SECUNDAIR ONDERWIJS
Onderwijsvorm:
BSO
Graad:
derde graad
Jaar:
eerste en tweede leerjaar
Studiegebied:
Juwelen
FUNDAMENTEEL GEDEELTE Optie(s):
Goud en juwelen
Vak(ken):
TV Goud
Vakkencode:
IT-r
Leerplannummer:
2002/175 (nieuw)
Nummer Inspectie:
2002/87//1/O/SG/1/III/ /D/
7 lt/w
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV Goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
1
INHOUD Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................2 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................2 Leerplandoelstellingen / leerinhouden......................................................................................................4 Tekenen....................................................................................................................................................4 Ontwerpen ..............................................................................................................................................11 Materialenleer.........................................................................................................................................13 Calculatie ................................................................................................................................................25 Juwelenkunst..........................................................................................................................................26 Edelstenen..............................................................................................................................................30 Monografie..............................................................................................................................................32 Pedagogisch-didactische wenken en timing ..........................................................................................33 Timing .....................................................................................................................................................35 Minimale materiële vereisten..................................................................................................................38 Evaluatie .................................................................................................................................................39 Toelichting bij gebruik van het leerplan ..................................................................................................40 Jaarplan ..................................................................................................................................................40 Bibliografie ..............................................................................................................................................42
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV Goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
2
VISIE De algemene doelstelling van de studierichting. De studierichting beoogt leerlingen op te leiden tot het ontwerpen, vervaardigen, herstellen en voorstellen van sieraden en van juwelen. Het doorstromings- en of beroepsgericht karakter. De opleiding is beroepsgericht. De opleiding laat de weg open om een gespecialiseerde tak van de wereld van de sieraden en juwelen binnen te treden. Leerlingenkenmerken: gewenste instroom eventueel specifieke 1eerlingen kenmerken. De leerling volgde bij voorkeur de tweede graad goud en juwelen.
BEGINSITUATIE De leerinhouden sluiten aan bij het 2de jaar van de 2de graad BSO goud en juwelen. De studierichting beoogt leerlingen voor te bereiden op het vervaardigen van sieraden en van Juwelen met het benodigde gereedschap en volgens de geëigende methoden in het arbeidsveld. De Ieerlingen die uit andere studierichtingen komen (waardoor de voorkennis anders is), worden door de leraar bijgewerkt liefst binnen de eerste maand van het schooljaar, door het geven van gepaste informatie aan de leerling en door de individuele begeleiding.
ALGEMENE DOELSTELLINGEN De goudsmid/juwelier moet technische en praktische gevormd zijn om een rol te spelen in de wereld van de sieraden en juwelen. Vormingscomponenten •
• • • • • • • • • • • • •
aan de hand van technische documentatie, onder toepassing van de juiste gereedschappen en machines en met inachtneming van de geldende voorschriften op het gebied van kwaliteit, gezondheid, hygiëne, veiligheid en milieu, voert de leerling aan de hand van algemene instructies van een opdrachtgever of in eigen opdracht de volgende vaardigheden uit, ondersteund door kennis en houdingen: de leerling kan een werkplaats inrichten; de leerling kan volgens eigen esthetisch inzicht een ontwerp van een sieraad of juweel bedenken. hij/zij kent de nodige technieken om het sieraad of juweel te schetsen en technisch uit te tekenen. ; de leerling kan met behulp van de gekozen gereedschappen en grondstoffen (metaal en nietmetalen) voorbereidende werkzaamheden uitvoeren; hij/zij kent de te gebruiken gereedschappen; hij/zij kent de eigenschappen van de grondstoffen en kan deze bestellen aan de hand van catalogi; de leerling heeft inzicht in de structuur van de gebruikte metalen en kent de fysische en chemische eigenschappen van de metalen in functie van de toepassing in het beroep; de leerling kan werktekeningen, documentatie en technische aanwijzingen lezen en interpreteren en het toepassen op het materiaal; de leerling kan bewerkingen uitvoeren om sieraden en juwelen te vervaardigen; hij/zij kent de legeringen en hun eigenschappen in functie van het gebruik. ; de leerling kan traceren, meten en wegen volgens de wettelijk gestelde normen. ; de leerling kan een sieraad en juweel afwerken met specifieke technieken. ; de leerling kan het afgewerkte sieraad of juweel voorstellen. ; de leerling kan eenvoudige herstellingen uitvoeren.
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV Goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
3
Relatie van de specifieke vakken tot de vakken van de basisvorming • •
de leerling kent de geometrische figuren die frequent toegepast worden in het beroep de leerling leert rekenvaardigheden in functie van de prijsberekening.
Houdingen • • • • •
de leerling heeft zin voor creativiteit en werkt nauwkeurig, de leerling leert op een economisch verantwoorde manier omgaan met grondstoffen en gereedschappen; de leerling is eerlijk, loyaal ten aanzien van de werkgever en volgt de beroepsregels, voorgeschreven door de deontologie van het vak; de leerling heeft zin voor verantwoordelijkheid, orde en netheid de leerling leert veiligheids -, milieu - en kwaliteitsbewust denken en handelen.
Aansluitend houdt dit het volgende in: • •
de beroepsmatige vraagstellingen kunnen herkennen; een veiligheids-, gezondheids- en milieubewustzijn kunnen vergroten;
In aansluiting op het Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs wordt van de leerlingen verwacht, dat zij onder begeleiding, de volgende attitudes ontwikkelen en /of nastreven: • • • • • • • •
beroepsfierheid hebben: opbrengen van de nodige beroepsfierheid; doorzetten: erop gericht zijn een doel te bereiken; flexibel zijn: bereid zijn zich aan te passen aan de wijzigende omstandigheden; imagobewust zijn: aandacht hebben voor impact die het eigen gedrag en voorkomen op anderen kan hebben; kwaliteitsbewust zijn: actief en pro-actief gericht zijn op kwaliteit door zin voor orde en netheid te hebben; loyaliteit betuigen: sterk betrokken zijn op de organisatie, de regels en de afspraken die er gelden; milieubewust zijn: actief en pro-actief gericht zijn op het beschermen van het milieu; welzijnsbewust zijn: actief en pro-actief gericht zijn op veiligheid, gezondheid en hygiëne.
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
4
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN TEKENEN 1ste jaar: 2 lestijden/week Decr. nr.
2de jaar: 2 lestijden/week LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1 1.1
1 • • • • • • • •
1.2
• •
1.3
• • •
1.4
•
Technisch Tekenen
maten terugvinden en verklaren op afgewerkte tekeningen 1.1 van producten, matrijzen, eenvoudige machinedelen, enz...; aan de hand van de tekening de werkvolgorde vastleggen de nodige aanzichten analyseren en interpreteren inzicht hebben in het bestaan, het doel en de eigenschappen van genormaliseerde stukken; de verantwoorde maataanduiding verklaren; de voorkomende symbolen verklaren. aan de hand van een bestaande tekening de symbolen verklaren; uit de aanzichten nodige informatie afleiden;
Tekening lezen
hun juweelontwerp gemaakt perspectief omzetten in een technische tekening; de technische tekening op ware grote en op schaal tekenen.
Technische tekening van een juweelontwerp
1.2
de rekenvaardigheden toepassen (basis rekenbewerkingen 1.3 en de regel van drie); een werktekening (technische tekening) maken van een juweel; de technische tekening tekenen op ware grote en op schaal.
Technisch tekenen van een juweel maken, gemaakt in de praktijk
de dikte van de plaat en draad herkennen, aanduiden en tekenen op een technische tekening .
Plaat- draaddikte
1.4
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
5
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 2 2.1
2.2
2 • • • •
de begrippen 2- en 3 dimensies omschrijven; de perspectiefregels opsommen; (U) voorbeelden van 2 en 3 dimensies toelichten ; de verschillende mogelijkheden om een diepte weer te geven verduidelijken: overlapping; licht en donker ( schaduw); verkleinen in de verte; vervagen van details in de verte; perspectief;
2.1
Drie dimensies
• • •
Twee dimensies Drie dimensies Diepteweergave op een plat vlak door: overlapping Iicht en donker (schaduw) verkleinen in de verte vervaten van details in de verte perspectief
• • • • • • •
de functie omschrijven; de eigenschappen van evenwijdig perspectief toelichten; de tekenregels toelichten en toepassen; de richting van het perspectief bepalen; de vorm van een cirkel in perspectief toelichten; hun juweelontwerp uittekenen in evenwijdig perspectief sier en edelstenen cabochon of gefacetteerd in perspectief tekenen: hun eigen perspectieftekening evalueren aan de hand van vooropgestelde criteria; (U) de remediering interpreteren in functie van de oefening de verschillende soorten potloden gebruiken bij het schaduwen en de normalisatie toepassen: vanuit een eenvoudige technisch tekening van een juweel, een perspectief tekening maken in evenwijdig perspectief.
2.2
Evenwijdig perspectief
•
Sier en edelstenen cabochon of gefacetteerde in de zetting tekenen
• • • •
2.3
2.4
Perspectief
• •
de kenmerken van een lijnperspectief omschrijven; 2.3 vluchtlijnen naar een vluchtpunt of 2 vluchtpunten toelichten • •
•
sier en edelstenen gefacetteerde in evenwijdig perspectief tekenen in een plaatzetting.
2.4
Lijnperspectief Ooglijn Vluchtlijnen, vluchtpunten Sier en edelstenen gefaceteerd in plaatzetting
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
6
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 2.5
• • •
hun juwelen gemaakt in de praktijklessen uittekenen in evenwijdig perspectief; de verschillende onderdelen van het juweel herkennen op de tekening; de tekenregels toepassen met de daaraan verbonden rekenvaardigheden.
