Schoolplan

Schoolplan 2015-2019

Indeling schoolplan 2015 - 2019 Inleiding 1. Uitgangspunten bestuur 1.1. Inleiding 1.2. De missie 1.3. De visie 1.4. Strategische keuzes 1.4.1. Eigentijds onderwijs 1.4.2. Personeel 1.4.3. Doorgaande ontwikkelingslijnen 1.4.4. Kwaliteitsbeleid en kwaliteitszorg 2. De opdracht van onze school 2.1. Inleiding 2.2. Onze missie 2.3. Onze visie 2.4. Interne en externe analyse. 2.5. Strategische keuzes en missie en visie 2.6. Consequenties voor de meerjarenplanning 3. Onderwijskundige vormgeving 3.1. Inleiding 3.2. Wettelijke opdracht van het onderwijs 3.2.1. Ononderbroken ontwikkeling 3.2.2. Brede ontwikkeling 3.2.3. Multiculturele samenleving 3.3. Kerndoelen 3.4. Kinderen met extra onderwijsbehoeften 3.5. Consequenties voor de meerjarenplanning 4. Personeelsbeleid 4.1. Inleiding 4.2. Personeelsbeleid in samenhang met onderwijskundig beleid 4.3. Consequenties voor de meerjarenplanning 5. Kwaliteitszorg 5.1. Inleiding 5.2. Voorwaarden voor onze kwaliteitszorg 5.3. De inrichting van onze kwaliteitszorg 5.4. Consequenties voor de meerjarenplanning 6. Meerjarenplanning 6.1. Inleiding 6.2. Veranderingsonderwerpen en resultaten 6.3. Overzicht veranderingsgebieden in de schoolplanperiode 2015 – 2019 6.4. Sponsoring

2

Schoolplan Basisschool De Borgh 2015 - 2019

Doel schoolplan Dit schoolplan is het beleidsdocument, waarin we aangeven welke keuzen we voor de schoolplanperiode 2015 - 2019 op deze school hebben gemaakt. Het is opgesteld binnen de kaders van het strategisch beleidsplan van de Dr. Schaepmanstichting. Dit beleid is kort samengevat in hoofdstuk 1. Op basis daarvan zijn de specifieke doelen voor onze school bepaald, rekening houdend met de huidige stand van zaken van het onderwijs en de omgevingsfactoren, die van invloed zijn op het functioneren van de school. Het schoolplan geeft aan bestuur, team en ouders duidelijkheid over wat we willen bereiken met het onderwijs op deze school en hoe we dat dagelijks vorm zullen geven. Samenhang in het schoolplan Dit plan bestaat uit verschillende onderdelen. Het spreekt voor zich dat die een grote mate van samenhang vertonen. Op basis van het strategisch beleid van het bestuur formuleren wij in hoofdstuk 2 de missie en visie van de onze school. Om samenhang te waarborgen en ons niet te verliezen in details hebben we daaruit voortvloeiend een beperkt aantal strategische keuzes gemaakt. Onze onderwijskundige vormgeving is beschreven in het kwaliteitshandboek. Ter voorbereiding op dit schoolplan hebben we dit onderdeel geëvalueerd om vast te stellen welke veranderingen we in dit kader in de komende schoolplanperiode in willen voeren. Een beknopte samenvatting van deze evaluatie vindt u in hoofdstuk 3 van dit schoolplan met daarin de voorgenomen veranderingen in de komende jaren. Deze zijn tevens opgenomen in de meerjarenplanning in hoofdstuk 6. Het personeelsbeleid op onze school heeft direct verband met het onderwijskundig beleid. In het Integraal personeels beleidsplan wordt dit beleid uitvoerig beschreven. In dit verband geven we in hoofdstuk 4 aan welke personele consequenties verbonden zijn aan de plannen voor de periode 2015 - 2019. Ontwikkelen en bewaken van de in dit plan beschreven kwaliteit van het onderwijs is een belangrijke opdracht van de school. In het betreffende hoofdstuk 5 beschrijven we de cyclische werkwijze die we hanteren om dit te realiseren. Alle geplande veranderingen worden kort samengevat in hoofdstuk 6: de meerjarenplanning. Deze meerjarenplanning en de ontwikkelingen in de loop van de tijd zijn richtinggevend voor gedetailleerde actieplannen, die jaarlijks opgesteld worden. Uitvoering vindt plaats nadat het bestuur het plan heeft geaccordeerd heeft en zorg kan dragen voor de benodigde faciliteiten. 3


Totstandkoming Het schoolteam heeft onder leiding van de directie gewerkt aan de totstandkoming van dit schoolplan. Op basis van de beschrijvingen in het voorgaande schoolplan en informatie over nieuwe en/of op handen zijde ontwikkelingen heeft het schoolteam tijdens een teambijeenkomst de missie en de visie van de school vastgesteld. Op dat moment zijn ook nadrukkelijk de eigen wensen van de personeelsleden aan bod geweest. Daarmee is door het team de richting aangegeven waarin de school zich zou moeten ontwikkelen. Daarnaast zijn gegevens verzameld, die duidelijk maakten, welke positie de school aan het eind van de vorige schoolplanperiode innam op de verschillende beleidsterreinen. Daarbij is gebruik gemaakt van de volgende gegevens:  De evaluatie van het schoolplan 2011 - 2015 van de school, dat is opgesteld in 2011.  De meest recente inspectierapporten.  Tevredenheidsmetingen van ouders, leerlingen en medewerkers.  De jaarlijkse evaluaties van de actieplannen.  Analyse van de leerresultaten op basis van methodeonafhankelijke toetsen.  Omgevingsanalyse, die aangeeft hoe de school gewaardeerd wordt in de wijk en de samenwerking met de daar aanwezige instanties en instellingen.  ……………………… De (SWOT)analyse van deze gegevens, afgezet tegen de geformuleerde missie en visie heeft geresulteerd in een aantal strategische keuzes, die naar het oordeel van het team leidend en richtinggevend zijn voor de beoogde concrete doelen. Het schoolteam stelt zich onder leiding van de directie verantwoordelijk voor de uitvoering van dit schoolplan in de komende vier jaar. Het bevoegd gezag stelt zich door middel van de akkoordverklaring verantwoordelijk voor het ondersteunen en bewaken van hetgeen in het schoolplan is beschreven. Het bevoegd gezag stelt zich garant voor het gericht inzetten van middelen voor het ondersteunen van dit schoolplan. De directie stelt het schoolbestuur jaarlijks op de hoogte van de bereikte doelen door middel van een jaarverslag. Samenhang met andere documenten De schoolgidsen in de periode 2015 - 2019 worden samengesteld op basis van de inhouden van het schoolplan. In dit schoolplan verwijzen we naar de volgende documenten, die aanwezig zijn op onze school:  kwaliteitshandboek  integraal personeelsbeleidsplan  schoolgids  schoolondersteuningsprofiel  schooljaarplan  ondersteuningsplan samenwerkingsverband (www.SWV2302.nl)  cultuurbeleidsplan .

4


Vaststelling Het schoolplan is vastgesteld in de vergadering van het schoolteam d.d. ………………………………

………………………………..………………. directeur.

De MR heeft instemming verleend met het schoolplan d.d. ……………………………………………………

………………………………………..………. voorzitter van de MR.

Het schoolplan is vastgesteld door het bestuur van de school d.d. …………………………………………

………………………………………………… Voorzitter van het bestuur van de……………………..………………

5


1.1. Inleiding Ter voorbereiding op de schoolplanperiode 2015 - 2019 heeft het bestuur volgens een vooraf vastgesteld traject de strategische keuzes op bestuursniveau bepaald voor de komende schoolplanperiode. Deze keuzes zijn kader stellend voor de op te stellen schoolplannen van de afzonderlijke scholen. Toch dienen ze voldoende ruimte te geven om als school eigen specifieke invullingen te geven afgestemd op bijzondere omstandigheden of op vormgeving van een specifiek concept. Alvorens het strategisch beleid definitief vast te stellen is hierover uitvoerig overlegd met directies, het IB-, ICT- en IO netwerk en is het beleid besproken in de schoolteams. De GMR heeft instemming verleend aan dit strategisch beleidsplan voor de periode 2015 - 2019. Hetgeen hierna volgt zijn de essenties van het geformuleerde beleid vastgelegd in het koersdocument 1.2. De missie De Dr. Schaepmanstichting is trots op het feit dat we uitblinken in goed onderwijs en hoge opbrengsten. We zijn continu gericht op verbetering van het leren van de kinderen. We zijn goed in het bieden van een veilige plek, waar kinderen zich ontwikkelen, graag zijn en zich thuis voelen. We bieden structuur en zorgen voor een doorgaande lijn op pedagogisch en didactisch gebied. We hebben oog voor datgene wat de maatschappij aan vaardigheden van onze kinderen vraagt in de nabije toekomst en stemmen ons onderwijs daarop af. Kenmerkend is onze betrokkenheid op alle niveaus in de stichting. We geloven in het samenwerken met elkaar en het leren van elkaar. Dit sluit aan bij ons motto: samen sterk in ontwikkeling! 1.3. De visie We staan voor een nieuwe planperiode. Een periode waarin we nog nadrukkelijker oog willen hebben voor de individuele talenten van iedere leerling die één van onze scholen bezoekt. We willen daarbij uitdagend zijn in ons onderwijs en inspelen op de leerbehoeften van onze leerlingen. Daarin zien we een belangrijke ondersteunende rol voor ICT, welke het mogelijk maakt om leerroutes beter aan te passen aan de mate van ondersteuning die iedere individuele leerling heeft. Daardoor is begeleiding op maat nog beter mogelijk. Ons onderwijsaanbod biedt de brede vorming die recht doet aan de diverse talenten van onze leerlingen. Om het leerproces van de leerlingen te begeleiden, zetten wij goed opgeleide leerkrachten in en eisen basisvaardigheden van iedereen. Wij werken met leerkrachten die kunnen omgaan met verschillen tussen leerlingen door te differentiëren binnen de les in instructie en in feedback.

6


Wij werken met teams die zich collectief professionaliseren, op dusdanige wijze dat iedereen binnen onze stichting zich eigenaar voelt. Leiderschap van directies en bestuur zijn daarbij noodzakelijk. Hier staan we voor en door dit te realiseren dragen wij bij aan brede individuele ontplooiing van elk kind dat klaar is voor de samenleving van morgen. 1.4. Strategische keuzes Analyse van: evaluatie van het voorgaande strategisch plan, door de scholen verstrekte gegevens, rapportages van externen, etc. leverde een overzicht op van de sterktes, zwaktes kansen en bedreigingen van de hele organisatie op. Deze gegevens werden gebruikt bij het bepalen van de strategische keuzes. Criterium bij de keuzes zijn de doelen, die het bestuur in de komende beleidsperiode wil realiseren. Hierna volgt een opsomming van deze strategische keuzes met per keuze een toelichting. 1.4.1.

Eigentijds onderwijs

Waarom willen we dit? We geloven dat leerlingen met onze ondersteuning, vanuit eigen positieve kracht, talenten kunnen ontwikkelen. Het is onze opdracht om uit ieder kind te halen wat erin zit; het te helpen deze talenten te ontwikkelen en te benutten. Ons onderwijs neemt de onderwijsbehoeften van kinderen als belangrijk uitgangspunt. Daarom vinden wij het van belang om specifiek aandacht te geven aan en kennis te hebben van rekenen en taal, en willen we juist komende periode ook nadrukkelijk inzetten op het gebied van hoogbegaafdheid en gedrag. Onze basis is helder: ons onderwijs rust kinderen toe met de vaardigheden taal, rekenen en lezen. Maar daarnaast richten we ons ook op vaardigheden die nodig zijn om verantwoordelijk burger te kunnen zijn in de 21e eeuw. Waar willen we naartoe?  In 2019 is Passend Onderwijs zichtbaar op alle scholen; er is een zorgstructuur ingericht en effectief in praktijk, die helder en transparant is voor alle betrokkenen. Zowel op stichtingsniveau als op de scholen is passend onderwijs vanzelfsprekend. De middelen worden zoveel als mogelijk ingezet ten behoeve van de zorg binnen de scholen.  Handelingsgericht en opbrengstgericht werken is in 2019 geborgd op alle scholen. Er wordt op alle scholen effectief rekenen leesonderwijs gegeven.  Onderwijs vormt de volwassenen van de toekomst. In 2019 heeft iedere school van de Dr. Schaepmanstichting in zijn visie beschreven hoe haar aanbod inspeelt op de eisen die aan burgers in de 21e eeuw worden gesteld. Er wordt eigentijds onderwijs gegeven op alle scholen, waarbij aandacht wordt besteed aan het aanleren van vaardigheden in brede zin.  Wij werken voortdurend aan het creëren van een veilig pedagogisch klimaat op iedere school.  In 2019 is helder beschreven hoe de katholieke identiteit binnen onze stichting wordt vormgegeven. Hoe komen we daar? Verdere implementatie en borging van OGW en HGW Binnen de Dr. Schaepmanstichting worden opbrengstgericht en handelingsgericht werken als natuurlijk onderdeel van de dagelijkse onderwijspraktijk beschouwd. Leerkrachten voelen zich verantwoordelijk voor en zijn in staat om effectief en boeiend onderwijs te geven. Dit vertaalt zich in goede opbrengsten: behaalde streefdoelen en/of gewenste vaardigheidsgroei op leerling-, 7


groepen schoolniveau. Iedere school werkt stelselmatig aan de ontwikkeling van individuele medewerkers en het team, gericht op het kunnen realiseren van opbrengstgericht en handelingsgericht onderwijs. Er zal de komende jaren specifieke aandacht zijn voor het borgen van technisch en begrijpend leesonderwijs. Daarnaast wordt vooral ingezet op effectief rekenonderwijs, waarbij speciale aandacht is voor passend onderwijs voor leerlingen met rekenmoeilijkheden. Dit gebeurt in de lijn van het Protocol ERWD (Ernstige RekenWiskundeproblemen en Dyscalculie). Preventieve, schoolbrede aanpak pedagogisch klimaat Een groot deel van de leerlingen gedijt goed in een positief en voorspelbaar schoolklimaat, met heldere regels en duidelijke verwachtingen ten aanzien van gedrag en een passend onderwijsaanbod dat aansluit bij de interesses en leerstijlen van leerlingen. Er zijn echter leerlingen die risico lopen op het ontwikkelen van problemen in gedrag. Voor deze kinderen zijn meer specifieke interventies nodig op het gebied van leren en/of gedrag. In de huidige praktijk gaat vaak de meeste tijd, emotie en aandacht uit naar de interventies voor die laatstgenoemde groep. We willen op dat er op alle scholen van de Dr. Schaepmanstichting een veilig pedagogisch klimaat is, zodat álle kinderen kunnen gedijen en geen kinderen worden buitengesloten of gepest. Om dat te realiseren voldoen alle scholen aan 5 pijlers: een schoolbrede aanpak (1), met een preventieve insteek (2), die data-gestuurd is (3), gericht is op het aanleren van gewenst gedrag (4) en die samenwerking met ouders en zorg belangrijk vindt en vormgeeft (5). (Hoog)begaafdheid De Dr. Schaepmanstichting zal in de komende periode sterk inzetten op het signaleren en begeleiden van hoogbegaafde kinderen. Daarin zullen 2 sporen worden gevolgd: In alle leerjaren wordt de kennis, over de manier van leren van deze kinderen vergroot. Op iedere school zal een leerkracht worden opgeleid tot specialist hoogbegaafdheid. Hiermee zorgen we voor een doorgaande lijn in het onderwijsaanbod aan deze specifieke groep kinderen. Daarnaast wordt er een bovenschoolse ‘Top-klas’ opgericht voor hoogbegaafde kinderen in de groepen 5-7. Dit zijn leerlingen die gebaat zijn bij een passend en uitdagend onderwijsaanbod, waarbij ruimte wordt gecreëerd voor activiteiten die een beroep doen op de specifiek voor (hoog)begaafden kenmerkende leereigenschappen en die binnen het reguliere aanbod onvoldoende tot hun recht komen. Dit gebeurt onder leiding van gespecialiseerde leerkrachten. Deze leerlingen kunnen hier één dag per week onderwijs volgen. Voor de leerlingen in groep 8 is er de mogelijkheid om een dagdeel per week onderwijs op het VO te volgen. Eigentijds onderwijs In de huidige maatschappij zijn scholen geen exclusieve leeromgevingen meer. Leerlingen leren ook buiten school en maken daarbij veelvuldig gebruik van digitale omgevingen. Daarnaast wordt van ons en onze leerlingen steeds meer verwacht dat we ons flexibel kunnen opstellen en aanpassen aan de veranderende omstandigheden in leven, leren en werken. Dat vergt andere vaardigheden dan vroeger: samenwerken, creativiteit, ict-geletterdheid, communiceren, probleemoplossend vermogen, kritisch denken en sociale/culturele vaardigheden zijn van belang. Op de scholen van de Dr. Schaepmanstichting krijgen kinderen mogelijkheden om deze vaardigheden te oefenen, zo veel als mogelijk geïntegreerd in onze werkwijze en niet als losstaand doel. In de school worden verschillende werkvormen ingezet die het oefenen van deze vaardigheden stimuleren. Daarnaast wordt er een rijke leeromgeving gecreëerd waarin talenten kunnen worden ontdekt en versterkt. De scholen zullen in hun visie en werkwijze op zoek gaan naar een werkwijze die past bij de leerlingen en bij de visie en cultuur van de school zelf. 8


ICT, een must-have in het onderwijs Eigentijds onderwijs is niet denkbaar zonder daarbij ICT te betrekken. De Schaepmanstichting zorgt ervoor dat de scholen in de formulering van hun visie ingaan op ICT en het gebruik daarvan in het onderwijs. De Schaepmanstichting ontwikkelt daarnaast nieuwe doelstellingen ten aanzien van de inzet van ICT, waarbij een verbinding wordt gelegd met de ontwikkeling van kinderen en de onderwijsdoelen. Identiteit De Dr. Schaepmanstichting stelt zich verantwoordelijk voor het verzorgen van kwalitatief en dynamisch primair katholiek onderwijs in Hengelo. In de komende jaren zal de stichting de concretisering hiervan uitwerken binnen de beschreven maatschappelijke en onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen van het strategisch beleid. 1.4.2

Personeel

Waarom willen we dit? “Talent werkt alleen als dit wordt gezien”1. De Dr. Schaepmanstichting ziet personeel als de belangrijkste factor bij het realiseren van de doelstellingen van de Stichting. Het onderwijs staat of valt met kwaliteit van de leidinggevenden, van degenen die het onderwijs verzorgen en van hen die daarbij ondersteunen. We vinden dat al onze medewerkers moeten beschikken over basiscompetenties die nodig zijn om kwalitatief goed onderwijs te geven. Naast competentiemanagement willen we inzetten op talentmanagement. Werken vanuit talent zorgt voor hogere opbrengsten, maar vooral ook voor werkplezier, trots en betrokkenheid. Werken vanuit talent draagt hierdoor bij aan een duurzame inzet van medewerkers. Waar willen we naartoe? De Dr. Schaepmanstichting zorgt voor duurzame inzet van haar personeelsleden en voor optimale arbeids- en leeromstandigheden voor personeelsleden.  Alle personeelsleden beschikken over de competenties zoals die door SBL voor leraren en door de NSA voor schoolleiders zijn gedefinieerd.  In 2019 zijn de talenten (kwaliteiten) van alle medewerkers van de Dr. Schaepmanstichting in beeld gebracht.  Het scholingsaanbod is afgestemd op de doelen van het strategisch beleidsplan en de ontwikkeling van personeelsleden en teams.  In 2019 is er binnen onze stichting sprake van een professionele leercultuur.  In 2019 is er sprake van evenwichtige schoolteams, die in staat zijn om de ambities op schoolniveau te realiseren. Hoe komen we daar? Werkplezier, trots en betrokkenheid Het verhogen van werkplezier, trots, tevredenheid en betrokkenheid vraagt om een gerichte aanpak. De Dr. Schaepmanstichting ontwikkelt een plan om deze gerichte aanpak te verwezenlijken. Uitgangspunt hierbij is het zien, ontwikkelen en inzetten van talent. Schoolleiders leren dit op planmatige wijze in te zetten en toe te passen. De IPB-cyclus wordt verrijkt met ontwikkelingsgerichte gesprekken die talent in beeld brengen. Dit talent wordt verder ontwikkeld om zo ons onderwijs te verbeteren en boeiend te houden. 1 Luk DeWulf “ Ik kies voor mijn talent” (2009)


9

Gesprekscyclus: hoe functioneer ik, wat kan ik goed en wat kan beter? We waarborgen de gesprekscyclus. Bekwaamheidsdossiers worden (waar nodig) op orde gebracht en gehouden. We maken de koppeling tussen competenties en talent. De bekwaamheidsdossiers en de gesprekscyclus komen in een digitaal systeem dat past bij onze wensen en voldoet aan alle eisen volgens de wet op privacy. Het lerarenregister gaat daarbij deel uit maken van onze IPBcyclus. Leren met en van elkaar De Dr. Schaepmanstichting bevordert netwerk-leren, onder andere door kenniskringen en andere (virtuele) leergemeenschappen in te richten. De spil hierin wordt de Schaepman Academie. Deze verzorgt relevante (na)scholing voor alle medewerkers en is een bron van informatie en kennis die medewerkers kunnen raadplegen om kennis en vaardigheden te vergroten. Uitwisseling en mobiliteit De Dr. Schaepmanstichting bevordert de (tijdelijke) uitwisseling van personeelsleden tussen scholen en vrijwillige/verplichte mobiliteit. Dit vanuit de wens om te komen tot evenwichtige schoolteams waarin optimaal gebruik wordt gemaakt van de competentie en talenten van medewerkers. Dit om kansen te creëren voor ons personeel om zich niet alleen continu te kunnen ontwikkelen maar ook om talent en opgedane kennis en vaardigheden in de praktijk toe te passen. Organisatiecultuur en structuur Elke school kent een eigen schoolcultuur. Schoolleiders hebben de huidige en gewenste cultuur van hun scholen in beeld en kunnen een proces in gang zetten om verder toe te werken naar een professionele cultuur die past bij de eigenheid van de school. Schoolleiders richten de schoolorganisatie zo in dat deze structuur bijdraagt aan het verzorgen van goed onderwijs en het inzetten van talent. 1.4.3.

