SECUNDAIR ONDERWIJS
Onderwijsvorm:
TSO
Graad:
Derde graad
Jaar:
eerste en tweede leerjaar
Studiegebied:
Grafische technieken
FUNDAMENTEEL GEDEELTE Optie(s):
Grafische technieken
Vak(ken):
TV Grafische technieken
Vakkencode:
IT-s
Leerplannummer:
2002/260 (vervangt 99020)
Nummer Inspectie:
2002/149//1/N/SG/1/III/ /D/
9 lt/w
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
1
INHOUD inhoud....................................................................................................................................................... 1 visie .......................................................................................................................................................... 2 beginsituatie ............................................................................................................................................. 3 algemene doelstellingen .......................................................................................................................... 4 leerplandoelstellingen / leerinhouden ...................................................................................................... 6 pedagogisch-didactische wenken en timing .......................................................................................... 21 minimale materiële vereisten ................................................................................................................. 25 evaluatie ................................................................................................................................................. 26 bibliografie .............................................................................................................................................. 27
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
VISIE Deze polygrafische opleiding leidt op tot startcompetentie van de afgestudeerde in drukvoorbereidende activiteiten en het offsetdrukken op zich. Tevens kunnen afgestudeerden zich verder vervolmaken in 3de jaren van de 3de graad: Tekst- en beeldintegratietechnieken, Bedrijfsgrafiek, Grafische opmaaksystemen, Meerkleurendruk- Drukwerkveredeling, Zeefdruk of hun studies vervolledigen in het Grafisch Hoger Onderwijs. (cf. Beroepsprofiel Sectorcommissie VLOR) Het voorgaande houdt in dat de opleiding zich richt op: Grafische vormgeving: - basisvaardigheden bezitten aangaande het manueel en computergestuurd ontwerpen van het klassiek gelegenheids- en handelsdrukwerk, tijdschrift en boeklay-out; - verantwoord monteren, ook van gemengde vormen (keervorm, stolpvorm, enkelvoudige vorm) in functie van kopie, druk en afwerking; - basisvaardigheden bezitten aangaande manueel en gestuurd retoucheren; - ontwikkelapparatuur kunnen bedienen; - uitvoeren van reprografische opnamen. de klemtoon ligt op het doelgericht en esthetisch ontwerpen, rekening houdend met de specifieke uitvoeringsmodaliteiten van een opdracht en de druktechnische uitvoering. De leerlingen leren omgaan met tekst en beeld. Via het doelgericht verzamelen, interpreteren en creatief verwerken van diverse informatie kunnen zij tot eigen realisaties komen.
Druktechnieken: - grootmontage, kopie en proefdruk van één- en meerkleurenwerk op verantwoorde wijze uitvoeren; - het kunnen drukken via offset van één- en meerkleurenwerk op een tweekleurenoffsetpers; - densitometrisch en visueel beoordelen van drukwerk. Nabehandelen van drukwerk: - het vernissen en het gebruik van speciale inkten verantwoord toepassen; - nummeren, vouwen, nieten, perforeren, stansen, rillen, pregen toepassen in functie van verschillende drukwerken. Kostprijsberekening: - kostprijsramingen kunnen opstellen; - ordervoorbereiding opstellen; - kostprijsberekening opmaken. Kwaliteitszorg - nastreven van kwaliteit bij elke deelhandeling en een kritische kwaliteitsbenadering van het afgewerkte product. Beheersen van volgende attitudes: - zin voor creativiteit; - zin voor esthetisch verantwoord drukwerk; - zin voor netheid, orde; - zin voor veiligheid en hygiëne; - verantwoordelijkheidszin o.m. ook voor de milieuproblematiek; - communicatieve vaardigheid; - zin voor samenwerking; - bedrijfsgericht zijn.
2
TSO - 2de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
3
BEGINSITUATIE De leerlingen hebben reeds een basisopleiding gehad in de "Grafische technieken" in de 2de graad, TSO Grafische technieken of Grafische wetenschappen. De leerlingen beheersen de daar gestelde doelstellingen en de eraan gerelateerde leerinhouden. Reglementair kunnen ook leerlingen voor deze optie inschrijven die in de tweede graad een andere optie (TSO) of een andere onderwijsvorm (zie vigerende reglementering) gevolgd hebben. Voor deze leerlingen worden, buiten de gewone lesuren, inhaallessen of bijsturingsmomenten ingelast met de bedoeling de vereiste basiskennis te verwerven. Het is aan de leraren om te bepalen welke de essentiële basiskennis en vaardigheden zijn die moeten hernomen worden, dit rekening houdende met de individualiteit en voorkennis van elke leerling.
TSO - 2de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
4
ALGEMENE DOELSTELLINGEN Deze opleiding verstrekt een hoofdzakelijk cognitief gerichte "polygrafische" opleiding die de leerlingen een startcompetentie bezorgt naar de verschillende deelsectoren van de grafische industrie. Na het doorlopen van een voortgezette opleiding in de 3de leerjaren van de 3de graad of een in-service-training in de grafische industrie kunnen zij ingezet worden voor: - de hedendaagse pré-press activiteiten; - het drukken van meerkleurenwerk; - de calculatie. De leerlingen: subvak Grafisch ontwerpen (2+2 u./w.): - verwerven basisvaardigheden om, op esthetisch verantwoorde wijze en rekening houdende met druktechnische eisen, ontwerpen van meerkleuren-, gelegenheids- en handelsdrukwerk te realiseren; - kunnen een definitieve technische lay-out opmaken; - kunnen een paginamontage uitvoeren. subvak Elektronische tekst- en beeldintegratie (3+3 u./w.): - kunnen een tekstopmaak-, een teken- en een beeldbewerkingsprogramma gebruiken zodat zij op een verantwoorde wijze een kopij van gelegenheids- en handelsdrukwerk kunnen aanpassen, bewerken, scannen en/of monteren; - kunnen uitvoersystemen te hanteren; - kennen toepassingen van netwerken en elektronische post. subvak Grafische esthetica (1+0 u./w.): - kennen, uitgaande van het ontstaan van de boekdrukkunst, de evoluties binnen de grafische esthetica. subvak Grondstoffen (1+1 u./w.): - kennen soorten papier en drukinkt in functie van het maken van een verantwoorde keuze bij het voorbereiden en drukken van divers drukwerk. subvak Pré-press en druktechnieken (2+2 u./w.): - weten hoe een tweekleuren offsetpers werkt; - kunnen halftoon- en rasteropnamen realiseren; - kunnen micro- en macromontages uitvoeren; - kunnen meerkleuren montage en drukvormvervaardiging uitvoeren; - kunnen drukwerk beoordelen op basis van densitometrische gegevens; - kunnen onderscheiden afwerkingstechnieken inzetten; - verwerven kennis betreffende automatisatie van persen en randapparatuur; - kennen de principes van rotatie-, diep-, flexodruk, droge offsetdruk en digitale druk. subvak Calculatie (0+1 u./w.):: - verwerven inzicht in de samenstelling kostprijsfactoren van drukwerk; - kunnen een kostenraming opmaken voor gelegenheids- en handelsdrukwerken; - kunnen een ordervoorbereiding uitvoeren. Attitudes: - hebben oog voor kwaliteitszorg; - leven de hygiëne- en veiligheidsvoorschriften na; - hebben zin voor creativiteit; - hebben zin voor esthetisch verantwoord drukwerk; - hebben zin voor orde en netheid; - weten hoe te communiceren; - kunnen zelfstandig werken; ontwikkelen verantwoordelijkheidszin met aandacht voor de milieuproblematiek. kunnen werken in groep.
