worden overgedragen aan het Nationaal Archief om door het publiek te kunnen worden geraadpleegd. 95 procent van de overgedragen stukken is direct in te zien. Voor de andere 5 procent geldt dat vanwege privacy, het landsbelang (of dat van een bondgenoot) of door ‘onevenredige benadeling of bevoordeling’ van derden archieven nog een tijd gesloten blijven, of slechts beperkt openbaar worden. Zo’n beperking geldt altijd voor een van tevoren vastgestelde periode. Aan de overdracht aan het Nationaal Archief gaat een selectieproces vooraf, waar behalve de archivarissen van de departementen ook de Algemene Rijksarchivaris bij is betrokken. Gemiddeld wordt zo’n 5 tot 10 procent van de totale archiefvoorraad overgedragen. De departementen hebben daarbij een forse achterstand opgelopen, die in het recente verleden op 800 kilometer hemelsbreed (de
‘Al dat bewaren biedt alleen maar schijnzekerheid als je niets kunt terugvinden’ afstand Den Haag-Zürich) is geschat. Veel archieven bij de departementen liggen vanaf 1975 (dus ver na de overdrachtstermijn) op bewerking te wachten en zijn dus nog niet ontsloten. Algemene Rijksarchivaris Martin Berendse: ‘De termijn voor overdracht binnen 20 jaar uit de Archiefwet kent één ontsnappingsclausule. Zo kan een archief worden achtergehouden als het d ossier in kwestie nog loopt – de termijn kan dan met maximaal 10 jaar worden opgerekt. Dat is dus in feite een uitzonderingsmaatregel, maar zoals wel vaker gebeurt wordt de uitzondering vaak de regel. Zo is de opstopping ontstaan, waar er wel grote onderlinge verschillen bestaan tussen de departementen. Een ministerie als Economische Zaken heeft heel wat minder archief dan Justitie, dat een enorme uitvoeringsorganisatie heeft en veel meer papier moet verwerken. Voordat er vernietiging mag plaatsvinden, moet er een ontwerpselectielijst worden opgesteld door de departementale informatiedienst. Die lijst wordt vervolgens doorgenomen in een driehoeksoverleg waarin behalve de Algemene Rijksarchivaris en de departementale archivaris ook nog een vertegenwoordiger vanuit de samenleving zit, afhankelijk van de aard van het beleidsterrein. Alleen Buitenlandse Zaken heeft een eigen archiefcommissie. Die 22 januari 2010 PM
15
Algemeen Rijksarchivaris Martin Berendse (op de foto links)
ontwerpselectielijst wordt gepubliceerd om inspraak mogelijk te maken, vervolgens gecontroleerd door de Raad voor Cultuur, waarna er een beroepsmogelijkheid bestaat bij de rechtbank en uiteindelijk ook nog bij de Raad van State. In het verleden is zo’n voordracht tot vernietiging al eens met succes aangevochten bij de Raad van State, door iemand die het niet eens was met het voornemen om een civielrechtelijk dossier te vernietigen over een zaak waar hij bij betrokken was.’ Het meest gevoelig van alles liggen natuurlijk de zogeheten ‘gerubriceerde’ archieven, dossiers die nog gesloten blijven voor het publiek op grond van staatsbelang of privacybescherming. Die geheim-
De geheimhoudingsplicht werd onlangs nog bekritiseerd door de commissie-Davids houdingsdrang werd onlangs nog bekritiseerd in het rapport van de commissie-Davids, die in de laatste aanbeveling van haar rapport stelt: ‘De commissie heeft zich bij inzage van sommige staatsgeheime stukken afgevraagd welke de redelijke zin kan zijn van de nog steeds daaraan gehechte rubricering. Geschiedschrijving en waarheidsvinding worden hiermee zonder voldoende grond belemmerd. Het verdient aanbeveling om een stelsel in te voeren van periodieke toetsing of een rubricering verantwoord is. Hier ligt een taak voor de Algemene Rijksarchivaris en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, waaronder hij ressorteert’. Dat is een saillante constatering, zeker gezien het feit dat de commissie
16
PM 22 januari 2010
in de gelederen ook historicus-jurist Cees Fasseur had, die in zijn recente biografische naspeuringen naar Wilhelmina, Juliana en Bernhard grossierde in het met toestemming van de Staat publiceren van staatsgeheimen (zie pagina 17).
Krampachtig Berendse zint al enige tijd op manieren om de krampachtige wijze waarop er in Nederland met vertrouwelijke stukken wordt omgegaan te doorbreken. De rijksarchivaris is nauw betrokken bij elk besluit om een bepaald dossier na de archiefoverdracht gesloten te houden. Hij moet daarover volgens de wet worden geconsulteerd door de archivaris van het betreffende departement. Berendse: ‘Vaak gaat het in zo’n archiefblok om één stuk of één dossier dat men niet aan de openbaarheid kan prijsgeven. Haal dan dat ene stuk of dossier eruit, behandel dat apart en maak de rest van het archiefblok wel raadpleegbaar en vermeld netjes dat een klein deel van het blok is afgescheiden en voor bepaalde tijd niet of beperkt openbaar is.’ Mag er ook archief worden vernietigd om het uit de openbaarheid te houden? Berendse: ‘Nee, dat mag zeker niet. Alle relevante archiefstukken moeten worden overgedragen.’ Als stelregel hanteert de rijksarchivaris het adagium ‘je gooit alleen iets weg als je het niet nodig hebt’, maar daarover kunnen meningen verschillen naarmate de tijd verstrijkt, zo signaleert hij. Berendse: ‘Toen in 1997 de LiRo-archieven werden gevonden in het gebouw van een voormalig agentschap van het ministerie van Financiën in Amsterdam, leidde dat tot grote publieke consternatie. De gedachte was dat de gegevens van die roofbank
voor geconfisqueerd bezit van Joodse Nederlanders waren achtergehouden, maar in werkelijkheid was dat archief al op de selectielijst voor vernietiging gezet. Daar was echter geen gevolg aan gegeven en het bestaan van het archief was uiteindelijk in de vergetelheid geraakt. Wat in de jaren zestig nog van nul en generlei waarde werd beschouwd leidde 30 jaar later tot grote publieke verontwaardiging – de waarde van een bepaald archief is in die zin onderhevig aan emotionele fluctuaties. Daarom is het selectiebeleid zo’n gevoelig onderwerp.’ Berendse is momenteel nauw betrokken bij de totstandkoming van de Visie Archiefbeleid die de minister van OCW in de tweede helft van dit jaar zal presenteren. In die visie zullen de sleutels tot een nieuw selectiebeleid worden uitgereikt, zo is de verwachting. Vanuit diverse kanten – te beginnen met de motieKalsbeek/Dittrich van 12 oktober 2005 – is aangedrongen op het toegankelijk maken van het Koninklijk Huis Archief, maar volgens Berendse is daar weinig kans op. ‘Dat is een privéarchief van een familie, en dus in principe geen staatszaak. De Raad van State bevestigde in 2006 nog eens dat het Koninklijk Huisarchief evenmin als andere particuliere archieven onder de Archiefwet valt. De stukken van het Kabinet van de Koningin vallen echter wel degelijk onder de Archiefwet, want die gaan over het optreden van het staatshoofd en dat is een overheidsorgaan in de zin van de Archiefwet. Overigens is er al wel langer behoefte aan meer betrokkenheid van het openbare archiefwezen bij particuliere archieven in het algemeen.’ Berendse
wijst op het advies Het tekort van het teveel van de Raad voor Cultuur uit 2005 dat een pleidooi bevat voor meer aandacht van de staat voor particuliere archieven. ‘Dit is een interessante gedachte, die wel veel haken en ogen kent. Onmiddellijk doet zich de vraag voor hoe de overheid p articulieren zou kunnen bewegen hun archieven zorgvuldig te bewaren en over te dragen aan een openbare archiefbewaarplaats. Zou je bijvoorbeeld bepaalde waardevolle archieven moeten kunnen kopen? Op die manier komt er economische waarde aan
‘De waarde van een archief is onderhevig aan emotionele fluctuaties’ archieven, en die hebben dat tot nu toe niet. Het zou natuurlijk wel erg leerzaam kunnen zijn de archieven van een bank als de ABN Amro op deze manier toegankelijk te maken. Je zou er ook niet aan moeten denken dat een prachtige archiefcollectie als die van het Internationaal Instituut voor de Sociale Geschiedenis (IISG) over de landsgrenzen zou verdwijnen, maar er zijn op dit moment geen rechtsmiddelen om dat tegen te houden. Binnen de erfgoedwetgeving (Wet behoud cultuurbezit) bestaat een aanwijzingsbevoegdheid voor de minister van OCW om in het nationaal belang te voorkomen dat bijzonder erfgoed het land verlaat. Maar die wet geldt nog niet voor archieven omdat archivarissen er tot nu toe heel huiverig voor zijn als er internationale handel in particuliere archieven ontstaat.’
Historicus Harry Veenendaal voert actie voor open archieven
Staatsgeheim gezocht Samen met journalist Jort Kelder richtte historicus Harry Veenendaal de stichting Ali Baba op om pressie uit te oefenen voor de openbaarmaking van geheime stukken uit het Kabinet Minister-President en het Koninklijk Huis Archief. De meest gevoelige dossiers over de Lockheed-affaire en de daaraan verwante Northropzaak blijven tot 2050 voorzien van het predikaat ‘ staatsgeheim’ . Dat leidt mogelijk tot obstructie van justitieel onderzoek naar strafbare feiten, aldus Veenendaal.
O
p de zesde verdieping van het Nationaal Archief in Den Haag bevindt zich een grote kluis waar de ‘gerubriceerde archieven’ van het Kabinet Minister-President (KMP) zijn ondergebracht. De ‘Zesde’, zoals de afdeling in de regel wordt genoemd, is een zwaarbeveiligde bunker waar alleen maar ambtenaren mogen werken met een speciale ‘clearance’ van de AIVD. Buiten-
staanders krijgen maar zelden toegang tot de stukken van deze ‘afdeling staatsgeheimen’. Historicus-jurist Harry Veenendaal bouwde de afgelopen jaren een speciale relatie met ‘De Zesde’ op, waarvan hij verslag doet in het ‘bookazine’ Z.K.H., Hoog spel aan het hof van Zijne Koninklijke Hoogheid, dat hij schreef in samenwerking met journalist Jort Kelder en dat veel commotie veroorzaakte door onthullingen over bemoeienissen van prins Bernhard met naoorlogs Indonesië.
