CSG Calvijn
Klantnaam Projectnaam Projectnummer Documentnaam Laatste correctie
: : : : :
CALVIJN LOGO 15820005 15820005_Calvijn_logo_fc.eps 07-09-04
= C 30, M 87, Y 0, B 47 = C 0, M 60, Y 100, B 0
Schoolplan 2010 - 2015 Gebruikte kleuren : CYAAN PMS nummers : 000 C 000
MAGENTA
YELLOW
BLACK
000 C
000 C
000
000
000
000
Status
: DUMMIE
WERKTEK
LITH.INT.
LITH.EXT.
Druktechniek
: OFFSET
FLEXO
DIEPDR.
BOEKDR.
DTP-Programma : ADOBE ILLUSTRATOR 9.0 Account Ontwerper Operator
: Hanneke : Irma/Jeroen : Lex
De kleuren op deze print zijn niet representatief voor het uiteindelijk drukresultaat tenzij dit een proefdruk is. Tel. 31 (0)35 623 10 79
Schoolplan 2010-2015
Inhoudsopgave 1. Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 2. Algemene schoolgegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 3. Uitgangspunten schoolbeleid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 4. Identiteit in de praktijk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 5. Onderwijsbeleid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 6. Kwaliteitszorg. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 7. Profilering CSG Calvijn. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 8. Profilering Vestigingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 9. Bedrijfsvoering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 10. Communicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 11. Bijlage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
3
Schoolplan 2010-2015
1. Inleiding 1.1
Uitgangspunten
De Christelijke Scholengemeenschap Calvijn is een scholengemeenschap voor gymnasium, atheneum, havo, mavo/vmbo en vmbo met vestigingen in Rotterdam en Barendrecht. De scholengemeenschap maakt deel uit van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving. Met het hierbij aangeboden schoolplan presenteert de school haar beleidsvoornemens voor de periode 2010-2015. Uitgangspunten bij de ontwikkeling van het schoolbeleid 2010-2015 zijn: 1. de huidige regelgeving voor het onderwijs zoals die verankerd is in de Wet op het Voortgezet Onderwijs, het Inrichtingsbesluit W.V.O. en het Eindexamenbesluit; 2. beleidsvoornemens van de centrale en lokale overheid die in de komende jaren gerealiseerd zullen worden; 3. de missie en onderwijsvisie van CVO, zoals o.a. verwoord in de notitie Bindend en boeiend onderwijs (2004) en de notitie Meer dan het gewone, CVO op weg naar 2020 (2009); 4. de resultaten van het schoolplan 2005-2010; 5. actuele rapportages van de inspectie van het onderwijs; 6. resultaten van tevredenheidsonderzoeken die in het kader van horizontale verantwoording zijn verricht.
1.2
Werkwijze ontwikkeling schoolplan
Tijdens de jaarlijkse directietweedaagse voor aanvang van het schooljaar heeft de gehele directie van CSG Calvijn in augustus 2009 de eerste aanzet gegeven tot de ontwikkeling van het schoolplan 2010-2015. Het Centraal Management Team (CMT) van CSG Calvijn heeft vervolgens zorg gedragen voor de uitwerking van een eerste concept van de algemene beleidskaders waarna de vestigingen hun vestigingsschoolplan hebben ontwikkeld. Na vaststelling van de beleidsuitgangspunten en de uitwerkingen daarvan is door het CMT en door de vestigingsdirecties (VMT’s) een beleidsagenda opgesteld. juni 2010 CMT CSG Calvijn
4
Schoolplan 2010-2015
2. Algemene schoolgegevens 2.1
Naam, denominatie, samenstellende schooltypen
De Christelijke Scholengemeenschap Calvijn is een brede scholengemeenschap van protestants-christelijke signatuur. Bijna 4.400 leerlingen ontvangen onderwijs, verspreid over zeven vestigingen. Vijf vestigingen zijn gevestigd in Rotterdam en twee in Barendrecht. De onderwijssoorten die op Calvijn worden aangeboden zijn: gymnasium, atheneum, havo en mavo/vmbo. De school heeft een licentie voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en beschikt over een nevenvestiging zorg. Het vmbo kent de sectoren ‘Zorg en Welzijn’ en ‘Economie’ (Handel en Administratie). De school verzorgt het volgende onderwijsaanbod op de verschillende vestigingen: vestigingen Vreewijk Lombardijen Juliana Meerpaal Maarten Luther Focus Beroepsacademie/Buitenoord Groene Hart
2.2
onderwijsaanbod havo, atheneum, gymnasium en instroom mavo/vmbo-theoretische leerweg mavo/vmbo (theoretische en gemengde leerweg) vmbo (theoretische en gemengde leerweg) /lwoo vmbo (basis- en kaderberoepsgerichte leerweg in de sector Economie; theoretische leer- weg), lwoo, nevenvestiging zorg mavo/vmbo (theoretische en gemengde leerweg), havo-business school, instroom havo/ atheneum. vmbo (basis- en kaderberoepsgerichte leerweg in de sectoren Zorg en Welzijn en Economie met intersectorale programma’s), lwoo, leerwerktrajecten en VM1/2 met geïntegreerd mbo. mavo, havo, atheneum.
Adressen bestuur, school en vestigingen
Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving (CVO) Henegouwerplein 14 3021 PM Rotterdam Postbus 2152 3000 CD Rotterdam Centraal Managementteam (CMT) Correspondentieadres: Postbus 57613, 3008 BP Rotterdam Postadres: Roerdomplaan 42, 3084 NM Rotterdam tel: 010-4933366 algemeen rector directeur onderwijs directeur bedrijfsvoering
mevr. drs. M. K. Visser G. H. Elings H. A. J. Hendriks MPA
Centrale Staf correspondentieadres: postbus 57613, 3008 BP Rotterdam postadres: Roerdomplaan 42, 3084 NM Rotterdam tel: 010-4933366 directeur: J. Monster Vestigingen Vestiging Vreewijk havo, atheneum, gymnasium Grift 30, 3075 SB Rotterdam tel: 010 419 00 77 fax 010 432 45 99, e-mail
[email protected] vestigingsdirecteur: H.M. Dijkstra 5
Schoolplan 2010-2015 Vestiging Lombardijen lwoo, mavo/ vmbo theoretische en gemengde leerweg Fichtestraat 3, 3076 RA Rotterdam tel. 010 419 57 72 fax 010 419 07 46 e-mail
[email protected] vestigingsdirecteur: N.W. Kooijman Vestiging Maarten Luther Mavo/ vmbo theoretische en gemengde leerweg, havo-business school (profiel EM), eerste drie leerjaren atheneum en overige profielen havo Roerdomplaan 42, 3084 NM Rotterdam tel. 010 481 67 00 fax 010 480 61 15 e-mail
[email protected] vestigingsdirecteur: C.G. Langenberg Vestiging Juliana lwoo, vmbo theoretische en gemengde leerweg Talingstraat 6, 3082 MH Rotterdam tel: 010 429 09 55 fax 010 428 14 46 e-mail
[email protected] vestigingsdirecteur: A. Boom Vestiging Meerpaal lwoo, vmbo basis- en kaderberoepsgerichte en theoretische leerweg Kreeftstraat 44, 3067 JV Rotterdam tel: 010 286 13 13 fax 010 2861310 e-mail
[email protected] vestigingsdirecteur: B. van Hamburg Focus Beroepsacademie Calvijn lwoo, vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg Botter 135, 2991 PE Barendrecht tel: 0180 613 900 fax 0180 618 957, e-mail
[email protected] vestigingsdirecteur: M. Klaassen Vestiging Groene Hart Mavo, havo, atheneum, gymnasium onderbouw 3e Barendrechtseweg 450, 2992 SN Barendrecht tel: 0180 390 393 fax 0180 390 394 e-mail
[email protected] vestigingsdirecteur: drs. J. Bijsterbosch
6
Schoolplan 2010-2015
2.3 Schoolgrootte Totaal aantal leerlingen per vestiging Vestiging
1 oktober 2007
1 oktober 2008
1 oktober 2009
1277
1178
1139
Lombardijen
366
361
310
Maarten Luther
363
324
318
Juliana
414
425
423
Meerpaal
407
417
465
Buitenoord/Focus
712
636
575
Groene Hart
822
944
1114
4361
4285
4344
1 oktober 2007
1 oktober 2008
1 oktober 2009
280
222
223
-
44
37
Vreewijk
Eindtotaal
Aantal brugklasleerlingen per vestiging Vestiging Vreewijk Lombardijen Maarten Luther
90
64
84
Juliana
115
118
113
Meerpaal
105
108
120
Buitenoord/Focus
99
121
136
Groene Hart
169
242
287
Eindtotaal
858
918
1000
Aantal leerlingen verdeeld over onder- en bovenbouw Onderbouw Calvijn -alle vestigingen samen per 1 oktober 2009 Leerjaar 1
1000 (w.o. 76 ll. Gymnasium)
2
1015 (w.o. 95 ll. Gymnasium)
3*
65 (van 1015, zie hieronder)
Eindtotaal
2015
* Vestiging Meerpaal biedt de leerlingen een extra leerjaar aan, omdat daarmee meer rekening gehouden kan worden met de ont- wikkeling van leerlingen die bijzondere ondersteuning nodig hebben. Bovenbouw Calvijn- alle vestigingen samen per 1 oktober 2009 Leerjaar
v-bbl *
v-kbl *
v-tg *
havo
atheneum
gymnasium VAVO
totalen
3
10
163
387
158
78
52
848
4
62
107
427
237
109
66
3
1011
188
94
56
6
344
71
45
10
126
352
219
19
2329
5 6 Eindtotaal
72
270
814
583
* bbl= basisberoepsgerichte leerweg, inclusief leerwerktrajecten kbl= kaderberoepsgerichte leerweg; tg= theoretische/ gemengde leerweg VAVO=Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs
7
Schoolplan 2010-2015
2.4 Kenmerken leerlingen CSG Calvijn heeft op haar vestigingen een divers onderwijsaanbod en dus ook een verschillende samenstelling van de leerling- populatie. In het volgend overzicht wordt per vestiging weergegeven hoeveel zorgleerlingen de vestiging per 1 oktober 2009 telde. Daarbij gaat het om leerlingen die in aanmerking komen voor leerlinggebonden financiering (LGF) en /of in aanmerking komen voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO). In het overzicht wordt verder het aantal leerlingen vermeld dat afkomstig is uit zogenaamde armoedeprobleemcumulatiegebieden (apc-gebieden). Zoals bekend, worden meerdere wijken in Rotterdam-Zuid als achterstandswijken gekwalificeerd. Scholen met minimaal een bepaald percentage leerlingen uit deze wijken komen in aanmerking voor een aanvullende financiering (leerplusarrangementen genoemd) die moet leiden tot extra begeleiding en dus extra kansen voor de betreffende leerlingen. Vestiging
Totaal aantal leerlingen Leerlingen met LGFper 1 oktober 2009 indicatie
Vreewijk/Lombardijen
Leerlingen met LWOO- Leerlingen uit APCindicatie gebied
1449
11
2
1300 (89,7%)
Maarten Luther
318
0
1
301 (94,6%)
Juliana
423
2
35
401 (94,7%)
Meerpaal
465
99
389
126 (27,1%)
Focus Beroepsacademie
575
5
206
155 (26,9%)
1114
10
17
73 (6,5%)
Groene Hart
2.5 Logo en huisstijl Het logo is gebaseerd op de “kring” die bij de Christelijke Scholengemeenschap Calvijn centraal staat. De school is opgebouwd vanuit een concept waarin per afdeling onderwijskringen (onderwijsteams) van docenten, leerlingkringen en ouderkringen worden gevormd . Deze kringen vormen samen kwaliteitskringen. Vanuit deze kwaliteitskringen wordt inhoud gegeven aan de identiteit, het onderwijsaanbod, de leerlingbegeleiding, aan oudercontacten, e.d. De kringen worden een bol door de inhoud die er aan gegeven wordt. Maar het is geen gesloten vorm, de bol is open, heeft uitstraling. Binnen in de bol is de dynamiek, de beweging zichtbaar. De kracht, warmte, openheid en de energie die de bol uitstraalt zijn zichtbaar voor anderen, worden door de omgeving (de samenleving) ervaren en maken deel uit van die samenleving.
