P 006684 September 2011 Driemaandelijks tijdschrift van vzw CMGJ Boslaan 27, 3600 Genk
Afgiftekantoor Genk 1 BELGIË - BELGIQUE P.B. 3600 GENK 1 12/2618
!SCHRAP Schooluitval bij jongeren Exit school. Einde schoolcarrière Jongeren uitgesloten van onderwijs in Limburg
!Woord vooraf Beste lezer Ondertussen is 1 september gepasseerd en zitten weer honderdduizenden kinderen en jongeren op de schoolbanken. Scholen debatteren intern (opnieuw) over o.a. kledingvoorschriften, zilverfolie toelaten of niet, frisdranken of niet. En ook de media blijft niet achter : steeds meer jongeren krijgen een contract op school, cursus overleven op school bij schietincidenten, spijbelplannen … De brede waaier aan initiatieven die ontwikkeld worden om jongeren toch maar in het schoolsysteem te houden geeft duidelijk aan hoe belangrijk iedereen een opleiding vindt. Alle registers worden open getrokken om jongeren, desnoods manu militari, op de schoolbanken te krijgen/houden. En laten we eerlijk zijn: voor de meeste jongeren werkt het huidige schoolssysteem en zijn geen extra initiatieven nodig. Voor de ‘moeilijke gevallen’ zijn er mogelijkheden om zich alsnog in te passen aan de verwachtingen van het schoolsysteem: contracten, time-out, POT, spijbelactieplannen... De oplossing is dikwijls weer meer van hetzelfde: meer controle, dwangmaatregelen, verplichting. Maar is dit wel een goede oplossing? Moet de vraag niet gesteld worden wanneer het huidige onderwijssysteem aan zelfkritiek gaat doen? Misschien moet het onderwijs uitgedaagd blijven worden om zichzelf kritisch te bevragen inzake een mogelijke aanpassing aan deze jongeren in plaats van steeds maar weer te vragen dat jongeren zich aanpassen aan het systeem. En als iets echt niet in het doosje past kan je 2 dingen doen: blijven wringen en duwen tot het er in gaat (maar misschien gaat er dan wel iets kapot) of een ander doosje zoeken. De steeds meer gehanteerde oplossing is niet een ander doosje zoeken. Nee, veelal zoekt men een andere jongere en de moeilijke gevallen gooit men eruit. Voor de school lijkt het probleem dan opgelost. Soms ook ondanks eerdere ondersteunende pogingen van individuele leerkrachten of directies die zwichten voor ‘het systeem’. En ‘het probleem’, in casu een concrete jongere, krijgt plots een nog veel grotere verantwoordelijkheid! Het aantal jongeren dat geen school -meer- vindt, neemt toe en er zijn steeds meer jongeren die zonder diploma de schoolbanken verlaten. Ondanks alle inspanningen. Dit staat in schril contrast met het beeld dat men steeds maar weer wil ophangen over Vlaanderen met zijn hoog onderwijsniveau. Erik Vreven Voorzitter CMGJ
!Inhoud
6
8
Wat doet uitsluiting van school met een jongere? Sahin Karateke verliet school op zijn 18de zonder een diploma en blikt terug op zijn problematische schoolloopbaan.
Inhoud
Wat is de ervaring van mensen in het veld met jongeren die na een tuchtprocedure van school worden uitgesloten? Een blik op de Limburgse situatie.
!Schrap september 2011
Woord vooraf
2
Schooluitval bij jongeren
4
Exit school. Einde schoolcarriére
6
Jongeren uitgesloten van onderwijs in Limburg
8
CMGJ en onderwijs
14
Het nieuwe team van CMGJ uit de startblokken
16
Vorming creativiteit
19
!SCHRAP
!Opinie Schooluitval bij jongeren
‘Meer dan 1500 jongeren van school gestuurd’, De Standaard (29/04/2011). Aan het einde van het vorige schooljaar pakten meerdere kranten uit met deze kop, al was het dan meestal niet op hun eerste bladzijde maar wat meer verscholen achteraan. Of beter gezegd, zo wat tussenin. Alsof de kranten suggereerden dat het eigenlijk wel een belangrijk artikel was. En dit voor zowel die 1531 individuele leerlingen zelf; voor alle andere leerlingen, leerkrachten en scholen; en voor iedereen die op één of andere manier wel iets te maken heeft met hét onderwijs, dus haast alle Belgen. In de artikels wijzen de verantwoordelij4 !Schrap
ken van de onderwijskoepels, want die krijgen dan recht van spreken, vooral op twee soorten van aanpak. Enerzijds de noodzaak aan individuele trajecten en anderzijds aan een draagvlak met bredere verantwoordelijkheid dan enkel vanuit het schoolgegeven zelf. Ondertussen is de start van het nieuwe schooljaar voor velen al een maand achter de rug en die ‘andere velen’ zullen binnenkort ook starten. We weten niet of die 1531 jongeren zullen starten, laat staan dat we weten waar ze zouden kunnen starten. We weten ook niet of meerdere kranten aan het einde van dit schooljaar, zullen koppen dat dit cijfer gedaald dan wel gestegen zal zijn. Het blijkt een erg complexe materie te zijn. Met alle respect voor andere in-
!Opinie valshoeken en meningen, geven we hieronder een bloemlezing. Stuk voor stuk zijn dit (deel)thema’s waarmee ook diverse gespecialiseerde deskundigen en diensten aan de slag gaan. Zo komen de volgende onderwerpen aan bod in de ‘Synthesenota rondvraag bij jeugdwerkers over de ervaring van kinderen en jongeren in het onderwijs’, werkgroep onderwijs van Uit De Marge: een diverse doelgroep, studiekeuzebegeleiding, relatie tussen leerlingen en leerkrachten, lesinhouden en vakken, huiswerk(beleid), taalachterstandsthese, schoolkosten, relatie met externen, schoolmoe en spijbelen, overleg jeugdwerk en onderwijs.