Doorgaande ontwikkelingslijnen

Waarom willen we dit? We geloven dat kinderen ons vertrekpunt zijn. Het pedagogisch en didactisch handelen van professionals moet erop gericht zijn dat kinderen en ononderbroken ontwikkeling kunnen doormaken. Voor die ontwikkeling is een veilige omgeving een belangrijke voorwaarde. De ouders zijn partners van de professional. En als professionele organisaties moeten we met elkaar samenwerken. Waar willen we naartoe?  In 2019 zijn al onze scholen een kindcentrum;  De Dr. Schaepmanstichting realiseert kindcentra voor kinderen van 2 tot 12, met op termijn een doorgaande lijn van 0 -12. Dit realiseren we in samenwerking met de partnerorganisaties. Waar mogelijk en wenselijk doen we dit in eigen beheer.  Iedere school is een kindcentrum in een organisatorische eenheid zonder schotten, met één aansturing, en een flexibele en ontschotte inzet van personeel. Hierbij is er een ononderbroken ontwikkelingslijn voor onderwijs en ondersteuning (zorg).  In 2019 heeft de Dr. Schaepmanstichting in samenwerking met partners een ‘Commissie 1014’, die zorgdraagt voor een doorgaande lijn voor kinderen van 10 tot 14 jaar, die ondersteu10


ning nodig hebben. Tevens is de digitale overdracht georganiseerd, inclusief een eenduidige aanmeldingsprocedure betreffende de overgang van PO naar VO. Hoe komen we daar? Ontwikkeling IKC Als vertrekpunt in 2015 geeft de Dr. Schaepmanstichting in overleg met de partners de organisatie en het management van de kindcentra nader vorm. Gezamenlijk worden regelingen ontwikkeld die duidelijk maken tot welke (financiële) inbreng ieder van de partners verplicht is en hoe de verantwoordelijkheden binnen de kindcentra liggen. We streven naar kindcentra bestaande uit één organisatie, met één leidinggevende, vanuit één personeelsbeleid en financieel kader, met één pedagogisch en educatief plan en ruime dagarrangementen. Waarbij de instellingen zoveel als mogelijk onder één bestuur vallen en fysiek zijn geclusterd op één plek. Om de (financiële) kansen en risico’s in beeld te brengen wordt er in 2015 onderzoek gedaan, waarna we middels een op te stellen stappenplan, onze ambitie willen realiseren. Doorgaande lijn onderwijs en zorg Binnen de kindcentra vindt planmatige professionalisering plaats; deskundigheidsbevordering die bijdraagt aan professioneel en opbrengstgericht handelen. Daarbij wordt één zorgroute gehanteerd, waarbij we voor ieder kind een passende plek kunnen bieden. We werken planmatig aan het vergroten van de ouderbetrokkenheid. Het doel daarbij is, in partnerschap met ouders zo goed mogelijk bij de ontwikkelingsbehoefte van het kind aan te sluiten. ‘Commissie 10-14’ De Dr. Schaepmanstichting zal in samenwerking met onze partners een commissie 10-14 inrichten. Deze commissie brengt advies uit over die leerlingen bij wie in het PO getwijfeld wordt over welke vorm van V(S)O het beste bij hen past. Leerlingen vanaf groep 6 kunnen daarvoor door het PO worden aangemeld. De commissie 10-14 geeft vervolgens een ‘leidend’ advies af aan de basisschool. Handreiking advies VO Wij maken in afstemming met onze partners een plaatsingswijzer in schooljaar 2015/2016. Deze plaatsingswijzer is ervoor om het plaatsingsadvies en de integrale onderbouwing te ondersteunen. Bij het vaststellen van het juiste schooltype en mogelijke extra ondersteuning ligt de nadruk op de kwaliteit in onze scholen. Het tijdig signaleren van de leerlingen, die in het VO extra ondersteuning nodig hebben is cruciaal voor een succesvolle plaatsing. De ‘warme’ overdracht blijft naast de plaatsingswijzer van belang om onze kinderen een goede overgang naar het VO te laten realiseren. Digitale overdracht (OSO) Vanaf 2016 werken we met een digitaal overstapdossier binnen onze bestaande leerlingvolgsysteem. De nieuwe school kan op haar beurt binnen haar eigen leerlingvolgsysteem een overstapdossier via OSO opvragen. De OSO stelt vervolgens eenmalig een beveiligde verbinding tussen beide scholen beschikbaar, waarmee het dossier overgebracht wordt.

11


1.4.4.

Kwaliteitsbeleid en kwaliteitszorg

Waarom willen we dit? Het verwezenlijken van al onze ambities vraagt om een planmatige manier van werken. Deze manier draagt enerzijds bij om onze kwaliteit te verhogen en anderzijds om te verantwoorden waar wij mee bezig zijn. Deze verantwoording zijn wij verschuldigd aan onze achterban (ouders en leerlingen), onze medewerkers en externe instanties (o.a. inspectie). Waar willen we naartoe?  We werken voortdurend aan een goed systeem voor kwaliteitszorg (INK model), waarmee wij in een cyclisch proces (plan-do-study-act) aantoonbaar werken aan het optimaliseren van onze kwaliteit. We besteden daarbij ook aandacht aan het borgen van verworvenheden.  In 2019 kunnen alle scholen hun opbrengsten verantwoorden, zowel aan het bestuur als aan andere belanghebbenden, zoals ouders. Het gaat niet uitsluitend om opbrengsten op het terrein van taal en rekenen, maar ook om vaardigheden die nodig zijn in de 21e eeuw.  In 2019 handelen alle medewerkers vanuit het besef dat kwaliteit en kwaliteitszorg intrinsieke onderdelen zijn van hun professionaliteit.  In 2019 zetten we interne en externe audits in om onze kwaliteitszorg te optimaliseren. Hoe komen we daar? Plan-do-study-act De PDSA-cyclus borgt deze manier van werken door planmatig de fasen Plan-Do-Study-Act te doorlopen. Met dit principe wordt aangegeven dat voor het bereiken van een hogere kwaliteit een continue cyclus op gang moet worden gebracht van het plannen van acties, het ten uitvoer brengen van geplande acties, het onderzoeken of de resultaten van de acties werkelijk zijn zoals was beoogd, en het bijsturen of bijstellen van de uitvoering of plannen naar aanleiding van de checkresultaten.

12


Tevredenheidsonderzoek Volgens een vaste cyclus worden leerlingen, ouders en leerlingen bevraagd naar hun beleving van onze kwaliteit. De uitkomsten hiervan worden gebruikt om planmatig de kwaliteit te verhogen. Daarnaast maken we gebruik van de Risico Inventarisatie & evaluatie (RiE) om onze kwaliteit te beoordelen en vandaaruit deze te verbeteren. Audits We willen onze kwaliteitszorg optimaliseren door het inzetten van interne en externe audits. We werken hierbij volgens een vaste cyclus. Hiervoor wordt in schooljaar 2015/2016 een plan gemaakt, waarin de cyclus wordt uitgewerkt en taken en verantwoordelijkheden worden beschreven. Dit plan zal vanaf schooljaar 2016/2017 in praktijk worden gebracht.

13


2.1. Inleiding Dit hoofdstuk is dragend voor ons werk in de komende schoolplanperiode. We verantwoorden hier vanuit welke opvattingen het onderwijs verzorgd wordt. Deze opvattingen zijn gebaseerd op de visie van het bestuur en specifieker op schoolniveau door de directie en de conclusies, die we als schoolteam getrokken hebben uit de verzamelde gegevens, de informatie over nieuwe en te verwachten ontwikkelingen. Dit alles binnen de kaders van het door het bestuur vastgesteld strategisch beleid. (zie hoofdstuk 1).Daarnaast heeft de school een analyse (Beekveld & Terpstra ) uitgevoerd met betrekking tot het onderwijs op onze school. Dat heeft geresulteerd in een aantal sterke en zwakke kanten van onze organisatie en kansen en bedreigingen in de nabije toekomst. Dit overzicht is gebruikt om de best mogelijke strategische keuzes te maken voor de toekomst. 2.2 Onze missie en motto Missie: Basisschool De Borgh biedt kinderen onderwijs in een veilige omgeving waar creativiteit en zelfstandigheid centrale begrippen zijn, zodat de talenten van kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Dit doen we met bekwame en betrokken leerkrachten waarvoor De Borgh een motiverende en uitdagende werkomgeving is. Met dit onderwijs willen we bereiken dat kinderen worden voorbereid om in de moderne samenleving als verantwoordelijke, zelfstandige en creatieve wereldburgers te kunnen functioneren. We geloven in onze kernwaarden en bouwen hiermee aan de toekomst van De Borgh!

Motto van de school: Basisschool De Borgh: Creatief in ontwikkeling! 14


2.3. Onze visie In onze visie geven we aan hoe we ons onderwijs willen vormgeven. De beschreven uitgangspunten beschouwen we als kwaliteitscriteria waaraan we ons onderwijs in de komende periode willen toetsen. Visie op onderwijs en maatschappelijke positionering We hebben als school de taak talenten te ontwikkelen die het kind later als volwassene nodig heeft om goed te kunnen functioneren, in onze samenleving in de 21ste eeuw. Er is vraag naar mensen die creatief en innovatief zijn, die originele ideeën hebben. En natuurlijk mensen met sociale vaardigheden. Goede relaties, verbanden leggen en prestaties leveren, daar gaat het om. We streven naar hoge opbrengsten gelet op taal, lezen en rekenen als basisvoorwaarden om straks goed te kunnen functioneren. De Borgh wil laten zien dat meten en verbeteren uitstekend hand in hand kunnen gaan met aandacht voor de natuurlijke vermogens van de kinderen om hun talenten te ontplooien, creatief en onafhankelijk kunnen denken. Visie op ontwikkelen en leren We willen ons onderwijs zo vormgeven dat kinderen vanuit een onderzoekende houding en nieuwsgierigheid samenwerken, samen ontdekken en samen presteren. Daarbij rekening houdend met de verschillende manieren van leren van de kinderen, uitgaande van hun eigen talenten. Kinderen worden voorbereid op de arbeidsmarkt en ontwikkelen competenties waaraan behoefte is in een informatie samenleving. Die competenties worden de 21e - eeuwse vaardigheden genoemd. In onze strategische keuzes staat dit beschreven als Eigentijds onderwijs. -

Communicatie Samenwerken ICT – geletterdheid Creativiteit Kritisch denken Probleem oplossend vermogen Sociale – en culturele vaardigheden ( inclusief burgerschap).

Visie op brede school Kinderen staan centraal op basisschool De Borgh. Het pedagogisch handelen van professionals moet erop gericht zijn dat kinderen een ononderbroken ontwikkeling kunnen doormaken en daarbij is samenwerking tussen school, peuterspeelzaal en kinderopvang van belang. Kinderen moeten opgroeien, zich ontwikkelen, spelen en leren in een veilige en vertrouwde omgeving. Een omgeving waar kinderopvang en onderwijs in elkaar doorlopen.

15


Visie op schoolklimaat We beloven te werken aan een positief schoolklimaat. Een positief schoolklimaat doet leerlingen graag naar school komen. Het schoolklimaat omvat de gemeenschappelijke veronderstellingen, de waarden en normen en de gewoonten op een school. We hebben als school aandacht en zorg voor de leerlingen. We willen optimale ontplooiingskansen voor leerlingen creëren, zodat een leerling-vriendelijk klimaat ontstaat. Leerlingen die een gevoel van veiligheid hebben, eenduidige informatie ontvangen en zich betrokken voelen, voelen zich beter op school. Leerlingen krijgen de ruimte om zichzelf te zijn in de klas. Toch is het ook van belang dat kinderen en jongeren weten waar ze aan toe zijn. Leerlingen hebben behoefte aan duidelijke taal en gedragsregels. Schoolregels die in de ogen van leerlingen redelijk zijn, worden nagevolgd. Een leerlingengericht schoolreglement helpt hierbij. De leerkrachten zijn in staat de kinderen middels boeiende lessen te interesseren voor de lesstof. Afwisseling in didactische werkvormen, oog hebben voor de achtergronden, de leefwereld en de ervaringen van leerlingen zijn enkele voorbeelden om op te pakken. Leerkrachten kunnen leerlingen helpen door hen te motiveren om mee te werken aan het klimaat van de school. Een structurele leerlingenparticipatie bevordert het schoolklimaat. Inspraak en participatie - breder dan dé leerlingenraad - zorgen bij de leerlingen voor het opnemen van verantwoordelijkheden op heel uiteenlopende domeinen van leren en leven op school( Eigenaarschap). Ouders zijn een belangrijke partner Onderwijs verzorgt de school niet alleen, de ouders zijn mede- opvoeders. Ze hebben een eigen kijk op hun kind en kunnen een zinvolle bijdrage leveren aan het onderwijsproces dat op school plaatsvindt. Via de Medezeggenschapsraad en de Ouderraad vindt structureel overleg met de ouders plaats over achtereenvolgens het beleid en te organiseren activiteiten voor de kinderen. Tijdens de oudergesprekken of wanneer dit op andere momenten gewenst is, wordt met ouders of verzorgers gesproken over de ontwikkelingen van hun kind(eren). De school betrekt de ouders waar nodig bij het opstellen van individuele plannen voor hun kind(eren). Daarnaast worden ouders regelmatig gepolst naar hun mening over het te voeren onderwijsbeleid middels een informatieavond, vragenlijsten en door middel van de vragenlijst van Beekveld & Terpstra.

16


2.4. Interne en externe analyse De interne analyse heeft het volgende beeld opgeleverd: Sterke punten van onze school “Zwakke” of ontwikkelpunten van onze school De kwaliteit van ons onderwijs is zo ingericht Time management dat de kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen Ervaren team met veel aandacht voor het peTalentontwikkeling goed inzetten dagogisch handelen in combinatie met een leerklimaat waarin zelfstandigheid en creativiteit bevorderd wordt. Een schoolgebouw met goed ingerichte lokalen Techniek verder ontwikkelen en veel ruimte met extra werkplekken Veel ruimte om de school waar kinderen op Vernieuwingen vragen tijd en tijdsdruk een veilige manier kunnen spelen Laagdrempelig voor kinderen , ouders en exTe weinig gevarieerde leermiddelen en werkternen vormen Evenredige verdeling bij de leerkrachten: man- Integratie zaakvakken nen en vrouwen Leerkrachten met talenten Meer kennis over gedragsstoornissen Een open houding voor vernieuwingen Aandacht voor ICT ontwikkelingen Openheid naar ouders, leerlingen Zelfstandigheid nog meer ontwikkelen Grote betrokkenheid van ouders Time management Een combinatie van ervaring en jonge collega's Coaching en het benutten van kwaliteiten van binnen het team collega’s ( intervisie) Positieve uitstraling in de buurt Eigenaarschap leerlingen en leerkrachten Aandacht voor creativiteit en techniek Het rapport vernieuwen zodat kinderen meer betrokken worden. Zelfstandigheid van leerlingen krijgt aandacht Werken aan een andere vorm van wereldoriëntatie Gebruik van ondersteunende computerproEigenaarschap en zelfreflectie gramma’s Steeds meer getrainde Rots- en Watertrainers Inspraak van leerlingen door de leerlingenraad Taakbeleid op orde Kansen om jezelf te ontwikkelen

17


De externe analyse (kwaliteitsmeter Beekveld & Terpstra) en het inspectierapport (2013)heeft het volgende beeld opgeleverd: Kans voor onze school Aandachtspunten voor onze school Open communicatie Speeltoetsen zijn aan vernieuwing toe Laagdrempelig Concurrentie scholen in de wijk ICT middelen worden uitgebreid Leegstand aangrenzend schoolgebouw Schoolopvang , en peuterspeelzaal in één geVerkeerssituatie om school bij regenachtig bouw, korte lijnen weer Integraal Kind Centrum is goed opgezet Groeimogelijkheden Instructievaardigheden afgestemd op onderwijsbehoeften Goede contacten met ouders Goede informatievoorziening Veilige omgeving, veilig schoolklimaat Kleine school, veel oog voor individu Schoner sanitair Rots – en Water trainingen Door deze gegevens met elkaar te combineren en af te zetten tegen wat we op onze school willen realiseren zijn uit een veelheid van mogelijkheden de volgende strategische keuzes gemaakt voor de komende jaren: Onze strategische keuzes (speerpunten) voor de periode 2015 – 2019 zijn: 1. Eigentijds onderwijs: Engels, techniek, creativiteit en ICT geletterdheid Toelichting: - Samen werken - Probleemoplossend vermogen - ICT-geletterdheid - Creativiteit- Kritisch denken - Communicatie - Sociale en culturele vaardigheden 2. Sociaal en emotionele ontwikkeling Toelichting: - Deskundigheid (b.v. herkennen autisme, onderwijsbehoeften, instructiebehoeften) - Identiteit - Balans tussen didactisch en pedagogisch klimaat - Methodes en volgsysteem

18


3. Talent ontwikkeling en eigenaarschap( leerkrachten en leerlingen) Toelichting: -

Talenten leren ontdekken (voor leerkrachten, leerlingen) Coaching en begeleiding Methodes, werkvormen Rol van de ouders Werkruimtes

Eigenaarschap Toelichting: T.a.v. de leerkracht: - Verantwoordelijkheid - Motivatie - Initiatief nemen - Deskundigheidsbevordering - Zelfreflectie - De rol van de leerkracht (vernieuwend) T.a.v. de leerlingen: - Betrokkenheid - Zelf verantwoordelijk - Initiatieven mogen nemen - Probleemoplossend vermogen - Kritisch denken - In groepjes werken, of alleen (keuzes van de leerling) 4. Toetsen en rapportage Toelichting: -

nieuw rapport en inbreng leerlingen

5. Onderwijs aan het jonge kind 6. Integraal Kind Centrum ( IKC) * De strategische punten worden in hoofdstuk 6.2 uitgewerkt in de meerjarenplanning.

