Schoolplan

Schoolplan 2012-2016

Instemming MR dd: 11 juni 2012

Jac. P. Thijsse College Het Jac. P. Thijsse College is een scholengemeenschap voor mavo, havo en vwo met ruim 2000 leerlingen, gehuisvest in een modern, goed geoutilleerd gebouw.

Bezoekadres: De Bloemen 65 1902 GT Castricum

Postadres: Postbus 314 1900 AH Castricum BRIN-nummer: 20 MH Telefoon: Fax: e-mail website:

0251 – 652571 0251 – 657302 [email protected] www.jpthijsse.nl

Bevoegd gezag Het Jac. P. Thijsse College valt onder het bestuur van de Stichting Voortgezet Onderwijs Kennemerland (SVOK). Onder deze stichting vallen ook het Bonhoeffer College in Castricum en het Kennemer College in Beverwijk en Heemskerk. Onder dit bestuur behouden de scholen hun eigen autonomie en mogen zij hun eigen identiteit naar buiten uitstralen. Het Jac. P. Thijsse College was oorspronkelijk een openbare school en onderschrijft als algemeen bijzondere school de principes van het openbaar onderwijs nog steeds.

Bezoekadres: SVOK Antillenstraat 21 Beverwijk

Postadres: SVOK Postbus 387 1940 AJ Beverwijk Website: www.svok.nl


2/24

Inhoud Bevoegd gezag .......................................................................................................................................... 2

1. INLEIDING..................................................................................................................................... 5 2. MISSIE, VISIE EN AMBITIE ........................................................................................................ 6 3. ONDERWIJS .................................................................................................................................. 7 3.1 Visie: ontwikkeling van de leerling centraal .............................................................................. 7 3.2 Onderwijsconcept: VIP = leerlijnen x ontwikkellijnen ........................................................... 7 3.3 Onderwijsconcept: Onderwijsinnovatie.................................................................................... 10

4. POSITIEF PEDAGOGISCH-DIDACTISCH KLIMAAT OP HET JAC. P. THIJSSE COLLEGE .... 11 4.1. Pedagogische uitgangspunten ..................................................................................................... 11 4.2. Verschillende rollen: ..................................................................................................................... 11

5. ZORG ........................................................................................................................................... 12 5.1. Visie................................................................................................................................................... 12 5.2. Passend onderwijs ......................................................................................................................... 12 5.3. Begrensde mogelijkheden ............................................................................................................ 12 5.4. Zorgmodel ....................................................................................................................................... 12 5.5. Verbeterpunten .............................................................................................................................. 13 5.6. Samenwerkingsverband ............................................................................................................... 13

6. PERSONEELSBELEID ................................................................................................................. 14 6.1. Uitgangspunten van het personeelsbeleid ................................................................................ 14 6.2. Excellente medewerkers en docenten, ‘niet vinken maar vonken!’ .................................... 14

7. ORGANISATIE............................................................................................................................. 15 7.1. Organisatie- en cultuurkenmerken ........................................................................................... 15 7.2 Ontwikkelingen naar een driedimensionale organisatie ....................................................... 15 7.3. Doelstellingen en acties in de komende jaren ......................................................................... 15 7.4. Organisatie: Schematisch overzicht .......................................................................................... 16

8. KWALITEITSZORG..................................................................................................................... 18 8.1. Waarom Kwaliteitszorg? ............................................................................................................. 18 8.2. Meten is weten ................................................................................................................................ 18 8.3. Planning en Control ...................................................................................................................... 18 8.4. Onze ‘stakeholders’....................................................................................................................... 19

9. ICT .............................................................................................................................................. 20 9.1. Achtergrond .................................................................................................................................... 20 9.2. Uitgangspunten .............................................................................................................................. 20

10. VEILIGHEID .............................................................................................................................. 21 11. MIDDELEN ................................................................................................................................ 23


3/24

11.1. Formatiebeleid ............................................................................................................................. 23 11.2. Financiën ....................................................................................................................................... 23 11.3. Gebouwen en beheer................................................................................................................... 23

12. HET JAC. P. THIJSSE COLLEGE EN DE SVOK ................................................................... 24 13. DE PRESTATIEBOX .................................................................................................................. 24


4/24

1. Inleiding Onze huidige en toekomstige leerlingen groeien op in een maatschappij die globaliseert en waarin (lands)grenzen vervagen. We leven in Nederland met een diversiteit aan culturen. Ons land is altijd al een land geweest dat vanuit economisch perspectief gericht is op Europa en de wereld en waar mensen uit andere culturen werkzaam zijn. Dit betekent dat onze leerlingen opgroeien en zich moeten ontwikkelen in een wereld die niet ophoudt bij de grenzen van hun directe omgeving. De opkomst van de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) als economische grootmachten maakt dat ons bedrijfsleven zich nog sterker richt op buitenlandse markten. Ook binnen Nederland, door het wegvallen van grenzen in Europa, komen onze leerlingen in hun latere werkomgeving steeds meer mensen tegen met een andere nationaliteit en andere cultuur. Dit alles maakt dat het begrip van en voor andere culturen en internationale oriëntatie steeds belangrijker wordt. Maar niet alleen vanuit maatschappelijk en economisch perspectief is een internationale oriëntatie belangrijk. Gevoed door technologische ontwikkelingen en digitale toepassingen gaan de ontwikkelingen in informatievoorziening razendsnel. Ook daar zie je grenzen verdwijnen. Informatie komt uit alle delen van de wereld tot je via chat, sms, Twitter, Facebook, mail, nieuwsgroepen, blogs, internet … en is vrijwel direct beschikbaar. De leerling van nu moet leren met deze informatie om te gaan. Hij zal de informatie moeten beoordelen en integreren in wat hij al weet. Conceptuele kennis als historisch besef, ruimtelijk inzicht, geografisch besef, inzicht in de werking en verklaring van verschijnselen worden steeds belangrijker en houden niet op bij de grenzen van de directe omgeving. Jongeren van tegenwoordig zullen in toenemende mate te maken krijgen met de verschillende problemen in de hele wereld zoals duurzaamheid, milieu en klimaat. Dit vraagt om oplossingen die zich niet beperken tot de eigen (lands)grenzen. Inzicht in allerlei processen die zich overal in de wereld afspelen zijn van groot belang. Dit nieuwe schoolplan wordt opgesteld op het moment dat de minister twee actieplannen het licht laat zien. Het actieplan Beter Presteren: opbrengstgericht en ambitieus (het beste uit leerlingen halen) en het actieplan Leraar 2020 – een krachtig beroep! De overheid zegt te streven naar een cultuur van opbrengstgericht werken, gericht op optimalisatie van de leerresultaten van alle leerlingen, en waarin een cruciale rol is weggelegd voor de docent. Begin januari is in dit kader de „prestatiebox‟ geïntroduceerd. Wijze van verantwoording en plan van aanpak zijn als bijlagen toegevoegd. Last but not least maken we in het voorjaar 2012 binnen SVOK werk van de meerjarenvisie met als ondertitel „op weg naar excellentie‟. Dit schoolplan sluit ook daar op aan. In de komende jaren zullen we ons moeten richten op de verdere positionering en herkenbaarheid van de school in en voor haar omgeving. Wat betekent excellentie? Waar willen we op aangesproken worden? Welke rol speelt ICT daar in? Vanuit deze uitgangspunten en de onderwijskundige en maatschappelijke ontwikkelingen willen we de school verder ontwikkelen om zo een school te zijn waar leerlingen met plezier naar toe gaan en goede resultaten behalen. Dit schoolplan levert daartoe een bijdrage. Het geeft directie, teamleiders en alle andere medewerkers handvatten en sturing. Daarnaast moet het voldoende ruimte bieden voor de ontwikkeling van eigen ideeën binnen de teams. Het schoolplan is geen beschrijving van een product maar een beschrijving van een proces van de weg, die we willen gaan om ervoor te zorgen dat het Jac. P. Thijsse College voor huidige en toekomstige leerlingen en medewerkers een belangrijke plaats inneemt in hun ontwikkeling. Als uitwerking van dit schoolplan maken we beleidsplannen, jaarplannen en actieplannen. Namens de directie, Ton Heijnen, Rector (februari 2012) Schoolplan 2012-2016

