Afgiftekantoor Genk 1
P 006684 September 2013 Driemaandelijks tijdschrift van vzw CMGJ Boslaan 27, 3600 Genk
BELGIË - BELGIQUE P.B. 3600 GENK 1 12/2618
!SCHRAP Jongerenwerkloosheid in Limburg Jongere zkt. werk Kansengroepen welkom in het bedrijfsleven
!Woord vooraf Beste lezer Een nieuw werkjaar is van start gegaan voor het CMGJ. Een werkjaar met heel veel uitdagingen, maar ook heel wat nieuwigheden. Een eerste versie van ons nieuwe beleidsplan 2014-2016 werd bezorgd aan de provinciale jeugddienst. Op basis van hun opmerkingen wordt tegen eind oktober een definitief plan opgemaakt. Dit nieuwe beleidsplan is van belang voor het CMGJ om verschillende redenen. Het geeft de richting aan waar het CMGJ de komende jaren naartoe wil en de accenten die het legt. Voor het eerst wordt dit beleidsplan voorafgegaan door een gezamenlijk beleidsplan van de drie bijzondere partners LiSS, de regenbOog en CMGJ. Bovendien wil het CMGJ met dit beleidsplan graag zijn formele erkenning als bijzondere partner terugkrijgen. Maar ook op andere terreinen zal dit nieuwe werkjaar wel wat veranderingen meebrengen. Kersverse coördinator Latifa Amezghal gaat het CMGJ sturen samen met een nieuwe voorzitter, Pieter Frederix. En alsof dat nog niet genoeg is, komen er enkele nieuwe personeelsleden bij. Kim Luys verlaat ons om een nieuwe uitdaging aan te gaan. Bedankt, Kim, voor je jarenlange tomeloze inzet in soms turbulente periodes. Er is dus werk aan de winkel. Met een !Schrap over het vinden van werk of geen werk hebben. Werk is een buffer tegen armoede, al geldt dat niet voor alle jobs. Werk is het middel bij uitstek om personen te emanciperen en om deel uit te maken van een samenleving. En in deze economisch rare tijden lijkt dit geen sinecure. Ik gebruik bewust het woord ‘raar’. Economen verklaren dat de economie terug de goede kant uit gaat. Voor wie dit dan de goede kant uit gaat, is mij niet altijd even duidelijk. Hoe deze uitspraken te rijmen vallen met het groeiend aantal faillissementen en opnieuw woekerwinsten voor de banken snap ik al helemaal niet. Ik weet wel dat voor steeds meer jongeren het moeilijker wordt een job te vinden en te behouden. Limburg wil dan ook in het bijzonder investeren in werkgelegenheid, een thema waaraan ook het CMGJ meer aandacht wil spenderen en dat prominent aanwezig is in ons beleidsplan. Dit was tevens mijn laatste voorwoordje voor de !Schrap. Na bijna drie jaar als voorzitter geef ik de fakkel door aan Pieter, die het voorzitterschap ongetwijfeld met hart en ziel zal waarnemen. Ik blijf wel actief als lid van de raad van bestuur en hoop op die manier mijn steentje te blijven bijdragen aan een sterk CMGJ dat een verschil kan maken voor de meest kwetsbare kinderen en jongeren in Limburg.
Erik Vreven Voorzitter CMGJ
!Inhoud
8
14
Hoe moeilijk is het als jongere om aan de bak te komen? Zeer moeilijk soms, zo blijkt. Vooral voor laagopgeleide jongeren is het bijna onmogelijk. Drie jongeren vertellen hun verhaal over de zoektocht naar een job.
Inhoud
Hoe staan werkgevers tegenover kansengroepen zoals jongeren, laaggeschoolden of nieuwkomers? In crisistijd vallen net zij snel uit de boot. Of niet? De bedrijven Damhert en Cand’art maken werk van een inclusief personeelsbeleid.
!Schrap september 2013
Woord vooraf
2
Jongerenwerkloosheid in Limburg
4
Jongere zkt. werk
8
Kansengroepen welkom in bedrijfsleven
14
Jeugdwerk zet aan het werk
18
!SCHRAP
!Actueel Jongerenwerkloosheid in Limburg
ewerkstelling is enorm belangrijk in ons leven. We bereiden onszelf gedurende jaren -minstens tot 18 jaar en vaak nog langer- voor op een bloeiende carrière en een ‘toffe job’. Maar het is niet evident om die job te vinden en te houden. De cijfers liegen er trouwens niet om. Bart Soons, coördinator dienst Tewerkstelling en vroeger ook jeugdconsulent voor de stad Genk, laat zijn licht schijnen op de jongerenwerkloosheid in Limburg.
