SCHOOLPLAN 2012 -2016 Update januari 2015
pc en rk scholengemeenschap voor VMBO HAVO Atheneum Gymnasium
Stadskanaal Postbus 137 9500 AC (0599) 631 122 Onstwedde Boslaan 18 9591 BJ (0599) 331 701 Veendam ds. Petersenstraat 3 9641 EM (0598) 666 788 Winschoten Postbus 214 9670 AE (0597) 454 940
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | september 2012 – update januari 2015
INHOUDSOPGAVE
Vooraf
3
1. Visie, missie, kernwaarden en uitgangspunten voor beleid
5
2. Waar staat de school nu?
9
3. Actieplan voor vier schooljaren
17
2
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | september 2012 – update januari 2015
VOORAF Dit Schoolplan is gebaseerd op het strategisch beleidskader 2012-2018. Het eerste deel van het Schoolplan is zelfs vrijwel gelijk aan dit kader. Het betreft het deel waarin de visie en missie van de school worden geformuleerd en de uitgangspunten voor beleid en de huidige situatie zijn beschreven. De richtinggevende doelstellingen uit het strategisch beleidskader worden in dit schoolplan voor een periode van vier achtereenvolgende schooljaren uitgewerkt. Daarbij zal het duidelijk zijn dat concrete invulling voor de jaren die verder weg liggen lastiger is, maar ook afhankelijk is van wat er in de jaren daarvoor daadwerkelijk gebeurt. Dat brengt ons tot een volgend punt. Het is de bedoeling dat het Schoolplan jaarlijks een update krijgt. Daarmee wordt het een dynamisch document en dat heeft weer als consequentie dat je zo’n document kort moet houden. Het Schoolplan speelt zich af op het zgn. tactische niveau en daarmee is het gesitueerd tussen twee andere soorten van plannen: strategisch niveau: strategisch beleidskader; tactisch niveau: Schoolplan; operationeel niveau: jaarplan.
GERARD VAN VLIET
Op 1 augustus 2015 zal het voortgezet onderwijs van Noorderpoort Stadskanaal worden overgedragen aan Ubbo Emmius. De betekenis daarvan zal duidelijk worden in een nieuwe Schoolplan. In deze update worden die veranderingen nog niet meegenomen. Hier en daar wordt wel een (korte verwijzing gemaakt).
3
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | september 2012 – update januari 2015
Visie Er wordt gewerkt aan goed onderwijs en brede vorming, zodat jongeren, naast het behalen van een diploma, ook leren dat het leven in vele opzichten waardevol kan zijn, voor zichzelf en samen met anderen. Op Ubbo Emmius wordt gewerkt in en aan een open sfeer. Zowel zwakkeren als sterkeren, mogen rekenen op inspirerende begeleiding en uitdaging. Ubbo Emmius, wil een goede samenwerking tussen bestuur, personeel, ouders en leerlingen. Dit is noodzakelijk voor een goed resultaat van onderwijs en opvoeding. Ubbo Emmius streeft naar goede relaties, zoals de overheid en andere scholen in de regio. Waar dit maar enigszins mogelijk is, wordt gezamenlijk aan de verdere ontwikkeling van de regio gewerkt. De school is er niet alleen voor de leerlingen. Ook personeelsleden hebben recht op uitdaging en goede arbeidsomstandigheden. Ubbo Emmius is er ook niet alleen voor protestanten of katholieken. Ubbo Emmius is er voor iedere leerling met een positieve inzet, die open staat voor de mening van anderen en/of die mening op zijn minst respecteert.
4
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | september 2012 – update januari 2015
1. VISIE, MISSIE, KERNWAARDEN EN UITGANGSPUNTEN VOOR BELEID
1.1. Visie Het bestaansrecht van de school is vastgelegd in een tekst, die in belangrijke mate het gewenste imago weergeeft. Deze tekst is opgenomen op de vorige pagina en vormt als het ware een wenkend perspectief. Goed onderwijs is meer dan het bieden van een waardevol diploma. Onderwijs is een breed begrip. Hiermee wordt niet alleen de lesstof bedoeld of op lessen geduid, maar zeker ook op het opvoedkundige en zorgende aspect. Ubbo Emmius staat open voor iedere leerling, met een positieve inzet die de mening van anderen respecteert. De school wil werken in een open sfeer met inspirerende begeleiding en uitdagingen voor alle betrokkenen binnen en buiten de organisatie. Ubbo Emmius streeft naar goede relaties en samenwerking tussen bestuur, personeel, leerlingen, ouders, overheid, andere scholen en bedrijfsleven in de regio.
1.2. Missie en kernwaarden Naast de visie heeft de school een missie geformuleerd: “Leerlingen laten excelleren!”. Leerlingen kunnen excelleren door hoge cognitieve prestaties te leveren. Dat ‘hoog’ is relatief. Voor de ene leerling moet het bij wijze van spreken een ‘10’ zijn, het ultieme resultaat. Een andere leerling stijgt boven zichzelf uit door tóch een voldoende te halen. Excelleren kan ook een mentale kwestie zijn: iets durven, bijvoorbeeld, dat je nooit voor mogelijk had gehouden. In alle afdelingen van de school kunnen leerlingen tot excellente prestaties komen. Alle docenten kennen voorbeelden van situaties waarin het lukte: leerlingen laten excelleren. Daarin is het een bron van inspiratie. Met het realiseren van deze ambitie wil Ubbo Emmius ook de eigen prestaties in sterke mate verhogen en toonaangevend zijn in de regio. Binnen de scholengemeenschap zijn, naast de missie, drie kernwaarden geformuleerd: o betrokken, o prestatiegericht, o inspirerend. Deze kernwaarden komen voort uit de visie, zoals die is geformuleerd in paragraaf 1.1., en hebben betrekking op de gehele school. Alle medewerkers, leerlingen en ouders worden hierop aangesproken en/of krijgen ermee te maken. Prestatiegericht is dus niet alleen iets voor leerlingen, maar ook
5
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | september 2012 – update januari 2015
voor de medewerkers. Dat we inspirerend willen zijn, moeten ouders kunnen ontdekken en ervaren. Het is goed te bedenken dat het om ‘waarden’ gaat en niet om ‘normen’. Dat betekent dus dat deze waarden uitgewerkt moeten worden. Wat zie je bijvoorbeeld als iemand betrokken is? Welk gedrag hoort daarbij? De ‘heipalen’ voor beleid (zie hieronder) geven een eerste, mogelijke, aanzet. Waar staan deze waarden voor? Met betrokken sluit de directie aan bij wat velen in de school als ‘typisch Ubbo’ ervaren; personeelsleden en vooral ook ouders. Het behoort tot het ‘karakter’ van de organisatie. Betrokkenheid is een groot goed dat we willen borgen. Het is ook een belangrijke waarde bij de uitgangspunten voor ons beleid. Prestatiegericht is vooral een belang. Op dit terrein heeft de school in denken en ontwikkelen een achterstand opgelopen. Zakelijkheid is van belang. Meten om te weten. Eisen stellen en doelgericht opereren, het zijn allemaal zaken die voor Ubbo Emmius, zeker de komende jaren van grote betekenis zijn. Leerlingen laten excelleren is daarbij hét doel. Mensen komen in beweging, niet zozeer door motivatie, maar door inspiratie: “If you have built castles in the air, your work need not be lost; that is where they should be. Now put the foundations under them” (Henry David Thoreau). Inspireren is een waarde die voor onze scholengemeenschap vanzelfsprekend een directe relatie heeft met de christelijke identiteit. De kernwaarden zijn bedoeld om toe te passen. Begin bij jezelf: wat betekent het voor mij als docent, als toa, conciërge, directeur? De kernwaarden moeten ook onderwerp van gesprek zijn. Je mag elkaar er op bevragen. Dat mag ook op kritische en opbouwende wijze. In het communicatieplan zijn de missie en de waarden geoperationaliseerd en wordt duidelijk hoe deze in de schoolorganisatie een plek krijgen.
