SCHOOLPLAN 2011-2015 Inleiding: Voor u ligt het schoolplan 2011 – 2015 van obs De Piramide. Het is een integraal meerjarig plan, waarin de ontwikkelingen in de maatschappij in relatie worden gebracht met de bijdrage vanuit onze onderwijsorganisatie. Er is gekozen om hiervan een handzaam en overzichtelijk beleidsdocument te maken als weergave van datgene wat er in de afgelopen planperiode is gerealiseerd en wat de gewenste ontwikkeling is. Er is geprobeerd teksten tot de essentie terug te brengen, zodat geen lijvig stuk ontstaat. Zo worden bijvoorbeeld de onderwijsleergebieden beschreven in een stramien en wordt er waar mogelijk verwezen naar de handleidingen van methodes. Er wordt bovendien verwezen naar andere beleidsdocumenten die binnen de organisatie op beleid- en op schoolniveau aanwezig zijn. Elk onderdeel wordt beschreven in termen van gerealiseerd in de afgelopen - en de gewenste ontwikkeling in de komende plan periode. Leeswijzer: de pagina’s 2 t/m 7 zijn het bestuursgedeelte.
Bestuurs filosofie Stichting Spoor Missie en Visie van SPOOR Stichting Spoor: onderwijs Stichting Spoor personeel Kwaliteit Kenmerken van de school, de leerlingen, ouders en omgeving Wat doen we op basis van de sociale context (actief burgerschap) Schoolniveau (maatschappijbeeld, mensbeeld, kindbeeld) Missie en Visie van onze school Ons Onderwijs Onderwijstijd Didactisch handelen Afstemming Onderwijsleerproces Pedagogisch handelen Schoolklimaat Rol van de leerlingen Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Zorg en begeleiding Opbrengsten, resultaten van leerlingen en hun voortgang in ontwikkeling Opbrengstgericht werken Integraal personeelsbeleid Veiligheidsbeleid Beleid kwaliteitszorg van onze school Externe contacten Huisvestingsbeleid , materiaalbeleid, relatie met omgeving Financiën Meerjarenplanning en verbeterplannen Samenvatting in schema schoolontwikkeling 2011 – 2015 Bijlage: overzicht beleidsdocumenten
Schoolplan 2011-2015
2–3 4 5 6 7 8 9 10 – 11 11 – 12 13 – 15 16 17 – 18 19 20 21 – 22 23 24 25 26 27 28 – 31 32 33 – 35 36 – 37 38 39 40 41 – 43 44 – 45
1
Bestuursfilosofie Stichting Spoor: Het bestuur van SPOOR wil een POLICY GOVERNANCE BESTUUR zijn. Policy Governance, ontwikkeld door John Carver, is een compleet, integraal model dat SPOOR in staat stelt om een maatschappelijk verantwoordelijke organisatie te zijn. Basisprincipes van Policy Governance vertaald naar onze organisatie: 1. Eigenaarschap: de scholen met daarbinnen de directeuren, leraren en alle andere medewerkers zijn moreel eigenaar van de organisatie 2. Positie van het bestuur: Het bestuur draagt volledig de verantwoordelijkheid voor het eigen bestuursproces en de gevolgen daarvan, net zo goed als het verantwoordelijk is en blijft voor alles wat het aan derden heeft gemandateerd of gedelegeerd in termen van bevoegdheid en verwachtingen. 3. Eenheid van bestuur: Het gezag van het bestuur is een groepsgezag , niet de optelsom van individuele bestuursleden. 4. Beleidsuitspraken over doelstellingen: Welke resultaten, veranderingen of voordelen moeten worden gerealiseerd, voor welke doelgroep binnen onze organisatie en tegen welke kosten 5. Beleidsuitspraken over de bestuursmiddelen: Hoe zal het bestuur zich gedragen, welke instrumenten worden gebruikt, welk gedrag, stijl en discipline verwacht het van zijn eigen bestuursleden. Dit vormt tevens de aansturing van - en verantwoordingsrelatie met het management van de organisatie. 6. Beleidsuitspraken van verschillend formaat:: van breed naar meer gedetailleerd. Het gaat om uitspraken / besluiten over missie, visie, bestuursfilosofie, waarden, strategie en begroting. 7. Het bestuur van SPOOR heeft het bovenschools management overgedragen aan de bestuursmanager. Deze is verantwoordelijk voor de leiding van de organisatie en is de enige schakel tussen het bestuur en de directeuren van de scholen. (het management). 8. Elke redelijke interpretatie: het bestuur geeft aan de bestuursmanager het recht om bij het verder ontwikkelen en uitvoeren van beleid elke redelijke interpretatie toe te passen van de geformuleerde bestuursuitspraken maar wel binnen de “doelstellingen” en “handelingsruimte” die aan hem/haar gemandateerd/gedelegeerd zijn. Voor wat betreft het “bestuursproces” en de “schakel tussen bestuur en management” is het recht van interpretatie gemandateerd/gedelegeerd aan de voorzitter. 9. Controle: het bestuur controleert de prestatie van de organisatie. Hiertoe wordt systematisch beoordeeld of een redelijke interpretatie van de “bestuursuitspraken inzake doelstellingen” is bereikt en of geen overschrijding heeft plaatsgevonden van een redelijke interpretatie van de “bestuursuitspraken inzake handelingsruimte”. De beoordeling van de bestuursmanager wordt hieraan mede afgemeten. Het streven van SPOOR is om alle hierboven genoemde onderdelen uit te voeren. Als ze allemaal in werking zijn is het bestuur in staat optimaal richting en ruimte te geven- en rekenschap en verantwoording af te leggen. De werkwijze die daarbij op de verschillende niveaus - bestuur(BMO), directie, team, groep, individuele leerling - wordt gehanteerd, is het gebruik van de PDCA (Plan-Do-Check-Act)-cirkel.
Schoolplan 2011-2015
2
De pdca-cyclus ordent de kwaliteitszorgactiviteiten : Plan: Er wordt een plan gemaakt waarin duidelijk wordt aangegeven wat je wilt bereiken. Do: Het plan wordt uitgevoerd zoals is beschreven. Check: De resultaten worden vergeleken met de beoogde resultaten zoals genoemd in het plan. Act: De resultaten worden geborgd of er wordt bijgestuurd om de resultaten alsnog te bereiken. En in de buitenschil: - Inspireren: Het ontwikkelen van enthousiasme en toekomstperspectief, aangeven wat de positie van de (school)organisatie is, wat de unieke waarde is die wordt geboden aan onze leerlingen, welke competenties leraren en andere medewerkers hebben waarmee het onderwijs vorm wordt gegeven en waarvoor ze beloond worden. - Mobiliseren: Het in beweging zetten om de doelstellingen en plannen te realiseren, met het accent op samenwerking tussen bestuur, schoolleider, leraren en ouders - Waarderen: Het zicht hebben op- en respect hebben voor de verschillende rollen en bijdragen die ieder heeft en waaruit blijkt dat BMO en het onderwijsmanagement oog hebben voor persoonlijke beloning op basis van vertrouwen. - Reflecteren: Stilstaan bij wat is bereikt en leren van de manier waarop dingen zijn aangepakt, met een open blik nagaan of er andere aanpakken mogelijk waren geweest, een open dialoog aangaan met de leden van de organisatie en belanghebbenden om resultaten te kunnen verbeteren.
Schoolplan 2011-2015
3
Stichting SPOOR: Wat we zijn en wat we willen zijn De beste basis voor ieder kind De scholen van SPOOR zorgen voor een uitdagende leeromgeving zodat iedere leerling zich maximaal kan ontwikkelen op cognitief, maar ook op sociaal-emotioneel, motorisch en creatief gebied. Verschillen tussen leerlingen zijn daarbij ons uitgangspunt. Dat willen we bereiken: door onderwijs te bieden van zo hoog mogelijke kwaliteit, door uitstekend gekwalificeerde leerkrachten, in goed onderhouden en ingerichte gebouwen, met eigentijds lesmateriaal; door uit te gaan van de mogelijkheden van elke leerling en hem of haar naar een zo hoog mogelijk niveau te brengen; door een veilige omgeving te creëren waar respect voor elkaar en voor de verschillen tussen leerlingen een wezenlijk onderdeel is van het onderwijs; door aandacht te hebben voor verschillende levensbeschouwingen en zo midden in de maatschappij te staan, zodat onze leerlingen kunnen uitgroeien tot zelfstandige en verantwoordelijke mensen; door onze medewerkers de kans te geven zich te ontwikkelen, zodat onze scholen eigentijdse scholen zijn die een stapje verder gaan dan de door de overheid gestelde kerndoelen; door samen op te trekken met ouders, door ze te beschouwen als partners, zodat we samen het beste halen uit elk kind en het beste maken van iedere school; door het versterken van de relatie met instellingen rondom de scholen, zoals het speciaal onderwijs, kinderopvang, jeugdzorg, voortgezet onderwijs, gemeenten, sportclubs en cultuurinstellingen; door onze scholen een eigen gezicht en eigen verantwoordelijkheid te geven, zodat ze kunnen inspelen op wat er leeft in hun eigen omgeving; door een professioneel Bureau Management Ondersteuning dat scholen ondersteunt en alert en planmatig werkt aan permanente kwaliteitsverbetering van scholen en medewerkers. door een gezond financieel beleid en door een duidelijke bestuurlijke structuur waarbij scholen en schoolbestuur op een heldere manier verantwoording afleggen aan alle belanghebbenden. Uitgangspunten: Maatschappelijke positie: SPOOR heeft een maatschappelijke functie in de ontwikkeling en vorming van de leerlingen. SPOOR gaat uit van de verscheidenheid in waarden tussen verschillende godsdiensten, levensovertuigingen en levensbeschouwingen. De objectieve en actieve wijze van omgaan met deze waarden bepaalt de meerwaarde van SPOOR. Daardoor zijn de medewerkers van SPOOR uitstekend in staat leerlingen goed voor te bereiden op een steeds pluriformere samenleving. SPOOR - medewerkers zijn van onbesproken gedrag en geven altijd het goede voorbeeld. Kwaliteit: De kwaliteitszorg is gericht op verhoging en borging van de onderwijskwaliteit. Bepalend voor de kwaliteit van een school zijn sterk leiderschap, een gezamenlijke visie, kwalitatief uitstekende leerkrachten, een goed zorgsysteem voor leerlingen, een veilige en ordelijke school, goede sfeer, de wil om voortdurend te verbeteren en een grote betrokkenheid van ouders. Zelfstandigheid: Rekening houdend met de kaders van de wet en de door het bestuur vastgestelde kaders hebben de scholen de gelegenheid zich te ontwikkelen tot relatief autonome scholen met een eigen profiel en identiteit. Onderwijsmethode: SPOOR hanteert het uitgangspunt dat elke leerling uniek is en recht heeft op een ononderbroken, persoonlijke ontwikkeling. Om die reden gebruikt SPOOR het principe van adaptief onderwijs, ofwel onderwijs toegesneden op de individuele behoeften van de leerling. Daarbij is een goede ICT voorziening, met lesvormen die aanvullend, dan wel vervangend zijn ten opzichte van de traditionele methoden, in dit verband een belangrijke voorwaarde.
Schoolplan 2011-2015
4
Beleidsplan: Waar leiden die missie en uitgangspunten toe? Het bestuur heeft een strategisch beleidsplan vastgesteld voor 2009-2013, dat door alle scholen als basis wordt gebruikt voor de eigen beleidsontwikkeling. In het schoolplan zal regelmatig worden verwezen naar dit beleidsplan. Stichting Spoor: Onderwijs In de wet op het Primair onderwijs valt ten aanzien van het onderwijs en het schoolplan het volgende te lezen: Het onderwijskundig beleid omvat in elk geval de uitwerking van de wettelijke opdrachten voor het onderwijs en van de door het bevoegd gezag in het schoolplan opgenomen eigen opdrachten voor het onderwijs in een onderwijsprogramma. Daarbij worden tevens betrokken de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en voor leerlingen voor wie een leerlinggebonden budget beschikbaar is. WPO, artikel 12 lid 2 Algemene doelen op bestuursniveau: het bevorderen van het zelfvertrouwen en de competentie-ervaringen van leerlingen, het bevorderen van hun zelfstandigheid en de kinderen ‘leren leren’. Kenmerken van ons onderwijs op bestuursniveau: evenwichtige aandacht voor cognitieve, sociaalemotionele en motorische vaardigheden en het bieden van onderwijs op maat. Door goed rekening te houden met verschillen tussen leerlingen menen wij ons streven naar optimale leerresultaten te kunnen waarmaken. Het bestuur heeft in haar strategisch beleidsplan 2009-2013 een aantal beleidsintenties geformuleerd, waarvan de belangrijkste zijn:
SPOOR is kwaliteitsonderwijs dat uitgaat van verschillen tussen leerlingen. Verschillen tussen leerlingen worden erkend, o.a. in herkomst, mogelijkheden en belangstelling. Met nadruk wordt gepropageerd op een resultaatgerichte wijze gebruik te maken van deze verschillen op een pedagogisch en didactisch verantwoorde wijze.
Het beleid erop gericht om op een samenhangende wijze onderwijs te geven. Binnen alle scholen is een doorgaande leerlijn te vinden, waarbinnen elke leerling ononderbroken begeleid wordt.
De leerlingen werken in een voor hen veilige leeromgeving Gestreefd wordt naar een vorm van onderwijs, waarin de scholen voor de kinderen een veilig schoolklimaat scheppen. De leerlingen ervaren de school dan als rechtvaardig, betrokken en veilig.
Het onderwijs wordt gerealiseerd in veilige, kindvriendelijke en sfeervolle schoolgebouwen. De kwaliteit van de gebouwen en omgeving is voor het bestuur een belangrijk aandachtspunt. Onder kwaliteit van de gebouwen wordt niet alleen de staat van de gebouwen verstaan, maar tevens de hygiëne binnen en rondom de scholen. Het bestuur investeert hierin in ruime mate.
Ouders kunnen kiezen uit een verschillend aanbod van kwalitatief hoogwaardige scholen voor openbaar onderwijs. Het bestuur ziet verschillen tussen scholen als een meerwaarde. Elke school profileert zich op een andere wijze, waardoor de schoolkeuze voor ouders groter wordt.
SPOOR bevordert de betrokkenheid en participatie van ouders.
