SECUNDAIR ONDERWIJS
Onderwijsvorm:
TSO
Graad:
Derde graad
Jaar:
eerste en tweede leerjaar
Studiegebied:
Handel
FUNDAMENTEEL GEDEELTE Optie(s):
Secretariaat - talen
Vak(ken):
TV Toegepaste economie
Vakkencode:
WW-s
Leerplannummer:
2002/282 (vervangt 96021 en 94076)
Nummer Inspectie:
2002/265//1/J/SG/1/III/ /D/
3 lt/w
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week)
1
INHOUD Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................2 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................2 Leerplandoelstellingen / leerinhouden......................................................................................................4 Burgerlijk- en handelsrecht..........................................................................................................4 Sociale wetgeving......................................................................................................................20 Fiscale wetgeving ......................................................................................................................30 Pedagogisch-didactische wenken en timing ..........................................................................................34 Burgerlijk- en handelsrecht........................................................................................................34 Sociale wetgeving......................................................................................................................35 Fiscale wetgeving ......................................................................................................................36 Minimale materiële vereisten..................................................................................................................37 Evaluatie .................................................................................................................................................37 Bibliografie ..............................................................................................................................................38
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week)
2
VISIE Deze studierichting is een voorbereiding op een loopbaan in zowel de profitsector als de non-profitsector. De deelvakken uit Toegepaste economie kunnen ook erg administratief benaderd worden. 'Burgerlijk en handelsrecht' reikt kennis en inzichten aan om zich in de administratie te kunnen begeven. Een van de hoofditems behandelt de verbintenissen en contracten die talrijk aanwezig zijn in de bedrijfswereld: denken we maar aan verzekeringen, koop en verkoop, huur, enz. De sociale invalshoek wordt geboden door 'Sociale Wetgeving'. De leerlingen worden ingewijd in een brede waaier van sociale beschermingsmaatregelen. 'Fiscale wetgeving' zorgt ervoor dat vooral inkomstenbelastingen en de meer administratief gerichte belastingen aangesneden worde, zoals registratierechten en zegelrechten. Alle deelvakken benaderen de leerstof op een praktische en realistische wijze. ICT-integratie zal in de volgende jaren de aanpak in de diverse deelvakken drastisch beïnvloeden. In ruil biedt ICT ons een ruime waaier aan mogelijkheden om ons te begeven op de informaticasnelweg. Het zal van iedereen een groot aanpassingsvermogen vergen.
BEGINSITUATIE De meeste leerlingen zullen doorstromen vanuit een studierichting Handel of Handel-talen en hebben reeds een ruime kennis aan vakterminologie en handelstechnieken. Voor hen sluit deze studierichting Secretariaat-talen naadloos aan op hetgeen ze hebben verwerkt in de 2de graad. De leerlingen die instromen vanuit ASO Economie zijn meer theoretisch geschoold. Met bijzondere aandacht vanwege de leraar zullen ze echter snel hun achterstand op technisch vlak kunnen inhalen. Anders is het gesteld met leerlingen uit niet-economische studierichtingen. Voor hen moet er een intensief inhaalprogramma opgezet worden. Van hen wordt verwacht dat ze zelf ook een ernstige inspanning leveren om zo snel mogelijk, met de steun van de leraar, op het gemiddelde niveau van de klas te geraken.
ALGEMENE DOELSTELLINGEN In de 2de graad hebben de leerlingen een grondige kennismaking gekregen met het boeiend economische leven. In de derde graad wordt veel kennis verder uitgediept. Het vak Toegepaste economie omvat een verzameling deelvakken die een groot gedeelte van het economische gebied beslaan. Het doel is de leerlingen nog meer kennis en inzicht te verschaffen in het economische mechanisme met zijn entiteiten en instellingen. De leerinhouden horen thuis in de wereld van handel en economie In het geheel van Toegepaste economie dienen de leerlingen verder aan de volgende vaardigheden te werken. •
Hanteren van de documenten.
•
Reken- en cijfervaardigheid.
•
Analytisch en kritisch vermogen.
•
Sociale en communicatieve vaardigheden.
•
Vaardigheid in het zien van details.
•
Doorzettingsvermogen.
•
Bereidheid eigen fouten te verbeteren.
•
Zelfwerkzaamheid en aanpassingsvermogen bij de toepassingen.
•
Zin voor afwerking, orde, netheid en nauwkeurigheid.
In elk geval moeten zij bijzondere aandacht besteden aan een correct taalgebruik.
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week)
3
In aansluiting op het Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs wordt van de leerlingen verwacht dat zij de volgende attitudes verder ontwikkelen en nastreven. • Accuratesse: erop gericht zijn binnen de voorgeschreven tijd een taak nauwkeurig te voltooien. •
Leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen.
•
Resultaatgerichtheid: gedreven naar einddoel van de activiteit toewerken.
•
Zelfstandigheid en zin voor initiatief: zelfstandig aan een taak kunnen werken en problemen durven aanpakken.
•
Zin voor orde, netheid en nauwkeurigheid: erop gericht zijn nauwkeurig, net en met zin voor orde te werken.
•
Zin voor samenwerking: willen bijdragen tot een leef- en werkomgeving als gemeenschap van mensen.
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week)
4
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN BURGERLIJK- EN HANDELSRECHT 1ste jaar: 2 lestijden/week 2de jaar: 0 lestijden/week Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Deel A 1
Deel A: Burgerlijk recht •
de noodzaak en het belang aantonen van de behoefte aan rechtsregels;
1
•
de noodzaak van het steeds groter wordend aantal rechtsregels in onze snel evoluerende maatschappij (o.a. nieuwe samenlevingsvormen) verwoorden;
1.1
Nut van het recht
1.1.1
Noodzaak
de verschillende kanalen opsommen en beschrijven, die ons in staat stellen kennis te nemen van het burgerlijk recht;
1.1.2
Groeiend aantal rechtsregels
1.2
Kenbronnen van het recht – Kanalen
•
het recht indelen op verschillende wijzen en de onderdelen beschrijven;
1.2.1
Wet
•
het burgerlijk recht situeren in het geheel van het recht;
1.2.2
Rechtspraak
•
1.2.3
Rechtsleer
de toenemende invloed van de internationale verdragen aantonen (voornamelijk in Europese context);
1.2.4
Gewoonte
•
het belang en de noodzaak van een efficiënt juridisch apparaat aantonen teneinde een rechtsstaat te waarborgen;
1.3
Indeling van het recht - plaats van het Burgerlijk recht
1.3.1
Publiek recht – privaat recht
•
de Belgische gerechtelijke organisatie schematisch voorstellen en de onderdelen bondig omschrijven;
1.3.2
Europees recht – internationaal privaatrecht - volkenrecht
1.4
Invloed van internationale verdragen
1.5
Gerechtelijke inrichting
1.5.1
Belang en noodzaak van een gerechtelijk apparaat
1.5.2
Belgische gerechtelijke organisatie
1.5.2.1
Schema gerechtelijke inrichting
1.5.2.2
De rechtbanken en hoven – Omschrijving
•
Algemene begrippen van het recht en van de gerechtelijke inrichting
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
5
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
De Europese gerechtelijk inrichting in grote lijnen en bondig omschrijven;
1.5.3
De Europese gerechtelijke organisatie
1.6
Grondwet
•
het belang en de noodzaak van onze Grondwet aantonen;
1.6.1
Belang en noodzaak
•
de kenmerken van België met de federale structuur en de scheiding van de machten toelichten.
