Nu online www.vandaagindenhaag.nl
voor beslissers bij de overheid 5 februari 2010 nr
2 zesde jaargang |
www.pm.nl
Jan Terlouw wijst kabinet de weg naar zonnekrachtcentrales
CO2 probleem
opgelost in de
woestijn
Nederland proeftuin voor Europetities pagina 10
Maarten Hajer (PBL) over de mediacratie
Economendebat: BBP overboord
pagina 12
pagina 20
PM nummer 2 5 februari 2010
Nieuws 8 t/m 13
23
8
‘Nullijn geen optie bij cao rijksambtenaren’
Abvakabo FNV stelt acties in vooruitzicht
9
Tweede leven voor afgedankte rijkslogo’s
Studente brengt ‘juweeltjes’ in kaart
10
Nederland proeftuin voor Europese petities
Burgerlink brengt directe democratie online
12
Mediacratie vereist alerte bestuurders
13
‘Lobbyisten zorgen voor meer transparantie’
Maarten Hajer waarschuwt voor triomf van het gerucht
Roel Bekker hijgt even uit SG Vernieuwing Rijksdienst heroverweegt mee
Guido Enthoven sluit interactief proefschrift af
Coverstory
16
Het gelijk van Archimedes Jan Terlouw over de zonnige toekomst van CSP
Spelers 27 t/m 30
27
Hebben gemeenten meer talent in huis dan het rijk?
28 29
James van Lidth de Jeude herziet toezicht
20
BBP kan overboord Economendebat levert nieuw rekenmodel op voor post-crisistijd
35
Diplomaat in het andere Nederland
Beau Monde bezoekt Robbert van Lanschot
De overstap van Mark Frequin naar WWI
Inspiratie 31 t/m 33
31
Schoolboeken ingeruild voor de e-reader?
Groen oftewel thermisch-elektrische zonne-energie, is volgens de gewezen minister van Economische Zaken het enige juiste antwoord op de huidige energiecrisis. Politiek, overheid en bedrijfsleven moeten de handen ineen slaan, aldus Terlouw, en investeren in deze vorm van duurzame energie. Hoewel hij een kentering bespeurt, wordt het nog lastig. ‘Het huidige kabinet heeft de overtuiging dat CSP geen Nederlands belang dient en dat er dus ook geen Nederlands geld in hoeft te worden gestoken.’ Tenslotte werpen we in de spelersrubriek de vraag op of jong talent vooral bij gemeenten werkzaam is en niet bij het rijk. Aanleiding is het feit dat voor de tweede keer op rij een medewerker van een gemeente is uitgeroepen tot Jonge Ambtenaar van het Jaar. Volgens juryvoorzitter Pechtold moeten we dit niet beschouwen als een trend. Er is sprake van een inhaalslag, meent hij. ‘De eerste jaren wonnen vooral rijksambtenaren.’ Cindy Castricum
[email protected]
Foto: Rob Jongbloed
Volgende week komen de Europese regeringsleiders bijeen om met elkaar van gedachten te wisselen over de stand van de economie. Deze topontmoeting is geëntameerd door EU-president Van Rompuy. De Belg voorziet een lagere economische groei dan noodzakelijk is om het sociaal model en de Europese manier van leven te kunnen handhaven. Wij blikken alvast vooruit op deze buitengewone Top. Drie economen geven hun visie op de maatregelen die genomen moeten worden om de economie uit het slop te trekken. Het wordt tijd om op grote schaal te investeren in kennis, onderwijs en technologische innovatie, menen Arnold Heertje, Bart van Riel en Sylvester Eijffinger. De vergroening van de economie moet wat hen betreft prioriteit genieten. Dit past volledig in het straatje van voormalig D66-leider Jan Terlouw, die een warm pleitbezorger is van zonne-energie. Grootschalige toepassing van Concentrating Solar Power,
5 februari 2010 PM
3
binnenkort in Den Haag Premier Balkenende is op maandag 8 februari aanwezig bij de opening van de Nelson Mandela-week in het Rotterdamse Luxor Theater. Op donderdag 11 februari is de premier in Brussel voor een bijzondere Europese Raad. De regeringsleiders praten over het economisch herstel van de EU na de financiële crisis en de voortgang van de klimaatonderhandelingen. Hierna vliegt Balkenende nog even op en neer naar Vancouver voor de opening van de Olympische Spelen. Donderdag 18 februari speecht de premier voor de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Algemene Zaken
Maandag 8 februari opent minister Ter Horst in Den Haag de tweede internationale veiligheidsconferentie. Van 9 tot 11 februari gaat ze op werkbezoek naar Zweden en Denemarken, waar ze zich zal buigen over de organisatie van de overheid in het kader van de vernieuwing rijksdienst. Ter Horst brengt op maandag 15 februari ‘s middags een werkbezoek aan Amsterdam, waar het over de integriteit van politieke ambtsdragers gaat. Op woensdag 17 februari neemt ze het advies Vertrouwen op democratie van de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) in ontvangst.
BZK
Staatssecretaris Bijleveld vertrekt op 7 februari naar de Antillen in het kader van de bestuurlijke hervorming. Minister Verhagen spreekt zaterdag 6 februari op de ‘Bilderbergbijeenkomst’ (niet te verwarren met de gelijknamige internationale denktank) van VNO-NCW. De bijeenkomst staat in het teken van duurzaam herstel. Een week later, van maandag de 15e tot donderdag de 18e, gaat hij naar Zuid-Afrika. Minister Koenders brengt woensdag een werkbezoek aan ontwikkelingsorganisatie Icco in Utrecht. Eind volgende week is de minister twee dagen in het Spaanse Segovia. Daar komen de Europese OSministers bijeen voor een informele raad over ontwikkelingssamenwerking. Staatssecretaris Timmermans reist dinsdag naar Berlijn voor een overleg met
Buitenlandse Zaken
In de week van 8 februari wordt gediscussieerd over de rellen tussen Molukse en Marokkaanse Nederlanders in de wijk Terweijde in Culemborg en over het rapport van de Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer over de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de gehandicaptenzorg. Brenninkmeijer kwam na onderzoek tot de conclusie dat de inspectie te weinig invulling geeft aan het kwaliteitstoezicht van de zorg voor verstandelijk gehandicapten. Het hoofdlijnendebat Wet kilometerprijs staat deze week ook geagendeerd. Op maandag 8 februari staat een rondetafelgesprek gepland van de werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg. Er wordt gedurende de hele dag gesproken met professionals uit de jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en licht verstandelijk gehandicaptenzorg (LVG) en vertegenwoordigers van jongeren, (ex)cliënten en ouders. De volgende dag zijn er AO’s over het treinspoor, de Transportraad (Verkeer en Waterstaat) en de evaluatie van militaire missies (Defensie). Op woensdag 10 februari overlegt de LNV-commissie over de stand van zaken van Natura 2000. De commissieleden spreken later deze dag ook met de ambassadeur van Nieuw-Zeeland over landbouw. Op de agenda staan ook AO’s over de benzinemarkt (Economische Zaken), de veteranenzorg en nazorg bij missies (Defensie), de herziening van de gerechtelijke kaart en reclassering
zijn Duitse ambtgenoot Werner Hoyer. De avond van maandag 15 februari debatteert Timmermans met zijn collega-staatssecretarissen Marja van Bijsterveldt en Tineke Huizinga over ‘de achterbank van Balkenende IV’: aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen spreken zij in de Rode Hoed onder andere over de resultaten van de coalitie en belangrijke verkiezingsthema’s voor de komende raadsverkiezingen. Zaterdag 6 februari reist minister van Middelkoop naar Duitsland voor een bezoek aan de 46e Münchner Sicherheitskonferenz. Jaarlijks debatteren ministers, parlementsleden, legerleiders en wetenschappers over de huidige en toekomstige uitdagingen op het gebied van veiligheid. Op donderdag 11 februari houdt de minister een redevoering tijdens de officiële functieoverdracht van de inspecteur-generaal der Krijgsmacht. Generaal-majoor Lex Oostendorp volgt viceadmiraal Michiel van Maanen op die met functioneel leeftijdsontslag gaat.
Defensie
Op maandag 8 februari is minister Van der Hoeven aanwezig bij de informele Raad voor Concurrentievermo-
Economische Zaken
Tweede Kamer
4
PM 5 februari 2010
(Justitie), de doelmatigheid in het hoger onderwijs (OCW) en walvisvangst (Verkeer en Waterstaat). De commissie van SZW heeft in het bijzonder een drukke dag. De leden praten over het project SUB/Walvis, de overheveling van het heffen en innen van de werknemersverzekeringpremies van UWV naar de Belastingdienst, het arbeidsmarktbeleid en enkele onderwerpen met betrekking tot arbeidsomstandigheden. De rest van de week zijn er onder meer AO’s over eergerelateerd geweld (Justitie), jeugdwerkloosheid (SZW), maatschappelijk verantwoord ondernemen (EZ), duurzaam inkopen (Vrom), kredietverstrekking en microfinanciering (EZ), passend onderwijs (OCW) en de notitie Arbeidsparticipatie ouderen (SZW). Verder brengt de OCW-commissie een werkbezoek aan de Landelijke Onderzoeksscholen en voert de Kamercommissie
binnenkort in Den Haag gen in San Sebastian, Spanje. De toekomst van de elektrische auto staat centraal. Op woensdag 10 februari verricht Van der Hoeven de officiële opening van een kantoor van Brainport Development, dat diverse onderwijsinstellingen, kennisinstituten en innoverende bedrijven huisvest en moet uitgroeien tot een internationale hotspot op het gebied van innovatieve toptechnologie. Op 15 februari opent de bewindsvrouw de CDA-verkiezingswinkel in Deventer. In het kader van microfinanciering brengt staatssecretaris Heemskerk op 5 februari samen met prinses Máxima een werkbezoek aan een ondernemerspunt in Hoorn. ‘s Middags geeft Heemskerk een speech tijdens een paardenshow van het Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland in de Branbanthallen te ’s Hertogenbosch. Op maandag 9 februari bezoekt Heemskerk tijdens de Safer Internet Day het Haganum College in Den Haag. Twee dagen later zwaait de staatssecretaris enkele coureurs uit die in maart met tuktuks door India zullen rijden. De opbrengsten van de zogeheten ‘Bombay Challenge’ gaan naar Cordaid Kinderstem. Minister Bos heeft de komende tijd een aantal landelijke PvdA-cam-
Financiën
van Justitie een rondetafelgesprek over de toekomst van de beveiliging in de burgerluchtvaart. In de week hierop wordt er plenair gesproken over een verwant thema: de mislukte aanslag op de vlucht van NorthWest Airlines van Amsterdam naar Detroit tijdens de kerstdagen. Deze week staan er AO’s op de agenda over de 7e rapportage Nationaal Rapporteur Mensenhandel (Justitie), de landbouw in ontwikkelingslanden (BZ) en de bevolkingsdaling (WWI). Op maandag 15 februari voert de werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg, net als een week eerder, een rondetafelgesprek. Dit maal met jeugdbescherming en –reclassering, Centra voor Jeugd en Gezin en enkele deskundigen op het gebied van jeugdbeleid. De dag erop presenteert de Raad voor Verkeer en Waterstaat hun advies over demografie, leefstijlen en sociaaleconomische factoren en mobiliteit aan de leden van de VenW-commissie.
pagnebijeenkomsten op de agenda staan. Op maandag 8 februari is hij in Huize Maas op de Groningse Vismarkt, waar wordt gedebatteerd over het onderwijs. Op 17 februari praat hij tijdens een partijbijeenkomst in Utrecht over de vrijheid van meningsuiting. De minister neemt op 15 en 16 februari deel aan een bijeenkomst van de Ecofin. Op woensdag 17 februari geeft Bos een gastcollege op de Erasmus Universiteit Rotterdam, met als thema ‘kapitalisme na de crisis’. Staatssecretaris De Jager zit dinsdag 9 februari bij het tv-programma de Moraalridders, waar het over zwartspaarders gaat. Op woensdag 10 februari is hij te gast bij de Wassenaarse ondernemers in het plaatselijke Van der Valk-restaurant. Vrijdag 12 februari gaat hij in Haarlem op werkbezoek in het kader van de regeldruk in Randstad-Noord. Maandag 15 februari doet de staatssecretaris Naaldwijk aan, alwaar hij diverse ondernemingen zal bezoeken en gesprekken voert in het kader van fiscaliteit en ondernemerschap. Minister Hirsch Ballin en staatssecretaris Albayrak verrichten op vrijdag 5 februari een ceremoniële overdracht van de Penitentiaire Inrichting Tilburg aan de Belgische
Justitie
autoriteiten. Eind oktober ondertekenden beide landen een verdrag waarmee Nederland de gevangenis tijdelijk ter beschikking stelt aan België. ’s Avonds brengt de minister in het kader van preventieve wapencontrole een werk bezoek aan een horecagelegenheid in Breda. Op 9 februari is Hirsch Ballin aanwezig bij de Landelijke Startbijeenkomst Overvalcriminaliteit in het Rotterdamse stadhuis. Op donderdag 18 februari vertrekt de minister naar het Zwitserse Interlaken voor een tweedaagse Internationale Conferentie over de toekomst van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Staatssecretaris Albayrak geeft op 9 februari acte de présence op het Lustrumcongres Recht op Recht van het Juridisch Loket in het Diligentia Theater in Den Haag Minister Verburg ontvangt maandag 15 februari het bidbook Groen en de stad, waarin grote gemeenten hun ervaringen delen over stedelijke vergroening. Het boek is gekoppeld aan het programma Groen en de stad van de ministeries van LNV en Vrom, in samenwerking met gemeenten en provincies. Op 17 februari doet Verburg een dagje
LNV
Op dinsdag 9 februari debatteren de senatoren plenair over de uitbreiding van de bestuurlijke handhavingsmogelijkheden van de minister van VWS, waardoor de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) voortaan boetes kan opleggen aan zorginstellingen die tekortschieten. In een commissievergadering van Justitie wordt gesproken over de wetswijziging met betrekking tot meervoudige nationaliteit. De commissie Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO) voert verder een gesprek met Tom de Bruijn, permanent vertegenwoordiger van Nederland bij de Europese Unie. Op 16 februari wordt er gesproken over het wetsvoorstel betreffende de openbaarmaking van nevenfuncties van politieke ambtsdragers en de inkomsten die hiermee verbonden zijn. Het doel van deze bepaling is het vergroten van transparantie, het vermijden van belangenverstrengeling en het ontstaan van een mogelijkheid om te beoordelen of de vervulling van nevenfuncties ten koste gaat van de uitoefening van de hoofdfunctie.
Eerste Kamer
www.vandaagindenhaag.nl 5 februari 2010 PM
5
binnenkort in Den Haag Duitsland: in Neurenberg bezoekt ze de Biovach, een van de grootste biologische beurzen van Europa. Ten bate van de PvdA-campagne brengt minister Plasterk zaterdag 6 februari een bezoek aan Stadskanaal en Hengelo, maandag de 8e aan Groningen en de dag erna aan Almere, Zaanstad en Spijkenisse. Donderdag 11 februari houdt Plasterk een toespraak tijdens het Festival der Bestuurskunde op het Mediapark in Hilversum. ’s Middags brengt hij een werkbezoek aan de wijk Jeruzalem in Amsterdam-Oost om vervolgens in Utrecht een toespraak te houden voor het Goed Geld Gala. Maandag 15 februari vliegt de minister naar Washington voor een ontmoeting met zijn ambtgenoot in de regering-Obama. Woensdagochtend landt hij alweer op Schiphol zodat hij op tijd terug is voor een AO in de Kamer. Vrijdag 5 februari gaat staatssecretaris Van Bijsterveldt langs bij basisschool De Windroos in Naaldwijk. Dit is een bezoek in het kader van de CDA-campagne. De 10e brengt ze een werkbezoek aan De Triangel in de Haagse Schilderswijk en de dag erna reikt ze een prijs uit aan het beste scholenjaarverslag in het Museon te Den Haag. Dinsdag 16 februari opent de
OCW
Symposia
staatssecretaris in sociëteit Het Meisjeshuis in Delft een bijeenkomst over de Wet investering jongeren. Staatssecretaris Dijksma is volgende week in Groningen en Kampen vanwege de PvdA-campagne. De week erna staan Assen en Purmerend op het programma. Tussendoor is ze nog even in Brussel vanwege de OJC-Raad (maandag 15 februari). Woensdag de 17e ondertekent Dijksma in Assen het kwaliteitsakkoord Drenthe. Daarna neemt ze in Borger het boekje Alles is taal in de schatrijke school in ontvangst. Minister Donner gaat 8 februari op werkbezoek naar de gemeente Ede. Het bezoek staat in het teken van de arbeidsmobiliteit. De minister spreekt 26 februari in de middag in Den Haag op het seminar van de Algemene Pensioengroep (APG) over ‘pensioen met toekomst’. Staatssecretaris Klijnsma heeft de komende tijd een aantal campagneactiviteiten voor de raadsverkiezingen op de agenda staan. Op 8 februari is ze in Den Haag en Rotterdam en op 13 februari debatteert ze in het politiek café van Almelo over het armoedebeleid. De minister gaat verder op 15 februari op werkbezoek bij de NS, waar ze zich zal verdiepen in het NS-project om mensen
SZW
Nationaal congres Openbaar Vervoer 2010 Jaarbeurs, Utrecht 9.30 - 17.00 uur Jeltje van Nieuwenhoven (OV-ambassadeur), Michèle Blom (directeur Regionale Bereikbaarheid en Veilig Transport, VenW), Sjaak Krombeen (programmamanager Een veilige publieke taak, BZK) e.a. Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid
11 februari
Wat Waar
6
PM 5 februari 2010
Minister Eurlings begint de week met een bijdrage aan de campagne van het CDA: hij gaat namens zijn partij naar Zwolle en Utrecht. Aansluitend bezoekt de minister in de Domstad de conferentie Sneller en beter. Op 12 en 13 februari is de minister in Spanje voor de informele Europese transportraad. In Bergen op Zoom verricht hij op 10 februari de opening van een nieuw tunneltje onder het spoor, vijf dagen later opent hij een zogenaamde ‘spoorse doorsnijding’ in Alphen aan den Rijn, waarmee twee delen van de stad, doorsneden door het spoor, met elkaar worden verbonden. Staatssecretaris Huizinga verricht maandag de starthandeling van een saneringsproject in de Dordtse Biesbosch. Later die dag gaat ze naar Lelystad voor een bestuurlijke conferentie over het IJsselmeergebied. Op 9 februari installeert ze op het departement het nieuwe comité Binnenvaartveiligheid, dat de veiligheid in de binnenvaart moet bevorderen. Op 16
Verkeer en Waterstaat
Organiseert u ook een congres, seminar of symposium? Geef het aan ons door via
[email protected].