T
Bart Soons: ‘Een blik op de cijfergegevens leert ons dat jongeren in bijvoorbeeld Genk het niet gemakkelijk hebben op de arbeidsmarkt. Op een totaal van 3907 niet-werkende werkzoekenden in Genk zijn 933 of 25,43% jonger dan 25 jaar. Van deze 933 jongeren is bijna de helft laaggeschoold, d.w.z. met maximaal een diploma tweede graad middelbaar onderwijs. Door mijn ver-
4 !Schrap
bondenheid met Genk, grijp ik vooral terug naar de cijfers en initiatieven die in Genk voor handen zijn, maar ik ben ervan overtuigd dat een heel aantal van deze bevindingen ook gelden voor andere ex-mijngemeenten en bij uitbreiding heel Limburg.’ Bart: ‘Een van de factoren die de positie van laaggeschoolde jongeren bemoeilijkt, is de verdere afkalving van niet-complexe uitvoerende taken, zoals bandwerk. Dit soort werk verhuist nog steeds naar lagelonenlanden, waardoor het aantal arbeidsplaatsen van dit soort in ons land verder daalt. Een voorbeeld hiervan is het verdwijnen van productiearbeid bij Ford Genk. Bij Ford en zijn toeleveringsbedrijven konden steeds veel jongeren terecht. Denk maar aan de vele IBO’s, maar ook aan reguliere tewerkstellingen in de verschillende betrokken bedrijven. In de huidige, veranderende arbeidsmarkt is uiteraard minder alternatief aanwezig voor
!Actueel vooral laaggeschoolden.’ Volgens Soons zorgt de krapte op de arbeidsmarkt voor een duidelijk verdringingseffect. Hoogopgeleiden krijgen -vaak uit noodzaak- meer interesse voor jobs met lagere vereisten en zorgen zo voor extra druk op de kansen voor lager geschoolden. Door de stopzettingen van vele bedrijven komen bovendien heel wat getrainde arbeidskrachten op de markt. Velen zijn onmiddellijk inzetbaar en beschikken over veel ervaring. ‘Ook is een grote groep bereid om zich om te scholen en aan de slag te gaan in andere sectoren. Bij Ford en zijn toeleveringsbedrijven speelt daarenboven mee dat door het sociale plan met onder andere outplacement, er heel wat gebeurt om deze mensen aan een nieuwe job te helpen. Dit zorgt ervoor dat de arbeidsmarkt dichtslibt en groepen met minder ervaring en scholing ook minder kans maken op de arbeidsmarkt.’. Bart: ‘Ervaring, opleiding en attitude zijn wapens die voor een werkzoekende het verschil kunnen maken. Laaggeschoolde schoolverlaters hebben het op al deze terreinen vaak moeilijker. Zij missen vaker ervaring op de werkvloer, aangezien heel wat jongeren zonder scholing geen stage hebben gelopen of niet tewerkgesteld zijn geweest binnen alternerend leren. Schoolmoeheid zorgt bovendien ervoor dat deze jongeren minder geneigd zijn om spontaan een opleiding of vorming te gaan volgen. Een van de kritieken die we ook vaak horen -al dan niet terecht- is een gebrek aan de juiste attitudesm zoals op tijd komen, taken afwerken, initiatief tonen, elementaire beleefdheid...’ Het is duidelijk dat laaggeschoolde jongeren op alle vlakken met ongelijke wapens moeten strijden. In deze tijden van economische crisis neemt de werkloosheid onder laaggeschoolden dan ook toe. Bart: ‘Dit constateren is één ding, een gepaste reactie ontwikkelen een ander. We moeten het warm water niet opnieuw uitvin-
den. De afgelopen decennia zijn er tal van instrumenten en methodieken ontwikkeld die gelijkaardige problemen, met wisselend succes, het hoofd proberen te bieden.’ Soons ziet enkele speerpunten die ervoor zorgen dat jongeren uit kansengroepen sterker in hun schoenen staan op de arbeidsmarkt. ‘Jongeren moeten ervaring kunnen opdoen, zoals bijvoorbeeld de ‘instapstages’. Zowel bedrijven, vzw’s als overheden kunnen in Vlaanderen drie maanden lang een beroep doen op laaggeschoolde werkzoekende schoolverlaters vanaf de 7de maand tot het einde van hun beroepsinschakelingstijd (12de maand), de vroegere ‘wachttijd’. De jongere krijgt hiervoor een gecombineerde vergoeding van ongeveer € 800 per maand, waarvan € 200 betaald wordt door de werkgever en € 600 door de RVA. In Genk zijn verschillende instanties die hiervan gebruik maken, waaronder de stad zelf. De samenwerking tussen de werkgever en de VDAB garandeert ook nazorg, waardoor na afloop van de stage de jongere Werkloosheidcijfers Genk (augustus 2013) Leeftijd
< 25 jaar
25 - 50 jaar
≥ 50 jaar Totaal
Studieniveau
Aantal
Laaggeschoold
481
Middengeschoold
363
Hooggeschoold
89
Laaggeschoold
1153
Middengeschoold
767
Hooggeschoold
228
Laaggeschoold
504
Middengeschoold
173
Hooggeschoold
49 3907
niet zomaar wordt losgelaten. Binnen de stad Genk staat bovendien een jobcoach in voor een intensieve coaching van de stagiaires binnen de stadsdiensten en de opvolging na afloop van hun stage.’
!Schrap 5
!Actueel Bart: ‘Werkzoekenden wordt nogal eens een gebrek aan attitudes verweten, maar dat verdient toch enige nuancering. Vaak merken we dat jongeren in de vrijetijdssfeer op vrijwillige basis enorme inspanningen leveren. Jongeren zetten zich massaal in in jeugdverenigingen, het jeugdhuis, festivals, sportclubs... met lange dagen, korte nachten, zwaar werk en een enorme inzet. Een bewonderenswaardig engagement.’ Bart: ‘Het Fenrir-project uit Genk Zuid is een mooi voorbeeld. Jongeren bouwden onder begeleiding van een schrijnwerker een volledige vikingboot na en hebben er lange tochten meegedaan. De jongeren die hieraan hebben meegeholpen waren niet zelden laaggeschoold, schoolmoe of werd een zogenaamde ‘foute mentaliteit’ verweten. Voor dit project hebben al die jongeren echter bewezen dat zij wel over juiste attitudes beschikken, maar blijkbaar werden ze er nooit op aangesproken. Bovendien hebben ze diverse competenties kunnen aanscherpen die onmiddellijk inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt. Naar analogie met dit project
wordt er voortdurend gezocht naar projecten die vertrekken vanuit de leefwereld van
6 !Schrap
