Schoolplan

Schoolplan 2007-2011

26BA basisschool Meander Meddostraat 6 5045 EH Tilburg tel., 013-5720527 email: [email protected]

06-11-2007

48101 Stichting Katholiek Onderwijs Tilburg Postbus 4199 5004 JD Tilburg

Schoolplan Meander 2007-2011

1

0. Inleiding 0.1. Doelen van het schoolplan Door scholen meer vrijheid te geven voor eigen schoolbeleid verwacht de overheid dat de veranderingen, verbeteringen en vernieuwingen beter gerealiseerd worden. Tegelijk daarmee speelt de beheersbaarheid van de kosten van het onderwijs een belangrijke rol. Een gevolg daarvan is een ander financieringsbeleid binnen het basisonderwijs (lumpsum). Scholen zijn verplicht een systeem van kwaliteitszorg in te voeren. Het hanteren van een schoolplan, een schoolgids voor ouders en een klachtenregeling zijn bij wet geregeld om verantwoording af te leggen aan de wetgever en aan de ouders. Het ontwikkelen en hanteren van beleidscycli is daarmee een onderdeel van de dagelijkse praktijk geworden. Het schoolplan maakt daar deel van uit. Het beschrijft hetgeen er op school speelt en hoe wij daar mee om gaan. Het schoolplan beschrijft ook de meting van de effecten van de acties en de reacties.

0.2. Functies van het schoolplan Het schoolplan bevat een beschrijving van het beleid met de betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd en omvat in elk geval: • Het onderwijskundig beleid • Het personeelsbeleid • Het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. • Het schoolplan is tevens een verantwoording document naar de onderwijsinspectie.

0.3. Procedure Dit schoolplan is opgesteld door de directie op grond van documenten die in de loop van de jaren zijn vastgesteld, zoals: • Het zorgplan • Verslagen van vergaderingen • Afsprakenlijsten • Veranderplannen Voor het vaststellen van de geplande veranderingen is gebruik gemaakt van de volgende documenten: • Totaal Kwaliteits Instrument Primair Onderwijs (TKPO), december 2006 • Rapportage De Zorgmeter (Samenwerkingsverband Tilburg, 2006)

06-11-2007


2

•

Rapport Periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool “Meander”, 28 april 2006 In een teamvergadering en een studiedag heeft het team het conceptschoolplan bestudeerd en aangevuld. Vervolgens is het schoolplan aangeboden aan het bestuur en tegelijkertijd voorgelegd aan de Medezeggenschapsraad ter instemming. Vervolgens is een definitief exemplaar aan de inspectie gezonden.

0.4. Verwijzingen Verwijzingen vinden plaats naar andere schooldocumenten en naar handleidingen van methodisch materiaal.

0.5. Bronnen: • • • • • • • • •

Handreiking voor het maken van het schoolplan 2007-2011 (Eduforce, 2006) Schoolplan 2003-2007 van Meander Schoolgids Meander schooljaar 2007-2008 TKPO Meander (december 2006) Rapportage De Zorgmeter (Samenwerkingsverband WSNS Tilburg-West, 2006) Wet op het primair onderwijs Beleidsstukken van het bevoegd gezag, de Stichting Katholiek Onderwijs Tilburg-West Publicaties op internet Ouderenquête bs Meander (februari 2007)

0.6. Status van het schoolplan Het schoolplan is een beleidsdocument dat is opgesteld door de directie van de school, goedgekeurd door de medezeggenschapsraad en aangenomen door het bevoegd gezag. Op school wordt het schoolplan gebruikt als werkdocument.

0.7. Evaluatie Minimaal eenmaal per jaar zal bezien worden of geformuleerde doelen gerealiseerd zijn, dan wel aanpassingen behoeven. Indien op basis van een evaluatie aanpassing noodzakelijk is dan wordt daarvan melding gemaakt in een eerstvolgende schoolgids. Tevens zal de verandering en/of bijstelling aan de inspectie gemeld worden.

06-11-2007


3

1. Onze school 1.1. Huidige situatie Basisschool Meander ligt aan de zuidkant van de wijk De Leeuwerik van het stadsdeel Tilburg-Reeshof. De meeste kinderen van Meander komen uit deze wijk. De school maakt deel uit van de Stichting Katholiek Onderwijs Tilburg-West. Het bevoegd gezag heeft twee bestuursmanagers aangesteld die middels mandatering zorg dragen voor voorbereiding en uitvoering van bovenschoolse zaken. De bestuursmanagers worden ondersteund door enkele medewerkers. De school is begonnen in 1997 en heeft een enorme groei ondergaan. De kinderen zijn op dit moment gehuisvest op 2 locaties: Meddostraat 6, het hoofdgebouw Mingersbergstraat 60-70, vlak bij het hoofdgebouw, de zogenaamde schoolwoningen.

1.2. Leerling en ouderpopulatie Het aantal leerlingen op 1 september 2007 bedraagt 520, verdeeld over 24 groepen. De verwachting is dat het aantal in de komende jaren iets zal afnemen. Er zijn weinig allochtone kinderen op school. Het opleidingsniveau van de ouders is zeer gevarieerd, hetgeen zichtbaar is in de schoolbevolking. Er is geen extra weegfactor. Veel ouders werken beiden.

1.3. Overige omstandigheden die beleidskeuzen beïnvloeden De opbouw van de wijk is heel divers: van sociale woningbouw tot de duurdere koopwoningen. Het is kenmerkend voor de Reeshof dat er verhoudingsgewijs vrij veel kinderen met emotioneel-pedagogische problemen wonen. De grootte van de school en dientengevolge ook van het lerarencorps heeft gevolgen voor de organisatie van de school en het betrekken van de leraren bij het beleid.

06-11-2007


4

2. De opdracht van de school 2.1. Waar we voor staan 2.1.1. Identiteit De school is een katholieke school, waar kinderen van elke levensovertuiging welkom zijn. In het onderwijs wordt daarmee rekening gehouden. Naast aandacht voor de christelijke feestdagen, besteden we ook aandacht aan feestdagen van andere godsdiensten. De school wordt begeleid door Ethylon 2.1.2. • •

•

• • •

•

06-11-2007

Pedagogische visie We willen een school maken, waar kinderen, ouders en leerkrachten – ondanks de grootte – zich thuis voelen. Omdat elk kind uniek is, benaderen we de kinderen als individu. Elk stapje van de ontwikkeling van een kind volgt op een vorige. Dit proces is een ononderbroken proces, dat is afgestemd op de voortgang van de kinderen. Als een kind een jaar langer in een bepaald leerjaar blijft, herhalen ze wat ze nog niet beheersen, maar gaan verder in die onderdelen, waar ze geen moeite mee hebben. We besteden aandacht aan alle aspecten van de ontwikkeling van een kind: emotionele en verstandelijke ontwikkeling, ontwikkelen van creativiteit, ontwikkelen van sociale, culturele en lichamelijk vaardigheden. Kennis op zich is niet een doel; het leren staat ten dienste van de ontwikkeling van de kinderen. Elk kind heeft een plaats in deze wereld. De school leert de kinderen die vaardigheden, die het kind maken tot een zelfstandig, sociaal wezen. We werken aan een respectvolle houding ten opzichte van de medeleerling, ook al heeft die een andere achtergrond of een andere mening. Waar dat mogelijk is worden conflicten opgelost door met de betrokken kinderen in dialoog te gaan. We bewandelen liever de weg van het belonen dat die van het straffen. De school is meer dan een instituut waar kinderen kunnen leren. Het is een ontmoetingsplaats voor kinderen, leerkrachten, ouders en andere wijkbewoners. Ouders nemen in de driehoek kind-leerkracht-ouders een belangrijke plaats in. De school zorgt voor goede informatie over de ontwikkeling van de kinderen en over de schoolontwikkeling. Daarnaast betrekken wij de ouders op een actieve wijze bij het onderwijs. Wij verwachten van de ouders, dat zij zich ook laten informeren.