9 februari
Wat Waar Tijd Sprekers Organisatie
met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen. Op 22 februari is de bewindsvrouw in Rotterdam om kennis te maken met het jongerenproject Kamers met kansen, onderwerp van gesprek is preventie en bestrijding van schulden bij jongeren.
WRR-conferentie Policy challenges of behavioral science research Sociëteit de Witte, Den Haag
Tijd Sprekers Organisatie
9.15 - 18.00 uur Henriëtte Prast (WRR-lid) en diverse andere hoogleraren WRR, Tilburg Institute for Behavioral Economic Research (TIBER) i.s.m. het ministerie van Financiën
15 februari
Wat Waar Tijd Met Organisatie
Debat over de toekomst van ontwikkelings- samenwerking Debatcentrum LUX, Nijmegen 20.00 uur Peter van Lieshout (WRR-lid) Centre for International Development Issues Nijmegen (CIDIN) van de Radboud Universiteit en de NCDO
binnenkort in Den Haag februari verricht Huizinga in Den Haag de opening van een conferentie over regionaal openbaar vervoer. Ook minister Cramer gaat veel op verkiezingscampagne de komende dagen. Zaterdag is ze in Zutphen, dinsdag in Haarlem en woensdagochtend in Alkmaar. Maandag 8 februari reikt ze in Klaaswaal de publieksprijs Mooi Nederland uit. Die prijs, 10.000 euro, gaat naar een project dat volgens internetstemmers ruimtelijke kwaliteit biedt en is verbonden aan de Innovatieregeling Mooi Nederland. Op woensdag 10 februari maakt ze in het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam de winnaar bekend van de nieuwe StedenbouwNU-prijs, voor het beste afstudeerplan in stedenbouw en landschapsarchitectuur. Minister Eberhard van der Laan is begin volgende week in Marokko. Hij laat zich informeren over het integratiebeleid. In Rabat spreekt hij over de inburgeringstoets en de positie van vrouwen en ontmoet hij enkele collega’s. Op woensdag 10 februari sluit hij zijn bezoek af in de stad Oujda, waar hij een kijkje neemt in een opvanghuis voor vrouwen en geremigreerde Marokkaanse Nederlanders treft. De volgende dag lanceert Van der Laan het
Vrom
SWK-certificaat (Stichting Waarborgfonds Koopwoningen). Deze waarborg moet huizenkopers beschermen tegen risico’s, en is de opvolger van het Garantie Instituut Woningbouw (GIW). Op 16 februari is de minister bij een congres van Forum over Antilliaanse-Nederlandse en MarokkaansNederlandse jongeren. Na het fractieweekend op 6 en 7 februari in Nijmegen brengt minister Klink op 8 februari een werkbezoek aan de gemeenten Aalten en Winterswijk. Op 9 februari is de minister aanwezig bij de uitreiking van de Machiavelliprijs 2009. Journalist Jeroen Smit krijgt dit jaar de prijs voor de manier waarop hij met zijn boek De Prooi de oorzaken van de economische crisis voor een breed publiek toegankelijk heeft
VWS
Op maandag 8 februari vindt de tweede editie van het VVD-prominentendiner van de afdeling Den Haag plaats. Tot de aanwezigen behoren wethouder Frits Huffnagel, VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes, Eerste Kamerleden Loek Hermans en AnneWil Duthler, Tweede Kamerlid Mark Harbers, Europarlementariër Hans van Baalen en landelijk partijvoorzitter Ivo Opstelten. Op woensdag 10 februari organiseert de Rode Hoed in Amsterdam een debat getiteld Klem in de jeugdzorg, over de schakels in de jeugdzorg die adequate hulp in de weg staan. Centraal staat de vraag: hoe bereik je dat een hulpbehoevend kind sneller geholpen wordt met minder hulpverleners? Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer en Tweede Kamerleden Tofik Dibi (GroenLinks), Jeroen Dijsselbloem (PvdA) en Madeleine van Toorenburg (CDA) gaan hierover met elkaar in debat. Onder de titel Mediageniek Bestuur organiseert de Vereniging voor Bestuurskunde voor de zevende keer op rij het Festival der Bestuurskunde. Op 11 februari verzamelen ambtenaren, bestuurders, politici, wetenschappers en adviseurs zich in het Mediapark te Hilversum. Minister Ronald Plasterk van OCW verzorgt tijdens deze bijeenkomst de keynote speech. Professoren Uri Rosenthal en Roel in ’t Veld nemen de Van de Spiegelprijs
gemaakt. Op 10 februari is de minister in Roermond voor de gemeenteraadsverkiezingen, 13 februari is hij in Oud-Beijerland en 15 februari voert hij campagne in Amstelveen. Minister Rouvoet speecht woensdag 10 februari op de Landelijke Dag van de Jongerenparticipatie in Rotterdam, vervolgens opent de minister de nieuwe locatie van stichting De Regen in Almere en aan het einde van de middag is hij aanwezig bij de opening van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Hilversum. Een dag later spreekt Rouvoet tijdens het Opvoeddebat in het Museum voor Communicatie in Den Haag. Op 15 februari brengt de minister een werkbezoek aan Groningen. Hij verricht de aftrap van de academische werkplaats C4Youth en neemt een advies van de Provinciale Staten van Groningen in ontvangst. Staatssecretaris Bussemaker opent 5 februari de Wintersportdag in het Olympisch stadion in Amsterdam. Op 8 februari sluit de staatssecretaris de WMO en route-tour af in Huizen en Houten. Twee dagen later reikt Bussemaker de Richard Kraijcek Foundation Award uit in de Ahoy in Rotterdam. Op zaterdag 13 februari vertrekt ze naar de Olympische Spelen in Vancouver waar ze een week lang de Nederlandse sporters zal aanmoedigen.
Overig
in ontvangst voor hun bijdrage aan de ontwikkeling van de bestuurskunde. Roel Coutinho, directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) van het RIVM en hoogleraar epidemiologie en preventie van infectieziekten, is ’s avonds te gast in het Wetenschapscafé van de Rode Hoed te Amsterdam. Tijdens de bijeenkomst evalueren de aanwezigen de genomen maatregelen onder de noemer Mexicaanse griep: onnodige paniek?. Woensdag 17 februari organiseert debatcentrum A rminius in Rotterdam het denkcafé Geef je geld goed weg! Ton Schuyt, hoogleraar filantropie aan de Vrije Universiteit, en andere genodigden gaan in op de vragen: wanneer is je geld eigenlijk goed besteed? En: wat is de noodzaak van filantropie in onze maatschappij?
www.vandaagindenhaag.nl 5 februari 2010 PM
7
nieuws Harde onderhandelingen over rijkscao voorzien
Foto: Rob Jongbloed
Nullijn geen optie
Abvakabo FNV sluit niet uit dat ook rijksambtenaren het komende jaar gaan actievoeren. ‘Als minister Ter Horst niet meer te bieden heeft dan de eerder aangekondigde nullijn, zullen wij het voorbeeld van de ambtenaren van provincies en gemeenten mogelijk volgen,’ zegt Jan Willem Dieten van de ambtenarenbond. BZK • Ambtenaren van gemeenten, provincies en waterschappen willen deze maand met werkonderbrekingen en e-mailbombardementen actie gaan voeren voor een betere cao. Ze kunnen zich niet vinden in het voornemen hun loon twee jaar te bevriezen. Ook acties van rijksambtenaren zijn op til als minister Ter Horst in de onderhandelingen voor de nieuwe rijkscao, die er eind 2010 moet liggen, niet met meer komt dan de nullijn voor 2011 die ze eerder beloofde, verwacht Jan Willem Dieten van Abvokabo FNV. Hij voorziet harde onderhandelingen. Minister Ter Horst vindt dat rijksambtenaren de afgelopen jaren te veel loonsverhoging hebben gekregen. De 120.000 rijksambtenaren krijgen er dit jaar nog 3,3
8
PM 5 februari 2010
procent bij op grond van eerdere afspraken, maar in 2011 zit een salarisverhoging er niet in, zei de minister in oktober al. Ze wil niet inbreken in de nog lopende cao, die in het voorjaar van 2007 pas na een maandenlang durend conflict tot
Een salarisverhoging zit er niet in, zei Ter Horst in oktober al stand kwam, maar de nieuwe cao die in 2011 moet ingaan, moet een stuk soberder worden. In de Miljoenennota zijn ook al bezuinigingen op de loonkosten van alle ambtenaren ingeboekt: 1,8 miljard euro in 2010 en 3,2 miljard in 2011. Volgens Dieten zal Ter Horst met iets
meer moeten komen dan ze tot nu toe heeft gedaan. ‘Dat “meer” zou alsnog een salarisverhoging kunnen zijn, maar we overwegen ook andersoortige interessante eisen in te dienen,’ zegt Dieten. Abvakabo FNV denkt daarbij aan maatregelen op het gebied van betere werkomstandigheden of betere oplossingen voor ambtenaren die overtollig worden. Die moeten dan wel zo concreet mogelijk worden ingevuld zodat ze meer zijn dan een belofte. Een wens van Abvakabo FNV is bijvoorbeeld dat er geen rijksambtenaren ontslagen worden in de bezuinigingsronde die ongetwijfeld op de crisis zal volgen. ‘En als er bezuinigd wordt, dan moet concreet benoemd worden welke taken en diensten dienen te worden geschrapt. Voor de ambtenaren die daarmee hun werk verliezen zou binnen het rijk een oplossing moeten worden bedacht,’ zegt Dieten. Abvakabo FNV wil ook dat rijksambtenaren het recht op studeren krijgen. ‘In tijden van crisis krijgen ambtenaren die zich willen ontwikkelen natuurlijk snel te horen dat er geen geld is om te studeren, geen studiefaciliteiten of tijd,’ zegt Dieten. Een persoonlijk studiebudget of een trekkingsrecht, dat ambtenaren recht geeft op studie als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen, zou een eis kunnen zijn, oppert Dieten. Een andere optie die Dieten graag in het ‘totaalpakket’ van afspraken ziet terugkomen is het recht op thuiswerken. Hij wil overigens nog niet al te hard vooruitlopen, omdat de vakbond eind februari in de aanloop naar de onderhandelingen over dit onderwerp de eerste verkennende gesprekken met zijn leden begint. Speciaal voor jongere ambtenaren is er 22 februari een lunchbijeenkomst, om te peilen welke aanvullende wensen onder de leden leven. De onderhandelingen volgen in het najaar. De huidige vierjarige rijkscao loopt in december dit jaar af. De cao kwam in april 2007 moeizaam tot stand nadat rijksambtenaren in februari 2007 een massale protestdemonstratie hielden in Den Haag. Ter Horst kwam uiteindelijk met de bonden overeen dat het loon geleidelijk omhoog ging en dat de eindejaarsuitkering omgevormd zou worden tot een volledige dertiende maand. Behalve over het loon werden er ook afspraken gemaakt over het opzetten van een eenvoudiger functiegebouw en de harmonisering van de arbeidsvoorwaarden voor alle rijksambtenaren. Ter Horst heeft over het functiegebouw recent een voorstel gedaan. • Chris van de Wetering
nieuws Onderzoek naar voormalige huisstijlen departementen
Oude rijkslogo’s in kaart gebracht AZ/Europa • Stichting Design Den Haag 2010-2018 en het projectteam Eén Logo, onderdeel van het ministerie van Algemene Zaken, presenteren in juni een boekje over de departementale huis stijlen. De publicatie is een voortzetting van een scriptie die studente kunstbeleid en management Maaike Molenkamp schreef tijdens haar stage bij Design Den Haag, op verzoek van de stichting, aldus projectleider Fiona Atighi van Eén Logo en projectmedewerker Hester van Kranendonk van Design Den Haag. De studente inventariseerde de huisstijlen en sprak met de ontwerpers over de totstand koming. ‘Er zitten echte juweeltjes bij,’ zegt Atighi. ‘En mensen zijn terecht een beetje verdrietig dat ze zijn verdwenen.’ Het boek over de huisstijlen is een van de onderdelen van het project Design en Overheid van stichting Design Den
Haag, die de relatie tussen overheid, creatieve sector en het publiek in kaart wil brengen. Tussen nu en 2018 zullen er vijf publieksevenementen per twee jaar worden georganiseerd, steeds in samenwerking met een andere regeringshoofd-
‘Terecht dat mensen verdrietig zijn dat de logo’s zijn verdwenen’ stad. Dit traject resulteert in een rapport dat eind 2018 aan de Europese Commissie zal worden aangeboden. Daarin worden aanbevelingen gedaan over de besteding van overheidsgelden ten behoeve van de kwaliteit van design en een verbeterde communicatie vanuit de overheid richting publiek.
Een ander project van de Stichting Design Den Haag dat dit jaar in gang is gezet, is een ontwerpwedstrijd voor een nieuw Europees symbool. De Europese vlag, o ntworpen in 1955, is niet meer van deze tijd, aldus de stichting. Europa is v eranderd en de vlag met de twaalf identieke sterren verbeeldt niet meer het ‘fijnmazige netwerk van identiteiten’ dat de unie op dit moment is. De wedstrijd is ‘puur bedoeld als een aanzet tot nadenken over de mogelijkheden van Europese s ymbolen’, zegt Hester van Kranendonk. De Europese C ommissie is wel bekend met de wedstrijd, maar heeft geen bemoeienis met het project. Tot 1 maart hebben ontwerpers de kans hun ideeën in te sturen, en de animo daartoe is groot, merkt van Kranendonk. ‘We krijgen heel veel inzendingen, vanuit de hele wereld, ook van buiten Europa: uit Thailand, Japan en Jemen.’ • Rutger van den D ikkenberg
Kroese enzo …
5 februari 2010 PM
9
nieuws Europarlement wijst Nederland aan voor proef
Petitie krijgt tweede leven dankzij internet
blijkt in ieder geval wel van waarde voor de vergroting van burgerparticipatie.’ Het Nederlandse succes van de online petitie krijgt nu ook een Europese toepassing. Afgelopen woensdag 3 februari werd tijdens het Burgerparticipatie Symposium in Utrecht bekendgemaakt dat Petities. nl vanaf deze maand zal worden uitgebreid met een mogelijkheid om petities op Europese schaal te ondertekenen. Poelmans: ‘Dat vloeit voort uit de wens van het Europarlement. Vijf EU-landen – behalve Nederland ook Italië, Spanje, Zweden en Engeland – zijn aangewezen voor een pilotproject voor het programma Europetition. Dat betekent in de praktijk dat Petities.nl wordt uitgebreid met een Europese functie. De gebruiker kan zo ook petities ondertekenen die in andere EU-landen tot stand gekomen zijn. De rol van Burgerlink daarbij is faciliterend, in de zin dat wij bijvoorbeeld zorg moeten dragen voor vertalingen van de diverse petitieteksten.’
Petities.nl
Criteria Tijdens het Burgerparticipatie Symposium in Utrecht is woensdag 3 februari bekendgemaakt dat het Europarlement Nederland heeft aangewezen voor een proefproject met petities van Europese dimensie. De directe democratie lijkt via het internet een bloeitijd tegemoet te gaan. BZK · De petitie is terug van weggeweest, met dank aan het wereldwijde web. Maar liefst 290.533 mensen zetten inmiddels hun handtekening onder een petitie voor de verlaging van de wettelijke leeftijd voor deelname aan borstkankeronderzoek van 50 jaar naar 30 jaar, zoals die werd ingediend via de site Petities.nl. Deze site is een initiatief van de stichting Petities. nl en krijgt steun van Burgerlink , een programma van het ministerie van BZK dat tot taak heeft overheden te helpen hun aanbod van diensten beter af te stemmen op de wensen van burgers. Het programma is ondergebracht bij ICTU, de ict-uitvoeringsorganisatie van de Nederlandse overheid. Borstonderzoek wordt in Nederland pas vanaf 50-jarige leeftijd standaard bij iedere Nederlandse vrouw uitgevoerd. Naar de mening van de indieners van de petitie is dit veel te laat, omdat borstkanker steeds vaker wordt vastgesteld bij vrouwen jonger dan 50 jaar. Zij verzoeken de regering dan ook tot vervroeging van de standaard onderzoeksleeftijd en gelijkstelling van deze leeftijd aan de leeftijd voor het bevolkingsonderzoek naar baarmoe-
10
PM 5 februari 2010
derhalskanker (30 jaar). Volgens directeur Matt Poelmans van Burgerlink beleeft het ‘ouderwetse’ instrument van de petitie dankzij het internet een wedergeboorte. De door Burgerlink gefaciliteerde site Petities.nl telt inmiddels al 400 petities waarop kan worden ingetekend. Poelmans: ‘Ook een petitie ten f aveure van een verbod op vuurwerk scoort goed, die is inmiddels al door meer dan 40.000 mensen ondertekend. Vermeldenswaard is ook een petitie die is opgestart door niet-ANWB-leden die hun mening willen geven over het rekeningrijden.’ Het petitionnement kende in Nederland zijn laatste grote succes in 1985, toen 3,7 miljoen mensen een petitie onder tekenden tegen de plaatsing van kruis raketten in Nederland. Sindsdien werd het stil rond het ‘volkspetitionnement’ en verschoof de discussie over toepassingen van ‘directe democratie’ naar de wenselijkheid van referenda. Matt Poelmans: ‘De online petitie zou kunnen worden gezien als een opstapje naar een elektronisch referendum, maar daarover moet de politieke discussie nog plaatsvinden. Het instrument
De bedoeling is dat de Europese petitie binnen afzienbare tijd in de hele Europese Unie te gebruiken is. Poelmans: ‘Daarbij zijn er wel nog enige hobbels te nemen. De diverse Europese landen hanteren verschillende criteria om een petitie (of burgerinitiatief ) te erkennen en dus in behandeling te nemen. In Nederland dient een landelijk burgerinitiatief bijvoorbeeld 40.000 ondertekenaars te hebben en voor een petitie gericht op een lokale aangelegenheid ligt dat getal meestal op 150. In Nederland volstaat voor ondertekening een e-mailadres, terwijl andere landen zwaardere eisen stellen en bijvoorbeeld de officiële naam en toenaam willen weten van de ondertekenaar, of een e lektronische handtekening verplicht stellen. Het Europarlement stelt vooralsnog geen ondergrens aan het aantal ondertekenaars en belooft iedere petitie in behandeling te nemen over zaken waarover het parlement gaat.’ Poelmans wijst erop dat in het Verenigd Koninkrijk sinds 1 januari dit jaar de gemeentebesturen verplicht zijn om de bevolking een petitiemogelijkheid te bieden. Poelmans: ‘Dat is in Nederland nog niet het geval, wel zijn er inmiddels 20 Nederlandse gemeenten die een petitieloket hebben geopend op Petities.nl. Als Burgerlink proberen we te stimuleren dat dat er nog meer worden, onder meer door technische bijstand te verlenen en slimme
nieuws toepassingen te bedenken. Daarbij is niet iedere gemeente even enthousiast, er zijn ook gemeentebesturen die de kloof tussen burger en bestuur ook weer niet te klein willen maken, zo heb ik de indruk.’