jongeren. Een recent voorbeeld is het project ‘Stagehands’ waarbij laaggeschoolde werkzoekende jongeren de kans kregen op een korte, intensieve opleiding en stage binnen de stagehand’-sector.’ Maatwerk is meer dan ooit het codewoord, aldus Soons. De ene jongere is de andere niet, met elk hun eigen kwaliteiten. Daarom vereist iedere jongere een specifieke aanpak, op maat en gericht op vooraf specifiek bepaalde doelstellingen. Heel wat organisaties werken op die manier, zoals Groep Intro, Randstad Diversity en Alternatief vzw die allemaal jobcoaching en (traject)begeleiding op maat voorzien. Bart: ‘Het vrijetijdsmilieu speelt een belangrijke rol. Vanuit jeugdhuizen kunnen bijvoorbeeld jobclubs opgericht worden voor jongeren die op zoek zijn naar werk. Toeleiding en introductie bij instanties als de VDAB kan ook vanuit een georganiseerd vrijetijdsaanbod gebeuren. Uiteraard heeft dit diepgaande consequenties. Heeft de vrijetijdssector wel voldoende draagkracht en middelen om deze rol op te nemen? Kunnen we dit überhaupt wel verwachten van mensen die zich al engageren in hun vrije tijd? Anderzijds is het een enorme zonde om al dat potentieel onbenut te laten.’ Ook de ondersteuning van jongeren op administratief vlak vindt Soons een absolute meerwaarde. ‘We leven in een wereld waarin administratie aan belang wint. Alles moet in orde zijn: domiciliëring, inschrijving bevolking, belastingaangifte … Ondanks de verwoede pogingen tot vereenvoudiging, blijft het moeilijk om door de administratieve mallemolen te geraken, zeker voor schoolverlaters zonder diploma. Hun concentratievermogen ligt vaak lager, ze kunnen soms niet voldoende lezen en schrijven, zijn niet vertrouwd met administratieve verplichtingen en de terminologie… Hierdoor zijn deze jongeren dikwijls niet naar behoren geregistreerd en kunnen ze bijvoorbeeld een schorsing oplopen. Met de nodige ondersteuning, zowel vanuit de school, werkwinkel als de
!Actueel vrijetijdssector, zijn ze op zijn minst dan administratief in orde. Let wel, het is steeds de bedoeling om werkzoekenden te versterken: het heeft geen zin om te betuttelen en te pamperen. Leren vissen is beter dan vissen uitdelen. Daarom is ook het gebruik van nieuwe media een aandachtspunt. E-mail en sms wordt tegenwoordig gebruikt in een professioneel kader. Maar jongeren ervaren dit niet altijd zo. VDAB roept werkzoekenden op via mail of sms, maar vaak komen die mails en sms’en niet aan of ze geraken zeer snel ondergesneeuwd, zodat jongeren er niet de nodige aandacht aan schenken.’ Bart: Voor jonge werkzoekenden blijft een geschikte job vinden moeilijk, ondanks de vele initiatieven en gespecialiseerde organisaties. Enerzijds worden we geconfronteerd met een kwakkelende economie, anderzijds worden steeds hogere of toch op zijn minst specifiekere competentievereisten gesteld. Voeg voor Limburg er het verdwijnen van de ‘massatewerkstelling’ bij, eerst in de mijnen en daarna bij Ford. Dit zal ongetwijfeld op termijn gecompenseerd worden, maar waarschijnlijk niet met duizenden uitvoerende, gelijkaardige jobs maar eerder met gespecialiseerde, complexe arbeidsplaatsen waarvoor scholing en ervaring nodig zijn. Verdere maatregelen hieromtrent zijn nodig.’ Kan de vrijetijdssector een nog grotere, bewustere rol spelen in de vorming van jongeren en in hun ontwikkeling van attitudes en competenties? ‘Creativiteit en ondernemingszin worden aangescherpt binnen allerlei vormen van jeugdwerk, maar ook sociale vaardigheden of zin voor competitiviteit. Vandaar ook een oproep om vanuit de leefwereld van jongeren de krachten te bundelen, te inventariseren wat er bestaat en een gemeenschappelijk doel te formuleren, namelijk kansen creëren voor onze jongeren!’ Cijfers: http://www.genk.be/Over_Genk/Genk_in_cijfers/ Ondernemen_en_werken http://arvastat.vdab.be/arvastat/index.html
!Schrap 7
!Dossier Jongere zkt. werk ‘Ik heb het gevoel dat ik in twee jaar tijd 20 jaar ouder ben geworden’
oe moeilijk is het als jongere om aan de bak te komen? Zeer moeilijk soms, zo blijkt. Vooral voor laagopgeleide jongeren is het bijna onmogelijk. Drie jongeren vertellen hun verhaal over de zoektocht naar een job.
H
Erik (21) ‘Mijn naam is Erik, ik woon in Genk en ging ook hier naar school. Mijn laatste jaar kantoor heb ik net achter de rug, maar ik was niet door op mijn eindwerk. Normaal gezien was het de bedoeling om na dit jaar mijn zevende jaar te doen en een diploma te behalen. Nu ben ik gebuisd en heb ik gewoon de motivatie niet meer om mijn diploma te halen. Ik ben al 21 jaar, nu nog twee jaar langer naar school gaan zie ik niet zitten. In het vijfde middelbaar ben ik twee keer blijven zitten. Doordat ik het wat te licht heb op-
8 !Schrap
gepakt. De eerste keer dacht ik dat ik niets moest doen en er zo wel door zou geraken. En ja, de tweede keer dacht ik dat ik het wel zou halen omdat ik het al allemaal gezien had. Niet dus… En nu is het plan werk te zoeken. Iedereen zegt mij dat ik mijn diploma moet halen, maar hiervoor ben ik niet meer gemotiveerd. Eerst ga ik twee weken vakantiewerk doen en daarna ga ik mij inschrijven bij de VDAB. Ik ga aan mijn zoektocht beginnen met de gedachte ‘als je wil werken, vind je werk’. Dat is mijn motivatie om aan werk te geraken. Ik heb geen diploma, dus ik moet ook geen hoge eisen stellen. Ik zal alles aannemen wat ik krijg. Ook poetsen van wc’s, ja. Ik vind het al een foute ingesteldheid als je nee zegt. Gewoon dat werk aannemen om geld te verdienen en te sparen. Enkel als ik heel moeilijk werk vind, zal ik proberen mijn diploma te behalen. Via avondonderwijs of
!Dossier zo. Mijn zoektocht naar werk zal bang afwachten zijn. Je weet dat je geen ‘papier’ in handen hebt, dus kan je alleen maar hopen dat je een job vindt’.