materie, maar tevens ook omwille van de gevoeligheid die rond deze thema’s hangt.
En ook vanuit het jeugdwelzijnswerk trachten we én het geheel én deelterreinen te versterken. Het ‘Rapport: het lokaal spijbelbeleid doorgelicht’, VVSG mei 2011, is al een lijviger document dan bovengenoemde synthese-nota en heeft een specifieke focus. Het tijdschrift ‘Klasse, maandblad voor onderwijs in Vlaanderen’, september 2011, heeft het ergens in zijn 68 blz. over ‘De vloek van Utøja: zit er een terrorist in je klas?’. Het PISA (Programme for International Student Assessment) spant qua aantal bladzijden informatie de kroon. PISA is een grootschalig internationaal vergelijkend onderzoek, dat wordt uitgevoerd onder auspiciën van de OESO. Voor België onderzoekt de Koning Boudewijnstichting in dit kader de resultaten van leerlingen met een migratie-achtergrond.
We nemen je in deze !Schrap mee in deze thematiek aan de hand van getuigenissen, ervaringen en inzichten. Je kan het bewuste artikel van DS nalezen op www.cmgj.be onder de rubriek ‘Thema’s’.
Er zijn hier twee soorten van gevoeligheden. De eerste is die waarbij je als mens al dan niet aangesproken wordt door een bepaalde thematiek. De tweede manier van kijken vertrekt vanuit een professionele deskundigheid, meestal ingebed binnen een organisatie met een bepaalde missie, waarden en doelstellingen. En vooral met dat laatste gegeven botsen meningen nog al eens, zeker ook als het gaat over kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties.
Neem z ek onze v er ook een k ijkje op ernieuw d schrijf je in op e website en onze E -nieuw s! www.c mgj.be
We halen deze gegevens niet enkel aan omwille van de complexe aard van de !Schrap 5
!Dossier Exit school. Einde schoolcarrière Een jongere vertelt zijn verhaal.
Wat doet uitsluiting van school met een jongere? Sahin Karateke verliet school op zijn 18de zonder een diploma en blikt terug op zijn problematische schoolloopbaan. Sahin Karateke: “Mijn schoolcarrière begon in een aso-richting in Bokrijk. Ik voelde me er niet lekker vanaf dag één. Dat liet ik ook merken in de klas: ik dacht dat leerkrachten mij niet begrepen en dat ze anders deden tegen mij. Daar had ik het zeer moeilijk mee. Bokrijk was nog maar het begin en mijn gedrag was zeer kinderachtig. Ik deed stom met de andere jongens om erbij te horen, want de meesten kwamen uit mijn wijk. Toch behaalde ik dat jaar een A-attest, maar ik kreeg te horen dat ik 6 !Schrap
niet meer gewenst was op school en werd gevraagd een andere school te zoeken.” Sahin: “Het jaar erop ben ik naar het college gegaan, in een aso-richting. Maar ik ontmoette er weer wijkvrienden. Met hetzelfde gevolg: spijbelen, samenkomen aan het station met alle jongens van je wijk en de hele dag stom doen. Toen was ik al niet meer met school bezig. Dat jaar kreeg ik een B-attest, met het verzoek om volgend schooljaar een andere school te zoeken.” “Het volgend schooljaar schreef ik mij in in het Technisch Instituut Sint-Lodewijk (TISL). Een school waar ik me eigenlijk goed voelde, maar mijn wijkvrienden
!Dossier en ik zochten mekaar constant op om de boel te verzieken. De streken die we uithaalden werden ook serieuzer. In je eigen kliek moest je cool zijn, want na school waren we ook op straat samen.” “Op het TISL kon ik een paar jaar blijven, zonder al te veel te moeten doen. Ik kon de lessen namelijk probleemloos volgen. Maar wij gedroegen ons keihard en stoer. Je liet zien aan de andere wijkjongens wie de sterkste was. Dat veroorzaakte natuurlijk veel problemen op school en ook het TISL wou mij niet meer. Samen met het CLB en mijn ouders keken we wat er kon gedaan worden voor mij, want het was december en in januari moest ik op een andere school mijn jaar afmaken.” Wat zeiden je ouders? Sahin: “Zij waren enorm kwaad. Door mijn schoolgedrag hadden we onderling problemen. Mijn ouders waren niet op de hoogte van wat er allemaal op school gebeurde, en ik vertelde ook niks. Papieren voor oudercontacten gaf ik thuis niet af. Al die jaren kreeg ik tijdens de schoolvakanties huisarrest en soms een beetje slaag, ze wisten niet beter.” Vond je een nieuwe school in januari? Sahin: “Dat was geen probleem want KTA2 (’Rito’) nam iedereen aan, ook leerlingen met problemen. Ik mocht een jaar hoger beginnen in het bso, dat vond ik super. Ik deed nu helemaal niets meer voor school. Alles kon op Rito, maar ik wachtte tot ik 18 werd en ik kon gaan werken. Ik heb mijn laatste
