Sectorwerkstuk 2012-2013
Namen: ---------------------------------------------------------------------------------------Klas:
-------------------- Sector: --------------------------------------------
Mentor: --------------------------------------------------------------------------------------Vakdocent: ----------------------------------------------------------------------------------
1. 27 augustus: start met je sectorwerkstuk - groepen vormen - onderwerp kiezen - hoofd- en deelvragen maken - afspraken over verdeling werk maken 2. di.27 en wo. 28 november: projectdagen – werken aan sws onder begeleiding van vakdocent en mentor in het OLC – presentatie sws in de aula 3.
do. 6 december: inleveren evaluatie voor 16.00 uur bij je mentor
1
Inleiding Je gaat samen met een of twee andere leerlingen een onderwerp kiezen, daarbij 1 onderzoeksvraag bedenken en 4 deelvragen. Je gaat op dinsdag 27 en woensdag 27 november je sectorwerkstuk afmaken en presenteren. Vòòr die tijd moet je zelf natuurlijk van alles plannen en uitvoeren. Met name je onderzoek moet je echt voor 27 november hebben gedaan! Hoe meer je hebt gedaan aan voorwerk, hoe ontspannener je kunt werken op die 2 dagen. Mentoren en vakdocenten kunnen je op weg helpen. Maak daar gebruik van. Door het werken aan je sectorwerkstuk laat je zien dat je algemene vaardigheden voldoende beheerst. Met de algemene vaardigheden worden vaardigheden als plannen, samenwerken, zelfstandig werken, informatie zoeken, verwerken en presenteren bedoeld. Het sectorwerkstuk bestaat uit meerdere onderdelen, die tezamen je resultaat bepalen. Het sectorwerkstuk is: A. het maken van het product, B. De manier waarop je dat doet C. Het presenteren van het product. Het proces (hoe je iets doet/maakt) is minstens zo belangrijk als het product (wat je maakt). Het proces maak je zichtbaar met behulp van je documentatiemap en het product toon je in je presentatie. Wacht niet met het lezen van dit boekje tot 27 november, maar doe dat zo snel mogelijk en let daarbij vooral op hetgeen er in de paragraaf planning staat (blz. 3).
Heel veel succes en plezier met het maken van je sectorwerkstuk !!!
2
Planning
Maak een planning voor het werken aan je sectorwerkstuk. Het maken van een planning, het volgen van de planning en het nakomen van afspraken is een onderdeel van het sectorwerkstukproces. Ook hiervoor krijg je punten.
Ga serieus aan de slag met het maken van de eigen planning. Je planning moet aan de volgende eisen voldoen: - Het aantal uren tot de presentatie - Wanneer/waar/wat je met je maatje en met je begeleiders bespreekt - Wat moet je regelen voor je onderzoek - Wat gaat wie wanneer doen - Onderscheid de verschillende onderzoeken/deelvragen
Zorg voor een overzichtelijke en gedetailleerde planning (zie blz. 9) De planning moet in de documentatiemap ingeleverd worden.
Let op: Informatie kun je uit verschillende bronnen verkrijgen. Soms is het handig om iemand te interviewen of om een enquête te houden. Bij biologie of bij nask kan het voorkomen dat je een proef wilt doen of een opstelling nodig hebt. Dit zijn tijdrovende onderzoeksmethoden die voorbereiding vragen. Het is verstandig om deze zaken al voor de projectdagen op 27 en 28 november te regelen. Vraag je docent Nederlands om hulp bij het maken van een goed interview of een goede enquête. Als je iets in het betalab wilt doen, regel dit dan tijdig met een van de toa’s.
Uren Aan het einde van het sectorwerkstuk moet je kunnen verantwoorden dat je voldoende tijd nuttig aan het sectorwerkstuk hebt besteed. Voor het werken aan het sectorwerkstuk staan 20 klokuren. Uiteraard gelden alleen de uren waarin je effectief, productief bezig bent geweest. Maak een overzicht waarin je de uren van het sws kunt noteren Alle uren moeten verantwoord worden, dus moet je in detail beschrijven wat je wanneer gedaan hebt. TIP: maak een tabel met kolommen. De verantwoording van je uren moet in de documentatiemap!