Hasan (19) ‘Ik ben Hassan en ik ben al lang op zoek naar werk. Ik woon in Maasmechelen, bij mijn ouders. Wat ik tot nu toe gedaan heb, is een ingewikkeld verhaal, ik kan er zelf niet aan uit, laat staan dat ik het aan een interimkantoor moet vertellen.Tot het vierde leerjaar ging ik naar Via Tinto in Maasmechelen. Ik ben twee keer blijven zitten, dus omdat ik toen oud genoeg was, mocht ik toch naar het eerste middelbaar in PTS Maasmechelen. Na een half jaar, ben ik naar de bouwvakschool SBS in Dilsen-Stokkem gegaan. Ze zeiden dat ik niet mee kon in PTS, het was te moeilijk. Ik moest iets met mijn handen gaan doen. Tot het derde jaar ben ik in SBS gebleven. Ik had genoeg van school en wou werken. Zo ben ik in het deeltijds onderwijs terechtgekomen. Maar daar kreeg ik ook geen werk, dus ben ik overgegaan naar een leercontract bouw via Syntra. Toen ik daarmee begon, wou ik terug naar het deeltijds. Dat kon niet meer, dus ben ik teruggegaan naar SBS en dan heb ik nog eens een leercontract sanitair gevolgd bij Syntra. Ik heb niets afgemaakt en dus geen diploma. Ik weet ook niet meer de juiste datum en tijd van elke school. Ik vond school verschrikkelijk en wilde gewoon werken, verder niks. Mijn verhaal maakt wel duidelijk dat het nooit heeft geklikt tussen mij en school. Thuis was het niet altijd gemakkelijk. Het was ieder voor zich. Ik deed waar ik zin in had, bleef op straat hangen tot ’s nachts. Ik heb een wilde periode achter de rug. Mijn vader heeft enkele keren in de gevangenis gezeten, mijn moeder is ziek. In die hele periode heb ik wat in het zwart gewerkt, via mijn vader, maar dan werd ik achteraf niet betaald en bleek het een ‘vriendendienst’ te zijn. Ik heb ook in sanitair in het zwart gewerkt, ook zonder betaald te worden. Ik moest best
hard werken, soms 13 uur aan een stuk, en dan niet betaald krijgen… Intussen doe ik al twee jaar niks meer. Ik ben het beu. Ik wil gewoon zonder alle zever errond werken en ergens blijven en kunnen laten zien dat ik dat kan, laten zien wat ik waard ben. Alle interimkantoren van Maasmechelen heb ik meerdere keren bezocht, maar ik krijg telkens diezelfde vervelende vragen. Ik begrijp dat allemaal niet. Ze vragen me dan van alles, maar ik begrijp de vragen niet. Ik kan mijn verhaal niet eens vertellen, want ik weet niet meer wanneer ik wat gedaan heb. Ik moet dan een papier gaan halen daar en iets invullen hier en dat lukt me gewoon niet. Ik had ook geen cv, maar intussen heeft Thalya van Thebe me hiermee geholpen. Via de VDAB of via een interimkantoor aan werk geraken is moeilijk voor mij. Het lukt me niet, ik versta het niet. Die mensen lijken wel robots, want ze zien toch dat ik het niet begrijp, maar doen niks. Vroeger kon je nog zo werk krijgen, dat zit er nu niet echt meer in. Ik ben bij de Esso gaan vragen voor werk, en daar wacht ik nu op. Ik krijg het soms zo benauwd omdat ik al een hele tijd niks heb kunnen doen, het gevoel dat ik de weg kwijt ben. Intussen heb ik een vriendin en doe ik minder ‘gekke dingen’. Ik heb een wild leven gehad, een aantal keer met bijzondere jeugdzorg en politie in aanraking gekomen en ik ben dankbaar dat ik haar ben tegengekomen, anders was het hopeloos. Door haar ben ik rustiger geworden en ik hoop dat ik snel uit deze put kan kruipen. Ik heb het gevoel dat ik in die twee jaar 20 jaar ouder ben geworden. Ik kan tegenwoordig niet eens de dagen tellen om te vertellen welke dag het vandaag is. Ik wil niet meer stilzitten! Als de Esso geen werk voor me heeft, zal ik me opnieuw gaan laten zien bij de interimkantoren, ook al vind ik het moeilijk om te antwoorden op hun vragen. Ik wil een inkomen hebben om met mijn vriendin eens weg te kunnen. Gelukkig woon ik thuis en hebben we een Turks gezegde, vertaald ‘De nagel gaat niet af van het vlees’. Mijn ouders zouden me nooit op straat zetten.’
!Schrap 9
!Dossier Voor bijblijfconsulent Mustafa Harraq zijn deze verhalen heel herkenbaar. Als bijblijfconsulent bij ACV leidt hij maatschappelijk kwetsbare jongeren toe naar een tewerkstelling of een opleiding en overbrugt hij de drempel naar de werkwinkels. ‘Als ik vanuit mijn bureau die drempel probeer te verlagen, lukt dat nauwelijks. Dus trek ik de straat op en ga ik op zoek naar werklozen in buurthuizen, jeugdhuizen, de moskee, via sleutelfiguren of het straathoekwerk.’ Mustafa: ‘Jongeren uit kansengroepen zitten met veel randproblemen die door de VDAB en andere instanties niet worden aangepakt. De rugzak die werkloze jongeren meedragen wordt niet leeggemaakt, zodat ze ook weinig kans maken op de arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt wil een voordelige rugzak, met liefst een goed diploma en recht op heel wat tewerkstellingsmaatregelen. Ook wordt van een gast van 20 vijf jaar ervaring verwacht. Een gast vertelt dat hij is ingeschreven in een aantal interimkantoren, maar als ik dan bel naar dat interimkantoor om te vragen of hij een openstaande vacature kan invullen, blijken ze toch geen dossier te hebben. Dat is jammer.’ Wat zorgt ervoor dat maatschappelijk kwetsbare jongeren zo moeilijk aan werk geraken? Mustafa: ‘Na school willen ze zo snel mogelijk in orde zijn met al het papierwerk om een werkloosheidsuitkering te krijgen. Ze leggen de lat laag voor zichzelf en hebben geen jobdoelwit. Randproblemen zorgden op school ervoor dat ze niet de nodige attitudes leerden die nodig zijn op de arbeidsmarkt. Op school komen ze te laat, zetten een grote mond op, vertonen rebels gedrag… Elk gedrag is communicatie. Met hun gedrag schreeuwen ze om aandacht voor hun problemen op verschillende levensdomeinen. Jammer genoeg valt hun roep in dovemansoren en worden ze van school gegooid of volgepropt met pillen, want ADHD en nog zulke mooie benamingen zouden de oorzaak zijn van al dat averechts gedoe. Met
10 !Schrap
datzelfde gedrag gaan ze solliciteren. Het is voor zo’n jongere bijna shockerend als ze dan opgebeld worden door de VDAB. Hij gaat er vanuit dat hij de job toch niet krijgt en is allesbehalve voorbereid om een echte kans te krijgen. Allerhande smoesjes worden aangewend om die jobaanbieding uit de weg te gaan. Ze geloven niet dat hen iets positiefs kan overkomen, laat staan dat ze werk gaan krijgen. Hij zal die job dan ook niet krijgen. Want wat je denkt, is wat je krijgt. Wat zouden deze jongeren kunnen doen? Mustafa: ‘Als bijblijfconsulent ga ik ‘in hun situatie zitten’. Ik begeef me in hun omgeving en luister naar hun verhaal. Zo krijg ik zicht op hun randproblemen: drugs, ouder in de gevangenis, scheiding, geldzorgen… Zo voelen ze zich begrepen. Jongeren vergeten bovendien vaak hun eigen aandeel in hun verhaal. Hiermee ga ik aan de slag. Zodra ik een goed contact heb en er binding is, confronteer ik hen hiermee. Dat ik vroeger zelf zonder diploma op de arbeidsmarkt kwam en kan spreken vanuit mijn eigen ervaring is een groot voordeel. Ik vervul een voorbeeldfunctie. Aan de hand van gesprekken en vorming probeer ik hen bewust te maken van de realiteit waarin ze zich bevinden, van hun kwetsbare positie op onze
‘Jongeren uit kansengroepen zitten met veel randproblemen die door de VDAB en andere instanties niet worden aangepakt.’ arbeidsmarkt. Tijden van ‘chillen’ en leven van een werkloosheidsuitkering zijn gedaan. Word wakker, de arbeidsmarkt staat niet op jullie te wachten. En als zij de jobs niet willen invullen, zullen werkgevers op zoek gaan naar anderen. Het fenomeen van goedkope arbeidskrachten uit Oost-Europa kennen ze of anders krijgen ze het van mij nog eens te horen. Ze kunnen kiezen: zich herpakken of het opgeven. Ze nemen de re-
!Dossier gie weer in eigen handen en gaan op zoek naar hun troeven, want tot nu toe zorgden ze zelf voor die ‘nee en nog eens nee’ bij de zoveelste vacature en hun laag zelfbeeld.