TSO - 2de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
5
Vakoverschrijdende eindtermen (VOET). Daarnaast levert de leraar (ook diegene van het vak dat in dit leerplan aan bod komt) mede zijn bijdrage tot de realisatie van de vakoverschrijdende eindtermen (VOET). Vakoverschrijdende eindtermen zijn minimumdoelen die niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar onder meer door middel van meerdere vakken of onderwijsprojecten kunnen worden gerealiseerd. Zij zijn in eerste instantie een opdracht voor het hele schoolteam. Om uit te maken hoe alle vakoverschrijdende eindtermen op schoolniveau kunnen gerealiseerd worden, zijn afspraken nodig tussen de collega’s van alle vakken. Het is aangewezen om deze afspraken formeel vast te leggen. In sommige vakken kunnen bepaalde VOET uitdrukkelijker aan de orde komen dan in andere. Leerplannen kunnen dan ook verwijzingen naar VOET bevatten als de binding tussen de vakgebonden doelstellingen en de VOET evident is. Indien de vakgroep nog andere VOET realiseerbaar acht binnen een vak, wordt dit vastgelegd in een verslag waarin zowel de visie en de planning zijn opgenomen. Bij de aanvang van het schooljaar maakt de leraar een oordeelkundige keuze van de leerinhouden waarmee hij de vakgebonden en vakoverschrijdende doelstellingen wil realiseren (bij voorkeur na overleg met de vakgroep) en stelt een jaar(vorderings)plan op waarin hij de leerstof op een evenwichtige wijze verdeelt over het beschikbare aantal lestijden.
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
6
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN SUBVAK GRAFISCH ONTWERPEN 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen: 1
• • •
kennen de basisprincipes van de typografie. kunnen praktische typografische oefeningen uitvoeren. kunnen typografisch gelegenheidsdrukwerken ontwerpen en analyseren met oog voor esthetische en druktechnische waarde.
1 • • • • • • • •
typografie grafische ontwerpen en/of drukwerk analyseren en beoordelen compositie, sfeer en vorm maatstelsels harmonie contrast verhouding letterbeeld letterfamilie
2
kunnen het paginaconcept voor een geanalyseerde kopij bepalen.
2 • •
kopij analyseren paginaconcept: zetspiegel.
3
• • • • •
kunnen variaties op een bestaande advertentie uitwerken. kunnen een halftoon omzetten in een lijnbeeld. kunnen een ontwerp maken met een lijnbeeld. kunnen divers drukwerk ontwerpen en opmaken. kunnen een vierkleurenontwerp uitwerken voor realisatie op een tweekleurenpers. kunnen een ontwerp van drukwerk opsplitsen in deeltekeningen.
3 • • • • • • • •
ontwerpen logo huisstijl ( briefhoofd, naamkaart, factuur, omslag...) familie- en gelegenheidsdrukwerk. handelsdrukwerk of huisstijllogo. halftoon lijnwerk opmaak tweekleurendruk opmaak vierkleurendruk
kennen de principes van de kleurenleer. kunnen de basisprincipes van de kleurenleer toepassen in eigen werk.
4 • • • • •
kleurenleer kleurwaarneming primaire, secundaire en tertiaire kleuren tertiaire kleuren additieve en subtractieve menging verzadigde en onverzadigde kleuren
•
4
• •
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
Decr. nr.
7
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen:
• •
kleursystemen: Pantone en proceskleuren kleurenpsychologie
5
kunnen montages maken.
5 •
montage deeltekeningen realiseren
6
•
6 • • • • • • •
berekenen en uittekenen lay-out dummy meten en maatbepalingen montage technische lay-out enkelvoudig gelegenheidsdrukwerk als meerkleurenwerk deel- en uitvoeringtekening
•
kunnen drukwerk berekenen en uittekenen. kunnen een dummy maken van een ontworpen drukwerk en de technische lay-out ervoor opstellen.
SUBVAK ELEKTRONISCHE TEKST- EN BEELDINTEGRATIE 1ste leerjaar: 3 lestijden/week, 2de leerjaar: 3 lestijden/week Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen:
7
• • •
8
• • • •
kunnen computerapparatuur beschrijven en deelapparatuur onderscheiden. kunnen de computer- en randapparatuur bedienen. kennen de basiswerking van besturingssoftware en kan eenvoudige problemen oplossen.
7 • • • • • •
hardware en besturingsystemen computerapparatuur computerconfiguratie randapparatuur systeemsoftware extensies software randapparatuur
kunnen eenvoudige teksten ingeven en verbeteren. kunnen de verschillende functies van een tekstverwerkingsprogramma onderkennen. kunnen eenvoudige lay-outs maken in een tekstverwerkingsprogramma. kunnen teksten exporteren naar een opmaakprogramma.
8 • • • • •
tekstopmaakprogramma tekstverwerking opmaken monteren lay-out menu’s
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
Decr. nr.
8
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen:
9
• • • • • •
kunnen eenvoudige illustraties tekenen en bewerken met een tekenprogramma. kunnen illustraties exporteren en importeren. kunnen ingescande illustraties natekenen. kunnen uitvoertekeningen realiseren. kunnen illustraties naar bestaande modellen tekenen en bewerken . kunnen tekeningen exporteren naar verschillende opmaaksystemen.
• • • 9 • • • • • • • • • • •
commando’s paletten diverse functies tekenprogramma illustraties uittekenen illustraties natekenen illustraties bewerken importeren bewaren/exporteren montage uitvoeringstekening naar model tekenen menu’s commando’s paletten diverse functies
•
10
• •
kunnen zelfstandig werken met een opmaakpakket. kunnen bestaande teksten en illustraties verwerken.
10 • • • • • • • • •
opmaakprogramma typen tekst verwerken illustraties plaatsen en aanpassen basisregels compositie basisregels typografie menu’s commando’s paletten diverse functies
11
•
kunnen logo's, zwart/wit foto’s en kleurbeelden scannen en bewerken. kunnen verschillende functies toepassen om een foto kwalitatief te verbeteren. kunnen verschillende filters gebruiken om speciale effecten te bekomen. kunnen gemaakte beelden exporteren naar verschillende opmaaksystemen.
11 • • • • • • •
beeldbewerkingsprogramma beeldmanipulatie kleurencorrecties retoucheren van beelden scannen en bewerken bewaren en exporteren van beelden menu’s commando’s
• • •
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
Decr. nr.
9
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen:
12
• • •
kunnen een eenvoudige opmaak verwezenlijken naar bestaande voorbeelden. kunnen pagina's printen en belichten. kunnen impositie toepassen op gemaakte lay-outs.
• •
paletten diverse functies
12 • • • •
tekst- en beeldintegratie opmaak montage scannen impositie
13
kunnen uitvoersystemen hanteren.
13
filmbelichting
14
kunnen het gebruik van netwerken beschrijven en illustreren.
14 • • • • •
netwerken als communicatiemiddel elektronische post digitaal publiceren maken van ontwerpen met bediening van multimedia integratie van vorm, beeld en geluid
SUBVAK GRAFISCHE ESTHETICA 1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 0 lestijden/week Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen: 15
• •
kunnen artistiek en toegepast grafisch werk uit diverse periodes (cf. leerinhouden) bespreken en appreciëren. kunnen kunstperiodes (cf. leerinhouden) bestuderen en ontdekken via voorbeelden en hun invloed op grafische realisaties bepalen.
15 • • • • •
periodes en meesters Renaissance en zijn typografische ontwikkelingen - Johan Gutenberg - Claude Garamond - Aldus Manutius Christoffel Plantijn en zijn tijd - Albrecht Dürer Roccoco en zijn typografische ontwikkelingen - Pierre Simon Fournier - De familie Didot - Romains du Roi, Philippe Grandjean Classicisme en zijn typografische ontwikkelingen - John Handy Romantiek en zijn typografische benadering - Giambattista Bodoni - Firmin Didot
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
Decr. nr.
10
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen:
• • • • • • • • • • • •
Realisme en de invloed op het grafisch werk - Henri Toulouse-Lautrec Kubisme en de invloed op het grafisch werk - Pablo Picasso - Morris Benton Der Blaue Reiter en de invloed op het grafisch werk - Paul Klee De Stijl en de invloed op het grafisch werk - Piet Mondriaan Bauhaus en de invloed op het grafisch werk - Der Dada Merz bladen van Kurt Schmitter - Paul Renner (Futura) Typografie hors concours - Piet Zwart - Hendrik Werkman Pop-art en de invloed op grafisch werk - Andy Warhol Roy Lichtenstein- Victor Vasarely - De Zwitserse stijl Trump Mediaeval Fotorealisme en de invloed op grafisch werk - Gerhard Richter - Typografisch eclectisme New Wave typografie - Francis Bacon - Avant Garde gothic Superrealisme en de invloed op grafisch werk - George Segal - John Davis - Francis Bacon Conceptual art en de invloed op grafisch werk - Daniël Buren - Herman Zaph technologische evolutie sinds 1980 en de invloed op grafisch werk - Erik Spiekerman
16
kunnen typografisch werk waarderen en via analyse typografische genres, ontwikkelingen en evoluties ontdekken.