5

• • •

•

2.1.3. •

• • •

•

•

•

06-11-2007

In de school is een afwisseling van activiteiten, zoals gesprek, spel, werk en viering. In die school is de groep de thuisbasis van het kind, maar geen eilandje: regelmatig vinden er activiteiten plaats met kinderen uit andere groepen. Wij vinden het belangrijk dat kinderen opgevoed worden tot zelfstandige, kritische wezens. Er worden activiteiten ondernomen, die het zelfstandig leren bevorderen. Daarnaast leren we de kinderen om deel te zijn van de groep en daar ook actief hun bijdrage aan leveren. De overgrote meerderheid van de kinderen van Meander is van Nederlandse afkomst. Juist daarom is het belangrijk, dat aandacht besteden aan het feit, dat de samenleving een multi-culturele is. Onderwijskundige visie Leren heeft het meeste effect als kinderen: een onderzoekende houding hebben probleemoplossend bezig zijn een zelfstandige leerhouding ontwikkelen De school besteedt daar veel aandacht aan. We zoeken naar die methoden en leermiddelen die zelfinstruerend zijn en de zelfstandigheid bevorderen. We maken gebruik van moderne hulpmiddelen en moderne communicatiemiddelen. We richten het onderwijs zo in dat de kerndoelen basisonderwijs aan bod komen. In het kader van zorgverbreding accepteren we dat niet alle kinderen de kerndoelen zullen bereiken. In overleg met de ouders stellen we voor deze kinderen minimumdoelen vast. De kinderen zijn in de onderbouw (leerjaar 1 en 2) gegroepeerd in heterogene groepen, de andere kinderen zijn gegroepeerd in leerjaren. Indien dat nodig is, zijn combinaties van verschillende leerjaren mogelijk. Binnen de leerjaren is sprake van gedifferentieerd leren. Uitvallers, zowel naar boven als naar beneden, krijgen veel aandacht. “Zitten blijven” is in principe mogelijk, maar het is belangrijk, dat ook dan een kind zijn ontwikkeling kan voortzetten. We streven ernaar om kinderen gedurende enige tijd zelfstandig te laten werken, waarbij we ze een stuk verantwoordelijkheid ten opzichte van hun eigen werk geven; in die tijd kan de groepsleerkracht aandacht besteden aan andere kinderen, zowel individueel als in een groepje. Kinderen kunnen veel van elkaar leren. Daarom mogen de kinderen regelmatig samenwerken. Niet alleen bij expressievakken of bij wereldoriëntatie, maar ook bij vakken als taal, lezen en rekenen zoeken we naar werkvormen, waarbij kinderen samen kunnen werken en elkaar kunnen helpen.


6

• •

We bouwen structureel in, dat oudere kinderen jongere kunnen helpen. Regelmatig worden er gezamenlijke projecten gehouden, waar alle groepen, ieder op haar niveau, aan meedoen. De school hanteert een leerlingvolgsysteem (zie aldaar).

2.1.4. Relatie school – maatschappij De school heeft een wijkfunctie voor de wijken De Leeuwerik en Dalem-Noord. Kinderen uit die wijken worden in principe altijd geplaatst. Kinderen uit andere wijken worden ook geplaatst voor zover er ruimte is. Zo nodig komen zij op een wachtlijst. De school staat in een wijk, waar alleen maar woningen staan. Het wijkcentrum, de bibliotheek en het winkelcentrum ligt op ruime afstand van de school. De naschoolse opvang maakt van het schoolgebouw gebruik. Daarnaast wordt het gebruik van het gebouw na schooltijd bevorderd voor maatschappelijke instellingen. Wel mag het gebruik van het gebouw niet strijdig zijn met de onderwijsfunctie of deze belemmeren.

2.2. Wat komt er op ons af? “De externe ontwikkelingen” Ook in de komende geldigheidsperiode van het schoolplan zullen er allerlei ontwikkelingen op ons afkomen. Een aantal nieuwe ontwikkelingen is reeds middels wetgeving bekend maar dient nog vorm te krijgen. Een aantal zaken zal op ons afkomen zonder dat er nu al bekendheid over is. Uit deze ontwikkelingen zal Meander een keuze moeten maken en daarop beleid maken. Op deze wijze kan de school zich profileren. 2.2.2. Lumpsum bekostiging Op 1 augustus 2006 is de overstap gemaakt van bekosting op declaratiebasis naar Lumpsum-financiering. Lumpsum-financiering geeft het bestuur en de school de kansen om meer eigen beleid te maken. Dit vraagt van de directie van de school een goed inzicht in de middelen. Jaarlijks maakt de directie een schoobegroting, waarin zowel de personele als de materiële kosten zijn opgenomen. 2.2.3. Integraal personeelsbeleid Het Integraal Personeelsbeleid is voor een deel al ingevoerd op Meander. Functioneringsgesprekken, nascholingsplannen, beoordelingsgesprekken en gratificaties zijn een geïntegreerd onderdeel van het beleid van de school. De directie zal rekening moeten houden met de samenhang van de diverse onderdelen van het Integraal Personeelsbeleid.

06-11-2007


7

2.2.4. ICT-ontwikkelingen In de komende jaren zal de computer zowel op didactisch als op administratief gebied steeds meer ingezet gaan worden. Het ICTplan, dat in 2007 wordt gemaakt, gaat uit van de notitie: Vier in balans Plus. De kern van Vier in Balans is een evenwichtige inzet van vier bouwstenen: visie, kennis, programmatuur en hardware. Een sleutelrol bij de ontwikkeling van ICT vervullen nog twee andere condities: Leiderschap en Samenwerking. 2.2.5. Kwaliteitsbewaking De wet op toezicht onderwijs noodzaakt de school om de kwaliteit van het onderwijs op regelmatige basis te meten en conclusies uit de meting te trekken. Door beter op de hoogte te zijn van de wensen van de mensen waaraan wij onze diensten verlenen (ouders en leerlingen) en de wensen van onze medewerkers kunnen die beter op elkaar afgestemd zijn. Daarmee zal over het algemeen een hogere mate van tevredenheid ontstaan. Leerlinggebonden financiering Met ingang van 1 augustus 2003 is de Regeling Leerlinggebonden Financiering van kracht. Met ingang van augustus 2003 bepalen landelijke criteria of een kind met een handicap of stoornis in aanmerking komt voor speciaal onderwijs of leerlinggebonden financiering. Ouders hebben dan meer mogelijkheden om te kiezen tussen een reguliere school in de buurt of een school voor speciaal onderwijs. Basisschool Meander ondersteunt de uitgangspunten van harte en werkt daar dan ook aan mee. Wel zijn we van mening dat voor een aantal kinderen het speciaal onderwijs al of niet tijdelijk noodzakelijk is.. In de schoolgids is opgenomen hoe we omgaan met de toelatingsprocedure.

2.2.6.

2.2.7. Maaatschappelijke tendensen De wijk de Reeshof heeft alle kenmerken van een zeer snel groeiende wijk. Uit alle lagen van de bevolking verhuist men naar de Reeshof. Veel ouders zijn tweeverdieners, waarbij kinderen via Naschoolse Opvang, gastgezinnen of in het geheel niet na school worden opgevangen. Daarnaast hebben wij de indruk dat het aantal scheidingen aanzienlijk toeneemt. Dit heeft gevolgen voor de benadering van de kinderen. De discussie over waarden en normen speelt een belangrijke rol binnen de school.

2.3. Wat wij kunnen. “Sterke en minder sterke punten” In het schooljaar 2006-2007 zijn er een aantal kwaliteitsinstrumenten op de school “losgelaten” die de diverse aspecten van de school onderzoeken. Daarin wordt een aantal sterke en zwakke punten van de school genoemd.

06-11-2007


8

2.3.1. Totaal Kwaliteitsinstrument Primair Onderwijs (TKPO) , Eduquality dec. 2006 Bij het samenstellen van het rapport is overleg gepleegd met directie en de middenmanagers. Hun meningen zijn daarin duidelijk verwerkt. Leiderschap • De leiding heeft een visie op de toekomstige ontwikkeling van de school, uitgewerkt in een relatief groot aantal strategische doelen. • De (overleg)structuur en cultuur van de school zijn inmiddels goed op deze visie afgestemd. • Bevoegdheden worden bewust steeds lager in de schoolorganisatie gelegd. Beleid & strategie • De interne oriëntatie is sterk gestructureerd, de externe orientatie (ketengerichtheid) is niet optimaal. • De beleidscyclus wordt gekenmerkt door een Plan-DoCheck_act-fasering • Verbeteringen worden doorgevoerd op basis van concrete plannen waarvan de relatie met het schoolplan (lange termijn beleid) niet altijd sterk is. Medewerkers • De directie volgt een vast ritme van functionering-, beoordelings- en doelstellingengesprekken, waarvan de verschillen niet duidelijk genoeg zijn. • De school investeert ruim in deskundigheidsbevordering van haar medewerkers zonder veel nadruk te leggen op persoonlijke compententies. Het leren van elkaar kan nog beter. • Erkenning en waardering van medewerkers is meer een gevoels- dan een beleidskwestie. Middelen • De directie heeft een goed beeld van de inkomsten en uitgaven van de school, doch door de komst van lumpsum is het beeld tijdelijk wat beperkt. • Belangrijke werkwijzen zoals klassenmanagement en het LVS zijn goed verankerd in de school, de doorgaande lijnen moeten nog verder worden ontwikkeld. • De faciliteiten van de school worden planmatig onderhouden en zijn daarbij sterk afhankelijk van bestuursmaatregelen. Processen • De school heeft de belangrijkste werkprocessen in kaart gebracht en waar nodig beschreven in protocollen. Bouwcoördinatoren hebben behoefte aan duidelijker taakomschrijvingen. • Borging van nieuwe afspraken kan worden verbeterd. • In relatie tot de normen van de onderwijsinspectie zijn bijna uitsluitend positieve prestaties vastgesteld. Er zijn slechts twee aandachtspunten in de zelfevaluatie aangegeven:

06-11-2007


9

o `de taalmethode is aan vervanging toe (is reeds vervangen-red) o Er zou meer aandacht mogen zijn voor de bevordering van sociale integratie en burgerschap. Resultaten Uitkomsten van kwaliteitsmetingen mogen diepgaander worden geanalyseerd. De cognitieve opbrengsten bij leerlingen voldoen aan de inspectienormen, een aandachtspunt betreft het lang binnen moeten houden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. De waardering van de medewerkers en de maatschappij spelen een beperkte (geen expliciete) rol in de beleidscyclus. Basisschool Meander is kwalitatief gegroeid in de afgelopen vier jaar. dat is vooral te zien in het onderwijs zelf. Zo goed als alle aspecten van het onderwijs (aanbod, leertijd, didactisch en pedagogisch handelen, schoolklimaat en leerlingenzorg) zijn in handelingswijzen vastgelegd, worden systematisch geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Wat nog aandacht behoeft is het borgen van veranderde werkwijzen, deze dreigen op langere duur wat te “verwateren”.Handelingsplannen zijn aanwezig. 2.3.2. Rapportage De Zorgmeter De zorgmeter is ingevuld door de directeur in nauw overleg met het zorgteam. De resultaten van de school zijn vergeleken met de resultaten van andere scholen van het Samenwerkingsverband Tilburg-West van WSNS. Alle hieronder genoemde indicatoren zijn van toepassing op Meander. 1. Wij volgen systematisch de ontwikkeling van de leerlingen 2. Wij stellen op systematische wijze eventuele hulpvragen van leerlingen vast 3. Wij hebben documenten voor handelingsplannen voor leerlingen met gebleken extra onderwijsbehoefte 4. De organisatie van het onderwijs in de groep maakt specifieke begeleiding van leerlingen mogelijk 5. We evalueren stelselmatig de uitvoering van de handelingsplanning 6. Wij maken gebruik van de consultatieve en onderzoeksfunctie van de PCL 7. Leerlingen die daarvoor in aanmerking komen, melden we aan bij de PCL in verband met de beoordelingsfunctie. 8. We hebben procedures voor de begeleiding van leerlingen met een vertraagde of versnelde ontwikkeling. 9. We dragen bij plaatsing van een leerling op een andere school altijd de relevante gegevens over in de vorm van een onderwijskundig rapport. 10. De Intern Begeleider vervult een coördinerende en begeleidende rol binnen de leerlingenzorg.

06-11-2007


10

11. Wij hebben de visie op leerling-zorg geformuleerd. 2.3.3. Verslag jaarlijks onderzoek (28 mei 2005), Inspectie van het onderwijs Eindoordeel: Tijdens het laatste reguliere inspectieonderzoek in 2000 werden diverse tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs geconstateerd. Vooral de leerlingenzorg en de tussentijdse opbrengsten waren onder de maat. Basisschool “Meander” heeft sindsdien, ondanks de vele mutaties in het personeelsbestand, aanzienlijke verbeteringen gerealiseerd in haar kwaliteit. Er is geïnvesteerd in de leerlingenzorg en een doorgaande lijn voor het leerstofaanbod. Daarnaast zijn op het gebied van differentiatie en zelfstandig werken behoorlijke vorderingen gemaakt. De kernopdracht is echter om de onderlinge afstemming binnen dit grote team te versterken. Kenmerkend voor de school is een team dat bruist van activiteiten, gesteund door een kleine maar zeer actieve groep ouders en een toegankelijke directie. Een school met een gezellige en open sfeer voor leraren, leerlingen en ouders. Bovendien krijgen de uitdagende werkvormen steeds meer gestalte waardoor de attractiviteit van het onderwijs toeneemt en een steeds betere balans ontstaat tussen cognitieve en affectieve aspecten. Bezien vanuit de kernkwaliteiten uit dit inspectieonderzoek voldoet de school aan nagenoeg alle kwaliteitseisen. Alleen vertoont de kwaliteitszorg onvoldoende samenhang. Alle overige aspecten als toetsing, leerstofaanbod, onderwijstijd, didactisch handelen, zorg en begeleiding, schoolklimaat en opbrengsten zijn over het algemeen aan de maat. daarbij moet echter worden aangetekend dat er vrij grote verschillen zijn in het pedagogisch en didactisch handelen van leraren. Voor een deel wordt het leerstofaanbod te sterk leerkrachtafhankelijk in gevuld en bij een aantal leraren kan de leerlingenzorg aan effectiviteit winnen. Enige zorg bestaat er ten aanzien van de opbrengsten. Door de vele personeelsmutaties staat een zorgvuldige implementatie van het veranderingsproces onder druk. Na de recente opsplitsing van het team vanwege de oprichting van een nieuwe school, is naar mening van de inspectie een periode van stabiliseren nodig, waarin de teamvorming centraal staat. De belangrijkste opgave waar de school voor staat is het ontwikkelen en bewaken van gemeenschappelijke afspraken. De school dient eerst rust en structuur aan te brengen in de praktijk van alle dag. Op termijn verdient bij verdergaande innovatie de keuze van één centraal thema de voorkeur, zodat de betrokkenheid en onderlinge afstemming van alle teamleden wordt bevorderd. Gelet op het prettige werkklimaat en de vele potenties binnen het team is er alle kans dat ook de toekomstige schoolontwikkeling succesvol zal verlopen.

06-11-2007


11

2.3.4. Ouderenquête bs Meander (februari 2006) Door de oudergeleding van de Medezeggenschapsraad van Meander is een enquête bij all eouders afgenomen. De doelstelling was: • Verkrijgen van informatie hoe de ouders de school beoordelen. • Bepalen waarin verbeteringen kunnen plaatsvinden zodat de mening over school positief wordt beïnvloed. • Bepalen van hot-items voor de komende periode. Er was een totale respons van 48% van de gezinnen. • Meest aansprekende punten van de school: o Afstand van school tot mijn huis o Sfeer op school o Gericht op zelfstandig werken. • De informatievoorzieningen vanuit school werd goed gewaardeerd: 90% positieve waardering • De informatie bij problemen met kind: 30 % negatieve beoordeling, 54 % positieve beoordeling. • De school treedt op tegen het pesten: 23 % negatieve beoordeling, 62 % positieve beoordeling • Aantrekkelijke speelplaats: 58 % negatieve beoordeling, 39 % positieve beoordeling • Voldoet de school aan de verwachtingen: 79 % positief, 10 % negatief.

2.4. Wat wij willen. “De gewenste kwaliteit” Uitgaande van de meetinstrumenten die in 2006 en 2007 gehanteerd zijn, maar ook vanuit eigen behoeftes zullen wij ernaar streven de kwaliteit van het onderwijs te handhaven en waar nodig te verbeteren. Het is de taak van de schoolleiding het team voortdurend te stimuleren om kwalitatief goed onderwijs te geven. Daarbij is het belangrijk dat teamleden met plezier op onze school werken. We streven daarbij naar een goed evenwicht tussen verticale afstemming (belang van de organisatie) en horizontale afstemming (persoonlijk belang). • Wat betreft de relatie met het TKPO-verslag: Personeelsbeleid blijft een aandachtspunt. Leerkrachten moeten zowel intern als extern goed geschoold worden. Het afstemmen van het beleid met zorginstellingen, welzijnsinstellingen en de gemeente Tilburg heeft geen prioriteit. Wel is het belangrijk externe instanties te informeren over het beleid van de school. • Wat betreft de relatie met De Zorgmeter: We streven ernaar het peil van de zorg minimaal op het bestaande niveau te handhaven. Daarnaast zullen er zeker activiteiten plaatsvinden in het werken naar “Passend Onderwijs”. • Wat betreft de relatie met het Inspectieverslag Aandachtspunten uit dit rapport zullen terugkomen in onze beleidsvoornemens. Een kanttekening is hierbij echter wel op zijn plaats.

06-11-2007


12

Terecht gaat de inspectie uit van landelijke standaards. Wij achten het heel wel mogelijk dat, ondanks grote inspanningen, bepaalde standaards niet gehaald worden. Naast het bieden van kwaliteit zijn er zaken die wij niet in de hand hebben: de levens- en woonsituatie van de kinderen, de beperktheden van het gebouw, met name van de schoolwoningen, en het feit dat steeds meer kinderen op de basisschool blijven. • Wat betreft de relatie naar de ouderenquête Met name zullen wij de informatie naar ouders waar het hun eigen kind betreft verbeteren.