1.3. Uitgangspunten voor beleid In dit Schoolplan blijven de zgn. ‘heipalen’ uit de beleidsnotitie ‘Geheid beter!’ (2009-2012), voorwaarden voor goed onderwijs. Ze vormen als het ware de constante in al het beleid. Dit is waarop we bouwen. Daarmee is duidelijk, wat ook al in genoemde beleidsnotitie naar voren werd gebracht, dat het werken aan deze heipalen veel tijd vraagt. Tegelijkertijd is ook duidelijk geworden dat deze er daadwerkelijk toe doen en vertaald kunnen worden in de organisatie (bijvoorbeeld, zoals gebeurd is, door ze op te nemen in de functieomschrijvingen van docenten). De heipalen hebben betrekking op drie thema’s. Inzet op juist deze thema’s maakt dat scholen het verschil kunnen maken.
6
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | september 2012 – update januari 2015
Excelleren Een school die wil excelleren werkt integraal aan onderstaande vier punten. Integraal betekent dat ze tegelijkertijd ontwikkeld worden. 1. In onze missie en visie zetten we het leren centraal. BETROKKEN is niet een doel, maar een middel. We hebben de vaste overtuiging dat álle leerlingen kunnen leren. 2. Leerlingen en docenten zijn op elkaar betrokken. Er is in de basis sprake van een goede relatie, waarin leerlingen zich veilig voelen en de docent voor de leerling een ervaren meerwaarde heeft voor het onderwijs en het leren. 3. Leren is niet alleen iets voor leerlingen. Ieder in de school werkt aan zijn eigen leren, bij voorkeur geformuleerd in een POP. Maar ook het schoolgebouw en de inrichting ervan ademt een sfeer uit van ‘hier gaat het om leren’ . 4. De gerichtheid op leren, zoals hierboven geformuleerd, wordt uitgedragen door een sterk leiderschap. Dat mag in ieder geval van alle leidinggevenden worden verwacht. Daarnaast is het belangrijk leiderschap in teams te stimuleren.
Leerlingen motiveren In een plan aangeven dat je leerlingen wilt motiveren heeft iets onwezenlijks. Dat is toch eenvoudigweg een vanzelfsprekendheid die docenten vooral moeten gaan ‘doen’? Het is toch heel concreet? ‘Motiveren’ is echter iets heel anders dan het vinden van een knopje om aan te draaien, waarna vervolgens leerlingen met vreugde aan het werk gaan. Onderstaande uitgangspunten geven dat aan.
5. UE stimuleert positieve feedback binnen het leerproces (en bestrijdt negatieve). Daarbij is absolute voorwaarde dat de ontvanger de feedback als oprecht ervaart. De feedback heeft betrekking op iets dat de leerling zelf heeft gedaan. 6. Op UE is motiveren iets heel anders dan het optimaliseren van leukigheid. Het gaat om betrokkenheid: o lesstof is intellectueel uitdagend (cognitie) o leerlingen kunnen actief mee doen: zelf vragen stellen/samenwerken (gedrag) o leerlingen ervaren een gevoel van ondersteuning (emotie) 7. De docent is duidelijk en consequent. De school draagt dat ook uit; kan aangeven wat van die docent verwacht wordt.
7
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | september 2012 – update januari 2015
Professionaliseren Een school die wil professionaliseren zorgt voor een cultuur waarin dat kan. Daarover spreken onderstaande uitgangspunten.
8. De schoolorganisatie geeft bij de ontwikkeling van het onderwijs ruimte aan de docent. Docenten voelen zich eigenaar van het onderwijs dat door hun team wordt verzorgd. Ze hebben het gevoel invloed uit te kunnen oefenen op hun werk. 9. Ontwikkeling van het onderwijs is consistent: het sluit aan bij zaken die in ontwikkeling zijn. Dat geldt ook voor de omgeving van de school: gemeente, bestuur, OCW… 10. Gezag is belangrijk en dan gaat het om overtuigingskracht. Die overtuiging komt voort uit normen, percepties en opvattingen van mensen. Docenten geven vernieuwingen gezag, bijvoorbeeld door de verantwoordelijkheid voor de implementatie op zich te nemen. Steun van de schoolleider is van grote betekenis: niet alleen in emotionele zin, maar ook tastbaar in de vorm van faciliteiten en geld. 11. Docenten vormen een professionele (leer)gemeenschap. Daarbij gaat het niet alleen om een cognitief proces, maar ook om emotie en gedrag. Een professionele leergemeenschap kent docenten die actief deelnemen aan besluitvorming, een cultuur van onderlinge samenwerking, docenten die samen het werk plannen en docenten die samen verantwoordelijkheid dragen voor de resultaten van hun werk. 12. Er is onderwijskundig leiderschap. Het gaat om drie dingen: ontwikkelen en blijven benadrukken van een visie die docenten inspireert; ondersteunen van individuele docenten; intellectueel stimuleren.
8
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | september 2012 – update januari 2015
2. WAAR STAAT DE SCHOOL NU?
2.1. Omgevingsfactoren
2.1.1. Identiteit Op basis van visie, missie en kernwaarden heeft Ubbo Emmius een identiteit. De school kan zich daarmee verantwoorden en moet dat ook willen doen, zeker waar het de levensbeschouwelijke identiteit betreft. Een school die het bijzondere karakter niet meer kan verantwoorden verliest zijn bestaansgrond. We zien dat artikel 23 van de Grondwet vaker ter discussie wordt gesteld. Vrijheid van onderwijs kent grenzen. Dat wordt direct duidelijk als een school bijvoorbeeld hoofddoekjes wil verbieden, een homoseksuele docent wil ontslaan, of als de vrijheid leidt tot segregatie van witte (christelijke) en zwarte (openbare) scholen. Op het terrein van de zorg gaat de zeggenschap van scholen over de aard van het onderwijs verder afnemen. Passend Onderwijs gaat betekenen dat leerlingen niet altijd geplaatst kunnen worden op de openbare of christelijke school die ze zouden willen kiezen. Ook de krimp heeft gevolgen voor de identiteit van scholen. In sommige dorpen is met moeite nog één school in stand te houden. De Besturenraad, maar ook de Katholieke Bond houden deze zaken nauwgezet in de gaten. Wij volgen de discussies o.a. vanuit de informatie die ons door deze organisaties worden verstrekt. Waar dat moet en kan nemen we stelling.
2.1.2. Politiek We zien al een aantal jaren dat de ‘terugtredende overheid’ zich, al dan niet via de Tweede Kamer, intensief bemoeit met onderwijszaken die wat ons betreft niet des politieks zijn: ouderbijdrage, onderwijstijd, sponsoring, bevoegdhedenregeling, incidentenregistratie, specifieke inhoud voor het onderwijs (homoseksualiteit, gezonde voeding, burgerschap…) enz. Ieder nieuw kabinet heeft op onderwijsgebied ook steeds weer nieuwe targets. Op dit moment zijn dat m.n. de extra aandacht voor taal, rekenen en de invoering van Passend Onderwijs. De maatschappelijke stage, ingevoerd onder een vorig kabinet wordt geschrapt . We staan kritisch ten opzichte van het overheidsbeleid. De school weegt dit beleid en vormt zich daaromtrent een eigen mening (zie ook heipaal 9) en tracht vervolgens een consistent beleid te voeren.