De prins zou volgens de naspeuringen van Veenendaal en Kelder in Indonesië hebben gestreefd naar een post als ‘viceroy’ (onderkoning) en bediende zich om die reden van wapenhandel ten bate van moslim-fundamentalistische groepering Daroel Islam om het regime van Soekarno te destabiliseren en een (mislukte) staatsgreep op Java onder regie van de beruchte KNIL-kapitein Raymond Westerling, alias ‘de bloedhond van Celebes’. De stukken waar Veenendaal en Kelder zich op baseren vielen eerder deze maand vrij en werden met enig vlagvertoon uit de kluis van de ‘Zesde’ gehaald en voor het oog van de massaal uitgerukte media tentoongesteld in de leeszaal van het Nationaal Archief. Motief voor de openbaarmaking was het feit dat Bernhard en Juliana inmiddels vijf jaar geleden 22 januari 2010 PM
17
coverstory overleden zijn, waardoor de geheimhouding in verband met privacyoverwegingen was komen te vervallen. Veenendaal had de bedoelde stukken al begin 2009 mogen raadplegen nadat historicus Cees Fasseur speciale toestemming had gekregen voor het raadplegen van de gerubriceerde archieven van het KMP ten behoeve van zijn boek Juliana & Bernhard, Verhaal van een huwelijk 1936-1956, dat in 2008 het licht zag. Veenendaal: ‘In 2001 kreeg ik via diens nabestaanden de dagboeken in handen van Gerrie van Maasdijk, voormalig Kamerheer van koningin Juliana. Ik realiseerde me direct dat ik een bom in handen had en ik vond het geen gerust idee die dagboeken gewoon bij mij thuis te hebben staan. Om te voorkomen dat de documenten in verkeerde handen zouden vallen, benaderde ik het Nationaal Archief met het idee de dagboeken daar in bewaring te geven. Het resultaat van mijn inspanningen was echter dat ik die dagboeken voorgoed dreigde kwijt te raken als ik een bewaarnemingsovereenkomst zou afsluiten met het Nationaal Archief. De stukken zouden dan mogelijk tot staatsgeheim worden verklaard en dan zou ik er niet meer bij kunnen. Inmiddels benaderde ik diverse insiders als ex-premier Van Agt, ex-topambtenaar van Algemene Zaken en Staatsraad ReinJan Hoekstra en Renée Roëll, een goede vriendin van koningin Beatrix. Zij allen gaven me op goede gronden te verstaan dat ik op een bom zat en er goed aan deed geen woord over de kwestie te publiceren zolang Juliana en Bernhard nog in leven waren. Hein Jongbloed, projectleider van het KMP-
archief, gaf me het advies de paperassen “desnoods in Frankrijk in een blok beton te gieten en diep in de grond te laten zakken”. Ik zou er goed aan doen een paar goede dievenklauwen op mijn deur te zetten mocht ik toch besluiten de d agboeken in eigen bezit te houden.’
Fasseur In een verleden week aangespannen Wobprocedure vragen Veenendaal en Kelder openbaarheid van stukken in het KMParchief inzake de Lockheed-affaire en de verwante Northrop-affaire,die tot 2050 blijven gerubriceerd. Veenendaal: ‘Zelfs de inventaris van dat archief is geheim. In deze archieven bevinden zich stukken betreffende het door registeraccountants van de Algemene Rekenkamer uitgevoerde onderzoek in de administratie van prins Bernhard in 1976. Een interessante aanname is dat uit deze archieven mogelijk strafbare feiten begaan blijken te zijn door de prins. Een bewindspersoon, bijvoorbeeld de toenmalige minister van Justitie, pleegt formeel gezien een ambtsmisdrijf als hij gegevens over strafbare feiten achterhoudt of in ieder geval niet aangeeft. Dat is de zwakke plek in de ministeriële verantwoordelijkheid.’ In zijn bookazine noemt Veenendaal acht geheime onderzoeksrapporten van de Koninklijke Marechaussee over JanWillem Duyff (1907-1969), een intimus van prins Bernhard. Duyff, hoogleraar mathematische fysiologie aan de Universiteit Leiden, werd door de marechaussee beschouwd als de kwade genius achter een complot om Soekarno ten val te brengen.
De marechausseerapporten bleken te liggen op de ‘Zesde’. Omdat Veenendaal geen toestemming kreeg die te raadplegen, waarschuwde hij historicus Cees Fasseur, die de s tukken vervolgens ‘per kerende post’ (aldus Veenendaal) kreeg toegestuurd door het ministerie van Algemene Zaken. Veenendaal: ‘ De rechtsbasis hiervan is tamelijk dun. Immers, van een formele derubricering is geen sprake.’ Fasseur verwerkte de stukken in zijn studie over Juliana en Bernhard. Veenendaal: ‘Dat deed hij met zoveel dédain voor Duyff en Van Maasdijk dat ik me geroepen voelde een tegengeluid te laten horen, eens te meer daar Fasseur wel erg selectief gebruikmaakt van de documenten inzake Duyff, die ik uiteindelijk toch in handen kreeg na een succesvol beroep op de Wob.’ Rijksarchivaris Mart Berendse bestrijdt dat de Wob en de Archiefwet niet van toepassing zijn op archiefstukken van het KMP. ‘Het subcircuit waar Veenendaal het over heeft, bestaat niet.’ Eerder wijdde Veenendaal een doctoraalscriptie aan de mogelijkheid van conservatoir beslag op staatsgeheime stukken, een mogelijkheid die nu wordt bestudeerd door de advocaten van Robert en Eleonora van Maasdijk, die juridische stappen hebben aankondigden tegen Fasseur vanwege ‘karaktermoord’ op hun vaders nagedachtenis. Veenendaal: ‘De Van Maasdijks overwegen stukken te vorderen uit het Koninklijk Huis Archief, zodat je de situatie kan krijgen dat een deurwaarder met een brief met de aanhef “In naam van de Koningin” bij het koninklijk paleis zou aankloppen om die stukken in beslag te nemen.’ ·
Archiefstukken over de Lockheed-affaire van de Commissie van Drie werden begin deze maand uit de kluis van de ‘Zesde’ gehaald
18
PM 22 januari 2010
achtergrond Het Californisch hoger onderwijsmodel als voorbeeld
De mythische standaard
University of Berkeley
Volgende maand presenteert de commissie-Veerman een advies aan minister Plasterk over de toekomst van het hoger onderwijsstelsel. Het Californische model zou als inspiratie kunnen dienen, zo liet de bewindsman aan het begin van het academisch jaar doorschemeren. Wat behelst dat systeem eigenlijk? En waarom is het zo aantrekkelijk? Sanderijn Cels, woonachtig én werkzaam in de Verenigde Staten, legt het uit.
H
et Californische onderwijs systeem is voortgekomen uit ‘the age of great dreams’ – het decennium vanaf eind jaren vijftig, toen Amerika barstte van ambitie en welvaart. Het vooruitgangsgeloof was op zijn hoogtepunt; de middenklasse kocht auto’s en wasmachines; JFK dong met een optimistische campagneboodschap naar het presidentschap. De staat Californië was een van de nationale bakens van de vooruitgang en het onderwijs in de Sunshine State speelde daarbij een belangrijke rol. Want dat werd gezien als de ‘gateway to the Californian dream’. Het publieke onderwijssysteem was echter niet in staat om die droom voor elke inwoner van de staat waar te maken en het stelsel moest nodig worden hervormd. Dat gebeurde in 1960, toen de staat het Masterplan for higher education in gang zette. De basiscomponenten van dit plan waren universele toegang voor iedereen, betaalbare opleidingen die afgestemd waren op ieders kunnen en differentiatie onder de instellingen, zodat verschillende kwaliteitsniveaus
en diversiteit in het aanbod van opleidingen werden gewaarborgd. Ook arme en gemiddeld begaafde studenten moesten hun Californische droom kunnen waarmaken. De lokale economie had tenslotte meer dan genoeg banen voor hen in de aanbieding. Om geen publieke middelen te verspillen, moesten de functies van de drie reeds bestaande onderwijssegmenten worden gedifferentieerd, zodat ze geen dubbel werk zouden doen. Daarom werden er specifieke taken toebedeeld aan de University of California (UC), California State University (CSU) en het California Community Colleges System (bestaande uit 110 community colleges). De beste leerlingen zouden naar de UC gaan (12,5 procent); een derde van de top mocht naar de CSU en de Community Colleges zouden iedereen aannemen. Er was doorstroom mogelijk van het ene naar het andere segment – uitblinkers biedt men in Amerika immers graag een kans. Bovendien werd bepaald dat alleen de UC eigenhandig bepaalde titels mocht uitreiken en academisch onderzoek mocht doen. Volgens experts was dit het resultaat van de sterke invloed die de UC destijds had op de politieke
Tekst Sanderijn Cels
22 januari 2010 PM
19
besluitvorming in de staat.
Babyboom Wie dieper graaft, vindt naast het vooruitgangsgeloof nog meer elementen die aan deze stelselwijziging bijdroegen. Californië werd destijds geconfronteerd met de babyboom: tussen 1940 en 1960 nam het aantal geboorten er toe met 210 procent (van 114.483 naar 355.288). Dit had een grote toestroom tot onderwijsinstellingen tot gevolg die op een of andere wijze moest worden geaccommodeerd. Niet onbelangrijk was dat zo’n 90 procent afkomstig was uit de blanke middenklasse die het financieel steeds beter deed. Ook had de staat zelf meer dan genoeg geld om haar onderwijsambities te verwezenlijken. De voorheen vrije competitie onder onderwijs instellingen had bovendien al tot een ‘natuurlijke rangorde’ geleid – een notie die in de Amerikaanse cultuur sowieso niet vreemd is, zeker niet in het
Berkeley vermoedt dat ze binnen tien jaar onbetaalbaar zal zijn westen van het land. Zo’n rangorde mag dus naar Nederlandse standaarden wellicht opmerkelijk zijn, in Californië werd dat niet zo ervaren. ‘Het is wel belangrijk om je te realiseren dat de inrichting van het universitaire model in Californië min of meer organisch tot stand is gekomen,’ legde Robert Berdahl, Amerikaans universiteitsbestuurder, in NRC Handelsblad reeds uit. Het Masterplan was dus ook een product van de blanke babyboom en, kort gezegd, geld. Het kon bovendien worden verwezenlijkt omdat de onderwijssegmenten al min of meer in de juiste stelling waren gebracht. ‘Het Masterplan was een prima manier om middelen te herverdelen en de toegang tot onderwijs opnieuw in te richten in een staat met toenemende capaciteiten en met een praktisch bodemloze pot met geld,’ aldus onderwijsexpert Jane Wellman in een interview in The Chronicle of Higher Education.
De commissie Toekomstbestendig hoger onderwijsstelsel brengt in februari advies uit. Naast voorzitter Cees Veerman (oud-minister, thans directeur Bracamonte BV) bestaat de commissie uit Alexander Rinnooy Kan (SER- voorzitter), Koen Geven (voormalig voorzitter van de European Students Union), Ron Bormans (voorzitter college van bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen), Ellen Hazelkorn (director of research and enterprise en dean of the graduate research school van het Dublin Institute of Technology) en Robert Berdahl (voorzitter van de Association of American Universities en voormalig collegevoorzitter Berkeley). Minister Plasterk heeft de commissie gevraagd een vergelijking te maken met toonaangevende hogeronderwijsstelsels elders in de wereld om een oordeel te geven over de toekomstbestendigheid van het Nederlandse stelsel op de langere termijn.