2.5. Beleidsvoornemens/plannen In deze paragraaf wordt een lijst opgenomen van concreet evalueerbare doelen, die onder andere gerelateerd zijn aan de besproken onderwerpen uit de vorige paragraaf. Daarnaast zijn enkele beleidsvoornemen of plannen opgenomen die belangrijk zijn i.v.m. in- en externe ontwikkelingen. 2.5.1. Schooljaar 2007-2008 • Advisering voortgezet onderwijs Toelichting: In het schooljaar 2006-2007 hebben we in november in groep 8 het Drempelonderzoek afgenomen. Op grond van de uitslag van dit onderzoek hebben we ouders geadviseerd wel of niet bij een kind de CITO-eindtoets te laten afnemen. Norm daarbij was: kinderen met advies lager dan VMBOtheoretische leerweg doen geen CITO-eindtoets. Ouders hadden hierbij overigens het laatste woord. We evalueren het hanteren van de toelatingseisen door het voortgezet onderwijs. Daaruit zullen wij een standpunt formulieren, waarbij wij criteria formuleren hoe wij de ouders gaan adviseren of het al dan niet meedoen aan de CITO-eindtoets. In het begin van het schooljaar 2008-2009 zullen wij opnieuw het hanteren van de criteria door het voortgezet onderwijs en de reacties van ouders evalueren. Zo nodig wordt het beleid bijgesteld. • Creatieve vakken In het schooljaar 2006-2007 is er veel aandacht besteed aan de creatieve vakken en zijn er afspraken bijgesteld rondom deze vakken. Wij zullen in dit schooljaar de gemaakte afspraken implementeren in het onderwijs en op het einde van dit schooljaar dit opnemen als document. • Nieuwe taalmethode In dit schooljaar wordt de methode Taal op Maat in alle groepen ingevoerd. In de clustervergaderingen zal aan de invoering daarvan voortdurend aandacht worden besteed. Op het eind van het schooljaar vindt de evaluatie plaats. • Wet BIO / portfolio’s We zorgen ervoor dat de wettelijke zaken rond de wet BIO geregeld zijn. Van alle leerkrachten moeten de documenten op

06-11-2007


13

•

•

•

•

06-11-2007

school aanwezig zijn. Dit jaar onderzoeken wij op welke wijze we digitale portfolio’s kunnen samenstellen van de leerkrachten. In deze portfolio’s worden zeker de competenties van de leerkrachten opgenomen zoals SKOT deze heeft samengesteld. Wel zullen deze aangepast worden naar de competenties zoals we die voor Meander zullen formuleren. Informatie en Communicatietechnologie Sinds januari 2007 hebben we een goed werkend netwerk. In dit schooljaar zal er een nieuw ICT-plan worden opgesteld. Dit ICT-plan omvat de jaren 2007-2011. We gaan uit van het ICTplan Vier in Balans Plus. De elementen uit dit plan zijn: - Visie en Beleid - Kennis en vaardigheden - Educatieve software en content - ICT-infrastructuur Wil het plan succes hebben, dan dient ook aandacht besteed te worden aan leidinggeven en samenwerken (het “plus”gedeelte). Dit schooljaar zal veel aandacht besteed worden aan kennis en vaardigheden, omdat dit o.i. de meeste aandacht vraagt. Ook de andere elementen krijgen veel aandacht. Aanvankelijk lezen In het schooljaar 2006-2007 is de aanvankelijk leesmethode Veilig Leren Lezen ingevoerd. In de loop van dat jaar is verschillende keren met de leerkrachten van groep 3 geëvalueerd en het programma bijgesteld. In het schooljaar 2007-2008 willen wij Veilig Leren Lezen een vaste plaats geven in groep 3. De leerkrachten zullen regelmatig, onder leiding van de IB-er, de gang van zaken evalueren en bijstellen. Leefstijl Leefstijl heeft in Nederland bekendheid gekregen als programma van sociaal-emotionele vaardigheden. Het omvat een scala van vaardigheden zoals kennismaken, luisteren, communiceren, zelfvertrouwen, gevoelens uiten, assertiviteit en weerbaarheid, conflicten oplossen, omgaan met groepsdruk, risico's inschatten en doelen stellen. Het programma bestaat uit (les)materiaal en trainingen leerkrachten en docenten voor het primair en voortgezet onderwijs en recentelijk ook voor begeleiders in vrijetijdsactiviteiten. Na een uitgebreide instructie in twee studiedagen zijn we in het schooljaar 2006-2007 van start gegaan met Leefstijl. Leefstijl is nu opgenomen in het lesrooster en heeft daar een vaste plaats in. Op het eind van het schooljaar zal dit geëvalueerd worden en eventueel bijgesteld. Overgang 2-3 De methode Leeslijn, die we tot 2006 hanteerden, kende een doorgaande lijn van groep 2 naar 3 (en verder). Bij Veilig Leren Lezen is de doorlopende lijn van de kleutergroep naar groep 3 niet zo vanzelfsprekend. Daarom zullen we bekijken:


14

•

- op welke wijze we kinderen helpen die in groep 2 al willen leren lezen; - hoe we de overgang van 2 naar 3 begeleiden, waarbij we uitgaan van de al aanwezige kennis bij een kind. Kinderen zullen moeten kunnen doorgaan met lezen. Het klassikale leesprogramma moet daarvoor worden aangepast. In dit schooljaar zullen daarvoor afspraken worden gemaakt. Op het eind van het schooljaar zullen de resultaten geëvalueerd worden. Jonge risicokinderen Op school komen steeds meer kinderen met leer- en gedragsproblemen. Mede met het oog op “passend onderwijs” zullen we de problemen inventariseren en naar oplossingen zoeken. Met de inventarisatie zal in het schooljaar 2007-2008 een begin worden gemaakt.

2.5.2. Schooljaar 2008-2009 • Voortgezet technisch lezen Na het aanvankelijk lezen begint in groep 4 het voortgezet technisch lezen. Op dit moment hanteren we nog de methode Leeslijn in groep 4 en hoger. We gaan ervan uit dat een kind dat AVI 9 scoort ook het voortgezet technisch lezen onder de knie heeft. Voor het zover is zal er een leergang gevolgd moeten worden. In het schooljaar 2008-2009 zullen we ons oriënteren op de mogelijkheden en de hulpmiddelen om dat in het schooljaar 2009-2010 in te voeren. • Advisering voortgezet onderwijs In het schooljaar 2008-2009 komen we tot een definitieve bepaling van het beleid betreffende de wijze waarop we ouders adviseren. Ervaringen in de afgelopen jaren zijn daarbij leidend. • Training gericht op het voorkomen van leesproblemen en het hanteren van het dyslexieprotocol. Nadat in het schooljaar 2007-2008 observaties in de groepen zijn verricht zal er op maat scholing aan de leerkrachten worden gegeven in het schooljaar 2008-2009. 2.5.3. Schooljaar 2009-2010 • Passend onderwijs Het onderwijsstelsel voor zorgleerlingen wordt de komende jaren sterk vereenvoudigd, volgens Staatssecretaris Dijksma. Passend onderwijs voor iedere leerling: dat is het doel van de aanpassing van zorg voor leerlingen. Het is nog niet duidelijk wat de gevolgen van het beleid voor de scholen is. Het zorgstelsel op Meander is in orde, toch zullen we moeten bekijken of er aanpassingen nodig zijn waardoor we aan de wettelijke voorwaarden voldoen. In het schooljaar 2009-2010 zullen we ons daarop oriënteren , waarbij we als basis het huidige zorgplan gebruiken.

06-11-2007


15

•

Voortgezet technisch lezen In groep 4 en hoger wordt het voortgezet technisch lezen zoals dat in het schooljaar daarvoor is opgezet definitief ingevoerd. Op het eind van dit schooljaar zullen we dit evalueren, waarbij de uitslagen van testen en onderzoeken bekeken worden.

2.5.4. Schooljaar 2010-2011 • Passend onderwijs In dit schooljaar zullen we de veranderingen invoeren, die we in het vorig schooljaar besproken hebben. Deze activiteiten zullen in overleg met het Samenwerkingsverband WSNS Tilburg worden uitgevoerd.

