Schoolplan

Schoolplan 2008 – 2012

Naam school:

St. Nicolaasschool

Adres:

Beatrixlaan 1

Postadres:

Postbus 135

Postcode:

9750 AC Haren

Telefoon:

050 – 5346750

Fax:

050 – 5350448

E-mail:

[email protected]

Website:

www.sintnicolaasschool.nl

Identiteit:

Katholiek

Directeur:

Mw. A. Duursma

Bevoegd gezag:

Nicolaasstichting Postbus 106 9750 AC Haren

maart 2008

St. Nicolaasschool Schoolplan 2008—2012

1

Inhoudsopgave Hoofdstuk 0:

Voorwoord

0.1

Context en aanleiding

Pag. 4

0.2

Doel

Pag. 4

0.3

Functie

Pag. 4

0.4

Totstandkoming en tijdpad

Pag. 4

0.5

Vaststelling en instemming

Pag. 4

Hoofdstuk 1:

Inleiding

1.1

Meervoudige Publieke Verantwoording

Pag. 5

1.2

Pedagogisch ondernemerschap

Pag. 5

1.3

Het schoolplan binnen de kwaliteitszorg

Pag. 5

1.4

Samenhang

Pag. 6

1.5

Hoofdlijnen

Pag. 6

Hoofdstuk 2:

Identiteit: Visie en Missie

2.1

Levensbeschouwelijke identiteit

Pag. 7

2.2

Onderwijsconcept

Pag. 7

2.3

Onze missie

Pag. 7

2.4

Onze visie

Pag. 8

Hoofdstuk 3:

Schoolbeschrijving

3.1

Kenmerken schoolomgeving/ouders

Pag. 12

3.2

Gegevens personeel

Pag. 12

3.3

Gegevens leerlingen

Pag. 13

3.3.1

Kengetallen leerlingen

Pag. 13

3.4

Onderwijsresultaten

Pag. 14

3.4.1

Resultaten aan het eind van de schoolperiode

Pag. 14

3.4.2

Resultaten gedurende de schoolperiode

Pag. 14

3.4.3

Resultaten door- en uitstroom

Pag. 15

3.4.4

Resultaten VO

Pag. 15

maart 2008


2

Hoofdstuk 4:

Inrichting van ons onderwijs

4.1

Domein: zorg voor kwaliteit

Pag. 16

4.1.1

Kwaliteitszorg

Pag. 16

4.2

Domein: onderwijs & leren

Pag. 17

4.2.1

Overzicht leerstofaanbod

Pag. 17

4.2.2

Leerstofaanbod: Overzicht/afschrijving

Pag. 18

4.2.3

Inrichting van het onderwijsleerproces

Pag. 18

4.2.4

Relevante onderwijsinhoudelijke beleidsterreinen

Pag. 19

4.3

Domein: zorg & begeleiding

Pag. 20

4.3.1

Zorgplan Sint Nicolaasschool

Pag. 20

4.4

Domein: beleid & organisatie

Pag. 20

4.4.1

Integraal personeelsbeleid

Pag. 20

4.4.2

Beleid m.b.t. ouders

Pag. 21

Hoofdstuk 5:

Kwaliteitsprofiel

5.1

KwaliteitsScan

Pag. 22

5.2

SWOT-analyse

Pag. 23

5.3

Bevindingen inspectie

Pag. 24

5.4

Kwaliteitsprofiel

Pag. 25

Hoofdstuk 6: 6.1

maart 2008

Meerjarenplanning

Overzicht meerjarenplanning


Pag. 26

3

Hoofdstuk 0: Voorwoord 0.1 Context en aanleiding Artikel 16 van de WPO geeft aan dat het bevoegd gezag tenminste één maal in de 4 jaar het schoolplan vaststelt en het na vaststelling aan de inspecteur toezendt. Het schoolplan is derhalve een wettelijk verplicht document. In de vierjarige schoolplancyclus die gestart is in 1999 vormt de periode 2008-2012 de derde planperiode. 0.2 Doel Het schoolplan 2008-2012 is ons beleidsplan voor de komende planperiode. Het geeft antwoord op 2 belangrijke vragen: Waar staan we nu als school (positiebepaling)? Waar willen we naar toe met onze school (schoolontwikkeling)? Daarmee is duidelijk dat ons schoolplan het beleidsdocument bij uitstek is voor de sturing van onze schoolontwikkeling op de middellange termijn. 0.3 Functie De functie van ons schoolplan is meerledig: Intern sturingsdocument (richting, houvast, kompas) Verantwoordingsdocument (interne en externe verantwoording) Ondernemingplan (sturen op doelen, middelen en mensen voor de middellange termijn) Kwaliteitsdocument (centraal document binnen de cyclus voor kwaliteitszorg) In hoofdstuk 1 gaan we dieper in op de functie van ons schoolplan. 0.4 Totstandkoming en tijdpad De procedure met tijdpad voor de totstandkoming van dit plan geven we hier op hoofdlijnen weer: 1 2 3 4

5 6 7 8

Algemene oriëntatie Bespreking directieoverleg (o.a. over eventuele bovenschoolse onderdelen voor het schoolplan) Scholing inzake format, opzet, inhoud Teamgerelateerde onderdelen Visie/missie (Hst.2) Swot-analyse (Hst. 5) Kwaliteitsscan (Hst. 5) Kwaliteitsprofiel (Hst. 5)

directie directie

Mei – juni 2007

directie en adviseur directie en team

Augustus – oktober 2007 Visie –missie: 2006 – 2007 KwaliteitsScan: november ’07 januari 2008: SWOT Prioritering Schrijven conceptversie directie Februari 2008 Bespreking dir. bestuur, team, MR 3 maart 2008 Definitieve versie directeur Mei 2008 Instemming MR en vaststelling bestuur dir., MR Juni 2008

0.5 Vaststelling en instemming Het schoolplan 2008-2012 is vastgesteld door het bevoegd gezag, conform de bepalingen in art. 16 van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) met instemming van de medezeggenschapsraad conform de bepalingen in art. 6 van de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO), dan wel art. 10b van het wetsvoorstel Medezeggenschap op Scholen (WMS).

maart 2008


4

Hoofdstuk 1: Inleiding Ons schoolplan voor de schoolplanperiode 2002-2012 is gebaseerd op een tweetal belangrijke pijlers, te weten: 1. Meervoudige Publieke verantwoording (MPV) 2. Pedagogisch ondernemerschap 1.1 Meervoudige Publieke Verantwoording De school is een maatschappelijke onderneming die met publiek geld in stand wordt gehouden en midden in de samenleving staat. Bij zo’n onderneming hoort “goed bestuur”. Dit houdt in dat de school zich als maatschappelijke onderneming moet verantwoorden naar de betrokkenen en belanghebbenden. Naast de overheid (inspectie) zijn de ouders de belangrijkste belanghebbenden. Andere belanghebbenden zijn bijvoorbeeld: peuterspeelzaal, kinderopvang, voortgezet onderwijs, de lokale overheid en andere partners waar de school mee samenwerkt. De school als maatschappelijke onderneming heeft belang bij: een breed draagvlak; input van de brede schoolomgeving welke leidt tot kwaliteitsverbetering; het afleggen van rekenschap over bereikte resultaten. Het schoolplan enkel zien als een “verplicht” nummer (bekostigingsvoorwaarde) achten wij een gemiste kans. Wij zien ons schoolplan vooral als een intern sturingsdocument met een belangrijke functie voor interne en externe verantwoording. 1.2 Pedagogisch ondernemerschap Scholen, ook basisscholen, worden steeds meer autonoom en krijgen daarmee steeds meer verantwoordelijkheid voor het eigen beleid. Voorbeelden hiervan zijn: lumpsumfinanciering, actief kwaliteitsbeleid en onderwijstoezicht op maat. Eigen keuzes maken wordt ook van scholen gevraagd in het kader van de wet “Passend Onderwijs”, waarbij scholen (besturen) elke aangemelde leerling een passend onderwijsarrangement dienen aan te bieden. Daarnaast is er lokaal de brede schoolontwikkeling met dagarrangementen, waarbij scholen verplicht zijn om de tussen- en buitenschoolse opvang te regelen. Kortom: van scholen wordt steeds meer een ondernemende rol gevraagd met een ondernemende instelling als grondhouding, die resultaatgericht werkt. Voor de ondernemende school zal het schoolplan 2008-2012 meer dan voorheen het karakter krijgen van een ondernemingsplan blijkens: de geformuleerde visie en missie; de inventarisatie van sterktes, zwaktes, kansen, bedreigingen of afname van de kwaliteitsScan; de richting van de schoolontwikkeling op basis van het kwaliteitsprofiel; de formulering van beleid(svoornemens); de meerjarenbegroting. 1.3 Het schoolplan binnen de kwaliteitszorg Het planmatig werken in school aan schoolverbetering en –ontwikkeling vindt plaats in een cyclus van plannen, uitvoeren, evalueren en bijstellen (de Demingcyclus). Die cyclus ziet er al volgt uit:

Act (4)

Check (3)

Plan (1)

Do (2)

pdca-cirkel

Figuur 1: Demingcyclus Bij elk onderdeel van de cyclus gaat het om een antwoord op de vraag: maart 2008


5

Fase 1. Plan 2. Do 3. Check

Omschrijving Zeggen wat je doet Doen wat je zegt Evalueren

4. Act

Bijstellen

Vragen Hebben we goed vastgelegd/beschreven wat we doen? Handelen we conform de eisen die we aan onszelf hebben gesteld? Doen we de dingen goed? Doen we de goede dingen? Hoe weten we dat? Vinden anderen dat ook? Wat gaan we verbeteren/bijstellen en hoe doen we dat?