5/24

2. Missie, Visie en Ambitie Missie Het is onze missie om leerlingen optimaal voor te bereiden op een samenleving die steeds verandert en meer en meer pluriforme en internationale aspecten krijgt. We verlangen daarbij van onze leerlingen een actieve opstelling in een wereld met onbegrensde mogelijkheden. We willen tevens de basis leggen om succesvol te zijn in de vervolgopleiding en in de rol in die samenleving, de rol als wereldburger. Een wereldburger die zich verantwoordelijk voelt en verantwoordelijkheid neemt voor de eigen ontwikkeling, de ontwikkeling van anderen en van de omgeving!

Visie Wij zien iedere leerling als een Very Important Person (VIP): iedere leerling is op onze school‘de belangrijkste’ leerling. Maar de letters VIP staan bij ons ook voor iets anders. Om een volwaardig en succesvol deelnemer in de maatschappij te zijn, heeft elke leerling naast Vakkennis en Vakvaardigheden Persoonlijke kwaliteiten nodig. Wat betreft het laatste denken we aan discipline, doorzettingsvermogen, creativiteit, het in staat zijn samen te werken met anderen en het kunnen inspelen op onverwachte situaties. De ontwikkeling van kennis en vaardigheden en de persoonlijke ontwikkeling van onze leerlingen willen we Integreren in ons onderwijsaanbod, zowel in vaklessen als tijdens themagerichte en vakoverstijgende opdrachten en projecten. Ons onderwijsaanbod laten we zo veel mogelijk aansluiten bij de complexe werkelijkheid en de belevingswereld van de leerlingen. Elk kind is anders wat betreft talenten, interesses en het tempo van ontwikkeling. Het Jac. P. Thijsse College speelt met zijn onderwijs en begeleiding in op deze verschillen. Het doet dat binnen een duidelijke structuur. Daarin is helder wat moet en wat mag.

Ambitie Het is onze ambitie om de missie en visie maximaal waar te maken. We willen dat het Jac. P. Thijsse College een school is waarin leerlingen en medewerkers er samen voor zorgen dat we tot de beste scholen van Nederland behoren. We streven niet alleen naar uitstekende concrete resultaten van onze leerlingen maar ook naar hoge scores in tevredenheidsonderzoeken onder (oud)leerlingen, medewerkers en ouders. Goed onderwijs in een veilige omgeving zal ertoe leiden dat onze (oud)leerlingen spreken over hun school als (één van) de beste, plezierigste en actiefste van het land. In bovenstaande missie, visie en ambitie beschrijven we een vergezicht dat wij nastreven. We realiseren ons dat we in het hier en nu niet voldoen aan alle doelen die we ons stellen. Het geeft echter aan waar we ons op richten en elke dag weer aan werken.


6/24

3. Onderwijs 3.1 Visie: ontwikkeling van de leerling centraal Het Jac. P. Thijsse College staat voor onderwijs dat gericht is op de optimale ontwikkeling van de leerling. Elke leerling willen we maximaal voorbereiden op de eisen van vervolgopleidingen, de beroepspraktijk en de rol als wereldburger. Vandaar dat het noodzakelijk is onderwijs aan te bieden, waarbij de persoonlijke vaardigheden en ontwikkelingen centraal staan. Dit vindt plaats naast een hoogwaardig aanbod van klassieke vakkennis en vaardigheden. De docent is en blijft een van de belangrijke motivatoren van de leerling. Hij stelt eisen en verwacht discipline bij het uitvoeren van opdrachten. De docent daagt de leerling uit om zich op zoveel mogelijk terreinen te ontwikkelen. Met het besef echter dat elke leerling verschillend is en mág zijn, benadert en begeleidt hij hem -waar nodig- zoveel mogelijk individueel. Met een op maat gesneden advies kan deze vervolgens zijn voordeel doen. De leerling krijgt bovendien door een gedifferentieerde aanpak de kans om zich volledig te ontwikkelen en zijn talenten uit te bouwen. Het is de eigen verantwoordelijkheid van iedere leerling om die kansen te benutten.

3.2 Onderwijsconcept: VIP = leerlijnen x ontwikkellijnen Het ontwikkelingsgerichte leerconcept VIP laat zich als volgt vertalen: 1. ‘V’ staat voor: Vakkennis, Verstand van zaken, Vaardigheden; 2. ‘P’ staat voor: Persoonlijke ontwikkeling en de Persoonlijke begeleiding die daarbij hoort; 3. ‘I’ staat voor: Integratie van vakinhoud en persoonlijke vaardigheden in de vaklessen, maar ook in complexe, themagerichte en vakoverstijgende opdrachten. Wat moeten we ons zoal voorstellen bij de „V‟ en de „P‟? Hieronder een aantal vaardigheden die wij daaronder verstaan:

V

P

Klassieke vakkennis en vaardigheden Klassieke lessen Hoogwaardige kwaliteit lessen Strenge eisen “Schools” (net zo lang op school tot het af is) Rekenen Lezen Memoriseren Ontwerpen Presenteren Onderzoeken Aantekeningen maken Duiden Waarderen Selecteren

