10
11
schoolplan
12
2010-2014
13
14
Het ambitieniveau van Trevianum vatten we als volgt samen: • De huidige leerling behoort tot de eerste generatie die volledig is opgegroeid met computer en internet en die andere vaardigheden beheerst dan eerdere generaties. Daar spelen wij in ons onderwijsaanbod op in. • Het onderwijs op Trevianum gaat steeds meer rekening houden met de talenten, leerbehoeften en interesses van de individuele leerling. • Wij gaan in de komende schoolplanperiode beter aanslui-
Preambule Het voorliggend schoolplan is een koersplan voor de komende vier jaren voor Trevianum scholengroep. Wat willen wij met Trevianum scholengroep? Kort gezegd komt
ten op het primair onderwijs waar onze leerlingen vandaan komen en hen beter toerusten voor een vervolgstudie in het hbo en wo. • We willen onze scholen nog meer verankeren in de huidige samenleving, een kennissamenleving waarop wij onze
dat hierop neer: wij willen jonge mensen van nu intellectueel en
leerlingen willen voorbereiden. Dit houdt in dat we een nog
sociaal-emotioneel toerusten voor de maatschappij van morgen
opener karakter van onze scholengroep willen bewerkstel-
waarin zij een zinvol aandeel gaan leveren. Om deze doelstelling te realiseren, is het van belang uit te gaan van de volgende vragen: Wie zijn de jonge mensen van nu? Met welke bagage komen zij onze school binnen? Waarop moeten wij ze voorbereiden? De antwoorden op die vragen geven mee richting aan het koersplan van Trevianum
ligen. • In het verlengde daarvan zoeken wij nauwere aansluiting bij andere onderwijsinstellingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties. • Wat goed is, kan altijd beter. We streven naar goede resultaten op alle drie de scholen. Voortdurende evaluatie en reflectie zijn nodig om alle onderwijsresultaten te optimaliseren. • Wij leven in een tijd van vergrijzing. Om te zorgen voor een evenwichtige samenstelling van het lerarenteam, voorziet Trevianum in een uitdagend en inspirerend beroepsprofiel, in combinatie met goed werkgeverschap. • We hebben te maken met demografische krimp. In het licht van een verwachte leerlingendaling moeten wij nadenken over mogelijk andere onderwijsconcepten.
10
11
12
13
14
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 4 | t rev ianum s c h o leng roe p
Inhoud 1. Algemeen.................................................... 7
7 Financieel en materieel beleid . ............... 55
1.1 Waarom een schoolplan?................................................... 7
7.1 Inleiding........................................................................... 55
1.2 Hoe kwam het schoolplan tot stand?.................................. 8
7.2 Financieel beleid.............................................................. 55
1.3 Structuur van Trevianum.................................................... 8
7.3 Materieel beleid............................................................... 58
2 Missie en visie ...........................................9
8 Lijst van afkortingen en begrippen........... 61
2.1 Missie................................................................................. 9 2.2 Visie................................................................................... 9
3 Onderwijs en begeleiding......................... 13 3.1 Algemeen .........................................................................13 3.2 Eerste klassen...................................................................15 3.3 Havo .................................................................................18 3.4 Atheneum......................................................................... 24 3.5 Gymnasium ..................................................................... 29 3.6 Begeleiding en zorg.......................................................... 33 3.7 Academische opleidingsschool........................................ 38
4 Personeelsbeleid .....................................40 4.1 Personeelsbeheer/personeelszorg....................................41 4.2 Personeelsinstrumenten.................................................. 42
5 Communicatie .......................................... 47 5.1 Visie op communicatie..................................................... 47 5.2 Interne communicatie....................................................... 48 5.3 Externe communicatie...................................................... 50
6 Kwaliteitszorg .......................................... 53 6.1 Imago-onderzoek............................................................. 53 6.2 Vensters voor verantwoording.......................................... 53 SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 5 | trevi anu m scho l en groep
Missie Waarom we bestaan, permanente opdracht
Visie
Wie we willen zijn Devies: Elke leerling is de moeite waard
Kernwaarden Waar we in geloven
Strategie Wat we moeten doen, wat we willen
Doelstellingen maatregelen
Onderwijs & begeleiding
Personeel
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 6 | t rev ian um s c h o leng roe p
Communicatie
Kwaliteits zorg
Financieel & materieel
1. Algemeen
een beschrijving bevatten van het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd
1.1 Waarom een schoolplan?
en omvat in elk geval het onderwijskundig beleid, het perso-
Een schoolplan is een belangrijk kwaliteitsdocument met zowel
neelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en
interne als externe reikwijdte.
verbetering van de kwaliteit van het onderwijs (WVO art. 24).
Binnen onze schoolorganisatie heeft het schoolplan de volgende
Een schoolplan heeft dus een tweeledige functie. Aan de ene
functies:
kant is het een kwaliteitsdocument waarin het schoolbeleid
• Het geeft richting aan de schoolontwikkeling op middellange
wordt geëxpliciteerd. Het opstellen van het schoolplan maakt
en langere termijn en daaruit afgeleid ook aan de koers die
een aantal vanzelfsprekendheden helderder, bijvoorbeeld
op korte termijn aangehouden moet worden. Het schoolplan
de relatie tussen docent en leerling, school en ouders en het
geeft antwoord op vragen als: wat willen we met onze scholen
pedagogisch-didactisch handelen op Trevianum. Dit zorgt voor
bereiken en op welke manier willen we de gestelde doelen be-
een dagelijkse gang van zaken die gebaseerd is op duidelijk
reiken? Welke aspecten van onze organisatie en het onderwijs-
omschreven keuzes.
proces continueren we, welke zijn voor verbetering vatbaar en welke nieuwe initiatieven willen we in de komende planperiode
Daarnaast is het schoolplan een wettelijk voorgeschreven
aanzetten?
document waarmee verantwoording kan worden afgelegd naar
• Het schoolplan versterkt de gelijkgerichtheid.
overheid (verticale dialoogpartners) en omgeving (horizontale
• Opstellen van het schoolplan nodigt uit tot verdere bezinning
dialoogpartners).
op je visie en aanscherping daarvan. • Het schoolplan zorgt voor vergroting van de deskundigheid. Het schoolplan is daarnaast een middel om de dialoog met onze omgeving aan te gaan. Primair valt daarbij te denken aan ouders, maar ook toeleverende basisscholen en overheidsinstanties zijn dialoogpartners. Een schoolplan is overigens ook een wettelijke verplichting. De wet op het voortgezet onderwijs schrijft voor dat het bevoegd gezag tenminste eenmaal in de vier jaar het schoolplan moet vaststellen (WVO art. 24c)1. Het schoolplan moet volgens de wet 1 Het onderwijs is een sector waarin men zich royaal bedient van afkortingen. Om het de lezer gemakkelijk te maken, worden alle gebruikte afkortingen aan het einde van deze publicatie verklaard (zie blz. 61-62)
SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 7 | trevi anu m scho l en groep
1.2 Hoe kwam het schoolplan tot stand? 2
1.3 Structuur van Trevianum
Een schoolplan schrijven kost veel tijd en overleg . Het dwingt
Trevianum scholengroep omvat drie zelfstandige scholen: havo,
tot de nodige reflectie en evaluatie, maar dat is meteen ook
atheneum en gymnasium. De onderwijskundige leiding van elke
het zinvolle aan het schrijven van zo’n plan. De totstandkoming
school berust bij een onderwijsdirecteur. Omdat Trevianum het
vergde de nodige sessies van algemene directie, onderwijs-
heel erg belangrijk vindt dat de leerlingen van de basisschool
directie en directeur stafbureau voor de inhoud van het alge-
de overstap naar de middelbare school goed verwerken, is er
mene, scholenoverstijgende deel van het schoolplan. Daarnaast
voor de eerste klassen van de drie scholen een aparte onderwijs-
was het de taak van de leden van de onderwijsdirectie om
directeur, die zorgt voor de aansturing van het onderwijs in deze
schoolspecifieke onderdelen te verzorgen.
sector. Ook schooloverstijgende begeleidingsaspecten vallen onder deze onderwijsdirecteur. De onderwijsdirectie staat onder
Om de betrokkenheid bij het schoolplan te vergroten zijn diverse
leiding van het College van Bestuur, dat uit twee leden bestaat3.
geledingen geïnformeerd over de verschillende stadia van het
Het College van Bestuur is verantwoording schuldig aan de Raad
plan en zij werden daarbij uitgenodigd om te reageren. De aanzet
van Toezicht. Trevianum heeft ook nog een stafbureau, onder ver-
tot het plan is besproken met een klankbordgroep van perso-
antwoordelijkheid van een directeur.
neelsleden. De contouren van het plan zijn besproken tijdens de sectie-directiegesprekken, tijdens het sectieleidersberaad en het coördinatorenberaad. Ook de ouders zijn geïnformeerd over de
Raad van toezicht
vorderingen van het schoolplan. Het is besproken in de ouderraad en in de klankbordgroepbijeenkomsten van de afzonderlijke scholen. Ook in de GMR is het schoolplan een aantal malen aan
College van bestuur
de orde geweest en in de MR van elke school heeft de betreffende onderwijsdirecteur het schoolspecifieke deel van het plan
Stafbureau
toegelicht. directeur
directeur
directeur
havo
atheneum
gymnasium
1e klassen
1e klassen
1e klassen
directeur
In de GMR-vergadering van 22 maart 2010 is het schoolplan vastgesteld. Het schoolplan geeft de koers aan voor de periode 2010 tot 2014. Nadere (bij)sturing en actualisering zal per kalenderjaar plaatsvinden via een actiepuntenlijst. 2 E en van de problemen die zich bij het schrijven van het schoolplan voordoet, is de verwijzing naar meisjes en jongens, vrouwen en mannen. Taal is een prachtig hulpmiddel om de werkelijkheid te ver’taal’en, in woorden om te zetten, maar niet altijd toereikend. We hebben in het Nederlands in de derde persoon geen verwijswoord dat naar beide seksen verwijst. Omwille van de leesbaarheid hebben we gekozen voor het mannelijk verwijswoord. We verzoeken de lezer om overal waar het voornaamwoord hij of zijn staat, zij/hij en haar/zijn te lezen.
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 8 | t rev ian um s c h o leng roe p
Organogram van Trevianum scholengroep 3 Naar aanleiding van actuele ontwikkelingen binnen het management en in het perspectief van de nieuwe beleidsvoornemens en het ambitieniveau zoals omschreven in dit schoolplan, wordt op korte termijn een indringend onderzoek ingesteld. Op basis van een sterktezwakte-analyse van de inrichting en het functioneren van onze scholengroep en aanbevelingen door deskundigen worden beslissingen genomen over mogelijke wijzigingen van de organisatiestructuur.
Missie Waarom we bestaan, permanente opdracht
Visie
Wie we willen zijn Devies: Elke leerling is de moeite waard
Kernwaarden Waar we in geloven
2.2 Visie In zijn Vijfde discipline praktijkboek4 beschrijft Peter Senge een begroetingsritueel bij de stammen van Natal in Zuid-Afrika. Bij die stammen luidt de gebruikelijke begroeting: ‘Sawu Bona’. Dat wil letterlijk zeggen: ‘Ik zie u’. De tegengroet luidt: ‘Sikhona’‘Ik ben hier’. Vooral de volgorde van de groeten is belangrijk: pas als je gezien wordt, besta je. Dat idee maakt deel uit van wat men Ubuntu noemt, een opvatting die sterk vertegenwoordigd
2. Missie en visie
is onder de autochtone bevolking van Afrika ten zuiden van de Sahara. ‘Ubuntu’ kan letterlijk vertaald worden als ‘een mens wordt pas een mens door andere mensen’.
2.1 Missie Jonge mensen van nu intellectueel en sociaal-emotioneel toerusten voor de maatschappij van straks, dat zien wij als onze missie.
Waarden • Leergierigheid
kwalificerend
• Zelfvertrouwen • Autonomie • Eerlijkheid
Ik
Onze permanente opdracht is gelegen in het bevorderen van het welzijn van de jonge mensen die aan onze zorgen zijn toevertrouwd en die in deze wereld opgroeien. We willen ervoor zorgen dat onze leerlingen opgroeien tot volwassenen die leiding kunnen geven aan hun eigen leven in deze steeds veranderende wereld.
• Empathie • Respect • Vertrouwen
socialiserend
Wij
Daarbij zien wij voor ons een dubbele taak weggelegd: een kwalificerende en een socialiserende taak.
Waarden behorend bij kwalificerende en socialiserende taak Trevianum
Om te beginnen willen wij onze leerlingen brengen naar een niveau van kennis en vaardigheden dat recht doet aan hun talen-
Pas als je gezien wordt, besta je. Je bestaat pas als mens als an-
ten. Dat is onze kwalificerende taak.
deren je zien en waarderen. Vandaar dat ons motto is: elke leer-
Daarnaast zijn onze inspanningen erop gericht onze leerlingen
ling de moeite waard! Om voor elke leerling van betekenis te zijn,
te helpen zich te ontwikkelen tot onafhankelijke jonge mensen
hem te zien, willen wij rechtdoen aan zijn capaciteiten en hem
die weten hoe ze het beste uit zichzelf kunnen halen en die ook weten dat voor het bereiken van resultaten het een meerwaarde heeft samen te werken met anderen. Dat zien wij als onze socialiserende taak.
4 D it werk hoort bij de bekende Vijfde discipline-serie, waarin Peter Senge zijn denkbeelden over lerende organisaties in vijf leerdisciplines heeft vastgelegd: persoonlijk meesterschap, gemeenschappelijke visie, mentale modellen, teamleren en systeemdenken. Deze fundamentele managementinzichten en organisatieprincipes zijn in het vierde deel, Lerende scholen. Nieuwe uitdagingen voor de lerende organisatie toegepast op scholen.
SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 9 | trevi anu m scho l en groep
daarin bevestigen. Wij willen daartoe kwalitatief hoogwaardig
zijn talenten te benutten. Wisselwerking met de omgeving is de
onderwijs bieden in een inspirerende en veilige leeromgeving.
manier waarop de groei vorm krijgt. Voorwaarde tot groei is het ervaren van competentie, autonomie en verbondenheid. Deze
Behalve de kernwaarde van het Sawubona (je bestaat pas als
drie ziet men als psychologische basisbehoeften.
mens als anderen je zien en waarderen) vinden wij nog een aantal andere waarden erg belangrijk. Deze hangen samen met onze
Trevianum hanteert als leidraad bij zijn socialiserende taak aller-
kwalificerende en socialiserende taak.
eerst een drietal waarden op individueel niveau. Om te beginnen is dat zelfvertrouwen, zorgen dat iedere leerling een positief zelf-
2.2.1 Kwalificerende taak en bijbehorende waarde
beeld ontwikkelt, het gevoel heeft dat hij goed is in wat hij doet,
Een school heeft primair een kwalificerende taak. Zij moet zor-
zich competent voelt. Een tweede belangrijke waarde is autono-
gen dat elke leerling een opleiding krijgt die past bij zijn talenten
mie: in contact staan met wie je echt bent (authenticiteit) en de
en dat die opleiding bekroond wordt met een diploma. Maar in
vrijheid ervaren om keuzes te maken die passen bij wie je bent.
deze zich snel ontwikkelende en steeds complexer wordende maatschappij is een diploma slechts een startkwalificatie. Jonge
Wat wij op Trevianum willen, is ertoe bijdragen dat de jonge
mensen moeten worden voorbereid op een levenlang leren, een
mensen die aan onze zorgen zijn toevertrouwd, zich naar hun
voortdurende ontwikkeling van hun capaciteiten. Wat ze tijdens
talenten ontwikkelen tot zelfstandige burgers in een democrati-
hun verblijf op Trevianum moeten ervaren, is dat kennis niet
sche maatschappij.
macht, maar vooral genot is; dat het aangenaam is veel kennis te vergaren en die te delen met anderen. In verband daarmee wordt
Voor vervulling van de belangrijkste psychologische basis-
op Trevianum leergierigheid, gekoppeld aan intrinsieke moti-
behoefte, de behoefte aan verbondenheid met anderen, is nog
vatie, als een belangrijke waarde beschouwd. We zien het als
een derde individuele waarde van belang, eerlijkheid. In de om-
onze opdracht deze verder op allerlei manieren en vanuit diverse
gang met elkaar moet je volledig op elkaar kunnen vertrouwen
invalshoeken te stimuleren.
en is eerlijkheid van enorm belang.
Hoeveel kennis je echter ook vergaart, als je als mens geen
Mensen zijn sociale wezens, gedijen pas optimaal in omgang met
positieve sociale ontwikkeling doormaakt, zal je intellectuele
anderen. In verband daarmee koestert Trevianum ook een drietal
bagage nooit optimaal benut kunnen worden. Vandaar dat er op
waarden op sociaal niveau: empathie, respect en vertrouwen. Als
Trevianum ook veel aandacht is voor een aantal waarden binnen
je weet dat je eerlijk bent tegenover elkaar, elkaar kunt vertrou-
de socialiserende taak waartoe Trevianum zich gesteld ziet.
wen, kan er sprake zijn van echt samen leven en samen werken. Maar, voor samen leven en werken gelden als basisvoorwaarden
2.2.2 Socialiserende taak en bijbehorende waarden
dat je oprecht geïnteresseerd bent in de ander, het vermogen
Door onder anderen psychologen wordt, ondermeer voortbou-
bezit tot empathie en op basis van wederzijds respect met elkaar
wend op de theorie van Abraham Maslow, ervan uitgegaan dat
wilt omgaan.
ieder mens geboren wordt met de behoefte om te groeien en SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 10 | t rev ianum s c h o lengroe p
2.2.3 Visie op identiteit
biedt kansen op correctie en verbetering. Tolerantie houdt
In een hoofdstuk over missie en visie is het goed ook aandacht
niet alleen verdraagzaamheid in, maar ook onvoorwaarde-
te besteden aan de achtergrond van Trevianum. Trevianum is
lijk respect voor en rekening houden met de ander.
een scholengroep voor bijzonder onderwijs op confessionele grondslag, met zijn wortels in de katholieke traditie. Hierbij vindt
4.
Trevianum inspiratie in het christelijk-humanistisch gedachte-
We streven ernaar om leerlingen liefde voor alle leven bij
Ontwikkeling
goed, waarin men elkaar open en met vertrouwen benadert.
te brengen en een positieve kijk op de toekomst. Daar-
Iedereen is welkom die deze identiteit respecteert.
naast wordt hun ook geleerd om verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de wereld dichtbij en veraf. Goed voor-
Daarbij wenst Trevianum zich te binden aan:
beeld doet goed volgen. Van medewerkers verwachten wij dan ook dat ze zich realiseren dat ze een voorbeeldfunctie
1.
Respect
hebben.
Ieder mens moet de kans krijgen zich te ontwikkelen, zijn talenten optimaal te ontplooien. Leerlingen en medewer-
5.
