Naam: Klas: Schooljaar:
Jelmer Eijsink. 4t3 2013/2014
WERKTUIGBOUWKUNDE Sectorwerkstuk
Inhoud. Inleiding. .................................................................................................................................................. 3 Waarom heb je voor deze opleiding gekozen? Waarom zou je voor deze opleiding kiezen?: ........... 3 Waarom spreekt deze opleiding je zo aan? ........................................................................................ 3 Wat denk je al te weten van deze opleiding? In verhaal vorm ........................................................... 3 Dagverslagen. .......................................................................................................................................... 4 Wat heb je gedaan? Met wie? Hoe ging het? Waar liep je tegen aan en hoe heb je dat opgelost? Met welke personen heb je gesproken waarover enz. ....................................................................... 4 De vestiging. ............................................................................................................................................ 5 Waar staat de school? ......................................................................................................................... 5 Welke opleidingen kun je er allemaal volgen?.................................................................................... 5 De opleiding............................................................................................................................................. 6 Opbouw opleiding ............................................................................................................................... 6 Uit welke onderdelen bestaat de opleiding? .................................................................................. 6 Wanneer moet ik een afstudeerrichting of specialisatie kiezen? ................................................... 6 Welke richtingen kan ik kiezen? ...................................................................................................... 6 Lessen. ................................................................................................................................................. 7 Hoeveel lesuren krijg je per week? ................................................................................................. 7 Hoe is de verdeling theorielessen, projecten en praktijklessen? .................................................... 7 Hoeveel uur ben je kwijt aan zelfstudie? ........................................................................................ 7 Hoe groot zijn de groepen? ............................................................................................................. 7 Inhoud van de opleiding. ..................................................................................................................... 8 Wat voor theorie/instructielessen worden er gegeven? ................................................................ 8 Wat voor praktijklessen/simulaties/projecten zijn er? ................................................................... 8 Wat voor vaardigheidstrainingen worden er gegeven? .................................................................. 8 BPV/Stage. ........................................................................................................................................... 9 In welke fase van de opleiding zit de stage? ................................................................................... 9 Moet je zelf voor een stageplaats zorgen? ..................................................................................... 9 Hoeveel procent van de opleiding bestaat uit stage? ..................................................................... 9 Begeleiding. ....................................................................................................................................... 10 Hoe word je begeleid?................................................................................................................... 10 Kun je extra hulp krijgen bij het leren als je daar moeite mee hebt? ........................................... 10 Kun je hulp krijgen als je vast loopt in problemen die niet met je studie ..................................... 10 Te maken hebben? ........................................................................................................................ 10 Wat gebeurt er als je er achter komt dat je een verkeerde opleiding .......................................... 10 hebt gekozen? ............................................................................................................................... 10 1 Jelmer Eijsink
Voortgang? ........................................................................................................................................ 11 Hoe wordt de voortgang getoetst? ............................................................................................... 11 Op welke manier(en) wordt er getoetst? ...................................................................................... 11 Hoeveel kansen krijg je per studiejaar? ........................................................................................ 11 Kun je ook blijven zitten? .............................................................................................................. 11 Kun je de opleiding ook sneller of langzamer doen? .................................................................... 11 Faciliteiten. ........................................................................................................................................ 12 Zijn er voldoende computers voor studenten beschikbaar? ........................................................ 