Schoolplan 2015-2019
Weesp, 13 juli 2015
1
INHOUD 1.
Dit is ons Schoolplan 1.1 1.2 1.3
2.
Oecumenische basisschool De Terp 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
4
Functies van ons Schoolplan Relaties Schoolplan 2015-2019 en andere documenten Status Schoolplan 2015-2019
5
Een oecumenische school Pedagogisch en onderwijskundig profiel Een school in Weesp Leerlingpopulatie Nader onderzoek vooraf: onze sterke en verbeterpunten, kansen en bedreigingen
Interview: Echt uitdagend – Celine, 11 jaar, groep 7
8
3.
9
Wat is onze maatschappelijke opdracht? 3.1 3.2
Onze missie en visie Hoofdlijnen van ons beleid in 2015-2019
Interview: ‘De basis voor de rest van je leven’ – Sabine Udo, klassenmoeder
11
4.
12
Onderwijsbeleid 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12
Passend onderwijs, handelingsgericht en opbrengstgericht Digitale groepsplannen Zorgbeleid Meer- en hoogbegaafde leerlingen ICT in het onderwijs Engels Actief burgerschap en sociale integratie Veilig pedagogisch klimaat Onze methoden in 2015-2019 Brede talentontwikkeling Naschoolse activiteiten Doelen onderwijsbeleid 2015-2019
Interview: ‘Ze moeten leren dat ze dingen zelf kunnen’ – Anja Schouten, leerkracht groep 6
22
5.
23
Communicatie en profilering 5.1 5.2 5.3 5.4
Externe communicatie: communiceren met ouders Interne communicatie: communiceren met elkaar Profilering van de school Beleidsvoornemens 2015-2019
Interview: Bioloog of profvoetballer – Jesper, 9, jaar, groep 6
25
2
6.
Kwaliteitsbeleid 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
26
WMK-PO Andere beleidsinstrumenten Een externe beoordelaar: Verus Onderdeel van Spirit Beleidsvoornemen 2015-2019
Interview: ‘Ik weet eigenlijk geen verbeterpuntjes’ – Tycho, 9 jaar, groep 6
29
7.
30
Personeelsbeleid 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
Samenstelling van ons personeelsbestand Personeelsbeleid Stichting Spirit Scholing Nieuwe cao, nieuw taakbeleid Beleidsvoornemens 2015-2019
Interview: ‘Iedereen wordt op zijn eigen niveau bediend’ – Mariëlla Stoffelen, oudercommissie
33
8.
34
Facilitair beleid 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
Meerjarenonderhoudsplan Wat doet Stichting Spirit? Veiligheid op school ICT-faciliteiten Beleidsvoornemens 2015-2019
Interview: ‘Leuke kinderen, goeie leerkrachten, goed lesmateriaal’ – Jens, 11 jaar, groep 7
37
9.
38
Financieel beleid 9.1 9.2 9.3
10.
Terugblik op de vorige planperiode Begrotingen per schooljaarplan Doelstelling financieel beleid 2015-2019
Overzicht beleidsvoornemens
Bijlagen 1. 2. 3.
39 41-43
Schoolgegevens Verklaring akkoord MR Totstandkoming Schoolplan 2015-2019
3
1.
Dit is ons Schoolplan
Dit Schoolplan bevat het meerjaren strategisch beleidsplan van oecumenische basisschool De Terp, voor de periode 2015-2019. Het is geschreven door directie- en MT-leden van de school. Ook zijn alle teamleden en leden van de MR betrokken bij de totstandkoming, zij hebben onderwerpen aangedragen en voorstellen gedaan voor de inhoud. Omdat het hele team en de MR betrokken zijn geweest bij het maken van dit Schoolplan, omdat we het ook samen gaan uitvoeren en samen de voortgang zullen bewaken, kunnen we volmondig zeggen: dit is óns Schoolplan. Het Schoolplan is geschreven voor alle mensen die op welke manier dan ook betrokken zijn bij onze school. Dat zijn in de eerste plaats alle personeelsleden en ouders/verzorgers. Daarnaast is de inhoud van ons Schoolplan informatief voor eventuele nieuwe personeelsleden, ons schoolbestuur Stichting Spirit, de Onderwijsinspectie en andere geïnteresseerde partijen.
1.1
Functies van ons Schoolplan
Dit Schoolplan geeft een beeld van de stand van zaken op onze school aan het eind van schooljaar 2014-2015. Aansluitend zetten wij onze koers uit voor de komende vier jaar. Wat zijn onze plannen en voornemens op het gebied van algemeen strategisch beleid, kwaliteitsbeleid, onderwijskundig beleid, personeelsbeleid, financieel en materieel beleid? Daarmee krijgt het Schoolplan een belangrijke gebruiksfunctie voor ons: het wordt hét uitgangspunt voor alle beslissingen die we de komende jaren gaan nemen ten aanzien van onze school en ons onderwijs. Wij gaan ons Schoolplan ook gebruiken als kwaliteitsinstrument. Regelmatig staan we erbij stil om te zien: doen we nog wat we ons voorgenomen hebben, liggen we nog op koers? De directie gebruikt het Schoolplan bijvoorbeeld aan het eind van elk schooljaar, om een nieuw Schooljaarplan op te stellen met daarin de onderwijskundige doelen voor het komende schooljaar, de activiteiten die we gaan ondernemen en de resultaten die we daarvan verwachten. Door het Schoolplan op de geschetste wijzen te gebruiken in de praktijk van alledag, kunnen we structureel werken aan de verbetering van de kwaliteit van onze school en ons onderwijs.
1.2
Relatie Schoolplan 2015-2019 en andere documenten
Dit Schoolplan sluit aan op het vorige Schoolplan 2011-2015. Ook sluiten we aan op andere belangrijke documenten die op school worden gebruikt, zoals de Schoolgids en ons Zorgplan. Als Spiritschool volgen wij uiteraard het beleid van Stichting Spirit op het gebied van personeel, financiën, ICT en kwaliteit. Ons Schoolplan sluit dan ook aan op relevante beleidsdocumenten van Stichting Spirit. Wij noemen in het bijzonder het Strategisch Beleidsplan dat aan het begin van schooljaar 2015-2016 voorbereid zal worden door de gezamenlijke Spiritschooldirecteuren. Wij verwachten dat de plannen uit ons eigen Schoolplan 2015-2019 nauw zullen aansluiten bij de plannen in dit nieuwe algemene beleidsplan.
1.3
Status Schoolplan 2015-2019
Conceptversies van dit Schoolplan 2015-2019 zijn besproken met het team en de MR en voorgelegd aan het schoolbestuur. Hun waardevolle opmerkingen en aanvullingen zijn verwerkt in de definitieve versie. De MR heeft ingestemd met deze definitieve versie. Het ondertekende document waaruit dat blijkt, is opgenomen als bijlage 2.
4
2.
Oecumenische basisschool De Terp
De Terp is een oecumenische basisschool, gevestigd in de wijk Aetsveld in Weesp. Onze school is een van de zeven christelijke basisscholen – uit Weesp, Driemond, Diemen en Muiderberg – die vallen onder het bestuur van Stichting Spirit voor Confessioneel onderwijs. Daarnaast werken we nauw samen met een achtste school – de neutrale basisschool De Kersenboom – die valt onder het gezamenlijke beheer van Stichting Openbaar Onderwijs Primair (St. OOP) en Stichting Spirit.
2.1
Een oecumenische school
De oecumenische identiteit van onze school is gebaseerd op het christelijk geloof. Oecumenisch staat voor alle christelijke stromingen. Alle kinderen, ongeacht geloofsovertuiging, zijn op De Terp welkom. Wij werken vanuit een christelijke invalshoek en besteden daarnaast aandacht aan andere geloofsovertuigingen. Oecumenisch betekent ook dat onze normen en waarden onder andere door de Bijbelse verhalen worden bepaald. Die verhalen vormen voor ons een richtingwijzer bij belangrijke beslissingen. De vieringen rond christelijke feestdagen zijn een belangrijk onderdeel van het schooljaar en wij verwachten dat alle kinderen daaraan meedoen. Uiteraard besteden we ook aandacht aan feestdagen van andere religies. Oecumenisch onderwijs betekent dat we onze kinderen leren om samen te werken met respect voor ieders persoonlijkheid, geloof en levensovertuiging. Openheid, tolerantie, saamhorigheid en betrouwbaarheid zijn daarbij belangrijke waarden die we willen overbrengen. Verder dragen de diverse goededoelenprojecten binnen onze school eraan bij dat onze kinderen oog krijgen voor anderen die onze steun en zorg nodig hebben.
2.2
Pedagogisch en onderwijskundig profiel
Een veilige leeromgeving is een voorwaarde om te kúnnen leren. Wij realiseren die veilige leeromgeving door duidelijke schoolregels te stellen en te werken met een betrouwbare methode voor sociaalemotionele ontwikkeling. Ook screenen we alle leerlingen één keer per jaar met behulp van de Sociale Competentie Observatie Lijst (SCOL). Doel daarvan is om het sociaal welbevinden op school te verbeteren. Ieder kind moet op De Terp via een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces kennis en vaardigheden kunnen verwerven waarmee hij of zij een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens wordt in een multiculturele samenleving en waarmee hij of zij later een passend diploma kan halen. Dat willen we bereiken door het onderwijsaanbod zo veel mogelijk te laten aansluiten bij de behoeften van ieder kind. Daarom bieden we op De Terp genuanceerd adaptief onderwijs. Dat betekent dat we werken met het activerend directe instructiemodel (ADI), waarbij we uitgaan van drie niveaugroepen in een klas. Deze werkwijze is onderdeel van het handelingsgericht en opbrengstgericht werken (HGW/OGW), waarmee we zijn gestart in de afgelopen planperiode (20112015).
2.3
Een school in Weesp
Onze school is zoals gezegd gevestigd in Aetsveld, een jaren ’70 nieuwbouwwijk die destijds werd gebouwd voor en bevolkt door gezinnen met jonge kinderen. Net als in vrijwel elke oudere 5
nieuwbouwwijk in Nederland trad hier na verloop van tijd vergrijzing op. De laatste jaren woonden er relatief meer ouderen en meer gezinnen met oudere kinderen. Inmiddels zien we een omslag en komen er weer nieuwe jonge gezinnen in de wijk. Het aantal woningen in deze wijk zal naar verwachting niet veranderen. Voor zover bij ons bekend is, zijn er geen grote sloop- of nieuwbouwplannen voor de directe omgeving van de school. Kenmerkend voor de bewoners van deze wijk is een meer dan gemiddeld opleidingsniveau. Ook de ouders1 op onze school zijn over het algemeen gemiddeld tot hoger opgeleid. Wij krijgen dan ook steeds minder vaak te maken met zogenoemde ‘achterstandsleerlingen’. De meeste kinderen komen hier juist binnen met een behoorlijke ‘bagage’, zoals een goede woordenschatontwikkeling. Voor ons betekent dat vooral dat we als school de lat hoog willen leggen. Ouders en kinderen verwachten veel van het niveau en de kwaliteit van ons onderwijs. Ondanks dat Aetsveld geen uitgesproken multiculturele woonwijk is, zijn er op De Terp wel leerlingen met een allochtone achtergrond. Ongeveer 5% van onze leerlingen wordt thuis anderstalig opgevoed. Wij werken samen met de ouders van onze leerlingen, omdat we het belangrijk vinden dat we de ontwikkeling van onze kinderen met elkaar delen. De komende jaren willen we deze samenwerking verder uitbreiden en professionaliseren (zie hoofdstuk 5). Verder werken wij als school samen met diverse maatschappelijke, culturele en onderwijsinstellingen in Weesp. Tabel 2.1 geeft een overzicht van de belangrijkste instellingen.
Tabel 2.1: Samenwerking externe organisaties Organisatie Wat doen we samen? Unita Praktijk voor Passend Onderwijs Bright Kids De Begaafden Wijzer
samenwerking in kader van Passend Onderwijs samenwerking in kader van Passend Onderwijs aanbod meer- en hoogbegaafdheid aanbod meer- en hoogbegaafdheid
Verandering verwacht voor 2015-2019? Nee Nee Wellicht afbouwen Nee
Andere instellingen uit de buurt maken regelmatig gebruik van onze schoolruimten, zoals NSO Kidswereld. Wij streven ernaar om dit gebruik in de komende jaren verder uit te bouwen. Wij gaan de komende jaren samenwerking zoeken met culturele en sportieve organisaties in Weesp die hier verschillende activiteiten zouden kunnen organiseren, na schooltijd binnen de school. Daarnaast kijken we naar welke subsidiemogelijkheden hierbij zijn, óók in samenspraak met de gemeente.
1
Op De Terp zeggen we ‘ouders/verzorgers’. Voor de leesbaarheid schrijven we in dit Schoolplan steeds ‘ouders’, maar bedoelen daarmee uiteraard ‘ouders/verzorgers’.
6
2.4
Leerlingpopulatie
Het overgrote deel van onze leerlingen komt uit Weesp, het merendeel woont in de wijk Aetsveld. De vergrijzing in deze jaren ’70 nieuwbouwwijk en de economische crisis leidden de afgelopen jaren tot een lichte daling van ons leerlingaantal; tabel 2.2 geeft een overzicht. Tabel 2.2: Leerlingaantallen vanaf 2010 Schooljaar Leerlingaantal 2010-2011 263 2011-2012 255 2012-2013 245 2013-2014 214 2014-2015
220
Inmiddels is er sprake van doorstroom in de wijk en zien we een aanwas van nieuwe gezinnen met jonge kinderen. Mede daardoor steeg het leerlingaantal vanaf schooljaar 2014-2015 weer licht en de verwachting is dat het de komende vier jaar stabiel zal blijven of licht stijgen. Ook de mondreclame werkt daarbij in ons voordeel. Wij geloven in onze eigen kracht, laten naar buiten toe zien waar we goed in zijn en dat heeft naar onze mening een positieve uitwerking op (nieuwe) ouders. De gemeente Weesp voert sinds 2014 een nieuw plaatsingsbeleid voor basisscholen. Uitgangspunt is dat kinderen naar een basisschool kunnen in de wijk waarin zij wonen, maar ook dat elke basisschool een evenwichtige opbouw in leerlingpopulatie heeft. Het nieuwe beleid heeft tot doel om te komen tot een betere verdeling van zorgleerlingen. De gemeente stelt dat elk kind dezelfde kans moet hebben op een plekje en dat de keuzevrijheid van ouders gewaarborgd blijft. Er is een website waar ouders kunnen zien waar plaatsingsmogelijkheden zijn. Vooralsnog zijn er op elke basisschool in Weesp voldoende plaatsen. Het is nog onduidelijk of dit gemeentelijke plaatsingsbeleid op termijn gevolgen zal hebben voor onze leerlingpopulatie.