8
Schoolplan 2010-2015
3. Uitgangspunten schoolbeleid 3.1
Missie en visie
De visie van CSG Calvijn sluit aan bij de missie van CVO. CSG Calvijn wil als school midden in de samenleving staan en vanuit een christelijke inspiratie onderwijs verzorgen en vorming bieden aan jonge mensen, daarbij recht doend aan hun persoonlijke mogelijkheden. Het bovenstaande leidt tot de volgende opvattingen: 1.
over het onderwijs De taak van CSG Calvijn met betrekking tot haar leerlingen is het aanbieden van goed onderwijs, het ontwikkelen van soci- ale, maatschappelijke en creatieve vaardigheden en het stimuleren van levensbeschouwelijke en culturele vorming. De school wil daarmee haar leerlingen voorbereiden op het op een goede en verantwoordelijke wijze kunnen functioneren in een com- plexe samenleving die vraagt om actief burgerschap en sociale integratie. CSG Calvijn verzorgt een breed onderwijsaanbod met verschillende onderwijsconcepten en goede doorstroommogelijkheden. De school kiest voor onderwijs in een uitdagende leeromgeving dat aansluit bij de behoefte van de leerling en recht doet aan verschillen. Een goed pedagogisch klimaat en een goede sociaal-emotionele begeleiding zijn daarbij belangrijke randvoorwaar- den.
2.
over de organisatie CSG Calvijn wil leerlingen de voordelen bieden van een grote scholengemeenschap en tegelijkertijd het onderwijs kleinschalig organiseren. CSG Calvijn biedt het onderwijs in zeven vestigingen aan; op de vestigingen wordt gewerkt met onderwijsteams per afdeling. Voor leerlingen, ouders en docenten betekent dit de mogelijkheid van meer overzicht en grotere betrokkenheid. De inrichting van het onderwijs draagt in belangrijke mate bij aan duidelijkheid, betrouwbaarheid en veiligheid.
3.
over de rol van de medewerkers Voor haar medewerkers wil CSG Calvijn een inspirerende werkomgeving zijn. CSG Calvijn verwacht dat ieder persoonlijk bereid is een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de school. De medewerkers krijgen alle gelegenheid zichzelf optimaal te ont- plooien en worden daartoe gestimuleerd.
4.
over de rol van de ouders/verzorgers De school zoekt actief naar een goede relatie met de ouders. Voor kansrijk onderwijs is het van belang dat ouders zich voor die relatie openstellen en als primair verantwoordelijken voor de opvoeding van hun kind de school steunen bij onderwijs en bege- leiding.
5.
over de rol van de leerlingen CSG Calvijn stelt de leerling centraal. Die positiebepaling is niet vrijblijvend, ook niet voor de leerling. De school mag daarom van de leerling verwachten, dat hij/zij de missie waar de school van uitgaat, respecteert en in zijn/haar gedrag daarmee rekening houdt, zich aan de geldende regels houdt, dat hij/zij aan alle door de school georganiseerde leeractiviteiten actief deelneemt en zich mede verantwoordelijk weet voor goede relaties en een goede sfeer.
3.2
Identiteit
CSG Calvijn is een christelijke scholengemeenschap. Om duidelijk te maken hoe op CSG Calvijn de medewerkers die christelijke identiteit willen verstaan, is deze in een aantal “kernwoorden” samengevat. Het centrale uitgangspunt daarbij is: Meer dan het gewone In het christelijk geloof wordt gesproken over eerbied voor alle leven en geloof in een goede toekomst voor mens en wereld. Vanuit dat geloof willen wij ons laten inspireren bij onderwijs en begeleiding. Dit uitgangspunt wordt in de volgende kernwoorden uitgewerkt: Persoonlijk We zijn betrokken op mensen en tonen sociale bewogenheid. Er is ruimte voor ontmoeting, persoonlijk contact en persoonlijke groei. We werken aan een schoolklimaat waarin mensen elkaar kennen en gekend worden.
9
Schoolplan 2010-2015 Betrouwbaar We doen wat we zeggen en we zeggen wat we doen. We komen onze afspraken na en zijn aanspreekbaar op ons handelen. Eigenheid We houden rekening met en stimuleren de eigenheid van mensen. Deze eigenheid is in overeenstemming met de andere kernwoorden en de daarachter liggende waarden. De verschillende vestigingen van CSG Calvijn tonen ook eigenheid ten opzichte van elkaar. Leerlingen en ouders hebben wat te kiezen. Veiligheid We streven er voortdurend naar om een gemeenschap te zijn waarin respect, zorg en inzet voor elkaar van groot belang zijn. Kwaliteit Ons onderwijs is uitdagend en kent een hoge kwaliteit, zowel op het gebied van kennis als van vaardigheden. Samenwerken We zijn voortdurend op zoek naar samenwerking en zijn in onze relaties gericht op duurzaamheid. De kernwoorden zijn niet willekeurig gekozen. Ze staan in een bepaalde relatie tot elkaar,in een bezield verband, geworteld in christelijk geloof en traditie. Binnen deze samenhang willen we oog hebben voor: Balans We hebben permanente aandacht voor onze identiteit, zoals deze verwoord wordt in missie, visie en kernwoorden. We zoeken daarbij steeds, via de dialoog, naar een goede balans en geven daar actief vorm aan.
Kernwoorden: een bezield verband
10
Schoolplan 2010-2015
3.3
Interne zwakte/ sterkte analyse en inventarisatie van externe kansen en bedreigingen
In de tweede helft van 2009 is tijdens verschillende bijeenkomsten van de voltallige directie van de zeven vestigingen de CSG Calvijn als onderwijsinstelling tegen het licht gehouden. Daarbij zijn uitspraken gedaan die niet voor alle vestigingen in dezelfde mate relevant zijn, maar wel de scholengemeenschap in haar geheel typeren. Op basis van ervaringen en waarnemingen zijn de volgende ontwikkelingen en knelpunten gesignaleerd: Interne ontwikkelingen - zwakte 1. De christelijke identiteit van de school is onvoldoende zichtbaar. 2. Het onderwijsrendement is niet optimaal. 3. De pedagogisch-didactische aanpak houdt weinig rekening met de veranderende leerling-populatie. 4. Het beleid inzake ICT is niet effectief. 5. De doorstroom van leerlingen verloopt moeizaam. Externe ontwikkelingen - bedreiging 6. Er is een beperkt potentieel van gekwalificeerd en voor de doelgroepen van Calvijn gemotiveerd personeel. 7. De “concurrentie” versterkt haar positie. 8. Er is sprake van een verkleuring van de Rotterdamse regio en als gevolg daarvan een trek naar scholen in de randgemeenten. 9. Het primaire onderwijsproces staat onder druk van beperking van financiële middelen die door de overheid ter beschikking wor- den gesteld. 10. Jongeren in de Rotterdamse regio hebben een gebrekkig niveau van basisvaardigheden. Interne ontwikkelingen – sterkte 11. CSG Calvijn speelt een belangrijke rol op het maatschappelijk middenveld in Rotterdam en Barendrecht. 12. CSG Calvijn heeft een sterk imago van degelijkheid, betrouwbaarheid en personele betrokkenheid opgebouwd. 13. De leerlingbegeleiding is voldoende adequaat en effectief; de scholengemeenschap heeft een goede zorgstructuur. 14. Profilering van de vestigingen neemt duidelijke vormen aan; de scholengemeenschap heeft een gevarieerd onderwijsaanbod. 15. CSG Calvijn is sterk in PR en communicatie rondom werving, voorlichting en open dagen. Externe ontwikkelingen - kans 16. Er is voldoende groeipotentieel in Barendrecht/Rhoon; ontwikkeling LOC, SOC en Stadionpark. 17. De ontwikkeling van de mainport Rotterdam biedt mogelijkheden voor ondernemend onderwijs en internationalisering. 18. Het gemeentelijk onderwijsbeleid van Rotterdam en Barendrecht heeft een hoog ambitieniveau. 19. De mogelijkheid van het stapelen van opleidingen wordt weer meer benut. 20. Bij ouders groeit de behoefte aan degelijk onderwijs met aandacht voor normen en waarden.
3.4
Beleidsuitgangspunten
In de verdere uitwerking van het schoolplan wordt rekening gehouden met de prioriteiten van OCW tot 2011: 1. Aantoonbare verbetering taal-en rekenprestaties 2. Goede en betrouwbare examens 3. Excellentie bevorderen, betere ontwikkeling van toptalent 4. Alle leerlingen een passende kwalificatie 5. Voor alle leerlingen een maatschappelijke stage 6. Reductie van het aantal zeer zwakke scholen Op basis van de prioriteiten van OC&W, de interne sterkte/zwakte analyse en de inventarisatie van de externe kansen en bedreigingen zijn voor de planperiode 2010- 2015 de volgende beleidsuitgangspunten benoemd: 1. 2. 3.
De Christelijke identiteit is zichtbaar op iedere vestiging doordat iedere docent en medewerker kan uitleggen welke actieve bijdrage hij/zij levert aan het uitdragen van Christelijke waarden en normen in de school. In de ouderraad en ouderkringen wordt dit bevestigd. Alle vestigingen staan op alle onderdelen in het groen op de kwaliteitskaart van de inspectie en worden kwalitatief gewaardeerd door ouders en leerlingen zodanig dat er een goede instroom is van leerlingen, zowel in kwaliteit en motivatie als in aantal. Het onderwijs is innovatief, zodanig dat er op elke vestiging aantoonbare wijzigingen in didactische of pedagogische methoden zijn waarover de leerlingen en docenten enthousiast zijn en waardoor de kwaliteit of efficiency van het onderwijs meetbaar verbetert. 11
Schoolplan 2010-2015
4. 5. 6. 7. 8.
De vestigingen zijn ieder sterk en positief geprofileerd zodanig dat de leerlingenaantallen stabiel of stijgend zijn (dat laatste in elk geval voor Groene Hart, Focus en Maarten Luther_. Onze leerlingen switchen minder dan landelijk gemiddeld in het vervolgonderwijs en slagen sneller en vaker dan landelijk gemid- deld voor hun eerste leerjaar in het vervolgonderwijs. Er is een efficiënt onderwijsproces, zodanig dat verantwoordelijkheden op een goede manier uitgevoerd worden op het niveau waar ze horen, zo laag mogelijk in de organisatie. Daarmee kan ook het grootste deel van de middelen op een zo laag mogelijk niveau in de organisatie worden geïnvesteerd, namelijk in de klas. Iedere vestiging heeft een sluitende begroting. De beschikbare informatie over ons onderwijs is zodanig ontsloten, dat iedere medewerker op zijn eigen niveau daaruit conclu- sies kan trekken over de nodige interventies ter verbetering van de onderwijskwaliteit binnen zijn verantwoordelijkheid (bijvoor- beeld over examenresultaten, onderbouwrendementen, uitstroom, tevredenheid van leerlingen, leraren en ouders, absentie/ spijbelgedrag, ziekteverzuim, enz.).