2.1.3. Onderwijs Stelselveranderingen hebben we niet te verwachten. Na de megaoperaties met basisvorming, VMBO en Tweede Fase is dat vooreerst wel voorbij. Binnen deze stelselveranderingen zijn er, vanzelfsprekend, wel af en toe veranderingen. Op deze plaats moeten we dan zeker Passend Onderwijs
9
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | september 2012 – update januari 2015
noemen. Het is geen stelselverandering, maar wel een omvangrijke en ingrijpende operatie. Het is waarschijnlijk dat er op onze scholengemeenschap meer diversiteit in de leerlingenpopulatie gaat komen en dat docenten, meer dan nu het geval is, moeten leren omgaan met verschillen tussen leerlingen.
2.1.4. Demografie De huidige prognoses geven aan dat er tot 2016 geen noemenswaardige krimp is te verwachten. Vanaf 2016 is deze er echter wel. 2500
Ubbo Emmius 2400 2300 2200 2100 2000 1900 1800 1700 1600 1500
07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23 23/24 24/25 25/26 Aantal leerlingen 2277 2260 2419 2404 2384 2419 2383 2367 2365 2353 2307 2248 2182 2111 2056 2014 1979 1951 1923 Geschat
2419 2383 2367 2365 2353 2307 2248 2182 2111 2056 2014 1979 1951 1923
M.n. voor de kleinere nevenvestigingen kan door de afname van het leerlingenaantal onzekerheid ontstaan. Daarbij gaat het niet zozeer om de opheffingsnorm (120 leerlingen), maar om de vraag of er voldoende leerlingen zullen zijn om een volwaardig onderwijsaanbod en een goed lesrooster te realiseren.
2.1.5. Relatie met andere scholen voor VO Tegen de achtergrond van vergrijzing en ontgroening kunnen scholen ervoor kiezen om hun marktaandeel te vergroten. Als dat binnen een voedingsgebied1 een school zou lukken, dan betekent dit dat de andere school met nóg meer krimp te maken krijgt dan dat het geval zou zijn op basis van de demografische ontwikkelingen. Het is wijs, om deze gang van zaken reeds nu met de andere scholen te bespreken en hier, zo mogelijk, afspraken over te maken. In de provincie Groningen wordt
1
Voor onze scholengemeenschap onderscheiden we Stadskanaal, Veendam en Winschoten
10
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | september 2012 – update januari 2015
dit onderkend door alle scholen voor VO en de drie ROC’s. Mede om deze reden overleggen de bestuurders van deze scholen een aantal malen per jaar met elkaar (4 – 5 keer) in het Bestuurlijk Platform VO-MBO Groningen. In STADSKANAAL wordt met ingang van 1 augustus 2015 het VO van Noorderpoort Stadskanaal overgedragen aan Ubbo Emmius. Onderwijskundig betekent dit dat m.n. het vmbo ingrijpend verandert: Ubbo Emmius krijgt een breed vmbo. Het onderwijs in Stadskanaal wordt verzorgd op vier locaties die een helder onderwijskundig profiel hebben (zie website). Concurrentie ondervindt de school, afhankelijk van waar de leerlingen in het buitengebied wonen, vooral van de RSG in Ter Apel en de Winkler Prins in Veendam. De locatie ONSTWEDDE beschikt samen met het primair onderwijs over een nieuw schoolgebouw en profileert zich met een unieke doorstroming van PO naar VO. Belangrijkste ‘concurrent’ is de locatie Maarsdreef. Op de nevenvestiging kunnen leerlingen voor alle afdelingen (behalve beroepsgerichte leerwegen) tot en met de derde klas terecht. Uitstroom naar andere locaties en/of scholen is er naar de 3e klas BB/KB en de 4e klas havo en vwo. De gemengde leerweg kan worden aangeboden als aangegeven bij Stadskanaal. In VEENDAM heeft de Winkler Prins Scholengemeenschap (WP) een zeer breed aanbod. Ubbo Emmius heeft een zelfde onderwijsaanbod als de locatie Onstwedde. Daarnaast wordt een beperkt deel van de leerlingen in klas 3 ingeschreven in de beroepsgerichte leerwegen in Winschoten. In de concurrentie met de WP benadrukt de locatie Veendam naast de identiteit, de kleinschaligheid en een vernieuwend onderwijskundig profiel: opstroomklassen, waarin leerlingen worden uitgedaagd om ‘extra’ te doen en zo de kans te grijpen om op een hoger niveau te presteren. In WINSCHOTEN heeft het Dollard College (DC) een zeer breed aanbod. Ubbo Emmius kent een aanbod als in Onstwedde en Veendam én kent binnen de beroepsgerichte leerwegen het intrasectorale programma Zorg en Welzijn en twee intersectorale programma’s: Sport en Dienstverlening en Theater en Dienstverlening. Met het DC is een nieuw RPO afgesloten, waarmee de toekomst van het intersectorale programma veilig is gesteld voor een periode van vier jaar. In die vier jaar zullen Dollard College en Ubbo Emmius Winschoten onderwijskundig gaan samenwerken. Hiertoe is een intentieverklaring getekend waarbij de a.s. krimp vooral als een kans wordt gezien om het onderwijs zo in te richten als is er sprake van één scholengemeenschap. . Dit RPO moet per 1 november 2014 vernieuwd worden. In de besprekingen rondom RPO wordt door beide partijen meegenomen dat gezamenlijk de krimp zal moeten opgevangen. De intentie is één onderwijsinfrastructuur voor beide scholen op te zetten. De school zoekt, samen met de overige christelijke en interconfessionele scholen voor voortgezet onderwijs naar vormen van samenwerking met als doel elkaar te versterken. Daartoe sloten Vincent van Gogh (Assen) en de CSG Beilen een convenant. Bredere samenwerking is er meer en meer, m.n. op het niveau van bestuur en stafdiensten in Netwerk Noord2.
11
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | september 2012 – update januari 2015
2.1.6. School en samenleving De school neemt zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid niet alleen door burgerschapsvorming volgens wet en regelgeving uit te voeren, maar ook door de leerlingenvoldoende in schoolverband aan het maatschappelijke leven te laten deelnemen. Samenlevingsvragen krijgen ook een plaats in relatie tot de identiteit van de school. Weekthema’s bij de dagopeningen zijn hiervan een goed voorbeeld. De school hecht zeer aan goede samenwerking met de gemeenten. De relatie is van belang vanwege het OOGO (op overeenstemming gericht overleg), maar ook omdat verantwoordelijkheden afgestemd worden, mede in het licht van Passend Onderwijs. Belangrijk is bijvoorbeeld de relatie met het CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin). De schoolgebouwen van Ubbo Emmius worden niet alleen op schooldagen en overdag gebruikt. Avondscholen (’s avonds) en kerken (’s zondags) maken gebruik van onze gebouwen, tegen een redelijke vergoeding.
2.1.7. Sponsorbeleid De school maakt op bescheiden wijze gebruik van de mogelijkheid om via sponsoring extra middelen te genereren. Voorwaarden hiertoe zijn vastgelegd in een notitie sponsorbeleid, die op het intranet voor medewerkers en ouders inzichtelijk is. Onderdeel van genoemde notitie is een klachtenregeling. Ubbo Emmius conformeert zich aan het ‘Convenant scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring’ van 24 februari 2009.