2.5
Nader onderzoek vooraf: onze sterke en verbeterpunten, kansen en bedreigingen
Voordat we verderop in dit Schoolplan onze (beleids)doelen gaan formuleren is het belangrijk om kort stil te staan bij factoren die daarop van invloed kunnen zijn, zoals onze sterke en verbeterpunten. Daarnaast is het goed om te kijken naar interne en externe ontwikkelingen – in de school, de wijk, de stad of het Rijk – die op ons afkomen en ons af te vragen in hoeverre die ontwikkelingen kansen of bedreigingen vormen. De uitkomsten van dit zelfonderzoek hebben we samengevat in twee schema’s: Waar zijn we sterk in? Hecht team – we staan er samen voor – met een sterk moreel besef. Begeleiden van leerlingen met leesproblemen. Sterke zorgstructuur. Adviezen voor doorstroom naar voortgezet onderwijs houden goed stand. Sfeer in de school is goed, persoonlijk en warm: iedereen voelt zich welkom, leerlingen weten zich ‘gezien’. ICT-infrastructuur op orde en meer dan gemiddelde hardware voorhanden: laptops, PC’s en tablets. Uitstraling van het gebouw. Samenwerking met ouders. Wat zijn onze verbeterpunten? Communicatie tussen school en ouders kan verder verbeteren, moeten we aandacht aan blijven besteden. Uitstraling van de school wordt door buitenstaanders weleens als ‘verouderd’ of ‘verwaarloosd’ beschreven. Wij moeten er dus alles aan doen om het geheel zo mooi mogelijk te blijven onderhouden. Feedback geven en ontvangen.
7
Echt uitdagend Celine, 11 jaar, groep 7 Ideeën genoeg voor De Terp. Moeiteloos schakelt Celine van puur praktische plannen over op onderwijsinhoudelijke vernieuwing en houdt ook nog eens rekening met wat dat allemaal kost en andere randvoorwaarden. “Een groter voetbalveld, want dat is nu altijd een probleem. Ook graag andere stoelen, deze zijn veel te hard.” En zijn iPads een goed idee? “Hm, ja, maar wel heel duur. En je hebt een probleem als er internetstoring is. Dat is met het digibord nu soms al lastig, laat staan als alle boeken zijn vervangen door iPads.” Celine is de jongste thuis, haar oudere zus en broers zaten vroeger ook op De Terp. Ze vindt het erg prettig dat er in haar klas op verschillende niveaus gewerkt kan worden. “Omdat ik op een wat hoger niveau werk. Dan is een gewone les soms saai, niet uitdagend voor mij. Op een hoger niveau, in de plusgroep, mag je zelfstandig werken en ook samenwerken, dan leer je dus van je maatjes. Voor mij is de plusgroep echt uitdagend, je leert nadenken. Ik heb nu bijvoorbeeld iets geleerd wat mijn broer pas op de middelbare school kreeg: priemgetallen. En de juf heeft meer tijd voor de kinderen die hulp nodig hebben, dat is ook handig.” Onderwijs moet voor haar “echt uitdagend” zijn. “Rekenen vind ik het leukste. Omdat het uitdagend is dus. Taal kán bijna niet uitdagend zijn, toch? Taal maak ik en daar leer ik dan wel wat van, maar het is niet uitdagend. Rekenen wel, rekenopdrachten zijn gewoon leuke dingen om te doen. Beetje lastig om uit te leggen.” En hoe zit het met de andere vakken? “Geschiedenis is heel leuk, vooral zoals onze juf vertelt. Die zegt dan ‘toen stuurde Willem van Oranje een appje naar Filips II’ en dat is grappig, dan onthoud je het veel beter. Engels vind ik persoonlijk het stomste vak. Ja, Engels spreken is leuk, maar Engelse woordjes leren helemaal niet. Niet echt uitdagend. Gym is heel erg leuk. Dan hoef je niet na te denken, niet steeds op die houten stoel te zitten en kun je lekker rennen.” Of het gezellig is op De Terp? Absoluut, vindt Celine. “Er wordt volgens mij ook niet veel gepest. Vroeger werden kinderen wel eens gepest of uitgelachen, om hun achternaam of zo. Maar dat is niet meer zo. Waarom niet? Nou, er wordt over gepraat in de klas en dat is goed. Degene die gepest wordt weet dat hij ermee naar de juf of meester kan gaan. En soms vertelt iemand anders het aan de leerkracht. Dat zou ik zelf trouwens niet zo gauw doen. Alleen als degene die gepest wordt dat ook goed vindt. Want als die het echt niet wil, kun je het beter niet doen.”
8
3.
Wat is onze maatschappelijke opdracht?
De Terp biedt kinderen een veilige omgeving waarin zij mogen en kunnen leren. Wij richten ons met het onderwijs op de brede ontwikkeling van een kind – cognitief, maar ook creatief en sociaal – en sluiten daarbij aan bij de individuele mogelijkheden van ieder kind. Wij zien het als onze opdracht om onze leerlingen voor te bereiden op leven en werken in een multiculturele samenleving als zelfstandige, sociale en kritisch denkende mensen. Het onderwijs op De Terp is zo ingericht dat wij kunnen voldoen aan de kerndoelen die de Rijksoverheid stelt aan het basisonderwijs. Bovendien sluiten we met ons onderwijs aan op de missie van stichting Spirit, ons bestuur. Stichting Spirit vat haar missie samen in drie motto’s: “Samen beter leren” Samen beter leren is van toepassing Spiritbreed. Spirit wil een lerende organisatie zijn waar kennis en vaardigheden gedeeld worden. Alle gremia binnen Spirit hebben dit als centraal uitgangspunt, zoals bijvoorbeeld het directieberaad, het bestuur, het IB-platform en de (G)MR. Ook de samenwerking met anderen, zoals die met openbaar onderwijs (Diemen) en binnen de samenwerkingsverbanden passend onderwijs, wordt aangegaan vanuit onze missie. “Leren voor het leven” Leren is waar het bij Spirit om draait. In de eerste plaats gaat het om het leren van kinderen. Onze visie hier op is dat kinderen niet leren voor de toets maar voor het leven. De leerlingen krijgen meer mee dan kennis, kunde en vaardigheden. Maatschappelijke en ethische onderwerpen doen er ook toe. Spirit wil hierin een pro-actieve organisatie zijn die met grote betrokkenheid, veel enthousiasme, ambitie en daadkracht de leerlingen wil voorbereiden op de huidige en toekomstige samenleving. “Gekend en gezien worden” Gekend en gezien worden is ons uitgangspunt als het gaat om de ontwikkeling van kinderen, als afzonderlijke scholen en individuen en als organisatie die er toe doet. Door de samenbundeling van onze talenten hebben we meerwaarde.
3.1 Onze missie en visie Alle aangesloten scholen bepalen samen, op bestuursniveau, de kerndoelen en de missie van Spirit. De Terp geeft zelf invulling aan deze Spiritbrede keuzes en maakt daarnaast eigen, schoolspecifieke keuzes. Dit hebben we verwoord in onze eigen missie en visie. Die visie was er het eerst. In 2014 legden we met het team die visie vast in een mindmap:
9
Hierin is het leer- en ontwikkelingsproces zoals wij dat voor ogen hebben, in één beeld gevangen. De mindmap maakt ook duidelijk dat de focus op leren centraal staat in alles wat we doen op De Terp. Aansluitend hebben we in schooljaar 2014-2015 gezamenlijk de missie en kernwaarden geformuleerd, gebruikmakend van de breed gedragen visie: “Oecumenische basisschool De Terp – de passende springplank voor de toekomst” Doel van het onderwijs op De Terp is dat wij hier voor kinderen de basis leggen voor hun toekomst ná de basisschool. Wij richten ons voortdurend op de optimale groei en ontwikkeling van kinderen, passend binnen hun eigen mogelijkheden. We kijken hierbij naar relevante maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen en we streven ernaar kinderen een stevige basis mee te geven op het gebied van sociaalemotionele ontwikkeling, cognitieve ontwikkeling en werkhouding: het leren leren. Kinderen verlaten De Terp na hun basisschooltijd met een stevige basis waar zij hun verdere leven en schoolloopbaan profijt van hebben. De grondslag voor onze missie en visie vinden wij in deze vijf kernwaarden: Veiligheid Integriteit Verantwoordelijkheid Autonomie Kwaliteit Deze kernwaarden dragen we zelf uit en geven we ook mee in het onderwijs aan onze kinderen. De kernwaarden zijn niet alleen van toepassing op onze leerlingen, maar op iedereen binnen onze school.
3.2
Hoofdlijnen van ons beleid in 2015-2019
De Terp beschikt over een sterk team, met een schat aan onderwijservaring, dat zich de afgelopen jaren heeft ingezet om de gewenste onderwijsvernieuwingen door te voeren. De teamleden hebben aangegeven dat zij ook gemotiveerd zijn om de komende jaren door te ontwikkelen, met het doel om het onderwijs dat we bieden op De Terp zodanig te optimaliseren dat we nog beter tegemoetkomen aan de onderwijsbehoeften van kinderen. Vanuit deze overtuiging kiezen wij de volgende strategische uitgangspunten voor ons beleid voor de komende vier jaar: Een andere rol voor de leerkrachten Wij willen de komende jaren toewerken naar een coachende en begeleidende rol voor de leerkrachten. Een gevarieerd leeraanbod Wij willen de komende jaren een leeraanbod ontwikkelen dat steeds meer aansluit bij de interesses en motivaties van leerlingen. Maximaal digitaal Wij willen binnen vier jaar optimaal kunnen profiteren van de digitale mogelijkheden, zowel in ons onderwijs en in de communicatie met ouders en leerlingen, als bij de schoolorganisatie.
10
‘De basis voor de rest van je leven’ Sabine Udo werkt als Communicatie & PR adviseur bij Voortgezet Onderwijs in Amsterdam. Ze is de moeder van Tim en Nina, organiseert met andere ouders jaarlijks de deelname aan de Avondvierdaagse, is sinds schooljaar 2014-2015 klassenmoeder en gaat regelmatig mee als begeleider bij excursies. Schoolkeuze “De basisschool geeft je kind de basis voor de rest van zijn leven. En daarin moeten ze al zoveel, dus is het fijn dat ze zich op hun basisschool vooral prettig voelen. Het kleinschalige van De Terp sprak mij bij de eerste kennismaking al aan.” Oecumenisch “Ik vind het een fijn idee dat mijn kinderen hier van alle religies wat meekrijgen. Wat mij betreft zou De Terp nog wel meer aandacht aan het oecumenische mogen besteden, omdat kinderen vandaag de dag sowieso minder met religie in aanraking komen. Meer stilstaan bij verschillende religieuze feestdagen bijvoorbeeld. Er zitten ook kinderen uit Syrië op De Terp, wordt er in die klassen iets gedaan met hun feestdagen? Dat hoort voor mijn gevoel wel bij het begrip oecumenisch.” Verandering “Qua vernieuwing lag het de laatste jaren een beetje stil, de komst van de nieuwe directeur heeft dat veranderd. Ik zie veranderingen, zowel klein als groot. Bijvoorbeeld de directeur die elke ochtend bij de deur iedereen welkom heet. Dat geeft je als ouder vertrouwen. Er is een nieuwe taalmethode geïntroduceerd die goed aanslaat. Er zijn meer buitenschoolse activiteiten, ook meer speciale projecten, zoals een schaakproject in groep 3 en aan het begin van dit schooljaar werd gezegd ‘we gaan meer doen voor de kinderen die meer kunnen’. Het zal misschien niet allemaal even snel gaan, maar de school pakt nu wel de dingen op die nodig zijn.” Communicatie met ouders “Met Digiduif is de algemene communicatie met de ouders vele malen beter geworden. Graag zou ik ook de individuele tienminutengesprekken veranderen. Liefst langer maken, want wat kun je bespreken in tien minuten? Hoe het gesprek verloopt, is erg afhankelijk van de leerkracht en dat zou het eigenlijk niet moeten zijn. Vaak gaat het vooral over het rapport, of over stof die je kind nog niet beheerst. Beter is: heb je vragen over het rapport, nee, dan gaan we het over jouw kind hebben.” Engelse les “Engelse les in de lagere groepen lijkt me heel goed. Ik denk dat ze dan veel meer van een taal oppikken. Vorige week had de juf van mijn zoon voor de grap de maanden van het jaar in het Frans op het bord geschreven. Hij weet ze nu nog, ook al heeft hij ze maar één keer gezien.” Coachende rol voor leerkrachten “Als je het beste uit elk kind wil halen, is coaching wel een goede manier. De valkuil lijkt me dat het misschien heel goed werkt voor de betere leerlingen, maar minder voor de kinderen die meer steun nodig hebben. Een coachende rol vraagt ook veel van een leerkracht, net als het passend onderwijs.” Nog iets veranderen? “Heel praktisch: de zonwering steekt uit en elk keer als de zon schijnt, ben ik bang dat er straks een oog weg is.”
11
4.