20
PM 22 januari 2010
Het Masterplan is in de loop der jaren uitgegroeid tot een mythische standaard: het model waarvoor het de basis heeft gelegd, voorziet in lage toegangskosten, diversiteit, kwaliteit en voor elke student onderwijs op niveau zonder al te grote verspilling van belastinggeld. Het systeem wordt gezien als de voedingsbodem van de indrukwekkende kenniseconomie van Californië – van de technologiesector in Silicon Valley tot de gigantische farmaceutische industrie. Delegaties uit de hele wereld zijn naar Californië toegekomen om hun licht hierover op te steken; andere Amerikaanse staten hebben pogingen gedaan om het model te kopiëren. Natuurlijk heeft de staat het model wel eens aangepast, zij het summier. In 2005 bijvoorbeeld woedde er een discussie over de vaste rollenverdeling, die ertoe leidde dat ook California State University één titel, Doctor of Education, mocht gaan uitreiken. Die ‘vernieuwing’ paste overigens wel bij de e erder geformuleerde rol van de CSU, die tot taak had gekregen om leraren op te leiden. Momenteel wordt het Californische model zwaar op de proef gesteld. De crisis hakt erin. De staat is failliet (er is een begrotingstekort van 24 miljard dollar) en wordt alleen nog door boekhoudkundig kunst- en vliegwerk op de been gehouden. Er is geen geld meer om arme talentvolle studenten te ondersteunen via beurzen en leningen en de staatsbijdrage aan het publieke onderwijs is door gouverneur Schwarzenegger met 20 procent gekort. Hierdoor moeten de instellingen noodgedwongen de prijzen verhogen. De Universiteit van Berkeley – de beste publieke universiteit van de VS en als UC-instelling een van de vlaggenschepen van het Californische systeem – heeft de contributiegelden verdubbeld sinds 2002 en moet nu de collegegelden gaan verhogen met ruim 30 procent. Sommige scholen moeten duizenden dollars gaan vragen voor opleidingen die tot nu toe praktisch gratis waren. Bovendien doen steeds meer studenten een beroep op financiële hulp en ook dat kost de instelling geld – dat er niet meer is. Vanwege de crisis verwachten publieke instellingen dat ze volgend academisch jaar 40.000 studenten minder kunnen aannemen – ofwel vanwege bezuinigingen, ofwel omdat studenten de toegangsgelden niet meer kunnen opbrengen en geen steun meer kunnen krijgen. Berkeley vermoedt dat ze binnen tien jaar onbetaalbaar zal zijn voor het merendeel van de Californiërs. Dat is rampzalig in het licht van andere ontwikkelingen: de staat heeft hoger opgeleiden dringend nodig. Het Public Policy Institute of California heeft voorspeld dat er in 2025 een tekort zal zijn van circa 1 miljoen afgestudeerden om de economie draaiende te houden, mede omdat het grote aantal Hispanic inwoners (dat zijn er officieel 13,5 miljoen) de aansluiting met hoger onderwijs mist. Het Masterplan voorziet niet in een oplossing voor de problemen van vandaag; het kan op papier wel universele toegang garanderen, maar in praktijk kan dat principe niet meer worden
achtergrond
De Universiteit van Berkeley is een van de vlaggenschepen van het Californische systeem
verwezenlijkt. ‘Het [plan] is langzamerhand irrelevant aan het worden,’ aldus Jane Wellman. Kortom, de droom van universele toegang en onderwijs op maat voor iedereen is onhoudbaar geworden vanwege de zwakke economie, terwijl de behoefte aan academici verder toeneemt. Het Masterplan heeft decennialang voor toegankelijkheid en kwaliteit gezorgd, maar voor Californië zelf is het inmiddels een mooi stukje idealisme – een nostalgisch product van toen het geld niet op kon – dat nu zijn beste tijd heeft gehad.
nooit weg. Maar er zitten nogal wat haken en ogen aan. Zo’n model krijg je natuurlijk niet zomaar van de grond. Universele toegang kost geld en vereist een uitgebreid financieel ondersteuningssysteem voor studenten. Kansen voor uitblinkers vereisen selectie voor en na de poort, plus scoutingsystemen om universitaire
‘Het Masterplan voorziet niet in een oplossing voor de problemen van vandaag’
Universele toegang Dat minister Plasterk zijn oren laat hangen naar het Californische model is niet vreemd. Het heeft lange tijd publiek hoger onderwijs van hoog niveau voortgebracht, iedereen in staat gesteld op zijn of haar niveau te studeren en uitblinkers de kans geboden om door te stromen. De universele toegang past bij de principes van Plasterks PvdA. De kansen voor excellente studenten passen bij de vereisten van de 21e eeuw waarin Nederland in een mondiale competitie is verwikkeld om een kenniseconomie te worden. De rangorde onder instellingen past bij de inmiddels algemeen geaccepteerde opvatting dat Nederland het met de huidige egalitaire onderwijscultuur in diezelfde competitie gewoon niet redt. En natuurlijk is efficiënter omgaan met publieke middelen ook
doelgroepen al vroeg te identificeren en te werven. Die systemen vergen op hun beurt, willen ze ‘eerlijk’ zijn, extra inspanningen onder bevolkingsgroepen die de weg naar het hoger onderwijs niet zomaar weten te vinden. Maar bovenal vergt het creëren van een vaste rangorde onder instellingen een regelrechte revolutie. Krijg dat in Nederland maar eens voor elkaar. ·
Sanderijn Cels is senior consultant van het Consensus Building Institute en research associate van het HarvardMIT Public Disputes Program (Cambridge, VS). Ze doet onderzoek naar politieke excuses en ze ontwikkelt teaching cases en simulatiespelen over overheidscommunicatie (o.a. web 2.0) en politiek & ethiek. 22 januari 2010 PM
21
interview
22
PM 22 januari 2010
Marianne Thieme wil LNV opheffen
‘Verburg gaat het niet redden met dit beleid’ Volgende maand verschijnt de Staat van het dier, een nieuwe monitor waarmee het ministerie van LNV het niveau van dierenwelzijn en diergezondheid meet. Een motie van Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren was mede aanleiding voor dit initiatief. ‘Het is een prima beginnetje, maar eigenlijk nog onvoldoende.’ Tekst Rutger van den Dikkenberg Foto’s Welmer Keesmaat
j
e ziet dat er een omslag gaande is, meent de frontvrouw van de Partij voor de Dieren. Het huidige kabinet is nog steeds een ‘dieronvriendelijk kabinet’, maar ‘de voorgaande kabinetten-Balkenende waren erger’, aldus Marianne Thieme. ‘Dierenwelzijn is altijd bijzaak geweest op het ministerie van LNV,’ vervolgt ze. ‘Er staat nu voor het eerst iets over in het regeerakkoord.’ Dat neemt niet weg dat minister Gerda Verburg nog veel te doen heeft, vindt Thieme. Het beleid is wat haar betreft nog te veel ondergeschikt aan economische belangen van de landbouwsector. ‘Cees Veerman was de meest dieronvriendelijke landbouwminister ooit, maar Verburg komt dichtbij.’ Wat maakt dat dit kabinet wel aandacht heeft voor dierenwelzijn?
Thieme glundert. ‘Wat denk je? Dat komt door de Partij voor de Dieren en de groeiende aandacht voor dierenwelzijn in de samenleving. Sinds wij in de Kamer zitten, gaat het er haast elke dag over dieren. Natuur en milieu worden niet meer vergeten en andere partijen worden voortgestuwd door het feit dat wij er zijn. De PvdA en de ChristenUnie, die tijdens de verkiezingen aangaven er ook voor de dieren te willen zijn, hebben het in de coalitieonderhandelingen voor elkaar gekregen dat dierenwelzijn prioriteit werd. Dat is natuurlijk hartstikke mooi, maar het gaat er nu om hoe LNV met die opdracht omgaat. Er is een Nota Dierenwelzijn en
een zak geld. Niet veel – een paar cent per productiedier – maar beter dan niets. Dierenwelzijn hoeft geen overheidsgeld te kosten, het gaat om de kaders die de overheid schept. Daar is nu discussie over.’ LNV is daar erg terughoudend in en vindt dat de consument uiteindelijk de keuze moet maken.
‘Uiteraard ligt er een verantwoordelijkheid bij de consument. Maar in mijn optiek is dat onvoldoende om het dierenwelzijn te garanderen, het is te vrijblijvend. We weten van lessen uit het verleden dat de markt geen ethiek kent. Dat hebben we gezien met de financiële crisis: zodra het toezicht
‘Economische belangen prevaleren continu’ afneemt en wettelijke normen ontbreken, ontstaan er woekerpolissen. Dierenwelzijn volledig overlaten aan de markt gaat niet lukken. Een van de grootste problemen met dierenwelzijn, is de bio-industrie: 70 procent daarvan is bedoeld voor export, daar heeft de Nederlandse consument helemaal geen invloed op.’ U heeft een motie ingediend om het kabinet aan te sporen te meten hoe het met dierenwelzijnbeleid gaat. Wordt daar dan geen onderzoek naar gedaan?
‘Er zijn heel veel onderzoeken geweest met betrekking tot dierenwelzijn, maar die
worden óf niet serieus genomen door de minister, óf ze zegt dat er meer onderzoeken moeten komen.’ Als de minister die onderzoeken niet serieus neemt, is het dan verstandig om nóg een onderzoek te vragen?
‘De Staat van het dier is een meetinstrument waardoor wij als Kamer kunnen controleren of we resultaten zien bij de maatregelen die de minister neemt. Ik heb die motie ingediend omdat ze zelf niet met zo’n instrument kwam.’ Wageningen Universiteit heeft een opzet gemaakt hoe zo’n monitor eruit moet komen te zien: aandacht voor de gezondheid van dieren, het aantal bedrijven dat meer doet dan wettelijk toegestaan, het aantal verwaarlozingen, et cetera. Is het geworden wat u voor ogen had?
‘Het instrument gaat uit van de vijf vrijheden van Brambell [zie kader op p.25, RvdD]. Dat is op zich een prima beginnetje, maar het is eigenlijk nog onvoldoende. De vrijheden gaan over het voorkomen van negatief gedrag van een dier: leed, pijn, ongerief.’ Dat klinkt behoorlijk redelijk.
‘Het zijn hele goede vrijheden, maar ze zijn niet compleet. Je moet ook indicatoren hebben die het positieve gedrag van een dier zichtbaar maken, dat een dier niet alleen natuurlijk gedrag kan uitoefenen, maar dat het dat ook doet. Natuurlijk moet je zorgen dat er genoeg ruimte is voor een 22 januari 2010 PM
23
dier om natuurlijk gedrag uit te oefenen, maar als het dat vervolgens niet doet, mist er toch iets.’
Het gaat dus helemaal niet goed met de dieren.’
