Handleiding sectorwerkstuk
Vmbot-4
2013 – 2014
DA'S MIJN SCHOOL...
Inleiding: Je gaat dit jaar een sectorwerkstuk maken. In deze handleiding lees je waaraan een sectorwerkstuk moet voldoen en hoe je begeleid en voorbereid wordt op het maken van een sectorwerkstuk. Je sectorwerkstuk wordt beoordeeld aan de hand van een lijst met beoordelingscriteria. Alle onderdelen die ontbreken leveren geen punten op. Het is dus belangrijk dat je ervoor zorgt dat je werkstuk aan het eind compleet is. Het onderzoek moet aan een aantal wettelijke eisen voldoen: Het onderzoek moet betrekking hebben op de sector waarbinnen jij, na het behalen van je VMBO-T diploma, je beroepsopleiding gaat volgen a. Je moet in deze handleiding bijhouden en laten aftekenen wat je gedaan hebt. De begeleiders beoordelen niet alleen het product maar ook het proces (= manier waarop je tot dat product bent gekomen). In deze handleiding kun je de score bijhouden. b. Het onderzoek heeft een studielast van 20 klokuren. c. De beoordeling gebeurt aan de hand van een beoordelingsmodel. Dit beoordelingsmodel vind je in deze handleiding. d. Het sectorwerkstuk moet in ieder geval met voldoende zijn beoordeeld om deel te kunnen nemen aan het Centraal Examen en het diploma in ontvangst te kunnen nemen. Daarnaast heeft onze school nog voor een aantal uitgangspunten gekozen: Het onderzoek wordt gedaan door tweetallen. Wanneer één van de twee leerlingen van een koppel de voortgang van het werk erg ophoudt, kan alleen de sectorleiding beslissen dat de twee apart het werk voortzetten. Wijziging van de samenstelling van de koppels wordt niet toegestaan. a.
Iedere tweetal krijgt 2 docenten als begeleiders aangewezen. Je hebt minimaal 4x keer contact met deze begeleiders. b. Ieder tweetal * maakt een schriftelijk werkstuk (zie eisen schriftelijk werkstuk) * presenteert het werkstuk d.m.v. een PowerPoint of Prezi presentatie (zie eisen PowerPoint/Prezi presentatie) c. In je sectorwerkstuk moeten in ieder geval de volgende onderdelen verwerkt worden: 1. Minstens 1 informatiebron van recente datum. Dit kan bijv. een artikel zijn uit een krant of tijdschrift, of een informatieve tvuitzending van kort geleden, enz…. Deze informatiebron moet ook duidelijk verwerkt worden in (een van de) deelvragen. 2. Een onderzoek in de praktijk. Een gedeelte van de informatie die je nodig hebt om antwoord te geven op jouw hoofdvraag moet verkregen worden door een onderzoek /informatiewinning in de praktijk. (bijv. een bezoek aan een MBO-opleiding, bezoek aan een energiebedrijf, of een opvangtehuis voor gehandicapten, of een interview met een medewerker van een bedrijf (géén familie). Deze informatie moet duidelijk verwerkt worden in (een van) de deelvragen. 3. Je moet alle bronnen die je gebruikt hebt duidelijk vermelden.
Eerste Strabrechtweek (2 t/m 6 september) Maandag 2 en woensdag 4 september het 6e en 7e uur: Iedere 1 2. 3. 4.
leerling volgt vier workshops Opzetten onderzoek, thema kiezen en speeddaten Gebruik van (betrouwbare) bronnen Presenteren Praktijkonderzoek met bijbehorende interviewvragen eventueel aangevuld met enquête
De leerlingen die afwezig zijn bij de workshops of zich onvoldoende hebben ingezet bij een workshop, krijgen een vervangende opdracht.