3 3.1
• •
4 •
2.5
Juwelen uit de praktijk tekenen
3
Schaduwen
de in perspectief getekende juwelen schaduwen volgens de 3.1 norm • slagschaduwen en reflectievlakken aanbrengen met het • passende gereedschap • 4
Schaduwen van in perspectief getekende juwelen Norm. licht komt van links boven Slagschaduw Reflectievlakken Schilderen
4.1
Schilderen van sier en edelstenen
• • •
Bovenaanzicht Perspectief Gekleurde stenen
•
de norm licht en donker hanteren voor het schilderen van juwelen; edelstenen schilderen in bovenaanzicht; gezette edelstenen cabochon of gefacetteerd in perspectief tekenen en schilderen; (U) gekleurde kleurloze edelstenen gefacetteerd of cabochon schilderen; edelstenen in verschillende slijpsels schilderen.
4.2
• •
een parel schilderen; de norm hanteren bij het schilderen van een parel.
4.2
Schilderen van een parel
4.3
•
een ontwerpen en eenvoudige juwelen schilderen in zilver of wit goud: (U) overgang schilderen zonder dat deze trapsgewijs zichtbaar zijn: de juiste kleuren mengen voor het schilderen van wit gouden of zilveren juwelen.
4.3
Schilderen van zilveren of wit gouden juwelen
4.1
• • •
• •
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
7
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 4.4
• • •
5
• • • •
eigen ontwerpen en eenvoudige juwelen schilderen in goud; (U) de juiste kleuren mengen in de juiste verhouding om goud te kunnen nabootsen; overgangen tussen de verschillende kleuren schilderen zonder dat ze trapsgewijs zichtbaar zijn.
4.4
Schilderen van gouden juwelen
juwelen uit documentatie overnemen en naschilderen; (U) de juiste kleuren mengen om een goede imitatie van de oorspronkelijke kleur te bekomen; (U) kleurgevoel ontwikkelen; (U) een raster hanteren bij het overnemen van juwelen op ware grootte of op schaal.
5 • • •
Naschilderen van een juweel In metaal naar documentatie Ware grootte Raster: vergroten en verkleinen
6
CAD
de beeldschermfuncties van het gebruikte tekenpakket passend gebruiken; de voorkomende termen begrijpen.
6.1
Begrippen uit de CAD
• • • • •
Beeldschermfuncties Zoomfuncties Verschuiffuncties Hertekenen en regenereren van beeldscherm en tekening Menu Voorbereiding
6 6.1
• •
6.2
•
een werkblad voorbereiden de passende instellingen uitvoeren en controleren.
6.2
6.3
•
een tekenopdracht in functie van een praktische realisatie uitvoeren en controleren, door de correcte tekencommando’s in te voeren.
6.3
Tekencommando’s
• • • • • • • •
Lijnen Constructielijnen en -stralen Multilijnen Polylijnen Veelhoeken Cirkels en bogen Eellipsen Punten
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
8
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 6.4
6.5
6.6
•
•
•
de hulpmiddelen bij het tekenen toepassen.
bestaande elementen in een tekening aanpassen door gebruik te maken van opgegeven (transformatie) technieken.
met nodig inzicht lagen gebruiken en instellen. (U)
6.4
Hulpmiddelen bij het tekenen
• • •
teken – hulpmiddelen Entiteiten selecteren Editeren
6.5
Veranderen van bestaande elementen
• • •
Roteren, verplaatsen, kopiëren, spiegelen, verschalen en rekken van objecten Afschuinen en afronden van objecten Verkorten en verlengen van elementen
6.6
Lagen en instellingen
• •
Doel en gebruik van lagen bij CAD - tekenen Manipuleren van lagen en objecten die tot een laag behoren
6.7
• • •
tekeningen oproepen; (U) tekeningen opslaan in diverse bestanden; (U) tekeningen samenvoegen. (U)
6.7
Programma beheer
6.8
• •
een bibliotheek toepassen; (U) elementen tekenen, wegschrijven en opvragen. (U)
6.8
Bibliotheek
6.9
•
een tekst bij een tekenopdracht voegen;
6.9
Tekst
• •
Het gebruik van teksten Het creëren van tekststijlen
6.10
Arceringen
6.10
•
een arcering aanbrengen volgens de opgave. (U)
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
9
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 6.11
•
een werktekening uitwerken en de bijhorende maten plaatsen; de maataanduiding toepassen in combinatie met databestanden (U); maat aanpassingen uitvoeren; tekst- en data- bestanden verwerken; (U)
6.11
Bemating
•
• •
componenten van het maataanduiding • soorten maataanduidingen • lineaire maataanduiding • maataanduiding bij bogen en cirkels Ketting- en basislijnbemating Editeren bij maataanduiding
6.12
Uitvoeringstekeningen
• •
efficiënt tekenen op een CAD-systeem met een optimaal gebruik van de aanwezige teken- en berekeningsmogelijkheden; eenvoudige werkstukken tekenen in een 2D teken pakket een eenvoudig 3D- tekenen maken; (U)
• • •
werktekeningen plotten of printen; de printinstellingen instellen (U); de printer bedienen en een tekening afdrukken.
6.13
Printen en plotten
• • • •
Uitvoering Installeren van printers en plotters (U) Configureren van printers en plotters (U) Definiëren van plotstijlen (U)
•
een opgegeven ontwerp zowel in 2D als in 3D modelleren (U);
6.14
Driedimensionaal modelleren (U) Oppervlakte modelleren Vol modelleren (solid modeling)
• • •
6.12
6.13
6.14
6.15
6.16
•
•
een tekening in 2D omzetten vanuit een 3D tekening (U).
• •
•
een eenvoudige rendering toepassen (U).
6.15
Rendering (U)
• •
Belichting Oppervlaktematerialen
6.16
Toleranties
• • • •
Maattolerantie Plaats tolerantie Vorm tolerantie Oppervlakteruwheden
• • •
de genormaliseerde voorstellingen weergeven; (U) een bewuste keuze maken van de toleranties; (U) de normalisatie toepassen. (U)
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
10
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 6.17
• • •
een verantwoorde samenstellingtekening maken met aangepaste aanduidingen; (U) de detail tekeningen opvragen en samenvoegen; (U) de samenstellingtekening (2D, 3D, plof - tekening) lezen en interpreteren. (U)
6.17
Samengestelde tekeningen
• • • •
Tekening lezen 2D samenstelling 3D samenstelling (U) Plof – tekening
6.18
•
passende doorsneden maken. (U)
6.18
Doorsneden
6.19
•
diverse schema’s lezen, begrijpen en interpreteren.
6.19
Schema’s
6.20
•
ICT toepassingen gebruiken om informatie te verwerven;
6.20
Informatie opzoeken
•
documentatie raadplegen.
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) ONTWERPEN 1ste jaar: 1 lestijden/week Decr. nr.
11
2de jaar: 1 lestijden/week LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 7 7.1
• • •
7.2
• • •
• • • • • • •
7
Inleiding Ontwerpen
de definitie van ontwerpen reciteren een persoonlijke originele oplossing of uitwerking van een probleem creëren door een groepsgesprek tot een inzicht komen dat ontwerpen nooit kopiëren kan zijn
7.1
Basisbegrippen
de technische uitvoering en de werkmethode van hun ontwerp zelf kunnen bedenken; de technische uitvoering van hun ontwerp kunnen beschrijven; bij het ontwerpen rekening houden met alle aspecten of kenmerken van een juweel, namelijk: vorm materiaal kleur techniek soort juweel kostprijs draagbaarheid inzien dat deze aspecten een uitgangspunt kunnen zijn voor het komen tot een ontwerp; inzien dat een ontwerp aanschouwelijk gemaakt moet worden om te kunnen tonen aan een klant; hun ontwerp in evenwijdig perspectief voorstellen en schaduwen; hun ontwerp weergeven door het maken van een maquette; Inzien en ervaren dat een goed ontwerp een evenwichtige compositie heeft; verschillende compositieregels opsommen en toelichten; de ontwerpen evalueren aan de hand van de volgende criteria: draagbaarheid, creativiteit, originaliteit, nauwkeurigheid correcte schaduw en perspectief, goede
7.2
De criteria waaraan een goed ontwerp moet voldoen
• • • • • • • •
Draagbaarheid Technisch uitvoerbaar Het ontwerp moet alle aspecten van het juweel omvatten Voorstellen van het juweel In 2 dimensies In 3 dimensies Evenwichtige compositie Compositieregels: symmetrie, asymmetrie, cirkelcompositie, driehoekscompositie, compositie van het midden, kleurencompositie, herhaling Evaluatie van eigen ontwerpen en van de ontwerpen van medeleerlingen aan de hand van de volgende criteria: draagbaarheid, originaliteit, creativiteit, compositie, nauwkeurigheid, schaduw, perspectief en technische uitleg
•
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
12
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen • • •
compositie en technische uitleg openstaan en voor positieve en negatieve kritiek hun eigen fouten remediëren de kritiek die ze geven, motiveren.
8 8.1
• •
8.2
• • •
8.3
• •
9 9.1
• • •
8
Uitgangspunten
inzien dat alles een inspiratiebron kan zijn voor het komen tot een ontwerp; (U) een idee en een gevoel omzetten in een concreet ontwerp. (U)
8.1
Omzetten van een abstract idee of gevoel naar een concreet ontwerp
• • •
Ontwerpen via associaties op een gegeven woord Ontwerpen vanuit eigen gevoelswereld Ontwerpen vanuit een idee
een ontwerp maken met een beperking of een reeks beperkingen i.v.m. de aspecten van een juweel; een afleiding maken van concrete objecten en gegevens, om te komen tot een juweelontwerp; een ontwerp maken voor een bepaalde persoon.