16
zie nr. 15
17
weten hoe lettertypes ontstaan zijn en kunnen ze in functie van een 17 bepaalde tijdsgeest, technische evoluties en kunstrichtingen situeren.
zie nr. 15
18
•
zie nr. 15
• •
kunnen belangrijke meesters (cf. leerinhouden) binnen hun 18 tijdsgeest plaatsen en bespreken. kunnen van belangrijke meesters (cf. leerinhouden) de invloed op de grafische realisaties en evoluties van hun tijd bepalen. kunnen van belangrijke meesters (cf. leerinhouden) werken - in het bijzonder het grafisch werk - observeren, appreciëren en bespreken.
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
11
SUBVAK GRONDSTOFFEN 1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen: 19
kunnen de eigenschappen van papier aantonen en de gevolgen bespreken in relatie tot de offsetdrukproces.
19 • • • • • •
eigenschappen en kenmerken van papier dikte opdikking gewicht sterkte doorschijnendheid watermerken
20
kunnen, via eenvoudige observatie en/of proefnemingen, de eigenschappen vaststellen en de gevolgen ervan voor het drukproces verwoorden.
20 • • • • • •
vaststellen van de volgende papiereigenschappen looprichting bij papier en karton boven- en onderzijde van papier oppervlaktelijming strijken gladheid pH
21
•
21 • • • • •
papierformaten standaardpapierformaten of boekformaten eenheidsformaten of DIN-formaten papiergewicht of grammage het snijden van papier informatie en berekening bij inkoop en verwerking van papier
• •
kunnen de verschillende standaard- en eenheidsformaten van papier onderscheiden. kunnen de toepassingen van standaard- en eenheidsformaten van papier aangeven. kunnen, voor een bepaald boekwerk en voor een hoeveelheid affiches of handelspapier, een verantwoorde inkoop van papier realiseren.
22
kunnen de specifieke oppervlaktebehandeling van machineglad, éénzijdig glad en gesatineerd papier bespreken.
22 • • •
oppervlaktebehandeling machineglad papier éénzijdig glad papier gesatineerd papier
23
kunnen de toepassingsgebieden van machine- en nagestreken papier met gegoten toplagen en illustratiedrukpapier aangeven.
23 • • • •
papier met strijklagen machinegestreken papier (maco) nagestreken papier (kunstdruk) papier met gegoten toplagen (chromecote) illustratiedruk
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
Decr. nr.
12
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen: 24
25
kunnen papieren met speciale nabewerkingen onderscheiden en hun 24 toepassingsgebieden en specifieke behandeling gedurende het • drukproces aangeven. • • • kunnen de voorwaarden tot de meest optimale wijze van 25 papier opslaan aangeven. • • kennen de wijze waarop controles op de waarde van papier • kunnen uitgevoerd worden alvorens te verwerken • aangeven. •
speciale nabewerkingen lamineren en cacheren persingen kreppen papieropslag. behandeling en controle relatieve vochtigheid en zijn consequenties papierverzorging en controle soorten papierafval
26
kunnen, via observatie en proefnemingen op papier, eigenschappen vaststellen en voor de gevolgen ervan oplossingen aanreiken.
26 • • • • • • • •
papieronderzoek absorptie en porositeit gladheid plukvastheid vezelen en stuiven beschrijfbaarheid radeerbaarheid opaciteit doorzicht
27
kunnen de specifieke benadering van kunststof, aluminium en N.C.R.-papieren voor het drukproces beschrijven.
27 • • • •
speciale papiersoorten en drukdragers kunststof aluminium N.C.R.-papieren (zelfkopiërend papier) karton: golfkarton
28
• •
kunnen het keren, stolpen en draaien van papier op de pers 28 beschrijven. • kennen de milieuproblemen bij papiergebruik. • • •
papierbehandeling op de pers keren stolpen draaien milieuaspecten
29
kunnen de samenstelling van drukinkten verwoorden.
29
de samenstelling van drukinkten verwoorden
30
kunnen de verschillende bestanddelen die kleur geven aan de inkt benoemen.
30 • •
bestanddelen die kleur geven aan de inkt kleurstoffen (oplosbaar) pigmenten (onoplosbaar) - hun natuur - het Flushingprocédé - hun functie.
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
Decr. nr.
13
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen:
• • • 31
• •
kunnen de samenstelling en de functies van het bindmiddel 31 beschrijven. • kunnen vette van vloeibare inkten onderscheiden naar • aanleiding van hun specifieke bindmiddelen. • •
32
kunnen de rol van drogingsproducten omschrijven en er voorbeelden 32 van geven. • • • •
33
kunnen voorbeelden van toevoegsels geven die in de drukkerij gebruikt worden en hun functie beschrijven.
33
• •
34
34
kunnen de functie van het drogingsproces formuleren. kunnen voorbeelden geven van drogingsprocessen en er het toepassingsgebied van aanduiden.
• • • •
• •
zwarte pigmenten met o.m. Lampzwart, Carbonzwart, Channelblack, Furnaceblack witte pigmenten met o.m. ondoorschijnende en doorschijnende witte pigmenten, de vulstoffen gekleurde pigmenten met o.m. minerale pigmenten, lakken, toners, organische pigmenten het bindmiddel, functies samenstelling samenstelling van het bindmiddel van de vette inkten met o.m. oliën, plantaardige oliën, minerale oliën, harsen aard van het bindmiddel bij vette inkten: monodisperse en polydisperse bindmiddelen samenstelling van het bindmiddel van vloeibare inkten met o.m. synthetische harsen, plastifieermiddelen, vluchtige oplosmiddelen drogingsproducten siccatieven of drogingsproducten anti-droogproducten wassen correctieproducten van de viscositeit en de trekkracht of tack" toevoegsels of verlengingsproducten gebruikt in de drukkerij vloeibare verdunningsmiddelen compounds verlengingswitten siccatieven of drogingsproducten de hechting van de kleur op de beelddrager of de droging van de inkten begripsomschrijving: droging; drogingsprocessen met o.m. opslorping, selectieve filtering, oxydatie, verdamping van het oplosmiddel, ultravioletdroging, infrarooddroging, warmeluchtdroging, droging door elektronenstraling.
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
Decr. nr.
14
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen: 35
• •
36
• • • •
kunnen, via observatie en/of proefondervindelijk onderzoek, de eigenschappen van drukinkten vaststellen. kunnen voorbeelden geven van situaties waarin deze eigenschappen belangrijk zijn.
35 • • • • • • • • • • •
onderzoek van eigenschappen viscositeit kleur trekkracht of "tack" inktfijnheid lichtechtheid dekking of transparantheid wrijfvastheid slijtvastheid bestendigheid tegen zepen parafine oliën...
kunnen een inktetiket lezen en interpreteren. kunnen veilig omgaan met drukinkten. kunnen de invloed van de verwerking van drukinkten op het milieu verwoorden en maatregelen voorstellen voor een milieuvriendelijke aanwending van deze inkten. kunnen drukinkten aan de drukdrager aanpassen.
36 • • • •
studie van drukinkt inktetiket veiligheid milieuaspecten. aanpassen van drukinkten aan de drukdrager.
SUBVAK PRÉ-PRESS EN DRUKTECHNIEKEN 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen: 37
kunnen de evolutie van steendruk tot offsetdruk in grote lijnen beschrijven.
38
• •
kunnen op de éénkleurpers en op een afbeelding de onderdelen aanduiden en benoemen. kunnen de werking, het onderhoud en de veiligheidsvoorschriften van een éénkleurpers beschrijven.