Persoonlijke kwaliteiten en vaardigheden Projecten Plannen en organiseren Samenwerken Prioriteiten stellen Keuzes (kunnen maken) Zelfstandigheid Verantwoordelijkheid dragen Verantwoording afleggen Feedback Reflectie Improviseren Zelfvertrouwen Creativiteit Discipline

Doorlopende leerlijnen hebben betrekking op de cognitieve kant in het onderwijs, doorlopende ontwikkellijnen op de persoonlijke vaardigheden. Een vraag is: hoe kunnen wij onze leerlingen zich laten ontwikkelen op zowel leerlijnen als ontwikkellijnen? Een vraag is ook hoe we beide lijnen met elkaar verbinden, zodat deze elkaar versterken. Op welke wijze kom je tot een vloeiende integratie? Daartoe is het van belang te stellen dat zowel de „V‟ als de „P‟ evenveel bestaansrecht hebben. Beide lijnen zijn met evenveel recht in de organisatie ingebed. Een en ander past in het volgende model:


7/24

P

V

Persoonlijke kwaliteiten & vaardigheden

‘Klassieke’ vakkennis en vaardigheden ‘klassieke’ lessen: hoogwaardige kwaliteit, strenge eisen, ‘schools’, rekenen, lezen, memoriseren, ontwerpen, presenteren, onderzoeken, aantekeningen maken, duiden, waarderen, selecteren

Integratie tussen V en P :

projecten: plannen & organiseren, samenwerken, prioriteiten stellen, keuzes (kunnen maken), zelfstandigheid, verantwoordelijkheid dragen, verantwoording afleggen, feedback, reflectie, improviseren, zelfvertrouwen, creativiteit, discipline

◄ Aan de V een deel P toevoegen! Aan de P een deel V toevoegen ►

met persoonlijke feedback, reflectie


Themagericht en vakoverstijgend Aansluiting bij de complexe werkelijkheid en de belevingswereld van leerlingen Opdrachten en projecten Talentontwikkeling Differentiatie Flexibele lesinvulling Aansluiten bij individuele leerstijlen Individuele portfolio-opbouw Internationalisering ICT als hulpmiddel

geen vrijblijvendheid, óók vakinhoud, beoordeling

8/24

Het model doet denken aan de meetbril bij de opticien. De komende jaren kijken we door deze bril naar alle ontwikkelingen. Als je de bril voor je houdt, zie je twee verschillende glazen. Zet je de bril echter op, dan vloeien de beelden tot één geheel in elkaar over. We beoordelen zo met elkaar in hoeverre gewerkt wordt aan een toenemende mate van integratie tussen de „V‟ en de „P‟. Aan het einde van de aanstaande schoolplanperiode moet de integratie tussen de „V‟ en de „P‟ voor een belangrijk deel gerealiseerd zijn. De bril is de komende jaren ons toetsingskader. Op dit moment zijn we binnen de school al met integrerende activiteiten bezig. Om één en ander in kaart te brengen zetten we de bril op en vragen we ons het volgende af:   

wat doen we al aan „V‟ en „P‟ en „I‟, waar staan we nu: de zogenaamde nul-meting, waar willen we naar toe: het gewenste eindresultaat per einde schoolplanperiode, wat gaan we per wanneer op welke wijze realiseren?

2011/2012

2012/2013

2013/2014

2015/2016


9/24

3.3 Onderwijsconcept: Onderwijsinnovatie Vanuit onze visie willen wij elke leerling in overeenstemming met zijn ontwikkelingsbehoefte extra, innovatieve onderwijsmogelijkheden bieden. Het Jac. P. Thijsse College is een grote school met gedreven en kundige medewerkers. Het heeft de mogelijkheid zich op verschillende terreinen naast elkaar te profileren en kan de keuze maken om meerdere innovaties tegelijk te faciliteren. De pijlers van onze school voor de komende jaren betreffen: TTO (tweetalig onderwijs) voor mavo, havo en vwo, moderne vreemde talen met onder andere Cambridge Engels, Goethe Duits en Delf scolaire, taal, rekenen, bèta, ict en e-klassen, cultuur/theater, sport, gamma, internationalisering, international business, RTTI, oplossingsgericht werken in een positief pedagogisch klimaat, opleidingsschool en differentiatie. Inmiddels is er sprake van een projectorganisatie. Daarmee houden we de stroomlijning en implementatie van innovatieve ontwikkelingen overzichtelijk en beheersbaar. Jaarlijks stellen de coördinatoren van de verschillende pijlers in overleg met de teamleiders hun jaarplan op met activiteiten. Deze worden binnen de diverse teams onder verantwoordelijkheid van de teamleiders geïmplementeerd. De projectorganisatie staat beschreven in een aparte beleidsnotitie. De ontwikkelingen van de innovaties en de voortgang van de implementaties maken we transparant. Op deze wijze kan de schoolleiding bewust keuzes maken ten aanzien van te adopteren ontwikkelingen. Ook kan zij prioriteiten stellen. Steeds opnieuw hanteert de schoolleiding daarbij als toetsingskader de missie, visie en ambitie én de VIP-bril.


10/24

4. Positief pedagogisch-didactisch klimaat op het Jac. P. Thijsse College Voor het optimaal presteren vinden wij betrokkenheid van leerlingen bij de school en het eigen leren zeer belangrijk. Als school constateren we dat een groot aantal leerlingen die betrokkenheid heeft en goede resultaten haalt; een kleinere groep vraagt extra aandacht en een andere aanpak. Het Jac. P. Thijsse College kiest in zijn algemeenheid voor een stimulerende pedagogisch-didactische aanpak en voor leerlingen die dat nodig hebben een „schoolse aanpak‟ en duidelijke regels.

4.1. Pedagogische uitgangspunten Op het Jac. P. Thijsse College werken we aan een pedagogisch klimaat op grond van de volgende uitgangspunten: 1. Leerlingen weten welk gedrag van hen wordt verwacht We stellen een beperkt aantal positief geformuleerde „huisregels‟ op. Daarin geven we duidelijk aan welk gedrag we verwachten vanuit onze gemeenschappelijke waarden met als thema‟s Respect, Verantwoordelijkheid en Veiligheid. 2. Gewenst gedrag bespreken we in (mentor)lessen, teamvergaderingen, leerlingenpanels/studiehuisraden en osl regelmatig Afspraken en regels bespreken we regelmatig (in ieder geval jaarlijks) opnieuw. 3. Gewenst gedrag wordt bekrachtigd Onze aandacht richten we vooral op gewenst gedrag. Bekrachtigen gebeurt door het geven van complimenten gekoppeld aan gewenst gedrag. Het aantal complimenten voor gewenst gedrag heeft de overhand op het aantal correcties. We baseren deze benadering op de overtuiging dat „dat waaraan je aandacht geeft, groeit‟. 4. Ongewenst gedrag heeft een duidelijke consequentie Vertoont een leerling niet het gewenste gedrag, dan volgt een consequentie. Er is eenduidigheid over de consequenties bij ongewenst gedrag, duidelijk voor leerlingen, docenten en andere medewerkers. Gerechtvaardigde en gewenste sanctieverschillen tussen onder- en bovenbouw spreken we af en communiceren we met elkaar. 5. School, ouders en zorg werken intensief samen De school betrekt ouders bij het onderwijs van hun kind. Op ouderavonden ontvangen zij onder meer informatie over het gedrag dat wij wensen. Bij opvallend of herhaald ongewenst gedrag betrekt de mentor hen snel in het traject om het gedrag in positieve zin te keren.