19


2.5. Strategische keuzes en missie en visie Missie en visie bouwen op veel punten voort op ontwikkelingen uit het verleden. In de school is dan ook al veel van wat we belangrijk vinden in ons onderwijs terug te vinden. Dit blijkt uit het volgende overzicht: Onderdelen van de visie, die reeds gerealiseerd zijn: Creativiteit: Kinderen denken zelf na over oplossingen t.a.v. onderwijs gerelateerde zaken zoals rekenen, taal e.d. maar ook bij de omgang met anderen. Ateliermiddagen vormen vast onderdeel in school. Kinderen krijgen de ruimte om op verschillende manieren creatief aan het werk te zijn. Inrichting klassen, leerlingen worden hierbij betrokken. In de onderbouw spelen kinderen niet alleen in hun eigen klas, maar ook in de open ruimtes waarin ze vrij zijn om hun spel op hun eigen manier te ontwikkelen. Zelfstandigheid: De Zelfstandigheid wordt bevorderd door kinderen te laten werken buiten de groepen aan hun lessen en het zelfplannen van opdrachten. Groepen 1,2 en 3 werken met het planbord. Groepen 4 tot 8 met een weektaak. Zelfstandig plannen van hun opdrachten en werken met gripblokjes. Inrichting van de school: Meer werkplekken om zelfstandig te kunnen werken. De bibliotheek op school biedt leerlingen de mogelijkheid om de zelfstandigheid te vergroten. Onderwijskundig: De lessen worden in principe gegeven vanuit het principe van de convergente differentiatie. Dit staat in de groepsplannen en klassenmap genoteerd. Leerkrachten hebben het overzicht over de (cognitieve) leerlingen en zijn in staat om waar nodig interventies te plegen. Ze volgen de leerlingen middels het leerlingvolgsysteem Parnassys en naar aanleiding van de methode- en niet methode gebonden toetsen. De sociale en emotionele ontwikkeling: ZIEN ( leerlingvolgsysteem op SEO gebied) wordt ingevuld. Daarnaast worden observaties door leerkrachten gedaan. We werken met de methode Kinderen En Hun Sociaal Talenten (KEHST). Er zijn openingsvieringen waarbij de regels door de hele school centraal worden gesteld. De school kent een pestprotocol, waarin opgenomen een digitaal pestprotocol en een protocol omgaan met social media. Een aantal leerkrachten heeft de opleiding tot Rots - en Watertrainer gevolgd en deze weerbaarheidstrainingen worden in groep 5 tot 8 toegepast. Er is een 0-tolerantie beleid ten aanzien van pesten of pestgedrag. Dit betekent dat signalen direct worden aangepakt. Leerlingenraad: De school kent een leerlingenraad en leerlingen worden op deze manier betrokken bij de ontwikkelingen op school. De ouders: De ouders zijn mede- opvoeders. We zien dat in gesprekken die we met ouders voeren. We vinden hun mening belangrijk en betrekken hen bij het onderwijskundig proces van hun kinderen.

20


Onderdelen van de visie, die nog niet gerealiseerd zijn: In onderstaand overzicht geven we aan hoe we op dit moment de stand van zaken ten aanzien van de hoofdpunten van de missie en visie inschatten die nog niet gerealiseerd zijn en hoe die zich verhouden tot de strategische keuzes. Aspecten van de missie/visie Relatie met strategische keuzes = Eigentijdsonderwijs: Stimuleren van creatief denken, samen werken, probleemoplossend vermogen, het kritisch denken, communicatie en sociaal culturele vaardigheden en ICT-geletterdheid

Dit komt tot uiting in de strategische keuze Eigentijds onderwijs. Dit betekent dat we op zoek gaan naar een andere manier van wereldoriëntatie en techniek. ICT geletterdheid en dit betekent het breed inzetten van moderne ICT middelen, zoals tabs en laptops die een vast onderdeel zullen worden in onze dagelijkse onderwijs praktijk. Ons onderwijs ten aanzien van wereldoriëntatie is zo ingericht dat alle aspecten van het eigentijds onderwijs daarbij aan bod komen. In 2019 zijn laptops en tabs voor iedere groep een vast onderdeel bij het lesgegeven en de leerkrachten hebben voldoende kennis om hier goed mee om te gaan. Onze school biedt leerlingen mogelijkheden om zich op gebied van techniek te kunnen ontwikkelen.

Sociale en emotionele ontwikkeling en eigenaarschap

Een veilig schoolklimaat bieden waarin leerlingen en leerkrachten betrokken en verantwoordelijk zijn, kritisch en probleemoplossend kunnen denken, initiatieven mogen nemen en de ruimte krijgen om dit samen of alleen te mogen ontwikkelen. Leerlingen en leerkrachten krijgen de ruimte om zichzelf te zijn. Een structurele leerlingenparticipatie om het positief schoolklimaat te bevorderen. Deskundigheid van leerkrachten bevorderen om de onderwijsbehoeften van kinderen goed in kaart te kunnen brengen.

Integraal Kind centrum( brede school ontwikkeling)

Directie, leerkrachten en leerlingen stellen samen gedragsregels vast. IKC verder vormgeven en borgen

’15-‘19

’15-‘19

2015-2019

21


Andere onderwerpen, die niet voortkomen uit de visie, maar die we wel willen opnemen in onze meerjaren planning. Onderwerp Waarom we dit opnemen in de meerjarenplanning 2015-2019 Rapport Vernieuwing rapport en eigenaarschap leerlingen 2015 -2019 en participatie ouders en visie creatief in ontwikkeling vraagt om een ander rapport

Rekenonderwijs

Wereldoriëntatie

ICT

Onderwijs aan het jonge kind

Engels Techniek Talentontwikkeling leerkrachten en leerlingen

Integraal kind centrum

Kwaliteitszorg en goed onderwijs vraagt om een andere manier van het aanbieden van het rekenonderwijs Het kwaliteitsonderwijs en de visie van de school vragen om een andere manier van het aanbieden van wereldoriëntatie Aanstellen coördinator ICT, Doel opzetten plan ICT voor implementatie en beleid schrijven zodat de doorgaande lijn gewaarborgd wordt dit in overleg met directie. Onze visie vraagt om een nieuwe en brede inzet van ICT en de leerkrachten worden hierin meegenomen doormiddel van scholing en actuele kennis. Implementatie visie werken met jonge kinderen Ondersteuning van externen Doorgaande lijn waarborgen Oriëntatie observatielijst groep 1 en 2 Aandacht voor rijke omgeving Oriëntatie vakgebied Engels: eventueel Engels van groep 1 tot 8 Doorgaande lijn beschrijven want techniek is de toekomst Door middel van talentontwikkeling willen we leerkrachten motiveren om gebruik te maken van elkaars talenten hierdoor samen leren en hierin samen te ontwikkelen. (Hoe? Coaching, collegiale consultatie en intervisie) Volgens een gezamenlijke visie het samenwerkingsverband tussen school, peuterspeelzaal en kinderopvang verder ontwikkelen en werken aan een doorlopende lijn en deze borgen.

2015-2019

2015-2019

2015-2019

2015-2019

2015-2019

2015-2019

2015-2019

22


2.6. Consequenties voor de meerjarenplanning

-

Verandering in taakverdeling indien nodig Verandering in formatie indien nodig Financiële begroting Professionalisering leerkrachten , IB –er en directie Aanpassing materialen( ICT), middelen en methode Prioriteiten stellen

23


3.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe het onderwijs op de school vorm gegeven wordt. We maken hierbij gebruik van onderzoek van onderwijsveranderingen die daadwerkelijk invloed blijken te hebben op de leerprestaties van leerlingen (Marzano, Fullan, Hattie e.a.) In de beschrijving van dit hoofdstuk wordt duidelijk gemaakt, hoe invulling gegeven wordt aan de wettelijke opdracht van het onderwijs rekening houdend met de missie van de school en hetgeen in de komende schoolplanperiode gerealiseerd wordt gezien de visie. Beide zijn beschreven in het vorige hoofdstuk. Een goede pedagogische benadering zorgt voor een veilige basis om leren en ontwikkelen mogelijk te maken. Omgangsvormen, respect voor anderen, burgerschap, samenwerking enz. zijn wezenlijke aspecten van ons onderwijs. 3.2. Wettelijke opdracht van het onderwijs In de wet op het primair onderwijs staat beschreven aan welke eisen het onderwijs moet voldoen. Ook de wet Passend Onderwijs stelt eisen aan de inrichting van ons onderwijs. In de hierna volgende paragrafen wordt aangegeven op welke wijze wij invulling geven aan deze wettelijke eisen. 3.2.1. Ononderbroken ontwikkeling Artikel 8 lid 1 van de wpo geeft aan: Het onderwijs wordt zodanig ingericht, dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Op onze school geven we hieraan als volgt vorm: Integraal Kind Centrum ( IKC) De Borgh in ontwikkeling Het IKC is het samenwerkingsverband tussen school, peuterspeelzaal en kinderopvang voor kinderen van 2 tot en met 12 jaar. Er is sprake van een gezamenlijke visie. We werken aan een doorlopende lijn en deze is zichtbaar in de leerlingenzorg, afstemming van activiteiten op de verschillen in ontwikkeling, afstemming en communicatie met ouders, kinderen en de wijk. De kinderen worden in het IKC uitgedaagd zich breed te ontwikkelen in een veilige en vertrouwde omgeving. School, peuterspeelzaal en kinderopvang zijn gehuisvest in één gebouw. Hierdoor is de stap naar de basisschool minder groot. Dit betekent korte lijnen met alle betrokkenen in het belang van de kinderen. Het onderwijs en de opvang zijn van hoge kwaliteit. Voor ouders is er dan geen drempel meer in de combinatie van zorg en werk Zo kunnen kinderen zich spelenderwijs ontwikkelen en worden doorgaande lijnen gewaarborgd.

24


3.2.2. Brede ontwikkeling De verstandelijke ontwikkeling en het ontwikkelen van creativiteit, het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. (brede ontwikkeling). Dit geven wij op de volgende wijze vorm: Het doel van ons onderwijs op De Borgh is dat kinderen zich ontwikkelen tot competente personen, zodat zij door te denken , voelen en handelen greep krijgen op de (sociale)wereld en daarin hun plaats kunnen bepalen. De maatschappij is voortdurend in beweging. Kinderen moeten leren hun weg te vinden in deze veranderende maatschappij. Zij moeten keuzes maken en hier de verantwoordelijkheid voor dragen. Met het geven van goed onderwijs willen we kinderen voorbereiden op de samenleving van nu en later. We vinden het belangrijk dat daarvoor onderstaande aspecten zo optimaal mogelijk ontwikkeld worden: Het cognitieve aspect: Door het aanbieden van kennis bereiden we kinderen voor op een (steeds) veranderende maatschappij. Omdat kinderen taal bij alle leergebieden nodig hebben richten we het onderwijs in Nederlandse taal zo in dat kinderen in en buiten school steeds betere taalgebruikers worden. Goed taalonderwijs draagt bij in het succes dat kinderen in het onderwijs zullen hebben en voor de plaats die ze in de maatschappij zullen innemen. Daarnaast heeft taal een sociale functie. Dat houdt onder meer in dat het onderwijs waar mogelijk uitgaat van communicatieve situaties Bij het reken-wiskunde onderwijs streven we ernaar dat kinderen zich - in de context van voor hen betekenisvolle situaties - leren om te gaan met getallen, maten, vormen, structuren en de daarbij passende relaties en bewerkingen. Dit betreft onder andere rekenwiskundige en meetkundige zegswijzen, formele en informele notaties, schematische voorstellingen, tabellen en grafieken en opdrachten voor de rekenmachine, inzicht in getallen, maatinzicht en ruimtelijk inzicht, een repertoire van parate kennis, belangrijke referentiegetallen en -maten, karakteristieke voorbeelden en toepassingen en routine in rekenen, meten en meetkunde. Meetkunde betreft ruimtelijke oriëntatie, het beschrijven van verschijnselen in de werkelijkheid en het redeneren op basis van ruimtelijk voorstellingsvermogen in twee en drie dimensies. Waar mogelijk worden onderwijsinhouden over geschiedenis, mens natuur en wereld in samenhang aangeboden, hierdoor gaan leerlingen het nog beter begrijpen. Er worden eventueel ook inhouden uit andere leergebieden bij betrokken. Te denken valt aan meten en verwerken van informatie in tabellen of grafieken (rekenen/wiskunde), teksten lezen en maken(begrijpend lezen), beelden en beeldend materiaal laten zien(kunstzinnige oriëntatie) Het creatieve aspect: We leren kinderen op nieuwe manieren over iets na te denken of op nieuwe manieren oplossingen te zoeken. We stimuleren de leerlingen om op een zelfstandige manier creatieve oplossingen te bedenken bij vraagstukken waar ze tegen aanlopen, zoals bij rekenvraagstukken, bij taaloefeningen, maar ook bij het sporten en bij het oplossen van conflicten en pesterijen. Leerlingen krijgen bij ons de ruimte om zelfstandig en op hun eigen manier zaken aan te pakken. De combinatie van zelfstandigheid en creativiteit zal nog meer aandacht krijgen op onze school, zowel in de omgang met de leerlingen als bij het organiseren van activiteiten en de keuzes van lesmethoden.

25


Het sociaal-emotionele aspect We bieden kinderen handvatten om adequaat om te gaan met zichzelf, anderen en de wereld om hen heen. Zij krijgen kennis over en inzicht in belangrijke waarden en normen en ze weten hoe daarnaar moeten handelen Het zintuiglijke aspect We bieden kinderen werkwijzen zodat zij op adequate wijze langs zintuiglijke weg informatie op kunnen nemen en verwerken We vinden het belangrijk dat een kind de tijd en ruimte te geven om bewegingen te oefenen én ervaringen op te doen met alle zintuigen Het motorische aspect We bieden bewegingsonderwijs zodat kinderen hun bewegingen kunnen aanpassen aan de situatie. Motorische competenties dragen bij aan de ontwikkeling van de ruimtelijke oriëntatie Je goed kunnen bewegen draagt ook bij aan het plezier van kinderen en heeft een positieve rol in de sociale ontwikkeling van kinderen. Daarnaast is er ook een samenhang tussen bewegen en denken.

26


3.2.3. Multiculturele samenleving Artikel 8 lid 3 WPO geeft aan: Het onderwijs: a) gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, b) is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en c) is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal. Daar zorgen we op onze school op de volgende manier voor: A: Leerlingen komen met uiteenlopende sociaal-culturele achtergronden en referentiekaders bij ons op school. Leerkrachten proberen zoveel mogelijk rekening te houden met deze verschillen. Wij bieden onderwijs dat voldoende aansluit bij de belevingswereld en een klassen klimaat creëren waarin alle leerlingen zich thuis en veilig voelen. Wij vinden het belangrijk om aandacht te besteden aan normen en waarden zoals respect en gelijkwaardigheid. B: Wat betreft het aanbod voor burgerschap besteden we aandacht aan het volgende: • Bevordering van sociale competenties • Openheid naar de samenleving en de diversiteit die daar in aanwezig is en het bevorderen van competenties voor deelname aan die samenleving. •School als oefenplaats: kinderen worden op school voorbereid om als burger deel te nemen aan de maatschappij C: Het is van belang dat “leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten Er wordt aandacht besteed aan de culturele achtergronden van eigen leerlingen, bij voorbeeld tijdens godsdienstige of culturele feesten, zoals kerst, het Suikerfeest of de ramadan. Vanuit de methode komen verschillende culturen en geloven aan de orde. D: Nederlands is de taal waarin geleerd wordt op school, de schooltaal, ongeacht de achtergronden van de kinderen. Daarbij is optimaliseren van de communicatie een belangrijk doel. Het onderwijs in Nederlandse taal is gekoppeld aan de ontwikkelingsstadia van kinderen.

27


3.3. Kerndoelen en referentieniveaus Artikel 9 lid 5 WPO geeft aan: Ten aanzien van de onderwijsactiviteiten, genoemd in het eerste tot en met vierde lid, worden bij algemene maatregel van bestuur kerndoelen vastgesteld. En in artikel 9 lid 6: Voor de school geldt de eis dat zij tenminste de kerndoelen bij haar onderwijsactiviteiten als aan het eind van het basisonderwijs te bereiken doelstellingen hanteert. Aanvullend op de kerndoelen geven de referentieniveaus en de door ons gehanteerde normen voor vaardigheidsscores, betreffende Rekenen en Taal, een specifiekere beschrijving van de onderwijsinhoud. Zij bieden daarmee heldere en concrete doelen die leraren kunnen hanteren en op basis waarvan zij de voortgang van hun leerlingen kunnen evalueren. Hierna volgt een beschrijving van de leerstofgebieden waarvoor kerndoelen geformuleerd zijn en hoe deze op onze school aan de orde komen. 3.3.1 Nederlandse taal Hieronder wordt begrepen:  Mondelinge taalvaardigheid.  Technisch lees- en luistervaardigheid  Begrijpend lees- en luistervaardigheid  Schrijfvaardigheid.  Woordenschat en taal.  Bieb in school / leesmotivatie  Schrijven  Mondelinge taalvaardigheid met de 3 sub domeinen gespreksvaardigheid, luistervaardigheid en spreekvaardigheid Algemeen: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling (of schriftelijk), gestructureerd weer te geven. 2 De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. 3 De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: In onze taalmethode “Taal Actief, 4e versie”, ”Schatkist” map Fonemisch bewustzijn / ontwikkelingsmateriaal voor taal, zijn taallessen opgenomen m.b.t. gespreksvaardigheid, luistervaardigheid en spreekvaardigheid. Deze worden door de leerlingen uitgevoerd. Hierbij komen verschillende individuele en klassikale werkvormen aan bod. De organisatie en werkwijzen die wij hiervoor hanteren zijn: Convergente differentiatie ( gr 1 en 2 met 2 aanpakken, gr 3 t/m 8 met 3 aanpakken) / kringgesprekken, vertellen / projecten / uitstapjes / toneel chamberspel voor de boekbespreking / projectweken / spreekbeurten en power point presentaties, / kinderjury / Kinderboekenweek / leerlingenraad.