1.6.2
Kenmerken van België
1.6.3.1
Federale staat met gemeenschappen en gewesten
1.6.3.2
Gerechtelijke-, wetgevende- en uitvoerende macht
2
Personenrecht
2.1
Natuurlijke en rechtspersonen
2.1.1
Begrippen
•
2 • •
• •
de begrippen natuurlijke en rechtspersonen omschrijven en onderscheiden (zowel publiekrechtelijk als privaatrechtelijk);
het begin en einde van een persoon omschrijven op grond van 2.1.2 de te vervullen formaliteiten (akten en registers van de burgerlijke 2.2 stand - inclusief rechtzetting van fouten); 2.2.1 de essentie van de Wet op de privacy duiden; 2.2.1.1 de begrippen naam, woonplaats en nationaliteit omschrijven en 2.2.1.2 de desbetreffende procedures bondig toelichten;
Publiekrechtelijke en privaatrechtelijk onderscheid Uitdieping begrip natuurlijke persoon Begin en einde van de persoon: geboorte en dood Akten en registers van de burgerlijke stand Rechtzetting van fouten
•
het begrip afstamming omschrijven en concreet toelichten;
2.2.1.3
Wet op de privacy
•
de diverse soorten afstamming omschrijven en concreet toelichten;
2.2.2
Naam - nationaliteit – woonplaats
2.2.2.1
Begrippen
•
de gevolgen van de erkenning aangeven;
2.2.2.2
Procedures
•
de soorten van adoptie weergeven;
2.2.3
Bloedverwantschap en aanverwantschap – erkenning
•
de adoptant en de geadopteerde beschrijven;
2.2.4
Adoptie
•
de begrippen onbekwaamheid, minderjarigheid en andere vormen van onbekwaamheid omschrijven;
2.2.4.1
Soorten
2.2.4.2
Adoptant en geadopteerde
2.2.5
Onbekwaamheid – minderjarigheid – andere onbekwamen
2.2.5.1
Begrippen
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
6
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
de rechten en plichten van de minderjarige omschrijven in zijn relatie met de meerderjarige inzake goederen, zijn persoon (hoede- en bewakingsrecht), de school en het strafrecht (Jeugdrechtbank en Correctionele rechtbank);
2.2.5.2
Rechten en plichten Goederen Persoon (hoede en bewakingsrecht) School
•
het begrip huwelijk omschrijven;
•
het belang van de het huwelijk aantonen via het huwelijkscontract (afspraken, regularisatie in de samenleving);
2.2.6
Het huwelijk
•
het begrip huwelijkscontract omschrijven;
2.2.6.1
Begrip
•
soorten huwelijkscontracten omschrijven, vergelijken en evalueren;
2.2.6.2
Belang
2.2.6.3
Hoofdverplichtingen
de rol van de notaris m.b.t. het huwelijkscontract duiden;
2.2.6.4
Vereisten
2.2.6.5
Beletsels
2.2.6.6
Formaliteiten
2.2.6.7
Huwelijkscontracten
•
Strafrecht - Rechtbanken
Belang (afspraken, regularisatie in de samenleving) Soorten Rol van de notaris •
de rechten en de plichten van echtgenoten en kinderen opsommen en omschrijven;
•
mogelijk te nemen maatregelen verduidelijken bij het niet nakomen van de plichten en zonder echtscheiding (verzoening via de vrederechter);
• •
2.2.6.8
Relatie ouders/kinderen – rechten en plichten van elk
2.2.6.9
Huwelijksproblemen Verzoening Echtscheiding
mogelijk te nemen maatregelen verduidelijken bij het niet nakomen van de plichten met echtscheiding als gevolg;
Op grond van bepaalde feiten
verschillende soorten echtscheidingen, procedures en gevolgen t.a.v. goederen, kinderen en de personen zelf verduidelijken;
Onderlinge toestemming
Feitelijke scheiding van 5 jaar Voorwaarden, procedures en gevolgen
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
7
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
de andere samenlevingsvormen buiten het huwelijk opsommen en bondig omschrijven;
2.2.6.10 Andere samenlevingsvormen buiten het huwelijk 2.2.7
Huwelijksvermogensrecht
•
de huwelijksvermogenstelsels praktijkgericht bespreken;
2.2.7.1
Huwelijksvermogenstelsels – De praktijk
•
te vervullen formaliteiten bij wijziging van het huwelijksstelsel omschrijven (bondig);
•
basisbegrippen van de familiale erfregeling omschrijven en toelichten.
•
het erfrecht van de langstlevende echtgenoot schetsen in relatie tot de afstammelingen;
•
de mogelijkheid van het al dan niet aanvaarden van een nalatenschap verduidelijken;
•
de schenking onderscheiden van het testament, met aandacht voor het voorbehouden erfdeel en de legaten.
•
Wettelijk stelsel Scheiding van goederen Uitbreiding van de gemeenschap 2.2.7.2
Formaliteiten bij wijziging van huwelijksstelsel
2.2.8
Erfrecht
2.2.8.1
Basisbegrippen
2.2.8.2
Erfrecht van de langstlevende echtgenoot in relatie tot de afstammelingen – vruchtgebruik
2.2.8.3
(Niet-) Aanvaarding van de erfenis
2.2.8.4
Testament versus schenking – voorbehouden erfdeel – legaten
3 •
het juridisch begrip goed omschrijven, de indeling van de goederen (voornamelijk roerende en onroerende goederen) schetsen en met voorbeelden illustreren;
•
het belang van het onderscheid roerend en onroerend goed toelichten en met voorbeelden verklaren;
•
het begrip eigendomsrecht verklaren;
3
Zakenrecht
3.1
Goederen
3.1.1
Begrip
3.1.2
Indeling
3.1.2.1
Roerende goederen en onroerende goederen
3.1.2.2
Lichamelijke en onlichamelijke goederen
3.1.3
Belang van onderscheid roerende/onroerende goederen
3.2
Eigendomsrecht
3.2.1
Begrip
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
8
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
wijzen van verkrijging van eigendom opsommen en illustreren met voorbeelden (eigendomsverkrijging ten bezwarende titel wordt later meer uitgebreid behandeld bij het hoofdstuk over verbintenissen en contracten);
3.2.2
•
de splitsing van eigendom toelichten;
3.2.3
Splitsing
•
de beperkingen van eigendom (onteigening, erfdienstbaarheden en voorschriften) omschrijven en met voorbeelden illustreren;
3.2.4
Beperkingen
3.2.4.1
Onteigening
3.2.4.2
Erfdienstbaarheden
3.2.4.3
Voorschriften
3.2.5
Vruchtgebruik – naakte eigendom – begrippen,
•
•
de begrippen omschrijven en het onderscheid tussen vruchtgebruik en naakte eigendom verduidelijken.
Wijzen van verkrijging (o.a. testament, erfopvolging, schenking, overdracht, bezit, overeenkomst, natrekking, verkrijgende verjaring)
onderscheid 4
4
Verbintenissen
het begrip verbintenis omschrijven en met concrete voorbeelden toelichten;
4.1
Begrip
4.2
Bronnen
•
de bronnen van verbintenissen opsommen, bondig omschrijven en met voorbeelden illustreren;
4.2.1
Wet
•
4.2.2
Contract
de modaliteiten hoofdelijkheid en deelbaarheid verklaren aan de hand van een voorbeeld;
4.2.3
Oneigenlijk contract
•
de voornaamste gevolgen van verbintenissen beknopt en schematisch bespreken;
4.2.4
Onrechtmatige daad
4.3
Modaliteiten
•
de oorzaken van het tenietgaan van een verbintenis opsommen en summier omschrijven aan de hand van voorbeelden;
4.3.1
Hoofdelijkheid
4.3.2
Deelbaarheid
4.4
Voornaamste gevolgen van verbintenissen
4.4.1
Gevolgen van verbintenissen uit contracten
4.4.2
Gevolgen van verbintenissen uit onrechtmatige daden
4.5
Tenietgaan van verbintenissen
•
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
9
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
•
4.5.1
Betaling
4.5.2
Kwijtschelding van schuld
4.5.3
Schuldvernieuwing
4.5.4
Schuldvergelijking
4.5.5
Schuldvermenging
4.5.6
Verlies van de zaak
4.5.7
Verjaring
4.6
Bewijs – begrippen – praktijkgerichte benadering
4.6.1
Schriftelijke bewijsmiddelen
4.6.1.1
Authentieke akte
4.6.1.2
Onderhandse akte
4.6.1.3
Andere geschriften (zoals agenda's, briefwisseling, e.d.)
4.6.2
Niet-schriftelijke bewijsmiddelen
4.6.2.1
Bekentenis
4.6.2.2
Getuigen
4.6.2.3
Vermoeden
4.6.2.4
Eed
5
Courante contracten
de inleidende begrippen rond contracten omschrijven en hanteren;
5.1
Inleidende begrippen
5.2
Indeling van contracten
de contracten op verschillende wijzen indelen en de onderdelen toelichten en verduidelijken met een voorbeeld;
5.2.1
Eenzijdige versus wederkerige contracten
5.2.2
Contracten onder bezwarende titel versus vrijgevigheid
5.2.3
Gewone contracten versus plechtige contracten
5.2.4
Vergeldende contracten versus kanscontracten
de schriftelijke en niet-schriftelijke bewijsmiddelen in het burgerlijk recht opsommen, omschrijven en de waarde van deze bewijsmiddelen praktijkgericht bespreken.
5 • •
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
10
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
•
de grondbeginselen van contracten concreet toelichten;
•
geldigheidsvereisten van contracten concreet toelichten;
5.2.5
Benoemde contracten versus niet-benoemde contracten
5.2.6
Hoofdcontracten versus bijcontracten
5.3
Grondbeginselen
5.3.1
Wilsautonomie
5.3.2
Consensualisme
5.3.3
Contract als wet
5.3.4
Goede trouw
5.4
Geldigheidsvereisten
5.4.1
Toestemming
5.4.2
Bekwaamheid
5.4.3
Voorwerp
5.4.4
Oorzaak
5.5
Specifieke contracten
5.5.1
Koopcontract
5.5.1.1
Omschrijving
5.5.1.2
Geldigheidsvereisten
5.5.1.3
Vormvereisten – bewijs
5.5.1.4
Verplichtingen van de verkoper
•
het koopcontract omschrijven;
•
de geldigheidsvereisten concretiseren;
•
de vormvereisten omschrijven en het bewijs aantonen;
•
de verplichtingen van koper en verkoper omschrijven;
•
een concreet koopcontract beoordelen op vorm en geldigheid;
•
het huurcontract omschrijven;
•
het onderscheid tussen huur van diensten en huur van goederen 5.5.1.6 verduidelijken; 5.5.2
•
de woninghuurwet duiden;
Levering en vrijwaring 5.5.1.5
Verplichtingen van de koper Beoordeling van een concreet koopcontract Huurcontract
5.5.2.1
Omschrijving
5.5.2.1
Onderscheid goederen en diensten
5.5.2.2
Woninghuurwet
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
11
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
het toepassingsgebied van de woninghuurwet omschrijven;
Toepassingsgebied
•
de noodzaak van een registratie van het huurcontract verduidelijken;
Contract en huurwet – begrippen – bijzonderheden (registratie, plaatsbeschrijving, verzekeringen, waarborg en
•
plaatsbeschrijving als element van een huurcontract verduidelijken en concretiseren;
geblokkeerde rekening, huurindexering, duur en einde van
•
de noodzaak van verzekeringen, opgenomen in het huurcontract, verwoorden in functie van de partijen;
Verplichtingen van huurder en verhuurder
•
het belang van een waarborg en de daarbij horende geblokkeerde rekening verduidelijken;
•
het mechanisme van huurindexering verduidelijken en toepassen;
•
de duur en het einde van het huurcontract beoordelen op basis van de reglementering terzake;
•
verplichtingen van huurder en verhuurder opsommen, omschrijven en evalueren;
•
een concreet huurcontract evalueren;
•
de begrippen lastgeving en bewaargeving omschrijven en met concrete voorbeelden illustreren;
•
het begrip en de kenmerken van de lening omschrijven;
•
het begrip en de kenmerken van een bruiklening en een verbruiklening omschrijven;
het contract)
5.5.2.3
Beoordeling van een concreet huurcontract
5.5.3
Lastgeving en de bewaargeving: begrippen
5.5.4
Lening
5.5.4.1
Begrippen en kenmerken
5.5.4.2
Bruiklening – begrip en kenmerken
5.5.4.3
Verbruiklening – begrip en kenmerken – onderscheid met bruiklening
5.5.4.4
Hypothecaire lening
•
het onderscheid tussen een bruiklening en een verbruiklening concretiseren;
Begrip
•
de hypothecaire lening begripsmatig omschrijven en de voorwaarden en de gevolgen opsommen en bespreken;
Gevolgen
•
de koop op afbetaling begripsmatig omschrijven en de kenmerken verduidelijken.