Onderwijsbeleid
De Terp biedt, zoals gezegd, genuanceerd adaptief onderwijs: kinderen krijgen het onderwijs dat past bij hun manier van leren. Niet ieder kind vraagt om dezelfde begeleiding, ons onderwijs sluit zo veel mogelijk aan bij de vraag van ieder kind. Genuanceerd onderwijs gaat daarbij uit van een indeling in vier groepen, passend bij de verschillende onderwijsbehoeften van kinderen: Ontwikkelend onderwijs – met basisinstructie – kind kan na groepsinstructie zelf aan het werk. Sturend onderwijs – met verlengde instructie – kind met behoefte aan extra sturing en uitleg. Ontdekkend onderwijs – met verkorte instructie – kind kan met minimale instructie zelf aan de slag. Kindvolgend onderwijs – in het eerste half jaar in groep 1. Ook in de komende jaren blijft ‘genuanceerd adaptief’ de basis van ons onderwijs. Nieuw in de komende jaren is dat we daarbij streven naar zo veel mogelijk zelfsturing bij onze leerlingen. Dat past bij de strategische uitgangspunten die we formuleerden in het vorige hoofdstuk. Ook sluit deze zelfsturing goed aan bij het huidige inzicht dat kinderen effectiever leren als ze meer zelfstandigheid krijgen in hun eigen leer- en ontwikkelproces. De kinderen op De Terp gaan de komende jaren ontdekken dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor hun leerproces – zelfsturing hebben – en dat leerkrachten er zijn om hen daarbij te coachen en te begeleiden. Die zelfsturing begint met bewustwording en doelen stellen. Als je zelf weet wat voor jou het doel van onderwijs is, leer je ook veel beter. Organisatorisch starten we de komende schoolplanperiode met een verandering. Met ingang van schooljaar 2015-2016 gaat De Terp werken met schooltijden volgens het Hoorns model.
4.1
Passend onderwijs, handelingsgericht en opbrengstgericht
Op 1 augustus 2014 werd de Wet Passend Onderwijs ingevoerd. Doel van deze wet is om alle kinderen een passende plek in het onderwijs te geven, passend bij hun kwaliteiten en mogelijkheden, bij voorkeur in het reguliere onderwijs. Scholen hebben op grond van deze wet zorgplicht. Dat wil zeggen dat ze voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, moeten zoeken naar een passend “Met HGW wordt ieder kind op zijn aanbod, binnen hun eigen school of daarbuiten.
eigen niveau bediend. Dat is best zwaar, voor de leerkracht, maar ook voor de kinderen, want die moeten leren zich op hun eigen stukje te concentreren. Dat dat lukt, vind ik gewoon mooi.” Mariëlla Stoffelen, lid oudercommissie
Doel en uitgangspunten van Passend Onderwijs passen goed bij onze manier van werken. In schooljaar 2014-2015 zijn wij – net als de andere Spiritscholen – gestart met de implementatie van Handelingsgericht Werken (HGW). Het team werkte in de jaren daarvoor al met groepsplannen – zij het nog niet zo doelgericht als de HGW-groepsplannen – en met opbrengstgericht werken, ofwel het cyclisch werken naar aanleiding van opbrengsten en waarnemingen. Opbrengstgericht werken (OGW) maakt de leerkracht bewust van het doel dat hij of zij voor ogen heeft bij het onderwijs aan een groep. In schooljaar 2014-2015 zijn we daarom gestart met het 12
zichtbaar maken van die leerdoelen. In het groot, dus in de groepsplannen, maar ook in het klein: per les. De doelen voor rekenen schrijven we sinds dit schooljaar dagelijks op het bord, we benoemen ze en evalueren ze samen met de kinderen. Wat gaan we leren? En achteraf: heb je dat nu ook geleerd? In de komende jaren gaan we dit ook voor andere vakken doen. Handelingsgericht werken is voor ons de manier om OGW te vertalen naar de groepssituatie en om daarmee aan te sluiten op het gewenste Passend Onderwijs. In de praktijk betekent het dat elke groep voor elk vak wordt opgedeeld in drie niveaugroepen, passend bij de onderwijsbehoeften van de kinderen, en dat er ook onderwijs wordt gegeven op drie instructieniveaus: sturend, ontwikkelend en ontdekkend onderwijs. De leerkracht maakt drie keer per jaar een groepsoverzicht, waarin alle kinderen in de groep worden ingedeeld bij een van de drie soorten onderwijs. Kinderen die sturend of ontdekkend onderwijs nodig hebben, krijgen een aantal dagdelen in de week speciale aandacht van de leerkracht. Dit wordt vastgelegd in het groepsplan. Het groepsplan zorgt ervoor dat een leerkracht op drie niveaus instructie kan geven. De instructielessen zijn interactief en leerdoelgericht. Alle leerlingen volgen de basisinstructie en daarna krijgen leerlingen die dat nodig hebben extra instructie of verdieping. In de afgelopen twee jaar heeft De Terp de Spiritbrede teamscholing Duurzaam Leren door Boeiend Onderwijs gevolgd, aangeboden vanuit Spirit. Hierin is veel aandacht besteed aan instructie geven, aan andere werkvormen aanbieden en aan heldere onderwijsdoelen stellen. Deze kennis gaan we de komende jaren inzetten in ons onderwijs.
4.2
Digitale groepsplannen
In schooljaar 2014-2015 zijn we gestart met het ontwikkelen van digitale groepsplannen, eerst voor het vak rekenen. Hierbij maken we gebruik van een programma van Natuurlijk Leren BV waarin eenmaal gemaakte groepsoverzichten en -plannen met kleine wijzigingen mee kunnen naar volgende perioden. Dit betekent minder administratief werk voor de leerkracht. Het invoeren van het digitale groepsplan voor het vak rekenen heeft veel voeten in aarde gehad. Het format van Natuurlijk Leren moest worden aangepast aan de specifieke situatie op De Terp en dat nam de nodige tijd. De verwachting is dat in schooljaar 2015-2016 het programma technisch op orde is en toepasbaar voor de vakken rekenen en spelling. In de daaropvolgende jaren gaan we groepsplannen voor begrijpend lezen toevoegen, tabel 4.1 geeft een overzicht: Tabel 4.1 - Implementeren van HGW en digitale groepsplannen 2015-2016 2016-2017 Wat doen we Groepsplannen Groepsplannen met HGW rekenen en spelling rekenen, spelling, en begrijpend lezen en digitaal Groepsplannen in de technisch lezen groepsplan praktijk in dit Groepsplannen in de schooljaar? praktijk uitvoeren
2017-2018 Groepsplannen rekenen, spelling, begrijpend lezen en technisch lezen
2018-2019 Groepsplannen rekenen, spelling, begrijpend lezen en technisch lezen
Groepsplannen in de praktijk uitvoeren
Groepsplannen in de praktijk uitvoeren
Alle vakgebieden
Alle vakgebieden, alle groepen en leerkrachten
Voor het maken van groepsplannen en groepsoverzichten in de kleutergroepen maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem dat de taal van het kleuteronderwijs spreekt: PRAVOO digitaal.
13
Belangrijk kenmerk van dit systeem is dat het rekening houdt met de brede ontwikkeling van kleuters en niet alleen kijkt naar hun ontwikkeling bij rekenen en taal. Het maken van de groepsplannen is stap één, de volgende stap is de vertaling van het groepsplan naar de praktijk in de klas. Daarom gaan we de komende jaren de scholing van leerkrachten toespitsen op het omgaan met niveaudifferentiatie en het geven van goede instructie. In hoofdstuk 7 Personeelsbeleid gaan we nader in op onze scholingsplannen.
4.3
Zorgbeleid
Met de invoering van Passend Onderwijs is de rol van de IB-er enigszins gewijzigd. Werd deze voorheen nogal eens ingezet voor remedial teaching, nu treden de IB-ers vooral coachend op en ondersteunen ze de leerkrachten bij het omgaan met leer- en gedragsproblemen bij kinderen. Tegelijk met de invoering van HGW hebben wij in ons zorgbeleid de 1-zorgroute ingevoerd. Onderdelen van de cyclus van 1-zorgroute zijn: groepsbespreking, leerlingbespreking en eventueel multidisciplinair overleg (MDO). De groepsbespreking voeren IB-er en leerkracht drie maal per jaar, waarbij groepsoverzicht en groepsplan tegen het licht worden gehouden. Deze besprekingen bieden goed zicht op de vooruitgang van de leerlingen en de opbrengsten van het onderwijs. Uit een groepsbespreking kunnen leerlingbesprekingen volgen: één leerling wordt dan uitgebreider besproken door de IB-er, leerkracht en eventueel andere interne deskundigen. Ouders zijn op de hoogte van het gesprek en de eventuele afspraken die daarin worden gemaakt. Bij een leerlingbespreking kan blijken dat externe hulp wenselijk is. De IB-er meldt de leerling in dat geval aan bij het samenwerkingsverband Unita voor een multidisciplinair overleg (MDO) op school. Aan een MDO nemen naast leerkracht, IB-er en ouders ook externe deskundigen deel. Elk MDO wordt aangestuurd door een onafhankelijke trajectbegeleider vanuit Unita; dit is een onderwijsspecialist, zoals een ambulant begeleider of orthopedagoog. Een MDO kan uitmonden in een onderwijs- en/of jeugdhulparrangement. Ons handelingsgericht werken is erop gericht om alle leerlingen passend onderwijs aan te kunnen bieden, binnen een van de drie niveaugroepen. Een uitzondering hierop vormen kinderen die opvallen aan de onderkant van het spectrum. Dit zijn leerlingen die het niveau in de klas niet aan kunnen, bijvoorbeeld om cognitieve redenen of vanwege gedragsproblemen. Voor deze kinderen wordt indien nodig een individueel ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld, voor één of meer vakken. Het aantal kinderen op De Terp met een OPP is klein, het gaat om minder dan tien leerlingen. Op De Terp investeren we stevig in lezen en leesontwikkeling, vanuit de gedachte dat lezen de basis is voor al het leren. Hieraan gekoppeld zijn twee interne zorginstrumenten: onze Leeskliniek en Taalklas. Jaarlijks worden enkele kinderen hiervoor aangemeld. De Leeskliniek dateert al van 2007 en is opgezet in een periode dat landelijk bij een deel van de kinderen het technisch lezen onvoldoende op gang kwam. De Leeskliniek wordt uitgevoerd door een interne leeskliniek-specialist en omvat een intensieve behandeling – 45 sessies – waar ook de ouders en de leerkracht bij betrokken zijn. Deze voorziening blijft de komende jaren gehandhaafd. Samen met collega-basisschool De Hobbedob startten wij in schooljaar 2014-2015 de Taalklas. Dit betreft een tweejarig project dat gesubsidieerd wordt door de gemeente Weesp. Doelgroep voor de Taalklas zijn kinderen met een beperkte woordenschat of zwakke taalontwikkeling. 14
4.4
Meer- en hoogbegaafde leerlingen
Ook aan de bovenkant van het differentiatie-spectrum zijn er leerlingen die opvallen. Zij krijgen extra uitdaging en verrijking aangeboden, voor de meeste leerlingen is dit voldoende. Is dit niet het geval, dan is het van belang om na te gaan of meer- of hoogbegaafdheid een rol speelt. Op De Terp werken we met “In de plusgroep mag je zelfstandig een Digitaal Handelingsprotocol waarin door middel van vragenlijsten, werken en ook samenwerken, dan LOVS-toetsen en doortoetsen (DLE toetsen) vastgesteld wordt wie een leer je dus van je maatjes. Voor mij ‘plus-leerling’ is. Voor deze plus-leerlingen kan een individueel is de plusgroep echt uitdagend, je handelingsplan worden opgesteld. Sinds schooljaar 2010-2011 maken wij gebruik van De Begaafden Wijzer: een externe onderwijskundige op het gebied van hoogbegaafdheid. Zij verzorgt begeleiding, afstemming en professionalisering van teamleden en IB-ers en ondersteunt bij het maken en evalueren van individuele handelingsplannen.
leert nadenken. En de juf heeft meer tijd voor de kinderen die hulp nodig hebben, dat is ook handig.” Céline, groep 7
Met ingang van schooljaar 2014-2015 zijn wij gestart met de Plusklas voor leerlingen vanaf groep 5 bij wie meer- of hoogbegaafdheid is vastgesteld. Zij komen wekelijks een dagdeel bijeen onder begeleiding van een leerkracht en een externe expert vanuit Bright Kids, een instituut dat gespecialiseerd is adequate begeleiding van meer- en hoogbegaafde kinderen. In de Plusklas worden de kinderen op zeer hoog niveau uitgedaagd, terwijl het tempo constant hoog ligt. Verschillende didactische hulpmiddelen worden ingezet om de kinderen optimaal uit te dagen, via spel, ICT, projecten en werkstukken. Een belangrijk doel van de Plusklas is om de kinderen uit hun comfortzone te halen: hier moeten ze fouten kunnen maken, want van fouten maken leer je heel veel. Op dit moment is het aantal leerlingen met de diagnose meer- en/of hoogbegaafd zeer klein. Wij realiseren ons dat dit in de komende jaren kan veranderen en dat anticiperen daarop noodzakelijk is. Ons aanbod voor meer- en hoogbegaafde leerlingen was in het schooljaar 2014-2015 onderwerp van onderzoek, uitgevoerd door een studente van Hogeschool Windesheim. Met de uitkomsten van haar onderzoek evalueren wij de komende jaren ons aanbod voor meer- en hoogbegaafdheid en passen dat waar nodig aan. De komende jaren willen wij voldoende interne expertise ontwikkelen op het gebied van meer- en hoogbegaafdheid. Daarbij streven we ernaar om op termijn de begeleiding van de Plusklas volledig te laten uitvoeren door een teamlid van De Terp.
4.5
ICT in het onderwijs
De komende jaren wil De Terp het ICT-aandeel in het onderwijs uitbreiden. Zo wordt het aantal iPads op school – nu nog alleen in de Plusklas en vijf per kleuterklas – stapsgewijs opgevoerd naar één per leerling. Deze uitbreiding maakt de weg vrij naar digitalisering van het werk dat de leerlingen maken én van alle toetsen.
