Schoolplan 2010-2014
De medezeggenschapsraad van de school stemde op 13 juli 2010 in met dit schoolplan.
2
Schoolplan Gymnasium Beekvliet 2010 – 2014
1. Inleiding ................................................................................................................................. 4 2. Missie en visie ........................................................................................................................ 5 2.1 Missie ............................................................................................................................... 5 2.2 Uitgangspunten voor ons onderwijs ................................................................................. 6 2.3 Visie op onderwijs ............................................................................................................ 6 3. Onderwijsbeleid ..................................................................................................................... 8 3.1 De onderbouw .................................................................................................................. 8 3.2 De Tweede Fase ............................................................................................................... 9 3.3 Begeleiding en zorg ........................................................................................................ 10 3.4 Internationalisering......................................................................................................... 10 3.5 Maatschappelijke stage................................................................................................... 11 3.6 Vorming van leerlingen .................................................................................................. 12 3.7 ICT ................................................................................................................................. 13 4. Organisatiebeleid .................................................................................................................. 14 5. Personeelsbeleid ................................................................................................................... 15 5.1 Inleiding ......................................................................................................................... 15 5.2 Gesprekscyclus ............................................................................................................... 15 5.3 Scholingsbeleid .............................................................................................................. 16 5.4 Werkverdelingsbeleid..................................................................................................... 16 5.5 Formatiebeleid en functiemix......................................................................................... 16 5.6 Arbobeleid ...................................................................................................................... 17 5.7 Document evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding .............. 17 6. Kwaliteitszorg ...................................................................................................................... 18 7. Financieel en materieel beheer ............................................................................................. 19 7.1 Huisvesting ..................................................................................................................... 19 7.2 Financieel beleid en sponsoring ..................................................................................... 19 8. PR en marketing ................................................................................................................... 21 9. Samenvatting van de beleidsvoornemens ............................................................................ 22
3
1. Inleiding Gymnasium Beekvliet, ontstaan uit het oude seminarie van Den Bosch, is een school met een rijke historie van 195 jaar. De schoolt kenmerkt zich door het koesteren van waarden uit het verleden in combinatie met een eigentijdse blik op de wereld. De school is gehuisvest in een modern gebouw dat in het schooljaar 2010-2011 een voorlopig laatste uitbreiding krijgt in de vorm van een Bèta-paviljoen. De school ligt op een groot, aantrekkelijk, parkachtig terrein. Staat van onderhoud van gebouw en terrein zijn zonder meer uitstekend. De school heeft een naam hoog te houden. Leerlingen gaan “naar Beekvliet in plaats van naar een gymnasium”. De lange historie van de school, de internering van de bekende en maatschappelijk invloedrijke gijzelaars in de Tweede Wereldoorlog, de actieve reünistenvereniging en de in kwaliteitsonderzoeken voortdurend gebleken goede prestaties van de school zullen alle, zij het in verschillende mate, aan dat beeld bijdragen. Naast het koesteren van deze rijke historie en beeldvorming wil de school haar opdracht als zelfstandig gymnasium recht doen. De school zal zich meer als een zelfstandig gymnasium dienen te profileren. De waarde van de klassieke talen en de klassieke vorming op de school zullen nadrukkelijker uitgedragen worden en onderdeel uitmaken van ons gehele curriculum. De leerlingen komen voornamelijk uit de driehoek die gevormd wordt door de gemeenten Haaren, Sint-Oedenrode en het dorp Rosmalen. Ook uit de stad ‟s-Hertogenbosch komen leerlingen. Sommigen van hen fietsen dagelijks op weg naar Beekvliet één of twee andere scholen voorbij. Desondanks is de toestroom naar de school minder vanzelfsprekend. De aanwezigheid van nog twee zelfstandige gymnasia (in ‟s-Hertogenbosch en Heeswijk-Dinther) en de gymnasiumafdelingen van het Sint-Janslyceum, Maurickcollege, Jacob-Roelandslyceum en Jeroen Boschcollege maken de keus voor onze school ingewikkelder. Het tweetalig onderwijs van het Eldecollege is ook een geduchte concurrent. Gymnasium Beekvliet zal zich dus nadrukkelijker op de kaart moeten blijven zetten en de goede naam waar moeten blijven maken. We blijven alert op goede examenresultaten en doorstroomcijfers en op een goede bekendheid van de vele schoolactiviteiten. Goed contact met de toeleverende basisscholen is hiervoor een belangrijke voorwaarde. De school zal in de contacten met de basisscholen streven naar voorlichting en uitwisseling van kennis. De school blijft op haar hoede voor wat betreft de goede naam en de aanmeldingen.