28


Planning Mondelinge taalvaardig- 2015-2016 2016-2017 heid In de komende schoolplanperio- Borgen en eventueel herzien de willen wij de volgende veranderingen realiseren: de kinderjury officieel uitbreiden naar meerdere groepen Eigenaarschap van de leerlingen ontwikkelen door meer communicatieve werkvormen in te zetten Meer halvieringen en toneel waarbij leerlingen zich kunnen presenteren Afspraken en doorgaande lijn borgen Klassikale instructie door de leerkracht, rollen, spelen door de leerlingen, groeps-, klassikale-, tweetal- en individuele opdrachten. 2017-2018 Borgen en eventueel herzien



2018-2019 Borgen en eventueel herzien

Technisch leesvaardigheid

Algemeen Leerlingen lezen vloeiend en vlot : zakelijke teksten ,fictionele, verhalende en literaire teksten. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Groepen 1-2: m.b.t. de beginnende geletterdheid en het fonemisch bewustzijn. Groepen 3: m.b.t. het aanvankelijk lezen en Veilig Leren Lezen. Groepen 4 t/m 6: m.b.t. voortgezet technisch lezen en Estafette Groepen 7 t/m 8: m.b.t. het onderhoud technisch lezen. boeken uit de schoolbibliotheek / stempel-letters / digi -bordlessen school t.v: b.v Koekeloere / Schatkist /map Fonemisch bewustzijn / ontwikkelingsmateriaal voor taal / V.L.L en de bijbehorende materialen/ Estafette/ Humpie Dumpie nieuwsbegrip ( XL) De organisatie en werkwijzen die wij hiervoor hanteren zijn: Instructie volgens de methode We werken convergent in de groepen . Voor de zwakkere lezer wordt Voor-koor door lezen ingezet De technisch leescoördinator is verantwoordelijk voor, het borgen van het technisch leesbeleid en het informeren van de leerkrachten. Elk jaar worden er klassenbezoeken afgelegd in de groepen : 1 t/ 8 29


Zie borgingsdocumenten. Planning Technische leesvaardigheid 2015-2016 Borging en onderhoud van ons technisch leesbeleid. Borgingsdocument realiseren voor de groepen 3.

2017-2018 Methode taal groepen 1 en 2 implementeren en afspraken maken

2016-2017 Werken met nieuwe methode VLL groep 3 Oriëntatie taal groep 1 en 2 Afspraken kaart begrijpend lezen en luisteren waar nodig aanpassen en borgen 2018-2019 Afspraken taal en lezen waar Nodig aanpassen en borgen

 Begrijpend lees- en luistervaardigheid Met de twee sub domeinen: lezen van zakelijke teksten en lezen van fictionele, narratieve en literaire teksten. Algemeen: De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen. De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. 6 De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen. 7 De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten. 8 De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur. 9 De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen werkwijzen: We werken volgens het afspraken- en/of borgingsdocument Begrijpend Lezen. Deze hebben we in twee bouwen aangepast. Groepen 1 t/m 4: Begrijpend luisteren ( groep 4 vanaf Kerst begrijpend lezen) Groepen 5 t/m 8: Begrijpend lezen. We werken met veel verschillende materialen en bronnen, zoals: Nieuwsbegrip, Blits Studievaardigheden, Cito hulpboeken, literaire teksten, gedichten, e.d. Zie borgingsdocument De organisatie en werkwijzen die wij hiervoor hanteren zijn: We werken met 3 niveaugroepen. Zie afspraken- en/of borgingsdocument. De taakverdeling is als volgt: Zie afspraken en/of borgingsdocument voor de taakverdeling tijdens de lessen. De leescoördinator is verantwoordelijk voor, het borgen van het begrijpend luisteren leesbeleid en het informeren van de leerkrachten. Elk jaar worden er klassenbezoeken afgelegd In de groepen 1 t/m 4 worden de klassenbezoeken afgelegd door de IB-ers. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: 30


De mogelijke knelpunten zijn: De doorgaande lijn voor nieuwe leerkrachten Planning Begrijpend luisteren en 2015-2016 2016-2017 lezen Borgingsdocument onderhou- Borgingsdocument onderhouden den en eventueel aanpassen. en eventueel aanpassen. Nieuwe leerkrachten meenemen Nieuwe leerkrachten meenemen in het proces in het proces 2017-2018 2018-2019 Borgingsdocument onderhou- Borgingsdocument onderhouden den en eventueel aanpassen. en eventueel aanpassen. Nieuwe leerkrachten meenemen Nieuwe leerkrachten meenemen in het proces in het proces



Schrijfvaardigheid: het gaat om het produceren van creatieve en zakelijke teksten.

Algemeen De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen : • regels voor het spellen van werkwoorden; • regels voor het spellen van andere woorden dan werk woorden; • regels voor het gebruik van leestekens. De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur. De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur. 9 De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten De organisatie en werkwijzen die wij hiervoor hanteren zijn: Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: In onze taalmethode “Taal Actief, 4e versie”, ”Schatkist” map Fonemisch bewustzijn / ontwikkelingsmateriaal voor taal, zijn taallessen opgenomen m.b.t. schriftelijke taalvaardigheid. Deze worden door de leerlingen uitgevoerd. Hierbij komen verschillende individuele en klassikale werkvormen aan bod ;o.a. opstel maken / werkstukken maken / gedichtenwedstrijd met de kinderboekenweek Planning Schrijfvaardigheid 2015-2016 2016-2017 Doorgaande lijn waarborgen Doorgaande lijn waarborgen Gemaakte afspraken bekijken en Gemaakte afspraken bekijken en eventueel herzien eventueel herzien 2017-2018 2018-2019 Doorgaande lijn waarborgen Doorgaande lijn waarborgen Gemaakte afspraken bekijken en Gemaakte afspraken bekijken en eventueel herzien eventueel herzien

De mogelijke knelpunten zijn: - Spellingregels blijven hanteren volgens de methode 31


Planning schrijfvaardigheid

2015-2016 2016-2017 Borgen van het woordenschat Oriëntatie op een nieuw aanpak onderwijs dat in ons methode is van ons woordenschatbeleid. gewaarborgd. 2017-2018 2018-2019 Implementatie op een nieuw Borgen en afspraken herzien aanpak van ons woordenschatbeleid.



Woordenschat en taal

Algemeen De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Woordenschatlessen uit de methode: “Taal Actief” Schatkist, aanbod moeilijke woorden uit Nieuwsbegrip, woorden uit leesboeken, teksten, e.d. De organisatie en werkwijzen die wij hiervoor hanteren zijn: Dagelijks worden woorden aangeboden en uitgelegd in de groepen 1, 2 en 3 In de groepen 4 t/m/8 zijn er per thema per week 2 woordenschatlessen. Moeilijke woorden worden daarnaast gevisualiseerd in de klas. De taakverdeling is als volgt: Elke leerkracht draagt zelf bij aan de woordenschatontwikkeling conform de methode of de behoefte van de groep. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: De mogelijke knelpunten zijn: - Woordenschat komt in de methode te weinig aan bod Planning woordenschat 2015-2016 2016-2017 Borgen van het woordenschat Oriëntatie op een nieuw aanpak onderwijs dat in ons methode is van ons woordenschatbeleid. gewaarborgd. 2017-2018 2018-2019 Implementatie op een nieuw Borgen en afspraken herzien aanpak van ons woordenschatbeleid.

32




Bieb in school / leesmotivatie

Algemeen:

De Bibliotheek op school Met de Bibliotheek op school werken bibliotheken en scholen structureel samen aan taalontwikkeling, leesbevordering en mediawijsheid van kinderen. Doel is kinderen te stimuleren om meer te lezen, op school en thuis. Met de Bibliotheek op school gaan school en bibliotheek een meerjarige samenwerking aan rondom lezen en mediawijsheid:      

die vanuit een strategische netwerksamenwerking geborgd is in het beleid van school en bibliotheek; waarbij een actuele en gevarieerde collectie in de school zorgt voor een verrijking van het leesonderwijs; waarbij een professionele leesconsulent van de bibliotheek een adviserende en ondersteunende rol vervult voor de leescoördinator en het team van de school. waarbij jaarlijks doelen worden bepaald op basis van gemonitorde resultaten. waarbij jaarlijks alle activiteiten worden vastgelegd in een lees – en mediaplan waarbij een digitaal portal helpt bij het zoeken en registreren van boeken, het stimuleren van lezen, het bijhouden van de leeshistorie en het vinden van betrouwbare informatie

Materialen Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: De bieb (boeken/kasten/uitleensysteem enz.) www.schoolwise.nl Handleiding Schoolwise (googledrive afblijven) Voorleesstoel + leesplekken(wordt nog gemaakt) De organisatie en werkwijzen die wij hiervoor hanteren zijn: Contact met leesconsulent Biebmoeders Iedere dag is de bieb open van 8.30u-9.00u en van 13.00u-13.30u De leescoördinator neemt initiatief tot het organiseren van onderstaande activiteiten, houdt het team op de hoogte van vernieuwingen Activiteiten: Kinderboekenweek, Voorleeswedstrijd, Nationale voorleesdagen + ontbijt. Projectpakketen aanvragen. De taakverdeling is als volgt: De leescoördinator is contactpersoon biebmoeders en leesconsulent en verantwoordelijk voor de organisatie van de leesactiviteiten.

33


De mogelijke knelpunten zijn: - Financiën Planning Bibliotheek op school



2015-2016 Verdere implementatie van het “makkelijk lezen plek”. Groep overstijgende leesactiviteiten. Meer inhoud geven aan de leesactiviteiten. Boekentips/leestips tijdens bouwvergaderingen na een netwerkbijeenkomst. Leesplekken realiseren op het podium/bieb verder aankleden.

2016-2017 Volgens plan Biliotheek op school bieb actueel houden Evaluatie Beleid: beschrijven hoe we gelden kunnen organiseren voor nieuwe boeken( bijvoorbeeld door sponsering)

2017-2018 Volgens plan Biliotheek op school bieb actueel houden Evaluatie Beleid: beschrijven hoe we gelden kunnen organiseren voor nieuwe boeken( bijvoorbeeld door sponsering

2018-2019 Volgens plan Biliotheek op school bieb actueel houden Evaluatie Beleid: beschrijven hoe we gelden kunnen organiseren voor nieuwe boeken( bijvoorbeeld door sponsering

Schrijven

Algemeen: De leerlingen schrijven in een leesbaar handschrift en krijgen plezier in schrijven. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Methode Pennenstreken / vulpennen / potloden / letters / werkbladen / senso-motoriek materiaal bij de onderbouw De organisatie en werkwijzen die wij hiervoor hanteren zijn: Werken met methodeschrijfschriften. Het zijn veelal lessen die beginnen met een klassikale instructie, waarna de leerlingen zelfstandig aan de slag gaan met het schrijven van de bladzijde. In de onderbouw wordt er veel aandacht besteed aan de beginnende schrijfvaardigheid en de fijne motoriek o.a.letters schrijven in de zandtafel, klei, scheerschuim etc.. / De taakverdeling is als volgt: We hebben geen schrijf-coördinator. Elke leerkracht is zelf verantwoordelijk voor het geven van de lessen. De mogelijke knelpunten zijn: - Er zijn geen duidelijk beschreven afspraken over het schrijfonderwijs, deze worden beschreven in de komende schoolplanperiode.

34


Planning Schrijven

2015-2016 Plan van aanpak voor verbeteren van het schrijfonderwijs. Met behulp van een externe deskundige.

2016-2017 Naar aanleiding van het plan vervolgstappen bepalen Doorgaande lijn schrijven borgen in afsprakenkaart



Samenvatting te realiseren veranderingen Nederlandse taal ( zie hoofdstuk 6.2 veranderonderwerp/ strategische keuze) 3.3.2 Engelse taal Algemeen: Beheersing van de Engelse taal wordt voor iedereen steeds belangrijker door de toenemende internationalisering, groeiende mobiliteit en de uitbreidende mogelijkheden om te communiceren via nieuwe media. Het doel van Engels is om een eerste basis te leggen om te kunnen communiceren met moedertaalsprekers of anderen die buiten de school Engels spreken De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten, ook leren ze in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen ene attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal. Ze leren de schrijfwijze van enkelvoudige woorden over alledaagse onderwerpen. Leerlingen leren om woordbetekenissen en schrijfwijzen van Engelse woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Leerjaar 7 en 8 Methode: Real English: Let’s do it. De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: Deze methode richt zich op een grote variatie aan werkvormen en leeractiviteiten. De leerstof en de manier waarop deze wordt verwerkt doen een beroep op zowel het imitatie-als het creativiteitsvermogen van de leerlingen. Het sluit aan bij de kerndoelen. De methode legt een basis voor de ontwikkeling van communicatieve vaardigheden en het legt de grondslag voor een elementair grammaticaal-structureel inzicht en een voldoende woordenschat. Iedere week krijgen de leerlingen van groep 7 en 8 een half uur Engelse les. Daarbij wordt klassikaal les gegeven, maar wordt wel rekening gehouden met tempoverschillen. Ook heeft de ene leerling al een grotere woordenschat dan de ander, waardoor de beginsituatie sterk kan verschillen. We proberen hiermee zo veel mogelijk rekening te houden tijdens de lessen.

35


In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: Een nieuwe methode voor Engelse les om een eerste basis te leggen om te kunnen communiceren met met moedertaalsprekers of anderen die buiten de school Engels spreken.

Planning Engels

2015-2016 2016-2017 Oriëntatie op methode voor Aanschaf nieuwe methode en meerdere jaargroepen in combi- afspraken maken natie met wereld oriëntatie 2017-2018 Borgen in afsprakenkaart

2018-2019

3.3.3 Rekenen/wiskunde Het gaat hierbij om de volgende domeinen:  Getallen  Verhoudingen  Meten en Meetkunde  Verbanden Algemeen: We willen dat kinderen geleidelijk vertrouwd raken met getallen, maten, vormen, structuren en de daarbij passende relaties en bewerkingen. Ze leren ‘wiskundetaal’ gebruiken en worden ‘wiskundig geletterd’ en gecijferd. De wiskundetaal betreft onder andere rekenwiskundige en meetkundige begrippen, formele en informele notaties, schematische voorstellingen, tabellen en grafieken en opdrachten voor de rekenmachine. ‘Wiskundig geletterd’ en gecijferd betreft onder andere samenhangend inzicht in getallen, maatinzicht en ruimtelijk inzicht, een repertoire van parate kennis, belangrijke referentiegetallen en -maten, karakteristieke voorbeelden en toepassingen en routine in rekenen, meten en meetkunde. Meetkunde betreft ruimtelijke oriëntatie, het beschrijven van verschijnselen in de werkelijkheid en het redeneren op basis van ruimtelijk voorstellingsvermogen in twee en drie dimensies. 

Getallen / verhoudingen /Meten en Meetkunde / Verbanden

Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Groepen 1 en 2: Schatkist en Map gecijferd bewustzijn Groepen 3 t/m 8: De methode wereld in getallen Groep 3: een leerlingenboek, drie werkboeken, kopieerbladen, computerprogramma, twee handleidingen. Groep 4 t/m 8: twee leerlingenboeken, een werkboek, twee handleidingen, computerprogramma, antwoordenboeken. ( in groep 7 twee werkboeken.) 36


Als aanvulling maken we gebruik van Maatwerk, Pluswerk rekenen, Met sprongen vooruit, Ambrasoft, rekenspellen, Acadin en Rekentijgers, compacten en verrijken volgens de richtlijnen van het SLO en andere hulpmiddelen uit de orthotheek. De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: Groepen 1 en 2: Schatkist en Map gecijferd bewustzijn : Groepen 1 en 2 werken per schooljaar minimaal aan vier thema’s. De thema’s wisselen per schooljaar en duren drie weken. In een portfolio worden de thema’s en resultaten bijgehouden. Er wordt veel met concrete- / ontwikkelingsmaterialen gewerkt, waar men in groep 1 voornamelijk handelend bezig is, wordt er in groep 2 ook aandacht besteed aan de cijfermuur, werken op werkbladen en het schrijven van de cijfers. Verder spelen binnen de dagelijkse werkelijkheid van de kleuterklas afspraken over aantallen, tijd en ruimte een belangrijke rol. Groepen 3 tm 8: De Wereld in getallen: Er wordt binnen de methode gewerkt tijdens de dagelijkse rekenlessen. De taken in het boek zijn verdeeld in blokken rondom een bepaald thema. Er zijn twee soorten taken te onderscheiden: de projecttaak en de rekentaak. Een rekentaak is verdeeld in een leerkracht gebonden deel en een deel waarbij de leerlingen de instructie zoveel mogelijk zelfstandig verwerken. Daarnaast zijn er leerlingen die remediëren met behulp van de methode Maatwerk of juist gaan compacten /verrijken volgens de richtlijnen van het SLO. Indien nodig kan in overleg met de IB-er en in samenspraak met de ouder/verzorgers gekozen worden voor een individuele leerlijn. We werken volgens convergente differentiatie. (drie niveaugroepen). Iedere rekenles start met automatiseringsoefeningen. Planning Rekenen

2015-2016 Implementatie nieuwe rekenmethode Monitoren tussentijds 2017-2018 Afsprakenkaart bespreken en waar nodig aanpassen Aandachtspunt rekenen groepen 1 en 2

2016-2017 Borgen afspraken in afsprakenkaart rekenen Aandachtspunt rekenen groepen 1 en 2 2018-2019 Afsprakenkaart rekenen waar nodig aanpassen en borgen

Samenvatting te realiseren veranderingen Rekenen. Het Kader rekenen wordt beschreven in hoofdstuk 6.2 strategische keuze/ veranderingsonderwerp.

37


3.3.4 Oriëntatie op jezelf en de wereld: sociaal – en emotionele ontwikkeling Hieronder wordt begrepen:  Mens en samenleving  Natuur en techniek  Ruimte  Tijd 

Mens en samenleving; sociaal en emotionele ontwikkeling

Algemeen In dit leergebied oriënteren leerlingen zich op zichzelf, op hoe mensen met elkaar omgaan, hoe ze problemen oplossen en hoe ze zin en betekenis geven aan hun bestaan. Leerlingen oriënteren zich op de natuurlijke omgeving en op verschijnselen die zich daarin voordoen. Leerlingen oriënteren zich ook op de wereld, dichtbij, veraf, toen en nu en maken daarbij gebruik van cultureel erfgoed. Kinderen zijn nieuwsgierig. Ze zijn voortdurend op zoek om zichzelf en de wereld te leren kennen en te verkennen. Die ontwikkelingsbehoefte is een aangrijpingspunt voor dit leergebied. Tegelijk stelt de samenleving waarin kinderen opgroeien haar eisen. Kinderen vervullen nu en straks taken en rollen, waarop ze via onderwijs worden voorbereid. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Naast het pestprotocol werken met het project: “De gouden weken” en daarnaast maken we gebruik van het leerlingvolgsysteem ZIEN( groepen 1 en 2) en vullen we 1 x per jaar vanaf groep 4 het sociogram in. De methode kinderen en hun sociale talenten neemt een centrale plaats in. De observatie lijst van Schatkist met als onderdeel sociaal emotionele ontwikkeling wordt 1 x per jaar ingevuld. Hellig Hart (2006) SEO: Kinderen en hun sociale talenten ZIEN Schoolcontactpersoon De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: De gouden weken worden de eerste weken aan het begin van het nieuwe schooljaar ingezet om een fundament neer te zetten voor een goede groepsvorming. Minimaal eens per week geeft iedere groepsleerkracht een les uit de methode Kinderen en Hun Sociale Talenten in combinatie met een catechese les. Daaraan gekoppeld hebben we een halviering waarbij we iedere keer een nieuwe schoolregel centraal stellen. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: Methode KST ook invoeren in de groepen 2,4,6,8 Visie op identiteit verder door ontwikkelen Doorgaande lijn Zien bewaken Vieringen verder door ontwikkelen en borgen.