(voor verdere uitwerking van bovengenoemde beleidsintenties wordt verwezen naar het strategisch beleidsplan 2009-2013) Schoolplan 2011-2015
5
Stichting spoor: personeel Integraal personeelsbeleid ( IPB) op bestuursniveau In de Wet op het Primair Onderwijs staat over de beschrijving van het personeelsbeleid in het schoolplan het volgende: Het personeelsbeleid, voor zover dat in het schoolplan tot uitdrukking wordt gebracht, omvat in elk geval maatregelen met betrekking tot het personeel die bijdragen aan de ontwikkeling en de uitvoering van het onderwijskundig beleid (…). WPO, artikel 12, lid 3 Beleidsintentie: Het personeelsbeleid is erop gericht medewerkers te motiveren hun werk met plezier, maar ook doelgericht en resultaatgericht te verrichten. Het personeelsbeleid is gericht op motivatie, ontwikkeling en kwaliteit van het personeel. Integraal personeelsbeleid betekent regelmatig en systematisch afstemmen van de inzet, kennis en bekwaamheden van de medewerkers op de inhoudelijke en organisatorische doelen van de organisatie. Deze afstemming is ingebed in de strategische positie en gerelateerd aan de context van de organisatie. Hierbij wordt professioneel gebruik gemaakt van een samenhangend geheel van instrumenten en middelen die gericht zijn op de ontwikkeling van individuele medewerkers. De verantwoordelijkheden zijn als volgt verdeeld:
Medewerkers dragen de verantwoordelijkheid voor hun eigen loopbaan, hun professionele ontwikkeling en voor hun bijdrage aan het realiseren van de doelen van de school. Natuurlijk worden zij ook betrokken bij het bepalen van deze doelen;
Directeuren dragen zorg voor een open cultuur van afstemming en communicatie binnen de school en dienen de afstemming, die zo kenmerkend is voor IPB, in een regelmatige beleidscyclus te borgen.
Het BMO levert input vanuit de omgeving van de school, verankert IPB (vastleggen op papier en in de structuur), bewaakt en ziet toe op de kwaliteit en professionalisering van het schoolmanagement;
Schoolplan 2011-2015
6
Kwaliteit Bestuursniveau: In de Wet op het Primair Onderwijs valt ten aanzien van de kwaliteitszorg en het schoolplan het volgende te lezen: Het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs omvat in elk geval op welke wijze het bevoegd gezag bewaakt dat die kwaliteit wordt gerealiseerd en vaststelt welke maatregelen ter verbetering van de kwaliteit nodig zijn. WPO, artikel 12, lid 4 SPOOR hanteert een brede opvatting over kwaliteit. Dat wil zeggen dat het denken over en het versterken van kwaliteit zich uitstrekt over alle aspecten binnen de school. Niet alleen de primaire processen (het werken in en rond de klas), maar ook de secondaire processen zoals personeelsbeleid, management- en organisatieontwikkeling, de interne en externe communicatie, de relaties die wij onderhouden met anderen buiten de school, de staat van het gebouw en de inrichting ervan, alsmede de buitenkant en het schoolplein zijn onderwerp van onze kwaliteit en kwaliteitszorg Daarnaast hecht SPOOR veel waarde aan een klantgerichte opstelling. Dit houdt in dat wij het belangrijk vinden aandacht te hebben voor de kwaliteit zoals die door ouders, medewerkers, leerlingen en externe relaties wordt gezien en beleefd. Werken aan kwaliteit gebeurt vanuit twee perspectieven: 1. Ontwikkeling en verbetering nastreven Passend binnen de bestuursfilosofie, werkt de school zelf aan verbetering van haar functioneren en prestaties. Ontwikkeling en verbetering zijn natuurlijk de belangrijkste redenen om aan kwaliteitszorg te doen. Een belangrijk hulpmiddel daarbij is de zelfevaluatie aan de hand van de eerder genoemde PDCA cyclus. 2. Verantwoording afleggen van hun kwaliteit aan ouders, bestuur en inspectie.
Schoolplan 2011-2015
7
ONZE SCHOOL. Kenmerken van de school, de leerlingen, de ouders en de omgeving. School: Adres: Postadres: Telefoon: Email: Website:
OBS. De Piramide Langemeerstraat 14a 1135 JE Edam Postbus 112 1135 ZK Edam 0299 – 367136
[email protected] www.piramideedam.nl
Onze school behoort tot de Stichting Spoor OBS De Piramide is een openbare school. Kenmerken leerlingen De leerlingen die onze school bezoeken, komen uit de wijk waarin de school staat maar ook uit het centrum van Edam. Onze schoolbevolking bestaat uit leerlingen waarvan een deel in de gewichtenregeling valt nl. 13%. Het is te verwachten dat dit percentage nauwelijks zal veranderen. Ongeveer 15% van onze leerlingen is van allochtone afkomst. Het aantal leerlingen met een rugzakje was in de afgelopen vier jaren redelijk stabiel nl. 3 Het is te verwachten dat dit aantal niet explosief zal toenemen. De ontwikkeling van Passend Onderwijs kunnen we op dit moment nog niet volledig in beeld brengen aangezien de politiek / maatschappelijke discussie nog niet volledig is afgerond. zie ook bijlage Zorg en Begeleiding Kenmerken ouders en omgeving Het opleidingsniveau van de ouders / verzorgers is heel divers: van laag tot hoog opgeleid. Onze ouders / verzorgers zijn zeer betrokken bij onze school. De informatieavonden, de 10-minuten gesprekken n.a.v. de rapporten en inloopmomenten (tijdens projecten) worden druk bezocht. Veel ouders willen graag helpen bij activiteiten die in of buiten de groep / school plaatsvinden. Onze school heeft een actieve ouderraad die leerkrachten ondersteunt bij het organiseren en uitvoeren van activiteiten zoals het sinterklaasfeest / kerstfeest of sportdagen. De oudergeleding van de medezeggenschapsraad heeft een constructieve, kritische houding t.o.v. het beleid van school. Ze denken mee. Kenmerken van de omgeving: wijk (regio) c.q. het voedingsgebied. Onze school staat midden in een woonwijk van Edam. Het is een woonwijk met voornamelijk rijtjeshuizen, met hier en daar een vrijstaand huis. Onze leerlingen komen uit heel Edam: van de binnenstad tot de buitenwijken.
Schoolplan 2011-2015
8
Wat doen we op basis van die sociale context? Actief burgerschap en sociale integratie. “Samenleven” is de kern van onze samenleving. Maar samenleven moet je leren. Net zoals taal en rekenen is samenleven een basisvaardigheid die in het onderwijs thuishoort. En zeker in het openbaar onderwijs. Het openbaar onderwijs is het onderwijs van en voor de gemeenschap. Wij gaan daarbij uit van waarden, die leerlingen in staat stellen zich te ontwikkelen tot actieve en verantwoordelijke burgers in een complexe gemeenschap. Burgers die zelfbewust en mondig zijn, die respect hebben voor andere opvattingen, die kunnen en willen samenwerken en samenleven. Actief burgerschap is de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan leveren. Sociale integratie is deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokken bij uitingen van de Nederlandse cultuur. De school is een gemeenschap, waar kinderen en volwassenen leren samen te werken, samen te leren, samen vreugde en verdriet te delen. Wij nemen onze leerlingen serieus en delen samen met hen de verantwoordelijkheid voor een plezierige en veilige omgeving door ze actief te betrekken bij de omgeving waar ze de deel van uitmaken. Bij burgerschapsvorming geven we leerlingen een actieve rol om in hun leefomgeving en in de samenleving een verantwoordelijke rol te spelen. Belangrijk vinden we bijvoorbeeld sociale vaardigheden: luisteren, je mening (durven) geven, voor je eigen belangen opkomen, conflicten oplossen op een vreedzame manier. Ook is er aandacht voor gedrag- en omgangsregels die het sociale verkeer ordenen. Een ander aspect van burgerschapsvorming is het overdragen van basiswaarden van de democratische rechtsstaat en van kennis over democratie. Van belang is verder de kennismaking met verschillende culturen, geloven en leefwijzen in de Nederlandse samenleving. Onze samenleving bestaat uit mensen met zeer verschillende achtergronden, culturen, talen en religies. Naast deze verschillen zijn er echter ook waarden die ons binden. Respect voor elkaar bijvoorbeeld. Door het erover eens te zijn dat er verschillen bestaan, en dat die ook mogen bestaan, kunnen we respectvol met elkaar samenleven. Dat is de kracht van democratie. Sociale binding wordt versterkt door deelname aan de gemeenschap. Opgroeien in een pluriforme maatschappij betekent bekendheid met andere culturen en geloven. Onze school besteedt aandacht aan culturele en levensbeschouwelijke verscheidenheid in onze samenleving en de plaats die de leerling inneemt in die samenleving. Identiteitsontwikkeling speelt een belangrijke rol bij het leren omgaan met verschillen. Leerlingen die zich bewust zijn van hun eigen identiteit, zijn beter in staat om anderen te begrijpen en te waarderen. Actief burgerschap en sociale integratie horen in het onderwijs thuis omdat de school voor de leerling de meest directe vorm is waarin de samenleving zich manifesteert. In de klas en op het schoolplein wordt hij geconfronteerd met processen, gedragingen en gebeurtenissen die ook voorkomen in de ‘echte” samenleving. Meningsverschillen, ruzies, pestgedrag, geweld, maar ook groepsvorming, sympathie, samenwerking en inspraak. Op school wordt de leerling gestimuleerd voor zijn mening uit te komen. Hij leert respect te hebben voor mensen die anders zijn of anders denken. Hij wordt zich bewust van zijn sociale plichten en rechten. Voor de invulling van bovenstaande in de praktijk: zie ons onderwijs.
Schoolplan 2011-2015
9
Schoolniveau Maatschappijbeeld Kinderen groeien op in een dynamische en complexe maatschappij. De omgeving waarin kinderen opgroeien tot volwassenen verandert snel. Van ouders en professionele opvoeders wordt gevraagd dat zij onderscheid kunnen maken en het verband kunnen leggen tussen de oppervlakkige structuren, normen en waarden die met de tijd andere gedaanten aannemen en de dieper liggende kern van onze maatschappij. De kern van onze maatschappij wordt gevormd door het democratisch gedachtegoed, respect voor andersdenkenden en solidariteit met mensen die afhankelijk zijn van anderen. De vorm waarin de kernwaarden zich manifesteren, verandert voortdurend. De veranderingen worden aangewakkerd door de ontwikkelingen in de wereldeconomie en de daarmee gepaard gaande mondialisering van instituties en de toenemende migratie. Botsingen tussen tradities en culturen, bedreigingen van de democratische kernwaarden, economische en maatschappelijke uitsluiting en het ontbreken van solidariteit, brengen veel spanningen in de maatschappij. Dit noopt opvoeders om kinderen uit te rusten met een stevig verankerd gevoel van eigenwaarde, inzicht in de democratische kernwaarden en respect voor andersdenkenden en afhankelijke mensen. Onze kinderen groeien op in een wereldgemeenschap, die opgebouwd is uit een netwerk van nationale, regionale en plaatselijke gemeenschappen. Het leven in een gemeenschap is voor ons mensen een voorwaardelijke conditie. Dat maakt dat ieder individu niet alleen deel uitmaakt van zijn of haar gemeenschap (de maatschappij), maar daar ook verantwoordelijkheid voor dient te dragen. Daarom is de gemeenschap (maatschappij) waarin kinderen opgroeien, mede verantwoordelijk voor de toerusting van kinderen om later als volwassenen deel te kunnen nemen aan deze gemeenschap. Mensbeeld Deelnemen aan de maatschappij/gemeenschap en daar ook – naar vermogen – verantwoordelijkheid voor kunnen dragen, vraagt van volwassenen (dus ook van leerkrachten) dat zij de kernwaarden van de gemeenschap begrijpen en respecteren. Deelnemen aan een gemeenschap vraagt van volwassenen dat zij het vermogen hebben gedachten en gevoelens te delen, wederkerigheid te ervaren, betrokkenheid te tonen en zorg te geven en te ontvangen. Verantwoordelijkheid nemen voor en actief participeren in de gemeenschap zijn voorwaarden voor het voortbestaan van de gemeenschap als zodanig. Om deel te kúnnen nemen moeten volwassenen toegerust zijn met een stevig gevoel van eigenwaarde, inzicht in eigen vermogens en krachten,moed en veerkracht. Zij moeten bereid zijn om hun vermogens en talenten te ontwikkelen en in te zetten voor het voortbestaan van de gemeenschap en verantwoordelijkheid willen nemen – direct of indirect – voor de zorg en het welzijn van de volgende generatie. Kindbeeld Een kind wordt geboren met de drang en noodzaak om deel te nemen aan de gemeenschap waar het toe behoort en beschikt van nature en in potentie over alle capaciteiten die het nodig heeft om daar deel van uit te maken. Kinderen zijn gericht op en afhankelijk van de mensen tussen wie zij opgroeien en zullen, mits zij niet geschaad worden in hun ontwikkelingen en gerespecteerd worden in hun autonomie en individualiteit, gemotiveerd zijn om zich een volwaardig lidmaatschap van de gemeenschap te verwerven. Een kind heeft een natuurlijk drang tot groei en ontwikkeling en wil greep krijgen op de wereld om hem heen: de materiële wereld en de wereld van (gedeelde) gevoelens en gedachten. Dat maakt dat een kind nieuwsgierig is, wil ontdekken, weten en begrijpen. In principe is een kind bereid om alles te aanvaarden zoals het is, er kennis mee te maken en ervan te leren. Deze openheid geeft hem het vermogen al zijn capaciteiten en talenten te ontwikkelen en emotionele verbindingen aan te gaan met ieder lid van de gemeenschap. Deze ontvankelijkheid maakt een kind ook kwetsbaar en dat geeft de maatschappij/volwassenen de verantwoordelijkheid kinderen ‘het goede’ voor te leven en te beschermen tegen invloeden die zijn welzijn ondermijnen. Om zich in de volle breedte te kunnen ontwikkelen, is een kind afhankelijk van de gemeenschap waarin hij opgroeit. Een kind heeft er recht op door de gemeenschap opgenomen te worden en door de gemeenschap bejegend te worden volgens de normen en waarden van de gemeenschap.
Schoolplan 2011-2015
10
Dit recht van kinderen is vastgelegd in het Verdrag inzake de Rechten van het Kind van de Verenigde Naties. Dit verdrag verplicht de gemeenschap elk kind geborgenheid (koestering, warmte, voeding), veiligheid (het afschermen van potentiële gevaren en bedreigingen van zijn integriteit) en respect voor zijn autonomie (zelfwaardering) en gevoel van competentie te geven.