4
2. Missie en visie 2.1 Missie De missie van de school wordt als volgt geformuleerd: “Beekvliet is een katholiek categoriaal gymnasium dat zich laat inspireren door de christelijk-humanistische traditie de leerlingen inzicht geeft in de klassieke oorsprong van onze cultuur en in het moderne Europa aan alle leerlingen en medewerkers de passende uitdaging en ondersteuning biedt, zodat zij zich verantwoordelijk voelen om, in sociale verbondenheid, te leren en zichzelf te ontwikkelen aandacht besteedt aan de cognitieve, sociale, levensbeschouwelijke, emotionele, expressieve en fysieke aspecten van de ontwikkeling van de leerlingen zijn doelen wil realiseren in een omgeving die gekenmerkt wordt door: hart voor elkaar, veiligheid, openheid, respect en vertrouwen.” Deze gedachten zijn samengevat in de slogan “Ontwikkel je talenten – verleg je grenzen – voel je thuis”. De school neemt het bestaansrecht als zelfstandig gymnasium, o.a. voortvloeiend uit het geven van onderwijs in de klassieke talen, in combinatie met dit missiestatement serieus. Naast inzicht geven in de klassieke oorsprong van onze cultuur wil de school daarmee ook goede eindexamenresultaten behalen en leerlingen en docenten plezier schenken in het bestuderen en doceren van de klassieken. Klassieke talen dragen voor een groot deel bij aan de gymnasiale vorming op de school. Beekvliet heeft vanouds een sterk ontwikkeld begeleidingssysteem, waarmee de school kan blijven werken aan het bieden van passende uitdaging en ondersteuning aan alle leerlingen. Hiermee bedoelen we zowel de “onderkant” als de ”bovenkant“ van onze populatie. Gymnasium Beekvliet wordt bezocht door leerlingen met uiteenlopende capaciteiten. Gegeven die groep leerlingen en gelet op de uitspraak dat alle leerlingen passende uitdaging en ondersteuning geboden wordt, wil Beekvliet zich in de planperiode ontwikkelen tot een gymnasium dat zich profileert met een uitgekiende begeleiding èn een passend onderwijsprogramma, waarmee recht wordt gedaan aan verdieping en verbreding. Leerlingen moeten het gevoel hebben op Beekvliet als leerling serieus genomen te worden; als ze moeite hebben met leren en als het leren ze gemakkelijk afgaat. Een van de passende uitdagingen is het in evenwicht brengen van ons onderwijsaanbod. Zowel Alfa, Bèta als Gamma zijn stromen in school die gelijkwaardig opereren en elkaar ontmoeten in vakoverstijgende projecten, waarmee leerlingen en docenten de meerwaarde ontdekken van multidisciplinair onderzoek. Gymnasium Beekvliet zal in de planperiode gekenmerkt blijven door hart voor elkaar, veiligheid, openheid, respect en vertrouwen. Zowel bij het personeel als bij de leerlingen zullen deze waarden uit het verleden onverminderd worden doorgegeven. 1) Beleidsvoornemen. De school zal de missie op ouderavonden, open dagen, bij externe voorlichting, op personeelsbijeenkomsten, in de Domestica, Parva en het Beekvlietbulletin voortdurend uitdragen. In een professionele cultuur dragen we gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de missie en kunnen we elkaar daarop aanspreken.