Eigenlijk zegt u: je moet het welzijn van een dier meten. Dat is lastig.
De ambities zijn er wel: het kabinet wil dat Nederland over enkele jaren in de Europese voorhoede gaat opereren.
‘Je hoeft niet per se in de huid van een dier te kruipen. Het gaat erom dat je kunt zien hoe een dier zich gedraagt in een stal of in het wild. Het verschil daartussen geeft aan hoe het met het dier gaat. In dat opzicht is deze opzet onvolledig, maar het is een begin en ik ben blij dat dit vanaf nu elk jaar wordt gedaan.’
‘Ja, de ambities zijn best aardig. Maar als Verburg de voorhoede wil zijn, dan heeft ze nog een lange weg te gaan. Ze gaat het niet redden met dit beleid. Er zijn landen die het veel beter doen dan wij: zo heeft Duitsland een veel verdergaande dierenwelzijnswet. Wij hadden een Varkensbesluit dat veel verder ging
In de LNV-nota’s die de afgelopen jaren over dierenwelzijn zijn geproduceerd gaat het ook over duurzame stallen. Daaruit blijkt dat het toch eigenlijk best goed gaat met de dieren?
‘Dat zou je denken, maar het geeft vooral aan dat de minister niet zulke hoge ambities heeft. Vijfhonderd miljoen dieren lijden in Nederland in de bio-industrie, kampen met gezondheidsklachten en moeten worden aangepast aan systemen omdat ze er anders niet kunnen leven. Denk aan ingrepen als het onverdoofd kappen van snavels, of het vijlen van tanden omdat dieren elkaar anders bijten.
‘Ik ben trots op de vissenkom-motie’ dan de Europese regelgeving, maar dat is vervolgens naar beneden bijgesteld. Nederland gaat niet bovenaan zitten, we doen het minimale. Economische belangen prevaleren continu. Ook al is het nog zo ernstig gesteld met het dierenwelzijn, het moet wel betaalbaar blijven. Je merkt eigenlijk dat de minister wordt overspoeld door ideeën. Aan de ene kant is het ministerie een veredelde bedrijfsorganisatie. Omdat Verburg zelf uit de sector komt, wil
ze die uit de wind houden. Aan de andere kant merkt ze dat de maatschappij een heel andere kant op wil en dat daar wordt geroepen om regulering en diervriendelijk beleid. Daar komt ze met de Staat van het dier aan tegemoet, maar tegelijkertijd vertelt ze erbij dat economische belangen niet vergeten moeten worden. ’ Wat zou het ministerie volgens u moeten doen om in de Europese voorhoede terecht te komen?
‘Strengere normen hanteren met betrekking tot dierenwelzijn. We kunnen het ons niet meer veroorloven om op deze manier door te gaan met de veehouderij. Op dit moment ziet de landbouw een ongunstige toekomst tegemoet. Er moeten elke week vijftig boeren stoppen, dat is gigantisch veel en dat komt niet door wat de Partij voor de Dieren ambieert, maar vanwege het beleid in Europa en dat van de minister. Vanwege de liberalisering wil Nederland vooral inzetten op bulkproductie en deze zo goedkoop mogelijk in de markt te zetten. Dat houden we niet vol, het is een ratrace to the bottom. Als wij in de wereldmarkt overeind willen blijven, zullen we moeten differentiëren op kwaliteit. Dierenwelzijn is ook kiezen voor de boer.’
Henny van Rij (LNV): ‘We kijken vooral naar de output van beleid’ Met de Staat van het dier publiceert het ministerie van LNV volgende maand een nieuw, jaarlijks te verschijnen rapport. Het departement nam het initiatief tot de monitor mede naar aanleiding van een motie die Marianne Thieme indiende tijdens het V erantwoordingsdebat in mei 2008. Thieme verzoekt daarin ‘concrete indicatoren en afrekenbare doelstellingen te formuleren die een eenduidig inzicht verschaffen in de voortgang van het kabinetsbeleid’. De A nimal Sciences Group van de Wageningen Universiteit (WUR-ASG) stelde vervolgens het rapport Indicatoren voor dierenwelzijn en diergezondheid op, waarin een schets wordt gegeven hoe een dergelijke monitor eruit kan komen te zien. Henny van Rij werkte als projectleider Nota Dierenwelzijn (NDW) en Nationale Agenda Dierenwelzijn (NAD) bij LNV het afgelopen jaar samen met WUR-ASG om de monitor op te stellen. Belangrijkste reden om nu met het
24
PM 22 januari 2010
rapport te komen, zegt Van Rij, is dat LNV graag de effecten van het dierenwelzijnsbeleid wilde weten. ‘Als je beleid maakt, moet je ook het effect meten zodat je het waar nodig kan bijsturen,’ stelt Van Rij. De motie van Thieme heeft het opzetten van een monitor versneld.’ WUR-ASG heeft in eerste instantie in kaart gebracht wat op het vlak van dierenwelzijn en –gezondheid al g emeten wordt.
‘De motie heeft het opzetten van de monitor versneld’ ‘Dat waren een stuk of vijftig indicatoren,’ weet Van Rij. Dus moest er een selectie gemaakt worden. ‘We hebben daarbij gekeken naar wat ons hoofddoel is: een beter dierenwelzijn. Maar dat is lastig te meten en daarom kijken we vooral naar de output van beleid: meer duurzame en diervriendelijke stallen bijvoorbeeld.’
De gedachte is immers dat een dergelijke stal bijdraagt aan het welzijn van dieren. Het gaat om concrete producten of prestaties van beleid. Van Rij erkent de kritiek van Thieme dat teveel wordt gemeten op deze zogenaamde outputindicatoren. ‘Wij z eggen ook dat we het dierenwelzijn vanuit het perspectief van het dier zouden m oeten meten.’ Wellicht is dat in v olgende rapporten het geval, stelt van Rij. In Europese context is onlangs een meetmethodiek ontwikkeld die de vrijheden van Brambell vertaalt naar twaalf meetpunten, de Welfare Quality-methode. Deze methode – twaalf meetpunten in vier categorieën – meet op heel praktische wijze zoveel mogelijk het welzijn van het dier. Van Rij: ‘Angst kan bijvoorbeeld gemeten worden door een stal in te lopen en te kijken of een dier schrikt van mensen.’ Welfare Quality is nog niet opgenomen in de Staat van het dier omdat het te nieuw is om dit jaar mee te kunnen nemen.
interview Marianne Thieme (1972)
Eind vorig jaar zei minister Verburg in de Volkskrant dat ze geen enkel punt van uw fractie heeft overgenomen.
s tudeerde bestuursrecht aan de Erasmus Universiteit en Frans aan de Sorbonne (Parijs). Na haar studie werkte ze vier jaar als onderzoeker bij de B&A Groep in Den Haag, alvorens zich in 2001 als beleidsmedewerker te melden bij stichting Bont voor Dieren. In 2002 stond ze mede aan de wieg van de Partij voor de Dieren, twee jaar later werd Thieme directeur van Wakker Dier. Sinds november 2006 is ze fractievoorzitter van de PvdD in de Tweede Kamer.
‘Ze heeft gezegd dat ze niets heeft gedaan, omdat de Partij voor de Dieren dat wil. Ze mag van mij zeggen dat ze alles helemaal zelf heeft verzonnen. Maar ze vindt nu dat we minder vlees moeten eten en ze gaat onderzoek doen naar vleesvervangers. Dat zou ze drie jaar geleden niet gedaan hebben. Doordat wij vragen stellen en de minister erop wijzen dat ze aan veel dingen voorbij gaat, zorgen wij voor bewustwording en agendering op het ministerie.’ U haalde eerder Brambell aan. In GrootBrittannië zijn zijn vrijheden als een soort grondrechten geaccepteerd. In uw essay Het gelijk van de dieren, het geluk van de mensen schrijft u dat er altijd wat ‘meewarig’ wordt gereageerd als u vertelt dat dieren ook rechten h ebben. ‘Zie je het al voor je, een dier met kiesrecht?’ Hoever gaan de rechten van dieren wat u betreft?
‘Voorlopig hebben dieren nog geen rechten, dus het lijkt me een beetje voorbarig om het nu al over de grenzen daarvan te hebben. Natuurlijk ga je geen mensenrechten geven aan dieren. Je gaat dieren die rechten geven die passen bij hun behoeften.’ Is Brambell daarvoor niet voldoende? ‘Vrij van honger’ betekent immers recht op voedsel.
‘Nee. Als je een pelsdier houdt voor z’n bont, kan het wel voldoende voedsel krijgen. Het is dan nog steeds onethisch om een dier te houden voor z’n bont.’ De grens tussen ethisch en onethisch is moeilijk te bepalen. Het verschilt per persoon wat als ethisch wordt beschouwd.
‘Ethiek gaat vooraf aan wetgeving. We zijn het er al over eens dat dierproeven voor cosmetica onethisch zijn, net als de plezierjacht dat is. Het is een maatschappelijke ontwikkeling, al dan niet een ethisch reveil. Je hebt vertegenwoordigers nodig voor het effectueren van rechten van kwetsbare groepen, net zoals je ook een Kinderbescherming hebt.’ Er is al een Dierenbescherming.
‘Maar dat is een particuliere organisatie. De overheid moet kwetsbare groepen beschermen. De VWA en de AID controleren of veehouders zich aan de wet houden maar
dat is wat anders dan wanneer je je afvraagt wat wel en niet geoorloofd is met dieren. Het is dramatisch gesteld met handhaving en controle van dierenrechten.’ Komt daar verandering in met de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit, waar VWA, AID en PD in samengaan?
‘Ik vrees van niet. De fusie lijkt ons helemaal geen goed idee. Het is van groot belang dat er een Algemene Inspectiedienst komt die niet meer ressorteert onder Landbouw maar onafhankelijk kan opereren. De huidige VWA heeft andere belangen, die kan je niet zomaar bij de AID zetten. Wij vinden dat zowel AID als VWA niet meer onder LNV mag vallen maar moet ressorteren onder een nieuw op te richten ministerie. We willen LNV opheffen zodat er een departement komt waarbij onderwerpen als milieu, dierenwelzijn en natuur bij elkaar komen.’ Er zijn plannen om de ministeries anders in te delen. LNV zou samen moeten gaan met Economische Zaken.
‘Dat is wat D66 voorstaat, maar dan ga je weer uit van de economische belangen van landbouw. LNV gaat over meer en die onderwerpen zullen bij EZ ondersneeuwen.’ In maart zijn er gemeenteraadsverkiezingen. De Partij voor de Dieren doet mee in zes gemeenten, vooral grote steden. Waar zet u op in?
‘We doen niet mee in grote steden omdat het grote steden zijn, maar omdat we daar
potentieel hebben. Er zijn heel veel onderwerpen waar we ons op lokaal niveau voor kunnen inzetten. Denk aan een verbod op hengelen, de opvang van zwerfdieren en groenbeleid.’ Uw partij wordt vooral geassocieerd met kleine dingen zoals het vissenkom verbod. Loop je, als je je op lokale schaal met beleid gaat bemoeien, niet het risico dat dat erger wordt?