38


Planning Mens en samenleving

2015-2016 Pestprotocol aanpassen en naleven Aanstellen coördinator SEO Aandacht SEO lessen in groep 1 en 2 Verdere implementatie Gouden weken. Ontwikkeling ZIEN en sociogram meer actie opzetten. Vieringen verder ontwikkelen Visie op identiteit door ontwikkelen 2017-2018 Afspraken borgen en naleven ZIEN Evaluatie van gemaakte afspraken en eventueel herzien Pestprotocol aanpassen en naleven

2016-2017 Afspraken borgen en naleven ZIEN Evaluatie van gemaakte afspraken en eventueel herzien Pestprotocol aanpassen en naleven

2018-2019 Afspraken borgen en naleven ZIEN Evaluatie van gemaakte afspraken en eventueel herzien Pestprotocol aanpassen en naleven

In de meerjarenplanning in hoofdstuk 6 staat het kader sociaal emotionele ontwikkeling uitgewerkt. 

Natuur en techniek

Algemeen De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende

Leerlingen leren planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind. De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon, seizoenen en dag en nacht veroorzaakt. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: In de groepen 3 tot 8 wordt gebruik gemaakt van de methode Natuurlijk. In de groepen 1 en 2 wordt gebruik gemaakt van de informatieboeken serie de Kijkdoos. Daarnaast wordt regelmatig gebruik gemaakt van het aanbod van school TV in de groepen 1 tot 8. Techniek sluit in de methode Natuurlijk vooral aan bij thema’s uit de niet levende natuur en speciaal bij de practicumlessen. 39


Voor het onderdeel Techniek maken we gebruiken van de Techniektorens en de methode Natuurlijk. De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: In groep 1 en 2 wordt thematisch gewerkt, uitgangspunt daarbij is de eigen belevingswereld, de ervaring en de waarnemingen die bij voorkeur niet uitsluitend kijken betekenen maar ook voelen, tillen, ruiken, bewegen aanraken, betasten, luisteren. De leerlingen leren stap voor stap de wereld om zich heen kennen en kunnen relaties leggen met ruimte en tijd, met menselijk gedrag, met de natuur en het natuurkundig gebeuren, en met de kijk van het kind op zichzelf, bij het leren zien van oorzaak en gevolg en bij het veroveren van taal als communicatiemiddel. Groep 3 t/m 8 De lessen uit de methode worden klassikaal geïntroduceerd en zelfstandig of in groepjes verwerkt. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: Oriëntatie nieuwe methode: Wereldoriëntatie Combinatie van aardrijkskunde/ geschiedenis/ biologie/ techniek Planning Natuur en techniek

2015-2016 Oriëntatie nieuwe methode / of werkwijze die past bij Eigentijds onderwijs 2017-2018 Borgen afspraken en zo nodig bijstellen

2016-2017 Implementatie nieuwe methode en afspraken maken 2018-2019 Borgen afspraken en zo nodig bijstellen

Mogelijk knelpunt: De kans dat er andere prioriteiten gesteld worden waardoor de ontwikkeling van de WO vakken uitgesteld wordt. 

Tijd

Algemeen De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige

De leerlingen leren gebruik maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren. De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.

40


Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: De methode Bij de Tijd van groep 5 tot en met 8. Daarnaast wordt regelmatig gebruik gemaakt van School TV van de groepen 1 tot 8. De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: In groep 1 - 4 wordt thematisch gewerkt, uitgangspunt daarbij is de eigen belevingswereld. Regelmatig wordt er aandacht besteed van het tijdsaspect heden en verleden. Groep 5 t/m 8 De lessen uit de methode worden klassikaal geïntroduceerd en zelfstandig of in groepjes verwerkt. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: Oriëntatie nieuwe methode: Wereldoriëntatie Combinatie van aardrijkskunde/ geschiedenis/ biologie/ techniek Planning Tijd


2016-2017 Implementatie nieuwe methode en afspraken maken 2018-2019 Borgen afspraken en zo nodig bijstellen

Mogelijk knelpunt: De kans dat er andere prioriteiten gesteld worden waardoor de ontwikkeling van de WO vakken uitgesteld wordt.  Ruimte Algemeen: ren de ruimtelijke inrichting van de eigen De leerlingen leren de omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. De leerlingen leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/werden om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken. De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren. De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Leerjaar 5 t/m 8 Methode Hier en Daar. De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: In groep 1 - 4 wordt thematisch gewerkt, uitgangspunt daarbij is de eigen belevingswereld. Regelmatig wordt er aandacht besteed aan de manier waarop mensen de ruimte om zich heen inrichten. 41


Groep 5 t/m 8 De lessen uit de methode worden klassikaal geïntroduceerd en zelfstandig of in groepjes verwerkt. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: Oriëntatie nieuwe methode: Wereldoriëntatie Combinatie van aardrijkskunde/ geschiedenis/ biologie/ techniek Mogelijk knelpunt: De kans dat er andere prioriteiten gesteld worden waardoor de ontwikkeling van de WO vakken uitgesteld wordt. Planning ruimte


2016-2017 Implementatie nieuwe methode en afspraken maken 2018-2019 Actueel houden afspraken

3.3.5 Kunstzinnige oriëntatie Algemeen De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed. D.m.v. kunstzinnige oriëntatie maken kinderen kennis met kunstzinnige en culturele aspecten in hun leefwereld. Kinderen maken kennis met die aspecten van cultureel erfgoed waarmee mensen in de loop van de tijd vorm en betekenis hebben gegeven aan hun bestaan. Wij vinden het belangrijk dat kinderen kennis verwerven van de hedendaagse kunstzinnige en culturele diversiteit. Dit vindt zowel op school plaats, als via regelmatige interactie met de (buiten)wereld. Kinderen leren zich aan de hand van kunstzinnige oriëntatie open te stellen: ze kijken naar schilderijen en beelden, ze luisteren naar muziek, ze genieten van taal en beweging. Kunstzinnige oriëntatie is er ook op gericht bij te dragen aan de waardering van leerlingen voor culturele en kunstzinnige uitingen in hun leefomgeving. Ze leren daarnaast zichzelf te uiten met aan het kunstzinnige domein ontleende middelen: • ze leren de beeldende mogelijkheden van diverse materialen onderzoeken aan de hand van de aspecten kleur, vorm, ruimte, textuur en compositie; • ze maken tekeningen en ruimtelijke werkstukken; • ze leren liedjes en leren ritme-instrumenten te gebruiken als ondersteuning bij het zingen; • ze spelen en bewegen. Waar mogelijk worden daarbij onderwerpen gebruikt die samenhangen met die uit andere leergebieden. Het onderwijs wordt daardoor meer samenhangend en mede daardoor betekenisvoller voor leerlingen. Maar voorop staat natuurlijk de authentieke bijdrage van kunstzinnige oriëntatie aan de ontwikkeling van kinderen. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: De methode;” Moet je doen” en de techniektorens. We gebruiken deze tijdens de lessen van kunstzinnige oriëntatie. De materialen van de techniektorens zijn duurzaam en voldoen aan de kerndoelen. Verder gebruiken wij het tijdschrift ‘knutselkunst’. Dit tijdschrift introduceert kunste42


naars en hun werk, op deze manier wij kunst dichter bij de kinderen. We leren de kinderen verschillende technieken aan. Daarbij gebruiken wij: kosteloos materiaal, verf, papier-maché, klei enzovoort. We hebben een vakleerkracht muziek zij zorgt voor het muzikale jaarprogramma. De lessen bevatten zingen, omgang met instrumenten en theoretische muzikale kennis. De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: Op het rooster staat iedere week een les kunstzinnige vorming gepland, hierbij gebruiken we verschillende methodes en materialen. Tijdens een aantal blokken ateliermiddagen worden technieken aangeleerd waarbij de groepen 5 t/m 8 en de groepen 1 t/m 4 elkaar helpen en stimuleren onder leiding van leerkrachten en ouders. Bij deze ateliermiddagen schaken wij ook hulp in van vakdocenten zoals crea en de sportopleiding. Verder hebben we contacten met verschillende instanties om zo ook buiten school te kunnen kijken en leren. De ateliermiddagen worden afgesloten met een tentoonstelling van door de kinderen gemaakte werkstukken/optredens. De gemeente Hengelo subsidieert elke jaar een project binnen kunstige vorming waar we als school zijnde aan deelnemen. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: Bewaken en nog beter doorvoeren van een doorgaande lijn muziek en beeldende vorming groep 1 t/m 8. Het implementeren van de materialen uit de techniektorens in de lessen van kunstige oriëntatie. Integratie binnen alle vakgebieden Het inzetten van instanties om de kinderen op een andere manier naar kunst te gaan bekijken en dit ook te beleven. Meer aandacht voor het onderdeel techniek , hiervoor een doorgaande lijn opzetten en dit implementeren in onze dagelijkse praktijk

43


Planning Kunstzinnige oriëntatie 2015-2016 2016-2017 Beter implementeren van de Borgen doorgaande lijn techniek materialen uit de techniek to- Afspraken zo nodig herzien. rens in de lessen kunstzinnige oriëntatie en techniek. Integratie binnen alle vakgebieden. Deelname projectweken Bewaken en nog beter doorvoeren van een doorgaande lijn muziek en beeldende vorming groep 1 t/m 8. Het inzetten van instanties om de kinderen op een andere manier naar kunst te gaan bekijken en dit ook te beleven. Meer aandacht voor het onderdeel techniek , hiervoor een doorgaande lijn opzetten en dit implementeren in onze dagelijkse praktijk 2017-2018 2018-2019 Ateliermiddagen en deelname Ateliermiddagen en deelname projectweken projectweken Borgen doorgaande lijn techniek Borgen doorgaande lijn techniek Afspraken zo nodig herzien. Afspraken zo nodig herzien.

44


3.3.6 Bewegingsonderwijs Algemeen De leerlingen leren op een verantwoorde manier deel te nemen aan de omringende bewegingscultuur en leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren. De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden. Belangrijk is dat kinderen veel bewegen. Dat zien we bijvoorbeeld op het schoolplein tijdens het buitenspelen en tijdens onze bewegingslessen. Het behouden van die actieve leefstijl is een belangrijke doelstelling van dit leergebied. Om dat doel te bereiken leren kinderen in het bewegingsonderwijs deelnemen aan een breed scala van bewegingsactiviteiten, zodat ze een ruim ‘bewegingsrepertoire’ opbouwen. Dat repertoire bevat motorische aspecten, maar ook sociale vaardigheden. Leerlingen ervaren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen in aansprekende bewegingssituaties. Het gaat daarbij om bewegingsvormen als balanceren, springen, klimmen, schommelen, duikelen, hardlopen en bewegen op muziek. En om spelvormen als tikspelen, doelspelen, spelactiviteiten waarbij het gaat om mikken, jongleren en stoeispelen. Vanuit dit aanbod zullen kinderen zich ook kunnen oriënteren op de buitenschoolse bewegings- en sportcultuur en de meer seizoengebonden bewegingsactiviteiten. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Alle materialen die aanwezig zijn in de gymzaal. Ook de materialen standaard aanwezig in de speelzaal van de school. De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: Voor de groepen 1 en 2: Bij mooi weer: vrij spel of geleid spel buiten en bij slecht weer geleide gymles of vrij spel in de speelzaal. Voor de groepen 3 t/m 8: 1 toestel les en 1 spel les in de week in de gymzaal ( 45 minuten per les). De groepen 3 t/m 6 krijgen daarbij 3 gymlessen per jaar die door Hengelo Sport georganiseerd worden. De groepen 6, 7 en 8 doen mee aan de schoolsporttoernooien op een aantal woensdagmiddagen ( voetbal, handbal, CMV). Deze worden georganiseerd onder auspiciën van Hengelo Sport. De groepen 5 t/m 8 zwemmen in de bij het Twentebad volgens een vaststaand rooster. Deze lessen worden ook georganiseerd onder auspiciën van Hengelo Sport. We gebruiken voor onze lessen de methodes: Basislessen bewegingsonderwijs, lessen op internet en het bronnenboek spel en bronnenboek toestellen. De groepen 1 en 2 maken gebruik van de map met lessen n.a.v. het pilotproject van Hengelo Sport waaraan we hebben meegedaan in het kader van het ontwikkelen voor gymlessen voor de groepen 1 en 2. In april organiseert de sportcommissie van De Borgh de Koningsspelen. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: We willen de lessen van de groepen 1 en 2 borgen en meer inzetten op de doorgaande lijn in de lessen van de groepen 3 t/m 8. Door meer nieuwe lessen te borgen krijgen de kinderen een variatie aan gymlessen waarbij de vaardigheden worden aangeboden.

45


Samenvatting van te realiseren veranderingen bewegingsonderwijs Planning bewegingsonderwijs 2015-2016 2016-2017 Doorgaande lijn bewegingson- Implementatie en borgen derwijs groepen 1 tot 8 beschrijven waarbij toestellen worden ingezet Coördinator bewegingsonderwijs noemen in taakbeleid 2017-2018 2018-2019 Afspraken doornemen actueel Afspraken doornemen actueel houden en eventueel bijstellen houden en eventueel bijstellen

3.4. Kinderen met extra ondersteuningsbehoeften. Artikel 8 WPO geeft aan: Ten aanzien van leerlingen die extra ondersteuning behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling. En verder: De scholen voorzien in een voortgangsregistratie omtrent de ontwikkeling van leerlingen die extra ondersteuning behoeven. In ons school ondersteuningsprofiel hebben wij in kaart gebracht wat wij aan mogelijkheden, grenzen en ambities hebben ten aanzien van de ondersteuning van leerlingen met extra onderwijsbehoeften. Elke leerling is echter uniek, dus zullen we altijd per leerling nagaan welke onderwijsbehoeften de leerling heeft en of en hoe wij daar aan kunnen voldoen. Indien nodig kunnen wij voor extra ondersteuning een beroep doen op het samenwerkingsverband passend onderwijs in onze regio. In het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband staat beschreven welke ondersteuning alle scholen zelf moeten bieden (basisondersteuning) en voor welke ondersteuning, onder welke voorwaarden, we bij het samenwerkingsverband terecht kunnen. Alvorens we hulp van buitenaf inroepen gaan we aan de slag binnen onze eigen mogelijkheden. We geven hierna beknopt weer op welke wijze de structuur op onze school functioneert: Op De Borgh vinden wij het belangrijk dat kinderen zich zo optimaal mogelijk ontwikkelen met de mogelijkheden die ze hebben. Daarom volgen we nauwgezet de ontwikkeling van de leerling, waarbij gekeken wordt naar leeropbrengsten en de sociale en emotionele ontwikkeling. Alle kinderen hebben ondersteuning nodig, de een misschien wat meer dan de ander. Kinderen die moeilijker leerstof op kunnen nemen, krijgen mogelijkheden om zich verder te ontwikkelen, kinderen die ergens moeite mee hebben, krijgen extra hulp of een aangepaste leerweg. De zorg op maat wordt zo veel mogelijk binnen de groep uitgevoerd. Kinderen profiteren op die manier zo veel mogelijk van de instructie die geboden wordt.

46


Schema handelingsgericht en opbrengstgericht werken

De Borgh,als school van de dr Schaepmanstichting, werkt volgens de I- zorg route De I-zorgroute is een ontwikkeling waarbinnen het opbrengst gericht en handelingsgericht werken centraal staat. Dit betekent dat we duidelijke (hoge) doelen stellen en aansluiten bij de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. We stellen dus elke keer de vraag: Wat heeft een kind nodig om optimaal te kunnen leren? Om dit goed te kunnen organiseren, maken de leerkrachten groepsplannen waarbij de groep wordt verdeeld in: 1. De instructie afhankelijke groep, dit zijn leerlingen die naast de normale instructie een verlengde instructie krijgen: Aanpak 1 2. De instructie gevoelige groep, dit zijn leerlingen die de normale instructie volgen 3. De instructie onafhankelijke groep, dit zijn leerlingen die met weinig uitleg aan het werk kunnen Groepsbespreking en schoolondersteuningsteam(SOT) We houden 3x per jaar een groepsbespreking . Bj de groepsbespreking zit de leerkracht en de intern begeleider. In de groepsbespreking worden zowel de groep als de leerlingen besproken op leerprestaties en welbevinden. Mocht er een hulpvraag zijn betreffende een leerling, dan wordt deze besproken in het Schoolondersteuningsteam. Het SOT bestaat uit een orthopedagoog, de schoolverpleegkundige en de schoolmaatschappelijk werkster de intern begeleider , en de leerkracht . Samen met ouders , wordt bekeken wat de beste aanpak is voor het kind.

47


De organisatie en de werkwijze die wij hanteren We werken met een Topklas en verrijking binnen de groep. Een toelatingscommissie besluit of kinderen worden toegelaten tot de buitenschoolse opvang van de Dr. Schaepmanstichting waaronder ook de Borgh valt. Binnen de groepen werken we met convergente differentiatie en dit betekent dat leerlingen in groepen worden verdeeld. De kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong krijgen meer uitdagende leerstof binnen de groep aangeboden. Zo blijven ze bij de groep en vormen ze geen uitzondering.

3.5 Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong Op onze school zien we kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. Wij vinden het belangrijk dat ook deze leerlingen zich ontwikkelen op hun niveau en ook voldoende uitdaging blijven houden. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Compactboekje en plusboeken vanuit de methode, taaltoppers en rekentijgers. Acadin en we laten kinderen informatie presenteren rond een bepaald onderwerp. De organisatie en de werkwijze die wij hanteren We werken met een Topklas en verrijking binnen de groep. Een toelatingscommissie besluit of kinderen worden toegelaten tot de buitenschoolse opvang van de Dr. Schaepmanstichting waaronder ook De Borgh valt. Binnen de groepen werken we met convergente differentiatie en dit betekent dat leerlingen in groepen worden verdeeld. De kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong krijgen meer uitdagende leerstof binnen de groep aangeboden. Zo blijven ze bij de groep en vormen ze geen uitzondering.

Planning

2015-2016 Met ingang van dit schooljaar wordt een leerkracht binnen de school opgeleid tot specialist begaafdheid en excellentie’. Deze opleiding duurt twee jaar. Daarnaast krijgen alle leerkrachten een opfriscursus zodat zij leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong kunnen signaleren en begeleiden in de groep. De specialist volgt de nieuwste ontwikkelingen en zorgt dat het team hiervan op de hoogte wordt gesteld. Daarnaast ziet zij het als haar taak collega’s te enthousiasmeren. Opleiding specialist begaafdheid en excellentie.

2016-2017 Tweede jaar opleiding tot specialist begaafdheid en excellentie. De specialist volgt de nieuwste ontwikkelingen en zorgt dat het team hiervan op de hoogte wordt gesteld. Afspraken over welke kinderen, materialen, doorgaande lijnen. Plan kinderen met ontwikkelingsvoorsprong

48


2017-2018 De specialist volgt de nieuwste ontwikkelingen en zorgt dat het team hiervan op de hoogte wordt gesteld. Implementatie begeleiding kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong.

2018-2019 De specialist volgt de nieuwste ontwikkelingen en zorgt dat het team hiervan op de hoogte wordt gesteld. Borgen afspraken kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong.

