SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm:
TSO
Graad:
derde graad
Jaar:
derde leerjaar FUNDAMENTEEL GEDEELTE
Optie(s):
KMO-administratie
Vak(ken):
TV Dactylografie/toegepaste informatica
Vakkencode:
IT-x
Leerplannummer:
2004/238 (vervangt D/1992/4244/18)
Nummer inspectie:
2004 / 238 // 1 / G / SG / 1 / III7 / / D/
4 lt/w
TSO – derde graad – derde jaar – KMO-administratie TV Dactylografie/Toegepaste informatica (4 lestijden/week)
1
INHOUDSTAFEL Beginsituatie ....................................................................................................................................................................... 2 Algemene doelstellingen.................................................................................................................................................... 2 Leerplandoelstellingen en leerinhouden ........................................................................................................................... 2 Deel 1 – Computersystemen en communicatie ............................................................................................................... 2 Deel 2 – Tekstverwerking .................................................................................................................................................. 3 Deel 3 – Rekenblad............................................................................................................................................................ 6 Deel 4 – Databanken ......................................................................................................................................................... 6 Deel 5 – Presentatie........................................................................................................................................................... 7 Minimale vereiste uitrusting ............................................................................................................................................... 8 Pedagogisch-didactische wenken..................................................................................................................................... 8 Begeleid zelfstandig leren.................................................................................................................................................. 9 VOET ................................................................................................................................................................................ 10 Evaluatie ........................................................................................................................................................................... 11 VIA (Vlaams ICT-attest) ................................................................................................................................................... 13 Bibliografie ........................................................................................................................................................................ 14
TSO – derde graad – derde jaar – KMO-administratie TV Dactylografie/Toegepaste informatica (4 lestijden/week)
2
BEGINSITUATIE De toelatingsvoorwaarden bepalen dat zowel leerlingen met geringe voorkennis als leerlingen met veel voorkennis in dezelfde klas kunnen samen zitten. De meeste leerlingen zijn in de 3e graad al in contact gekomen met de voornaamste toepassingspakketten. Maar de dactylografische vaardigheden en klavierbeheersing zullen wellicht erg verschillend zijn.
ALGEMENE DOELSTELLINGEN • • •
Administratieve problemen kunnen oplossen met behulp van de voornaamste toepassingspakketten. Het zelfstandig kunnen ontwikkelen van projecten die in relatie staan tot de specificiteit van de studierichting. Ontwikkeling van attitudes als zin voor efficiëntie, doorzettingsvermogen en overdraagbaarheid van oplossingstechnieken (waardoor ook minder vertrouwde problemen zelfstandig kunnen opgelost worden).
LEERPLANDOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN Het leerplan is te beschouwen als een open leerplan zodat de leraar zelf (in functie van de voorkennis van de leerlingen) de leerinhouden kan bepalen (zie verder bij de wenken).
DEEL 1: COMPUTERSYSTEMEN EN COMMUNICATIE LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen ku nne n 1 •
de technische vernieuwingen i.v.m. de basiselementen van een computer en randapparaten opsommen en het gebruik ervan kunnen verwoorden;
2
1 Recente ontwikkelingen 1.1 Nieuwe basiselementen van een computerconfiguratie 1.2 Recente ontwikkelingen in randapparatuur 2 2.1 2.2 2.3 2.4
Beveiliging Belang Hardware en software methodes Back-up systemen Beveiliging- en antivirus software
• • • •
het belang van beveiliging aantonen; weten hoe een computer beveiligd wordt; een back-up uitvoeren; beveiliging- en antivirus software gebruiken;
3
3 Ergonomie de storende elementen (geluidsoverlast, licht, e.d.) in de 3.1 Werkomgeving werkomgeving herkennen; 3.2 Arbeidsergonomie de arbeidsreglementering i.v.m. normen gesteld aan schermen, toetsenborden en andere interpreteren;
• •
4 • • •
de hardwareonderdelen onderscheiden en de voornaamste kenmerken ervan weergeven; het verschil tussen een server en een werkstation begrijpen; het principe van het delen van internettoegang, bronnen, data en programma’s verwoorden;
4 4.1 4.2 4.3
Netwerken Onderdelen Server en werkstation Delen van internettoegang, bronnen, data en programma’s
TSO – derde graad – derde jaar – KMO-administratie TV Dactylografie/Toegepaste informatica (4 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
3
LEERINHOUDEN
De leerlingen ku nne n 5 • • • • 6 • • •