15
Ook gaat De Terp vanaf schooljaar 2015-2016 van het Dotcomschool-leerlingvolgsysteem over op ParnasSys, een webbased leerlingvolgsysteem en leerlingadministratiesysteem in één. Hiermee kan de ontwikkeling van een leerling snel inzichtelijk gemaakt worden. Bovendien verwachten we dat deze ontwikkeling de leerkrachten veel van het administratieve werk uit handen gaat nemen. Wij streven ernaar om de toetsgegevens die we invoeren in het LOVS-systeem – zoals alle Citotoetsen – zo snel mogelijk te kunnen koppelen met de gegevens die vanaf nu worden opgeslagen in ParnasSys. Volledige digitalisering van werken en toetsen houdt een risico in. Wat doe je als het systeem niet werkt of het netwerk plat ligt? We zijn ons ervan bewust dat we daarmee rekening moeten houden en moeten nadenken over een plan B in voorkomende gevallen. De Terp kiest ervoor om kinderen via het onderwijs mediawijs én mediabewust te maken. Op dit moment maken we daarbij geen gebruik van een speciale ICT-methode. Onze ervaring is dat kinderen van nu al behoorlijk digitaal begaafd de school binnen stappen en in de loop van hun basisschool tijd door veel oefening nog meer bijleren. Wij leren ze vooral om te gaan met de softwareprogramma’s die deel uitmaken van onze verschillende methoden. Wat wij ze daarnaast willen bijbrengen is hoe je met alle digitale mogelijkheden van nu om moet gaan: wat kan wel en wat kan niet, “Ik spreek al redelijk Engels, maar ik wat zijn betrouwbare bronnen op internet? Uiteraard werken we ben meer Amerikaans-Engels hierbij met een internetprotocol op school. Ook neemt elk schooljaar gewend. Omdat ik heel veel een van de groepen deel aan de projecten Mediawijsheid van de Amerikaanse spelletjes speel op de Openbare Bibliotheek Weesp. De digitale vaardigheden die onze leerlingen op De Terp opdoen, sluiten goed aan bij wat er van hen wordt verwacht in het voortgezet onderwijs. Desalniettemin willen we de komende jaren bekijken of het wenselijk is om een methode aan te schaffen voor digitale begaafdheid en mediawijsheid.
4.6
computer, Minecraft en Call of Duty bijvoorbeeld.” Jens, groep 7
Engels
Op De Terp wordt Engels gegeven in de groepen 7 en 8. Drie jaar geleden is een nieuwe methode ingevoerd – Take it Easy – waarin prioriteit wordt gegeven aan luister- en spreekvaardigheid, daarna aan leesvaardigheid en tot slot aan schrijfvaardigheid. Dit past bij de kerndoelen van het basisonderwijs én bij onze opvatting dat het bij Engels in het basisonderwijs vooral gaat om mondelinge communicatie en lezen van eenvoudige teksten. Het onderwijs in de Engelse taal is in groep 7 oriënterend: durven spreken, opbouwen van de luistervaardigheid en globaal begrijpen van een gesproken/geschreven tekst. In de lessen wordt waar mogelijk aangesloten op andere vakken of op de leefwereld van de kinderen. Het gaat dan om eenvoudige alledaagse onderwerpen zoals de woonomgeving of het weer. In groep 8 breiden we het onderwijs uit met het leren kennen en schrijven van de woorden van de EIBO-woordenlijst (Engels In het BasisOnderwijs).
16
Ons is bekend dat scholen voor voortgezet onderwijs de voorkeur geven aan hogere einddoelen voor Engels op de basisschool. Er circuleren ook verschillende ideeën over hoe je dat kunt realiseren. Bijvoorbeeld door eerder – vanaf groep 4 – met Engelse lessen te starten, of door één keer per week een les in een ander vak – zoals aardrijkskunde – geheel in het Engels te geven. Vooralsnog houdt De Terp zich aan wat in de kerndoelen staat over Engels in het basisonderwijs. Dat neemt niet weg dat wij ons realiseren dat de toenemende internationalisering en het gebruik van nieuwe media vragen om een beheersing van de Engelse taal die meer omvat dan basisvaardigheden. Daarom willen wij de komende jaren inventariseren welke behoefte ouders en kinderen hebben om eerder te starten met Engels op de basisschool. In de komende jaren wordt op De Terp stapsgewijs het werken met tablets ingevoerd. Bij de Engelse lessen gaan we deze vooral inzetten bij spreek- en luisteroefeningen.
4.7
Actief burgerschap en sociale integratie
Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Sociale integratie verwijst naar deelname van burgers aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur. Vanuit onze oecumenische grondslag vindt De Terp zowel actief burgerschap als sociale integratie van groot belang. Wij bieden beide onderwerpen niet als apart vak aan, maar verwerken ze in onze manier van lesgeven waarbij we leerlingen uitdagen om na te denken over hun rol als burger in de samenleving. Ook in onze methode voor sociaalemotionele ontwikkeling die wij tot nu toe hanteren, is veel aandacht voor sociale competenties.
4.8
Veilig pedagogisch klimaat
Een goed en veilig pedagogisch klimaat in de school is een voorwaarde voor het goed functioneren van leerlingen en leerkrachten. Professionele leerkrachten hebben hier een cruciale rol in, na- en bijscholing is dan ook in het belang van de kinderen een verplichting. Om een goed en veilig pedagogisch klimaat te scheppen hanteert De Terp een goede methode voor sociaalemotionele ontwikkeling, zijn er duidelijke regels voor de omgang met elkaar én beschikken we over twee vertrouwenscontactpersonen. Wij werken al vele jaren met de methode Kinderen en … hun sociale talenten. Dit is een positief ingestelde methode over sociale competentie, ofwel het vermogen om op een adequate manier sociaal en emotioneel te functioneren. In de methode wordt ook aandacht besteed aan pestproblematiek, de methode is echter veel breder ingericht. Volgens planning moet deze methode worden vervangen in schooljaar2015-2016. De nieuwe methode moet beter zijn ingericht voor de veranderende maatschappij, bijvoorbeeld meer aandacht besteden aan social media. Onze voorkeur gaat uit naar de ge-updatete versie van Kinderen en … hun sociale talenten, deze komt echter niet voor op de lijst van door de overheid goedgekeurde methoden voor sociaalemotionele ontwikkeling. Methoden die daar wel op voorkomen zijn voornamelijk ‘anti-pest’ methoden, wat wij zien als een verschraling in vergelijking met onze huidige methode. De vertrouwenscontactpersonen en de directie beraden zich nog op de juiste keuze. Onze regels voor omgaan met elkaar zijn afgeleid van de methode die we hanteren, ook is er een pestprotocol. De meest essentiële regels staan vermeld in de schoolgids, tot voor kort hingen er ook kaarten in de klassen met gedragsregels. Wij signaleren dat die kaarten niet overal meer hangen, dat niet in elke groep op dezelfde manier wordt omgegaan met het belang van gedragsregels. 17
Tegelijk met de komst van een nieuwe methode passen we, indien nodig, het pestprotocol aan. Ook brengen we de gezamenlijke gedragsregels opnieuw onder ieders aandacht. De twee vertrouwenscontactpersonen maken aan het begin van elk schooljaar een rondje langs alle klassen en promoten daarbij hun ‘brievenbus’ waar kinderen vragen kunnen deponeren. Ze vragen leerlingen vanaf groep 4 om een vragenlijst over welbevinden in te vullen. Zelf vullen de groepsleerkrachten jaarlijks de SCOL-lijst in. Deze sluit aan op de methode Kinderen en …hun sociale talenten.
4.9
Onze methoden in 2015-2019
In de afgelopen jaren hebben wij de methoden voor de vakken taal, spelling, rekenen en de zaakvakken vervangen. Daarnaast werden nieuwe methoden Leeslink/Engels en Pennenstreken ingevoerd. Alle nieuwe methoden zijn inmiddels volledig geïmplementeerd. Uiteraard evalueren wij jaarlijks alle methoden die in gebruik zijn en doen waar nodig aanpassingen daarin. In de komende planperiode gaan we een nieuwe methode voor sociaalemotionele ontwikkeling invoeren. Keuze daarvan moet plaatsvinden vóór de zomervakantie 2015. Implementatie van de methode kan dan starten met ingang van schooljaar 2015-2016. In de komende jaren wordt een klein aantal methoden vervangen. Andere aanpassingen of uitbreidingen, bijvoorbeeld voor Engels of ICT-onderwijs, zijn uiteraard goed mogelijk. Een compleet overzicht van alle methoden die wij gebruiken, en hun vervangingscyclus, staat in tabel 4.2 op pagina 20.
4.10
Brede talentontwikkeling
De Terp biedt leerlingen veel mogelijkheden om hun talenten – op allerlei gebied – te ontwikkelen. Tabel 4.3 geeft een overzicht.
Tabel 4.3 - Vakken en activiteiten gericht op brede talentontwikkeling Expressie vakken Muzikale vorming: Muzieklessen Muziekprojecten (Globe)
Lichamelijke opvoeding
Buitenactiviteiten
Overige activiteiten
Creatieve vorming: Tekenen Handvaardigheid: verschillende materialen, gereedschappen, technieken Dansprojecten (Globe) Voordrachten: spreekbeurten, boekbesprekingen, voorleeswedstrijd, presentaties, groep 8 musical Gymlessen Motorische remedial teaching Sportdagen en toernooien Koningsspelen Schoolplein 14: buitenspeelactiviteiten Buitenschoolse sportactiviteiten Excursies: per klas, 1 x per jaar Verkeersonderwijs: vooralsnog alleen theorie-onderwijs en -examen Schooltuinen Vislessen Vieringen met zang, gedichten en voordrachten Schoolreisjes, afwisselend educatief en ontspannend
18
Ons uitgangspunt is dat brede talentontwikkeling deel moet uitmaken van het reguliere lesprogramma. Creatieve en sportieve vakken bieden een goed tegenwicht voor het cognitieve leren dat een groot deel van het lesprogramma bepaalt. Bovendien kunnen kinderen door creatief en fysiek bezig zijn zich vaak beter concentreren, ze leren daardoor ook beter samenwerken. Desondanks komt het met regelmaat voor dat een les muziek of handvaardigheid uitvalt, bijvoorbeeld omdat anders het reken- en taalprogramma niet op tijd voor de toets af komt. Ook is het lesaanbod in de expressieve vakken nogal wisselend en soms zelfs summier. Logisch, als je bedenkt dat niet iedere leerkracht muzikaal is of een handige knutselaar. Hoe begrijpelijk ook, dit is allemaal niet wenselijk. Duidelijk is dat we de komende jaren moeten investeren in meer aandacht voor deze vakken. Eerste stap is dat we alle leerkrachten (weer) bewust maken van het belang van de brede talentontwikkeling. Daarnaast gaan we duidelijke en harde einddoelen formuleren voor de expressieve vakken. Denk aan: in groep X komen gedurende het jaar handvaardigheidsmaterialen A, B en C aan bod. Voorwaarde is dan wel dat er voor elke klas een basispakket handvaardigheidsmaterialen beschikbaar komt. Verder willen we gaan inventariseren welke vaardigheden de leerkrachten zelf in huis hebben op de genoemde gebieden en welke niet. Zo wordt duidelijk wie ondersteuning zou kunnen gebruiken bij welke expressielessen. Ook onderzoeken we de haalbaarheid van een vaste muziekleerkracht, aangesteld voor één dag per week, die aan alle groepen muziekles geeft én de haalbaarheid van het inzetten van studenten dramaopleidingen voor de dramalessen.
4.11
Naschoolse activiteiten
Zoals gezegd in de inleiding op dit hoofdstuk gaan we op De Terp vanaf schooljaar 2015-2016 over op schooltijden volgens het Hoorns model. Dat betekent dat de kinderen op woensdag- en vrijdagmiddag vrij zijn. Op die tijdstippen willen we meer naschoolse activiteiten gaan aanbieden, eventueel in samenwerking met externe partners. Vastomlijnde plannen zijn er nog niet, maar ideeën genoeg. Zo denken de leerkrachten bewegingsonderwijs over het aanbieden van sportactiviteiten, in samenwerking met lokale sportclubs die daarmee hun eigen sport kunnen promoten. Hetzelfde is mogelijk voor muziekactiviteiten en lokale muziekverenigingen. Andere onderwerpen die zich goed lenen voor naschoolse invulling, zijn: programmeerlessen, techniekcursussen et cetera. Het is de bedoeling om bij de inrichting van een naschools programma zo veel mogelijk te kiezen voor aansluiting bij het reguliere schoolcurriculum.
19
20
Tabel 4.2: methoden en materialen per vakgebied, aanschafjaar, geplande vervanging Vakgebied Oecumenisch onderwijs (dagopening) Trefwoord Taal Klankkast Wat zeg je? Ontwikkelingsmateriaal Estafette Staal-spelling Veilig Leren Lezen; nieuwe versie Taalactief4 Pennenstreken Leeslink; digitale methode, de school heeft jaarlijks opzegbaar abonnement Rekenen Alles telt Bouwhoek Zandtafel Ontwikkelingsmateriaal Puzzels Maatwerk Wereld in Getallen Engels Take it easy Wereldoriëntatie Huishoek Sociale talenten Natuniek De Blauwe Planeet Speurtocht Uit de kunst Verkeer Rondje verkeer (onderbouw) Op voeten en fietsen (bovenbouw); losbladige methode, de school heeft abonnement Sociaalemotionele ontwikkeling Kinderen en … hun sociale talenten Bewegingsonderwijs Inrichting speellokaal Zandbak Ooievaarsnest Basislessen Bouwstenen Computer Digitale schoolborden en werkstations Digitale schoolborden kleuters en werkstations Server Laptops-Werkstations 2 per jaar alle groepen iPads voor leerlingen Algemeen Woordenboeken Spreekwoordenboeken Atlassen
Aanschaf
2006-2007 2006-2007 2002-2003 2009-2010 2014-2015 2014-2015 2014-2015 2007
15-16
16-17
17-18
18-19
19-20
20-21
X X X
X
2012-2013 2010-2011 1980-1981 1980-1981 2009-2010 2009-2010 2007-2008 2010-2011
X X? X? X X X X
2012-2013 2010-2011 2003-2004 2010-2011 2010-2011 2010-2011 2005-2006 2004
X X X X X X? X? X
2005-2006 2004-2005 2003-2004 2009-2010 2006-2007
X X X X
2009-2010 (4) 2010-2011 (3) 2014-2015 2009-2010
X(4)
X
2008 en 2011
X
X
X
X X
X(3)
X
X (oudste)
2006
21
4.12
Doelen onderwijsbeleid 2015-2019
Overzicht van alle doelen die in de voorgaande paragrafen aan de orde zijn gekomen:
Wij richten ons op een andere, meer coachende rol voor de leerkrachten Leerkrachten werken met interactieve en coöperatieve werkvormen. Deze voornemens passen bij onze keuze voor zelfsturing: kinderen leren dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun leerproces.