moeten gaan. Het onderwijs dient hen beter voor te bereiden. Ook werkgevers moeten we sensibiliseren, want werkgevers willen geen jongeren tewerkstellen omdat ze te assertief zouden zijn. Om werkloosheid structureel tegen te gaan, moeten we keuzes maken.’ Wat kan jonge werklozen versterken op de arbeidsmarkt?
Gasten waarmee ik zo’n traject afleg, bieden in het begin zeer veel weerstand. Zodra er een opening is, gaan we samen aan de slag. Ik spoor hen aan om te stoppen met zelfmedelijden te hebben en hun eigen verantwoordelijkheid op te nemen. Het verleden kan je niet veranderen, je toekomst wel. Er is veel hulp voorhanden, maar uiteindelijk moeten ze het zelf doen. Ik probeer hen tot dat inzicht te brengen.’ Mustafa: ‘Werkloosheid aanpakken is werken aan intrinsieke motivatie. Het inzicht verkrijgen dat werken loont. Mensen vanbinnen versterken maakt hen sterker op de arbeidsmarkt. Ieder heeft zijn talenten en vaardigheden. Iedereen die met mensen werkt, moet beseffen dat zij een rugzak meedragen en dat die rugzak een impact heeft. Het is een ‘én-én-én-verhaal’. VDABconsulenten en andere dienstverleners zouden eveneens met die rugzak aan de slag
Mustafa: ‘Je moet bouwen aan hun intrinsieke motivatie, zodat ze het heft in eigen handen nemen. Onlangs legde ik een traject af met een groep daklozen. We gebruikten sport als integratie tot tewerkstelling en daarnaast werd iedereen mentaal gecoacht. Ondertussen is 85 % aan het werk. Geen interimjobs maar duurzaam werk, en dit in volle laagconjunctuur. Op zoek gaan naar talenten zodat de persoon van binnenuit versterkt zal hem ook versterken op de arbeidsmarkt. Waarom zou een werkgever in jou moeten geloven als je niet in jezelf gelooft? Een jobdoelwit hebben en in jezelf geloven wordt vroeg of laat beloond met een job. Binnenkort leg ik opnieuw zo’n traject af van zes maanden met een groep jonge werklozen en ik ben er nu al van overtuigd dat deze manier opnieuw zal werken.’ Hoe gaat een overheidsinstantie als de VDAB om met werkloze jongeren? Hilde Baerten, directeur Arbeidsmarktbeheer bij VDAB Limburg, is zich bewust van de moeilijke positie van jongeren op de arbeidsmarkt. Hilde Baerten: ‘30 155 werklozen telde Limburg eind juni 2013. Daarvan is ruim een op de vijf jonger dan 25 jaar. De laatste twee jaar is de stijging van de jongerenwerkloosheid in Limburg, maar ook in heel Vlaanderen, België en Europa zorgwekkend. Door de sluiting van Ford Genk en een aantal toeleveranciers kunnen er nog ruim 6000 werkzoekenden bij komen tegen december 2014. Dit zou betekenen dat de concurrentie voor een job nog toeneemt en de jongerenwerkloosheid nog stijgt.’
!Schrap 11
!Dossier Waardoor zijn jongeren kwetsbaar op de arbeidsmarkt?
te bouwen. Ook met YAR hebben we een samenwerking opgezet.’
Hilde: ‘Onlangs heeft VDAB een studie be- ‘Ook via sociale media onderhouden we het kendgemaakt over de resultaten van jonge- contact met jongeren. Zo kan je met ons ren op de arbeidsmarkt een jaar nadat ze videochatten, een opleiding via webcurde schoolbanken hebben verlaten. Hieruit blijkt eens Van de 7033 Limburgse jongeren (-25 jaar) die in juni te meer dat hoe lager je geschoold bent, hoe groter de 2013 werkloos zijn, kans dat je een jaar na je afstuderen nog werkloos bent. •• is bijna 6 op de 10 mannelijk, Dit is dus een heel belang- •• is 1 op de 2 laaggeschoold (heeft geen diploma midrijke boodschap voor school- delbaar onderwijs), gaande jongeren. VDAB zal •• is 3 op de 4 kortdurig werkzoekend (minder dan 1 jaar nog meer gaan samenwer- werkloos), ken met het onderwijs om •• 1 op de 5 van allochtone origine en jongeren die voortijdig de •• heeft bijna 1 op de 10 heeft een arbeidshandicap. schoolbank willen verlaten, hulp te bieden in het zoeken Vooral in de gemeenten Genk en Maasmechelen, maar ook naar een job of in samen- in de andere Limburgse ex-mijngemeenten Houthalen, Bewerking met het centrum ringen en Heusden-Zolder is het aantal werkloze jongeren voor leerlingbegeleiding stu- groot ten opzichte van de andere Limburgse gemeenten. die- en beroepskeuzeadvies (gegevens VDAB) te geven. Ook voor jongeren die al een tijd werkloos zijn en de stap naar de schoolbanken opnieuw sus volgen, online een cv opmaken… Via willen zetten, zet VDAB in samenwerking Facebook kan je hulp vragen voor je solmet het onderwijs zogenaamde Onderwijs- licitaties, de opmaak van een cv. Er staan Kwalificerende OpleidingsTrajecten (OKOT) online coaches klaar die je via de chat verop. Zo kan je alsnog een diploma verwer- derhelpen. Elke werkdag is er een coach ven. Wij verstrekken ook informatie over be- stand-by, dus surfen maar…’ roepskwalificerende opleidingen in samenwerking met het volwassenenonderwijs.’ ‘Meer en meer gaat VDAB ook de dialoog aan met jongeren. Zo wordt er in de ‘WerkHoe trachten jullie jongeren te bereiken? week’ (14 tot 19 oktober, red.) onder meer een jongerenpanel georganiseerd. Dat is Hilde: ‘VDAB werkt nauw samen met an- belangrijk voor VDAB, zo worden de bedere organisaties die heel wat ervaring heb- hoeftes van jongeren duidelijker en kan de ben opgedaan in het werken met jongeren. dienstverlening hierop afgestemd worden. Zo worden heel wat jongeren begeleid naar Ook allerlei andere initiatieven rond werk en een job door organisaties als SBS, Tempo opleiding worden dan in de kijker gezet.’ Team, Randstad Diversity, Bijblijfconsulenten, Alternatief, Agora, Kopa… Meer en Vooral laaggeschoolde jongeren hebben meer werkt VDAB ook intensief samen met het moeilijk een job te vinden. lokale besturen, het OCMW en andere welzijnsorganisaties die met jongeren in con- Hilde: ‘Voor jongeren die zonder diploma tact komen. Recent nog werd er met een tot de arbeidsmarkt toetreden zullen we jeugddienst van een lokaal bestuur contact al of niet met externe organisaties werken gelegd om de samenwerking met VDAB uit aan randvoorwaarden en technische kwa-