het doel en het nut van een agenda uitleggen; invoerapparatuur in functie van agenda en taakbeheer gebruiken; een agenda samenstellen, automatiseren en synchroniseren; een taakplan opstellen en aanpassen;
5 5.1 5.2 5.3 5.4
Agenda- en taakbeheer Doel en nut Opstelling Aanmaak van lijsten Opbouw van een taakplan
6 Elektronische post vlot elektronische post gebruiken; 6.1 Gebruik en beheer de adresboeken beheren; 6.2 Adresboeken zowel webgestuurde als lokale post opmaken, opsturen 6.3 Webgestuurde en lokale post en beheren;
DEEL 2: TEKSTVERWERKING SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1 • • •
1 Stijlen een opmaakprofiel toekennen, zelf aanmaken, wijzigen, 1.1 Opmaakprofiel maken, wijzigen, automatisch bijwerken en afdrukken automatisch bijwerken en afdrukken; een tekst die op onverantwoorde wijze ingetypt werd, 1.2 Tekst automatisch opmaken automatisch opmaken; 1.3 Zoeken en vervangen opmaakprofielen zoeken en vervangen;
2 • • • 3 • • • •
alinea’s, lijsten en overzichten vlot en efficiënt automatisch nummeren; kopjes van een nummer voorzien, aangepast aan de Bin-normen; werken in overzichtsweergave;
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Automatische nummering Nummeren van lijsten en overzichten Nummeren van kopjes Overzichtsweergave Opnemen in een opmaakprofiel
3 Sjablonen 3.1 Zelf een sjabloon ontwerpen sjablonen op gepaste wijze gebruiken, ontwerpen en wijzigen; 3.2 Opmaakprofielen, vaste tekst en autotekst sjablonen voorzien van opmaakprofielen en vaste tekst; inbrengen tekstfragmenten als bouwstenen invoegen in sjablonen; sjablonen (eigen huisstijl) toekennen aan bestaande teksten;
TSO – derde graad – derde jaar – KMO-administratie TV Dactylografie/Toegepaste informatica (4 lestijden/week) 4 • • •
een verantwoorde indeling in bladzijden realiseren, gebruik makend van de mogelijkheden die het pakket biedt; een document opmaken voor recto/verso gebruik; voet- en/of eindnoten op deskundige wijze in een document invoegen en bewerken;
5 • • •
een tekst in kolommen plaatsen; werken met gelijke kolomlengtes; een nieuwe kolom verplichten;
6 • • • •
snel een overzichtelijke tabel met complexe structuur creëren; gebruik maken van een tabel om een tekst van geschikte lay-out te voorzien; gegevens in een tabel rangschikken; eenvoudige rekenkundige bewerkingen maken in een tabel;
7 •
complexe brieven (incl. uit handschrift) met rubrieken, indelingen en opsommingen in overeenstemming met de Bin-normen uitwerken;
8 • •
• •
9 • • • •
een recordstructuur van een bestand op een efficiënte wijze aanmaken en wijzigen; gegevens uit een gegevensbestand in een bepaalde volgorde en/of volgens een bepaalde selectie met standaardtekst, met etiketten en in lijstvorm samenvoegen; etiketten opmaken en bedrukken; gevorderd samenvoegen, werken met “Als … dan … anders”;
4 4 4.1 4.2 4.3
Pagina-opmaak Invoegen in sjablonen Tekstdoorloop: pagina-einde ervoor Sectie-opmaak: paginanummering, tekst verticaal uitlijnen, kop- en voetteksten, papierformaat en afdrukstand 4.4 Recto-verso afdrukken 4.5 Voet- en/of eindnoten 5 Kolommen 5.1 Tekst in kolommen plaatsen
6 Tabellen 6.1 Met complexe structuur 6.2 Tekst naar een tabel omzetten en omgekeerd 6.3 Rangschikken 6.4 Eenvoudige rekenkundige bewerkingen
7 De genormaliseerde briefindeling 7.1 Brieven met complexe structuur 7.2 Brieven met vervolgbladen
8 Samenvoegen 8.1 Een standaard- en gegevensbestand creëren en samenvoegen 8.2 Etiketten 8.3 Gegevensbestand sorteren en selecteren 8.4 Lijsten 8.5 Gevorderd samenvoegen, werken met "Als … dan … anders”
9 veldcodes die bij een aantal functies automatisch in een 9.1 document geplaatst worden, zichtbaar maken; 9.2 zelf de geschikte veldcodes in een document plaatsen; 9.3 gebruik maken van autotekstfragmenten in kop- en 9.4 voetteksten; 9.5 schakelopties toevoegen aan velden; 9.6
Velden Datum Verwijzen naar een opmaakprofiel/stijl Positioneervelden Invulvelden Autotekstfragment in kop- en/of voettekst Schakelopties
TSO – derde graad – derde jaar – KMO-administratie TV Dactylografie/Toegepaste informatica (4 lestijden/week) 10 • • •
aan de hand van een document, opgemaakt met kopopmaakprofielen, een inhoudsopgave genereren; trefwoorden markeren en zo een index genereren; de inhoudsopgave en een trefwoordenlijst aanmaken en de vormgeving zo nodig aanpassen aan de Binnormen;
11 • • • • •
titels omranden en arceren; de ingebouwde grafische mogelijkheden gebruiken om de opmaak te verfraaien; autovormen en tekstvakken maken, selecteren en opmaken; tekst aan autovormen toevoegen; een tekst van een watermerk voorzien;
12 • • • •
een formulier ontwerpen, opmaken en wijzigen; formuliervelden invoegen en aanpassen; formuliervelden beveiligen; formulieren geheel of in beperkte vorm opslaan en afdrukken;
13 • • •
werken met teksten die voorzien zijn van opmerkingen; wijzigingen beheren; zelf opmerkingen invoegen en bewerken;
14
5 10 Inhoudsopgaven en indexen 10.1 Inhoudsopgaven 10.2 Indexen
11 11.1 11.2 11.3 11.4
Grafische functies Randen en arceringen Figuren en illustraties Autovormen en tekstvakken Werklagen (watermerk)
12 12.1 12.2 12.3
Formulieren Opmaken en wijzigen Beveiligen Opslaan en afdrukken
13 13.1 13.2 13.3
Revisie van teksten Werkbalk redigeren Wijzigingen Opmerkingen
14 Macro’s 14.1 Eenvoudige macro’s maken en uitvoeren
• •
eenvoudige macro’s maken en uitvoeren; voor een macro een knopvlak maken en toewijzen aan een werkbalk;
15
15 Organogram snel en handig eenvoudige organogrammen opbouwen; 15.1 Opbouwen de constructie en de inhoud wijzigen; 15.2 Wijzigen lijnen, vakken en inhoud opmaken; 15.3 Opmaken
• • • 16 • • •
16 gegevens uit een rekenblad en/of databank overbrengen naar en/of koppelen met een tekstdocument; afbeeldingen en tekstdelen vanuit andere media importeren; een tekst met een eenvoudige structuur inscannen, bewerken en vormgeven tot een correcte tekst.