Het schoolplan is hét richting gevende document voor de schoolontwikkeling en de kwaliteitsverbetering. Het geeft de richting aan voor de keuzes die de school maakt. De uitwerking in concrete activiteiten zijn per schooljaar beschreven en uitgewerkt in het schooljaarplan en verantwoord in het schooljaarverslag en (deels) in de schoolgids voor de ouders. Kwaliteitszorg

ar p ja

ja v ar

ol

ol

Jaarplanning Activiteiten

ag sl er

Sc ho

ho Sc

la n

Schoolplan

Schoolgids

Kwaliteitssysteem

Figuur 2: positionering schoolplan 1.4 Samenhang Het schoolplan geeft de kaders aan waarbinnen de school werkt aan schoolverbetering en –ontwikkeling. Het schoolplan laat zien dat er samenhang bestaat tussen de verschillende onderdelen. Er bestaat bijvoorbeeld samenhang tussen de visie, de kengetallen en het onderwijskundig beleid. Het onderwijskundig beleid heeft vervolgens weer invloed op het personeelsbeleid en het financieel beleid. Verbeteringen op één onderdeel van het onderwijs hebben gevolgen voor andere onderdelen. In de verschillende hoofdstukken van het schoolplan geven we waar mogelijk die samenhang weer. In hoofdstuk 6 maken we bij de “Meerjarenplanning” de samenhang nog eens zichtbaar in een helder schema. 1.5 Hoofdlijnen Het schoolplan is een document dat aangeeft waar de school (voor) staat, waar ze naar toe wil, hoe ze dat wil bereiken en welke middelen daarvoor worden ingezet. De doelen en beleidsvoornemens zijn algemeen geformuleerd. De vertaling in concrete doelen en uitgewerkte acties vindt plaats in het schooljaarplan dat per cursusjaar wordt opgesteld. Verantwoording van het schooljaarplan gebeurt door middel van het schooljaarverslag. Het schoolplan is niet het enige beleidsdocument in school. Er zijn er meer. Onder andere het zorgplan en het ICT beleidsplan. Deze documenten voegen we toe als bijlagen aan het schoolplan. In het kader van meervoudige publieke verantwoording zijn documenten waarnaar we verwijzen in het schoolplan te allen tijde opvraagbaar en toegankelijk.

maart 2008


6

Hoofdstuk 2: Identiteit: Visie en Missie Onze identiteit, d.w.z. alles wat onze school maakt tot de school die we zijn / willen worden, ontlenen wij aan een viertal uitgangspunten, in deze volgorde: 1. 2. 3. 4

Onze levensbeschouwelijke en/of godsdienstige identiteit Ons onderwijsconcept. De formulering van onze missie De formulering van onze visie

2.1. Levensbeschouwelijke identiteit De St. Nicolaasschool is een bijzondere school, waar onderwijs gegeven wordt vanuit de katholieke traditie en het christelijk geloof. De kinderen leren de bijbelverhalen kennen en leren daardoor ook de achtergrond van onze cultuur. Daarnaast maken de kinderen kennis met de verschillende godsdiensten van over de gehele wereld. Dit doen we ondermeer door gebruik te maken van de methoden “Trefwoord” en “Hemel en aarde”.We gaan minstens vier keer per jaar naar de kerk. Ieder jaar behandelen we een godsdienstig thema, bijv.Maria, Franciscus. Ook tijdens het artelier wordt aandacht besteed aan gebeuretenissen uit het leven van Jezus. (Laatste Avondmaal, Kruisweg). Belangrijke uitgangspunten zijn:  Alle mensen zijn gelijk in al hun verschillen.  Zorg hebben voor elkaar en voor de wereld om je heen.  Geloof hebben in de toekomst. Er wordt van niet-katholieke leerlingen en hun ouders verwacht dat zij de identiteit van de school respecteren. Onze school heeft regelmatig contact met de Sint Nicolaasparochie in Haren, die vlakbij de school haar kerkgebouw heeft. 2.2 Onderwijsconcept Ons onderwijs is gebaseerd op de uitgangspunten van het Effectief Onderwijs. Deze uitgangspunten zijn: 1. sterk onderwijskundig leiderschap 2. accent op de verwerving van basisvaardigheden 3. een ordelijk en veilig schoolklimaat 4. hoge verwachtingen van de prestaties van leerlingen 5. frequente evaluatie van de vorderingen van de leerlingen. 2.3 Onze missie Wij streven naar een maximale ontwikkeling van de kinderen. Onze grondhouding daarbij is, dat leerlingen meer presteren wanneer men hoge verwachtingen heeft. We stellen hoge eisen aan de kwaliteit van ons onderwijs. Om deze kwaliteit te waarborgen stellen we ook hoge eisen aan de professionaliteit van de leerkrachten, de directie, het bestuur en de medezeggenschapsraad.

“Kwaliteit voor en door kinderen”

maart 2008


7

2.4. Onze visie Onderwijs is voortdurend in beweging onder invloed van maatschappelijke veranderingen. De samenleving verandert snel. Het leren van kinderen en volwassenen is gericht op aanpassing aan de wisselende omstandigheden, op gedragsverandering van mensen en op verandering van de organisatie. Dat vraagt het nodige van de school. Onze school wil een lerende organisatie zijn. Dat betekent dat we in onze visie op kinderen en onderwijs voortdurend aan het leren zijn van en met elkaar en ons onderwijs daarop aanpassen. Het betekent eveneens dat we onze visie op kinderen en onderwijs niet voor altijd vastleggen. Ook die verandert van tijd tot tijd en passen we aan. Om onze missie te bereiken hanteren wij de volgende visie: Aandacht voor normen en waarden We willen onze leerlingen leren om zich verantwoordelijk te voelen voor de mensen en de wereld om hen heen en te kijken zonder vooroordelen. We willen dat onze leerlingen leren participeren in onze maatschappij met al z’n verscheidenheid. Onze school vormt een dagelijkse oefenplaats voor de waarden die wij in ons onderwijs centraal stellen. We stimuleren de kinderen zoveel mogelijk door het benoemen van het gewenste gedrag. Leerkrachten tonen in de omgang met kinderen en met elkaar het goede voorbeeld. Om de sociaal emotionele ontwikkeling en de sociale vaardigheden te bevorderen maken wij onder andere gebruik van de methodes Trefwoord en Hemel en Aarde en voor de onderbouw ook van de “Doos vol gevoelens”. Een leerlingvolgsysteem voor sociale vaardigheden zorgt er voor dat we de ontwikkeling van onze leerlingen op dit gebied goed kunnen blijven volgen. Veilig voelen Veilig voelen is een voorwaarde om goed te kunnen spelen en werken. Je voelt je veilig als je weet waar je aan toe bent. We willen er samen zorg voor dragen dat alle kinderen zich veilig voelen op school en met plezier naar school gaan. Daarom hanteren we op school “de gouden regels”. Hierin staat aangegeven hoe we met elkaar omgaan: 1. we helpen elkaar als het kan 2. we proberen aardig voor elkaar te zijn 3. we proberen te luisteren naar elkaar en elkaar te begrijpen 4. we pakken alleen iets van de ander, als de ander dat goed vindt 5. we gebruiken alleen fatsoenlijke taal 6. we bemoeien ons alleen met onze eigen zaken 7. we doen elkaar geen pijn door schoppen of slaan, maar ook niet door schelden 8. we proberen iedereen te laten meedoen bij ons spel 9. we respecteren elkaar zoals we zijn 10. we spelen niet voor eigen rechter We proberen te voorkomen dat er gepest wordt door duidelijke regels te stellen. Deze regels hebben we vastgelegd in een gedragscode: Dit spreken we af bij het pesten: 1 . Er gebeurt iets 2 . Heb ik er last van? Ja?? 3 . “Ik wil dat je ermee stopt”. 4 . Als het pesten niet stopt: “Ik ga naar de juf of meester”. We hebben op school een pestprotocol waarin staat wat er gedaan wordt als er gepest wordt. Er uithalen wat er in zit Wij vinden dat onze leerlingen zich optimaal moeten kunnen ontwikkelen. Het is bij uitstek de taak van de leerkracht om de leerling aan te zetten tot leren. Leren houdt voor ons veel meer in dan het opslaan van kennis. Leren heeft te maken met de ontwikkeling van vaardigheden, met het veranderen van gedrag, met het leren hanteren van oplossingsmethoden, met het leren ontwikkelen en toepassen van denk- en leerstrategieën. maart 2008