8.2
Ontwerpen vanuit een concreet gegeven
• •
Ontwerpen vanuit de verschillende aspecten van een juweel als gegeven of gegevens Ontwerpen vanuit gegeven voorwerp, object of persoon
zintuiglijke ervaringen omzetten in een concreet ontwerp; inzien dat we bepaalde zintuiglijke ervaringen minder intensief gebruiken. (U)
8.3
Ontwerpen vanuit zintuiglijke ervaringen
•
Zintuiglijke ervaringen zijn zien, horen, ruiken, smaken tasten
9
Uitvoeren van een ontwerp
een eigen ontwerp uitvoeren; 9.1 hun technische uitleg en beschreven werkmethode achteraf evalueren; • de kostprijs bepalen.
Evaluatie van de vooraf beschreven technische uitleg en werkmethode Kostprijs
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) MATERIALENLEER 1ste jaar: 1 lestijden/week Decr. nr.
13
2de jaar: 1 lestijden/week LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 10 10.1
• • •
• • • •
10.2
• • • • • • • •
10
Materialenleer
met eigen woorden omschrijven, welke leerstof behandeld wordt in het vak materialenleer; het nut inzien van het vak materialenleer; (U) een spreekbeurt maken, waarin ze de specifieke kenmerken, eigenschappen, verwerkingsmogelijkheden, afwerkingsmogelijkheden, toepassingsgebieden van een bepaald materiaal bespreken; een naslag maken waarin de inhoud van de spreekbeurt terug te vinden is; informatie en documentatie opzoeken in functie van het materiaal dat ze zullen bespreken voor de spreekbeurt; de informatie en documentatie selecteren op bruikbaarheid; een interessante voordracht geven waarin ze de inhoud van de naslag naar voor brengen en documentatie laten zien ter ondersteuning van de inhoud.
10.1
Materialenleer : spreekbeurt
• •
Voordracht Spreekbeurt: eigenschappen, kenmerken, verwerkingsmogelijkheden, afwerkingsmogelijkheden, toepassingsgebieden en nuttige adressen Naslag Informatie en documentatie opzoeken en selecteren op bruikbaarheid
bepalen dat hout een natuurlijk materiaal is; zich herinneren dat er evenveel soorten hout bestaan als boomsoorten; 4 verwerkingsmogelijkheden van hout opsommen; 6 afwerkingsmogelijkheden van hout opsommen; de bewerkingstechnieken met elkaar vergelijken; 4 toepassingen van hout opsommen; de dikte en de hardheid van hout, met betrekking tot de verwerkbaarheid in een juweel, toelichten aan de hand van een voorbeeld; het zetten van een edelsteen in hout toelichten.
10.2
Het materiaal hout
• •
Natuurlijk materiaal Verwerkingsmogelijkheden: zagen, kappen, boren, vijlen, schuren, frezen Afwerkingsmogelijkheden: vergulden, verzilveren, beschilderen, beitsen, vernissen, boenen, lakken, bedrukken, inbranden, snij-of graveerwerk, inlegwerk. Toepassingsgebieden: bouwnijverheid, juwelen, siervoorwerpen, meubelnijverheid, voorwerpen Dikte en hardheid van het hout met betrekking tot de verwerkbaarheid Edelstenen worden in een metalen kast gezet en dan in het hout
• •
• • • •
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
14
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 10.3
• • • • • • • •
zich herinneren dat glas natuurlijke grondstoffen heeft; zich herinneren dat er verschillende glassoorten bestaan; omschrijven waarvoor glas meest gebruikt wordt bij juwelen; zich opalineglas en strass herinneren; 2 verwerkingsmogelijkheden van glas opsommen; het snijden en boren van glas toelichten; 6 afwerkingsmogelijkheden van glas opsommen; 2 toepassingen van glas opsommen.
10.3
Het materiaal glas
• •
Glas gemaakt uit natuurlijke grondstoffen Glas wordt meest gebruikt in juwelen als imitatie voor edelstenen, in parelvorm of verschillende slijpsels Opalineglas en strass Verwerkingsmogelijkheden: smelten, blazen, snijden en boren met een diamantpunt, schuren, kleuren Afwerkingsmogelijkheden: lakken, beleggen met bladgoud en bladzilver, zandstralen, graveren, etsen, bedrukken, vernissen, bekleven, zetten in een metalen kast of knopen van glasparels, bedrukken Toepassingsgebieden: ramen, tafelgerei, juwelen, siervoorwerpen
• • •
•
10.4
• • • • • • • • • • •
bepalen dat plexi of perspex een kunststof of een synthetische stof is; 4 verwerkingsmogelijkheden van perspex opsommen; 6 verwerkingsmogelijkheden van perpex opsommen; het lijmen van plexi met eigen woorden uitleggen; de techniek van het plooien van perpex toelichten; het schuren en polijsten van perspex toelichten; zich herinneren dat het zaagsel en schuursel van perspex en giethars, zeer ongezond is voor de longen; het zetten van een edelsteen in perspex toelichten; 4 toepassingsgebieden van perspex opsommen; zich juwelen in giethars herinneren; de techniek van giethars beschrijven met eigen woorden.
10.4
Het materiaal perspex of plexi
• •
Het begrip kunststof of synthetische stof Verwerkingsmogelijkheden: zagen, vijlen, schuren, boren, frezen Afwerkingsmogelijkheden: plooien, polijsten, zandstralen, bedrukken, beschilderen, bekleven, beleggen met bladgoud of bladzilver, snijden, inbranden, kleven, zetten van edelstenen, bedrukken Toepassingsgebieden: allerlei gebruiksvoorwerpen en onderdelen, juwelen Materiaal: giethars Veiligheid en gezondheid: draag een stofmasker bij het verwerken van grote hoeveelheden perspex of giethars
•
• • •
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
15
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 10.5
• • • • • • • •
10.6
• • • • • • • • •
10.7
• • • • • •
Omschrijven dat rubber gemaakt kan worden uit natuurlijke grondstoffen of synthetische grondstoffen; zich herinneren dat rubber elastisch of rekbaar is; 2 verwerkingsmogelijkheden van rubber opsommen; 3 afwerkingsmogelijkheden van rubber opsommen; het zetten van edelstenen in rubber uiteenzetten; de twee toepassing van rubber in de juwelen en in de goudsmederij benoemen; het boren van rubber toelichten; een verklaren geven waarom een zilveren juweel sneller zwart uitslaat wanneer er rubber in verwerkt werd.
10.5
Het materiaal rubber
• • • •
•
Gemaakt uit natuurlijke of synthetische grondstoffen Rubber is elastisch Verwerkingsmogelijkheden: snijden, boren, rekken, kleuren Afwerkingsmogelijkheden: beschilderen, lakken, vernissen, beleggen met bladgoud of bladzilver, inbranden, plooien, zetten van edelstenen Toepassingsgebieden: rekkertjes, afsluitingen, auto-en fietsbanden, gom, touwtjes om juweeltjes aan te hangen en het maken van rubber mallen, juwelen Rubber bevat zwavel dat zilver zwart doet uitslaan
reciteren dat titanium een metaal is; de hardheid, het soortelijk gewicht, de hittebestendigheid en de zuurbestendigheid van titanium toelichten; (U) zich herinneren dat titanium gemakkelijk verdragen wordt door mensen die allergisch zijn voor de meeste andere metalen; 4 verwerkingsmogelijkheden van titanium opsommen; het solderen van titanium toelichten; 4 mogelijkheden geven om titanium vast te zetten in of aan een juweel; de techniek van het kleuren van titanium uitleggen met eigen woorden; 4 afwerkingsmogelijkheden van titanium opsommen; 4 toepassingsgebieden van titanium opsommen.
10.6
Het materiaal titanium
• • • •
Titanium is een metaal Titanium is licht, taai, hittebestendig, zuurbestendig Titanium is anti-allergisch Verwerkingsmogelijkheden: zagen, boren, vijlen, schuren, frezen, walsen, opdiepen Titanium kan niet gesoldeerd worden Vastzetten met griefen, vijsjes en moertjes, klemmen, kastzetting, oprijgen zijn andere mogelijkheden om titanium vast te zetten aan een juweel, zetten van edelstenen Afwerkingsmogelijkheden: kleuren door verhitting, kleuren door anodisatie, zandstralen, opschuren Toepassingsgebieden: ruimtevaart, fietsframes, brilmonturen, juwelen, chirurgie en geneeskunde
zich edelstaal of chirurgisch staal herinneren; zich herinneren dat deze staalsoort, een metaallegering is; de verdraagbaarheid van chirurgisch staal voor mensen met metaalallergieën, toelichten; de hardheid van het chirurisch staal toelichten en het gevolg voor de zetmethoden uitleggen; (U) de bewerkbaarheid van edelstaal toelichten; (U) de bewerkingsmogelijkheden van edelstaal toelichten. (U)
10.7
Edelstaal of chirurgisch staal
• •
Edelstaal of chirurgisch staal is een metaallegering Zeer goed verdraagbaar door mensen met een metaalallergie Zeer hard metaal en dus gebruikt voor spanningszettingen en plaatzetingen CNC-machine (U)
•
• • • •
• •
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
16
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 10.8
10.9
• • • • • •
reciteren dat nylon een synthetische stof is; zich herinneren dat nylon zeer elastisch is; 1 verwerkingsmogelijkheid voor nylon opsommen; 2 verwerkingsmogelijkheden opsommen van nylon; 2 toepassingsgebieden van nylon opsommen; zich herinneren waarvoor nylon hoofdzakelijk gebruikt wordt in de goudsmederij.
•
reciteren dat stof kan bestaan uit natuurlijke vezels en synthetische vezels; 4 verwerkingsmogelijkheden opsommen van stoffen; 6 afwerkingmogelijkheden opsommen van stoffen; 2 toepassingsgebieden opsommen van stoffen.