Wat we zijn en wat we willen zijn Onze missie
Volgend uit de specifieke situatie van onze school, formuleren wij voor onze school de onderstaande missie in algemene doelstellingen. Deze zijn op te vatten als richtinggevende uitspraken, die verderop in dit schoolplan nader worden uitgewerkt: 1. de school heeft in de eerste plaats een onderwijsgevende taak. Daarnaast heeft ze ook opvoedende taak, die gericht is op de persoonlijkheidsvorming van het individuele kind en op de omgang met anderen; 2. de leerstof, vaardigheden en houdingen die op onze school overgedragen worden, staan ten dienste van deze persoonlijkheidsvorming; 3. onze school stelt het kind in de gelegenheid om zich naar eigen aard en aanleg zo volledig mogelijk te ontwikkelen op het sociaal-emotionele, cognitieve, creatieve, motorische en zintuiglijke vlak; 4. wij willen inspelen op verschillen tussen kinderen en maximaal tegemoet komen aan de drie basisbehoeften van kinderen: geloof in eigen kunnen (competentie), de drang zelfstandig te willen handelen (autonomie), en de behoefte aan waardering van anderen (relatie). Om dat waar te kunnen maken in de bijzondere situatie van onze school, streven wij naar een krachtige leeromgeving, waarin kinderen uitgedaagd worden, leren van en met elkaar, en leren in passende zelfstandigheid te werken; 5. onze school wil kinderen leren dat elke samenleving behoort te zorgen voor een leefbare wereld en welzijn voor iedereen. Ook willen wij kinderen leren kritisch te zijn ten opzichte van de samenleving en hen leren functioneren in een internationale gemeenschap. Dat betekent ook dat onze school een bijdrage levert aan de acceptatie van andere culturen naast de Nederlandse cultuur; 6. onze school zorgt voor een goede opvang van kinderen die van andere scholen komen. Dat geldt ook voor kinderen met speciale onderwijsbehoeften. Vervolgens zorgen wij voor een goede aansluiting wanneer kinderen naar andere scholen gaan. Dat laatste geldt ook voor de overgang naar het voortgezet onderwijs. Wij willen de kinderen een plek bieden waar ze veilig en met plezier kunnen leren, spelen en zich ontwikkelen. De brede persoonlijke ontwikkeling van kinderen krijgt veel aandacht. Daarbij houden we rekening met de verschillen van kinderen. We zien als onze taak kinderen goed voor te bereiden op de toekomstige maatschappij en vinden het belangrijk dat leerkrachten aandacht besteden aan vragen die kinderen stellen. VISIE OP KIND EN ONTWIKKELING Onze school is een school die gericht is op ontwikkeling op de volgende gebieden * de sociale ontwikkeling * de emotionele ontwikkeling * de verstandelijke ontwikkeling * de zintuiglijke ontwikkeling * de lichamelijke ontwikkeling (motorische ontwikkeling) * de ontwikkeling van creativiteit Elk kind is uniek en elk kind leert op een eigen wijze, in een eigen tempo en met eigen interesses en op een eigen niveau. Toch is onze school niet alleen ‘kindgericht’. We zijn ook ‘leerdoelgericht’ op een wijze die bij het kind aansluit. De doelen die wij nastreven zijn gericht op: VISIE OP VORMING, LEREN EN ONDERWIJZEN Hoe groter de betekenis van een activiteit voor een kind, hoe groter diens betrokkenheid erbij zal zijn en hoe groter de motivatie om aan de activiteit deel te nemen. Natuurlijk lukt het ons niet altijd om elk kind de in onze samenleving nodige kennis volgens bovenstaand model te laten opdoen. Sommige zaken moeten ook zonder betrokkenheid gewoon geleerd worden. Schoolplan 2011-2015
11
Maar ook dan proberen wij de kinderen duidelijk te maken wat de bedoeling- en soms het gemak- van die kennis is. Wat we aanbieden dient betekenisvol te zijn. Kinderen zijn altijd in beweging en nieuwsgierig naar de omringende wereld. Ze willen alles uitproberen, onderzoeken en ervaren. Van deze eigenschappen maken wij in de onderwijspraktijk gebruik. Door te zorgen voor een rijke leeromgeving, met activiteiten die binnen de mogelijkheden van het kind liggen en met de inhouden die aansluiten bij de dagelijkse werkelijkheid van het kind, willen wij de betrokkenheid van het kind vergroten. Wij vinden, dat we onze kinderen zo moeten onderwijzen/begeleiden, dat ze nu en straks zelfstandig, verantwoordelijk, creatief en kritisch kunnen leven in onze dynamische maatschappij. Wij vinden, dat kinderen zich een houding moeten eigen maken, zodat ze effectief leren samenwerken en samenleven. Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen leerstrategieën ontwikkelen d.m.v. interactieve instructievormen met hardop denken, herhalen, reflectie, zelfoplossend Wij vinden het belangrijk, dat kinderen leren zich te ontspannen en genieten. Wij vinden, dat kinderen respect moeten kunnen opbrengen voor waarde en normen van anderen. Wij vinden, dat we in ons onderwijs variatie in leersituaties moeten aanbrengen, omdat we ons ervan bewust zijn, dat kinderen niet op een uniforme manier leven, leren en ontwikkelen Wij vinden het belangrijk dat kinderen open staan voor de anderen en vertrouwen hebben in hun eigen kunnen. Bij elk kind wordt geprobeerd ‘er uit te halen wat erin zit’, zonder dwingend voor te schrijven wat eruit moet komen. Er wordt echter wel leiding en begeleiding gegeven door de leerkracht; dit op een positieve wijze. De sfeer waarin een kind opgroeit is van groot belang voor zijn of haar ontwikkeling. Wij stellen daarom een vriendelijk veilig klimaat waarin de aspecten vrijheid, maar ook orde en regelmaat verweven zijn en waar voor pesten geen plaats mag zijn. Dit betekent bijvoorbeeld dat we een actief anti - pestbeleid hebben en gericht zijn op relatie, competentie en autonomie.
Schoolplan 2011-2015
12
Ons onderwijs. LEERSTOFAANBOD Hoofddoelstelling: het leerstofaanbod bereidt de leerlingen in voldoende mate voor op het vervolgonderwijs. -
Ons aanbod is dekkend voor de kerndoelen / referentieniveaus.
De leerstof in de opgesomde onderwijsleerpakketten komen integraal aan bod. Het aanbod is dekkend voor de kerndoelen / referentieniveaus. In elke groep is de planning van de leerstof (jaar, maand en dag) in de administratie opgenomen. In vervolg op de evaluatie van het dagprogramma worden voortgangsbeslissingen genomen voor de volgende dagen. -
Onze aangeboden leerinhouden omvatten alle wettelijk voorgeschreven leer- en vormingsgebieden.
Alle in de WPO, artikel 9 lid 1, 2 en 3 voorgeschreven leer- en vormingsgebieden komen aan bod. Er zijn voor elk gebied leerlijnen en tussendoelen vastgelegd, waardoor er sprake is van een systematische opbouw en verdeling over de leerjaren. Uit de klassenboeken en groepsmappen van de diverse groepen en uit behaalde toetsresultaten/schriftelijke overhoringen/werk van de leerlingen blijkt dat de leerinhouden ook feitelijk zijn aangeboden. -
Ons aanbod is gerelateerd aan belangrijke maatschappelijke en actuele thema’s.
De leerstof wordt structureel in relatie gebracht met maatschappelijke thema’s als milieu, veiligheid en dergelijke. Dat blijkt uit onze verwerkingsopdrachten van behandelde leerstof en/of uit vastgelegde projecten. Daarnaast brengen wij de leerstof ook in verband met de actualiteit zoals deze uit diverse nieuwsbronnen naar voren komt (bronnen als Nieuwsbegrip, Jeugdjournaal, Weekjournaal). -
De leerstof wordt aangeboden tot het niveau van groep 8.
Minimaal 90% van onze leerlingen in groep 8 (exclusief de leerlingen met een ontwikkelperspectief) zijn daadwerkelijk bezig met de leerstof van dat leerjaar. -
Het leerstofaanbod in de verschillende leerjaren sluit op elkaar aan.
Wij maken integraal gebruik van de onderwijspakketten die in ieder geval de leerjaren 3 t/m 8 bestrijken. De onderwijspakketten die ook voor de eerste 2 leerjaren bedoeld zijn, worden ook als zodanig gebruikt. -
Het aanbod voor Nederlandse taal en rekenen/wiskunde is afgestemd op de onderwijsbehoefte van individuele leerlingen.
Onze school maakt daarbij gebruik van: onderwijsleerpakketten met herhalings- en verrijkingsstof; additionele leermaterialen zoals: remediërende materialen zoals Maatwerk, Map speciale leesbegeleiding, Remediërend begrijpend lees pakket pakketten voor meer- en hoogbegaafde leerlingen o.a. topklassers en plustaken. teacher –free materialen, onder andere in de vorm van software. Kortom het gaat om de aanschaf en het gebruik van materialen om de leerstof af te stemmen op de onderwijsbehoeften van zowel zwakkere als meer begaafde leerlingen.
Schoolplan 2011-2015
13
_
Onze aangeboden leerinhouden bieden de leerlingen kennis over de verschillende culturen in Nederland met de daarbij behorende waarden en normen.
In ons aanbod, vooral voor wereldoriëntatie, komen de verschillen en overeenkomsten naar voren op etnisch, religieus en sociaal gebied in ons land. Tevens komt dit thema structureel aan bod in onder andere: projecten, spreekbeurten, inrichting hoeken, tentoonstellingen en in de HVO-lessen in de groepen 7 en 8.. -
Ons aanbod is tevens gericht op bevordering van sociale integratie en burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving.
Schoolburgerschap is zichtbaar in de dagelijkse onderlinge omgang op onze school en wij bevorderen de ontwikkeling van sociale competenties (zie ook bij pedagogisch handelen van leraren, sociale en fysieke veiligheid en sociale vaardigheden). Tevens bevorderen wij maatschappelijk burgerschap door kennis over de samenleving over te dragen en deelname aan die samenleving te bevorderen. Door kennis van en respect voor de basiswaarden van de democratische rechtsstaat over te dragen, dragen wij bij aan de vorming van staatsburgerschap. Wij behandelen kritisch radicale of extreme opvattingen die indruisen tegen basiswaarden van onze samenleving en nemen zo nodig stelling. Ook in het signaleren van radicalisering nemen wij onze verantwoordelijkheid. Er is een aanbod voor de sociale competenties; Er wordt kennis over de samenleving overgedragen om deelname aan die samenleving te bevorderen; Er wordt kennis van en respect voor de basiswaarden van de democratische rechtsstaat overgedragen; Radicale of extreme opvattingen die indruisen tegen basiswaarden van onze samenleving worden kritisch behandeld en de school neemt daar stelling tegen; Als de school radicalisering signaleert neemt zij maatregelen.
Schoolplan 2011-2015
14
Methodes Op onze school gebruiken we eigentijdse methodes die voldoen aan de kerndoelen / referentieniveaus. De methodes worden bij de hoofdvakken integraal gebruikt door de leraren. Voor de toetsing van de leerstof maken we gebruik van methode – onafhankelijke (CITO-toetsen) en methode gebonden toetsen. Ten aanzien van het leerstofaanbod hebben we de volgende afspraken opgesteld: De methodes worden gebruikt op de wijze zoals de handleidingen dit aangeven. Schema overzicht m.b.t. vakken – methodes – toetsinstrumenten
Vak Taal
Lezen
Rekenen / wiskunde Geschiedenis Aardrijkskunde Natuur Verkeer Studievaardigheden Engels Schrijven Expressie Lichamelijke oefening Sociaal – emotionele ontwikkeling
Methodes CITO - Piramide ( 1 en 2) Taal op Maat ( 4, 5 en 6) Taalverhaal (7, 8) Woordbouw (7 en 8) Spelling op Maat (4 t/m 6) Veilig Leren Lezen (3) Leeslink (4 vanaf jan. t/m 8) Estafette (4 t/m 8 Voortgezet technisch lezen) CITO – Piramide (1 en 2) Alles Telt ( 3 t/m 8) Wijzer door de Tijd (5 t/m 8) Wijzer door de Wereld (5 t/m 8) Wijzer door de Natuur (5 t/m 8) Wijzer door het verkeer (4 t/m 8) Blits (7 en 8) The team in action (7 en 8) Handschrift (3 t/m 8)
Toetsinstrumenten CITO - Taal voor kleuters CITO - Woordenschat CITO - Spelling CITO – eindtoets Methode gebonden toetsen (groep 3 t/m 8) CITO – DMT AVI CITO – begrijpend lezen Methode gebonden toetsen
Methode Van Gelder
Methode van Gelder
Leefstijl
VISEON
Methodegebonden toetsen CITO – toetsen groepen 2 t/m 8 Methode gebonden toetsen Methodegebonden toetsen Methodegebonden toetsen Methodegebonden toetsen en theoretisch en praktisch verkeersexamen voor groep 7
Methodegebonden toetsen
Schoolplan 2011-2015
15
ONDERWIJSTIJD. Hoofddoelstelling: de leerlingen krijgen voldoende tijd om zich de leerinhouden eigen te maken. -
Het aantal geplande en daadwerkelijk gegeven uren onderwijs ligt boven het wettelijk minimum.
Op onze school wordt in vervolg op een planning op bestuursniveau een urenberekening gemaakt op basis van de vastgestelde schooltijden, vakanties, vrije dagen en uren. Deze berekening wordt per leerjaar of cluster van leerjaren uitgevoerd. Het aantal uren wordt zodanig vastgesteld dat alle leerlingen minimaal 7520 uren onderwijs kunnen ontvangen in acht jaar basisonderwijs. -
De uitval van geplande onderwijsactiviteiten blijft beperkt.
We administreren eventuele extra vrije dagen/uren en uitgevallen dagen/uren en stellen zo mogelijk de ouders daarvan ruim van te voren in kennis. Onze lesuitval blijft beneden 3,5% van de onderwijstijd. Wij hebben de vervanging geregeld en hebben werkafspraken voor de opvang van leerlingen indien er geen vervanging is. De eerste dag worden de kinderen verdeeld over de andere groepen. De daarop volgende dagen zal opdeling ook een mogelijkheid kunnen zijn. Bij wijze van hoge uitzondering worden de leerlingen naar huis gestuurd. Indien er thuis geen opvang mogelijk is dan zorgt de school voor opvang. -
Het ongeoorloofd schoolverzuim van leerlingen blijft beperkt.
Wij registreren de absenten. Zonder melding wordt telefonisch contact opgenomen met de ouders/verzorgers en bij ongeoorloofd schoolverzuim wordt de leerplichtambtenaar ingelicht. Ons ongeoorloofd schoolverzuim blijft beneden de 1% van de onderwijstijd. -
Er is voor Nederlandse taal en rekenen/wiskunde voldoende onderwijstijd gepland in relatie tot de kenmerken en behoeften van onze schoolbevolking.
Op onze school wordt minimaal 40% van de onderwijstijd gebruikt voor taalactiviteiten en rekenen/wiskunde. . Onze leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. Wij hebben de volgende werkafspraken gemaakt: de leraren zien toe op de naleving van de schoolregels en spreken de leerlingen/ouders aan op te laat komen; de leraren houden zich zoveel mogelijk aan de schoolplanning van de lessen en activiteiten die een evenwichtige verdeling van de onderwijstijd over de verschillende gebieden waarborgt; het klassenmanagement in de lessen is goed en efficiënt, hetgeen blijkt uit o de lestijd die wordt gebruikt voor het lesdoel o het gegeven dat er weinig tijd verloren gaat aan organisatorische zaken o het gegeven dat er nauwelijks tijd verloren gaat door ordeverstoringen o het gegeven dat onze leerlingen niet onnodig lang hoeven te wachten op instructie en/of het kunnen uitvoeren van de opdrachten. -
De hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen/wiskunde is afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen.