Verkiezingen Burgerlink deed vorig jaar onderzoek naar het aantal initiatieven op het gebied van e-participatie bij de overheid. Er werden in totaal 300 projecten geturfd, aldus Poelmans, voor het overgrote deel op lokaal niveau. Poelmans: ‘Heel veel initiatieven blijven steken in goedbedoeld amateurisme of gebrek aan continuïteit, vandaar dat het ministerie van BZK de prijzen voor e-participatie in het leven heeft geroepen en heeft verklaard dat een aantal geselecteerde initiatieven met extra geld zullen worden opgeschaald.’ Met het oog op de komende gemeenteraadsverkiezingen riep Burgerlink de site Watstemtmijnraad.nl in het leven, waarbij kan worden gecontroleerd wat een bepaalde partij of zelfs een bepaald gemeenteraadslid voor stemgedrag aan de dag heeft gelegd. Dertig gemeenten doen mee aan dit proefproject. Poelmans:
‘Gevoegd bij de elektronische stemwijzer, die al langer bestaat en zich richt op verkiezingsprogramma’s, kan de kiezer zich zo een goed beeld vormen van de partij die het beste bij zijn of haar voorkeuren past.’ Een ander project waar Burgerlink momenteel aan werkt is een site waar gebruikers van publieke diensten hun waardering voor het aangebodene kenbaar kunnen maken. Poelmans: ‘Dat is een gat in de markt en zou een behoorlijke vlucht kunnen nemen. In Amsterdam werd er al een dergelijk project uitgezet voor de publieke waardering van het aanbod van onderwijsinstellingen, gekoppeld aan de beoordeling van de onderwijsinspectie. Zo’n model is natuurlijk toepasbaar bij tal van aanbieders van publieke diensten.’ Poelmans wijst in dat verband ook op de site Internetconsultatie.nl van het ministerie van Justitie, waarbij de gebruiker
‘Veel initiatieven blijven steken in amateurisme’ wordt opgeroepen een mening te geven over wetten die in de maak zijn. Poelmans: ‘De beperking van die site is echter dat een
Matt Poelmans
community ontbreekt, zoals een web 2.0 forum dat in de regel wel heeft. Op die site kunnen burgers alleen maar reageren op wetteksten, en niet op elkaar. Er staat kortom nog veel te doen, maar ieder idee moet de tijd krijgen zijn nut te bewijzen. Het credo moet zijn: “Laat duizend bloemen bloeien”.’ · René Zwaap
Advertentie
DUURZAME INNOVATIE een praktijktraining in het U-proces en Presencing bij complexe vraagstukken
In deze driedaagse training leer je praktisch en ervaringsgericht hoe je effectief kunt werken aan duurzaamheid en sociale innovatie op gebieden als klimaat, zorg, mobiliteit, achterstandswijken en creatief design. Je maakt de overstap van mechanisch veranderdenken naar open en participatief leiderschap. Lees meer over deze unieke training op www.create2connect.nl
Wibo Koole, Hendrik Tiesinga en Leonie Stekelenburg hebben zich laten inspireren door Otto Scharmer’s Theory U en Adam Kahane’s Power & Love. Je maakt kennis met instrumenten als stakeholderdialogen, ontdekkingsreizen, co-creatiewerkgroepen en prototypen. En in ‘case clinics’ kun je een eigen project aan de deelnemers voorleggen. Zo leer je de kern van het Change Lab toepassen in jouw praktijk.
creating sustainable transformations
nieuws Hoogleraar Maartjen Hajer over de interactie tussen politiek en media
Foto: Welmer keesmaat
‘We twijfelen continu’
In zijn net verschenen boek: Authoritative Governance. Policy-making in the Age of Mediatization waarschuwt directeur Maarten Hajer van het Planbureau voor de Leefomgeving voor de macht van de media. Tegelijkertijd ziet hij kansen. ‘Je kunt laten zien waar je staat als bestuurder.’ Vrom/BZK • Een samenleving waarin media een steeds dominantere rol spelen, vergt andere capaciteiten van bestuurders om gezaghebbend te blijven. Ze moeten vaker en sneller reageren op zogeheten ‘kritische momenten’. Maar juist die momenten bieden kansen, doordat burgers dan ook geïnteresseerd raken in de politiek. Dit schrijft hoogleraar bestuur en beleid Maarten Hajer, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, in zijn wetenschappelijke boek Authoritative Governance. Policy-making in the Age of Mediatization. ‘Vroeger was het parlement de plek waar je als bestuurder sprak, en deden de kranten keurig verslag van wat er was gezegd. Bestuurders hadden meer controle op wat ze zeiden. Nu zijn er veel meer podia, zoals Pauw en Witteman en De wereld draait door, en worden er Kamervragen gesteld over wat bestuurders daar gezegd hebben.’ De RTL-talkshow Barend en Van Dorp heeft daarbij voor een omslagpunt gezorgd, aldus Hajer. Is dat erg?
‘Ik analyseer in mijn boek hoe de interactie
12
PM 5 februari 2010
tussen politiek en media is veranderd. Ik zie dat niet als een teloorgang. Het stelt andere eisen aan bestuurders. Ze moeten nog steeds gezaghebbend spreken, maar zich afvragen waar en wanneer ze dat het meest effectief kunnen doen.’ En waar is dat?
‘Ik gebruik de moord op Theo van Gogh als voorbeeld. Bestuurders werden nog d iezelfde dag gevraagd naar de betekenis van de moord. Die avond was er een lawaaibijeenkomst op de Dam.
‘De overheid had zelf meer informatie op het web moeten zetten over de vaccinaties’ urgemeester Cohen gaf er een zeer efB fectieve speech, maar die was heel anders dan hij in de gemeenteraad zou houden. Je moet er als politicus op kritische momenten ineens staan, dat verwachten burgers en media. Maar het biedt ook kansen om het m oment te gebruiken om te laten zien
waar je staat als bestuurder.’ Loop je als bestuurder dan niet achter de media aan?
‘Ik bedoel niet dat je niet meer moet besturen, maar zo werkt de gemediatiseerde samenleving nu eenmaal. Gebruik de beeldbepalende momenten om te reframen, om je eigen verhaal te vertellen. Interactie met de burger is heel belangrijk. Ik noem ze burgerreservisten, die op stand by staan: mensen die niet per se geïnteresseerd zijn in wat de overheid doet, maar in actie komen als ze zich beknot voelen. Ze hebben door nieuwe media veel mogelijkheden zich te organiseren, daar moet je rekening mee houden. Je kunt niet zomaar met een rapport komen, je moet het zien als het startpunt van een discussie. Wetenschappelijk bewijs moet daar een rol in blijven spelen, maar hoe voorkom je dat ‘hearsay’ dominant wordt? Dat is een grote opgave voor de overheid. De vaccinaties vorig jaar, tegen baarmoederhalskanker en de Mexicaanse griep, zijn goede voorbeelden. De overheid heeft veel geld beschikbaar om de bevolking te beschermen tegen gezondheidsrisico’s, maar het gevoelen in de samenleving was omgekeerd. Burgers waren onzeker en zochten op internet naar informatie. De overheid had zelf meer informatie op het web moeten zetten over de vaccinaties.’ Het klimaatrapport van het IPCC waarin een fout is gemaakt, is een actueel voorbeeld. Burgers twijfelen daardoor aan de juistheid van de rest van het rapport.
‘Dat kun je gerust een kritisch moment noemen, ja. Als planbureau hebben we daar natuurlijk ook een rol in te spelen. Er is veel wetenschappelijk onderzoek verricht, maar het beeld is nu ontstaan dat we daar niets aan hebben. Het is aan ons aan te geven dat de kennis die relevant is voor het klimaatbeleid, op orde is. We moeten uitleggen wat het IPCC is en hoe het heeft gewerkt. Dat ze wereldwijd alle wetenschappelijke artikelen over klimaatverandering hebben gescand en toen tot dit oordeel zijn gekomen. Want dat is de kwaliteit van het IPCC.’ Toch zijn er mensen die daaraan blijven twijfelen.
‘Ik word dan niet op mijn blauwe ogen geloofd, nee. Maar er is niks op tegen als mensen twijfelen. Wetenschap is een van
nieuws Bijpraten met Bekker de meest open systemen die er zijn, we twijfelen continu, dat is ook de essentie van de wetenschap. Je hebt nooit 100 procent zekerheid in de klimaatwetenschap, maar over de hoofdzaak twijfelen we niet. We weten dat er sprake is van opwarming van de aarde en dat dat niet kan worden verklaard zonder de uitstoot van CO2.’ Zouden bestuurders tijdens kritische momenten moeten reageren zoals u nu reageert?
‘Ja, je wijst op de professionaliteit van het werk dat wetenschappers die een rapport opstellen hebben verricht. De meeste burgerreservisten zijn goed opgeleid, die kun je wel uitleggen hoe het zit. Benadruk daarbij de onzekerheden die horen bij klimaatwetenschap, maar dat het geen reden is om niet te handelen, en dat niets doen geen optie is. Als we wachten op 100 procent zekerheid, zijn we te laat.’ En een goede uitleg over dat beleid kunnen geven bij Pauw en Witteman of De wereld draait door hoort erbij?
‘Dat is geen regel. Er zijn ook toppolitici die zonder kunnen. Dat zijn politici van wie men denkt dat ze een duidelijke beleidsagenda hebben en die daar op een goede manier over kunnen vertellen. Ze hoeven niet per se hip te zijn, maar ze moeten hun beleid wel begrijpelijk kunnen uitleggen. Het gaat om interactie, en daar worstelen allerlei bestuurders mee.’ • Rutger van den Dikkenberg
Titel Authoritative overnance. Policy-making in G the Age of Mediatization Auteur Maarten A. Hajer Uitgeverij Oxford University Press Prijs € 49,95
‘Ambtelijk gaan we eerst even uithijgen’ Terwijl negentien ambtelijke werkgroepen studeren op de grootste bezuinigingsoperatie ooit in de Nederlandse publieke sector, c onstateert SG Roel Bekker dat hij met zijn programma vooruitloopt op de muziek. VRD • Stop! Onder deze kop publiceerde The Economist onlangs een aantal artikelen over de ‘groeiende overheid’. Roel Bekker heeft ze met belangstelling gelezen. ‘Het tijdschrift neemt geen rabiaat anti-overheidsstandpunt in,’ constateert de SG tevreden. ‘Dat zou je eigenlijk wel verwachten van zo’n economenblad met een vrij rechts signatuur.’ Dat neemt niet weg dat The Economist ervoor pleit een halt toe te roepen aan omvang en macht van het overheidsapparaat. ‘Dat onderbouwen ze heel goed.’ Het viel Bekker vooral op dat er een aantal bezuinigingsmogelijkheden wordt genoemd dat precies in het straatje van de Vernieuwing Rijksdienst past. Zo schrijft The Economist dat het in het bedrijfsleven heel gangbaar is in tijden van recessie het personeelsbestand met 10 procent in te krimpen en dat de overheid daar een voorbeeld aan zou moeten nemen. ‘Wij doen dat al met de huidige taakstelling,’ stelt de SG fijntjes vast. De overheid zou zich, als het aan The Economist ligt, vooral moeten concentreren op de ‘wat-vraag’ en de uitvoering overlaten aan de maatschappij. ‘Als je naar onze gezondheidszorg kijkt, dan is dat al lang het geval, in tegenstelling tot, bijvoorbeeld, in Engeland zelf.’ De crux van het verhaal schuilt hem in het zoeken naar forse bezuinigingen op de publieke uitgaven. Daarin ziet Bekker eveneens parallellen met de Nederlandse werkelijkheid: het kabinet heeft immers negentien ambtelijke werkgroepen ingesteld die zich momenteel buigen over te nemen bezuinigingsmaatregelen. De uitkomsten van de heroverwegin-
gen worden in mei verwacht. Bekker ziet er al naar uit. ‘De adviezen van deze werkgroepen, die drastische bezuinigingsvoorstellen moeten opleveren, zouden eigenlijk moeten beginnen met “stop!”, zegt hij. Of dat het geval zal zijn, is nog even afwachten. Bekker voedt de werkgroepen met de bevindingen die hij met zijn ambtenaren doet in het kader van de Vernieuwing Rijksdienst. De SG heeft ook wel een idee over te treffen maatregelen. Zo hoopt hij dat er iets zal worden gedaan aan alle individuele toeslagen die door vele instanties worden uitgekeerd. ‘Dat is een totaal niet-efficiënt systeem,’ meent Bekker. ‘Je kunt dit beter terugbrengen tot één subsidie die via de belastingen geregeld wordt.’ Tegen de tijd dat de ambtelijke werkgroepen met hun bevindingen komen, heeft Bekker het traject van de vernieuwing van de rijksdienst nagenoeg afgerond. ‘Samen levert dat een dik pakket aan informatie op.’ Dat is mooi, maar wat moet er vervolgens gebeuren? Bekker: ‘Ambtelijk gaan we eerst even uithijgen. De politiek zal het estafettestokje van ons over moeten nemen. Ik hoop dat ze de finish halen.’ Of hij het zelf nog gaat meemaken, is de vraag. Op 1 mei loopt zijn aanstelling als SG af. Hij weet nog niet welke job hem dan te wachten staat. Iets op SG-niveau, dat wel. ‘Een interimklus bijvoorbeeld. Of misschien word ik wel management- consultant binnen de rijksdienst.’ Heel lang wil Bekker het niet meer maken. ‘Over twee jaar word ik 65, dan is het wel mooi geweest.’ • Cindy Castricum
5 februari 2010 PM
13
opinie horen zien & schrijven
Recht, bestuurskunde en communicatie zijn de drie belangrijkste disciplines voor de moderne ambtenaar. In PM publiceren we elke twee weken drie columns waarop u via onze website kunt reageren.
Rosalie Koolhoven Good-enough governance
G
ood-enough is een trend. De term leerde ik voor het eerst kennen toen ik Jan Abrams boek The language of Winnicott las. Donald Woods Winnicott was kinderarts en psychoanalist. Jan Abram bracht zijn visies in kaart, interessant voor degene die geïnteresseerd is in de invloed van omgeving (nurture) op de ontwikkeling van crimineel gedrag en de psyche van de mens. Winnicott spreekt van de good-enough environment voor het kind en van zijn good-enough mother. De good-enough mother is (we lezen blz. 221 van de 2e editie) de moeder die haar best doet, wat mag verschillen al naar gelang de omstandigheden. W innicott prefereert de term good-enough ten opzichte van het absolute slecht en goed. En dat good-enough duikt ineens overal op als nieuwe sleutel tot geluk. De good-enough-theorie maakt namelijk alles relatief. En dus realistisch. Goed of slecht bestaat niet. Het recht bewijst dat: alles is relatief. Absolute rechten zijn er wel maar die zijn niet werkelijk omdat we niet alleen zijn. Er bestaat wel strafbaar gedrag, maar de realiteit maakt dit anders. Denk aan het doden van een mens en noodweerexces. Het eerste is absoluut slecht, maar in combinatie met het tweede zelfs ‘het beste’. Neem Wilders. Vrijheid van meningsuiting, vrijheid van
odsdienst: allemaal absoluut op zich, g maar in de werkelijkheid relatief ten opzichte van elkaar. Die relativiteit maakt in dit geval helemaal niet gelukkig, maar schijnt een hoop mensen te verwarren. Good-enough werkt dan ook alleen als de nuances, of redenen voor de relativiteit, duidelijk zijn. In het bestuur is het niet anders. Algemene beginselen voor behoorlijk bestuur? Grondbeginselen, maar relatief. Er is altijd wel iemand die het ergens niet mee eens is. Voor een nieuwbouwwijk die ten koste gaat van een tuinder is geen goede plek, maar alleen een ‘minst slechte’ plek. Misschien is het zelfs wel onmogelijk om goed te besturen. Hoe kan een overheid dan toch nog het waardevolle stempel good-enough krijgen van de burger? Door de nuance duidelijk te maken, door alle kanten te (durven) belichten. Daar heeft de burger namelijk absoluut recht op. •
Ruben Maes Rosalie Koolhoven is publiciste en docent Nederlands recht aan de Universiteit Osnabrück in Duitsland
Meer op www.pm.nl
14
PM 5 februari 2010
Recht
D
e afgelopen jaren is heel veel geld gestoken in het bevorderen van creativiteit in steden. Oude scholen werden broedplaatsen volgestopt met kunstenaars, kraakpanden werden gelegaliseerd en de inwonende krakers kregen een kwast of klei in hun handen gedrukt. De stadsbesturen ontdekten een nieuwe toekomst voor hun stad: de creatieve klasse. Dat zijn niet de eerder genoemde kunstenaars of krakers, maar dat zijn hoogopgeleiden met hoge inkomens die ervoor kunnen zorgen dat de economie in de stad weer gaat ronken. De stadsbesturen lazen allemaal Richard Florida’s boek The rise of the creative class.