2.2. Interne ontwikkelingen
2.2.1. Identiteit Vragen rond de identiteit van de school blijven actueel. We vernemen in de samenleving vraag naar waarden en normen. Veiligheid, respect en betrouwbaarheid zijn belangrijke thema’s. Van de school wordt verwacht dat deze hier ruimschoots aandacht aan besteedt. De school heeft in het verlengde van de opdracht tot onderwijs ook een taak tot vorming. Daarbij zijn o.a. bestaansvragen nadrukkelijk aan de orde. In dagopeningen, tijdens vieringen en in de lessen spelen genoemde vragen een rol. In het onderwijsaanbod legt de school een relatie met belangrijke maatschappelijke en actuele thema’s. Het aanbod van de school is gericht op bevordering van sociale integratie en burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving. Dat gebeurt vanuit een christelijke traditie.
12
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | september 2012 – update januari 2015
2.2.2. Organisatieontwikkeling Ubbo Emmius ontwikkelt zich tot een professionele organisatie, waarin systematisch reflectie een belangrijk item is. Dat is niet opgelegd, dat willen we zelf. De uitgangspunten zoals deze in het eerste hoofdstuk zijn geformuleerd worden vertaald naar de praktijk van alledag. Dat heeft consequenties voor het strategisch, tactisch en operationele niveau van de organisatie. a. Bestuur en toezicht De ‘Code Goed Onderwijsbestuur’ vraagt om goed bestuur, toezicht en transparantie. De implicaties hiervan zijn groot. Het betekent dat de zgn. plankwaliteit op orde dient te zijn en dat er een adequaat kwaliteitsbeleid gevoerd wordt. De code heeft consequenties voor verhoudingen in een organisatie. Waar directie en bestuur, of bestuur en toezicht, met elkaar waren verweven, zijn er nu formele scheidslijnen gekomen. Dit heeft niet alleen gevolgen voor functionarissen, maar bijvoorbeeld ook voor de positie van het bestuur-stafbureau. Enerzijds verleent het stafbureau diensten en biedt het ondersteuning en is het daarmee als het ware een middel in de handen van de directeur van een locatie. Anderzijds heeft het bestuursbureau de taak om te monitoren, vast te stellen of de school ‘in control’ is en dienen kritische vragen te worden gesteld. Met dit schakelen tussen de verschillende functies hebben we nog maar weinig ervaring opgedaan. b. Leefwereld en systeemwereld De intrede van de lumpsum (1995) was op veel scholen het startpunt van een meer bedrijfsmatige opzet van de organisatie. Daartoe behoorde o.a. de ontwikkeling van een kwaliteitszorgsysteem dat vanaf 1999 landelijk werd ondersteund door Q5. Er waren scholen, waaronder Ubbo Emmius, die deze ontwikkelingen voor een belangrijk deel aan zich voorbij lieten gaan. Men gaf alle aandacht aan de leefwereld van het onderwijs. (Het moet gezegd, daar was met fusies en grote stelselveranderingen ook veel aan de hand.) De prijs bestaat uit achterstallig onderhoud en dát betekent op dit moment dat er verhoudingsgewijs veel aandacht voor de systeemwereld moet zijn: werken volgens een cyclus van planning en control; meten en weten; vaststellen en evalueren; pdca… c. Communicatie Werkend aan veranderingen, zoals ze hierboven zijn weergegeven, was er meer dan eens bij medewerkers de ervaring van onbegrip. Deze had veelal te maken met onbekendheid. Ouders meer betrekken bij de school kan vanuit kwaliteitsoogpunt misschien wel goed zijn, maar wil ik dat eigenlijk wel als docent? Onderzoek wees uit dat er op het terrein van de interne communicatie veel verbeterd kan worden. Veel informatie is in de afgelopen schooljaren transparant geworden door de introductie van het UbboNet. Omdat dit intranet niet goed functioneerde wordt een nieuw, toegankelijker UbboNet opgezet. d. Verantwoordelijkheid in de schoolorganisatie
13
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | september 2012 – update januari 2015
‘Geheid beter!’ (Stadskanaal, beleidsnotitie 2009-2012) gaf aan dat de verantwoordelijkheid voor het onderwijs ‘lager’ in de organisatie moet worden gelegd. Dat betekent dat allerlei beslissingen over wat wel/niet goed is voor leerlingen en het onderwijs dat ze mogen genieten, bij docenten komt te liggen. Op dit gebied is veel in ontwikkeling. Kaders zijn nog niet helder beschreven. e. Eén school? In juridische zin is Ubbo Emmius één scholengemeenschap, tot stand gekomen na een fusie van vijf verschillende scholen. Het verschil in cultuur tussen de verschillende locaties is nog steeds merkbaar en wordt mede bepaald door de omgeving van de school en het type leerling. Het is beleid om locaties, binnen afgesproken marges, de ruimte te geven eigen locatiebeleid te voeren. Meer en meer wordt duidelijk dat de noodzaak van veel eenduidigheid groot is. Op deelterreinen bestaat er in theorie wel de mogelijkheid om eigen locatiebeleid te formuleren, maar in de praktijk is dat vaak erg lastig, bijvoorbeeld doordat expertise op de locatie ontbreekt. Bovendien is het zo dat veel van de noodzakelijke beleidsontwikkelingen (denk aan het Sectorakkoord) alle locaties betreft.
2.2.3. Onderwijs De school werkt hard om de kwaliteit van het onderwijs in de volle breedte omhoog te brengen. Daarbij gaat het allereerst om de zgn. opbrengsten. Op alle locaties is hiervoor aandacht. Het gesprek over onderwijs wordt, mede vanwege bovenstaande acties, meer gevoerd dan eerder het geval was. Op het gebied van onderwijs is van afstemming tussen locaties enerzijds maar in geringe mate sprake en is deze anderzijds van grote betekenis. Zeker daar waar de rendementen in het vmbo het havo en vwo beter moeten.
2.2.4. Personeel Voor een verdere ontwikkeling van het onderwijs heeft de school behoefte aan meer docenten die opereren op het niveau van LC en LD, zoals onze scholengemeenschap dit heeft beschreven in nieuwe functieomschrijvingen (zie Implementatieplan Functiemix). Deze medewerkers zijn in staat het onderwijs op een hoger plan te tillen. Het is belangrijk dat de school juist van uit dit perspectief de hogere functies gaat toekennen. Belangrijk is daarbij het hanteren van de nieuwe gesprekken- en beoordelingscyclus.
2.2.5. Evenredige vertegenwoordiging vrouwen in de schoolleiding Volgens art. 32d (Wet VO) dient de school beleid te ontwikkelen en zelfs streefcijfers te formuleren, die voorzien in een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding. Onze scholengemeenschap is zich er terdege van bewust dat er van zo’n evenredige verdeling geen sprake is, waar het de directeuren betreft. Drie van de negen directeuren zijn vrouw; kijken we naar de locatiedirecteuren dan is er sprake van meer evenredigheid. Onder de teamleiders is sprake van
14
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | september 2012 – update januari 2015
een evenredige verdeling. De evenredige vertegenwoordiging is een punt van aandacht bij elke komende vacature
2.3. SWOT Een SWOT-analyse verwoordt sterktes (strenghts), zwaktes (weaknesses), kansen (opportunities) en bedreigingen (threats). Er bestaat uit een uitgebreide SWOT-analyse die gemaakt is door een communicatiebureau. Daartoe is gebruik gemaakt van informatie uit rapportages, beleidsstukken, interviews en enquêtes. Waar nodig, is onderscheid gemaakt per vestiging. In het onderstaande een samenvatting, waarbij m.n. gekeken is naar het strategische niveau. Het tactische en operationele niveau komt in andere plannen aan de orde, vooral ook in het communicatieplan.