Integratie met andere pakketten en andere media 16.1 Invoegen van een rekenblad en/of databank 16.2 Importeren van teksten en afbeeldingen 16.3 Inbrengen van tekst via scanner en OCR
TSO – derde graad – derde jaar – KMO-administratie TV Dactylografie/Toegepaste informatica (4 lestijden/week)
6
DEEL 3: REKENBLAD LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen ku nne n 1 • •
de basishandelingen van een rekenblad vlot uitvoeren; zelfstandig een rekenblad ontwerpen;
2 •
de voornaamste formules en functies toepassen;
geavanceerde functies gebruiken; de zoektechnieken in toepassingen gebruiken;
3 3.1 3.2 3.3
Geavanceerde functies Horizontaal en verticaal zoeken Wat als functie Financiële en economische functies
4
Koppeling van werkbladen en mappen
een eenvoudige grafiek opstellen; de opmaak ervan verfraaien; de best passende grafiek zelf bepalen;
5 5.1 5.2 5.3
Grafieken Opmaak Gevorderde lay-out Koppeling tussen
draaitabellen toepassen; eenvoudige macro’s opstellen.
6 Gevorderde mogelijkheden 6.1 Draaitabellen 6.2 Macro’s
4 •
werkbladen en mappen functioneel met elkaar koppelen;
5 • • •
6 • •
Basisbewerkingen Gegevenstypes Formaten Beveiliging (vergrendelen) Naamgeving
2 Berekeningen 2.1 Formules 2.2 Standaardfuncties
3 • •
1 1.1 1.2 1.3 1.4
DEEL 4: DATABANKEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen ku nne n 1 • • • • • • • •
de samenstelling van een tabel inzien; tabellen creëren met hun eigenschappen en validatie; tabelstructuren wijzigen; een overzicht geven van de operatoren, expressies en functies; data afbeelden, wijzigen, toevoegen en verwijderen; data sorteren en zoeken in een tabel; het verband tussen verschillende gekoppelde tabellen inzien; zoeken op basis van vaste criteria;
1 Basisbegrippen 1.1 Organisatie: veld, record, tabel en databank 1.2 Veldnamen, -types, -eigenschappen en validatie 1.3 Tabel: eigenschappen, validatie 1.4 Structuur: opslaan, afbeelden en wijzigen 1.5 Records afbeelden, wijzigen, toevoegen en verwijderen 1.6 Sorteren, zoeken en filteren in een tabel 1.7 Relationele databank
TSO – derde graad – derde jaar – KMO-administratie TV Dactylografie/Toegepaste informatica (4 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
7
LEERINHOUDEN
De leerlingen ku nne n • • •
statistische functies uitvoeren op een groep records; zoeken op basis van parametercriteria; acties uitvoeren op een groep records;
2 • • •
een eenvoudig formulier ontwerpen; een standaard invoerformulier opmaken; expressies en functies in formulieren opmaken;
3 • • • •
een eenvoudig rapport ontwerpen; expressies en functies in rapporten gebruiken; logische groepsonderbrekingen aanbrengen; etiketten ontwerpen.
1.8 Query’s
2 2.1 2.2 2.3
Formulieren Ontwerp en gebruik wizard Standaard invoerformulier Gebruik van functies en expressies
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Rapporten Ontwerp en gebruik wizard Expressies en functies Groeperen en sorteren Etiketten
DEEL 5: PRESENTATIE LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen ku nne n 1 • •
de basishandelingen vlot uitvoeren; een eenvoudige presentatie opmaken;
2 •
Basisbewerkingen Begrippen model, sjabloon, wizard, object Gebruik van de wizard Gebruik van modellen en sjablonen
een presentatie op verschillende manieren weergeven;
2 Weergave 2.1 Mogelijkheden
geavanceerde functies zoals animaties gebruiken.