8

Het onderwijs op onze school is niet eenzijdig gericht op kennisoverdracht. Wij streven een brede ontwikkeling na waarbij verstandelijke ontwikkeling zoveel mogelijk hand in hand gaat met de emotionele ontwikkeling, de ontwikkeling van de creativiteit en de ontwikkeling van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Omdat we het belangrijk vinden dat onze kinderen zich ontwikkelen tot actieve burgers met een democratische houding, besteden we veel aandacht aan het aspect “actief burgerschap”. Het spreekt vanzelf dat we het belangrijk vinden om de leerlingen nauwgezet te volgen in hun ontwikkeling. Daartoe hanteren wij een volgsysteem bestaande uit observaties en landelijke genormeerde toetsen. Hieruit trekken we onze conclusies voor de begeleiding van individuele leerlingen. We gebruiken de resultaten op onze toetsen ook als kwaliteitsinstrument voor ons onderwijsaanbod en onderwijsleerproces. Basisontwikkeling In de onderbouw werken we met basisontwikkeling. In de basisontwikkeling draait alles om de ontwikkeling vanuit spelactiviteit naar leeractiviteit. Spelontwikkeling leidt tot leermotivatie. Je hebt vaardigheden nodig om aan het verdere leerproces te kunnen deelnemen zoals bijvoorbeeld initiatief nemen, leren plannen maken, communiceren, taal gebruiken etc. Ook zelfvertrouwen, nieuwsgierigheid en zelfstandigheid zijn belangrijk. In de onderbouw gaat het erom deze brede basis van ontwikkeling te leggen. We hanteren heterogene kleutergroepen. Dit betekent, dat kinderen in de leeftijd van 4, 5 en bijna 6 bij elkaar in een groep zitten. Belangrijke argumenten voor heterogene kleutergroepen zijn: Binnen de heterogene groep is meer ruimte om zich aan een eigen niveau aan te passen. Er is een breder aanbod in een heterogene groep en een kind pakt datgene op wat bij zijn/haar niveau past. Een kind is een keer jongste, middelste, oudste en dat verhoogt het gevoel van eigenwaarde, ook omdat er geen absolute grenzen zijn. De taalontwikkeling bij jongste en middelste kinderen krijgt een enorme impuls, omdat de kinderen zich kunnen optrekken aan de oudere kinderen. Juist op deze leeftijd leren kinderen veel van elkaar. Leerstofjaarklassensysteem In de groepen 3 t/m 8 werken we met homogene groepen in een leerstofjaarklassensysteem. We kiezen voor deze groeperingsvorm vanuit de effectieve school gedachte. Er is structuur in het rooster. De lessen voldoen aan de kerndoelen en zijn goed voorbereid. Lessen bevatten een op aandacht gerichte en aantrekkelijke inleiding. Er is voldoende leertijd. Er is rust in de groepen. Binnen het jaarklassen systeem proberen we de zelfstandigheid van de kinderen te bevorderen, zodat de kinderen leren om eigen, zelfstandige keuzes te maken. Er zijn voldoende mogelijkheden om een kind individueel aandacht te schenken en te begeleiden. Omgaan met verschillen: de Werkwinkel De werkwinkel is een plek op school waar kinderen zich extra kunnen verdiepen in verschillende onderwerpen en hulp kunnen krijgen op verschillende gebieden. Kinderen die minder presteren kunnen er worden geholpen met extra oefening (met bijvoorbeeld rekenen of lezen). Voor de forse meerpresteerders is de werkwinkel een plek waar kinderen zich kunnen verdiepen in allerlei onderwerpen. Waar zij kunnen onderzoeken en bouwen. Deze leerlingen kunnen alvast proeven aan de leerstof uit het voortgezet onderwijs (wiskunde, Engels, natuurkunde) of zich verdiepen in een eigen gekozen onderdeel (techniek, Spaans, presenteren m.b.v. de computer). Bij het verzamelen en het ontwikkelen van materiaal voor de werkwinkel gaan we uit van de interesses bij de meerpresteerders en van de mogelijkheden van de uitvallers om in kleine groepjes te trainen. De leerkrachten bepalen, in overleg met de intern begeleiders, welke kinderen er in de werkwinkel worden geplaatst. We willen met de werkwinkel voldoen aan de vraag van onze leerlingen, uitvallers en meerpresteerders, naar extra leerstof. We willen de kinderen motiveren hun mogelijkheden te benutten en zich te verrijken. Want ook bij deze leerlingen halen we er graag uit wat er in zit. maart 2008


9

Creatieve ontwikkeling Kinderen behoren in acht jaar tijd een “totaalaanbod” op het gebied van creatieve vorming te krijgen. Belangrijk is het oog hebben voor kwaliteit in aanbod en presentatie. We werken met vakdocenten, die afhankelijk van het project kunnen worden ingehuurd. De leerkrachten zijn, ook al werken we met vakdocenten, verantwoordelijk voor het aanbod van creatieve vorming. Een vakdocent geeft een extra dimensie. Op vrijdagmiddag is het ‘artelier’ voor de groepen 5 t/m 8. Op deze middag worden op het gebied van creatieve vorming korte cursussen van 5 weken aangeboden. Om kinderen en leerkrachten kennis te laten maken met diverse vormen van creatieve vorming, maken we o.a. gebruik van het aanbod van de Culturele Commissie te Haren. De verschillende disciplines komen jaarlijks aan bod. Daarnaast bekijken we met KunstStation C, het bureau voor cultuureducatie in de provincie Groningen, wat we op onze school kunnen doen aan cultuureducatie. ICT Omgaan met computers is een van de basisvaardigheden. Daarom heeft ICT heeft een belangrijke plaats binnen de school. Op school hebben we de beschikking over een computernetwerk. We werken met laptops in een verrijdbare kast. Door te kiezen voor laptops kunnen we zowel in de klassen als in andere ruimtes van de school met computers werken. Daarnaast staan er in elke klas één of meerdere vaste computers. De computers worden onderwijsondersteunend ingezet, d.w.z. dat ze een aanvulling zijn op de leerstof, waarmee we in de klassen werken. Het gebruik van de computer wordt geïntegreerd binnen de bestaande vakken. Daarnaast zijn er leerlijnen uitgezet, waarmee kinderen vanaf groep 5 systematisch de ICT-vaardigheden onder de knie krijgen. Vooral tekstverwerken, informatieverwerking, internet en werkstukken maken komen hier aan de orde. Deze leerlijnen sluiten aan bij het voortgezet onderwijs. Op onze schoolwebsite is (educatieve) software beschikbaar, die leerlingen (thuis) kunnen downloaden. Deze software sluit altijd aan bij de leerprogramma’s in de diverse groepen. Voorwaarden om onze visie te verwezenlijken:  Een professionele schoolleiding. Onze directeur: onderschrijft de uitgangspunten van de school; heeft een visie op onderwijs; huldigt de opvatting dat de school er is om te leren; waardeert alle mensen die bij de school betrokken zijn; kan goed communiceren en kan goed luisteren; is in staat pro actief te reageren; is in staat om mensen te binden; is ondernemend.  Professionele leerkrachten. Wat de leerkracht weet en kan, beïnvloedt direct de kwaliteit van het leren door de leerling. De activiteiten van de leerkracht beïnvloeden uiteindelijk de resultaten van de kinderen. Onze leerkrachten: onderschrijven de uitgangspunten van de school; hebben een “hoog” niveau. Ze beschikken over uitstekende onderwijskundige en pedagogische kwaliteiten. Daarnaast hebben ze een brede belangstelling voor bijvoorbeeld kunst, cultuur, natuur, maatschappij en wetenschap. Ons aannamebeleid is gericht op een evenredige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen. Ons aannamebeleid is gericht op het aanstellen van fulltimers. Een leerkracht gaat nooit langer dan twee jaar mee met dezelfde groep kinderen.  Vakleerkrachten: We hebben een vakleerkracht voor beeldende vorming. Daarnaast huren we (minimaal drie keer per jaar) gastdocenten in om op projectbasis lessen te geven op het gebied van natuur, muziek, drama, dans, godsdienst, etc. Voor de groepen 3 t/m 8 is er een vakleerkracht gymnastiek. Tijdens de projectweken blijven de eigen leerkrachten zelf verantwoordelijk voor het onderwijs in de creatieve vakken.  Zorgen voor een professionele cultuur en een goed teamklimaat: een veilige sfeer, waarin we elkaar respecteren (van fouten kun je leren), waarin we elkaar open feedback kunnen geven, waarbij we ons houden aan afspraken en waarin we gebruik maken van elkaars talenten, waarin we ons voortdurend scholen en ontwikkelen.