15
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | september 2012 – update januari 2015
Sterktes Identiteit
Zwaktes
Betrokken medewerkers die hart hebben voor hun vak. Eenduidige interpretatie van missie en kernwaarden. Goede (veilige) sfeer binnen de school. Medewerkers ervaren trots ten aanzien van de school. Goed imago bij externe doelgroepen (ouders, scholen, gemeente). Onderwijs
Kleinschaligheid. Goede leerlingenbegeleiding. Heldere regels voor leerlingen. Rustige leerlingenpopulatie
Kansen
Docenten voelen zich onvoldoende ondersteund bij het uitoefenen van hun functie door management. Medewerkers voelen zich onvoldoende gemotiveerd om te excelleren en gezamenlijke verantwoordelijkheid te dragen.
Opbrengsten Onvoldoende resultaatgerichtheid
Organisatie a. Gericht op de leefwereld en op waarden.
Ontbreken van goed managementinformatiesysteem en kwaliteitsbeleid. Kwaliteitszorgsysteem.
Bedreigingen
Functies en processen verduidelijken voor alle medewerkers. Zichtbaarheid contactpersonen vergroten; bereikbaarheid structureren.
Onduidelijkheid over functies van personen en een daaraan gekoppelde negatieve beleving van het functioneren / de bereikbaarheid van die personen.
Onderwijskundige aansturing komt centraal te staan. Aansturing op basis van goede instrumenten en heldere criteria. Goede strategie voor bewaking van medewerkertevredenheid. Hoog rendement van het onderwijs
Er ontstaat frustratie op het moment dat zaken die niet goed gaan onvoldoende worden bijgestuurd.
Vensters voor Verantwoording In het jaarplan risico’s en risicomanagement vastleggen. Plankwaliteit op orde.
De status zwak bij de inspectie De status zwak m.b.t. het imago
Positieve feedback bij beoordeling en aansturing. Structuur voor intervisie en samenwerking creëren en onderhouden. Teamvorming met vergroten van verantwoordelijkheidsgevoel en betrokkenheid bij besluitvorming. Medewerkers volledig, voorspelbaar en tijdig informeren.
Het niet oppakken van frustraties en passiviteit kan verdere negativiteit tot gevolg hebben. Geen duidelijke bandbreedte inspraak bij besluitvorming veroorzaakt achterdocht en het gevoel schijninspraak te hebben. Geen duidelijke doelen stellen bij overleg mondt uit in ineffectief overleg en onduidelijkheid.
Communicatie
Ontbreken van goed ingerichte (digitale) infrastructuur voor docenten.
16
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | update januari 2015
3. ACTIEPLAN VOOR VIER SCHOOLJAREN
3.1. Identiteit, samenwerking en maatschappelijke verantwoordelijkheid Tegen de achtergrond van de demografische ontwikkelingen zien we in onze omgeving, m.n. in het Primair Onderwijs, steeds meer vormen van samenwerking tussen openbaar en bijzonder onderwijs. De verwachting is dat ook onze school, daartoe uitgedaagd door andere scholen voor VO, in deze situatie opnieuw zijn positie moet bepalen. Daarbij zullen de financiële mogelijkheden ongetwijfeld een rol gaan mee spelen. In de gemeente Stadskanaal zal Ubbo Emmius door de overname van het voortgezet onderwijs van het Noorderpoort een sterke positie krijgen. In de gemeenten Stadskanaal en Winschoten regelde Ubbo Emmius, met de andere scholen voor VO, afspraken rond het onderwijsaanbod in een Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen (RPO). In Veendam is hiertoe een poging ondernomen. In Winschoten werd een nieuw RPO gesloten. De bedoeling is om een gezamenlijke onderwijsinfrastructuur voor Winschoten te ontwikkelen, waarin optimaal wordt samengewerkt en het onderwijsaanbod op elkaar wordt afgestemd. De verwachting is dat vanuit een meer provinciaal perspectief naar het onderwijs in Groningen gekeken gaat worden. Behoeft het onderwijs in de Ommelanden in brede zin, onder druk van de dalende leerlingaantallen, meer afstemming dan nu het geval is? Zijn alle sectoren en profielen binnen vmbo, havo en vwo in de toekomst nog wel aan te bieden? In het Platform VO-MBO komen de consequenties van vergrijzing en ontgroening in de periode 2012-2016 ongetwijfeld op de agenda te staan.
In het strategisch beleidskader beschrijft de school: “De locaties van Ubbo Emmius geven vanuit – een steeds weer opnieuw verstaan van – de christelijke traditie vorming aan leerlingen. Het onderwijs bevordert sociale integratie en burgerschap.” Vervolgens: “Ubbo Emmius streeft naar het in stand houden van het huidige onderwijsaanbod in relatief kleinschalige vestigingen. De locaties hebben een ‘eigen gezicht’, zijn geprofileerd op (een aspect van) onderwijs.” Ernst maken met maatschappelijke verantwoordelijkheid betekent, dat we als school bereid moeten zijn om over onze eigen schaduw heen te stappen. Een goed onderwijsaanbod in de plaatsen waar onze scholengemeenschap is gevestigd is een algemeen belang. Dat belang kan in het geding zijn waar scholen van twee denominaties in een zelfde vijver hengelen, met daarin steeds minder vissen. Deze constatering stelt een aantal vragen aan onze scholengemeenschap: b. waartoe zijn we zelf in staat, met slim en effectief werken? c. kunnen we de betekenis van onze christelijke school in voldoende mate ‘bewijzen’? d. in zijn algemeenheid: is de kwaliteit van het onderwijs op onze school(locatie) voldoende? e. zijn er vormen van samenwerking mogelijk – en willen we dat – die de identiteit van onze school niet (direct of indirect) bedreigen?
17
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | update januari 2015
De intentieverklaring die door het Noorderpoort en Ubbo Emmius is getekend, om te komen tot integratie van het voortgezet onderwijs van Noorderpoort in Ubbo Emmius, is uiting van die maatschappelijk verantwoordelijkheid. We dienen deze jaren ook te gebruiken voor eigen positiebepaling in dezen. activiteiten 12/13
13/14
14/15
15/16
a. Deelname bestuurlijk Platform VO – MBO Groningen b. Netwerk Noord: o.a. ontwikkelen visitatietraject / eerste contractuele samenwerking c. Nadere bepaling van de christelijke identiteit, ook in de RvT a. Deelname bestuurlijk Platform VO – MBO Groningen b. Project ter voorbereiding op integratie van (afdelingen van) Noorderpoort voortgezet onderwijs te Stadskanaal. c. Nieuw RPO Winschoten. d. Nadere bepaling van de christelijke identiteit, ook in de RvT a. Deelname bestuurlijk Platform VO – MBO Groningen b. Integratie van leerlingen/onderwijs van Noorderpoort c. Nadere bepaling van de christelijke identiteit, ook in de RvT a. Deelname bestuurlijk Platform VO – MBO Groningen b. Netwerk Noord:
3.2. Onderwijs Het huidige onderwijsaanbod (we doelen op de zgn. ‘afdelingen’) op de locaties zal niet uitgebreid worden, wel zullen afdelingen – door de komst van afdelingen van Noorderpoort – op meer plaatsen kunnen worden aangeboden. Binnen dit aanbod streeft de school naar betere onderwijsprestaties tot een duurzaam toegekend ‘basisarrangement’ voor alle afdelingen/locaties van de school gewaarborgd is. Naast de ‘meetbare’ opbrengsten willen we ook de ‘niet-meetbare opbrengsten’ van ons onderwijs(de vorming) verhogen. De geformuleerde missie, kernwaarden en de uitgangspunten zijn hierbij leidend. De locaties hebben de opdracht zich te profileren met eigen keuzes. Iedere locatie wil op delen van het onderwijs ‘leidend’ zijn in de regio. Naast het bovenstaande, waar locaties eigen keuzes maken, is er sprake van steeds meer synergie: elkaar versterken door kennis en kwaliteiten, meer dan nu het geval is, te delen. Voorbeelden daarvan zijn m.n. taal, rekenen en het ERK bij de moderne vreemde talen. Er zal de komende jaren meer en structurele aandacht moeten uitgaan naar een goede toepassing van ICT, w.o. de ELO.