Wij hebben de volgende werkafspraken gemaakt: Schoolplan 2011-2015
16
-
-
-
indien de toetsresultaten een grote uitval laten zien (> half jaar achterstand) wordt de ingeroosterde tijd voor dat aspect van Nederlands of rekenen/wiskunde aantoonbaar uitgebreid; indien onze leerlingen erg hoog scoren op een aspect wordt de ingeroosterde tijd voor hen aangepast door in de les en/of tijdens het zelfstandig werken de tijd te differentiëren voor groepjes of voor individuele leerlingen; als onderdeel van het groepsplan kan huiswerk worden gegeven of gerichte thuisopdrachten.
DIDACTISCH HANDELEN Hoofddoelstelling:
_
het didactisch handelen in onze school ondersteunt het leren van de leerlingen.
Onze leraren realiseren een taakgerichte werksfeer, zodoende heerst er rust en orde waarin goed geluisterd en geconcentreerd gewerkt kan worden.
In onze school zijn met de leerlingen gedragsregels afgesproken voor het werken tijdens de lessen. Onze leraren zorgen voor een goede structuur in de onderwijsactiviteiten, een ordelijk verloop van het onderwijsleerproces, voor een doelmatig klassenmanagement en zij maken de leerlingen duidelijk welke leerhouding (luisterend, actief) van hen wordt verwacht. Zodoende heerst er rust en orde waarin goed geluisterd en geconcentreerd gewerkt kan worden. -
Onze leraren zorgen voor een goede structuur in de onderwijsactiviteiten.
Onze onderwijsactiviteiten zijn uit verschillende componenten opgebouwd, zoals oriënteren, instructie, uitvoering, bewaken, terugkijken en afsluiting. Onze leraren informeren leerlingen bij aanvang van de activiteit over de doelen. Zij maken leerlingen duidelijk wat het doel van de opdrachten is en wat zij ervan zullen leren. De activiteit kent een duidelijke afsluiting en onze leraren gaan na of de doelen zijn bereikt. De verschillende componenten van de onderwijsactiviteit worden expliciet door de leraren gemarkeerd. -
Onze leraren leggen duidelijk uit.
Een duidelijke uitleg is doelmatig en beknopt. In het algemeen gelden de volgende werkafspraken: * Een terugblik op eerdere lessen; * Het plaatsen van de leerstof in een betekenisvolle context; * Het actualiseren van de voorkennis; * Het doen van kleine stappen; * Het bieden van voldoende herhaling; * Het geven van samenvattingen; * Het bieden van gelegenheid tot het stellen van vragen. -
Onze leraren gaan na of de leerlingen de uitleg en/of de opdrachten begrijpen.
Tijdens en na de uitleg van de leerstof of de opdrachten stellen onze leraren controlevragen of laten zij de leerlingen de uitleg/opdracht samenvatten. Hetzelfde kan plaatsvinden tijdens de verwerking. Onze leraren zijn ook na de uitleg en tijdens de verwerking gericht op het helpen begrijpen van de uitleg of de opdrachten. -
Onze leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren. (dit onderwerp maakt deel uit van het plan van aanpak: “naar een meer opbrengstgerichte cultuur” zie elders in dit schoolplan)
Onze leraren maken gebruik van denk- en leerstrategieën in de les. In interactie met de leerlingen stellen zij oplossingsstrategieën of manieren van aanpak aan de orde, vergelijken en structureren deze en bevorderen het bewust toepassen daarvan in andere situaties. Het gaat dan om het demonstreren en vergelijken van modellen, vergelijken van situaties, het oefenen van strategieën, reflectie over gevolgde strategieën, het stimuleren van hardop denken en logisch redeneren. Voorts stimuleren zij het hanteren van controle - activiteiten door leerlingen, zorgen zij voor interactieve instructie- en werkvormen, laten zij de leerlingen hardop denken en leren zij hen denkstrategieën aan. -
Onze leraren geven de leerlingen feedback op hun leer- en ontwikkelingsproces. Schoolplan 2011-2015
17
Onze leraren geven feedback, waaronder schriftelijke feedback op gemaakt werk, op het antwoord, het resultaat of het product van leerlingen. Voorts geven zij feedback op de wijze waarop dat antwoord, het resultaat of het product tot stand is gekomen en, indien van toepassing, op het sociaal functioneren bij de uitgevoerde taak (groepsproces). Ook bieden onze leraren de leerlingen gelegenheid feedback te geven op elkaars antwoord, oplossingsstrategie en sociaal functioneren.
-
Onze leraren betrekken alle leerlingen bij de onderwijsactiviteiten.
Tijdens de uitleg en verwerking stimuleren onze leraren de leerlingen actief mee te doen en houden hen ‘bij de les’. Zij bevorderen dat leerlingen tijdens de instructie goed luisteren en tijdens de verwerking goed doorwerken. Daartoe stellen zij vragen die uitnodigen tot nadenken en geven zij opdrachten die leerlingen aanzetten tot actieve deelname. Na het stellen van vragen geven zij de leerlingen voldoende tijd om na te denken. Zij stellen de vragen aan de hele groep en/of geven veel verschillende leerlingen een beurt. Zij geven ook leerlingen een beurt die niet hun hand opsteken. Tevens gaan zij in op suggesties en ideeën van leerlingen. Onze leraren passen verschillende werkvormen toe. Onze leraren passen bij één activiteit verschillende werkvormen toe. De werkvormen moeten passen bij de leerdoelen en moeten de leerlingen voldoende variatie bieden. Te denken valt bijvoorbeeld aan individuele of groepsinstructie, onderwijsleergesprekken, begeleide inoefening, voorlezen, luisteroefeningen, drama, zelfstandig werken, samenwerken of gezamenlijke verwerking. -
Onze leraren dragen met behulp van leer- en hulpmiddelen bij aan een uitdagende leeromgeving.
Onze leer- en hulpmiddelen zijn gevarieerd en actueel en worden gericht ingezet om de leerdoelen te bereiken. Onze leraren maken daartoe een beredeneerde keuze uit leer- en ontwikkelingsmaterialen, ICT - middelen en materialen, aanschouwelijk materiaal, modellen en schema’s, constructiemateriaal, leesboeken en documentatie enz. De leer- en hulpmiddelen zijn uitnodigend en stimulerend voor het leren van onze leerlingen.
Schoolplan 2011-2015
18
AFSTEMMING ONDERWIJSLEERPROCES. Hoofddoelstelling: Onze leraren stemmen het onderwijsleerproces af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. -
Onze leraren volgen systematisch de vorderingen van hun leerlingen.
Onze leraren bepalen regelmatig de vorderingen en ontwikkeling (waaronder de sociaal-emotionele) van hun leerlingen met behulp van observatie-instrumenten, methodegebonden toetsen, proefwerken en dictees, alsmede met methode onafhankelijke toetsen. Zij administreren de resultaten overzichtelijk op groepsniveau. -
Onze leraren analyseren de vorderingen van de leerlingen om vast te stellen wat de aanpassingen van het aanbod en/of het onderwijsleerproces moeten zijn voor de groep.
Uit de groepsregistratie blijkt dat leraren analyses maken van leerresultaten (zoals foutenanalyses op groepsniveau). Deze gebruiken zij voor reflectie op leerinhouden en het onderwijsleerproces, dat wil zeggen: uit de analyses trekken zij conclusies voor de voorbereiding van volgende onderwijsactiviteiten of om de aanpak voor de groep aan te passen. In het schooljaar 2011 – 2012 wordt aan dit onderdeel nadrukkelijk aandacht besteed. (zie verbeterplan: “Naar een meer opbrengstgerichte cultuur”) -
Onze leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
Zij doen dat onder andere door: de uitleg te differentiëren; zich expliciet te richten op zowel zwakkere als juist goede leerlingen met extra beurten en voorbeelden; het bieden van voor -, her- of neveninstructie; leerlingen voor wie de instructie niet is bedoeld ander werk te bieden. Er is op onze school sprake van tempo- en inhoudelijke differentiatie waardoor de opdrachten aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van onze leerlingen. Wij bieden aanvullende hulp (d.m.v. een groepsplan) wat betreft extra instructie en inoefening. Een van de werkvormen die hiervoor gebruikt wordt, is het zelfstandig werken / leren van kinderen. -
Het taalgebruik van onze leraren past bij de taalbehoefte van de leerlingen.
In alle onderwijssituaties zorgen onze leraren er voor dat hun woord- en taalgebruik past bij het niveau van de leerlingen en bijdraagt aan de verbetering van hun taalbegrip. Zij spreken in volledige zinnen en stimuleren dat leerlingen ook in volledige zinnen spreken. Zo nodig corrigeren zij onjuist taalgebruik van de leerlingen. Leraren passen hun spreektempo aan op de leerlingen, articuleren duidelijk en gebruiken geen woorden die leerlingen niet begrijpen (tenzij bedoeld om de woordenschat te vergroten). Bij individuele of een groep taalzwakke leerlingen benutten zij zo veel mogelijk situaties om de woordenschat van de leerlingen uit te breiden.
Schoolplan 2011-2015
19
PEDAGOGISCH HANDELEN. Hoofddoelstelling: Het pedagogisch handelen in onze school leidt tot een fysiek en psychisch veilige en ondersteunende leeromgeving -
Onze leraren geven de leerlingen positieve persoonlijke aandacht.
Onze leraren kennen hun leerlingen goed, zijn toegankelijk en spreken hen op een positieve manier aan. Zij vragen naar wat leerlingen hebben beleefd en wat hen bezig houdt, tonen belangstelling voor wat ze te zeggen hebben en laten hen uitspreken. Zij ondersteunen leerlingen in moeilijke situaties in de groep, op school of thuis. -
Onze leraren tonen in gedrag en taalgebruik voor alle leerlingen respect.
Onze leraren negeren leerlingen niet, bejegenen hen volgens de geaccepteerde waarden en normen en onthouden zich van cynisme of sarcasme. Verder behandelen zij de leerlingen gelijkwaardig, dat wil zeggen dat ze geen blijk geven van antipathie voor bepaalde leerlingen en geen onderscheid maken naar sekse, milieu, cultuur of uiterlijk. -
Onze leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle wijze met elkaar omgaan.
Onze leraren zorgen ervoor dat de leerlingen elkaar accepteren zoals ze zijn en met elkaar omgaan volgens algemeen aanvaarde normen. Er wordt daarbij rekening gehouden met (culturele) verschillen en eigenaardigheden. Elkaar uitlachen, discrimineren en intimideren wordt niet getolereerd. Onze leraren stimuleren: naar elkaar luisteren, zorg hebben voor elkaar, solidariteit, aandacht hebben voor belangrijke gebeurtenissen in elkaars leven. Onze leraren begeleiden de leerlingen bij het zelf oplossen van ruzies en misverstanden, Onze leraren treden onmiddellijk en adequaat op bij concurrentie- of pestgedrag, bij verbaal en nonverbaal geweld. Onze leraren zorgen er voor dat de voorwaarden voor een respectvolle omgang tussen leerlingen onderling aanwezig zijn: zij zorgen voor een ontspannen sfeer, stimuleren het zelfvertrouwen van leerlingen en tonen ook zelf in gedrag en taalgebruik respect voor de leerlingen. -
Onze leraren bevorderen het zelfvertrouwen van de leerlingen.
Onze leraren spreken positieve verwachtingen uit over wat de leerlingen aan kunnen, betrekken ook de stille leerlingen bij de onderwijsactiviteit en geven positieve feedback. Zij markeren succeservaringen, keuren niet meteen foute antwoorden af en leggen de nadruk op wat goed gaat tijdens het leerproces. -
Onze leraren maken weloverwogen gebruik van complimenten en correcties.
Onze leraren leren de leerlingen zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen handelen. Zij gaan zorgvuldig om met ‘belonen en straf’. Zij handhaven de afgesproken omgangsregels consequent en rechtvaardig. Zij geven leerlingen op het juiste moment een complimentje en waar nodig corrigeren zij leerlingen op een manier die past bij het gepleegde feit. Zij tonen daarbij overwicht, zonder autoritair te zijn. Onze leraren leggen leerlingen te allen tijde uit waarom zij zo handelen. Zij zijn een goed voorbeeld voor leerlingen (‘teach as you preach’). Zij passen ook zelf de afgesproken omgangsregels consequent toe. Het zorgvuldig omgaan met straffen en belonen is schoolbreed een agendapunt tijdens de overleggen in de verschillende bouwen.
Schoolplan 2011-2015
20
SCHOOLKLIMAAT. Hoofddoelstelling: De sfeer op onze school is veilig en ondersteunend voor de leerlingen. -
Onze leerlingen tonen zich betrokken bij de school.
Elke twee jaar wordt er een leerling - enquête gehouden. Onze leerlingen geven daarin aan dat ze voldoende mogelijkheden hebben om deel te nemen aan activiteiten als vieringen, sportactiviteiten e.d. De inbreng bij het maken van het beleid vinden de leerlingen onvoldoende. Ingaande het schooljaar 2011 – 2012 wordt er een leerlingparlement ingevoerd. -
Ons personeel toont zich betrokken bij de school.
De betrokkenheid van ons personeel komt naar voren in de goede onderlinge relatie die er is. Deze komt tot uiting in een ervaren gevoel van collegialiteit, waarbij leraren zich niet uitsluitend verantwoordelijk weten voor de eigen groep, waarin zaken in alle openheid besproken kunnen worden en collega’s elkaar ook op zaken durven aanspreken. Daarnaast helpt men elkaar en maakt gebruik van elkaars deskundigheden. Er is in onze school ook ruimte voor verschil in opvattingen. Het geven van feedback is nog onderbelicht en zal in de komende jaren door invoering van handelingsgericht werken verbeterd moeten worden. Het traject Naar een meer opbrengst gerichte cultuur moet eveneens bijdragen tot verbetering van het geven van feeback aan elkaar. -
Onze ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die wij daartoe ondernemen.
Wij informeren de ouders over de gang van zaken op school onder andere door de schoolgids, nieuwsbrieven en informatieve avonden. Wij nodigen de ouders uit te participeren in allerlei schoolactiviteiten. Die activiteiten passen bij de doelen die de school nastreeft met de ouderbetrokkenheid en zijn afgestemd op de kenmerken en behoeften van de ouders/verzorgers. Wij zorgen ervoor dat negatieve betrokkenheid zoals conflicten, partijvorming worden voorkomen. -
Onze leerlingen en ons personeel tonen in gedrag en taal ook buiten de lessen respect voor elkaar.
Uit ouder/verzorger -, team- en leerling enquêtes komt naar voren dat buiten de lessen (bij in- en uitgaan van de school, tijdens de pauzes, op de speelplaats en bij buitenschoolse activiteiten) onze leerlingen en ons personeel positief met elkaar omgaan. Dit blijkt uit de respectvolle benadering en de wederzijdse betrokkenheid. Ook blijkt het uit het ontbreken van negatieve persoonlijke opmerkingen, uit het voorkomen van pestgedrag, het tegengaan van discriminatie en een adequaat optreden als de genoemde zaken wel aan de orde zijn. -
Onze leerlingen en ons personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school.