opinie Jorrit de Jong De zonnebril voorbij
A
ls je uitgaven doet met publiek geld, verwachten mensen bonnetjes. De zonnebril van Wouter Bos en de broodjes haring van Guusje ter Horst waren daarom keurig verantwoord met bonnetjes. Als je grotere uitgaven doet op kosten van het publiek, bijvoorbeeld een straaljager of een snelweg, dan willen mensen meer dan bonnetjes. Er moet een gedetailleerde verantwoording komen, die wordt getoetst aan een vooraf goedgekeurde begroting door deskundige controleurs. En dat is waarom er in Nederland minstens zoveel mensen hun brood verdienen met verantwoorden als met het maken van beleid. Maar stel dat je plotseling binnen een paar maanden 800 miljard dollar stuk wilt slaan. Dan is zelfs dat niet genoeg. Dan heb je verantwoording van een ander kaliber nodig. Dat besefte de kersverse regering-Obama bijzonder goed toen ze een jaar geleden aantrad. De grootste economische crisis sinds de jaren dertig vroeg om snel en daadkrachtig beleid in de vorm van een stimulus package. Het Congres keurde het meest omvangrijke beleidsplan in de parlementaire geschiedenis goed en de federale overheid begon geld te sturen naar de staten, de steden en de diverse landelijke overheidsdiensten. De 800 miljard dollar was bedoeld voor investeringen in infrastructuur, onderwijs en zorg. De achterliggende gedachte was dat deze impuls direct banen zou opleveren in die sectoren, waardoor de consumptie niet zou afnemen en de economie weer aangeslingerd zou worden. Het was dus niet alleen veel geld, maar ook een bepaalde set veronderstellingen die
Creatief potentieel In essentie komt het erop neer dat werk nemers niet gaan wonen waar werk is, maar dat bedrijven zich vestigen waar werk nemers wonen. En waar willen die wonen? In een stad met een creatieve en tolerante sfeer. En hoe word je een creatieve, tolerante stad? Dat doe je door homo’s, hoeren en kunstenaars te hebben. Kortom: de kunstenaars waren verworden tot een levende vestigingsfactor voor hoge i nkomens. De komende gemeenteraadsverkiezingen zijn een goed moment om te bezinnen op de strategie. Wat willen we met het enorme creatieve potentieel dat is ontstaan in de steden? We hebben het namelijk al lang niet meer alleen over kunstenaars, maar
Bestuur verantwoord moesten worden. De oplossing hiervoor werd gezocht in de website Recovery.gov. Op dit bijzonder geavanceerde online platform kan elke Amerikaan – in theorie – elke dollar terugvinden uit het stimulus package. De doelen, randvoorwaarden, uitgaven, resultaten, gecreëerde banen zijn allemaal terug te vinden – soms zelfs op wijkniveau. Maar als mensen die resultaten (een verbouwde school, een nieuwe brug, of 100 beloofde nieuwe banen) in de werkelijkheid niet terug kunnen vinden, kunnen ze dat ook melden. Het vernieuwende van Recovery.gov zit hem niet in het gebruik van ict of in de omvang van de beschikbare data per se. Wat verantwoording echt verandert, is dat voor het eerst de tastbare uitkomsten van beleid (en niet alleen de output) worden meegenomen. Er wordt daarbij actief beroep gedaan op het kritisch opmerkingsvermogen van burgers. Dat is niet alleen een handig gevonden oplossing voor een gebrek aan controlecapaciteit, maar vooral een moedige democratische daad. Stel dat we een dergelijke concrete verantwoordingstool zouden koppelen aan de Miljoenennota, dan zou het publieke debat wellicht minder over de zonnebril van Bos en meer over de uitkomsten van zijn beleid gaan. •
Jorrit de Jong is als onderzoeker en docent verbonden aan Harvard University’s Kennedy School of Government
Communicatie over cultureel ondernemers en de creatieve industrie. Een onderdeel van de nieuwe strategie is professionalisering. De creativiteit in steden hangt nu nog te vaak af van losse initiatieven met een kwijnend bestaan. De zogenoemde noodzakelijke rafelranden. Boven deze rafelranden moet een creatieve top groeien die zich ontpopt als serieuze economische factor en gesprekspartner van de stad. Het creatief potentieel kan vaker worden betrokken bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Zet ze in bij de zoektocht naar oplossingen voor stedelijke armoede of lokale energiewinning. In Amsterdam ben ik begonnen aan een reeks gesprekken waarbij we ambtenaren voeden
met verrassende nieuwe oplossingen voor slepende problemen. De uitkomsten zijn altijd constructief en verrassend. De grootste bottleneck zijn nu nog de bestuurders. Die lijken na het boek van Richard Florida te zijn gestopt met denken. •
Ruben Maes is partner van communicatiebureau Maes|Okhuijsen en werkzaam als strategisch adviseur en gespreksleider 5 februari 2010 PM
15
coverstory Jan Terlouw breekt lans voor CSP in Nederland
Foto: Welmer Keesmaat
‘De zon is de enige energiebron die duurzaam en onuitputtelijk is’
Voormalig D66-leider Jan Terlouw spoort de Nederlandse politiek en het bedrijfsleven aan een actieve rol te gaan spelen in de grootschalige bouw van installaties voor Concentrating Solar Power (CSP) in Noord-Afrika ten behoeve van de Europese markt. Het zou onderdeel moeten zijn van een groot wettelijk pact tussen overheid en bedrijfsleven om hoog in te zetten op de introductie van duurzame energie, aldus de gewezen minister van Economische Zaken. Tekst René Zwaap
16
PM 5 februari 2010
I
eder nadeel heeft zijn voordeel. Zo ook de mislukking van de Top van Kopenhagen, zegt oud-D66-leider Jan Terlouw. De voormalige minister van Economische Zaken en vicepremier in het tweede en derde kabinet-Van Agt ziet de fatale worsteling van 192 landen eind vorig jaar over een absolute deadline voor de reductie van CO2-uitstoot als een signaal om het over een geheel andere boeg te gooien. ‘Gesteld dat Kopenhagen toch tot resultaat had geleid, en er een datum was gevonden waarop de voorgenomen doelstellingen over die reductie van broeikasgas zouden moeten zijn gerealiseerd, zou dat toch niet meer dan een wassen neus zijn geweest zolang er geen overeenstemming bestaat over hoe precies die CO2-uitstoot moet worden beperkt,’ legt hij uit. ‘Het beste zou zijn als de wereldleiders – de VS, China, de EU, Rusland – de koppen bij elkaar zouden steken om bindende afspraken te maken met de grote energieproducenten over de wijze waarop er een transitie naar duurzame energie kan worden gemaakt. Die producenten beschikken al lang over de technieken die nodig zijn voor zo’n overgang, maar zij vragen een gelijk speelveld, de concurrentieverhoudingen moeten gezond blijven. Dat is mogelijk wanneer er zo’n mondiaal geldende afspraak wordt gemaakt, de olieboeren komen dan heus wel over de streep.’ De wegen naar duurzame energie zijn talrijk, en wat Terlouw betreft moet op ieder van die mogelijkheden maximaal worden ingezet: zon, wind, algen, biomassa, getijdenenergie. Iedere methode volstaat, ook ‘tussenoplossingen’ als de ondergrondse opslag van CO2 (CCS). Maar hij is ervan overtuigd dat geen enkel ambitieus scenario slaagkans heeft zonder de grootschalige toepassing van Concentrating Solar Power (CSP), oftewel thermisch-elektrische zonne-energie, de techniek die steeds meer wordt gezien als het enige juiste antwoord om uit de huidige energiecrisis te ontsnappen. Bij CSP worden de zonnestralen via spiegels gebundeld op een klein oppervlak, en dat levert een hoge temperatuur op waarmee stoom wordt gemaakt voor generatoren die elektriciteit opwekken. CSP is aanzienlijk goedkoper en massaler toe te passen dan die andere vorm van zonne-energie, Photo Voltaic (PV), die licht omzet in elektrische spanning en wordt gebruikt bij zonnepanelen. CSP is zeker niet nieuw – in Californië draaien al sinds de jaren tachtig CSP-centrales met een gezamenlijk piekvermogen van 350 MWe en ook Spanje timmert hier fors aan de weg – maar zit in een stroomversnelling sinds de oprichting van Desertec in november verleden jaar. Desertec is een verbond van twaalf overwegend Duitse ondernemingen, die verleden jaar tot een akkoord kwamen om in te zetten op een investering van in totaal 400 miljard euro binnen 40 jaar in de bouw van CSP-zonnekrachtcentrales in de woestijnen van Noord-Afrika (met name in de Sahara), het MiddenOosten en Zuid-Europa. Het doel is om de Europese energiebehoefte in 2050 voor 15 procent te dekken met zonne-energie. De initiatiefnemers, onder wie
giga-herverzekeraar Münchener Rück, de Deutsche Bank, de energiegroepen EON en RWE, Siemens, het Spaanse Abengoa Solar en het Algerijnse Cevital, hebben echter grotere ambities en pleiten voor een ‘holistische aanpak’, waar het einddoel moet zijn om 90 procent van de menselijke energiebehoefte te putten uit de woestijn. Dat is mogelijk, aldus de kersverse CEO van Desertec Paul van Son, voorheen directeur duurzame energie van het Nederlandse energiebedrijf Essent, die de plannen van Desertec 20 januari jl. nader toelichtte tijdens een energieconferentie in Berlijn.
Masterplan Terlouw: ‘Zo’n zeven jaar geleden had ik met diverse Groningse geleerden zitting in een studiecommissie ten bate van CSP. Het initiatief hiertoe kwam van Evert Marchie van Voorthuysen, directeur van de Stichting ter bevordering van Grootschalige Exploitatie van Zonne-ENergie (GEZEN), een CSP-pionier van het eerste uur. Het idee sprak me direct aan en ik probeerde de techniek dan ook te introduceren binnen het Regieorgaan Energietransitie, waar ik in een van de deelplatforms zitting heb. In het begin
‘Het is vechten tegen de overtuiging dat CSP geen Nederlands belang dient’ was het zeker niet eenvoudig de handen op elkaar te krijgen voor CSP, men wist er eenvoudigweg te weinig van. CSP werd dan ook niet als prioriteit aangewezen in het masterplan van het regieorgaan, zoals dat onder de vorige voorzitter Rein Willems [senator van het CDA en gewezen topman van Shell, RZ] gestalte kreeg. De laatste tijd bespeur ik echter een kentering. Men vindt CSP nu in ieder geval niet meer een volstrekt belachelijk idee, al is het nog steeds vechten tegen de overtuiging die ook het huidige kabinet heeft dat CSP geen Nederlands belang dient en dat er dus ook geen Nederlands geld in hoeft te worden gestoken.’ In zijn ogen is het kabinetsstandpunt inzake CSP ‘tamelijk kortzichtig’ en ook in flagrante tegenspraak met een aangenomen motie in de Tweede Kamer. Het toenmalige GroenLinks-Kamerlid Wijnand Duyvendak spoorde het kabinet juist aan zich aan te sluiten bij het wereldwijde CSP-offensief. Terlouw: ‘Nederland heeft zich op Europees niveau al gecommitteerd aan een ambitieuze duurzaamheidsdoelstelling. Die doelstellingen te halen dient dus al een Nederlands belang. Het kabinet lijkt hoog te willen inzetten op ondergrondse opslag van CO2, maar dat kan nooit iets anders zijn dan een tussenoplossing, omdat je met die techniek nog niet tot een duurzame wijze van produceren bent gekomen. Actieve deelname van CSP kan daarnaast wel degelijk ook een direct economisch belang vertegenwoordigen voor de hoogwaardige Nederlandse industrie. Het Nederlandse bedrijf MEM, waar het voormalige Stork Ketels in is opgegaan, 5 februari 2010 PM
17
18
PM 5 februari 2010
levert nu al een stoomturbine ten bate van de bouw van een CSP-centrale in Egypte en is een van de zeer weinige bedrijven ter wereld die die technologie in huis heeft. Als CSP breed ingang kan vinden, heb je het over een miljardenindustrie waar het Nederlandse bedrijfsleven volop profijt van kan hebben.’ Volgens Desertec is een belangrijke voorwaarde voor het welslagen van de ambities van het consortium gelegen in de aanleg van een netwerk dat in Afrika via CSP opgewekte energie kan leiden naar de Europese afnemers. Zo’n ‘supergrid’ van de Sahara tot aan de EU moet ervoor zorgen dat er bij de distributie van CSP-stroom niet te veel verloren gaat zodat het onbetaalbaar zou worden. Met de ondertekening van een plan voor de aanleg van een dergelijke stelsel onder de Noordzee door negen EU-landen, waaronder ook
Mediterrane Unie
Nederland, in december 2009, werd een voorschot op zo’n groot netwerk genomen. Dit Noordzee-supergrid is in eerste instantie bestemd voor de distributie van energie gewonnen uit windparken op zee. Terlouw: ‘Je kunt je afvragen of zo’n supergrid echt noodzakelijk is voor de implementatie van CSP. Het lijkt mij in eerste instantie bedoeld voor de vrije concurrentie op de energiemarkt, en juist die vrije markt heeft ons in de huidige energiecrisis gestort. Het argument dat energie via CSP te duur is omdat er tijdens de distributie te veel verloren gaat – namelijk 15 procent – doet er in feite ook niet zo toe als je je realiseert dat de zon van alle energiebronnen, duurzaam of niet, de enige is die onuitputtelijk is.’
massaal inzet op de ontwikkeling van fotovoltaïsche zonne-energie op eigen grondgebied, door middel van zonnepanelen en andere toepassingen. Terlouw: ‘De landen van het westen zijn voor hun energiebehoefte nu al afhankelijk van het Midden-Oosten, dus daar zou weinig verandering in komen. Het zou voor de ontwikkeling van politieke stabiliteit in die regio juist van groot belang zijn om met CSP te beginnen. Voorwaarde is dan wel dat de EU en Noord-Afrika steeds meer als partner zullen optreden, zoals de Franse president Sarkozy nu al probeert te bereiken door middel van de oprichting van de Mediterrane Unie. Als de Noord-Afrikaanse landen via CSP welvarender kunnen worden, is dat de beste remedie tegen het oprukkende fanatisme in die landen.’
Terlouw zegt niet onder de indruk te zijn van de onverwacht fel afwijzende houding die de Duitse SPD-politicus Hermann Scheer – de onbetwiste goeroe van de duurzame energieontwikkeling in Duitsland – aannam ten opzichte van het Desertecplan. Volgens Scheer moet Europa vermijden zich voor de energiebehoefte afhankelijk te maken van de Noord-Afrikaanse landen. De politieke instabiliteit in die landen en de daar levende sympathieën voor het moslimfundamentalisme zijn in de ogen van Scheer reden genoeg om af te zien van de Desertec-plannen. Hij voorziet dat de EU bij doorgang van het plan grootschalige legers naar Noord-Afrika moet sturen om terroristen af te houden van aanslagen op de CSPcentrales. Als alternatief pleit Scheer ervoor dat de EU
coverstory
Het gelijk van Archimedes
O
ver Archimedes (bekend van zijn juichkreet ‘Eureka’) gaat de legende dat hij zijn woonplaats Syracuse in Sicilië – indertijd een Griekse kolonie – in het jaar 212 voor Chr. verdedigde tegen een Romeinse vloot. Hij stak de vijandelijke schepen nog vóór ze de kust konden bereiken in brand met behulp van schilden die door het zonlicht te weerkaatsen en in een bundel te concentreren werkten als brandspiegels. Door alle stralen van de zon in één punt te concentreren werd het zonlicht vele malen versterkt en ontstond er een ware ‘straal des doods’. Afdoende was het niet, want de Romeinen veroverden de Griekse kolonie toch en Archimedes verloor zijn leven op het strand, naar verluidt foeterend omdat de natuurkundige formules die hij in het zand had geschreven door de oprukkende vijand waren uitgewist. De geleerden zijn er nog steeds niet over uit of het zonnekanon van Archimedes écht heeft bestaan, maar dat de oude Grieken tenminste beschikten over ‘know how’ inzake wat heden ten dage Concentrating Solar Power (CSP) is gaan heten, lijkt buiten kijf te staan. Dositheus, een vriend van Archimedes, bouwde naar verluidt de meest krachtige brandspiegel van zijn tijd en rond 190 voor Chr. schreef de eveneens Griekse Diocles een wetenschappelijke verhandeling over het nut van brandspiegels. Die tekst werd lang verloren gewaand maar werd in 1970 in vertaling teruggevonden in Iran. In de Donkere Middeleeuwen – de naam zegt het al – was er in Europa kennelijk geen belangstelling meer voor deze technologie, waarover eerder de Chinezen
en de Inca’s zouden hebben beschikt. De Inca’s zouden een warmtereflector op zonnekracht hebben ontwikkeld waarmee zij hun Heilige Maaltijd prepareerden. In Europa wordt thermische zonneenergie pas weer een item in de 13e eeuw, als de Britse monnik Roger Bacon er bij paus Clement op aandringt deze techniek te gebruiken in de strijd tegen de islam. De paus wil niets horen van deze nieuwlichterij en laat Bacon opsluiten in een kerker. In de 15e eeuw gebruikt de Italiaan Andre del Verrecchio een brandspiegel om een koperen bol te solderen op de toren van de Santa Maria del Fiore-kathedraal in Florence. In diezelfde periode ontwerpt Leonardo da Vinci, tamelijk visionair verontrust dat de menselijke honger naar energie zal leiden tot de vernietiging van de natuur, aan een gigantische zonnereflector waarmee de energie van de zon wordt geleid in buizen. Schetsen daarvan zijn bewaard gebleven, en die sporen generaties uitvinders daarna aan om verder te zoeken naar de heilige graal van de zonne-energie.