4. Identiteit in de praktijk
De christelijke identiteit is zichtbaar op iedere vestiging
CSG Calvijn staat voor christelijke identiteit. Essentie daarvan is dat een mens zich veilig en geborgen weet en zich als deel van de schepping gewild weet. Daar hangt veel mee samen: recht op een eigen plaats in de samenleving, recht op ontplooiing, recht op respect. Recht op een ontwikkeling tot zelfstandig denkend en handelend individu. Een mens, elk mens, doet er toe en mag er zijn. In die erkenning vindt christelijk onderwijs zijn betekenis. Want het kind is kwetsbaar in zijn groei naar zelfstandigheid. Het heeft een koesterende omgeving nodig die lerend is, stimulerend is, keuzes biedt, kortom, opvoeders die betrokken zijn en zich vanuit de eigen positie solidair verklaren met de jeugd.
Vooral in het verzorgingsgebied van de CSG Calvijn is er veel behoefte aan docenten die met hun leerlingen een vorm van verbondenheid willen Beleidsuitgangspunt 2010-2015 CSG Calvijn aangaan. In het adviesrapport Vertrouwen in de school. Over de uitval van “overbelaste jongeren” van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid van januari 2009 wordt daar door de samenstellers nadrukkelijk op gewezen. Met “overbelaste jongeren” wordt in dit geval gedoeld op jongeren, veelal woonachtig in de grote steden, die gebukt gaan onder een opeenstapeling van problemen, uiteenlopend van beperkte vaardigheden en gedragsproblemen tot gebroken gezinnen, chronische armoede, schulden, verslaving en criminaliteit in de directe omgeving. Een cumulatie van risicofactoren en ingrijpende persoonlijke omstandigheden kan leiden tot minder presteren en voortijdig schoolverlaten. Op zo’n dreigende situatie kan een school preventief ageren. Het rapport zegt het letterlijk:” Een succesvolle preventie van schooluitval begint met een strakke structuur: duidelijke regels, strakke handhaving, heldere leerdoelen, hard werken en geen flauwe smoezen”. Structuur vinden de onderzoekers echter niet genoeg; het gaat ook om verbondenheid. Leerlingen moeten merken dat er mensen zijn die om hen geven, zeker ook in het onderwijs. CSG Calvijn kiest ervoor een school te zijn waarin het bieden van onderwijs van goede kwaliteit samengaat met het bieden van structuur en verbondenheid. Daarbij wordt de relatie met de ouders zeer belangrijk gevonden. Ouders en school gaan bij de aanmelding van de leerling een “contract” aan waarbij beide partijen zich verantwoordelijk verklaren voor de beste leeromstandigheden van het kind. CSG Calvijn nodigt ouders uit voor rapportbesprekingen, het bijwonen van themabijeenkomsten, voor medezeggenschap in allerlei vormen van oudervertegenwoordiging. Op verschillende vestigingen vindt jaarlijks huisbezoek plaats. Om de relatie met allochtone ouders te optimaliseren zijn sinds 2009 twee schooloudercontactpersonen voor de Turkse en Marokkaanse doelgroep op de vestigingen in Rotterdam-Zuid actief. Ook de organisatie met betrekking tot begeleiding en zorg vergroot de mogelijkheid van betrokkenheid. Er zijn kernteams van docenten, er is een versterkt mentoraat, er is op alle vestigingen een eigen zorgteam en een Zorg Advies Team met deskundige inbreng vanuit de GG en GD, Leerplicht, Politie, Schoolmaatschappelijk Werk. Verbondenheid is ook te herkennen in het bieden van kansen. CSG Calvijn wil een kansenschool zijn, waar kinderen worden uitgedaagd het beste in zich boven te laten komen. De school neemt daarmee een zeker risico, met name waar het de beoordeling van het zogenaamde onderbouwrendement betreft, voor lief. 12
Schoolplan 2010-2015
De christelijke identiteit van CSG Calvijn is, naast een basishouding van verbondenheid bij docenten en onderwijsondersteunend personeel, bron van inspiratie voor het onderwijs. In alle leerjaren staat een uur godsdienst/ levensbeschouwing op het programma; iedere schooldag wordt geopend met een moment van bezinning met aandacht voor de bijbelse verhalen en spiritualiteit. Voor deze momenten is er materiaal beschikbaar dat een persoonlijke keuze van de docent mogelijk maakt. Er zijn vieringen met Kerst en Pasen. In de school zijn waar mogelijk symbolen van de identiteit aangebracht; waar mogelijk is of wordt op de vestigingen een stilteplek ingericht.
5. Onderwijsbeleid 5.1 Inleiding Wie kennis neemt van de ontwikkelingen op de CSG Calvijn komt al snel onder de indruk van de grote variatie van activiteiten die onder de paraplu van de scholengemeenschap worden ontplooid. Op elk van de zeven vestigingen wordt gewerkt aan een eigen uitdagende profilering die onderscheidend is en er toe doet. Uitgangspunt is voor alle scholen het geven van “bindend en boeiend” onderwijs dat aansluit bij de mogelijkheden van de leerling. Er is de wil om dat vanuit een identiteit te doen, om dat met het hoogst mogelijke rendement te doen, om dat eigentijds te doen, met alle middelen die vandaag de dag aan de docent ter beschikking staan. En dus is CSG Calvijn continu in beweging, worden er nieuwe onderwijsconcepten ontwikkeld, richten scholen zich op leerlingen met een specifieke belangstelling, daarbij terdege rekening houdend met de omgeving, is er veel aandacht voor zorg en begeleiding en een verbond met de ouders of verzorgers. CSG Calvijn is trots op haar docenten en onderwijsondersteunend personeel. Zeer velen tonen zich authentiek en betrokken. Zij zijn het die samen met de ouders voor jongeren poorten openen naar de samenleving. Die positie vraagt om een schoolbeleid dat door zoveel mogelijk medewerkers wordt gedragen en gesteund. Het is daarom, dat de scholen van CSG Calvijn voor de periode 2010-2015 ieder een eigen vestigingsplan hebben gemaakt, waarvan de hoofdlijnen in dit overkoepelende schoolplan zullen worden besproken. CSG Calvijn gaat bij haar beleidsontwikkeling uit van de opvatting dat alleen centraal geregeld moet worden, wat moet, en dat decentraal, dus op vestigingsniveau, geregeld moet worden wat kan. Alleen zo werkend, kan er sprake zijn van directe invloed van docenten en onderwijsondersteunend personeel op de eigen werkomgeving. In dit hoofdstuk over onderwijs wordt allereerst aandacht besteed aan de beleidsonderwerpen die “van buiten”, door regelgeving en aanwijzingen van de overheid, op de agenda voor geheel Calvijn zijn gezet. Daarbij zal worden aangegeven hoe de CSG Calvijn probeert dan wel zal proberen een vertaling naar de praktijk te maken. Daarmee verbonden zullen ook de overige beleidsvoornemens die Calvijn voor de gehele scholengemeenschap heeft vastgesteld aan de orde komen. In het tweede deel komen de vestigingen aan bod. Van iedere vestiging wordt het profiel geschetst en worden de belangrijkste beleidsvoornemens gemeld.
5.2 Beleidsprioriteiten Er is zorg in Nederland over het dalend niveau van het onderwijs. Het moet weer om de inhoud gaan, is een veelgehoorde uitspraak. Geen discussies meer over stelselwijzigingen, over een nieuwe onderbouw of vernieuwde tweede fase. Dat alles is geweest. De school ook niet langer als instituut waar alles wat maatschappelijk relevant is aan de orde moet komen, een dumpplek voor verbeteraars. Er is het besef dat versplintering niet leidt tot betere resultaten, integendeel. Alom klinkt de roep om versterking van basisvaardigheden. Alom wordt gepleit voor een docentenopleiding die vakinhoudelijk sterk is. Alom wordt ook de noodzaak gezien om scholen ruimte te geven voor eigen beleid. Met bewaking van de kwaliteit. Daarbij wil de overheid een stimulerende en sturende rol blijven vervullen. De kwaliteitsagenda 2008-2011 die in samenwerking met de VO-raad is ontwikkeld noemt de volgende prioriteiten, die ook in de jaren erna hun relevantie zullen behouden : a. Basiskwaliteit op orde: aantoonbare verbetering taal- en rekenprestaties; b. Uitblinken op alle niveaus en een passende kwalificatie voor alle leerlingen; c. Burgerschapsvorming voor alle leerlingen onder andere door maatschappelijke stages; d. Ruimte voor de leraar; e. Goede en betrouwbare examens; en f. (Zeer) zwakke scholen weer goed, goede scholen nog beter. Aan het bevoegd gezag van de scholen wordt tot en met 2011 jaarlijks een bedrag per leerling verstrekt om aan de in de Kwaliteitsagenda Voortgezet Onderwijs genoemde beleidsprioriteiten en ambities, in het bijzonder taal en rekenen, te werken. a. Basiskwaliteit op orde: aantoonbare verbetering taal- en rekenprestaties Dat het menens is met betrekking tot de wens tot verbetering van de taal- en rekenprestaties blijkt wel uit de volgende beleidsmaatregelen die in de komende jaren zullen worden gerealiseerd en waarmee CSG Calvijn terdege rekening moet houden: 13
Schoolplan 2010-2015 •
Aanscherping slaag-zakregeling De voor het moment meest dwingende overheidsmaatregel die een relatie heeft met kwaliteit en rendement is het aanpassen van de slaag-zakregeling. Als argument daarbij wordt het verbeteren van de doorstroom naar het vervolgonderwijs genoemd. Voor leerlingen die in het schooljaar 2011-2012 examen afleggen en waarvoor na het centraal examen in 2012 de uitslag wordt vastgesteld, zullen de enkele aanscherpingen gaan gelden. Alle leerlingen moeten gemiddeld een voldoende halen voor het centraal schriftelijk examen. Een leerling is gezakt als het gemiddelde cijfer voor het CE lager is dan een 5,5. Verder mogen leerlin- gen in het havo en vwo ten hoogste één vijf als eindcijfer voor de basisvakken Nederlands, Engels en wiskunde scoren. Voor leer- lingen zonder wiskunde geldt dat ten hoogste één vijf voor Nederlands en Engels behaald mag worden. De afwijkende uitslag- regeling bij de basisberoepsgerichte leerweg in het vmbo vervalt. De verzwaring van de eindexameneisen heeft gevolgen voor de leerlingen die in 2010 in het derde leerjaar vmbo, het vierde leerjaar havo of het vijfde leerjaar vwo starten. De aanscherping kan gevolgen hebben voor bevorderingsrichtlijnen en voor de vervolgkeuze na de onderbouw. Gezien de ontwikkeling dat op CSG Calvijn vanuit een centraal kader vestigingen een eigen bevorderingsbeleid kunnen hanteren, zullen vestigingen op basis van een aanwijzing moeten nagaan wat de betreffende over- heidsmaatregel moet betekenen voor het eigen bevorderingsbeleid.