maart 2008


10

 



  

Een goede zorgstructuur om leerlingen te begeleiden. Dit geldt zowel voor leerlingen die uitvallen als voor leerlingen die meer aankunnen dan het reguliere onderwijsaanbod (hoogbegaafde leerlingen). Een goed geoutilleerd gebouw. We vinden dat goed onderwijs moet plaatsvinden in een gebouw dat voldoet aan de eisen van deze tijd. Dit betekent: goed geoutilleerd, praktisch ingericht, flexibel te gebruiken (schuifwanden) opgeruimd en schoon met voldoende opruimmogelijkheden (zolder, kelder, kasten). Goed ingerichte lokalen: Een lokaal is een ruimte waarin kinderen gemiddeld 5 uur per dag doorbrengen. Daarom moet het een prettige ruimte zijn. Een lokaal is een voorbereide omgeving voor het goed tot je kunnen opnemen van leerstof. Onze lokalen: Zijn groot genoeg (Het streven is naar een lokaal van 67m2). Kennen een doorgaande lijn wat betreft de inriching, zodat kinderen in alle lokalen weten waar wat staat opgeborgen. Bieden de mogelijkheid tot extra instructie. Zien er aantrekkelijk uit. Zijn opgeruimd en schoon. Worden goed geventileerd. Hebben meubilair dat uitwisselbaar is. Zijn zodanig ingericht dat kinderen zo “ruim” mogelijk kunnen zitten. Om rugklachten te voorkomen wisselen de kinderen regelmatig van plaats. Bieden de mogelijkheid tot het aantrekkelijk tentoonstellen van leerlingenwerk. In de lokalen en de gangen wordt het tentoongestelde leerlingenwerk regelmatig gewisseld. Goede ICT infrastructuur. Een modern netwerk. Voldoende computers / laptops, kwalitatieve software” en “smart boarden”. Actieve betrokkenheid van ouders (ouders/school op één lijn, elkaar serieus nemen, zorg delen met ouders, ouders aanspreken op verantwoordelijkheid, ouders eerlijk informeren over hun kind, activiteiten organiseren die betrokkenheid vergroten). Een systematische kwaliteitszorg (creëren, uitvoeren, evalueren en borgen doorgaande lijn).

maart 2008


11

Hoofdstuk 3: Schoolbeschrijving 3.1

Kenmerken schoolomgeving/ouders

De St. Nicolaasschool heeft heel Haren als voedingsgebied. Ook vanuit aangrenzende dorpen en vanuit het zuidelijke deel van de stad Groningen komen leerlingen naar de school. Wel zijn naar verhouding veel leerlingen afkomstig uit het deel van Haren dat gelegen is ten westen van de Rijksstraatweg. De St. Nicolaasschool ligt dicht bij het centrum van het dorp Haren. Veel kinderen wonen, zoals gezegd, in de buurt van de school en komen, afhankelijk van de leeftijd en de afstand, lopend of met de fiets naar school. Een aantal kinderen wordt per auto naar school gebracht. In de straat waaraan de school ligt, is voornamelijk sprake van bestemmingsverkeer. De directe omgeving van de school is rustig. De wat verderop gelegen Rijksstraatweg en Emmalaan zijn de meer drukke doorgangswegen die het voedingsgebied doorkruisen. Het opleidingsniveau van de ouders is hoog. Ouders hebben een hoog ambitieniveau voor hun kinderen. Alle lokalen bevinden zich in één gebouw. Het hoofdgebouw is gebouwd in 1955, maar later is er diverse keren bijgebouwd als gevolg van het groeiend aantal leerlingen. Zo is in het schooljaar 20042005 een nieuwe vleugel gebouwd. Op dit moment (april 2008) zijn er voor onze leerlingen 11 leslokalen in gebruik. Daarnaast is er binnen de school een speelzaal, een werkwinkel en ruimte voor de directeur, de intern begeleider, het team en de conciërge. Het gebouw is toe aan vernieuwing. Er liggen plannen klaar voor nieuwbouw. De verwachting is dat in 2010 wordt gestart met de nieuwbouw. Consequenties voor ons beleid (inclusief onze competenties): nieuwbouw aandacht voor meer presterende leerlingen 3.2

Gegevens personeel

Gegevens personeel 2007 – 2008 Op onze school werken 20 personeelsleden: 13 vaste groepsleerkrachten, een directeur, een intern begeleider, 1 ICT coördinator en twee vakleerkrachten (gymnastiek en beeldende vorming). Daarnaast zijn er 2 leerkrachten flexibel inzetbaar. Zes mensen werken fulltime. De rest heeft een parttime aanstelling. We streven er naar om zoveel mogelijk fulltimers in dienst te nemen. Een dag per week is er een conciërge (ID baan). Leeftijdsopbouw aantal mannen en vrouwen 2007 – 2008 Functie M V <25 25-34 35-44 Dir. 1 OP 5 13 7 1 OOP 1 1

45-54 1 9

55-59 1

 60

Totaal 1 18 1

Overzicht Teamscholing / begeleiding 2003 - 2008 Schooljaar Onderwerp / thema 2003 – 2004 Basisontwikkeling (ob) 2004 – 2005 Basisontwikkeling (ob) ICT scholing (hele team) 2005 – 2006 Basisontwikkeling (ob) ICT scholing (hele team) Studiedag Jonge Kind Verwondering (1 t/m 4) Methode Trefwoord en Hemel en Aarde (hele team) 2006 – 2007 BHV en EHBO (hele team) POP (hele team) 2007 - 2008 Digitaal onderwijs: De klas nu (hele team) Werken met poppen (1 t/m 4) BHV en EHBO (hele team) maart 2008


12

Overzicht individuele scholing / begeleiding 2003 - 2007 Schooljaar Onderwerp / thema Tot 2003 Schoolmanagement Basiscursus schoolmanagement Diverse computercursussen 2003 – 2006

Aantal 1 1 1 1 3 1 1 1 2 2

MR cursus Screening taalstoornissen Eerste hulp bij kinderongevallen Getuigschrift SO (2- jarige opleiding Hogeschool Utrecht) Netwerkbeheer Cursus Smartboard Conservatorium Scholing kwaliteitszorg ICC: coördinator Cultureel Erfgoed Opleiding VIB Cursus SMART bord NLP

2006 – 2007 2007- 2008

1 (directie) 2 1 2 1

Consequenties voor onze Meerjaren Personeelsbeleidplanning:  Inzet extra formatie voor godsdienst, filosofie, engels en muziek  Aanstellen van een fulltime conciërge  VIB (video interactie begeleiding) scholing

3.3

Gegevens leerlingen

3.3.1

Kengetallen leerlingen

Gegevens teldatum Jaar 1-10-2004 1-10-2005 1-10-2006 1-10-2007

Aantal

Geen weging

0.25

0.30

0.40

0.70

247 248 249 255

0.90

1,2

% weging 0% 0% 0% 0%

Overzicht opbouw leerlingenaantallen per leerjaar 2007 – 2008 (november ’07) Leerjaar 0 1 2 3 4 5 6 7 8 Totaal 30 44 30 52 31 30 29 28 12 286 Aantal Gedurende het schooljaar hebben we te maken met 8 neveninstromers in de groepen 4 t/m 7. We constateren een lichte groei. Op dit moment werken we met een wachtlijst. Ons beleid is dat de groepen niet groter worden dan 30 leerlingen. Consequenties voor ons beleid: Op basis van de leerlingenaantallen en de prognoses hebben we behoefte aan 13 leslokalen. Het huidige nieuwbouwplan voorziet in 10 / 11 leslokalen.  behoefte aan uitbreiding van lokalen (moet worden meegenomen in de nieuwbouw).