Eerste zonnemotor In de 18e eeuw ontwikkelt de Fransman Georges Louis Leclerc de Buffon een zonnespiegel waarmee hij een schip van 150 voet afstand verbrandt, om aan te tonen dat de mythe van Archimedes wel degelijk op waarheid berust. Later gebruikt De Buffon parabolische spiegels en weet hij op 100 meter afstand lood te doen smelten. In dezelfde periode bouwt de Franse geleerde Laurent Lavoisier (1743-1794), peetvader van de wetenschappelijke scheikunde, een uiterst potente zonthermische machine waarmee hij zelfs platina vloeibaar weet te maken (1773 ºC). ‘Het vuur van een gewone oven is minder schoon dan de zon,’ aldus Lavoisier, die er net als Leonardo da Vinci op wijst dat de voorraden conventionele brandstoffen niet onuitputtelijk zijn en dat zonne-energie het antwoord is. De leiders van de Franse revolutie denken daar anders over en onder het motto ‘De Republiek heeft geen behoefte aan geleerden’ eindigt deze pionier van CSP op de guillotine. In de 19e eeuw presenteert de Franse wiskundige Augustin Mouchot de eerste machines die op zonne-energie lopen. De Franse keizer Napoleon III is verrukt van het idee, maar door de overvloed aan kolen en olie toont de zakenwereld nauwelijks
tot geen belangstelling. In 1905 bouwt de Amerikaanse zonne-energiepionier Frank Shumann de eerste zonnemotor die goedkoper is dan een gelijkwaardige op kolen gestookte motor, maar die uitvinding strandt op economische belangen van de opkomende olie-industrie. CSP komt pas weer tot leven aan het eind van de 20e eeuw. In Californië worden in de jaren tachtig CSP-centrales gebouwd. De Club van Rome omarmt de techniek en lanceert het TREC-initiatief, hetgeen staat voor de Trans-Mediterranean Energy Cooperation, het idee om grote centrales op zonnekracht te bouwen langs de kusten van Noord-Afrika. De Jordaanse prins Hassan bin Talal loopt ervoor warm en bepleit het voorstel bij het Europees Parlement, dat overstag gaat. Een zonnecentrale ter grootte van het Nasser-meer in Egypte (6.000 vierkante kilometer) zou volstaan om evenveel energie te leveren als de totale huidige olieproductie van het Midden-Oosten. De Sahara is ongeveer 9.065.000 vierkante kilometer groot: als 50.000 km daarvan zou worden gereserveerd voor CSP, is dat voldoende om aan de gehele energievraag van Europa te voldoen. De Noord-Afrikaanse partnerlanden zouden veel baat hebben bij CSP: het ontzilte zeewater dat massaal als bijproduct van CSP zou worden geproduceerd (ten bate van de op stoom draaiende generatoren van de CSP-centrales) kan benut worden voor irrigatie van de woestijn, die zo in bloei kan worden gezet en kan dienen als vruchtbaar landbouwgebied. Ook de drinkwatercrisis, door velen gevreesd als een nieuwe bron van mondiale conflicten, kan zo worden voorkomen, zoals Desertec-topman Paul van Son in januari 2010 toelichtte in een presentatie tijdens de Handelsblatt-energieconferentie in Berlijn. • 5 februari 2010 PM
19
achtergrond Economen over de Europese markt na de crisis
‘Bescherm de uitdagers, niet de winnaars’ Nu de Europese economie voorzichtig lijkt aan te trekken, wordt het tijd om op grote schaal te investeren in kennis, onderwijs en technologische innovatie, zo bepleiten Arnold Heertje, Bart van Riel en Sylvester Eijffinger. De EU 2020, het nieuw te formuleren economische plan van de Europese Unie, zou zeer geschikt zijn als opmaat. Enkele tips: ruil het Bruto Binnenlands Product in voor een ander rekenmodel, verhoog de arbeidsproductiviteit, investeer in o nderwijs en innovatie en vergroen de economie.
Tekst Rutger van den Dikkenberg
20
PM 5 februari 2010
T
ijdens een top in Lissabon in maart 2000 besloten de Europese lidstaten, toen nog een bescheiden vijftien in getal, dat de economie moest worden versterkt door concurrentie, innovatie en een snel aanpassingsvermogen. De Lissabonstrategie – niet te verwarren met het Verdrag van Lissabon, dat het bestuur binnen de EU regelt – was geboren. Europa moest de sterkste kennis economie ter wereld worden, maar ook socialer door armoede en werkloosheid te bestrijden, terwijl de economische groei daarbij behouden moest blijven. Grote ambities, maar in 2005 bleek dat het eisen pakket te vrijblijvend was en het groeitempo te laag. De daarop ingezette inhaalslag kwam te laat. De Lissabonstrategie stierf een zachte dood en daarvoor in de plaats komt binnenkort EU 2020. De eerste aanzetten zijn al gegeven: de nieuwe strategie wordt minder ambitieus en zal zich richten op groene groei. De nieuwe vaste voorzitter van Europa Herman van Rompuy wil een stabiele groei van jaarlijks gemiddeld 2 procent. Van Rompuy belegt deze maand in Brussel een extra bijeenkomst van de Raad, waarin de vraag hoe uit de crisis te komen centraal staat. Het Nederlandse kabinet pleitte er in januari voor dat EU 2020 zich vooral richt op ‘duurzame groei en banen’. Investeringen in kennis en innovatie en een ‘groene economie’ zijn daarvoor noodzakelijk, economische hervormingen ‘onontkoombaar’. De economische verwachtingen voor dit jaar zijn
voorzichtig optimistisch. De Europese Commissie gaat voor 2010 uit van een economische groei van 0,75 procent, en voor 2011 1,5 procent. Minder dan de wens van Van Rompuy, maar het begin is er. Voor de korte termijn zijn die groeicijfers logisch, zegt senior beleidsmedewerker Bart van Riel van de Sociaal- Economische Raad (SER). Als herstel aandient, zullen de oude verhoudingen enigszins herstellen. Van Riel maakt zich meer zorgen over de langetermijnprognoses. Niet alleen de economische crisis gooit roet in het eten, maar ook de gevolgen van de vergrijzing slaan de komende jaren hard toe. De afgelopen jaren bedroeg het aantal mensen dat met pensioen gaat zo’n zestigduizend per jaar, rekent hij voor. Maar de komende jaren is dat drie keer zoveel. ‘In de Oost-Europese landen is het nog veel erger,’ stelt Van Riel. Daarnaast is het nog onzeker hoe lang de banksector, die door de economische crisis voorzichtiger is geworden met het verstrekken van leningen, in die houding volhardt. ‘Wat je daardoor krijgt,’ legt Van Riel uit, ‘is een afname van de potentiële economische groei’. Als de unie en haar lidstaten niets doen, komt die groei uit op zo’n 1,5 procent gemiddeld per jaar, het restant – een half procentpunt – moet met beleid worden gestimuleerd. ‘Dat lijkt heel makkelijk,’ zegt Van Riel, ‘maar er is niet één goede oplossing. Het is een heel scala aan factoren’. Van Riel werkte bij de SER mee aan het vorig jaar juni verschenen advies Europa 2020: de nieuwe
L issabonstrategie, waarin veel aandacht is voor welvaartsgroei en een accentverschuiving wordt bepleit van arbeidsparticipatie naar arbeidsproductiviteit. Om in Nederland op 2 procent groei te komen, moet de arbeidsproductiviteit omhoog, aldus de SER in het rapport. De afgelopen jaren is op dat vlak ‘te weinig vooruitgang geboekt’, aldus Van Riel Daarbij valt op Europees niveau genoeg winst te halen, stelt Van Riel. De interne markt, misschien wel het meest zichtbare onderdeel van de unie, is nog niet open genoeg. ‘De interne markt werkt nog steeds niet goed in de dienstensector. Die is niet tastbaar en daarom door de lidstaten erg streng gereguleerd.’ Maar de verschillen hierin tussen de verschillende lidstaten zijn groot. ‘De regels moeten daarom dichter bij elkaar gebracht worden, en beter worden n ageleefd.’
Bart van Riel ‘De interne markt werkt nog steeds niet goed in de dienstensector’
Flexibeler De Europese interne markt moet flexibeler, vindt ook Sylvester Eijffinger, hoogleraar financiële economie aan de Universiteit van Tilburg en bestuurslid van het European Banking Center. ‘Markten moeten betwistbaar zijn. Dat houdt insiders scherp en geeft mogelijkheid tot toetreding van outsiders. Je wilt niet dat markten inslapen. De mogelijkheid dat vers bloed zich in de markt stort, houdt scherp.’ Wat Arnold Heertje betreft moet Europa zich niet blindstaren op financiële groeicijfers. De emeritus hoogleraar predikt duurzaamheid en menselijkheid boven financieel gewin. ‘Groei is als maatstaf buitengewoon ongeschikt. Uit de wens van Van Rompuy blijkt dat we niets hebben geleerd van de mislukte Lissabonstrategie en de kredietcrisis. De wereld van na de kredietcrisis is een andere dan die ervoor. Voor de crisis draaide het om groei, omzet en rendement, en elk jaar meer. Lissabon was een krankzinnig idee, daar is ook niets van terechtgekomen. En het idee om nu terug te vallen op ordinaire groeicijfers, spreekt van intellectuele armoede.’ Economie gaat over mensen, niet over groei cijfers, stelt Heertje, en daarvoor is een methode die alleen economische groeicijfers als maatstaf voor ontwikkeling neemt, onvoldoende. Hij pleit voor een methode die uitgaat van factoren als kwaliteit van leven en duurzaamheid, geschoeid op Franse leest. Hij wijst daarbij op de Franse econoom Jean-Paul Fitoussi, die zich in opdracht van president Sarkozy boog over moderne manieren om economische groei te meten. ‘Het groeipercentage van het Bruto Binnenlands Product (BBP) is eigenlijk betrekkelijk onbelangrijk, en het zegt verder niets. Economie gaat over de behoeften van mensen, en dus uiteindelijk om het bredere welwaartsbegrip. Die behoeften zijn ruimer dan wat wordt geregistreerd in het BBP. Het gaat ook om natuur, milieu, luchtkwaliteit.’ In de visie van Eijffinger blijven enkele belangrijke beginselen van de Lissabonstrategie fier overeind. Om een gemiddelde groei van jaarlijks 2 procent te realiseren, mogen kennis en innovatie niet worden
verwaarloosd. ‘Investeer in research and development, zowel publiek als privaat’, luidt de belangrijkste aanbeveling van Eijffinger. De lidstaten van Europa zitten na een langdurige inhaalslag door het inkopen van kennis, aan de grens van hun technologische kunnen. Om economische groei te realiseren, moeten
Van Riel: ‘De regels moeten beter worden nageleefd’ de lidstaten zelf kennis genereren. ‘Dat is substantieel veel duurder dan kennis inkopen,’ weet ook Eijffinger, ‘maar het genereert ook toegevoegde waarde’. De hoogleraar wijst als voorbeeld op het Almelose bedrijf Ten Cate, dat niet alleen furore maakt als producent van het kunstgras van voetbalclub Heracles Almelo, maar ook hoge ogen gooit met innovatief bekledingsmateriaal voor nieuwe Airbusvliegtuigen. Eijffinger: ‘Dat maakt niemand anders ter wereld, dus het genereert een hoge toegevoegde waarde.’ Het
Sylvester Eijffinger ‘De mogelijkheid dat vers bloed zich in de markt stort, houdt scherp’
5 februari 2010 PM
21
achtergrond
Arnold Heertje ‘De rol van ict is belangrijk als je je economie wilt verduurzamen’
vereist ‘substantiële investeringen in R&D, niet alleen vanuit het bedrijfsleven, maar ook als land.’ Ingrijpen heeft haast, zegt Eijffinger. ‘Het is al twee voor twaalf. Landen als China en India beseffen ook dat ze hogere toegevoegde waardes moeten genereren.’ Inmiddels groeit de economie in Azië zo hard dat de Chinese regering in januari bekendmaakte op de rem te trappen: de meest extreme prognoses gaan uit van 16 procent groei als niet wordt ingegrepen, met als gevolg dat de inflatie explodeert van 0,6 procent nu naar 25 procent over enkele jaren. Wil Europa op de technologische grens blijven,
Arnold Heertje: ‘Groei is als maatstaf buitengewoon ongeschikt’ is een investering in onderzoek nodig van minstens 3 procent van het bbp, zegt Van Riel. Dat percentage wordt nu alleen door Zweden en Finland gehaald. Van Riel: ‘Publieke investeringen kunnen daarbij een aanjaagfunctie hebben.’ Hij wijst op schattingen van de econoom André Sapir (bekend van het in opdracht van toenmalig commissievoorzitter Romano Prodi geschreven rapport An Agenda for a Growing Europe uit 2003) dat de EU een kwart van haar begroting (in totaal ongeveer 1 procent van het Europese BBP) moet vrijmaken voor research die grensoverschrijdend is en waar onderzoekers uit meerdere lidstaten bij b etrokken zijn. Door te korten op de Europese landbouwportefeuille kunnen voldoende middelen vrijkomen, aldus Van Riel.
Octrooien Innovatie is gebaat bij bedrijven die hun nek durven uit te steken en niet alleen patenten aanvragen, maar daar ook zinvol mee omgaan, vindt zowel Van Riel als Eijffinger. Laatstgenoemde constateert dat veel bedrijven vaak ‘defensief ’ omgaan met octrooien. ‘Maar ze zouden moeten worden gebruikt door
22
PM 5 februari 2010
edrijven die er wel mee de markt opgaan,’ stelt hij. b ‘Niet de winnaars moeten beschermd worden, maar de uitdagers, want zij houden de winnaars scherp.’ Ook Van Riel ziet dat octrooien nog niet volledig optimaal worden benut. ‘Amerikaanse bedrijven zijn heel innovatief, omdat de afzetmarkt voor nieuwe producten in de VS veel groter is.’ In Europa is dat vaak lastiger: patenten worden niet in elke lidstaat erkend, met als gevolg dat het aanvragen ervan voor de hele unie in meerdere lidstaten opnieuw moet gebeuren. Het gevolg is dat de prijs voor patenten in Europa tien keer zo hoog ligt als in de VS. Het SERadvies uit juni pleitte er overigens ook al voor dat meer middelen beschikbaar worden gesteld voor de Europese ‘kennisdriehoek’ van onderwijs, onderzoek en innovatie. Ook Heertje ziet meerwaarde in R&D. ‘Als we uitgaan van wereldwijd geldende duurzaamheidsvraagstukken, dan is het ontwikkelen van kennis reuze belangrijk.’ In dit kader verwacht Heertje veel van de nieuwe portefeuille van Eurocommissaris Neelie Kroes. ‘Daar wordt nu veel te denigrerend over gedaan. De rol van ict is belangrijk als je je economie wil verduurzamen.’ Heertje pleit voor een ‘grote integrale verduurzaming van de economische ontwikkeling’, door de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en uit te gaan van de wensen van de burgers. ‘Zinvol werk,’ noemt de hoogleraar het. Hij noemt de kantoorbouw als voorbeeld. Nog steeds, stelt Heertje, worden in Nederland kantoren gebouwd die vervolgens jaren leegstaan. ‘Als die arbeid zou worden benut voor het duurzaam renoveren van woningen, dan doe je iets van belang voor woningeigenaren nu en straks. Dat zijn kwalitatief hoogwaardige activiteiten.’ Tot slot een suggestie van Eijffinger: Nederland kan nog veel leren van Zweden. Dat land kampte eerder, in de jaren negentig, met een bankencrisis. Nadat in de jaren tachtig de regels voor het bank wezen in Scandinavië werden versoepeld, groeide de sector – en daarmee de onroerendgoedmarkt – in eerste instantie hard. In 1992 stortte het losgelaten systeem ineen en ontstond een heuse bank run. Met rentes tot 500 procent probeerde de Zweedse centrale bank de crisis te bezweren, maar het leed was al geschied: de Zweedse banken zaten met een groot aantal slechte leningen in hun maag. De manier waarop het land vervolgens met de crisis is omgegaan, wekt bewondering bij Eijffinger: binnen vier jaar hadden de Zweden hun economie weer op de rails. Het bankwezen werd deels genationaliseerd, sociale zekerheid en het belastingstelsel grondig hervormd. ‘Nederland moet serieus zaak maken van structurele economische hervormingen,’ zegt Eijffinger. ‘De arbeidsmarkt moet geflexibiliseerd worden, en aanpassingen aan het belastingstelsel moeten ertoe leiden dat mensen geprikkeld worden tot prestaties.’ •
interactief proefschrift
De achterkamertjes voorbij Deel 4 (slot): lessen uit de Verenigde Staten Tekst Guido Enthoven
[email protected] Beeld Rob Jongbloed
De afgelopen maanden heeft Guido Enthoven de lezers van PM betrokken bij zijn interactieve dissertatie over informatie en politiek. In dit laatste deel geeft hij een voorbeeld van hoe het ook kan: in Amerika wordt de publieke sector scherp in de gaten gehouden door tal van belangen- en lobbyclubs. Dat komt de transparantie ten goede, meent Enthoven.
5 februari 2010 PM
23
B CV Guido Enthoven (1962) is directeur, oprichter en senior adviseur van het Instituut voor Maatschappelijke Innovatie. Voor het IMI is hij betrokken bij diverse interactieve processen en innovatietrajecten in diverse departementale netwerken en programma’s. Enthoven werkt aan een proefschrift over informatie en politiek, een onderwerp waarover hij regelmatig publiceert en lezingen houdt. Enthoven begon op de heao en studeerde daarna rechten in Leiden, waar hij in 1992 afstudeerde op vrijheid en de markt. Hij was van 1991 tot 1993 directeur van de Nationale Ideeënlijn en richtte daarna het managementadviesbureau IMI op. Enthoven woont in Leiden en is getrouwd. Hij heeft twee kinderen.