•
Invoering Wet Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen Een tweede, met het bovenstaande samenhangende, maatregel is de invoering van de Wet Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen per 1 augustus 2010. Hierin staat beschreven wat leerlingen op verschillende momenten in hun schoolloopbaan op het gebied van taal en rekenen moeten kennen en kunnen. Daarmee wordt het referentiekader een leidraad voor scholen, docenten en onderwijsprogramma’s in het primair, voortgezet, speciaal en middelbaar beroepsonderwijs en vormt het de basis voor doorlopende leerlijnen taal en rekenen. Het doel van de invoering van de referentieniveaus is het verbeteren van de taal- en rekenvaardigheden bij leerlingen. De referentieniveaus en bijbehorende toetsing bieden voor het eerst de mogelijkheid de ontwikkeling van taal- en rekenbeheer- sing van een leerling door de hele schoolcarrière heen nauwkeurig te volgen. Hoe scholen dit doen is een verantwoordelijkheid van de school of instelling. Zij kunnen bepalen welke leermiddelen ze gebruiken en ook welke tussentijdse toetsing en ondersteu- ning nodig zijn. De toetsing van het eindreferentie-niveau taal zal worden ondergebracht bij het vak Nederlands; voor rekenen worden aparte toetsen ontwikkeld die een rol zullen spelen in de slaag-zakregeling. De eerste afname wordt verwacht in het schooljaar 2013-2014. De invoering en toetsing van de referentieniveaus moeten op de CSG Calvijn in de komende jaren brede aandacht krijgen. Die aandacht voor taal en rekenen is er al op Calvijn, maar verschilt per vestiging en is bij de meeste nog niet structureel. Vestiging Vreewijk is met haar taalklas voor leerlingen met een havo- of vwo- potentie en de introductie van taalgericht vakonderwijs als lei- dende didactiek in deze ontwikkeling het verst gevorderd. Het moge duidelijk zijn, dat zeker ook gezien het niet vrijblijvende karakter van de toetsing van de referentieniveaus, het noodzakelijk is op korte termijn een plan van aanpak te maken om tijdig taal en rekenen in het leerplan van de vestigingen op te nemen. Inmiddels is een Calvijnbeleidsplan Taal en Rekenen verschenen dat richting geeft aan de implementatie.
b. Uitblinken op alle niveaus en een passende kwalificatie voor alle leerlingen Leerlingen moeten worden uitgedaagd het beste uit zichzelf naar boven te halen; ze moeten de gelegenheid krijgen binnen hun mogelijkheden te excelleren en een beroepskwalificatie te verwerven die bij hen past. Dat is goed voor de studiemotivatie en gaat schooluitval tegen. Zo’n doelstelling Onze leerlingen switchen minder vraagt om onderwijs op maat en de mogelijkheid van keuzes binnen een ruim onderwijsaanbod., CSG Calvijn biedt wat te kiezen: het onderwijsaandan landelijk bod is ruim en gevarieerd, van vmbo tot en met vwo, van sportgerelateerd gemiddeld in onderwijs tot tweetalig onderwijs en business school. het vervolgIn de kwaliteitsagenda van OCW 2008-2011 en in de Sectoragenda van de VO-raad zijn talentontwikkeling bij leerlingen en het mogelijk maken dat onderwijs leerlingen kunnen uitblinken speerpunten. De VO-raad ziet Loopbaanoriëntatie en Begeleiding (LOB) als een belangrijk instrument om leerlingen hun talenten, mogelijkheden en (toekomst-)wensen te laten ontdekken Beleidsuitgangspunt 2010-2015 CSG Calvijn en voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Als het instrument om leerlingen een gefundeerde, succesvolle studiekeuze te laten maken, vermindert LOB tegelijk de uitval van leerlingen. Gemotiveerde leerlingen die weten wat ze willen, doen het beter in het vervolgonderwijs en op de arbeidsmarkt. Investeren in de (studie-)loopbanen van jonge mensen verdient zich uiteindelijk terug. De VO-raad heeft een stimuleringsplan LOB ontwikkeld dat scholen uitdaagt en stimuleert om LOB integraal en bewust op te pakken. Aan de hand van dit stimuleringsplan wil CSG Calvijn in een meerjarentraject het eigen LOB-beleid verbeteren Dit vraagt bij de scholen om een bewustwordings- en veranderingsproces: docenten, mentoren, decanen èn schoolleiding zijn daarbij betrokken. Volgens rapportages kent CSG Calvijn een relatief groot aantal voortijdig schoolverlaters. Er is een actieplan ontwikkeld met extra inzet van decanen en mentoren om dat aantal aanzienlijk te reduceren. Daarbij wordt ook gekeken naar een correcte administratieve 14
Schoolplan 2010-2015
verwerking van de schoolkeuze na het examen op CSG Calvijn. De focus ligt hierbij op het vmbo. Het plan wordt financieel gesteund door de gemeente Rotterdam en loopt voorlopig door tot 2012. Ook voor verzuimbestrijding, dat op de vestigingen hoge prioriteit heeft, worden extra gelden beschikbaar gesteld. Externe stimulering van Calvijnbeleid met betrekking tot het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, het leveren van maatwerk en het maximaliseren van schoolprestaties vindt eveneens plaats via een extra financiële bijdrage per leerling in het kader van de zogenaamde Regeling Leerplusarrangementen. Voor het verkrijgen van deze gelden moet de leerlingpopulatie voor een belangrijk deel worden gevormd door kinderen die woonachtig zijn in “armoedeprobleemcumulatiegebieden”. Dat is bij de vestigingen in RotterdamZuid het geval. In het kader van een passende kwalificatie voor alle leerlingen ontwikkelt zich ook besluitvorming rond “ Passend onderwijs”. Passend onderwijs betekent dat elk kind onderwijs krijgt dat het beste bij zijn of haar talenten en beperkingen past. Dat geldt ook voor de kinderen met een stoornis, ernstige ziekte of handicap. Zij kunnen extra hulp krijgen op een reguliere school of op een school voor speciaal onderwijs. Om te garanderen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past, wordt waarschijnlijk per 1 augustus 2012, maar in ieder geval uiterlijk in 2013 de zorgplicht ingevoerd. Scholen en schoolbesturen worden dan verplicht te zorgen voor een passende onderwijsplek en passend onderwijs voor elke leerling. Scholen stellen met het personeel een onderwijszorgprofiel op. Het onderwijszorgprofiel geeft aan welke zorg en ondersteuning een school kan bieden, eventueel met hulp van derden. Onderdeel van het profiel zijn afspraken over de deskundigheidsbevordering van het personeel, die nodig is om het zorgprofiel te kunnen realiseren. CSG Calvijn dient zich op ontwikkelingen voor te bereiden. Vestigingen moeten aangeven wat hun zorgbreedte is. Zeer belangrijk daarbij is draagvlak onder het personeel en de ouders. In mei 2010 is een eerste notitie over het onderwerp met de vestigingsdirecties besproken. Het realiseren van passend onderwijs zal in de komende jaren voor Calvijn een belangrijk onderwerp op de beleidsagenda zijn. c. Burgerschapsvorming voor alle leerlingen onder andere door maatschappelijke stages Alle vestigingen van CSG Calvijn deden in het schooljaar 2008-2009 mee aan een pilot Maatschappelijke stage waarbij leerlingen 30 uren besteedden aan uiteenlopende maatschappelijke activiteiten. De pilot was bedoeld als opmaat naar een meer uitgebreide maatschappelijke stage die alle leerlingen in het voortgezet onderwijs vanaf 2011 zullen gaan volgen. Wat vooraf als een probleem werd gezien, het vinden van voldoende stageplaatsen, bleek in de praktijk over het geheel bezien mee te vallen. Veel leerlingen waren zelf in staat om een stageplek te vinden, bijvoorbeeld bij de sportvereniging waar ze lid van zijn. Verder werd door de stichting Pot met goud op Zuid de helpende hand gereikt. Deze stichting, enkele jaren geleden mede op initiatief van Calvijn ontstaan vanuit de wil bij de scholen om jongeren positief onder de aandacht te brengen en hun mogelijkheden te bieden iets te betekenen voor de samenleving, kreeg aanvullende betekenis voor CSG Calvijn, omdat de stichting bij de ontwikkeling van de maatschappelijke stages de makelaarsfunctie kreeg toebedeeld. Vanuit die rol was er een aantal malen overleg met de coördinatoren maatschappelijke stage van de verschillende vestigingen en werd getracht een aanbod van stages te verzorgen. Hoewel er vooraf nogal werd aangekeken tegen alle extra coördinatie en administratie, was het eindoordeel na de pilot positief. Vrijwel alle leerlingen slaagden erin de maatschappelijke stage goed af te ronden. Per vestiging werd de maatschappelijke stage op eigen wijze ingevuld. Aan de basis van de Pilot Maatschappelijke stages stond een Startnotitie Maatschappelijke Stage van juni 2007. Inmiddels is na evaluatie van de landelijke pilotprojecten het aantal uren Maatschappelijke stage voor de definitieve invoering per schoolsoort naar beneden bijgesteld. Voor vwo geldt een stage van 72 uur, voor havo een stage van 60 uur en voor vmbo een stage van 48 uur. In de volgende jaren zal CSG Calvijn verder gaan met de implementatie van de maatschappelijke stages. Ook op andere wijze wordt aandacht voor de samenleving gestimuleerd. Binnen de Stichting “Pot met Goud op Zuid” (PmG) wordt structureel samengewerkt met vijftien onderwijsorganisaties (van PO tot en met universiteit), met als doel het stimuleren van maatschappelijke betrokkenheid en sociale cohesie bij jongeren. d. Ruimte voor de leraar De kwaliteitsagenda voortgezet onderwijs noemt de leraar als de voornaamste bron van goed onderwijs. Al in 2004 pleitte de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid voor een herwaardering van de professional. Er werd door de Raad een directe relatie gelegd tussen verhoging van de kwaliteit van leraren en substantiële verbeteringen in de prestaties van leerlingen. Sociale partners en de Minister van OCW sloten in 2008 het Convenant Leerkracht van Nederland dat in eerste instantie beoogt een antwoord te zijn op een dreigend lerarentekort. Doel van het convenant is het aantrekkelijker maken van het beroep van leraar. De convenantafspraken hebben, naast o.a. een betere beloning en een scholingsfonds, betrekking op de positie van de leraar in de schoolorganisatie. Erkend wordt de noodzaak van professionele ruimte, die wordt gedefinieerd als: de interne zeggenschap van de leraar ten aanzien van het ontwerp en de uitvoering van het onderwijskundig beleid en kwaliteitsbeleid van de school. Scholen zijn inmiddels bezig met een vertaalslag naar de eigen praktijk. Dat geldt ook voor CSG Calvijn. De uitwerking van het Convenant zal ook in de komende jaren aandachtspunt voor beleid zijn. In het hoofdstuk Bedrijfsvoering van dit schoolplan wordt meer aandacht aan het onderwerp besteed. e. Goede en betrouwbare examens In de brief van OCW van oktober 2009 over de aanpassing van de slaag-zakregeling schenkt de staatssecretaris ook aandacht aan de wens te komen tot goede en betrouwbare examens. Dit deel van de brief verwijst naar de Kwaliteitsagenda Voortgezet Onderwijs 2008-2011 die op initiatief van de VO-raad en het Ministerie van OCW gezamenlijk is opgesteld en waarin eveneens over de noodzaak van goede en betrouwbare examens wordt gesproken. De inspectie heeft geconstateerd dat bij een aantal scholen er een groot verschil is tussen het gemiddelde cijfer behaald bij het schoolexamen ten opzichte van het centraal examen. Examenspecialisten zijn het er over eens dat de gemiddelden voor het centraal examen en het schoolexamen niet ver uiteen hoeven te lopen. In bepaalde geval15
Schoolplan 2010-2015 len is een verschil tussen het SE en het CE goed verklaarbaar, zeker bij individuele leerlingen of individuele vakken. In het SE wordt vaak andere stof getoetst en verschillen de toetscondities. De inspectie baseert haar oordeel over het verschil tussen de resultaten van SE en CE daarom op de cijfers van álle leerlingen en álle vakken over de laatste drie leerjaren van een onderwijssoort. Daarmee zou dat verschil moeten uitmiddelen. Waar scholen stelselmatig een te grote discrepantie tussen school- en centraalexamenresultaten laten zien, zal de inspectie handelend gaan optreden aan de hand van een escalatieladder, waarbij uiteindelijk een school voor enkele jaren de examenlicentie wordt ontnomen. De VO-raad heeft de Standaard Borging Kwaliteit Schoolexamens ontwikkeld met een Toolkit Schoolexamens. CSG Calvijn wil de informatie gebruiken om de eigen schoolexamens te ijken en te voorkomen dat er ongemotiveerd een te grote afstand in resultaat is tussen school- en centraal examen. f. (Zeer) zwakke scholen weer goed, goede scholen nog beter CSG Calvijn weet in het algemeen goede resultaten te boeken. Het oordeel van de inspectie was in het laatste verslagjaar bij nagenoeg alle afdelingen van de vestigingen voldoende. Wat niet wegneemt, dat ten aanzien van het rendement zeker nog verbeteringen zijn aan te brengen. Aan de hand van resultaatrapportages en jaarverslag wordt nauwkeurig bijgehouden hoe de scholen zich ten aanzien van het onderwijsrendement ontwikkelen. Waar nodig worden voorstellen tot bijsturing met de vestigingsdirecties en de schoolteams besproken. CSG Calvijn beschikt over een Startnotitie Kwaliteitszorg Onderwijs van 2006 die geactualiseerd moet worden. In het vervolg van dit schoolplan is een apart hoofdstuk met betrekking tot Kwaliteitszorg opgenomen. Brede school De Rotterdamse vestigingen van CSG Calvijn zijn zgn. brede scholen. Binnen het Brede Schoolconcept krijgen jongeren op school of in de buurt extra activiteiten, tijdens of na schooltijd, aangeboden. De activiteiten hebben als doel de fysieke, sociale, cognitieve en culturele ontwikkeling van jongeren te bevorderen. Daarbij kan worden samengewerkt met instellingen op het gebied van kunst, cultuur, sport, recreatie en welzijn en huiswerk- en studiebegeleiding. Jaarlijks wordt per vestiging een activiteitenprogramma opgesteld. In Rotterdam kent de brede school drie varianten, waarvoor verschillende eisen gelden m.b.t. het programma:de invulling gaat van naschoolse activiteiten zonder verplichte openstelling van de school (variant 1: Vreewijk en Meerpaal) via activiteiten tijdens en na schooltijd met minimaal drie dagen openstelling van de school van 8.00 uur tot 17.00 uur (variant 2 : Lombardijen, Maarten Luther en Juliana) naar een situatie met activiteiten tijdens en na schooltijd met vijf dagen openstelling van de school tijdens de eerder genoemde uren (variant 3: geen Calvijnscholen). De brede school biedt goede mogelijkheden voor het versterken van ouderbetrokkenheid. De betrokken vestigingen willen voor de jaren 2010-2015 hun profilering als brede school handhaven.