12 Is er een goede mediatheek in de buurt? ..................................................................................... 12 Zijn er ruimtes om zelfstandig te kunnen werken? ....................................................................... 12 Hoe zijn de praktijkruimtes?.......................................................................................................... 12 Arbeidsmarkt. .................................................................................................................................... 13 Wat kun je later worden met deze opleiding? .............................................................................. 13 Vind je met dit diploma makkelijk een baan? ............................................................................... 13 Waar kun je verder studeren met dit diploma? ............................................................................ 13 Mening student(en), interview/ enquête. ........................................................................................ 14 Bedenkt een aantal vragen voor een student ............................................................................... 14 De praktische opdracht. ........................................................................................................................ 15 Afhankelijk van de opleiding kun je een werkstukje maken, iets onderzoeken, iets.................... 15 uitvoeren, iets tekenen etc. .......................................................................................................... 15 Hoe ziet de praktijk eruit?. .................................................................................................................... 16 Je hebt hiervoor een aantal beroepen opgenoemd die je met deze opleiding ................................ 16 kunt gaan uitoefenen maar wat doen deze mensen als ze aan het werk zijn? ................................ 16 Welke werkzaamheden voeren ze uit, bij welke bedrijven werken ze?: .......................................... 16 Welke eigenschappen moet je bezitten om dit beroep uit te kunnen oefenen? ............................. 16 Misschien kun je een dag(je) mee naar een stagebedrijf, omschrijf wat de .................................... 16 stagiair(e) allemaal moet doen en moet kunnen. ............................................................................. 16 Afsluiting. ............................................................................................................................................... 17 Wat vind je van de opleiding, wat viel mee, wat viel tegen?En waarom? ........................................ 17 Bezit je de eigenschappen om dit beroep succesvol uit te kunnen oefenen? .................................. 17 Ga je dit kiezen ja/neen, verklaar:..................................................................................................... 17 Ga je dit kiezen ja/neen, verklaar:..................................................................................................... 17
2 Jelmer Eijsink
Inleiding. Waarom heb je voor deze opleiding gekozen? Waarom zou je voor deze opleiding kiezen?: Het is een opleiding waar je ook een groot gedeelte praktijk hebt, en dat spreekt mij erg aan omdat ik het helemaal gehad hebt om in de schoolbanken te zitten. Ik ben namelijk ook graag bezig met de handen en doe dit nu ook al best veel op mijn werk. Daarom spreekt deze opleiding mij zo aan.
Waarom spreekt deze opleiding je zo aan? Doordat je veel praktijk hebt en dat vind ik super. En je krijgt door deze opleiding een hele technische achtergrond. Na deze opleiding kun je als ware werken en je kunt ook gewoon op de werkvloer
Wat denk je al te weten van deze opleiding? In verhaal vorm Het is een opleiding met 3 dagen praktijk en 2 dagen les wat ik er van heb begrepen. In de praktijk loop je mee met een bedrijf en dit is “betaalde” stage als je niveau 2 of 3 doet.
3 Jelmer Eijsink
Dagverslagen. Wat heb je gedaan? Met wie? Hoe ging het? Waar liep je tegen aan en hoe heb je dat opgelost? Met welke personen heb je gesproken waarover enz. Ik ben met Stijn Hofmeijer naar het ROC in Hengelo geweest voor de opleiding werktuigbouwkunde. We zijn er met de brommer heen gegaan en toen we aankwamen werden we hartelijk ontvangen en hebben we eerst kennis gemaakt met onze begeleider. Toen kregen we de opdracht een werkstuk te maken. Dit was een elektronische dobbelsteen. Als eerste moest ik 6 lampjes op een printplaatje solderen. Deze printplaat was al kant en klaar geleverd. Toen kregen we een stalen stripje waaruit ze delen eruit hadden gehaald met een lazer en deze strip kon je buigen tot een doosje waar de printplaat precies inviel. Na dat ik deze gebogen had moest er nog een onderkant in en een voorkant. Deze werden vast gezet door popnagels. Dit hadden de jongens uit de Hoeve en Haaksbergen zo af en onze begeleider toonde duidelijk interesse in onze groep van het Assink lyceum. Hij zei dat de jongens uit onze regio altijd slaagden en zeer fanatiek waren. Toen we dit gedaan hadden kregen we een film te zien met bijbehorende uitleg over de school, niveaus en toekomstmogelijkheden die je hebt als je geslaagd bent. Toen kregen we een rondleiding langs alle machines en langs de werkstukken die de leerlingen maakten van het eerste, tweede, derde, en vierde leerjaar. Dit was bijvoorbeeld een stenen klem of een brommer bokje. In de pauze kregen we heel netjes een blikje drinken en konden we lekker wat eten in de kantine. Naar dit bezoek aan deze school zijn we nog heel even bij de Mac Donalds geweest.
4 Jelmer Eijsink
De vestiging. Waar staat de school? Het adres van de school is de Gieterij 200 in Hengelo. Dit is naast de brandweerkazerne en dicht bij het spoor.