2.5.5. Techniek • Vanuit de overheid wordt het techniek onderwijs erg gestimuleerd. In de nieuwe kerndoelen (einddoelen voor het basisonderwijs) is techniek ook duidelijk opgenomen. Op Meander doen we al redelijk wat aan het vak techniek, maar het kan nog meer ingezet worden. Een aantal thema-leskisten is in de loop van de jaren ontwikkeld, daarnaast hebben we voor alle groepen kisten met constructiematerialen als knex, lego en meccano. De school doet mee aan het VTB-project (Verbreding techniek basisonderwijs). Dat wil zeggen dat er ieder jaar een geldbedrag binnen komt dat aan techniek besteed moet worden. Tevens houdt het in dat we lid zijn van een netwerk, waardoor ideeën en dergelijke uitgewisseld kunnen worden. Op Meander is er een medewerker Techniek, daarnaast een werkgroep. De komende jaren zullen we de leskisten blijven ontwikkelen en de betrokkenheid van de kinderen meten. Daarnaast worden er projecten ontwikkeld en blijven we lid van het netwerk om elkaar te stimuleren. 2.5.6. Cultuur • De komende vier jaar zullen we voortdurend aandacht geven aan cultuur. Wij willen: Ieder jaar een gezamenlijk project waarbij 1 of 2 disciplines centraal staan waarbij we er naar streven dat in groep 8 alle disciplines 2 keer aan bod zijn gekomen Activiteiten koppelen aan wereldoriëntatie en projecten, met name erfgoed. Ruimte geven voor op zichzelf staande activiteiten (bv. voorstellingen) Balans vinden tussen actieve en receptieve activiteiten. Tentoonstellen van de resultaten van beeldende activiteiten (bv. met gemakkelijk te hanteren panelen) • Op school zijn twee coördinatoren Cultuur aangesteld. 06-11-2007


16

•

06-11-2007

Voor een verdere invulling wordt verwezen naar het Cultuurplan (Visie op Cultuur op Meander)


17

3. De onderwijskundige vormgeving van onze school 3.1. De onderwijskundige doelen Onze doelstellingen lopen parallel met de doelstellingen genoemd in artikel 8 van de Wet op het Primair Onderwijs. Daarnaast zijn er nog enkele schooldoelstellingen geformuleerd. Voor een volledig overzicht verwijzen wij naar deel 1 van de Schoolgids. Voor de volledigheid staan hieronder de centrale doelen die de school zich gesteld heeft: • We willen een school maken, waar kinderen en leerkrachten, ondanks de grootte, zich thuis voelen. Waar de leerkrachten de kinderen als individu benaderen, maar waar ook het wij-gevoel ontwikkeld wordt. • Wij willen de ontwikkeling van elk individu stimuleren. Daarbij zijn aspecten als emotionele en verstandelijke ontwikkeling, ontwikkeling van creativiteit en de ontwikkeling van sociale, culturele een lichamelijke vaardigheden belangrijk. • Wij willen ervoor zorgen dat elk kind op een goede wijze na acht jaar basisonderwijs doorstroomt naar de voor hem of haar geschikte vorm van voortgezet onderwijs.

3.2. Huidige situatie In de schoolgids deel 1 staat uitgebreid beschreven: • De organisatie van de school • De groepering • De activiteiten van de kinderen • De voorzieningen in het schoolgebouw Hieronder nog een nadere omschrijving van de structuur van de organisatie. • Een leerling brengt normaal gesproken acht jaar op onze school door. De leerlingen zijn verdeeld over drie clusters: o Onderbouw: groep 1, 2 en 3 o middenbouw: groep 4 en 5 o bovenbouw: groep 6, 7 en 8 • De dagelijkse leiding is in handen van de directeur en de adjunct-directeur. Deze hebben wekelijks structureel overleg. De directie is vrijgesteld van het geven van lessen. • De directie wordt ondersteund door een groep bestaande uit: o coördinatoren van een cluster o coördinerende ICL/IB-er o coördinerende ICT-er • Deze ondersteuningsgroep (Kader Ondersteuning Meander, oftewel KOM-groep_) komt maandelijks bijeen onder voorzitterschap van de directeur. • De directie wordt ondersteund door een administratief medewerker.

06-11-2007


18

• • • • •

•

De coördinator van een cluster draagt zorg voor de dagelijkse gang van zaken in het cluster. Hij belegt bouwvergaderingen en bewaakt de gemaakte afspraken. In een groep zijn maximaal twee leerkrachten, afgezien van eventuele vakleerkrachten of vervanging. Er is een uitgebreide afsprakenlijst, die jaarlijks uitgedeeld wordt aan de teamleden. Van alle besprekingen wordt een verslag gemaakt. De volgende overlegvormen worden binnen de school gehanteerd: o Inhoudelijk overleg op teamniveau o Huishoudelijk en inhoudelijk overleg op clusterniveau. o Werkoverleg op groeps- of clusterniveau o Kindbespreking o Overleg KOM-groep o Zorgverbredingsoverleg o Directieoverleg Wekelijks verschijnt er een teambrief

3.3. De inhoud van ons onderwijs De overheid stelt voorwaarden aan het onderwijs. In de Wet op het Primair Onderwijs staat aan welke eisen de school minimaal moet voldoen. Daarnaast heeft de overheid aangegeven en vastgesteld wat de school aan leerinhouden moet aanbieden. Wij noemen dat de kerndoelen. Scholen hebben de vrijheid ook eigen doelen na te streven. Zij kunnen ook zelf bepalen op welke wijze zij lesgeven. 3.3.1. Gemaakte keuzes t.a.v. de leerstof Per onderdeel wordt de doelstelling beschreven, de te gebruiken materialen en/of methodes, de relatie met de kerndoelen, de uitvoering in de praktijk en eventuele beleidsvoornemens/plannen. 3.3.2. Leergebied overstijgend kerndoelen Aan de leergebied overstijgend kerndoelen wordt middels diverse activiteiten voldaan. • Werkhouding: De leerkracht stimuleert de kinderen tot een onderzoekende houding. Vanaf de jongste groepen wordt al zelfstandig gewerkt. In de hogere groepen worden deze activiteiten uitgebreid door het maken van werkstukken en het houden van spreekbeurten. • Werken volgens plan Het zelfstandig werken is het geëigende middel om kinderen planmatig te leren werken. In de onderbouw werkt men met opdrachtkaartjes, in de hogere groepen met een taakbrief. • Hanteren van uiteenlopende leerstrategieën: Dit wordt door de leerkracht gestimuleerd. In de moderne methodes worden daarvoor aanwijzingen gegeven. Door het hanteren van verschillende werkvormen, waarbij kinderen

06-11-2007


19

•

•

3.3.3.

vooral zelf of met elkaar tot oplossingen kunnen komen, leren zij dat er verschillende manieren zijn om tot een bepaald doel te komen. Zelfbeeld: Door groeps- en individuele gesprekken wordt het zelfbeeld van de kinderen versterkt. Daarnaast zijn er projecten, zoals levensbeschouwelijke projecten en de methode Ik-jij-wij, waarbij aan het zelfbeeld gewerkt wordt. Minimaal een keer per week wordt hier structureel aan gewerkt. Sociaal gedrag: Aan het sociaal gedrag wordt systematisch gewerkt door het aanbieden van gedragsregels die een bepaalde tijd centraal staan in de school. Wekelijks is er een les van Leefstijl. Daarnaast wordt middels het kringgesprek, door groepsspelletjes en de gymles voldoende aandacht besteed aan dit onderwerp. Leerspecifieke doelen: Nederlandse taal

Domein A: Mondelinge taalvaardigheid doelen van de school De leerlingen weten dat men kan spreken en luisteren met verschillende doelen

methode materialen/

De leerlingen leren omgaan met opgebouwde spreektechnieken

Ontwikkelingsmaterialen

De leerlingen weten dat luisteren technieken en condities kent om tot luisterbegrip te komen.

06-11-2007

Materialen genoemd in Leerlijn groep 1-3: taalontwikkeling

relatie met kerndoelen Aan de kerndoelen wordt voldaan.

uitvoering in de praktijk Groepsmap

beleidsvoornemens/plannen

Leerlijn 1-3 Handleidingen

Methode Taal op Maat Computerprogramma’s


20

Domein B: leesvaardigheid doelen van de school

methode materialen/

Aanbrengen van boekbegrip, verhaalbegrip, geschreven taal, de relatie tussen gesproken en geschreven taal en taalbewustzijn. Gedurende het aanvankelijk leesproces leren de kinderen lezen.

Voorbereidend en aanvankelijk lezen:

Gedurende het proces van voortgezet technisch lezen maken de kinderen zich een goede technische leesvaardigheid eigen. Bij het begrijpend /studerend lezen worden de kinderen toegerust met inzichten en vaardigheden op het gebied van communicatie en denken, die noodzakelijk zijn om informatie uit teksten effectief te kunnen opzoeken, verwerken en toepassen.