Voorwaarden 5.5.4.5
Koop op afbetaling Begrip
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
12
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Kenmerken 6
•
zekerheden begripsmatig omschrijven;
6
Zekerheden
•
het onderscheid duiden tussen persoonlijke en zakelijke zekerheden;
6.1
Begrip
6.2
Persoonlijke en zakelijke zekerheden
•
de borgstelling omschrijven en concretiseren aan de hand van een voorbeeld;
6.3
Borgstelling
•
6.3.1
Begrip - aard van het contract
aantonen dat de borgstelling een eenzijdig contract is;
6.3.2
Voorwaarden
•
de voorwaarden van de borgstelling verduidelijken;
6.3.3
Gevolgen van de borgstelling
•
de gevolgen van de borgstelling tussen schuldeiser en borg en tussen schuldenaar en borg verduidelijken;
6.3.3.1
Tussen de schuldeiser en de borg
•
het begrip pandgeving omschrijven en illustreren met voorbeelden;
6.3.3.2
Tussen de schuldenaar en de borg
6.4
Pandgeving
•
het bewijs van een pandgeving tussen de partijen en t.o.v. derden verduidelijken;
6.4.1
Begrip
6.4.2
Bewijs
•
de rechten van de pandhouder verduidelijken;
6.4.3
Rechten van de pandhouder
•
het begrip hypotheek omschrijven;
6.5
Hypotheek
•
de geldigheidsvereisten van de hypotheek opsommen en verduidelijken;
6.5.1
Begrip
6.5.2
Geldigheidsvereisten
•
de rechten van de schuldeiser (hypotheekverkrijger) opsommen en verduidelijken;
6.5.3
Rechten van de schuldeiser
• •
6.5.4 de belangrijkheid van de openbaarheid (door inschrijving) van de 6.5.5 hypotheek aantonen;
Inschrijving van de hypotheek – openbaarheid Gevolgen van het hypotheekcontract voor de partijen en derden
de gevolgen van een hypotheekcontract voor de partijen en voor derden bespreken;
6.6
Voorrecht
•
het begrip voorrecht omschrijven;
6.6.1
Begrip
•
soorten voorrechten noemen;
6.6.2
Soorten
•
de rangorde van voorrechten verklaren;
6.6.3
Rangorde
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
13
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
verschillen tussen voorrecht en hypotheek opsommen.
6.6.4
Verschillen tussen een hypotheek en een voorrecht
Deel B
Deel B: Handelsrecht
1
1
Situering
1.1
Begrip
1.2
Bestaansredenen
1.3
Kenmerken
2
Kooplieden en daden van koophandel
•
het begrip handelsrecht omschrijven;
•
de bestaansredenen van het handelsrecht verduidelijken;
•
de kenmerken van het handelsrecht toelichten.
2 •
het begrip kooplieden omschrijven;
2.1
Kooplieden
•
de wettelijk voorziene voorwaarden voor de kooplieden opsommen en verduidelijken (wie kan handel drijven);
2.1.1
Begrip
2.1.2
Voorwaarden
•
advies- en steunmaatregelen voor startende handelaars opzoeken;
2.2
Startende handelaars: adviezen - steunmaatregelen
•
de daden van koophandel onderscheiden en verduidelijken;
2.3
Daden van koophandel
•
de verplichtingen van de handelaar opsommen, omschrijven en toelichten;
2.4
Verplichtingen van de handelaar
• •
•
(schematisch)
2.4.1 verwijzen naar andere (deel)vakken voor wat betreft de fiscale en 2.4.2 sociale verplichtingen; 2.4.3 de rechten van de handelaar opsommen en verduidelijken;
de vereisten i.v.m. de wetgeving op de handelsvestigingen
Inschrijving handelsregister Huwelijksstelsel Boekhouding
2.4.4
Financiële rekening
2.4.5
BTW-nummer
2.4.6
Fiscale en sociale verplichtingen
2.5
Rechten van de handelaar
2.5.1
Rechtbank van koophandel
2.5.2
Bescherming tegen oneerlijke concurrentie
2.5.3
Gerechtelijk akkoord
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
14
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen opzoeken en beknopt weergeven;
2.6
Vestigingswet
opzoeken welke vergunningen nodig zijn voor (ver)bouwen en welke instanties de nodige informatie verschaffen
2.7
Wet op ruimtelijke ordening en stedenbouw (bouwen en
milieuverplichtingen opzoeken.
2.8
Milieuwetgeving
3
Bewijs van handelsverbintenissen
het verschil in bewijsvoering bij handelaar en niet-handelaar weergeven;
3.1
Relatie met het burgerlijk recht – verschil in bewijsvoering
3.2
Schriftelijke bewijsmiddelen
•
de schriftelijke bewijsmiddelen opsommen, omschrijven en evalueren;
3.2.1
Akten
•
3.2.2
Handelsdocumenten – Stilzwijgende aanvaarding
het belang van het al dan niet aanvaarden van handelsdocumenten als zijnde conform en het gevaar van de stilzwijgende aanvaarding aantonen;
3.2.3
Boekhouding
3.2.4
Briefwisseling
3.3
Niet-schriftelijke bewijsmiddelen
3.3.1
Getuigen
3.3.2
Vermoeden
3.3.3
Eed
3.3.4
Bekentenis
4
Handelscontracten
de begrippen van en in een verzekeringscontract en m.b.t. de partijen omschrijven;
4.1
Verzekeringscontract
4.1.1
Begrippen
de verzekeringen indelen in verzekering van schade en verzekering van personen en deze groepen beschrijven;
4.1.1.1
Met betrekking tot het contract
4.1.1.2
Met betrekking tot de partijen
4.1.2
Indeling verzekeringen
• •
3 •
•
de niet-schriftelijke bewijsmiddelen opsommen, omschrijven en evalueren.
4 • •
verbouwen) - Instanties en vergunningen
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
15
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 4.1.2.1 • • • • • •
Franchise
de typische begrippen franchise en evenredigheidsregel noemen, omschrijven en illustreren met voorbeelden; de procedure voor het tot stand komen van een verzekeringscontract beschrijven;
Evenredigheidsregel 4.1.2.2
4.1.3 de geldigheidsvereisten van het verzekeringscontract noemen en 4.1.4 verduidelijken; 4.1.5 verplichtingen en rechten van de partijen omschrijven; 4.1.6 de risicodekking binnen de brandverzekering toelichten en de 4.1.6.1 verzekerde waarde bepalen;
het belang omschrijven van de opgesomde B.A.-verzekeringen en mogelijke dekkingen toelichten a.d.h.v. voorbeelden;
•
het toepassingsgebied en de algemene en bijzondere voorwaarden van de verzekering BA-motorrijtuigen toelichten a.d.h.v. een modelpolis;
•
de verzekeringsplicht bij een verzekering BA-motorrijtuigen duiden;
•
bijkomende verzekeringen inzake motorrijtuigen opsommen en omschrijven en de aangifte van een ongeval concretiseren aan de hand van het aanrijdingformulier;
•
het nut en de eventuele verplichting van de rechtsbijstandsverzekering omschrijven;
•
het nut en de voordelen van een levensverzekering omschrijven;
Verzekering van personen Totstandkoming van het verzekeringscontract – procedure Geldigheidsvereisten Verplichtingen en rechten van de partijen Soorten verzekeringen Brandverzekering Risicodekking
aan de hand van een concrete polis de algemene en de bijzondere voorwaarden van een brandverzekering beknopt verduidelijken;
•
Verzekering van schade
Bepaling van de verzekerde waarde Polis – algemene en bijzondere voorwaarden 4.1.6.2
Aansprakelijkheidsverzekering - belang BA – motorrijtuigen Dekking Polis – toepassingsgebied – algemene en bijzondere voorwaarden Verzekeringsplicht Bijkomende verzekeringen Aangifte van ongeval BA – familie Dekking BA – beroep Dekking
4.1.6.4
Rechtsbijstandverzekering - nut
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
16
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
•
het bestaan van speciale organismen m.b.t. verzekeringen toelichten;
•
de mogelijkheden waardoor een verzekeringscontract kan eindigen opsommen en bondig omschrijven;
•
de handelshuur omschrijven en het onderscheid met de woninghuur toelichten;
•
de pacht omschrijven en de specifieke kenmerken verduidelijken;
•
de betekenis van een handelspand omschrijven en het verband leggen met een gewoon pand;
•
de betekenis van het vervoerscontract omschrijven en de relatie met het koopcontract duiden.