5
2.2 Uitgangspunten voor ons onderwijs Beekvliet is een katholieke school die open staat voor alle leerlingen die geschikt zijn voor een gymnasiale opleiding ongeacht hun levensbeschouwelijke overtuiging. Van de leerlingen en de medewerkers wordt verwacht dat zij respect hebben voor de overtuiging van anderen. Beekvliet wil zich als het gaat om waarden en normen laten inspireren door de christelijkhumanistische traditie. Dit betekent o.a. dat hart voor elkaar, openheid, respect, vertrouwen en veiligheid belangrijke sleutelwoorden zijn voor het gewenste leef- en werkklimaat op school. Het vak levensbeschouwing is een verplicht vak voor alle leerlingen. Binnen de lessen levensbeschouwing wordt expliciet aandacht besteed aan levensvragen, de joods-christelijke traditie en andere levensbeschouwelijke oriëntaties. Het vak levensbeschouwing en de gamma-vakken dragen bij aan de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van sociale integratie en actief burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving. Actief kennismaken met genoemde aspecten vindt plaats in lesprogramma‟s en tijdens de maatschappelijke stage en de activiteiten in het kader van de internationalisering op school. Door de bijzondere constellatie van onze leerlingenpopulatie zal in theorie en praktijk nadrukkelijk aandacht zijn en blijven voor dit aspect van ons onderwijs. Onze leerlingen zullen later op maatschappelijk relevante posities terecht komen, waar zij geacht worden een genuanceerd oordeel te kunnen geven over de diversiteit van onze samenleving. Vaksecties zullen hun curriculum ten aanzien van dit onderwijsinhoudelijk aspect beschrijven evenals de onderwijsactiviteiten die in dit kader worden ondernomen. Het doel is leerlingen te begeleiden naar actief burgerschap waarbij ze zelfstandig verantwoordelijkheid nemen voor gemeenschapsbelangen binnen of buiten de school. Beekvliet is een gymnasium dat de leerlingen inzicht geeft in de klassieke oorsprong van onze cultuur en in het moderne Europa. Beekvliet biedt de leerlingen een brede gymnasiale opleiding. Het belangrijkste doel is dat de leerlingen zich ontwikkelen tot betrokken, verantwoordelijke, kritische en zelfstandige burgers in een democratische en multiculturele samenleving. Oriëntatie op en betrokkenheid bij wat actueel in de samenleving gebeurt, zijn wezenlijke aspecten van deze ontwikkeling. Een specifieke bijdrage aan deze ontwikkeling wordt geboden door: • de gymnasiale vorming o.a. door middel van onderwijs in de Griekse en Latijnse taal en cultuur, die de leerlingen bewust maakt van de culturele en historische achtergrond van de samenleving waarin zij leven. Een vorming die aansluit bij en bijdraagt aan de typische karakteristieken van het leerproces van gymnasiumleerlingen. • de internationale vorming, die op onze school een vast onderdeel van het curriculum is waarbij met name de oriëntatie op het moderne Europa aandacht krijgt en die mede bijdraagt aan inzicht in en begrip voor de diversiteit van de Europese samenleving. 2) Beleidsvoornemen. In het schooljaar 2011-2012 stellen de afdelingsleiders onderbouw een startdocument op waarin ons curriculum van vakken en activiteiten wordt vergeleken met de doelen van sociale integratie en actief burgerschap. In dit document staan voorstellen voor explicitering en versterking van deze doelen. Dit document vormt de grondslag voor de activiteitenplannen van de secties.