18
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | update januari 2015
activiteiten 12/13 13/14 14/15 15/16
3.2.1.
a. b. a. b. a. b. a.
Intentieverklaring met NP opstellen Kwaliteit onderwijs verhogen Projectmatig voorbereiden van integratie Kwaliteit onderwijs verhogen Integratie voortgezet onderwijs NP Kwaliteit onderwijs verhogen Kwaliteit onderwijs verhogen
Leermiddelenbeleid (ICT & ELO) activiteiten
11/12 12/13 13/14 14/15
15/16
Bijeenkomsten van VO-raad over leermiddelenbeleid worden bezocht. Er is een werkgroep leermiddelenbeleid. De conceptnotitie leermiddelenbeleid wordt verder uitgewerkt. Op alle locaties zijn ICT-experts aanwezig. Notitie leermiddelenbeleid wordt uitgevoerd, o.a. door pilots met andere – digitale zoals iPad – vormen van onderwijs. a. Pilots worden geïmplementeerd in de school. b. De school gaat ervaringen opdoen met VO-content en neemt een beslissing over toetreding met het oog op het volgende schooljaar. Er is een brede toepassing van digitale leermiddelen.
3.2.2. Onderbouw Een analyse van de ontwikkeling van de nieuwe onderbouw op onze scholengemeenschap levert een divers beeld op. Locaties hebben op verschillende wijze de basisvorming gezicht gegeven. Algemene vaardigheden spelen overal een belangrijke rol. Over de betekenis van kennis en cognitie en de manier waarop je daar mee om moet gaan wordt, ook op onze school, verschillend gedacht. Prioriteit gaat allereerst, op alle locaties, uit naar taal, rekenen en het ERK. Deze ontwikkeling zal niet los staan van een tweede: de ontwikkeling van onderwijs op de verschillende niveaus van de afdelingen. Er zal een nieuwe, concrete positiebepaling van de onderbouw op alle locaties komen, tegen de achtergrond van de hierboven genoemde zaken, binnen de kaders van wet- en regelgeving.
3.2.3.
Taal en rekenen activiteiten
11/12 12/13
Voor taal en rekenen zijn werkgroepen in het leven geroepen. De werkgroepen formuleren een aanpak voor de cursus 2012-2013 Uitvoeren van taal- en rekenbeleid op de locaties.
19
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | update januari 2015
Scholing van de rekendocenten. Evaluatie van het beleid op basis van uitslagen cito-vo en proeftoetsen. Deelname aan pilottoetsen in de voorexamenklassen. Monitoring van de afspraken die gemaakt zijn in de werkgroepen taal en rekenen. Inrichting van taal- en rekenonderwijs op basis van de evaluatie van 2012-2013. Plan voor leerlingen met achterstanden is gereed. Inrichting van taal- en rekenonderwijs op basis van de evaluatie 2013-2014. Taal- en rekenonderwijs is geïmplementeerd.
13/14 14/15 15/16
3.2.4.
ERK activiteiten
11/12 12/13 13/14 14/15 15/16
Scholing van de voorhoedegroep ERK Nadere implementatie ERK. Het ERK is onderdeel van het lesobservatieformulier. Scholing op het gebied van ERK. Iedere sectie heeft een ERK-voortrekker Scholing en begeleiding van de docenten MVT 60% van alle MVT docenten geeft les volgens de ERK-principes. 80% van alle MVT docenten geeft les volgens de ERK-principes. 100 % van alle MVT docenten geeft les volgens de ERK-principes.
3.2.5. VMBO Het vmbo ontwikkelt zich in de beroepsgerichte leerwegen langs lijnen van competentiegericht onderwijs. Daarmee is voor deze leerlingen de overgang naar het MBO verbeterd. Voor de TL en GL is dat een stuk lastiger. Deze leerwegen hebben veel ‘AVO’ in zich en hier en daar wordt de naam MAVO weer gehoord. Locaties gaan verder met activiteiten die gericht zijn op een goede aansluiting met het MBO. De doorstroming naar het havo (die toeneemt) wordt kritisch gevolgd. Alle afdelingen vmbo kennen een basisarrangement. De opbrengsten staan onder druk voor wat betreft het bovenbouwrendement (behalve Veendam). activiteiten 12/13
13/14
Audit van Capgemini in Veendam en mini-audit in Onstwedde. Schoolbreed verbeterplan ‘Focus op resultaten’. Gezamenlijke voorbereiding op CE door docenten van de locaties. Uitvoering verbeterplan Onstwedde. Traject leiding geven aan het VMBO met externe ondersteuning. Herhaling voorbereiding op CE door docenten van de locaties. Voorbereiding op de vernieuwing van de beroepsgerichte programma’s VMBO Plan voor nieuw LOB in het VMBO
20
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | update januari 2015
14/15
Voorbereiding op de vernieuwing van de beroepsgerichte programma’s VMBO Implementatie nieuwe LOB in het VMBO
15/16
3.2.6. Aansluiting nevenvestigingen – hoofdvestiging De doorstroming vanuit de nevenvestigingen naar de hoofdvestiging wordt kritisch gevolgd. Er wordt niet alleen naar de onderwijsresultaten gekeken, maar ook naar de bevindingen van de leerlingen. Er mag geen significant verschil (in negatieve zin) zijn in vergelijking met de leerlingen uit Stadskanaal. activiteiten 11/12
12/13
13/14 14/15 15/16
Er is een overdrachtsvergadering geweest tussen de decanen van de nevenvestigingen en de teamleiders van de Stationslaan. Er zijn afspraken gemaakt over het niveau van de toetsen. Er is een overzicht van de rendementen van de instroom. Er is overleg opgestart tussen de teamleiders van de afzonderlijke locaties. Er zijn doorlopende leerlijnen voor de kernvakken. Er is een aanvullend programma op alle locaties voor TL-leerlingen die na het examen naar het havo willen (Engels en Wiskunde). Na evaluatie zijn verbeterpunten geformuleerd. Deze worden uitgevoerd. 80% van de leerlingen is tevreden over de aansluiting. De aansluiting verloopt zonder noemenswaardige problemen. Het niveau van de leerlingen is op peil. De aansluiting is geen probleem meer.
3.2.7. Studiehuis Havo en vwo hebben een basisarrangement. Het bovenbouwrendement is echter (nog) niet op orde. Te veel leerlingen doen te lang over de bovenbouw. Dit behoeft veel aandacht van de locatie. Voor het havo is het belangrijk dat het een ‘eigen smoel’ krijgt. Het moet niet de afgeleide van vwo (te moeilijk) en vmbo (te gemakkelijk) zijn. Het ‘smoel’ moet juist de leerlingen in deze afdeling aanspreken en leerlingen laten excelleren. Belangrijk is dat secties de niveauverantwoordelijkheid op zich gaan nemen. Daarnaast wordt gewerkt aan het geven van een eigen gezicht van het vwo. Daartoe richt men zich op talentontwikkeling en hoogbegaafdheid.