06-11-2007

Veilig Leren Lezen, Leeslijn, prentenboeken, ontwikkelingsmateriaal.

relatie met kerndoelen Aan de kerndoelen wordt voldaan

uitvoering in de praktijk Op maat gebruiken de methode Veilig Leren Lezen

beleidsvoornemens/plannen Nieuwe methode voor Voortgezet Technisch Lezen (zie 2.5)

Zie groepsmappen en methoden

Methode Veilig Leren Lezen

Methode Goed gelezen


21

Domein C: Schrijfvaardigheid doelen van de school De leerlingen maken zich een duidelijk en goed leesbaar handschrift eigen. De leerlingen weten dat er geschreven wordt met het oog op verschillende doelen. De leerlingen wordt geleerd verhalen, teksten, brieven En werkstukken te schrijven, waarbij schrijven wordt toegepast als middel om gedachten en ervaringen, gevoelens en bedoelingen voor henzelf te ordenen.

methode materialen/ Schrijven in de basisschool


uitvoering in de praktijk Zie groepsmap en methoden


uitvoering in de praktijk Zie: - leerlijn taalontwikkeling - methode en groepsmap

beleidsvoornemens/plannen Consolideren van de nieuwe taalmethode

Schrijfdans Taal op Maat

Domein D: Taalbeschouwing doelen van de school De leerlingen leren: - dat de inhoud, functie en vorm van woorden en zinnen op verschillende manieren gebruikt kunnen worden; - dat er functionele regels zijn bij mondelinge en schriftelijk communicatie; - de betekenis van woorden, uitdrukkingen, enz. Ter uitbreiding van hun woordenschat; - systematisch de beginselen van de Nederlandse Spraakkunst;

06-11-2007

methode materialen/ Leerlijn Taalonrwikkeling groep 1-3 Taal op Maat (incl. spelling)



22

- zelfontdekkend de regels voor het spellen van werkwoorden, andere woorden en het gebruik van leestekens.

3.3.4. doelen van de school De leerlingen worden vertrouwd met een vreemde taal Ze begrijpen het belang van Engels als belangrijke taal De kinderen kunnen eenvoudig communiceren in het Engels, zowel schriftelijk als mondeliing

3.3.5. doelen van de school We leren de kinderen: - wiskundige kennis, vaardigheden en inzicht. - leggen van relaties met de dagelijkse leefwereld - op wiskundige manier oplossen van een zo reëel mogelijk probleem - werken vanuit contexten als basis voor het mathematiseren en om zin te geven aan rekenactiviteiten - de realiteit zien als bron voor zingeving

06-11-2007

Leerspecifieke doelen: Engelse taal methode materialen/ Team on the move


uitvoering in de praktijk Zie methode en groepsmap


Team in action

Leerspecifieke doelen: Rekenen en wiskunde methode materialen/ Zie leerlijn rekenen en wiskunde gr. 1-2 Pluspunt


uitvoering in de praktijk Zie leerlijn rekenen en wiskunde gr. 1-2


Zie groepsmap en methoden

Computer


23

3.3.6. doelen van de school De leerlingen leren om te gaan met de natuur om hen heen, de mensen dichtbij en verder met vragen rond de zin van het leven. We bevorderen de onderzoekingsdrang van kinderen, we leren ze vragen te stellen, te onderzoeken, waar te nemen en te experimenteren.

Leerspecifieke doelen: Oriëntatie op mens en wereld methode materialen/ Ontwikkelingsmaterialen De grote reis Techniekdozen Excursies Leefstijl

relatie met kerndoelen Aan de hand van de kerndoelen wordt een schema opgesteld, zodat alle kerndoelen op het eind van de basisschool aan bod zijn gekomen.

uitvoering in de praktijk Zie groepsmap. Hoeken in de groepen (1-3)

beleidsvoornemens/plannen Implementeren en faciliteren van techniek.

Voor thema’s wereldoriëntatie wordt een jaarplan opgemaakt

Op voeten en fietsen Jeugdverkeerskrant

De kinderen leren om te gaan met atlas en kaart. De kinderen ontwikkelen een historisch bewustzijn. Uitgaande van de kenmerken, omstandigheden en opvattingen leren we de kinderen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven t.a.v. een gezond en vreedzaam gedragspatroon dat bij henzelf en de leefomgeving past.

3.3.7. doelen van de school Wij willen bij de kinderen de ontwikkeling van de bewegingsmogelijkheden bevorderen.

06-11-2007

Leerspecifieke doelen: Lichamelijke opvoeding methode materialen/ Schrijfdans Schrijven in de basisschool


uitvoering in de praktijk Zie groepsmap

beleidisvoornemens/plannen

Basislessen bewegingson-


24

Wij willen ons richten op het inleiden van de bewegingscultuur.

derwijs Materialen in speelzaal en gymzaal

Wij leren de kinderen veelzijdige motorische vaardigheden, bevorderen het plezier in beweging en exploratiedrang en bevorderen het sociaal gedrag in bewegingssituaties.

3.3.8. doelen van de school We leren de kinderen zich in beelden uit te drukken en dit zichtbaar te maken in een werkstuk. Daarbij geven ze op persoonlijke wijze vorm aan hun ideeën, gevoelens, waarnemingen en ervaringen. We leren ze respect en waardering te hebben voor beeldende uitingen van anderen.

Leerspecifieke doelen: Kunstzinnige oriëntatie methode materialen/ Methode: Moet je doen


uitvoering in de praktijk Zie groepsmap

Taal op Maat

beleidsvoornemens/plannen Culturele uitingen, zoals schoolconcerten, voorstellingen en film worden bevorderd.

De kinderen leren hun eigen aanwezige muzikale mogelijkheden ontdekken en verder te ontwikkelen. De kinderen leren gericht te luisteren naar muziek uit allerlei stromingen en van allerlei culturele herkomsten. ze leren bewegen op muziek.

06-11-2007


25

De kinderen leren de expressieve communicatieve mogelijkheden van taal en beweging kennen. Daarbij wordt veel aandacht gechonken aan stem, houding, beweging en mimiek. We laten de kinderen kennismaken me dans als expressieve en creatieve vormen van beweging.

3.3.9. De vakgebieden en de computer Op basisschool Meander proberen we zoveel mogelijk het gebruik van de computer te stimuleren. In allerlei vakken kan de computer ingeschakeld worden. Wij verwijzen naar het ICT-plan van Meander. 3.3.10. Onze zorg voor de leerlingen De inspanningen van de afgelopen jaren hebben een goed werkend zorgsysteem opgeleverd,waarbij de Interne Begeleiders een sleutelrol vervullen. Belangrijke elementen van ons zorgsysteem: • Wekelijks overleg binnen het zorgteam • een goed systeem van signaleren van zorgkinderen, waarbij de kinderen voldoende is uitgerust om deze kinderen te signaleren • Het uitvoeren van testen in groep 2-8. Naast de methodegebonden toetsen gebruiken we (onderdelen van) het leerlingvolgsysteem van CITO • Het maken, bespreken, uitvoeren en evalueren van handelingsplannen • Het begeleiden van het uitvoeren van handelingplannen in de groep. Een uitgebreide beschrijving is opgenomen in het zorgplan. 3.3.11. Vertrouwenscontactpersoon Twee leraren, bij voorkeur een man én een vrouw, hebben als speciale taak: Vertrouwenscontactpersoon. Bij de vertrouwenscontactpersoon kunt ouders, kinderen en leerkrachten altijd terecht om een geval van (vermeend) machtsmisbruik te bespreken. De ver-

06-11-2007


26

trouwenscontactpersoon behandelt deklacht altijd vertrouwelijk. De vertrouwenscontactpersoon kan u doorverwijzen naar de vertrouwenspersoon voor de basisscholen van het bestuur of naar de regionale klachtencommissie. Eens in de twee jaar gaan de vertrouwenscontactpersonen de groepen langs en spreken zij met de kinderen op welke wijze zij om kunnen gaan met machtsmisbruik en andere problemen. De vertrouwenscontactpersonen worden jaarlijks geschoold en maken deel uit van een netwerk. 3.3.12. Leerlinggebonden financiering Vanaf de start van Meander, in 1997, vangt de school een aantal kinderen met een handicap op. Meestal is het mogelijk om deze kinderen met het normale lesprogramma mee te laten draaien. In bepaalde gevallen volgen de kinderen met een handicap een eigen programma. Dat is zeker het geval bij kinderen met een ernstige geestelijke handicap, zoals het syndroom van Down. De mogelijkheden in het gebouw zijn beperkt: de lokalen zijn – met name in de schoolwoningen klein. Daarbij is de helft van alle lokalen op de verdieping gevestigd en er is alleen in het hoofdgebouw een lift aanwezig. De ervaringen zijn over het algemeen positief. De beschikbare formatie wordt voor de kinderen ingezet, waarbij ongeveer 60% contacturen voor de Remedial Teacher zijn en 40% voor andere activiteiten. Er is intensief contact met begeleiders van de scholen voor speciaal onderwijs (REC-scholen) Indien kinderen met een handicap toegelaten worden op de school, zal de formatie daaraan aangepast worden. De Remedial Teacher zal in de begeleiding een belangrijke taak vervullen. Tot haar taak hoort ook het begeleiden van de leerkracht bij wie het kind zit. Binnen het zorgteam zijn er mogelijkheden om kinderen te testen, met name op didactisch gebied. Er zal regelmatig overleg zijn met de begeleiders van de REC. Wij vinden het belangrijk dat kinderen met een handicap in hun omgeving naar school kunnen gaan. Daarbij kan van andere kinderen een stimulerende invloed uitgaan, waardoor het kind zich beter ontwikkelt. Een aanpassing van het lesprogramma is mogelijk, zoals dat voor alle kinderen mogelijk is. Kinderen met een handicap worden niet onbeperkt toegelaten op Meander. Wij kennen enige restricties: • De leerkracht is in de eerste plaats onderwijsgevende. Verzorging kan maar heel beperkt door de leerkracht verleend worden. Indien veel verzorging nodig is kunnen de ouders een externe verzorger inschakelen of zelf het kind tijdens de schooluren verzorgen. Als dat niet mogelijk is kan het kind niet op Meander worden toegelaten. • Als een kind met een handicap het onderwijsproces voor andere kinderen verstoord, wordt het kind niet toegelaten of kan het niet op school blijven.