maart 2008


13

3.4

Onderwijsresultaten

3.4.1

Resultaten aan het eind van de schoolperiode

Jaar ondergrens glg 2005 531.9 534.2 2006 532.3 534.6 2007 533.6 534.7 Onder- en bovengrenzen GLG-score (Gemiddeld Leerling Gewicht) Eindtoets Cito (IC-tabel) Gegevens CITO Eindtoets Schoolscore (ongecorrigeerd) Schoolscore op basis van GLG

bovengrens 536.5 536.9 537.0

Doel school

2004 – 2005

2005 - 2006

2006 - 2007

> 540 > 540

540 540

541.5 541.5

541,3 541,3

Categorie Percentages goed 1 100 % 1.00 leerlingen 67 2 76 % - 99% 1.00 leerlingen 65 3 51 % - 75 % 1.00 leerlingen 61 4 25 % 1.90 leerlingen 60 5 26 % - 50 % 1.90 leerlingen 59 6 51 % - 75 % 1.90 leerlingen 46 7 75 % - 100 % 1.90 leerlingen 46 Ondergrenzen Cito Entreetoets groep 7 (ondergrenzen tellen ook voor Cito Entreetoets groep 6) Gegevens CITO Entreetoets groep 7 Percentage goed Percentage goed onderdeel taal Percentage goed onderdeel rekenen & wiskunde Percentage goed onderdeel studievaardigheden

2004 – 2005

2005 - 2006

2006 - 2007

80 80 78 81

79 79 78 80

71 72 71 70

We stellen hoge doelen. We scoren ruimschoots boven het landelijk gemiddelde. Consequenties voor ons beleid:  geen consequenties

3.4.2

Resultaten gedurende de schoolperiode

Hieronder geven wij de resultaten van de middentoetsen voor groep 2, 4 en 6 voor de onderdelen Taal en Ordenen (groep 2), Technisch lezen (groep 4), Begrijpend lezen (groep 6) en Rekenen & Wiskunde (groep 4 en 6). Ordenen Groep 2 (midden)

Eigen norm 70 % van de leerlingen heeft een A / B score

05-06 62%

06-07 72,6%

07-08 71.0%

Taal voor Eigen norm Kleuters Groep 2 (midden) 70 % van de leerlingen heeft een A / B score

05-06

06-07

07-08

79,3

80,4%

93.5%

Technisch lezen AVI Groep 4 (febr-april)

maart 2008

Norm inspectie Maximaal 30% < niveau 3

Eigen Norm Max. 10% < niveau 3

05-06 7,4%<3


06-07 6,9%<3

07-08 3.3%

14

Begrijpend lezen

Groep 6 (M)

Norm inspectie Maximaal % D en E scores 19 %

Eigen norm Maximaal % D en E scores 10 % Minimaal % A en B 75%

05-06 % D en E scores



4,3 % % A en B

0% % A en B

0% % A en B

69,5%

88.0%

96,5%

Norm inspectie

Eigen norm

05-06

06-07

07-08

Maximaal % D en E scores 19 % 25 %

Maximaal % D en E scores 10 % 10 % Minimaal % A en B 75% 75%

% D en E scores

% D en E scores

% D en E scores

3,6% 10,0% % A en B

3,4% 0% % A en B

0% 0% % A en B

82,2% 55,0%

89,6% 88,9%

83.3% 91.5%

Groep 6 (M) Rekenen & wiskunde

Groep 4 (M) Groep 6 (M)

Groep 4 (M) Groep 6 (M)

We stellen hoge doelen. We scoren ruimschoots boven het landelijk gemiddelde. Wanneer leerlingen lager scoren dan een C wordt er nader gekeken naar de oorzaken. Indien nodig wordt actie ondernomen. Consequenties voor ons beleid:  Geen consequenties

3.4.3

Resultaten door- en uitstroom

Gegevens door- en uitstroom 2004 – 2007 Gegevens door- en uitstroom 2006 – 2007

04-05

05-06

06-07

Percentage zittenblijvers in groep 1 en 2 (indicatie inspectie: maximaal 12 %) Percentage zittenblijvers in groep 3 t/m 8 (norm inspectie: maximaal 3 %) Aantal leerlingen (ll) met een individuele leerlijn (geheel of gedeeltelijk) Aantal leerlingen (ll) met LGF (Rugzak) Aantal leerlingen (ll) dat is uitgestroomd naar SBO Percentage leerlingen dat is uitgestroomd naar het SO (Expertisecentra 1 t/m 4) Percentage leerlingen dat vanuit groep 8 is uitgestroomd met VMBO / groen Percentage leerlingen dat is uitgestroomd naar het VO: VMBO TL (Mavo) Percentage leerlingen dat is uitgestroomd naar het VO: Havo / VMBO TL Percentage leerlingen dat is uitgestroomd naar het VO: Havo Percentage leerlingen dat is uitgestroomd naar het VO: Havo / VWO Percentage leerlingen dat is uitgestroomd naar het VO: Atheneum Percentage leerlingen dat is uitgestroomd naar het VO: Gymnasium

0% 1,6% 2ll

0% 1,2% 4ll 1 ll 1 ll 0 3,8% 30,8% 11,5% 30,7% 23,1%

5,9% 0,8% 3 ll 1 ll 1 ll 0 5,6% 16,7% 13.8% 27.8% 36.1%

0 7,0% 7,0% 16,3 20,9% 2,3% 29,9% 25,6%

Consequenties voor ons beleid (inclusief onze leerkrachtcompetenties):  Geen consequenties 3.4.4

Resultaten VO

Resultaten VO Volgens advies Hoger dan advies Lager dan advies

Indicatie inspectie minimaal 75% maximaal 25%

Uitstroom VO 2005 91.5 % 0 % 9.5 %

Trends / Conclusies en consequenties voor ons beleid:  

evalueren beleid verwijzing VO Bij een gemengd advies kiest tweederde van de ouders voor het hoogste advies

maart 2008


15

Hoofdstuk 4: Inrichting van ons onderwijs Dit hoofdstuk geeft inzicht in hoe wij het onderwijs op onze school georganiseerd hebben. 4.1 Domein:

zorg voor kwaliteit

4.1.1: Kwaliteitszorg Onze school onderscheidt kwaliteit en kwaliteitszorg. We leveren kwaliteit, zorgen ervoor dat de kwaliteit op peil blijft en op basis van onze bevindingen verbeteren en borgen we onze kwaliteit. Kwaliteitszorg is op onze school gekoppeld aan integraal personeelsbeleid. Dit betekent o.a. dat we ernaar streven dat onze medewerkers competenties ontwikkelen die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen die we belangrijk vinden. Onze uitgangspunten m.b.t. kwaliteitszorg zijn: Behoud en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs 1

We hebben inzicht in de kenmerken van onze leerlingenpopulatie.

2

De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

3

We hebben inzicht in de resultaten (opbrengsten) gedurende en aan het eind van de schoolperiode.

4

We beschikken over (streef)doelen/afspraken bij diverse beleidsterreinen.

5

We beschikken over een evaluatieplan waardoor geborgd is, dat de verschillende (streef)doelen/afspraken minstens 1 x per 4 jaar beoordeeld worden.

6

We werken planmatig aan verbeteringen (schooljaarplan / schooljaarverslag).

7

We evalueren stelselmatig of onze verbeterplannen gerealiseerd zijn.

8

We borgen onze kwaliteit (o.a. door zaken op schrift te stellen).

9

We verantwoorden aan belanghebbenden (inspectie, bevoegd gezag en ouders).

10 We waarborgen de sociale veiligheid van medewerkers en leerlingen. Voorwaarden voor kwaliteit 11

Kwaliteitszorg is verbonden met het professioneel handelen van de medewerkers.

12 We laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen door ouders, leerlingen en leerkrachten. 13 De directeur is (eind)verantwoordelijk voor (de uitvoer van) het beleid m.b.t. kwaliteitszorg. We We

evalueren onze kwaliteit op de volgende wijze: systematische evaluatie van de leerling resultaten een keer in de vier jaar: integrale kwaliteitsscan / SWOT op teamniveau functioneringsgesprekken formuleren en evalueren van het schooljaarplan beschikken nog niet over een kwaliteitszorgsysteem.