activiteiten
21
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | update januari 2015
11/12 12/13
13/14
14/15 15/16
In het bestuursakkoord is aangegeven dat scholen zich o.m. op talentontwikkeling en hoogbegaafdheid moeten richten Er is een werkgroep ingesteld. De werkgroep komt met voorstellen op lange- en korte termijn. Er vindt een pilot indikken en verrijken plaats met de vakken Nederlands en Geschiedenis. In het voorjaar 2013 komt er schoolbreed een soort ‘wetenschapsquiz’ die een heuse avondvullende happening gaat worden. De uitstraling moet zijn dat het hebben en toepassen van kennis leuk’ is en voldoening schenkt. Bij de organisatie van de quiz moet zoveel mogelijk leerlingtalent benut worden (technici voor beeld en geluid; bandjes voor de muziek, etc). Potentiële kandidaten in groep 8 tijdig selecteren, naar school halen en hun een ambitieus curriculum met doorlopende leerlijnen naar US aanbieden. De school kan daarbij gebruik maken van reeds bestaande expertise en praktijkervaring. We moeten het wiel vooral niet zelf willen uitvinden maar juist externe expertise benutten. Ambitieuze lesprogramma’s zoals CAE (Engels), DELF/DALF (Frans) en WON moeten ruimte krijgen in de school. Ook hier geldt: er zijn vele scholen met praktijkervaring. De RUG is dichtbij; de door de RUG aangeboden scholierenacademie kan prima door de school benut worden. Er worden plannen gemaakt voor vakoverstijgende lesmodules, al dan niet in projectvorm. Die programma’s zullen de basisstof moeten ontstijgen; daarbij moet worden ingezet op begrippen als “Bildung”, “eruditie,” “ meerwaarde.” Er bestaat een uitgewerkt voorbeeld van een dergelijk lesprogramma over “Utopie”. Op basis van evaluatie zal het programma indien nodig bijgesteld en uitgebreid worden. Op basis van evaluatie zal het programma indien nodig bijgesteld en uitgebreid worden.
3.3. Ondersteuning en begeleiding 3.3.1 Passend Onderwijs Door de invoering van Passend Onderwijs werkt de school met een ondersteuningsprofiel en geeft uitvoering aan de zorgplicht. Het een en ander zal in nauwe samenwerking met de samenwerkingsverband Groningen Ommeland 20.02 gebeuren. activiteiten 11/12 12/13
Opstellen ondersteuningsprofiel per locatie/afdeling Maken van een onderwijsondersteuningsprofiel per locatie/afdeling. Strategische keuzes v.w.b. Passend Onderwijs zijn gemaakt. Ambities zijn geformuleerd. Werken aan de basiszorg.
22
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | update januari 2015
13/14 14/15 15/16
Het personeel is op de hoogte van de koers van Ubbo Emmius v.w.b. Passend Onderwijs. Inhoudelijke voorbereiding op Passend Onderwijs. Scholing om de basiszorg op orde te krijgen. Maatregelen om de ambities te verwezenlijken worden genomen. De basisondersteuning is op orde. Ervaring opdoen met werken met de zorgplicht. Evalueren van het onderwijsondersteuningsprofiel en eventueel bijstellen van de inhoudelijke aanpak.
3.3.2 Herbezinning RT Zowel de komst van Passend Onderwijs als de verplichting om aanpakken te hebben voor leerlingen met achterstanden op taal en rekenen dient de vraag gesteld of de huidige inrichting van de RT de juiste is. activiteiten 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16
Inventarisatie van vormen van RT en eerste aanzet om leerlingen met taal- en rekenproblemen in de klas te helpen. Notitie Passende Ondersteuning is gereed. De notitie wordt geschreven i.s.m. de zorgcoördinatoren, de orthopedagogen en de schoolpsycholoog. Fasegewijze Implementatie van de uitgangspunten van Passende Ondersteuning. Scholing van RT-docenten. Verdere implementatie Passende Ondersteuning. Passende Ondersteuning is ingevoerd.
3.4. Sturen en monitoren De notitie ‘Geheid beter!’ zorgde voor reflectie op en nadere uitwerking van ‘sturen en monitoren’. Daarbij ging het om nauwkeuriger beschrijving van verantwoordelijkheden en de inzet van middelen en financiën. Er is scholing geweest. In het strategisch beleidskader wordt hieraan gerefereerd waar gesteld wordt: “Ubbo Emmius heeft een heldere taak-, bevoegdheid- en verantwoordelijkheidstructuur door het formuleren van (te behalen) prestaties voor alle lagen in de organisatie gekoppeld aan een interne en externe verantwoording.” De komende jaren staan in het teken van een verdere implementatie. Daarbij is sprake van verschillende niveaus. De rol en betekenis van het staf- en bestuursbureau wordt bijvoorbeeld omschreven, maar ook die van directieleden en teamleiders. Voor wat betreft het staf- en bestuursbureau gaat er gewerkt worden met een nieuwe cyclus voor P&C. Deze vraagt bijvoorbeeld om ICS-formulieren (de vaststelling dat bepaalde zaken daadwerkelijk gebeurd zijn). Deze worden in het komende jaar ontwikkeld en mogelijk, op basis van het gebruik, aangepast. Via de cyclus zijn alle schoolbrede activiteiten in beeld, met de bedoeling
23
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | update januari 2015
daarin te sturen. Het vraagt veel van betrokkenen: men dient zich te houden aan afspraken en deadlines; er is veel afstemming tussen directeuren, teamleiders en medewerkers van het stafbureau nodig. De voorgestelde manier van werken is voor een deel een cultuurverandering en gaat tijd vragen. We trekken er drie jaar voor uit. Naast bovenstaande organisatorische aansturing staat de onderwijskundige aansturing. Dat is een taak van de managementteams. Er is op dit terrein relatief veel scholing geweest, mede gebaseerd op ontwikkelassessments. Deze scholing moet doorgaan, maar dan vooral ‘on the job’. Dat betekent dat gestelde doelen centraal staan en in relatie daartoe de rol en betekenis van directeur en teamleider aan de orde zijn. Centraal doel: de basis moet op orde zijn. activiteiten 12/13
a. b. c. d. e.
13/14
a. b. c. a. b. a. b.
14/15 15/16
Notitie staf- en bestuursbureau wordt afgerond: start implementatie. Nieuwe, aangepaste cyclus P&C wordt gehanteerd. Op basis van P&C: ontwikkeling ondersteunende documenten. Transparantie t.a.v. bovenstaande zaken door inzet van intranet. Scholing directeuren en teamleiders: “Confronterend leiderschap met behoud van relatie”. Tweede implementatiejaar: staf en bestuur. Definitieve implementatie van cyclus P&C Scholing directeuren en teamleiders gericht op de basis op orde. Definitieve implementatie: staf en bestuur. Scholing directeuren en teamleiders gericht op de basis op orde. … …
3.5. Kwaliteitsbeleid en -zorg Voor wat betreft de ontwikkeling van kwaliteitsbeleid en -zorg, zit de scholengemeenschap volop in een ontwikkelingsproces, waarbij de impact en betekenis van dit beleid en de uitwerking ervan zich steeds indringender manifesteert. In de komende jaren zal het kwaliteitsbeleid, zoals geformuleerd in de conceptnotitie ‘Beleidsplan Verantwoording’, verder worden geïmplementeerd. Omdat er sprake is van een iteratief proces, zal pas op het eind van dit traject het beleidsplan definitief beschreven kunnen zijn. Van meet af aan zijn de volgende domeinen en subdomeinen in beeld geweest: Identiteit: realisatie missie/visie en realisatie schoolplan Beleid /organisatie: leiderschap; realisatie schoolplan; organisatie; externe samenwerking; interne en externe communicatie en personeelsbeleid Onderwijs: opbrengsten, onderwijsproces, leerlingzorg en onderwijstijd Kwaliteitsbeleid: verantwoording Bedrijfsvoering: personeel, financiën, borging continuïteit, ICT en huisvesting.