37 • • 38 • • • •
druktechnieken evolutie van steendruk naar offsetdruk doel van offsetdruk éénkleuroffsetpers onderdelen werking onderhoud veiligheidsvoorschriften
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
Decr. nr.
15
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen: 39
• • •
kunnen op de tweekleurenpers en op een afbeelding de onderdelen aanduiden en benoemen op de. kunnen de werking, het onderhoud en de veiligheidsvoorschriften van een tweekleurenpers beschrijven. kunnen de verschillen tussen een éénkleurpers en een tweekleurenpers aanduiden. kunnen het functioneren van het inktwerk beschrijven. kunnen de wijze waarop het inktwerk veilig en hygiënisch kan gewassen worden omschrijven.
39 • • • •
tweekleurenoffsetpers onderdelen werking onderhoud veiligheidsvoorschriften
40 • • • •
inktwerk wassen afstellen, benodigdheden, materialen veiligheid en hygiëne opslag wasproducten
40
• •
41
kunnen het functioneren van het vochtwerk omschrijven.
41 •
vochtwerk soorten
42
kunnen de soorten inleg- en uitlegapparatuur onderscheiden en weten hoe ermee omgaan formuleren.
42 • •
papierdoorvoer inleg uitleg
43
kunnen de soorten registersystemen omschrijven en weten hoe ermee omgaan.
43
soorten registersystemen
44
kunnen de eigenschappen en het veilig en hygiënisch onderhoud van 44 de soorten rubberdoeken omschrijven. • • • • • kunnen de verschillende druktechnische moeilijkheden onderkennen 45 en oplossingen voor elke moeilijkheid aanreiken. • • kunnen reprografie toepassen (herhaling). 46 • kunnen het nut van pagina- en drukvormmontage • omschrijven. • • kunnen de soorten originelen en de kwaliteit ervan • onderscheiden. • • kunnen de soorten belichtingswijzen onderscheiden. •
45 46
rubberdoek fabricage eigenschappen soorten onderhoud veiligheid en hygiëne druktechnische moeilijkheden inktmoeilijkheden analyseren en oplossen herhaling reprografie camera's, contactkasten lichtgevoelig materiaal: daglicht; donkere kamerfilm beoordeling van originelen: visueel en densitometrisch bepaling van de reproductiefactor en de belichtingstijd afwerken van de grafische film: ontwikkelen - spoelen -
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
Decr. nr.
16
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen:
• 47
• •
48
• • • •
kunnen de verschillende soorten grafische films onderscheiden. kunnen halftoonopnamen in rasteropnamen omzetten. kunnen beelden vrijstellen, manueel en fotografisch.
kunnen eenvoudige micromontages in één kleur en in één kleur met steunkleur maken. kunnen macromontage in één kleur en in éénkleur met steunkleur maken. kunnen montages uitvoeren in één kleur en van een meerkleurenwerk. kunnen katernen tot 32 bladzijden monteren.
drogen - corrigeren 47 • • • • • •
lijnopnamen halftoonopnamen rasterfactor bepalen densiteit meten rasterliniatuur soorten rasters maskeren, manueel en fotografisch vrijstellen van halftoon
48 • • • • • • • • •
•
montage papiermontage micromontage in één kleur: tekstblok, titel, lijn micromontage in één kleur + steunkleur macromontage in één kleur: stolp- en keervorm macromontage in één kleur + steunkleur filmmontage montage in één kleur: positief en negatief meerkleurenmontage: duotoon en quadri monteren van controlestrips katernen katernen van 4, 8, 16 en 32 bladzijden
• 49
kennen de werkwijze voor drukvormvervaardiging.
49
drukvormvervaardiging
50
• •
50 •
positief of negatief werkende plaat grijnen of adoniseren van de plaat
51
standaardbelichting
51
kunnen positief en negatief werkende plaat onderscheiden. kunnen de functie en de wijze van vervaardigen van positief- en negatiefkopie beschrijven, de belichtingstijd controleren en vaststellen met controlestroken. kunnen een standaardbelichting bepalen.
52
kunnen het belang omschrijven van de juiste kopieeromstandigheden 52 i.v.m. ontwikkelen, drogen en gommen.
kopieeromstandigheden
53
kunnen de elementen van de controlestrook omschrijven en ze toepassen op belichting en ontwikkeling.
53
controlemiddelen voor de plaatkopie
54
• •
54
afwerkingstechnieken
kunnen afwerkingstechnieken toepassen. kunnen de verschillende afwerkingstechnieken en hun
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
Decr. nr.
17
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen:
toepassingen omschrijven.
• • • •
vouwen, snijden, afronden hoeken nummeren en perforeren bindtechnieken: nieten, lijmen, naaien rillen en stansen
55
kennen het principe van meerkleurenwerk.
55
meerkleurenwerk
56
kunnen kleurvolgorde bepalen in functie van de persen.
56
kleurvolgorde
57
kunnen het belang van de handelingen vanaf het snijden van de film tot en met de afwerking aantonen.
57
register
58
kunnen het belang van de juiste drukafwikkeling onderkennen en voor specifieke moeilijkheden oplossingen formuleren.
58 •
drukafwikkeling specifieke moeilijkheden: o.m. verlengen en verkorten van het drukbeeld, drukspanning
59
• •
kunnen visueel de effenheid en de egaliteit controleren. kunnen densitometrische waarden beoordelen en toepassen. kunnen het nut van de standaardisatie doorheen het productieproces onderkennen.
59 • • • • • •
kwaliteitscontrole en standaardisatie visuele controle van effenheid en egaliteit volvlakdensiteit punttoename rasterdensiteit inktaanname trapping
kennen het werkingsprincipe van de vierkleurenoffsetpers. kunnen de verschillen tussen een tweekleurenpers en een vierkleurenpers beschrijven. kunnen industriële toepassingen van de vierkleurenpers aanreiken.
60 • • • •
offsetpers (vier kleuren) beschrijven van de pers tweekleurenoffsetpers vierkleurenoffsetpers industriële toepassingen
•
60
• • •
61
kunnen bestudeerde automatisering van persen en randapparatuur omschrijven en hun toepassingen aangeven.
61 • • •
automatisatie van de persen en randapparatuur automatische sturingen van persen plaatscanners spectraalfotometrie
62
• • •
62 • • •
veiligheid en hygiëne bescherming van de drukker inrichten van de drukkerij met zijn apparatuur ARAB
•
kennen de basisregelgeving i.v.m. veiligheid en hygiëne. kunnen veilig omgaan met persen en randapparatuur. kunnen veiligheidsvoorschriften in alle omstandigheden respecteren en een werkplek veilig inrichten. kunnen de nodige hygiënische voorschriften bij het werken met producten nakomen.
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
18
SUBVAK CALCULATIE 1ste leerjaar: 0 lestijden/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen: 63
• • •
kennen algemeen bedrijfseconomische begrippen. kunnen met eigen woorden de bedrijfseconomische begrippen omschrijven. kunnen het verband aangeven tussen enerzijds vaste en variabele kosten en anderzijds directe en indirecte kosten.
63 • • • •
• 64
• • • • •
kunnen het begrip prijs in de grafische nijverheid situeren. kunnen de verschillende kostenterreinen en kostengroepen onderscheiden. kunnen voorbeelden van kostenrecuperatieschema's vergelijken. kunnen het begrip verkoopprijs omschrijven en de relatie tussen kostprijs en verkoopprijs aangeven. kunnen de relatie tussen kostprijsberekening en een goed bedrijfsbeheer formuleren.