• • •
10.8
Het materiaal nylon
• • • • • • 10.9
Nylon is een synthetische stof Nylon is zeer elastisch Verwerkingsmogelijkheden: snijden, plooien, rekken Afwerkingmogelijkheden: kleuren, knopen, klemmen, lijmen Toepassingsgebieden: panty’s, touwen, stoffen Nylon wordt meestal als touw gebruikt, bij juwelen Het materiaal stof
•
Stof kan gemaakt zijn uit natuurlijke vezels en synthetische vezels Verwerkingsmogelijkheden: knippen, scheuren, weven, spinnen Afwerkingmogelijkheden: kleuren, batik, beschilderen, plastificiëren, naaien, knopen, klemmen, lijmen, breien, haken, bedrukken Toepassingsgebieden: kledij, juwelen, tenten, binnenhuisdecoratie
• • •
10.10
• • • • •
reciteren dat papier gemaakt wordt uit natuurlijke grondstoffen en synthetische grondstoffen; 2 verwerkingsmogelijkheden opsommen van papier; 6 verwerkingmogelijkheden opsommen van papier; 2 toepassingsgebieden opsommen van papier; het nadeel van het gebruik van papier in juwelen; uiteenzetten en een mogelijke oplossing aanreiken.
10.10
Het materiaal papier
• •
Papier kan natuurlijke en synthetische grondstoffen hebben Verwerkingsmogelijkheden: scheuren, snijden, vezels verwerken tot papier, papier marché Afwerkingmogelijkheden: beschilderen, kleuren, betekenen, plastificiëren, plooien, lijmen, beleggen met bladgoud of bladzilver, vernissen, lakken, bedrukken Toepassingsgebieden: boeken, tijdschriften, kaarten, toiletpapier en keukenrol, juwelen
• •
10.11
•
het ontstaan van een parel uiteenzetten aan de hand van een illustratie;
10.11
Het materiaal parels
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
17
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen • • • • • • • • •
10.12
• • • • • •
een illustratie; besluiten dat een parel een natuurlijke oorsprong heeft; het boren van een parel uiteenzetten; het vastzetten van een parel aan een juweel uiteenzetten; de kleuren van parels toelichten; het solderen van juwelen met parels toelichten; het gebruik van zepen en zuren bij parels toelichten; het verwijderen van een parel uit een juweel bespreken; het doel van het pellen van een parel toelichten; het verschil tussen een natuurlijke parelmoerparel en zijn imitaties typeren; het oprijgen van parelsnoeren toelichten. Verklaren dat parelmoer een natuurlijk materiaal is; Het gebruik van zepen en zouten bij parelmoer toelichten; 2 verwerkingsmogelijkheden van parelmoer; 4 afwerkingmogelijkheden voor parelmoer; 2 toepassingsgebieden voor parelmoer.
• • • • • • • • • •
Een parel wordt gevormd in een schelp Parel van natuurlijke oorsprong Boren van een parel Vastzetten van een parel aan een juweel Kleuren van parels Poreuze structuur maak parels, gevoelig voor zuren en zepen Verwijderen van parel uit juweel voor herstelling Pellen van beschadigde parel Verschil tussen parelmoerparel en de imitaties Oprijgen van parelsnoeren
10.12
Het materiaal parelmoer
• • • •
parelmoer is een natuurlijk materiaal Poreuze structuur maakt het gevoelig voor zuren en zepen Verwerkingsmogelijkheden: zagen, boren, vijlen, schuren Afwerkingmogelijkheden: kleuren, vernissen, lakken, beleggen met bladgoud en bladzilver, inlegwerk, snijden en graveren Toepassingsgebieden: siervoorwerpen, juwelen
• 10.13
• • • •
reciteren dat schelpen uit natuurlijke grondstoffen gemaakt zijn; 2 verwerkingsmogelijkheden van schelpen opsommen; 4 afwerkingmogelijkheden van schelpen opsommen; 2 toepassingsgebieden van schelpen opsommen.
10.13
Het materiaal schelpen
• • •
Schelpen zijn natuurlijk materiaal Verwerkingsmogelijkheden: Boren, vijlen, schuren, zagen Afwerkingmogelijkheden: beschilderen, vernissen, lakken, beleggen met bladgoud of bladzilver, polijsten, snijwerk, graveerwerk Toepassingsgebieden: siervoorwerpen, drinkbekers, juwelen
•
10.14
•
aan de hand van de oorsprong van ivoor, hoorn en been; bepalen dat het natuurlijke materialen zijn;
10.14
Het materiaal ivoor, hoorn en been
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
18
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen • • • • • • 10.15
• • • • • • • •
10.16
• • • •
bepalen dat het natuurlijke materialen zijn; het verschil tussen de groeilijnen ivoor en been kenschetsen; 4 verwerkingsmogelijkheden voor ivoor, been en hoorn opsommen; 6 afwerkingmogelijkheden voor ivoor, been en hoorn opsommen; 2 toepassingsgebieden voor ivoor, hoorn en been opsommen; het verschil tussen ivoor, hoorn en been en zijn imitaties typeren aan de hand van de volgende criteria: groelijnen, gewicht, destendigheid tegen verbranding, kleur; zich palmivoor herinneren.
• • •
koraal als een natuurlijk materiaal omschrijven; de natuurlijke koraalkleuren; en herkennen bloedkoraal; 4 verwerkingsmogelijkheden van koraal opsommen; 2 afwerkingmogelijkheden voor koraal opsommen; het plooien van koraal uiteenzetten; het polijsten van koraal met betrekking tot het de kleur van de polijstpasta, uiteenzetten; 2 toepassingsgebieden voor koraal opsommen.
10.15
Het materiaal koraal
• • • • • •
Koraal is een natuurlijk materiaal Koraal heeft van natuur 4 kleuren Bloedkoraal is rood Verwerkingsmogelijkheden: zagen, vijlen, schuren, boren, pellen, oprijgen Afwerkingmogelijkheden: plooien, polijsten, inlegwerk Toepassingsgebieden: juwelen en kleine siervoorwerpjes
noten en pitten als natuurlijke materialen omschrijven; 4 verwerkingsmogelijkheden voor noten en pitten opsommen; 4 verwerkingsmogelijkheden voor noten en pitten opsommen; 2 toepassingsgebieden voor noten en pitten opsommen.
10.16
Het materiaal noten en pitten
• •
Noten en pitten zijn natuurlijke materialen Verwerkingsmogelijkheden: zagen, vijlen schuren, boren, frezen Afwerkingmogelijkheden: beschilderen, inbranden, oprijgen, beleggen met bladgoud op bladzilver, kleuren, lijmen, inleggen Toepassingsgebieden: siervoorwerpen, juwelen, voeding, gebruiksvoorwerpen
•
• •
• •
10.17
• •
haar als een natuurlijk materiaal omschrijven; 1 verwerkingsmogelijkheid voor haar opsommen;
10.17
Ivoor hoorn en been zijn natuurlijke materialen Het verschil tussen de groeilijnen van ivoor en been Verwerkingsmogelijkheden: zagen, vijlen, boren, frezen, schuren Afwerkingmogelijkheden: kleuren, beschilderen, beleggen met bladgoud of bladzilver, lakken vernissen, polijsten, zetten van stenen in een metalen kast en dan in het been, ivoor of de hoorn, inbranden, snijwerk, graveerwerk, inlegwerk Toepassingsgebieden: siervoorwerpen, juwelen, gebruiksvoorwerpen Palmivoor
Het materiaal haar
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
19
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen • •
2 afwerkingmogelijkheden voor haar opsommen; 2 toepassingsgebieden opsommen voor haar.
• • • •
10.18
• • •
pels en leder als een natuurlijk materiaal omschrijven; 10.18 2 verwerkingsmogelijkheden voor pels en leder opsommen; • 4 afwerkingmogelijkheden kunnen opsommen voor leder en • voor pels. • • •
10.19
• • • • • • • • • • •
het chemisch symbool het soortelijk gewicht, de kleur, het kristalstelsel, hardheid en het smeltpunt van goud opsommen; oxidatie bij goud toelichten; verband tussen goud en zuren toelichten; relatie met kwik toelichten; 4 redenen opsommen waarom goud gelegeerd wordt; de legeringmetalen opsommen voor: een rood goudlegering, een geel goudlegering, een groen goudlegering en geel goudsoldeer; de legeringmetalen opsommen voor wit goudlegeringen en edelwitgoudlegeringen; verklaren waarom witgoudlegeringen waaraan nikkel werd toegevoegd wit zijn; omschrijven hoe een wit goudlegering zacht gezet wordt; het procédé van het zuiveren van oud goud omschrijven. Het procédé van het voorlegeren omschrijven en het doel ervan verklaren;
Haar is een natuurlijk materiaal Verwerkingsmogelijkheden: wassen, kammen, snijden Afwerkingmogelijkheden: kleuren, vlechten, opsteken, lijmen Toepassingsgebieden: rouwjuwelen, pruiken Het materiaal pels en leder Pels en leder zijn natuurlijke materialen Verwerkingsmogelijkheden: looien, kammen, wassen, snijden, Afwerkingmogelijkheden: leder: beschilderen, kleuren, bedrukken, inbranden, beleggen met bladgoud of bladzilver, lijmen, naaien; pels: lijmen, verven, naaien, Toepassingsgebieden: kledij, zadels, siervoorwerpjes, juwelen Leder wordt veelal gebruikt in de vorm van koordjes bij juwelen
10.19
Het metaal goud en de goudlegeringen
•
Chemisch symbool, kleur, soortelijk gewicht, hardheid kristalstelsel en smeltpunt Oxidatie Koningswater, salpzeterzuur Kwik Legeringsredenen voor goud Rood goudlegering, wit goudlegering, edelwitgoudlegeringen, groen goudlegering, geel goudlegering Ontkleurend effect van nikkel Zuiveren van oud goud Voorlegeren Zacht zetten van wit goudlegeringen Gehaltestempel Meesterstempel Toetsen van legeringen
• • • • • • • • • • • •
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
20
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen • • • • • • • • • 10.20
• • • • • • • • • • • • • • • •
de gehaltestempel voor goudlegeringen herkennen en het doel van de gehalte stempel kunnen omschrijven met eigen woorden; de eigenschappen van de meesterstempel omschrijven; 22, 18, 14 karaat omzetten in 1000sten gehalte; zich herinneren dat het laagje goud dat bij het galvaniseren aangeduid wordt in micron; het toetsen van edelmetaallegeringen omschrijven; kenschetsen wat een lingot is en wat granules zijn; uiteenzetten hoe een lingot en een gouden of zilveren muntstuk verwerkt moet worden in een juweel; het gebruik van tinsoldeer bij goudlegeringen toelichten; het chemisch symbool voor tin opgeven.