De leerkrachten gaan de kennis inzetten die zij hebben opgedaan bij de teamscholing Duurzaam Leren door Boeiend Onderwijs.
Binnen vier jaar moet het werken met digitale groepsplannen zijn beslag hebben gekregen.
We inventariseren de behoefte aan uitbreiding van ons aanbod voor meer- en hoogbegaafde leerlingen.
We inventariseren de behoefte bij ouders en kinderen aan eerder starten met Engels als vak op de basisschool.
Vanaf schooljaar 2015-2016 starten we met een nieuwe methode voor sociaalemotionele ontwikkeling. Eventueel passen we het pestprotocol aan, ook richten we opnieuw de aandacht op de gezamenlijke gedragsregels.
De brede talentontwikkeling krijgt meer aandacht: inventarisatie van de competenties van leerkrachten op dit terrein, harde einddoelen formuleren voor expressieve vakken, basispakket handvaardigheidsmaterialen in elke klas. Daarnaast onderzoeken we de haalbaarheid van een vaste muziekleerkracht en van de inzet van drama-studenten.
We oriënteren ons op een aanbod aan naschoolse activiteiten, voor de woensdag- en vrijdagmiddag.
Ten slotte: het hele systeem van niveaudifferentiatie staat of valt bij de mate waarin kinderen in staat zijn om zelfstandig te werken of te spelen. Dat vraagt om professionaliteit van de leerkracht wat betreft differentiatiecapaciteit en klassenmanagement. Hierop richten we onze teamscholing in de komende jaren. In Hoofdstuk 7 – Personeelsbeleid – gaan we hier nader op in.
22
‘Ze moeten leren dat ze dingen zelf kunnen’ Wie ruim vijfentwintig jaar voor de klas staat, heeft al heel wat onderwijsvernieuwingen zien komen en gaan. Als je dan bij nummer zoveel niet denkt ‘mijn tijd zal het wel duren’, maar er weer vol voor gaat, ben je echt een ‘onderwijsdier’. Dat is helemaal van toepassing op Anja Schouten, juf van groep 6. Zij geeft graag les aan bovenbouwgroepen. Wat ze vooral stimuleert bij haar leerlingen is zelfstandigheid, omdat het daar weleens aan ontbreekt. “Ze moeten leren dat ze dingen zelf kunnen. Zelf oplossingen zoeken als ze iets niet weten. Niet afwachten tot een ander het voor je bedenkt. Bij de jeugd van nu zie je die afwachtende houding soms wel.” Boeiend onderwijs Afgelopen schooljaar startte De Terp met handelingsgericht werken (zie ook hoofdstuk 4) waarmee een leerkracht zijn of haar instructie aanpast aan het niveau van de leerlingen. Een nieuwe manier van werken die aansluit bij de verschillende onderwijsbehoeften van de kinderen, maar tegelijk voor de leerkrachten meer werk met zich meebrengt. “Maar je moet openstaan voor vernieuwingen en het gewoon proberen. We zijn met rekenen begonnen en breiden dat langzaamaan uit. Voor de kinderen betekent het dat ze zelfstandig moeten leren werken, dat moet je wel begeleiden. Wat ik prettig vind, is om de uitleg bij sommige vakken wel even klassikaal te doen. Dan zie ik gelijk wie erbij is en wie niet.” Afgelopen twee jaar kregen Anja en haar collega’s trainingen in Boeiend Onderwijs. “Zo’n inspirerende cursus, met boeiende opdrachten. In het nieuwe schooljaar gaan we met de cursusleidster verder, zij gaat ons begeleiden bij het in praktijk brengen van de theorie.” Creatieve vakken Een wens van Anja is dat er op De Terp meer tijd en middelen komen voor de creatieve vakken. “Die brede talentontwikkeling is erg belangrijk voor kinderen. Ik probeer de hele vrijdagmiddag met mijn klas te knutselen, maar dat lukt niet altijd. Soms moet de klas nog taken afmaken die ‘s ochtends zijn blijven liggen. Nu zijn we bezig met weven en punniken, de kinderen krijgen ook tekenopdrachten in hun weektaak. Dus we bieden wel het nodige aan. Maar als ik in mijn klas kinderen zie die amper kunnen knippen, dan vind ik dat zorgelijk.” Anja is een groot voorstander van de duidelijke einddoelen voor de expressieve vakken en het basispakket handvaardigheidsmaterialen in elke klas, zoals dat beschreven staat in hoofdstuk 4. “Of het haalbaar is, weet ik niet. Ik wil wel meer knutselen, maar ik weet niet of een ander dat ook allemaal voor elkaar krijgt. We praten daar wel over, dat je als leerkrachten ook kunt samenwerken bij de creatieve vakken.”
Samen met ouders Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van hun kinderen. “Daar moet je als ouders echt mee bezig zijn. Vraag aan je kind: wat heb je geleerd vandaag? En neem dan ook de tijd om dóór te vragen: o ja, leg eens uit? En er is veel wat je thuis kunnen oefenen met je kind. Tafelsommen bijvoorbeeld of werkwoorden vervoegen met het kofschip. Hoe meer je herhaalt, hoe beter het gaat.”
23
5.
Communicatie en profilering
De Terp kiest de komende jaren voor verdere professionalisering van de externe en interne communicatie en van de daarmee samenhangende profilering van de school naar buiten toe. ‘Maximaal digitaal’ is daarbij het motto. Bouwen aan een professionele schoolcultuur is ons streven.
5.1
Externe communicatie: communiceren met ouders
In de vorige planperiode is een start gemaakt met het verbeteren van de externe communicatie, naar aanleiding van de onvrede die ouders ventileerden in onder meer de ouderenquêtes. De klachten destijds: te weinig structuur in de communicatieve uitingen en het gevoel niet (altijd) gehoord te worden. Anno 2015 is de situatie sterk verbeterd, zeker met de invoering in 2014 van het communicatieprogramma Digiduif. Dat neemt niet weg dat wij vinden dat het altijd nóg beter kan. Voor de komende jaren is het essentieel dat op De Terp de deuren altijd openstaan voor communicatie met ouders. Ouders moeten zich welkom weten op school en ook ervaren dat hun vragen en opmerkingen gehoord worden. Daar zijn in schooljaar 2014-2015 al stappen in gemaakt – als onderdeel van de focus op kwaliteit – en daarmee gaan we de komende jaren verder. Dit is een verantwoordelijkheid voor het hele team. In de voorgaande planperiode zijn eenduidige richtlijnen opgesteld voor wat en hoe er schoolbreed gecommuniceerd wordt met ouders én voor wat en hoe groepsleerkrachten communiceren. Het blijkt dat teamleden zich daar niet altijd strikt aan houden. Daarom gaan we in schooljaar 2015-2016 deze richtlijnen eerst updaten, daarna opnieuw invoeren en toezien op de naleving. Digiduif zorgt al voor meer structuur in de communicatieve uitingen naar ouders. Op dit moment bereiken we vrijwel 100% van de ouders via dit programma. Komend schooljaar 20152016 ronden we de laatste fase van de implementatie af en daarna start de borging. Het is de bedoeling dat dan ook alle leerkrachten volledig zijn toegerust om met het programma om te gaan. Ervaring – gewoon doen – is daarbij onontbeerlijk, minder vaardige leerkrachten kunnen begeleiding vragen.
“Met Digiduif is de algemene communicatie met de ouders vele malen beter geworden.” Sabine Udo, klassenmoeder
We streven ernaar om in de komende periode alle communicatie met ouders volledig te digitaliseren. Dat betekent dat we in 2019 alle informatie over algemene zaken (over de hele school) én alle klasseninformatie (over de eigen groep) uitsluitend per mail communiceren naar de ouders. Ook worden alle intekenlijsten – voor ouderavonden en bijzondere activiteiten – in 2019 alleen nog digitaal aangeboden. Daarnaast gaan we met ingang van schooljaar 2015-2016 de jaarplanner en jaarkalender alleen nog digitaal gaan aanbieden, zowel via Digiduif als via de website. De website van de school is anno 2015 up-to-date en functioneert goed als informatie- en communicatie-instrument. Veel ouders weten ook onze Facebookpagina te vinden. Zowel website als Facebook zullen we de komende jaren up-to-date houden. Daarnaast willen we onderzoeken of communiceren via Twitter wenselijk is.
5.2
Interne communicatie: communiceren met elkaar
Ook de interne communicatie verloopt inmiddels grotendeels digitaal, via mailverkeer. Ieder personeelslid is er daarbij zelf verantwoordelijk voor dat hij of zij op de hoogte is van de ontwikkelingen op school. De schoolleiding en de teamleden streven er wel naar het mailverkeer zo veel mogelijk beperkt te houden. 24
Interne communicatie vindt natuurlijk ook plaats in de diverse vergaderingen en overleggen op school. Hierin zal de komende tijd een ontwikkeling te zien zijn, namelijk de overgang naar een professionele schoolcultuur. De eerste stappen daarin hebben we al gezet, in het Spiritbrede visitatietraject van vereniging Verus. Hierin ontwikkelen we inzicht in onze ‘management drives’, ofwel de drijfveren van ons gedrag, individueel én als groep. In hoofdstuk 6 (Kwaliteitsbeleid) en hoofdstuk 7 (Personeelsbeleid) gaan we hier nader op in. Een professionele schoolcultuur ligt in het verlengde van het werken met management drives en zal op termijn ook leiden tot een meer efficiënte vergaderstructuur. In het kort: werkgroepen rond bepaalde onderwerpen kunnen beleidsvoorstellen op hun onderwerp voorbereiden en voorleggen aan de overige teamleden. De management drives geven inzicht in de drijfveren van waaruit mensen werken, ze laten ook zien waar je kracht zit en wat je valkuil kan zijn. Dit bevordert de samenwerking en het onderlinge begrip en helpt bij het geven van feedback. Feedback is een essentieel onderdeel van een professionele organisatie en van de nieuwe vergaderstructuur. Feedback geven, en vooral ontvangen, vinden de meeste mensen echter knap lastig. Het is dan ook de bedoeling om de teamleden hierin te laten coachen.
5.3
Profilering van de school
De school – leiding en team – doet er alles aan om De Terp lokaal en binnen de regio zo positief mogelijk neer te zetten. Vanuit de administratie worden bijvoorbeeld persberichten verstuurd naar alle mediakanalen om aandacht te vestigen op bijzondere activiteiten op school. De school plaatst ook regelmatig promotionele teksten en foto’s op Facebook. Nieuwe ouders en kinderen worden zeer gastvrij ontvangen. Naast informatie over de school krijgen de kinderen een leesboekje, een school-T-shirt en schoolhanddoek. Ook de komende jaren blijven we zoeken naar mogelijkheden om ons lokaal te profileren. Zo nemen wij als school deel aan de jaarlijkse kunstmanifestatie Weespers aan de Wand en aan de lokale 4mei-vieringen en werken we in de muzieklessen samen met muziekvereniging Jubal. Ook het meelopen in de Avondvierdaagse, als activiteit recent door de oudercommissie nieuw leven ingeblazen, draagt bij aan onze lokale profilering. Daarnaast zullen we de voorgenomen uitbreiding van ons naschools aanbod gaan meenemen in de profilering van De Terp.
5.4
Beleidsvoornemens 2015-2019
Verdere professionalisering van de externe communicatie eenduidige richtlijnen voor communicatie met ouders updaten en handhaven afronden implementatie Digiduif en start borging in 2019 alle informatie over algemene zaken, klasseninformatie en intekenlijsten uitsluitend nog per mail naar de ouders vanaf schooljaar 2015-2016 de jaarplanner en jaarkalender alleen nog digitaal beheer social media: website en Facebook steeds up-to-date houden; onderzoek naar communicatiemogelijkheden via Twitter
Verdere professionalisering van de interne communicatie, via overgang naar professionele schoolcultuur. Concreet: toewerken naar een structuur voor efficiënt vergaderen en overleggen bewustwording van de drijfveren en kwaliteiten van het hele team leren feedback geven en ontvangen onder leiding van een externe deskundige
Voortgaande profilering van de school lokaal en binnen de regio
25
Bioloog of profvoetballer Jesper, 9 jaar, groep 6 Jesper laat er geen misverstand over bestaan: hij is op school om te leren en hij leert het liefste zoveel mogelijk. Ook heeft hij een duidelijk idee over hóe hij wil leren. “Liever klassikaal. Wij leren meestal allemaal in ons eentje, maar ik zou liever samenwerken, dat je mag overleggen met elkaar. En als we een toets gaan maken, kan de juf beter de basis van de toets uitleggen in plaats van de oefenvragen bespreken. Want dat is saai, dan kun je beter meteen beginnen met de toets.” Het zal duidelijk zijn, Jesper weet vrij goed wat hij wil en wat hij kan. Sinds groep 4 draait hij mee op ster-3-niveau, vertelt hij. “In groep 4 en 5 gingen we dan apart zitten met een soort plusjuf en werkten we uit het plusboek. Allemaal extra opdrachten doen.” Dat hij vaak goede cijfers haalt, vindt hij zelf eigenlijk niks bijzonders. Rekenen is zijn lievelingsvak, maar spelling (“je weet wel, stam plus t en hij vindt met dt”) is gewoon stom. “Want dat is te makkelijk. En dan is het niet leuk.” Voor wie goed kan leren, kan een les weleens saai zijn, maar de juf van Jesper weet er altijd wel iets leuks van te maken. “Dan moeten we cijferen, gaan we allemaal op een rij staan, iedereen met een nummer en dan moet je in de goede volgorde gaan staan. Zo wordt leren heel leuk.” Eigenlijk wil Jesper vooral “gewoon heel veel leren”. Wat vindt hij van computers op school? “Als je rekentaak af is, mag je een computerspelletje doen. Is wel leuk, hoor, maar je bent op school om te leren en niet om te spelen. Ik zou in die tijd dus liever nog iets willen leren.” Wat hem betreft gaat De Terp ook zo snel mogelijk beginnen met een vakantie-school: “Dat er in de vakanties een klasje is voor kinderen van ouders die veel moeten werken. Dat je daar dan nog meer les krijgt in de gewone vakken, rekenen en taal en zo. Ik zou dat wel leuk vinden.” Na de basisschool gaat Jesper naar de havo, denkt hij nu. En daarna? “Ik zou wel een studie willen doen waarin je rekenen, natuurkunde, geschiedenis en talen krijgt. Talen leren spreken dan, hè? En daarna wil ik bioloog of profvoetballer worden. Hoewel, tekenen is ook wel mijn vak. Nou ja, ik weet het nog niet.”