64 •
• •
• 65
• • •
66
• • • •
kennen methodes van kostprijsberekening. kunnen de onderscheiden kostprijsberekeningsmethodes omschrijven en hun respectievelijke voor- en nadelen vergelijken. kunnen een geschikte kostprijsberekeningsmethode voor de grafische industrie bepalen en hun keuze verantwoorden. weten hoe een analyse van bepaalde kostengroepen en – terreinen opgemaakt wordt. kunnen de loonkostenelementen schematiseren en de begrippen bruto- en nettolonen omschrijven. kunnen de verschillende elementen van de sociale lasten onderscheiden. kunnen het onderscheid tussen betaalde en aanwezige
bedrijfseconomische begrippen vaste en variabele kosten capaciteit en bezetting directe en indirecte kosten verband tussen vaste en variabele en tussen directe en indirecte kosten; -beweeglijkheid variabele kosten. begrip prijs begrip kostprijs en initiërend zijn samenstellende delen: o.m. grondstofkosten, magazijn- en aankoopkosten, loonlasten, afschrijvingen, rente op geïnvesteerd kapitaal, onderhoud- en herstellingskosten, producten verbruik en hulpmiddelen, energieverbruik, algemene kosten, risico's en voorzieningen kostenrecuperatieschema's begrip verkoopprijs kostprijsberekening - bedrijfsbeheer
65 • •
• •
kostprijsberekening integrale kostprijsberekening partiële kostprijsberekening standaardkostprijsberekening keuze van een kostprijsmethode voor de grafische industrie
66 • • • • •
kostengroepen en -terreinen opbouw van de uurkostprijs arbeid brutoloon sociale lasten tijdslasten Sociale Zekerheid
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
Decr. nr.
19
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen:
• • • • • • • • • 67
• •
• • • •
uren, tussen productieve- en niet productieve uren verklaren. kunnen de R.S.Z.-bijdragen van werknemers en werkgevers, alsook de verschillende bijkomende sociale lasten opsommen. kunnen de samenstellende delen van de totale lastencoëfficiënt en de totale loonkostprijs bepalen. kunnen de opbouw van de uurkostprijs materieel omschrijven en daarin vaste en variabele kosten onderscheiden. kunnen het doel en de verschillende afschrijvingsmethoden verklaren. kunnen renteberekeningen op geïnvesteerd kapitaal vergelijken. kunnen de noodzaak om zich tegen machinebreuk te verzekeren verklaren, de invloed van de verrekening van de verzekeringspremie op de uurkostprijs bepalen. kunnen soorten variabele kosten onderscheiden. kunnen de invloed van energiekosten en algemene kosten op de uurkostprijs bepalen. kunnen de samenstelling van productenverbruik en hulpmiddelen analyseren. kunnen van prijslijsten hanteren. kunnen een voorcalculatie opmaken voor een concreet drukwerk met vermelding van alle prijzen (papier, inkt, afwerking, uurprijs,...) kunnen nacalculatie uitvoeren en eventuele verspillingen opsporen. kunnen een orderblad analyseren en beoordelen. kunnen een factuur i.v.m. een concreet drukwerk opstellen. kunnen arbeidscontracten van verschillende grafische bedrijven analyseren.
• • • • • • • • • • • • • •
•
67 • • •
•
rijkomende sociale lasten recuperatie van niet-productieve uren toeslagen; totale uurkostprijs per arbeider opbouw uurkostprijs materieel vaste materieelkosten opbouw afschrijvingen rente op geïnvesteerd kapitaal verzekering tegen machinebreuk variabele materieelkosten onderhouds- en herstellingskosten productenverbruik en hulpmiddelen met o.m. grondstoffen, magazijn - en aankoopkosten energieverbruik toeslag algemene kosten
toepassingen voorcalculatie en nacalculatie voor een duidelijk omschreven drukwerk ordervoorbereiding facturatie arbeidscontracten
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
21
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN TIMING Een leerplan is geen handboek maar een leidraad. Algemene doelstellingen Zij vormen oriënteringspunten en geven algemene richtlijnen aan met betrekking tot het vormingsresultaat dat uiteindelijk moet worden nagestreefd. Leerplandoelstellingen De realisatie ervan kan door middel van een theoretische en/of praktische benadering bereikt worden. In de jaarplannen worden ze over de graad gespreid. Zij zijn een nadere differentiatie van de einddoelstellingen en vormen een schakel tussen de algemenere einddoelstelling en de concreet observeerbare lesdoelen. Indien alle leerplandoelen bereikt zijn kan de leerkracht uitbreidingsdoelstellingen toevoegen. Deze doelen kunnen de leerplandoelstellingen en/of bepaalde leerinhouden verder uitdiepen of gericht zijn naar de specifieke, gespecialiseerde uitrusting van de school. Leerinhouden Alle aspecten van het vakgebied komen er aan bod. Leerinhouden zijn een verduidelijking en aanvulling van leerplandoelstellingen en beschrijven er in feite de diepte en de breedte van. Lesdoelstellingen Ze zijn het uitgangspunt van lesopdrachten. Bij de opstelling van lesdoelstellingen gaat de leerkracht uit van de leerplandoelstellingen en de leerinhouden. In tegenstelling tot de leerplandoelstellingen worden de lesdoelstellingen in lesvoorbereiding (als inleiding) geformuleerd in een concreet observeerbaar gedrag. De keuze en de volgorde van de lesdoelstellingen en de daaraan gekoppelde leerinhouden, didactische middelen en opdrachten zijn niet bindend. Wel moet de moeilijkheidsgraad in de loop van de opleiding verhogen. Bij het bepalen van een lesonderwerp waarbij enerzijds een technisch en anderzijds een creatief en inzichtelijk doel betrokken is kan een keuze worden gemaakt uit een samenhang van verscheidene problemen (langs inductieve of deductieve weg). Lesvoorbereiding In de lesvoorbereiding drukt de leerkracht uit wat hij in een bepaalde les wil realiseren. Dat moet zeer concreet zijn zodat de leer- en vormingsprocessen (de didactische methode, de leerstof en de media) er goed op elkaar afgestemd kunnen worden. Didactische aanpak De lesgever tracht van zijn les een afgerond geheel te maken, opgebouwd rond lesfases (herhalen, sensibiliseren, probleemstelling, aanbreng van nieuwe kennis, evaluatie,...). Hij verliest daarbij nooit uit het oog dat het leer- en productieproces, eerder dan het product zelf, centraal staat. De leerkracht legt gedurende de begeleiding onder meer de nadruk op: de verantwoorde keuze van materiaal en materieel, een efficiënte werkorganisatie, geregelde zelfevaluatie, precisie, orde en veiligheid. Het is aangewezen de leerling geregeld te toetsen op zijn opgedane kennis en gemaakte vorderingen (dit volgens vooraf vastgelegde evaluatiecriteria). Theoretische sessies worden ingelast naargelang de behoeften van de leerlingen en bij voorkeur inspelend op de actualiteit en/of de specifieke inhouden van de gevolgde optie. Bezoeken aan diverse grafische bedrijven zijn een nuttige aanvulling van de theoretische en praktische lessen. Bij elke opdracht zorgt de leraar ervoor dat: de leerling kennismaakt maakt met iets nieuws, zowel op het vlak van de techniek, de inhoud als van de vorm = kennismaking; de leerling ertoe wordt aangezet om te onderzoeken, studeren, begrijpen en oefenen = studie; de leerling nieuwe middelen om zijn opdracht te realiseren ontdekt en toepast = toepassing. Belangrijk is dat de opdrachten en bevragend karakter hebben. De leerstofafbakening is geen strak schema maar laat ruimte voor een dynamische en creatieve aanpak door de leraar.