De mogelijke knelpunten zijn Personele en financiële mogelijkheden. Cultuuromslag bij de groepsleerkrachten m.b.t. omgang met verschillen in de groep. Hoe wensen gerealiseerd kunnen worden m.b.t. de nieuwste ontwikkelingen.

3.5. Consequenties voor de meerjarenplanning Planning 2015-2016 2016-2017 Invoeren toetsen in Parnassys ICT betrekken bij leerlingenzorg Monitoren: kijken wat mogelijk Monitoren is en kijken naar kansen om Afsprakenkaart herzien Resultaten nog meer te verbete- Invoeren en borgen nieuwe ren. Goede vervolgstappen be- plannen groepen 1 en 2 palen. Klassenbezoeken Afspraken kaart herzien : groeps Coaching – planning en evaluatie Inspectie indicatoren bekijken en zo nodig actie op zetten Oriëntatie op nieuwe plannen groepen 1 en 2 Klassenbezoeken Coaching 2017-2018 Afspraken kaart herzien Monitoren Coaching

2018-2019 Afspraken kaart herzien Monitoren Coaching

49


4.1. Inleiding De zorg voor personeel is cruciaal voor de kwaliteit van het onderwijs. Op bovenschools niveau is het personeelsbeleid beschreven in het integraal personeelsbeleidsplan. Daarin is ook opgenomen op welke manier we de wettelijke eis vormgeven met betrekking tot evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende taken. Marzano c.s. geven aan, dat de factor “collegialiteit en professionaliteit” dragend is voor schoolontwikkeling. Op onze school streven we collegialiteit na, die zich uit in gedrag zoals door Fullan en Hargreaves omschreven:  Oprechte interacties, die beroepsmatig van aard zijn  Het openlijk met elkaar delen van successen, mislukkingen en fouten  Het tonen van respect voor elkaar  Het constructief analyseren en bekritiseren van praktijken en procedures. ‘Levenslang leren’ geldt zeker voor de beroepsgroep van leraren. De ontwikkelingen en mogelijkheden volgen elkaar wat dat betreft in snel tempo op. Het is dus erg belangrijk de juiste keuzes te maken. Uitgangspunt bij die keuzes is het gezamenlijk vastgestelde beleid, zoals verwoord in dit schoolplan. Kenmerkend voor de wijze waarop professionalisering vormgegeven zal worden is, dat gebruik gemaakt wordt van ‘leren van en met elkaar’ rechtstreeks gekoppeld aan de dagelijkse praktijk. Dit kan invulling krijgen binnen het team, maar zeker ook in samenwerking met collega’s van andere scholen. 4.2. Personeelsbeleid in samenhang met onderwijskundig beleid In deze paragraaf noemen we de belangrijkste aandachtspunten van personeelsbeleid voor de komende vier jaar. Deze beleidsonderdelen hangen nauw samen met de voornemens op onderwijskundig gebied. In relatie met het onderwijskundig beleid zijn op het gebied van personeelsbeleid de volgende beleidsvoornemens van belang: Algemeen Basisschool De Borgh is een school met 180 leerlingen. Een directeur, een IB –er, een conciërge, een administratief medewerker en 11 groepsleerkrachten zijn werkzaam op De Borgh. In onderstaand organogram is de organisatiestructuur van De Borgh beschreven. In dit kader worden taakbeleid, taakomschrijving, formatie, invulling BIO, nascholing en begeleiding startende leerkracht beschreven geldend voor basisschool De Borgh.

50


Het organogram van de organisatiestructuur op basisschool De Borgh

Raad van toezicht

A

GMR

Dr. Schaepman stichting

B

MR De Borgh

College van bestuur Dr. Schaepman -stichting Dr Schaepmanstichting

OR De Borgh Directeur Basisschool De Borgh

M.R.

Management overleg directeur en IB –er coordinatoren

C

Ondersteunend personeel Administratie Conciërge

Onderwijzend personeel Groepsleerkrachten Vakleerkracht

Taakbeleid Taakbeleid is de optimale afstemming tussen het takenpakket van de school enerzijds en de capaciteiten en de beschikbare tijd van het personeel anderzijds, ten einde de organisatiedoelen van de school te realiseren. Daarmee beoogt taakbeleid dat: 1. de onderwijskundige, strategische en organisatorische doelen die een school zich stelt, bereikt worden; 2. de juiste persoon op de juiste plek zit; 3. personeelsleden bij voorkeur die taken uitvoeren waarin zij goed zijn en die zij leuk vinden; 4. het werk binnen een school evenredig verdeeld wordt over de personeelsleden. Taakbeleid vormt binnen De Borgh onderdeel van het integraal personeelsbeleid (IPB). Hierbij staat ontwikkeling centraal: de ontwikkeling van het kind, van de leerkracht en van de organisatie op schoolniveau en wordt als volgt vormgegeven: -

De directeur inventariseert alle schooltaken voor het nieuwe schooljaar. ( mei/juni)

-

De directeur vult de normjaartaken in en bespreekt deze normjaartaak met de groepsleerkracht. Tijdens dit overleg worden er afspraken gemaakt over het aantal lesuren, over deskundigheidsbevordering, het aantal scholingsuren en het aantal en soort schooltaken ( juni /juli).

51


-

De directeur stelt deze afspraken op schrift en voor de schoolvakantie ontvangt ieder personeelslid schriftelijk een rooster/schrijven waarin de afspraken duidelijk staan aangegeven, dit schrijven wordt ondertekend door beide partijen( leerkracht en directie) en wordt bewaard in het bekwaamheidsdossier van de leerkracht en het ( digitale) personeelsdossier van de directie.

-

De directeur vult de takenlijst met namen in en bespreekt deze lijst tijdens een teamvergadering zodat iedereen binnen het team op de hoogte is van de taken (juni /juli).

 Formatie Het aantal leerlingen dat op 1 oktober van het jaar op school zit, is bepalend voor de formatie van het daarop volgend schooljaar. Deze formatie, ofwel het aantal personeelsleden, bestaat uit zowel fulltimers als parttimers. Op voorstel van de directie van de school( na overleg met het College van Bestuur van de Dr. Schaepmanstichting) wordt het formatiebudget ingezet en besproken met de Medezeggenschapsraad van de school.  Invulling wet BIO met betrekking tot bekwaamheidseisen, waaronder bekwaamheidsdossier en persoonlijk ontwikkelingsplan. Telkens aan het begin van een schooljaar, wordt de cyclus IPB, stand van zaken en verloop, centraal in het team besproken. Stap 1; Iedere medewerker van de Dr.Schaepmanstichting werkt met persoonlijke actieplannen (PAP). Dat betekent dat een aantal keren per jaar, de medewerker voor zichzelf een doel uitwerkt dat is gerelateerd aan de onderwijsinhoudelijke ontwikkeling van de school. Deze ingevulde pap-formulieren bewaart de medewerker zelf in zijn bekwaamheidsdossier. Dit dossier bewaart de medewerker thuis. Stap 2; Iedere medewerker van de Dr.Schaepmanstichting vult één keer per jaar een competentielijst leerkrachten in. Wanneer deze het voorafgaande jaar al is ingevuld, volstaat het bijwerken van de lijst. Deze ingevulde lijst geeft een beeld van de vaardigheden en competenties waar de medewerker goed in is, en waar de medewerker zich verder in wil bekwamen. Deze ingevulde competentielijst bewaart de medewerker zelf in zijn bekwaamheidsdossier.

Stap 3; Iedere medewerker van de Dr.Schaepmanstichting werkt één keer per jaar een Persoonlijk Ontwikkelplan uit (POP). De eerste keer is dat een geheel nieuw plan, de jaren die daarop volgen wordt dit plan bijgewerkt of aangepast. Dit POP is gebaseerd op een aantal gegevens;  Pap's  Ingevulde competentielijst  Schoolontwikkeling  Persoonlijke wensen of ideeën.

52


De medewerker bewaart dit Persoonlijk Ontwikkelplan zelf in zijn bekwaamheidsdossier. Twee weken voorafgaand aan het jaarlijkse pop- of functioneringsgesprek, geeft de medewerker een kopie aan de directie. Stap 4; Iedere medewerker van de Dr.Schaepmanstichting heeft jaarlijks een pop- of functioneringsgesprek met de directie. Het eerste jaar van de cyclus staat het POP-formulier centraal, het tweede en derde jaar betreft het een functioneringsgesprek waar de stand van zaken van de POP ook besproken wordt. Het vierde jaar is een beoordelingsgesprek.  



Bij deze jaarlijkse gesprekken is de medewerker ervoor verantwoordelijk zijn bijgehouden bekwaamheidsdossier te laten zien. Bij een pop- of functioneringsgesprek bereidt de medewerker het gesprek voor, door middel van het gespreksformulier pop- en functioneringsgesprek. Aantekeningen van het gesprek worden op dit formulier aangevuld. Directie en medewerker tekenen dit formulier en krijgen beiden een kopie van het verslag. Bij een beoordelingsgesprek maakt de directie een verslag. Zowel medewerker als directie krijgen een kopie van dit verslag.

Planning IPB De Borgh

2015-2016 2016-2017 - 3e jaar cyclus functione- beoordelingsgesprekken ringsgesprekken 2017-2018 2018-2019 - opstellen/ bij stellen - functioneringsgespreken POP en houden van POP gesprek/ functioneringsgesprek

 Scholings - en coachingsplan Op De Borgh hechten we waarde aan investeren in medewerkers. Permanente ontwikkeling van mensen en oog voor talentontwikkeling, zorgt voor een professioneel, positief werkklimaat. Daarnaast is het van belang om te bepalen wat de leer- en ontwikkelbehoeften van het schoolteam is, welke activiteiten moeten worden ondernomen en hoe het effect geëvalueerd wordt. Dit alles vindt plaats in een cultuur waarin aandacht is voor erkenning, waardering en tevens voor aanmoediging om prestaties te verbeteren. Vanuit deze visie gaan medewerkers zichzelf zien als ‘eigenaar van hun eigen ontwikkeling’. Dit strategisch beleidsplan beschrijft de strategie waarmee verbetering van de prestaties van de organisatie duidelijk wordt. Het College van Bestuur en de directies van de scholen kennen de visie en missie. Iedere school heeft een plan waarin duidelijk beschreven is welke ( zoveel mogelijk ) meetbare resultaten nagestreefd wordt. Op deze wijze is het mogelijk organisatiedoelen in samenhang te brengen met de ontwikkeling van mensen. Leren en ontwikkelen worden bewust gepland om die doelen te bereiken. Directies zijn in staat te bepalen wat de leer- en ontwikkelbehoeften van hun schoolteams zijn, welke activiteiten moeten worden ondernomen en hoe het effect geëvalueerd wordt. Medewerkers kunnen uitleggen wat ze door persoonlijke ontwikkeling moeten of willen bereiken voor zichzelf, het team en de organisatie. 53


Dit alles vindt plaats in een cultuur waarin aandacht is voor erkenning, waardering en tevens voor aanmoediging om prestaties te verbeteren. Directies dienen te beschikken over vaardigheden om daadwerkelijk mensen te ondersteunen en zo nodig te faciliteren om zich op een planmatige manier te ontwikkelen. Zo krijgen medewerkers de overtuiging dat hun bijdrage van wezenlijk belang is voor de ontwikkeling van de organisatie en dat hun ontwikkelingsactiviteiten in dat kader betekenisvol zijn. Vanuit deze visie gaan medewerkers zichzelf zien als ‘eigenaar’ van hun eigen ontwikkeling. Zodra deze visie op algemeen organisatieniveau en op schoolniveau op planmatige wijze wordt uitgevoerd, ontstaat inzicht in de totale investering voor leren en ontwikkelen van mensen. Dit maakt het mogelijk te bepalen op welke wijze leren en ontwikkelen de (school)organisatie heeft verbeterd en leert evaluatie hoe strategieën kunnen worden ontwikkeld/verbeterd om nog beter te presteren. De cirkel (PDCA) is rond. Inleiding op ons scholings- en coachingsplan Het onderwijs heeft tegenwoordig te maken met veranderingen op verschillende niveaus: 1.Maatschappelijke ontwikkelingen: effectief onderwijs, opbrengstgericht werken, Passend Onderwijs, Handelingsgericht Werken en de 1-Zorgroute en het School - ondersteuningsprofiel) zijn hier voorbeelden van. 2. Ontwikkelingen op bestuursniveau, zoals de gesprekscyclus (zie hierboven)en het werken van het convergente-differentiatie model. 3. Ontwikkeling op schoolniveau, zoals bijvoorbeeld de verdichting van de problematiek door een veranderende leerlingenpopulatie, het ontwikkelen van de Ontwikkelingsperspectieven en een veranderende samenstelling van de teams. Doelen van het scholingsplan - Het bevorderen van een goede werksfeer en een goed klimaat waarin het personeel tot zijn recht komt, zich geaccepteerd en veilig voelt en waar samenwerking bevorderd wordt. - Komen tot verbetering en optimalisering van de kwaliteit van het onderwijs. - Het realiseren van een effectieve inzet van mensen ten behoeve van de doelstellingen van onze school: het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs. - Personeel mede verantwoordelijk maken voor hun eigen professionele ontwikkeling. - De instrumenten voor personeelsbeleid samenhangend inzetten - Vakcoördinatoren steeds meer betrekken bij het formuleren en uitvoeren van het onderwijsbeleid Uitgangspunten zijn de 7 componenten van de effectieve school: 1. Helder stellen van duidelijke, meetbare onderwijsdoelen; 2. Inzetten van effectieve tijd die wordt besteed aan de basisvaardigheden; 3. Genereren van extra tijd voor aandachtleerlingen; 4. Inzetten van convergente differentiatie, kinderen zo lang mogelijk bij elkaar houden, werken met groepsplannen; 5. Inzetten van effectieve instructiemodel; 6. Vroegtijdig signaleren en gebruik van de voorschotbenadering; 7. Monitoren van de resultaten en acties maken op de analyses.

54


Ontwikkeling De personeelsleden worden aangesproken op hun professionaliteit. De doelen, de opbrengsten en de sociale en emotionele ontwikkeling van de kinderen staan centraal. Binnen De Borgh wordt, evenals op alle scholen vallend onder het bestuur van de dr. Schaepmanstichting gewerkt volgens het model van de effectieve instructie. De effectieve instructie is gebaseerd op het IGDI-model. IGDI staat voor Interactief, Gedifferentieerd, Directe Instructie. De Borgh is een lerende organisatie. Dit betekent dat we zowel de ontwikkeling van de kinderen als van het personeel belangrijk vinden. Voor het personeel betekent dit bijvoorbeeld dat er gezamenlijke studiedagen georganiseerd worden, maar dat personeelsleden ook aan individuele naen bijscholing doen. De laatste schooljaren is gewerkt aan het verbeteren van het klassenmanagement, het geven van effectieve instructie, het scheppen van een leerrijke omgeving en het zinvol inzetten moderne softwareprogramma’s ter ondersteuning van de instructie en verwerking van de leerstof. Ook is ingezet op het zelfstandig werken en de zelfredzaamheid van de leerlingen. Tijdens studiedagen, team- en bouwvergaderingen en door middel van individuele begeleiding en coaching willen we dit beleid verder ontwikkelen. Basisschool De Borgh is een lerende organisatie, met een continue ontwikkeling van het onderwijs, met aandacht voor de bewaking van de doorgaande lijn. De directie stelt zich tot doel om nieuwe onderwijskundige ontwikkelingen binnen de school te introduceren en te implementeren. Klassenbezoeken ziet de directie als een belangrijk instrument om leerkrachten te begeleiden en te coachen. De verschillende vakspecialisten, de schoolleiding en externe deskundigen bezoeken leerkrachten en leggen hun bevindingen, afspraken en ondersteuningsbehoeften van de leerkrachten vast in een begeleidingsdocument. Dit document dient als uitgangspunt tijdens de functioneringsgesprekken t.a.v. het onderwerp naen bijscholingswensen en behoeften. Minimaal 3 keer per schooljaar vindt overleg en afstemming plaats tussen de medewerkers die een coachende en begeleidende rol hebben binnen onze school. 1.3 Consequenties voor de meerjarenplanning 1. Onderhouden en uitvoeren van het scholings- en coachingsplan (klassenbezoeken, coachingsgesprekken e.d.) 2. Faciliteren en aanmoedigen van personeel tot het volgen van naen bijscholing en het volgen van opleidingen 3. Voortzetten klassenbezoeken en opzetten collegiale consultatie 4. Rots & Watertraining (3- 4 medewerkers per schooljaar)

2015 - 2019 2015 - 2019 2015 - 2019 2015 - 2019

 Begeleiding startende leerkrachten. Op De Borgh wordt beleid ontwikkeld om de leerkrachten die starten met hun werkzaamheden, goed op te kunnen vangen. Er wordt een begeleidingsplan opgesteld met de startende leerkracht. Het doel van een begeleidingsplan is: aan de nieuwe leerkracht opvang en ondersteuning bieden die aansluit bij zijn (start)bekwaamheid en ervaring en die zodanig is dat de nieuwe leerkracht zich kan ontwikkelen tot een vakbekwame, ervaren leerkracht.