Bezieling
kers moeten zich op school gekend, gezien, gehoord en
We kiezen voor waarde(n)vol onderwijs. We brengen
gewaardeerd weten. Er moet sprake zijn van een klimaat
leerlingen bij een louter materiële kijk op het leven te
waarin men mag zeggen: ‘Wat ik van jou verlang, verlang
relativeren. We streven naar een respectvolle ontmoeting
ik ook van mezelf.’
tussen mensen met een verschillende religieuze en culturele achtergrond. We hebben aandacht voor het verleden,
2.
Medemenselijkheid
Door vertrouwen in en respect voor elkaar is de school
de culturele erfenis en kunst. Om onze leerlingen vertrouwd te maken met het religieuze
een veilige plaats voor ontmoeting en samenwerking van
en spirituele in ons bestaan, wordt het vak levensbeschou-
mensen van verschillende culturen en religies.
wing gegeven en organiseren wij vieringen en bezinnings-
‘Heb de ander lief zoals jezelf’ is daarbij een uitgangspunt
momenten waarvoor leerlingen en medewerkers uitgeno-
dat niet alleen geldt binnen de muren van de school. We
digd worden.
hopen dat alle leden van onze scholengroep dat ook buiten school uitdragen. 3.
Tolerantie
Leren gebeurt met vallen en opstaan. Fouten spelen een belangrijke rol in het leerproces van vooral leerlingen. Onze leerlingen willen wij laten ervaren dat in dat leerproces nieuwe kansen een vanzelfsprekendheid zijn. Op school gelden daarbij duidelijke leefregels. School SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 1 1 | trevi anu m sch ol en groep
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 12 | t rev ianum s c h o lengroe p
A. Didactiek
Strategie
In de komende jaren wordt meer aandacht gegeven aan het
Wat we moeten doen, wat we willen
digitaliseren van het onderwijs en het gebruik maken van de
Doelstellingen maatregelen
elektronische leeromgeving. Bovendien wordt in het kader van het bevorderen van creativiteit en zelfstandigheid van leerlingen meer ingezet op activerende didactiek en het toepassen van een diversiteit van werkvormen.
Onderwijs & begeleiding
Personeel
Communicatie
Kwaliteits zorg
Financieel & materieel
B. Pedagogiek Trevianum biedt een veilige leer- en leefomgeving met duidelijke
3 Onderwijs en begeleiding
gedragsregels voor leerlingen en medewerkers. Een klimaat van veiligheid en geborgenheid is een voorwaarde om tot goede prestaties te komen.
3.1 Algemeen
Trevianum is een scholengroep. Iedere school legt haar accen-
In de interactie tussen leerlingen en medewerkers herkennen we
ten, maar natuurlijk is er ook een aantal gemeenschappelijke
de pedagogische omgeving.
streefpunten.
Voor een verbijzondering van het pedagogisch klimaat verwijzen we naar het vademecum voor personeelsleden, de leerlingen-
3.1.1 Pedagogisch-didactisch klimaat
statuten en de ordereglementen.
Wat vakinhoud en didactiek betreft, gaan we ervan uit dat het sturen van het leerproces in handen ligt van de docent. Deze
3.1.2 Onderwijsaanbod
zorgt ervoor dat leerlingen zich kennis eigen maken en (aangereikte) informatie ordenen op een relevante manier.
A. Basis
Dit houdt in dat de lessen de opbouw kennen van presentatie en
Het basisprogramma is voor alle klassen en alle vakken vast-
uitleg van nieuwe stof, begeleid oefenen door leerlingen en zelf-
gelegd in de lessentabellen.
standig werken van leerlingen. Belangrijk hierbij is een heldere structuur te geven aan het aanbieden van de leerstof, het niveau
Onderbouw
te bepalen en leerlingen uit te nodigen een actieve bijdrage te
Op grond van een evaluatie van de basisvorming enkele jaren
leveren.
geleden zijn nieuwe keuzes gemaakt. Deze waren er vooral op gericht om de aansluiting met de bovenbouw (tweede fase)
De betrokkenheid van leerlingen bij het leren moet naar voren
te verbeteren en samenhang tussen de vakken tot stand te
komen in een positieve studiebeleving en een studiestructuur
brengen. Geanalyseerd moet worden of de aanpassingen het
gekenmerkt door plannen, herhalen, analyseren en samenvatten
gewenste effect hebben gehad.
van de leerstof. SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 1 3 | trevi anu m sch ol en groep
Bovenbouw
3.1.4 Vormen van beoordeling
In het schooljaar 2007-2008 werd de structuur van de tweede fase
In de nieuwe beleidsperiode wordt veel aandacht geschonken
herzien. Dit leidde onder meer tot een ander aanbod en andere
aan de verschillende wijzen van beoordelen. Scholing op het
clustering van vakken en dientengevolge een wijziging van de
gebied van toetsontwikkeling staat hierbij centraal.
lessentabellen. Onderzocht zal worden of op basis van geconsta-
De vormgeving van toetsen van verwante vakken dient meer
teerde knelpunten bij vakken of vanuit de visie om bepaalde vak-
gestandaardiseerd te worden. Ook over de correctie en weging
ken (extra) te profileren, de urentabellen herzien moeten worden.
van de verschillende vormen van toetsen moeten heldere en uniforme afspraken gemaakt worden.
B. Reparerend / remediërend Voor zwakke leerlingen en/of leerlingen die om wat voor reden
3.1.5 Inrichting onderwijs
dan ook een achterstand hebben opgelopen en uit de boot drei-
Bestaande structuren worden onder de loep genomen en, indien
gen te vallen, moet een vangnet gecreëerd worden.
gewenst, aangepast. In dit kader worden organisatievormen
Om de aansluiting met het vervolgonderwijs te verbeteren, wer-
bedoeld als:
den en worden deficiëntieprogramma’s ontwikkeld.
• lesroosters, proefwerkroosters, schema’s PTA-ronden, planning proefwerkbanduren,
C. Verrijkend en uitdagend
• planning van de lesuren en de activiteiten van de stromen,
Voor leerlingen die er blijk van hebben gegeven dat ze meer
• twee stromen in plaats van vier profielen op atheneum-4,
aankunnen dan het standaardprogramma, wordt naar mogelijk-
• opvang van klassen / groepen bij lesuitval,
heden gezocht om hen meer en op een andere wijze uit te dagen.
• huiswerkbegeleiding, • registratie van cijfers,
3.1.3 Extra activiteiten
• gebruik van PDA’s door docenten,
Trevianum kent een rijk aanbod van niet-lesactiviteiten en sfeer-
• intensiever toezicht op verzuim door leerlingen, onder meer
bepalende evenementen op sociaal, sportief en cultureel gebied.
door deelname aan het BAS-project
Leerlingen met een fascinatie voor sport, een van de beeldende
• rapportbesprekingen,
vakken of muziek kunnen in de onderbouw een stroom kiezen.
• traditionele lesvormen versus projectonderwijs, • bevorderingsnormen,
Gedurende enkele perioden per jaar worden projectdagen
• berekening jaarcijfers.
georganiseerd. Er vinden vaak (vak)excursies plaats en voor alle leerlingen in de bovenbouw zijn er meerdaagse buitenlandse
3.1.6 Loopbaanbegeleiding
reizen en internationaliseringprojecten.
Door de loopbaanbegeleiders wordt de komende jaren onderzocht of er gekozen moet worden voor een andere opzet van de
Burgerschapsvorming krijgt onder andere gestalte in de maat-
keuzebegeleiding in de derde klassen, met speciale aandacht
schappelijke stages van vierdeklassers en deelname aan BOS
voor beroeps- en interessetesten, advisering door vakdocenten
(Buurt, Onderwijs en Sport)-arrangementen.
en informatieverstrekking aan leerlingen en ouders.
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 14 | t rev ian um s c h o lengroe p
3.2 Eerste klassen
Verder zal de begeleiding van leerlingen bij hun oriëntatie op het
vervolgonderwijs (HBO en WO) gewijzigd worden. Tevens worden
Door de demografische daling die in deze regio geconcentreerd
de verschillende aspecten van de aansluitingsproblematiek met
is in de periode 2009-2017 (cijfers Provincie Limburg), zal het
het vervolgonderwijs in kaart gebracht. Een terugkoppeling van
aantal eersteklasleerlingen de komende jaren afnemen. Door
behaalde resultaten in het HBO en WO door oud-leerlingen kan
een goede naam kunnen de gevolgen van de demografische da-
veel relevante informatie opleveren voor een optimalisering van
ling verminderd worden.
het LOB-programma. Onderscheidende kenmerken van Trevianum zijn: 3.1.7 Evaluatie en reflectie
• de enige smalle school in de regio,
Het is zaak voortdurend aandacht te schenken aan de kwaliteit
• drie afzonderlijke scholen, met goede resultaten,
van het geboden onderwijs, het schoolklimaat en de beleving
• degelijk onderwijs, duidelijke regels,
van geborgenheid en veiligheid. Bij gebleken onvolkomenheden
• goede uitstraling / prettige leer- en leefsfeer,
moeten passende maatregelen genomen worden.
• goede begeleiding / zorgstructuur, • de grootste in zijn soort, waardoor ruime keuzemogelijkheden
Evaluatie van het onderwijsproces en de opbrengsten kan plaats-
zoals stromen.
vinden in de vorm van: • lesbezoeken door de directie,
3.2.1 Pedagogisch-didactisch klimaat
• enquêteformulieren,
Door het prachtige gebouw waar Trevianum in gehuisvest is,
• kwaliteitsonderzoeken onder medewerkers, leerlingen
met ruime gangen en goede overblijfvoorzieningen en door de
en ouders,
toestroom van over het algemeen vriendelijke en gemotiveerde
• analyses van prestaties (toetscijfers, rapportcijfers, cijfers
leerlingen, heerst er op Trevianum een ontspannen sfeer.
schoolexamen en centraal schriftelijk), • in- , door-, en uitstroomgegevens,
3.2.1.1 Didactiek
• analyses aantallen voortijdig schoolverlaters,
In de komende jaren wordt meer aandacht gegeven aan het
• onderzoek naar verbetering aansluiting PO/VO, VO/HBO en
digitaliseren van het onderwijs en het gebruik maken van de elek-
WO.
tronische leeromgeving. De nieuwe leerling beschikt over andere vaardigheden, zoals snelle informatieverwerking, flexibel omgaan met verschillende informatie- en communicatiebronnen en hij is sterker op samenwerking gericht. Schoolse vaardigheden, zoals nauwkeurigheid, concentratie en aanhoudende taakgerichtheid, zijn minder ontwikkeld. Het onderwijsaanbod moet zo ontwikkeld worden dat enerzijds beter ingespeeld wordt op typische vaardigheden van de huidige generatie en tegelijkertijd spelenderwijze meer schoolse vaardigheden getraind worden. SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 1 5 | trevi anu m sch ol en groep
De grootte van Trevianum maakt het mogelijk om in de onder-
3.2.2 Onderwijsaanbod
bouw zaken aan te bieden als een sport-, een cultuur- en Life Science-stroom. Deze laatste stroom combineert de aantrekkelijk-
3.2.2.1 Basis
heid van een stroom met projectmatig en vakoverstijgend leer-
Het basisprogramma is voor alle klassen en alle vakken vastge-
stofaanbod. Het aanbieden van Cambridge English Minor in de
legd in de lessentabellen. De eerste klassen worden zorgvuldig
onderbouw dient de komende jaren verder uitgebouwd te worden
samengesteld. Trevianum biedt onderdak aan drie zelfstandige
(aansluiting gevend op Cambridge Certificates in de bovenbouw).
scholen: havo, atheneum en gymnasium. Samen met de basisschool (en in overleg met betrokken ouders en leerlingen) wordt
3.2.1.2 Pedagogiek
gekeken in welke brugklas een leerling het beste past: havo/vwo
Trevianum biedt een veilige leer- en leefomgeving met duidelijke
of gymnasium. Maar aan het einde kan een leerling net zo goed
gedragsregels voor leerlingen en medewerkers. De leerlingen
doorstromen naar een ander type. We noemen dat de Delta-
van de eerste klassen volgen een groot deel van hun lessen in
doorstroom: gerichte instroom in het begin, brede uitstroom aan
een speciaal deel van het gebouw: het brugklaspaviljoen. Op een
het einde van de eerste klas.
veilige en vertrouwde manier maken zij zo kennis met het voortgezet onderwijs. Het onderwijs- en begeleidingsprogramma is er
Eerste klas havo/vwo
in het eerste trimester sterk op gericht om een ‘zachte landing’
Leerlingen uit groep 8 worden samen in havo/vwo-eerste-klassen
mogelijk te maken door projecten, introductiekamp en milde
geplaatst. De begeleiding in deze klassen is erop gericht om
vormen van (prestatie-) beoordeling.
het beste uit de leerling te halen, in een goed gestructureerde leeromgeving. In de heterogene havo/vwo-brugklas zijn leer-
Actiepunten
lingen geplaatst met een havo-, een vwo- of een havo/vwo-
• Het versterken van het handelingsrepertoire van mentoren
advies. Administratief staat een leerling ingeschreven op havo
en vakdocenten in de opvang en begeleiding van kwetsbare
of atheneum. Deze indeling is gebaseerd op de Cito-score en de
leerlingen.
gegevens van het leerlingvolgsysteem van de basisschool. Een
• BS, de afkorting van de locatie voor de onderbouw, moet synoniem worden met het beter structureren (BS) van onder-
leerling kan afhankelijk van de bereikte resultaten uiteraard doorstromen naar een tweede klas van een andere Trevianum-school.
wijs: gebruik van trimesterplanners, gebruik van vaste formats, duidelijker doelstellingen bij het opgeven en controleren van
Eerste klas gymnasium
huiswerk, weinig maar duidelijke regels.
In de eerste klassen gymnasium wordt onderwijs met extra
• Beter inspelen op de kwaliteiten van de nieuwe leerling: het
uitdaging geboden. Het is speciaal voor leerlingen met (heel)
onderwijsaanbod moet zo ontwikkeld worden dat enerzijds
veel inzet en behoorlijke capaciteiten en/of leerlingen met (heel)
beter ingespeeld wordt op zijn vaardigheden en tegelijkertijd
veel capaciteiten (slim) en wisselende inzet. Ze worden in het
spelenderwijze meer schoolse vaardigheden getraind worden.
gymnasium geprikkeld met uitdagingen en veel extra ruimte om
• Versterking van de ICT-infrastructuur, meer ruimte bieden voor het gebruik van elektronische leermiddelen. SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 16 | t rev ianum s c h o lengroe p
te presteren. Dit komt tot uitdrukking in:
• extra aandacht voor aspecten van de Griekse en Romeinse cultuur (klassieke culturele vorming), • het bieden van meer uitdaging in en verdieping van wiskundeopdrachten, • meer ruimte voor zelfverantwoordelijk leren.
3.2.2.3 Extra activiteiten Bij de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs worden leerlingen ook uitgedaagd om hun fascinatie of talent voor sport, muziek, beeldende vakken of grote belangstelling voor alles wat met wetenschap of ontdekkingen te maken heeft, in de eerste klas in te zetten. Trevianum Scholengroep biedt voor
3.2.2.2 Reparerend / remediërend
deze groep leerlingen toegang tot een van de stromen.
Voor elke leerling die aangemeld wordt voor of toegelaten is
Op het gebied van sociale en culturele vorming staat in de eerste
tot een school van het bestuur, moet het bestuur een passend
klassen een aantal projectdagen op de rol:
onderwijsaanbod kunnen aanbieden. Dus ook voor de leerlingen
• Introductiekamp: bevordering van de inburgering op school en
die extra zorg nodig hebben. Dit vergt enerzijds aanpassing van het onderwijs en anderzijds intensievere samenwerking met andere scholen (in het samenwerkingsverband). Gedurende het gehele schooljaar worden de eersteklasleerlingen nauwlettend gevolgd en waar nodig extra ondersteund: • faalangstreductietraining • sociale vaardigheidstraining
versterking van de onderlinge (klassen)band; • Project Veilig in de groep: respectvol met elkaar omgaan, pestpreventie en leren omgaan met groepsdruk (nee leren zeggen); • Project Maastricht: geografische, historische en culturele vorming op locatie. 3.2.4 Inrichting onderwijs Leerlingen van deze tijd beschikken over vaardigheden als snelle informatieverwerking, flexibel omgaan met verschillende infor-
• remediale hulp
matie- en communicatiebronnen en zij zijn sterker op onderlinge
- bij problemen in de talen
samenwerking gericht. Schoolse vaardigheden zijn minder
- structureren van studievaardigheden en planning
ontwikkeld. De komende vier jaren zullen we enerzijds meer
• tutorhulp (door bovenbouwleerlingen)
inspelen op de natuurlijke manieren van leren van digital natives door gebruik te maken van moderne technologie (huiswerk-on-
• tweedelijnsbegeleiding
line, snellere feedback via een elektronische leeromgeving),
• traject voorziening (leerlingen met beperkingen)
anderzijds door het bieden van structuur en het oefenen van schoolse vaardigheden in mentorlessen en vaklessen.
Verrijkend
Actiepunten
• Versterking van het taal- en rekenonderwijs door het aanbieden
• De aankleding van de lokalen waar veel eersteklassers komen
van modules in extra begeleidingsuren.
en de inrichting van de lespleinen – eerder saai en degelijk, dan
• Kennismaking met de klassieke cultuur.
warm en ontspannen – behoeven versterking om deze sfeer-
• Talent- en fascinatieontwikkeling in de stromen (cultuur, sport
beleving ook in de onderbouw door te trekken. Dit zou onder
en Life Science).
meer kunnen door de plaatsing van banken / zitjes en gekleurd SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 1 7 | trevi anu m sch ol en groep
meubilair bij werkplekken op de lespleinen. Verbetering van
3.3 Havo
de aankleding van de ruimtes waar de eersteklassers vooral verblijven.
Algemeen
• Verbetering van de afstemming van docenten en sectoren op
De afgelopen tijd zijn verschillende publicaties verschenen over
elkaar: bandbreedte in so’s, regels voor tijd te besteden aan
de havoleerling en havodidactiek5. Daarin komt een aantal ken-
huiswerk (twintig tot dertig minuten per vak), gebruik van een-
merken van de havoleerling naar voren.
zelfde begrippenkader bij talen, exacte vakken en zaakvakken.
Voor een havoleerling geldt over het algemeen dat hij: • intelligent is, creatief, actief en sociaal;
3.2.5 Loopbaanbegeleiding
• veel activiteiten heeft naast school(werk);
In de eerste klassen maken leerlingen kennis met een van de eer-
• een wat kortere concentratieboog heeft;
ste aspecten van loopbaanbegeleiding. Ze onderzoeken aan de
• gericht is op de korte termijn, waardoor deze voor een toets
hand van hun resultaten maar ook aan de hand van secundaire
leert en het verband met een eindexamen of een vervolg-
leerlingkenmerken als plezier in leren, precisie en zorgvuldigheid
opleiding niet ziet;
in het uitvoeren van taken, leertaakgerichtheid en doorzettings-
• niet zo goed kan plannen, de neiging heeft uit te stellen;
vermogen, wat voor hen de beste vervolgkeuze is. Daarbij spelen
• pragmatisch is en over het algemeen kiest voor de gemakke-
niet alleen studieresultaten maar ook de secundaire leerling-
lijkste weg. Hij zet alleen een extra stap als er een punt of uren
kenmerken een rol. Het onderwijs in de eerste klassen is daarbij
te behalen zijn (is gevoelig dus voor beloning!);
zo ingericht dat een naadloze doorstroom naar een hogere
• gevoelig is voor groepswerk;
school bij de overgang naar de tweede klas gegarandeerd is,
• werkt voor de leraar, de leraar doet er toe (!).
bijvoorbeeld van brugklas havo/vwo naar gymnasium-2.