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
22
Administratie De tijd om dit leerplan te realiseren werd berekend op 25 lesweken. Hierin is ook ruimte voorzien voor de persoonlijke inbreng van de leerkracht inzake onderwerpen en accenten. In een jaarplanning geeft de leerkracht aan hoe hij de leerinhouden en opdrachten zal verdelen over de ervoor voorziene lestijden. Regelmatig gaat hij na of alle geplande inhouden binnen de voorziene tijd gerealiseerd worden en zet een paraaf voor gezien. Dergelijk jaarplan is geen strak keurslijf, eventuele tussentijdse correcties en aanpassingen blijven mogelijk. Zij worden toegevoegd aan het jaarplan. Eén kopij van alle jaarplannen is in het bezit van de verantwoordelijke technisch adviseur, één exemplaar is aanwezig in het leslokaal. De leerkracht houdt een agenda bij waarin de te behandelen opdrachten en inhouden per lesdag vermeld zijn. In een evaluatieschrift noteert hij naast de vorderingen van elke cursist de eventuele tekorten en remediëring ervoor. In een werkmap bewaart hij zijn cursussen, verwijzingen naar en/of voorbeelden van didactisch materiaal, een beschrijving en timing van de gegeven opdrachten en een tijdsindeling per vak. Bij betwistingen over beoordelingen of sanctionering kan de lesgever steeds een beroep doen op de administratieve documenten. Gecorrigeerde en besproken werken, de werkmap, examenkopijen, examenvragen en modelantwoorden bieden in dergelijk geval een extra steun. Overzicht van de basisdocumenten: eigen agenda en die van de leerlingen; eigen werkmap(pen) met cursussen, lesvoorbereiding, opdrachtbeschrijvingen, jaarplanning...; de gecorrigeerde taken en overhoringen; kopijen van examens en tussentijdse toetsen; vragen en de modelantwoorden; evaluatieschrift met vermelding van de gebruikte evaluatiecriteria; schriftelijke verwittigingen van de leerling; werkschriften, werkmappen, kaften of de documentatiemappen van de leerlingen; gerealiseerde werken, opdrachten, voorstudies ... contactafdrukken, foto’s, video’s, films, geluidsopnames... De agenda’s van de leerlingen worden ingevuld voor de dag dat de les moet gekend of het werk moet gemaakt zijn, niet op de dag dat de les gegeven werd. De leerkracht zal regelmatig en bij wijze van steekproef de werkmappen en de agenda’s van de leerlingen controleren. De leerling legt minstens één werkmap aan. In de leerlingenwerkmap vindt men o.m.: omschrijving van de opdracht(en) of thema(‘s) + uit te voeren taken; de leerinhoud, verklaring en beoordelingscriteria van de opdrachten; theoretische toelichtingen, incl. verklaring van woorden en/of begrippen en cursussen; documentatie en illustraties i.v.m. de opdrachten, eventueel specifieke bibliografie; schetsen, voorstudies, gebruikte bronnen en/of voorbeelden, een kopij van de bereikte resultaat; de beknopte verantwoording of legitimatie van eventueel onderzoek; de handelingsschema’s die opgesteld worden na elke praktische uitvoering of na elk experiment;... Dergelijke leerlingenwerkmap biedt o.m. de volgende voordelen: leerling en leerkracht kunnen op elk ogenblik nagaan welke opdrachten werden uitgevoerd; leerlingen en leerkracht kunnen steeds nagaan hoe een werk uitgaande van een opdracht is geëvolueerd; de leerling heeft een verklarende lijst van vaktermen en -begrippen, beschrijvingen, illustraties, materieel en materiaal; de leerling kan tot een beter inzicht komen in eigen en andermans werk met behulp van de genoteerde analyse en besprekingen van uitgevoerde opdrachten.
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
23
Het werkschrift blijft behouden gedurende de volledige opleiding. Aantekeningen dienen kort en bondig te zijn. Daar er voortdurend documenten van uiteenlopende aard aan het schrift worden toegevoegd is een ringmap aan te bevelen. Handboeken zijn, naast divers audiovisueel materiaal, hulpmiddelen die de realisatie van het leerplan ondersteunen. Het theoretische onderricht Theoretische lessen dienen zoveel mogelijk geïllustreerd te worden (reproducties, foto’s, dia’s, video’s, filmfragmenten...) of getoetst aan praktijkoefeningen (in het atelier). Vakgroepwerking De leerkrachten technische vakken en praktijkvakken coördineren intensief, zowel vertikaal (van het 1ste jaar, 2de graad naar het 2de jaar, 3de graad) als horizontaal (over de subvakken heen, binnen hetzelfde leerjaar). Teneinde de leerstof zinvol en zonder overlappingen aan te brengen is het noodzakelijk dat de diverse jaarplanningen op elkaar afgestemd worden. Vakoverschrijdend samenwerken en coördineren - ook met vakken buiten de specialisatie van de optie zoals bv. talen, wetenschappen... - is nodig om vakoverschrijdende doelen te realiseren. ICT Informatie en communicatietechnologie biedt een schat aan mogelijkheden. Nooit inzetten van het internet bij het verzamelen van documentatie en informatie is ondenkbaar. Opmerkingen subvak grafisch ontwerpen De leerlingen leren op een esthetisch verantwoorde wijze omgaan met tekst en beeld in functie van drukwerk. Bijzondere aandachtspunten zijn: verzamelen/ontleden/bestuderen van werk van vooraanstaande grafici/bedrijven; esthetische en druktechnische aspecten op elkaar afstellen; nauwkeurigheid, ordelijkheid, organisatie van de werkomgeving; ontwikkelen van gevoel voor compositie (typografie, waarneming, vorm, kleur...); een creatief gerichte denkmethode aanleren; eigen werk en dat van anderen op een kritische wijze benaderen en evalueren...
Suggesties geïntegreerde proef De vakgroep stelt in overleg met de directie en de externe juryleden de geïntegreerde proef op begin van oktober. De geïntegreerde proef bestaat bijvoorbeelduit drie projecten: 1. een manueel ontworpen meerkleurenwerk dat wordt gedrukt, bijvoorbeeld een speelkaart of een logo of een wenskaart ...; 2. een éénbladige folder die ontwikkeld wordt via elektronische tekst- en beeldintegratie en gedrukt wordt; 3. een opgegeven, waarvan het model en de offsetplaten worden gegeven, vierenkleurenwerk. De opdrachten worden gegeven gedurende de maand oktober. Elke leerling ontwikkelt een schetsmatig ontwerp voor 1 december, dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de verantwoordelijke leerkrachten en de jury. Gedurende de periode januari-mei worden de opdrachten uitgevoerd, waarvan de eerste twee voor de paasvakantie. Van elk project wordt door de leerling een bundel gemaakt met naargelang de opdracht daarin: - de schets van het ontwerp; - het ontwerp; - de reprografische behandeling; - de kopie; -
de offsetplaten; de kleurselectie; de gekozen papiersoort; de ordervoorbereiding; de kostprijsberekening voor een oplage van 1000 exemplaren.
Regelmatig wordt door de individuele leerling aan de betrokken leraren verslag uitgebracht, waarbij bijsturingen kunnen gebeuren.
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
24
Voorbeeld puntenverdeling, evaluatie “gip”: 30% van de punten wordt toegekend op de samenstelling van de documenten betreffende de projecten. 40% van de punten wordt toegekend op het afgewerkte product van opgave 1 en 2. 30% van de punten wordt toegekend op: - de afwikkeling van project 3; - de voorstelling van het dossier betreffende de volledige proef.
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
25
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN Volgende opsomming is niet limitatief ruim, licht lokaal met mogelijkheid tot verduisteren; stromend water met aangepaste wasbak; groot afwasbaar bord, gedeeltelijk geruit, een wit bord voor projectie, een prik- of magneetbord; bordtekendriehoek, lat, bordpasser; werktafels; verstelbare stoelen met rugleuning; afsluitbare opbergkasten; papiersnijmachine; hardware: voldoende krachtige machines om recente software probleemloos te gebruiken (bij voorkeur één toestel per leerling), scanner, printer; software: tekstverwerkings-, opmaak-, teken- en beeldbewerkingsprogramma(‘s); montagetafel met vorminslagelement; kopieraam; apparatuur voor het belichten en ontwikkelen van offsetplaten; reprocamera met ontwikkelapparatuur; donkere kamer; lichttafels; één kleur offsetdrukpers; Degel- of cilinderpers; zeefdrukpers (manueel); UGRA-teststrook. Audiovisuele middelen overheadprojector, episcoop of ander projectietoestel; naslagwerken (klasbibliotheek met vaktijdschriften). Algemene opmerkingen De behoeften zijn groot, de middelen doorgaans beperkt. Men hoeft niet te overdrijven maar beneden een bepaald uitrustingsniveau kan geen ernstig werk geleverd worden. Een weldoordacht en rationeel gebruik van de beschikbare financiële middelen dringt zich op. Dit leerplan kan een school niets opleggen betreffende de aanbesteding van de fondsen. Een aanvaardbare minimumuitrusting is echter noodzakelijk. Het strekt tot aanbeveling om de vakleraren via de vakwerkgroep advies te vragen aangaande het stellen van prioriteiten binnen het begrootte budget.