• • • • • •
Lingot Granules 22ct, 18ct, 14ct 0.916; 0.750; 0.585 Micron Tinsoldeer
het chemisch symbool het soortelijk gewicht, de kleur, het kristalstelsel, hardheid, en het smeltpunt van zilver opsommen; oxidatie en zwarte uitslag bij zilver toelichten; oplossingen geven voor het vermijden van de zwarte uitslag; verband tussen zilver en zuren toelichten; verklaren waarom zilver opspat en waarom er zo gietgallen ontstaan; het reflectievermogen van zilver toelichten; 4 redenen opsommen waarom zilver gelegeerd wordt; (U) de legeringmetalen opsommen voor een zilverlegering; het eerste en tweede gehalte voor een zilverlegering kunnen opsommen; de gehaltestempel voor een zilverlegering herkennen; het fenomeen van de zwarte vlekken in zilver verklaren; uitleggen hoe je de zwarte vlekken in zilver kan vermijden; uitleggen hoe je de zwarte vlekken in zilver wegwerkt; het procédé van het witkoken van zilver toelichten; uitleggen hoe de zwarte vlekken verdoezeld worden; uiteenzetten hoeveel stempels een juweel, waarin een geelgoudlegering en een zilverlegering werd verwerkt,
10.20
Het metaal zilver en de zilverlegeringen
• • • • • • • • • • •
Zilver heeft zwarte uitslag Opspatten van zilver Gietgallen Reflectievermogen Legeringsredenen voor zilver 0.925; 0.835 Sterlingzilver Gehaltestempel voor zilverlegering Zwarte vlekken in een zilverlegering Rodiëren, vernissen Witkoken
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
21
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen nodig heeft om wettelijk in orde te zijn in België. 10.21
• • • • • • • • • • • • • •
10.22
•
de metalen van de platinagroep opsommen; het symbool, de kleur, het soortelijk gewicht, het smeltpunt, van platina; zich herinneren dat platina kan opspatten; (U) het verband tussen platina koningswater toelichten; (U) zich herinneren dat platinalegeringen gesmolten moeten worden met zuivere zuurstof of een knalgasvlam; herinneren zich dat platina aangetast wordt door koolstof in houtskool of in een grafieten kroes; (U) de legeringmetalen voor platinalegeringen opsommen; (U) verklaren waarom legeringen waaraan platina werd toegevoegd wit zijn van kleur; zich herinneren dat platinalegeringen met toevoeging van palladium zeer hard zijn; uiteenzetten waarom platinalegeringen gebruikt worden voor spanningszettingen; reciteren dat het gehalte van zetwitgoud bij platinapalladiumlegeringen 0.950 is; de gehaltestempel voor platinalegeringen herkennen; het chemisch symbool van palladium, rodium; zich herinneren waarvoor rodium, palladium, ruthenium en osmium gebruikt worden.
10.21
De platinagroep en de platinalegeringen
• • • • • • • •
Platinagroep: platina, palladium, rodium, osmiun, irridium, ruthenium Ontkleurend effect van platina Knalgasvlam Platinalegeringen Spanningszettingen Zetwitgoud, gehalte: 0.950 Aantasting door koolstof in grafiet en houtskool Gehaltestempel van platinalegeringen
het chemisch symbool, het soortelijk gewicht, de kleur, het kristalstelsel en het smeltpunt van koper opsommen;
10.22
Het metaal koper
•
Oppervlakte oxidatie
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
22
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen • • • •
de warmte- en elektriciteitsgeleiding van koper toelichten; oxidatie en uitslag bij koper toelichten; (U) de relatie van koper met salpeterzuur toelichten; de legeringmetalen voor messing, brons en mailleschort opsommen; het chemisch symbool voor nikkel opsommen; zich herinneren dat het gebruik van nikkel in juwelen, verboden is door de Europese wetgeving.
• • •
Uitslag door koolzuurgas Messing, mailleschort, brons Veiligheid en gezondheid: nikkel verwerken in juwelen werd verboden door de Europese gemeenschap, omdat vele mensen er allergisch aan zijn
• • •
het chemisch symbool voor zink opgeven; het toepassingsgebied en het gebruikt van zink toelichten; het gebruik en samenstelling van zamac toelichten.
10.23
Het metaal zink
•
Zamac
• •
het chemisch symbool voor cadmium geven; zich herinneren dat cadmium verboden is door de Europese wetgeving omdat het kankerverwekkend is; toelichten waarom cadmium verwerkt wordt in legeringen.
10.24
Het metaal cadmuim
•
Veiligheid en gezondheid: cadmuim is een zwaar metaal en kankerverwekkend dus verboden door de Europese gemeenschap
uiteenzetten hoe een ingedeukte holle zegelring hersteld moet worden; uiteenzetten hoe een ring zonder stenen en zettingen verkleind of vergroot worden; uiteenzetten hoe een ring met stenen en zettingen verkleind of vergroot worden; omschrijven hoe de verschillende stenen behandeld moeten worden, wanneer er aan de zetting gesoldeerd worden; omschrijven hoe scheuren in een juweel hersteld worden; Verklaren dat holle schakels gevaarlijke herstellingen zijn; uiteenzetten hoe schakelkettingen hersteld worden; inzien dat de juiste solduur gekozen wordt in functie van de herstelling.
10.25
Herstellingen
• • • • • •
Ingedeukte holle zegelring Vergroten en verkleinen van ring met/of zonder stenen Scheuren in een juweel Holle schakels Schakelkettingen, slotjes met veren, scharnieren Hard soldeer, zacht soldeer, tinsoldeer
met eigen woorden uitleggen wat patine is toepassingen maken op het patineren van koper, messing toepassingen maken op het kleuren van titanium
10.26
Oppervlakte bewerkingen
• •
Kleuren van titanium door verwarmen Patineren en kleuren van metalen door verhitting
• •
10.23
10.24
• 10.25
• • • • • • • •
10.26
• • •
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
23
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
het kleuren van titanium toelichten zich het anodiseren van aluminium en titanium herinneren het vergulden, verzilveren en rodiëren van werkstukken toelichten zich het beitsen herinneren met betrekking tot de galvanotechniek de verschillende emailtechnieken toelichten toepassingen maken op emailleren het verschil tussen gewone email en koudemail toelichten zich herinneren dat men metalen kan vernissen en lakken zich herinneren dat men metalen kan bedrukken Inzien dat men door het vijlen en schuren een versierende tekening kan aanbrengen op metaal toelichten waarom men eerst het werkstuk polijst en daarna de versierende tekening met de vijl en het schuurgereedschap inzien dat men met een frees en een boor een versierende tekening kan aanbrengen op metaal inzien dat een hamerslag een versierende tekening aanbrengt op het metaaloppervlak inzien dat verschillende soorten hamers, schuurmiddelen, vijlen, frezen en boren een andere tekening opleveren na het bewerken de techniek van het etsen toelichten de techniek van het manueel graveren toelichten de gereedschappen opsommen die men nodig heeft voor het manueel graveren het graveren met de gravo-graph uitleggen de techniek van plaatzetting met greinen toelichten aan de hand van een tekening of een juweel de techniek van raïzetting toelichten aan de hand van een tekening of een juweel de techniek van een kastzetting toelichten aan de hand van een tekening de techniek van het parelzetten uitleggen aan de hand van
• • • • • • • • • • • • •
Anodiseren Galvaniseren: vergulden, verzilveren, rodiëren Beitsen Emailleren Koudemail Vernissen en lakken Bedrukken Schuren en vijlen Frezen en boren Hameren Etsen Graveren: manueel graveren, mechanisch graveren met de gravo-graph Zettechniek: plaatzetting, raïzetting, kastzetting, parelzetting
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen • •
een tekening inzien dat ze door een beursbezoek op de hoogte blijven van de laatste nieuwe toestellen, technieken en materialen zijn geïnteresseerd in de laatste nieuwe materialen, technieken en machines die gebruikt worden in de goudsmederij.
24
LEERINHOUDEN
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) CALCULATIE 1ste jaar: 0 lestijden/week Decr. nr.
25
2de jaar: 1 lestijden/week LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 11 11.1
• • • •
11.2
• • •
11
Calculatie
het totaal gewicht, het gehalte, het fijn metaal en het gewicht van de toevoegde metalen berekenen; het gehalte berekenen van een legering die samengesteld is uit verschillende legeringen; het gehalte van een legering verhogen of verlagen en de toevoeging berekenen; bij een samengestelde legering, het gehalte verhogen en verlagen en het gewicht van de toegevoegde metalen berekenen.
11.1
Legeringsrekenen
• • • • • • • • •
Totaal gewicht van een legering Fijn metaal Gehalte De toegevoegde metalen Samengestelde gehalte berekening Verlagen van het gehalte Verhogen van het gehalte Berekenen van de toegevoegde metalen Verlagen en verhogen van het gehalte
de kostprijs berekenen van een juweel vervaardigd uit een zilverlegering, platinalegering en een goudlegering; de verkoopprijs berekenen voor een juweel vervaardigd uit een zilverlegering, platinalegering en een goudlegering; de verkoopprijs berekenen voor een juweel waarin edelstenen werden verwerkt en/of gravures werden gezet.