jaar niet afgemaakt en heb dus geen enkel diploma. Daar heb ik enorm spijt van: als ik de klok kon terugdraaien studeerde ik zeker verder.” Hoe ziet je leven er nu uit? Sahin: “Na school heb ik alleen maar gewerkt. Eerst drie jaar bij Decoma en een jaar bij Ford. Dat fabrieksleven was niks voor mij, dus ben ik in de bouwsector gestapt. Dat doe ik nu voltijds. Ik heb wel avondschool gevolgd want ik had een attest bedrijfsbeheer nodig om een café op te starten. Dat doe ik nu als bijberoep. Ondertussen ben ik getrouwd en heb ik een kind.” Heb je een boodschap voor jongeren? Sahin: “Ik weet één ding: als studeren niet in je zit dan mag je het vergeten, ook al krijg je rammel zoals ik. Maar de jeugd van tegenwoordig is anders, hun omgeving is ook anders. Alleen je middelbare school afmaken is niet genoeg. Daar ben je niks mee. Ze moeten verder studeren. Gelukkig zijn er nu veel meer migrantenjongeren die studeren, zoals mijn eigen neven en nichten. Daar ben ik fier op. Vroeger had je dat veel minder. Ook bij mijn vrienden zie ik dat een diploma niet genoeg is, je moet ervaring hebben. Wie wilt komt er, maar alleen met hard werken.”
!Schrap 7
!Dossier Jongeren uitgesloten van onderwijs in Limburg
Wat is de ervaring van mensen in het veld met jongeren die na een tuchtprocedure van school worden uitgesloten? Ludo Awouters (directeur PTS deeltijds onderwijs Maasmechelen), Marie-Rose Dufour (directeur VCLB Midden-Limburg) en Vera Sclep (coördinator educatieve cel Gigos vzw) werpen een blik op de Limburgse situatie. Is dit probleem herkenbaar voor u? Vera Sclep: “Ja, zeker. Voornamelijk vanuit de praktijk: jongeren met schoolproblemen komen naar de jongerenwerker, die deze signaleert bij de school of de coördinatie. Tegenwoordig zijn volgkaarten op school, rode 8 !Schrap
kaarten en gedragscontracten erg aan de orde van de dag. Maar schooluitval is al jaar en dag een probleem.” Marie-Rose Dufour: “Als je de Vlaamse cijfers bekijkt, dan denk ik dat Limburg goed meevalt. Voor een aantal jongeren is zich aanpassen aan de schoolcontext zeer moelijk. In 99% van de gevallen begrijpen we dat voor de school de maat vol is. Voordat iemand effectief van school wordt gestuurd, werd al een heel proces afgelegd. Tijdens het schooljaar start een school tuchtprocedures die soms kunnen resulteren in definitieve uitsluiting. Tijdens directeursvergaderingen probeer ik dan te benadrukken dat men hierover goed moet nadenken: deze beslissing
!Dossier heeft immers een negatieve impact op de schoolcarrière. Scholen houden daar ook echt rekening mee. Op het einde van het schooljaar kan het wel zijn dat de school de leerling vraagt niet meer terug te komen. In feite is hij of zij dan ook van school gestuurd, maar deze leerling belandt waarschijnlijk niet in de cijfers.” Ludo Awouters: “Bij ons op school zijn vorig jaar vier leerlingen -waarvan drie leerplichtig- definitief geschorst. Ze werden geschorst vanwege fysieke en verbale agressie. Op een bepaald moment kom je tussen twee stoelen te zitten, met de bekommernis enerzijds om de jongeren en anderzijds om je personeel. Dan wordt het moeilijk. Zo’n 3 à 4% van onze leerlingen valt uit.” Hoe komt dit volgens u? Ludo Awouters: “De oorzaken zijn te vinden binnen de verschillende levensdomeinen: niet enkel de school, maar ook het gezin, de omgeving, de jongeren zelf… spelen een rol. Jongeren worden van school gestuurd omdat ze over de schreef zijn gegaan. We proberen zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de beperkingen van de jongeren, maar als school kunnen we vaak agressie en gedragsstoornissen niet aan. Onze minister wil inclusief werken, maar dan dient hij ons ook de nodige middelen en ondersteuning te geven. “Onze minister wil inclusief werken, maar dan dient hij ons ook de nodige middelen en ondersteuning te geven” Ook het wegvallen van de sociale controle thuis speelt mee: steeds vaker