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: Codex ARAB AREI Vlarem. Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: de uitrusting en inrichting van de lokalen; de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel. Zij schrijven voor dat: duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden; de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
26
EVALUATIE De evaluatie geschiedt door middel van deelproeven en eindproeven (zie vigerende regelgeving). De eind- en leerplandoelstellingen zijn het uitgangspunt voor de evaluatie.
Bij elke evaluatie houdt de leerkracht niet alleen rekening met de technische uitvoering waarop maar ook met de voorafgaande werkfasen en met de inbreng van persoonlijke creativiteit. Via evaluatie bepaalt de leraar in welke mate de concreet gestelde doelen bereikt zijn. Een positieve evaluatie gaat uit van hetgeen de leerling heeft bijgeleerd, niet van de tekorten. De evaluatie bestaat erin het werkproces van de leerling te toetsen aan de opdracht en omgekeerd. Voor permanente en objectieve evaluatie is het aangewezen te kunnen steunen op concrete evaluatiegegevens. Evaluatiecriteria die bij voorkeur opgesteld worden door de vakwerkgroep in samenspraak met de directie. Het strekt tot aanbeveling om via het agenda van de leerling de evaluatiecriteria aan de ouders mee te delen. Herhalingsbeurten kunnen aangevuld worden met korte schriftelijke overhoringen, praktijkopdrachten, mondelinge beurten, punten voor observatiegegevens, orde en/of medewerking. Hierbij is het nuttig om voortdurend aandacht te besteden aan zelfevaluatie van de leerlingen. Procesevaluatie kan best gebeuren aan de hand van het verloop van de praktijkopdrachten. Observatie van het affectieve gedrag van de leerling kan aanleiding geven tot aanpassing van een evaluatiecijfer. Door classificatie van evaluatievragen en/of- opdrachten volgens de taxonomie (kennen, kunnen en zijn) zal de leraar in staat zijn het doel van zijn evaluatie te bereiken. Voor praktijkopdrachten kan het examen vervangen worden door een beoordeling van een in een duidelijk afgebakende periode (examenperiode bvb.) gerealiseerd werk. De ideevorming, de onderzoeks- en uitvoeringsfasen gedurende de realisatie van die opdrachten (het proces) zijn daarbij minstens even belangrijk als het gepresenteerde werk (het product). Theoretische leerinhouden (bv. technologie) worden geëvalueerd via schriftelijke proeven. Korte opdrachten en vragen die peilen naar inzicht krijgen daarbij de voorkeur. De evaluatiemomenten worden per school bepaald. Mogelijke evaluatiemomenten zijn: evaluatie van de dagelijkse inzet en het verwerken van de gegeven lessen: punten dagelijks werk (zinvol commentaar en volledige remediëring); evaluatie waar de punten voor langere periodes vermeld staan: examenpunten (vermelden van commentaar, remediëring en klasgemiddelden). Evaluatie geïntegreerde proef: zie “Geïntegreerde proef, hoofdstuk pedagogisch-didactische wenken.
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
27
BIBLIOGRAFIE 1. Algemeen Inleiding in de Kleurenleer, zien, ordenen en reproduceren, GOC, Amsterdam, 1990, ISBN 90 6017 539 5 P. SLEUTEL, Grafisch werktekenen, basisboek voor conventioneel en elektronisch werktekenen, ISBN 90 2985 004 3 (werkboek te verkrijgen) PHh. WESTER, Licht en kleur voor de drukker, ISBN 90 2986 005 7 PH. WESTER, Werkplekorganisatie, ISBN 90 2984 022 6 T. BAZEN, Vormen van letters, een introductie (4 delen), ISBN 90 2984 010 2 BOEK, Over het maken van boeken, Uitgave Gaade. Lithografische Communicatie, (voorbereiden, reproduceren, opmaken), Lakerveld Den Haag, 1992 VAN LOGHUN, S., Handboek grafische communicatie, (1 deel, grafische automatisering), Kluwer VAN LOGHUN, S., Handboek grafische communicatie, (3 delen, praktisch omgaan met drukwerk), Kluwer Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming, Commissariaat voor de bevordering van de arbeid De grafische technieken, Cantecleer Grafisch ontwerpen voor iedereen, Uitgave Gaade Het fenomeen kleur, Cantecleer Inleiding in de kleurenleer, (zien, ordenen, reproduceren), G.O.C., 1983 Kijk, Kwaliteit, (Kwaliteitszorg in de grafische industrie), bis - uitgave ,1990 Kleurtransformatie, (licht en kleur, voorbereiding en kleurendruk), G.O.C., 1990 Mm - Didot - Pica - Inch, (omrekeningstabellen voor de grafische bedrijfstak), Amsterdam, Stadsdrukkerij, 1980 Normen, Brussel, Licap, 1996 Ontwerpen van merken en logo's, Uitgave Gaade Presentatietechnieken voor de grafisch ontwerper, Uitgave Gaade Reizigers in drukkersland? Vereniging beroepsopleiding grafische industrie, Amsterdam, 1971 Tekst in beeld, (toepassingen vorm, kleur), Cantecleer 2. Drukvoorbereiding MICHAEL GRADIAS, Snelgids Photoshop, Easy Computing, Haarlem, vanaf 1998, ISBN 90-5167243-8 MICHAEL GRADIAS, Snelgids Scannen, Easy Computing, Haarlem, 1998, ISBN 90-5167-245-4 HELMUT CLAUS, Scannen, perfecte afbeeldingen met desktopscanners, Addison Wesley, Amsterdam, 1998, ISBN 90-430-0115-5 Een inleiding tot Digitaal Scannen, Agfa Gevaert, Mortsel, 1994 Scannen en drukken, Kammermeier & Kammermeier, Adisson-Wesley, Amsterdam, 1996, ISBN 906789-396 X Print Publishing Guide, The essential resource for Print Publishing, Adobe, San Jose, 1998, ISBN 156830-468-4 TOM ROMBOUT & HENK TYBOSCH, Alles over Pagemaker, voor Windows en Macintosh, AdissonWesley, Amsterdam, vanaf 1994, ISBN 90 6789 412 5 MENNO MOOIJ, Computer-to-plate, degelijke technische bijlage bij de tijdschriften Graficus en Prepress, april 1997 MARC MOMBAERTS EN MISJEL VOSSEN, Goed voor druk, Academia Press, Gent, 1995, ISBN 90382-0076-5 HANS SLEURINK, BOHN STAFLEN VAN LOGHUM, Prepress begrippengids, Houten/Zaventem, 1993, ISBN 90 313 1646 6 GEOFFREY ROGERS, Gids voor de redacteur, Gaade, Veendendaal, 1985, ISBN 90 6017 628 6 Basiskennis Reproductiefotografie, materialen, processen, apparatuur, GOC, Amsterdam, 1983, ISBN 90 6017 524 7
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
28