‘Och, het kan me helemaal niet schelen als mensen over die vissenkom-motie spreken. Ik ben trots op die motie. Dat van de tientallen moties die tijdens dat debat werden ingediend, deze eruit gepikt wordt zegt meer over de commentaren dan over ons. Ik heb daar geen last van. De massa denkt misschien dat wij de partij van die kleine dingetjes zijn, maar we zijn geen partij voor de massa maar een partij van pioniers.’ ·
De vijf vrijheden van Brambell Centraal in het Europese en Nederlandse dierenwelzijnsbeleid staan de vijf vrijheden van Brambell, vastgesteld in 1965 door een Britse commissie onder leiding van Roger Brambell: Vrij van honger, dorst of onjuiste voeding Vrij van thermaal en fysiek ongerief Vrij van pijn, verwonding of ziekte Vrij van angst en chronische stress Vrij om soorteigen gedrag te uiten
22 januari 2010 PM
25
spelers
26 Opvolger Wim van de Donk (WRR) bekend 27 Lidewijde Ongering verruilt Loco-SGpost voor die van DG Mobiliteit 28 Christianne Bruschke, de hoogste dierenarts van LNV, verdedigt aanpak Q-koorts 29 Vacaturespot Meer spelers op www.pm.nl
André Knottnerus volgt Wim van de Donk op
Nieuwe voorzitter WRR verruimt zijn blik Op 1 mei treedt André Knottnerus aan als voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). De huidige voorzitter van de Gezondheidsraad ziet ernaar uit zijn scope te verruimen. ‘Ik ga graag aan de slag in de volle breedte van het regeringsbeleid.’
WRR • ‘Onafhankelijkheid mag niet vertroebeld worden door politieke belangen of voorkeuren. Dat is een voorwaarde voor het leveren van kwaliteit.’ André Knottnerus (58) kan het maar niet vaak genoeg benadrukken: ‘Alleen op die manier kan de wetenschap zinvolle informatie aanleveren ten behoeve van optimaal effectief regeringsbeleid.’ Maar, benadrukt hij, goed contact met beleid en politiek is belangrijk. ‘Adviezen uit de ivoren toren, daar heb je niets aan.’ De voorzitter van de Gezondheidsraad en de sectie geneeskunde van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) heeft in de loop der jaren menig onderzoeksrapport en advies gepresenteerd. De wetenschap loopt als een rode draad door de carrière van de Maastrichtse hoogleraar huisartsgeneeskunde. Ook het bestuurlijke aspect is hem niet vreemd. ‘Als decaan van de medische faculteit en directeur van een onderzoeksschool heb ik ook kennisgemaakt met het ambacht van besturen. Dat moet ook wel, anders red je het als wetenschapper niet in Den Haag.’ De wisselwerking tussen wetenschap en beleid intrigeert Knottnerus. De toekomstig WRR-voorzitter wil de feeling met de wetenschapspraktijk ‘absoluut handhaven’. Knottnerus: ‘Door actief met jonge onderzoekers te blijven werken,
kun je ook beter vanuit de wetenschap adviseren. Ik zal dus promovendi blijven begeleiden.’ Knottnerus volgt Wim van de Donk op, die op 1 oktober 2009 is vertrokken wegens zijn benoeming tot commissaris van de koningin in Noord-Brabant. Het huidige werkprogramma, dat onder voorzitterschap van Van de Donk is opgesteld, staat in het teken van drie maatschappelijke ontwikkelingen: mondialisering, technologische ontwikkelingen en de verhoudingen tussen burgers, samenleving en politiek. Knottnerus, die op 1 mei officieel aantreedt als voorzitter, zal na de zomer een nieuw programma voor de komende jaren presenteren. ‘Het is belangrijk dat de WRR zich kan richten op de vraagstukken van de lange termijn. De raad richt zich niet op de actuele politiek van vandaag en morgen, maar levert bouwstenen voor het regeringsbeleid voor en van de toekomst. Het is de kunst om vroegtijdig grote dilemma’s te signaleren en zinvolle beleidsopties te schetsen,’ aldus de hoogleraar. ‘Als regering mag je van de WRR verwachten dat deze daarvoor de beste informatie aandraagt die de wetenschap kan bieden.’ Stapsgewijs is hij zich al aan in het inwerken. ‘Ik zal gesprekken voeren met de minister-president, de belangrijkste adviesvrager, en zijn collega-bewindslieden. Wij willen graag weten welke
grote maatschappelijke en beleidsmatige vraagstukken zij op zich af zien komen. Ook gaan we uiteraard te rade bij organisaties uit het maatschappelijk middenveld, wetenschappelijke instellingen als de universiteiten, NWO en de KNAW, en de wetenschappelijke bureaus van de politieke partijen.’ Knottnerus benadrukt dat de agenda niet alleen bestaat uit expliciet gevraagde adviezen. ‘Door de interactie tussen de raad en de politiek, maar ook door ontwikkelingen in de wetenschap zelf, komen wij tot nieuwe onderzoeksvragen. En daarbij kijken we ook over de grens. We onderzoeken bijvoorbeeld ook wat in Europa de belangrijkste beleidsissues zijn die voor wetenschappelijke advisering in aanmerking komen.’
• Rianne Waterval
Wie zit waar Een wisseling van de wacht in de militaire Defensietop. Generaalmajoor der mariniers Ton van Ede is benoemd tot nieuwe plaatsvervangend Commandant Zeestrijdkrachten. Hij volgt vice-admiraal Wim Nagtegaal op die in de heroverwegings werkgroep Internationale Veiligheid zit en in maart plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten (CdS) wordt. Van Ede was sinds eind 2006 plaatsvervangend Hoofddirecteur Personeel bij Defensie en is daar inmiddels opgevolgd door Jan de Jong. Generaal-majoor der mariniers Herman van der Til is
26
PM 22 januari 2010
op 11 januari aangetreden als directeur Aansturen Operationele Gereedstelling. Kort voor het kerstreces heeft het kabinet vier nieuwe DG’s benoemd. Hans Vijlbrief wordt DG Energie en Telecom bij Economische Zaken, Rob Kerstens gaat DUO leiden, de organisatie van OCW die is ontstaan door de fusie van de IB-Groep en CFI. Bij Verkeer en Waterstaat worden Lidewijde Ongering (Mobiliteit, zie p. 27) en Jan Hendrik Dronkers (Rijkswaterstaat) directeur-generaal.
spelers De overstap van …
Lidewijde Ongering
Er wordt flink gejobhopt in ambtenarenland. Over de nieuwe functie valt meestal nog niet zoveel te zeggen, dus richt PM zich op de mens achter de ambtenaar. Wie is Lidewijde Ongering, de nieuwe DG Mobiliteit op het ministerie van Verkeer en Waterstaat? Tekst Rianne Waterval
VenW • Op haar vierde werkdag als DG Mobiliteit en de ochtend na het nachtelijke debat over het Irak-rapport ontvangt Lidewijde Ongering (51) PM gastvrij op haar werkkamer. ‘Uiteraard heb ik gekeken, het politieke spel boeit mij enorm. Voortdurend heb ik Teletekst gecheckt of de Kamerbrief er al was. Het mooie van het ambtenaarschap is dat wij zo dicht op de Haagse keuken zitten.’ Zo’n anderhalf jaar geleden koos Ongering bewust voor een nieuwe richting in haar carrière: ze verruilde haar job als plaatsvervangend Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) voor die van loco-SG op VenW. Van de heimelijke ontastbare wereld van terrorismebestrijding naar het concrete vakgebied van Verkeer en Waterstaat. ‘Een groter contrast is haast niet mogelijk,’ vindt Ongering. Niet alleen inhoudelijk, ook de sfeer is anders: ‘Op VenW is men net wat meer open-minded en is er veel minder sprake van positiespel.’ Toen met het vertrek van SG Wim Kuijken en DG Rijkswaterstaat Bert Keijts de carrousel op het departement in gang werd
gezet, kwam het DG Mobiliteit in beeld. ‘Als DG ben je toch eindverantwoordelijk voor een beleidsterrein.’ Ze draait al een tijdje mee binnen het overheidswezen. De van huis uit bestuurskundige begon haar carrière op het ministerie van VWS en werd daar, na een kort uitstapje naar het bedrijfsleven, in 1995 directeur Financieel Economische Zaken (FEZ). ‘De eerste vrouwelijke directeur FEZ binnen de rijksdienst,’ zegt ze trots. Al vanaf haar studietijd, die Ongering doorbracht aan de Technische Hogeschool Twente, begeeft ze zich in mannenbolwerken. Zo was ze onder meer plaatsvervangend DG Veiligheid en directeur Politie op het ministerie van BZK. Ze heeft zich daar echter nooit veel van aangetrokken: ‘Ook in de mobiliteitssector zijn de mannen nog steeds in de meerderheid, maar ik zie dat niet als een probleem.’
Meest geleerd van ‘Eigenlijk heb ik drie grote voorbeelden gehad in mijn carrière. Zorg ervoor dat bewindslieden altijd beschikken over volledige beslisinformatie. Dat heb ik geleerd van Ton Annink, nu SG op het ministerie van Defensie. Hij heeft mij de basisprincipes van goed ambtenaarschap bijgebracht. Ook van Gerrit Zalm, met wie ik vanuit VWS regelmatig te maken had, heb ik veel opgestoken. De manier waarop hij met een lach en grap de meest verschrikkelijke dingen voor elkaar krijgt, intrigeert me. Tegelijktertijd denkt hij wel mee met de problemen van vakministers. Oud-NCTbcoördinator Tjibbe Joustra heeft een zekere onverstoorbaarheid waarmee hij zaken voor elkaar kan krijgen. Dat doorzettingsvermogen kun je in dit werk goed gebruiken.’
luisteren naar de verschillende partijen, maar daarbij wel vasthouden aan onze principes. Het is belangrijk dat we het concept helder uitleggen. Iedereen is vrij om zijn kritische kanttekeningen te plaatsen. De manier waarop dit gebeurt liet onlangs te wensen over. We hebben deze week dan ook binnen het ministerie een oproep gedaan om direct input te leveren en niet te kiezen voor externe kanalen [twee VenW-ambtenaren bekritiseerden eerder deze maand anoniem het systeem in De Telegraaf, RW].
Eerste baan ‘Op mijn twaalfde ben ik oliebollen gaan prikken in de gebakkraam op de kermis in Laren. Ik verdiende twee gulden per uur, deed als een razende mijn best en ik vond het geweldig.’
Muziek ‘Van Mahler tot salsa, ik heb een hele brede smaak. Nederlandstalig vind ik ook leuk op z’n tijd. Salsadansen vind ik geweldig. Ik wil eigenlijk op les, maar krijg mijn partner helaas niet zo gek om mee te gaan.’