26
6.
Kwaliteitsbeleid
De kwaliteit van onze school kunnen we afmeten aan de mate waarin wij met ons onderwijs de gestelde doelen bereiken. Het is belangrijk om regelmatig na te gaan hoe tevreden wij daar zelf over zijn, maar ook om ouders en kinderen daarnaar te vragen. Ook ons bestuur, de Onderwijsinspectie én sinds 2008 een externe beoordelaar kijken met ons mee, als het gaat om de kwaliteit van de school. Bij het bepalen, bewaken en verbeteren van de kwaliteit staan vijf vragen centraal: Doen we de goede dingen? Doen we die dingen ook goed? Hoe weten we dat? Wat vinden anderen ervan? Wat doen we om ervoor te zorgen dat de kwaliteit goed blijft? Kwaliteit mag geen toeval zijn, schrijft Stichting Spirit in 2014 in haar plan voor Kwaliteitsbeleid. Spirit verwacht dat alle Spiritscholen permanent, systematisch en op een cyclische manier werken aan het bepalen, bewaken en verbeteren van de kwaliteit. Dat doen wij op De Terp door kwaliteitsbeleid te formuleren, ofwel onze koers te bepalen ten aanzien van kwaliteit en daarbij doelen te stellen. Dat kwaliteitsbeleid is de basis voor onze zorg voor kwaliteit, die op de eerste plaats gericht is op het primaire proces: het onderwijs. Wij zorgen voor kwaliteit met behulp van verschillende instrumenten, die we in dit hoofdstuk kort bespreken. Alle medewerkers van De Terp zijn betrokken bij de kwaliteitszorg, omdat we allemaal samen verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de school en het onderwijs. De schoolleiding draagt verantwoordelijkheid voor het bepalen van kwaliteitsbeleid en het in gang zetten van alle acties waarmee systematisch gewerkt kan worden aan de ontwikkeling van de school. De medewerkers praten mee over het kwaliteitsbeleid en dragen bij aan de uitvoering van verbeteracties.
6.1
WMK-PO
Dit beoordeelt de Onderwijsinspectie:
Op De Terp werken we met het instrument Werken met Opbrengsten Kwaliteit in het primair onderwijs (WMK-PO). Dit is een Onderwijsleerproces webbased kwaliteitsinstrument dat rond 2010 Spiritbreed is Aanbod, wat betreft Tijd ingevoerd en waarmee we de kwaliteit van onze school in Schoolklimaat beeld kunnen brengen. Basis van dit instrument zijn de Didactisch handelen zogeheten quickscans, die de school jaarlijks uitvoert op een Afstemming aantal van tevoren gekozen en voor de school relevante Zorg en begeleiding beleidsterreinen. Dit zijn in elk geval de beleidsterreinen Kwaliteitszorg Wet- en regelgeving waarop de Onderwijsinspectie de school beoordeelt. Daarnaast kan gekozen worden uit nog 25 beleidsterreinen, zoals ‘contacten met ouders’, ‘handelingsgericht werken in de groep’ of ‘levensbeschouwelijke identiteit’. De quickscans zorgen ervoor dat alle voor de school relevante beleidsterreinen systematisch aan bod komen. Uit de quickscans kan naar voren komen dat bepaalde beleidsterreinen nader bekeken moeten worden. Voor die onderdelen maakt de school kwaliteitskaarten, waarin onze diagnose staat (‘wat is er mis of kan er beter’) én onze ambitie: welke kwaliteit streven we na op dit punt? De verbeterpunten op de kwaliteitskaarten kunnen verwerkt worden in de schooljaarplannen. Ook kunnen leerkrachten er punten uithalen voor hun persoonlijk ontwikkelingsperspectief (POP) dat aan 27
de orde komt in de interne gesprekkencyclus (zie verderop). Op deze manier wordt de persoonlijke ontwikkeling van leerkrachten verbonden aan de schoolontwikkeling. De andere onderdelen van WMK-PO zijn de jaarlijkse schooldiagnose Opbrengsten, de vierjaarlijkse algemene vragenlijst waarin gevraagd wordt naar de tevredenheid bij ouders, leerlingen en medewerkers en de Sociale Veiligheidslijst die elke twee jaar wordt afgenomen bij dezelfde groepen. Alle onderdelen van de WMK-PO vormen samen een vierjarige kwaliteitscyclus.
6.2
Andere beleidsinstrumenten
Het WMK-PO sluit naadloos aan op de andere instrumenten en procedures die we gebruiken om onze kwaliteit te toetsen. We noemen ze hier in willekeurige volgorde:
Plan-do-check-act-cyclus van schooljaarplannen en Schoolplan Met het team evalueren we onze resultaten aan het eind van elk schooljaar en formuleren we een SMART schooljaarplan voor het komend schooljaar. Elk schooljaarplan wordt besproken met het team, directieberaad en bestuur. Ook evalueren we voor elk nieuw Schoolplan de resultaten van de vier voorafgaande schooljaren.
Gesprekkencyclus met leerkrachten De gesprekkencyclus tussen schoolleiding en medewerkers omvat doelstellingengesprekken (POP-gesprekken), functionerings- en beoordelingsgesprekken. Doel van deze gesprekken is de onderwijskwaliteit vergroten, maar ook het welbevinden van de medewerkers verhogen.
Leerlinggegevens Uit de toetsgegevens uit onze leerlingvolgsystemen (was Dotcom, wordt ParnasSys; zie hoofdstuk 4), de resultaten op methode-afhankelijke toetsen, de entreetoets voor groep 7 en NIO-toets voor groep 8 verkrijgen we informatie over de ontwikkeling van individuele leerlingen. Op schoolniveau bieden deze gegevens ook informatie over de kwaliteit van ons onderwijs en vormt het de basis van het Schoolplan en de schooljaarplannen.
Klassenbezoeken De schoolleiding bezoekt elke klas minimaal twee keer per jaar om een indruk te krijgen van de kwaliteit van het pedagogisch klimaat en didactisch handelen
Bezoeken en rapportages Onderwijsinspectie De rapporten van de Onderwijsinspectie zijn een aanvulling op onze systematische zelfevaluatie via WMK-PO.
6.3
Een externe beoordelaar: Verus
Stichting Spirit hecht, zoals gezegd, aan een continue verbetering van de kwaliteit van scholen en heeft externe visitatie ingezet als een van de instrumenten om de scholen daarbij te helpen. Externe visitatie heeft als voordeel dat externen doorgaans met een andere, ‘frisse’ blik naar de scholen kijken. Sinds 2008 voert Verus, vereniging voor christelijk onderwijs, deze visitaties uit in opdracht van Spirit. Elke Spiritschool wordt eens in de vier à vijf jaar gevisiteerd. De adviseurs van Verus kijken daarbij niet alleen naar de onderwijskwaliteit, maar ook naar de stijl van leidinggeven, de communicatie met ouders en naar de teamcultuur en het functioneren van het team. De school en het dagelijks bestuur van Spirit ontvangen na afloop het visitatierapport: wat gaat er goed op deze school en wat zou beter kunnen? 28
De eerste ronde visitaties is inmiddels afgerond. De conclusies en aanbevelingen na de eerste visitatie heeft Verus gepresenteerd aan het team van De Terp. De uitkomsten zijn verwerkt in de daaropvolgende schooljaarplannen. Vanaf 2014 is Verus gestart met een tweede ronde visitaties. Daarin wordt het accent gelegd op het evalueren waaróm bepaalde verbeteracties wel of niet goed zijn verlopen. Hierbij heeft Verus de Management Drives ingezet als instrument , deze kwamen al eerder ter sprake in hoofdstuk 4. Management Drives bieden het team inzicht in waarom bepaalde verbeteracties heel gemakkelijk lijken te gaan en waarom andere niet goed van de grond lijken te komen. Ook kunnen – op grond van de uitkomsten van Management Drives – de verbeteracties op zo’n manier onder de teamleden worden verdeeld, dat ze goed aansluiten bij de unieke drijfveren van ieder teamlid. Zo kan de school nog beter ieders individuele kwaliteiten benutten.
6.4
Onderdeel van Spirit
Uit de voorgaande paragrafen mag blijken dat De Terp ook op het gebied van kwaliteitsbeleid en zorg deel uitmaakt van het netwerk van alle Spiritbasisscholen. Zo zijn WMK-PO en Verus allebei Spiritbrede instrumenten. Daarnaast investeert Spirit in professionalisering op de scholen. Op dit moment volgen alle onderwijsgevenden van Spiritscholen teamscholing, in een vijfjarig traject, met het doel duurzaam leren te kunnen realiseren door boeiend onderwijs. Verder bezoekt de Spiritdirectie elke school elk kwartaal en bespreekt met de schoolleiding de kwartaalrapportage. Opbrengsten en actuele zaken op elk gebied passeren daarbij de revue: onderwijs & kwaliteit, personeel & organisatie, identiteit & communicatie, financiën, huisvesting & beheer en duurzaamheid & maatschappelijk draagvlak. Twee keer per jaar vindt er ook een plenaire sessie plaats waarbij alle schooldirecties met het directieberaad en het dagelijks bestuur spreken over de resultaten van alle scholen. Op deze manier weten de directeuren wat er speelt op andere scholen, wat ze van elkaar kunnen leren en waar ze elkaar kunnen helpen. Hiermee borgt het bestuur de kwaliteitscyclus van WMK-PO en volgt het tegelijk de acties die uit de kwaliteitskaarten voortvloeien: wat doen de scholen met hun conclusies en wat betekent dat voor de Schoolplannen?
6.5
Beleidsvoornemen 2015-2019
Voor het bepalen, bewaken en verbeteren van de kwaliteit is voor iedereen heldere en coherente kwaliteitszorg onontbeerlijk. De cyclische manier van werken is daarbij een krachtig hulpmiddel. Daaraan willen wij de komende vier jaar nog meer aandacht besteden.
(Nog) meer cyclisch toepassen van alle kwaliteitsinstrumenten Plan-do-check- act cyclus moet de leidraad worden voor al ons handelen op elk niveau.
29
‘Ik weet eigenlijk geen verbeterpuntjes’ Tycho, 9 jaar, groep 6 Toen zijn ouders een basisschool voor hem gingen zoeken, kwamen ze eigenlijk als vanzelf uit bij De Terp. “Want dat leek ze gewoon een hele mooie school, waar je goeie dingen kan leren. En dichtbij waar wij wonen, dat vonden ze ook belangrijk.” Inmiddels zit Tycho in groep 6 van De Terp en het leren gaat hem best goed af, vind hij zelf. “Dit schooljaar heb ik hele goede cijfers gehaald. Deze week nog een 10 voor topo en ook voor geschiedenis.” Helaas is hij niet overal even goed in. Dat vindt hij wel jammer, al doet hij er een beetje nonchalant over. “Ja, met rekenen zit ik dus in een soort bijwerkgroep. De groep voor het laagste niveau, zeg maar. Maar dat kwam eigenlijk omdat ik mijn CITO vorig jaar niet goed had gedaan. Door die bijwerkgroep gaat het alweer beter.” Ondanks de bijwerkgroep – of misschien wel dankzij – is rekenen nog altijd Tycho’s lievelingsvak. Zijn er ook vakken die hij niet leuk vindt op school? Jazeker, begrijpend lezen vindt hij “best wel saai”. Hij heeft sowieso niet veel met taal. Hoewel, en zijn ogen beginnen nu te glimmen, volgend jaar in groep 7 krijgen ze Engels. Dát is natuurlijk wel erg leuk. “Ik ben in de meivakantie naar familie in Canada geweest. Daar spreken ze Engels en Frans. Frans versta ik helemaal niet en Engels een klein beetje, dus dat wil ik graag leren.” Eigenlijk vindt hij het ook jammer dat je op De Terp pas in groep 7 met Engels begint. “Ik had het liefst meteen Engels willen leren, vanaf groep 3 of zo. Dan leer je het volgens mij veel sneller en veel beter.” Leren is leuk, maar het moet natuurlijk niet te gek worden, vindt Tycho. Boekbespreking houden is wel oké, maar “je leest toch al genoeg, bij taal, bij rekenen, bij alles eigenlijk.” De bijzondere werkvormen die op De Terp zijn geïntroduceerd, zijn erg aan hem besteed. “Dan mag je bijvoorbeeld een mindmap maken over een onderwerp, of erover knutselen of een tekening maken. Dat is gaaf, veel leuker dan gewoon rekenen of taal doen uit je boek.” Alles bij elkaar heeft Tycho het erg naar zijn zin op De Terp. “Ik vind het hier gezellig. En ik weet ook eigenlijk geen verbeterpuntjes. Het is gewoon goed zoals het is.” En als hij dan toch één ding mag noemen om te veranderen op De Terp? “Dan zou ik willen dat we in plaats van boeken en schriften allemaal tablets zouden hebben. Dat lijkt me echt geweldig.”