06-11-2007


27

• •

• •

Als er vermoedens bestaan dat een kind met een handicap de rust in de school en/of de veiligheid van andere kinderen in gevaar brengt zal het kind niet toegelaten worden. In de lokalen van de schoolwoningen is zeer beperkte ruimte om kinderen met een lichamelijke handicap op te vangen; zeker voor kinderen in een rolstoel of met aangepast meubilair is geen ruimte. In de schoolwoningen is geen lift aanwezig. Per groep kan in principe maximaal één kind met een handicap opgenomen worden.

4. De inzet en de ontwikkeling van ons personeel 4.1. De doelen van ons personeelsbeleid Het personeelbeleid op basisschool Meander heeft als doel te komen tot een optimale afstemming tussen de wensen van het individuele personeelslid en de ontwikkelingsbehoefte van de organisatie. Belangrijke elementen zijn: • Goed arbeidsvoorwaarden creëren, die gebaseerd zijn op duidelijke rechtspositionele gronden en die zekerheid en perspectief bieden aan individuele personeelsleden. • Het bevorderen van een goede werksfeer en een goed werkklimaat, waarin het personeel tot zijn recht komt, zich geaccepteerd en veilig voelt en waar samenwerking bevorderd wordt. • Het effectief inzetten van mensen om het doel: het verzorgen van kwalitatief onderwijs te realiseren. • Komen tot verbetering en optimaliseren van de kwaliteit van de arbeid.

4.2. De huidige situatie 4.2.1. Op Stichtingsniveau In het integraal beleidsplan van de Stichting worden doelen gesteld betreffende het personeel. Hierbij worden uitspraken gedaan over: • werving personeel • deskundigheidsbevordering • functiehuis • personeelsbeleid • informatie, communicatie en relatie In het personeelsbeleidplan van de Stichting Katholiek Onderwijs Tilburg is regelgeving opgenomen over het beleid m.b.t.: • functiedifferentiatie De Stichting kent de volgende functies: directeur, adjunctdirecteur, groepsleerkracht, vakleerkracht, onderwijsassistent, klassenassistent, administratief medewerker • facilitering coördinatoren met directietaken. De coördinator belast met directietaken wordt in tijd de ruim-

06-11-2007


28

te en compensatie gegeven om die taak te kunnen uitoefenen. • Beloningsdifferentiatie Een buitengewone toelage kan, bij een goede of uitstekende functievervulling, door de directie worden toegekend. • Taakbeleid Taakbeleid is het realiseren van een optimale afstemming tussen het werk dat op school moet gebeuren en de kwaliteiten en de beschikbare tijd van het personeel op die school. Het gaat hierbij om taakomvang, taakverdeling, taakbelastingbeleid en belastbaarheid. • Doelgroepenbeleid Gestreefd wordt naar zowel een zo evenwichtig mogelijke samenstelling van het personeelsbestand als naar een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding. Over de arbeidsdeelname van allochtonen bestaat nog geen beleid. • Bestuursaanstelling Alle personeelsleden hebben een benoeming aan het bestuur. • Mobiliteit Het wisselen van werkplek gebeurt tot nu toe zoveel mogelijk op basis van vrijwilligheid. • Risicodragend deel van de formatie (RDDF) De invoering van het RDDF heeft als gevolg dat ontslag wegens formatieve redenen zonder voorafgaande plaatsing daarin gedurende een heel schooljaar niet meer mogelijk is.. • Beleid rondom beginnende leraren T.b.v. de begeleiding van beginnende leraren is zowel naar inhoud als naar tijd een praktische handleiding beschikbaar voor zowel de directeur als de mentor die de leraar begeleidt. • Deeltijdbeleid Deeltijd is mogelijk onder de voorwaarde dat vooraf aan de toekenning ervan duidelijk is dat het organisatorisch inpasbaar is en de onderwijsbelangen en een goede voortgang ervan niet schaadt. Bovenstaande heeft een directe relatie met de geldende regelgeving vanuit het rechtspositiebesluit en de onderwijs-CAO. 4.2.2.

Op schoolniveau • Taak en werkverdeling Veel komt de laatste jaren op ons af. Er verandert veel in het onderwijs zowel naar de inrichting en organisatie als naar leerstofinhouden. Kinderen komen met verschillende achtergronden en leefwerelden de school binnen. Die veranderingen raken ook de leerkrachten en brengen de nodige werkdruk met zich mee.

06-11-2007


29

Bij een zorgvuldig taakbeleid houden we rekening met de ontwikkelingen in het onderwijs, maar ook wat reëel en op een verantwoorde wijze haalbaar is. Dat maakt keuzes noodzakelijk. Jaarlijks wordt in overleg met het team de taakverdeling opgesteld. Er moet een afstemming plaatsvinden noodzakelijk tussen de behoefte van de schoolorganisatie en de persoonlijke behoefte van de afzonderlijke leerkracht. Door het bestuur is bepaald dat met voor een fulltimer de normjaartaak 1659 uur omvat, de arbeidsduur 1790 uur is en de maximale lestijd uit 1010 uur bestaat. Een fulltimer geeft in principe 930 uur les. De tijd die hij meer voor de klas staat wordt gecompenseerd. Voor parttimers geldt deze regeling naar rato van de werktijdfactor. Jaarlijks wordt aandacht besteed aan de werkdruk, waarbij team en directie samen naar oplossingen zoeken om werkdruk te verminderen of nog liever te voorkomen. In het functioneringsgesprek wordt altijd aandacht besteed aan de taakinvulling van de leerkracht. • Begeleiding Voor elke nieuwe leerkracht wordt een begeleidingsplan opgesteld, waarbij directie, coördinatoren en mentoren zijn ingeschakeld. Daarnaast spelen de Interne Begeleiders een belangrijke rol bij de begeleiding van het uitvoeren van handelingsplannen in de groep en de daarbij behorende klassenorganisatie. • Scholing Aandacht voor eigen professionalisering speelt een grote rol: directie en leerkrachten dienen zich voldoende toe te rusten voor de in ons onderwijs plaatsvindende veranderingen en de daaruit gemaakt keuzes. Een passend middel daartoe is zowel teamgerichte als individuele bijscholing. Daarbij vindt een afweging plaats tussen het schoolbelang enerzijds en het persoonlijk belang anderzijds. 10% van wat iemand feitelijk in een jaar werkt is bestemd voor deskundigheidsbevordering (voor een fulltimer 166 uur op jaarbasis). Bij de scholing van leerkrachten worden regelmatig deskundigen ingeschakeld. • Arbo-beleid De Arbo-wet regelt de zorg voor veiligheid, gezondheid en welzijn van het personeel. Op school wordt een verzuimbeleid gehanteerd, dat is afgesproken binnen de Stichting. De school is aangesloten bij een Arbo-dienst. Deze dienst kan de school behulpzaam zijn bij het inventariseren en evalueren van risico’s, verzuimbegeleiding, periodiek arbeid gezondheidkundig onderzoek en het opstellen van reïntegratieplannen. • Seksuele intimidatie en klachtenregeling De Klachtenregeling is opgenomen in de schoolgids.

06-11-2007


30

5. Overige beleidsterreinen 5.5.

Ons algemeen strategisch beleid

Binnen de Stichting is er een duidelijke tendens, waarbij strategische meerjarenafspraken gemaakt worden. Deze afspraken zijn opgenomen in het Integraal Beleidsplan, waaraan alle directeuren bij betrokken zijn.

5.6.

Ons financieel beleid

Jaarlijks maakt de directeur een begroting, waarin de personele en materiële baten en lasten worden opgenomen. De begroting is in principe sluitend en wordt door het bestuur getoetst.

5.7.

Ons materieel beleid

Hiervoor verwijzen we naar de afspraken die op SKOT-niveau zijn gemaakt.

5.8.