5 •
• • • • •
het begrip faillissement omschrijven en preciseren dat faillissement een "bevoorrechte" behandeling is voor een handelaar die tegenslag heeft;
4.1.6.5
Levensverzekering – nut – voordelen
4.1.7
Speciale organismen m.b.t. verzekeringen CIA Controledienst voor Verzekeringen Gemeenschappelijk Waarborgfonds
4.1.8
Einde van het verzekeringscontract
4.2
Handelshuur
4.2.1
Begrippen
4.2.2
Onderscheid met een woninghuurcontract
4.3
Pacht
4.3.1
Begrip
4.3.2
Specifieke kenmerken
4.4
Handelspand – betekenis – verband met het gewoon pand
4.5
Vervoerscontract – betekenis – relatie met het koopcontract
5
Faillissement en bankbreuk
5.1
Begrip en achtergrond
5.2
Oorzaken
5.3 aantonen dat de oorzaken van een faillissement van diverse aard 5.3.1 zijn (wanbeheer, onbekwaamheid, enz.); 5.3.2 de mogelijkheden schetsen om een faillissement te vermijden; 5.3.2.1 de mogelijkheid van uitstel van betaling duiden; 5.3.2.2 de omstandigheden verduidelijken waarbinnen een gerechtelijk akkoord mogelijk is; het verloop van de procedure schematisch voorstellen en van t i
Vermijden van het faillissement Uitstel van betaling Gerechtelijk akkoord Omstandigheden Schematische voorstelling van de procedure
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
17
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen commentaar voorzien; de drie voorwaarden omschrijven waarop het openen van een faillissement steunt;
5.4
Opening van het faillissement
5.4.1
Voorwaarden
•
verduidelijken wie een faillissement kan aanvragen en welke rechtbank bevoegd is;
5.4.2
Mogelijke aanvragers
•
aantonen dat een faillissement wordt uitgesproken door de Rechtbank van Koophandel op basis van een vonnis (juridische procedure);
5.4.3
Bevoegde rechtbank
5.4.4
Vonnis van het faillissement
5.4.4.1
Rechtbank van koophandel
•
•
het belang aantonen van de bepaling van de verdachte periode;
5.4.4.2
Verdachte periode
•
de overige elementen uit het vonnis omschrijven (aanstelling curator en rechter-commissaris, verzegeling, publicatie);
5.4.4.3
Curator en rechter-commissaris
•
5.4.4.4
Verzegeling
de gevolgen van het faillissement beschrijven voor de schuldenaar en de schuldeiser en de betekenis duiden van het huwelijkscontract van de schuldenaar;
5.4.4.5
Publicatie in dagbladen en Belgisch Staatsblad
5.4.5
Gevolgen van het faillissement
•
de werkzaamheden van de curator bij het beheer van het faillissement noemen en verduidelijken;
5.4.5.1
Gevolgen voor de persoon van de schuldenaar
5.4.5.2
Gevolgen voor het vermogen van de schuldenaar
•
de sluiting van het faillissement verduidelijken;
5.4.5.3
Gevolgen voor de schuldeisers – Link met
•
omschrijven wat de betekenis is van een eenvoudige en bedrieglijke bankbreuk en de gevolgen ervan verduidelijken;
•
een omschrijving geven van het begrip eerherstel en van de voorwaarden waaraan een gefailleerde moet voldoen om al zijn rechten terug te bekomen.
huwelijkscontract van schuldenaar 5.4.6
Beheer van het faillissement
5.4.7
Sluiting van het faillissement
5.4.
Eenvoudige en bedrieglijke bankbreuk
5.4.1
Betekenis
5.4.2
Gevolgen
5.5
Eerherstel
5.5.1
Begrip
5.5.2
Voorwaarden
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
18
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 6 • •
de Wet op de Handelspraktijken en op de voorlichting en bescherming van de consument opzoeken en het nut aangeven; de onderwerpen van de Wet op de Handelspraktijken en op de voorlichting en bescherming van de consument toelichten met voorbeelden;
6
Bijzondere reglementeringen
6.1
Wet op de handelspraktijken en op de voorlichting en bescherming van de consument – nut – indeling toelichting
6.1.1
Prijs- en hoeveelheidaanduidingen
6.1.2
Etikettering
6.1.3
Misleidende reclame
6.1.4
Vergelijkende reclame
6.1.5
Reclame voor producten schadelijk voor de gezondheid
6.1.6
Solden
6.1.7
Uitverkoop
6.1.8
Tijdelijke promoties
6.1.9
Verkoop met verlies
6.1.10
Afgedwongen verkoop
6.1.11
Gezamenlijk aanbod van goederen of diensten
6.1.12
Verkoop buiten de winkelruimte van de verkoper
6.1.13
Verkoop op afstand
6.1.14
Kettingbrieven
6.2
Openingstijden
6.2.1
Wekelijkse rustdag, zondagsrust en openingstijden
•
de speciale reglementering i.v.m. openingstijden opzoeken en toepassen in concrete gevallen;
•
de wet op de auteursrechten opzoeken en de essentie weergeven;
6.2.2
Nachtwinkels
6.3
Auteursrechten
de betekenis en de vereisten van softwarelicenties kort toelichten;
6.3.1
Inhoud van de wet
6.3.2
Organisaties (o.a. SABAM) die de auteurs verdedigen
•
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
19
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
toelichten dat elke vorm van kopiëren een inbreuk kan betekenen 6.3.3 op het auteursrecht;
•
aangeven dat bestanden vallen onder de Wet op de privacy en aan welke verplichtingen men moet voldoen.
•
verduidelijken dat door de wet op de privacy bestanden moeten worden aangegeven en wat men moet doen om aan de verplichtingen te voldoen (essentie);
•
de rechten van de particulier m.b.t. bestanden verduidelijken.
Softwarelicenties – betekenis en vereisten
6.3.4
Kopiëren
6.4
Wet op de privacy i.v.m. bestanden
6.4.1
Inhoud van de wet (essentie) – verplichtingen
6.4.2
Rechten van de particulier
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week)
SOCIALE WETGEVING 1ste jaar: 0 lestijden/week Decr. nr.
20
2de jaar: 2 lestijden/week LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1
1 • • •
de sociale wetgeving situeren in de dagelijkse bedrijvigheden van 1.1 de mens; 1.2 de historische achtergronden van de sociale wetgeving beknopt 1.3 schetsen;
Situering van de sociale wetgeving Situering van de sociale wetgeving Historiek van de sociale wetgeving Doel van de sociale wetgeving
de bedoelingen van de wetgever verwoorden. 2
2
Collectieve arbeidsverhoudingen
•
het overlegmodel in België duiden en schematisch en chronologisch voorstellen;
2.1
Federaal niveau
•
op federaal niveau de rol van de NAR schetsen;
2.1.1
Nationale Arbeidsraad
•
de betekenis van interprofessionele akkoorden en van CAO's beschrijven;
2.1.2
Interprofessionele akkoorden – CAO
•
de deelnemers aan het overleg op federaal niveau noemen;
2.1.3
Betekenis
•
op sectorniveau de rol van de paritaire comités schetsen en de betekenis van de CAO beschrijven;
2.1.4
Deelnemers
•
de deelnemers aan het overleg op sectorniveau noemen;
Het overlegmodel – chronologie – rol
Verbond van Belgische Ondernemingen Vakbonden Overheid 2.2
Sectorniveau
2.2.1
Paritaire comités – CAO
2.2.2
Betekenis
2.2.3
Deelnemers Sectororganisaties werkgevers Vakcentrales
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
21
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen • •
op ondernemingsniveau de rol van de ondernemingsraad en het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk schetsen;
2.3
2.3.1 de deelnemers aan het overleg op ondernemingsniveau noemen. 2.3.2
Ondernemingsniveau Ondernemingsraden – betekenis Comité voor Preventie en Bescherming op het werk – betekenis
2.3.3
Deelnemers Werkgever Syndicale afvaardiging
3
3
Arbeidsovereenkomsten (AO)
3.1
Arbeidsovereenkomst voor arbeiders en bedienden
•
de geleidelijke verdwijning van het onderscheid tussen arbeiders en bedienden becommentariëren;
3.1.1
Vervaging en verdwijning van het onderscheid
•
de contactuele en overige elementen in een AO opsommen en omschrijven;
3.1.2
Contractuele elementen in de AO
3.1.2.1
Toestemming
3.1.2.2
Bekwaamheid
3.1.2.3
Voorwerp
3.1.2.4
Oorzaak
3.1.3
Overige elementen van de AO
3.1.3.1
Doel
3.1.3.2
Loon als tegenprestatie van arbeid
3.1.3.3
Gezagsverhouding tussen de partijen
3.1.4
AO voor onbepaalde duur voor arbeiders en bedienden –
•
de AO voor onbepaalde duur begripsmatig omschrijven;
•
de bepalingen in de AO voor onbepaalde duur verduidelijken, de regelgeving opzoeken en met eenvoudige voorbeelden illustreren, met nadruk op de schorsing en het einde van de overeenkomst; waar nodig het onderscheid maken tussen arbeiders en bedienden;
bepaling – regelgeving 3.1.4.1
Begrip
3.1.4.2
Vormvereisten en bewijs
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
22
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 3.1.4.3
Beding van proeftijd
3.1.4.4
Concurrentiebeding
3.1.4.5