11.2
Kostprijsberekening
• •
Kostprijs Verkoopprijs
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) JUWELENKUNST 1ste jaar: 3 lestijden/week Decr. nr.
26
2de jaar: 1 lestijden/week LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 12 12.1
• • • • • • • • • •
12.2
• • • • • • • •
12
Juwelenkunst
de thema’s van de Egyptische juwelen opsommen; het begrip profylactisch verklaren; het materiaalgebruik toelichten aan de hand van afbeeldingen van Egyptische juwelen; de gebruikte technieken toelichten en uiteenzetten aan de hand van afbeeldingen van Egyptische juwelen; enkele typische Egyptische juwelen herkennen en bespreken; het begrip funerair juweel toelichten; een afbeelding van een juweel situeren in de juwelenkunst, de kenmerken ervan bespreken en hun besluit motiveren; Inzien dat het klimaat en de klederdracht invloed heeft op de hoeveelheid en de verschillende soorten juwelen die gedragen worden; zich verwonderen over de verschillende soorten juwelen die gedragen zijn bij de Egyptenaren; (U) zich inleven in de tijdsgeest van de oudheid. (U)
12.1
De Egyptische juwelen
•
•
Thema’s: hiëroglyfen, symbolen, religie, profylactische spreuken Materiaalgebruik: goud, elektrum, email, zachte edelstenen Techniek: raffineren van goud, cabochon slijpen van zachte edelstenen, vergulden, smeden, ciseleren, granuleren, graveren, schroefsluitingen Typische Egyptische juwelen: dodenmaskers, kegeltjes in was, pruikversieringen, armbanden voor de bovenarm en voor de onderarm, enkelbanden, zegelringen, teenringen en teenhulzen Funerair juweel
de thema’s van de Griekse juwelen opsommen; de klederdracht van de Griekse man en vrouw typeren; de typisch Griekse juwelen benoemen die voortvloeien uit de klederdracht; het materiaalgebruik toelichten aan de hand van afbeeldingen van Griekse juwelen; de gebruikte technieken toelichten en uiteenzetten aan de hand van afbeeldingen van Griekse juwelen; enkele typische Griekse juwelen herkennen en bespreken een afbeelding van een juweel situeren in de juwelenkunst, de kenmerken ervan bespreken en hun besluit motiveren; zich inleven in de tijdsgeest van de oudheid. (U)
12.2
De Griekse juwelen
• • •
Thema’s: mythologisch Klederdracht: chiton Materiaalgebruik: Zachte edelstenen, goud, koper, brons, zilver Technieken: Cabochon geslepen zachte edelstenen, ciseleerwerk, Typische Griekse juwelen: haarnetten, haarnaalden, oorjuwelen, gordels, kniejuwelen, kettingen, diademen
• • •
• •
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
27
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 12.3
• • • • • •
12.4
• • • • • •
12.5
• • • • •
de thema’s van de juwelen van de 14de en de 15de eeuw opsommen; het materiaalgebruik toelichten aan de hand van afbeeldingen van 14de en 15de eeuwse juwelen; de gebruikte technieken toelichten en uiteenzetten aan de hand van afbeeldingen van 14de en 15de eeuwse juwelen; enkele typische 14de en 15de eeuwse juwelen kunnen herkennen en bespreken; een afbeelding van een juweel situeren in de juwelenkunst, de kenmerken ervan bespreken en hun besluit motiveren; zich inleven in de tijdsgeest van de 14de en 15de eeuw. (U) de
de thema’s van de juwelen van de 16 en begin 17de eeuw opsommen; het materiaalgebruik toelichten aan de hand van afbeeldingen 16de en begin 17de eeuwse juwelen; de gebruikte technieken toelichten en uiteenzetten aan de hand van afbeeldingen van 16de en begin 17de eeuwse juwelen; enkele typische 16de en begin 17de eeuwse juwelen kunnen herkennen en bespreken; een afbeelding van een juweel situeren in de juwelenkunst, de kenmerken ervan bespreken en hun besluit motiveren zich inleven in de tijdsgeest van de 16de en begin 17de eeuw. (U) de thema’s van de juwelen van de tweede helft van de 17de eeuw opsommen; het materiaalgebruik toelichten aan de hand van afbeeldingen van juwelen uit de 2de helft van de 17de eeuw; de gebruikte technieken toelichten en uiteenzetten aan de hand van afbeeldingen van juwelen uit de 2de helft van de 17de eeuw; enkele typische juwelen uit de 2de helft van de 17de eeuw herkennen en bespreken; een afbeelding van een juweel situeren in de juwelenkunst, de kenmerken ervan bespreken en hun besluit motiveren
12.3
De juwelen uit de14de en 15de eeuw
•
•
Thema’s: religieuze, mythologische, symbolische, liefdesen doodsthematiek Materiaalgebruik: goud-en zilverlegeringen, edelstenen, email Technieken: email, edelstenen cabochon geslepen, tafel dunsteen, tafeldiksteen, driefacetsteen, octaëder Typische 14de en 15de eeuwse juwelen: enseignes, memento mori-juwelen, liefdesjuwelen, broches en sierzegelringen Pelgrimstocht, kruistocht
12.4
De juwelen uit de16de en begin 17de eeuw
• •
•
Thema’s: religieuse, mythologische, symbolische Materiaalgebruik: goud-en zilverlegeringen, diamant, edelstenen, email, koraal, amber, parels, exotisch hout Technieken: email, saffier cabochon geslepen, diamant octaëder, hoge kastzettingen, gravure Typische 16de en begin 17de eeuwse juwelen: bidsnoeren
12.5
De juwelen uit de 2de helft van de 17de eeuw
• •
Thema’s: Bloemen-en plantenmotiven, strikken en pluimen Materiaalgebruik: goud-en zilverlegeringen, diamant, edelstenen Technieken: email, edelstenen cabochon geslepen, tafel dunsteen, tafeldiksteen, driefacetsteen, briljantslijpsel, griefenzetting, plaatzetting Typische juwelen uit de 2de helft van de 17de eeuw: Sevigné, devant de corsage, girandole Vertegenwoordigers:Hans Collaert en Gilles Legaré
• • •
•
• • •
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
28
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen • • 12.6
• • • • • •
12.7
• • • • • • • •
12.8
• • •
de kenmerken ervan bespreken en hun besluit motiveren een gekende goudsmid–juweelontwerper uit die tijd opnoemen; (U) zich inleven in de tijdsgeest van de 17de eeuw. (U) de thema’s van de juwelen van de 18de eeuw opsommen; het materiaalgebruik toelichten aan de hand van afbeeldingen van 18de eeuwse juwelen; de gebruikte technieken toelichten en uiteenzetten aan de hand van afbeeldingen van 18de eeuwse juwelen; enkele typische 18de eeuwse juwelen kunnen herkennen en bespreken; een afbeelding van een juweel situeren in de juwelenkunst, de kenmerken ervan bespreken en hun besluit motiveren; zich inleven in de tijdsgeest van de 18de eeuw. (U)
12.6
De juwelen uit de 18de eeuw
• •
Thema’s: bloemen-en plantenmotiven, strikken en pluimen Materiaalgebruik: goud-en zilverlegeringen, diamant, allerlei kleuren van edelstenen, haar, staal, ijzer, glas Technieken: Allerlei slijpsels, minas novas, plaatzetting, griefenzetting, strass Typische 16de en begin 17de eeuwse juwelen: devant de corsage, sevigné, rouwjuwelen, ijzeren en stalen juwelen Parures
• • •
de thema’s van de Mogoljuwelen opsommen; de kledij van de Indische man en vrouw omschrijven; inzien dat de klederdracht en het klimaat invloed heeft op de soorten juwelen die gedragen worden en gemaakt worden; het materiaalgebruik toelichten aan de hand van afbeeldingen van Mogoljuwelen; de gebruikte technieken toelichten en uiteenzetten aan de hand van afbeeldingen van Mogoljuwelen; enkele typische Mogoljuwelen juwelen kunnen herkennen en bespreken; een afbeelding van een juweel situeren in de juwelenkunst, de kenmerken ervan bespreken en hun besluit motiveren; zich inleven in de tijdsgeest van het Mogoltijdperk. (U)
12.7
De juwelen uit de Mogolcultuur
• • •
Thema’s: bloemen-en plantenmotiven, pluimen Kledij: sari, tuniek met pofbroek, tulband Materiaalgebruik: goudlegeringen, edelstenen, glasparels, parelmoerparels Technieken: verschillende emailtechnieken, email, lithoglyptiek, tegenemailleren, graveren, zetten van edelstenen in edelstenen, schroefsluitingen Typische Mogoljuwelen: Tulbandjuweel, neusjuweel, haarhanger, navelpiercing, torke, duimringen, armbandringjuweel, holdili, nauratan
de thema’s van de Art Nouveau juwelen opsommen; het materiaalgebruik toelichten aan de hand van afbeeldingen van Art Nouveau juwelen; de gebruikte technieken toelichten en uiteenzetten aan de hand van afbeeldingen van Art Nouveau juwelen;
12.8
De Art Nouveau juwelen
• •
Thema’s: bloemen-en plantenmotiven, insecten, de vrouw Materiaalgebruik: goudlegeringen, zilverlegeringen, edelstenen, glas, email, hoorn, ivoor Technieken: vensteremail en andere emailtechnieken, snij
• •
•
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
29
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen • • • •
12.9
• • • • • •
12.10
•
•
enkele typische Art Nouveau juwelen kunnen herkennen en bespreken; • een afbeelding van een juweel situeren in de juwelenkunst, • de kenmerken ervan bespreken en hun besluit motiveren; zich inleven in de tijdsgeest van de Art Nouveau; (U) een Art Nouveaukunstenaar opnoemen die gekend was om zijn juwelen.