2.3 Visie op onderwijs Beekvliet biedt aan alle leerlingen en medewerkers de passende uitdaging en ondersteuning, zodat zij zich verantwoordelijk voelen om, in sociale verbondenheid, te leren en zichzelf te ontwikkelen. Deze visie op onderwijs houdt in dat we recht doen aan de autonomie en competentie van leerlingen, in combinatie met de gymnasiale vorming, waarbij zelfstandig denken gestimuleerd en ontwikkeld moet worden. Beekvliet herkent en erkent de diversiteit en speciale begaafdheid van de leerlingen. Gymnasiale vorming als leidraad voor ons onderwijs kenmerken we als volgt: 6
in het onderwijs op Beekvliet - werken we van reproductie, via betekenis geven, naar toepassing - maken we gebruiken van de wendbaarheid van leerlingen in het toepassen van de theorie - oefenen en stimuleren we abstract denken - maken we gebruik van het koppelen en afstemmen van kennis over vakken heen; maken we gebruik van transfer van kennis - streven we voortdurende diepgang na (hogere-orde-denken) - bevorderen en gebruiken we discussies - accepteren en gebruiken we de voordelen van solistisch denken - bevorderen we het vermogen van leerlingen leerstof in competitie toe te passen - stellen we leerlingen voortdurend hoge eisen Het onderwijs op Beekvliet ontwikkelt zich in de planperiode naar onderwijs dat gericht is op bovenstaande kenmerken, waarbij de bestaande zorg, begeleiding en verbreding een wezenlijk onderdeel uit maken van het onderwijs. In de onderbouw bestaat de begeleiding uit studiebegeleiding, studievaardigheidstraining, huiswerkbegeleiding, vakbegeleiding, sociale vaardigheidstraining, faalangst reductie training en training tegen onderpresteren. In de onderbouw bestaat de verbreding uit een toename van het geven van autonomie aan leerlingen in bestaande en eventueel extra tijd. Hierbij zijn de genoemde aspecten van de gymnasiale vorming uitgangspunt bij het leren en onderzoeken. Een deel van de studiebegeleiding vindt plaats in mentoruren, waarbij het doel is: ontwikkelen van zelfstandigheid, ontwikkelen en stimuleren van planning van het werk, kennis verwerven op een “gymnasiale”manier. In de bovenbouw (en deels klas 3) zijn de B-uren uitdrukkelijk bedoeld om flexibiliteit in te bouwen. De B-uren bieden gelegenheid tot zelfstudie, begeleiding en verbreding. Zowel in de onder- als de bovenbouw passen docenten strategieën toe die rekening houden met de verschillende leerstijlen van leerlingen. Personeel van de school werkt vanuit de onderwijsvisie door vertrouwen te hebben in het kunnen van de leerling en door de leerling te waarderen, waarmee een veilige en voorspelbare leeromgeving op school en in de klas ontstaat. De school biedt docenten gelegenheid zich hiervoor te scholen. Beekvliet heeft een lange historie van begeleiding voor leerlingen opgebouwd. Deze begeleiding zal ook in het kerncurriculum terug te vinden zijn. De school blijft zich ten doel stellen een hoog slagingspercentage te handhaven en een lage tussentijdse uitstroom te realiseren. Begeleiding uit zich ook in het ontwikkelen van talenten van leerlingen buiten het reguliere lesprogramma om: buitenschoolse projecten, olympiades, uitwisselingen, bijwonen van een masterclass, maatschappelijke stages, excursies en toneel. 3) Beleidsvoornemen. In het scholingsplan 2010-2014 is de versterking van de gymnasiale vorming een hoofditem en zal de schoolgebonden scholing vooral in dit kader plaats vinden.
7
3. Onderwijsbeleid 3.1 De onderbouw Beekvliet biedt aan alle leerlingen en medewerkers de passende uitdaging en ondersteuning, zodat zij zich verantwoordelijk voelen om, in sociale verbondenheid, te leren en zichzelf te ontwikkelen. Dit uitgangspunt van Beekvliet heeft gevolgen voor de dagelijkse onderwijspraktijk. - Beekvliet erkent de competentie van leerlingen. Het uitgangspunt is dat een leerling geloof en plezier heeft in eigen kunnen. De wijze waarop een gymnasiumleerling denkt en werkt willen we op onze school recht doen door een omgeving te scheppen die geloof en plezier in eigen kunnen stimuleert. - Beekvliet erkent de autonomie van leerlingen. Een leerling is in staat om te leren en te groeien en hiervoor eigen verantwoordelijkheid te nemen. Gymnasiumleerlingen hebben de mogelijkheid hierbij solistisch te denken (zelfstandig met oplossingen te komen). De docenten hebben de taak deze zelfstandigheid te erkennen, te stimuleren en waar nodig te begeleiden. - Een leerling