Schorsing van de AO – begrippen – regelgeving Overmacht Niet (tijdig) aanvatten of voortzetten van het werk Jaarlijkse vakantie Moederschaprust Vorming Politiek verlof Kort verzuim Arbeidsongeschiktheid (schorsing, rechten en plichten van de partijen, gewaarborgd loon) Ouderschapsverlof Verlof om dwingende redenen
• •
de verschillende wijzen beschrijven waarop de AO voor onbeperkte duur kan eindigen;
Verlof zonder wedde (conventionele schorsing)
ingeval van opzegging van de AO voor onbeperkte duur, de nodige gegevens opzoeken om een concreet probleem op te lossen; waar nodig het onderscheid maken tussen arbeiders en bedienden;
Slecht weer
Technische stoornis Gebrek aan werk 3.1.4.6
Einde van de AO voor onbeperkte duur Beëindiging in onderling akkoord Gerechtelijke ontbinding Ontbindende voorwaarde Overmacht Opzegging – opzeggingstermijn
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
23
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Ontslag om dringende redenen Dood van werknemer of werkgever •
de AO voor bepaalde duur begripsmatig omschrijven en de vormvereisten en het bewijs omschrijven;
3.1.5
AO voor bepaalde duur
3.1.5.1
Begrip
•
verduidelijken waarom een AO voor bepaalde duur omgezet wordt in een AO voor onbepaalde duur bij opeenvolgende overeenkomsten;
3.1.5.2
Vormvereisten en bewijs
3.1.5.3
Opeenvolgende overeenkomsten
voor de AO voor bepaalde duur de wijzen van einde van de overeenkomst omschrijven;
3.1.5.4
Einde van de AO voor bepaalde duur
3.1.6
AO voor een duidelijk omschreven werk
de AO voor een duidelijk omschreven werk begripsmatig omschrijven en de vormvereisten en het bewijs omschrijven;
3.1.6.1
Begrip
3.1.6.2
Vormvereisten en bewijs
3.1.6.3
Einde van de AO voor een duidelijk omschreven werk
3.1.7
Bijzondere wijzen van einde van de AO
3.1.7.1
Sluiting van de onderneming
• •
•
3.1.7.2
Collectief ontslag
voor de AO voor een duidelijk omschreven werk de wijzen van einde van de overeenkomst omschrijven;
3.1.7.3
Overdracht van de onderneming
•
het belang en het beschermend aspect van de arbeidsovereenkomsten aantonen;
3.1.8
Beschermend aspect van de AO – belang
3.1.9
Alternatieve systemen van tewerkstelling (bv. deeltijdse
•
enkele alternatieve systemen van tewerkstelling situeren in de toenemende personeelsflexibilisering, omschrijven en de kenmerken toelichten;
•
het specifieke karakter van het leercontract toelichten;
•
enkele steunmaatregelen en tegemoetkomingen bij aanwerving van personeel opzoeken;
arbeid, uitzendarbeid, stage voor jongeren) 3.1.9.1
Begrippen
3.1.9.2
Kenmerken
3.1.10
Leercontracten
3.1.11
Aanwerving van personeel
3.1.11.1 Steunmaatregelen 3.1.11.2 Tegemoetkomingen
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
24
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
aantonen dat er nog andere arbeidsovereenkomsten zijn buiten deze voor arbeiders en bedienden, informatie daaromtrent opzoeken en daarover rapporteren.
4
3.2
Andere arbeidsovereenkomsten (bv. de overeenkomst voor tewerkstelling van studenten)
4
De personeelskosten
•
de begrippen i.v.m. loon- en salarisberekeningen toelichten;
4.1
Loon- en salarisberekening
•
de inhoudingen inzake RSZ en bedrijfsvoorheffing opzoeken;
4.1.1
Begrippen
•
alle berekeningen i.v.m. de inhoudingen van RSZ en bedrijfsvoorheffing, loonsoverdracht en -beslag, overuren uitvoeren;
4.1.2
Inhoudingen voor RSZ en bedrijfsvoorheffing
4.1.3
Berekening van inhoudingen en van nettoloon- en salaris
4.1.4
Werkgeversbijdrage RSZ – berekening
4.1.5
Loonsoverdracht en –beslag
4.1.6
Bepaling en vergoeding van overuren
4.1.7
Opmaak van een loon- en salarisstaat
4.2
Andere personeelskosten
5
De werkloosheidsvergoeding
5.1
Doel van de wetgeving
•
het nettoloon of -salaris en de werkgeversbijdrage berekenen;
•
de resultaten van de loon- en salarisberekeningen in overzichtelijke loon- en salarisstaten plaatsen;
•
voorbeelden geven van andere personeelskosten.
5 • • • •
het doel van de wetgeving i.v.m. de werkloosheid en de algemene organisatie van de sector beknopt toelichten;
5.2 de toelaatbaarheidsvoorwaarden en de toekenningsvoorwaarden 5.3 voor een werkloosheidsvergoeding opsommen en bespreken;
Algemene organisatie Rechthebbenden – toelaatbaarheidsvoorwaarden
werkloosheidsuitkeringen en de speciale regeling voor jongeren opzoeken en bespreken;
5.3.1
Op basis van arbeid – wachttijd – arbeidsdagen
5.3.2
Op basis van studies of leertijd
de uitbetalingsorganismen van de werkloosheidsvergoedingen noemen en omschrijven.
5.4
Toekenningsvoorwaarden
5.4.1
Zonder arbeid zijn
5.4.2
Zonder loon zijn
5.4.3
Onvrijwillig zonder arbeid zijn
5.4.4
Beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
25
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 5.4.5
Als werkzoekende ingeschreven zijn en blijven
5.4.6
Arbeidsgeschikt zijn
5.4.7
Leeftijd
5.4.8
In België verblijven
5.4.9
Zich aan controle onderwerpen
5.5
Werkloosheidsuitkeringen – speciale voorwaarden voor jongeren
5.6
Uitbetalingsinstellingen – vakbonden – Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen
6 •
het doel van de wetgeving i.v.m. de ziekte- en invaliditeitsverzekering en de organisatie van de sector beknopt toelichten;
6
De ziekte- en invaliditeitsverzekering
6.1
Doel van de wetgeving
6.2
Organisatie van de sector
6.3
Ziekteverzekering – ziektekosten
6.3.1
Inhoud en begrippen
terugbetaalbare ziektekosten opsommen en de begrippen omschrijven;
6.3.2
Rechthebbenden
6.3.3
Toekenningsvoorwaarden
•
de rechthebbenden, de toekenningsvoorwaarden en de rol van de mutualiteit schetsen t.a.v. de ziektekosten;
6.3.4
Vergoedingen – berekening
•
de vergoedingen in het kader van de ziekteverzekering opzoeken, berekenen en toelichten;
6.3.5
Mutualiteit – rol
6.4
•
inhoud en begrippen m.b.t. de ziekteverzekeringarbeidsongeschiktheid omschrijven;
•
verduidelijken dat de ziekteverzekering betrekking heeft op ziektekosten en arbeidsongeschiktheid;
•
•
de rechthebbenden, de toekenningsvoorwaarden en de tussenkomst van de mutualiteit beschrijven;
Ziekteverzekering – arbeidsongeschiktheid
6.4.1
Inhoud en begrippen
6.4.2
Rechthebbenden
6.4.3
Toekenningsvoorwaarden
6.4.4
Algemene uitkeringen
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
26
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
de algemene uitkeringen, de moederschapuitkering en de begrafeniskosten opzoeken en toelichten;
6.4.5
Moederschapuitkering
6.4.6
Begrafeniskosten
•
de kostenbeheersing in de ziekte- en invaliditeitsverzekering duiden.
6.4.7
Mutualiteit – rol
6.5
Kostenbeheersing in de ziekte- en invaliditeitsverzekering
7
7 • •
•
• •
het doel van de wetgeving i.v.m. de pensioenen en de organisatie van de sector beknopt toelichten;
7.1
7.2 de toekenningsvoorwaarden, de rechthebbenden en de vergoedingen voor een rustpensioen en een overlevingspensioen 7.3 toelichten;
Het werknemerspensioen Doel van de wetgeving Organisatie van de sector Toekenningsvoorwaarden – Rechthebbende – Berekeningswijze – Vergoedingen
het rustpensioen, het overlevingspensioen, het vakantiegeld en het gewaarborgd inkomen voor bejaarden opzoeken en berekenen;
7.3.1
Rustpensioen
7.3.2
Overlevingspensioen
de procedures voor het bekomen van een rust- of overlevingspensioen toelichten;
7.4
Vakantiegeld
7.5
Gewaarborgd inkomen voor bejaarden
de uitbetalingsinstelling voor het rust- en overlevingspensioen aanduiden en toelichten.
7.6
Procedures
7.7
Uitbetalingsinstelling – Rijksdienst voor Pensioenen
8
De gezinsbijslag
8 •
het doel van de wetgeving i.v.m. de gezinsvergoeding en de organisatie van de sector beknopt toelichten;
8.1
Doel van de wetgeving
8.2
Organisatie van de sector
•
de toekenningsvoorwaarden voor gezinsvergoedingen opsommen en toelichten;
8.3
Toekenningsvoorwaarden
•
de rechthebbenden voor gezinsbijslag situeren;
8.4
Rechthebbenden
•
omschrijven welke kinderen recht geven op gezinsbijslag;
8.4.1
Op grond van beroepsarbeid
8.4.2
Op grond van vroegere beroepsarbeid
8.4.3
Op grond van sociale situatie
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
27
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 8.5
Rechtgevende kinderen
8.5.1
Band tussen rechthebbende en rechtgevend kind
8.5.2
Leeftijd
8.5.3
Plaats van opvoeding
8.6
Bedrag van de gezinsbijslag
•
het bedrag van de kinderbijslag, het kraamgeld en de adoptiepremie opzoeken;
8.6.1
Kinderbijslag
8.6.2
Kraamgeld en adoptiepremie
•
de uitbetalingsorganismen aanduiden en toelichten.