De havoleerling is dus goed getalenteerd, maar heeft wel de nodige structuur en begeleiding nodig om het maximum uit zijn talenten te halen. Ook recente inzichten uit de neuropsychologie omtrent de ontwikkeling van het (puber)brein wijzen in de richting van een be5 • Havisten competent naar het HBO Competentieprofiel voor de overgang van havo naar hbo Bureau ICE januari 2006 • Annette Kerkstra, Helemaal havo VO, september-oktober 2006 • Berenice Michels, Verschil moet er wezen Een werkdocument over verschillen tussen havo- en vwo-leerlingen in de tweede fase en handreikingen om daarmee om te gaan SLO, Enschede 2006 • J. Vermaas en R. van der Linden, Beter inspelen op havo-leerlingen IVA Tilburg, december 2007 • Marlies Hagers, Het theezakjesgevoel, NRC 19 januari 2008
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 18 | t rev ianum s c h o lengroe p
hoefte aan structuur. De prefrontale cortex, de manager van onze
grenzen, regels, duidelijkheid, houvast, orde, discipline.
hersenen, die onder andere nodig is om te plannen, begint pas
Vanuit die behoefte aan structuur is een begin gemaakt met
in de tweede helft van de tienerjaren uit te rijpen. Deze inzichten
het aanbrengen van meer structuur bij de leerlingen via de
gelden overigens voor alle tieners, niet slechts voor havo-
programma’s H2O, H3O+ voor havo onderbouw en Studiewijzer
leerlingen.
voor havo bovenbouw. Binnen en door een duidelijke structuur moeten leerlingen zich een attitude eigen maken die leidt tot
Niet alleen uit de literatuur, ook uit de dagelijkse lespraktijk
meer schoolsucces.
blijkt dat met name havoleerlingen goed gedijen op een heel duidelijke structuur, op orde en discipline.
3.3.1 Pedagogisch-didactisch klimaat Het streven is om in de komende planperiode nog meer acti-
Tenslotte kwam de roep om meer structuur ook vanuit de leer-
verende werkvormen te introduceren. Leerlingen (niet alleen
lingen zelf. In het kader van een opdracht van de BT Academie
havoleerlingen) hebben een korte spanningsboog en zijn gebaat
hebben de coördinatoren van havo-onderbouw aan het einde
bij variatie: korte instructies afgewisseld met opdrachten. Daar-
van het schooljaar 2007-2008 een enquête gehouden onder alle
bij zal ook aandacht zijn voor samenwerkend leren, vanuit het
leerlingen van de tweede en derde klassen havo. Daaruit bleek
streven dat leerlingen moeten ervaren dat synergie een duide-
dat de havoleerlingen op Trevianum:
lijke meerwaarde heeft.
• graag orde wilden in de les (de rust om te werken); • behoefte hadden aan controle (huiswerkcontrole, overhoringen); • wilden dat docenten waarschuwden, maar ook consequent optraden.
De sectie Nederlands heeft in het schooljaar 2008-2009 met de docenten die lesgaven op havo-4 een begin gemaakt de stof van modules van de methode Nieuw Nederlands te gieten in het didactische model van samenwerkend leren. In het schooljaar 2009-2010 wordt dat model doorgevoerd op havo-5.
Verder gaven deze jonge leerlingen een aardig blijk van inzicht
Het streven is om voor de volgende lichting havo bovenbouw
in geslaagde havodidactiek. De ideale les bevat volgens hen
(2010-2012) de stof zoveel mogelijk aan te bieden met behulp
voldoende afwisseling: de leraar moet serieuze uitleg geven, af
van activerende werkvormen.
en toe ruimte maken voor een grapje en het laatste deel van de les gelegenheid geven aan het huiswerk te werken. De uitleg
Via deskundigheidsbevordering en uitwisseling tussen secties
mag niet te lang duren: de leerlingen willen minder luisteren,
(good practices) worden de principes van activerende didactiek
meer doen.
en samenwerkend leren zoveel mogelijk toegepast in het onderwijs in de bovenbouw.
Deze drie componenten – publicaties, de vakdocenten en reacties van de leerlingen zelf – vormen de basis voor de richting
Wat verder gestimuleerd zal worden, is het werken met studie-
voor het onderwijs op Trevianum voor de komende jaren.
wijzers: leerlingen moeten weten waar ze aan toe zijn en leren
Richtinggevend principe is daarbij het woord ‘structuur’:
planmatig te werken. SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 1 9 | trevi anu m sch ol en groep
Pedagogisch didactisch klimaat Streven naar meer activerende werkvormen Uitbreiden modules bij Nederlands: werken via samenwerkend leren Uitwisseling good practice bij secties
In het schooljaar 2008-2009 hebben twee mentoren op havo-2 met hun klas deelgenomen aan een effectonderzoek naar de
Uitbreiden werken met studiewijzers in onderbouw en bovenbouw Extra aandacht voor structuur in de lessen
Organiseren deskundigheidsbevordering voor secties / docenten
Overzicht aandachtspunten pedagogisch-didactisch klimaat
methode Levensvaardigheden van de bekende psycholoog René Diekstra en Carolien Gravesteijn, ontwikkeld bij GGD Rotterdam. Deelname aan het onderzoek loopt door in het schooljaar 20092010. Het onderzoek wordt uitgevoerd door TNO, De Haagse Hogeschool, René Diekstra en het NIGZ. Levensvaardigheden is een lesprogramma voor het bevorderen van een gezonde sociaal-emotionele ontwikkeling bij jongeren in het middelbaar onderwijs. Het is bedoeld om de ontwikkeling in
Wat dat betreft vormt het voortgezet onderwijs voor leerlingen
sociale en emotionele vaardigheden te stimuleren, gevoelens van
een trendbreuk: op de basisschool werken ze met weekplanners,
spanning in moeilijke situaties te verminderen, een positieve ma-
in het tertiair onderwijs met studiewijzers en in het voortgezet
nier van denken aan te leren, het gevoel van eigenwaarde te ver-
onderwijs zijn die instrumenten er niet structureel.
groten, plus het vermogen om conflictsituaties beter te hanteren.
3.3.2 Onderwijsaanbod
In het schooljaar 2009-2010 krijgen de mentoren van havo-3 een
In de huidige kenniseconomie, waarin leerstof een beperkte
training van René Diekstra en wordt een begin gemaakt met het
houdbaarheid heeft en (jonge) mensen ingesteld moeten zijn op
laagbreed invoeren van de methode Levensvaardigheden. Het
levenslang leren, is het van belang leerlingen toe te rusten met
is de bedoeling dat deze mentoren bij de volgende onderbouw-
extra vaardigheden.
cyclus 2010-2012 de methode doorvoeren op havo-2 en daarna op havo-3, waarbij het accent zal liggen op havo-3.
Deze moeten hen in staat stellen hun mannetje te staan in een maatschappij waarin veranderingen elkaar steeds sneller opvol-
Op havo-2 zal het accent wat minder op de sociaal-emotionele
gen. Het gaat daarbij dus om levensvaardigheden, vaardigheden
ontwikkeling liggen en wat meer op het gebied van studievaar-
die de leerlingen in staat stellen ook na hun middelbareschool-
digheden. Daarbij zal er vooral aandacht zijn voor de toepassing
opleiding het maximale uit hun talenten te halen.
van neuropsychologische inzichten op het terrein van de studievaardigheden, het ‘breinleren’.
Onderbouw In de onderbouw van de havo gaven leerlingen aan dat ze in de
Bovenbouw
mentorlessen wilden leren studeren, maar dat ze daarnaast ook
In de bovenbouw is het extra belangrijk leerlingen vaardigheden
hulp wilden krijgen in het omgaan met conflicten en problemen. En
bij te brengen die hen helpen zichzelf optimaal te ontwikkelen,
ze hebben in hun jonge leventje als pubers heel wat problemen en
ze zelfbewust te maken, leren weloverwogen keuzes te maken
conflicten op te lossen: thuis, op school, in hun vriendenkring.
en succesvol te zijn in relaties met anderen. Het gedachtegoed
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 20 | t rev ianum s c h o lengroe p
Onderwijsaanbod Bovenbouw
Onderbouw Aandacht voor breinleren Studievaardigheden Mentorles: Levensvaardigheden, methode Diekstra
Mentorles: Covey, Zeven eigenschappen die jou succesvol maken
havo-2
havo-4 en havo-5
havo-3
Onderzoek mogelijkheid invoering Cambridge Engels
Aandacht voor leerstijlen
Extra examentrainingen
Taalbeleid
Onder- en bovenbouw
Verbeteren leesattitude en leesvaardigheid
Breinkennis (fixed/growth mindset) Uitbreiding studievaardigheden
Aanpak teksten Mindmappen
Ontwikkelen studielogboek: aandacht voor leren leren en zelfreflectie Ontwikkelen taalbeleid
Lezen en schrijven Taalgericht vakonderwijs
Overzicht aandachtspunten onderwijsaanbod
van Stephen Covey, door het tijdschrift Time uitgeroepen tot een
Taalbeleid
van de 25 invloedrijkste Amerikanen, biedt daartoe een uiter-
Een veel gehoorde klacht is dat leerlingen steeds minder
mate geschikt kader. Op havo-4 en havo-5 gaan de leerlingen in
leesvaardigheid bezitten. Voor een deel heeft dat te maken met
het schooljaar 2009-2010 aan de slag met het werkboek Zeven
de beeldcultuur waar zij in opgroeien en waarin zij zich gretige
eigenschappen die jou succesvol maken. Het is de bedoeling dat
consumenten betonen. Het onderwijs blijft niettemin erg talig;
in de periode 2010-2014 een programma ontwikkeld wordt op
het is zelfs zo dat bij een vak als wiskunde een behoorlijke mate
basis van het gedachtegoed van Covey.
van tekstbegrip vereist is. Daarom is het van groot belang de taalvaardigheid van leerlingen te vergroten.
Begeleiding Voor zwakke leerlingen is er de mogelijkheid extra hulp te
Van belang is om te beginnen in de onderbouw het instapniveau
krijgen, onder andere in de vorm van tutorbegeleiding. In de
in beeld te brengen. Dat gebeurt in de eerste klas al via een
examenklassen zal extra examentraining aangeboden worden.
tekstbegriptoets. Via het Volg- en AdviesSysteem (VAS) van Cito is het vervolgens mogelijk jaarlijks de opbrengst van het onderwijs in de onderbouw te meten.
SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 2 1 | trevi anu m sch ol en groep
Leerlingen in het voortgezet onderwijs die moeite hebben met de
elke laag een thema-avond wordt georganiseerd voor ouders/
teksten in hun schoolboeken, worden belemmerd in het leren.
verzorgers:
Het is belangrijk deze leerlingen vroegtijdig te signaleren en
• havo-2: (Puber)brein en leren,
ondersteuning te bieden. Diatekst is een toets waarmee leespro-
• havo-3: Levensvaardigheden,
blemen worden gesignaleerd. Bovendien biedt deze signalering
• havo-4 en havo-5: Zeven eigenschappen die jou succesvol
aanknopingspunten voor gerichte hulp aan zwakke lezers op alle
maken.
onderwijsniveaus. Verder wordt met behulp van het CPS onderzocht hoe schoolbreed gewerkt kan worden aan verbetering van leesattitude en leesvaardigheid. Taalgericht vakonderwijs kan daarbij een van de hulpmiddelen zijn.
Extra activiteiten Internationalisering
Activiteiten voor ouders havo-2: (Puber)brein en leren
Project Hückelhoven
Goededoelenacties
havo-3: Levensvaardigheden
Dance4Life
3.3.3 Extra activiteiten
havo-4/5: Covey, Zeven eigenschappen die jou succesvol maken
Sportreis
Voor de leerlingen zijn er tal van activiteiten buiten de lessen om die een bijdrage leveren aan hun vorming. Om te beginnen zijn
Overzicht aandachtspunten niet-lesactiviteiten
daar de projecten, bijvoorbeeld het project Hückelhoven, dat in het teken staat van de internationalisering. Verder is er voor de leerlingen van havo-4 de maatschappelijke stage. Heel vormend ook zijn de goededoelenacties. Zo deed de
3.3.4 Vormen van beoordeling
hele jaarlaag havo-3 in het schooljaar 2009-2010 mee aan de
Zie algemene paragraaf 3.1.4 (pag. 14).
actie Dance4Life, die in het teken staat van de strijd tegen aids. Eén klas was daarbij zo succesvol dat ze een reis naar Oeganda
3.3.5 Inrichting onderwijs
heeft gewonnen. Leerlingen hebben daar een weeklang ontwikkelingswerk verricht. Een laatste voorbeeld van vormende niet-
Meer structuur
lesactiviteiten is de sportreis waar leerlingen van havo-4 in de
De komende vier jaren zullen in het teken staan van het aan-
projectweek aan kunnen deelnemen.
bieden van meer structuur. Dat gebeurt via het uitbreiden en vervolmaken van de programma’s H2O, H3O+ en Studiewijzer.
Onderwijs is een proces waarbij drie partijen betrokken zijn: school, leerlingen en ouders. Het is daarom van belang ouders
Terugdringen voortijdig schoolverlaten
te betrekken bij het onderwijs dat aan de leerlingen gegeven
Een ander aandachtspunt is het terugdringen van het voor-
wordt. Naast intensievere communicatie via het H2O- en H3O+-
tijdig schoolverlaten. Om te beginnen moet de grotere mate van
boekje worden de ouders ook op elke laag geïnformeerd over het
structuur via H2O, H3O+ en Studiewijzer daar een steentje aan
programma van de mentorlessen. Het is de bedoeling dat voor
bijdragen.
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 22 | t rev ianum s c h o lengroe p
Loopbaanbegeleiding
Aandachtspunt is verder het terugdringen van verzuim door deelname aan het BAS-project, waarbij de leerplichtambtenaar op gezette tijden in school aanwezig is en leerlingen aanspreekt op ongeoorloofd verzuim.
Zie algemene paragraaf
Verbetering aansluiting HBO
Ontwikkelen keuzeportfolio
Onderzoek vereiste competenties
Inrichting onderwijs
Optimalisering keuzeproces
Overzicht aandachtspunten loopbaanbegeleiding
Meer structuur havo-2: H2O
Terugdringen voortijdig schoolverlaten
havo-3: H3O+ havo-4/5: Studiewijzer
3.3.7 Reflectie en evaluatie Voor de komende planperiode zal onderzocht worden hoe de opbrengst van de onderbouw geoptimaliseerd kan worden.
Overzicht aandachtspunten inrichting onderwijs
3.3.6 Loopbaanbegeleiding Een groot aantal van de leerlingen met een havo-diploma (maar hetzelfde geldt ook voor leerlingen met een vwo-diploma) maakt de vervolgstudie waar ze aan beginnen niet af. De vraag is waar dat bij de havoleerlingen aan ligt: gaan ze onvoldoende toegerust het HBO in, of is hun keuze voor een vervolgopleiding niet voldoende gefundeerd? Het is erg belangrijk om een nader onderzoek te doen bij HBO-instellingen waar Trevianum-leerlingen naar toe gaan naar de vraag waarom zij binnen de instelling van studie wisselen dan wel hun studie niet afmaken.
Reflectie en evaluatie Lesbezoek Enquêtes onder leerlingen Enquêtes onder ouders
Analyse cijfers Rapportcijfers Eindexamenresultaten Doorstroom- en uitstroomgegevens
Onderzoek optimaliseren opbrengst onderbouw Toetsbeleid
Overzicht aandachtspunten reflectie en evaluatie
Afhankelijk van de uitkomst van een dergelijk onderzoek zal vervolgens gewerkt moeten worden aan de competenties die in het HBO gevraagd worden en/of aan een aanpassing van het loopbaanbegeleidingstraject, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van een keuzeportfolio om een meer gefundeerde keuze voor een vervolgopleiding te bewerkstelligen. SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 2 3 | trevi anu m sch ol en groep
3.4. Atheneum
de mogelijkheid extra lessen te volgen en zodoende additionele uitleg en oefening te krijgen in vakken die moeilijkheden
Algemeen
opleveren. Examentraining door bekwame vakdocenten zorgt
Het atheneum van Trevianum scholengroep wordt bevolkt door
voor een gedegen voorbereiding op het centraal eindexamen en
een gemêleerd gezelschap. Typering van ‘de’ atheneumleerling is
aansluitingsmodules in een breed scala van vakken maken een
dan ook een bijna onmogelijke opgave en doet misschien eerder
probleemloze overgang naar een universitaire opleiding of het
afbreuk aan de diversiteit van de atheneumpopulatie.
HBO mogelijk.
Desondanks is het de moeite waard een poging te ondernemen
Om de atheneumleerling de mogelijkheid te bieden zijn talenten
de atheneumleerling te schetsen, temeer daar de inrichting van
op alle gebieden volledig te ontplooien, zijn intellectuele capa-
het onderwijs op het atheneum zich vooral richt op de vraag,
citeit te ontwikkelen en hem zodoende meer kansen te bieden
de behoeften en het aanwezige intellectuele potentieel van de
op een weloverwogen keuze voor één van de profielen, zal met
atheneumleerling.
ingang van schooljaar 2010-2011 het zogenaamde Tweestromenland worden ingevoerd. Hierdoor wordt de atheneumleerling
De atheneumleerling is breed georiënteerd en geïnteresseerd,
in de gelegenheid gesteld pas in leerjaar vijf definitief voor een
praktisch ingesteld, pragmatisch, spontaan, leergierig, hard
profiel te kiezen dat bij hem past.
werkend, sociaal en soms berekenend. Hij is vaak op basis van resultaten en Cito-gegevens toelaatbaar voor het gymnasium,
3.4.1 Pedagogisch-didactisch klimaat
maar heeft bewust gekozen voor een minder talige opleiding. Hij
De leerlingen op het atheneum zijn over het algemeen praktisch
is constant op zoek naar nieuwe uitdagingen en toetst deze bij
en visueel ingesteld. Om hen tegemoet te komen is een gevari-
voorkeur op hun bruikbaarheid.
eerd aanbod van activerende werkvormen van belang.