Wij voeren een actief beleid om een gevoel van sociale en fysieke veiligheid in het gebouw en op het schoolterrein te bevorderen. Dat komt tot uitdrukking in de volgende aandachtspunten: De fysieke inrichting van het schoolgebouw en de speelplaats; De organisatie van het toezicht op de gangen en op de speelplaats; Een regeling waarin vertrouwenspersonen en een klachtenregeling zijn opgenomen; Een aanpak van begeleiding en nazorg; Incidentenregistratie; Enquêtes onder leerlingen en personeel over de mate waarin zij zich veilig voelen. Schoolplan 2011-2015
21
Ons personeel en onze leerlingen voelen zich ook veilig genoeg om kritische opmerkingen over de school te maken. Geweld, intimidaties, bedreigingen en ongelukken komen nauwelijks voor. Voor het integraal veiligheidsbeleid verwijzen we naar het document “Veiligheidsbeleid”
-
Onze leerlingen, ons personeel en onze ouders/verzorgers ervaren dat de schoolleiding positief bijdraagt aan het schoolklimaat.
Leerlingen en ouders/verzorgers ervaren de directie als gemakkelijk toegankelijk en vinden er een gewillig oor voor de zaken die ze willen bespreken. Ze merken dat de schoolleiding goed op de hoogte is van de gang van zaken op school, serieus omgaat met hetgeen ze naar voren brengen en indien nodig ook adequate maatregelen treft. De ouders/verzorgers vinden dat de schoolleiding in zijn algemeenheid goed op de hoogte is van hun opvattingen en verwachtingen. De directie informeert regelmatig bij personeelsleden hoe het loopt, neemt hun ideeën en suggesties serieus en toont regelmatig waardering voor personeelsleden die hun werk goed doen. Zij maakt tijdig problemen bespreekbaar die kunnen optreden in het werk van de leraren en treedt adequaat op bij conflicten die zich op school voordoen. -
Onze school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in incidenten die zich op het gebied van de sociale veiligheid voordoen.
Wij brengen minimaal eens per twee jaar de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeelsleden systematisch in kaart met onder andere: anonieme vragenlijsten en door middel van functioneringsgesprekken met personeelsleden. Wij registreren jaarlijks alle schoolgebonden incidenten die de psychische of fysieke veiligheid van leerlingen en personeel aantasten. Wij evalueren de verkregen gegevens met het oog op verbetering van het veiligheidsbeleid. -
Onze school heeft een uitgewerkt veiligheidsbeleid gericht op preventie van incidenten.
Op onze school zijn gedragsregels vastgelegd voor leerlingen en personeelsleden, waarin aandacht wordt besteed aan het respecteren van een ieder. De regels zijn vastgelegd in een pestprotocol en/of een gedragscode en betreffen de omgang tussen leerlingen onderling, tussen leerlingen en personeelsleden en tussen personeelsleden en ouders. De gedragsregels betreffen zowel zichtbaar gedrag (in de klas, op het plein) als meer verborgen vormen van gedrag (sms, email verkeer op internet, chatten e.d.). Eventueel stellen we gedragsregels op bij het tonen van expliciete symbolen met een discriminerend karakter (bijvoorbeeld bepaalde vormen van kleding). De directie zorgt er ieder schooljaar actief voor dat de gedragsregels bij alle betrokkenen bekend zijn. Leerlingen, personeel en ouders zijn actief betrokken bij het opstellen of actueel houden van het veiligheidsbeleid (zie bijgevoegde bijalge Veiligheidsbeleid) zoals het opstellen van gedragsregels. -
Onze school heeft een uitgewerkt veiligheidsbeleid gericht op het optreden na incidenten.
Wij hebben vastgelegd (in een pestprotocol en draaiboek) hoe gereageerd wordt op incidenten en deze procedures zijn bij alle betrokkenen bekend. Het is duidelijk hoe schending van afspraken bestraft wordt, welke sancties getroffen worden (zoals schorsing of verwijdering) en wie daarbij een rol spelen. Wij voeren een lik – op – stuk - beleid, waarbij incidenten onmiddellijk bestraft worden. Tevens scholen wij personeelsleden, ook het ondersteunend personeel, indien nodig in het optreden na incidenten. Wij beschikken voor slachtoffers van incidenten over structurele voorzieningen voor nazorg op de korte en de langere termijn (b.v. gesprekken met vertrouwenspersoon; leerlingen en personeelsleden doorverwijzen naar psychologische hulp buiten de school). Tevens hebben wij afspraken met de politie over het melden van incidenten en over informatieuitwisseling over leerlingen die met politie/justitie in aanraking komen. Bovendien hebben we afspraken met andere scholen (bijvoorbeeld in het samenwerkingsverband WSNS) over de aanpak van leerlingen die incidenten veroorzaken. Schoolplan 2011-2015
22
ROL VAN DE LEERLINGEN Hoofddoelstelling: -
Onze leerlingen spelen een actieve en zelfstandige rol binnen de onderwijsactiviteiten.
Onze leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
Wij streven er op onze school naar dat de leerlingen actief luisteren en opletten tijdens de instructie en tijdens de verwerking geconcentreerd en taakgericht bezig zijn. Zij nemen actief deel aan groepsactiviteiten en gesprekken. Zij gaan in op suggesties en ideeën. Zij stellen inhoudelijke vragen en vragen geïnteresseerd door. -
Onze leerlingen passen hun opgedane kennis actief toe in andere situaties.
Onze leerlingen tonen interesse, zijn nieuwsgierig en werken zelfstandig aan opdrachten. Zij passen het eerder geleerde bewust toe bij nieuwe vraagstukken en in andere (verschillende) leergebieden. Indien nodig vragen zij hulp of uitleg van de leraren als begeleiders van hun leerproces. -
Onze leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.
In onze groepen is sprake van vormen van zelfverantwoordelijk leren door de leerlingen. Afhankelijk van het ontwikkelingsniveau wordt structureel aandacht besteed aan de ontwikkeling van zelfstandig werken, van zelfstandig leren en van eigen verantwoordelijkheid door leerlingen. De leerlingen worden daarbij begeleid door de leraar en werken met leermiddelen die zelfstandig leren en werken mogelijk maken. Leerlingen kiezen zelf taken en activiteiten, plannen zelf activiteiten en evalueren zelf het effect van de activiteiten. -
Onze leerlingen leren om op een doelmatige wijze samen te werken.
Onze leerlingen krijgen structureel de gelegenheid tot samenwerken. Onze leerlingen leren van elkaar, zij vinden het gewoon om elkaar te helpen, stellen elkaar vragen, krijgen inzicht in elkaars oplossingswijzen en reflecteren samen op het groepsresultaat. Door samen te praten over de leerstof worden de begrippen duidelijker afgebakend en beter onthouden. Opvattingen worden getoetst en misconcepties kunnen worden bijgesteld. Onze leraren besteden structureel aandacht aan samenwerkend leren als doel op zichzelf, spelregels en wijze van beoordelen zijn van tevoren aangegeven.
Schoolplan 2011-2015
23
LEERLINGEN MET SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN. Hoofddoelstelling:
-
Onze leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften krijgen passende zorg
Onze school signaleert vroegtijdig welke leerlingen passend zorg nodig hebben.
In relatie tot de kenmerken van onze leerlingenpopulatie en op basis van ons leerlingvolgsysteem hebben we criteria vastgelegd waarin is aangegeven wanneer de ontwikkeling ons inziens stagneert. We hebben dat gedaan voor taalontwikkeling, wiskundige oriëntatie, (voortgezet) technisch lezen, begrijpend lezen en rekenen en wiskunde. Op deze wijze vindt een adequate en vroegtijdige signalering van zorgleerlingen plaats. Een leerling is in elk geval een zorgleerling indien sprake is van een leerachterstand van een half jaar of meer of van een indicatie van de PCL. -
Onze school bepaalt op basis van een analyse van de verzamelde gegevens de aard van de zorg voor deze leerlingen.
Wij analyseren de verzamelde gegevens over het leer- en ontwikkelingsniveau van de desbetreffende leerlingen. De analyse bij zorgleerlingen wordt zo nodig gevolgd door diagnostisch onderzoek door een intern begeleider, een orthopedagoog en/of andere functionarissen. Analyse en diagnose leiden tot een onderbouwde planning van het handelen gericht op het wegnemen van de geconstateerde belemmeringen en/of het op gang brengen van een passend leer- en ontwikkelingsniveau. Dit pedagogisch, didactisch en/of therapeutisch handelen wordt verwoord in een groepsplan -
Onze school voert de zorg planmatig uit.
De daarvoor in het groepsplan genoemde verantwoordelijken voeren de afspraken in het plan uit. Uit de desbetreffende administratie blijkt dat consequent wordt gewerkt aan de uitvoering van het groepsplan. -
Onze school gaat de effecten van de zorg na.
Aan het eind van de in het groepsplan vermelde periode vindt een evaluatie plaats. Het gaat er dan om of de vooraf gestelde doelen in het plan wel of niet zijn gerealiseerd. De evaluatie leidt altijd tot een beslissing over de verdere voortgang (bijvoorbeeld: herhaling, nieuw onderzoek, aansluitend handelingsplan, regulier programma). Tevens wordt gekeken of de uitkomst gevolgen heeft voor het eindperspectief van de leerling zoals dat door de school en de ouders/verzorgers werd vastgesteld. -
Onze school betrekt de ouders/verzorgers van leerlingen bij de zorg van hun kind.
Wij informeren ouders/verzorgers vroegtijdig en zo uitvoerig mogelijk over stagnaties in het leer- en ontwikkelingsproces van hun kind, over de maatregelen die genomen gaan worden om de belemmeringen weg te nemen, dan wel het leer- en ontwikkelingsproces weer op gang te brengen en over de effecten die deze maatregelen hebben gehad. Indien nodig en waar mogelijk betrekken wij ouders bij de uitvoering van het groepsplan.. -
Onze school waarborgt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingenniveau onze eigen kerntaak overschrijden. Schoolplan 2011-2015
24
Onze school werkt op basis van regionale en gemeentelijke afspraken en de ‘sociale kaart’ samen met relevante ketenpartners aan een oplossingsgerichte aanpak voor leerlingen met probleemgedrag. Ook voor leerlingen bij wie de problematiek op een andere manier de eigen kerntaak overschrijdt, werken wij samen met REC’s en andere (onderwijs)instellingen.
ZORG EN BEGELEIDING. Hoofddoelstelling:
Onze begeleiding is erop gericht dat de leerlingen zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen.
Wij verwijzen naar het Zorgplan van ons Samenwerkingsverband en naar ons eigen Zorgplan. -
Onze school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
De leer- en ontwikkelingsprogressie van onze leerlingen wordt gewaardeerd door een pakket van landelijk genormeerde, valide en betrouwbare toetsen op het gebied van de Nederlandse taal en rekenen/wiskunde, aangevuld met gestructureerde observaties en methodegebonden toetsen. Deze worden zowel in de kleuterbouw afgenomen als in de leerjaren erna. Over het gebruik van deze instrumenten en de interpretatie van de verkregen gegevens zijn op teamniveau afspraken gemaakt. (zie toetskalender in ons zorgplan en het toetsprotocol) -
Onze school gebruikt de informatie van scholen en instellingen waar de leerlingen vandaan komen voor de begeleiding van de leerlingen.
Om de startsituatie van de leerling, als aangrijpingspunt voor het planmatig handelen, goed in kaart te brengen, staan wij er op informatie van de school of instelling van herkomst te ontvangen en deze te analyseren. -
Onze school maakt beredeneerde afwegingen bij de doorstroom van leerlingen binnen de school.
Wat betreft de interne doorstroming van leerlingen hebben wij procedures en criteria vastgesteld, die bij de beslissing een leerling in een groep/klas te plaatsen (kleutergroepverlenging en doublures) een rol spelen en die bij alle betrokkenen bekend zijn. (we verwijzen hierbij naar ons zorgplan) -
Onze school begeleidt de ouders/verzorgers en de leerlingen bij de keuze voor het vervolgonderwijs.
Wij informeren ouders/verzorgers en leerling zo uitvoerig mogelijk over de diverse uitstroommogelijkheden. Indien nodig ondersteunen wij hen in het maken van hun keuze voor een vervolgschool.
Schoolplan 2011-2015
25
OPBRENGSTEN, RESULTATEN VAN LEERLINGEN EN HUN VOORTGANG IN DE ONTWIKKELING Hoofddoelstelling:
Hoofddoelstelling: -
-
De resultaten van onze leerlingen liggen ten minste op het niveau dat mag worden verwacht. (uitstroom van onze oud-leerlingen uit het vo komt voor ongeveer 90% overeen met ons advies) Onze leerlingen ontwikkelen zich naar verwachting.
De resultaten van onze leerlingen voor Nederlandse taal (inclusief lezen) en voor rekenen/wiskunde gemeten door middel van de toetsen uit het CITO-LVS liggen aan het eind van de aangegeven leerjaren minimaal op de aangegeven vaardigheidsscore zoals die door inspectie en bestuur gehanteerd wordt. Onze leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.
Voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Het betreft leerlingen die voor één of meerdere aspecten van rekenen/wiskunde en/of taal en/of begrijpend lezen een te verwachten leerresultaat behalen dat lager ligt dan het niveau van groep 8. Het gaat dan om leerlingen met lgf indicatie met een sbo indicatie met de indicatie pro op e-niveau cito Voor deze leerlingen formuleren wij een ontwikkelingsperspectief voor het eindniveau én de tussendoelen op basis van redelijk objectieve gegevens zoals: een intelligentie test (IQ extern onderzoek), een psychologisch - didactisch onderzoek, een geschiedenis van de groepsplannen. -
Onze leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.
Het percentage van het aantal kleutergroep - verlengingen ligt beneden de 12%. Het percentage is berekend door het aantal leerlingen dat voor het eerst in groep 3 zit en dat op 1 oktober zeven jaar is te delen door het aantal leerlingen in groep 3 exclusief de doublures van groep 3. De uitkomst is vermenigvuldigd met 100. Het percentage doublures per jaar ligt rond 1 – 2% -
De adviezen van onze leerlingen naar het vervolgonderwijs zijn in overeenstemming met de verwachtingen op grond van de kenmerken van onze schoolpopulatie.
Er is overeenstemming tussen de adviezen naar het vervolgonderwijs en de kenmerken van de leerlingpopulatie. Voor advisering gebruiken we de NIO Het leerlingvolgsysteem CITO Eindtoets CITO Daarnaast hebben we: goed zicht op de prestaties van onze leerlingen voor Nederlandse Taal, begrijpend lezen en rekenen en wiskunde door een genormeerde eindtoetsprocedure bij sterk van de verwachting afwijkende prestaties van individuele leerlingen op een toets een procedure voor “second opinion” vanuit de prestatiegegevens van de NIO / eindtoets een eenduidige indicatie naar adviesniveaus instrumenten om inzicht te krijgen op sociale vaardigheden, motivatie of werkhouding van alle uitstromende leerlingen Uitgangspunt bij advisering is het advies van de groepsleerkracht van die daarbij gebruik maakt van genoemde instrumenten. Schoolplan 2011-2015
26
Onze leerlingen functioneren naar verwachting in het voortgezet onderwijs. Uit de terugkoppeling (die we overigens niet van alle scholen krijgen) blijkt dat meer dan 90% van onze uitstroomleerlingen uiteindelijk het diploma behalen in die vorm van onderwijs zoals door ons geadviseerd. Jaarlijks verantwoorden we de opbrengsten en resultaten van ons onderwijs aan ons bestuur en de inspectie.