24
PM 5 februari 2010
elangengroepen en lobbyisten spelen een belangrijke rol in de Amerikaanse politiek. Er zijn tal van maatschappelijke organisaties die actief proberen het Congres te beïnvloeden rond uiteenlopende onderwerpen als vuurwapenbezit, natuur, arbeidsvoorwaarden en bescherming van de landbouwsector. Er zijn organisaties die zich inzetten tegen de aantasting van privacy en er bestaat een vereniging van belastingbetalers met als voornaamste doel het terugdringen van de belastingdruk. In Nederland bestaat een meer corporatistische cultuur met een bundeling van gesprekspartners in de vakbonden en in een orgaan als de SER. In de VS is deze situatie heel anders. Er zijn geen twee of drie grote v akbonden, maar er bestaan duizenden v akbonden, verspreid over het land, gericht op specifieke categorieën werknemers. Belangen groepen lobbyen bij de betreffende d epartementen en agentschappen en proberen de houding en keuzes van het Congres ten aanzien van een bepaald vraagstuk te beïnvloeden. Politici worden bestookt met problemen, wensen en adviezen, soms in de vorm van korte e-mails of statements, vaak ook via uitgewerkte voorstellen of rapporten. Het proces van het genereren van alternatieven vindt in de VS met name plaats in de contacten tussen leden en stafleden van het Congres met ngo’s, belangengroepen, bedrijven en lobbyisten. Een belangrijke maatschappelijke functie van belangenorganisaties is dat zij in staat zijn om alternatieven te ontwikkelen en daarmee het Congres minder afhankelijk maken van de door de regering ontwikkelde voorstellen.
besluitvorming, maar vaak spelen ook technische of praktische o verwegingen een belangrijke rol bij politieke beslissingen. Welke milieumaatregelen zijn wenselijk in termen van maatschappelijke kosten en baten? Wat zijn e ffectieve instrumenten om te komen tot reïntegratie van arbeidsgehandicapten? In dergelijke debatten spelen technische, instrumentele of wetenschappelijke argumenten een zwaarwegende rol. In een dergelijke informatie-arena is het voor belangengroepen o pportuun om zo mogelijk ‘evidence based’ argumenten te hanteren. Kwestieuze claims lopen het risico onderuit gehaald te worden in het publiek debat, door concurrerende belangengroepen of door meer neutrale organisaties als adviesraden of wetenschappelijke instellingen. De kracht van ideeën wordt als het ware op de proef gesteld in het (maatschappelijk en/of politiek) debat. Het Congres heeft een voorkeur voor beleidsopties die op brede maatschappelijke steun kunnen rekenen, bij voorkeur van belangengroepen van uiteenlopende signatuur. In dat kader vervult de staf van het Congres soms een rol als makelaar of mediator, die verschillende partijen met uiteen lopende belangen en zienswijzen tot elkaar probeert te brengen. In zekere zin vervult het Congres dan een rol als publiek ondernemer die beleidsproducten ontwikkelt in interactie met de belangrijkste stakeholders. Een dergelijke formulering doet onvoldoende recht aan de eigenstandige ideologie en oordeelsvorming van leden van het Congres, maar rond minder gepolitiseerde dossiers, lijkt een werkwijze die erop gericht is de verschillende betrokken belangen zoveel mogelijk te verbinden, in politieke en maatschappelijke zin opportuun te zijn.
Betrouwbaar Maatschappelijke organisaties en lobbygroepen vervullen daarmee een belangrijke rol bij de informatievoorziening aan het Congres. De vraag kan gesteld worden in hoeverre de door deze groepen verstrekte informatie als betrouwbaar kan worden beschouwd, mede gezien het feit dat het vaak om impliciete of expliciete vormen van belangenbehartiging gaat. In de publieke opinie wordt lobbyen vaak vereenzelvigd met ‘achterkamertjespolitiek’ en als onwenselijke interventie in het proces van democratische politieke besluitvorming. Er zijn echter ook auteurs die lobbyen beschouwen als een wenselijk onderdeel van het discours om te komen tot ‘het beste van alle mogelijke besluiten’ (o.a. Van Schendelen). Het politiek debat kan bloeien door processen van creatieve concurrentie, het uitnodigen en toelaten van elkaar bestrijdende opvattingen. Over het algemeen beschikken belangengroepen over specifieke kennis omtrent de problematiek in kwestie, die in beginsel bruikbaar is voor volksvertegenwoordigers bij de besluitvorming over voortzetting of eventuele modificatie van beleid. In specifieke situaties, bijvoorbeeld rond medisch-ethische vraagstukken, kunnen n ormatieve argumenten een overwegende rol spelen in de
Watchdogs In de VS is het fenomeen van ‘watchdogs’ veel verder ontwikkeld dan in Nederland. Zij kennen tientallen onafhankelijke organisaties die het openbaar bestuur actief controleren op fraude, mismanagement en falend beleid en die ijveren voor openheid en transparantie van het overheidsbeleid, zoals OpenTheGovernment.org, National Freedom of Information Coalition, Sunshine in the Government Initiative, Coalition of Journalists for Open Government, OMB Watch en Access Reports. Een interessante ngo in dit kader is POGO, Project on Government Oversight. ‘POGO is an independent nonprofit that investigates and exposes corruption and other misconduct in order to achieve a more accountable federal government’, luidt haar mission statement. POGO is strikt onafhankelijk en haar financiën zijn afkomstig van diverse familiefondsen als de Ford Foundation. In de eerste jaren van haar bestaan richtte POGO zich met name op de thema’s defensie en nationale veiligheid, maar langzaam maar zeker is de scope breder geworden en worden ook domeinen als energie, ‘government contracting’ en ‘government secrecy programs’ onder de loep genomen. Ze bepleit meer openheid en transparantie en stelt misstanden aan de kaak. POGO
heeft kenmerken van een denktank met de aantekening dat haar producties vaak het karakter hebben van onderzoeksjournalistiek. Voor sommige departementen zijn de publicaties een ‘pain in the ass’. Toch worden de medewerkers van POGO regelmatig door ministeries gevraagd hun kennis en ideeën in te brengen. Soms beschikt deze ngo over specifieke kennis over bijvoorbeeld veiligheidsproblemen in de energiesector, die niet beschikbaar is op het betreffende departement. Met enige regelmaat wordt men door het Congres uitgenodigd om te getuigen in een zogenaamde hoorzitting, of een training voor stafleden te verzorgen over de ‘tips and tricks’ voor effectief parlementair onderzoek. POGO is niet groot, er werken iets meer dan tien mensen, maar met een stevig netwerk in de media weten ze regelmatig het beleid te beïnvloeden. In de loop der tijd heeft POGO een redelijke antenne ontwikkeld voor wat er gaande is binnen de federale overheid. In sommige gevallen worden ze benaderd door zogeheten ‘whistle blowers’ (klokkenluiders) die hen wijzen op gevallen van fraude, mismanagement of zware tekortkomingen in het openbaar bestuur. In andere gevallen wordt het onderzoek gedreven door eigen ideeën en intuïtie. Indien er sprake lijkt te zijn van een interessante zaak, wordt een quick scan of een diepgravender onderzoek ingezet. Soms doet men een verzoek om een formele toelichting of interview, maar vaker vinden informele gesprekken plaats met mensen die zicht hebben op het betreffende dossier. Alleen al door in gesprek te gaan met de kernspelers rond een project, kunnen soms veranderingen plaatsvinden. Door het doen van onderzoek worden de ondervraagden beïnvloed en krijgen ze zicht op afbreukrisico’s. De relevante do-
cumenten worden verkregen via gerichte zoekacties op specialistische websites, dan wel via een formeel verzoek uit hoofde van de Freedom of Information Act (FOIA). Op een zeker moment wordt helder of er inderdaad sprake is van een zaak. In dergelijke gevallen wordt het verhaal naar buiten gebracht, inclusief een onderliggend rapport en artikelen in de media. Soms wordt de onderzoekers gevraagd hun bevindingen toe te lichten in een getuigenverklaring voor een commissie van het Huis van Afgevaardigden
In de VS is het fenomeen ‘watchdogs’ veel verder ontwikkeld dan in Nederland en worden maatregelen genomen om de misstanden die aan het licht gebracht zijn aan te pakken. De inspanningen van de afgelopen decennia hebben geleid tot vooruitgang op verschillende terreinen, zoals de agendering van grootschalige fraude bij externe inhuur van grote bedrijven bij de operatie in Irak, het voorkomen van het verspillen van overheidsgelden en het beschermen van klokkenluiders. POGO schat in met haar activiteiten een bedrag in de orde van grootte van 80 miljard dollar te hebben bespaard, met de kanttekening dat dergelijke bedragen lastig hard zijn te maken, alleen al vanwege het bestaan van diffuse oorzaak-gevolg relaties. Desalniettemin lijkt POGO als ngo met haar activiteiten een belangrijke signalerende en controlerende rol te vervullen. Ze is uit dien hoofde in zekere zin te beschouwen als een buitenboordmotor van het Congres, geïnitieerd vanuit de civil society, in de geest van De Tocqueville’s ‘democratie in Amerika’. 5 februari 2010 PM
25
interactief proefschrift Betere controle en toezicht Vlak voordat president Obama vorige week woensdag de State of the Union uitsprak, stuurde het Project on Government Oversight (POGO) een mailtje naar haar relaties. Mooi dat de regering-Obama het afgelopen jaar een aantal hervormingen heeft doorgevoerd, schrijft POGO-directeur Danielle Brian.
Een andere maatschappelijke organisatie op het gebied van toezicht en controle is TRAC (Transactional Records Access Clearinghouse). Opgericht door hoogleraar statistiek Susan Long en New York Times journalist David Burnham. Deze organisatie verricht onderzoek naar de mate waarin overheidsorganisaties de door henzelf geformuleerde doelstellingen ook daadwerkelijk realiseren. Uit bestaande datanetwerken en via de Freedom of Information Act worden gegevens verzameld. Deze worden geanalyseerd en bewerkt en vervolgens via verschillende kanalen aan het Congres, de pers en het publiek aangeboden. Er zijn rapporten die geen aandacht krijgen, maar er zijn ook onderzoeken die leiden tot 400 krantenberichten en voorpaginanieuws. Een voorbeeld is een onderzoek naar de uitspraken van rechters over immigratie en toelating van vreemdelingen. Uit dit onderzoek blijkt dat er een zeer grote variëteit is, welke niet zozeer regiogebonden is, maar veeleer afhankelijk lijkt van de persoon en politieke voorkeuren van de rechter in kwestie. Bij sommige rechters wordt 78 procent van
Voor sommige departementen zijn de publicaties van POGO een ‘pain in the ass’ Maar om de uitvoerende macht genoeg instrumenten te geven voor controle en toezicht moet Obama de volgende vijf maatregelen nemen:
1. Implementeer de ‘Whistleblower Protection Enhancement Act 2009’ zodat klokkenluiders beter beschermd zijn 2. Richt een onafhankelijke auditorganisatie op; de meeste zijn nog te gelieerd aan departementen 3. Waarborg onafhankelijkheid in de handhaving van regels 4. Maak publieke verantwoording mogelijk en maak overheidsinformatie actief openbaar 5. Beëindig fraude en verspilling bij overheids opdrachten
26
PM 5 februari 2010
de aanvragen gehonoreerd, terwijl andere rechters nog geen 5 procent van de gevallen toelaten. Een ander voorbeeld is het onderzoek naar de Belastingdienst, dat uitwees dat ondanks de aankondiging van de fiscus zélf het onderzoek naar belastingfraude door grote bedrijven te intensiveren, er de facto minder uren werden gewijd aan fiscaal onderzoek bij grote bedrijven. De onderzoeken en het cijfermateriaal worden ook via de site van TRAC ter beschikking gesteld. Op deze wijze kunnen journalisten en maatschappelijke organisaties daar hun voordeel mee doen en wordt de impact van het onderzoek vergroot. Een interessant detail is dat de inspecteur-generaal van het ministerie van Justitie geabonneerd is op TRAC. Zelfs iemand in zijn positie heeft moeite om over alle relevante gegevens van zijn eigen departement te beschikken. Diverse commissies van het Huis en de Senaat maken gebruik van de geaggregeerde gegevens die door TRAC ter beschikking zijn gesteld bij de ondervragingen gedurende hoorzittingen en andere toezichtactiviteiten.
Transparantie ‘Watchdogs’ als POGO en TRAC maken gebruik van de verschillende wetten in Amerika die erop gericht zijn om de openbaarheid en transparantie van het openbaar bestuur te vergroten (‘public access laws’). Deze wetten bieden het publiek toegang tot overheidsinformatie. De meest bekende is de Freedom of Information Act uit 1966, die natuurlijke personen en rechtspersonen recht op inzage in bestaande en ongepubliceerde overheidsdocumenten geeft. De wet bevat een negental uitzonderingen, welke deels overlappen met de uitzonderingsbepalingen in de Nederlandse Wet openbaarheid van bestuur (nationale veiligheid, privacy, commerciële belangen, juridische belangen, et cetera). Andere wetten in dit kader zijn de Federal Advisory Committee Act (FACA) uit 1972, waarin bepaald wordt dat alle bijeenkomsten van adviescommissies die zijn ingesteld ten behoeve van de federale overheid, in beginsel toegankelijk zijn voor het publiek en de ‘Government in the Sunshine Act’, waarin de beleidsvoorbereiding en beraadslaging van collegiaal geleide federale instanties voor het publiek toegankelijk zijn. Ook hier gelden weer uitzonderingsregelingen die lijken op de bepalingen in de FOIA. De transparantie voor het grote publiek is sinds de jaren zeventig sterk toegenomen. Er zijn inmiddels drie zenders die continu live-uitzendingen verzorgen van debatten die in het Congres plaats vinden (C-Span). De laatste jaren, in de regeerperiode van president Bush, worden verzoeken uit hoofde van de FOIA steeds vaker geweigerd. Uiteindelijk lukt het vaak wel om via de rechter de stukken boven tafel te krijgen, maar de daarmee gepaard gaande juridische kosten zijn aanzienlijk. Desalniettemin blijven organisaties als POGO en TRAC een interessante rol vervullen op het gebied van checks and balances in het openbaar bestuur. Het verschil met Nederland is opmerkelijk. Maatschappelijke organisaties zijn hier vooral sectoraal georganiseerd. Nederland kent geen traditie van een actieve civil society die zich richt op het signaleren van verspilling, tekortschietend beleid en de noodzaak van transparantie. Wie kan dit verklaren? Of zijn er wel Nederlandse voorbeelden van maatschappelijke organisaties die zich richten op het overheidshandelen in brede zin? Hoe zou de ‘vermaatschappelijking van controle’ hier gestalte kunnen krijgen? •
Reacties op bovenstaande vragen zijn welkom via
[email protected] en worden beloond met een uitnodiging voor een lunchbijeenkomst over informatie en politiek in de Tweede Kamer. Dit is het vierde en laatste deel van een experiment met een interactieve dissertatie geïnitieerd door Guido Enthoven. De afgelopen maanden hebben lezers van PM op verschillende vragen kunnen reageren. Een aantal reacties en een verantwoording van dit experiment worden verwerkt in het proefschrift. Alle artikelen uit deze serie en enkele interviews met Tweede Kamerleden (Henk van de Camp, Mei Li Vos, Ronald van Raak, Boris van der Ham) zijn terug te lezen op PM.nl.
spelers
spelers
27 Ömer Kaya (gemeente Leeuwarden): Jonge Ambtenaar van het Jaar 28 James van Lidth de Jeude herziet bestuurlijk toezicht 29 De overstap van Mark Frequin van EZ naar WWI 30 Vacaturespot Meer spelers op www.pm.nl
Rijksambtenaar Anita Smit (BZK) grijpt naast titel
Meer talent bij gemeenten? Net als in 2009 heeft ook dit jaar een gemeenteambtenaar de prijs voor de beste Jonge Ambtenaar van het Jaar gewonnen. Volgens juryvoorzitter Alexander Pechtold (D66) kun je niet spreken van een trend. ‘Er is eerder sprake van een correctie, de eerste jaren wonnen vooral rijksambtenaren.’
BZK · Voor het tweede jaar op rij is een gemeenteambtenaar uitgeroepen tot Jonge Ambtenaar van het Jaar. Anita Smit, de enige rijksambtenaar die doordrong tot de finale die vorige week in de Haagse Nieuwe Kerk plaatsvond, werd tweede. Gemeenten doen actiever mee met de verkiezing van Futur, denkt Smit, omdat ze meer moeite hebben met het werven van jonge mensen. ‘Werken bij een ministerie klinkt net iets spannender, denk ik.’ Ömer Kaya, werkzaam bij de concernstaf van de gemeente Leeuwarden, won de verkiezing en mag zich het komende jaar Jonge Ambtenaar van het Jaar 2010 noemen. Na de eerste voordrachtronde werden in totaal elf jonge ambtenaren genomineerd, onder wie drie rijksambtenaren. Volgens Smit, werkzaam bij het project Ambtenaar voor de Toekomst, komt dat niet doordat er bij gemeenten relatief meer getalenteerde jongelingen rondlopen – al zijn er natuurlijk meer gemeenteambtenaren dan rijksambtenaren, voegt ze eraan toe – maar omdat lokale overheden de verkiezingen aangrijpen als kans zichzelf te profileren en daardoor meer jong talent aan te trekken. Zelf werkte Smit een half jaar bij de gemeente Haarlem. ‘Daar hadden ze heel veel moeite met het opvangen van de vergrijzing en het vinden van voldoende mensen.’ Met die laatste opmerking heeft Smit wel een punt, zegt de Jonge Ambtenaar van het Jaar Kaya zelf. ‘Een divers personeelsbestand is sowieso goed, en dat gemeenten maatregelen nemen om het personeelsbestand op orde te houden, maar ik denk niet dat dat de primaire reden is om als gemeente actief mee te doen.’ Gemeenten staan voor ‘een leuke uitdaging’, zegt Kaya, nu ze langzamer-
hand steeds meer de eerste ingang worden voor burgers die met de overheid te maken krijgen. Daarnaast voelen jongeren zich vaak erg verbonden met hun eigen omgeving, merkt Kaya. ‘En het idee om wat voor anderen te kunnen betekenen, spreekt veel jongeren aan. Bij de gemeente is direct inzichtelijk wat het werken voor de overheid oplevert, dat wil ik benadrukken. Als ik overigens niet bij de gemeente Leeuwarden had gewerkt, dan waarschijnlijk bij de politie.’ Puur toeval overigens, aldus de Fries, is dat de winnende ambtenaar voor het tweede jaar op rij uit het noorden komt. De winnaar van 2009, Siebren van der Berg, werkt bij de gemeente Smallingerland. ‘De grond is hier gewoon goed,’ grapt Kaya. ‘Het is heel bijzonder dat de prijs in Friesland blijft, daar ben ik trots op.’ Volgens juryvoorzitter van de verkiezing, D66-leider Alexander Pechtold, is het toeval dat opnieuw een gemeenteambtenaar gewonnen heeft. ‘Als iets twee keer achter elkaar gebeurt, kun je nog niet spreken van een trend,’ stelt hij. ‘Ik denk
‘In een gemeente zit je al snel met de wethouder om tafel’ eerder dat er een correctie plaatsvindt. De eerste jaren wonnen vooral rijksambtenaren. Misschien is er daarom wat meer enthousiasme bij gemeenten om mensen aan te melden. Maar ook bij de rijksoverheid loopt er genoeg jong talent rond.’ Pechtold denkt niet dat gemeenten de verkiezing van Futur gebruiken om zich te profileren als ‘jonge’ werkgever. Gemeen-
‘Bij de gemeente is direct inzichtelijk wat werken voor de overheid oplevert,’ aldus winnaar Ömer Kaya
ten zijn misschien voor jongeren juist wel aantrekkelijker, stelt de D66-leider, die als oud-minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en als voormalig raadslid en wethouder in Leiden én oud-burgemeester in Wageningen beide kanten van de medaille kent. ‘Je zit op gemeenteniveau vaak sneller dicht op het vuur, terwijl je er als jonge rijksambtenaar heel ver vandaan kunt zitten,’ zegt hij. ‘Bij de rijksoverheid zit je misschien niet eens op dezelfde verdieping als de minister, terwijl je in de gemeente al snel met de wethouder om tafel zit.’ Dat laatste herkent rijksambtenaar Smit wel. In Haarlem, waar ze korte tijd werkte, was ze ‘heel erg met de praktijk bezig’. Ze was beleidsmedewerker verkeersveiligheid en had in die hoedanigheid contact met de basisscholen, politie en omwonenden. Pechtold beaamt: ‘Als het gaat om spanning in je eerste baan, is de rijksoverheid overgewaardeerd en de gemeente ondergewaardeerd.’ · Rutger van den Dikkenberg 5 februari 2010 PM
27
spelers Programma Herziening Bestuurlijk Toezicht heeft nieuwe aanjager
Einde aan de stroperigheid Controle is goed, vertrouwen is beter. Met dit uitgangspunt gaat James van Lidth de Jeude, de nieuwe programmaleider voor de herziening van het interbestuurlijk toezicht, aan de slag. Hij pleit voor meer gelijkwaardigheid tussen de bestuurslagen en een grotere verantwoordelijkheid voor gemeenten. ‘We moeten niet voortdurend over de schouder mee willen kijken.’