Brede Schoolactiviteiten op Calvijn Maarten Luther
16
5.3
Schoolplan 2010-2015
Innovatie CSG Calvijn wil een innovatieve school zijn, met een relevant onderwijsaanbod en effectieve pedagogisch-didactische aanpak, een flexibele organisatie met ruimte voor de docent als professional en een optimale ondersteuning, onder andere met behulp van ICT-technologie.
Het onderwijs is op alle vestigingen innovatief
CSG Calvijn toont in haar onderwijsaanbod aan dat de school belang hecht aan vernieuwende concepten. Op alle vestigingen zijn ontwikkelingen ingezet die inspelen op de eisen van de hedendaagse maatschappij. Specifieke aandacht is er voor techniek, ondernemerschap, sport, tweetalig onderwijs, ict-vaardigheden. De school is niet langer de enige plaats voor onderwijs, er is steeds meer het besef dat de omgeving, de wereld rondom, daarbij een grote rol kan spelen. Maatschappelijke oriëntatie en internationalisering worden steeds beBeleidsuitgangspunt 2010-2015 CSG Calvijn langrijker. Op vestigingen wordt creatief gezocht naar mogelijkheden om onderwijsprogramma’s aantrekkelijker te maken. Zo worden op de vmbo-vestigingen verbindingen gelegd tussen de verschillende sectoren die leiden tot intersectorale programma’s, met aansprekende nieuwe opleidingsmogelijkheden als gevolg. Ook de introductie van mbo-onderwijs in een vmbo-setting is veelbelovend. Bij alle onderwijsinnovatie speelt de docent de belangrijkste rol. Nieuwe concepten vragen om een variatie in pedagogisch-didactische aanpak. Vragen ook om nieuwe leerinhoud en presentatie. Docenten moeten bereid zijn in de vernieuwing mee te gaan, omdat ze er de meerwaarde van erkennen. En als dat zo is, moeten ze handvatten krijgen aangereikt om uitdagende, op deze tijd toegesneden onderwijsprogramma’s te kunnen realiseren. Ze moeten de gelegenheid krijgen om b.v. het eigen lesmateriaal zelf te arrangeren en bij de presentatie gebruik te maken van de nieuwste communicatietechnieken. CSG Calvijn heeft voor de komende jaren tot 2015 een ambitieus ICT-beleidsplan opgesteld. In 2015 wil de school onder meer hebben bereikt dat: • alle software plaats- en tijdonafhankelijk aan zowel leerling als medewerker kan worden aangeboden; • alle leerlingen werken met een eigen netbook en/of notebook; • alle docenten van ICT als leermiddel gebruik maken; • leerwijzers, (huiswerk) opdrachten, inclusief tijdsplanning en behaalde resultaten in de ELO (Elektronische LeerOmgeving) staan; • de helft van het aantal docenten op een vestiging lesmateriaal arrangeert of ontwerpt dat digitaal gebruikt wordt. Leraren kun- nen door het zelf arrangeren van leermaterialen hun onderwijsprogramma beter afstemmen op de eigen leerlingen in hun speci- fieke situatie; • in een groot aantal lokalen op de vestigingen een digitaal schoolbord aanwezig is dat dagelijks wordt gebruikt; • op alle vestigingen het digitale Leerlingvolgsysteem (LVS) is ingevoerd ,waardoor het onder meer standaard ingezet kan worden bij de leerlingbespreking; • op alle vestigingen er, via ICT, contact wordt onderhouden met leerlingen en docenten in het buitenland (internationalisering); • er een Calvijnbreed werkende helpdesk is waar gebruikers met hun vragen terecht kunnen.
17
Schoolplan 2010-2015
6. Kwaliteitszorg Onder kwaliteitszorg verstaat de Inspectie van Onderwijs: Het geheel aan maatregelen waarmee een school op systematische wijze de kwaliteit van het onderwijs in brede zin bepaalt, bewaakt en verbetert. Wanneer een school zelf activiteiten in dit kader onderneemt, spreekt Alle vestigingen men van interne kwaliteitszorg. Ligt het initiatief bij instellingen buiten de staan op alle school, dan spreekt men van externe kwaliteitszorg. CSG Calvijn beschikt over een kwaliteitsbeleidsplan. Er bestaat een Startonderdelen in notitie kwaliteitszorg onderwijs (2006) waarin een beschrijving is opgehet groen op de nomen van alle kwaliteitsaspecten zoals de Inspectie van onderwijs die kwaliteitskaart onderkent, alsmede een beschrijving van een jaarlijkse cyclus van activiteiten die moeten leiden tot analyse en verbetering. Gezien haar leeftijd en verandering van situaties is de notitie verouderd en dient ze geactualiseerd te worden. Beleidsuitgangspunt 2010-2015 CSG Calvijn In het kader van horizontale verantwoording brengt CSG Calvijn jaarlijks een jaarverslag uit waarin onder meer over de leeropbrengsten aan belanghebbende partijen wordt gerapporteerd. Intern worden ieder jaar rapportages gemaakt met betrekking tot de eindexamenresultaten. De resultaten worden vergezeld van een analyse aan de vestigingsdirecties doorgegeven, die de uitkomsten bespreken met de betrokken teams, vaksecties dan wel individuele docenten. Er worden verbeterafspraken gemaakt. Ieder jaar worden verder de bevorderingsresultaten en de in-, door-, en uitstroom-gegevens geanalyseerd. De resultaten en conclusies van onderzoek worden eveneens besproken met de vestigingsdirecties, die vervolgens zorg dragen voor eventuele verbeteractiviteiten. Kwaliteitszorg behelst ook onderzoek naar de tevredenheid, van ouders en leerlingen. Deze tevredenheidsonderzoeken vinden eenmaal per drie jaar plaats. De resultaten worden besproken in de MR, ouderraad en ouderkringen, en met de leerlingkringen als het gaat om tevredenheidsonderzoek onder leerlingen. Resultaten kunnen aanleiding zijn tot verandering van beleid. Het systematisch aanpakken van noodzakelijke verbeteringen is een aandachtspunt. Datzelfde geldt, zij het in mindere mate, voor verbetering van het resultaat. Ook onder het personeel wordt in een cyclus van enkele jaren een tevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Externe verantwoording legt CSG Calvijn af aan CVO en de inspectie van onderwijs. Deze verantwoording leidt tot een jaarlijkse analyse van opbrengsten, specifiek gericht op de beoordelingsindicatoren die de Inspectie hanteert. Gestimuleerd door de zogenaamde Opbrengstenkaart van de Inspectie wordt intern gekeken naar het rendement van de onderbouw, waarbij de positie van een leerling in het derde leerjaar vergeleken wordt met het advies van de basisschool, het rendement van de bovenbouw, het gemiddelde van centraal examencijfers per vak en de discrepantie tussen centraal examencijfers en schoolexamencijfers. Gebaseerd op resultaten van drie opeenvolgende jaren komt de inspectie tot een oordeel en kan ze nader onderzoek en toezicht instellen. Het is er alle vestigingen van CSG Calvijn veel aan gelegen, het oordeel voldoende van de Inspectie te behouden. Dat is gelukkig bij vrijwel alle vestigingen en afdelingen het geval. Waar dat niet zo is, wordt hard gewerkt om ”in het groen” te komen. Bij onvoldoende resultaat dienen verbeterinstrumenten te worden ingezet. In een enkel geval, met name bij de analyse van de kwaliteit van schoolexamens, is daarvoor een bruikbaar instrument voorhanden. In andere gevallen blijkt het nodig verbeterinstrumenten duidelijker te benoemen en te toetsen op effectiviteit.
18
Schoolplan 2010-2015
7. Profilering CSG Calvijn Algemeen schoolprofiel CSG Calvijn
De vestigingen zijn ieder sterk en positief geprofileerd
Onderwijs en leerlingbegeleiding CSG Calvijn is een school die kwalitatief goed onderwijs wil bieden. Daarmee wordt bedoeld dat het verwerven van kennis, van sociale en studievaardigheden en het aanleren van een goede (werk)houding centraal staan. Dit hoofdstuk geeft algemene informatie over de wijze waarop het onderwijs en de begeleiding op Calvijn worden gerealiseerd.