Opbrengstgericht werken: Wij werken opbrengstgericht. Maar wat betekent het? Opbrengst gericht werken is het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van prestaties. Opbrengstgericht werken werkt! Dat blijkt uit allerlei onderzoeken. Met een gerichte aanpak kan de leerkracht de kwaliteit van het onderwijs snel verbeteren en het effect is vrijwel direct zichtbaar. De leerkracht doet er toe: alles hangt af van de instructiekwaliteit van de leerkracht. Van groot belang zijn tevens zelfreflectie en de kennis en vaardigheden van de leerkracht. Ons onderwijs is geen vrijblijvende aangelegenheid. We streven (zo hoog mogelijke) opbrengsten na m.b.t. vooral taal / lezen, rekenen en op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling. We achten het van belang, dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden en daarbij opbrengsten realiseren die leiden tot passend (en succesvol) vervolgonderwijs. Onze afspraken daarbij zijn: 1. De leerlingen realiseren aan het eind van de basisschool de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) voor rekenen, taal / lezen) 2. De leerlingen realiseren tussentijds de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) voor rekenen, taal en lezen. 3. De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat verwacht mag worden (op grond van hun kenmerken) 4. Leerlingen ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden 5. De leerlingen doorlopen de basisschool in beginsel in acht jaar 6. De leerlingen krijgen de juiste adviezen voor vervolgonderwijs 7. De leerlingen presteren naar verwachting in het vervolgonderwijs
Beoordeling De opbrengsten worden meerdere keren per jaar door het team geanalyseerd en beoordeeld. Daarbij staan centraal: de monitor die we invullen voor de Inspectie van het Onderwijs, de kengetallen uit het LVS en de CITO - eindtoets. Op basis van de uitslagen en de analyses worden verbeterpunten voor ons onderwijs vastgesteld. In het schooljaar 2009-2010 zijn we gestart met het invoeren van de groepsplannen voor rekenen / wiskunde. In het schooljaar 2010-2011 is daaraan toegevoegd de groepsplannen voor spelling en technisch lezen. In het schooljaar 2012-2013 zullen de groepsplannen voor begrijpend lezen worden ingevoerd. De groepsplannen worden gemaakt op basis van de uitslagen (vaardigheidsscores) van de M toetsen CITO en de E- toetsen CITO In de groepsplannen worden de leerlingen in drie niveaus ingedeeld op basis van onderwijsbehoeften. De indeling is niet een star gebeuren: het kan voorkomen dat een leerling gedurende het schooljaar in een ander niveau wordt ingedeeld.
Schoolplan 2011-2015
27
Integraal personeelsbeleid (IPB) op schoolniveau: Onze organisatorische doelen We hebben inzichtelijk hoe het personeelsbestand er (kwantitatief en kwalitatief) uit ziet, en wat wenselijk is voor de komende vier jaar en welke acties er ondernomen moeten worden om de gewenste situatie te verkrijgen: een professioneel team, waarbij een ieder vanuit zijn kwaliteiten een bijdrage levert op het terrein waarop hij / zij een specialist is. De gewenste situatie is afgeleid van onze missie, visie(s), onderwijskundig beleid en andere afspraken. Wij verwijzen ook naar het strategisch beleidsplan van ons bestuur. Item 1 2 3 4 5. 6 7 8 9 10
Aantal personeelsleden Verhouding man/vrouw Aantal IB’ers Gediplomeerde bouwcoördinatoren Gedragsspecialisten Opleiding schoolleider ICT – specialisten Onderwijsassistenten Overig specialisten / oop Conciërge
Huidige situatie 2011-2012 23 3 – 21 2 0 0 1 1 0 0 0
Gewenste situatie 2011-2015 20 5 – 15 2 3 3 1 2 0 2 1
De directie van onze school bestaat uit een man (directeur) en een vrouw (adjunct – directeur), die tevens interne begeleider is. De consequenties van onze organisatorische doelen zijn opgenomen in ons Plan van Aanpak (20112015) en komen standaard aan de orde in de gesprekkencyclus. Plan van aanpak De leeftijdsopbouw van ons team (aan het begin van het schooljaar 2011-2012) ziet er als volgt uit: Leeftijd aantal collega’s 20 – 30 6 (5 in vaste dienst) 31 – 40 5 (5 in vaste dienst) 41 – 50 4 (4 in vaste dienst) 51 – 60 9 (directeur) (9 in vaste dienst( 61 – 65 0 In de komende vier jaren zal ons personeelsbestand niet drastisch gewijzigd hoeven te worden. Als gevolg van het dalend leerlingenaantal in de toekomst zal het aantal teamleden wel kleiner worden. Het aannamebeleid zal erop gericht zijn, met inachtneming van de regelgeving, om een evenwichtige verdeling in leeftijdscategorieën te behouden en een evenwichtige opbouw in de verhouding man vrouw te krijgen. Daarbij staat kwaliteit wel steeds voorop. Het is ons streven om steeds meer de specifieke kwaliteiten van de leerkrachten te gaan benutten. We willen met het oog op Passend Onderwijs de komende periode van vier jaar drie gediplomeerde bouwcoördinatoren hebben, die een post - HBO opleiding gaan volgen tot gedragsspecialist. We hebben in het schooljaar 2010-2011 afscheid moeten nemen van onze conciërges. In de periode tot 2015 zullen we de nodige moeite doen om opnieuw een conciërge in school te halen. Overigens willen we dit financieel niet ten koste laten gaan van het directe onderwijsproces. De ontwikkeling van de brede school is in het schooljaar 2010-2011 met succes ingezet. De gemeente Edam – Volendam heeft een projectsubsidie beschikbaar gesteld voor de periode van twee jaar. (aflopend in mei 2012.) De subsidie bestaat voornamelijk uit personele lasten nl. betaling van 8 uur per week coördinatie. Zie nadere uitwerking brede school elders in dit schoolplan. Het is te verwachten dat er geen vervolg wordt gegeven in de vorm van een 2e subsidie. Voor ons betekent dit dat de coördinatie brede school gevonden moet worden in het taakbeleid van een of meer leerkrachten die deze taak op zich gaan nemen. Hierover zal met ons bestuur en de kernpartners overleg gevoerd moeten worden.
Schoolplan 2011-2015
28
Integraal personeelsbeleid (incl. professionalisering en nascholing) Het integraal personeelsbeleid van onze school richt zich op de ontwikkeling van de medewerkers. De bedoelde ontwikkeling is gekoppeld aan de missie en de visie(s) van de school, en aan de gemaakte afspraken per beleidsterrein. Op basis van de beleidsterreinen hebben wij competenties vastgesteld (in de geest van de wet BIO) en de afspraken zijn omgezet in criteria. Deze criteria staan op competentielijstjen, waarbij de leerkrachten te verdelen zijn in: startbekwame leerkrachten ervaren leerkrachten en excellente leerkrachten. Integraal personeelsbeleid houdt in dat de personeelsinstrumenten aangepast en gebruikt worden voor het afstemmen tussen de organisatiedoelstellingen en de wensen en doelstellingen van de personeelsleden. In het kader van integraal personeelsbeleid is er zorg voor de continue ontwikkeling en professionalisering van het personeel. We bieden als een van de scholen van de Stichting Spoor teamleden een loopbaanperspectief door een aantal functies / taken binnen onze school meer cachet te geven. (functiemix) In het schooljaar 2011 – 2012 zullen twee teamleden een post HBO - opleiding tot bouwcoördinator volgen en een teamlid een post HBO - opleiding voor taal- leesspecialist. Sinds enige jaren hebben we de beschikking over een ICC-er. (cultuur - coördinator). Zij heeft een post HBO - opleiding gevolgd. In de komende schooljaren zullen er meer specialismen in onze school werkzaam moeten zijn: drie gedragsspecialisten, een coördinator brede school, een coördinator rekenonderwijs en twee interne begeleiders. Genoemde collega’s zullen vanwege opleiding en verdere professionalisering en betekenis voor de school een salarisaanpassing krijgen door inschaling in de LB-schaall. Elke collega wordt in de gelegenheid gesteld om te solliciteren naar een van deze taken / functies.
Onze school vindt de volgende competenties richtinggevend voor de ontwikkeling van de medewerkers: 1. Gerichtheid op kwaliteit 2. Vakmatige beheersing 3. Effectief gebruik van de leertijd 4. Pedagogisch handelen 5. Didactisch handelen 6. Zorg voor leerlingen 7. Opbrengstgerichtheid 8. Professionele instelling 9. Communicatie 10. Omgang met ICT 11. Handelen vanuit de openbare identiteit van onze school. Introductie en begeleiding. Nieuwe leraren krijgen een mentor (een meer ervaren collega). Deze mentor voert het introductiebeleid uit, waarbij het speerpunt ligt op de bespreking van de competenties. Daarmee wordt de nieuwe collega op de hoogte gesteld van de missie, de visie en de afspraken van de school. Nieuwe leraren ontwikkelen een POP dat zich richt op het leren beheersen van de criteria (competenties) Intervisie De directie werkt met een vergaderstructuur waarin ook ruimte opgenomen is voor intervisiemomenten (2 x per jaar). Tijdens de intervisie bespreken de teamleden onder leiding van een bouwcoördinator de dagelijkse praktijk. Ook wordt er tijdens de intervisie aandacht besteed aan de voortgang van het POP. Klassenbezoek De directie legt jaarlijks bij ieder teamlid minimaal één klassenbezoek af. Bij het klassenbezoek worden – in overleg - criteria die afkomstig zijn van de competenties geobserveerd. Daarnaast wordt bekeken of de leraar op een correcte wijze uitvoering geeft aan de gemaakte persoonlijke ontwikkelplannen en de gemaakte teamafspraken. Een functioneringsgesprek wordt meestal vooraf gegaan door een klassenbezoek.. Schoolplan 2011-2015
29
Persoonlijke Ontwikkelplannen (POP) Het POP - gesprek is onderdeel van het functioneringsgesprek. Het bekwaamheidsdossier Alle werknemers beschikken over een bekwaamheidsdossier. Deze dossiers zijn centraal opgeslagen in de school en bevatten in ieder geval: Afschriften van diploma’s en certificaten De gescoorde competentielijst De persoonlijke ontwikkelplannen De gespreksverslagen
Functioneringsgesprekken De directie voert jaarlijks minimaal één functioneringsgesprek met alle medewerkers. We beschikken over een regeling functioneringsgesprekken. Tijdens dit gesprek komt o.a. het persoonlijk ontwikkelingsplan van de medewerker (met daarin de competenties) ter sprake. Op basis van het ontwikkelingsplan wordt gekeken naar verbeterdoelen in relatie tot de school verbeterdoelen. Tijdens het gesprek komen ook ter sprake: werkdruk, loopbaanwensen, scholing, taakbeleid en mobiliteit. Beoordelingsgesprekken Onze school beschikt over een regeling B - gesprekken. De directie voert een beoordelingsgesprek bij de overgang van een tijdelijke naar een vaste benoeming. Ook wordt er minimaal 1 x per 3 jaar een beoordelingsgesprek gevoerd met iedere werknemer. Bij dit beoordelingsgesprek wordt ons competentieprofiel gebruikt. Daarnaast worden houding en gedrag t.o.v. collegae en ouders, en de doorgemaakte ontwikkeling in kennis en vaardigheden beoordeeld.
Deskundigheidsbevordering (scholing – professionalisering) Nascholing vindt plaats op individueel niveau en op schoolniveau. De inhoud van de individuele nascholing wordt overlegd met de directie. Vaststellen van individuele scholing wordt gedaan op basis van het klassenbezoek / functioneringsgesprek en het daarbij behorende persoonlijk ontwikkelingsplan. Bovendien vinden we het van groot belang dat collega’s op basis van interesse een individuele cursus gaan volgen. Collega’s moeten hun vak bijhouden en dat bijhouden bestaat niet alleen door het lezen van vakbladen. We willen de professionaliteit van elke leerkracht vergroten en die kan alleen maar vergroot worden door scholing. (Een huisarts die 25 jaar geleden begon en geen nascholing heeft gevolgd zal op den duur geen patiënt overhouden) Daarnaast hebben we nog teamscholing. Het vaststellen van nascholing op teamgebied gebeurt op basis van de missie – visie van de school. Met andere woorden: wat hebben we nodig om te bereiken wat we willen om kwalitatief goed onderwijs te leveren? In welke tijd willen we het doel bereiken? De verdeling individuele nascholing en teamscholing staat in een verhouding van 50% - 50%, inhoudende dat er 50% van de nascholingsuren besteed worden aan individuele scholing en 50% aan teamscholing.
Scholing komt aan de orde tijdens functioneringsgesprekken. De scholing bestaat uit een deel persoonlijke scholing (bij voorkeur in relatie tot het opgestelde persoonlijk ontwikkelplan) en daarnaast een deel teamgerichte scholing. Deze scholing richt zich op het versterken van de missie, de visie en de afspraken (doelen) van de school. Iedereen is bij de scholingsmomenten van het team aanwezig. De scholing wordt verwerkt in de normjaartaak onder het kopje deskundigheidsbevordering
Schoolplan 2011-2015
30
Gevolgde teamscholing 2007-2011 Jaar 2006-2007
2007-2008 2008-2009 2009-2010
2010-2011
Thema Protocol dyslexie Voortgezet lezen Werken met piramideprojecten Spellingonderwijs Klassenmanagement Protocol dyslexie Zelfstandig werken ICT ICT ondersteuning op maat Naar een meer opbrengst gerichte cultuur Tutorlezen Aanvankelijk lezen Naar een meer opbrengst gerichte cultuur Kijken naar opbrengsten ICT (digitale borden) Implementatie nieuwe rekenmethode Kind op de gang
Geplande teamscholing 2011-2015 Jaar 2011-2012
2012-2013
Gevolgde individuele scholing 2007-2011 Thema Leescursussen Rekencursus Autisme Hoogbegaafdheid Referentieniveaus DOT-COM
Geplande individuele scholing 2011-2015
Thema e HGPD 1 jaar Naar een meer opbrengst gerichte cultuur Analyseren toetsgegevens Begeleiding bij invoering van de methode Estafette (voortgezet technisch lezen) Hoogbegaafdheid e HGPD 2 jaar Naar een meer opbrengst gerichte cultuur
Thema Bouwcoördinator Taal – leescoördinator ICC – coördinator
Coördinator Gedragsspecialist Coördinator Rekenen
Taakbeleid Jaarlijks, uiterlijk 1 juli van een lopend schooljaar, wordt het beleidsplan taakbeleid vastgesteld. In het beleidsplan staat duidelijk beschreven welke taken er naast de lesgevende taken uitgevoerd moeten worden en hoeveel uur er per taak is opgenomen. We verwijzen naar het beleidsplan taakbeleid dat aan dit schoolplan is toegevoegd. Verzuimbeleid We verwijzen hierbij naar het document verzuimbeleid binnen ons bestuur dat aan dit schoolplan is toegevoegd. Formatie 2011-2015 Jaarlijks wordt de formatie vastgesteld aan de hand van het bestuursformatieplan.