4.2. Verschillende rollen: 1. De rol van de schoolleiding, docenten en andere medewerkers De rol van schoolleiding, docenten en andere medewerkers is een voorbeeldrol als het gaat om het zich houden aan afspraken en het aanspreken van leerlingen en van elkaar op handhaving van de regels. Consequent gedrag geeft houvast voor leerlingen en biedt steun aan elkaar. 2. De rol van de leerlingen Naast het handelen naar de regels vragen we ook van leerlingen een actieve rol bij het opstellen en handhaven van de regels. 3. De rol van de ouders Ook van ouders verwachten we een actieve en ondersteunende rol bij uitvoering van de regels en afspraken die we met elkaar maken. Hun rol versterkt de driehoek leerling – school – ouder. De school nodigt hen eventueel uit om binnen deze driehoek te participeren. Schoolplan 2012-2016

11/24

5. Zorg 5.1. Visie Ons zorgaanbod sluit aan bij onze visie van een gedifferentieerde aanpak. Zoveel mogelijk stemmen we dit af op de behoefte van de leerling. De zorg gebeurt integraal: alle medewerkers bieden haar aan vanuit de eigen taakstelling. Ze vindt bovendien planmatig en gestructureerd plaats maar wel binnen de grenzen van de mogelijkheden van de school. Onze zorg beoogt dat leerlingen zich veilig en gezond voelen en zonder uitval het einddiploma halen. Voor een goede zorg is een soepele samenwerking noodzakelijk tussen alle partijen in de driehoek leerling / school / ouder.

5.2. Passend onderwijs Overeenkomstig het beleid van Passend Onderwijs is onze inzet erop gericht om zorg vooral preventief in te zetten. Dat betekent dat we signalen in een vroegtijdig stadium oppikken en duiden, waarna er adequate en deskundige interventies plaatsvinden. De geïntensiveerde samenwerking met de externe ketenpartners biedt de mogelijkheid om snel door te verwijzen. De praktijk heeft bewezen dat wij in goed en open overleg met ouders/verzorgers, deskundige medewerkers en externe ketenpartners heel veel kunnen bieden aan leerlingen met een handicap en/of stoornis. De leerling in kwestie dient echter wel te voldoen aan onze toelatingscriteria.

5.3. Begrensde mogelijkheden Mede door zijn grootte en organisatie biedt het Jac. P. Thijsse College tal van mogelijkheden als het gaat om persoonlijke zorg. Toch gelden ook voor ons beperkingen in wat we aankunnen, mocht de noodzaak bestaan voor intensieve en/of frequente individuele zorg. Het is namelijk niet zo dat onze school de beschikking heeft over onbeperkte specialistische deskundigheid op alle terreinen, extra financiële middelen of faciliteiten.

5.4. Zorgmodel Omdat we de zorg gestructureerd en planmatig willen aanbieden, hanteren wij het zorgmodel. Daarin schetsen we de zorg zoals wij die de komende jaren trachten te realiseren. Het zorgmodel wordt in het zorgbeleidsplan verder in detail uitgewerkt. I. Eerstelijns- of de reguliere zorg: vakdocenten, mentoren, teamleiders Onze streven is dat de leerlingen zich op het Jac. P. Thijsse College gezond en veilig voelen. Als graadmeter daarvoor gebruiken we het vijf jaarlijkse Emovo-onderzoek. De reguliere zorg is laagdrempelig en vindt dicht bij de leerling plaats. In elke jaarlaag koppelen we voorlichting aan het ontwikkelingsniveau en de „welzijnsvraagstukken‟ die bij de leerling passen. Voor elke jaarlaag is tevens extra ondersteuning mogelijk (soms op kosten van ouders). In- en externe zorgspecialisten staan onze vakdocenten, mentoren en teamleiders met raad en daad terzijde ter ondersteuning van hun deskundigheid. II. Tweedelijns- of de extra zorg: counselors, vertrouwenspersonen, decanen, dyslexiecoördinator, schoolpsycholoog, remedial teaching, faalangstreductie, sociale vaardigheden De tweedelijnszorg is in tijd, intensiteit en deskundigheid gelimiteerd en betreft school-gerelateerde problematiek. Naast de signalering door de mentor hebben een strak te laat- en verzuimbeleid en een tweewekelijks leerplichtspreekuur een belangrijke signaalfunctie. We werken eveneens nauw samen met de leerplichtambtenaar. III. Derdelijns- of de speciale zorg: externe ketenpartners, rebound en overige opvangtrajecten, trajectbegeleiding Niet altijd zullen we een leerling binnen een afzienbare termijn kunnen helpen of sluit de tweedelijnszorg aan bij de geconstateerde problematiek. In die gevallen verwijzen we de leerling via het Zorg Advies Team of rechtstreeks door naar de derdelijnszorg. Daarnaast kunnen we een leerling die door complexe problematiek tijdelijk niet in het reguliere schooltraject functioneert, eventueel in een apart traject buiten de school opvangen. Leerlingen met een LGF-indicatie (LGF = leerling gebonden financiering) krijgen van


12/24

onze interne trajectklasbegeleiders extra begeleiding. Dat gebeurt in samenspraak met ambulante begeleiding.

5.5. Verbeterpunten De komende jaren werkt het Jac. P. Thijsse College gefaseerd aan aanscherping van de zorgorganisatie en het zorgmodel. Daartoe worden de aansturing en coördinatie verbeterd. Verder is de vastlegging van de problematiek en daaraan verbonden acties aandachtspunt. Ten slotte streven we naar verbetering van de begeleiding en steun voor docenten en mentoren en de bevordering van hun deskundigheid.