Welke opleidingen kun je er allemaal volgen? MBO College voor Bouw, Infra & Interieur. MBO College voor Commercie & Ondernemen. MBO College voor Dienstverlening & Gastvrijheid. MBO College voor Gezondheidszorg MBO College voor Management & Organisatie. MBO College voor Mens & Maatschappij. MBO College voor Metaal, Elektro & Installatietechniek. MBO College voor Oriëntatie & Ontwikkeling. MBO College voor Sport, Onderwijs & Cultuur. MBO College voor Transport, Logistiek & Mobiliteit. MBO College voor Vormgeving, Mode & Media . MBO College voor Zorg & Welzijn. Opleidingen Laboratorium & Procestechniek.
5 Jelmer Eijsink
De opleiding. Opbouw opleiding Uit welke onderdelen bestaat de opleiding? Werktuigbouwkunde bestaat uit lassen, slijpen, draaien, construeren, tekenen, vrezen, meten, bouwtekeningen lezen.
Wanneer moet ik een afstudeerrichting of specialisatie kiezen? De opleiding duurt 4 jaar, Je moet meteen kiezen wat je wilt. Je hebt vijf verschillende richtingen die in het kopje hier onder te zien. Je kiest dus meteen je richting wat je wilt.
Welke richtingen kan ik kiezen?
Constructie plaatwerken. Machine banken werken en verspanen. Mechatronica. Middenkader enginering werktuigbouwkunde. Werkvoorbereiding.
6 Jelmer Eijsink
Lessen. Hoeveel lesuren krijg je per week? Je krijgt 7 uur les per dag. 7x5=32 les uren. Maar je hebt maar 3 weken dat je echt toetsen hebt hebben ze me verteld.
Hoe is de verdeling theorielessen, projecten en praktijklessen? Je hebt dus 32 lesuren in de week en 5 uur praktijk. In deze 5 uur praktijk heb je praktijk lessen met draaien, vrezen, lassen etc. en zul je werken aan een werkstuk. Zo moet je in het 2e jaar bijvoorbeeld een zaklamp omhulsel maken.
Hoeveel uur ben je kwijt aan zelfstudie? Ligt eraan hoe goed je kunt leren. Maar ze zeiden dat je er van uit moest gaan dat het even veel of meer zou worden.
Hoe groot zijn de groepen? Het liefst hebben ze 30 tot 35 leerlingen.
7 Jelmer Eijsink
Inhoud van de opleiding. Wat voor theorie/instructielessen worden er gegeven? 7 uur per dag theorie lessen en in deze lessen word Engels,Nederlands,Wiskunde en Natuurkunde behandelt maar ook bijvoorbeeld het vak construeren. Hierbij leer je op de pc tekeningen maken die je dan weer in het echt uit kunt voeren. Maar met Engels en Nederlands heb je bijvoorbeeld alleen maar de woorden die voor de techniek van pas komen. Je hebt ook nog gewoon de theorie over het “werktuigbouwkunde” dus alle technische dingen.
Wat voor praktijklessen/simulaties/projecten zijn er? 5 uur in de week praktijk lessen en dit is in de “werkplaats” hier heb je dus alle benodigde machines die je na je opleiding ook tegen zult komen. Ik heb wel 10 draaibanken zien staan. En ook veel lasapparaten in aparte lashokken. Maar je hebt ook veel frees en draaibanken en alles wat je je maar kunt bedenken tot de nieuwste snij/lazer machine.
Wat voor vaardigheidstrainingen worden er gegeven? Ze proberen je veel te leren door het je zelf te laten doen zei de instructeur. Maar ze behandelen in de theorie lessen ook bijvoorbeeld welk bitje je het beste kunt gebruiken voor wel metaal etc. Ook doen ze het voor bij de machines hoe je het moet doen.
8 Jelmer Eijsink
BPV/Stage. In welke fase van de opleiding zit de stage? In het eerste en tweede jaar heb je de laatste 11 weken stage bij een stage bedrijf. Bij het derde jaar heb je het eerste half jaar stage en in de vierde heb je het laatste half jaar stage.
Moet je zelf voor een stageplaats zorgen? Het is mogelijk om zelf een stage bedrijf voor te leggen aan de school. Het moet dan wel een erkend stage bedrijf zijn. En dan moet je gewoon samen overleggen hoe je het gaat doen. Maar de school kan er ook een voor je uitzoeken.