hebben ouders niets te zeggen over hun kinderen. Maar het ontbreken van een concreet en haalbaar perspectief is de belangrijkste oorzaak.” Marie-Rose Dufour: “Er zijn veel oorzaken: overmatig spijbelgedrag, gedragsproblemen, een problematische thuissituatie, culturele verschillen… Maar meestal gaat het om jongeren die weinig verbondenheid hebben met de school. Het is ook niet altijd duidelijk op welke jongeren deze cijfers betrekking hebben: zijn ze van school gestuurd of uitgeschreven, zoals asielzoekers of romazigeuners. Zij worden soms uitgeschreven omdat men niet weet waar ze zich bevinden.” Vera Sclep: “Ik weet niet of ik dit zo mag stellen, maar de hervormingen in het onderwijs zijn al 15 jaar bezig en er is nog altijd niets concreet gebeurd, vooral in het BSO. Gigos wil kansen creëren zodat jongeren hun talenten kunnen tonen en ontplooien. Leerkrachten zien niet altijd wat jongeren te bieden hebben, maar volgen hun leerplan. Leerkrachten hebben vaak een hokjesgeest. Tijdens momenten waarop wij hen tonen wat jongeren in hun mars hebben, gaan dan vaak hun ogen open. Uiteraard zijn er ook leerkrachten die anders denken.” Hoe pakt u het aan vanuit uw context? Ludo Awouters: “We zijn nog op steeds op zoek naar de aanpak om de betrokkenheid van de ouders te verhogen. Voor 50% van de ouders is het normaal dat ze het rapport niet komen halen. Onze poging om het rapport te koppelen aan een culturele avond sloeg al!Schrap 9
!Dossier vast aan. We werken ook samen met de jeugdwelzijnswerking Thebe vzw. Dit project stelt ons als school in staat om soms jongeren toch één of andere vorm van tewerkstelling mee te geven. Thebe geeft hen perspectief, een specifieke aanpak en veel kansen. Je ziet vaak dat jongeren in een complexe situatie zitten waar veel diensten mee gemoeid zijn. Dit moet goed gecoördineerd worden. Wij hebben zo het Persoonlijk Ontwikkelings Traject waarbij dat wij verplicht zijn een soort rondetafelconferentie te organiseren. Als we de middelen hadden, zou ik korter op de bal kunnen spelen en het kleinschaliger aanpakken. We moeten steeds een afweging maken tussen leren en begeleiden.” “We proberen preventief te werk te gaan” Marie-Rose Dufour: “Onze aanpak hangt af van de oorzaak. We proberen preventief te werk te gaan, zeker wanneer het spijbelen betreft. Sinds vorig jaar registreren we ook de problematisch afwezigen. We kijken dan naar algemene tendensen en spreken de scholen hierover aan. Bij een tuchtprocedure denken we mee met de school over een mogelijke aanpak van de leerling. we ondersteunen leerkrachten en indien de leerling dit wenst, kunnen we een begeleiding opstarten. de communicatie tussen school, leerling en ouders op een positieve manier beïnvloeden is een van onze doelstellingen.” Vera Sclep: “Wij moeten blijven bruggen bouwen. Zo zorgden we bijvoorbeeld in Zwartberg vorig jaar samen met CVO Limlo lerarenopleiding Diepenbeek ervoor dat toekomstige leer10 !Schrap
krachten konden kennismaken met het jeugdwelzijnswerk en zo de doelgroep leerden kennen. Dit werd van onderuit opgezet via persoonlijke contacten. De reacties hierop waren zeer positief. Het is een ontzettend mooi project dat we dit jaar verderzetten. Goed, het is kleinschalig, maar je moet het vaak niet te groot zien. Klein beginnen en dan uitbreiden.” “Op school ontbreekt vertrouwen en binding met de jongere” “Aan de slag gaan met deze jongeren staat niet expliciet in het takenpakket van jongerenwerkers, maar het gebeurt wel binnen onze werking. Met onze educatieve cel onderwijs leggen we ook ons oor overal te luisteren en nemen we een signaalfunctie op. Op school ontbreekt dat vertrouwen en die binding met de jongere. Jongeren gaan wel naar school, maar dat is eigenlijk ondergaan. Ook zouden jongeren veel meer op een positieve manier benaderd moeten worden met -zoals in het jeugdwelzijnswerk- de focus op het versterken van hun sterke punten.”