Schoolplan 2011-2015
31
Veiligheid Elke SPOOR school heeft een veiligheidsplan. Het veiligheidsplan van de scholen is bedoeld om een schoolklimaat te creëren of in stand te houden waar leerlingen, leerkrachten en ouders zich thuis voelen. De scholen willen dat leerlingen en ouders graag naar school komen en zich serieus genomen voelen door de leraren en de leiding van de school. Leerlingen, ouders en leerkrachten van de scholen gedragen zich positief ten opzichte van elkaar. Zij hebben vertrouwen in zichzelf en in hun school. De leerkrachten tolereren geen discriminatie of seksuele intimidatie. De scholen hebben een schoolcontactpersoon, er is een klachtenregeling en er zijn gedragsadviezen. Daarnaast beschikken de scholen over protocollen om eenduidig en consequent te kunnen handelen in zaken die de veiligheid betreffen. Tenslotte borgen de scholen het veiligheidsbeleid door dit te evalueren en daar met alle geledingen over te communiceren. Om te kunnen sturen, evalueren en bij te stellen registreren wij incidenten inzake agressie/onveiligheid. Hiervoor maken de scholen gebruik van een registratiesysteem, waarin de gegevens van het interne meldingsformulier en ongevallenmeldingsformulier arbeidsinspectie zijn verwerkt. Het volledig document veiligheid bestaat uit de onderdelen: Gedragscode voor leerkrachten (vastgesteld op 19 – 04 – 2011) Mediawijs (vastgesteld op 19 – 04 – 2011) Gedragscode ict voor leerkrachten (vastgesteld op 19 – 04 – 2011) Pestprotocol (vastgesteld op 15 – 02 – 2011) Klachtenregeling (vastgesteld op 15 – 02 – 2011) Protocol medisch handelen (vastgesteld op 25 – 06 – 2006) Alcoholbeleid (vastgesteld op 02 – 06 – 2006) Protocol kindermishandeling (wordt vernieuwd in het schooljaar 2011 – 2012) Risico Inventarisatie & Evaluatie (wordt zo spoedig mogelijk vastgesteld) Voor de inhoud van bovengenoemde documenten verwijzen we naar de website van ons bestuur. www.stichtingspoor.nl
Schoolplan 2011-2015
32
Beleid kwaliteitszorg van onze school. A. Algemeen Onder kwaliteitszorg verstaan we 'die activiteiten die in samenhang worden ondernomen om de kwaliteit van de school/het onderwijs te onderzoeken, te borgen of te verbeteren en openbaar te maken' . Hierbij zien we kwaliteit als 'het zo goed mogelijk voldoen aan de intern en extern geformuleerde doelstellingen’. Bij kwaliteitszorg gaat het bij ons op school om de volgende fasen: Kwaliteit bepalen: missie/visie en daarvan afgeleide doelen. Plannen en uitvoeren van afgesproken kwaliteit: toepassen in de praktijk: doen wat we zeggen Kwaliteit meten, evalueren en beoordelen of laten beoordelen (extern: toezicht inspectie, audit, collegiale visitatie): doen we wat we beloofd/afgesproken hebben. Kwaliteit borgen: vastleggen en vasthouden van de kwaliteit. Kwaliteit verbeteren: wat moet er (nog) verbeterd worden: opstellen van een verbeterplan. Kwaliteit verantwoorden. Onder kwaliteitszorg verstaan we het proces waarin onze school haar doelstellingen bepaalt, weet te realiseren, de kwaliteit ervan weet te bewaken, vast te houden en waar nodig te verbeteren. Kwaliteitszorg is een "houding" van voortdurende zorg voor de kwaliteit van het onderwijs, waarbij de school steeds opnieuw antwoord zoekt op de vragen: Waar staan wij voor? (visieontwikkeling, bepalen van doelstellingen) Hoe bereiken we dat? (voorbereiden en plannen van activiteiten) Wat kan beter? (gegevensverzameling en (zelf) evaluatie) Hoe verankeren we eenmaal behaalde kwaliteit? (borging) We beoordelen de afspraken systematisch en cyclisch en op basis van de bevindingen verbeteren of borgen we onze kwaliteit. Van belang is ook, dat onze kwaliteitszorg gekoppeld is aan het integraal personeelsbeleid. We streven ernaar, dat onze medewerkers competenties ontwikkelen die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen die we belangrijk vinden. Daardoor borgen we dat de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van onze medewerkers parallel verloopt. Onze afspraken m.b.t. kwaliteitszorg zijn: We hebben inzicht in de kernmerken van onze leerlingenpopulatie We beschikken over doelen (afspraken) bij diverse beleidsterreinen We beschikken over een evaluatieplan waardoor geborgd is, dat de verschillende afspraken minstens 1 x per vier jaar beoordeeld worden We laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen door ouders, leerlingen en leraren We werken planmatig aan verbeteringen (vanuit de documenten: schoolplan, jaarplan en jaarverslag) We evalueren stelselmatig of onze verbeterplannen gerealiseerd zijn We borgen onze kwaliteit (o.a. door zaken op schrift vast te leggen) We rapporteren aan belanghebbenden (inspectie, bevoegd gezag, GMR en ouders) We waarborgen de sociale veiligheid van medewerkers en leerlingen In de schoolplanperiode worden alle beleidsterreinen –zoals aan bod gekomen in dit schoolplan- met een zekere regelmaat geëvalueerd. Op basis van die evaluatie worden verbeterdoelen vastgesteld. Welke beleidsterrein in welk jaar geëvalueerd en voorzien worden van verbeterdoelen, staat aangegeven in onderstaand schema. In onze jaarplannen worden deze verbeterdoelen nader uitgewerkt en wordt aangegeven welk beleidsterrein wanneer in het jaar geëvalueerd wordt. De opbrengsten van ons onderwijs evalueren we jaarlijks o.a. op onze jaarlijkse evaluatie dag Op het gebied van de kwaliteitszorg werken we systematisch aan het verbeteren van de opbrengsten. Voor ons hebben de opbrengsten van instrumentele vaardigheden rekenen en wiskunde, technisch en begrijpend lezen en spelling de hoogste prioriteit. De directie gebruikt de toetsgegevens om het onderwijs te verbeteren en heeft daarom structureel overleg met interne begeleiders en vakspecialisten over methoden en resultaten. Tevens hebben onze interne begeleiders regelmatig gestructureerd overleg met de leerkrachten over (de verbetering van de) opbrengsten van onderwijs. Schoolplan 2011-2015
33
Er is een toetsprotocol opgesteld waarin afspraken zijn vastgelegd over: de jaarlijkse toetskalender, de systematiek van het afnemen en nakijken van de toetsen en de invoering van de scores in het elektronisch LVS, de analyses en de eventuele acties en de inhoud van de digitale dossiers. We maken gebruik van een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en ontwikkeling van de leerlingen. Onze leerkrachten volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Onze school stelt als een leerling beantwoord aan de criteria een ontwikkelingsperspectief op Onze school volgt of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzen
Schoolplan 2011-2015
34
B. Evaluatie en borging. Een overzicht van activiteiten. Schooljaar 20102011
20092010
Onderwerp
Evaluatie
Naar een meer opbrengst gerichte cultuur: invoering groepsplannen technisch lezen Implementatie nieuwe rekenmethode
Tussentijds en eind schooljaar
ICT ondersteuning op maat Naar een meer opbrengst gerichte cultuur: invoering groepsplannen rekenen / spelling Invoering tutorlezen
Tussentijds en eind schooljaar
Document beleidsplan ICT
Tussentijds en einde schooljaar
Zie zorgplan
Invoering zorgteam
20082009
Begeleidingstraject Invoering nieuwe leesmethode Veilig Leren Lezen ICT ondersteuning op maat
Teamafspraken zijn schriftelijk vastgelegd.
Tussentijds en eind schooljaar
Tussentijds en eind schooljaar Tussentijds en einde schooljaar Tussentijds en einde schooljaar
Document leesonderwijs Zie zorgplan Zie document leesonderwijs
Tussentijds en einde schooljaar Tussentijds en einde schooljaar
Document beleidsplan ICT document zelfstandig werken gekoppeld aan de zorg in de groepen (zie zorgplan)
Cursus klassenmanagement voor teamleden
Tussentijds en einde schooljaar
Masterplan dyslexie voor leerkrachten groepen 5/m 8
Tussentijds en einde schooljaar
document zelfstandig werken gekoppeld aan de zorg in de groepen (zie zorgplan)
Vervolg cursus klassen-management
20072008
Borging / gerealiseerd
Schoolplan 2011-2015
35
C. Externe contacten. ouders / verzorgers. Als school hebben we te maken met veel externe contacten, waarbij onze ouders / verzorgers van de leerlingen de belangrijkste zijn. Het contact ( zowel mondeling als schriftelijk) dat wij hebben met ouders / verzorgers, is voor ons van wezenlijk belang. We communiceren met hen op verschillende manieren: Mondeling: drie keer per jaar 10-minuten gesprekken n.a.v. rapporten informatieavond incidentele gesprekken zorgteam Schriftelijke informatie (per mail of per brief) via onze tweewekelijkse nieuwsbrief (PIPO=piramidepost) via informatiebrieven die hoofdzakelijk per mail worden verstuurd. Wij willen een laagdrempelige school zijn. Ons motto is toegankelijk ja, claimen nee. Ouderhulp is voor ons eveneens belangrijk. Zonder deze hulp kunnen bepaalde activiteiten geen doorgang vinden. In school functioneert een actieve ouderraad die ons hulp biedt op veel terreinen. Bij het onderwijs betrekken we nauwelijks ouders. Alleen bij het ict – onderwijs en techniek – onderwijs worden ze actief betrokken als hulpouders. Bij incidentele activiteiten zoals het eendaags en meerdaags schoolreisje en bij excursies betrekken we ouders als begeleiders en als vervoerders van kinderen. Voor het vervoeren en begeleiden van leerlingen verwijzen we naar het document: Richtlijnen bij vervoer van leerlingen van de Piramide, dat als bijlage aan dit schoolplan is toegevoegd. ons bestuur. Het contact met het bestuur bestaat vooral uit contacten van de directie met het bureau BestuursManagement - Ondersteuning (BMO) Het BMO wordt ter ondersteuning van de directie / school ingeschakeld op veel gebieden: personeel, financieel, ict, beleid en gebouw. Ongeveer 1 keer per zes weken is er een directiedag, die bestaat uit een deel zakelijke onderwerpen en uit een deel scholing. Teamleden krijgen van ons bestuur jaarlijks de mogelijkheid zich individueel te scholen. onderwijsinspectie. Dit contact is hoofdzakelijk schriftelijk van aard. Het betreft meestal aanleveren van documenten, leerresultaten en opbrengsten. De frequentie van het inspectiebezoek kan jaarlijks, maar ook eens per twee, drie of vier jaar zijn. Afhankelijk van de resultaten en opbrengsten en bevindingen van de inspecteur die het bezoek aflegt. schoolbegeleidingsdienst. Het contact met de sbd bestaat vooral uit het uitvoeren van (team)scholing en individuele scholing. Eveneens worden er individuele onderzoeken van leerlingen hoofdzakelijk afgenomen door de sbd. andere basisscholen in Edam. Tweemaal per jaar hebben de directeuren van de vier basisscholen overleg over een aantal organisatorische zaken zoals het vakantierooster, de 4-mei herdenking en het scholenvoetbaltoernooi. Bovendien zijn er vier vertegenwoordigers van deze scholen die samen de Edamse culturele commissie vormen. Deze leden bereiden het cultuurbeleidsplan voor alle Edamse scholen voor. Voor de inhoud van dit plan verwijzen we naar het Cultuurbeleidsplan van onze school, dat als bijlage aan dit schoolplan is toegevoegd. Samen met de oecumenische school de Trimaran participeren we in de brede school Edam. Voor de invulling en organisatie verwijzen we naar het document brede school dat als bijlage aan dit schoolplan is toegevoegd.
Schoolplan 2011-2015
36
andere basisscholen van het samenwerkingsverband Waterland Het contact met andere basisscholen is niet structureel op een tweetal officiële momenten na nl: De netwerkbijeenkomsten van interne begeleiders en De directie – overleggen gemiddeld eens per maand. het gemeentebestuur van Edam – Volendam. Dit contact bestaat vooral uit formele zaken: leerplichtzaken, schoolzwemmen en uitvoering van verplichtingen, die het gemeentebestuur en de school t.o.v. elkaar hebben. Een beleidsmedewerker welzijn / onderwijs van de gemeente is lid van de stuurgroep brede school
Centrum voor Jeugd en Gezin bureau jeugdzorg schoolmaatschappelijk werk; de schoolmaatschappelijk werker is vast lid van ons zorgteam
GGD / JGZ de schoolarts de jeugdverpleegkundige aanbod leskisten logopedist
Contacten in het kader van de brede school. Hiervoor verwijzen we naar het document brede school dat aan dit schoolplan is toegevoegd.
Schoolplan 2011-2015
37
D. Huisvestingsbeleid. Uitvoering van het huisvestingsbeleid is één van de taken die door het bestuur is neergelegd bij de directeuren i.v.m. integrale verantwoordelijkheid van de directie. Hij krijgt daarbij ondersteuning van een medewerker gebouwtechnische zaken die bij het bestuur werkzaam is. Hij adviseert en regelt zaken die de directeur aandraagt op dit gebied. In de meerjarenplanning van het bestuur staan de onderhoudswerkzaamheden die gepland staan voor periode van 4 jaar. Uitbesteding van onderhoudswerkzaamheden die niet in deze planning staan, maar terstond moeten worden verricht, loopt via de medewerker huisvestingsbeleid van ons bestuur. E. Materiaalbeleid Over omgaan met materiaal van de school of van de individuele leerling / teamlid / medewerker hebben we de volgende algemene afspraak gemaakt: Je gaat met je eigen spullen en die van anderen om zoals je met je eigen spullen omgaat. Dat betekent dat je materialen van anderen op een wijze gebruikt waarvoor het materiaal gemaakt is. Aanschaf van materialen wordt geregeld via de directie of een daartoe door de directie gemandateerde collega. In onze meerjarenplanning staat vermeld welke methode in welk jaar vervangen zal worden. De meerjarenplanning is als bijlage toegevoegd aan dit schoolplan (zie ook financiën) F. Relatie met omgeving. We hebben als school een maatschappelijke functie in de ontwikkeling en vorming van de leerlingen. We gaan daarbij uit van de verscheidenheid in waarden tussen verschillende godsdiensten, levensovertuigingen levensbeschouwingen. De objectieve en actieve wijze van omgaan met de waarden bepaalt de meerwaarde van onze school. Daardoor zijn onze leerkrachten in staat leerlingen goed voor te bereiden op een steeds pluriformere samenleving. Onze leerkrachten zijn van onbesproken gedrag en geven altijd het goede voorbeeld. Ons contact met de omgeving bestaat uit contacten met het speciaal onderwijs, kinderopvang, jeugdzorg, centrum voor jeugd en gezin, voortgezet onderwijs, gemeente, sportclubs en culturele instellingen.