Hoeveel procent van de opleiding bestaat uit stage? De opleiding bestaat dus de eerste 2 voor zoveel procent uit stage: je hebt 40 schoolweken en 11 weken stage. 11:40 x 100 =27,5 %. Het tweede jaar is voor de helft dus 50 % stage.
9 Jelmer Eijsink
Begeleiding. Hoe word je begeleid? Je word begeleid door een mentor die je alles zou vertellen en uitleggen wat er zou gebeuren. Ook als je vragen hebt kun je bij hem/haar terecht.
Kun je extra hulp krijgen bij het leren als je daar moeite mee hebt? Ja je kunt zelf altijd extra hulp zoeken bij een medeleerling. Ook zou je de docent om extra uitleg kunnen vragen.
Kun je hulp krijgen als je vast loopt in problemen die niet met je studie Te maken hebben? Er is een vertrouwenspersoon op school. Je zou haar dus een mailtje kunnen sturen voor een gesprek en zei zou haar informatie altijd voor haar zelf houden en niet delen.
Wat gebeurt er als je er achter komt dat je een verkeerde opleiding hebt gekozen? Je kunt het eerste half jaar dacht ik nog terug om naar een andere opleiding te gaan als het allemaal uitkomt met de personen daar.
10 Jelmer Eijsink
Voortgang? Hoe wordt de voortgang getoetst? Met de normale theorie toetsen denk aan construeren, Engels, en Wiskunde bijvoorbeeld. En het praktische gedeelte word getoetst en beoordeeld via werkstukken.
Op welke manier(en) wordt er getoetst? Toetsen en werkstukken.
Hoeveel kansen krijg je per studiejaar? Je hebt 3 toets weken. En je moet per jaar 3 werkstukken maken.
Kun je ook blijven zitten? Ja dit kan.
Kun je de opleiding ook sneller of langzamer doen? Ja je kunt natuurlijk een jaar op nieuwe doen. Maar je moet gewoon mee met het tempo wat je word voorgedragen.
11 Jelmer Eijsink
Faciliteiten. Zijn er voldoende computers voor studenten beschikbaar? Ja, Er is een groot computer lokaal. En in de afdeling werktuigbouwkunde is ook een computer ruimte.
Is er een goede mediatheek in de buurt? Ja in Hengelo zelf. Maar in de Hoeve waar ik woon ook.
Zijn er ruimtes om zelfstandig te kunnen werken? Je hebt een lokaal bij werktuigbouwkunde. Maar hier zal je niet helemaal alleen zitten. Echt aparte hokken voor je zelf zijn er niet. Het is dus gewoon een ruimte met pc’s waar je met een groepje lekker kunt werken onder begeleiding van een leraar.
Hoe zijn de praktijkruimtes? Super mooi en groot. Er staan genoeg machines en het ziet er allemaal zeer modern uit.
12 Jelmer Eijsink
Arbeidsmarkt. Wat kun je later worden met deze opleiding? Je kunt veel dingen worden: 1. 2. 3. 4.
Lasser. Gewoon allround bij een metaal bedrijf werken. Onderhoudsmonteur. Stukje verkoop zit er ook in.
Vind je met dit diploma makkelijk een baan? Ja er is momenteel veel vraag naar vakjongens.
Waar kun je verder studeren met dit diploma? Als je deze opleiding hebt afgerond kun je naar het Saksion en dat is een Hbo opleiding.
13 Jelmer Eijsink
Mening student(en), interview/ enquête. Bedenkt een aantal vragen voor een student 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Wat ga je na deze opleiding doen? Is de praktijk die je hier hebt leerzaam? Hoeveel lasapparaten zijn er? Is de theorie moeilijk met construeren? Hoeveel toetsen heb je gemiddeld per week? Hoeveel ga je hierna ongeveer verdienen? Is het percentage groot dat je hier gaat slagen? Hoe denk je over de opleiding mechatronica?