Daarnaast hanteren we het inspectierapport als leidraad voor het verbeteren van de kwaliteit. Consequenties voor ons beleid (inclusief onze competenties):  invoeren kwaliteitszorgsysteem  invoeren ouder- en leerling enquête  invoeren klassenconsultaties  invoeren schooljaarverslag als verantwoordingsinstrument maart 2008


16

4.2 Domein:

onderwijs & leren

4.2.1 Overzicht leerstofaanbod Vak-/ Methode(s) Vormingsgebied Materiaal Specifieke werkwijze(n)

NEDERLANDS - mondeling

OB 3

- schriftelijk - taalbeschouwing, waaronder strategieën

4/8

ENGELS

7/8

REKENEN/WISK. - wiskundig inzicht en handelen - getallen en bewerkingen - meten en Meetkunde ORIËNTATIE OP JEZELF EN DE WERELD - mens en samenleving - natuur en

OB

techniek

3 4/8

OB 3/4

5/8

- ruimte - tijd

KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE

OB 3/8

BEWEGINGSONDERWIJS

OB

SOCIAALEMOTIONELE ONTWIKKELING

3/8 1-2 1-8

GODSDIENST

1-8

ICT VAARDIGHEDEN

1-8

Dekkend voor kerndoelen

Schatkist (afwisselen met eigen thema’s) VLL (nieuwe versie) Schrijftaal Taal Actief (oude versie) Woordspel Wie dit Leest Schrijven in de basisschool

ja

Afspraken Vindplaats gemaakt t.b.v. afspraken continuïteit en doorgaande lijn* ja

Jaarplan onderbouw

ja

nvt

ja

nvt

Let’s do it

ja

nvt

Schatkist (afwisselen met eigen thema’s) Wereld in Getallen Wereld in Getallen

ja ja ja

nvt nvt

Thema’s / Koekeloere Wereld van verschil Stap vooruit (groep 4) Huisje Boompje Beestje Nieuws uit de Natuur (4) Natuuronderwijs: Leefwereld / Nieuws uit de Natuur (5/6) Verkeer: Jeugd verkeerskrant en Klaarover Gesch. Een zee van tijd Aardrk. Een wereld van verschil School tv weekjournaal (7/8) Redzaamheid: EHBO (groep 8) Thematisch Vakleerkracht beeldende vorming (structureel) Vakleerkracht drama/dans (op projectbasis) Werken met ateliers Aanbod Culturele Commissie Haren Bewegingsonderwijs in het speellokaal Vakleerkracht Doos vol gevoelens Trefwoord Hemel en Aarde Trefwoord Hemel en Aarde

ja ja

nvt nvt

Leerlijnen ICT vaardigheden AaBbCc methode

ja

ja

Jaarplan onderbouw

nvt

niet: techniek aardr. kunde (actief burg. schap)

ja ja

nvt nvt

ja

nvt

ja

nvt nvt

ja

nvt

Ja

Ja

ICT beleidsplan Klassenmap

* N.v.t. = De methode wordt gevolgd, zoals beschreven in de handleiding

Consequenties voor ons beleid (inclusief onze competenties):  vervangen Taal Actief  aanbod techniek eventueel in combinatie met aanbod natuuronderwijs  doorgaande lijn kunstzinnige oriëntatie (Moet je doen)vervangen methode begrijpend lezen  evalueren aanbod sociale vaardigheden  leerlingen lezen bijbelverhalen  Engels vanaf groep 1  Aanbod filosofie maart 2008


17

4.2.2 Leerstofaanbod: Overzicht Vervanging/afschrijving Hieronder geven wij een overzicht van de planning vervanging nieuwe materialen / methodes 2008 t/m 2012 voortkomend uit het Meerjaren Investerings Plan (2007). Onderdeel Digitale borden Beamer Engels / filosofie Taal en spelling (4 t/m 8) Meubilair groep 3 en 4

2008 € 30.000 € 1.500 € 5.000

2009

2010

2011

2012 € 3.500

€ 20.000 € 14.000

Consequenties voor ons beleid:  Het investeringsplan is richtlijn voor onze investeringen, echter dat hangt samen met de nieuwbouwplannen  De consequenties t.a.v. investeringen hangen mede af van ons onderwijskundig beleid en de mate waarin onze methodes voldoen aan de kerndoelen (zie 4.2.1) 4.2.3 Inrichting van het onderwijsleerproces Hieronder geven wij schematisch aan op welke wijze wij ons onderwijsleerproces hebben ingericht. De inrichting van ons onderwijsleerproces vloeit voort uit onze visie en is er mede op gericht om structureel aandacht te schenken aan de onderstaande leergebiedoverstijgende vak- en vormingsgebieden. - gebruik leerstrategieën - goede werkhouding - uitdrukken van eigen gedachten en gevoelens - reflectie op eigen handelen en leren - respectvol kritiek geven - respectvol luisteren - ontwikkelen van zelfvertrouwen - verwerven en verwerken van informatie - verantwoordelijk omgaan met elkaar - respectvol omgaan met elkaar - zorg voor de leefomgeving - waardering van de omgeving

Groeperingsvormen

Instructie

Samenwerken Zelfstandigheid Actief leren

Theaterproject

maart 2008

KENMERKEN onderbouw: heterogeen groep 3 t/m 8: klassikaal niveaugroepen voor voortgezet technisch lezen groepsdoorbroken: arteliers (5 t/m 8) leerlingen groep 6 lezen voor aan leerlingen 1/2 werkwinkel (groep 1 t/m 8) Pre-teaching (indien nodig) verlengde instructie instructie kleine kring instructietafel wanneer de methode dit aangeeft incidenteel bij projecten / artelier huiswerk spreekbeurten / werkstukken Gebruik van externe leerbronnen (internet, gastdocenten, interviews) Presenteren, verslag doen van het eigen werk door leerlingen. Excursies / buitenactiviteiten: vogels kijken, wilgen knotten, boswandeling, boerderijbezoek, excursies (brandweer, politie, Buitenplaats in Eelde, zeehondencentrum in Pieterburen, kaarsenmakerij in Winsum, Grafisch museum in Groningen, etc) Gebruik van de directe omgeving (ouders, wijk, dorp) Jaarlijks met alle groepen


BORGING Leesbeleid en werkwinkel (intern zorgplan)

Schoolgids

Jaarplan en jaarplanning

18

Vieringen

ICT

-

vieringen in de kerk met de hele school: kinderboekenweek kerst Pasen einde schooljaar

Jaarplan en jaarplanning

vieringen onderbouw St. Maarten Palmpasen zie beleidsplan ICT

Consequenties voor ons beleid (inclusief onze competenties):  evalueren onderwijsleerproces t.a.v. instructie, zelfstandigheid en samenwerken

4.2.4 Relevante onderwijsinhoudelijke beleidsterreinen ICT- beleid Omgaan met computers is een van de basisvaardigheden. Daarom heeft ICT een belangrijke plaats binnen de school. Op school hebben we de beschikking over een computernetwerk. We werken met laptops in een verrijdbare kast. Door te kiezen voor laptops kunnen we zowel in de klassen als in andere ruimtes van de school met computers werken. Daarnaast staan er in elke klas één of meerdere vaste computers. De computers worden onderwijsondersteunend ingezet, d.w.z. dat ze een aanvulling zijn op de leerstof, waarmee we in de klassen werken. Het gebruik van de computer wordt geïntegreerd binnen de bestaande vakken. Daarnaast zijn er leerlijnen uitgezet, waarmee kinderen vanaf groep 5 systematisch de ICT-vaardigheden onder de knie krijgen. Vooral tekstverwerken, informatieverwerking, internet en werkstukken maken komen hier aan de orde. Deze leerlijnen sluiten aan bij het voortgezet onderwijs. Op onze schoolwebsite is (educatieve) software beschikbaar, die leerlingen (thuis) kunnen downloaden. Deze software sluit altijd aan bij de leerprogramma’s in de diverse groepen. Voor ons ICT beleid verwijzen wij naar het ICT-beleidsplan (datum februari 2008) Beleid sociale veiligheid Op onze school werken we met z’n allen voor leerlingen - andermans kinderen - aan goed onderwijs. Om dit mogelijk te maken, zorgen we voor veiligheid. Dat is meer dan de afwezigheid van geweld. Dat is echte aandacht en goed gedrag, met beleid. Onze school voert een actief veiligheidsbeleid met de volgende uitgangspunten: Inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen, ouders en personeel (bijv. via een adequate incidentenregistratie, vragenlijsten sociale veiligheid voor leerlingen, ouders en personeel, functioneringsgesprekken, etc.); Leerstofaanbod Sociale Vaardigheden en Actief Burgerschap; Preventiebeleid Sociale Veiligheid; Draaiboek/protocollen. We hebben ons veiligheidsbeleid nog niet vastgelegd in een veiligheidsbeleidsplan. We zijn voornemens dit de komende jaren uit te voeren. Cultuureducatie Onze school is bezig met het opstellen van een beleidsplan voor Cultuureducatie. In dit beleidsplan zal worden aangegeven op welke wijze wij aandacht schenken aan literatuur, muzikale vorming, dans, drama/theater, beeld en geluid en beeldende kunst in relatie tot ons cultureel erfgoed. In de komende jaren zal dit plan worden uitgevoerd.

maart 2008


19

Consequenties voor ons beleid (inclusief onze competenties):   