Rooster: Maandag 2 september 13.30 – 13.45 uur: instructie per klas Workshops: Maandag 6e uur van 13.45 uur tot 14.35 uur Maandag 7e uur van 14.35 uur tot 15.25 uur Woensdag 6e uur Woensdag 7e uur
T4a
T4b
T4c
T4d
T4e
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
Donderdag 5 september: Uiterlijk om 8.30 uur het formulier met de hoofd- en deelvragen inleveren bij de teamleider. Als je al een partner gevonden hebt, zet je dat ook op het formulier. De leerlingen die nog geen partner hebben gaan vrijdag speeddaten. Vrijdag 6 september het 1e uur Leerlingen die al een partner gevonden hebben, gaan samen op school hoofd- en deelvragen maken. De lokalen worden vrijdag bekendgemaakt. De overige leerlingen gaan Speeddaten met leerlingen die ongeveer dezelfde onderwerpen hebben. Na het speeddaten kies je een partner. Tenslotte maken jullie de hoofd- en deelvragen. Er zijn docenten aanwezig waar je vragen aan kunt stellen. Hoofd- en deelvragen worden aan het einde van het 1e uur ingeleverd bij de docenten die aanwezig zijn. De docenten kijken even snel of het een werkbare opzet is. Als het niet in orde is, ga je het na schooltijd afmaken. Maandag 9 september De leerlingen en de begeleiders krijgen per mail de indeling van de koppels en hun begeleidende docenten. De week na de eerste Strabrechtweek (9 t/m 13 september) Je krijgt een uitnodiging van je begeleiders om het onderwerp en de hoofd- en deelvragen te bespreken. De begeleiders beoordelen de hoofd- en deelvragen en de planning van de leerlingen. Je krijgt te horen of je met je sectorwerkstuk mag beginnen. Week 47 (toetsweek bovenbouw, er is dan geen lo in T4) Woensdagmiddag 20 november: je werkt met je partner op school aan het sectorwerkstuk. Week 49 (maandag 2 december) Sectorwerkstuk inleveren bij je begeleiders. Week 50: donderdag 12 december Presentatie sectorwerkstukken
Instructie voor het maken van een onderzoeksvraag en deelvragen 1. Het maken van een goede onderzoeksvraag Als je informatie gaat verzamelen voor je sectorwerkstuk, moet je weten wat je zoekt. Je zoekt antwoord op een vraag, de zogenaamde onderzoeksvraag. Het verzinnen van een goede onderzoeksvraag is niet simpel en vereist enige aandacht. Tijdens het sectorwerkstuk wil je ergens inzicht in krijgen. Een goede onderzoeksvraag is dan ook altijd een inzichtsvraag.
Wat zijn inzichtsvragen? Inzichtsvragen zijn vragen die beginnen met: Hoe komt het dat.. Wat is het gevolg van ... Wat is de oorzaak van .. Wat gebeurt er als...
Hoe verklaar je ... Wat is het verschil tussen ... Wat is een overeenkomst tussen….
Nu je weet hoe je een goede onderzoeksvraag kunt maken is het tijd om uit te leggen waarom je deze vraag hebt gekozen. Dit doe je in het voorwoord. 2. Het maken van goede deelvragen Nu kun je echt aan de slag met het onderzoek voor je sectorwerkstuk. Na de onderzoeksvraag ga je beginnen aan je deelvragen. De deelvragen zijn de verschillende hoofdstukken van je sectorwerkstuk. In deze deelvragen (hoofdstukken) geef je in stapjes antwoord op de hoofdvraag. Een aantal voorbeelden: Onderzoeksvraag: Hoe kon Hitler de macht grijpen Deelvraag 1 Wat is Fascisme en Nationaal- socialisme Deelvraag 2 Hitlers beloftes Deelvraag 3 Propaganda en intimidatie Conclusie
Onderzoeksvraag: Wat gebeurt er als de zon niet meer opkomt? Deelvraag 1 Wat is de zon Deelvraag 2 Hoe groot is de kans dat dit gebeurt? Deelvraag 3 Wat zijn de gevolgen op de korte termijn Deelvraag 4 Wat zijn de gevolgen op de lange termijn Deelvraag 5 Hoe overleef ik de duisternis Conclusie
Onderzoeksvraag: Hoe komt het dat banken de schuld van de economische cisis krijgen Deelvraag 1 Wat is een bank Deelvraag 2 Wat is een economische crisis Deelvraag 3 Hoe wordt een hypotheek verstrekt Deelvraag 4 Wanneer ben je failliet Conclusie
3. Het einde van je sectorwerkstuk/ de conclusie Wanneer je afdoende informatie hebt verwerkt in je deelvragen zodat je een goed antwoord kan geven op je onderzoeksvraag dan word het tijd om je sectorwerkstuk af te sluiten. Dit doe je doormiddel van een conclusie.