De onderwijskundige organisatie Het onderwijs op CSG Calvijn is georganiseerd in kringen. We noemen deze kringen onderwijsteams. Het voordeel van deze onderwijsteams is dat het onderwijs voor leerlingen, ouders en docenten kleinschalig en overzichtelijk is. Aan het hoofd van ieder onderwijsteam staat een onderwijsteamleider. Hij of zij maakt deel uit van de directie en heeft de leiding Beleidsuitgangspunt 2010-2015 CSG Calvijn over het onderwijsteam. De onderwijsteamleider is het directe aanspreekpunt voor leerlingen en ouders. Iedere docent maakt deel uit van een onderwijsteam. Binnen het onderwijsteam dragen docenten een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de leerlingen. Bij elk onderwijsteam worden de ouders van de leerlingen die tot dat team behoren nadrukkelijk betrokken. Om ieder onderwijsteam staat een ouderkring en een leerlingenkring. Calvijnbreed is er een ouderraad. Doel van de ouderkringen en ouderraad is om een goede relatie met de ouders op te bouwen, de ouders te kunnen raadplegen en tegemoet te komen aan het belang dat zij hebben bij een goede kwaliteit van het onderwijs aan hun kinderen, die zij aan de zorg van CSG Calvijn hebben toevertrouwd. Doel van de leerlingenkringen is om de leerlingen nauwer te betrekken bij de school en de ontwikkelingen die voor hen van belang zijn. CSG Calvijn kent drie onderwijssectoren: vwo (gymnasium en atheneum), havo en mavo/vmbo. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs (vwo) Het vwo is een zesjarige opleiding die leerlingen voorbereidt op een universitaire opleiding. CSG Calvijn heeft twee vwo-opleidingen: gymnasium en atheneum. Het volledige atheneum wordt in Rotterdam (Vreewijk) en Barendrecht (Groene Hart) aangeboden. Op vestiging Maarten Luther kunnen leerlingen de eerste drie jaren van het atheneum volgen. Daarna stappen ze in principe over naar vestiging Vreewijk. Op vestiging Vreewijk is een volledig en zelfstandig gymnasium aanwezig. Op vestiging Groene Hart bestaat de mogelijkheid voor leerlingen om de eerste twee leerjaren van het gymnasium te volgen. Daarna kan er worden overgestapt naar vestiging Vreewijk. Gymnasium CSG Calvijn biedt leerlingen de mogelijkheid om al vanaf het eerste leerjaar een gymnasiumopleiding te volgen. Het gymnasium is een zeer brede zesjarige opleiding waarin wetenschap en cultuur hand in hand gaan. Naast de algemene vwo-vakken die ook op het atheneum worden gegeven volgen de gymnasiasten lessen in Latijn, Grieks, Klassieke Culturele Vorming en filosofie. Binnen en buiten de lessen is er aandacht voor hoogbegaafdheid. Docenten hebben hier een speciale scholing voor gevolgd. Alle leerlingen hebben in hun rooster aparte project- en gymnasiumuren, waarin extra aandacht is voor projectmatig onderwijs en het aanleren van studievaardigheden. In de bovenbouw krijgen leerlingen de mogelijkheid om verrijkingsmodules te volgen aan een universiteit, ter bevordering van de overstap van het gymnasium naar het wetenschappelijk onderwijs. Atheneum Het atheneum is een brede zesjarige vwo-opleiding. Leerlingen met een havo/atheneumadvies worden eerst twee jaar in een havo/ atheneumklas geplaatst. Aan het einde van het tweede leerjaar wordt een definitieve keuze gemaakt. Afsluiting van het volledige atheneum is mogelijk aan de vestiging Vreewijk in Rotterdam en de vestiging Groene Hart in Barendrecht. Vestiging Groene Hart kent naast havo/atheneumklassen, ook een 1 en 2 atheneumklas. Deze atheneumstroom is bedoeld voor leerlingen bij wie al direct duidelijk is dat zij op dit niveau goed kunnen functioneren. Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs (havo) Het havo leidt leerlingen in vijf jaar op tot het havo-diploma. Met het havo kan zowel in Rotterdam (Vreewijk en Maarten Luther) als in Barendrecht (Groene Hart) worden begonnen. Afsluiting van het volledige havo is mogelijk aan de vestiging Vreewijk in Rotterdam en de vestiging Groene Hart in Barendrecht. Op vestiging Maarten Luther kunnen leerlingen de havo Businessvariant volgen die op ondernemerschap gericht is. De Businessvariant is een volwaardige havo-opleiding voor leerlingen met een EM-profiel. Door samenwerking met de Rotterdamse hogescholen kunnen havisten die voor de Businessvariant kiezen studiepunten verwerven die meege19
Schoolplan 2010-2015 nomen kunnen worden naar het hbo. Middelbaar Algemeen Vormend Onderwijs (mavo) Op CSG Calvijn is op de vestigingen Lombardijen, Maarten Luther en Groene Hart de mavo opnieuw ingevoerd. Leerlingen sluiten de mavo af met het behalen van een vmbo-tl of vmbo-gl diploma. Op de mavo wordt ruim aandacht besteed aan specifieke studievaardigheden om, onder bepaalde voorwaarden, door te kunnen stromen naar het havo. Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (vmbo) Het vmbo is een moderne, theoretische en praktische opleiding die goed voldoet aan de eisen van de tijd: een bredere ontwikkeling voor elke leerling, gericht op een actieve en zo zelfstandig mogelijke ontwikkeling, waarbij rekening wordt gehouden met verschillen tussen leerlingen. Het vmbo op Calvijn heeft de volgende leerwegen: De theoretische leerweg (vmbo-tl) De theoretische leerweg bereidt leerlingen voor op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo niveau 4) of de havo. Voor leerlingen van de theoretische leerweg bestaat de mogelijkheid om examen te doen in extra vakken. De extra vakken kunnen ook beroepsgerichte vakken zijn. De gemengde leerweg (vmbo-gl) Deze opleiding is een combinatie van theoretische vakken op mavo/vmbo-tl-niveau en één beroepsgericht vak. De leerling kan kiezen tussen het beroepsgerichte vak Handel & Administratie of Zorg & Welzijn. De gemengde leerweg is bestemd voor leerlingen die weinig moeite hebben met studeren, maar zich daarnaast graag willen voorbereiden op een bepaald beroepsveld. De basisberoepsgerichte leerweg en kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo-bbl en -kbl) In de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg ligt het accent op leren door praktisch bezig te zijn. Er zijn twee afdelingen op Calvijn: Economie en Zorg & Welzijn. Daarnaast kent de Focus Beroepsacademie Calvijn verschillende intersectorale opleidingen zoals Handel en Administratie, Sport, Dienstverlening en Veiligheid (SDV), Dienstverlening en Commercie (D&C) en Consumptief Breed. De werkplekkenstructuur maakt deel uit van het onderwijs in deze leerwegen. De beroepsgerichte leerwegen bereiden voor op niveau 2, 3 of 4 in het mbo. Bijzondere trajecten Voor leerlingen die moeite hebben met theorie maar door een positieve werkhouding laten zien wel te willen leren, bestaat de mogelijkheid op de Focus Beroepsacademie Calvijn een leerwerktraject te volgen. Dit houdt in dat een leerling vanaf het derde jaar twee dagen per week stage loopt in een bedrijf. De leerling volgt een aantal vakken op school (minimaal één beroepsgericht vak, Nederlands, Engels, godsdienst, lichamelijke opvoeding en sociale vaardigheden). Door de praktijkervaring die de leerling in het stagebedrijf opdoet, worden de overige eindtermen behaald. Sluit de leerling de examens voor de schoolvakken succesvol af, dan stroomt hij of zij door naar een opleiding op niveau 2 in het mbo. Dit traject, dat in leerjaar drie start, wordt na drie jaar afgesloten met een startkwalificatie. De startkwalificatie is een certificaat dat iedere vmbo-leerling wettelijk verplicht is te halen. Een startkwalificatie geeft recht op mbo niveau 3 en/of 4 onderwijs. Omdat in het VM2 traject de vmbo-bl opleiding en de mbo niveau 1 en 2 opleidingen in elkaar worden geschoven kan een vmbo-leerling van de basisberoepsgerichte leerweg een jaar korter doen over het behalen van de startkwalificatie. Leerwegondersteunend onderwijs Op Calvijn Meerpaal (Rotterdam Alexanderpolder), op de Focus Beroepsacademie Calvijn in Barendrecht en Calvijn Juliana in Rotterdam wordt leerwegondersteunend onderwijs aangeboden aan leerlingen met achterstanden op leergebied en/of sociaal-emotioneel gebied. Leerlingen die in voldoende mate gemotiveerd zijn onderwijs te volgen én voldoen aan de criteria gesteld door de Regionale Verwijzingscommissie (RVC), krijgen binnen deze vestigingen de gelegenheid een regulier vmbo diploma (bbl, kbl, of tl) te behalen. Calvijn Meerpaal, waarop alleen leerlingen met een lwoo-indicatie en leerlingen met een rugzak zitten, biedt verschillende opleidingstrajecten. De meeste leerlingen volgen een driejarige onderbouwperiode; vervolgens doen alle leerlingen de tweejarige bovenbouw. Na de onderbouw kunnen de leerlingen onderwijs volgen in de basisberoepsgerichte, de kaderberoepsgerichte, of de theoretische leerweg. Leerlingen die een beroepsgerichte leerweg kiezen, volgen deze in de sector economie: Handel & Administratie. Calvijn Meerpaal valt op door haar orthopedagogische sfeer en karakter, waarbij de veiligheid voor leerlingen en docenten zeer hoog in het vaandel staat. Op de Focus Beroepsacademie Calvijn en Calvijn Juliana zitten de leerlingen die in aanmerking komen voor leerwegondersteunend onderwijs in reguliere vmbo-klassen. Waar nodig wordt ondersteuning aangeboden.
20
Schoolplan 2010-2015 gymnaium
atheneum
havo
mavo/vmbo theoretisch
vmbo gemengd
vmbo kader
vmbo basis
lwoo
Vreewijk Lombardijen Maarten Luther
eerste drie leerjaren
EM-profiel
Juliana Meerpaal Focus Beroepsacademie/ Buitenoord Groene Hart
eerste twee leerjaren
Een Sport Onderwijs Centrum in Rotterdam-Zuid Het plan om te komen tot een nieuw stadion op Rotterdam-Zuid ter vervanging van het oude Feijenoordstadion heeft geleid tot een totaalvisie op het gebied en de functie van sport die met recht uitdagend genoemd mag worden. Het nieuwe stadion wordt onderdeel van een groot netwerk van sportvoorzieningen dat zich ten zuiden van de Nieuwe Maas zal ontwikkelen, waarbij ook gebruik gemaakt wordt van de al bestaande accommodaties. De scholen van Zuid hebben zich bij deze ambitie aangesloten, daarbij van harte gesteund door de gemeente Rotterdam en het Pact op Zuid. Ze gaan proberen onderwijs en sport te combineren in één totaalaanbod. De bedoeling is dat er op Rotterdam-Zuid een Sport Onderwijs Centrum tot stand komt waarin vier verschillende functies worden gecombineerd: sportfaciliteiten, sporteducatie, een onderwijsvoorziening voor talenten en een onderwijsvoorziening voor potentiële topsporters. Iedere jongere op Zuid moet van de sportprogramma’s van het SOC kunnen profiteren. Brede sportoriëntatie moet het mogelijk maken de eigen mogelijkheden en interesses te verkennen. In een convenant dat de betrokken onderwijspartijen op 13 juli 2009 ondertekenden, gaven de besturen aan zich te verbinden om samen een traject te ontwerpen waarin het SOC geleidelijk wordt gerealiseerd. Het streven is daarbij om vanaf het begin in te zetten op de samenhang tussen de vier functies, voorlopig op verschillende bestaande locaties. De gezamenlijke inzet voor de realisatie van het project is in principe afgesproken voor de duur van zeven jaar. Binnen deze termijn moeten plannen realiteit kunnen zijn geworden. Vooral voor de vestigingen Vreewijk en Lombardijen hebben de plannen betekenis. Beide scholen bevinden zich immers op geringe afstand van de toekomstige sportzone en dus is vooral op deze vestigingen nagedacht over de gevolgen voor het onderwijsaanbod. In het schooljaar 2010-2011 starten beide scholen met sportklassen in het eerste leerjaar, waarbij sportprogramma’s worden ingebed in de reguliere onderwijsroutes voor vmbo, havo en vwo. In de jaren erna zal het aanbod worden uitgebreid naar hogere leerjaren.