Ons relationeel beleid OVERLEGSTRUCTUREN IN HET TEAM

KOM-groep

Directieteam Directeur & Adjuntdirecteur Vergadering KOM-groep

Coördinator Coördinator gr.1-3 gr.4-5

Coördinator gr.6-8

Clustervergadering

Clustervergadering

Leerkrachten gr.1-3

Leerkrachten Leerkrachten gr.4-5 gr.6-8

Coördinator ICT

Clustervergadering

Interne Coördinator Leerlingzorg

Zorgteam ICL 1-2 ICL 3-4 Rem.teachers

Team

Vergadering Zorgteam

Conciërges

Onderwijs ondersteunend personeel

Teamvergadering Studiedag

5.9.

Beleidsvoornemens

Directie Op het eind van het schooljaar 2007-2008 zal de directeur van Meander in de FPU gaan. In de tweede helft van het schooljaar zal een sollicitatieprocedure worden gestart, waarbij de adjunctdirecteur en de medezeggenschapsraad nauw bij betrokken worden. De teamleden hebben aangegeven graag op de een of andere wijze bij de procedure

06-11-2007


31

betrokken te worden. Op 1 augustus 2008 zal de nieuwe directeur met zijn werkzaamheden aanvangen.

06-11-2007


32

6. Onze zorg voor kwaliteit Sinds enige tijd propageert de overheid het maken van beleidskeuzen door de onderwijsinstellingen zelf. Daardoor komt er een grotere beleidsvrijheid het onderwijs binnen en daarmee gaat een grotere verantwoordelijkheid gepaard. Er moet een planmatige aanpak komen voor de zorg voor de kwaliteit. Tijdens de geldigheidsperiode van dit schoolplan zal daaraan aandacht worden besteed.

6.1.

De doelen van onze kwaliteitszorg

We willen zicht krijgen en houden op de kwaliteit van alles wat er gebeurt, en op welke manier dat gebeurt. We willen een goede kwaliteit behouden. We willen de kwaliteit die niet goed genoeg is verbeteren. We willen derden (ouders, bestuur, inspectie e.d.) zicht geven op kwaliteit.

6.2.

Aspecten van onze kwaliteitszorg

Aspecten van de kwaliteitszorg zijn:: • Onze school De gebouwen en het terrein De leerlingen De schooltijden, weekplannen, enz. • De opdracht van de school De uitgangspunten en algemene doelstellingen Het schoolconcept • De onderwijskundige vormgeving van de school Onderwijskundige doelen Vak- en vormingsgebieden en activiteiten Zorg voor de leerling • De inzet en de ontwikkeling van het personeel • Overige beleidsterreinen • Kwaliteitszorg • Overige afspraken Jaarlijks wordt vastgesteld welke aspecten voor kwaliteitszorg aan de orde komen.

06-11-2007


33

Kwaliteitsschema Plaats

Frequentie

Interne begeleiding Leerlingbespreking Zorgkinderen Leerlingvolgsysteem Kinderraad Ouderenquête Medezeggenschapsraad Gesprek Bestuursmanager Verslagen voor ouders Verslag voor kind Overgang

Directiemap Zorgmap Zorgmap LVS Directiemap

3x p.j. 2x p.j. 40x p.j. 2x p.j. 5x p.j. 1x p.j. 10x p.j. 2x p.j. 2x p.j. 1x p.j. 2x p.j.

Betrokkene

MR-map Directiemap Lerarenmap Lerarenmap Lerarenmap

x

IB RT

dire

ctie

Afspraken

x x x

soort

lera r en kind er oud en ers M.R . bes tuu bes r pr e sch king rifte enq lijk uet e

6.3.

x

x x

x x

x

x

x

x x

x x

x x x

x

x x x

x

x

x

x x

2.5.1/2 2.5.1 2.5.1 2.5.1 2.5.1 2.5.1 2.5.1 5.5 2.5.1 2.5.1/2 2.5.2 2.5.2 2.5.3 2.5.5 2.5.6

06-11-2007


Late r

Items Advisering voortgezet onderwijs Creatieve vakken Nieuwe taalmethode Wet BIO/portfolio's Informatie- en communicatietechnologie Aanvankelijk lezen Leefstijl Directie Overgang 2-3 Jonge risicokinderen Voortgezet technisch lezen Voorkomen leesproblemen Passend onderwijs Techniek Cultuur

Scho ol 2007 jaar -200 8 Scho ol 2008 jaar /200 9 Scho ol 2009 jaar -201 0 Scho olja 2010 ar -11

7. Beleidsvoornemens/plannen

34

8. Inhoud 0.

Inleiding ....................................................................................................2 0.1. Doelen van het schoolplan ................................................................2 0.2. Functies van het schoolplan ..............................................................2 0.3. Procedure ..........................................................................................2 0.4. Verwijzingen ......................................................................................3 0.5. Bronnen: ............................................................................................3 0.6. Status van het schoolplan..................................................................3 0.7. Evaluatie............................................................................................3 1. Onze school..............................................................................................4 1.1. Huidige situatie ..................................................................................4 1.2. Leerling en ouderpopulatie ................................................................4 1.3. Overige omstandigheden die beleidskeuzen beïnvloeden.................4 2. De opdracht van de school .......................................................................5 2.1. Waar we voor staan...........................................................................5 2.1.1. Identiteit......................................................................................5 2.1.2. Pedagogische visie.....................................................................5 2.1.3. Onderwijskundige visie...............................................................6 2.1.4. Relatie school – maatschappij....................................................7 2.2. Wat komt er op ons af? “De externe ontwikkelingen” ........................7 2.2.2. Lumpsum bekostiging.................................................................7 2.2.3. Integraal personeelsbeleid .........................................................7 2.2.4. ICT-ontwikkelingen .....................................................................8 2.2.5. Kwaliteitsbewaking .....................................................................8 2.2.6. Leerlinggebonden financiering ...................................................8 2.2.7. Maaatschappelijke tendensen ....................................................8 2.3. Wat wij kunnen. “Sterke en minder sterke punten” ............................8 2.3.1. Totaal Kwaliteitsinstrument Primair Onderwijs (TKPO) , Eduquality dec. 2006 ................................................................................9 2.3.2. Rapportage De Zorgmeter........................................................10 2.3.3. Verslag jaarlijks onderzoek (28 mei 2005), Inspectie van het onderwijs.................................................................................................11 2.3.4. Ouderenquête bs Meander (februari 2006) ..............................12 2.4. Wat wij willen. “De gewenste kwaliteit” ............................................12 2.5. Beleidsvoornemens/plannen ...........................................................13 2.5.1. Schooljaar 2007-2008 ..............................................................13 2.5.2. Schooljaar 2008-2009 ..............................................................15 2.5.3. Schooljaar 2009-2010 ..............................................................15 2.5.4. Schooljaar 2010-2011 ..............................................................16 2.5.5. Techniek...................................................................................16 2.5.6. Cultuur......................................................................................16 3. De onderwijskundige vormgeving van onze school ................................18 3.1. De onderwijskundige doelen............................................................18 3.2. Huidige situatie ................................................................................18 3.3. De inhoud van ons onderwijs...........................................................19 3.3.1. Gemaakte keuzes t.a.v. de leerstof ..........................................19 3.3.2. Leergebied overstijgend kerndoelen.........................................19 3.3.3. Leerspecifieke doelen: Nederlandse taal..................................20 3.3.4. Leerspecifieke doelen: Engelse taal .........................................23

06-11-2007


35

3.3.5. Leerspecifieke doelen: Rekenen en wiskunde .........................23 3.3.6. Leerspecifieke doelen: Oriëntatie op mens en wereld ..............24 3.3.7. Leerspecifieke doelen: Lichamelijke opvoeding .......................24 3.3.8. Leerspecifieke doelen: Kunstzinnige oriëntatie ........................25 3.3.9. De vakgebieden en de computer..............................................26 3.3.10. Onze zorg voor de leerlingen ...................................................26 3.3.11. Vertrouwenscontactpersoon.....................................................26 3.3.12. Leerlinggebonden financiering .................................................27 4. De inzet en de ontwikkeling van ons personeel ......................................28 4.1. De doelen van ons personeelsbeleid...............................................28 4.2. De huidige situatie ...........................................................................28 4.2.1. Op Stichtingsniveau..................................................................28 4.2.2. Op schoolniveau.......................................................................29 5. Overige beleidsterreinen.........................................................................31 5.5. Ons algemeen strategisch beleid ....................................................31 5.6. Ons financieel beleid .......................................................................31 5.7. Ons materieel beleid........................................................................31 5.8. Ons relationeel beleid ......................................................................31 5.9. Beleidsvoornemens .........................................................................31 6. Onze zorg voor kwaliteit..........................................................................33 6.1. De doelen van onze kwaliteitszorg ..................................................33 6.2. Aspecten van onze kwaliteitszorg....................................................33 6.3. Kwaliteitsschema.............................................................................34 7. Beleidsvoornemens/plannen...................................................................34 8. Inhoud.....................................................................................................35

06-11-2007


36

Schoolplan

Recommend Documents