!Dossier
Aanbevelingen Vera Sclep: • Overleg en samenwerking met alle partners, binnen het netwerk van de jongere. • Met bottom-up werken bereik je al heel veel. • De positieve benadering van jongeren integreren in het onderwijs.
Aanbevelingen Ludo Awouters: • Meer perspectief bieden door -in nauwe samenwerking met bedrijven- meer arbeidsplaatsen te creëren. • Financiële drempels verlagen door aanmoedigingspremies, extra middelen… • Extra ondersteuning door middel van initiatieven zoals bij Thebe en naschoolse opvang en begeleiding.
Aanbevelingen Marie-Rose Dufour: • Een eenduidige visie die alle spelers in het veld onderschrijven en waarin ieders rol duidelijk wordt. • Bevraag jongeren naar wat zij willen, hoe zij dit probleem zien en zouden aanpakken. • Deels zullen we moeten aanvaarden dat sommige jongeren niet in een schoolcontext passen. Voor deze jongeren moeten we een vangnet creëren. Elke jongere heeft immers het recht om te leren en op een positieve manier benaderd te worden.
!Schrap 11
!Dossier Hoe ziet Vlaanderen het probleem van schooluitval bij jongeren? CMGJ vroeg bevoegd Vlaams minister van Onderwijs en Jeugd Pascal Smet om een reactie. Recente cijfers tonen aan dat het aantal definitieve uitsluitingen inderdaad stijgt. Het is niet eenvoudig deze stijging te verklaren, zoals zo vaak moeten we de verklaring waarschijnlijk zoeken in een mix van verschillende oorzaken. Het is al te makkelijk deze stijging volledig toe te schrijven aan een betere registratie door de scholen, al denk ik dat dit zeker één van de factoren is. Maar tegelijk moeten we vaststellen, samen met het onderwijsveld, dat er een groeiende groep van jongeren is die de draagkracht van een individuele school te boven gaan. Uitsluiten is dan de ultieme maatregel, maar is soms noodzakelijk om de leerrechten van heel wat andere leerlingen te blijven garanderen. Het laatste wat we mogen doen, is deze jongeren opgeven. Ik vind het dan ook gevaarlijk om termen als ‘niet schoolbaar’ te gebruiken, want onderwijs is een recht. Anderzijds geeft deze term wel aan dat onderwijs niet alleen de verantwoordelijkheid voor deze jongeren kan opnemen. Dat we daarvoor partners moeten zoeken buiten onderwijs, bij welzijn, in het vormingswerk,… Samen moeten we op zoek naar maatregelen waardoor we enerzijds de onderwijskansen voor deze jongeren kunnen blijven garanderen, en hen anderzijds ook de nodige begeleiding kunnen bieden. Ik ben ervan overtuigd dat er daarbij vooral meer ‘trajecten op maat’ nodig zijn, in een gedeelde ver12 !Schrap
!Dossier antwoordelijkheid tussen onderwijs en welzijn, zoals we dat vandaag al zien in het kader van de time outprojecten en bij de persoonlijke ontwikkelingstrajecten in het deeltijds onderwijs. Aan het begin van de zomervakantie heb ik me daarom samen met mijn collega Jo Vandeurzen, minister van welzijn, en met vertegenwoordigers van het VSKO, gebogen over deze specifieke problematiek. Samen brengen we momenteel in kaart wie wat doet met welke finaliteit en naar welke doelgroep. Van daaruit willen we gemeenschappelijke beleidsacties voorstellen.