8.7
Uitbetalingsinstellingen (afhankelijk van werkgever) Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
9
9
De jaarlijkse vakantie voor werknemers
•
het doel van de wetgeving i.v.m. de jaarlijkse vakantie voor werknemers en de organisatie van de sector beknopt toelichten;
9.1
Doel van de wetgeving
9.2
Organisatie van de sector
•
het aantal vakantiedagen voor werknemers bepalen.
9.3
•
het nettovakantiegeld voor werknemers en het nettovakantiegeld 9.3.1 bij het beëindigen van een arbeidsovereenkomst berekenen (na 9.3.2 het opzoeken van de gegevens); 9.3.3 de speciale regeling voor jongeren omschrijven;
Bepalen van het aantal vakantiedagen voor werknemers
de uitbetalingsregeling voor het jaarlijkse vakantiegeld schetsen en de uitbetalingsinstelling noemen.
van een arbeidsovereenkomst
• •
10
Dagen en vergoeding Berekening van het netto vakantiegeld voor werknemers Berekening van het netto vakantiegeld bij het beëindigen
9.4
Speciale regeling voor jongeren
9.5
Uitbetalingsregeling en -instelling
10
De arbeidsongevallen en de beroepsziekten
•
het begrip arbeidsongeval omschrijven;
10.1
Arbeidsongeval – begrip
•
het doel van de wetgeving i.v.m. arbeidsongevallen, de historische evolutie en de organisatie van de sector beknopt toelichten;
10.1.1
Doel van de wetgeving – historische evolutie
10.1.2
Organisatie van de sector
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
28
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
de toekenningsvoorwaarden voor een vergoeding van een arbeidsongeval toelichten.
10.1.3
Toekenningsvoorwaarden
10.1.4
Berekening van de vergoedingen
•
de vergoedingen van een arbeidsongeval berekenen verschillende situaties, na het opzoeken van de noodzakelijke gegevens;
10.1.4.1 Bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid 10.1.4.2 Bij bestendige arbeidsongeschiktheid 10.1.4.3 Bij overlijden
•
de uitbetalingsinstelling aanduiden en haar rol beschrijven;
•
het doel van de wetgeving i.v.m. beroepsziekten, en de organisatie van de sector beknopt toelichten;
10.1.5
•
de toekenningsvoorwaarden schetsen;
10.2
Beroepsziekte
•
de erkenning van een beroepsziekte duiden;
10.2.1
Doel van de wetgeving
•
de nodige informatie opzoeken aangaande de vergoeding voor de beroepsziekte en deze vergoeding bepalen;
10.2.2
Organisatie van de sector
10.2.3
Toekenningsvoorwaarden
•
de uitbetalingsinstelling aanduiden en haar rol beschrijven.
10.2.4
Lijst met beroepsziekten – gemengd systeem
10.2.4
Bepaling van de vergoeding
10.2.5
Fonds voor Beroepsziekten - rol
11
De wet op het bestaansminimum
11
Uitbetalingsinstellingen Fonds voor Arbeidsongevallen – rol
•
het doel van de wetgeving i.v.m. het bestaansminimum toelichten;
11.1
Doel van de wetgeving
11.2
Toekenningsvoorwaarden
•
de toekenningsvoorwaarden voor een bestaansminimum opsommen en toelichten;
11.3
Procedure
•
de procedure aangeven voor het bekomen van het bestaansminimum;
11.4
Bedrag en uitbetaling
•
het bedrag van het bestaansminimum bepalen na het opzoeken van de nodige gegevens en de uitbetalingswijze toelichten.
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week) Decr. nr.
29
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 12
12 • •
Administratieve verplichtingen van de werkgever
de administratieve verplichtingen van de werkgever, voorafgaand aan de aanwerving, bij de aanwerving en periodiek, toelichten; 12.1
Verplichtingen, documenten en instellingen
de bronnen (instellingen) van deze documenten en de documenten opzoeken.
voorafgaan
Administratieve verplichtingen die de aanwerving
12.1.1
Verplichte aansluitingen
12.1.2
Facultatieve aanwervingen
12.2
Administratieve verplichtingen bij aanwerven van personeel
12.2.1
Aanvragen pensioennummer
12.2.2
Aanleggen personeelsregister
12.2.3
Opstellen van het arbeidsreglement
12.2.4
Opstellen arbeidsovereenkomst
12.2.5
Opmaken individuele loonrekening
12.3
Periodieke formaliteiten
12.3.1
Bij elke uitbetaling
12.3.1.1 Maandelijks 12.3.1.2 Per kwartaal 12.3.1.3 Jaarlijks 12.3.2
Formaliteiten bij bijzondere gebeurtenissen
12.3.2.1 Ziekte en ongeval 12.3.2.2 Bevalling 12.3.2.3 Arbeidsongeval 12.3.2.4 Overlijden van de werknemer 12.3.2.5 Beëindigen van de arbeidsovereenkomst 12.3.2.6 Gebrek aan werk 12.3.2.7 Bereiken van de pensioenleeftijd
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week)
30
FISCALE WETGEVING 1ste jaar: 1 lestijd/week 2de jaar: 1 lestijd/week LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1
1
Inleiding
•
de fiscale wetgeving situeren in het geheel van het recht;
1.1
Situering van de fiscale wetgeving
•
het begrip begroting omschrijven en het belang aantonen;
1.2
Begroting
•
een onderscheid maken tussen een federale, een gewestbegroting en een gemeenschapsbegroting en het belang van dat onderscheid aantonen;
1.2.1
Begrip
1.2.2
Belang van een begroting
1.2.3
Soorten begrotingen – federale overheid – gewesten – gemeenschappen
•
zowel voor de federale begroting als voor de Vlaamse begroting de fasen in de budgetcyclus (begrotingsvoorbereiding, concretisering en begrotingsuitvoering) schetsen, de indeling beschrijven, de inkomsten en uitgaven ontleden, de schuldaflossingen evalueren, het bruto- en netto te financieren saldo bepalen, de schuld of het overschot op de begroting bepalen en becommentariëren.
1.2.4
Belang van het onderscheid
1.3
Federale begroting
1.3.1
Budgetcyclus (begrotingsvoorbereiding – concretisering – wet – uitvoering)
1.3.2
Indeling
1.3.3
Inkomsten en uitgaven – ontleding
1.3.4
Schuldaflossingen
1.3.5
Bruto en netto te financieren saldo
1.3.6
Federale schuld
1.4
Vlaamse begroting
1.4.1
Budgetcyclus
1.4.2
Indeling
1.4.3
Inkomsten en uitgaven – ontleding
1.4.4
Schuldaflossingen
1.4.5
Bruto en netto te financieren saldo
1.4.6
Vlaams(e) schuld/overschot
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week)
31
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 2
2
Belastingen
•
de noodzaak van belastingen aantonen;
2.1
Noodzakelijkheid
•
het onderscheid tussen directe en indirecte belastingen omschrijven;
2.2
Indeling - Situering
2.2.1
Directe belastingen
de te bespreken directe en indirecte belastingen beschrijven, situeren en concretiseren;
2.2.1.1
Personenbelasting
2.2.1.2
Vennootschapsbelasting
2.2.2
Indirecte belastingen
2.2.2.1
BTW
2.2.2.2
Registratierechten
2.2.2.3
Successierechten
2.2.2.4
Zegelrechten en met zegel gelijkgestelde rechten
3
Personenbelasting
•
3
de algemene kenmerken van de personenbelasting omschrijven: 3.1 belastingplichtigen, grondslag en verschuldigde belasting 3.1.1
Algemene kenmerken
•
de diverse bronnen van inkomsten en voorheffingen opsommen, omschrijven en illustreren met voorbeelden;
3.1.2
Grondslag
•
3.1.3
Verschuldigde belasting
de aanslag en de betaling van de verschillende voorheffingen schetsen;
3.2
Bondige studie van de diverse inkomstencategorieën en
•
de verschillende voorheffingen berekenen (eenvoudig) en de nodige gegevens opzoeken;
3.2.1
Bedrijfsinkomsten – Bedrijfsvoorheffing
•
het principe van de globalisatie verduidelijken;
3.2.2
Roerende inkomsten – Roerende voorheffing
•
het bestaan van forfaitaire bedrijfskosten toelichten, de werkelijke 3.2.3 bedrijfskosten verantwoorden en de keuze toelichten; 3.3
•
•
de mogelijke vormen van belastingaftrek en van belastingverminderingen opsommen omschrijven en
Belastingplichtigen
voorheffingen (aanslag – berekening – betaling)
Onroerende inkomsten – Onroerende voorheffing Globalisatie – principe
3.4
Werkelijke en forfaitaire bedrijfskosten – verantwoording
3.5
Belastingaftrek – mogelijkheden
3.6
Belastingverminderingen – mogelijkheden
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week)
32
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen belastingverminderingen opsommen, omschrijven en concretiseren; •
3.7
Belastbaar inkomen en belastingsaanslag – begrippen en berekeningen
op basis van een aanslag van de personenbelasting de 3.8 berekeningen analyseren met betrekking tot geglobaliseerd inkomen, belastbaar inkomen, verrekening van de voorheffingen; 3.8
Verrekening van de voorheffingen Invullen belastingsaangifte loon- en weddetrekkende
•
belastingaanslagen opzoeken;
3.9
berekenen van de verschuldigde belasting
•
een belastingaangifte invullen van een loon en weddetrekkende;
3.10
Simulaties
•
met behulp van software de verschuldigde belastingen berekenen;
•
met behulp van het softwarepakket simulaties maken op basis van wijzigingen in de aangifte. 4
Fiscaal statuut van de zelfstandige
een schematische vergelijking maken tussen het fiscaal statuut van de zelfstandige en dat van de loon- en weddetrekkende
4.1
Schematische vergelijking van het fiscaal statuut van de
•
de essentiële fiscale plichten (rechten ) van een zelfstandige in hoofd- en bijberoep aangeven;
4.1.1
Zelfstandige in hoofdberoep
•
4.1.2
Zelfstandige in bijberoep
het principe van de voorafbetalingen toelichten;
4.2
Voorafbetalingen
•
een eenvoudige (ingevulde) belastingaangifte toelichten;
4.3
Belastingaangifte
•
de diensten van een fiscaal raadgever omschrijven en illustreren. 4.4
4 •
5
zelfstandige met dat van de loon- en weddetrekkende
De fiscaal raadgever
5
Vennootschapsbelasting
•
het begrip vennootschapsbelasting omschrijven;
5.1
Begrip
•
omschrijven wie belastingplichtig is;
5.2
Belastingplichtige
•
de grondslag van de vennootschapsbelasting weergeven;
5.3
Grondslag
•
de tarievenstructuur in de vennootschapsbelasting opzoeken en becommentariëren;
5.5
Tarievenstructuur
5.6
Analyse van een berekening van de verschuldigde
•
een berekening van de vennootschapsbelasting analyseren.