en graveerwerk, opalineglas, gepatineerd zilver Typische Art Nouveau juwelen: haarkammen, hondeketting Vertegenwoordiger: René Lalique, Philippe Wolfers
de thema’s van de Art Deco juwelen opsommen; het materiaalgebruik toelichten aan de hand van afbeeldingen van Art Deco juwelen; de gebruikte technieken toelichten en uiteenzetten aan de hand van afbeeldingen van Art Deco juwelen; enkele typische Art Deco juwelen kunnen herkennen en besprekende typische “witte mode” stijl kenschetsen; een afbeelding van een juweel situeren in de juwelenkunst, de kenmerken ervan bespreken en hun besluit motiveren; zich inleven in de tijdsgeest van de Art Deco en de veranderende mentaliteit bij de vrouw toelichten. (U)
12.9
De Art Deco juwelen
• •
• •
Thema’s: Geometrische vormen en afgeleiden Materiaalgebruik: wit goudlegeringen, geel goudlegeringen, diamant, saffier, robijn, smaragd, bergkristal, amethist, jade, koraal, parels, aluminium, markasiet, lakverf, email Technieken: Briljantslijpsels, raizetting, plaatzetting, greinenzetting, geometrische slijpsels voor de zachte edelstenen Witte mode Typische Art Deco juwelen: polshorloge, juweelvoorwerpjes
de hedendaagse trends op gebied van techniek, materiaalgebruik, vormgeving, draagvormen en soorten juwelen; ontdekken in tijdschriften, folders, bij juweliers en op beursen; (U) onderleiding van de leerkracht ontdekken dat er invloeden zijn van de hedendaagse kunst op de hedendaagse kunstjuwelen en de hedendaagse commerciële juwelen.
12.10
Hedendaagse juwelen
• • • •
Hedendaagse tends Invloed van kunst Juwelenkunst Commerciële juwelen
•
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) EDELSTENEN 1ste jaar: 0 lestijden/week Decr. nr.
30
2de jaar: 1 lestijden/week LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 13 13.1
13 • • • • • • • •
13.2
• • • • •
13.3
• •
Edelstenen
de hardheidstabel van Mohs uiteenzetten; optische effecten bij stenen herkenen en benoemen; het doel van de refractometer en de polariscoop uiteenzetten; toepassingen maken met de polariscoop en de refractometer; (U) de verschillende soorten imitaties opsommen; (U) insluitsels herkennen met de loepe; (U) de groeilijnen van edelstenen, glas en synthetische stenen tekenen en typeren; 3 mogelijkheden opsommen om de kleur en de kwaliteit van de edelstenen te optimaliseren. (U)
13.1
De eigenschappen van de edelstenen
• •
• •
Hardheidtabel volgens Mohs Optische effecten: opaliseren, opalicentie, asterisme of stereffect, kattenoogeffect of chatoïentie Brekingsindex, dubbelbreking, polariscoop en refractometer Imitaties: natuurlijke imitaties, synthetische stenen, glas, doublette, triplette Insluitsels Groeilijnen
het effect van het verwarmen van diamant, zirkoon, citrien, topaas, aquamarijn, rookkwarts, amethyst, turkoois en lapis; toelichten; het verwarmen van diamant bespreken; het verwarmen van saffier en robijn; het verwarmen van smaragd; een oplossing geven voor edelstenen die verdonkerd zijn na het solderen.
13.2
Verwarmen van edelstenen
•
Etsfiguren op diamant, verkleuren van de stenen, verbranden van de stenen, gebrande cirtrien, gebrande amethist, verwijderen van de steen Verwarmen van diamant, saffier, robijn, smaragd
• •
•
de weerstand die edelstenen hebben tegen zuren en zepen 13.3 toelichten; • het gebruik van de ultrasoon en edelstenen toelichten. •
Zuren, zepen en ultrasoon Aantasting van de structuur en de kleur van de stenen Diamant resistent tegen zwavelzuuroplossing
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
31
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 13.4
• •
13.4
Diamant
• • • • •
Pasport De 4C’s Imitaties: moissanite, zirkoon, kubiek zirkonia, leuko saffier, bergkristal, strass Karaat en punten Een lot diamant
•
de hardheid van diamant reciteren; een pasport uitgereikt door de Hoge Raad voor Diamant kenschetsen; de 4C’s verklaren; 3 imitaties voor diamant opsommen en toelichten; karaat en punten toelichten; zich herinneren dat de prijs van diamant uitgedrukt wordt in dollar; Weten wat een lot diamant betekent. (U)
• •
Edelstenen herkennen en benoemen op zicht; slijpsels herkenen en benoemen op zicht.
13.5
Benoemen van edelstenen en imitaties op zicht
• • • •
13.5
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
32
MONOGRAFIE Integreren in het 2de leerjaar Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 14 14.1
•
Met eigen woorden omschrijven wat een monografie is.
14.2
•
informatie en documentatie verzamelen dat verband houdt met het onderwerp van de monografie; de gevonden informatie en documentatie selecteren op bruikbaarheid; de structuur van de monografie opmaken, met hoofdstukken, titels en ondertitels; teksten samenstellen en maken bij de verschillende hoofdstukken; de documentatie bij de teksten inpassen en zorgen voor een goede lay-out.
• • • •
14
Monografie
14.1
Monografie
• 14.2
Begrip: monografie Realisatie van de monografie
• • • • • •
Zoeken van informatie en documentatie Selecteren van de informatie en de documentatie Structuur van de monografie opmaken Teksten opmaken Documentatie plaatsen bij de monografie Lay-out
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV Goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
33
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN TIMING Een leerplan is geen handboek, maar een document dat doelstellingen bevat die de leerkracht continu voor ogen moet hebben, zowel bij de redactie van zijn jaarplan als bij de voorbereiding van zijn lessen. De verschillende soorten van doelstellingen zoals cognitieve affectieve en psychomotorische, worden niet afzonderlijk gerubriceerd omdat ze ook in de praktijk in elkaar verweven zijn, al hebben ze elk hun specifieke eigenheden. Leerplandoelstellingen geven een nadere differentiatie van de einddoelstellingen. Ze geven duidelijk aan wat er in een bepaald leerjaar dient te worden bereikt. De leerplandoelstellingen vormen een tussenschakel tussen de einddoelstellingen en de concreet- observeerbare lesdoelen. Ze zijn het uitgangspunt van de lesdoelstellingen en vormen als het ware een overkoepeling ervan. Een goed geformuleerd leerdoel omvat steeds twee componenten: het gedragsniveau en de (leer) inhoud. In tegenstelling tot de leerplandoelstellingen, worden de lesdoelstellingen geformuleerd in concreet observeerbaar gedrag (inhouds- en gedragsniveau`s). In een lesdoelstelling drukt de leerkracht uit wat hij in een welbepaalde les wil realiseren. Dat moet zeer concreet zijn, zodat het leer- en vormingsproces ( de didactische methode, de leerstof en de media) er goed op afgestemd kunnen worden. Methodologische richtlijnen : • • • • • • •
Het principe van voor- en nadelen. Telkens het gepaste didactisch materiaal inschakelen. Het is belangrijk van in het begin de leerlingen een goede en juiste werkmethode aan te leren. Fouten van leerlingen individueel verbeteren. Indien blijkt dat een groter aantal leerlingen de handeling verkeerd begrepen heeft, moet deze voor de gehele groep herhaald worden. De leerkracht voorziet korte en afwisselende opdrachten. Dit stimuleert de werklust van de leerlingen. Parallellisme nastreven tussen technisch tekenen en praktijk. Begrippen in verband met veiligheid, hygiëne en onderhoud van gereedschappen en machines moeten steeds aan bod komen. Aandacht vestigen op de juiste lichaamshoudingen.
Dit leerplan geldt voor een lestijdenpakket van 25 weken op schooljaarbasis In het geheel van de leerstofbehandeling staat de praktijkgerichte invulling van de leerstofitems voorop. Dit betekent dat de leerkracht gebruik maakt van concrete documenten en reële situaties. Bij het creëren van een onderwijssituatie wordt bijzondere aandacht besteed aan de evenwichtige opbouw van de opeenvolgende lesfases. Elke lesfase wordt beëindigd met een duidelijke synthese. De gehanteerde werkvormen staan doordacht in functie van de leerinhouden en doelstellingen. Ze bevatten de principes van aanschouwelijkheid, geleidelijkheid en leerlingenmotivatie. Het gebruik van de overheadprojector versterkt de impact op de klassfeer en is nuttig voor het overzichtelijk aanbrengen van leerstof. Het ligt voor de hand dat buiten de psychomotorische ook cognitieve en affectieve doelstellingen nagestreefd worden. Cognitieve doelstellingen hebben te maken met het verstandelijk functioneren, het zich herinneren, herkennen of verwerven van gegevens en de ontwikkeling van intellectuele vaardigheden en capaciteiten. De dynamische – affectieve doelstellingen betrachten een gevoelswaarde, een emotie of een graad van aanvaarding, betrokkenheid of engagement.