derwijs, en nog beter in initiatieven op het raakvlak tussen onderwijs en welzijn, is dan ook de enige verantwoorde beslissing. Minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Pascal Smet
Daarnaast moeten we tegelijk ook proberen onderwijs sterker te maken om met probleemgedrag om te gaan. Ik heb daarom extra nascholingsmiddelen vrijgemaakt om leerkrachten vertrouwd te maken met de methodieken van herstelgericht werken. Ik bekijk ook de mogelijkheid om een monitor voor geweld op school in te voeren, die de problematiek nog beter dan vandaag moet in kaart brengen. En door duidelijk de profielen van uitgesloten leerlingen op te maken, door te bekijken welke jongeren definitief uitgesloten worden op wel punt in hun schoolcarrière, moeten we in de toekomst preventief dit soort uitsluitingen kunnen terugdringen. Dat is de kracht maar tegelijk de grote verantwoordelijkheid van onderwijs: door de problemen daar aan te pakken, kan je vaak vermijden dat iemand in de rest van zijn leven problemen en tegenslagen blijft opstapelen. Als maatschappij investeren in initiatieven binnen on!Schrap 13
!Dossier CMGJ en onderwijs Het thema ‘onderwijs’ binnen de werking van het CMGJ Alhoewel er in ons meerjarenbeleidsplan 2011–2013 geen expliciete strategische doelstelling werd geformuleerd inzake ‘onderwijs’, neemt onze organisatie de tijd om dit steeds bewegende landschap, vanuit de focus vrije tijd en maatschappelijke kwetsbaarheid, opnieuw te exploreren. Uit de input voor deze !Schrap halen wij twee sporen: een duidelijk spoor van hét Onderwijs, en een misschien minder duidelijk of afgebakend spoor van ‘Kinderen en jongeren en initiatieven of organisaties die vòòr, nà of rond het onderwijs een aanbod hebben’. Voor wat betreft het eerste spoor wensen we niet in de val te trappen, om te gaan dicteren aan mr. of mevr. Onderwijs wat hij of zij nu eigenlijk allemaal fout doet en wat ze dan beter wel zouden moeten doen. Dat zou onze werkvorm ook niet waarderen. Vanuit het gegeven maatschappelijke kwetsbaarheid, vanuit onze doelgroepen (dit zijn alle organisaties, diensten en overheden in Limburg die met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren (wensen te) werken) en vanuit een positiefkritische houding, willen we het onderwijs zelf ook flankeren vanuit onze missie. Hierbij is het CMGJ geen onderzoeksinstituut en menen we dat het momenteel geen productieve keuze is om zitting te hebben in diverse overlegfora. We zoeken naar een communicatieve dialoog en verzorgen een input in de structuren en actoren werkzaam 14 !Schrap
binnen het onderwijs. En dat zijn er heel wat, dus ook hier dringt een keuze zich op. We gaan hierbij niet akkoord met de stelling dat oorzaken enkel te vinden zijn bij jongeren zelf. Vanuit de eigenheid van het jeugdwelzijnswerk benadrukken we het belang van een goede relatie tussen leraar en leerling. Zo is ook het onderwijzen meer dan het hanteren van goede methodieken en het behandelen van lesinhouden. Het jeugdwelzijnswerk kan daaraan dan ook op een structurele manier bijdragen door bijvoorbeeld een input in de lerarenopleiding. Wat betreft het tweede spoor, hebben we noch de intentie om reeds bestaande initiatieven te vervangen, noch om zelf acties te ontwikkelen. Specifieke projecten die ontwikkeld en aangeboden worden door organisaties als o.a. Arktos, Groep Intro en Profo, bieden heel wat inspiratie en uitdaging. Vanuit onze focus en opdrachten wensen we zowel op een meer theoretische manier als op een daadwerkelijk praktische manier, met deze ‘wondere maar soms bijzonder pijnlijke wereld’ in contact te treden. Zo kan indien dit noodzakelijk blijkt, ons opdrachtenkader geëvalueerd worden en kunnen we bekijken of er iets veranderd dient te worden in ons takenpakket. En we blijven niet wachten tot men ons vraagt: we gaan actief op zoek naar goede praktijken en mensen en trachten dit te versterken. Vandaag zijn het 1531 jongeren en dat zijn er welgeteld 1531 te veel! Als CMGJ kiezen we er uitdrukkelijk voor om de stem van Sahin te versterken.