5.6. Samenwerkingsverband Het Jac. P. Thijsse College participeert samen met de andere SVOK-scholen en het Clusius College in het Samenwerkingsverband Midden Kennemerland. Het Samenwerkingsverband wordt de komende jaren uitgebreid met het VSO van de regio. Het werkt aan verbetering van de samenwerking met het PO en het MBO in Beverwijk. Het Jac. P. Thijsse College zelf werkt eveneens aan verbeterde samenwerking met het aansluitend onderwijs in bredere zin. De genoemde mogelijkheden van samenwerking hebben als doel om in geval van individuele leerlingen met een bepaalde problematiek in gezamenlijk overleg passende oplossingen te bedenken. Daarnaast kan het Jac. P. Thijsse College mede op basis van opgedane ervaringen en informatie zijn beleid elke keer weer verbeteren in het belang van de leerlingen.


13/24

6. Personeelsbeleid 6.1. Uitgangspunten van het personeelsbeleid De uitgangspunten van het (integrale) personeelsbeleid vatten we als volgt samen: Het verbinden van de ontwikkeling van de individuele medewerker aan de ontwikkeling van het Jac. P. Thijsse College met als uitgangspunten de persoonlijke kwaliteiten, onze missie en de keuzes voor het onderwijsconcept zoals beschreven in dit schoolplan. Daarbij sluiten we aan bij de uitgangspunten die ook gelden voor het leren van de leerlingen. Parallel aan dit proces herkennen we hier het VIP-model:  Aandacht voor (vak)inhoudelijke kennis en vaardigheden;  Persoonlijke groei (van vaardigheden, talenten, kwaliteiten en mogelijkheden) door een optimale ontwikkeling door uitwisseling en samenwerking;  Keuzes maken vanuit interesse en persoonlijke kwaliteiten;  Ruimte geven voor ontwikkeling;  Verantwoordelijkheid afleggen over inzet, inbreng en kwaliteit. Naast en in het verlengde van deze uitgangspunten die gelden voor de ontwikkeling van kwaliteiten van medewerkers, zijn de volgende uitgangspunten van belang voor het personeelsbeleid:  Het Jac. P. Thijsse College als aantrekkelijke werkgever als het gaat om persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden;  Het Jac. P. Thijsse College als betrouwbare werkgever als het gaat om werkgelegenheid en arbeidsomstandigheden;  Het Jac. P. Thijsse College als professionele werkgever als het gaat om ontwikkeling en afstemming van diverse personeelsinstrumenten en kwaliteit en inzet van de afdeling personeelszaken. Het Jac. P. Thijsse College onderschrijft de uitgangspunten zoals beschreven in het actieplan Beter Presteren: opbrengstgericht en ambitieus en het actieplan Leraar 2020 – een krachtig beroep!. We streven naar professionalisering van al onze medewerkers. Alleen met de beste docenten en overige medewerkers word je een excellente school. Excellente docenten die verantwoordelijkheid nemen voor en verantwoording willen afleggen over de opbrengsten die hun leerlingen halen! Excellente medewerkers die verantwoordelijkheid nemen voor en verantwoording willen afleggen over een maximale ondersteuning van het primaire proces!

6.2. Excellente medewerkers en docenten, ‘niet vinken maar vonken!’ Wat doen de excellente docent, mentor, conciërge, teamleider, directielid … op het Jac. P. Thijsse College? In het kader van de wet BIO (Beroepen in het onderwijs) verfijnen we in de komende jaren de beschrijving van de benodigde bekwaamheden en het bijbehorende gedrag. Deze beschrijving dient als basis voor werving en selectie, voor begeleiding en beoordeling en voor de gesprekscyclus. Voorts zetten we personeelsinstrumenten in om vast te stellen in hoeverre medewerkers deze bekwaamheden bezitten en onderhouden. In het bekwaamheidsdossier doen we verslag van jaarlijkse evaluaties en gevolgde scholing. Leerlingenquêtes en een 3600 feedback zijn onderdeel van de ontwikkelings- en beoordelingsgesprekken. We houden vooral het doel en de werkbaarheid in het oog en waken ervoor dat we vervallen in een bureaucratisch en ambtelijk systeem. Het doel is niet ‘vinken’ maar ‘vonken!‟


14/24

7. Organisatie Wat voor organisatie wil het Jac. P. Thijsse College zijn? 7.1. Organisatie- en cultuurkenmerken Door de keuze voor een nieuwe organisatiestructuur in mei 2007 heeft het Jac. P. Thijsse College er impliciet voor gekozen zich te ontwikkelen van een leerstofgerichte-collegiale organisatie naar een doelgroepgerichtecollegiale organisatie. De indeling in teams is daar een aanzet toe. Voor nadere informatie zie „Organisatiestructuur en functiebouwwerk april 2007‟. Deze organisatie kenmerkt zich door:  Structuur:  Docenten zijn gegroepeerd rond leerlingen en daarnaast in vakgroepen;  De individuele autonomie van de docent wordt begrensd door afspraken binnen het team en vervolgens door afspraken in de vakgroepen;  Doelgroepgerichte teams domineren als het gaat om beleidsvorming en uitvoering binnen het team;  Doelgroepgerichte teams verwerven een zekere eigen beleidsruimte en budgettaire ruimte en richten het beleid op hun doelgroepen;  Leerstofgerichte teams ((inter)secties) dragen zorg voor leerlijnen, onderwijsontwikkeling en kwaliteitszorg binnen (verwante) secties;  Een projectorganisatie stimuleert verbetering en innovatie van het onderwijs en leerlingbegeleiding over teams en secties heen;  Er is een inhoudelijk en procesgerichte sturing binnen de teams en het management, die differentiatie toelaat en aanmoedigt.  Cultuur:  Inhoud, didactiek en begeleiding zijn geen gescheiden verantwoordelijkheden;  De docent bemoeit zich met het leerproces, de persoonlijke ontwikkeling en inrichting van de leeromgeving en de onderwijsorganisatie;  Iedere medewerker krijgt verantwoordelijkheid en ruimte voor het behalen van goede resultaten en legt verantwoording af over de behaalde resultaten en opbrengsten.

7.2 Ontwikkelingen naar een driedimensionale organisatie De bestaande organisatie betreft een matrixorganisatie. Hierin stuurt de rector de teamleiders aan en de teamleiders de teams. Aansturing van teams binnen het OOP gebeurt door een leidinggevende / „meewerkend voorman‟. Deze wordt weer aangestuurd door een directielid. Naast de teams fungeren de secties. Die zijn dwars op de teamorganisatie georganiseerd en bestaan uit vakdocenten met een sectievoorzitter zonder specifieke bevoegdheden en zonder verdere aansturing. Over de bestaande organisatie hebben we in schooljaar 2010-2011 een projectorganisatie heen gelegd. Deze is bedoeld voor coördinatoren op diverse beleidsterreinen en projectleiders van kleine en grotere projecten over teams en secties heen. Nadere informatie over deze projectorganisatie is te vinden in beleidsnotitie „Projectorganisatie‟ van 11 juni 2011. In de onderwijsorganisatie zijn daardoor drie dimensies te herkennen: - Teamorganisatie rond leerlingen; - Sectie- / vakgroeporganisaties rond (clusters van) vakken; - Projectorganisatie op diverse beleidsterreinen en rond kortdurende en langdurige onderwijsinnovaties.