Bij het schrijven van je conclusie verzin je niets nieuws maar geef je een beknopte samenvatting van de inhoud van de deelvragen. Op deze manier geef je antwoord op de onderzoeksvraag.
Naam:
Formulier sectorwerkstuk: hoofd- en deelvragen
Koppel met: Mentor(en): Docenten (vakken): Hieronder staan de begeleiders van de sectorwerkstukken. Omcirkel de docenten waarvan je les hebt. 0 mevr. Bakermans 0 dhr. Jansen 0 mevr. Rosink 0 mevr. Cuppen, 0 dhr. Kerkhof 0 dhr. Verhoeven 0 dhr. Dijstelbloem, 0 dhr. Van Luit 0 dhr. Verleg 0 mevr. Dillen 0 dhr. Narski 0 mevr. v.d. Werf 0 dhr. Van Es 0 mevr. Peters 0 mevr. Van Winckel 0 mevr. Van Esch 0 mevr. Raats 0 mevr. Van Gils 0 mevr. Van Santvoort Onderwerp/ onderzoeksvraag:
Deelvragen:
Vul hier in wie je wilt interviewen bij welke instelling:
Waarom heb je dit onderwerp gekozen?
Inleveren uiterlijk donderdag 5 september om 8.30 uur bij de receptie
Sectorwerkstuk Werkblad: Inhoud
Naam______________________________________
Klas_______
Naam______________________________________
Klas_______
Dit formulier kun je gebruiken om je werkstuk vast in te delen. Inhoud: Noteer de titel van het hoofdstuk en geef in het kort aan wat de inhoud van ieder hoofdstuk is
informatie Schrijf hier zo nauwkeurig mogelijk op welke informatie je gaat gebruiken.
Inleiding: - voorstellen - waarom dit onderwerp - Verwachtingen
Eigen informatie en ervaringen
Hfdstk 1:
Hfdstk 2:
Hfdstk 3
Hfdstk 4
(Hfdts. 5)
Conclusie - over proces - over product
Eigen ervaring
Aftekenlijst sectorwerkstuk Datum
Onderdeel
V = voldaan
Beoordeling docent
of afgetekend door de docent 2 en 4 sept.
Workshops: 1 Opzetten onderzoek, thema kiezen en speeddaten 2.
Gebruik van (betrouwbare) bronnen
2.
3.
Presenteren
3.
4.
5 sept. 6 sept. 1e uur 6 sept. Uiterlijk 8e uur 9 t/m 13 september
1.
Praktijkonderzoek met bijbehorende interviewvragen eventueel aangevuld met enquête Voor 8.30 uur hoofd- en deelvragen inleveren. Speeddaten en koppels maken.
4.
Hoofd- en deelvragen per koppel inleveren bij de teamleider. Afspraak met begeleiders om hoofd- en deelvragen te bespreken. Je krijgt te horen of je met je werkstuk mag beginnen.
Je maakt met je begeleiders vier afspraken om te bespreken hoever je met je werkstuk bent en wat je van plan bent om de komende periode te gaan doen: Afspraak 1 Afspraak 2 Afspraak 3 Afspraak 4 20 nov.