24
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | update januari 2015
Er is voor gekozen om in één schooljaar (2012-2013) in de volle breedte op alle genoemde terreinen met indicatoren aan de slag te gaan. Het gaat daarbij om metingen op allerlei terrein, maar ook om enquêtes en tevredenheidsonderzoeken. Dat betekent wel dat we dat schooljaar als een proefjaar zien. Er zullen evaluaties plaatsvinden die invloed zullen hebben op een tweede en later definitieve versie van de indicatorenset. De uiteindelijke implementatie is voorzien voor het schooljaar 2014-2015. Voor verdere informatie verwijzen we naar de genoemde notitie. activiteiten 11/12
12/13
13/14
14/15
15/16
c. d. e. f. g. a. b. c. d. e. f. a. b. c. d. a. b. c. a. b.
conceptnotitie Beleidsplan Verantwoording vaststellen domeinen, subdomeinen, indicatoren en subindicatoren en praktijken aanstellen en scholing van LMK’s op de vestigingen ontwikkelen handboek t.b.v. vullen Vensters Vensters voor Verantwoording geheel gevuld ontwikkelen eerste set indicatoren invoering van de vier monitorgesprekken per locatiedirecteur invoering van twee monitorgesprekken per stafdirecteur ontwikkeling KMS up-to-date houden van de Venster m.b.v. het handboek voorbereiding met andere scholen op visitatietraject ontwikkeling tweede set indicatoren verdere implementatie monitorgesprekken implementatie KMS opnemen Vensters in regulier beleid werken met een definitieve set indicatoren definitieve implementatie monitorgesprekken integrale zelfevaluatie … …
3.6. Communicatie Op basis van onderzoek, gedaan door een extern bureau, kunnen we vaststellen dat de interne communicatie op onze scholengemeenschap verbetering behoeft. Met het oog daarop is een plan geschreven en een kadernotitie vastgesteld. Dat plan voorziet niet alleen in de verbetering van de interne communicatie, maar ook in die met ouders/verzorgers.
25
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | update januari 2015
Aansluitend bij het strategisch beleidskader gaat het er om een professionele organisatie te zijn, waarbinnen, in alle lagen, wordt gewerkt met de kernwaarden betrokken, prestatiegericht en inspirerend. Leiderschap is onderwijskundig leiderschap. Dat vormt dan ook het doel van het communicatiebeleid op onze school. Binnen die school werken mensen die trots zijn op hun organisatie. Voor verdere informatie verwijzen we op deze plaats naar de kadernotitie. activiteiten 11/12 12/13
13/14
a. b. a. b. c. d. e. f. a. b. c. d. a. a. b. c. d. e.
Vaststelling kadernotitie communicatie op basis van onderzoek Voorbereidingen intranet. Invoering intranet. Start met digitale nieuwsbrieven voor ouders (naast papieren versie). Start met emailbrieven met medewerkers en ouders. Inhoudelijke aandacht voor de interne communicatie PR: Veendam en Winschoten Inzet sociale media. Implementatie digitale nieuwsbrieven. Implementatie emailbrieven voor medewerkers en ouders. PR: Veendam Implementatie sociale media inrichten en invoeren van een nieuwe website idem t.a.v UbboNet uitbouwen van digitale communicatie met ouders implementatie van (aangepaste huisstijl)
15/16
3.7. Personeelsbeleid Op personeelsgebied is veel ontwikkeld, maar nog niet integraal samengevat in een integraal personeelsbeleid (IPB). De ontwikkeling daarvan zal zeker enige jaren vergen. Het accent zal de komende jaren op andere zaken komen te liggen. Belangrijk is om het implementatieplan functiemix, met alle daarbij behorende acties, daadwerkelijk uit te voeren (zie Implementatieplan Functiemix). In het schooljaar 2012-2013 is veel gepland werk blijven liggen. De oorzaak daarvan lag m.n. in het achterblijven van de onderwijsresultaten in het VMBO. In Stadskanaal zijn niet alle functioneringsgesprekken gevoerd; deze worden doorgeschoven naar 2013-2014. In 2012-2013 is besloten Afas in te voeren, in eerste instantie t.b.v. het personeelsbeleid (deel 1) en vervolgens ook voor het financiële beleid. De invoering zal geleidelijk plaatsvinden. activiteiten
26
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | update januari 2015
11/12
12/13
13/14
14/15
15/16
a. Implementatieplan functiemix is ontwikkeld. b. Ten behoeve van de uitvoering van personeelsbeleid zijn formats beschikbaar t.b.v. werving, selectie, beoordeling, ziekte enz. c. Eigen begeleidingsplan startende docenten. d. Invoering FOLETA. a. Begeleiding startende docenten en juniordocenten volgens een eigen programma, dat voorziet in een goede intrede op onze school met positieve waardering van tenminste 80% van de betrokkenen. b. Functioneringsgesprekken voor alle medewerkers volgens implementatieplan functiemix. c. Toedeling eerste nieuwe functies op basis van implementatieplan functiemix. d. Implementatie van Raet online. a. Ontwikkeling nieuw verzuimbeleid dat leidt tot een verzuim onder het landelijk gemiddelde. b. Start implementatie nieuwe verzuimbeleid (evt. scholing). c. Ontwikkeling sociaal plan. d. Ontwikkeling nieuw scholingsplan in relatie tot doelen in implementatieplan functiemix. e. Ontbrekende delen IPB invullen. f. Implementatie Afas – deel 1 a. Verdere implementatie verzuimbeleid. b. Ontbrekende delen IPB invullen. c. Implementatie Afas – deel 2 a. IPB gereed
3.8. Beheer en financiën De school is zelf verantwoordelijk voor het financieel beleid. De school ontvangt een rijksbijdrage die bestaat uit een personele en een materiële component. Deze vormen samen ruim 95% van de inkomsten van de school. Inkomsten zijn direct gerelateerd aan het aantal leerlingen. De krimp in leerlingenaantal wordt kritisch gevolgd en zal in de meerjaren begrotingen tot uiting komen. Mede ook door overheidsmaatregelen zullen er bezuinigingen volgen. Huisvesting is gedecentraliseerd naar de gemeenten. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor goed huisvesten van alle scholen binnen hun grenzen. Wij hebben te maken met de gemeenten Stadskanaal, Veendam en Winschoten. De school is verantwoordelijk voor het onderhoud aan de binnenkant en het grootste gedeelte van de buitenschil. Investeringen voor de komende jaren zijn nodig op het terrein van het binnenklimaat (CO2) en energiebesparende maatregelen.
27
Schoolplan 2012-2016 Werkveld beleid | update januari 2015
Er komen meer ‘letters’ in de begroting. Locatiedirecteuren worden uitgenodigd meer dan nu het geval is mee te denken in beleidsontwikkeling en de daaruit voortvloeiende beslissingen voor hun rekening te nemen. activiteiten 12/13
13/14
a. b. c. d. e. a. b. c.
De RI&E voor Stadskanaal wordt geactualiseerd en getoetst. Eerste aanzet voor een investeringsbegroting voor facilitair en ICT. Training BHV’ers op alle locaties. Opleiden van ploegleiders BHV in Veendam en Onstwedde. Starten met het opzetten van een handboek AO voor PZ. De RI&E voor Winschoten wordt geactualiseerd en getoetst. Verdere ontwikkeling van een investeringsbegroting. Verdere ontwikkeling handboek AO.
a. RI&E actualiseren en toetsen voor de gehele school b. Invoeren budgettering op locaties c. Implementeren nieuw verzuimbeleid in relatie tot blijvende inzetbaarheid d. a.
Vastgesteld door het bestuur op 22 maart 2013, na instemming van de MR d.d. 21 maart 2013.
28