belasting
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week)
33
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 6 • •
omschrijven in welke situaties registratierechten van toepassing zijn;
Registratierechten
6.1
Toepassingsgebied
6.2
Belang
7
Successierechten
het belang van de registratie toelichten.
7 •
de belastbare grondslag omschrijven;
7.1
Belastbare grondslag
•
voor elke situatie de nodige tabellen opzoeken en met behulp daarvan de successierechten berekenen (eenvoudig).
7.2
Tabellen – Berekening van successierechten
7.2.1
Erfenis van bloedverwanten in rechte lijn en in zijlijn
7.2.2
Erfenis van aanverwanten in rechte lijn en in zijlijn
7.2.3
Erfenis van vreemden
8
Zegelrechten en met zegel gelijkgestelde rechten
8.1
Begrip
8.2
Belastbare handelingen
8 •
9
6
de begrippen zegelrechten en met zegel gelijkgestelde rechten omschrijven;
•
herkennen wanneer zegelrechten en met zegel gelijkgestelde rechten verschuldigd zijn.
•
onderbegeleidingvan de leerkracht organiseren de leerlingen één 9 of meer didactische uitstappen volgens een afgesproken 4.1 stappenplan. 4.2
Didactische uitstappen Keuze van het onderwerp of de activiteit Vraag- of probleemstelling
4.3
Reservaties
4.4
Vervoer
4.5
Verslaggeving
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week)
34
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN TIMING BURGERLIJK- EN HANDELSRECHT
Nr. 1
Pedagogisch-didactische wenken De lessen recht vormen een boeiend verhaal. De leraar zal zeker vermijden eentonig les te geven. De lessen dienen uit te gaan van de realiteit, van concrete en scherp gestelde situaties. De leerlingen treden op als probleemoplossers. Zij werken oplossingen uit die correct en rechtvaardig zijn en passen in het Pedagogisch Project. Vanzelfsprekend moet deze tijdrovende aanpak niet in alle lessen worden gevolgd. De volgende bronnen kunnen aangewend worden: reële contracten, akten, het Belgisch Staatsblad, arresten en vonnissen, verslagen van processen, krantenartikels, rechtskundige tijdschriften, enz. Verder leveren de onderscheiden didactische tijdschriften interessante gevallenstudies op. Aansluitend worden probleemstellingen, opdrachten en vragen gepresenteerd, die getoetst worden aan de theorie. De gevallenstudie stimuleert het denkwerk van de individuele leerling, maar lijkt eveneens interessant voor het opzetten van een groepsdiscussie. Hierbij is het van belang dat de leerlingen de onderliggende theorie kennen en kunnen verwoorden.
2
De systematische aanknoping met de realiteit en de actualiteit (bv. via didactische uitstappen) creëert een toegevoegde waarde tot de lessen recht. Verder versterkt het gebruik van de didactische media (overheadprojector, video, internet) de impact van de lessen. Transparanten kunnen aangemaakt worden voor de schematische voorstelling van de gerechtelijke organisatie, de federale structuur, huwelijksvermogensstelsels of voor de situering van specifieke items in het geheel van het hoofdstuk (bv. bij de verbintenissen en de contracten).
3
Het is niet de bedoeling om de leerlingen steeds te overladen met details. Parate kennis kan soms wenselijk zijn, maar er dient vooral gestreefd te worden naar het bereiken van een algemeen praktisch juridisch inzicht bij de leerlingen.
4
Hoewel de praktijkgerichte benadering centraal staat bij het verwerken van de leerstofitems, moet deze aanpak afgewogen worden tegenover de voortgang in de leerstof. Dit betekent onder meer dat bv. contracten niet allemaal en zeker niet tot in detail moeten geanalyseerd worden. De leraar zal een selectie maken in functie van de belangstelling van de leerlingen en eventueel van zijn eigen competentie.
5
M.b.t. wetten zoals de Wet op de Handelspraktijken dient de leraar de talrijke onderdelen bondig te behandelen. We moeten geen specialisten afleveren.
6
Het gebruik van ICT is stilaan normaal geworden voor heel wat vakken. Ook voor recht kan er regelmatig gebruik van gemaakt worden (opzoeken van bijdragen, raadplegen van een nieuwe wet, onderzoeksopdracht). Via ICT kan het zelfstandig leren geïntroduceerd en gestimuleerd worden. De leraar heeft een voorbeeldfunctie en zal er naar streven om 10 tot 15% van de beschikbare tijd te besteden aan opdrachten die op een of andere wijze te maken hebben met ICT (internet, CD-ROM)
7
De leraar zorgt via zijn jaar(vorderings)plan voor een gelijkmatige spreiding van de leerstof over het schooljaar.
8
Het is wenselijk de leervakken recht steeds toe te vertrouwen aan dezelfde leerkracht, die zich kan specialiseren in de materie en zo zijn competentie vergroten.
Timing
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week)
35
SOCIALE WETGEVING
Nr. 1
Pedagogisch-didactische wenken De didactische wenken die gelden voor Burgerlijk - en handelsrecht gelden vanzelfsprekend ook voor Sociale wetgeving. De hoofdprincipes van ons sociaal recht – bescherming, zekerheid, solidariteit en overleg – vormen de basis van dit leerplanonderdeel. Via heldere begripsomschrijvingen, concrete situatiebeschrijvingen en schematiseringen van structuren en organen worden de leerlingen vertrouwd gemaakt met de essentiële aspecten van de 'Sociale Wetgeving'.
2
Hoewel de leerlingen een eerder technische materie moeten verwerken, kan dit leerplanonderdeel op een boeiende wijze ingevuld worden. Het eentonig doceren moet ook hier vermeden worden. Interesse, nieuwsgierigheid en motivering van de leerlingen worden aangescherpt door een praktijkgerichte benadering. De leraar moet erover waken niet voor alle problemen die de leerlingen uit hun familiale situatie aanbrengen onmiddellijk oplossingen te leveren. De problemen zijn soms complexer dan uit de voorstelling van de leerlingen blijkt en kunnen de leraar achteraf in verlegenheid brengen. Het is aan de leraar om de situatie juist in te schatten. Niemand verwacht van de leraar dat hij alles weet. Het is soms beter een antwoord in beraad te houden en een en ander eerst nog eens op te zoeken dan spontaan een onnauwkeurig of onjuist antwoord te formuleren. Het is pijnlijk om achteraf zijn ongelijk te moeten erkennen.
3
Gezien de evolutie in het vakdomein met zijn talrijke wetswijzigingen moeten de leerlingen vertrouwd gemaakt worden met de zelfwerkzaamheid, het actualiteitsprincipe en het zelfstandig leren. Het opzoeken en verzamelen van gegevens,die uiteraard bij toetsen en taken kunnen aangewend worden, behoren tot het handelingsrepertoire van de leerlingen. Tevens kunnen zij een documentatiemap met het nodige cijfermateriaal en actuele artikels aanleggen.
4
Het gebruik van didactische media zoals overheadprojector, video, CD-ROM en internet versterken de impact op de lessen. Transparanten kunnen aangemaakt worden voor de schematische voorstellingen van structuren en sociale verzekeringsmechanismen.
5
Het is de bedoeling dat de leerlingen hun weg vinden in de massa documenten m.b.t. de administratieve verplichtingen. Zonder te overdrijven maakt de leraar een selectie van belangrijkste documenten die de leerlingen kunnen invullen de overige worden ingevuld geanalyseerd.
6
De leraar zorgt via zijn jaar(vorderings)plan voor een gelijkmatige spreiding van de leerstof over het schooljaar.
7
Het is wenselijk de leervakken recht steeds toe te vertrouwen aan dezelfde leerkracht, die zich kan specialiseren in de materie en zo zijn competentie vergroten.