30
7.
Personeelsbeleid
Bij het ontwikkelen en uitvoeren van personeelsbeleid voor De Terp volgen wij uiteraard het collectieve personeelsbeleid van Stichting Spirit. Elke school maakt op basis daarvan een eigen uitwerking en legt daarin eigen accenten. Voor ons liggen die accenten de komende vier jaar bij het in praktijk brengen van de teamscholing van de afgelopen jaren, verdere professionalisering via scholing, overgang naar de 40-urige werkweek binnen de nieuwe cao voor het basisonderwijs en daarop aansluitend herformuleren van het taakbeleid.
7.1
Samenstelling van ons personeelsbestand
Aan het eind van schooljaar 2014-2015 werken er op De Terp 19 personeelsleden. Tabel 7.1 geeft een overzicht naar functie en geslacht; grafiek 7.2 laat globaal de leeftijdsopbouw in het team zien. Tabel 7.1: Medewerkers naar functie en verhouding man/vrouw; juli 2015 Percentage Percentage Aantallen vrouw man Directie 1 100 Onderwijsgevend
17
82
Onderwijsondersteunend
1
100
18
Grafiek 7.2: Leeftijdsopbouw personeelsbestand in 2013-2014
Ons personeelsbestand is evenwichtig opgebouwd. De gemiddelde leeftijd is op dit moment iets lager, ten opzichte van schooljaar 2013-2014 , namelijk 46 jaar. De Terp is blij met drie onderwijsgevende mannen in het bestand. Dat komt tegenwoordig nog maar weinig voor op basisscholen in Nederland. Voor de komende jaren verwachten wij geen grote veranderingen in ons personeelsbestand.
7.2
Personeelsbeleid Stichting Spirit
Personeelsbeleid is een bepalende factor voor het succesvol functioneren van een organisatie. Met deze opvatting van ons bestuur is De Terp het van harte eens. In haar personeelsbeleidsnota omschrijft Stichting Spirit het zo: “Het personeel van Spirit maakt het mogelijk de onderwijs- en kwaliteitsdoelen van de organisatie te bereiken. Zij zijn letterlijk het menselijk kapitaal van de organisatie. Dit geldt het meest direct voor 31
het onderwijzend personeel. Het onderwijsondersteunend personeel realiseert de noodzakelijke voorwaarden waaronder de leerkrachten tot de beste resultaten en opbrengsten kunnen komen.” Spirit stelt de ontwikkeling van lerarencompetenties centraal. Deze competenties spelen een rol in alle fasen van het personeelsbeleid op de scholen, bij werving en selectie, ontwikkeling, professionalisering individuele en teamscholing, beoordelen en belonen, promotie, outplacement en vertrek. Wat betreft ‘professionalisering individuele en teamscholing’ omarmt Spirit het idee van een leven lang leren. Van de medewerkers wordt daarom verwacht dat zij bereid zijn om continu te leren binnen de context van hun werk en dat zij ook duidelijk kunnen maken waarom ze leren en wat daarvan de opbrengsten zijn. Met dat perspectief heeft Spirit in 2013 gekozen voor een vijfjarig voornamelijk ‘in house’ teamscholingstraject – Duurzaam Leren door Boeiend Onderwijs – dat wordt aangeboden in samenwerking met de organisatie Natuurlijk Leren. In de volgende paragraaf gaan we nader in op de voortgang van dit traject voor De Terp.
“Zo’n inspirerende cursus, met boeiende opdrachten. In het nieuwe schooljaar gaan we met de cursusleidster verder, zij gaat ons begeleiden bij het in praktijk brengen van de theorie.” Anja Schouten, leerkracht groep 6
Ook biedt Spirit mogelijkheden voor individuele opleiding of studie, al is het daarvoor beschikbare budget beperkt. Elk jaar bepaalt het directieberaad, vóór aanvang van de zomervakantie, op basis van inhoudelijke plannen en conceptbegrotingen welke aanvraag voor individuele scholing wordt gehonoreerd. Richtinggevend daarvoor is het geformuleerde Spiritbeleid waarin staat dat het belang van de opleiding voor de medewerker en de school bepalend is voor financiering van een opleiding door Spirit.
7.3
Scholing
De modules van teamscholing Duurzaam Leren door Boeiend Onderwijs hebben het team van De Terp in de afgelopen twee jaar veel theoretische kennis gebracht. De komende jaren staat het vervolg van deze scholing bij ons in het teken van het vertalen van die kennis naar de praktijk, wat neerkomt op het verder uitbouwen van HGW en het werken met coöperatieve werkvormen. Wij streven naar via de plan-do-check-act cyclus optimaal omgaan met niveaudifferentiatie, en naar zo goed en zo boeiend mogelijke instructie. Daarbij kiest de leerkracht soms voor klassikaal onderwijs, maar regelmatig omschakelen naar meer gedifferentieerde vormen. Vrijwel alle teamscholing in de komende vier jaar wordt op deze onderdelen gericht. Daarnaast zal ook scholing plaatsvinden in het kader van de nieuwe methode voor sociaalemotionele ontwikkeling die van start gaat in schooljaar 20152016. Tabel 7.3 op de volgende pagina biedt een overzicht.
32
Tabel 7.3: Teamscholing periode 2015-2019 2015-2016 Groepsplannen Rekenen en spelling Groepsplannen in de praktijk
HGW
HGW toepassen in het lesgeven. Instructie
Nieuwe methode Sociaalemotionele ontwikkeling
7.4
Coöperatieve werkvormen en doelen stellen Methode implementeren
2016-2017 Groepsplannen rekenen, spelling en begrijpend lezen
2017-2018 Groepsplannen rekenen, spelling en begrijpend lezen
2018-2019 Groepsplannen rekenen, spelling en begrijpend lezen
Groepsplannen in de praktijk uitvoeren
Groepsplannen in de praktijk uitvoeren
Groepsplannen in de praktijk uitvoeren
Alle vakgebieden
Alle vakgebieden, alle groepen en leerkrachten. Instructie als geheel. Onder andere: doelen stellen en feedback geven, zelfstandig werken, coöperatieve werkvormen. Methode evalueren en borgen
Zelfstandig werken Doelen stellen en feedback geven
Methode implementeren
Coöperatieve werkvormen en zelfstandig werken
Methode borgen
Nieuwe cao, nieuw taakbeleid
In 2015 is de nieuwe cao primair onderwijs tot stand gekomen. Daarmee gaan we over naar een veertigurige werkweek, waarbij het niet meer vanzelfsprekend is dat vakantie voor leerlingen ook vakantie voor medewerkers betekent. Wij hebben besloten dat bij het invullen van die veertigurige werkweek het overlegmodel wordt gehanteerd. Dit vereist helderheid over onder meer het aantal te werken lesuren en het taakbeleid. Wat betreft het taakbeleid, dit zal opnieuw geformuleerd moeten worden in de komende schoolplanperiode. Dit start met een evaluatie. Alle afspraken en protocollen die tot nu toe gehanteerd werden, gaan wij nader onderzoeken: zijn ze nog actueel, zijn ze haalbaar en houdbaar, wat moet herzien worden? Bij dit onderzoek zullen zowel de schoolleiding als de medewerkers betrokken zijn. Op die manier kan er een nieuw taakbeleid op schrift gesteld worden, dat voor alle betrokkenen duidelijk is en ook door alle betrokken gedragen wordt.
7.5
Beleidsvoornemens 2015-2019
Teamscholing Duurzaam Leren door Boeiend Onderwijs in praktijk brengen
Voortgaande teamscholing gericht op HGW, instructie en nieuwe methode sociaalemotionele ontwikkeling
Nieuw taakbeleid formuleren
33
‘Iedereen wordt op zijn eigen niveau bediend’ Als lid van de oudercommissie verzorgt Mariëlla Stoffelen de coördinatie van de schoolbibliotheek. Echt een klusje voor haar, als fervent lezer. Ze gelooft ook erg in het papieren boek: “Dat kinderen ooit digitaal boeken gaan lenen en lezen is niet ondenkbaar, maar ik word niet blij van het idee.” Mariëlla is moeder van Lina en Daniël. Geen gemengde klassen “De Terp heeft geen combinatieklassen, dat vonden wij een pre. Onze eerste indruk destijds: een heel gestructureerde en georganiseerde school. Dat kwam vooral door de benadering van Jolanda, de administratief medewerker. Zij ontving ons heel prettig en we kregen duidelijke informatie van haar.” Ieder zijn eigen niveau “Ik vind het heel verrassend dat er in de groepen klassikaal gewerkt wordt en tegelijkertijd op verschillende niveaus. Vooral in groep 7 is dat knap omdat daar heel veel niveaus zijn en toch wordt iedereen op zijn eigen niveau bediend. Dat is best zwaar, voor de leerkracht, maar ook voor de kinderen, want die moeten leren zich op hun eigen stukje te concentreren. Dat dat lukt, vind ik gewoon mooi.” Plusklas “Daniël zit in de Plusklas, er is veel aandacht voor kinderen van zijn niveau. Hij vindt het extra werk dat hij krijgt uitdagend, verveelt zich nooit en gaat heel graag naar school. Wat hij echt fijn vindt, is dat hij zelfstandig kan werken.” Communicatie “We krijgen sinds dit schooljaar de nieuwsbrief via DigiDuif. De tienminutengesprekken zijn voor mij net aan voldoende. En ik heb kinderen waar het best goed mee gaat, dus eigenlijk is die tijd te krap. Als je meer wilt weten, buiten de nieuwsbrief en de gesprekken, moet je er zelf om vragen. Maar de leerkrachten zijn heel benaderbaar.” Meer coachende rol voor leerkrachten “Dat klinkt goed. Het zou wel duidelijk aangeboden moeten worden. Niet zo van ‘ga jij maar even taal doen en jij rekenen’. Dat ze op hetzelfde moment aan hetzelfde vak werken op verschillende niveaus, zoals nu, lijkt me het beste. Dat de een daarbij wat meer coaching krijgt dan de ander, net wat ze nodig hebben, lijkt me heel goed werkbaar.” Naschoolse activiteiten “Willen ze dat gaan uitbreiden? Ben ik helemaal vóór. Mijn dochter zit nu op pianoles hier op De Terp. Dat is toch makkelijker dan de saxofoonles van mijn zoon aan de andere kant van Weesp. Dat je na school, samen met vriendjes van school, dat soort dingen kunt doen: hoe leuk is dat?” Tablets “Voor mij hoeft het niet, ze zitten thuis al genoeg op dat ding. Liever gewoon werken met een boek en met de hand schrijven in je schrift.” Nog iets veranderen? “Niets eigenlijk. Ja, een nieuw en fris gebouw mag natuurlijk altijd, maar echt nodig is het niet.”
34
8.
Facilitair beleid
Belangrijke randvoorwaarden voor het realiseren van goed onderwijs zijn een deugdelijk schoolgebouw dat een veilige omgeving biedt aan leerlingen en medewerkers en goede ICTfaciliteiten. De Terp beschikt over beide en heeft een aantal plannen om deze randvoorwaarden nog verder te verbeteren de komende jaren. Wat betreft het gebouw staan die plannen grotendeels in het teken van consolidatie, voor de ICT-faciliteiten is ons strategische uitgangspunt ‘Maximaal digitaal’ richtinggevend.
8.1
Meerjarenonderhoudsplan
Vanaf de oprichting in 1981 is De Terp gehuisvest in een schoolgebouw, bestaande uit een centrale ruimte en groepen lokalen daaromheen. Voor de jongste leerlingen is er een speellokaal in de school. De sporthal waar de hogere groepen gymlessen volgen, ligt op een steenworp afstand van de school. Het schoolgebouw is na ruim dertig jaar nog in goede staat, de komende jaren verwachten wij geen ingrijpende renovaties. Er is een meerjarenonderhoudsplan (MJOP) waarmee het gebouw de komende jaren prettig leefbaar kan worden gehouden. Het MJOP voor De Terp is in 2014, in opdracht van Stichting Spirit, opgesteld door technisch bureau Rader Advies uit Vught. Het MJOP heeft een looptijd van tien jaar, tot 2024. Uit het MJOP van De Terp blijkt dat we in de schoolplanperiode, naast het regulier jaarlijks onderhoud, verschillende eenmalige onderhoudswerkzaamheden tegemoet kunnen zien. Het MJOP is nadrukkelijk een ‘plan’: wijzigingen hierin zijn mogelijk, bijvoorbeeld als gevolg van prioriteitstelling per jaar en mogelijke acute zaken. Het MJOP ligt voor geïnteresseerden ter inzage bij de directeur. Binnenklimaat Een grote wens die leeft bij zowel de school als de ouders betreft het verbeteren van het binnenklimaat. Dit maakt vooralsnog geen deel uit van de geplande onderhoudswerkzaamheden tot 2019. De schoolleiding heeft deze wens wel al verschillende keren onder de aandacht gebracht bij het bestuur. Daar heeft het bestuur gehoor aan gegeven: in twee lokalen waar het binnenklimaat het meest aandacht behoefde, zijn interventies gepleegd. Komend schooljaar 2015-2016 onderzoeken we of er realistische plannen gemaakt kunnen worden, die leiden tot een gezonder binnenklimaat. Verder doen we in dat schooljaar zelf een kleine investering, vanuit de schoolbegroting. Op centrale plekken in de school zullen bomen op hydrocultuur geplaatst worden, ter verbetering van het leefklimaat op school.
8.2
Wat doet Stichting Spirit?