Schoolplan 2011-2015
38
FINANCIËN Jaarlijks wordt ons formatiebudget vastgesteld voor het volgend schooljaar. Dit gebeurt op basis van de leerling - telling op 1 oktober volgens de systematiek T-1 Het beschikbaar budget wordt door ons bestuur kenbaar gemaakt voor 1 januari van een lopend schooljaar. Op basis van de plannen gaat de directie van onze school in gesprek met het bestuur over de besteding van het budget dat uit twee componenten bestaat: een component salaris (ongeveer 85% van het totale budget) en een component materiaal (ongeveer 15% van het totale budget) Behalve het jaarlijks budget is er ook een meerjarenbegroting opgesteld, waarbij rekening is gehouden met vervangingstermijnen en noodzakelijke investeringen op het gebied van methoden, computers en meubilair. Ons bestuur heeft voor het onderhoud van het gebouw een meerjarenplan opgesteld. Ten aanzien van het genereren van inkomsten anders dan via de officiële weg (ministerie / bestuur) is geen sprake behalve in het geval van: inkomsten die via de ouderraad binnenkomen via de vrijwillige ouderbijdrage. Andere gelden die binnenkomen maar weer volledig besteed worden zijn: de bijdrage van ouders voor het schoolzwemmen groepen 3 de bijdrage van ouders voor de jaarlijkse schoolreisjes. De bedragen die voor beide activiteiten worden geïnd, worden beide volledig besteed aan het doel waarvoor betaald is. Aangezien beide activiteiten geen verplichtend onderwijskarakter hebben, is de bijdrage vrijwillig. Voor ouders die de bijdrage voor het schoolreisje niet kunnen betalen, wordt een betalingsregeling getroffen. Voor ouders / verzorgers die de zwembijdrage niet betalen is de consequentie dat het kind niet mee doet met schoolzwemmen. SPONSORING Als we het over sponsoring hebben dan verstaan we daaronder het verstrekken van geld, goederen of diensten aan een bevoegd gezag, directie of leerkrachten waarvoor een tegenprestatie wordt verlangd door de sponsor. Schenkingen vallen niet onder het begrip sponsoring. Onze uitgangspunten ten aanzien van sponsoring zijn: a. sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taken van de school. b. sponsoring mag de betrouwbaarheid, de objectiviteit en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen niet in gevaar brengen, c. sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden en d. ons onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. Elk aanbod van sponsoring of schenking zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. In geval van tegenstrijdige belangen zal de aanvraag ter goedkeuring worden voorgelegd aan het bestuur. Het protocol sponsoring ligt ter inzage in school is als bijlage toegevoegd aan dit schoolplan. Tevens is de tekst in onze schoolgids opgenomen.
.
Schoolplan 2011-2015
39
Meerjarenplanning en verbeterplannen. In de afgelopen planperiode van 2007 – 2011 heeft de school een kwalitatieve ontwikkeling doorgemaakt op verschillende gebieden. Wat we hebben gerealiseerd is * dat de zorg op een bepaald vakgebied voor één of meer kinderen voornamelijk in de groep plaatsvindt en niet buiten het lokaal. Uitzondering op deze regel is de onderwijsbehoefte van kinderen die dyslectisch zijn of kinderen die vanwege de specifieke problematiek baat hadden bij hulp / zorg buiten het lokaal. Dit waren meestal de rugzakkinderen. * er wordt in de groepen gewerkt met groepsplannen voor rekenen / wiskunde, spelling en technisch lezen. De groepsplannen is een uitvloeisel van een van onze speerpunten nl:: naar een meer opbrengstgerichte cultuur. * In de groepen is het didactisch middel zelfstandig werken vorm gegeven: met keuzemogelijkheden voor kinderen, rondes lopen, werken met groen – rode kaarten, werken met uitgestelde aandacht. In alle groepen wordt gewerkt met een weektaak. Met als doel kinderen leren verantwoordelijkheid te dragen en zelfstandig keuzes te maken. * een beleidsplan ICT ingevoerd. Voor de inhoud verwijzen we naar het beleidsplan dat aan dit schoolplan is toegevoegd. * De groepen 3 t/m 8 maken gebruik van digiborden. Leerkrachten hebben scholing gevolgd voor het gebruik van het bord. * De Brede School is in oktober 2010 van start gegaan met een activiteitenaanbod voor leerlingen van 4 - 13 jaar. Het activiteitenaanbod bestond uit: activiteiten op het gebied van sport, muziek, expressie, cultuur en theater. * er is een nieuwe rekenmethode ingevoerd nl. Alles Telt * er is een nieuwe leesmethode ingevoerd nl: Veilig Leren Lezen * er is in de afgelopen schoolplanperiode tweemaal een ouder- leerling- en leerkrachtenquête afgenomen. Voor de resultaten verwijzen we naar onze jaarverslagen.
Schoolplan 2011-2015
40
Samenvatting in schema van het schoolontwikkelplan in de planperiode 2011-2015 ONDERWERP
1
HGPD
BT*
VERBETERDOEL(EN)
Uitleg van het begrip HGPD en de werkwijze van HGPD Er is een missie en visie van de zorg opgesteld binnen school Teamleden denken in kansen en mogelijkheden Leerkrachten bewust maken van hun eigen rol in het onderwijsproces; zij weten dat ze er toe doen Minimaal twee HGPD gesprekscycli doorlopen
Jaar van uitvoering 2011-2012
2
HGPD
Leerkrachten komen tot vroegtijdige signalering en kortlopende interventies, die aansluiten bij de handelingsbekwaamheid van de leerkracht Leerkrachten kunnen een analyse maken van de probleemsituatie rondom een kind middels het benoemen van belemmerende en protectieve factoren. Er wordt gekeken naar kindfactoren maar ook naar factoren in de onderwijsleersituatie en het gezin Leerkrachten leren denken in kansen en mogelijkheden vanuit protectieve factoren Er is een verandering van leerkrachtgedrag ten opzichte van het (zorg) kind Leerkrachten en interne begeleiders kunnen beter gebruik maken van de kennis en Schoolplan 2011-2015
2012-2013
41
Consequenties voor de Organisatie Professionalisering Middelen Teamleden volgen allen het traject HGPD Teamleden worden gefaciliteerd in tijd om de teambijeenkomsten te volgen en om de HGPD gesprekken te kunnen voeren, passend binnen de normjaartaak. Er wordt een projectgroep opgericht waarin zitting hebben een directielid, een intern begeleider en een leerkracht Teamleden kunnen tussendoor de uitvoerder consulteren over HGPD, per telefoon, per e-mail of d.m.v. een consult Teamleden staan open voor een omslag in denken over zorg en zorgstructuur Leerkrachten starten met een hulpvraag De intern begeleider maakt zich de gespreksvoering eigen De materialen worden verstrekt op de teamvergaderingen Cursus vindt plaats in school behalve voor de intern begeleider. Die cursus vindt plaats bij de schoolbegeleidingsdienst. teamleden volgen allen het traject HGPD de projectgroep is ook dit schooljaar in tact De materialen worden verstrekt op de teamvergaderingen Cursus vindt plaats in school behalve voor de intern begeleider Teamleden worden gefaciliteerd in tijd om de teambijeenkomsten te volgen en om de HGPD gesprekken te kunnen voeren, passend binnen de normjaartaak. Teamleden kunnen tussendoor de uitvoerder consulteren over HGPD, per telefoon, per e-mail of d.m.v. een consult De materialen worden verstrekt op de teamvergaderingen
3
Naar een meer opbrengst gerichte cultuur. Plenair bespreken van toetsresultaten
Meer- hoogbegaafden 4
5
Invoering methode voortgezet technisch lezen: Estafette voor de groepen 4 t/m 6
Brede School 6
7.
Enquetes
vergroten van de handelingsbekwaamheid Alle leerkrachten hebben minimaal één HGPD-cyclus doorlopen N.a.v. analyses van de leeropbrengsten van de leerlingen een adequaat leerstofaanbod voor de leerlingen samenstellen Komen tot een effectieve klassenorganisatie waarbij afstemming van instructie en verwerking zijn vastgelegd in een document (kwaliteitsdocument) Uitbreiden van ons leerstofaanbod voor meer- en hoogbegaafde leerlingen Meer en hoogbegaafde leerlingen een uitdagende leeromgeving bieden met adequate middelen en leeromgeving Leerkrachten voorzien van kennis over meer- en hoogbegaafde kinderen Met de invoering van de methode Estafette willen we bereiken dat het leesniveau van de leerlingen wordt verbeterd en met name van de zwakke lezers
In overleg met de kernpartners komen tot een gericht activiteitenaanbod voor kinderen In overleg met de kernpartners komen tot een doorgaande lijn in de zorg voor de kinderen na schooltijd In overleg met de kernpartners komen tot een doorgaande lijn in ontwikkeling van kinderen met talent voor bepaalde specialismen (sport, muziek, theater, expressie enz) Ouders, leerkrachten en leerlingen bevragen via een onafhankelijk instrument over hoe de ouders, leerkrachten en leerlingen denken over de school.
2011-2012 2012-2013
Teambijeenkomsten waarin de toetsresultaten worden besproken en waarin de gemaakte afspraken worden geëvalueerd m.b.t. de toetskalender, het klassenmanagement, de groepsplannen (voor rekenen, technisch lezen en spelling),
2011-2012
Aanschaf van middelen voor meer- en hoogbegaafde leerlingen Uitdagende leeromgeving bieden Professionaliseren van leerkrachten door kennis over meer- en hoogbegaafden Het handelen van leerkrachten met meer- en hoogbegaafde kinderen professionaliseren Team - informatiebijeenkomst invoering methode Estafette. Uitleg en maken van afspraken m.b.t. invoering en werkwijze Ervaringen uitwisselen en knelpunten bespreken. Bespreken toetsresultaten zwakke lezers en voortgangsbespreking Er zijn 2 teambijeenkomsten gepland De leerkrachten verder professionaliseren op het vakgebied leesonderwijs. Overleg in werk- en stuurgroep brede school Overleg met kernpartners in gezamenlijke bijeenkomsten Uitwerken van de zorg aan kinderen en vooral op taalgebied Uitwerken van de mogelijkheden om kinderen hun talent optimaal te laten ontwikkelen
2011-2012
2011-2012 2011-2012
Afnemen van de diverse enquêtes gedurende deze schoolplanperiode
7
Schoolplan 2011-2015
42
*BT= Beleids terrein (O,P,K,F) Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder schooljaar zullen we terugblikken, of we verbeterdoelen en in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de Opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag.
Schoolplan 2011-2015
43
BIJLAGE: OVERZICHT BELEIDSDOCUMENTEN Bestuursnummer
Algemeen beleid
datum vaststelling
33
Beleidsplan kwaliteitszorg
24-04-2005
35
Afspraken wisseling leerlingen SPOOR
29-09-2005
38
Regeling toelating en plaatsing
21-06-2011
39
Alcoholbeleid
02-03-2006
59
Protocol Leerplicht, schoolverzuim en voorkomen tijdig schoolverlaten incl. bijlage A, B, C, D en E
29-06-2007
65
Beleid Speeltoestellen
23-06-2008
67
Protocol middelen SBZW
23-06-2008
69
Reglement sponsoring
25-06-2008
85
Strategisch beleidsplan 2009-2013 deel 1
19-06-2009
86
Strategisch beleidsplan 2009-2013 deel 2
25-06-2009
87
Strategisch beleidsplan 2009-2013 deel 3
25-06-2009
91
Strategisch beleidsplan 2009-2013 werkzaamheden
25-06-2009
102
Klachtenregeling onderwijs SPOOR
15-02-2011
Personeelsbeleid 6
Regeling spaarloon/spaarraad
13-04-2004
8
Ziekteverzuimbeleidsplan
17-05-2004
15
Protocol Vervangingspool, versie 1 en versie 2, 25 april 2006
25-04-2006
20
Regeling toelagen als gevolg van extra werkzaamheden in het kader van het management van de scholen
18-11-2004
21
Benoemingsprocedure schoolleider (integraal manager) SPOOR
18-11-2004
22
Functiebeschrijving schoolleider SPOOR
18-11-2004
27
Reglement beoordelingsgesprekken
24-02-2005
28
Reglement functioneringsgesprekken
24-02-2005
43
Taakbeleid
25-04-2006
47
Scholingsplan SPOOR
28-09-2006
52
Uitvoeringsreglement levensloop
28-09-2006
62
Mobiliteitsbeleid SPOOR
24-04-2007
80
Protocol begeleiding beginnende leerkrachten
27-11-2008
84
Protocol vervanging
03-03-2009
96
Regeling toekenning verlof met betaalde vervanging
22-06-2010
99
Verzuimbeleidsplan
22-06-2010
103
Gedragscode personeelsleden in dienst van SPOOR
19-04-2011
106
Regeling Lief en Leed, versie 6, 2011
21-06-2011
110
Beleidsplan functiemix
15-02-2011
Schoolplan 2011-2015
44
GMR regelingen 74
GMR-medezeggenschapsstatuut
25-06-2008
75
MR-reglement
25-06-2008
76
GMR-reglement
25-06-2008
77
GMR WMS huishoudelijk reglement
25-06-2008
79
Regeling Faciliteiten GMR
25-09-2008
94
Activiteitenplan tevens scholingsplan GMR 2009-2010
04-03-2010
100
Scholingsplan GMR 2010-2011
22-06-2010
Zorg- en zorgbeleidsplannen 63
Beleidsplan Brede School
11-10-2007
89
Zorgplan Samenwerkingsverband Waterland 2009-2013 deel 1
25-06-2009
90
Zorgplan Samenwerkingsverband 2701 Zaanstreek 2009-2013
25-06-2009
97
Meerjarig zorgplan Samenwerkingsverband 2701 Zaanstreek 2009-2013
22-06-2010
98
Zorgplan 2010-2011 Samenwerkingsverband Waterland
22-06-2010
ICT 34
ICT beleidsplan 2005-2008
29-09-2005
104
Gedragscode "Mediawijs"(cyberpesten)
19-04-2011
105
Gedragscode ICT
19-04-2011
Bestuur 24
Managementstatuut en directiestatuut, tevens mandaatbesluit
26-01-2004/5-08-2004
Vakantieregelingen 95
Vakantieregelingen 2010-2014
16-02-2010
Gezondheid en welzijn 49
GGD Zaanstreek en Waterland Jeugd en Gezondheid 4 tot 12 jaar
29-11-2004
51
Protocol Kindermishandeling
17-10-2008
64
Protocol overlijden en rouw op school
01-05-2006
78
Protocol medicijnverstrekking en medisch handelen op scholen
25-06-2008
101
Pestprotocol
15-02-2011
108
RI&E beleid
21-06-2011
Taak- en werkomschrijvingen 88
Taakomschrijving Bewegingsonderwijs
25-06-2009
109
Taakomschrijving IB / notitie IB
21-06-2011
Schoolplan 2011-2015
45