12 !Schrap
!Dossier lificaties. Dat doen we meer en meer via werkplekleren. Je leert het beroep op de werkvloer en VDAB zorgt samen met de werkgever voor de begeleiding en ondersteuning die je hierbij kan gebruiken. De werkgevers hebben zich ook geëngageerd om stageplaatsen, werkervaringsplaatsen aan te bieden. Ook deze samenwerking met de werkgeversorganisaties is de laatste jaren sterk gegroeid. Zo hebben we een beter zicht op de vereisten die de werkgever stelt. Ook kunnen we dan samen met de jongere een plan opmaken om de vereiste competenties te verwerven, zeker via de formule van werkplekleren.’
de schoonmaak, horeca, groot-en kleinhandel, bouw. Er is dus zeker nog perspectief in Limburg, al moet gezegd worden dat het jobaanbod gedaald is door de economische crisis. Jongeren kijken ook het best over de provinciegrenzen heen naar het jobaanbod.’ Hoe gaan jullie om met ‘de rugzak’ die maatschappelijk kwetsbare jongeren met zich meedragen? Hilde: ‘We werken samen met organisaties zoals onder andere Arktos en Agora, die ervaren zijn in het coachen van jongeren met allerhande problematieken. Onlangs zijn de instapstages gelanceerd en ook via deze maatregel krijgen ongekwalificeerde jongeren de kans om enkele maanden naast technische competenties ook aan attitudes te werken. Specifiek voor armoedeproblematieken werkt VDAB ook met externe organisaties samen, in Hasselt, Genk en Tongeren en begin 2014 ook in Leopoldsburg. Deze werk-welzijnstrajecten werken aan allerlei randvoorwaarden vooraleer specifiek rond jobs te werken.’ ‘Ook werkt VDAB met enkele organisaties samen rond coaching van algemene arbeidsmarktcompetenties: op tijd komen, luisteren naar de baas, zelfstandigheid, loyauteit... Deze samenwerking is niet enkel zinvol voor jongeren, ook andere doelgroepen blijken hier geregeld nood aan te hebben.’
‘Al is de jongerenwerkloosheid en de werkloosheid in het algemeen in Limburg sterk toegenomen, toch moeten we niet bij de pakken blijven neerzitten. Er zijn maandelijks 3000 à 4000 openstaande vacatures in Limburg. Daartussen zitten natuurlijk ook beroepen waarvoor een diploma noodzakelijk is: verpleging, ingenieur, informaticus, hogere bedienden. Toch zijn ruim de helft van de jobs geschikt voor laaggeschoolden:
Informa tie ove r werk jongere en ople n werd iding v g www.v oor dab.be ebundeld op /jonge ren Of volg v vdab.b ia www.face e book.c om/
!Schrap 13
!In de kijker Kansengroepen welkom in bedrijfsleven ‘De arbeidsmarkt lijkt laaggeschoolde jongeren te vergeten’
oe staan werkgevers tegenover kansengroepen zoals jongeren, laaggeschoolden of nieuwkomers? In crisistijd vallen net zij snel uit de boot. Of niet? Bedrijven zoals Damhert en Cand’art en Damhert maken werk van een inclusief personeelsbeleid.
H
Natuurvoedingsproducent Damhert werkt bewust met kansengroepen. Dit bedrijf uit Heusden-Zolder exporteert naar ongeveer 30 landen. Damhert telt 120 werknemers, waarvan 60 onder leiding van Grete Remen. Grete Remen: ‘We bieden stages aan laaggekwalificeerde leerlingen, namelijk uit beroepssecundair onderwijs, richting kantoor en het buitengewoon secundair onderwijs. Net deze groep krijgt de minste kansen op de arbeidsmarkt. Er wordt in het onderwijs zoveel gedaan voor hen, maar de arbeids-
14 !Schrap
markt lijkt hen te vergeten. Degenen met een diploma komen er wel. Laaggeschoolden worden niet voldoende klaargestoomd voor de arbeidsmarkt. Jongeren kunnen bij ons ervaring opdoen. Deze jongeren krijgen niet zo gemakkelijk een stageplaats en vallen steeds weer uit de boot. Daarom willen wij hen wel een plaats geven. Iedereen heeft zijn talenten. We proberen de stage ook aantrekkelijk te maken door afwisselend en uitdagend werk op maat van de leerling te bieden, zodat hun motivatie groeit.’ Grete: ‘Daarnaast stellen we een aantal mensen tewerk via specifieke tewerkstellingscontracten van de VDAB, later komen ze dan vast in dienst. Zo hebben we een autistische jongen, iemand met een spierziekte en een hartpatiënt. Ook enkele jongens van ’t Weyerke, een dienstencentrum voor personen met een handicap, draaien hier mee. Vorig jaar deden we mee aan de
!In de kijker Duodag, een doedag voor personen met een handicap, waardoor een van hen intussen tewerkgesteld is bij ons.’ Loopt het soms ook mis? Grete: ‘Twee keer is het ons niet gelukt iemand uit een kansengroep te houden. De oorzaak was vooral de thuissituatie. Net omdat ik wist dat de thuissituatie zo schrijnend was, wilde ik zo graag dat de tewerkstelling zou lukken. Maar soms moet je aanvaarden dat het niet gaat.’