3
Stappenplan voor het maken van je sectorwerkstuk 1. Onderwerp Bij de keuze van het onderwerp zijn vier dingen belangrijk: - Er moet iets te onderzoeken zijn (lees hiervoor ook blz. 7) - Kies iets wat je interesseert en waar je nog niet alles van weet - Je moet er een “product” bij kunnen maken (kijk voor uitleg over het “product” op blz. 6) - Het onderwerp moet bij je sector passen 2.Onderzoeksvraag Denk na wat je wilt onderzoeken en wat voor soort onderzoek en welk soort onderzoeksvraag daarbij past. Voorbeelden van verschillende onderzoeksvragen: 0 Hoe komt het dat…..? 0 Waardoor …..? 0 Hoe zal ….. in de toekomst …..? 0 Waarom …..? 0 Hoe …..? Zorg ervoor dat je actief onderzoekt. Dat houdt in dat alleen op internet kijken of in boeken snuffelen niet voldoende is. Het is belangrijk een onderzoeksvraag te bedenken waarbij je iets kunt “ontdekken/onderzoeken”. Lees op blz. 7 over het onderzoeken.
Formuleer nu een duidelijke onderzoeksvraag bij je onderwerp, die niet te breed, maar vooral ook niet te beperkt is.
Leg je vraag ter goedkeuring voor aan je begeleider!!
3. Deelvragen Bedenk minstens 4 deelvragen bij je onderzoeksvraag. Door alle informatie van de deelvragen te nemen, moet je tot de conclusie bij je onderzoek komen. Elke deelvraag is dus een klein onderzoekje, dat je informatie oplevert. Deelvragen moeten echt vragen naar informatie zijn. Een deelvraag die je met ja/nee of in een paar zinnen kunt beantwoorden, levert uiteindelijk nooit voldoende informatie voor een goed antwoord op je onderzoeksvraag. Zet je onderzoeksvragen & deelvragen duidelijk op papier. Vul hiervoor de bijlage op bladzijde 8 in. 4. Product Kies nu een presentatievorm die bij je onderwerp en onderzoeksvraag past. Er zijn veel verschillende presentatievormen. Als presentatievorm maak je een product. Tijdens je presentatie vertel je het verhaal bij je product en je onderzoeken. 4
Afhankelijk van je onderwerp en onderzoek zal een ander soort product of presentatievorm bij jullie sectorwerkstuk passen. Voorbeelden van presentatievormen/producten zijn: - Een video (film/documentaire/videoclip) maken - Een informatiepakket samenstellen - Een spel ontwerpen - Een interactieve poster maken - Een eigen product ontwerpen (ook visueel) - Een voorstelling geven - Een diapresentatie houden (dia’s moeten zelf gemaakt zijn) - Een website bouwen - Een model bouwen - Een maquette bouwen - Een webquest maken - Een fotopresentatie/fotoboek maken (foto’s moeten zelf gemaakt zijn)
Uiteraard zijn er nog andere presentatievormen en misschien heb je zelf een idee. Leg je idee vooraf wel voor ter goedkeuring aan je begeleider. Op 28 november (de tweede projectdag) wordt de aula van de school ingericht met “marktkraampjes” waarin alle koppels hun presentatie tonen. Dit gebeurt in een doorlopende voorstelling die zich telkens herhaalt. Docenten en begeleiders komen kijken en ouders worden uitgenodigd om te komen. Dat betekent dat je je presentatie van ongeveer 10 minuten telkens opnieuw houdt, totdat er geen bezoekers meer zijn. Eisen aan de presentatie Je verwerkt in je presentatie de gevonden informatie en de conclusie. In de presentatie beantwoord je telkens de onderzoeksvraag en de deelvragen.
De presentatie duurt 8-10 minuten voor een tweetal en 10-12 minuten voor een drietal.
Je hebt ieder een gelijkwaardig aandeel in de presentatie, evenveel tekst, een even grote rol.
Je bent ieder verantwoordelijk voor het geheel van de presentatie.
De presentaties zijn op woensdag 28-11 van 15.00 – 16.30 uur in de aula. (Daarna sluiten we de 2 dagen hard werken af met samen opruimen en samen een pizza eten in de aula)
5. Onderzoek
5
Het onderzoeken is het belangrijkste deel van je sectorwerkstuk. Om iets „nieuws‟ te ontdekken, moet je onderzoeken. Je moet in ieder geval de volgende twee manieren van onderzoeken toepassen: 1. Actief onderzoeken – maak een keuze uit…
Veldwerk – enquête – interview – onderzoek – meelopen – bezoek museum – bezichtiging – enzovoorts …
Proefondervindelijk – een proef bij natuurkunde/scheikunde/biologie. Uiteraard moet je hiervan verslag doen en al het bewijs kunnen overleggen, dus zorg dat je zorgvuldig te werk gaat.