Een blik over de ‘grenzen’ van school en de vraag naar uitdaging is voor leerlingen van het atheneum een vanzelfsprekendheid. In-
Onder andere het gebruik van meer digitaal lesmateriaal,
ternationalisering (zoals diverse educatieve buitenlandse reizen
projectmatig leren en vakoverstijgende thema’s zouden hieraan
en uitwisselingen en project Hückelhoven), de implementatie van
kunnen bijdragen. Ook het digitaal toetsen met bijvoorbeeld
ELO en uitdagende projecten in de bètarichting sluiten daarom
het programma Toetshulp en het werken met een elektronische
perfect aan bij de huidige atheneumleerling. Ook het aanbod
leeromgeving behoren tot de mogelijkheden. In dit verband zal
aan gevarieerde lesactiviteiten, stimulerende en uitdagende
ook de samenwerking met KennisNet en uitgevers bestudeerd
didactiek en afwisselend en boeiend lesmateriaal (digitalise-
worden. Verder zal onderzocht worden of het realiseren van een
ring) komen de naar uitdaging en verdieping zoekende leerling
digitale klas (beginnend in de onderbouw) mogelijk is.
tegemoet. Maar er is ook aandacht voor leerlingen die obstakels tegenkomen in hun studieproces. De KWT-uren bieden de leerling SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 24 | t rev ian um s c h o lengroe p
Pedagogisch didactisch klimaat Meer digitaal lesmateriaal Interactief bord Meer werken met een elektronische leeromgeving Samenwerken met kennisNet en uitgeverijen
Verschillende activerende werkvormen toepassen Groepswerk Projectmatig werken Vakoverstijgende thema’s behandelen
Opstartkosten digitale klas Meer digitaal lesmateriaal Digitale toetsen (programma Toetshulp) Digitaal leerling portfolio Meer huiswerk controle Klassikaal laptop
Leerlingen onderzoekend laten leren Wat is belangrijk in dit hoofdstuk? Welke vragen kun je over dit onderwerp stellen?
Overzicht aandachtspunten pedagogisch klimaat
3.4.2 Onderwijsaanbod
stroom en de maatschappijstroom. In het schooljaar 2009-2010 is in een gecombineerde athene-
Basis
um-/gymnasiumklas gestart met het Life Science-project. In deze
Het basisprogramma is voor alle klassen op het atheneum in de
klas werken de leerlingen aan een aantal projecten die vakover-
lessentabellen vastgelegd.
stijgend zijn.
Basisprogramma onderbouw
Basisprogramma bovenbouw
De eerste en tweede klassen volgen respectievelijk 29 en 31
In de vierde klas hebben alle leerlingen in het schooljaar 2009-
vaklessen, twee proefwerkbanduren en een mentorles.
2010 een keuze gemaakt uit de vier profielen (NG, NT, EM en CM). Zij volgen 27 tot 30 vaklessen (afhankelijk van het profiel
De derde klassen hebben 29 vaklessen, twee proefwerkband-
en de gekozen vakken). Verder zijn er twee proefwerkbanduren
uren en een mentorles. Ze krijgen twee uren les naar keuze uit
en een ingeroosterd mentoruur. Aangezien in het schooljaar
een van de drie vakken tekenen, handvaardigheid of muziek.
2010-2011 gestart wordt met het Tweestromenland, zullen de
Tijdens het derde leerjaar moeten de leerlingen voor de vierde
leerlingen tussen de 32 en 34 lessen volgen in een van de twee
klas een keuze maken uit twee stromen, te weten de natuur-
stromen (natuurstroom of maatschappijstroom). SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 2 5 | trevi anu m sch ol en groep
De leerlingen in de vijfde klas volgen hun lessen in een van de
voor herkansing / herexamen en extra examentraining die tegen
vier profielen, ongeveer 29 vaklessen, twee proefwerkbanduren
een geringe vergoeding toegankelijk is voor alle leerlingen.
en een mentorles. Voor sommige vakken zijn er in de vijfde
Proefwerkbanduren worden in de zesde klas niet meer gegeven
klas al PTA’s. In de zesde klas volgen de leerlingen ongeveer 27
en er is ook geen mentorles ingeroosterd.
vaklessen, krijgen ze driemaal een PTA-ronde, enkele momenten
Atheneum basisprogramma 4de klas
1ste klas 29 uur les
Schooljaar 2009-2010 keuze uit CM, EM, NG en NT
2 uur toetsband Schooljaar 2010-2011 keuze uit twee stromen
1 ssu uur 1 mentorles
2 uur toetsband 1 mentorles
2de klas
Extra uren ondersteuning zwakke leerlingen
31 uur les
5de klas
2 uur toetsband 1 mentorles
Profiel CM, EM, NG en NT 2 uur toetsband 1 mentorles Extra uren ter ondersteuning zwakke leerlingen
6de klas
3de klas 29 uur les 2 uur toetsband 1 mentorles 2 uur keuze Hv, Te of Mu
Profiel CM, EM, NG en NT 3 x PTA 3 x Herkansing 2 x Herexamen Extra examentraining voor alle leerlingen
Overzicht atheneum basisonderwijs
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 26 | t rev ianum s c h o lengroe p
Reparerend / remediërend De leerlingen op het atheneum vormen een gemêleerde groep en
Aangezien Trevianum sinds juli 2009 JetNet-school is, zal een
dus is er ook aandacht voor leerlingen die meer moeite hebben
intensieve samenwerking met verschillende bedrijven plaats-
met bepaalde vakken. Deze leerlingen krijgen de mogelijkheid
vinden voor leerlingen van de onderbouw, maar zeker ook van de
KWT-uren te volgen. In deze uren krijgt de leerling extra uitleg
bovenbouw.
en oefening aangeboden in de vakken waarbij ze moeilijkheden
Het versterken van het bètaonderwijs heeft in de bovenbouw
ondervinden.
zeker prioriteit. Door het aanbieden van extra ondersteuningslessen, modules en examentrainingen zal getracht worden de
Verrijkend en uitdagend
leerlingen beter voor te bereiden op hun examen, maar ook op
De onderbouwleerlingen kunnen verschillende stromen kiezen
het vervolgonderwijs. In dit kader past het ook om de profiel-
(sportstroom, artistroom en Life Science). Voor het schooljaar
keuze een jaar uit te stellen. De leerlingen kiezen in de derde
2010-2011 wordt onderzocht of leerlingen in de onderbouw
klas voor een van de twee stromen en maken aan het einde van
Spaans als extra vak aangeboden kunnen krijgen.
het vierde jaar pas hun definitieve keuze. Vernieuwend
Voor leerlingen in de bovenbouw die meer uitdaging vragen, worden modules aan de Open Universiteit aangeboden, bestaat
Bovenbouw
de mogelijkheid tot het volgen van Cambridge Engels en wordt
Tweestromenland
onderzocht of modules wiskunde en economie tot de mogelijk-
Verbetering Bètaonderwijs
heden behoren.
Samenwerking bedrijven Bètavakken meer op elkaar afstemmen
Vernieuwend In de onder- en bovenbouw moet het onderwijs zodanig aangepast worden dat het nog beter aansluit bij de leerlingen van deze tijd.
Verbetering aansluiting vervolgonderwijs
Onderbouw Life Science eerste klas Digitale klas Vakoverstijgend werken Projectwerk, groepswerk Vakinhoud Te en Ha beter afstemmen op bepaalde profielen
Extra modules aanbieden Extra examentraining
Overzicht aandachtspunten vernieuwing
Zo is in een gecombineerde eerste klas (atheneum- en gymnasiumleerlingen) gestart met Life Science. In deze klas werken de leerlingen vakoverstijgend aan thema’s en projecten. Ze zijn
3.4.3 Extra activiteiten
vooral onderzoekend bezig, werken in groepjes en maken veel
Op het atheneum worden zowel in de onder- als bovenbouw
gebruik van de elektronische leeromgeving, digitaal lesmateriaal
extra activiteiten aangeboden. Zo worden in klas 1 t/m 3 verschil-
en ICT. Ook het oprichten van een digitale klas is in ontwikkeling.
lende projecten georganiseerd. De leerlingen in de bovenbouw nemen deel aan een aantal (vak)excursies, externe vaklessen
Voor de derde klassen zal onderzocht worden of bij de vakken
en in sommige vakken zelfs bijzondere colleges, in school, maar
tekenen en handvaardigheid de inhoud zodanig kan worden
ook buiten school. In laag vier vinden de buitenlandse reizen
aangepast dat deze beter aansluit bij bepaalde profielen.
plaats. In schooljaar 2010-2011 zal er een programma ontwikkeld SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 2 7 | trevi anu m sch ol en groep
worden voor de maatschappelijke stage.
3.4.5 Inrichting onderwijs
Verder worden LOOT-leerlingen op allerlei manieren gesteund in
Inrichting onderwijs
het uitoefenen en het verder ontwikkelen van hun sport. Projectonderwijs traditionele lesvormen
Internationalisering Leerlingen uit de derde klas kunnen zich opgeven voor een
Proefwerkroosters
Bevorderingsnormen
uitwisseling met leerlingen van een school in Hückelhoven. In
Verzuimregistratie
het daarop volgend jaar kiezen de leerlingen voor een steden-
Opvang klassen/groepen bij lesuitval
reis of een uitwisseling. De uitwisseling biedt de leerlingen de
Huiswerkbegeleiding
mogelijkheid om kennis te maken met de cultuur, de gewoonten
Lesroosters
PTA-schema's Proefwerkbanduren Planning stromen Rapportbespreking
Cijferregistratie
en bijzonderheden van een ander land. Ze verblijven ter plekke in
Gebruik PDA's
Berekening jaarcijfers
gastgezinnen. In de tweede helft van het schooljaar verblijven de
Tweestromenland 4de klas
Werken met Magister
leerlingen uit het buitenland in de gezinnen van onze leerlingen en wordt er een gevarieerd programma van les, cultuur, bezichti-
Maatschappelijke stage Begeleiding profielwerkstukken extern
ging en ontspanning aangeboden.
Overzicht aandachtspunten inrichting onderwijs
Extra activiteiten Bovenbouw Projecten Internationalisering Stedenreizen Begeleiding LOOT-leerlingen (Vak)excursies
3.4.6 Loopbaanbegeleiding Zie algemene paragraaf 3.1.6 (pag. 14).
Onderbouw Projecten
Intern Extern
3.4.7 Reflectie en evaluatie
Uitwisseling met Hückelhoven
Reflectie en evaluatie
Begeleiding LOOT-leerlingen Speciale colleges via samenwerking met bedrijven
Speciale colleges Lessen extern / internet Maatschappelijke stage Begeleiding profielwerkstukken extern
Analyses Rapporten SE- en CE-cijfers Doorstroomgegevens Schoolverlaters
Overzicht aandachtspunten (extra) educatieve activiteiten
Adviezen en resultaten
Enquêtes onder leerlingen
Toetsbeleid Toetsontwikkeling Kwaliteit van toetsen Manier van toetsen Afstemming van de vakken Lay-out van de verschillende toetsen
Lesbezoek
3.4.4 Vormen van beoordeling Zie algemene paragraaf 3.1.4 (pag. 14). Overzicht aandachtspunten reflectie en evaluatie
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 28 | t rev ianum s c h o lengroe p
3.5 Gymnasium
Ze worden in de loop van de opleiding verder ontwikkeld en aangescherpt. Het beeld van de gymnasiast als ‘nerd’ klopt zeer
Algemeen
zeker niet. Ook het idee dat gymnasiumleerlingen beter of braver
Het gymnasium van de Trevianum scholengroep is een categori-
zouden zijn dan anderen, is een misvatting. Het gaat om gewone,
aal gymnasium. Dat wil zeggen dat er in alle leerjaren in principe
zelfbewuste jongeren, maar met capaciteiten die ze graag verder
aparte gymnasiumklassen zijn.
willen ontplooien.
Het gymnasium biedt breed funderend en veelzijdig onderwijs
3.5.1 Pedagogisch-didactisch klimaat
met veel aandacht voor de klassieke talen en KCV. In de bo-
Het gymnasium wil leerlingen een warm pedagogisch-didactisch
venbouw zijn er ruime keuzemogelijkheden. Leerlingen wordt
klimaat bieden waarin presteren mag en kan. De grondhouding is
een leerklimaat geboden waarin ruim plaats is voor sociale en
er een van het helpen de talenten te ontplooien die de leerlingen
culturele ontplooiing. Zeker in een tijd waarin de roep om excel-
hebben. Het gaat daarbij zowel om ontplooiing op intellec-
lente studenten steeds luider wordt en waarin de afkeer van
tueel gebied als om ontplooiing op sociaal en cultureel gebied.
een zesjesmentaliteit tot in de hoogste regionen wordt geuit,
Er wordt daartoe ruimte geboden en de leerlingen worden uitge-
is het geen schande meer om boven het maaiveld uit te steken.
daagd om die ruimte te benutten.
Het gymnasium biedt leerlingen de kans om hun talenten te ontwikkelen en te brengen tot een niveau waar steeds meer om
Leren vindt zoveel mogelijk plaats in wisselwerking met de
gevraagd wordt.
docent en met elkaar. Er is daarbij plaats ingeruimd voor leren door doen. Hierbij dient niet alleen gedacht te worden aan het
Van de leerling wordt verwacht dat hij kan en – wat nog belang-
min of meer zelfstandig bezig zijn met de stof, maar ook aan
rijker is – wil leren. Er zijn daarom toelatingseisen. Een gymna-
het ‘lesgeven’ aan anderen. Onderzoek heeft uitgewezen dat
siumleerling brengt bovendien een bepaalde houding mee. Hij
dit een zeer effectieve manier is om stof op een hoog niveau te
is nieuwsgierig en hij laat zich graag intellectueel uitdagen. Hij
leren beheersen. De leerlingen worden daarom tijdens buiten-
vindt het prettig om alleen of in samenwerking met anderen lasti-
landse reizen als gids ingezet. Zij leveren hun medeleerlingen en
ge zaken te onderzoeken. Hij is bereid energie en tijd te investe-
begeleiders ter plaatse informatie over het bezochte. Verder zijn
ren in zijn studie. Hij wil graag kennis verwerven en hij is in staat
leerlingen van de hogere klassen actief als tutor van leerlingen
de verworven kennis in nieuwe contexten toe te passen.
van lagere klassen. Ze vervullen in dezen als het ware de rol van ‘hulpdocent’. Dit wordt door alle betrokkenen als een zeer
Hij is betrokken bij school en geïnteresseerd in de wereld om
waardevol project gezien.
hem heen. Dat blijkt onder andere uit het deelnemen aan buitenschoolse activiteiten en uit een actieve opstelling ten aanzien
Een andere vorm van actief leren die de afgelopen jaren steeds
van de studie. Een gymnasiumleerling is zelfverantwoordelijk
meer reliëf heeft gekregen, is die van de maatschappelijke stage
en in staat te reflecteren over zijn eigen gedrag en handelen. Al
waarbij leerlingen als volwaardige partner in reële maatschappe-
deze zaken dienen vanaf het begin in essentie aanwezig te zijn.
lijke omgevingen functioneren en participeren. SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 2 9 | trevi anu m sch ol en groep
Pedagogisch didactisch klimaat Leerproces
Presteren mag! Ruimte voor sociale en culturele ontplooiing
Begeleiding docent Meer initiatief bewaken eigen leerproces
Leren door doen
Zelfevaluatie bij eigen leerproces
Presentaties geven
Streven naar meer activerende werkvormen
Zelf gidsen op buitenlandse reizen Maatschappelijke stage Tutoren
Overzicht aandachtspunten pedagogisch-didactisch klimaat
3.5.2 Onderwijsaanbod
Het is belangrijk dat leerlingen in onze complexe en snel veran-
Ontplooiing van talenten vindt eerst en vooral plaats binnen
derende samenleving naast het werken aan het verwerven van
het reguliere curriculum. Er is echter meer uitdaging nodig. De
kennis ook aandacht besteden aan het verwerven van levens-
leerlingen wordt daarom de mogelijkheid geboden om zich extra
vaardigheden. In de komende periode zal daarom aandacht
te ontwikkelen. Zo bestaat sinds het schooljaar 2009-2010 de
besteed worden aan een vernieuwde invulling van het mentoraat
mogelijkheid om in plaats van Engels voor de verrijkte variant,
en/of mentorlessen. Er wordt gezocht naar een vorm waarin,
Cambridge Engels, te kiezen. Voor wie dat wil, is er sinds 2008-
meer dan tot nu toe het geval was, aandacht besteed wordt aan
2009 de mogelijkheid om modules van de Open Universiteit te
levensvaardigheden.
volgen. Verder is er ruim aandacht voor extra-curriculaire onderdelen van de bètavakken.
Het gymnasium streeft naar het inzetten van een activerende
Er wordt gedacht over mogelijkheden om het aanbod aan
didactiek. Dat komt onder andere tot uiting in het gebruik van
verrijkende activiteiten nog verder uit te breiden. Zo wordt op
werkvormen waarbij een beroep wordt gedaan op de zelfstandig-
het ogenblik onderzoek gedaan naar de wenselijkheid en de
heid en de zelfverantwoordelijkheid van de leerlingen. Zij moeten
haalbaarheid van het aanbieden van lessen Spaans en lessen
zelf initiatief nemen bij het bewaken en het evalueren van het
Chinese cultuur aan geïnteresseerden. Daarnaast is er in de
eigen leerproces. De docent speelt hier uiteraard steeds een be-
eerste klassen in samenwerking met het atheneum een Life
langrijke rol. Hij controleert of de gewenste resultaten inderdaad
Science-klas gestart.
bereikt worden.
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 30 | t rev ianum s c h o lengroe p
Een ontwikkeling die inmiddels is ingezet, is de steeds meer
3.5.3 Extra activiteiten
toenemende samenwerking tussen vakken. Er is bijvoorbeeld op
Ook buiten de lessen zijn er veel activiteiten voor en door de
sommige terreinen sprake van het vakoverstijgend aanbieden
leerlingen, zoals muziekavonden, dramavoorstellingen en ten-
van delen van het curriculum.
toonstellingen. Deelname of bezoek hieraan wordt zeer gestimuleerd. De leerlingen ontwikkelen zo niet alleen hun intellectuele
Een onderwerp dat de komende jaren zeker nadere aandacht
vermogens; ook creatieve, sociale en emotionele vaardigheden
zal krijgen, is het plan om te komen tot een ‘vernieuwing’ van
krijgen aandacht.
het gymnasium zoals dat is geformuleerd in het Tussenrapport van de Verkenningscommissie Klassieke Talen uit september
De reizen die de leerlingen op het gymnasium met school maken
2009. Dit plan omvat de invoering van een voor gymnasiasten
zijn alle opgenomen in het curriculum. Ze maken integraal deel
in de bovenbouw verplicht nieuw vak Griekse en Latijnse Taal
uit van de leerstof. De aanpak van een en ander wordt jaarlijks
en Cultuur (GLTC). Het vak KCV zou in dit nieuw vak op moeten
met de betrokken secties geëvalueerd.
gaan. In de bovenbouw zouden naast GLTC in de klassen vijf en zes Grieks en Latijn alleen als keuzevak worden aangeboden. Het
Verder is er aandacht en ruimte voor projecten met een duidelijk
gaat hierbij om adviezen van een verkenningscommissie aan de
educatief doel. Belangrijk bij de keuze voor een bepaald project
staatssecretaris. De meningsvorming en de besluitvorming rond
is het doel ervan. Dat moet vooraf duidelijk zijn. Er moet in elk
deze plannen zullen nog enige tijd in beslag nemen.
geval voldoende ‘leerrendement’ worden behaald. Projecten worden daarop geselecteerd.