!Dossier De redactie vroeg op de valreep een reflectie op dit geheel aan Johan Boucneau, beleidsmedewerker onderwijs stad Genk, Sociale Zaken. Misschien een oproep? Johan Boucneau: “Waarover zou ik het graag nog willen hebben met mensen op café, tijdens een rechtstreeks gesprek, in functie van oplossingen…?” 1. Waarom lees ik niets over de situatie van de meisjes ? 2. Waarom blijf ik het enigszins paradoxaal vinden: de fundamentele vrijheid en pedagogische autonomie voor het onderwijs (met de daaraan verbonden financiering en muren) en hoe die angstvallig verdedigd wordt door de Mieke Van Heckes van deze wereld versus ‘Het onderwijs kan de verantwoordelijkheid voor deze jongeren niet alleen opnemen’? 3. Hoe komt het dat we binnen een netwerk als een lokaal overlegplatform gelijke onderwijskansen er tot dusverre maar -ondanks al die pleidooien voor samenwerking- niet in slagen om een gedeelde visie en aanpak te ontwikkelen? Betekent netwerken altijd eerder vergaderen dan werken? Is de problematiek te complex? 4. Waarom ontwaar ik zoveel pessimisme en defaitisme binnen en tussen de lijnen? Waarom is er te weinig innovatief denken? Zijn we moe? 5. Waarom investeren we inderdaad zoveel enkel in de jongste leeftijdsgroepen en met de weinig beschikbare middelen minder in beleidsmatig werken? Waarom zitten veel van de hoogstopgeleiden niet ‘aan het front’? Ook een weloverwogen keuze? 6. Waarom mis ik het jeugdwelzijnswerk als echte krachtige partner aan heel wat tafels? Wiens verantwoordelijkheid is dat? 7. Wie legitimeert die verspilling van jongs af aan van al dit interessante talent? Is dat echt gepermitteerd? Johan Boucneau: “Dit is geen agenda voor nog maar een vergadering... Soms moeten we weg van die tafel, iemand een idee?” Op de valreep las onze redactie ook het artikel in Focus, oktober 2011: ‘Preventie en remediëring in het middelbaar onderwijs. De school kan het verschil maken’, geschreven door journaliste Isa Van Dorsselaer in opdracht van de Koning Boudewijnstichting en te raadplegen via www.kbs-frb.be/Enews/focus/03/nl/index.html. Het artikel biedt alleszins een antwoord op vraag vier.
!Schrap 15
!Ons team Het nieuwe team van CMGJ uit de startblokken
Met de nieuwe start van het CMGJ werd ons team de voorbije maanden grondig uitgebreid. Het team is inmiddels voltallig en de taken werden verdeeld. Wie doet wat? Een korte voorstelling van onze teamleden.
Dirk Roelandts
Coördinator
Studie readaptatiewetenschappen. Mijn eerste werk was bij een jeugdbeweging waar ik géén lid van was. Verder gewerkt bij gemeentebesturen als coördinator jeugdwelzijn, cultuurfunctionaris, diensthoofd gemeenschapscentrum, diensthoofd vrije tijd, vormingswerk met gedetineerden. Thema’s die me interesseren: diversiteit, organisaties, talent, communicatie, mijn team. 16 !Schrap
!Ons team Marina Hanot Eindverantwoordelijke
Administratieve opleiding. Gewerkt binnen het onderwijs, vormingsinstellingen en de voorbije 22 jaren de papierwinkel van het CMGJ verzorgd… Het toffe aan mijn job is het steeds opnieuw ontmoeten van nieuwe mensen en het aangaan van nieuwe uitdagingen.
Ina Arts
stafmedewerker jeugdwerk en kwaliteitswerking
Cetin Ikiz
stafmedewerker jeugdwelzijnswerk en educatie
Afgestudeerd als beeldhouwster. Beginnen te werken bij vzw Mardijck, overgevloeid naar het CMGJ. In het verleden voornamelijk vorming gegeven aan gedetineerden en samengewerkt met Villa Basta. Nu vooral bezig jeugdbewegingen.
met
toegankelijkheid
van
Kim Luys
stafmedewerker justitie en toegankelijkheid
Studies maatschappelijk werk, met plezier vijf jaar vrijwilligerswerk bij het CAD, eerste werk was VCLB en nu bijna twee jaar stafmedewerker bij CMGJ. Dingen die me boeien: detentie en justitie, groepsprocessen, raadsels, zoeken naar uitdagingen…
Opleiding intercultureel bemiddelaar. Laatste decennia als jeugdwelzijnswerker tewerkgesteld in Gigos Waterschei. Heb een carrière achter de rug als bedrijfsleider, eigenaar kebabzaak en cafébaas, soms ook als sinterklaas . Kinderleed en armoede maken mij kwaad, dit is ook werk voor onze overheid.
!Schrap 17
!Ons team Valerie Engelen
stafmedewerker lokale overheden en maatschappelijke kwetsbaarheid
Maatschappelijk werker van opleiding. Vier jaar voortrajectbegeleider geweest bij LOOA vzw.