BZK · Officieel begon James van Lidth de Jeude (64) vorig jaar vlak voor Kerst als programmaleider. Het uitvoeringsplan Herziening Interbestuurlijk Toezicht werd echter al in mei 2009 vastgesteld. ‘Ik ben in de zomer benaderd, maar toen had ik net ja gezegd op de vraag of ik nog vier maanden in Almelo wilde burgemeesteren,’ verklaart de programmaleider, die eerder dertien jaar burgemeester van Deventer was. Hij ervaart deze uitgestelde start niet als een manco. ‘Ik heb van deze tijd mooi gebruik kunnen maken om me alvast te oriënteren en een aantal kennismakingsgesprekken te voeren.’ Van Lidth de Jeude, van huis uit wisen natuurkundige, begon zijn loopbaan als leraar. Na twaalf jaar op een middelbare school, waar hij nog natuurkundeles gaf aan André Rouvoet, maakte hij de overstap naar de politiek. ‘In 1982 werd ik wethouder in Utrecht, eerder was ik al raadslid in deze gemeente,’ aldus de oud-burgervader. Hij heeft in gemeenteland zijn sporen ruimschoots verdiend. Zo maakte hij deel uit van de commissie-Brinkman die in 2004 het kabinet adviseerde over het terugbrengen van het aantal specifieke uitkeringen, zat hij in de Raad voor de Gemeentefinanciën en was hij voorzitter van de interbestuurlijke stuurgroep Planning en Control. Ook al wordt de oud-burgervader in april 65 jaar, aan zijn pensioen denkt hij nog niet. Naast programmaleider is Van Lidth de Jeude met name actief in de culturele sector. Zo is hij voorzitter van de raad van toezicht van hogeschool voor de kunsten ArtEZ, het Nederlandse Watermuseum in Arnhem en het cultuurfonds Bank Nederlandse Gemeenten. De programmaleider beschouwt zichzelf als een ‘verbinder en knelpun-
28
PM 5 februari 2010
tenoplosser’. De uitvoering van het programma ligt volgens hem vooral bij de projectteams. Deze worden gevormd door medewerkers van de VNG, het IPO, de departementen en de rijksinspecties. Van Lidth de Jeude: ‘Ik zie mezelf als een ambassadeur van het programma. We proberen draagvlak te creëren in het hele land. Alleen dan kunnen we de veranderingen goed doorvoeren.’ Wat behelst volgens u het programma Herziening Bestuurlijk Toezicht?
‘De hoofdzaak is het vergroten van beleidsvrijheid van gemeenten en provincies. Dat gaan we bereiken door het toezicht te verminderen. Controle wordt vervangen door vertrouwen. Dit gebeurt op verschillende manieren. Bijvoorbeeld aan de “voorkant” door het maken van heldere beleidsafspraken met alle bestuursla-
‘De raad en andere lokale spelers zijn in eerste instantie aan zet’ gen. We willen het toezicht tot het hoogst noodzakelijke beperken. Tegelijkertijd wordt de horizontale verantwoording versterkt. De raad en andere lokale spelers zijn dus in eerste instantie aan zet. ’
voorstel regelt dat er alleen sprake is van toezicht door de bovenliggende bestuurslaag als een gemeente of provincie het te bont maakt. Bijvoorbeeld als er wordt gehandeld in strijd met het recht of als medebewindstaken worden verwaarloosd. Het specifiek toezicht wordt afgeschaft en er wordt nieuw leven geblazen in de al bestaande instrumenten als schorsing of vernietiging van besluiten. ’ Wat betekent dit voor de betrokken overheden?
‘Dit heeft consequenties voor alle partijen. Met name gemeenten zullen meer aandacht moeten besteden aan kwaliteitsborging en horizontale verantwoording. Provincies zullen een nieuwe toezichtrol gaan vervullen. Voor de rijksinspecties verandert er ook veel. Een belangrijk deel van de verantwoordelijkheden van deze inspecties wordt afgebouwd, maar dit betekent niet automatisch dat ze verdwijnen. Er zijn nu verschillende projectteams bezig met het vormgeven van deze herziening.’ Wat zijn de knelpunten?
Waarom is dit programma nodig?
‘We moeten een einde maken aan de stroperigheid. Het kan niet langer zo zijn dat bestuurslagen bij elkaar over de schouders blijven meekijken en meebesturen. We maken een overstap van specifiek naar generiek toezicht. Het wetsvoorstel dat hierover gaat, ligt nu voor advies bij de Raad van State [Wet revitalisering generiek toezicht, RW]. Het
‘Ik bespeur, begrijpelijkerwijs, enige terughoudendheid bij degenen die nu verantwoordelijk zijn voor het houden van toezicht. Deze herziening vraagt om een omslag in de manier van werken en denken. Het rijk moet niet alleen van mentaliteit veranderen en toezicht overdragen. Gemeenten en provincies moeten ook dat stukje vertrouwen weten te winnen.’ • Rianne Waterval
spelers De overstap van …
Mark Frequin naar WWI Er wordt flink gejobhopt in ambtenarenland. Over de nieuwe functie valt meestal nog niet zoveel te zeggen, dus richt PM zich op de mens achter de ambtenaar. Wie is Mark Frequin, de nieuwe DG WWI op het ministerie van Vrom? Tekst Rutger van den Dikkenberg
EZ / Vrom • Hij is net terug van vakantie. Mark Frequin, sinds afgelopen maandag de nieuwe DG Wonen, Wijken en I ntegratie (WWI) bij Vrom, is even ‘helemaal weg geweest’. Hij had op Noord-Sumatra wel z’n blackberry bij zich, maar omdat hij kort voor Kerst z’n werkzaamheden als DG Energie en Telecom bij EZ had afgerond, bleef het relatief stil. Overigens was het bereik in Indonesië ook niet optimaal. Frequin beschrijft zichzelf als ‘een echt overheidsmens’. Hij kent de rijksdienst als z’n eigen broekzak. Na enkele banen buiten het rijk, begon hij bij het ministerie van Onderwijs, waar hij een aantal directeursfuncties vervulde. Hij was pSG bij Justitie en later DG Telecommunicatie en Post bij Verkeer en Waterstaat. Onder zijn leiding verhuisde dit DG naar Economische Zaken waar het later werd samengevoegd met het DG Energie. Toen DG WWI Leon van Halder, een goede bekende uit zijn tijd op Onderwijs, naar VWS vertrok, besloot Frequin dat hij hem wilde opvolgen. ‘Het is een spannende functie, met integratie en
Meest geleerd van ‘Je neemt van iedereen iets mee en ik heb ongeveer dertig bewindspersonen van dichtbij meegemaakt. Jacques Wallage was staatssecretaris van Onderwijs toen ik daar net werkte. Hij had een vorm van beleidmaken waar ik veel van heb geleerd. Hij ging het debat aan met het veld. En van Harry Borghouts, SG bij Justitie toen ik daar pSG was. Dat is iemand die in staat was om anderen ruimte te geven, maar daarbij wel duidelijk maakte wat hij wilde. Hij was niet bang om impopulair te zijn.’ Hoofdpijndossier ‘Toen ik begon met de telecomportefeuille, was net de UMTSveiling achter de rug. Kort daarna gingen we de radiofrequenties veilen. Er waren heel veel campagnes van radiostations tegen de veiling, omdat ze het station rond een beWWI paalde frequentie hadden opgebouwd. Daar hadden we veel te weinig aandacht voor, vonden ze. Vorig jaar zijn we gestart met het opnieuw veilen van de frequenties. Toen hebben we veel meer rekening gehouden met de economische waarde die stations aan de frequentie hechtten. Maar ook de MEP-subsidie voor duurzame energie was een hoofdpijndossier. Vreselijk. We wilden duurzame energie stimuleren, maar het liep zo hard dat het geld opraakte en minister Wijn het moest stopzetten. Dat botste enorm met onze ambities.’
volkshuisvesting als toponderwerpen waar veel over gesproken wordt,’ legt hij uit. Op zijn nieuwe stek krijgt Frequin ook te maken met de krimp op het platteland, een van de onderwerpen die eind vorig jaar tijdens een Reuring Café, met Frequin als debatleider, aan bod kwam. Het is een onderwerp dat Frequin na aan het hart ligt. In de jaren zeventig studeerde hij in Groningen sociale geografie en planologie. Hij kreeg er onder andere college van Willem Frederik Hermans, destijds lector in de fysische geografie. ‘Er was een behoorlijk versteende relatie tussen professoren en studenten,’ herinnert Frequin zich. Hermans, geen professor, voelde zich niet voor vol aangezien en schreef zijn frustratie van zich af in het beroemde Onder professoren. Frequin zag de manier van lesgeven van Hermans vooral terug in Nooit meer slapen.
Krant ‘Ik lees standaard vier kranten: de Volkskrant, NRC Handelsblad, De Telegraaf en het FD. Ze geven allemaal verschillende signalen, en daar haal ik veel uit. Het gebeurt wel eens dat nieuws de agenda volledig omgooit. Bij Justitie was ik even waarnemend SG, omdat de SG met vakantie was. We zaten toen net met de begrotingsbehandeling in de Tweede Kamer, dat ging best aardig. Totdat er op een gegeven moment 52 mensen in Dover stierven in een container die uit Nederland was vertrokken en bleek dat voor een van die criminelen al een opsporingsbevel was uitgegaan. Het gooide de agenda terecht compleet om.’ Boek ‘Ik lees meestal een paar boeken tegelijkertijd. Het laatste was Godenslaap van Erwin Mortier, een terugblik van een oude Vlaamse dame op haar leven en vooral de Eerste Wereldoorlog. Het geeft een heel mooi beeld van de oorlog in de Vlaamse kuststrook. Ik geniet van mensen die mooi kunnen schrijven, dat is echt om te watertanden.’
Ligt wakker van ‘Ik ben eigenlijk elke nacht wel een tijdje wakker, daarom lees ik ook zoveel, haha. Maar wat me echt wakker zou kunnen houden is dat het niet goed gaat met mensen die dichtbij staan, van de frustratie dat je iets wilt doen maar het niet kan. Ik trek me het lot van anderen wel een beetje aan, ja.’ • 5 februari 2010 PM
29
spelers
Wie zit waar Angelique Berg maakt promotie bij Financiën. De plaatsvervangend DG Fiscale Zaken is vorige week vrijdag benoemd tot DG Fiscale Zaken. Naast pDG was Berg directeur Algemene Fiscale Politiek. Eerder werkte ze voor Vrom en Algemene Zaken. Als DG volgt ze Theo Langejan op, die bestuursvoorzitter van de Nederlandse Zorgautoriteit is geworden. Een aantal verschuivingen bij Verkeer en Waterstaat: Chris Dijkmans, nu nog hoofd Toelating en Continuering op het departement, wordt directeur Waterbeheer. Hij volgt Sjors van de Kamer op, die projectleider Rivieren is geworden bij het Deltaprogramma. René Aengevaeren wordt directeur Bedrijfsvoering DID (Data ICT Dienst) bij VenW. Hij was directeur Bedrijfsvoering Bouwdienst. Arie Versluis, tot slot, wordt directeur Data. Hij was directeur Bedrijfsvoering Waterdienst.
Saskia Borgers wordt gemeentesecretaris en algemeen directeur bij de gemeente Haarlem. Ze is nu nog pSG bij Vrom, het ministerie waar ze eerder DG Milieu was. Voor Borgers betekent de overstap dat ze opnieuw in het lokale bestuur aan de slag gaat: tot 2007 was ze gemeentesecretaris in Purmerend. Met de benoeming van Roel Stevens als kwartiermaker voor de tijdelijke werkorganisatie (two) Industrie bij de fusieorganisatie VWA, hebben alle two’s een leidinggevende. Stevens was voorheen plaatsvervangend directeur van de regionale dienst VWA Noord. Eerste Kamerlid Arjan Vliegenthart (SP) is maandag begonnen als programmaleider Kenniscentrum bij het Nicis Institute. Vliegenthart studeerde politicologie aan de VU in Amsterdam. Daar promoveerde hij vorig jaar.
VacatureSpot
30
Hét overzicht voor banen in de publieke sector, schaal 12 en hoger
ZH
EDP-Auditor Ministerie van Defensie, Commando DienstenCentra
www.defensie.nl
ZH
Themadeskundige Biodivesiteit en Bossen Ministerie van Buitenlandse Zaken
www.minbuza.nl
NB
Hoofdingenieur-Directeur Noord-Brabant Ministerie van Verkeer en Waterstaat
www.algemenebestuursdienst.nl
ZH
(Senior) Octrooiadviseur Agentschap NL, Divisie NL Octrooicentrum
www.octrooicentrum.nl
ZH
Adviseur Technopartner Agentschap NL
www.agentschapnl.nl
UT
Senior Onderzoeker (late prehistorie) Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
www.cultureelerfgoed.nl
ZH
Beleidscoördinerend medewerker Ministerie van Buitenlandse Zaken
www.minbuza.nl
UT
www.cultureelerfgoed.nl
UT
Controller Openbaar Ministerie
www.openbaarministerie.nl
Senior Onderzoeker (vroege prehistorie) Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
ZH
Hoofd Financiën en Administratie Veiligheidsregio Kennemerland
www.vrk.nl
Senior Adviseur Bewaken en Beveiligen Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding
www.nctb.nl
NH UT
Projectcontroller Rijkswaterstaat, Ruimte voor de Rivier
www.rijkswaterstaat.nl
ZH
www.nctb.nl
GE
Senior Financial Controller Kadaster
www.werkenbijhetkadaster.nl
Senior Beleidsmedewerker Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding
ZH
Senior Jurist Nederlandse Mededingingsautoriteit
www.nmanet.nl
Technisch Bedrijfskundig Adviseur Onafhankelijke Post- en Telecom Autoriteit
www.werkenbijopta.nl
ZH NB
Adviseur Programmering en Uitvoering Waterschap Brabantse Delta
www.brabantsedelta.nl
FR
Managers Projectbeheersing Rijkswaterstaat, Noord-Nederland
www.rijkswaterstaat.nl
UT
Manager op het gebied van Natuur, Recreatie en Landschap Staatsbosbeheer
www.staatsbosbeheer.nl
Senior Adviseur Veiligheid Infrastructuur Rijkswaterstaat, Dienst Infrastructuur
www.rijkswaterstaat.nl
NH
GE
NH
Senior Beleidsadviseur Water Provincie Noord-Holland
www.noord-holland.nl
Riskmanager/EDP-Auditor Kadaster
www.werkenbijhetkadaster.nl
ZH
Strategisch Adviseur/Adviseur Programmering en Uitvoering Waterschap Brabantse Delta
www.brabantsedelta.nl
Senior Communicatieadviseur Ministerie van Financiën
www.minfin.nl
NB
PM 5 februari 2010
inspiratie
inspiratie 31 Expertdiscussie: alle leerlingen een e-reader! 32 Blog uit Brussel (slot) 33 Net uit
Meer inspiratie op www.pm.nl
Expertdiscussie over de toekomst van lesmateriaal
Zijn schoolboeken passé? Het onderwijs innoveert. Zullen schoolboeken op termijn verdwijnen ten gunste van digitaal lesmateriaal? Een uitgever, een belangenbehartiger en een politicus reageren. Hoewel steeds meer onderwijs via de computer wordt gegeven, wordt lesmateriaal nog altijd gedrukt op papier. Het lezen van grote stukken tekst op een computerscherm is namelijk onprettig. Daar is intussen wel een oplossing voor gevonden: de e-reader. Het apparaat is ontwikkeld om lange elektronische bestanden te lezen, zonder dat het beeld trilt of flikkert zoals op een computer-
scherm. Een toenemend aantal is bovendien voorzien van draadloos internet. E-readers hebben op het eerste gezicht veel potentie voor het onderwijs. Scholieren hoeven niet langer met een zware rugtas te sjouwen, de kosten van het lesmateriaal worden lager en het updaten ervan gebeurt met één druk op de knop. PM vroeg enkele onderwijsexperts te reageren op de volgende stelling: Scholieren in het voortgezet onderwijs zouden een e-reader moeten ontvangen ter vervanging van hun lesboeken. En moet een dergelijk initiatief uit de sector zelf komen of moet de overheid het voortouw nemen?