Hoofdpijndossier ‘Het project Anders betalen voor mobiliteit is een lastige klus waar ik als loco-SG al bij betrokken was. Het is zowel politiek complex als technisch en maatschappelijk erg ingewikkeld. Om dit tot een succes te maken moeten we goed
Wakker maken voor ‘Ik houd heel erg van slapen, dus kan niet direct iets noemen waar je me voor mag wakker maken. Oké, een uitzondering dan. Mocht het kabinet vallen, dan zou ik dat toch wel graag meteen willen weten.’ •
VenW
Foto: Welmer Keesmaat
‘Mannenbolwerken? Geen probleem’
Krant ‘Mijn favoriet is NRC, De Telegraaf lees ik omdat zij veel schrijven over ons vakgebied en op zaterdagochtend duik ik in de Volkskrant. Heerlijk om al die bijlagen door te spitten.’
22 januari 2010 PM
27
spelers De hoogste dierenarts van LNV over de Q-koortscrisis
‘We doen dit niet voor de lol’ Ze maakt promotie in een voor haar functie roerige tijd. Sinds 1 januari is Christianne Bruschke als Chief Veterinary Officer (CVO) de hoogste dierenarts bij LNV. Ze was al anderhalf jaar plaatsvervangend CVO. Bruschke was nauw betrokken bij het besluit om 40.000 drachtige geiten te ruimen om de Q-koortscrisis te keren.
LNV · Christianne Bruschke (45) is de eerste adviseur van minister Verburg op het gebied van veterinaire zaken en verantwoordelijk voor overleg met derde landen over de handel in dieren en dierlijke producten. Sinds haar aantreden heeft ze daar amper tijd voor gehad. ‘Het overgrote deel van mijn tijd besteed ik aan de Q-koorts.’ Het zijn dagen van veertien uur, met ellenlange vergaderingen waarin maar twee hoofdvragen worden gesteld: wat is het, en belangrijker: hoe gaan we de crisis te lijf ? Toen Bruschke in 2008 aantrad als plaatsvervangend CVO, was net Q-koorts aangetroffen op enkele boerderijen in Noord-Brabant en waren de eerste maatregelen genomen: vrijwillige vaccinatie van geiten en een meldingsplicht als bij een bedrijf meer dan 5 procent abortussen voorkomt. ‘Maar de maatregelen waren vooral gericht op mest, omdat we mest toen als de grootste risicofactor zagen.’
Nooit eerder was een land zo lang getroffen door de Q-koortsbacterie, zegt Bruschke. ‘We kenden de bacterie en wisten dat het gewoon voorkomt in de natuur. Uit de literatuur wisten we dat als er een uitbraak was, dat met een jaar voorbij zou zijn,’ zegt Bruschke. Hoe komt het dat deze epidemie niet na een jaar weggeëbd is?
‘Dat weten we niet zeker. We hebben in Nederland een hele grote geitensector, die de afgelopen tien jaar fors gegroeid is. Bij een abortus komen heel veel bacteriën vrij en die verspreiden zich gemakkelijk onder andere dieren. Alles wijst er nu op dat die
grootschalige geitenhouderij een belangrijke bron is van Q-koorts.’ Dan lijkt het inkrimpen van de sector een belangrijke stap om dit soort ziektes tegen te gaan…
‘Wij kijken er anders tegenaan. We hebben nu de mogelijkheid besmette dieren te ruimen, daarna verwachten we heel veel van de vaccinaties die vanaf dit jaar verplicht zijn.’ Geitenhouders denken dat de ruimingen
Commissie evalueert aanpak Q-koorts Gert van Dijk, directeur van de Nationale Coöperatieve Raad voor land- en tuinbouw (NCR) gaat leiding geven aan een commissie die de aanpak van de Q-koorts evalueert. Centrale vraag in zijn onderzoek is op welke wijze de ministers van VWS en LNV de bestrijding ter hand hebben genomen. Van Dijk (1946) studeerde
28
PM 22 januari 2010
veeteelt en genetica in Wageningen en economie in Aberdeen en is naast zijn directeurschap hoogleraar cooperative entrepeneurship aan Nyenrode. Binnenkort maakt hij bekend wie nog meer in zijn commissie zitting zullen hebben.
spelers
vooral bedoeld zijn om te sector te saneren…
‘Dat is niet zo. De enige drijfveer om nu te ruimen is de volksgezondheid. Er zijn 2.300 humane besmettingen. Niemand wil die ruimingen natuurlijk, we hebben altijd geprobeerd andere manieren te vinden om het aantal humane patiënten af te laten nemen, er is een hele range aan scenario’s voorgelegd aan een groot aantal deskundigen, onder leiding van Roel Coutinho van het RIVM, variërend van het dichtmaken van de stallen tot het ruimen van alle geiten in heel Nederland. Zij hebben aangegeven dat deze manier van ruimen een belangrijke maatregel is bij het indammen van de crisis. We hebben zeer intensief onderzocht of we konden kijken naar individuele gevallen, alleen de besmette dieren ruimen. Maar niet alle dieren scheiden de bacterie uit, dus dan loop je risico dat je niet alle besmette dieren ruimt.’ Heeft u geslapen, die nacht?
‘Ja, maar dat was omdat ik ontzettend moe was na al die lange dagen. Je bent er heel erg mee bezig. Als mensen denken dat dit in mijn koude kleren gaat zitten, dan hebben ze het mis. We doen dit niet voor
de lol, en ik heb hier niet zeven jaar lang diergeneeskunde voor gestudeerd. ‘
Later dit voorjaar volgt in Beneluxverband een grootschalige dierziekteoefening. Is dat nog nodig?
Afgelopen weekend zei het RIVM dat ruimen niet nodig was geweest als de overheid eerder had ingegrepen. Hoe beoordeelt u deze kritiek?
‘Die oefening gaat over mond- en klauwzeer. Dat is een heel andere situatie. MKZ is een zeer snel verspreidende ziekte, die alleen vee treft. En dit is een grensoverschrijdende oefening.’
‘We zullen het aan de commissie-Van Dijk [zie kader, p. 28, RvdD] overlaten om hierover een oordeel te vellen.’ Er wordt gesproken over de ‘Q-koortscrisis’. Wanneer is de crisis voorbij?
‘Dat is een moeilijke vraag. Onze horizon loopt tot het einde van de komende lammerperiode, in juni. We zijn nu intensief aan het onderzoeken hoe we weer terug kunnen naar de vorige maatregelen. De getroffen geitenhouders zijn niet alleen de huidige generatie geiten kwijt, maar ook de volgende. Hoe gaan we om met het fokverbod en hoe geven we vorm aan nieuwe aanwas? De veehouders krijgen geen vervolgschade vergoed, wel krijgen ze de waarde van de geiten getaxeerd en vergoed. Daar zijn waardetabellen voor. Maar de bottleneck zit bij het fok- en aanvoerverbod. We gaan er vanuit dat deze ruimingsactie eenmalig is.’
VacatureSpot ZH
Directeur Directie Control, Bedrijfsvoering en Juridische Zaken Ministerie van Justitie
www.justitie.nl
NH
Klantgroepmanager Werkzoekenden UWV
www.uwv.nl
ZH
Senior Adviseur/Projectmanager Duurzaamheid Rijksgebouwendienst
www.vrom.nl
UT
(Senior) Beleidsmedewerkers Markttoezicht Nederlandse Zorgautoriteit
www.nza.nl
NH
Sectormanager Juridische Dienstverlening Provincie Noord-Holland
www.noord-holland.nl
OV
Sectormanager Rechtbank Almelo
www.werkenbijderechtspraak.nl
ZH
Senior Juridisch Adviseur De Werkmaatschappij
www.minbzk.nl
UT
Hoofd Muskusrattenbestrijding Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
www.republic.nl
Programmamanager Hart van de Heuvelrug Provincie Utrecht
www.provincie-utrecht.nl
UT
Zo’n oefening is ook bedoeld om te kijken wat goed gaat en wat niet. Kunt u over de Q-koortscrisis al wat zeggen?
‘Ik denk dat ik in alle hectiek kan zeggen dat veel dingen heel goed gaan, vooral aan de organisatorische kant. De VWA en AID hebben de afwikkeling goed aangepakt. En bij de ruimingen wordt het welzijn van de dieren niet aangetast. Ze worden in slaap gebracht en pas dan gedood. Aan de andere kant kan ik niet echt dingen benoemen die minder goed gaan. Ik vind ook niet dat het te lang heeft geduurd voor we een besluit hebben genomen. We hebben steeds gewerkt met groepen deskundigen. Als die andere partijen vonden dat het te lang duurde, hadden ze dat in dat bestuurlijk overleg moeten melden.’ · Rutger van den Dikkenberg
Hét overzicht voor banen in de publieke sector, schaal 12 en hoger NH
Manager Stafbureau Sector Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Zuidoost
www.amsterdam.nl
ZH
Senior Beleidsmedewerker Rivieren Ministerie van Verkeer en Waterstaat
www.verkeerenwaterstaat.nl
ZH
Teamleider Activering Werk & Inkomen Gemeente Leiden
www.leiden.nl
ZH
Teamleider Werk & Inkomen/Klanten Gemeente Leiden
www.republic.nl
NB
Teammanager Verkeer en Vervoer Gemeente Helmond
www.republic.nl
ZH
Adviseur Gebruikersbegeleiding TenderNed Ministerie van Economische Zaken, PIANOo
www.ez.nl
ZH
Senior Medewerker Communicatie onderzoek Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
www.szw.nl
GE
Psychiater of Psycholoog als Hoofd RVE NIFP Ministerie van Justitie, DJI
www.justitie.nl
22 januari 2010 PM
29
inspiratie 30 Welke leiders inspireren managementgoeroe Manfred van Doorn? 33 Net uit: win een boek van Adam Kahane Meer inspiratie op www.pm.nl
Manfred van Doorn op de bres voor ‘glokalisering’
De nieuwe helden ‘Visies, visioenen en leiderschap,’ is de titel van een reeks lezingen van Manfred van Doorn. Na zijn boek Het wiel opnieuw uitvinden trekt de topmanagementtrainer nu het land in om als nieuwe duurzaamheidsgoeroe de weg naar een 100 procent duurzaam leven te wijzen. ‘Wat mij betreft geven we Wijffels een mandaat van acht jaar.’