Lily Vanopdenbosch stafmedewerker info en communicatie
Studie Germaanse talen en opleiding desktop publisher. Volgt nog een opleiding tot goudsmid. Voorheen communicatieverantwoordelijke bij VIVA-SVV.
Ik behoor tot de laatste generatie die nog weet hoe het is om als kind op te groeien zonder GSM.
Gebeten door juweelontwerp en edelsmeden, design en kunst.
Uitdagingen voor ons CMGJ-team? •• Er staan als nieuw, gemotiveerd, enthousiast en deskundig team! •• Er staan als steunpunt en expertisecentrum en het steeds weer zorgen voor de nodige middelen om onze doelstellingen te bereiken. •• Vernieuwende projecten op poten zetten zoals het drempelspel en levensloopspel binnen het jeugdwerk, daderprofiel binnen justitie, Het Groot Geheim binnen het jeugdwelzijnswerk en het werken aan toegankelijkheid op alle terreinen. •• Wij willen vooral al onze ervaringen en motivatie bundelen om een verschil te maken! “Het CMGJ heeft een duidelijke nieuwe start gemaakt met dit beleidsplan. Er worden duidelijke keuzes naar voor geschoven. Er is opnieuw een basis om in Limburg inhoudelijke ondersteuning uit te bouwen voor de doelgroep maatschappelijk kwetsbare jongeren. Het beleidsplan biedt een goed kader om de basis terug uit te bouwen. De verankering met Uit de Marge (landelijke organisatie) en vzw Villa Basta werd duidelijk toegelicht en bieden kansen tot een kwaliteitsvolle uitbouw van de organisatie.” (Uit de beoordeling van het beleidsplan van CMGJ door de provincie). Hier zijn we erg tevreden mee en best fier op. In een tijdsbestek van nauwelijks vijf maanden werd de basis gelegd voor een toekomstgerichte werking. In het najaar starten de eerste vormingen en worden verschillende intervisiegroepen opgestart. 18 !Schrap
!In de kijker Vorming creativiteit Het CMGJ organiseert een vormingstraject rond creativiteit. Creativiteit wordt elke keer vanuit een ander standpunt bekeken. Je kan je voor elke vorming apart inschrijven. Creatief denken ‘Pirates of the creativity’ In deze workshop krijgen deelnemers een inleiding in ‘Toegepast Creatief Denken’. Je ontdekt je eigen vastgeroeste denkpatronen en maakt kennis met het out-of-thebox denken. Na het volgen van de workshop ben je beter in staat je creativiteit aan te spreken. Je verbeeldingskracht is versterkt waardoor je sneller de kansen en mogelijkheden ziet rond een bepaald thema. De workshops zijn luchtig, interactief, concreet en inspirerend. Docent: Frank Jordens (COCD) Datum: 10 november 2011 Locatie: Chiroheem, Heidestraat 159, 3590 Diepenbeek Prijs: 20 euro Artistieke technieken Tijdens deze vorming krijg je de kans om te proeven van verschillende creatieve technieken. Deze technieken kan je doorgeven aan kinderen en jongeren. Deze vormingsdag is gepland in het voorjaar 2012. Meer info volgt nog. Creatieve spelen We kennen allemaal de traditionele spelletjes zoals ‘zakdoek leggen’ en vlaggenroof, maar nu is het eens tijd voor iets anders en nieuw. Meer info volgt nog.
? ? ? ? ? ? ? ? ? ? Vraag jij je ook af wat Het Groot Geheim is? Wij weten al één ding: iedere jeugdwelzijnswerker van Limburg komt hiervoor in aanmerking.
?
Reserveer alvast 27 oktober 2011 van 13u tot 16.30u in je agenda. Wil je graag meer weten*? In onze E-nieuws lees je er meer over!
*Hint 1: The Police
?
?
Het Groot Geheim...
??
?
?
?
? ?
Inschrijven en info:
[email protected]
!SCHRAP Colofon Eindredactie: Dirk Roelandts Redactie: Ina Arts, Valerie Engelen, Cetin Ikiz, Kim Luys, Dirk Roelandts, Lily Vanopdenbosch Verantwoordelijke uitgever: Marina Hanot, p/a Boslaan 27, 3600 Genk Vormgeving: Lily Vanopdenbosch Beelden: Shutterstock !Schrap is gratis en verschijnt driemaandelijks !Schrap wordt uitgegeven door het Centrum voor Maatschappelijke Gelijkheid en Jeugdwelzijn vzw met de steun van de provincie Limburg afdeling Jeugd !Schrap, Boslaan 7, 3600 Genk, tel. 089 84 50 04, www.cmgj.be,
[email protected]