3 Geavanceerde functies 3.1 Animaties
3 •
1 1.1 1.2 1.3
TSO – derde graad – derde jaar – KMO-administratie TV Dactylografie/Toegepaste informatica (4 lestijden/week)
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN
8 1
Het basisprincipe houdt in dat elk lesuur er per leerling één computer aanwezig is. De computer moet in staat zijn om zonder problemen het professioneel geïntegreerd pakket met grafische interface te kunnen draaien. Het is vanzelfsprekend dat de school beschikt over legale versies van de te gebruiken software. Vanuit louter didactisch standpunt is de keuze van de versie van het pakket niet belangrijk (maar alle inhouden van het leerplan moeten wel kunnen aan bod komen). Volgende ergonomische eisen moeten vervuld worden: •
naast de pc moet er nog voldoende ruimte zijn voor boek of cursus en muismatje;
•
het scherm moet van goede kwaliteit en verstelbaar zijn met een stabiel beeld zonder reflecties;
•
de tafel- en stoelhoogte en de positie van het scherm moeten op elkaar afgestemd zijn.
Het is aangewezen dat een aantal basiswerken over toegepaste informatica en vaktijdschriften op school aanwezig zijn. De leerlingen moeten gestimuleerd worden om een pc aan te schaffen (de leerkracht kan informatie geven over de aankoop van tweedehandse toestellen, enz.). Indien er leerlingen zijn die hierbij problemen hebben, moeten zij maximale faciliteiten krijgen om op school (binnen en buiten de normale lestijden) te kunnen oefenen. De vakgroep zal zich regelmatig beraden over de keuze en het gebruik van cursussen en handboeken.
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1
Tijdsbesteding
Het leerplan is opgevat als een open leerplan. Dit betekent dat de leraar vrij is om de onderwerpen te kiezen, rekening houdend met • • •
de voorkennis, de belangstelling en het niveau van de leerlingen, de manier waarop ICT in andere vakken geïntegreerd wordt, de voor de studierichting belangrijke te verwerven vaardigheden (zie verder).
De leraar mag zich echter niet beperken tot één of twee onderdelen of slechts het minimale ervan behandelen, maar ervoor zorgen dat de consecutiviteit binnen het curriculum van de leerling en gelijkgerichtheid binnen dezelfde studierichtingen gewaarborgd blijven. Zelfstandig werk moet maximaal aan bod komen. Bepaalde onderdelen kunnen geïntegreerd behandeld worden. Zo is het uitgesloten dat er theoretische lessen over hardware gegeven worden. 2
Aanpak
Bij aanvang van de behandeling van een leerplanonderdeel zal de leraar zich ervan vergewissen dat de basiskennis bij elke leerling bereikt is. Is dat niet het geval dan moeten gepaste maatregelen genomen worden: enkele herhalingslessen, inhaalmomenten, gedifferentieerde aanpak, zelfstandig werk, enz. In elk geval dient dit strikt in de tijd beperkt te worden. In dit specialisatiejaar is het uitgesloten om op een traditionele manier de pakketten aan te leren (een voor een de mogelijkheden aanleren, korte oefeningen voorzien, gevolgd door herhalingsoefeningen). Deze werkwijze is hier ongeschikt.
1
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: Codex, ARAB, AREI, Vlarem. Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t. de uitrusting en inrichting van de lokalen en de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel. Zij schrijven voor dat duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn, alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen, de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden en de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
TSO – derde graad – derde jaar – KMO-administratie TV Dactylografie/Toegepaste informatica (4 lestijden/week)
9
In tegendeel, de verschillende onderdelen van het leerplan moeten geïntegreerd worden in contextgebonden thema’s en projecten. Bijv. bij
tekstwerking: rapport, faxformulier, interne memo, factuur, folder, prijsofferte, werkrooster, bestek, ontvangstbewijs, brief in huisstijl, mailing, organogram van de KMO, lijsten van firma’s of producten, catalogi, geïntegreerd met gegevens uit andere programma’s (rekenblad, databank, post) enz.
databank: gebruik van een handelsdatabank, selectie van gegevens, rapportering, statistische verwerking, import en export van gegevens, enz.
rekenblad: marktonderzoek, kostprijsberekening, voorraadbeheer, enz.
communicatie: professioneel kantoorpakket voor beheer van afspraken, automatisch betaalverkeer, overdracht van bestanden tussen verschillende computers, enz.
presentatie: sponsering, introductie van nieuwe diensten, enz.
De leraar zal de thema’s kiezen met toenemende complexiteit (en erop toezien dat de belangrijkste leerplanonderdelen geïntegreerd aan bod komen). 3
Probleemoplossing met toepassingspakketten
Bij dit onderdeel moet de nadruk liggen op het leren oplossen van problemen (met behulp van toepassingspakketten) en dus niet op het aanleren van het pakket zelf. Dit betekent dat minimaal van elk probleem een grondige analyse dient gemaakt te worden, vooraleer de invoering in de PC wordt aangevat. Eerst komen eenvoudige problemen aan bod, later gevolgd door meer complexe bedrijfsgerichte projecten. De verdere mogelijkheden van het pakket worden slechts besproken wanneer de toepassing dit verantwoordt. Daar de meeste pakketten enorm veel mogelijkheden hebben is het zeker niet de bedoeling om alle te bespreken. Beter minder maar grondig, dan veel en oppervlakkig. De leerlingen moeten zo vlug mogelijk werken met de helpfunctie zodat ze zelfstandig leren problemen op te lossen. Uiteraard wordt hen voldoende tijd gegeven om te oefenen. Er moet terdege aandacht besteed worden aan de creativiteit van de leerlingen. Zo is het uitgesloten dat de leraar steeds de opgave kant-en-klaar aflevert zodat de leerlingen die slechts moeten kopiëren. Eigen inbreng i.v.m. de lay-out is veel waardevoller.