Onderwijsaanbod Ontplooiing
Verbreiden gymnasiale cultuur
Primair reguliere lessen
Onderzoek aanbieden Spaans (onderbouw)
gekozen wordt, is het in huis halen van gastsprekers. Deze kunnen door hun hoge niveau van vakinhoudelijke kennis en presentatie zowel docenten als leerlingen enthousiasmeren om
Cambridge Engels Modules Open Universiteit
Een vorm van extra activiteiten waar de laatste tijd vaker voor
Invulling mentoraat en mentorlessen
zich in bepaalde aspecten van vakken verder te verdiepen. Extra activiteiten
Levensloopbaankunde
Stimuleren culturele activiteiten
Onderzoek aanbieden Chinees
Muziekavonden
Model European Parliament
Dramavoorstellingen
Vakoverstijgend werken
Tentoonstellingen
Life Science
Excursies en reizen onderdeel curriculum Uitbreiden aanbod (Sicilië)
Werken aan projecten met duidelijk educatief doel
Gastsprekers Overzicht aandachtspunten onderwijsaanbod
Overzicht aandachtspunten niet-lesactiviteiten
SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 3 1 | trevi anu m sch ol en groep
3.5.4 Vormen van beoordeling
3.5.6 Loopbaanbegeleiding
Zie algemene paragraaf.
De toelichting bij de subparagraaf Loopbaanbegeleiding uit paragraaf 3.1.6 geldt ook voor het gymnasium. Het is echter
3.5.5 Inrichting onderwijs
belangrijk om hier één aspect voor het gymnasium uit te lichten
Op schoolniveau spelen op het ogenblik (schooljaar 2009-2010)
en dat betreft de rol van de loopbaanbegeleider. Deze rol moet
twee zaken. Allereerst wordt onderzoek gedaan naar de nood-
opnieuw belicht worden. De loopbaanbegeleider zal de mento-
zaak en de mogelijkheid om de lessentabel in de bovenbouw
ren nadrukkelijker dienen aan te sturen.
voor klassieke taken, scheikunde en Cambridge Engels met een gering aantal uren uit te breiden. Het is de verwachting dat dit
Loopbaanbegeleiding
onderzoek binnen enkele maanden afgerond zal zijn. Daarnaast wordt gekeken naar de invulling van het mentoraat en de inrichting van de mentorlessen. Ook hierbij zijn over enkele maanden
Bespreken rol LOB'er in mentorenteams
Zie algemene paragraaf
resultaten te verwachten. Op landelijk niveau loopt een groot onderzoek naar de stand van
Overzicht aandachtspunten loopbaanbegeleiding
zaken op de gymnasia. De reden hiervoor is vooral de opvallende daling van met name het CSE-cijfer voor Latijn. Landelijk
3.5.7 Reflectie en evaluatie
is er sprake van een groeiende groep extreem laag scorende
Doordat de lessen in een stabiel, homogeen klassenverband
eindexamenkandidaten. Inmiddels is dat onderzoek grotendeels
gegeven worden, ontstaat een veilige leeromgeving waarin naar
afgerond en ligt er een Tussenrapport van de Verkenningscom-
beste vermogen presteren mogelijk is. Topprestaties worden er
missie Klassieke Talen. Het rapport is al aan de orde geweest bij
gestimuleerd en gewaardeerd. Deze grondhouding blijkt onder
de paragraaf over het onderwijsaanbod. Ook op onze school zal
andere uit het zeer lage uitstroompercentage en het zeer hoge
meningsvorming hierover dienen plaats te vinden. Welke keuzen
doorstroompercentage.
er op regeringsniveau in dezen gemaakt zullen worden, is op het
Reflectie en evaluatie
ogenblik in het geheel niet te voorzien. Inrichting onderwijs
Lesbezoek
Analyse cijfers Rapportcijfers
Klassieke talen Scheikunde
Schoolniveau Onderzoek aanpassing lessentabel
Cambridge Engels
Landelijk niveau Volgen onderzoeken naar daling cijfers Latijn en daaruit voortvloeiende aanbevelingen voor klassieke talen en KCV
Enquêtes onder leerlingen
Eindexamenresultaten Doorstroom- en uitstroomgegevens
Overzicht aandachtspunten reflectie en evaluatie
Toekomstige invulling mentoraat en mentorlessen
Overzicht aandachtspunten inrichting onderwijs
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 32 | t rev ianum s c h o lengroe p
3.6. Begeleiding en zorg
bleem ontstaat of de vraag zich voordoet, kan ook het beste aan
Zolang een leerling op school zit, krijgt hij begeleiding bij de
een oplossing worden gewerkt: bij voorkeur dus in de vakles of
ontwikkeling van de eigen leerstijl, de ontwikkeling van sociale
met behulp van de mentor en als dat niet kan door tussenkomst
vaardigheden, het bevorderen van zelfstandigheid en autonomie
van remedial teacher, leerling- of loopbaanbegeleider.
en het versterken van zijn kwaliteiten. De begeleiding is erop gericht de leerling te leren richting te geven aan het eigen leven,
Voorbeeld: Indien een leerling moeilijkheden met een vak
de leerling te laten ervaren dat leren de moeite waard is en nooit
ondervindt, bespreekt hij dit in eerste instantie met de vak-
ophoudt. Begeleiding is ook de leerling leren respect te ontwik-
leerkracht en, als dat niet helpt, met de mentor, die zich vervol-
kelen voor de ander, andermans eigendommen en de wereld.
gens een beeld vormt van het probleem en de leerling aanzet tot het vinden van de juiste hulp. Indien er een leerprobleem is dat
We kunnen drie niveaus van begeleiding overgaand in zorg
niet door de vakleerkracht opgelost is, kan de mentor:
onderscheiden:
• nog een keer overleg voeren met de vakleerkracht en wellicht
• reguliere begeleiding
op deze manier het probleem oplossen;
(basisbegeleiding, eerstelijns, voor alle leerlingen),
• de leerling verwijzen naar een tutor (onderbouw);
• speciale begeleiding
• de leerling verwijzen naar remediale hulp (onderbouw);
(tweedelijns, voor een deel van de leerlingen),
• de leerling voordragen voor extra hulp door een vakdocent
• speciale zorg
(bovenbouw).
(LGF-leerlingen). Actiepunten De leerlingbegeleiding is zoveel mogelijk preventief, gericht op
• De komende jaren zal deze begeleidingsstructuur verder
het voorkomen van problemen. Waar noodzakelijk is ze curatief,
ontwikkeld worden door professionals voor de klas meer ge-
gericht op het helpen oplossen van problemen. Veelal hebben we
reedschappen aan te reiken en vaardigheden te trainen. Enkele
het dan over een betrekkelijk klein aantal leerlingen met grotere
malen per jaar wordt een in-company training Onderhoud
of complexere problemen die zonder speciale zorg het onder-
mentorvaardigheden aangeboden. Elke mentor volgt tenminste
wijs op havo/vwo-niveau niet zouden kunnen volgen. Onder de
twee dagdelen per jaar zo’n mentortraining.
begeleiding valt ook het precies bijhouden en signaleren van (problematisch) schoolverzuim en het aanpakken van oorzaken
• In de onderbouw zal de begeleiding van leerlingen door tutoren worden uitgebreid.
die leiden tot dat verzuim. 3.6.2. Speciale begeleiding 3.6.1 Geïntegreerde begeleiding
Soms zijn problemen of vragen waar een leerling mee worstelt
Onderwijs en begeleiding gaan hand in hand. Leerlingen die
zo ingewikkeld dat het beter is om er in meer gespecialiseerd
moeilijkheden ondervinden bij het leren leren, bij hun sociaal-
verband naar te kijken. Daarvoor heeft Trevianum een uitge-
emotionele ontwikkeling of bij loopbaanaangelegenheden gaan
breid tweedelijnsnetwerk ter beschikking. Leerlingbegeleiders
in eerste instantie te rade bij de mentor. Op de plek waar het pro-
(sociaal-emotionele problemen), loopbaanbegeleiders (advies SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 3 3 | trevi anu m sch ol en groep
bij studie- en beroepskeuze), remedial teachers (leren leren) en
Begeleiding van leerlingen met speciale zorgvragen
een zorgcoördinator (leer-, ontwikkelings- en gedragsproblemen
Trevianum kent een aantal leerlingen met speciale zorgvragen,
van leerlingen) staan in eerste instantie gereed om de vakdocent
bijvoorbeeld een auditieve beperking, langdurige of chronische
en mentor van advies te dienen en deze te begeleiden. In tweede
ziekte, gedrags- of psychiatrische problemen. Een deel van deze
instantie kunnen zij leerlingen ‘overnemen’ – maar steeds met
leerlingen maakt gebruik van een leerlinggebonden financiering
terugkoppeling naar de coördinator, mentor of vakdocent.
(LGF) of rugzakje, een deel ook niet. Bij beide groepen leerlingen is het belangrijk te komen tot een goede afstemming van de
Daarnaast is er een aantal speciale programma’s die efficiënter
externe begeleiding en school. Ouders zijn daarbij een belang-
in groepsverband (met lotgenoten) aangepakt kunnen worden.
rijke schakel.
Deze programma’s kunnen ook onderscheiden worden in ‘leren leren’, ‘sociaal-emotionele ondersteuning’ en ‘leren kiezen’.
Vaardigheidstrainingen Er worden steeds hogere eisen gesteld aan de vaardigheden
Remediale hulp wordt op verschillende manieren aangeboden:
waarover leerlingen moeten beschikken. Als het een leerling aan
• groepsprogramma (vooral in de eerste klassen: hulp bij spel-
een of meer cruciale vaardigheden ontbreekt, dan kan dat van
lingproblemen of problemen met begrijpend lezen, tekort-
grote invloed zijn op zijn verdere loopbaan. Bovendien kan het
komingen in het structureren of bij rekenvaardigheden);
gebrek aan een aantal van deze vaardigheden leerlingen al direct
• individuele begeleiding bij leerproblemen;
belemmeren bij een goede doorloop op Trevianum, immers de
• ondersteuning van aspecten van leren leren in vaklessen en
leerling voelt dat hij tekortschiet of voelt zich in het nauw ge-
mentorlessen.
dreven. Zijn gemoedsrust gaat daaronder lijden (gevoelens van onmacht, zich ongelukkig voelen). In trainingen worden leerlin-
Begeleiding dyslectische leerlingen
gen dan nieuwe perspectieven geboden, nieuwe vaardigheden
Trevianum heeft tussen de 5% en 7% leerlingen die dyslectisch
aangeleerd en krijgen ze handvatten om te leren reflecteren.
zijn, dat wil zeggen: leerlingen die via een officieel testrapport
Door lotgenotencontact leren leerlingen dat zij niet de enigen
erkend zijn als leerling met lees- en spellingproblemen. Deze
zijn die zo’n probleem hebben en leren zij van elkaar hoe ze het
groep krijgt extra mogelijkheden bij het maken van overhoringen,
beste met het probleem om kunnen gaan.
proefwerken en examens. In de komende jaren zullen in toenemende mate technische hulpmiddelen ingezet gaan worden om de
Trainingen / bijeenkomsten
problemen die een aantal leerlingen uit deze groep heeft met het
Op Trevianum worden de volgende trainingen en bijeenkomsten
lezen van teksten, te ondersteunen met zogenaamde tekst-naar-
georganiseerd:
spraak-software. Ook andere ICT-middelen gaan (waar mogelijk)
• faalangstreductietraining,
de beperkingen die dyslectische leerlingen hebben, verzachten.
• socialevaardigheidstraining (voor leerlingen met teruggetrok-
Opties zijn daarbij het gericht inzetten van audioapparatuur en het gebruik van handzame laptops (netbooks). Om dit alles mogelijk te maken is ook de hulp en inzet van een aantal ouders van belang. SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 34 | t rev ian um s c h o lengroe p
ken, verlegen of over-assertief dan wel dominant gedrag), • ‘Rots en water’ (grenzen leren, stevigheid verkrijgen voor teruggetrokken leerlingen),
• omgaan met verlieservaringen (dood van een nauwe verwant), • omgaan met echtscheidingssituaties.
• Ontwikkelen en inzetten van rt-programma’s lezen en leren voor leerlingen uit de tweede klas en hoger.
Actiepunten
Intern zorgteam en zorg- en adviesteam
• Verbetering van de overdracht van zorgdossiers door de afle-
Goede samenwerking is nodig om in complexe begeleidings-
verende school (veelal basisschool) naar Trevianum, eventueel
situaties zo goed mogelijk te kunnen begeleiden en de leerling
via vermelding in het onderwijskundig rapport van ‘geen vol-
zo de kans te geven zich optimaal te ontwikkelen. Via overleg van
ledige rapportage’ als er op verzoek van de ouders een of meer
begeleiders wordt getracht te voorkomen dat problemen
relevante gegevens niet overgedragen worden.
escaleren, maar ook al in een eerder stadium is overleg van
• Mentoren en vakdocenten leren om sneller en beter leer-, gedrags- of sociale problemen adequaat te signaleren. • Tweedelijnsbegeleiders en coördinatoren beter met elkaar la-
belang. Samenwerking zorgt voor afgestemde onderwijszorgarrangementen en een passend en samenhangend aanbod van zorg en ondersteuning voor elke leerling.
ten communiceren door geregelde terugkoppeling van en over ‘zorgleerlingen’. Dit kan bereikt worden door stroomlijning van
Dit is temeer nodig omdat we de laatste jaren de gedragsproble-
de communicatie via Magister en door het invoeren van school-
men bij leerlingen zien toenemen en leerlingen met gedrags- of
intern zorgoverleg (tenminste vier maal per jaar per school: aan
persoonlijkheidsstoornissen steeds vaker in het regulier onder-
het begin van het schooljaar, voor het kerstrapport, voor het
wijs instromen (passend onderwijs).
voorjaarsrapport en voor het overgangsrapport).
Docenten zijn belangrijke signaleerders van en informanten over
• Verbeteren van invoer van zorggegevens in Magister en ver-
de problematiek bij kinderen, maar ze zijn niet opgeleid om deze
beteren van de warme overdracht naar de nieuwe mentor en
problemen aan te pakken of op te lossen. In het zorg- en advies-
coördinator.
team werken leerlingbegeleiders en zorgcoördinator samen met
• Vergroten en versterken van de verantwoordelijkheid van de mentor voor begeleidings- c.q. zorgaspecten van de leerlingen. • Het breder inzetten van ‘technische maatjes’ in de begeleiding
professionals om leerlingen met problemen snel en adequaat te helpen en waar nodig docenten te voorzien van handelingsaanwijzingen en interventietactieken.
van dyslectische leerlingen (onder meer: tekst-naar-spraaksoftware, audio-ondersteuning, inzet netbooks). • Aanscherpen van het verzuimprotocol, zodat zo vroeg mogelijk
In en vanuit dit ZAT worden de volgende taken uitgevoerd: consultatie en advies ten behoeve van de probleeminbrenger (veelal
duidelijk wordt dat er sprake is van problematiek en adequate
de leerlingbegeleider maar ook de coördinator of mentor),
begeleiding kan worden geboden.
onderling afspreken wie welke interventies uitvoert en afspreken
• Afspraken maken in het kader van de Lokaal Educatieve Agen-
wie welke verwijzing doet, dan wel de contacten tussen leerling
da (op samenwerkingsniveau) over deelname van de externe
en ouders en externe hulpverleners begeleidt. Waar nodig wordt
partners in het zorg- en adviesteam (ZAT).
screening of diagnostiek uitgevoerd of (extern) in gang gezet en
• Opzetten en uitvoeren van groepsbegeleiding bij het leren omgaan met dyslexie voor leerlingen in de onderbouw.
in een (beperkt) aantal gevallen wordt gezorgd voor indicatievoorbereiding voor geïndiceerde begeleiding. SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 3 5 | trevi anu m sch ol en groep
Actiepunten
en schip terecht komen. Er zal immers altijd een plaats voor hen
• Verbeteren van consultatie en advies binnen het interne zorg-
gevonden worden. De onderwijsinspectie zal erop toezien dat
team. • Vergroten van de betrokkenheid van coördinatoren bij het
scholen deze verantwoordelijkheid waar maken, met eventuele consequenties voor de bekostiging.
interne zorgteam en het ZAT. • Ondersteunen van mentoren en vakleerkrachten bij het begeleiden van leerlingen in de klas.
Actiepunten • Voor 1 januari 2011 in kaart brengen wat de zorgbreedte is die
• Optimaliseren van informatieverstrekking aan ouders.
Trevianum aankan en welke gevolgen dit heeft voor de mensen
• Veranderen van uitwisseling van zorggegevens naar collegiale
op de werkvloer.
advisering en ondersteuning in het ZAT (meer gebruik maken van de aanwezige deskundigheid en van het netwerk). • Het ZAT komt voortaan éénmaal per zes weken bij elkaar, gedurende twee uur. Per keer bespreekt men zo’n acht nieuwe
• Vergroten van het handelingsrepertoire van docenten die belast zijn met het lesgeven aan (uiteenlopende typen) zorgleerlingen, door middel van training en coaching. • Voor 1 januari 2011 afspraken maken met Groenewald, Graaf
leerlingen en twaalf tot vijftien ‘volgers’. Dit heeft gevolgen
Huijn College, DaCapo College en Connect College (SWV) over
voor de inzet van externe partijen.
het soort zorgleerlingen dat binnen het regulier onderwijs bij welke school toelaatbaar zijn.
Passend onderwijs
• Zoeken naar mogelijkheden om ambulante begeleiding vanaf
Een van de doelen van begeleiding kan zijn het bieden van pas-
2012 in eigen dienst te nemen. Dit is noodzakelijk in verband
send onderwijs en te komen tot een startkwalificatie voor alle
met de afschaffing van gedwongen winkelnering bij afname van
leerlingen. In een wet die (waarschijnlijk) van kracht wordt in
expertise uit/van REC’s. Overigens kan dan niet meer gespro-
2012 wordt geregeld dat schoolbesturen een zorgplicht passend
ken worden van ‘ambulante’ begeleiding. Een betere term zou
onderwijs krijgen. Voor elke leerling die aangemeld wordt voor
dan zijn begeleiding bij gedragsproblemen.
of toegelaten is tot een school van het bestuur, moet het bestuur een passend onderwijsaanbod kunnen aanbieden, dus ook voor
Loopbaanbegeleiding
de leerlingen die extra zorg nodig hebben.