7.3. Doelstellingen en acties in de komende jaren In de komende jaren ontwikkelen deze drie dimensies zich verder.


15/24

In de teams krijgt de pedagogisch-didactische aanpak rond de specifieke doelgroep en de integratie van de persoonlijke ontwikkelingen in het VIP-model verder vorm. Leerlingbesprekingen geven input voor een leerlingspecifieke en doelgroepgerichte aanpak. De secties krijgen een belangrijkere rol in de onderwijsontwikkeling en de ontwikkeling van doorlopende leerlijnen. Jaarlijks voert de directie gesprekken met sectievoorzitters over doelen, jaarplannen en te behalen opbrengsten binnen de sectie in samenwerking met andere secties. Gekeken wordt of de sectievoorzitter een plaats kan krijgen in het functiebouwwerk door het bijvoorbeeld te koppelen aan het seniordocentschap (LDdocent). De projectorganisatie moet verder vorm krijgen binnen de schoolorganisatie.

7.4. Organisatie: Schematisch overzicht

Eigenaar/opdrachtgever Beleid en innovatie Schoolplan Nieuwe initiatieven

Gedelegeerd opdrachtgever Portefeuillehouder Directie

Opdrachtnemer Speerpunten Deelplannen Coördinatoren Sectievoorzitters

Schoolleiding Directie Teamleiders

Vertaalslag praktijk Teamplan/teamoverleg Ontwikkellijnen Teamleiders Docenten/teamleden

Projectteams/Secties Specialisten/experts Sectieleden (vanuit de teams)

Toelichting  In formele zin is de directie eindverantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering.  De schoolleiding, bestaande uit directie en teamleiders, is verantwoordelijk voor het te voeren beleid. In die zin dragen teamleiders bij aan de totstandkoming van het schoolplan en beoordelen zij in hoeverre zij innovatieve ontwikkelingen oppakken en projecten sectieplannen daartoe kunnen vaststellen.


16/24

 Projectcoördinatoren/sectievoorzitters (veelal specialisten op bepaald gebied) dienen Innovatieve ontwikkelingen in de vorm van projectplannen/sectieplannen „van de grond te tillen‟ en tot uitvoering te brengen. Zij initiëren, stimuleren en faciliteren (organiseren, coördineren, communiceren) de voorbereiding en uitvoering van deze plannen.  De portefeuillehouder directie stuurt projectcoördinatoren/sectievoorzitters namens de directie/schoolleiding functioneel aan. Hij/zij vervult in deze de rol van gedelegeerd opdrachtgever. De projectcoördinatoren/sectievoorzitters vervullen de rol van opdrachtnemer. Zij zorgen voor de uitvoering op basis van een projectplan/sectieplan, dat de schoolleiding heeft vastgesteld..  Een projectcoördinator/sectievoorzitter voert samen met de leden van een projectteam/sectie het eigen plan uit. In overleg met de teamleider vragen we vanuit elk team een aanspreekpunt (de specialist/expert), die meedenkt en -doet. De projectcoördinator/sectievoorzitter fungeert binnen het projectteam/sectie als een „meewerkend voorman‟.  De teamleider is eindverantwoordelijk voor de activiteiten die zijn/haar team onderneemt. In die zin behoort de uitvoering van projecten sectieplannen in het team tot zijn/haar verantwoordelijkheid. De teamleider is ook verantwoordelijk voor de interne en externe communicatie voor het eigen team inzake de voorbereiding en uitvoering van deze plannen.  De projectcoördinator/sectievoorzitter dient nauw af te stemmen op en goed samen te werken met de teamleider. Daarbij zal de expert in de praktijk als aanspreekpunt binnen het team een belangrijke rol vervullen. De expert zal er ook mede voor moeten zorg dragen dat in het teamplan de benodigde activiteiten vanuit het projecten/of sectieplan zijn geborgd.  Een projectcoördinator/sectievoorzitter kan tegen een team met uitvoeringsproblemen aanlopen en vervolgens overleg voeren met de verantwoordelijk teamleider zonder tot een oplossing te komen. In dat geval kan deze de kwestie aanhangig maken bij de portefeuillehouder directie. Maar ook de teamleider kan met een soortgelijke ervaring met een projectcoördinator/sectievoorzitter bij de portefeuillehouder directie terecht. Deze sluit een en ander kort en organiseert daartoe de benodigd geachte vervolggesprekken. Mocht het nodig zijn, dan bespreekt de directie het probleem.  Met betrekking tot de planuitvoering koppelt de portefeuillehouder directie algemene signalen en bevindingen terug aan de schoolleiding. Teamleiders brengen signalen en bevindingen vanuit de teams in.  Periodiek vindt een samenzijn plaats tussen schoolleiding en projectcoördinatoren/sectievoorzitters gericht op de tussenevaluatie van de uitvoering van projecten sectieplannen. Dit vormt daarmee de aanzet voor de jaarplannen en teamplannen voor het nieuwe jaar.


17/24

8. Kwaliteitszorg 8.1. Waarom Kwaliteitszorg? De eerste reden om een goed kwaliteitsbeleid te voeren is gelegen in onze ambitie om tot de beste scholen van Nederland te behoren. Door onze organisatie transparant en open te maken ontdekken we op welke punten we onszelf kunnen en soms zelfs moeten verbeteren. Juist door die transparantie willen en moeten we aan onze stakeholders verantwoording afleggen over het inzetten van de beschikbare middelen en over de mate van doelmatigheid waarmee wij dat doen. We zien dit tevens als de tweede reden voor een gedegen kwaliteitszorg. Kwaliteitsvragen In het onderzoek naar excellente scholen van Jolise ‟t Mannetje1 worden de volgende kwaliteitscriteria genoemd:     

Excellente scholen hebben een sterke schoolcultuur en brengen deze ook zo veel mogelijk naar buiten om zich daarmee duidelijk te profileren; Excellente scholen stellen hoge doelen aan hun eigen functioneren en resultaten en controleren of deze doelen ook daadwerkelijk gehaald worden; Een excellente school heeft een schoolleiding die goed bij de school past en de school op adequate manier leidt; De school heeft voldoende contact met andere scholen en bedrijven, zodat leerlingen ook leren wat er speelt in de wereld buiten de school; Een excellente school presteert gedurende een langere periode stabiel en op een hoog niveau. Een systeem voor kwaliteitscontrole is hierbij onmisbaar.