BEGELEID ZELFGESTUURD LEREN 1
Wat?
Met begeleid zelfgestuurd leren bedoelen we het geleidelijk opbouwen van een competentie naar het einde van het secundair onderwijs, waarbij leerlingen meer en meer het leerproces zelf in handen gaan nemen. Zij zullen meer en meer zelfstandig beslissingen leren nemen in verband met leerdoelen, leeractiviteiten en zelfbeoordeling. Dit houdt onder meer in dat: • de opdrachten meer open worden; • er meerdere antwoorden of oplossingen mogelijk zijn; • de leerlingen zelf keuzes leren maken en die verantwoorden; • de leerlingen zelf leren plannen; • er feedback is op proces en product; • er gereflecteerd wordt op leerproces en leerproduct. De leraar is ook coach, begeleider. De impact van de leerlingen op de inhoud, de volgorde, de tijd en de aanpak wordt groter. 2
Waarom?
Begeleid zelfgestuurd leren sluit aan bij enkele pijlers van ons PPGO, o.m. • • •
leerlingen zelfstandig leren denken over hun handelen en hierbij verantwoorde keuzes leren maken; leerlingen voorbereiden op levenslang leren; het aanleren van onderzoeksmethodes en van technieken om de verworven kennis adequaat te kunnen toepassen. Vanaf het kleuteronderwijs worden werkvormen gebruikt die de zelfstandigheid van kinderen stimuleren, zoals het gedifferentieerd werken in groepen en het contractwerk.
TSO – derde graad – derde jaar – KMO-administratie TV Dactylografie/Toegepaste informatica (4 lestijden/week)
10
Ook in het voortgezet onderwijs wordt meer en meer de nadruk gelegd op de zelfsturing van het leerproces in welke vorm dan ook. Binnen de vakoverschrijdende eindtermen, meer bepaald “Leren leren”, vinden we aanknopingspunten als: • keuzebekwaamheid; • regulering van het leerproces; • attitudes, leerhoudingen, opvattingen over leren. In onze (informatie)maatschappij wint het opzoeken en beheren van kennis voortdurend aan belang. 3
Hoe te realiseren?
Het is belangrijk dat bij het werken aan de competentie de verschillende actoren hun rol opnemen: • de leraar als coach, begeleider; • de leerling gemotiveerd en aangesproken op zijn “leer”kracht; • de school als stimulator van uitdagende en creatieve onderwijsleersituaties. De eerste stappen in begeleid zelfgestuurd leren zullen afhangen van de doelgroep en van het moment in de leerlijn “Leren leren”, maar eerder dan begeleid zelfgestuurd leren op schoolniveau op te starten is “klein beginnen” aan te raden. Vanaf het ogenblik dat de leraar zijn leerlingen op min of meer zelfstandige manier laat • doelen voorop stellen; • strategieën kiezen en ontwikkelen; • oplossingen voorstellen en uitwerken; • stappenplannen of tijdsplannen uitzetten; • resultaten bespreken en beoordelen; • reflecteren over contexten, over proces en product, over houdingen en handelingen; • verantwoorde conclusies trekken; • keuzes maken en die verantwoorden; is hij al met een of ander aspect van begeleid zelfgestuurd leren bezig.
VOET 1
Wat?
Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelstellingen, die – in tegenstelling tot de vakgebonden eindtermen – niet gekoppeld zijn aan een specifiek vak, maar door meerdere vakken of onderwijsprojecten worden nagestreefd. De VOET worden volgens een aantal vakoverschrijdende thema's geordend: leren leren, sociale vaardigheden, opvoeden tot burgerzin, gezondheidseducatie, milieueducatie, muzisch-creatieve vorming en technischtechnologische vorming (alleen voor ASO). De school heeft de maatschappelijke opdracht om de VOET volgens een eigen visie en stappenplan bij de leerlingen na te streven (inspanningsverplichting). 2
Waarom?
Het nastreven van VOET vertrekt vanuit een bredere opvatting van leren op school en beoogt een accentverschuiving van een eerder vakgerichte ordening naar meer totaliteitsonderwijs. Door het aanbieden van realistische, levensnabije en concreet toepasbare aanknopingspunten, worden leerlingen sterker gemotiveerd en wordt een betere basis voor permanent leren gelegd. VOET vervullen een belangrijke rol bij het bereiken van een voldoende brede en harmonische vorming en behandelen waardevolle leerinhouden, die niet of onvoldoende in de vakken aan bod komen. Een belangrijk aspect is het realiseren van meer samenhang en evenwicht in het onderwijsaanbod. In dit opzicht stimuleren VOET scholen om als een organisatie samen te werken. De VOET verstevigen de band tussen onderwijs en samenleving, omdat ze tegemoetkomen aan belangrijk geachte maatschappelijke verwachtingen en een antwoord proberen te formuleren op actuele maatschappelijke vragen. 3
Hoe realiseren?