Tekst Chris van de Wetering
30
PM 22 januari 2010
I
n de Brave New World die Manfred van Doorn voor ogen heeft pompen olieproducenten niet langer olie op uit de aarde. Burgers fabriceren en kanaliseren hun energie zelf via zonnepanelen, smartgrids, aardwarmte en fuel cells in huis en wijk. Het gesleep met goederen en dieren zoals in een globale economie gebeurt, is afgelopen. Mensen consumeren niet langer meer dan ze produceren, de regio voorziet in principe in de eigen goederen en diensten. Globaal is deze ‘glokale’ samenleving alleen in de oneindige mogelijkheden die de informatietechnologie biedt. Zo kunnen kinderen op school via YouTube colleges van ‘s werelds grootste denkers en wetenschappers volgen. Voor werknemers telt het rendement van de aandeelhouder nauwelijks nog. Mensen werken vooral om een reële waarde te creëren, in wisselende netwerken en in coöperaties waar ze werk verrichten dat ze zinvol achten. De verhoudingen zijn horizontaal, hiërarchie is passé. De rijksoverheid die deze burgers faciliteert, is klein en slank. Het rijk ontvangt niet langer inkomsten uit activiteiten die niet duurzaam zijn zoals de accijns op fossiele brandstoffen of tabak. De overheid wordt daarmee meteen ook gedwongen zich alleen nog bezig te houden met zaken waarvoor burgers ook willen betalen. Volgens Van Doorn is het de hoogste tijd. Nu de kredietcrisis volgens hem aangetoond heeft dat het industriële paradigma van massaproductie en overconsumptie niet langer vol te houden is, moet meer werk gemaakt worden van verduurzaming. ‘De oorzaak van de kredietcrisis zijn natuurlijk niet de op geldbeluste bankiers, hoewel die veel verkeerd hebben gedaan,’ zegt Van Doorn. ‘De crisis hangt samen
met de globalisering en vooral met de grenzen daarvan. Het confronteert ons met het tekortschieten van grondstoffen, energie en ruimte,’ licht Van Doorn toe. Meer dan ooit is duidelijk dat de mensheid, als deze zichzelf wil overleven, radicaal zal moeten omschakelen naar duurzaam, waarschuwt hij. ‘Goed’ moet de leidraad zijn en niet ‘minder slecht’. Dat betekent volgens hem investeren in een waterstofeconomie en bijvoorbeeld niet in minder duurzame kolen of kernenergie.
Valkuil Wat is nodig om het roer radicaal om te kunnen gooien? Van Doorn wijst erop dat de grootste valkuil voor leiders vaak is dat het kleinere eigenbelang boven de visie prevaleert. ‘Dat mondt al gauw uit in reageren op incidenten en niet voor de grote visie gaan. Staan voor een visie vraagt om de bereidheid los te breken uit oude verdienmodellen. Zo lang we stiekem de oude economie in stand willen houden, zijn we met niets anders bezig dan met het verschuiven van de dekstoelen op de Titanic. Als je leiderschap cyclisch opvat zou je kunnen zeggen dat leiders de fase van arrogantie aan de top voorbij moeten en tot dienend leiderschap moeten komen. Voortbouwend op ideeën van de econoom en publicist Jeremy Rifkin en Carlota Perez, de Venezolaanse hoogleraar technische economie, voorziet hij een nieuwe industriële revolutie met ict als belangrijkste technologie (na de revolutie die stoommachine en auto veroorzaakten), zodra deze wordt ingezet op energiegebied. Met Rifkin gelooft hij dat een duurzame economie zal leiden tot een herschikking van de macht naar decentrale centra. Energie zal in
inspiratie
die zienswijze niet langer centraal geproduceerd worden, maar door kleine organisaties en burgers die zelf energie (waterstof ?) zullen produceren. Macht en invloed worden daarmee gedecentraliseerd. Zo zou via smartgrids (intelligente energienetwerken) productie en energiegebruik aan elkaar geknoopt kunnen worden. De samenleving van morgen is een netwerksamenleving, voorspelt Van Doorn, waarin mensen in hybride werkverbindingen zoeken naar manieren om duurzaamheid en waarde toe te voegen. We moeten afkicken van de wegwerpmaatschappij en duurzaam gaan denken, zegt Van Doorn. Cruciaal daarin is te komen tot andere verdienmodellen, vindt hij, waarin bijvoorbeeld duurzaam upcyclen van producten meer oplevert dan massaproductie. Ook de overheid zou niet langer mogen teren op de inkomsten uit fossiele brandstoffen, pas dan is er een goede prikkel om op duurzaam over te gaan, benadrukt Van Doorn. Van Doorn sluit niet uit dat de transitie betekent dat we het een tijdje met veel minder moeten doen dan we gewend zijn. ‘Als we nog niet weten hoe we op waterstof kunnen vliegen, vliegen we maar een tijdje niet,’ zegt hij laconiek. We moeten zoals de Fransen zeggen: reculer pour mieux sauter, vindt hij. ‘Wat mij betreft geven we Wijffels een mandaat voor acht jaar om de transitie naar duurzaam goed te vorm te geven en te begeleiden.’
Levensgeluk Ook van het leiderschap van topmanagers mag meer worden verwacht, vindt Van Doorn. De leiders die we nu nodig hebben moeten volgens Van Doorn ‘the big picture’ kunnen zien. ‘Ze moeten door paradigma’s heen kunnen kijken, zegt hij. Oplossingen zoeken binnen het bekende paradigma is als zoeken onder
de lantaarnpaal naar een sleutel die in het donker ligt. Leiders die de moed hebben uit het paradigma te stappen zien andere oorzaken en komen met andere oplossingen. ‘Wie uit het industriële paradigma stapt ziet dat we ons niet meer moeten fixeren op geld met geld verdienen in een wegwerpeconomie. Die ziet dat we ons beter kunnen richten op waardecreatie, op zaken die werkelijk iets bijdragen aan ons levensgeluk,’ zegt hij. Governance aan de top betekent voor Van Doorn ook dat leiderschap veel meer gedeeld moet worden. Een voorbeeld van een dergelijk fellowship ziet hij bij de drie Xiao’s die de bank van China besturen. De vrouwen, toevallig alledrie Xiao genaamd, bepalen het meerjarenbeleid voor ’s we-
‘Goed’ moet de leidraad zijn en niet ‘minder slecht’ relds grootste bank in een brede top. ‘Leiders moeten fellows in the ring zijn, geen solistische helden die het verticale systeem in stand laten,’ bepleit Van Doorn. Een andere vaardigheid van de leider van de toekomst is goed in de netwerken kunnen bewegen. ‘De leiders moeten beschikken over een flexibele identiteit, die wel een dieper fundament heeft, maar die hen in staat stelt met honderd coalities samen te werken. Ze moeten kunnen verzoenen en niet blijven steken in schijntegenstellingen.’ Voorbeelden van leiders die over een leiderschapsstijl beschikken die volgens Van Doorn nodig is om het duurzame tijdperk in te gaan, zijn wel al voorhanden: wie zijn de drie helden van Van Doorn?
Ellen Johnson Sirleaf
‘Oud , wijs en verzoenend’
(Monrovia, 1936) president van Liberia. Gaf leiding aan grote financiële instellingen waaronder de Wereldbank, maar bij de aanvaarding van haar ambt als president verklaarde ze vooral ook haar moederlijke gevoeligheid en emotie te willen inzetten om de wonden van de oorlog te helen. ‘Ellen Johnson Sirleaf heeft een prachtige mix van kwaliteiten. Ze heeft moed om voor moeilijke besluiten te staan die op korte termijn pijn doen, maar op lange termijn welzijn brengen,’ vertelt Van Doorn. Sirleaf geldt als bestrijder van corruptie en ze
nam bijvoorbeeld maatregelen om meer kinderen (ook meisjes) de toegang tot onderwijs te verschaffen. Van Doorn vindt Sirleaf een goed voorbeeld voor het leiderschap van de 21e eeuw omdat ze ‘enerzijds oud, wijs en verzoenend is, anderzijds omdat haar handelen direct in verstandig beleid vertaald kan worden en vice versa’, licht hij toe. ‘Sirleaf is transparant in haar meningen en besluitvorming en kan erg goed en empathisch luisteren, maar ook hard confronteren en dan van haar tegenspelers een vergelijkbare empathie eisen die zij voor hen aan de dag legt.’
22 januari 2010 PM
31
inspiratie Ricardo Semler (Sao Paulo,
1959), ondernemer en managementgoeroe. Semler was CEO van het Braziliaanse Semco. Nadat hij het bedrijf, toen nog een onderneming in verfmixers en pompen, van zijn vader overnam ontsloeg hij in één dag het overgrote deel van het management dat in zijn ogen weinig waarde toevoegde. In de daaropvolgende jaren voerde hij een radicale democratisering door. De meerderheidsaandeelhouder kreeg nog maar één stem naast die van de inmiddels duizenden medewerkers die het bedrijf telt. Werknemers deelden in de winst en werden vrijgelaten hun werk naar eigen inzicht in te richten. De onderneming die al jarenlang dubbelcijferige groei realiseert, investeerde de winsten in het bedrijf. Werknemers kregen de gelegenheid om te ondernemen binnen de onderneming. Van Doorn is vooral gecharmeerd van ‘de celdeling van kleine bedrijven die dit tot gevolg had, waardoor snel nieuwe werkverbindingen konden ontstaan die duurzaamheid en waarde toevoegen.’ Door alleen te sturen op randvoorwaarden (zoals wel winst maken, niet vervuilen en bijdragen aan het geluk van de mensheid) ontstond volgens Van Doorn
‘Liefde voor de mensheid’
32
PM 22 januari 2010
een markt van creatieve ideeën rond de R&D-budgetten. ‘Semler heeft mensen echt empowered en hun verantwoordelijkheid leren pakken,’ zegt Van Doorn. ‘Om te zorgen dat managers functioneren, voerde hij een halfjaarlijkse beoordeling in die door de werkvloer anoniem ingevuld kon worden. Scoort een manager minder dan 80 procent tevredenheid, dan moest hij ander werk gaan doen.’ Semler kon volgens Van Doorn ook zijn ego opzij zetten. Bij Semco zorgde hij voor opvolging waardoor hij zichzelf overbodig maakte. Inmiddels heeft hij zijn aandacht verlegd naar onder meer het onderwijs, waar hij jongeren probeert op te leiden tot burgers die hun lot in eigen hand nemen. ‘Mede door Semlers initiatieven is Brazilië nu aan het verduurzamen,’ zegt Van Doorn. Semler beschikt daarnaast volgens hem over een grote sociale bewogenheid, die bij ons voldoende aanwezig is, maar onvoldoende wordt vertaald in drastische veranderingen. ‘Hier gaat het toch vaak om hoe red ik mijn jaaromzet, mijn partij, mijn minister, mijn baantje. Rechtmatigheid zou een grotere rol mogen spelen bij de afwegingen van het topmanagement.’