14 Jelmer Eijsink
De praktische opdracht. Afhankelijk van de opleiding kun je een werkstukje maken, iets onderzoeken, iets uitvoeren, iets tekenen etc. Je moet lassen, slijpen, boren, monteren etc. Ik was dus van plan om een voerbak voor de koeien te maken om bijproducten zoals ijzer bij te voeren. Deze bak wou ik dan aan de muur hangen zodat de koe er goed bij kan komen met zijn kop;
1. Ik heb een oude varkens voerbak van zolder gehaald: Zo kunnen er weinig bijproducten in dus heb ik hem afgeslepen met de slijpkop waar de rand weer omhoog en rond begin t te lopen. Toen heb ik er een ijzeren strip achter gelast zodat er een gat netjes opgevuld werd.
2. Toen heb ik een voorzet stukje er boven gezet aan de onder kant zodat er meer bijproducten erin kunnen en de koeien het er niet uit kunnen schuiven. Deze heb ik er pas op geslepen en vast gezet.
3. 2 gaten erin geboord voor de montage aan de muur. Een 2 RVS houtvreters erin en uiteraard RVS zodat het niet kappot kan roesten. Natuurlijk eerst water pas gemaakt. Toen nog een bout en moer in het kunststof voor extra stevigheid. Daarna de randjes netjes afgeslapen en bot gemaakt.
4. Resultaat: Koeien aten er meteen uit. En ze kunnen er niks aan kappot breken.
15 Jelmer Eijsink
Hoe ziet de praktijk eruit?. Je hebt hiervoor een aantal beroepen opgenoemd die je met deze opleiding kunt gaan uitoefenen maar wat doen deze mensen als ze aan het werk zijn? Welke werkzaamheden voeren ze uit, bij welke bedrijven werken ze?: 1. Lasser: Je last de hele dag door constructies en dingen aan mekaar wat je word opgedragen. Je kan dan bijvoorbeeld bij een metaal bedrijf gaan werken. 2. Plaatwerker: Je snijdt, freest, last, slijpt etc. plaatwerk mooi aan mekaar. Je doet dus bijvoorbeeld een ijzeren deur netjes voorzien van een plaat aan de voorkant. Je kan gaan werken bij een plaatwerker. 3. Onderhoudsmonteur: Je moet langs bij alle machines die stuk zijn of storing hebben. 4. Verkoper/vertegenwoordiger. Je moet een product verkopen.
Welke eigenschappen moet je bezitten om dit beroep uit te kunnen oefenen? Je moet handig zijn. Je handen vuil willen maken en altijd de juiste oplossing en de snelste oplossing voor het probleem proberen te vinden.
Misschien kun je een dag(je) mee naar een stagebedrijf, omschrijf wat de stagiair(e) allemaal moet doen en moet kunnen. Ik heb het gevraagd aan een kameraad en hij moet lassen, slijpen, persen, tekeningen lezen en die tekening dan ook juist uitvoeren. Maar ook bijvoorbeeld aan het eind de hal vegen.
16 Jelmer Eijsink
Afsluiting. Wat vind je van de opleiding, wat viel mee, wat viel tegen?En waarom? Ik vind de opleiding op zich super mooi. Het viel me mee hoeveel ze moeten leren en hoe mooi, netjes en verzorgt de machines en de lokalen eruitzagen. Het viel me alleen heel erg tegen hoeveel praktijk je hebt op deze school. Je hebt maar 5 uur in de week praktijk en daarom valt het me vies tegen. Maar een pluspunt zijn de leuke leraren, de mooie projecten wat je moe maken en de vrijheid die je krijgt als je met een project bezig bent.
Bezit je de eigenschappen om dit beroep succesvol uit te kunnen oefenen? Ga je dit kiezen ja/neen, verklaar: Ja, Ik werk graag met mijn handen en zoek altijd graag naar technische oplossingen.
Ga je dit kiezen ja/neen, verklaar: Nee ik ga deze opleiding niet kiezen. Ik vind het super om bezig te zijn met machines en om wat te maken waar je trots op kan zijn. Maar ik vind de praktijk te weinig op deze opleiding en ben er eigenlijk heen gegaan om me te oriënteren of ik echt de metaal in wil of dat ik machinist/ chauffeur wil worden. Als ik werktuigbouwkunde zal doen ga ik voor een lagere opleiding namelijk niveau 3 en dit is op een andere school in Hengelo namelijk de Smeot en hier krijg je veel meer praktijk.
17 Jelmer Eijsink