Fietsweek Calvijn Lombardijen 21
Schoolplan 2010-2015
8. Profilering vestigingen De vestigingen van CSG Calvijn hebben hun eigen profiel en kennen een grote mate van zelfstandigheid waar het gaat om het bepalen van keuzes met betrekking tot onderwijsaanbod en ontwikkeling. Iedere vestiging heeft daarom in relatie met dit schoolplan een eigen vestigingsplan ontwikkeld dat voor dezelfde periode als waarvoor dit algemene schoolplan geldt, leidend zal zijn bij het varen van de eigen koers. In dit hoofdstuk komen de belangrijkste profielelementen van de afzonderlijke vestigingen aan de orde.
Vestiging Vreewijk Calvijn Vreewijk wil een school voor toekomstige wereldburgers zijn, een school met een breed onderwijsaanbod die een unieke plaats inneemt in het sociaal en cultureel leven in de regio Rotterdam-Zuid. De vestiging profileert zich als een school met een christelijke identiteit waar de relatie centraal staat en de omgang met elkaar wordt gekenmerkt door duidelijke regels en aandacht voor waarden en normen vanuit respect, tolerantie en solidariteit. Calvijn Vreewijk biedt kwalitatief sterk en (kans)rijk onderwijs in een veilige, motiverende onderwijsomgeving met hoogwaardig onderwijs en een gedegen begeleiding. Bijzondere aandacht is er voor taal als voorwaarde en gewoonte om kansrijk te zijn. Calvijn Vreewijk positioneert zich als “Wereldschool” met de profielen Cultuurschool (met o.a. toneel- en musicalproducties; drama, muziek en tekenen als examenvakken) Universumschool (met extra aandacht voor Bètaonderwijs) en Sport ( als partner in het Sport Onderwijs Centrum Rotterdam-Zuid start de vestiging in het schooljaar 2010-2011 met sportklassen in het eerste leerjaar).
Vestiging Lombardijen De vestiging Lombardijen heeft altijd een nauwe band met de vestiging Vreewijk gehad. Leerlingen die op de vestiging Vreewijk werden doorverwezen naar de theoretische of gemengde leerweg van het vmbo volgden vanaf het tweede leerjaar het onderwijs op Lombardijen. De vestiging functioneerde als een deel van een groter geheel. Sinds enkele jaren komt daar verandering in. De vestiging ontwikkelt zich naar meer zelfstandigheid, wat blijkt uit de mogelijkheid om leerlingen aan te melden voor het eerste leerjaar. Nog steeds komt in het tweede en derde leerjaar een aanzienlijke groep leerlingen over van vestiging Vreewijk, maar de vestiging Lombardijen spant zich bijzonder in een eigen profiel te verwerven. De school wil vooral een school voor mavo zijn, met leerlingen die de potentie hebben door te stromen naar het havo. Het te bereiken niveau wordt aangeduid als mavo+. De vestiging blijft naast het mavo/ de theoretische leerweg ook de gemengde leerweg aanbieden. De school is partner in het Sport Onderwijs Centrum en start in 2010-2011 met een sportklas in het eerste leerjaar.
Vestiging Maarten Luther Vestiging Maarten Luther heeft zich in de laatste jaren ontwikkeld tot een school met een bijzonder profiel. Bepalend is het concept van de Business School, een concept gericht op ondernemerschap. Voor de bovenbouw mavo en havo ( Profiel Economie en Maatschappij) zijn daarvoor uitdagende onderwijsprogramma’s gemaakt in combinatie met een vast relevant vakkenpakket. Maarten Luther is een breed instroompunt; vwo-leerlingen en leerlingen die niet kiezen voor de havo business school-variant stappen na het derde leerjaar in de meeste gevallen over naar vestiging Vreewijk. De school biedt naast havo (EM) en mavo/ vmbo theoretische leerweg vanaf 2010 ook de vmbo gemengde leerweg aan.
Vestiging Juliana Calvijn Juliana, met in het onderwijsaanbod vmbo theoretische en gemengde leerweg, profileert zich als een (t)huiswerkvrije school waar veel aandacht is voor structuur. Er is een beperkte plaatsingsmogelijkheid voor leerlingen met een lwoo-indicatie. In de onderbouw is het onderwijs georganiseerd in leergebieden. De organisatie kenmerkt zich door een intensieve begeleiding met veel zorg voor de leerlingen. De school slaagt erin veel leerlingen tot prestaties te laten komen die uitstijgen boven het normale verwachtingspatroon.
Vestiging Meerpaal Op vestiging Meerpaal (Rotterdam-Oost) wordt leerwegondersteunend onderwijs aangeboden aan leerlingen met leer- en ontwikkelingsmoeilijkheden, die niet primair het gevolg zijn van een zwakke begaafdheid. Leerlingen die niet kunnen overstappen naar het reguliere onderwijs, maar in voldoende mate gemotiveerd zijn onderwijs te volgen én voldoen aan de criteria gesteld door de 22
Schoolplan 2010-2015
Regionale Verwijzingscommissie (RVC), krijgen binnen vestiging Meerpaal de gelegenheid een regulier vmbo-diploma (bb, kb of tl) te behalen. Ook leerlingen met een handicap of gedragsmoeilijkheden, die via de Commissie voor de Indicatiestelling in aanmerking komen voor leerlinggebonden financiering, kunnen worden toegelaten op vestiging Meerpaal. De school biedt vier- en vijfjarige opleidingen. De meeste leerlingen volgen een driejarige onderbouwperiode; vervolgens is er de mogelijkheid twee jaar de bovenbouw te volgen en een vmbo-diploma te behalen. Bovendien is er gestart met groepen voor leerlingen die hun opleiding kunnen vervolgen in leerwerktrajecten of op niveau 1 of 2 van het mbo. Na de onderbouw kunnen de leerlingen onderwijs volgen in de basisberoepsgerichte, de kaderberoepsgerichte, of de theoretische leerweg. Leerlingen die een beroepsgerichte leerweg kiezen, volgen deze in de sector economie: Handel & Administratie.
Focus Beroepsacademie Calvijn In januari 2008 ondertekenden CSG Calvijn en het Dalton Lyceum te Barendrecht samen met de ROC’s te Dordrecht en Rotterdam een intentieverklaring voor de ontwikkeling van een uniek opleidingsconcept in Barendrecht waarbij vmbo en mbo samen worden aangeboden. Marjo Klaassen, vestigingsdirecteur van Calvijn Buitenoord, werd benoemd tot directeur. Het LOC opende op 1 augustus 2009 officieel de deuren. De school heeft inmiddels een naam, de Focus Beroepsacademie, en is nu nog inwonend bij Buitenoord, maar zal op termijn op een nieuwe aantrekkelijke locatie gevestigd worden, naar het zich nu laat aanzien dicht bij een knooppunt van openbaar vervoer en bedrijventerreinen. De Focus Beroepsacademie gaat zowel vmbo( bbl/kbl) als mbo verzorgen in samenwerking met de gemeente, de bedrijven en de instellingen in de regio. De doelstelling is een praktijkgerichte opleiding die aansluit bij de belevingswereld van de leerlingen en mede daardoor de mogelijkheden vergroot om hen naar een goede startkwalificatie te leiden. CSG Calvijn en het Dalton Lyceum verzorgen samen, elkaar aanvullend, het onderwijsaanbod. Beide scholen schrijven eigen leerlingen in, maar de Focus Beroepsacademie is voor de leerling één (ongescheiden) locatie.
Vestiging Groene Hart Vestiging Groene Hart in Barendrecht is een snel groeiende school met afdelingen voor mavo, havo en vwo (atheneum). Het onderwijsaanbod krijgt in de komende jaren een extra stimulans door de reeds in gang gezette realisering van sportklassen en door invoering van tweetalig onderwijs, wat onder meer zal leiden tot een nog grotere plaats van internationalisering in het curriculum. Vestiging Groene Hart zet voor de komende jaren in op sterke onderwijsprofielen voor de afzonderlijke afdelingen in een kleinschalige structuur. Bij de plannen voor de nieuwbouw, die in 2012 zal zijn afgerond, is hiermee rekening gehouden. Met een eigentijds onderwijsaanbod, een goed staande organisatie en permanente aandacht voor de schoolprestaties zal Groene Hart in een uitdagende onderwijsomgeving in de komende jaren een relevante factor zijn in het Barendrechtse onderwijs, een school met onderwijs dat klopt.
Techniekdag op Calvijn Vreewijk
Natuur profielweek op Calvijn Vreewijk, 23
Schoolplan 2010-2015
9. Bedrijfsvoering Een efficiënt onderwijsproces is een containerbegrip waar vele invullingen aan gegeven kunnen worden. Het gaat niet alleen om economisch efficiënt, maar ook om kwalitatief efficiënt. Daarbij komt dat de mate van efficiency een relatief begrip is dat ook gaandeweg kan wijzigen door andere opvattingen en mogelijkheden. Iedere vestiging draagt zorg voor Momenteel bestaat er onder druk van de overheidsfinanciën en de maatschappelijke eisen aan de school in termen van resultaten en kwaliteit, een een efficiënt onbalans tussen betaalbaarheid en gestelde eisen. Deze onbalans zal door onderwijsproces de school in de komende jaren opgepakt moeten worden en, binnen haar mogelijkheden, vertaald naar een nieuwe balans waarin de bestaande kwaliteit nog verder verbeterd wordt en aansprekend wordt voor zowel medewerkers als (toekomstige) leerlingen. In eerdere hoofdstukken is hier al het nodige over gemeld. Beleidsuitgangspunt 2010-2015 CSG Calvijn Ten aanzien van de bedrijfsvoering wordt in het volgende ingegaan op de doelstellingen voor de komende vijf jaar op de gebieden personeel, informatisering, huisvesting, faciliteiten en bedrijfsvoering en financiën.