Werkmiddag op school voor alle leerlingen van T4.
2 dec.
Inleveren sectorwerkstuk
12 dec.
Presentatie sectorwerkstukken
Beoordelingscriteria Eindbeoordeling sectorwerkstuk De eindbeoordeling kan alleen afgerond worden als aan de volgende 7 eisen is voldaan:
1. Het sectorwerkstuk bevat minimaal 1500 woorden en maximaal 2000 eigen woorden (inclusief inhoudsopgave, voorwoord enz.). 2. Het sectorwerkstuk bevat een voorkant, een inhoudsopgave, een voorwoord, een bronnenlijst, een conclusie over het proces en het product en minimaal vier hoofdstukken. 3. De leerling heeft een papieren versie en een digitale versie ingeleverd. 4. De leerling heeft een werkbezoek afgelegd. 5. De leerling heeft een onderwerp gekozen dat binnen zijn sector valt. 6. De leerling maakt tijdens de presentatie gebruik van een PowerPoint of Prezi presentatie. 7. De leerling houdt samen met een andere leerling een presentatie over het onderwerp van het sectorwerkstuk . Deze presentatie duurt tussen de 12 en 20 minuten Alleen de teamleider mag beslissen om toch te beoordelen, als aan één van bovengenoemde eisen niet is voldaan.
Proces 1 2 3
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
De leerling kan een planning opstellen en weet zich aan deze planning te houden De leerling weet op gepaste wijze om te gaan met zijn begeleiders en komt afspraken na. De leerling heeft minimaal 2 keer buiten alle verplichte bijeenkomsten om, zelf contact gezocht met zijn begeleiders Werkstuk Het werkstuk bevat een titelpagina, inhoudsopgave en bronvermeldingen De leerling heeft één duidelijke hoofdvraag en minimaal vier deelvragen opgesteld De leerling laat zien dat hij gevonden tekst kan omzetten in een zelfgeschreven tekst De leerling beantwoordt de deelvragen in voldoende mate De leerling verwerkt kwalitatief goede informatie over het onderwerp De leerling heeft een actueel nieuwsitem gebruikt en voegt er een kwalitatief commentaar aan toe. De leerling heeft werkbezoek afgelegd en er een interview afgenomen over het onderwerp van het sectorwerkstuk Het interview voegt goede informatie toe aan het werkstuk. De leerling maakt tijdens interview gebruik van open en gesloten vragen De leerling schrijft een goede inleiding en conclusie De leerling hanteert lettertype Verdana 12 en maakt een goede pagina indeling Het schriftelijk werkstuk ziet er verzorgd uit en is voorzien van passende illustraties Presentatie De leerlingen beginnen presentatie met vermelding van naam, klas, sector en gekozen onderwerp De leerlingen hebben vóór de presentatie een hand-out aan de begeleiders gegeven De leerlingen laten zien dat zij een aantrekkelijke PowerPoint of Prezi presentatie kunnen maken De leerlingen laten zien dat zij het onderwerp goed kennen en kunnen de presentatie houden met behulp van maximaal 2 steekwoorden per dia De leerlingen weten de inhoud goed duidelijk te maken aan de toeschouwers De leerlingen spreken duidelijk en hebben correct taalgebruik De leerlingen maken oogcontact met de toeschouwers De leerlingen hebben een goede lichaamshouding De leerlingen sluiten de presentatie af met de gelegenheid voor het stellen van vragen en het geven van een dankwoord
0 -1 -2 0 -1 -2 0 -1 -2
0 -1 -2 0 -1 -2 0 -1 -2 0 -1 -2 0 -1 -2 0 -1 -2 0 -1 -2 0 0 0 0 0
-1 -1 -1 -1 -1
-2 -2 -2 -2 -2
0 -1 -2 0-2 0 -1 -2 0 -1 -2 0 0 0 0 0
-1 -1 -1 -1 -1
-2 -2 -2 -2 -2