Spirit ondersteunt de aangesloten scholen op het gebied van gebouwenbeheer en schoonmaak en ook in faciliteiten zoals kopiëren. Vanwege de schaalgrootte besteedt Spirit de uitvoering hiervan uit aan professionele organisaties. De kwaliteit van hun werkzaamheden is een van de onderwerpen tijdens de kwartaalgesprekken tussen school en dagelijks bestuur. Voor alle scholen heeft Spirit een meerjarenonderhoudsplan laten opstellen. Dit plan wordt jaarlijks bijgesteld en eens in de vier jaar volledig herzien. Spirit is bovendien opdrachtgever voor de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) op de scholen en de daaraan gekoppelde jaarlijkse quickscans door de preventiemedewerker van Spirit. Een onderdeel van de RI&E is de quickscan Welzijn, die de preventiemedewerker ook jaarlijks afneemt onder het personeel van alle aangesloten scholen.
35
8.3
Veiligheid in de school
Op De Terp vinden we het belangrijk dat iedereen – kinderen, ouders en medewerkers – zich prettig kunnen bewegen in het gebouw en dat de school een veilige leer- en werkomgeving biedt aan allen. In opdracht van Spirit is in 2012 een uitgebreide RI&E gedaan, waaruit een plan van aanpak is voortgekomen. De schoolleiding is zelf eindverantwoordelijk voor de uitvoering daarvan. Jaarlijks voert de preventiemedewerker van Spirit een quickscan uit, waarin hij vaststelt of er sprake is van gewijzigde omstandigheden die een (gedeeltelijke) herhaling van de RI&E vereisen. Op basis van RI&E, quickscans en gesprekken met het team bepaalt de schoolleiding elk jaar welke voorlichting op het gebied van veiligheid wenselijk is. Mogelijke voorlichtingsgebieden: veiligheids- en werkinstructies voor medewerkers en leerlingen; introductie voor nieuwe medewerkers, stagiair(e)s en leerlingen; verzuimbeleid en -protocollen; ontwikkeling van het ziekteverzuim op school; werkgebonden risico’s: stress, agressie, geweld.
8.4
ICT-faciliteiten
ICT is voor De Terp nooit een doel op zich, wij zien het als een mogelijkheid om ons onderwijs te verrijken en de administratieve druk bij leerkrachten te verminderen. Wij gaan ervan uit dat ICT vóór ons moet werken, zodat wij optimaal kunnen profiteren van alle digitale mogelijkheden van deze tijd. Die visie op ICT hebben we vertaald naar ons strategische uitgangspunt ‘Maximaal digitaal’ en naar concrete plannen voor ICT-toepassingen in ons onderwijs en onze administratie (zie hoofdstuk 4). Die plannen staan of vallen natuurlijk met goede ICT-faciliteiten. Gelukkig hebben we op dit moment al een stevige basis op dat gebied: goed werkende netwerkvoorzieningen, digiborden en smartboards, in elk lokaal computers, iPads voor de Plusklasleerlingen en ook in elke kleuterklas zijn vijf iPads met daarop educatieve apps. iPads en apps Het aantal iPads gaan we de komende jaren uitbreiden, ons streven daarbij is dat er in 2019 één beschikbaar is voor elke leerling. Voor het werken op de iPad zullen er de komende jaren educatieve apps voor de groepen 1 tot en met 8 worden aangeschaft. De keuze van de apps wordt voorbereid door de ICT-coördinator, in samenspraak met de schoolleiding. Selectiecriterium voor deze apps is een doorgaande lijn van groep 1 tot en met 8.
“Allemaal tablets in plaats van boeken en schriften, dat lijkt me echt geweldig.” Tycho, groep 6
ParnasSys Het nieuwe leerlingvolgsysteem ParnasSys, dat vanaf schooljaar 2015-2016 Spiritbreed wordt ingevoerd, zal de nodige aanpassingen vergen. Het eerste jaar wordt een overgangsjaar waarin we allemaal vertrouwd en bekwaam moeten worden met dit programma. Het is de bedoeling dat op termijn de iPads in school gekoppeld worden aan ParnasSys, zodat alle resultaten direct geregistreerd kunnen worden. Daarnaast worden op termijn ParnasSys en het Citoleerlingvolgsysteem LOVS gekoppeld. Dit maakt een digitale rapportage mogelijk. Wij streven ernaar dat in 2019 alle rapportages uitsluitend digitaal zijn. ParnasSys heeft ook een oudergedeelte, dit biedt de mogelijkheid om ouders inzage te geven in (delen van) de gegevens die worden opgeslagen in het programma. De schoolleiding zal in het 36
overgangsjaar, in samenspraak met team en MR, een standpunt formuleren over welke delen van ParnasSys op welke wijze openbaar gemaakt kunnen worden. Wij gaan er nu voorlopig van uit dat de ouders in de jaren 2015-2019 stapsgewijs toegang gaan krijgen tot ParnasSys. De menselijke factor De ICT-faciliteiten op een school zijn zo goed als de mensen die ze gebruiken. Daarom werken we de komende jaren zeker ook aan het versterken van de competenties van de leerkrachten op dit gebied. Onze leerkrachten zijn beslist geen digibeten, wel is er sprake van verschillen in hun digitale begaafdheid. Om die reden willen we de komende jaren inventariseren welke scholingsbehoeften er zijn bij de medewerkers.
8.5
Beleidsvoornemens 2015-2019
Werken aan een beter binnenklimaat In schooljaar 2015-2016 onderzoeken we de haalbaarheid van de verbetermogelijkheden. Ook investeren we in de groenvoorziening in de school.
Uitbreiden van ICT-faciliteiten en -competenties In 2019 is er voor elke leerling een iPad beschikbaar. Educatieve apps voor de iPads worden de komende jaren geselecteerd en aangeschaft. ParnasSys invoeren en medewerkers vertrouwd en bekwaam maken hiermee. Ook de toegankelijkheid van ParnasSys voor ouders wordt voorbereid. Inventariseren van de scholingsbehoefte bij medewerkers op het gebied van ICT.
37
‘Leuke kinderen, goeie leerkrachten, goed lesmateriaal’ Jens, 11 jaar, groep 7 Als je het hebt over een tevreden leerling, dan heb je het over Jens. “Best wel goed,” vindt hij zoals het gaat op De Terp. “Leuke kinderen, goeie leerkrachten en goed lesmateriaal,” somt hij op. “En bij ons in de klas is het fijn dat we op ons eigen niveau kunnen werken. Want dan kun je lekker veel zelfstandig werken.” Zelf is hij ook “best wel goed”, in alle vakken. Natuurlijk heeft hij zijn voorkeuren. Rekenen is leuk, spelling is stom. “Niet omdat ik het niet zou kunnen, hoor, want ik ben er redelijk goed in, Maar ik vind er gewoon niks aan. Doe mij maar Engelse spelling, die Nederlandse woordjes ken ik allemaal al. Ik kan volgens mij ook redelijk Engels spreken, maar ik ben meer Amerikaans-Engels gewend. Omdat ik heel veel Amerikaanse spelletjes speel op de computer, Minecraft en Call of Duty bijvoorbeeld, én omdat ik binnenkort naar Amerika ga. Maar de meester heeft uitgelegd dat ze in Engeland de woorden dus heel anders uitspreken.” Met de creatieve vakken heeft Jens niet zo veel en hij kan ook uitleggen waarom niet: “Kijk, bij mij in de klas zijn er maar drie kinderen die echt goed kunnen tekenen. Ik kan het voor geen meter, dus voor mij is het geen leuk vak. Laatst kregen we een djembe-les, daar kreeg ik toch een zere handen van! En we hebben ook zang- en danslessen, maar dat vinden alleen de meisjes leuk.” Gelukkig heeft hij wel veel plezier in de gymlessen. “Vooral om de spelletjes die we daar doen. Die zijn heel apart, ik heb er vaak nog nooit van gehoord, maar ze zijn heel leuk.” Wat Jens ook graag doet, is op het schoolplein spelen. Al kan er aan de inrichting van het plein volgens hem nog wel wat verbeterd worden. “Er is nu eigenlijk niet zoveel te doen. Vorig jaar is er in het kader van Schoolplein 14 wel van alles op het plein getekend, maar daar doen we niet veel meer mee. Ik zou graag een goed klimrek willen en een kunstgrasveld met echte doeltjes. Nu gebruiken we onze jassen als doel bij het voetballen.”
Schoolplein 14 is een project van de Johan Cruyff Foundation: met een speciale coating zijn sportveldjes aangebracht op het schoolplein.
38
9.
Financieel beleid
Het financiële beleid van De Terp staat niet op zichzelf, maar is direct verbonden met het financiële beleid van de Stichting Spirit. Spirit schetst hierin de grote lijnen, de aangesloten scholen maken daarbinnen eigen keuzes en dragen ook eigen verantwoordelijkheid voor de wijze van uitvoering. Het bestuur van Stichting Spirit heeft een toezichthoudende rol daarbij.
9.1
Terugblik op de vorige planperiode
De afgelopen jaren zijn financieel gezond geweest. De Terp heeft wel gedurende een aantal jaar, tot schooljaar 2013-2014, te maken gehad met een licht dalend leerlingenaantal, zoals besproken is in hoofdstuk 2. Om financieel gezond te blijven is in deze jaren de formatie navenant geslonken. Ook kon de school over relatief minder zorgmiddelen en administratieve ondersteuning beschikken. Desalniettemin hebben we in de afgelopen periode steeds alles kunnen doen wat nodig was om goed onderwijs te realiseren. Wij verwachten dat in de komende jaren te kunnen continueren.
9.2
Begrotingen per schooljaarplan
Het Schoolplan is maatgevend voor de begrotingen die de schoolleiding jaarlijks opstelt voor de uitvoering van de schooljaarplannen. Voor elk schooljaarplan gaan we na: wat moet er in dit schooljaar gebeuren, wat gaan we aanpakken, welke vernieuwingen zijn nodig en welke scholing? Op basis daarvan stelt de schoolleiding de begroting per schooljaar op. Bij dit proces zijn zowel het team als de MR betrokken. De schooljaarbegrotingen worden ter goedkeuring voorgelegd aan het bestuur. Onze formatie hangt nauw samen met de begroting en wordt dus van jaar tot jaar vastgesteld binnen die begroting. Daarbij kijken we met name naar het belang van formatieplaatsen voor de hele organisatie. Welke mensen hebben we nodig op welke posten? Bij elk kwartaalbezoek van het bestuur aan de school is de uitvoering van de begroting een van de onderwerpen van gesprek.
9.3
Doelstelling financieel beleid 2015-2019
Voor de komende jaren verwachten we geen grote wijzigingen op financieel gebied. We voorzien geen scherpe stijgingen of dalingen van onze inkomsten en hebben ook geen bijzondere uitgaven op de planning staan.
Financieel gezond zijn en blijven Wij streven ernaar om de komende jaren verstandig en spaarzaam om te blijven gaan met onze financiële middelen. Dat betekent dat we voor al onze uitgaven uitgebreid zullen ‘shoppen’ om zo voordelig mogelijk te kunnen inkopen. Op die manier blijft er zoveel mogelijk geld over voor het onderwijsleerproces.
39
10.
Overzicht beleidsvoornemens
Alle beleidsvoornemens die genoemd zijn in dit Schoolplan 2015-2019 zijn verwerkt in één groot schema. Dit is opgenomen op deze en de volgende pagina. Niet alle ‘cellen’ van het schema zijn gevuld. De lege cellen bieden de schoolleiding de mogelijkheid om invulling te geven aan de schooljaarplannen, op basis van dit Schoolplan én de actuele ontwikkelingen die zich de komende jaren zonder twijfel zullen gaan voordoen.
40
“In de vakanties een klasje voor kinderen van ouders die veel moeten werken, waar je dan nog meer les krijgt in de gewone vakken, rekenen en taal en zo. Ik zou dat wel leuk vinden.” Jesper, groep 6
41
Bijlage 1 Schoolgegevens School Brinnummer Directie a.i. Adres hoofdvestiging Telefoon E-mailadres Website
: : : : : : :
Oecumenische basisschool De Terp
Bevoegd gezag Bezoekadres Postadres Website
: : : :
Stichting Spirit Kriekenoord 13, 1111 PT DIEMEN Postbus 58, 1110 AB DIEMEN www.spiritbasisscholen.nl
Rutger Slok Schoolpad 1, 1383 EA WEESP 0294 418755
[email protected] www.deterpweesp.nl
42
Bijlage 2 Verklaring akkoord MR
43
Bijlage 3 Totstandkoming Schoolplan 2015-2019 Schoolplan 2015-2019 van oecumenische basisschool De Terp heeft een brede basis. Doel van de schoolleiding bij het samenstellen van het nieuwe Schoolplan was om de plannen niet van bovenaf op te leggen, maar juist van ‘onderaf’ in te vullen. Daarom is vanaf het begin af aan waar mogelijk gevraagd naar input voor het Schoolplan van de teamleden. De schoolleiding heeft samengewerkt met een externe tekstschrijver/redacteur bij het samenstellen van de teksten voor dit Schoolplan. Samen met haar is daarbij het volgende traject bewandeld: Gestart is met een brainstorm met het MT over missie & visie en de mogelijke onderwerpen voor het Schoolplan. Waar gaan we de komende vier jaar aan werken en hoe zien we de toekomst? De concept-inhoudsopgave die hieruit voortkwam is besproken met het team, de teamleden hebben daarbij verschillende voorstellen voor aanvulling gedaan. Aan de hand van de definitieve inhoudsopgave zijn contactpersonen/meelezers aangewezen per onderwerp. De tekstschrijver heeft deze contactpersonen allemaal mondeling geïnterviewd. Alle input – opbrengst van brainstormsessie en teambespreking, bestaand schriftelijk materiaal en interviews – is door de tekstschrijver samengevoegd tot één samenhangend geheel. Ter illustratie van de feitelijke schoolplanteksten zijn zeven interviewverhalen toegevoegd. Deze verhalen zijn geschreven op basis van mondeling interviews. Het concept-schoolplan is ter goedkeuring voorgelegd aan het team, de MR en het dagelijks bestuur van Spirit. Voorstellen vanuit deze geledingen voor correcties en aanvullingen zijn daarna verwerkt in de definitieve versie van Schoolplan 2015-2019.
-----------------------------------Van Elst Tekstservice Voorschoten, 13 juli 2015
44