Timing
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week)
36
FISCALE WETGEVING
Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
1
De leraar maakt een afweging tussen de praktijkgerichte benadering en de theoretische beschouwingen. Deze laatste dienen bondig behandeld te worden en leveren een bijdrage tot de oplossing van concrete toepassingen. Voor het in detail behandelen van specifieke gevallen en uitzonderingen is er geen ruimte. Wel moet de nadruk liggen op praktijkgerichte toepassingen en praktisch bruikbare tips voor alle vormen van belastingen.
2
De leraar kan voor de personenbelasting nuttig gebruik maken van de handleiding die jaarlijks bij het aangifteformulier van de personenbelasting gevoegd is. Voor de berekening van de personenbelasting zal hij gebruik maken van een specifiek softwarepakket.
3
Het is belangrijk dat de lessen leiden tot een beter begrip, inzicht en kritische (daarom niet negatieve) opstelling t.a.v. het domein van de 'Fiscale Wetgeving'.
4
Belangstelling en betrokkenheid van de leerlingen kunnen opgediept worden door het stimuleren van hun zelfwerkzaamheid (bv. het zelf opzoeken van interessante artikels, tarieven en ander cijfermateriaal.
5
Het gebruik van de didactische media zoals overheadprojector, video, CD-ROM en internet versterken de impact op de lessen. Transparanten kunnen aangemaakt worden voor de schematische voorstellingen en belastingsmechanismen.
6
De leraar zorgt via zijn jaar(vorderings)plan voor een gelijkmatige spreiding van de leerstof over het schooljaar en de graad.
7
Het is wenselijk de leervakken recht steeds toe te vertrouwen aan dezelfde leerkracht, die zich kan specialiseren in de materie en zo zijn competentie vergroten.
Timing
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week)
37
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: •
Codex
•
ARAB
•
AREI
•
Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: •
de uitrusting en inrichting van de lokalen;
•
de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat: •
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn;
•
alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen;
•
de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;
•
de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
Inzake materiële elementen is er een uitgerust leslokaal met bord, prikbord, kast (voor documentatie en tijdschriften) en overheadprojector. Daarnaast voorziet men een verscheidenheid aan documenten i.v.m. leerstofitems, een leerboek, werkschrift of cursus en een rekenmachine. De leerlingen leggen tevens een documentatiemap aan met praktische informatie m.b.t. hun toekomstig beroep. Het is wenselijk dat de leraar kan beschikken over (een) computer(s) in de klas. In elk geval hebben de leerlingen toegang tot een informaticalokaal met internetaansluiting.
EVALUATIE Toetsen Per rapportperiode: drie tot vier bondige (niet noodzakelijk aangekondigde) toetsen van minder dan 15 minuten en minstens één aangekondigde herhalingstoets van maximum 1 lesuur per deelvak. De leraar toetst regelmatig mondeling als controle en herhalingselement of als aanknoping bij de nieuwe les. Het staat de leraar vrij om klastaken te geven, terwijl huistaken de vorm aannemen van opzoekingwerk of het verder afwerken van toepassingen of opdrachten. Het taxonomisch niveau in de evaluatie dient uitdrukkelijk bewaakt te worden. De zelfstandige opdracht dient zowel proces- als productgericht te worden geëvalueerd. De tekorten inzake kennis, inzicht en vaardigheden t.a.v. bepaalde leerstofitems dienen gedurende het schooljaar deskundig te worden geremedieerd. In aansluiting op het Pedagogisch Project wordt van de leerlingen verwacht dat zij de vermelde attitudes ontwikkelen en/of nastreven. GIP De GIP wordt georganiseerd in overleg met het lerarenteam van de studierichting in het tweede jaar van de derde graad. Ze evalueert het geheel van de kennis, vaardigheden en attitudes gericht op de beroepspraktijk. De vakken van het fundamenteel gedeelte komen geïntegreerd aan bod. Vormelijk is er de keuze tussen een project en een eindwerk. De uitwerking geschiedt op basis van de richtlijnen die op dat ogenblik van kracht zijn.
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week)
38
BIBLIOGRAFIE Boeken De onderstaande titels zijn slechts als voorbeeld genoemd. Wie op de hoogte wil zijn van de nieuwste uitgaven kan best de website van een uitgeverij raadplegen. Snyers, H. en Verberckt, F., Bedrijfsbeheer, De Sikkel (Uitgeverij De Boeck) Debbaut, D., De Troyer, W. en Van Hauwermeiren, D., Bedrijfsbeheer, Novum Smekens, K. en Van Caer, F., Bedrijfsbeheer, Standaard Wetenschappelijke Uitgeverij (Uitg. De Boeck) Van Elsen, W., Bedrijfsbeheer – Dossier 54, Uitgeverij Den Arend Snyers, H., Het HORECA-bedrijf, De Sikkel (Uitgeverij De Boeck) Fransen, F., Haenen, E., Hoebeke, A.M., Humblet, A., Klykens, H., Laermans, H., Smeets, K., Vandenberge, K., Verledens, L., Burgerlijk -en handelsrecht, Novum (+ handleiding) Van Eeckhoutte, W., Van Opstal, M., Vanoverbeke, S., Beginselen van het sociaal recht, Novum De Smet, R., De Rous, R., Kellens, M., Lavric, A., Mulkens, S., Strickaert, K., Waterschoot, D., Christiaen, H. (red.), Economie vandaag, Bedrijfsbeleid en recht I en II, De Sikkel (+ handleiding) Delatere, D., Kellens, M., Mulkens, S., Larbouillat, K., Lavric, A., Waterschoot, D., Economie vandaag, Vennootschapsboekhouden, De Sikkel (+ handleiding) Cools, C., Delatere, D., Hosten, E., Janssens, M., Kellens, M., Larbouillat, K., Lavric, A., Mulkens, S., Vanderstappen, F., Waterschoot, D., Economie vandaag, Bedrijfseconomie en Analytisch Exploitatieboekhouden, De Sikkel (+ handleiding) Tijdschriften ZO Magazine – Het KMO-tijdschrift van de Unie van Zelfstandige Ondernemers Distributie vandaag – Belgisch Comité voor de Distributie Tijdschriften van vakverenigingen, mutualiteiten en middenstand Economische didactiek, IDEA/UFSIA, Antwerpen Didacta, EHSAL, Brussel Sociaal en fiscaal zakboekje, Kluwer, Deurne Websites http://mineco.fgov.be/redir.asp?loc=/enterprises/vademecum/home_nl.htm Ministerie van Economische Zaken – Vademecum voor de beginnende ondernemer www.rago.be Gemeenschapsonderwijs www.vlew.be Vereniging van Leraren in de Economische Wetenschappen www.destandaard.be De Standaard (krant) www.hbvl.be Het Belang van Limburg (krant) www.hln.be Het Laatste Nieuws (krant) www.gva.be Gazet van Antwerpen (krant) www.demorgen.be De Morgen (krant) www.hetvolk.be Het Volk (krant) www.nieuwsblad.be Het Nieuwsblad (krant) www.knack.be Knack (tijdschrift)
TSO – 3de graad – Secretariaat-Talen Toegepaste economie (1ste jaar: 3 lestijden/week, 2de jaar: 3 lestijden/week)
39
www.trends.be Trends (tijdschrift) www.vecon.nl Nederlandse vereniging voor leraren in de economische wetenschappen www.vev.be Vlaams Economisch verbond www.startersservice.be/ Unizo www.taxup.com/belgie_recht Webgids voor accountancy en fiscaliteit www.standaardedu.com/educatief/pagina.asp?metnaam=standaardeducatief Standaard Wetenschappelijke Uitgeverij (+ MIM) www.desikkel.be Uitgeverij De Sikkel www.deboeck.be Uitgeverij De Boeck (= Standaard Wetenschappelijke uitgeverij + De Sikkel) www.kluwer.nl Uitgeverij Kluwer www.denarend.be Uitgeverij Den Arend www.rago.be Gemeenschapsonderwijs www.vdab.be VDAB www.kbc.be KBC www.fortis.be Fortis www.dexia.be Dexia www.abb-bvb.be/gen/nl Belgische Vereniging van Banken www.batimonde.be/particulier/adres_vl.htm Nuttige adressen www.bvvo.be Beroepsvereniging der Verzekeringsondernemingen www.digischool.nl/ec/eclok.htm Economielokaal van de digitale school www.gemeenschapsonderwijs.be/subpage_startpagina/bibliotheek/Url/index.htm Internetverwijzingen (op website van het Gemeenschapsonderwijs) www.unizo.be UNIZO – Unie van Zelfstandige Ondernemers www.digitheek.f2s.com/index.htm De digitheek – Links voor leraren en leerlingen www.bin.be Belgisch Instituut voor Normalisatie (BIN) www.cbd-bcd.be Belgisch comité voor de Distributie http://212.190.77.115/cgi/welcome.pl Het Belgisch Staatsblad www.touring.be/corporate/history1895/club4-nl.stm Touring Club http://www2.vereenvoudiging.fgov.be/inventaire/nl/pouvoirs.asp Inventaris van de officiële Belgische sites www.ping.be/~tori0060/Toerisme_Verkeer.htm Toerisme www.tib.be Dienst voor Toerisme en informatie van Brussel www.toervl.be Toerisme Vlaanderen www.belgie-toerisme.net Office de Promotion du Tourisme Wallonie-Bruxelles http://schoolweb.argo.be/cvo/brussel/links.htm Links naar interessante websites www.planetinternet.be/nl/reizen Planet Internet Portaalsite