Hoe maak je de leerling tot hoofdrolspeler in zijn eigen loop-
Voor de uitvoering van dat passend onderwijsaanbod zullen
baan? Trevianum staat voor de uitdaging de kwaliteit van de
schoolbesturen met elkaar moeten gaan samenwerken in regi-
keuzes van een leerling voor opleidingsrichting en beroeps-
onale samenwerkingsverbanden, maar ook zullen ze afspraken
toekomst te verbeteren. Dit vraagt om een dialoog met de leer-
moeten gaan maken met andere partijen als jeugdzorg en
ling over zijn talenten, vaardigheden, ambities en affiniteiten
maatschappelijke ondersteuning. Als de school waar de leerling
en de ontwikkeling van de school tot een loopbaanwerkplaats
aangemeld is zelf de extra zorg niet (helemaal) kan bieden,
waarbij (zelf )onderzoek, competentiegerichte voorlichting
moet zij zoeken naar een andere school die dat wel kan. Ouders
van het hoger onderwijs en het beroepenveld een belangrijke
hoeven dus niet meer te ‘shoppen’ langs verschillende scholen.
inbreng hebben. Studiebeursbezoek, bezoek aan opleidingen en
Ook kunnen er op deze manier geen leerlingen meer tussen wal
LOB-lessen zijn belangrijk, maar niet voldoende. Gebleken is dat
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 36 | t rev ianum s c h o lengroe p
leerlingen niet voldoende samenhang zien tussen deze activitei-
• Uitbouw van het gebruik van LOB-dossiers bij de intake-
ten. Docenten moeten dus expliciet doorvragen naar de beteke-
gesprekken met het hoger onderwijs.
nis ervan voor een leerling: wat spreekt je aan en wat zegt dat
• Het initiëren van ‘warme overdracht’ van PO naar VO en van VO
over jou? Wat is jouw sterke kant? De persoonlijkheid centraal
naar HO.
stellen betekent ook het ontwikkelingsproces beter in beeld
• Uitbouw van het loopbaanbegeleidingsdeel van de website en
krijgen. Latente gedragskenmerken in bijvoorbeeld de ontwikke-
het stimuleren van het gebruik ervan door mentoren en leerlin-
ling die de leerling vanaf het basisonderwijs typeerde, zijn voor
gen.
loopbaanplanning ook van belang. De ontwikkeling die de leer-
• Het geven van aansluitcursussen bijvoorbeeld voor taal en
ling doormaakt in de eerste fase van het voortgezet onderwijs
rekenen, via profielwerkstuk en proefstudeerprojecten bij het
is heel belangrijk om (zelf )inzicht te krijgen waarmee de tweede
HO.
fase succesvol(ler) kan verlopen. Actiepunten • Betere toerusting van mentoren in de onderbouw. Gedurende de hele planperiode aanbieden van jaarlijkse cursussen waarin steeds andere aspecten van loopbaanbegeleiding aan de orde komen. • Betere toerusting van mentoren van de bovenbouw. Mentoren moeten ervan doordrongen raken dat leerlingen sturing en coaching nodig hebben en dat zij een cruciale rol spelen in de eerstelijns loopbaanbegeleiding. • Het opzetten en consequent bijhouden van een leerling volgsysteem vanaf de overdracht door de basisschool, via SVL, VSV, DAT en andere meetgegevens en observaties van de schoolloopbaan op Trevianum, zodat bij de begeleiding (in plaats van advisering bij de keuzes) de intellectuele, emotione le en persoonlijkheidsontwikkeling zichtbaar wordt en gebruikt kan worden. • Uitbouw van loopbaanbegeleiding waarin de persoon van de leerling centraal staat. Daartoe moeten instrumenten (door) ontwikkeld worden die door de mentoren gebruikt kunnen worden. • Uitbouw van de afspraken met het HBO en WO over de vorm van de voorlichting (competentiegericht in plaats van wervend). SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 3 7 | trevi anu m sch ol en groep
3.7 Academische opleidingsschool
opleiden bij te dragen. Deze infrastructuur behelst onder andere:
Al langere tijd worden scholen betrokken bij het opleiden van
• dat er een vaste opleider in de school is;
leraren. Trevianum begeleidt al meer dan dertig jaar stagiaires
• dat deze opleider scholing heeft gevolgd voor het verrichten
van vooral Fontys, het Conservatorium Maastricht, de Kunst-
van scholings- en begeleidingtaken;
academie en de Sporthogescholen Tilburg en Sittard.
• dat begeleidende docenten (schoolpracticumdocenten) naar
Nu heeft het ministerie van OC&W besloten om het opleiden in
• dat er afspraken zijn met de lerarenopleiding over de taak- en
behoren geschoold worden; de school structureel te verankeren in het onderwijs. Het minis-
verantwoordelijkheidsverdeling.
terie heeft een definitieve regeling voor de opleidingsschool in het leven geroepen die precies aangeeft wat de eisen zijn voor
Academische opleidingsschool
een opleidingsschool.
Als een opleidingsschool, naast het opleiden van studenten, door studenten en docenten ook sterk op de praktijk gericht
Opleidingsschool
onderzoek op school wil laten uitvoeren om de professionaliteit
De voornaamste eis om als opleidingsschool aangewezen te wor-
van leraren te verbeteren, kan zij een aanvraag doen voor een
den, is dat een school, in nauwe samenwerking met één of meer
‘academische verdiepingsslag’. Naast praktijkgericht onderzoek
lerarenopleidingen of universiteiten, tenminste veertig procent
moet de academische opleidingsschool ook schoolontwikkeling
van het onderwijsaanbod van een reguliere lerarenopleiding
en innovatie bevorderen. Daarbij legt zij relaties met op onder-
verzorgt in de school. Het ministerie van OC&W stelt strenge
zoek en innovatie gerichte organisaties.
eisen aan het opleidend vermogen van scholen die in aanmer-
Tijdens deze verdiepingsslag wordt van de academische
king willen komen. Het orgaan dat de goedkeuring adviseert, de
opleidingsschool gevraagd om een bijdrage te leveren aan het
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO), toetst de
beantwoorden van de volgende vragen:
kwaliteit van de scholen en hun samenwerking met de betrokken
• Wat zijn de extra elementen die een academische opleidings-
opleidingen en bepaalt of een school gecertificeerd wordt als opleidingsschool.
school toevoegt aan het opleiden van leraren? • Hoe kan het opleiden van leraren in een werkpleksituatie (nog) beter worden gecombineerd met het doen van praktijkgericht
Wij streven een vloeiende ontwikkelingslijn na van docent in opleiding naar startende docent en van daaruit naar de professionele docent: een docent die zich voortdurend blijft ontwikkelen vanuit zijn eigen ontwikkelingsbehoeften en vanuit de behoeften van de organisatie.
onderzoek in een school? • Welke aanvullende kwaliteitscriteria zijn nodig bovenop de kwaliteitscriteria voor een opleidingsschool? • Welke aanvullende kosten maakt een academische opleidingsschool bovenop de kosten voor een opleidingsschool?
Om als rijke omgeving voor aanstaande docenten studenten in
Toekenning predikaat Academische opleidingsschool
staat te stellen het complexe beroep van leraar goed te leren,
Om in aanmerking te komen voor deelname aan deze verdie-
heeft de opleidingsschool een infrastructuur nodig om aan het
pingsslag en een bijdrage in de kosten, moet een school in
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 38 | t rev ianum s c h o lengroe p
principe aan alle voorwaarden van een reguliere opleidings-
praktijkgericht onderzoek en het bevorderen van schoolontwik-
school voldoen en in aanvulling daarop aan een aantal extra
keling en innovatie – worden op Trevianum vooral geconcen-
voorwaarden.
treerd in het Life Science-project.
Trevianum heeft de ambitie een academische opleidingsschool te worden. Om dat gestalte te geven werkt Trevianum samen met andere scholen en lerarenopleidingen. Dat samenwerkingsverband is de Academische Opleidingsschool Limburg. In dat samenwerkingsverband is het Meerjarenbeleidsplan Academische Opleidingsschool 2009-2015 ontwikkeld en voor ieder jaar zal er een Jaarbeleidsplan opgesteld worden. Het CFI heeft op 16 december 2009 een beschikking afgegeven waarin de subsidieaanvragen van het samenwerkingsverband Academische Opleidingsschool Limburg gehonoreerd zijn. Dat betekent dat Trevianum aangewezen is als academische opleidingsschool. Bovendien ontving Trevianum de certificering van opleidingsschool. Actiepunten • Trevianum continueert als opleidingsschool de nauwe samenwerking met Fontys Lerarenopleiding te Sittard en gaat nieuwe relaties aan met andere lerarenopleidingen of universiteiten. • Om studenten te begeleiden zullen in het schooljaar 2009-2010 negenentwintig docenten van Trevianum die zich daarvoor opgegeven hebben, de opleiding volgen tot schoolpracticumdocent. Een schoolpracticumdocent is een docent op een opleidingsschool die studenten begeleidt bij de uitvoering van de taken en opdrachten die alle aspecten van het docentschap raken. • Om als academische opleidingsschool invulling te geven aan de onderzoekscomponent volgen in het schooljaar 2009-2010 twee docenten de opleiding tot onderzoeksdocent. • De taken van een academische opleidingsschool – te weten SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 3 9 | trevi anu m sch ol en groep
4. Personeelsbeleid Het personeel als fundament Visie en missie
Strategische & organisatorische doelstellingen IPB-beleid
Personeelsbeheer Personeelszorg
P&O ondersteuning
CAO & overheidsregelingen
Arbo- en verzuimbeleid
W&S
Personeelsinstrumenten
Organisatie beleid
Personeelsadministratie
Functionerings- en beoordelingsgesprek
Training, ontwikkeling & loopbaan
Beloning en arbeidsvoorwaarden
In de komende jaren komt steeds meer het accent te liggen op
plooien en de verworven bekwaamheden te onderhouden gedu-
het ontwikkelen van een levensfasebewust personeelsbeleid.
rende alle fasen van hun loopbaan. In deze zin maken wij allen
Hierin wordt rekening gehouden met de levensfase waarin mede-
deel uit van een lerende organisatie. Bedoelde talentontwikke-
werkers verkeren en met factoren die in bepaalde levensfasen de
ling van medewerkers dient plaats te vinden met respect voor
overhand hebben voor de betrokken medewerker.
de wensen en ambities van anderen en door rekening te houden met bijzondere omstandigheden. Door middel van een analyse
Een kernbegrip van het personeelsbeleid van Trevianum is de
van huidige organisatorische en individuele, zowel ‘harde’ als
ontwikkeling van professionaliteit. Alle medewerkers moeten in
‘zachte’ aspecten, willen wij komen tot een duidelijke visie op de
de gelegenheid worden gesteld hun talenten optimaal te ont-
toekomstige ontwikkeling van de scholengroep.
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 40 | t rev ian um s c h o lengroe p
4.1 Personeelsbeheer/personeelszorg
ook een aantrekkelijk pakket met secundaire arbeidsvoorwaar-
Levensfasebewust personeelsbeleid is erop gericht om mede-
den bieden. Dit pakket moet ruimte geven aan de individuele
werkers gedurende hun werkende leven vitaal, gemotiveerd en
werknemer, maar ook een grotere diversiteit van werken op de
inzetbaar te houden.
scholen mogelijk maken. In het pakket zullen zaken als collectieve ziektekostenverzekering, arbeidsongeschiktheidsverzeke-
In de komende schoolplanperiode wordt extra aandacht besteed
ring, preventiebeleid en arbo-gerelateerde zaken aan de orde
aan het seniorenbeleid. Nu de regering heeft besloten dat we lan-
komen. Een gezond lichaam en een gezonde geest moeten zoveel
ger moeten doorwerken, wil Trevianum dat ook mogelijk maken
mogelijk samengaan.
door de werkdruk te verlagen en de seniormedewerker meer in te zetten als begeleider van de junioren. Om het onderwijs aantrek-
4.1.2 Arbo- en gezondheidsmanagement
kelijk te maken voor gekwalificeerde nieuwkomers kan de erva-
Gezondheidsmanagement krijgt, meer nog dan voorheen, hoge
ring en deskundigheid van de senioren een positieve bijdrage
prioriteit in onze organisatie. Vanuit de overtuiging dat mede-
leveren aan het onderwijsproces.
werkers het kapitaal van de organisatie vormen, wordt meer geïnvesteerd in een gezonde bedrijfsvoering. Voor de werknemer
De leeftijdsopbouw van het personeel is zodanig dat aan het
resulteert dit in een veilige en gezonde werkomgeving en een
eind van de planperiode (2014) veel collega’s met pensioen gaan
verhoging van arbeidssatisfactie, motivatie en betrokkenheid.
of zijn gegaan. Doordat ook te verwachten is dat het leerlingen-
Voor de werkgever leidt dit tot kwalitatief beter functioneren van
aantal blijft dalen, zal het vertrek van de senioren niet volledig
de medewerkers, minder verzuim en uitval en een positiever en
door het aantrekken van nieuwe mensen hoeven te worden ge-
aantrekkelijker profiel van de organisatie.
compenseerd. Dat betekent wel dat van de middenleeftijdsgroep veel wordt verwacht in het kader van hun professionaliteit. In het
Het verzuimbeleid zal erop gericht zijn om het lage ziekteverzuim
kader van de kwaliteitsbevordering kunnen hiervoor middelen
uit de vorige periode te bestendigen. Persoonlijke aandacht door
beschikbaar worden gesteld.
de direct leidinggevende voor de zieke medewerker staat hierbij centraal. Het arbo-beleidsplan zal worden geactualiseerd waarbij
Speciale aandacht zal er zijn voor nieuwe medewerkers. Zij
onze arbo-missie blijft gelden: faciliteer goed onderwijs door
krijgen elk een personal coach toegewezen die hen wegwijs zal
zorg te dragen voor gezonde arbeids- en leeromstandigheden.
maken in hun nieuwe omgeving. Verder zal er speciaal gelet worden op de taakbelasting gedurende de eerste jaren, waarin het fundament gelegd wordt voor de rest van hun loopbaan in het onderwijs. 4.1.1 CAO en overheidsregelingen Trevianum zal de CAO-VO als uitgangspunt nemen bij het realiseren van de gestelde doelen en zijn medewerkers naast deze CAO SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 41 | trevi anu m sch ol en groep
4.2 Personeelsinstrumenten
maar kunnen ook betrekking hebben op andere ambities. Blijvende professionalisering is essentieel. Daarom wordt sterker
4.2.1 Werving en selectie
ingezet op een levenlang leren. Naast de tijd die iedereen elk
Met het oog op de te verwachten hoge uitstroom van eerste-
jaar krijgt voor deskundigheidsbevordering, wordt elke mede-
graads docenten binnen enkele jaren gaat bij selectie en werving
werker in de komende periode in de gelegenheid gesteld om bij
van nieuwe docenten de voorkeur sterk uit naar kandidaten met
of om te scholen op een wijze die past in het schoolbeleid. In
een eerstegraads bevoegdheid. Tevens wordt gestreefd naar een
een functioneringsgesprek kunnen voornemens hiertoe bekend
evenwichtige opbouw in leeftijd en een goede balans in de man/
gemaakt worden.
vrouw-verhouding binnen de vaksecties. Om de professionaliteit verder te vergroten zal intensief worden Bij het aantrekken van nieuwe medewerkers zal naast de aan-
samengewerkt met lerarenopleidingen. Als academische oplei-
dacht voor de vakinhoudelijke en pedagogische kwaliteiten van
dingsschool willen wij studenten al vroeg tijdens hun leraren-
mensen ook gekeken worden of zij de visie van school op het
opleiding kennis laten maken met de dagelijkse praktijk. Daar-
gebied van de identiteit onderschrijven.
voor moeten docenten speciaal worden opgeleid tot schoolpracticumdocenten (SPD’ers). Trevianum zal zorgen voor een
4.2.2 Gesprekscyclus
infrastructuur voor opleiden en begeleiden als onderdeel van het
Van wezenlijk belang is de gesprekscyclus voor elk personeels-
Integraal PersoneelsBeleid (IPB).
lid. Tijdens de functioneringsgesprekken met de direct leidinggevende worden de behoeften in de organisatie gespiegeld aan
De invulling van de ‘functiemix’ vormt de komende jaren een
de ambities en mogelijkheden van de individuele medewerker.
belangrijk aandachtspunt in het personeelsbeleid van Trevia-
Op die manier krijgt het loopbaanbeleid in onze organisatie
num. Daarbij zal het convenant Actieplan Leerkracht Nederland
verder gestalte. Een belangrijk instrument bij de gesprekscyclus
leidend zijn. Ook de wet BIO zal, na de implementatie in de
is het digitaal bekwaamheidsdossier.
vorige periode, nu volledig worden toegepast.
Op korte termijn wordt in het kader van de loopbaanontwikke-
4.2.4 Beloning en arbeidsvoorwaardenbeleid
ling een Regeling beoordelingsgesprekken opgesteld.
We zien de laatste jaren dat een aantal taken die vroeger bij docenten lagen, nu steeds meer terecht komen bij onderwijs-
4.2.3 Training, ontwikkeling en loopbaanontwikkeling
ondersteunende medewerkers. Daarbij moet niet alleen gedacht
In de periode 2010-2014 komt het accent meer nog dan voorheen
worden aan bijvoorbeeld surveillance, maar ook en misschien
te liggen op het persoonlijk ontwikkelingsplan als onderdeel
nog wel meer aan onderwijsondersteunende taken. Daarom zal
van een functioneringsgesprek. Hierbij geeft elke medewerker in
de komende jaren in beeld worden gebracht hoe de verdeling
nauwe samenwerking met zijn leidinggevende aan welke doelen
van werkzaamheden tussen onderwijzend personeel en onder-
nagestreefd worden. Deze zullen doorgaans betrekking hebben
wijsondersteunend personeel niet alleen in tijd, maar ook in
op vakinhoudelijke en/of pedagogisch-didactische aspecten,
beloning kan worden geregeld.
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 42 | t rev ian um s c h o lengroe p
LB
LC
LD
De positie en de taakomschrijving van het middenmanagement
2009/2010
33%
26%
41%
zal opnieuw worden bekeken. De vraag die daarbij centraal
De verdeling was:
45%
17%
38%
staat, is of coördinatoren een aparte functieomschrijving moeten Trevianum komt daarmee uit boven de norm die de minister voor
krijgen.
2011 stelt en heeft al een groot deel van de taakstelling van 2014 Verder zal ook invulling worden gegeven aan de mogelijkheden
gerealiseerd.
van horizontale carrièremogelijkheden. Training op het gebied
Daarin is ook conform afspraak met de personeelsgeleding in
van onderzoek, toets- en leermiddelenontwikkeling, nieuwe
de medezeggenschapsraad ‘achterstallig’ promotiebeleid mee-
pedagogisch-didactische concepten en dergelijke betekenen
genomen. In dit overleg zijn ook de nieuwe functiebeschrijvingen
voor veel mensen een nieuwe uitdaging. Verder zal onderzoek
LB/LC/LD vastgesteld.
gedaan worden naar interne of externe mobiliteit. In de komende periode zullen vervolgstappen van het te voeren Het taakbeleid zal elk jaar geëvalueerd worden om zodoende
promotiebeleid met de (p)GMR besproken worden.
recht te doen aan de uitgangspunten van beleid. Hierbij gelden onder andere de volgende uitgangspunten: • Promotie is mogelijk van schaal LB naar schaal LC en van
4.2.5 Promotiebeleid In de Gespreksnotitie Actieplan Leerkracht Trevianum van maart 2009 is de ontwikkeling van de OP-formatie aangegeven in het kader van het door minister en organisaties afgesloten Conve-
schaal LC naar schaal LD. • Om in een LD-functie te kunnen worden benoemd, moet men beschikken over een eerstegraads onderwijsbevoegdheid.
nant Leerkracht en de op grond hiervan te maken afspraken met
• Uiteraard worden de in het convenant genoemde streef-
betrekking tot het promotiebeleid voor onderwijzend personeel.
percentages als uitgangspunt genomen.