9.1 Personeel Het personeelsbeleid is de drager van motivatie en betrokkenheid van de medewerkers. De uitgangssituatie 2010 kenmerkt zich door goede regelgeving op personeelsgebied (gedifferentieerd belonen, beoordelen en functioneringsgesprekken), uitgangspunten voor invulling van de functiemix overeenkomstig het Aktieplan Leraren en recent vastgesteld personeelsbeleid op CVO niveau. Voor de komende vijf jaar acht Calvijn het van belang de ontwikkelingen op het gebied van rechtspositie en personeelsinzichten te volgen en te vertalen naar adequaat beleid en regelgeving. Er wordt daarbij aandacht gegeven aan de organisatorische processen en aan de managementstijl die hierbij hoort. De huidige nadruk op inputsturing en de bestaande organisatiecultuur moeten hierop aangepast worden. Doelstelling organisatorische processen: • in 2015 ligt de nadruk op processturing om daarmee de vereiste resultaten te behalen. Doelstelling managementstijl: • in 2015 zijn sturing op criteria, eigenaarschap bij de verantwoordelijke professional, en support en advisering door het manage- ment, de centrale kernwaarden in de managementstijl. Daarbij stelt CSG Calvijn zichzelf tot doel de volgende beelden te realiseren: • professionele leidinggevende die in openheid de balans tussen doelen van personeelsleden en organisatie weet te realiseren; • professionele medewerkers die verantwoordelijkheid kunnen dragen voor zowel de eigen taken als de doelen van de organisatie en daar in openheid over communiceren; • communicatietijd is kwaliteitstijd, waardoor frequenties van overleggen kunnen worden teruggedrongen. De beleidsagenda voor de komende jaren bewerkstelligt voor alle leidinggevenden en medewerkers • bewustwording • professionele gespreksvoering • integrale betrokkenheid • medeverantwoordelijkheid Uitwerking vindt plaats aan de hand van een jaarlijks op te stellen plan van aanpak.
24
Schoolplan 2010-2015
9.2 Informatisering Momenteel is de modernisering van de technische infrastructuur in de plannen voor 2010 en 2011 opgenomen. Naar verwachting is er sprake van state-of-the-art verbindingen in 2011. Voor 2015 is het ambitieuze doel gesteld dat alle lokalen voorzien zijn van digitale borden, alle docenten een laptop hebben met toegang tot alle vereiste bronnen, en alle leerlingen beschikken over een netbook of ander adequaat middel om de digitale leeromgeving te realiseren. In de begroting 2010 zijn hiervoor de eerste stappen gezet. Op basis van innovatieve ideeën ten aanzien van efficiënter werken, kwaliteitswinst in het onderwijs en vernieuwing van leermiddelen zal dit jaarlijks leiden tot stappen in de goede richting. De basis kan en zal gelegd worden door de vaksectie en de docent. Vanuit het management zal jaarlijks ondersteuning worden geboden aan projecten in de klas. Eerder in het plan zijn meer uitwerkingen genoemd die voor ICT sturend zullen zijn in haar taakvervulling.
9.3 Huisvesting In 2012 is de nieuwbouw Groene Hart gereed. Op basis van besluitvorming door de gemeente Barendrecht zal rond 2014 de nieuwbouw Focus Beroepsacademie gerealiseerd zijn. Beide projecten zullen bijdragen aan een school die ook in onderwijsconcepten en pedagogisch opzicht modern zal zijn. In 2011 zal de facelift van de Meerpaal afgerond zijn. De vestiging komt daarmee in een nieuwe fase. In 2012 wordt bouwkundig aandacht gegeven aan het zichtbaar vorm geven van Vreewijk als Universumschool met bèta-onderwijs als speerpunt.
9.4 Faciliteiten De school is centraal georganiseerd rondom kleinschalige eenheden. De kleinschaligheid ziet op de aandacht voor het kind, de beschermende omgeving e.d. De grootschaligheid biedt schaalvoordelen door gezamenlijke inkoop en eenduidige en betrouwbare werkprocessen. In 2011 wordt het printerplan afgerond door installatie van een follow-me systeem waardoor iedereen overal op eenvoudige (!) wijze kan printen. In 2011 wordt het systeem van digitale facturen operationeel. In de daaropvolgende jaren wordt de digitale workflow en het digitale archief vorm gegeven. Werkplekken zijn flexibel en talrijk aanwezig. Alle docenten hebben een eigen telefoonnummer met voicemail-faciliteit. De bestaande afhankelijkheid van de beperkte faciliteiten op de school wordt verleden tijd.
9.5 Bedrijfsvoering en financiën
Iedere vestiging heeft een sluitende begroting
Beleidsuitgangspunt 2010-2015 CSG Calvijn
CSG Calvijn kent een gezonde bedrijfsvoering die echter onder druk staat van de huidige ontwikkelingen. Daarbij komt dat de komende vijf jaar ook veranderende politiek tot wijziging van de kaders kan leiden. Risico’s zijn de noodzakelijke Leerplusarrangementen en de gemeentelijke beleidsgelden op gebied van schoolmaatschappelijk werk, brede en gezonde scholen en sportvoorzieningen. CSG Calvijn hanteert voor de komende jaren de volgende uitgangspunten: • Ieder onderdeel levert in principe een sluitende begroting in en houdt zich aan de gestelde kaders. • De meerwaarde van Calvijn ligt in het jaarlijks vaststellen van speer punten die over de vestigingen heen kunnen leiden tot bovenge- middelde investeringen per vestiging. • De maatstaf is de kwaliteit van het onderwijsproces, financiën is ondersteunend. Deze maatstaf is gegrondvest op het uitgangs- punt dat de vestigingen in gezamenlijkheid en solidair de verant- woordelijkheid dragen voor ons aller handelen. Ieder directielid laat zich daar op aanspreken. • Iedere medewerker is zich vanuit zijn positie bewust van de belang- en van de organisatie in het geheel.
25
Schoolplan 2010-2015
10. Communicatie
Informatie is zodanig ontsloten dat iedere medewerker daaruit conclusies kan trekken over de nodige interventies ter verbetering van de onderwijskwaliteit Beleidsuitgangspunt 2010-2015 CSG Calvijn
Binnen de scholengemeenschap worden twee communicatieniveaus onderscheiden: 1. Communicatie vanuit de Algemene Directie en 2. Communicatie vanuit de vestigingen. De communicatie vanuit de Algemene Directie is verdeeld over drie beleidsterreinen: • • •
Communicatie op strategisch niveau De algemeen rector is eindverantwoordelijk voor een integrale communicatie, de samenhang tussen de verschillende communi- catieniveaus. Communicatie op het gebied van onderwijs en zorg De directeur onderwijs is verantwoordelijk voor alle onderwijsza- ken, van visieontwikkeling tot uitvoering. Tevens is hij verant- woordelijk voor alle communicatie betreffende de werving. Communicatie op het gebied van personeel en financiën De directeur bedrijfsvoering is verantwoordelijk voor deze porte- feuille waarin onder meer communicatie over integraal perso- neelsbeleid en boekenfonds belangrijke onderwerpen zijn.
De communicatie vanuit de vestigingen valt onder de verantwoordelijkheid van de vestigingsmanagementteams (VMT’s) en wordt tevens door hen gecoördineerd. Dit betreft met name communicatie aan personeel, ouders en leerlingen.
Interne en externe communicatie Interne communicatie vindt plaats via bijeenkomsten van onderwijs- en mentorenteams, via emailberichtgeving, nieuwsbrieven en mededelingen en publicaties op het personeelgedeelte van de website. Ook de ELO (elektronische leeromgeving) wordt steeds meer als communicatiemedium gebruikt. Aandachtspunten voor de volgende jaren zijn het up to date houden van de beleidsinformatie die via het personeelsweb beschikbaar is en het vasthouden aan de afgesproken frequentie van het verschijnen van de nieuwsbrieven. Bij de communicatie met de medewerkers zal veel aandacht besteed worden aan de uitleg van de meerwaarde van in dit schoolplan verwoorde beleidsvoornemens. Er zal ruimte zijn voor het geven van input en er zal duidelijkheid zijn omtrent de offers die gepaard gaan met veranderingen in werkwijze. De externe communicatie tussen school, ouders en leerlingen is van groot belang voor een goede voortgang van onderwijs en zorg. CSG Calvijn kent een grote verscheidenheid aan communicatievormen. Er is georganiseerd overleg: in ouderkring en leerlingkring per afdeling, in de schoolbrede ouderraad en leerlingraad, in de Medezeggenschapsraad. Vier keer per jaar verschijnt het informatiebulletin Scala. Hierin wordt nieuws vermeld dat voor de hele scholengemeenschap van belang is en nieuws van de vestiging. De website biedt veel actuele informatie, waaronder leerresultaten en verzuimrapportage. Bij de relatie met de ouders kiest CSG Calvijn voor een actieve benadering. Op steeds meer vestigingen worden ouders uitgenodigd op school het rapport van hun kind in ontvangst te nemen, waarbij de resultaten met de mentor worden doorgenomen. Er zijn ouderspreekuren, voorlichtings- en gespreksavonden. Op verschillende vestigingen is huisbezoek, met name aan de ouders van de brugklasleerlingen, een goede gewoonte geworden. Schooloudercontactpersonen proberen de relatie met allochtone ouders te verstevigen. Jaarlijks doet CSG Calvijn verslag van resultaten en het gevoerde beleid. In het kader van horizontale verantwoording vindt aan de hand van het jaarverslag overleg plaats met belanghebbenden, waaronder uiteraard ouders, maar ook vertegenwoordigers uit de politiek en maatschappelijke organisaties. Jaarlijks verschijnt eveneens een schoolgids met informatie over de werkwijze van de scholengemeenschap. Verdere professionalisering in de verantwoording naar belanghebbende partijen is voor de volgende jaren een aandachtspunt.
26
Schoolplan 2010-2015
11. Bijlage Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) Artikel 24. Schoolplan 1. Het schoolplan bevat een beschrijving van het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd, en omvat in elk geval het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de be- waking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Het schoolplan omvat mede het beleid ten aanzien van de aanvaar- ding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen, niet zijnde ouderbijdragen of op de onderwijswetgeving gebaseerde bij- dragen, indien het bevoegd gezag daarbij verplichtingen op zich neemt waarmee de leerlingen binnen de schooltijden en tijdens de activiteiten die worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, alsmede tijdens het overblijven, zullen worden geconfronteerd. Het schoolplan kan op een of meer scholen voor voortgezet onderwijs en een of meer scholen voor ander onderwijs van hetzelfde bevoegd gezag betrekking hebben. 2. Het onderwijskundig beleid omvat in elk geval de uitwerking van de wettelijke opdrachten voor het onderwijs en van de door het bevoegd gezag in het schoolplan opgenomen eigen opdrachten voor het onderwijs in een onderwijsprogramma. Daarbij worden tevens betrokken de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en voor leerlin- gen voor wie een leerlinggebonden budget beschikbaar is. 3. Het personeelsbeleid, voor zover dat in het schoolplan tot uitdrukking wordt gebracht, omvat in elk geval maatregelen met be- trekking tot het personeel die bijdragen aan de ontwikkeling en de uitvoering van het onderwijskundig beleid alsmede het docu- ment inzake evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding, bedoeld in artikel 32d van de wet. 4. Het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs omvat in elk geval: a. . de wijze waarop het bevoegd gezag bewaakt dat die kwaliteit wordt gerealiseerd, b. . de wijze waarop het bevoegd gezag vaststelt welke maatregelen ter verbetering van de kwaliteit nodig zijn, en c. . maatregelen en instrumenten om te waarborgen dat het personeel zijn bekwaamheid onderhoudt. 5. Onze Minister kan scholen voor voorbereidend beroepsonderwijs of afdelingen daarvan aanwijzen, waarvan de schoolplannen met zijn toestemming mogen afwijken van de in dit artikel gestelde eisen.
Ouderkring
8.
Leerlingkring van Calvijn Vreewijk
De beschikbare informatie over ons onderwijs is zodanig ontsloten, dat iedere medewerker op zijn eigen niveau daaruit conclu- sies kan trekken over de nodige interventies ter verbetering van de onderwijskwaliteit binnen zijn verantwoordelijkheid (bijvoor- beeld over examenresultaten, onderbouwrendementen, uitstroom, tevredenheid van leerlingen, leraren en ouders, absentie/ spijbelgedrag, ziekteverzuim, enz.).
27