Hermann Scheer (Wehrheim, 1944), Duits parlementslid, president van Eurosolar (de Europese Associatie voor Hernieuwbare Energie) en voorzitter van de Wereldraad voor Hernieuwbare Energie. Scheer is de bezieler en voorvechter van het Duitse feed-in-tarievensysteem, dat Duitsland leider heeft gemaakt op het gebied van ontwikkeling en toepassing van zonnepanelen. Duitsland draait inmiddels voor 20 procent op duurzame energie, terwijl Nederland niet verder komt dan 3 procent. De Duurzame energiewet, ook wel de wet-Scheer genoemd, maakte het mogelijk dat mensen die thuis duurzame energie produceerden, hun overproductie van groene stroom konden doorverkopen aan de centrale netbeheerders tegen een hogere prijs dan voor grijze energie werd betaald. Van Doorn prijst ‘de ongelooflijke visie’ van Scheer om ‘het principe van “de vervuiler betaalt” in te zetten bij de ontwikkeling van nieuwe energiebronnen’. Een ander aspect dat bijdraagt aan het succes was dat gewone burgers op deze manier verdienen aan
‘Grote sociale bewogenheid’
hun energieproductie. Volgens Van Doorn zou ook Nederland naar het voorbeeld van Duitsland de staatsinkomsten van de fossiele brandstoffen in moeten zetten om de transitie naar duurzaam energiegebruik mogelijk te maken. ‘Nu gebruiken we de gasinkomsten voornamelijk als opium om het volk met uitkeringen tevreden te houden in de bestaande machtsconstellatie.’ Scheer, die zich in zijn partij, de SPD, altijd onderscheidde als een nonconformistische figuur en het nooit tot een regeringsfunctie schopte, maakte niet alleen door zijn visie het verschil, maar in zijn leiderschap liet hij zich volgens Van Doorn ook kennen ‘als een man met lobbyvaardigheden, waardoor hij zich wist te verbinden met andere betrokken partijen en deze kon mobiliseren, als een idealist die de volharding op kan brengen zijn ideaal te verwezenlijken en vanwege zijn onberispelijkheid’. Hij vervolgt: Scheer is iemand die altijd kleinschalig en voor de staat leefde. Hij wordt gedreven door een liefde voor de mensheid, niet door hebzucht of machtswellust.’ ·
inspiratie
Net uit Macht en liefde Titel Power & Love. Een s trategie voor blijvende verandering Auteur Adam Kahane Uitgeverij Academic Service Prijs € 27,95
Pak lastige problemen aan door zowel liefde te prediken als macht uit te oefenen, met een van beide benaderingen red je het niet. Dat is – in het kort – de idee van Adam Kahane, die w ereldwijd faam verwierf met het verbeteren van samen werkingsprocessen bij de overheid en in het bedrijfsleven. In Power & Love beschrijft Kahane uit eigen ervaring waarom zowel de zachte als de harde benadering werkt en hoe je als manager moet balanceren tussen beide benaderingen.
Mail & Win PM geeft vijf exemplaren weg van Power & Love. Stuur een e-mail naar
[email protected] onder vermelding van Adam Kahane en uw adresgegevens. De eerste vijf mailers ontvangen het boek.
Titel Veranderkunst. Communicatiemanagement in praktisch perspectief Auteur Willy Brouwer e.a. Uitgeverij Van Gorcum Prijs € 38,75
Meer en meer worden verandertrajecten binnen organisaties begeleid door organisatieadviseurs, HRdeskundigen en communicatiespecialisten. In het boek Veranderkunst beschrijven organisatiedeskundigen en –adviseurs hoe langzaamaan een nieuwe discipline ontstaat: de veranderkunst. Ze namen onder meer een kijkje bij een gemeente en bij de Belastingdienst en brengen de praktijk in de bundel samen met de theoretische benadering.
Nederland is de Irakoorlog in gerommeld, maar hoe ging dat precies? In de factionroman De blancke lelie – van de hand van een oud-rijksambtenaar onder pseudoniem – staat ambtenaar Harry Bodewes centraal. Wanneer een parlementaire enquêtecommissie na het verschijnen van het Davids-rapport aan de slag gaat en dichtbij de waarheid rond de oorlog komt, schuift zowel de premier als zijn SG Bodewes naar voren als de kwade genius van de Nederlandse steun.
Titel De blancke lelie
Auteur Felix Monter Uitgeverij Boekenbent Prijs € 23,50
22 januari 2010 PM
33
over twee weken:
Economen in debat over de crisis Hoe komt Europa de recessie te boven? Interactief proefschrift deel IV Door Guido Enthoven DG Mark Frequin verruilt EZ voor WWI De overstap
PM 2 verschijnt 5 februari Kijk ondertussen voor politiek-ambtelijke actualiteiten op www.pm.nl Elke donderdag de PM Nieuwsbrief ontvangen? Meld u aan via de website www.pm.nl
Colofon PM is een uitgave van Sdu Uitgevers Redactieadres Postbus 20025 2500 EA Den Haag tel 070 – 378 96 39 fax 070 – 385 55 05 www.pm.nl,
[email protected] Hoofdredactie Cindy Castricum Redactie Rutger van den Dikkenberg, Rianne Waterval, Chris van de Wetering, René Zwaap (eindredactie) en Simon Blok (stagiair) Medewerkers aan dit nummer Jorrit de Jong, Rosalie Koolhoven, Yvonne Kroese, Ruben Maes en Margriet Rutgers (correctie) Vormgeving Rob Jongbloed (artdirector), Welmer Keesmaat Uitgever Esther van Doesburg Directeur Sdu Openbaar Bestuur Rob Veneboer Salesmanager Asha Narain Drukkerij Senefelder Misset, Doetinchem Verschijning PM komt 21 maal per jaar uit in een oplage van 7.500 exemplaren
Advertentie
Advertenties Asha Narain, 070 – 378 95 11,
[email protected]
Kopenhagen gemiste kans
Duurzaamheid: Lokale overheid aan zet! Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de gemeente raadsverkiezingen van maart 2010 geen gemiste kans worden voor duurzaamheid? Op 11 februari a.s. organiseert De Ruijter een workshop over strategie en duurzaamheid bij de lokale overheid. Denk met ons mee! datum locatie kosten
11 februari 2010 Hortus Botanicus, Amsterdam € 495,- excl. BTW, inclusief reader en lunch doelgroep Denkers en doeners bij de provinciale en lokale overheid
Meer informatie of aanmelden? Bel (020) 625 02 14 of mail naar
[email protected]. Kijk ook op op www.deruijter.net.
34
www.vandaagindenhaag.nl
PM 22 januari 2010
Mediaservice Advertentiereserveringen:
[email protected] Advertentiemateriaal:
[email protected] Sdu Uitgevers, Afdeling Mediaservice PM, Postbus 34, 2501 AG Den Haag Abonnementen Het afsluiten van een abonnement (€ 149,- excl. btw per jaar) kan via www.pm.nl. Het doorgeven van een adreswijziging of annuleren van een abonnement kan alleen via www.sdu.nl/service. Voor vragen kunt u terecht bij Sdu Klantenservice 070 – 378 98 80 Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen in welke vorm dan ook zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever kan op generlei wijze aansprakelijk worden gesteld voor eventueel geleden schade door foutieve vermelding in het blad. © 2009 Politieke Pers BV
beau monde ‘Of ik het ga lezen? Nee, het is veel te dik,’ grapt Henk Bosma (r), zelfstandig adviseur op het gebied van veiligheid met betrekking tot leiderschap en cultuur. ‘Wat nu? Dat weet niemand,’ zegt de gepensioneerde, maar politiek geëngageerde Gerrie Bakker. ‘Het is allemaal veel te ingewikkeld.’ Bosma denkt het echter wel te weten: ‘Nederland kan nooit meer steun verlenen aan een internationale missie zonder dat het parlement van alles op de hoogte is.’
Mitra Rambaran, kandidaatraadslid CDA Den Haag ‘nummer vier’, vindt dat mensen beter moeten worden geïnformeerd over het Irak-rapport. ‘Er moet een dunne versie van het rapport verschijnen. Dan denk ik aan… vier pagina’s, in gewone taal voor de gewone mens van de straat,’ aldus Rambaran.
Borrelen met Jack Tijdens het Politiek Café ging staatssecretaris van Defensie Jack de Vries kortstondig in op drie actuele, gevoelige onderwerpen, te weten: het Irak-rapport van de commissie-Davids, de Joint Strike Fighter en een mogelijke verlenging van de missie in Afghanistan. Hij benadrukte dat het Afghanistanvraagstuk niet zal leiden tot een conflict binnen het kabinet. Met het oog op de economische crisis is het belang van doorregeren namelijk van grote importantie, zo stelt De Vries. PM vroeg aanwezigen of ze het Irak-rapport al hadden gelezen en naar de gevolgen ervan: wat nu?
José van Leeuwen van het Haags Vredesplatform wilde protesteren, met een kleed, bezem en enkele poppen, maar zag er toch vanaf: ‘Ik ben bang dat ik anders niet naar binnen mag.’
Wat Waar Wanneer
Politiek Café met Jack de Vries De Haagsche Kluis, Den Haag 18 januari 2010
Tekst Simon Blok Beeld Rob Jongbloed
‘Ik zou niet weten waar ik het rapport kan vinden,’ zegt Cees de Jager (l) van Trots op Nederland. ‘Ik denk in ieder geval niet dat het CDA kopietjes zal uitdelen.’ Volgens De Jager moet het kabinet aftreden. ‘Als zoiets in Engeland gebeurt, treden ze direct af. Dat zijn tenminste echte gentlemen,’ aldus De Jager. Safdar Zaidi, CDA-afdeling Den Haag, denkt er niet aan om het rapport te lezen: ‘Ik heb geen tijd voor 500 bladzijden.’ Jonkheer Paul van Nispen tot Sevenaer heeft het Irak-rapport nog niet gelezen, maar is dat wel degelijk van plan. ‘Ik heb gewoon teveel algemene belangstelling,’ zegt Van Nispen tot Sevenaer, bijna lijdend onder zijn honger naar kennis.
Peter Viallé (l), secretaris van de CDA-afdeling Den Haag en regiobestuurder van ACON, de CNV-bond voor militairen, wil het rapport binnenkort lezen. ‘Je wordt door al de commotie wel heel nieuwsgierig gemaakt,’ aldus Viallé. ‘Ik ben een marineman, dan wil je natuurlijk alle details boven water hebben.’
Na de toespraak van De Vries is er tijd voor vragen. ‘U bent erg positief over een goede afloop binnen het kabinet,’ zegt iemand uit het publiek. ‘Maar de PvdA heeft de hakken in het zand gezet door te zeggen: we gaan in 2010 weg uit Afghanistan. Dat kan toch maar één ding betekenen?’ Waarop Jack de Vries gevat antwoordt: ‘Als de PvdA echt de hakken in het zand heeft gezet, komen ze de woestenij van Afghanistan juist niet uit.’
Het gebrek aan spanning heeft ‘burger’ Fred Streefland doen besluiten het rapport niet te lezen. ‘Ik lees iets om de conclusies en de conclusies van het r apport waren al bekend voordat het überhaupt verscheen.’
Voordat Jack de Vries aan zijn toespraak begon, bracht een gelegenheidsband van omroep BNN een lied ten gehore. ‘Kunt u ons de weg uit Uruzgan vertellen, meneer?’ zongen presentatoren Sophie Hilbrand en Filemon Wesselink (l) op een perfect valse toonhoogte. De Vries vond het een ‘leuk’ optreden, schreef hij al enkele minuten na zijn vertrek op zijn Twitterpagina. 22 januari 2010 PM
35