Van montage tot drukvorm, papiermontage, drukvormmontage en kopiëren, GOC, Amsterdam, 1990, ISBN 90 6017 526 3 STEEVE RIMMER, Werken met grafische bestanden, Addison-Wesley, Amsterdam, 1993, ISBN 90 6789 398 6 ADDISON, W., DTP in de praktijk + CD ROM, 1993 ADDISON, W., Scannen en drukken, 1993 ADDISON, W., Werken met grafische bestanden, 1993 BOHN STAFLEN VAN LOGHUM, Prepress, begrippengids, 1993 ADOBE photoshop, (Ontwerpgids, fotoretouche en beeldverwerking) Alles over Macintosh, Beek, Eindhoven Copyproof, AGFA, 1987 De ADOBE illustratorontwerpgids, Adobe België Het kleine MAC boek. Elektronische beeldverwerking, (voorbereiden, reproduceren, opmaken), G.O.C., 1988 Halftoon-, lijn- en rasterfotografie, G.O.C. Amsterdam Het grafisch productieproces, (voorbereiden, drukken, afwerken), G.O.C., 1984 Kleurreproductie in de grafische industrie, Instituut voor grafische techniek, 1972 Kopiëren I, (Negatief kopie), Leergang grafische bedrijven, Amsterdam, 1968 Kopiëren II, (Positief kopie, kopieermachines, proefdrukkerij), Leergang grafische bedrijven, Amsterdam, 1969 Leidraad voor de vervaardiging van nyloprint geschikte negatieven, Handboek, Et. Plantin Lijnfotografie, Leergang grafische bedrijven, Amsterdam, 1965 Negatiefretouche, kopieren, metaalretouche, leergangen grafische bedrijven, Amsterdam Reproductiefotografie, G.O.C. Gebruikershandboeken Pagemaker, Quark-X-press, Indesign, Photoshop, Freehand, Corel Draw en Illustrator, Adobe België Van montage tot drukvorm, (Paginamontage, drukvormmontage, kopieren), G.O.C., 1984 3. Drukken Meerkleuren offsetdrukken, kwaliteitsbeheersing, GOC, Amsterdam, 1998, ISBN 90 6017 525 5 Offsetdrukken, basistechnieken, GOC, Amsterdam Illustratiediepdruk, diepdruktechniek, machines, besturing, kwaliteit, GOC, Amsterdam, 1998, ISBN 90 6017 778 9 Drukwerkproductie en –begeleiding, David bann, GAADE, Veenedaal, 1985, ISBN 90 6017 629 4 VOORSCHOTEN, Werkzaamheden aan de offsetpers, deel 1, 2, 3, 4, VAM De zeefdruktechniek, (oorsprong, ontwikkeling, methode), Cantectleer Dit is gedrukt ... Maar hoe? Intergrafiareeks nr. 17 Flexodrukken, (substraten, bedrukkingsaspecten, procesbeheersing), G.O.C., 1987 Het drukken van streepjescode-symbolen, Instituut Grafische Technieken, Amsterdam, 1981 Illustratiedrukwerk, (machines, besturing, kwaliteit), G.O.C., 1987 Insluiten van drukvormen, Nieuw Leven, Den Haag Klein offsetdrukken deel A, drukvervaardiging, Uitgeverij VAM Klein offsetdrukken deel B, druktechniek, Uitgeverij VAM Kwaliteitsbeheersing, Meerkleurenoffsetdrukken (voorwaarden voor kopie en druk), G.O.C. algrafische handboeken, 1985 Offsetdrukken, G.O.C. algrafische handboeken, 1988 Offsetdrukken, (meten, controleren, besturen), Uitgave I.G.T., Amsterdam Prenten maken in hoogdruk, (linosnede, houtsnede, houtgravure), Cantectleer Vaktheorie boekdrukken, G.O.C., Amsterdam Verpakkingsdiepdruk, (substraten, bedrukkingsapecten, procesbeheersing), G.O.C., 1989
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
29
4. Afwerking G.O.C., Algrafische handboeken, 1991 Binderlexicon, Uitgave belangengroep boekbinderij, Febelgra Boekbinden, (materialenkennis), Leergang voor het grafisch bedrijf, Amsterdam 1970 Boekbinden, papierverwerking, cartonnage, (Hand-, snee- en persvergulden) Stichting Graphilec, Mijldracht Brocheren en uitgaafbindingen, G.O.C., algrafische handboeken, 1991 Algemene nabewerking, bind- en afwerkingstechnieken, snijden, vouwen, geniet brocheren en vergaren, GOC, Amsterdam, 1991, ISBN 90 6017 953 6 5. Calculatie Boekbinden, Berekenen, Leergang grafische bedrijven, Amsterdam, 1970 Cijfers en normen, Leergang grafische bedrijven, Amsterdam Hoeveel letters, Stichting Graphilec, Mijdrecht Praktisch rekenen, Intergrafiareeks nr. 21 6. Papier PELS, C., Papier, Stichting Graphilec, Mijdrecht VAN MALDEREN, A., Papier maken kan wel Leren leven met papier, Intergrafiareeks nr. 22 Papier in geconditioneerde omgeving, Studiecentrum van het papier, Brussel Van alles over papier met opaciticteitsmeter, Intergrafiareeks nr. 20 Watermerken en papierstructuur, Intergrafiareeks nr. 23 Wat is dat voor papier?, Intergrafia Amsterdam, 1968 7. Drukinkten BLAUW, T.J.W., Kleurenleer en kleurendruk, Hoorn, Edecea JACOBS, H., Drukinkten, Antwerpen, Keesing Drukinkten, H.R.T.O., Brugge, 1982 Drukinkt, I.G.T., Amsterdam, 1971 8. Typografie Typografie, uitgangspunten, richtlijnen en techniek, GOC, Amsterdam, 1991, ISBN 90 6017 499 2 Het grafisch productieproces, GOC, Amsterdam, ISBN 90 6017 464 X Flexodrukken, GOC, Amsterdam, ISBN 90 6017 952 8 DOOIJES, D., Wegbereiders van de moderne boektypografie in Nederland MORISSEN, S., Grondbeginselen der typografie VAN KRIMPEN, J., Over het ontwerpen en bedenken van drukletters, Uitgave Buitenkant Algemene zettechniek, (apparatuur, techniek, kwaliteit), G.O.C., algrafische handboeken, 1992 De toepassing van typografie in een ontwerp, Uitgave Gaade Grafische zakboek, Cantectleer 1995 Grafische zakboek, (hedendaagse grafische begrippen), Cantecleer 1988 Het ontwerpen van formulieren. Staatsdrukkerij 's Gravenhage, 1974 Kalenders, (een thema met vele variaties), Intergrafiareeks nr. 18 Over letters en schrift, Cantecleer Typo-foto, (elementaire typografie in Nederland 1920-1940), Veen, Reflex Typografie, (uitgangspunten, richtlijnen, technieken), G.O.C., algrarische handboeken, 1990 Typografie en kunst, Mijndrecht, Arbeidspers, 1949 Zet het zo !, Intergrafiareeks nr. 19 9. Informatica, communicatie, multimedia TER HAGEN EN STAM, Praktijkgids internet, 1995
TSO - 3de graad - Grafische technieken TV Grafische technieken (1ste leerjaar: 9 lestijden/week, 2de leerjaar 9 lestijden/week)
30
VAN LOGHUN, Multimedia begrippengids, 1994 Handboek Macintosh, deel 2, 3, Tutein Nolthenius, 1995 Hedendaagse grafische begrippen, (Lexion van de meest gebruikte grafische begrippen), HiboCeevora, 1995 Het CD-ROM boek, Easy-computing, 1994 Internet compleet, (gebruikersgids), Bruna-informatica. Multimedia, CD-ROM, Agfa, 1995 Preflight software, Scriptie EGON, Gent, 1996 Technologie (leer-en werkboek) - Grafiboek, 1993 Verklarende woordenlijst kwaliteitszorg, Deventer, Kluwer, 1993 Woordenlijst voor informatica, (Frans-Nederlands, Nederlands-Frans), 1994 10. Grafische esthetica GROENENDAAL, M.H., Drukletters, Uitgeverij Stam, 1969 Algemene historisch gefundeerde grafische esthetica, Higro Gent, 1969 Techniek van de grafische kunst, (gravure, ets, litho, zeefdruk, experimenten), Lemniscaat, Rotterdam 11. Werkmappen Praktijkopleidingsboeken, te verkrijgen over vrijwel elk technisch onderwerp inzake grafische technieken: zeer goed en praktisch, bestaat uit werkbladen, wel zeer duur (2800 BEF/stuk), uitgeverij Nijgh, Grafiboek, GOC, Veenedaal: Een greep uit de lijst: Tekstverwerken 902981005X Beeldverwerken 9029810068 Micromonteren 9029810084 Macromonteren 9029810092 Offsetvormvervaardigen 9029810106 Vellenpers eenkleur 9029810122 Vellenpers meerkleuren 9029810033 Snijden 9029810157 Vouwen 9029810165 Flexodrukken 9029810270 Diepdrukken 9029810246 Zeefdrukken 9029810300
...