‘We kunnen niet de hele wereld redden, maar wel die enkelingen een extra kans geven. Als ieder bedrijf dit zou doen, zou dat al een hele stap vooruit zijn.’
Hoe verloopt de selectie van deze personeelsleden?
laag, het gewone arbeidscircuit is te hoog. Uiteraard zal het ook wel meespelen dat ik zelf een autistische zoon heb en heel sociaal-geëngageerd ben. Dat draag ik mee in het bedrijf. Als lid van Voka en bestuurslid van ’t Weyerke, probeer ik zoveel mogelijk een bijdrage te leveren aan de maatschappij. We kunnen niet de hele wereld redden, maar wel die enkelingen een extra kans geven. Als ieder bedrijf dit zou doen, zou dat al een hele stap in de werkloosheid vooruit zijn. Wel heb ik er moeite mee dat enerzijds ondernemingen zo zwaar belast worden voor de sociale zekerheid en anderzijds het kinderarmoedecijfer toch blijft stijgen. Dat klopt toch niet? Hierin is meer transparantie nodig. Het geld moet terechtkomen bij de mensen die het nodig hebben.’ Is er een verschil tussen jongere en oudere werknemers? Grete: ‘Er is een verschil, maar ik weet niet of we dit de jongeren kwalijk kunnen nemen. De maatschappij werkt bepaalde dingen ook
Grete: ‘Omdat we naar buiten komen als sociaal geëngageerd bedrijf, vinden mensen ons. Voor de stageplaatsen heb ik een goed contact met twee scholen uit de buurt. Voor de reguliere plaatsen werken we met een interimkantoor, zodat de beginperiode een soort proeftijd is, met daarna een vast contract. Zo komen vijf van onze 60 werknemers uit kansengroepen, samen met nog enkele stagiaires of groepen leerlingen die komen meedraaien.’ Waarom werken jullie met deze kansengroepen? Grete: ‘Omdat we hen meer kansen willen bieden. Net zij vallen steeds uit de boot. Een sociale tewerkstelling zoals bijvoorbeeld de beschutte werkplaats Bewel is te
in de hand. Zo hebben we pas twee nieuwe mensen aangeworven, iemand van 23 en iemand van 38. Of het nu aan de leeftijd ligt of niet, na drie weken hebben we het meisje van 23 niet meer laten komen. Ze was in de tweede week al een week ziek en wou in de derde week een dag niet komen omdat ze
!Schrap 15
!In de kijker ergens moest zijn. Op zo’n moment moet ik ingrijpen. Iedereen krijgt een kans, maar er is een grens. Eerlijkheidshalve moet ik dan ook toegeven dat we bij een aanwerving eerder kiezen voor een oudere werknemer dan een jong iemand.’ Wat zijn de voordelen? Grete: ‘We spelen een sensibiliserende rol, zowel ten aanzien van scholen als ook tegenover andere ondernemers. We tonen dat bedrijven niet alleen uit zijn op winst, maar ook een sociale rol kunnen opnemen. Onze leuze luidt ‘Respect voor mens, dier en natuur’, en dat vullen we breed in.’
Cand’Art uit Bilzen is een internationale speler op de markt van de confiserie. Dit familiebedrijf onder leiding van Daniëlle Brepoels, produceert hard suikergoed, hoofdzakelijk lolly’s en ambachtelijke snoepjes. Daniëlle Brepoels: ‘Onze productielijn is een multicultureel samengesteld team met veel werknemers uit kansengroepen: allochtonen uit Italië, Kosovo, Marokko, Turkije... waaronder een aantal nieuwkomers, en in het kader van Cao 26 ook mensen met een lichamelijke beperking. Naast de productielijn huisvesten wij ook een beschutte werk-
Grete: ‘Mensen voelen zich hier goed, ze krijgen hier een plaats en worden geapprecieerd. Daarnaast krijgen we ook appreciatie van de scholen, omdat we ons voor hen engageren.’ Zijn er ook nadelen? Grete: ‘Eigenlijk niet. Soms gaat het mis, en is die jongere dan zwaar teleurgesteld. Het is zeer jammer als een tewerkstelling niet lukt omwille van bijvoorbeeld zware familiale problemen. Een valkuil kan zijn dat het een grote tijdsinvestering vergt. Nu neem ik de ondersteuning van deze mensen op mij, maar ik moet dan ook het aantal beperken.’ Grete: ‘Heel wat KMO’s werken zoals wij, maar ze brengen het niet zo onder de aandacht. En dat is net mooi. Bedrijven doen dit puur om een sociale bijdrage aan de samenleving te leveren, en niet om er zich mee in de kijker te plaatsen.’
16 !Schrap
plaats in samenwerking met Tevona, een organisatie die opvang en begeleiding biedt aan volwassenen met een verstandelijke beperking. In totaal stellen wij een 30-tal mensen tewerk.’ Hoe selecteren jullie personeelsleden? Daniëlle: ‘Voor de productielijn doe ik als bedrijfsleider alle gesprekken zelf. Ik vind het heel belangrijk om persoonlijk contact te hebben met alle kandidaten. Ik trek hier ook de nodige tijd voor uit. Alle kandidaten krijgen mijn feedback en ik tracht attitudes bespreekbaar te maken. De kandidaatsollicitanten hebben vaak meer te bieden dan ze zelf denken, maar ze moeten hun competenties leren zien, benoemen en verkopen.’