55


Planning 2015-2016 Opstellen begeleidingsplan voor de startende leerkracht

2016-2017 Uitvoering plan startende leerkracht

2017-2018 Evaluatie plan startende leerkracht

2018-2019

56


5.1. Inleiding Kwaliteitszorg is de basis van waaruit we het onderwijs op onze school vormgeven. In dit hoofdstuk beschrijven we op welke wijze wij onze kwaliteit bewaken, borgen en verbeteren. Eerst geven we aan welke aspecten deel uitmaken van onze zorg voor kwaliteit. Vervolgens wordt uiteengezet op welke wijze we ervoor te zorgen dat al deze aspecten in onderlinge samenhang een compleet en evenwichtig kwaliteitssysteem vormen. 5.2. Voorwaarden van onze kwaliteitszorg Onze kwaliteitszorg baseren we op het INK-model. In dit model (aangepast voor het onderwijs), is een onderverdeling gemaakt in organisatie (leiding, personeelsbeleid, doelen en strategie, middelen en processen) en resultaten (waardering personeel, ouders/leerlingen, personeel en leeropbrengsten). Door systematisch na te gaan of de gewenste effecten en resultaten gehaald worden, wordt het mogelijk het beleid waar nodig bij te sturen. In die zin maken we gebruik gemaakt van de plan-do-check-act cyclus. In het INK-model kort weergegeven door leren en verbeteren. PersoneelsWaardering    beleid personeel   Management Doelen en Waardering LeerLeiderschap  van    strategie ouders/leerl. opbrengsten processen   Inzet Waardering     middelen omgeving 

Organisatie

  Leren en verbeteren 

Resultaten

De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het hierna beschreven kwaliteitszorgsysteem. De werkzaamheden zijn onder andere:  het systematisch doorlopen van de kwaliteitscyclus bij de activiteiten m.b.t kwaliteitszorg  het vastleggen van taken en het bewaken van de samenhang;  het vastleggen en bewaken van teamafspraken;  het creëren van draagvlak.  het bevorderen van professionele kennis en vaardigheden bij de leraren  het organiseren van een op kwaliteitsverbetering gerichte samenwerking (w.o. het systematisch geven van feedback). 57


Voor de leerkrachten geldt, dat zij betrokken zijn op en zich medeverantwoordelijk weten voor de kwaliteit van het onderwijs op de school als geheel. Dit vanuit de opvatting, dat ontwikkelend onderwijs slechts mogelijk is, als er sprake is van een professionele cultuur. Kenmerkend daarvoor zijn: ontwikkelend vakmanschap; betrokkenheid; verantwoordelijkheid, niet alleen voor de eigen taak, maar voor het onderwijs op de school als totaliteit; bereidheid tot reflecteren op eigen handelen. Onze school maakt zijn maatschappelijke taak waar door goede contacten te onderhouden met voor ons onderwijs relevante collega scholen, instanties, verenigingen en overige organisaties. Over de activiteiten, die we in dit kader doen en de effecten, die dat ons inziens oplevert leggen we verantwoording af naar de betreffende instanties en ons bestuur en de ouders. Het voorgaande schetst het kader en de sfeer van waaruit wij kwaliteitszorg vorm geven. 5.3. De inrichting van onze kwaliteitszorg Bij de inrichting van onze kwaliteitszorg is het schoolplan het richtinggevend document bij de kwaliteitsverbetering. Daarnaast gebruiken we het jaarlijks op te stellen actieplan om vinger aan de pols te houden en het schoolontwikkelingsplan bij te stellen. Beide documenten hangen nauw met elkaar samen en zijn een belangrijk hulpmiddel bij het systematisch doorlopen van de kwaliteitscyclus. Schoolplancyclus Voor het samenstellen van het schoolplan hanteren wij de volgende werkwijze: We starten met een nauwgezette bepaling van hoe de stand van zaken met betrekking tot alle beleidsaspecten van de school is. Een aantal onderdelen die bij deze zogenaamde positionering gebruikt worden, zijn onderdeel van een kortere cyclus, dan de schoolplancyclus, die 4 jaar beslaat. Waar dat het geval is geven we dat aan. Voor de positionering gebruiken we de volgende middelen, werkwijzen: Analyse van de leerlingenpopulatie Ieder jaar stellen we vast welke leerlingen bij ons op school speciale onderwijsbehoeften hebben. Het gaat daarbij om:  Aantal leerlingen met extra gewicht  Aantal leerlingen met meer dan een half jaar achterstand op het gebied van taal en rekenen (OPP)  Aantal leerlingen met het Nederlands als tweede taal  Aantal leerlingen met een Arrangement. De intern begeleider maakt dit overzicht in april, zodat het kan worden meegenomen in de jaarlijkse evaluatie van het beleidsplan. Rapportage: aan het team Te gebruiken bij: evaluatie en opstellen van het jaarlijkse actieplan en bijstelling schoolontwikkelingsplan Overzicht van de positie in de wijk/regio De directeur maakt een overzicht van de positie van de school in onze wijk. Daarin komen de volgende aspecten aan de orde:  overheidsbeleid en samenwerkingsverband (eens per twee jaar);  tevredenheid en verwachtingen van ouders (elke twee jaar wordt bij de ouders de tevredenheid bepaald met behulp van een vragenlijst.  Kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkeling van de leerlingenpopulatie ook in relatie met de ontwikkeling op de collega-scholen (eens per 4 jaar) 58


 een SWOT-analyse (eens per vier jaar)  Zicht op contacten met instellingen, verenigingen, collega scholen. We gaan na wat deze contacten voor effecten hebben binnen de school en hoe de betreffende instellingen de contacten waarderen. Op basis daarvan bepalen we op welke wijze het cotact voortgezet wordt. Rapportage aan: Bevoegd gezag, medezeggenschapsraad, team en betrokken instanties. Te gebruiken bij: evaluatie, opstellen en bijstellen van het schoolontwikkelingsplan en het jaarlijkse actieplan. Het bepalen van de doelen van de school Eens in de vier jaar stelt het team, op initiatief van de directeur, doelen voor het onderwijs vast (op basis van de analyse van de uitgangspositie). Deze doelen worden vastgelegd in de missie en visie. Bij de beschrijving komen de volgende onderdelen aan de orde:  Te bereiken doelen op het gebied van onderwijs en leren.  De te bereiken leeropbrengsten Deze worden ieder jaar vastgesteld (tussen- en eind resultaten; rekening houdend met onze populatie) volgens het bijgevoegd opbrengst document.  Te bereiken doelen op gebied van school-specifieke aspecten. Het gaat hier om doelen waarmee we ons willen profileren. Rapportage aan: Het bevoegd gezag, de medezeggenschapsraad. Te gebruiken bij: jaarlijkse analyse van de huidige situatie (wat is er van de doelen al gerealiseerd en wat moet nog worden nagestreefd) Het bevoegd gezag stelt de doelen vast. Analyse van de huidige situatie aan de hand van de doelstellingen Jaarlijks wordt middels de evaluatie van het jaarplan bepaald of de daarin genoemde doelstellingen zijn gerealiseerd. Eens per 4 jaar gaat de directeur na in hoeverre de schooldoelstellingen uit het schoolplan zijn gerealiseerd. Daarbij worden de volgende instrumenten ingezet: Voor doelen op het gebied van onderwijs en leren en schoolspecifieke aspecten: De in te zetten instrumenten zijn afhankelijk van de gekozen doelen. Het kan gaan om:  Klassenbezoeken  Functionerings- en beoordelingsgesprekken  Interviews met ouders  Interviews met kinderen  Interviews met leraren  Een enquête en/of schooldiagnose-instrument: (naam invullen) Voor doelen op het gebied van te bereiken leerresultaten  Het in de bijlage genoemd overzicht van toetsinstrumenten De directeur neemt het initiatief voor de uitvoering van de analyse. Daartoe wordt jaarlijks, in overleg met het team, een plan van aanpak gemaakt. Rapportage aan: het bevoegd gezag, de medezeggenschapsraad, het team. Te gebruiken bij: het actieplan en de bijstelling van het meerjarenplan

59


Evaluatie schoolplan Zie hoofdstuk 2. In het vierde uitvoeringsjaar wordt de balans opgemaakt van de resultaten van de afgelopen schoolplanperiode. Naast de eigen gegevens wordt ook gebruik gemaakt van de gegevens van de inspectierapporten om inhoudelijk vast te stellen waar de school zich ten aanzien van onderwijskundige ontwikkeling op dit moment bevindt. Alle gegevens uit deze en hiervoor genoemde acties worden door de directeur geanalyseerd op sterke en zwakke punten (SWOT-analyse).Deze wordt gepresenteerd op een studiedag voor het team, waarbij ook informatie verstrekt wordt over relevante ontwikkelingen van dat moment en in de nabije toekomst. Op basis van deze informatie en met gebruik maken van de inzichten en ideeën van de leerkrachten worden missie en visie van de school waar nodig geactualiseerd en bijgesteld en worden strategische doelen geformuleerd voor de nieuwe schoolplanperiode. Deze visie en de daarop gebaseerde strategische doelen vormen de basis voor de verdere invulling van het schoolplan. Gezien de formele status van dit document wordt dit vastgesteld door MR en bestuur van de school. Ouders worden middels de schoolgids op de hoogte gesteld van de hoofdlijnen van beleid, zoals dat vastgesteld is in het schoolplan. Jaarplancyclus Systematische evaluatie van beoogde beleidsresultaten en de kwaliteit van onderwijs en leren De directeur stelt jaarlijks een evaluatieplan op (als onderdeel van het actieplan) voor evaluatie van de beleidsdoelen. Evaluatie van de leerresultaten zijn een vast onderdeel van dit plan. De evaluatie van de beleidsresultaten die m.b.v. het jaarlijkse actieplan worden nagestreefd gebeurt aan de hand van de volgende instrumenten (afhankelijk van de aard van het na te streven resultaat):  Klassenbezoeken om na te gaan in hoeverre beleidsvoornemens en schooldoelstellingen worden gerealiseerd. Daarnaast vinden klassenbezoeken plaats in het kader van het geven van feedback op het onderwijsgedrag.  Functionerings- en beoordelingsgesprekken waarin ook is de leeropbrengsten van de betreffende groep aan de orde komen.  Interviews met ouders, leerlingen en leden van het bevoegd gezag.  Evaluaties (bijvoorbeeld d.m.v. korte vragenlijstjes) van oudercontacten en ouderavonden.  Toetsinstrumenten om leerresultaten vast te stellen (zie bijlage). Het jaarlijkse actieplan wordt ieder jaar opgesteld met behulp van onderstaand schema: Onderwerp 1. ……………………. Beoogd resultaat Te ondernemen Periode acties (ook ver- van uitmelden door voering wie)

Te gebruiken Evaluatie Resultaat van de instrument om Periode meting het resultaat te meten

Rapportage aan: Bevoegd gezag, medezeggenschapsraad en team Te gebruiken bij: Opstellen actieplan en bijstellen en/of opstellen schoolontwikkelingsplan tijdens jaarlijkse studiedagen waarin de voortgang van het vierjarig beleidsplan wordt geëvalueerd. Doel van deze dagen zijn verder: 60


conclusies trekken uit de resultaten van het evaluatieplan en op basis hiervan een jaarlijkse acties vaststellen (met per actie beoogde resultaten) t.b.v. de voortgang van het vierjarig beleidsplan. Het jaarlijks opstellen van het scholingsplan. Het scholingsbeleid sluit aan op de schoolontwikkeling zoals die is omschreven in het schoolontwikkelingsplan. Daarnaast blijft er in het scholingsbudget ruimte voor persoonlijke ontwikkeling van leraren op basis van de afspraken in de persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP’s). Kwaliteitshandboek In het kwaliteitshandboek staat een beschrijving van onze werkwijze in de vorm van besluiten en procedures. Het kwaliteitshandboek bevat ook een vierjaarlijkse planning, die aangeeft wanneer de besluiten en procedures worden geëvalueerd. Per besluit/procedure is aangegeven op welke wijze deze wordt geëvalueerd Daarnaast evalueren we jaarlijks onze leeropbrengsten met het team. We doen dit aan de hand van het eerder genoemde opbrengstendocument. Rapportage: team, bevoegd gezag. 5.4. Consequenties voor de meerjarenplanning Borgen van hierboven beschreven acties Leerkrachten eigenaar maken van hun eigen ontwikkeling Werken met de nieuwe jaartaak Jaarlijks opstellen van een actieplan als hierboven beschreven Het kwaliteitsboek onderhouden volgens de vierjaren cyclus Jaarlijks opstellen van het scholingsplan Bijstellen en/of opstellen schoolontwikkelingsplan tijdens jaarlijkse studiedagen waarin de voortgang van het vierjarig beleidsplan wordt geëvalueerd. Jaarlijks een evaluatieplan op (als onderdeel van het actieplan) Analyse van de leerlingenpopulatie Een overzicht van de positie van de school in onze wijk.

2015 2019 2015 2019 2015 2019 2015 2019 2015 2019 2015 2019 2015 2019

2015 2019 2015 2019 2015 2019

61


6.1. Inleiding In dit hoofdstuk starten we met een overzicht van de veranderingsonderwerpen in de komende schoolplanperiode. Daarbij wordt zo concreet mogelijk aangegeven welke resultaten we ten aanzien van deze onderwerpen in de komende 4 jaren nastreven. Waar dat relevant is zullen we een inschatting maken van de materiële kosten en indien van toepassing personele kosten, die een bepaalde verandering met zich mee zullen brengen. Vervolgens geven we in een globale planning aan wanneer deze onderwerpen aan de orde zullen komen Op basis van dit meerjarenplan wordt jaarlijks een gedetailleerd actieplan opgesteld. Bij de opstelling van zo’n plan zal rekening gehouden worden met de resultaten van het voorgaande schooljaar. 6.2. Veranderingsonderwerpen en resultaten In hoofdstuk 3 staan de verschillende vakken beschreven met daarbij de jarenplanning. De speerpunten staan in hoofdstuk 2 bij het strategisch beleid kort benoemd. Hieronder staan ze per speerpunt als veranderingsonderwerp beschreven. Speerpunt/ veranderingsonderwerp Speerpunt/ veranderingsonderwerp Speerpunt / veranderingsonderwerp Speerpunt/ veranderingsonderwerp Speerpunt / veranderingsonderwerp Speerpunt / veranderingsonderwerp

1: Eigentijds onderwijs 2: Sociale en emotionele ontwikkeling 3: Talentontwikkeling en eigenaarschap 4: Toetsen en rapportage 5: Onderwijs aan het jonge kind 6: Integraal kind centrum ( IKC)

62


Speerpunt 1 Veranderingsonderwerp: Eigentijds onderwijs (onderwijs in de 21ste eeuw) Waarom willen we dit? Onderwijs moet kinderen toerusten met de basisvaardigheden taal, rekenen en lezen maar ook met vaardigheden die nodig zijn om kinderen goed voor te kunnen bereiden op de arbeidsmarkt en om verantwoordelijk burger te kunnen zijn in de 21e eeuw. Het is onze opdracht om uit ieder kind te halen wat erin zit, het te helpen al zijn talenten te ontwikkelen en te benutten. Waar willen we naartoe? We willen ons onderwijs zo vormgeven dat kinderen vanuit een onderzoekende houding en nieuwsgierigheid samenwerken, samen ontdekken en samen presteren. Daarbij rekening houdend met de verschillende manier van leren van de kinderen. Uitgaande van hun eigen talenten. Minder frontaal en meer op een manier zoals kinderen het zelf willen. Kinderen worden voorbereid op de arbeidsmarkt en ontwikkelen competenties waaraan behoefte is in een informatie samenleving. Die competenties worden de 21e - eeuwse vaardigheden genoemd. - Communicatie - Samenwerken - ICT – geletterdheid - Creativiteit - Kritisch denken - Probleem oplossend vermogen - Sociale – en culturele vaardigheden ( inclusief burgerschap)

63


Hoe komen we daar?

Samen met het team en directie wordt ontdekt en beschreven wat wij verstaan onder de zeven vaardigheden. Er wordt een brede samenwerking gezocht met andere Schaepmanscholen en andere instanties. Ouders en kinderen worden nadrukkelijk betrokken bij dit proces. Bij onze eigentijdse manier van onderwijs geven zal de focus liggen op het proces van leren en niet op het geven van het juiste antwoord. Doel - Leerkrachten kennen de 7 vaardigheden en weten wat de Inhoudelijke doelen vaardigheden betekenen voor het onderwijs op De Borgh. - Leerkrachten kunnen passende werkvormen toepassen om dit onderwijs toe te passen. - Het onderwijs op De Borgh wordt afgestemd op de vaardigheden die het eigentijdse onderwijs van onze kinderen vraagt. - Kinderen en personeel werken in een leerrijke leeromgeving waarin talenten kunnen worden ontdekt. - Professionele groei en eigenaarschap - Leerkrachten leren een koppeling te maken naar competentiegericht werken

Resultaat Concrete resultaatverplichting smart geformuleerd

-

-

Kinderen krijgen de mogelijkheden om de 7 vaardigheden te oefenen. De school biedt de kinderen een leerrijke omgeving aan. Leerkrachten werken aan de 7 vaardigheden in hun dagelijkse lesprogramma. en hebben voldoende werkvormen en vaardigheden om inhoud te geven aan eigentijds onderwijs. Inzet eigentijdse ICT tools.

Organisatie en werkwijze Wat is nodig qua overleg, werkwijze en professionalisering

-

-

Leerkrachten worden betrokken bij het opstellen van het schoolplan en het eigentijds onderwijs: Leerkrachten worden op de hoogte gebracht van de 7 vaardigheden en samen wordt bekeken wat deze vaardigheden betekenen voor het onderwijs op de Borgh.( Teamwork). Er wordt geïnventariseerd wat de beginsituatie is om ver64


volgens schooleigen keuzes te maken op het gebied van de 7 vaardigheden gerelateerd aan strategisch beleid van de Dr. Schaepmanstichting. ( Meer – minder model) Taakverdeling en verantwoordelijkheden CvB, directie, ib, ict, etc.

Planning

Middelen Materialen/ methoden en eventuele kosten die gemaakt worden.

Knelpunten Waar denk je in het proces tegenaan te gaan lopen? Waar moet je rekening mee houden?

Bovenstaande gebeurt middels MT overleggen, studiedagen, intervisie en coaching op de werkvloer.

-

Verantwoordelijk voor initiëring voor De Borgh Directie/ team - De 7 vaardigheden beschrijven voor De Borgh. - De 7 vaardigheden implementeren ( eigen maken). - Facilitering en ondersteunen van leerkrachten om te kunnen werken aan het implementeren van de vaardigheden in de school 2015/2016 2016/2017 - Invulling van de 7 vaar- Implementatie digheden - Invulling van meer /minder model om te werken met 7 vaardigheden aan kernvakken en/ of thema’s - Professionalisering van leerkrachten - Aandacht voor variatie en werkvormen - Aandacht voor ICT competenties en tools - Engels is een belangrijker vak bij ons op school geworden. 2017/2018 2018/2019 Afspraken borgen -We hebben een belangrijke stap gezet in ICT middelen - Engels is een wezenlijk deel van ons onderwijsaanbod - Wereldoriëntatie wordt op een eigentijdse manier aangeboden

-

Bekostiging deskundigheidsbevordering, nascholing gelden worden ingezet( b.v. studiedagen) - Subsidies aanvragen voor Engels: middelen en cursus - Gebruik maken van aanwezige materialen en eventuele aanwezige materialen. Mogelijke knelpunten: -

Faciliteren van mensen Betrokkenheid van mensen 65


Evaluatie Wanneer vindt deze plaats, hoe en door wie

-

Leeftijdsopbouw van het team. Tijd( Heb je tijd genoeg om de tijdsplanning te halen) Het vinden van de juiste instrumenten om het proces te evalueren.

-

Directieoverleg Tijdens bouwen teamvergaderingen, MR overlegmomenten Uitzetten van Beekveld en Terpstra Enquête maken Thema avonden Studiedagen Evaluatiemodel dat toereikend is

-

Speerpunt / veranderpunt 2: Sociale - en emotionele ontwikkeling Waarom willen we dit? Een positief schoolklimaat doet leerlingen graag naar school komen. Het schoolklimaat omvat de gemeenschappelijke veronderstellingen, de waarden en normen en de gewoonten op een school. We hebben als school aandacht en zorg de leerlingen. We willen optimale ontplooiingskansen voor leerlingen creëren. Leerlingen die een gevoel van veiligheid hebben, eenduidige informatie ontvangen en zich betrokken voelen, voelen zich beter op school. We gaan de sociale en emotionele ontwikkeling verder combineren met identiteit. In de komende periode vier jaar zullen we hier een doorgaande lijn in beschrijven. Waar willen we naartoe? Een veilig schoolklimaat bieden waarin leerlingen en leerkrachten betrokken en verantwoordelijk zijn, kritisch en probleemoplossend kunnen denken, initiatieven mogen nemen en de ruimte krijgen om dit samen of alleen te mogen ontwikkelen. Hoe komen we daar? Werken met mappen kinderen en hun sociale talenten in alle groepen aanstellen SEO coördinator die beleid uitzet i.o.m. team en directie Regels aanscherpen positief schoolklimaat en in teamvergaderingen terug laten komen 4 x per jaar Borgen van afspraken Doel Inhoudelijke doelen Een positief schoolklimaat creëren waarbij leerlingen de ruimte krijgen om zichzelf te zijn. De leerkrachten zijn voldoende deskundig om de onderwijsbehoeften van de leerling goed in kaart te brengen en daar aan tegemoet te komen Resultaat Een positief schoolklimaat waarbij leerkrachten voldoende deskundig Concrete resultaatverplichting smart zijn om de onderwijsbehoeften goed in kaart te brengen alle kinderen geformuleerd zich veilig en vertrouwd voelen en zich optimaal kunnen ontwikkelen Organisatie en werkwijze Wat is nodig qua overleg, werkwijze en professionalisering

De Gouden weken worden de eerste weken van het schooljaar ingezet om een fundament neer te zetten voor een goede groepsvorming. 2xper jaar wordt het sociogram afgenomen , om inzicht te krijgen in de sociale relaties in de groep. 1x per jaar wordt het leerlingvolgsysteem ‘Zien’ ingevuld om de soci66


aal emotionele ontwikkeling van de kinderen goed te volgen en zo nodig interventies op in te zetten. De coördinator SEO is op de hoogte van ontwikkelingen. Hij zet samen met de directie de lijnen uit. Binnen de teamvergadering, waarbij de coördinator het voortouw neemt, wordt dit samen met het team uitgewerkt. We werken met de methode Kinderen en hun sociale talenten. Rots en watertraining in de groepen Ieder jaar volgt een leerkracht de Rots-Water training zodat alle leerkrachten gecertificeerd zijn. Het pestprotocol wordt ingezet Professionalisering leerkrachten t.a.v. gedragsstoornissen (eventueel door externen) Taakverdeling en verantwoordelijkheden

SEO-coördinator, directie , IB

CvB, directie, ib, ict, etc.