Smartborden in alle groepen Beleid sociale veiligheid (m.n. aanscherpen gedragsregels) Uitvoeren Cultuureducatie

4.3 Domein:

zorg & begeleiding

4.3.1 Zorgplan Sint Nicolaasschool Onze school beschikt over een intern zorgplan. Dit zorgplan beschrijft o.a. de: visie op zorg organisatie van de leerlingenzorg o verzamelen gegevens o signaleren o zorg in de klas o evalueren beleid doorstroom meerbegaafde leerlingen grenzen aan de zorg beleid LGF (rugzak) verwijzing SBO/ SO Voor een uitgebreide beschrijving van ons zorgbeleid verwijzen wij naar ons intern zorgplan (datum februari 2008) Consequenties voor ons beleid (inclusief onze competenties):  beleid eigen leerlijnen  evalueren LVS sociale vaardigheden  beleid meerbegaafden uitwerken  beleid t.a.v.omgaan met probleemgedrag 4.4

Domein: beleid & oganisatie

4.4.1

Integraal personeelsbeleid

Het behalen van een onderwijsbevoegdheid betekent niet dat je alleen op grond van het behaalde diploma in het onderwijs werkzaam kunt zijn. Waar de maatschappij in snel tempo verandert, verandert ook het onderwijs. Wij verwachten dan ook dat mensen die werkzaam zijn in het onderwijs hun vak bijhouden. De Wet BIO (Wet beroepen in het onderwijs) spreekt in dat opzicht van het onderhouden en verder ontwikkelen van bekwaamheidseisen. Ons IPB is o.a. gericht op deze continue ontwikkeling, waarbij we zorgen voor een juiste afstemming tussen de doelen van de school en het functioneren en de ontwikkeling van iedere medewerker. Het startpunt is onze visie en missie, zoals beschreven in hoofdstuk 2 van dit schoolplan. Van daaruit zijn we ons steeds bewuster gaan worden van functies en kwaliteiten die nodig zijn om die visie te realiseren. De onderstaande instrumenten worden ingezet om de persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers zo vorm te geven, dat zij in toenemende mate gaan voldoen aan de bovenstaande competenties: 1. Begeleiding nieuwe leerkrachten 2. Collegiale consultatie 3. Intervisie (in de bouwen zorgvergaderingen) 4. Klassenbezoeken 5. Opstellen POP’s 6. POP-gesprekken / Functioneringsgesprekken 7. Bijhouden bekwaamheidsdossiers 8. Scholing / professionalisering

maart 2008


20

Consequenties voor ons beleid (inclusief onze competenties):   

invoeren klassenbezoeken door de directeur scholingsbeleid begeleidingsplan nieuwe leerkrachten

4.4.2 Beleid m.b.t. ouders Op onze school gaan we ervan uit dat zowel school als ouders belang hebben bij het scheppen van optimale condities voor de ontwikkeling en het leren van kinderen. Ouders hebben immers het beste vóór met de kinderen die aan onze zorg zijn toevertrouwd. Erkenning van dit gezamenlijke belang geeft de relatie niet alleen richting, maar tegelijkertijd een stevige basis. Richting, omdat die optimale condities niet vanzelf ontstaan, maar moeten worden geschapen. Een basis, omdat we elkaar op dit gezamenlijke belang kunnen aanspreken. Wij zien ouders als partners. We nemen hen serieus, luisteren naar hen. Wij zijn van mening dat ouders eindverantwoordelijk zijn voor de opvoeding van hun kind. Dit betekent dat ouders daarmee de eerstverantwoordelijke zijn voor het gedrag van hun kind. De school is verantwoordelijk voor het onderwijsleerproces. Wij verwachten van ouders niet alleen dat zij onze regels/richtlijnen respecteren maar dat ze actief ons beleid ondersteunen. School en ouders hebben immers een gezamenlijk doel. De afspraken rondom regels en gedrag staan in onze gedragscode. We laten ouders tekenen voor deze afspraak (invoeren 2009). Consequenties voor ons beleid (inclusief onze competenties):  opstellen gedragscode voor leerlingen, leerkrachten en ouders  ouderenquête

maart 2008


21

Hoofdstuk 5: Kwaliteitsprofiel 5.1

KwaliteitsScan

Resultaten KwaliteitsScan St. Nicolaasschool (november 2007) Gemiddeld Nr 1

2

Kwaliteitsaspect

g

v

m

Steekwoorden op indicatorniveau o

Scores Matig / Voldoende

Scores voldoende

Systematisch zorg voor behoud

1.4 planmatig werken aan

en verbetering kwaliteit

verbeteractiviteiten

onderwijs.

1.5 borgen

De voorwaarden voor zorg voor kwaliteit zijn aanwezig.

3 4 5 6

Leerstofaanbod bereidt leerlingen

3.7 kennis verschillende

3.8 taalbeleid (n.v.t)

voor op het vervolgonderwijs.

culturen in Nederland

3.9 actief burgerschap

Leerlingen krijgen voldoende tijd om leerinhouden eigen te maken. Pedagogisch handelen leraren leidt tot veilige leeromgeving. Didactisch handelen leraren ondersteunt leren van leerlingen.

6.10 samenwerkend leren 6.11 zelfverantwoordelijkheid leerling

7

Leraren stemmen onderwijsleerproces af op onderwijsbehoeften.

8

Leerlingen spelen actieve en

9

zelfstandige rol. De sfeer op school is veilig en ondersteunend voor de leerlingen.

10

8.4 samenwerken leerlingen

8.3 verantwoordelijkheid leerling eigen onderwijsleerproces 9.7 inzicht sociale veiligheid ll en personeel incidenten 9.9 veiligheidsbeleid

Leerlingen kunnen zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen.

11

Passende zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

12

Resultaten liggen ten minste op het niveau dat mag worden verwacht.

13

De leerlingen ontwikkelen zich

13.5 inzicht resultaten VO van onze

naar verwachting.

leerlingen

14

Management en organisatie.

14.7 doelmatig systeem beheer en

15

Integraal Personeelsbeleid.

organisatie 15.4 klassenbezoek directeur

15.1 IPB plan

15.9 collegiale consultaties 15.11 begeleiding nieuw personeel 16

Inzet van middelen.

16.1 inzet middelen en formatie transparant en doelmatig 16.4 financieel beleid gerelateerd aan strategisch beleid

17

Interne en externe communicatie.

 

Niet één aspect werd beoordeeld als onvoldoende Een goede beoordeling kregen de aspecten 5.1 wij geven positieve persoonlijke aandacht aan onze leerlingen 5.2 wij tonen in gedrag en taalgebruik respect voor de leerlingen 7.1 wij volgen de vorderingen van onze leerlingen systematisch 12.1 resultaten aan eind van de schoolperiode naar verwachting 13.1 resultaten gedurende de schoolperiode naar verwachting

maart 2008


22

5.2

SWOT-analyse (strenghts, weaknesses, opportunities, threats)

Resultaten SWOT analyse (datum 9 januari ’08) Sterktes  Het team: betrokken / evenwichtig / goede teamsfeer kwaliteiten (veelzijdig) hoog ambitieniveau eenheid naar buiten  Reputatie van de school: laagdrempelig (voor ouders en anderen) hoog niveau  De schoolprojecten  De arteliers  De werkwinkel (zorg)  ICT Zwaktes  Communicatie over doorgaande lijn kan worden verbeterd  Ruimte in de school  Verouderd gebouw  Verkeersveiligheid  Gebrek aan onderwijs ondersteunend personeel (OOP)  Gemeenschappelijke verantwoordelijkheid  Grote groepen  Nog geen beleid aanpak probleemgroep (gedrag) Kansen  Ouderpopulatie (hoogopgeleid, bemiddeld)  Leerlingpopulatie (talentvol)  Ontwikkelingen techniekonderwijs  Mogelijkheden ICT  Cultuureducatie  Inzet stagiaires  Derde geldstroom (subsidie, sponsoring, giften)  Leerlingen inzetten als “tutor”  Nieuwbouw  Onderwijs Engels  Bestuur (éénpitter: flexibel/ korte lijnen) Bedreigingen  Te kort aan mannen in het team  Bestuur (éénpitter: weinig continuïteit, kwetsbaar, financieel risicovol)  Hoogopgeleide ouders: hoge eisen, grensoverschrijdend  “Weglekken” kennis bij vertrek leerkrachten  Werkende ouders (i.v.m. activiteiten)