Het nastreven van VOET is een opdracht voor de hele school, maar individuele leraren kunnen op verschillende wijzen een bijdrage leveren om de VOET te realiseren. Enerzijds door binnen hun eigen vakken verbanden te leggen tussen de vakgebonden doelstellingen en de VOET, anderzijds door thematisch onderwijs (teamgericht
TSO – derde graad – derde jaar – KMO-administratie TV Dactylografie/Toegepaste informatica (4 lestijden/week)
11
benaderen van vakoverschrijdende thema's), door projectmatig werken (klas- of schoolprojecten, intra- en extramuros), door bijdragen van externen (voordrachten, uitstappen). Het is een opdracht van de school om via een planmatige en gediversifieerde aanpak de VOET na te streven. Ondersteuning kan gevonden worden in pedagogische studiedagen en nascholingsinitiatieven, in de vakgroepwerking, via voorbeelden van goede school- en klaspraktijk en binnen het aanbod van organisaties en educatieve instellingen.
EVALUATIE 1
Kwaliteitscriteria
Zoals alle meetapparatuur, moet ook het evaluatie-instrument aan bepaalde kwaliteitscriteria voldoen. Het is vanzelfsprekend dat de opgaven van toetsen en examens moeten overeen komen met de onderwezen doelstellingen en dat de leerlingen enkel te maken krijgen met opgaven waaraan ze zich min of meer verwachten. Vermits vooral vaardigheden getest worden, kunnen de kennisinhouden beschikbaar gesteld (bijv. cursus, handboek of handleiding). Elke opgave moet communicatief eenduidig zijn (slechts voor één interpretatie vatbaar, goed afgebakend en met een beperkt aantal kettingopdrachten). Indien de leerling bij een complexe oefening plots niet verder kan, zal de leraar hulp bieden. Hoe groter het aantal en de variatie van de vragen, hoe groter de betrouwbaarheid van het resultaat. Verschillende soorten vragen die rekening houden met de verschillende leerstijlen en die gerangschikt zijn in bijv. stijgende moeilijkheidsgraad, motiveren de leerlingen. Een handige vuistregel is: ten minste 3/4 kernvragen staan op minimum 80 % van de punten en hebben betrekking op de kennis en vaardigheden die voor de leerstofvooruitgang onmisbaar zijn, die voor het opleidingsprofiel functioneel zijn en die door een normale instroomgroep voor ongeveer 2/3 correct kunnen opgelost worden. De overige vragen zijn dan (moeilijkere) differentieervragen. De analyse van de resultaten (ook de samenhang van het aantal onvoldoendes met andere vakken) geeft aanleiding tot bijsturingen en tot leeradviezen. Toetsen en examens zijn ter inzage van de leerlingen. Knelpunten worden klassikaal besproken. Ten slotte zal de leraar erop letten dat de evaluatie op geen enkel moment demotiverend werkt. Evalueer dus nooit negatief, maar positief; de leerling moet m.a.w. uit de evaluatie iets kunnen leren. 2
Evaluatievormen
Meestal maakt de leraar gebruik van volgende evaluatievormen: • permanente evaluatie, waarbij een aantal elementen via een checklist geëvalueerd worden; • schriftelijke toetsen en examens; • mondelinge toetsen, maar de praktijk wijst uit dat die steeds minder voorkomen. Het is aan de leraar om bij elke evaluatievorm een evenwichtige puntenverdeling op te stellen voor alle in aanmerking komende evaluatie-elementen (en die ook aan de leerlingen mee te delen). Schriftelijke theoretische toetsen zijn zo goed als uitgesloten. 3
Permanente evaluatie
Het spreekt vanzelf dat zo goed als uitsluitend de praktijk wordt geëvalueerd. Permanente evaluatie is dan ook belangrijk. De leraar zal de leerlingen hierop voorbereiden en het doel ervan uitleggen. Bij de evaluatie van de praktijk wordt zoveel mogelijk gewerkt met vooraf bepaalde (en aan de leerlingen medegedeelde) criteria. De evaluatieresultaten worden zoveel mogelijk in woorden uitgedrukt. Details van het gebruikte pakket zijn niet belangrijk en mogen niet worden geëvalueerd. Vragen moeten steeds zo gesteld worden dat ze betrekking hebben tot een praktisch voorbeeld. Naarmate de leerlingen meer bedreven worden, moet meer aandacht geschonken worden aan de eigen creativiteit. Zo zijn bijv. opgaven waarbij de leerling enkel een tekst, werkblad of databank moet namaken (kopiëren) te vermijden. Het is een basisvereiste om inzichtelijk te leren werken. Dit uitgangspunt moet dan ook bij de evaluatie een cruciale rol spelen. Belangrijk is niet enkel het resultaat, maar nog meer de manier waarop het resultaat bereikt werd. Het spontaan en correct gebruik van de aangeleerde functies wordt permanent geëvalueerd.