6
2. Bronnendeel samenstellen/literatuurstudie In de documentatiemap verzamel je het materiaal waarop jij je informatie in het sectorwerkstuk baseert. In een documentatiemap zitten dus kopieën of originele stukken met een correcte bronvermelding. In je bronnendeel kunnen de volgende zaken zitten: - Informatie uit boeken of folders - Artikelen uit kranten of tijdschriften - Informatie van internet – uitgedraaid/gebruikte informatie gemarkeerd Je bronnendeel voldoet aan de volgende eisen: Minimaal vijf keer verschillende bronnen van boeken, kranten, folders, tijdschriften
Minimaal drie keer verschillende bronnen van internet
De onderzoeken en de literatuurstudie zullen je antwoorden geven op de deelvragen. Als je alle antwoorden hebt gevonden, kun je je onderzoeksvraag beantwoorden en je conclusie schrijven. 6. Documentatiemap Je kunt nu de documentatiemap in elkaar zetten. Met deze “map” doe je verslag van het proces van het werken aan het sectorwerkstuk. De inhoud bestaat uit: 1. Voorblad 2. Inhoudsopgave/bladzijdennummers 3. Inleiding – verantwoording onderzoeksvraag & deelvragen 4. Deelvragen – antwoord 5. De conclusie – het antwoord op de onderzoeksvraag 6. Bronvermelding 7. Documentatiedeel (= gevonden informatie) 8. Planning & urenverantwoording
Lever de documentatiemap in bij je mentor na afloop van de presentatiemiddag !
7
Evaluatie
De presentatie is achter de rug en de documentatiemap is ingeleverd! Bij het sectorwerkstuk is het proces minstens zo belangrijk als het product. Voor je vervolgopleiding vragen ze veel zelfstandigheid en vaardigheden zoals je die bij het sectorwerkstuk hebt moeten laten zien. Hierbij is het heel belangrijk dat je naar je eigen functioneren kunt kijken. Daarom schrijf je individueel een evaluatie. Over de volgende zaken vertel je in een lopend verhaal: - Wat is jouw grootste leerpunt geweest? - De samenwerking: ging de samenwerking goed of niet? Op welke punten was het lastig en op welke momenten liep het juist lekker? - Hoe ging het samenwerken met de mentor en de vakdocent? Wat zou je willen verbeteren en wat ging er wel goed. Geef voorbeelden. - Hoe functioneerde je zelf binnen het twee- of drietal? Als je heel eerlijk naar jezelf kijkt, wat had je dan beter kunnen doen? Ben je alle afspraken nagekomen? - Had je voldoende tijd aan het einde? Klopte jullie planning of …? - Wat vond je van jullie keuze van de presentatievorm/product? Was het een leuk, handig product of …? - Wat vond je van de manieren van onderzoeken die jullie hebben gekozen? Waarom was dit wel of niet geslaagd, leuk …? - Wat vond je van het maken van het sectorwerkstuk? Wat vond je van de presentatie, het product, het maken van het schriftelijk werkstuk en al dat soort zaken? - Wat vind je achteraf van de keuze van je onderwerp en onderzoeksvraag? Ben je tevreden over de conclusie? - Denk je dat jouw sectorwerkstuk een aanbeveling zou zijn om te laten zien bij een vervolgopleiding of een sollicitatie? Je evaluatie is minstens 1 A4-tje zonder inhoudsloze opmerkingen als: “Ik vond het wel goed gaan”. Je evaluatie lever je in op donderdag 6 december uiterlijk om 16.10 uur. Je doet dat persoonlijk bij je mentor.
8
9
Bijlage
Namen……………………………………………………………………… Sector(en)………………………………………………………………….. Onderwerp………………………………………………………………… Onderzoeksvraag ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. Deelvraag 1 ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. Deelvraag 2 ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… Deelvraag 3 ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… Deelvraag 4 ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………
10
11
Bijlage
(exemplaar mentor)
Namen……………………………………………………………………… Sector(en)………………………………………………………………….. Onderwerp………………………………………………………………… Onderzoeksvraag ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. Deelvraag 1 ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. Deelvraag 2 ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… Deelvraag 3 ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… Deelvraag 4 ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………
12
Beoordelingsformulier SWS
Naam:…………………………………………..
Beoordeling door: ……………..
Naam:……………………………………………
Groep:….
Naam:……………………………………………
Onderwerp:………………………………………….. Beoordeling: …………………………………
Onderdeel documentatiemap
1
Voorblad
2
Inhoudsopgave
3
Inleiding
4
Deelvragen
5
De conclusie
6
Bronvermelding
7
Documentatiedeel
8
Planning & urenverantwoording 20 uur
o/v/g
Verbeterpunten/opmerkingen
Eindbeoordeling sectorwerkstuk 2012 Score op de 8 onderdelen werkstuk
oordeel werkstuk
5x of meer x g en verder v ----------------------------------
G
Eindoordeel totaal: Oordeel werkstuk èn oordeel presentatie
Eindbeoordeling
Beiden g ---------------------------------------------
G
Een van beiden v of beiden v --------------------
V
13