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV Goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
34
De psychomotorische doelstellingen leggen de nadruk op motorische vaardigheden, hantering van materialen en objecten spierbeheersing en coördinatie van zenuwimpulsen en musculatuur. De goudsmid/juwelier moet technisch en praktisch gevormd zijn om een rol te kunnen spelen in de wereld van sieraden en juwelen. De motivatie verschillend zijn naargelang de vooropleiding, de sociale en culturele herkomst. De leerling moet klanten kunnen voorlichten, begeleiden bij de aankoop van sieraden of juwelen en instaan voor dienst na verkoop. De leerling moet in staat zijn een enig stuk te vervaardigen. De opleiding moet ook de weg open laten om een gespecialiseerde tak binnen te stappen. Het is de bedoeling dat eenmaal de leerlingen de opleiding tot een goed einde gebracht hebben, zij in staat zullen zijn de werkproblemen zelfstandig op te lossen om te voldoen aan het gestelde beroepsprofiel. Een goede coördinatie tussen de verschillende leervakken zal hierbij een belangrijke rol spelen. Attitudevorming bij de opleiding : •
Gericht zijn op het onderscheid tussen details en essentie
•
Gericht zijn op structureren van opdrachten
•
Gericht zijn op planmatig werken
•
Zin voor orde, netheid en veiligheid
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV Goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
35
TIMING De opgestelde timing is opgesteld door de leerplancommissie en geeft bij benadering de timing weer. In functie van de omstandigheden zullen hierbij andere waarden moeten gebruikt worden. TEKENEN Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
Timing
15
Technisch Tekenen
20
16
Perspectief
17
Schaduwen
17
18
Schilderen
30
19
Naschilderen van een juweel
8
20
CAD
5
20
ONTWERPEN Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
Timing
21
Inleiding Ontwerpen
8
22
Uitgangspunten
33
23
Uitvoeren van een ontwerp
9
MATERIALENLEER Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
Timing
24
Materialenleer : spreekbeurt
2
25
Het materiaal hout
2
26
Het materiaal glas
1
27
Het materiaal perspex of plexi
2
28
Het materiaal rubber
1
29
Het materiaal titanium
1
30
Edelstaal of chirurgisch staal
1
31
Het materiaal nylon
0,5
32
Het materiaal stof
0,5
33
Het materiaal papier
0,5
34
Het materiaal parels
1
35
Het materiaal parelmoer
0,5
36
Het materiaal schelpen
0,5
37
Het materiaal ivoor, hoorn en been
2
38
Het materiaal koraal
1
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV Goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
36 Timing
39
Het materiaal noten en pitten
0,5
40
Het materiaal haar
0,5
41
Het materiaal pels en leder
0,5
42
Het metaal zilver en de zilverlegeringen
3,5
43
De platinagroep en de platinalegeringen
3
44
Het metaal koper
1
45
Het metaal zink
0,5
46
Het metaal cadmuim
0,5
47
Herstellingen
5
48
Patineren en kleuren van metalen
15
CALCULATIE Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
Timing
49
Legeringsrekenen
19
50
Kostprijsberekening
5
JUWELENKUNST Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
51
De Egyptische juwelen
52
De Griekse juwelen
Timing 20 8
de
53
De juwelen uit de14de en 15
eeuw
24
54
De juwelen uit de16de en begin 17de eeuw de
eeuw
6
55
De juwelen uit de 2de helft van de 17
10
56
De juwelen uit de 18de eeuw
9
57
De juwelen uit de Mogolcultuur
9
58
De Art Nouveau juwelen
6
59
De Art Deco juwelen
4
60
Hedendaagse juwelen
4
EDELSTENEN Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
Timing
61
De eigenschappen van de edelstenen
6
62
Verwarmen van edelstenen
1
63
Zuren, zepen en ultrasoon
2
64
Diamant
3
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV Goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Nr. 65
Pedagogisch-didactische wenken Benoemen van edelstenen en imitaties op zicht
37 Timing 13
MONOGRAFIE Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
Timing
66
Monografie
Integr. = intergrenen
Integr.
67
Realisatie van de monografie
Integr. = intergrenen
Integr.
68
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV Goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
38
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN De uitrusting en de inrichting van de lokalen, inzonderheid de werkplaatsen, de vaklokalen en de laboratoria, dienen te voldoen aan de technische voorschriften inzake arbeidsveiligheid. Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: • • • •
Codex, ARAB, AREI, Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden met betrekking tot de uitrusting en inrichting van de lokalen en de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel. Zij schrijven voor dat: • •
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; • de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden; de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist. • • • • • •
Tekenmateriaal (en schildergerief); Diaprojector; PC met CAD pakket; Een uitgerust klaslokaal met bord en kast (documentatie); Didactische voorbeelden; De leerkracht moet kunnen beschikken over retro projector opdat hij op een efficiënte manier de technologie kan verduidelijken.
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV Goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
39
EVALUATIE Onderscheid moet gemaakt worden tussen de evaluatie van het leerproces en de evaluatie van het eindproduct. Bij de procesevaluatie wordt doorlopend gepeild naar de verwerking van het leerproces, met de bedoeling dit proces zo nodig bij te sturen, zodat elke leerling op de meest effectieve manier kan leren. De klemtoon ligt hierbij duidelijk op het optimaal functioneren van de leerling. Het verloop van het proces wordt, vooraf, door de leraar uitgetekend. Zij/hij bepaalt • • •
welke de verschillende stappen zijn; welke fouten op elk moment ontoelaatbaar zijn; welke fouten kunnen gemaakt worden.
Afhankelijk van het resultaat van feedbackmomenten (kleine toetsen, gesprekken, volgsystemen, …) wordt het proces verder gezet of zo nodig bijgestuurd. Om de leerling te motiveren gebeurt dit in een constructieve, positieve sfeer. Productevaluatie gebeurt op het einde van het leerproces (bijvoorbeeld na een hoofdstuk, een opdrachtenreeks, een project, een trimester..). Hierbij wordt nagegaan in hoeverre de leerling de basisdoelstellingen bereikt heeft. Iedere evaluatie gebeurt in 3 stappen • • •
Registreren (veelvuldig afnemen van proeven, oefeningen, opdrachten, kleine toetsen, …). Interpreteren (de gegevens toetsten aan de criteria of normen die de vakwerkgroepen vooraf duidelijk heeft bepaald). Rapporteren (de leerling en de ouders krijgen op een duidelijke wijze een beeld van de vorderingen van de leerling door geregelde momenten van feedback voor de leerling en door een schriftelijke rapportering door middel van agenda, rapport...).
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV Goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
40
TOELICHTING BIJ GEBRUIK VAN HET LEERPLAN In het leerplan zijn een aantal uitbreidingsdoelstellingen opgenomen. Uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid door een (U) na de doelstelling. Uitbreidingsdoelstellingen moeten enkel bereikt worden als het niveau van de leerlingen dit toelaat. Zij kunnen ook gebruikt worden indien een of meerdere lestijden complementaire activiteiten besteed worden aan de specifieke vakgerichte opleiding.
JAARPLAN Van elke leraar wordt verwacht dat hij/zij in het begin van het schooljaar een jaarplanning maakt. Die planning kan gemaakt worden volgens het bijgevoegd model. Eenvormigheid is een noodzaak voor de verschillende collega's. De verschillende jaarplannen moeten zodanig gemaakt worden dat er - waar mogelijk - per week een coördinatie is tussen de verschillende vakken. Een overleg tussen de verschillende leraars zal absoluut noodzakelijk zijn! Tijdens het schooljaar zullen de vorderingen door de verschillende collega's samen regelmatig geëvalueerd worden met het doel de verschillende jaarplannen eventueel bij te sturen. De timing is gemaakt voor 25 weken per schooljaar. De resterende tijd kan door de lerares/leraar vrij gebruikt worden voor uitdiepingen en/of uitbreidingen. Ook nieuwe ontwikkelingen kunnen hier eventueel aan bod komen. De timing en de volgorde van de leerstofonderdelen zijn niet bindend. Indien afgeweken wordt, moet dit in overleg tussen de verschillende collega's gebeuren en moeten – indien nodig – de andere jaarplannen eveneens aangepast worden. Steeds moet erover gewaakt worden dat de noodzakelijke voorkennis aanwezig is.
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV Goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Jaarplan
41
Optie: ........................................................................................
Leerkracht: ...........................................................
Onderwijsvorm: .............. Graad: ....................
Schooljaar: ………… / …………..
Vorderingsplan Jaar: .........................
Vak: ..........................................................................................
Leerplannummer: ...........................
Handboek/cursus:...........................................................................
Lestijden/week: ...........
JAARPLAN Week nummer
Nr in leerplan
Leerinhouden
VORDERINGSPLAN Gegeven op (datum)
Opmerkingen
BSO – 3de graad – optie Goud en juwelen Vak: TV Goud (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
42
BIBLIOGRAFIE - 20TH Century Jewelry
Pullée Caroline - Hallord Press
- CURSUS EDELSMEEDKUNST Antwerpen
Storme Patrick Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten
- EDELSTENEN
K. Hartman, B. Binnewies W.J. Thieme & Cie - Zutphen
- GRAPHIC DESIGN + Designers
Alan and Isabella Livingston - World of Art
- HET GOUD VAN TOETANCHAMON - m.v. Seton - Williams- ICOB - JAPANESE CONTEMPORARY JEWELRY - Snoeck Ducaju & Zoon - KUNST VAN ALTIMIRA TOT HEDEN - F. Adriaens, P. Baudoin, A. Claerhout, Nederlandse boekhandel, - METALEN LEGERINGEN Stichting IVIO voor de Federatie Goud & Zilver - ORNAMENTA Internationale
Schmuckkunst - Prestel
- SIERADEN MAKEN
Rod Edwards Gaade Armerongen
- SIERADEN. Van de late 18de tot Vroeg 20ste eeuw Lydia - Lida Deniel - Spectrum Utrecht Antwerpen - TOVER VAN EDELSTENEN.
Juwelen uit 16de tot 19de eeuw
- VADEMECUM VOOR JUWELIERS & GOUDSMEDEN - WELKE STEEN IS DAT
J.A. Cuypers en M.TH. Jacobs Stam
R. Börner - Thieme & Cie - Zutphen Antwerpen - Amsterdam
ART AURA
Schmuck (tijdschrift - Ebner Verlag)
Edelstenen - k Hartman, B Binnewies, W.J. Thieme en cie- Zutphen Elseviers gids van edel – en – sierstenen met 1500 afbeeldingen in kleur Kemperman - Hoboken STENEN EN PARELS
K.B.