TSO – derde graad – derde jaar – KMO-administratie TV Dactylografie/Toegepaste informatica (4 lestijden/week)
12
Een complexe oefening moet vooraf goed voorbereid worden, zodat het inzicht en het probleemoplossend denken gestimuleerd worden. De leerling moet bij het oplossen van een bepaald probleem weten met welk middel en met welke functie hij dit probleem het best benadert. Zelfevaluatie en evaluatie door een medeleerling kunnen een positieve bijdrage leveren aan en afwisseling brengen in het evaluatieproces. Bij zwakke resultaten moeten de leerlingen remediëringsoefeningen krijgen, die zoveel mogelijk op school worden uitgevoerd. Het organiseren van inhaallessen is eveneens te overwegen. In elk geval moet – vooral bij de aanvang – voorkomen worden dat de leerling gedemotiveerd geraakt. 4
Attitudes
Belangrijke attitudes zijn bijv. orde, zorg voor het materiaal, sociale en kritische ingesteldheid, inzet, tempo, zin voor kwaliteit … Goed opgestelde toetsen testen automatisch een aantal attitudes (bijv. het werken met inzet, inzicht en efficiëntie). 5 Hoe de geobserveerde kennis, vaardigheden en attitudes omzetten in adequate rapportering? Hierna wordt uiteengezet hoe observaties van leergedrag kunnen omgezet worden in een adequate rapportering. Uiteraard is de leraar vrij om (in samenspraak met de vakgroep) een andere werkwijze te hanteren. Het basisprincipe is dat de leraar aan de leerlingen meedeelt welke doelstellingen moeten bereikt of nagestreefd worden: de leerling moet weten wat van hem verwacht wordt. Aan de hand van de lijst van de doelstellingen kan de leraar nagaan in welke mate deze bereikt werden (registratiefase), nadien moet hij deze observaties correct interpreteren en ten slotte adequaat rapporteren. Uiteindelijk moet dit proces leiden tot de aangepaste remediëring. Deze wijze van observatie kan ook gebruikt worden om gefundeerde commentaren op het rapport te formuleren. Registreren Men vertrekt van de doelstellingen (met de daarbij horende subdoelstellingen) i.v.m. kennis, vaardigheden en attitudes die bij de opdracht kunnen geëvalueerd worden. De mate waarin deze bereikt werden, kan in een checklist aangeduid worden door middel van een drie-puntenschaal: • • •
+ doelstelling bereikt, + doelstelling niet helemaal bereikt, – doelstelling niet bereikt.
Door het evaluatieschema samen met de opgave ter beschikking te stellen van de leerling, kan ook de zelfevaluatie aangemoedigd worden. Interpreteren De registraties kunnen nu geïnterpreteerd worden, bijv. op de volgende manier: +
–
+
niveau is voldoende
voldoende maar leemten voor verbetering vatbaar
niveau onvoldoende onaanvaardbaar niveau
nagenoeg foutloos nagenoeg correct
aanvaardbare (detail)fouten fouten in het leerproces
onvergeeflijke of zware fouten
volledige afwerking
kleine tekorten
onvolledig en/of grote tekorten
heeft spontaan aandacht voor de kwaliteit van de uitvoering
inzet zonder overtuiging, wisselvallige aandacht
engagement zelden aanwezig, afwijzend of met tegenzin
Rapportering Na iedere lessenreeks worden de resultaten omgezet naar een vierpuntenschaal. Deze quotering wordt bij voorkeur in de agenda van de leerling genoteerd. De omzetting kan bijv. als volgt gebeuren: Heel goed • • •
meer dan 80 % van de subvaardigheden, subdoelstellingen zijn bereikt enkel + codes vlotte en zelfstandige uitvoering, met overtuiging, belangstelling, …
TSO – derde graad – derde jaar – KMO-administratie TV Dactylografie/Toegepaste informatica (4 lestijden/week) •
13
(nagenoeg) foutloos
Goed • • • •
60 à 80 % van de onmisbare vaardigheden of doelstellingen zijn bereikt veel + en weinig + codes heeft af en toe hulp nodig aanvaardbare fouten in het leerproces of op het vlak van de kwaliteit
Zwak • • • •
50 à 60 % van de onmisbare vaardigheden of doelstellingen zijn bereikt weinig + en veel + codes heeft bijna altijd ondersteuning nodig veel leerfouten en soms zware fouten
Niet goed • • • •
minder dan 50 % van de onmisbare vaardigheden of doelstellingen zijn bereikt veel + codes of alleen maar + codes en – codes kan zo goed als geen opdracht zelfstandig uitvoeren veel zware of onvergeeflijke fouten, onlogische handelingen