Het Jac. P. Thijsse College stelt zich zelf steeds de volgende vragen:     

Doet de school de goede dingen? Doet de school de dingen goed? Hoe weet de school dat? Hoe vinden/weten anderen dat? Wat gaat de school nu doen?

8.2. Meten is weten Als school maken we de nadrukkelijke keuze om op twee manieren met cijfers om te gaan. Enerzijds streven we naar maximale scores bij de examenresultaten en bij de beoordeling van bijvoorbeeld de inspectie; anderzijds gebruiken we cijfers als middel om te komen tot reflectie en om het gesprek met elkaar aan te gaan over keuzes die we maken als we kijken naar verbeterpunten. Dat gesprek zal niet alleen binnen de schoolleiding plaatsvinden. Ook voor individuele medewerkers, in secties, teams en andere samenwerkingsverbanden wordt dit een gebruikelijke manier van werken. In onze ambitie streven we dus naar de best mogelijke concrete cijfers altijd in combinatie met de best mogelijke resultaten van tevredenheidsenquêtes en dergelijke. Het Jac. P. Thijsse College durft te kiezen voor verbeteracties. Deze leiden misschien niet altijd meteen tot de beste cijfers voor de Inspectie, maar sluiten wel naadloos aan bij de accenten, zoals we die binnen onze school willen aanbrengen.

8.3. Planning en Control Onze school werkt al langer volgens de principes van „PDCA‟ ( Plan Do Check Act) en ‘SMART‟ (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden). Er zijn vaste formats voor project-, team- en jaarplannen en we werken volgens een vaste cyclus. Op dit gebied werken we aan een verdere 1

„Wanneer is een VO-school excellent? Onderzoek naar kwaliteitscriteria voor excellente scholen‟(J. ‟t Mannetje)


18/24

verbetering. Evaluaties met daaruit voorvloeiende verbeterplannen en het begrip voortgangscontrole moeten voet aan de grond krijgen. Verder structureren we gedurende de komende schoolplanperiode de managementinformatie waaraan we altijd analyses dienen te koppelen. Mede door deelname aan Vensters voor Verantwoording zal de aandacht voor benchmarking toenemen.

8.4. Onze ‘stakeholders’ Onze school doet mee aan de LAKS-monitor (Landelijk Aktie Komitee Scholieren). In 2011 scoorden we bevredigend met een tevredenheidsenquête, die afgenomen is onder leerlingen uit de derde klassen. In elke afdeling bestaan ouderpanels die steeds weer meedenken met alles wat speelt in de school. Daarnaast voorzien de leerlingraden in onder- en bovenbouw en op afroep opgeroepen leerlingpanels ons van belangrijke informatie. Tenslotte willen we toe naar:  afname van een tevredenheidsenquête onder het personeel;  meer kennisuitwisseling en intervisie met de zusterscholen;  meer marktonderzoek;  feedback van het aansluitende onderwijs: mbo‟s, hogescholen en universiteiten.


19/24

9. ICT Het hoofdstuk ICT schetst een toekomstperspectief voor het gebruik van ICT op het JPT. Daarin sluiten we aan bij de doelstellingen die in dit schoolplan zijn geformuleerd.

9.1. Achtergrond De wereld is als gevolg van ICT in hoog tempo aan het veranderen. ICT heeft een informatierevolutie veroorzaakt. Deze markeert een overgang naar een kennissamenleving, die continu in ontwikkeling is. Die maakt het noodzakelijk dat ook leren een continue activiteit is. Het onderwijs heeft de taak leerlingen voor te bereiden op een kenniseconomie en hun de vaardigheden voor de eenentwintigste eeuw mee te geven.. .

9.2. Uitgangspunten Het JPT wil dat leerlingen actief zijn, over hun eigen grenzen heenkijken, keuzes kunnen maken en leren binnen grenzen zelfstandig te functioneren. ICT speelt daarin een belangrijke rol. Het JPT kiest met het gebruik van ICT voor de onderstaande uitgangspunten: 1. ICT is een hulpmiddel voor zowel het onderwijs als de organisatie maar geen doel. De docent blijft als vanouds de regisseur van het leerproces en de inrichter van de leeromgeving. 2. ICT maakt individualisering van leerwegen mogelijk. ICT moet aansluiten bij de bestaande leerstijlen en voegt daar een dimensie aan toe. ICT is bovendien leuk en werkt stimulerend. 3. ICT wordt in de school toegepast door “buiten” naar binnen te halen en binnen naar buiten te brengen. Interactiviteit en connectiviteit gebruiken we om de blik op de wereld te verruimen. In dat kader moet ICT ondersteunend zijn aan en aansluiten bij activiteiten zoals Internationalisering en tweetalig onderwijs. 4. Personeel en leerlingen scholen zich permanent in ICT-vaardigheden. Van elkaar leren is daarbij het allesoverheersende adagium. In het meerjarenbeleidsplan ICT 2011 – 2016 werken we de bovenstaande uitgangspunten verder uit. Kernpunten daarin zijn: 1. Verdere implementatie van de ELO (Elektronische Leeromgeving) in de onderwijsorganisatie en aansluiting bij ontwikkelingen op het gebied van onderwijs content. 2. Versterking van de rol van ICT bij het aanbieden van “onderwijs op maat”, zodat leerlingen voor een deel hun eigen leerroute kunnen doorlopen. 3. Leerlingen beschikken over een eigen tablet of laptop. Daarmee kunnen ze op ieder moment in en buiten de school gebruik maken van ICT-toepassingen. 4. Het creëren van extra mogelijkheden voor Internationalisering. 5. Onderzoek doen naar de mogelijkheden, die “serious gaming” biedt, in de ontwikkeling van cognitieve vaardigheden. 6. Permanente scholing in ICT-vaardigheden van zowel leerlingen als personeel.