!In de kijker Daniëlle: ‘Tijdens sollicitatiegesprekken kijk Zijn er ook valkuilen? ik vooral naar de degelijkheid van de kandidaat. Heeft hij een open geest? Waarom Daniëlle: ‘Wij houden bij de selectie al rewil hij in ons bedrijf werken? Wil hij zijn han- kening met groepsprocessen, dus kennen den gebruiken? Over welke sociale vaar- we heel weinig mislukkingen of spanningen. digheden beschikt hij? Kan hij klantgericht Misschien is de voornaamste eigenschap denken? Is hij dienstbaar aan anderen en van onze mensen wel dat ze willen werken in hoeverre past zijn profiel bij de rest van en dat ze zich haast vereenzelvigen met het personeel? Voor onze inpakafdeling -de ons bedrijf. Wat we vooral bij jonge kandibeschutte werkplaats- gebeurt de selectie daat-werknemers zien is het feit dat ze dikwijls nog erg speels door Tevona, maar wel op basis van de- ‘Wij beschouwen onze mensen zijn, geen werkatgelijke afspraken met niet als vertegenwoordigers van titude hebben en ons. Beide afdelingen een kansengroep, voor ons zijn het hun eerste bekommernis is ‘Wat kan zijn omwille van hygikwaliteitsvolle werknemers die de ik hier krijgen?’ en ënische redenen en niet ‘Wat kan ik hier voorschriften van el- bedrijfsfilosofie onderschrijven’ bijbrengen?’. kaar gescheiden. Ons bedrijf is meer dan in orde met het diversiteitsplan. Al is onze samenstelling spontaan Tot slot, welk advies zou je willen meegeven aan jonge sollicitanten? ontstaan uit ons aanwervingsbeleid.’ Wat zijn jullie ervaringen in het werken met kansengroepen? Daniëlle: ‘Eigenlijk verloopt dit proces op dezelfde manier als bij een gewone samenstelling van het personeelsbestand. Heel uitzonderlijk moeten we een tewerkstelling stopzetten, maar pas nadat iemand alle kansen gekregen heeft. Dikwijls is de reden dat de andere personeelsleden lijden onder de prestaties of het gedrag van die persoon. Maar dit is eerder uitzondering dan regel.’
Daniëlle: ‘Stel je bescheiden op, laat je capaciteiten zien, toon hulpvaardigheid, heb respect voor anderen en je job, leg verantwoordelijkheidszin aan de dag en toon dat je vooral blij bent met werk.’
Wat zijn de voordelen ? Daniëlle: ‘Voor onze inpakafdeling is het allergrootste voordeel dat we flexibiliteit qua verpakkingsmogelijkheden kunnen bieden. Niet alle verpakking kan machinaal gebeuren. Zo kunnen we ons aanbod sterk diversifiëren. Wij beschouwen onze mensen uit de productielijn eigenlijk niet als vertegenwoordigers van een kansengroep, voor ons zijn het kwaliteitsvolle werknemers die de bedrijfsfilosofie onderschrijven.’
!Schrap 17
!In de kijker Jeugdwerk zet aan het werk Jeugdwerkingen stomen jongeren klaar voor de arbeidsmarkt
T
ewerkstelling is niet alleen een zaak van officiële instanties en overheden. Ook jeugdwerkorganisaties die werken met kansengroepen dragen hun steentje bij. Een greep uit het aanbod…
die manier worden ook de drempels in kaart gebracht waar jongeren tegen aan stuiten in hun zoektocht naar een opleiding of job. Door met de jongeren in dialoog te treden over waarden zoals toegankelijkheid en participatie, tracht de Jobclub ook steeds haar aanbod te verbeteren.
Jobclub
Intussen heeft het project succesvol zijn eerste jaar achter de rug. Een van de succesfactoren is ongetwijfeld de verbondenheid tussen de jongeren, de jeugdwerkers én de vertrouwde omgeving van de werking.
Jobclub begeleidt jongeren vanaf 16 jaar in hun zoektocht naar een gepaste opleiding of interessante (vakantie)job. Dit proefproject van de Genkse jeugdwerking Gigos Zwartberg werkt met individuele trajectbegeleiding en groepsgerichte sollicitatietrainingen in bijvoorbeeld het jeugdhuis of de werkwinkel. Gigos bundelt hiervoor zijn expertise met andere organisaties zoals Straathoekwerk LiSS, Stebo, ACV Limburg, ACLI Vlaanderen, de Werkwinkel en de dienst tewerkstelling van de stad Genk. Op
18 !Schrap
Voortrajecten en brugprojecten Jongeren uit het deeltijds onderwijs kunnen terecht bij jongerenwerking Thebe in Maasmechelen. Zij richten zich hierbij op jongeren die voor de school moeilijk te plaatsen zijn in het reguliere arbeidscircuit. Om het
traject goed te doorlopen moeten de jongeren zowel functioneren binnen de werking als op school. Afhaken op school betekent het stopzetten van het contract. In het voortraject volgen de jongeren vorming in de lokalen van Thebe. Na een grondige evaluatie stromen zij door naar een brugproject om uiteindelijk tewerk gesteld te worden gedurende één jaar binnen de organisatie zelf. Deze jongeren worden ingezet bij onderhoudswerken en draaien mee in de ondersteuning van de werking. Ze krijgen een intensieve en waar nodig een individuele begeleiding, aangevuld met vorming op maat. Deze vormingen zijn gericht op attitudevorming, sociale vaardigheden, zelfbeeld, sollicitatietrainingen... Op basis van regelmatige evaluaties wordt er bekeken of ze deze opdracht aankunnen, maar het is geen voorwaarde in hun contract. Het is een extra troef die mogelijk maakt dat jongeren via het brugproject doorstromen naar het reguliere arbeidscircuit. Ook Groep Intro maakt gebruik van voortrajecten, waarbij jongeren op een ervaringsgerichte manier werken aan basisvaardigheden. Ze bereiden jongeren voor op de arbeidsmarkt of de doorstroom naar een opleiding. Deze voortrajecten zijn bestemd voor jongeren die nog niet in staat zijn om een contractuele relatie op de arbeidsmarkt aan te gaan. Jongeren die niet klaar zijn voor een voortraject of een brugproject worden begeleidt via persoonlijke ontwikkelingstrajecten. Daar kunnen ze op hun eigen tempo werken aan een aantal vaardigheden en hun zelfontwikkeling. Groep INTRO organiseert ook trajectbegeleiding. De trajectbegeleiding richt zich specifiek tot werkzoekenden uit de kansengroepen: kortgeschoolden, allochtonen, 50-plussers, arbeidsgehandicapten, gedetineerden... Deze projecten worden georganiseerd op verschillende plaatsen in Limburg, in samenwerking met de VDAB.
!SCHRAP Colofon Eindredactie: Lily Vanopdenbosch Redactie: Valerie Engelen, Kim Luys, Lily Vanopdenbosch, Toon Voorjans, Erik Vreven Verantwoordelijke uitgever: Marina Hanot, p/a Boslaan 27, 3600 Genk Vormgeving: Lily Vanopdenbosch Beelden: Shutterstock, SXC, Cand’ Art, Damhert !Schrap is gratis en verschijnt driemaandelijks !Schrap wordt uitgegeven door het Centrum voor Maatschappelijke Gelijkheid en Jeugdwelzijn vzw met de steun van de provincie Limburg afdeling Jeugd !Schrap, Boslaan 27, 3600 Genk, tel. 089 84 50 04, www.cmgj.be,
[email protected]