Planning

2015/2016 Gouden weken Werken met mappen kinderen en hun sociale talenten in alle groepen Afspraken in afsprakenkaart Aanstellen SEO coördinator + beleid uitzetten Regels aanscherpen positief schoolklimaat en in teamvergaderingen terug laten komen 4 x per jaar

2016/2017 Borgen afspraken en eventueel 2016-2017 aanvullen enBorgen uitbreiding afspraken en eventueel verbeteringbreiding in positief school- in positief verbetering klimaat

2018-2019 Actueel houden afspraken

2017/2018

2018/2019

Actueel houden afspraken



Actueel houden afspraken

Methode kinderen en hun Sociale Talenten Professionalisering leerkrachten + Budget Aanvullen ontbrekende mappen SEO - Afspraken regels moeten nageleefd worden door het hele team - Gebrek aan tijd -Voldoende evaluatiemomenten

67


Evaluatie

4x per jaar, op initiatief van de SEO coördinator in de teamvergadering

Wanneer vindt deze plaats, hoe en door wie

Speerpunt 3 Veranderingsonderwerp: Talenten ontwikkeling en eigenaarschap Waarom willen we dit? We willen de talenten van leerlingen en leerkrachten ontwikkelen. Voor de leerkrachten geldt daarbij dat er vakmanschap en resultaatgericht werken ontstaat. Leerlingen krijgen binnen De Borgh de mogelijkheid om hun talenten optimaal te ontwikkelen. We geven ze de ruimte om mee te denken. ( Leerlingenraad) Waar willen we naartoe? Talenten van leerkrachten worden benut bij het uitvoeren van de taken binnen het taakbeleid. Alle leerkrachten voelen zich verantwoordelijk voor alle kinderen. Leerkrachten zijn professionals en gaan vanuit die houding ook aan het werk met hun eigen ontwikkeling: sterkte – zwakte analyse. Kinderen worden mede - eigenaar van hun eigen onderwijsproces. De leerkracht is eigenaar van zijn taken binnen het taakbeleid van de school. In overleg met de directie. Hoe komen we daar? Samenwerken bevorderen en faciliteren gericht op resultaat. Studiedagen Vergaderingen anders inrichten, bouwvergaderingen Leerkracht- kind gesprekken Leerling betrekken bij oudergesprekken. Onderwerp terug laten komen bij overleggen Bewuster afbreken van privatisering Meer verbindingen tussen scholen Medewerkers spreken elkaar aan op verantwoordelijkheden Doel Voldoende vakmanschap: werkvormen, kennis , betrokkenheid, Inhoudelijke doelen passie. Talenten benutten Resultaat Concrete resultaatverplichting smart geformuleerd


Mensen voelen zich verantwoordelijk voor hun taken( taakbeleid, nemen daarin initiatieven) Leerlingen voelen zich betrokken bij hun eigen onderwijsontwikkeling en kunnen daar in meedenken/meebeslissen Leerkrachten minder afhankelijk van IB-er Alle leerkrachten voelen zich verantwoordelijk voor alle leerlingen Inventariseren van talenten Inventariseren taken( taakbeleid) Intervisie/coaching Deskundigheidsbevordering Studiedagen/teamvergaderingen/bouwvergadering gericht op eigenaarschap Samenwerking tussen scholen

68


Taakverdeling en verantwoordelijkheden CvB, directie, ib, ict, etc.

Planning

-

Directie Bouw coördinatoren IB –er Coördinatoren Groepsleerkrachten

2015/2016

-

-

-

-

2016/2017

Inventarisatie taken en Afspraken implementeren invullen taakbeleid Vergaderingen plannen in samenwerking met coördinatoren en directie Leerlingenraad taken beschrijven en afspraken in afsprakenkaart zetten Talentenontwikkeling: sterke leerlingen op ieder vakgebied Afspraken maken betreffende talentenontwikkeling

2017/2018 2018/2019 Borgen en afspraken eventueel Afspraken eventueel herzien herzien


Knelpunten

Gelden voor ontwikkelingsmogelijkheden betreffende talent ontwikkeling

Vernieuwd Taakbeleid cao brengt nieuwe regels mee

Waar denk je in het proces tegenaan te gaan lopen? Waar moet je rekening mee houden?

Evaluatie

Ieder jaar middels schooljaarverslag

Wanneer vindt deze plaats, hoe en door wie

69


Speerpunt 4 Veranderingsonderwerp: Toetsen en rapportage Waarom willen we dit? We willen een nieuw rapport ontwikkelen waarbij naast resultaten ook talenten van leerlingen beschreven worden. Tevens vragen we ons af hoe we de leerlingen gaan belonen en willen we hier afspraken met elkaar over maken. Waar willen we naartoe? We willen een rapport ontwikkelen dat door leerkrachten en leerlingen wordt ingevuld en waarin ook talenten van leerlingen een plek krijgen. Hoe komen we daar? We willen met behulp van het team komen tot een nieuw rapport. We stellen een rapport groep samen bestaande uit directie, IB –er en groepsleerkrachten. Tijdens team- en bouwoverleg bespreken we het rapport en komen we tot een beslissing hoe het rapport vorm krijgt. Doel - Komen tot een rapport waar naast resultaten ook talenten Inhoudelijke doelen van leerlingen beschreven worden. - In het rapport wordt het beoordelen van leerlingen positief beschreven Resultaat

-

Aan het eind van het schooljaar 2015-2016 hebben we een rapport ontwikkeld dat naast resultaten van leerlingen ook talenten beschrijft.

-

Samenstellen rapportwerkgroep Bespreken waarom en hoe we het rapport vormgeven in teamvergaderingen Uitwerken voorstellen en lay- out rapportwerkgroep Uitbesteden lay out aan externen( ontwerp)

-

Directie Bouw coördinatoren IB –er Coördinatoren Groepsleerkrachten Rapportwerkgroep Leerlingenraad Extern bureau voor het ontwerp

Concrete resultaatverplichting smart geformuleerd



70


Planning

2015 / 2016

-

-

-

-

Materialen/ methoden en eventuele kosten die gemaakt worden.

-

Implementatie nieuwe rapport Afspraken beschrijven

Met MR bespreken

2017/2018 - Evaluatie en afspraken bij stellen

Middelen

2016/2017

Samenstellen rapportwerkgroep Bespreken waarom en hoe we het rapport vormgeven in teamvergaderingen Uitwerken voorstellen en lay- out rapportwerkgroep Uitbesteden lay out aan externen( ontwerp)

2018/2019 - Evaluatie en afspraken bij stellen

-

Tijd Gelden Ontwerp

-

Kunnen we samen dezelfde stelling innemen aangaande de inhoud van het rapport en het belonen?

-

Na iedere uitgifte van het rapport



Speerpunt Veranderingsonderwerp 5: Onderwijs aan het jonge kind

Waarom willen we dit? We willen uitgaan van het ontwikkelingsgericht werken bij jonge kinderen versus opbrengstgericht werken. Het opbrengstgericht werken wordt in de groepen 1, 2 en 3 toegepast. Van belang is om hierbij niet de ontwikkeling van het jonge kind uit het oog te verliezen. We willen de betrokkenheid verhogen en de doorgaande lijn van groep 1 t/m 4 waarborgen.

Waar willen we naartoe? We willen er naartoe dat het onderwijsaanbod het jonge kind de ruimte geeft zelf te ontdekken en houdt rekening met alle ontwikkelingsgebieden. De leeropbrengst wordt hiermee optimaal. Jonge kinderen leren optimaal in hun vrije spel.

71


Hoe komen we daar? Door professionalisering van de leerkracht. Het goed inzetten van ontwikkelingsmateriaal. Gebruikmaken van een adequaat leerlingvolgsysteem, gestoeld op observatie en registratie. Door inzet van externen en bijeenkomsten over ontwikkelingsgericht werken versus opbrengstgericht werken

Doel Inhoudelijke doelen


Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in ontwikkeling van de leerlingen. Door het onderwijs aan het jonge kind zo in te richten dat: - ze veel concrete ervaringen opdoen - ze betrokken bezig kunnen zijn - ze de activiteiten als betekenisvol ervaren - het spel een ruime plaats krijgt in het activiteitenaanbod en alle ontwikkelingsgebieden aan bod komen - willen wij bereiken dat kinderen zich zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen. - De leerkracht heeft inzicht in de ( neurologische ) ontwikkeling van het jonge kind. - De leerkracht kan ontwikkelingskenmerken van jongere kinderen koppelen aan bijbehorende didactische leerprincipes - De leerkracht kan een rijke leeromgeving inrichten waarbij spelen in hoeken en ontwikkelingsmaterialen als middel worden ingezet om tussendoelen te bereiken

-


-

Dat er een afsprakenkaart gemaakt wordt Dat de groepen zodanig ingericht worden zodat er een rijke leeromgeving ontstaat waarbij spelen in hoeken en ontwikkelingsmaterialen als middel worden ingezet om tussendoelen te bereiken Hoge mate van betrokkenheid Opbrengsten verhogen Doorgaande lijn gewaarborgd Bovenstaande resultaten worden gemeten door lvs, observatie en collegiale consultaties Professionalisering door het volgen van de cursus Spelenderwijs Leren Aan de hand van stellingen in de bouwvergaderingen tot een gezamenlijk standpunt komen en de visie beschrijven Faciliteren om materialen en hoeken volgens ontwikkelingsgericht werken in te richten. Klassenbezoeken Collegiale consultatie Maatjes Video interactie Iedere bouwvergadering wordt dit onderwerp besproken, 72


-

-


-

Planning

worden ervaringen met elkaar gedeeld en naar aanleiding daarvan passende vervolgstappen gezet Hiervan wordt een verslag gemaakt zodat er een goede doorgaande lijn ontstaat Bij ieder thema, volgens jaarrooster, komt minimaal 1x voorspelen en 1 x begeleid spelen aan bod en bij de activiteiten heeft de leerkracht een sturende en ondersteunende rol. Groep 3 en 4 werken 3 keer een thema uit vanuit veilig leren lezen en taal actief. Gaan bewuster bezig met een leerrijke leeromgeving

Coördinator onderbouw werkt mee aan voorbereiding in de stuurgroep Directie stuurt bij het komen tot een visie Directie is aanwezig bij de bijeenkomsten Leerkrachten van de groepen 1,2 en 3 zijn aanwezig bij de cursus Leerkrachten zorgen voor de uitvoering van opdrachten

2014-2015 2015 – 2016 Komen tot visie De visie vormgeven in de praktijk Experimentele fase ten aanzien en implementatie van ontwikkelingsgerichte materialen en een rijke leeromgeving 2014-2015 Afspraken borgen


2017-2018 2018 -2019 Afspraken herzien

-

Cursus spelenderwijs leren Materialen ten behoeven van de hoeken waarin gewerkt wordt: betreffende thema’s omtrent ontwikkelingsgericht onderwijs


-

Het onderhouden van gemaakte afspraken Van belang is dat iedereen de visie onderschrijft


-

Na de laatste cursusmiddag wordt tijdens de bouwvergadering de visie besproken en beschreven Collegiale consultatie en klassenbezoeken

-

73


Middelen (materialen/ methoden en eventuele kosten die gemaakt worden)

Evaluatie (wanneer vindt deze plaats, hoe en door wie)

Werken volgens het differentiatie model IGDI Werken met de methode Schatkist vanaf groep 1 Groep 2 de IK tafel Map fonemisch bewustzijn CPS Schatkist assistent Materialen taal en beginnende geletterdheid internet Prentenboeken Voorleesboeken Prentenboeken speciaal geselecteerd op interactief voorlezen Alfabetboekje. Stimuleert enorm de klank –tekenkoppeling Lettermuur Samen leren en leren van elkaar Heterogeen groeperen Hoekenwerk Schrijf motorische oefeningen: ondersteuning digibord. Stempelen Liedjes en versjes Computerprogramma Schatkist Bas - Observaties groepsleerkrachten - Gesprekjes met kinderen - Gesprekken met ouders - Evaluatie klassenbezoeken en aandachtspunten bespreken - CITO toets taal voor kleuters januari M1 en M2 - Kleuterscreening januari - Kleuterobservatielijsten Schatkist 2 x per jaar. November bij alle leerlingen.

74


Speerpunt 6 Veranderingsonderwerp : Integraal Kind Centrum Waarom willen we dit? We geloven dat kinderen ons vertrekpunt zijn. Het pedagogisch handelen van professionals moet erop gericht zijn dat kinderen een ononderbroken ontwikkeling kunnen doormaken. Voor die ontwikkeling is een veilige omgeving een belangrijke voorwaarde. De ouders zijn partners van de professional. En als professionele organisatie moeten we met elkaar samenwerken. We willen een samenwerkingsverband tussen de school, en de peuterspeelzaal en de kinderopvang, waar kinderen in de leeftijd van 0 t/m 12( 0 t/m 13 jaar) in een veilige en vertrouwde omgeving, op spelende wijzen kunnen opgroeien, ontwikkelen, spelen en leren. Een omgeving waar kinderopvang en onderwijs in elkaar doorlopen. Waar willen we naartoe?  We willen een veilige en vertrouwde omgeving voor kinderen van 0 t/m 12 jaar  Een doorgaande lijn in aanbod en structuur voor kinderen van 0 t/m 12 jaar  Een doorgaande lijn door alle organisaties heen  Een zorgroute vanuit alle betrokkenen  Gezamenlijke aandacht voor sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van groep en individu

Doel Inhoudelijke doelen




-

1. Veilig en vertrouwde omgeving voor kinderen van 0 t/m 12 2. Opbrengst gericht onderwijs 3. Zorg in en om de school 4. Brede ontwikkeling stimuleren 5. Sport cultuur en ontmoeting 6. Partnerschap van ouders 7. Intensivering van de samenwerking 0 t/m 12  We willen een veilige en vertrouwde omgeving voor kinderen van 0 t/m 12 jaar  Een doorgaande lijn in aanbod en structuur voor kinderen van 0 t/m 12 jaar  Een doorgaande lijn door alle organisaties heen  Een zorgroute vanuit alle betrokkenen  Gezamenlijke aandacht voor sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van groep en individu Overleg met betrokken partners IKC: peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang en basisschool( 6 keer per jaar) Overleg team: middels teamvergaderingen( iedere vergadering aandachtspunt) Overleg met ouders: MR of ouderraad( 2 x per jaar) Aanspreekpunten Basisschool, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang zijn: directeur basisschool, coördinator peuterspeelzaal en locatieleider buitenschoolse opvang.

75


Planning

2015/2016

2016/2017





 

Doorgaande lijn uitzetten in overlegmomenten met alle partners Afspraken in samenwerking vastleggen Inrichting van het gebouw op elkaar afstemmen 2017/2018

  


  

 

Doorgaande lijn uitzetten in overlegmomenten met alle partners Afspraken in samenwerking vastleggen Inrichting van het gebouw op elkaar afstemmen

2018/2019

Doorgaande lijn uitzet ten in overlegmomenten met alle partners Afspraken in samenwerking vastleggen Inrichting van het gebouw op elkaar afstemmen Gelden inrichting gebouw Overlegmomenten vastleggen Informatieverschaffing ouders

Borgen afspraken



  

Tijden Financiële middelen Bestaande methodieken die niet aansluiten



Tijdens overlegmomenten 6 x per jaar

76


6.3. Overzicht veranderingsgebieden in de schoolplanperiode 2015-2019

Onderwerp

2015-2016

2016-2017

2017-2018

2018-2019

Eigentijds onderwijs: 21e eeuwse vaardigheden en wereldoriëntatie

Oriëntatiefase methode wereldoriëntatie in combinatie met Eigentijds onderwijs

Implementatiefase

Borgen

Evaluatie en afspraken aanpassen

ICT onderwijs

Oriëntatie op mogelijkheden en aanschaf materialen

Afspraken wanneer wordt wat ingezet

Evaluatie en afspraken bijstellen en aanschaf nieuwe materialen

Evaluatie en afspraken bijstellen en aanschaf nieuwe materialen

Implementatie Engels

Oriëntatie nieuwe methode

implementatie

implementatie

implementatie

Sociale en emotionele ontwikkeling ( Rots – en water)

Implementatievoortzetting herzien en borgen




Talentontwikkeling en eigenaarschap

Oriëntatiefase en inzetten

Implementatiefase



Rapport

Oriëntatiefase

Implementatiefase nieuw rapport

Borgen


Nieuw rapport Rekenonderwijs

Implementatiefase nieuwe methode

Borgen



Nederlandse taal

Oriëntatie en implementatie VLL groep 3


Oriënteren methode gr 1-2 Borgen afspraken

Implementeren methode gr 1-2 Evaluatie en afspraken aanpassen

Visie uitwerken naar dagelijkse

Evalueren en afspraken bor-

Evaluatie en afspraken aan-

Evaluatie en afspraken aan-

Onderwijs aan het jonge kind

77


praktijk en implementeren

gen

passen

passen

Op grond van het voorgaande zullen jaarlijks gedetailleerde actieplannen opgesteld worden waarin opgenomen zijn:      

Doelen en tussendoelen; Acties om deze doelen te realiseren; Verantwoordelijke persoon binnen de school voor de uitvoering; Welke externe ondersteuning gewenst is; In welke periode van het schooljaar de acties uitgevoerd worden; Welke financiële middelen door de school ingezet moeten worden om de verandering uit te voeren.

6.4 Sponsoring Alle scholen zijn verplicht om in hun schoolplan aan te geven welk beleid ze voeren met betrekking tot sponsoring. Onze school onderschrijft dit convenant en beschouwt het als bijlage bij dit schoolplan. De drie belangrijkste uitgangspunten van het convenant zijn:  Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsering moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en fatsoen.  Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen  Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primair onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen.  De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd gezag over sponsoring. Tevens zijn de volgende principes van kracht:  Nieuwe sponsorcontracten moeten zich richten op een gezonde levensstijl van leerlingen;  Bedrijven mogen alleen met scholen samenwerken vanuit een maatschappelijke betrokkenheid;  De samenwerking tussen scholen en bedrijven mag geen nadelige invloed hebben op de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van leerlingen;  De kernactiviteiten van de school mogen niet afhankelijk worden van sponsoring. Bovengenoemde punten vinden hun basis in het convenant sponsoring dat de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en alle landelijke onderwijsorganisaties van besturen, personeel, leerlingen en ouders en een aantal andere organisaties hebben ondertekend

78


Schoolplan

Recommend Documents