20/24

10. Veiligheid Het Jac. P. Thijsse College werkt in de periode van het schoolplan aan de realisatie van een integraal veiligheidsbeleid. Het doel is het creëren van een veilig schoolklimaat in en rond de school voor zowel leerlingen als medewerkers. Integraal veiligheidsbeleid heeft de volgende kenmerken: 1. er is sprake van samenhang en afstemming van de verschillende activiteiten; 2. er is samenwerking binnen de school en erbuiten met externe instanties. Het integrale veiligheidsbeleid is beschreven in een aantal te onderscheiden beheersgebieden (hoofdstukken). Zij voldoen bij elkaar en in uitwerking aan de bovengenoemde kenmerken. De te onderscheiden gebieden zijn: 1. Coördinatie veiligheid Hierin is uitgewerkt wie wat doet in de school en waar verantwoordelijk voor is. Onderdelen zijn het ARBO-beleid, calamiteitenplannen (ontruiming) en bedrijfshulpverlening. 2. Schoolgebouw en omgeving Hieronder vallen onder andere de brandveiligheid in het gebouw ( bijvoorbeeld de scheikundelokalen) en veiligheidsacties om de school. 3. Schoolregels en sancties Onderdelen hiervan zijn de school- en gedragsregels, het leerlingenstatuut, afspraken met betrekking tot verzuim, te laat komen en schorsing. 4. Toezicht Hierin is vastgelegd hoe het toezicht in en om de school en bij de door school georganiseerde activiteiten is geregeld door middel van surveillance en camerabewaking. 5. Stappenplannen en handelingsprotocollen Op het Jac. P. Thijsse College werken we met handelingsprotocollen ten aanzien van een geformuleerd aantal gedefinieerde incidenten. Verder zijn er protocollen die betrekking hebben op ernstige ongevallen en/of overlijden van zowel collega‟s als (ouders van) leerlingen. Ook hebben we pestprotocollen gemaakt. 6. Incidentenregistratie Incidenten en afhandeling leggen we vast in de incidentenregistratie van Magister. De veiligheidscoördinator gebruikt deze registratie voor de aanpassing van het beleid of de omstandigheden. 7. Externe samenwerking Het Jac. P. Thijsse College heeft zich geconformeerd aan het handelingsprotocol schoolveiligheid. Dit maakt onderdeel uit van het Convenant Veilige School voortgezet onderwijs Castricum, dat in 2011 is afgesloten samen met de andere scholen in Castricum, de gemeente Castricum, de politie NoordHolland Noord, het Openbaar Ministerie en het bureau Halt. Daarnaast participeert de school in het samenwerkingsverband VIOS (Veiligheid in en om de school) en in het reguliere veiligheidsoverleg binnen het SVOK. 8. Voorlichting en preventie Op het Jac. P. Thijsse College zijn projecten ten aanzien van pesten, alcohol- en drugsgebruik en misdaadpreventie.


21/24

9. Zorgbeleid Leerlingen, die in en om de school betrokken zijn bij incidenten, zullen we in voorkomende gevallen inbrengen in het Zorg Advies Team. 10. Klachtenregelingen Voor zowel leerlingen als docenten bestaat er een klachtenregeling seksuele intimidatie. Tevens is er een vertrouwenscommissie. Daarnaast komt er een algemene klachtenregeling, die onderdeel uitmaakt van de algemene klachtenregeling binnen het SVOK. 11. Kwaliteitsbeleid Het Jac. P. Thijsse College monitort de veiligheidsbeleving van zijn leerlingen en medewerkers eens in de twee jaar. De uitkomsten ervan zijn onderdeel van evaluatie en mogelijke bijstelling van het veiligheidsbeleid.


22/24

11. Middelen 11.1. Formatiebeleid Het formatiebeleid is gericht op een effectieve en efficiënte inzet van de middelen. Daarbij dient het primaire proces, het geven van onderwijs, als uitgangspunt. Onze uitdaging voor de komende jaren is om binnen langlopende verplichtingen en financiële risico‟s ruimte te vinden voor het ondersteunen van de onderwijsontwikkeling en -innovatie. De groeiende personeelslast bij gelijkblijvende formatie zien we als een punt van zorg en dwingt ons keuzes te maken in de begroting om op langere termijn de (personele) lasten te kunnen dragen. 11.2. Financiën De financiële positie van het Jac. P. Thijsse College is goed. Een aantal punten vraagt echter aandacht. 11.2.1. Begrotingscyclus

Het plannen, stellen van doelen en evalueren vraagt meer aandacht binnen het Jac. P. Thijsse College. De pdca-cyclus dient afgemaakt te worden. Financiën en begrotingen maken een wezenlijk onderdeel uit van die cyclus. In de komende jaren moet de begroting een onderdeel van alle plannen zijn. Scholen krijgen budgetten alleen nog maar op basis van plannen en onderbouwde begrotingen toegekend. Budgethouder en directie volgen uitputting van budgetten regelmatig op grond van rapportages van de financiële administratie. 11.2.2. Weerstandsvermogen

In overleg stelt het bestuur het weerstandsvermogen vast om verdere groei van reserves te voorkomen en ruimte te bieden om de reserves in te zetten. 11.3. Gebouwen en beheer Het Jac. P. Thijsse College is gehuisvest in een uitstekend geoutilleerd gebouw. De voorzieningen binnen het gebouw zijn over het algemeen goed en in voldoende mate aanwezig. We houden de voorzieningen in stand via het meerjarenonderhoudsplan. Op grond van een investeringsbegroting spelen we in op nieuwe ontwikkelingen. 11.3.1. Stimulerende leeromgeving

Voor leren is een stimulerende leeromgeving essentieel. Leren kan ook buiten de school plaatsvinden (denk aan werkweken, themadagen, stages en projecten). Hoewel het gebouw het gebouw is waar we het mee moeten doen, blijven we zoeken naar een zo flexibel mogelijke inrichting. Deze sluit aan bij de onderwijsontwikkelingen die we in willen zetten.


23/24

12. Het Jac. P. Thijsse College en de SVOK Het Jac. P. Thijsse College maakt evenals het Bonhoeffercollege en het Kennemer College onderdeel uit van de Stichting Voortgezet Onderwijs Kennemerland. In de statuten van de stichting is vastgelegd dat de scholen veel beleidsruimte hebben om de eigen positie te versterken. Zoals aangegeven in dit schoolplan gaat het Jac. P. Thijsse College in de komende jaren verder werken aan die profilering. Het gaat daarbij niet om een profilering ten koste van de andere scholen, maar juist om een profilering naast de andere scholen. Daar waar dat mogelijk en wenselijk is, zullen we de samenwerking zoeken en stimuleren. De SVOK is gebaat bij drie kwalitatief goede scholen met een sterke positie in de regio. Ouders en leerlingen kunnen daardoor goede keuzes maken We investeren in collegiale samenwerking om van elkaar te leren, elkaar te steunen en gemeenschappelijke ontwikkelingen samen vorm te geven.

13. De prestatiebox In februari 2012 is de prestatiebox geïntroduceerd in het kader van het bestuursakkoord tussen VOraad en de minister. Uitwerking van acties voorvloeiend uit de prestatiebox zullen in het najaar 2012 leiden tot aanvullingen op dit schoolplan.


24/24

Schoolplan

Recommend Documents