Tekst Simon Blok
Tony Heemskerk, secretaris a.i. Groep Educatieve Uitgeverijen NUV ‘Lesboeken zullen nooit helemaal worden vervangen. Blended learning zal de overhand houden. Er zal altijd een rol blijven voor gedrukte materialen in combinatie met ict. Het openslaan van een leerboek, een oefeningenboek en het maken van aantekeningen kan simpelweg niet in één scherm. Het gebruik van een e-reader kan in de toekomst een goed idee zijn, maar het is nu nog te vroeg. De technische voorzieningen zijn nog niet goed genoeg, daarom is er nog geen vraag en aanbod voor dergelijke instrumenten om educatieve leermiddelen op te verspreiden. Ook al wordt een pot met geld beschikbaar gesteld; e-readers hebben nog niet de gewenste functionaliteit. Uit een pilotonderzoek van Kennisnet blijkt dat studenten niet snel genoeg kunnen bladeren in een e-book, en de interactiviteit wordt gemist. Het aanbod van digitale content vormt overigens geen probleem. Wij hebben samen met Kennisnet aan de hand van enquêtes onderzocht dat onze leden over ongeveer drie jaar een curriculumdekkend pakket van ict-leermiddelen beschikbaar hebben. Leerlingen kunnen daar individueel op inloggen, maar uitgevers bieden ook gestandaardiseerde pakketten aan die in e-leeromgevingen kunnen worden geïntegreerd. Het gebruik van ict-middelen an sich is eerder een struikelblok dan het aanbod. Docenten vinden het lastig om dergelijke middelen te integreren in hun
lesmethode. Bij het stimuleren van het gebruik ligt de maatschappelijke uitdaging. Onderzoek wijst uit dat de inzet van elektronische leermiddelen het leer‘Blended learning zal de rendement verhoogt. Het is dus logisch dat overhand houden’ de overheid digitale leermiddelen stimuleert. Daarnaast is de sector zelf ook proactief. Uitgeverijen hebben al veel gedaan en doen mee in onderzoek en experimenten, zodat we op tijd klaar zijn. Uitgeverijen hebben grote b edragen geïnvesteerd in digitale content en systemen om die te ontsluiten. Als de overheid initiatief neemt, dan willen wij niet alleen gesprekspartner zijn, maar dan willen we ook in samenwerkingsprojecten participeren.’ Sjoerd Slagter, voorzitter bestuur VO-raad ‘Ict is een heel belangrijk hulpmiddel voor maatwerk binnen het onderwijs, maar boeken zal je altijd nodig hebben. Ereaders, laptops en een elektronische werkomgeving zorgen ervoor dat het lesprogramma beter aansluit bij de interesses van leerlingen. Het grote voordeel van een e-reader is dat je met het formaat van één boek, duizend boeken binnenhaalt. De leerling heeft zo toegang tot een grote bron aan informatie. E-readers bieden, net als andere digitale middelen, kansen. Als e-readers in de toekomst over 5 februari 2010 PM
31
inspiratie voldoende kwaliteit beschikken, kunnen docenten lesmateriaal personaliseren en hun eigen curriculum samenstellen. Men is nu vaak te afhankelijk van een bepaalde lesmethode. De sector moet mijns inziens het ‘Docenten zijn nu vaak te voortouw nemen bij afhankelijk van een dergelijke initibepaalde lesmethode’ atieven. Zo heeft de VO-raad het Innovatieplatform-VO opgericht om met de inzet van ict het onderwijs aantrekkelijker te maken, zowel voor leerlingen als voor docenten. De overheid moet een ondersteunende rol op zich nemen. De sector moet de ruimte krijgen om deze initiatieven succesvol af te kunnen maken. Zo moet er niet op innovatie worden bezuinigd. Het kabinet moet daarnaast niet sleutelen aan het boekengeld. Scholen gebruiken deze 300 miljoen namelijk steeds meer om geleidelijk te digitaliseren.’ Jasper van Dijk, Tweede Kamerlid SP, woordvoerder onderwijs en media ‘Het gaat mij nog even te ver. Het is een prachtig staaltje
techniek en de ict wordt steeds beter, maar laten we vooral de waarde van schoolboeken niet onderschatten. Een boek leest veel rustiger dan een beeldscherm. Ik sprak hier onlangs over met een aantal leerlingen. Zij vertelden dat ze nog steeds liever van papier lezen dan van een computerscherm. Jongeren zijn natuurlijk als geen ander into the latest technologie. Als zij voorstander zijn van het boek, wie zijn wij dan om te zeggen: jullie krijgen e-readers? De techniek schrijdt natuurlijk wel voort; dat blijkt maar weer uit de presentatie van de Apple iPad. Wellicht dat het in de toekomst een goed idee zal zijn, ‘Een boek leest veel rustiger maar dan moeten dan een beeldscherm’ de e-readers beter, lichter, zuiniger, goedkoper en gebruiksvriendelijker worden.’ ‘Er gebeurt overigens al veel op het gebied van ict-lesmateriaal. Mijn voorstel om wiki-leermiddelen te stimuleren is onlangs aangenomen door de Tweede Kamer. Het lesmateriaal dat door scholen zelf is ontwikkeld, wordt geïnventariseerd en vervolgens via internet verspreid. Dit zal tot kostenbesparing leiden doordat scholen met elkaar lesmethoden kunnen uitwisselen. Innovatie in het onderwijs is zeer belangrijk. De overheid moet dat ondersteunen en de scholen moeten daarin meegaan. Een deel van de ruim 300 miljoen euro voor de schoolboekenregeling wordt ook al gebruikt voor ict-innovatie.’ ·
Punten
H
ier zijn punten te verdelen. Het spel is leuk maar er moeten wel knikkers verdiend worden. Deze maand begint de Appraisal and promotion exercise bij de Europese Commissie. Iedere DG heeft een bepaald aantal punten te verdelen over zijn of haar medewerkers. Die doet de medewerker dan in zijn Rücksack (ja, echt: rugzak) en als er voldoende punten zijn volgt promotie. Je krijgt punten al naar g elang je score in een van de vijf categorieën van niet aan verwachtingen voldaan tot constant boven verwachting. Gelukkig heeft men een maximum gezet op het aantal mensen dat boven verwachting mag scoren: 30 procent. Immers, als dat erg veel hoger is dan zijn de verwachtingen gewoon te laag. De procedure begint met een zelf beoordeling, dan een beoordeling door je baas, goedkeuring daarvan door de directeur, toetsen van de procedure door P&O en
32
PM 5 februari 2010
Blog: Brussels lof vervolgens toekenning van punten door de DG. Natuurlijk kun je in beroep – vorig jaar gebeurde dat 4.000 keer – daarbij helpt de vakbond. Alles bij elkaar neemt het traject een paar maanden in beslag. Ik vroeg mijn collega’s: wat moet je schrijven in je zelfbeoordeling? Antwoord: dat je een onoverkoombare stapel werk er vorig jaar toch maar soepeltjes en zonder klagen doorheen hebt gekregen. Maar niet dat je tussendoor ook nog even hebt getraind voor het lopen van een marathon, hoewel dat natuurlijk een prima work life balance demonstreert. Ik begrijp nu iets beter de soms wat timide houding van sommige collega’s. Een interventie kan punten kosten! En er wordt door meerderen van je meerdere op gelet en over besloten. Het goede is: het is transparant en controleerbaar. Maar objectief is nog wat anders natuurlijk. Ik heb onlangs overigens de commissie verlaten, en zelfs het ambtelijk bestaan.
Ik kreeg een compliment, gewoon, mondeling. Voor mij toch meer waard dan punten. Dit was de laatste bijdrage van LNV’er Han de Groot uit Brussel. Inmiddels is hij niet meer werkzaam voor de rijksoverheid. Op 1 februari is hij begonnen als directeur van UTZCertified in Amsterdam, een internationale club die een keurmerk verleent aan koffie, thee, cacao wat betreft duurzaamheid en eerlijke handel.
Han de Groot is enkele maanden in Brussel gedetacheerd geweest door het ministerie van LNV bij het directoraatgeneraal M aritieme Zaken en Visserij van de Europese Commissie. Eerdere bijdragen staan op PM.nl.
inspiratie
Net uit Meer dan twintig maanden kreeg de Amerikaanse journalist en politiek analist Richard Wolffe (MSNBC) toegang tot het campagneteam van presidentskandidaat Obama. Hij schreef het portret Barack Obama: de kandidaat dat nu, een jaar na de beëdiging van de democraat, verschijnt.
Titel Barack Obama: de kandidaat Auteur Richard Wolffe Uitgeverij Carrera Prijs € 22,50
Aan ‘zo doen we dat nu eenmaal’ heeft Lodewijk Asscher een broertje dood. De Amsterdamse PvdAwethouder beschrijft in zijn boek De ontsluierde stad hoe hij de afgelopen jaren als wethouder met problemen uit de grote maar door Asscher geliefde stad werd geconfronteerd en hoe hij daar een oplossing voor trachtte te vinden.
Minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken verwacht van ambtenaren voldoende kennis van het staatsrecht. Voor hen die toch een opfriscursus nodig hebben, liet ze het lexicon Van abdicatie tot zetelroof schrijven, dat daarbij als hulpmiddel kan dienen. Herman Tjeenk Willink, vicepresident van de Raad van State, ontving donderdag 4 februari het eerste exemplaar.
Titel Combineer wat je hebt. Duurzaamheid door het verbinden van maatschappelijke functies Auteur Jurgen van der Heijden
e.a. Uitgeverij Eburon Prijs € 14,95
Auteur Maarten van Poelgeest Uitgeverij Eburon Prijs € 18,50
Redactie Lodewijk Asscher Uitgeverij Bakker Prijs € 14,95
Titel Van abdicatie tot zetelroof Auteur Max de Bok Uitgeverij Ministerie van BZK Prijs Gratis (te downloaden via www.postbus51.nl)
In een duurzame samenleving is het handig maatschappelijke functies te combineren, zo stellen de auteurs van Combineer wat je hebt: een snelweg die tegelijkertijd energie opwekt, is duurzamer dan een snelweg die dat niet doet. Maar niet alle combinaties zijn even nuttig. Het boek belooft aanknopingspunten om combinaties te kunnen beoordelen op onder meer economische en bestuurskundige aspecten.
Binnen de bestuurskunde groeit het besef dat goed personeelsbeleid van belang is bij het oplossen van publieke vraagstukken. Omdat er in de ogen van bestuurskundigen van de Erasmus Universiteit Rotterdam nog geen goed boek over het onderwerp HRM in de publieke sector bestond, besloten ze er zelf één te schrijven. Daarvoor putten ze uit recente theorieën en wetenschappelijk onderzoek.
Titel Meer Amsterdam
Titel De ontsluierde stad
Titel Strategisch HRM in de publieke sector Auteur Bram Steijn en Sandra Groeneveld Uitgeverij Van Gorcum Prijs € 47,50
Als het aan de Amsterdamse GroenLinks- wethouder Maarten van Poelgeest ligt, is Amsterdam over tien jaar behoorlijk vergroend. In het boekje Meer Amsterdam droomt Van Poelgeest over een stad waarin zeppelins aanmeren en het not done is om op een lawaaierige brommer door de stad te razen. A msterdam over tien jaar is vriendelijk en stil, maar nog steeds wel Amsterdam. 5 februari 2010 PM
33
over twee weken:
Colofon PM is een uitgave van Sdu Uitgevers Redactieadres Postbus 20025 2500 EA Den Haag tel 070 – 378 96 39 fax 070 – 385 55 05 www.pm.nl,
[email protected]
Econoom Arie van der Zwan over de richtingenstrijd van de NS Interview Van wie is de Rijn? Achtergrond pSG Saskia Borgers (Vrom) keert terug naar de gemeente De overstap PM 3 verschijnt op 19 februari 2010 Kijk ondertussen voor politiek-ambtelijke actualiteiten op www.pm.nl Elke donderdag de PM Nieuwsbrief ontvangen? Meld u aan via de website www.pm.nl
Hoofdredactie Cindy Castricum Redactie Simon Blok, Rutger van den Dikkenberg, Rianne Waterval, Chris van de Wetering en René Zwaap (eindredactie) Medewerkers aan dit nummer Jorrit de Jong, Rosalie Koolhoven, Yvonne Kroese, Ruben Maes en Margriet Rutgers (correctie) Vormgeving Rob Jongbloed (artdirector), Welmer Keesmaat Uitgever Esther van Doesburg Directeur Sdu Openbaar Bestuur Rob Veneboer Salesmanager Asha Narain Drukkerij Senefelder Misset, Doetinchem Verschijning PM komt 21 maal per jaar uit in een oplage van 7.500 exemplaren
Advertentie
Carrière maken in het noorden van het land?
Advertenties Asha Narain, 070 – 378 95 11,
[email protected] Mediaservice Advertentiereserveringen:
[email protected] Advertentiemateriaal:
[email protected] Sdu Uitgevers, Afdeling Mediaservice PM, Postbus 34, 2501 AG Den Haag
W
W
Abonnementen Het afsluiten van een abonnement (€ 149,- excl. btw per jaar) kan via www.pm.nl. Het doorgeven van een adreswijziging of annuleren van een abonnement kan alleen via www.sdu.nl/service. Voor vragen kunt u terecht bij Sdu K lantenservice 070 – 378 98 80
34
PM 5 februari 2010
W
.
W
E
R
R D E N N O O ET NH I N KE
.
N L
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen in welke vorm dan ook zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever kan op generlei wijze aansprakelijk worden gesteld voor eventueel geleden schade door foutieve vermelding in het blad. © 2010 Sdu Uitgevers
beau monde ‘Mijn ervaringen zijn allemaal positief,’ zegt uitgever Jan Mets (l). ‘Toen ik mijn dochter naar school bracht, zag zij een Pakistaanse vrouw in lange gewaden. Ze was zo onder de indruk en vroeg: “Bent u een prinses?” De vrouw beloofde dat ze een mooie jurk voor haar zou meenemen uit Pakistan. Ik geloofde er weinig van, maar we wisselden onze gegevens uit. En ja hoor,’ zegt Mets glunderend, ‘een maand later stond ze met een piepklein, kleurrijk jurkje voor de deur’.
Minister Van der Laan vindt het ‘een schitterend, fijnzinnig boek’. Je bent een ambtenaar die echt heeft opgeschreven wat hij heeft gezien, zegt hij tegen Van Lanschot. Om er met een knipoog aan toe te voegen dat ‘de meeste ambtenaren dat alleen maar vervlakken’.
Is de integratie gelukt? Als diplomaat heeft Robbert van Lanschot veel gereisd. ‘Terug in Nederland besefte ik, toen ik in een hardnekkige file stond in de Haagse Schilderswijk, dat er op vijf minuten fietsen van mijn huis ook een mysterieus, exotisch en beklemmend territorium lag.’ Van Lanschot werd steeds nieuwsgieriger en besloot te schrijven over het ‘andere Nederland’: de islamitische gemeenschap. In de Rode Hoed overhandigde hij zijn boek Café Mogadishu: aan minister Van der Laan (WWI). Hoe goed gaat het eigenlijk met de integratie, vroegen wij de aanwezigen.
Advocaat Richard Martens belde bij zijn Turkse bovenburen (met acht kinderen) aan, werd uitgenodigd voor een kopje thee en heeft vervolgens nooit meer last gehad van lawaai.
‘Het gaat eerder beter met de integratie dan slechter,’ zegt freelance journalist Fieneke Diamand (l). ‘Er wordt veel over gesproken en dat geeft hoop.’ Christa M eindersma, adjunct- directeur van het Haagse C entrum voor Strategische Studies: ‘Lachen met elkaar en ervaringen uitwisselen; dat is integreren.’
Tekst Simon Blok Beeld Rob Jongbloed
Wat Boekpresentatie Waar De Rode Hoed, Amsterdam Wanneer 26 januari 2010
Dochter Cecile van Lanschot is in Afrika geboren, heeft in Rusland gewoond en heeft een Colombiaanse moeder. ‘Ik moest wennen aan het andere begrip van gast vrijheid in Nederland,’ zegt ze. ‘Als je iets te eten wilt, moet je dat eerst vragen.’ Zoon Adriaan geeft zijn opvatting van integratie: ‘Understanding is accepting. Humor is a great way to address the subject; much better than negligance.’
Arts Nabil Bantal grijpt de microfoon uit de handen van de verbijsterde discussieleider Pieter van Os, en springt op het podium. ‘Het gaat goed met de integratie, maar die is in Nederland wel aan voorwaarden gebonden. Engelstalige expats hoeven niet in te burgeren.’
Het was tot de dag voor de presentatie onduidelijk of het boek op tijd van de pers zou rollen. Van Lanschot: ‘Ik dacht gisteren nog dat ik de minister een op maat gezaagd blok met een opgeplakte kaft moest overhandigen.’ Nadat de diplomaat passages uit zijn boek heeft voorgelezen, komt er een felle discussie op gang met het publiek. Een van hen wil de gemoederen wat bedaren: ‘Ik ben momenteel Esperanto aan het leren en het is makkelijker dan Nederlands. Is dat niet een goede manier om met z’n allen te integreren?’
‘Mijn inburgering ging prima,’ zegt Hugo Barbosa, market reseacher bij NXP. ‘Maar ik moest erg wennen aan de directheid van Nederlanders. Zo zei mijn Nederlandse vriendin toen ik hier net was: ‘Wat een afschuwelijk shirt heb je aan!’
PVV-stemmer Douwe van der Meulen, vrijwillige buurtbeheerder in Amsterdam-Oost, klimt tijdens de lezing op het podium voor een stil protest. Wij vragen even later om uitleg: ‘De PVV is de meest linkse partij van Nederland,’ zegt hij ietwat chaotisch. ‘En GroenLinks het meest rechts. Zij laten asielzoekers namelijk gewoon binnen als goedkope arbeidskrachten.’ 5 februari 2010 PM
35