Consequenties voor ons beleid n.a.v.de kwaliteitsScan en de SWOT analyse:  beleid t.a.v. ondersteuning onderwijzend personeel (OOP / inzet stagiaires)  zorgen voor een doorgaande lijn  professionele cultuur: gemeenschappelijke verantwoordelijkheid  beleid aanpak probleemgroep  aanbod techniek  ICT in het onderwijs  aanbod Engels (groep 1 t/m 8)  leerlingen leren samenwerken  verantwoordelijkheid leerlingen bij eigen taak en eigen leerproces  cultuureducatie  actief burgerschap (o.a. kennis verschillende culturen)  kwaliteitsbeleid: planmatig werken / borgen  veiligheidsbeleid  IPB (klassenbezoeken directeur / collegiale consultaties/ begeleiding nieuw personeel)  scholingsbeleid (onderdeel IPB)  transparant financieel beleid

maart 2008


23

5.3

Bevindingen inspectie

Op 28 november 2006 bezocht de inspectie de r.k.b.s. St. Nicolaas in het kader van een onaangekondigd kwaliteitsonderzoek. Hieronder geven wij de samenvatting van het inspectierapport. “De school is in april 2006 voor het laatst bezocht met een Jaarlijks Onderzoek (JO). Bij dat onderzoek is de kwaliteitszorg beoordeeld en de leerresultaten. Vier van de zeven indicatoren van de kwaliteitszorg waren van voldoende niveau. De eindresultaten waren boven het te verwachten niveau, de tussentijdse resultaten waren van voldoende niveau. Ook in 2004 en 2005 is de school onderzocht met jaarlijkse onderzoeken, waar geen risico’s uit naar voren kwamen. In 2002 heeft een uitgebreid onderzoek plaatsgevonden in het kader van het Intergraal School Toezicht (IST). De meeste indicatoren werden als “meer sterk dan zwak” beoordeeld.” “Uit het kwaliteitsprofiel van het onderzoek blijkt dat de St. Nicolaasschool over het algemeen van voldoende kwaliteit is. Het merendeel van de indicatoren is als voldoende beoordeeld. Het betreft de meeste onderdelen van de kwaliteitszorg, het leerstofaanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen, de zorg en begeleiding en de leerresultaten. De resultaten aan het einde van de schoolperiode zijn structureel boven het verwachte niveau. Naast alle genoemde onderdelen die op orde zijn, is een aantal indicatoren niet voldoende. De aandachtspunten hebben betrekking op het onderwijs in strategieën, het afstemmen op niveauverschillen, de zelfstandige rol van de leerlingen, het aanbod in de kleutergroepen en het nagaan van de effecten van de zorg.” “De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op school vraagt geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie.” Inmiddels is in de kleutergroepen de methode Schatkist integraal ingevoerd. De afspraken zijn vastgelegd in het jaarplan onderbouw. Ook hebben we inmiddels de kwaliteit van de handelingsplannen verbeterd door de doelen smarter te formuleren. Hierdoor kunnen we beter de effecten van de zorg nagaan. Consequenties voor ons beleid (inclusief onze competenties):    

5.4

invoeren kwaliteitszorgsysteem (systematisch evalueren leren en onderwijzen) interactieve instructie (aandacht voor leerstrategieën) zelfstandige rol leerlingen afstemmen niveauverschillen

Kwaliteitsprofiel

Hieronder geven wij een opsomming van onze interne en externe kwaliteitsinstrumenten met daaruit voortvloeiende consequenties voor ons beleid. Kwaliteitsanalyse

Consequenties voor ons beleid in relatie tot onze visie:

Kengetallen leerlingen Kengetallen personeel

Behoefte aan uitbreiding van lokalen (meenemen nieuwbouw). Aanstellen van extra leerkrachten voor godsdienst, filosofie, engels en muziek Aanstellen van een fulltime conciërge VIB scholing (hele team) evalueren beleid verwijzing VO

Kengetallen resultaten Evaluatie inrichting onderwijs

maart 2008

invoeren kwaliteitszorgsysteem invoeren ouder- en leerling enquête invoeren klassenconsultaties invoeren schooljaarverslag als verantwoordingsinstrument vervangen Taal Actief aanbod techniek eventueel in combinatie met aanbod natuuronderwijs doorgaande lijn kunstzinnige oriëntatie (Moet je doen) vervangen methode aardrijkskunde evalueren aanbod sociale vaardigheden leerlingen lezen bijbelverhalen Engels vanaf groep 1 St. Nicolaasschool Schoolplan 2008—2012

24

Personeelsbeleid Ouderbeleid

resultaat SWOT en KwaliteitsScan

Conclusies inspectierapport

Beleid bestuur Beleid OC&W Beleid SWV

maart 2008

Aanbod filosofie evalueren onderwijsleerproces t.a.v. instructie, zelfstandigheid en samenwerken Smartborden in alle groepen en losse beamer Beleid sociale veiligheidsbeleid (m.n.aanscherpen gedragsregels) Uitvoeren Cultuureducatie beleid eigen leerlijnen beleid meerbegaafden uitwerken evalueren LVS sociale vaardigheden beleid t.a.v.omgaan met probleemgedrag meubilair groep 3 en 4 (+ rolluiken onderbouw) invoeren klassenbezoeken door de directeur scholingsbeleid begeleidingsplan nieuwe leerkrachten opstellen gedragscode voor leerlingen, leerkrachten en ouders ouderenquête beleid t.a.v. ondersteuning onderwijzend personeel (OOP / inzet stagiaires) zorgen voor een doorgaande lijn professionele cultuur: gemeenschappelijke verantwoordelijkheid beleid aanpak probleemgroep aanbod techniek ICT in het onderwijs aanbod Engels (groep 1 t/m 8) leerlingen leren samenwerken en hebben verantwoordelijkheid bij eigen leerproces cultuureducatie actief burgerschap (o.a. kennis verschillende culturen) kwaliteitsbeleid: planmatig werken / borgen veiligheidsbeleid IPB (klassenbezoeken directeur / collegiale consultaties/ begeleiding nieuw personeel) scholingsbeleid (onderdeel IPB) transparant financieel beleid invoeren kwaliteitszorgsysteem (systematisch evalueren leren en onderwijzen) interactieve instructie (aandacht voor leerstrategieën) zelfstandige rol leerlingen afstemmen niveauverschillen nieuwbouw Passend Onderwijs Actief Burgerschap


25

Hoofdstuk 6: Meerjarenplanning 6.1

Overzicht meerjarenplanning

Nr 1 2 3 4

Domein1: Kwaliteitszorg Invoeren kwaliteitszorgsysteem Invoeren ouder- en leerlingenquête Invoeren klassenconsultaties (door directeur) Uitvoeren kwaliteitsbeleid (schooljaarplan/schooljaarverslag/borgen)

08–09

09–10

10–11

11-12

X X X X

X

X

X

Nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

Domein 2: Onderwijs en leren / klimaat Evalueren aanbod / onderwijsleerproces technisch lezen Vervangen taalmethode (groep 4 t/m 8) Invoeren aanbod techniek / natuuronderwijs Invoeren doorgaande lijn kunstzinnige oriëntatie (Moet je doen) Vervangen methode aardrijkskunde Invoeren lezen bijbelverhalen Invoeren Engels vanaf groep 1 Invoeren filosoferen met kinderen Evalueren olp t.a.v. (gedifferentieerde) instructie, zelfstandigheid, samenw. Invoeren digitale schoolborden in alle groepen Invoeren gedragscode Invoeren cultuureducatie Creëren doorgaande lijn leerstofaanbod Invoeren aanbod actief burgerschap

08–09

09–10

10–11

11-12

X X

X

X

X X

X X X X X X

Nr 1 2 3 4 5

Domein 3: Zorg & Begeleiding Uitwerken beleid meerbegaafden Evalueren beleid verwijzing VO Evalueren beleid eigen leerlijnen (o.a. in relatie tot passend onderwijs) Evalueren LVS sociale vaardigheden Invoeren beleid aanpak probleemgedrag

08–09

09–10

Nr 1 2 3 4 5 6

Domein 4: Management & Organisatie Nieuwbouw Aanstellen lkr. Godsdienst, filosofie, Engels, muziek Aanstellen OOP (conciërge / klassenassistent) Opstellen beleidsplan sociale veiligheid Formuleren scholingsbeleid Invoeren systeem begeleiden nieuwe leerkrachten

08–09

Nr 1 2 3 4 5

Scholing / Begeleiding VIB scholing hele team ICT scholing digitale schoolborden BHV / EHBO Rots en Water Begeleiding kwaliteitszorg

08–09

09–10

10–11

11-12

X X X X X

X X X

X X

X

X X

X X

X X X X

X X

X

10–11

11-12

09–10

10–11

11-12

X X X

X X

X

X X X X

X X

X X X

Bovenstaande beleidsvoornemens zijn uitgewerkt in een SMART geformuleerd schooljaarplan.

maart 2008


26

Schoolplan

Recommend Documents