Uitgangspunt in het convenant is de volgende verdeling van
• Uitstroom van personeel in een LD- of LC-functie wordt gecompenseerd.
functies in het aangegeven kalenderjaar:
• Er wordt gebruik gemaakt van functiebeschrijvingen zoals deze LB
LC
LD
ons door bureau Alons & Partners, specialisten op het gebied
2011
41%
19%
39%
van FUWA-VO, ter beschikking zijn gesteld en welke beschrij-
2014
24%
27%
49%
vingen na overleg met de pGMR zijn vastgesteld.
In de afgelopen periode is een begin gemaakt met de uitvoering
Verder zullen in elk geval vóór het einde van het schooljaar 2009-
van de eerste fase van een promotiebeleid. Over de omvang daar-
2010 alle schaal-12-docenten een functie toebedeeld krijgen
van is met de (p)GMR een afspraak gemaakt. Hoewel de meting
binnen het functiebouwwerk.
van de functiemix door het ministerie nog moet plaatsvinden, zal deze nagenoeg uitkomen op de volgende percentages: SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 43 | trevi anu m sch ol en groep
Om het verdere promotiebeleid vorm te geven zal Trevianum de
den gecommuniceerd, waarbij telkens de consequenties voor het
volgende stappen zetten:
personeel en voor het beleid van Trevianum worden aangegeven.
• benoemen van streefgetallen per schooljaar om het streefpercentage van 2014 te kunnen bereiken; • opstellen van een meerjarenformatieplan waarin aantallen
4.2.6 Onderwijsondersteunend personeel Ten aanzien van het onderwijsondersteunend personeel zal
functies (per sectie of groep van secties) LB, LC en LD zijn
invulling gegeven worden aan de CAO-VO afspraak waarbij op
opgenomen;
basis van individuele gesprekken de (ervaren) werkdruk bespro-
• bepalen van criteria waaraan moet worden voldaan om voor
ken wordt. Dit kan leiden tot een plan van aanpak om deze werk-
promotie naar LC en LD in aanmerking te komen en de volgorde
druk te reduceren. In gesprekken met individuele medewerkers
waarin, rekening houdend met het entreerecht.
komen voorts onderwerpen aan de orde als:
Onder entreerecht wordt verstaan het recht op een LD-functie
• structureel werkoverleg,
van elke docent met een eerstegraads bevoegdheid die struc-
• scholing en training,
tureel – ongeacht de omvang – lesgeeft in een of meer van de
• ontwikkelingsbehoeften- en mogelijkheden.
jaren 4- en 5-havo of 4-,5- en 6-vwo;
Uitkomsten van deze gesprekken kunnen aanleiding vormen tot
• opmaken van een beoordelingsplan en starten van beoordelingsgesprekken.
het bijstellen van het bestaande functiebouwwerk van het onderwijsondersteunend personeel.
Het is hierbij van belang in kaart te brengen wie rechten kunnen
Actiepunten
claimen op een LD-functie in 2014 en deze te toetsen aan de
• Implementatie levensfasebewust personeelsbeleid.
hand van de criteria en te bepalen wie wel en wie (nog) niet daar-
• Prioriteit geven aan gezondheidsmanagement vanuit de
aan voldoet. Voor degene die nog niet aan de criteria voldoet, zal een ontwikkelingstraject opgesteld worden, met als doel binnen een afgesproken periode te voldoen aan de functie-eisen LD. Met betrokkenen zal regelmatig een evaluatie moeten plaatsvinden om de vorderingen in het afgesproken traject te kunnen beoordelen. Voldoet men daar niet aan, dan heeft dit consequenties voor het lesgeven in de bovenbouw en het entreerecht.
overtuiging dat medewerkers het kapitaal van de organisatie vormen. • Omschrijven van een pakket met secundaire arbeidsvoorwaarden voor alle medewerkers. • Definiëren van verschillende professionaliseringstrajecten in het kader van deskundigheidsbevordering. • Investeren in eerstegraads opleidingstrajecten. • Ruim aandacht voor de gesprekscyclus.
Het hele traject wordt in goed overleg met de personeels-
• Opstellen van een ‘Regeling beoordelingsgesprekken’.
geleding in de GMR uitgewerkt en, na het bereiken van over-
• Uitvoeren van een onderzoek naar de positie van coördinatoren.
eenstemming met de personeelsgeleding, met de docenten
• Formuleren en uitvoeren van een promotiebeleid, passend bij
besproken. Over elke stap zal uitvoerig en uitgebreid met betrokkenen worSC H OOLP L AN 2010-201 4 | 44 | t rev ianum s c h o lengroe p
Trevianum, voor OP en OOP in de komende jaren.
SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 45 | trevi anu m sch ol en groep
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 46 | t rev ian um s c h o lengroe p
5. Communicatie
waardering
Mensen zijn bij uitstek communicatieve wezens. Mensen commu-
perceptie
niceren altijd en overal, niet alleen verbaal, maar ook (en wellicht vooral) non-verbaal. Mensen kunnen niet niet communiceren, maar zijn zich er niet altijd van bewust dat alle gedrag communi-
relatie
catie is. Goede communicatie is geen proces van actie en reactie, maar van interactie, van wederzijdse en gelijktijdige beïnvloeding.
inhoud
We beïnvloeden anderen, maar worden ook zelf door anderen beïnvloed. Meestal zijn we ons wél sterk bewust van de invloed die anderen op ons hebben, maar heel weinig van de invloed die wij hebben op anderen. Goede communicatie zorgt ervoor dat informatie wordt uitgewisseld, maar wel zo dat de communicatiepartners niet alleen een
is het doorgeven van informatie. Hoe helderder je de boodschap
beter inzicht verwerven in wat wordt gecommuniceerd, maar ook
(oudergesprek, telefoongesprek, brief, leerlingenstatuut) brengt,
een open relatie houden en groter respect voor elkaar krijgen.
hoe groter de kans dat de communicatie lukt.
5.1 Visie op communicatie
2. Relatie
Bij elke communicatie gaat het om het uitwisselen van informa-
De manier waarop iemand de inhoud van zijn boodschap com-
tie: de inhoud. Maar inhoud kan nooit los gezien worden van
municeert, weerspiegelt hoe hij naar zichzelf, de boodschap en
de relatie: communicatiepartners ervaren de inhoud vanuit de
de ontvanger kijkt. Het relatie- en inhoudsniveau zijn onlosma-
relatie die zij onderling hebben. Ze interpreteren (perceptie) wat
kelijk met elkaar verbonden. Om de relatie duidelijk te maken
de ander communiceert en er ontstaat een positieve of negatieve
gebruiken communicatiepartners vooral non-verbale signalen.
6
waardering . 3. Perceptie Communicatie verloopt dus over vier niveaus:
Iedereen geeft betekenis aan wat hij waarneemt (perceptie). Elk mens heeft daarbij zijn eigen referentiekader (gezinsregels,
1. Inhoud
opvoedingswaarden, culturele en sociale normen). Afhankelijk
De primaire functie van communicatie, de meest opvallende ook,
van onze achtergrond en ervaringen, onze regels en gewoonten selecteren en interpreteren we onze waarnemingen en dus ook
6 Dit communicatiemodel is ontleend aan het boek Opvoeden in de klas van de
communicatie. Communicatiepartners interpreteren daarbij niet
Belgische pedagoog professor dr. Herman van den Broeck, hoogleraar aan de universiteit van Gent.
alleen de inhoud, maar ook de relatie waarin ze tot elkaar staan. SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 47 | trevi anu m sch ol en groep
5.2 Interne communicatie
Wat de ene docent een leuke, levendige klas vindt, vindt de
ander een drukke klas.
Onder interne communicatie verstaan wij de communicatie met de direct bij het onderwijs op Trevianum betrokkenen: mede-
Communicatieproblemen ontstaan als we ervan uitgaan dat
werkers, leerlingen en ouders.
iedereen hetzelfde waarneemt als wijzelf, als we niet (willen) weten dat er ook andere mentale modellen of interpretaties van
Bij communicatie zijn, zoals hierboven aangegeven, twee
de werkelijkheid zijn dan die van ons.
niveaus onlosmakelijk met elkaar verbonden: inhoud en relatie.
Het is dus enorm belangrijk dat we oog hebben voor en zicht pro-
Primair willen we zorg dragen voor een goed georganiseerde in-
beren te krijgen op elkaars referentiekader. Goede communicatie
formatiestructuur, die maakt dat inhoud van communicatie tijdig
begint bij de vraag: “Kan ik mij verplaatsen in hoe mijn communi-
en duidelijk overkomt. Door medewerkers, leerlingen en ouders
catiepartner naar deze feiten kijkt?”
wordt wel eens geklaagd over een gebrekkige communicatie. Ter relativering kan opgemerkt worden dat dat niet uniek is voor
Waardering
Trevianum. In elke organisatie, profit of non-profit, wordt
Waardering heeft te maken met het gevoel dat je gezien, erkend
geklaagd over ‘de’ communicatie. Processen in (complexe) orga-
wordt. Elk mens heeft het fundamentele recht om aanvaard te
nisaties verlopen snel en zijn niet voor iedereen even inzichtelijk
worden zoals hij is, met al zijn gebreken en kwaliteiten. Elk mens
en overzichtelijk. Die relativering ontslaat betrokkenen overigens
heeft het recht op een respectvolle bejegening. Uitspraken als
niet van de constante zorg voor goede communicatie. Goede
”Wanneer je dit niet snapt, ben je te dom voor de havo” of “Me-
communicatie immers is de smeerolie van een organisatie: ze
neer, wat een onzin” vormen geen opmaat naar een succesvolle
voorkomt problemen, misverstanden, frustraties en irritaties.
communicatie. Communicatie lukt pas als de gesprekspartners
Overigens is het goed op te merken dat bij communicatie alle
zich erkend en gerespecteerd voelen.
betrokkenen zich actief moeten opstellen: er is een inspanningsverplichting tot verstrekken van, maar ook een inspannings-
Komende planperiode willen wij inzichtelijk maken vanuit welk
verplichting tot het halen van informatie.
referentiekader wij naar communicatie kijken en díe communicatie bevorderen waarbij communicatiepartners niet alleen oog
Belangrijk voor de komende periode is dat de interne informa-
hebben voor het inhoudsniveau van communicatie, maar ook
tiestructuur goed tegen het licht gehouden wordt. Daarbij gaat
voor de drie andere communicatieniveaus: relatie, perceptie en
het vooral om onderzoek naar de receptie en waardering van
waardering.
de communicatie binnen Trevianum. Vragen die in dat verband gesteld kunnen worden zijn:
We maken daarbij onderscheid tussen interne en externe com-
• Hoe zit de informatiestructuur in elkaar?
municatie.
• Zijn communicatiepartners (medewerkers, leerlingen en ouders) tevreden over de informatiestructuur? Waarover wel, waarover niet?
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 48 | t rev ian um s c h o lengroe p
Website Brieven E-mail Trevianummer Schoolgids
Middelen Directie
Gesprekken
GDB KDB
Jaarverslagen Schoolplan
Functionerings-gesprekken Informele gesprekken Beoordelingsgesprekken
Algemene inormatieavonden
APV
mentor coördinator
Gesprekken
Ouders
Interne communicatie
Medewerkers
directeur docenten
Sectie-directie-gesprekken Sectievergaderingen
Klankbordgroepen
Coördinatorenoverleg
Ouderraad
Mentorenoverleg
MR docent mentor
SLB
MR Gesprekken
T-mail
coördinator
Leerlingen
directeur
Middelen
Trevitaal E-mail
decaan leerlingbegeleider
Leerlingenraad
Zorgadviesteam
Leerlingenpanel MR
Jaarverslagen Schoolplan Vormen van mondeling overleg
Schema interne communicatie
5.2.1 Communicatie medewerkers en directie
Belangrijk naast deze min of meer geïnstitutionaliseerde
Op Trevianum streven wij naar open communicatie met en tus-
manieren van communicatie is de face-to-face-communicatie. Als
sen medewerkers. Deze geschiedt om te beginnen formeel, via
er problemen of vragen zijn, moeten medewerkers zich in geen
personeelsvergaderingen, sectievergaderingen, sectieleiders-
enkel opzicht geremd voelen om aan te kloppen bij de directie en
beraad. Daarnaast wordt ook veel informatie verstrekt via publi-
zich daar erkend en gerespecteerd voelen.
caties in Trevitaal, T-mail en via e-mails. SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 49 | trevi anu m sch ol en groep
5.3 Externe communicatie
Belangrijke uitgangspunten bij communicatie tussen medewer-
kers en directie:
Bij externe communicatie gaat het om velerlei contacten van
• motiveren en (ver)binden van medewerkers,
uiteenlopende aard: contacten met toeleverende basisscholen
• beleidsinformatie,
en ouders van toekomstige leerlingen, contacten met onderwijs-
• taakinformatie/taken op elkaar afstemmen,
instellingen waar onze leerlingen voor vervolgonderwijs naar
• kennis uitwisselen.
toegaan, contacten met overheidsinstanties (inspectie, bureau Leerplicht, ministerie van OC&W), met zorginstellingen (bureau
5.2.2 Communicatie medewerkers en leerlingen
Jeugdzorg, Centrum voor Jeugd en Gezin, GGD, schoolagent),
Ook tussen medewerkers en leerlingen is een open en eerlijke
overleg- en adviesorganen (VO-raad), wijk en gemeente.
communicatie van belang, met respect voor elkaar. Erkenning is daarbij heel belangrijk: medewerkers moeten leerlingen, en leer-
Voor de komende planperiode is het voornemen ook de externe
lingen medewerkers in hun waarde laten. Door erkenning voelt
informatiestructuur goed tegen het licht te houden. Ook hier
de communicatiepartner zich begrepen en dat is een belangrijke
gaat het om onderzoek naar de ontvangst en waardering van
voorwaarde om in een gesprek tot wezenlijk contact te komen.
de externe communicatie, maar daarnaast ook om de vraag hoe
Belangrijk is een positieve houding: oog hebben vooral voor
externe communicatie nog meer dienstbaar gemaakt kan worden
elkaars goede eigenschappen, niet uitsluitend focussen op wat
aan optimalisering van het onderwijs op Trevianum (niveau van
fout gaat.
inhoud en relatie).
5.2.3 Communicatie school en ouders
Actiepunten
Voor de communicatie met ouders zijn er, net als voor de mede-
• Extra aandacht is vereist voor de communicatie met toe-
werkers, formele kanalen: schoolgids, Trevianummer, Magister, brieven. Deze bedienen ouders vooral op het inhoudelijke niveau. Van belang is daarbij overigens behalve aandacht voor de duidelijkheid en eenduidigheid van de informatie, ook aandacht voor de vlekkeloze (taalkundige) presentatie ervan.
leverende scholen en ouders van toekomstige leerlingen van Trevianum. • De bevindingen van het imago-onderzoek (zie paragraaf 6.1) moeten worden vertaald naar de praktijk. • Het e-mail-protocol moet worden getoetst op zijn actualiteit. • PR-marketingactiviteiten moeten worden geïntensiveerd.
Ook hier is face-to-face-communicatie, zoveel mogelijk geïndividualiseerde communicatie, van belang. Ouders moeten zich gezien en gerespecteerd voelen als er iets is wat hun zorgen baart waar het hun dochter of zoon betreft. Mentoren en andere medewerkers moeten zich bewust zijn van de belangrijke ambassadeursfunctie die zij vervullen; zij moeten ervoor zorgen dat ouders zich bij contacten met school serieus genomen voelen.
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 50 | t rev ianum s c h o lengroe p
POVO-overleg Bezoeken Vensters voor Verantwoording
(Overall) middel
Basisscholen
KBVO
DaCapo
Platform Limburg (PAL)
Overleg- & adviesorganen
Overleg schoolleiders Westelijke Mijnstreek
Externe communicatie
Onderwijs
HBO- & WOinstellingen
VO-Raad
Voorlichtingsavonden Plusklas Instromers havo-4 Fontys Hogeschool Zuyd OU
Vereniging zelfstandige gymnasia
TU Eindhoven Critical friends
Bernardinus
Bureau Jeugdzorg GGD - jeugdarts
Zorginstellingen
Overheidsinstellingen
Schoolagent
Wijk
Ministerie van Onderwijs Inspectie Leerplicht
Digitaal Verzuimloket Jaarlijkse visitatie
Gemeente
Schema externe communicatie
SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 5 1 | trevi anu m sch ol en groep
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 52 | t rev ianum s c h o lengroe p
6. Kwaliteitszorg
daarden en mogelijkheden om schoolresultaten met elkaar te vergelijken (benchmarking). Daarnaast geeft het project scholen
6.1 Imago-onderzoek
de mogelijkheid om zich zowel verticaal (onder andere jegens de
Wij profileren ons op een bepaalde manier. Wij willen ons profi-
inspectie) als horizontaal (onder andere jegens ouders en basis-
leren als een kwaliteitsschool, hetgeen moet blijken uit degelijk
scholen) te verantwoorden. Aan de hand van twintig indicatoren,
onderwijs, zorg voor de leerlingen, talentontwikkeling van alle
verdeeld in vier clusters, wordt een algemeen beeld gegeven
leerlingen. Daardoor willen wij ons onderscheiden van andere
over onderwijskwaliteit, sfeer en bedrijfsvoering van de school.
scholen. Maar wij weten niet of onze doelgroepen dat ook zo zien. Wat we ook niet weten, is of het imago dat ons voor ogen
Trevianum neemt al vanaf november 2009 deel aan dit project.
staat, onze doelgroepen aanspreekt en of zij vinden dat wij waar-
In deze schoolplanperiode worden de indicatoren ingevuld en
maken wat we zeggen. Om dat te achterhalen zijn wij gestart met
verder geactualiseerd.
een imago-onderzoek. De uitkomsten daarvan zijn medio 2010 beschikbaar en zullen mede richting geven aan de koers die we
Actiepunten
uitzetten voor het schoolplan 2010-2014.
• Uitvoeren van een imago-onderzoek en uitkomsten vertalen naar strategische keuzes en mogelijke aanpassing van beleids-
6.2 Vensters voor verantwoording
Het project Vensters voor Verantwoording is een initiatief van
voornemens. • Optimaliseren van verticale en horizontale verantwoording op
het Ministerie van OC&W en wordt uitgevoerd door de VO-raad.
basis van een groot aantal kwaliteitsstandaarden (zie schema
Het doel van het project is het ontwikkelen van kwaliteitsstan-
twintig indicatoren).