VLAAMS ICT ATTEST (VIA) De Raad Secundair Onderwijs van de VLOR heeft in februari 2003 een alternatief voor het ECDL (European Computer Driving License) goedgekeurd. Met dit advies tracht de Raad het ECDL te evenaren. Belangrijk verschil is echter dat dit alternatief kosteloos is voor leerlingen in het secundair onderwijs en dat het attest en de voorwaarden voor uitreiking tot de bevoegdheid van onderwijs blijven behoren en bijgevolg niet in handen komen van commerciële initiatieven. Hoewel de Minister dit VLOR-advies niet wenst te volgen en o.a. verwijst naar de eindtermen die op termijn een aantal ICT elementen zullen bevatten, hebben de 4 onderwijsverstrekkers zich ertoe verbonden om toch het VIA uit te reiken. Het VIA (evenmin als het ECDL) heeft dus geen officieel karakter. Aan de leveranciers van software voor schooladministratie werd gevraagd om het VIA op te nemen in de lijst van de produceerbare documenten. Het VIA staat voor een geheel van (netoverschrijdende) doelstellingen. Deze hebben betrekking op computer en randapparatuur, besturingssystemen, tekstverwerking, rekenblad, gegevensbeheer, presentaties en algemene ICT-vaardigheden en -attitudes. De doelstellingen betreffen dus hoofdzakelijk functionele vaardigheden, hoewel er ook belangrijke sleutelvaardigheden en -attitudes opgenomen zijn. Sommige leerlingen hebben het VIA al verworven, anderen nog niet en zijn in het bezit van een checklist met aanduiding van de door hen verworven doelen. De leerlingen kunnen de checklist laten aanvullen in de loop van het specialisatiejaar. Zodra de checklist volledig is aangekruist, ontvangen deze leerlingen alsnog het VIA. Het hanteren van de checklist laat eveneens toe dat leerlingen de doelstellingen verwerven in andere vakken dan Toegepaste Informatica. In dit scenario hangt veel af van de bereidwilligheid van de school om de checklist te hanteren. Het is essentieel dat het VIA voldoende geloofwaardigheid weet op te bouwen. Hoewel het tot de autonomie van de school behoort om het VIA al dan niet uit te reiken, pleiten wij ervoor dat de scholen al vanaf dit schooljaar het VIA uitreiken maar tegelijk dat zij dat niet als een automatisme beschouwen. Enkel leerlingen die het attest verdienen, mogen het krijgen. De lijst met VIA-doelstellingen is te raadplegen op: http://www.vlor.be/bestanden/documenten/rso-adv007.pdf http://www.argo.be/pbd/nieuws/pedago093.pdf
TSO – derde graad – derde jaar – KMO-administratie TV Dactylografie/Toegepaste informatica (4 lestijden/week)
14
BIBLIOGRAFIE Computersystemen en communicatie • DE LANGE, De computer en wij: software, Wolters Plantyn, 2001, 199p. • Netwerk, NV Sparta, Schelle, www.netwerk.be • D’HAENENS B., HERTVELDT F., Uitbouw van een netwerk in de klas, op school of op kantoor, Standaard Uitgeverij • VAN DE MAELE M., Computersystemen, De Standaard, 2000 • VERBAETEN P., Structuur en Organisatie van Computersystemen, De Standaard, 2000 Tekstverwerking •
DE BOECK, MS Word 2000 en XP, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2000 en 2003 www.uitgeverijdeboeck.be
•
DE BROUWER, H., HOSTYN, M., LEMAITRE, D., LOONES, J., MAASSEN, J., VOLDERS, V., Tekstverwerking MS Word 2000 en XP basis en gevorderden, 2000 en 2003. www.gemeenschapsonderwijs.be
•
DE GEYTER-DIEPENDAELE, T., Wegwijs in ICT, WWW-Soft, Oostkamp, 2001. www.wegwijsin.be
•
DEVRIENDT, D. en DE GEYTER-DIEPENDAELE, T. Werk wijzer Met Word 2000 en XP, deel 1 en deel 2, WWW-Soft, Oostkamp, 2000 en 2003. www.wwwsoft.be
•
MESDOM F., STEPPE G., VANDERBIESEN G., Via Informatica, Tekstverwerking, Die Keure, 2004.
•
GEMEENSCHAPSONDERWIJS, PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST, Het Bin-Boekje, Nevelland, Brussel, 2003.
•
VANDEPUTTE, D, Typ-Top vandaag, deel 1 en 2, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2000, www.deboeck.be
•
Vaardige Vingers, driemaandelijks tijdschrift van de Academie voor Bureauwetenschappen, Tienen www.abw.be
•
VAN DEN BROECK, E., CUYPERS, E., Word 2000 en XP, Standaard Uitgeverij, Antwerpen, 2000. www.standaarduitgeverij.be
•
Word 2000 en XP, deel 1, deel 2 en deel 3, Instruct bvba, Herent, 2000 en 2003. www.instruct.be
Rekenblad •
BRUIJNES G., Basiscursus Excel 2000, Academic Service, Heverlee
•
BUYSSE P., Probleemoplossend werken met Excel 2000, Standaard Uitgeverij, Antwerpen
•
CUYPERS E., VAN DEN BROECK E., Excel 2000, Standaard uitgeverij, Antwerpen
•
FRANS R., Excel 2000, Campinia Media, Geel
•
GREY H., MS-Excel 2000 voor Dummies, Addison-Wesley
•
MESDOM F., STEPPE G., VANDERBIESEN G., Via Informatica, Rekenblad, Die Keure, 2004.
Gegevensbeheer •
BOERTJENS K., Basiscursus Acces 2000, Academic Service, Heverlee
•
BUYSSE P., Probleemoplossend werken met Access 2000, Standaard Uitgeverij, Antwerpen
•
CUYPERS E., VAN DEN BROECK E., Access 2000, Standaard Uitgeverij, Antwerpen
•
FRANS R., Access 2000, Campinia Media, Geel
TSO – derde graad – derde jaar – KMO-administratie TV Dactylografie/Toegepaste informatica (4 lestijden/week) •
MESDOM F., STEPPE G., VANDERBIESEN G., Via Informatica, Gegevensbeheer, Die Keure, 2004.
•
TOOM J., Basishandleiding Access 2000, Bijleveld Pers
Presentatie •
HEIJKOOP H., PowerPoint 2002 van start tot finish, Academic Service, Heverlee
•
JARAI H., Sleutelen met Powerpoint 2002, Easy computing
•
LOWE D., Powerpoint 2002 for dummies, Addison-Wesley
•
PERSPECTION, Microsoft PowerPoint 2002 Step by Step - NL-versie, Academic Service, Heverlee
15