Onderwijsprestaties
Kwaliteitszorg
Aantal leerlingen per schoolsoort (instroom)
Tevredenheid leerlingen
Slaagpercentages
Tevredenheid ouders
Gemiddeld examencijfer (centraal- en schoolexamen)
Tevredenheid toeleverend en afnemend onderwijs
Cohort rendement
Resultaten externe evaluaties
Ongediplomeerd schoolverlaten
Schoolklimaat en veiligheid
Effectief onderwijsbeleid
Bedrijfsvoering
Schoolplan
Marktaandeel / werkgebied
Structurele samenwerkingsverbanden
Lesuitval / onderwijstijd
Kenmerken leerlingen
Personeel: gemiddelde leeftijd, leeftijdsopbouw, verhouding m/v, ziekteverzuim, scholingsuitgaven Scholingsuitgaven
Keuzepatroon (profielkeuze) Zorgplan
Financiën Schoolkostenmonitor Overhead
Legenda van kleuren Centrale indicatoren. Decentraal, via systemen, definities en afspraken. Decentraal, afspraken over waar, wanneer en hoe. Decentraal via onderzoek in ieder geval minimale afspraken.
SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 5 3 | trevi anu m sch ol en groep
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 54 | t rev ian um s c h o lengroe p
7. Financieel en materieel beleid
7.2 Financieel beleid
Het financieel beleid van Trevianum scholengroep wordt
7.1 Inleiding
vormgegeven in de cyclus van schoolplan, meerjarenbegroting,
Trevianum kent een gezonde financiële huishouding. Financieel
begroting en jaarrekening, met als uitgangspunt dat de jaarlijkse
en materieel beleid zijn van essentieel belang om onderwijskun-
exploitatie een sluitende begroting kent. Dit is zelfs statutair
dige doelstellingen te realiseren. Ten behoeve van de mogelijk-
vastgelegd. Zodra de begroting bijvoorbeeld als gevolg van
heden voor het onderwijs dient er een strikte controle te zijn op
leerlingenfluctuaties niet meer in evenwicht is, wordt aangege-
een balans tussen inkomsten en uitgaven. Het onderhoud en ver-
ven wanneer en op welke wijze dit evenwicht weer kan worden
beteren van facilitaire voorzieningen zijn nodig voor de kwaliteit
bereikt. Deze toevoeging betekent – en dat is ook in de laatst
van het onderwijsproduct. Ontwikkelingen in leerlingenfluctua-
vastgestelde meerjarenbegroting aangegeven – dat (voorziene)
ties zijn bepalend voor prognoses met betrekking tot de finan-
tekorten in de exploitatie beleidsmatig en over een periode van
ciële ruimte voor eventueel nieuw beleid. Tegelijkertijd vraagt
mogelijk enkele jaren kunnen worden afgebouwd.
het voortdurend actualiseren van het onderwijs op gezette tijden om aanpassingen op het gebied van huisvesting en faciliteiten.
Mede door zorgvuldig financieel beheer vertonen de financiën de laatste jaren een rustig beeld met in de exploitatie geringe overschotten. Dat Trevianum in de jaren van groei gelden heeft kunnen reserveren is van belang omdat daardoor de middelen beschikbaar zijn om het dal dat de komende jaren in zicht komt, te kunnen overbruggen. Het kader daarbij is het nu voorliggende schoolplan voor de periode 2010 tot 2014. In de planning en prognoses moet echter ook inzicht bestaan in de personele en bevolkingsontwikkelingen voor de langere termijn. Jaarlijks worden hiervoor de prognosegegevens uitgewerkt. Daar waar het gaat om personele ontwikkelingen is het door het kabinet te voeren beleid van grote invloed. In een periode van slechts enkele jaren is bijvoorbeeld de uitstroom van personeel van overheidswege verschoven van gemiddeld 61 jaar naar – over enige jaren – 67 jaar.
SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 5 5 | trevi anu m sch ol en groep
De leeftijdopbouw van het personeel van Trevianum scholen-
Deze uitstroom is de eerste jaren groter dan de omvang die als
groep (per einde 2009) is in onderstaande grafiek weergegeven.
gevolg van daling van het aantal leerlingen nodig is. Om boventalligheid door benoeming van nieuw personeel te voorkomen zal met betrokken medewerkers gesproken worden over het tijd-
man
vrouw
stip van FPU. Het valt overigens op dat met name in de vakken
25,00 %
Nederlands, economie en biologie de uitstroom relatief groot is.
22,65%
20,00 % 16,38%
15,00 %
Een belangrijke parameter voor de beschikbare geldmiddelen
14,29%
is het leerlingenaantal op 1 oktober in het direct voorafgaande
11,85% 10,45%
10,00 %
kalenderjaar. De prognose-ontwikkeling van het aantal leerlin-
9,41%
7,32%
5,00 %
t/m 34 jaar
7,67%
35 t/m 44 jaar
45 t/m 55 jaar
55 jaar en ouder
Leeftijdopbouw personeel Trevianum (einde 2009)
gen op korte, middenlange en lange termijn is in onderstaande grafiek opgenomen. 100,00 %
100%
98,61% 97,41%
95,00 %
Deze opbouw geeft al aan dat in de komende periode een groot
90,00 %
aantal medewerkers Trevianum zal verlaten. De wetgeving is
85,00 %
zodanig dat mensen geboren voor 1 januari 1950 nog gebruik
80,00 %
95,25% 95,39%
94,03%
92,47%
90,44%
79,09% 73,68%
75,00 %
kunnen maken van de regeling FPU.
71,16% 70,00 %
Onderzoek geeft aan dat tot dusverre rond het bereiken van de
65,00 %
2009
2010
2011
leeftijd van 63 jaar (er is dan sprake van een maximale FPU-
2012
2013
2014
2015
2016
2020
2032
2023
Prognose-ontwikkeling aantal leerlingen Trevianum
uitkering) gebruik wordt gemaakt van deze regeling. In de periode van het voorliggende schoolplan is de potentiële
Bij de verdeling van het aantal leerlingen over de drie scholen
uitstroom van medewerkers als volgt:
van Trevianum scholengroep is uiteindelijk de daling voor elk van de scholen in procenten nagenoeg gelijk.
totale potentiële uitstroom per categorie:
fte
loonsom
€ 1.304.201
onderwijzend personeel
16,60
ondersteunend personeel
6,78
€ 256.633
coördinatoren
2,00
€ 163.980
directie
3,00
€ 294.115
totaal
28,38
€ 2.018.929
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 56 | t rev ianum s c h o lengroe p
In de volgende grafiek is de combinatie van uitstroom personeel (rode lijn) en daling van het aantal leerlingen (blauwe lijn) opgenomen (2009 = 100%).
100 %
100%
om elders gelden te verwerven c.q. kosten te verhalen. In hoofd-
98,61%
98 %
98,32%
97,41%
zaak blijft het voortgezet onderwijs afhankelijk van rijksmidde-
96 %
95,25%
94 % 92 %
95,39%
len. De verdelingen van inkomsten en uitgaven zijn als volgt weer
94,03% 92,47%
91,67% 89,81%
90 %
88,31%
88,31%
88 %
88,31%
te geven: Uitgaven (bron: begroting 2010)
86 %
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Uitstroom personeel (rood) en daling aantal leerlingen (blauw)
Om budgettering mogelijk te maken stelt de school een meerjarenbegroting vast, die jaarlijks geactualiseerd wordt in de begroting voor het komende kalenderjaar. Basis voor de personele kosten in deze begroting is het (meerjaren) formatieplan, waarin de aard van de functies en het aantal functionarissen die op middenlange en korte termijn benodigd zijn, zijn opgenomen. Het formatieplan dient in grote lijnen gebaseerd te zijn op het in dit schoolplan weergegeven en voorgenomen beleid. Binnen de begroting streeft de school naar het creëren van
personele lasten 76,61% afschrijvingen 3,18% huisvesting 6,53% administratie en beheer 2,69% overige kosten 3,49% leermiddelen en inventaris 7,51%
Inkomsten (bron: begroting 2010)
ruimte voor nieuw beleid, inclusief nieuw voor oud. Telkens wordt bij het opmaken van de volgende jaarbegroting het schoolplan geëvalueerd. Dit impliceert dat de school keuzes moet maken. De noodzaak hiervoor neemt toe, naarmate de vrije bestedingsruimte afneemt. Dit zal in de komende jaren het geval zijn. Om een en ander meer inzichtelijk te maken is als bijlage een financieel overzicht opgenomen waarin – ook in tijd gemeten – een vertaalslag wordt gemaakt van dit schoolplan. Financieel beleid is het middel om doelen ten aanzien van het onderwijs en het personeel te bereiken. Het kader van het financieel beleid wordt in hoofdlijnen bepaald door de middelen die de overheid jaarlijks verstrekt en de daarbij behorende wet- en regelgeving. Daarnaast zijn er in beperkte mate mogelijkheden
normatieve rijksbijdragen 86,69% overige rijksbijdragen 6,64% overige loon gerelateerde vergoedingen 1,56% overige baten 3,62% vrijval egalisatierekening 1,49%
De uitgaven en inkomsten zijn inclusief posten als stromen, reizen, schoolboeken etc.
SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 5 7 | trevi anu m sch ol en groep
7.3 Materieel beleid
Het onderwijs binnen de school moet voor alle leerlingen toegan-
Ook ten aanzien van het materieel beleid geldt dat dit een mid-
kelijk blijven en daarmee voor ouders betaalbaar. De school gaat
del is om de doelen ten aanzien van onderwijs en personeel te
daarom terughoudend om met het heffen van doelheffingen.
kunnen realiseren. Dit beleid, waaronder het onderhoud en de vervanging van de inventaris, het schoonmaken en het onder-
Door koepelorganisaties (ouders, besturen, ministerie) is een
houden van de gebouwen, is gericht op het welbevinden van de
convenant Schoolkosten opgesteld. Trevianum onderschrijft dit
leerlingen en het personeel. De veiligheid van deze groep en van
convenant. In dit kader is met de oudergeleding in de medezeg-
de incidentele bezoekers is een belangrijk aandachtspunt. Het
genschapsraad en met een vertegenwoordiging van de ouder-
kader wordt daarbij bepaald door de gebouwen en voorzienin-
raad afgesproken dat tijdig en vooraf aan ouders inzicht zal
gen waarover de school beschikt en de middelen die de overheid
worden verschaft in de schoolkosten.
jaarlijks en incidenteel verstrekt en de daarbij behorende wet- en regelgeving. Faciliteiten zijn de vertaalslag van schoolbeleid ten dienste van de mensen binnen de school en daarmee een mogelijkheid om beleid concreet vorm te geven. Ten aanzien van huisvesting is het uitgangspunt dat gebouwen dienstbaar zijn aan het onderwijs. Ze dienen uit te drukken wat voor school we zijn. Onze gebouwen dienen ook bij te dragen aan een verantwoord gebruik van energie en grondstoffen. Gebouwen dienen weinig gevoelig te zijn voor onderhoud. Lokalen en gemeenschappelijke ruimten dienen een gevoel van ruimte en veiligheid te geven. Gebouwen en faciliteiten zijn door de gemeenschap gefinancierd en behoren tegen redelijke vergoeding ook beschikbaar te staan voor de gemeenschap. In de afgelopen jaren heeft Trevianum scholengroep fors geïnvesteerd in de aanpassing en vernieuwing van gebouwen. De genomen maatregelen waren gericht op het verkrijgen van een goed geoutilleerd, modern en op de onderwijsvraag gericht gebouw. De komende periode zal – behoudens enkele kleine aanpassingen die samenhangen met onderwijskundige inzichten – vooral gericht zijn op het (groot) onderhoud van gebouwen en installaties. Inmiddels is het onderzoek voor een actueel
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 58 | t rev ianum s c h o lengroe p
grootonderhoudsplan gestart. Waar mogelijk wordt hierbij het
- vereiste veiligheidsnormen en arbo-normen,
principe van duurzaamheid en de toepassing van milieuvriende-
- cyclische evaluatie RI&E,
lijke materialen toegepast.
- toetsen aan landelijke ontwikkelingen en externe factoren, - kencijfers.
Trevianum kent een gezonde financiële huishouding. Financieel en materieel beleid zijn van essentieel belang om onderwijs-
• Periodiek zichtbaar maken van exploitatie- en investeringskosten van nieuwe (onderwijskundige) ontwikkelingen.
kundige doelstellingen te realiseren. Het onderhoud en verbeteren van facilitaire voorzieningen zijn nodig voor de kwaliteit van het onderwijsproduct. Ontwikkelingen in leerlingenfluctuaties zijn bepalend voor prognoses met betrekking tot de financiële ruimte voor eventueel nieuw beleid. Tegelijkertijd vraagt het voortdurend actualiseren van het onderwijs op gezette tijden om aanpassingen op het gebied van huisvesting en faciliteiten. Het beleid gaat ervan uit dat personele en materiële uitgaven passen binnen de normatieve bedragen. Hierbij is de komende jaren van belang welke maatregelen het kabinet neemt om de gevolgen van de kredietcrisis op te vangen. Deze maatregelen zullen ook het ministerie van OC&W raken en zullen derhalve van invloed zijn op de inkomsten van Trevianum scholengroep. Actiepunten • Toetsen van de aansluitingen tussen schoolplan, meerjarenbegroting, jaarbegroting en formatieplan. • Tweejaarlijks analyseren van de prognoses van leerlingenaantallen. • Tweejaarlijks uitvoeren van risicoanalyses met betrekking tot: - ontwikkeling leerlingenaantallen, - ontwikkeling omvang personeel in fte, - ontwikkeling ziekteverzuim, - kosten huisvesting, - plannen huisvesting en voorzieningen in relatie tot de onderwijsvragen, SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 5 9 | trevi anu m sch ol en groep
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 60 | t rev ianum s c h o lengroe p
8. Lijst van afkortingen en begrippen APV
Algemene Personeels Vergadering
BAS-project
Bewust Aanwezig op School - project
Bèta(onderwijs) Onderwijs in exacte vakken en technische
FPU Flexibel Pensioen en Uittreden (opvolger van VUT = vervroegd uittreden) GDB
Groot Directie Beraad Griekse en Latijnse Taal en Cultuur
studies
GLTC
BIO (de wet)
(De wet) Beroepen In het Onderwijs
GMR Gemeenschappelijke Medezeggenschaps
BOS
Buurt, Onderwijs en Sport
BS
Bradleystraat
BT-Academie Bernardinus-Trevianum Academie (de
Hoger Algemeen Vormend Onderwijs
HBO
Hoger Beroeps Onderwijs
twee genoemde scholen verzorgen een
Hv
Handvaardigheid
eigen eenjarig opleidingstraject voor
ICT
Informatie Communicatie Technologie
ambitieuze medewerkers)
IPB
Integraal Personeels Beleid
CAO(-VO) Collectieve Arbeids Overeenkomst (voor CE
Raad HAVO
JetNet (-school) Jongeren en Technologie Netwerk
het Voortgezet Onderwijs)
Nederland (samenwerkingsverband van
Centraal Examen
bedrijfsleven, intermediaire organisaties
CFI Centrale Financiën Instellingen (een uitvoeringsinstantie van het Ministerie van
(Economische Zaken) met het doel
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap)
bètaonderwijs interessanter te maken
CITO-score
Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling
CJG
Centrum voor Jeugd en Gezin
CM
Cultuur en Maatschappij
Cohort rendement Leerresultaten gedurende de hele
voor leerlingen en docenten in het VO) KBVO (Bond voor) Katholiek Beroeps- en Voortgezet Onderwijs KCV
Klassieke Culturele Vorming
schoolloopbaan van één lichting (=cohort)
KDB
Klein Directie Beraad
leerlingen
KWT-uren
Keuze Werktijd Uren (zie uitleg op p. 27)
CPS Christelijk Pedagogisch Studiecentrum CSE-cijfer
en de ministeries van OC&W en EZ
LB/LC/LD Docentfuncties met verschillende
(één van de drie pedagogische centra)
Centraal Schriftelijk Examencijfer
Lespleinen Pleinen met een cluster van lokalen van
bezoldigingsniveaus
DAT Differentiële Aanleg Test (deze richt zich
hetzelfde vakgebied
op uiteenlopende intelligentiefactoren en
LGF
Leerling Gebonden Financiering
vaardigheden)
LOB
Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding
ELO
Elektronische Leer Omgeving
LOOT
Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport
EM
Economie en Maatschappij
Magister Het administratie- en cijferregistratie
systeem van onze scholen SCHOOLPL AN 2 0 1 0 -2 0 1 4 | 6 1 | trevi anu m sch ol en groep
MR
Medezeggenschaps Raad
Mu
Muziek
NG
Natuur en Gezondheid
NT
Natuur en Techniek
NVAO
Nederlands-Vlaamse Accreditatie
TU
Organisatie
Tutoren Bovenbouwleerlingen vwo die hulp bieden
OC&W
Onderwijs Cultuur en Wetenschap
OOP
Onderwijs Ondersteunend Personeel
VAS
OP
Onderwijzend Personeel
VO-raad De sectororganisatie voor het Voortgezet
OU
Open Universiteit
P&O
Personeel en Organisatie
PAL
Platform Arbeidsmarkt Limburg
Trevianummer Informatiebulletin voor ouders en leerlingen Trevitaal (Intern) informatiebulletin voor het personeel
in vaklessen aan onderbouwleerlingen
Onderwijs evaluatie-instrument waarmee gemeten wordt hoe leerlingen zelf aankijken tegen
computer’) Primair Onderwijs/Voortgezet Onderwijs
PTA
Programma van Toetsing en Afsluiting
REC’S Regionaal Expertise Centrum (deze centra
Volg- en Advies Systeem
VSV Vragenlijst Studie Voorwaarden (een zelf-
PDA Personal Digital Assistant (ofwel ‘palmtop PO/VO
Technische Universiteit
hun studiehouding) VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs W&S
Werving en Selectie
geven een indicatie (verwijzing) van een
WO
Wetenschappelijk Onderwijs
leerling naar een school voor speciaal
WVO
Wet op het Voortgezet Onderwijs Zorg- en Advies Team.
onderwijs)
ZAT
RT
Remedial Teaching
In het ZAT hebben zitting: GGD
SE
School Examen
jeugdgezondheidszorg, bureau Jeugdzorg,
SLB
Sectie Leiders Beraad
schoolmaatschappelijk werk (Partners in
SO’S
Schriftelijke (les)Overhoring
Welzijn), Orbis GGZ, Virenze, AmaCura,
SPD(-er)
School Practicum Docent
ambtenaar leerplichtzaken, een externe
SSU
School Specifiek Uur
orthopedagoog, leerlingbegeleiders,
SVL School Vragen Lijst (een psychologische test waarmee inzicht wordt verkregen in de motivatie, de tevredenheid en het zelfvertrouwen van de leerlingen) SWV
Samen Werkings Verband
Tc
Techniek
Te
Tekenen
T-mail
Digitale nieuwsbrief van de directie
SC H OOLP L AN 2010-201 4 | 62 | t rev ianum s c h o lengroe p
de zorgcoördinator en de directeur onderwijs en begeleiding.
colofon Dit is het derde schoolplan van Trevianum scholengroep. Bij de totstandkoming van dit schoolplan zijn diverse geledingen betrokken geweest.
eindredactie Lou Harings en Alex Pieters
lay-out studiomarq
druk Drukkerij Bern Claessens B.V.
oplage 500 exemplaren
10
11
12
13
14