moet het nemen van verantwoordelijkheid ook nog deels leren en mag daarom rekenen op een goede relatie docent – leerling. Een gymnasiumleerling communiceert met de docent vaker dan niet-gymnasiumleerlingen via de leerstof. Hiervoor is het nodig dat een docent de leerstof meer dan beheerst en in staat is extra‟s toe te voegen aan de standaard leerstof en begrijpt hoe de relatie leerling – docent tot stand komt en in stand blijft. Het onderwijs op Beekvliet is gericht op de specifieke, gymnasiale inkleuring van deze drie uitgangspunten. Recht doen aan talenten en uitdagend onderwijs betekent onderwijsaanbod en didactiek die recht doen aan gymnasiale vorming. Begeleiding en verbreding zijn geen extra‟s, maar een wezenlijk onderdeel van ons onderwijs. Leerlingen worden in klassenverband uitgedaagd en in de geprogrammeerde extra tijd vindt begeleiding plaats om o.a. defecten weg te werken. In de onderbouw staat de begeleiding in het rooster, vanaf leerjaar drie is hiervoor tevens B-tijd ingeroosterd. De koppeling tussen lestijd, begeleidingstijd en B-tijd is een taak van leerling, vakdocent en mentor. Verbreding is voor leerlingen een mogelijkheid om uitdagende thema‟s aan te pakken en het nemen van verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces te leren. Hierbij mag in de onderbouw het leerproces meer nadruk krijgen en kan in de bovenbouw het leerproces leiden tot verbetering van het product. Voor de onderbouw betekent het een verfijning in de afstemming tussen reguliere lestijd, begeleiding en verbreding. In de reguliere lestijd zelf vindt ook begeleiding en verbreding plaats. Door gebruik te maken van gevarieerde didactische werkvormen is het mogelijk meer leerlingen bij de les te betrekken. De lesinhoud van de reguliere les zal daarbij op meer manieren evolueren: meer aandacht voor gymnasiale vorming, meer aandacht voor verschillende leerstijlen, verdieping en aandacht voor de verschillende niveaus waarop leerlingen presteren. Omdat voor leerlingen begeleiding mogelijk is op meerdere niveaus (studiebegeleiding, vakbegeleiding), is een hoger tempo en een verdieping van het onderwijs verantwoord. Hiermee kan de zelfstandigheid van de leerlingen langzaam vergroot worden. Het is nodig kritisch te staan ten opzichte van de bestaande lesmethoden van vakken. De schoolt kiest voor aansluiting bij het project Pegasus van de zelfstandige gymnasia waarbij digitaal, gymnasiaal lesmateriaal wordt ontwikkeld en uitgewisseld. Leerlingen die instromen in klas 1 zijn afkomstig van verschillende basisscholen, waar meer en minder aandacht besteed is aan de specifieke VWO-leerling. Hierdoor is de basishouding van onze eerste klassers verschillend. Het erkennen van de verschillende achtergrond van onze leerlingen is voor de mentor en docent noodzakelijk. Vooral de groep die niet gewend is aan gestructureerd werken, kan hiervoor begeleid worden. Onderzoek naar leerstijlen en leerstrategieën is noodzakelijk om de juiste begeleiding te 8
starten. Doel is een goede basis te leggen voor de toenemende verantwoordelijkheid die gevraagd wordt in de bovenbouw. De intensivering van ons taalonderwijs, gevolgd door ons rekenonderwijs zal met de basisscholen afgestemd, c.q. besproken worden. Doel is dat de school in 2014 de eindtoetsen van taal en rekenen, vastgelegd in het referentiekader taal en rekenen, zonder problemen tegemoet kan zien. Hiermee doen we recht aan ons uitgangspunt: Beekvliet neemt alle leerlingen serieus en biedt ze de passende uitdaging en ondersteuning, zodat zij zich verantwoordelijk voelen om, in sociale verbondenheid, te leren en zichzelf te ontwikkelen. 4) Beleidsvoornemen. In het scholingsplan 2010-2014 ligt de nadruk op verdieping en versterking van het onderwijsprogramma in de onderbouw. 5) Beleidsvoornemen. Een adviescommissie onderbouw onder leiding van de afdelingsleider evalueert het huidige onderwijs in de onderbouw en zal met behulp van het scholingsprogramma voorstellen doen voor inhoudelijke versterking van het onderwijs in de onderbouw. 6) Beleidsvoornemen. De twee afdelingsleiders onderbouw stellen een document op waarin het doel van, de deelname aan en de organisatie van de verbreding wordt beschreven.
3.2 De Tweede Fase Aansluiting van de onderbouw op de Tweede fase is een kwestie van aandacht op twee fronten. Waar in de onderbouw de nadruk ligt op het versterken van de gymnasiale vorming, het verdiepen en aandacht geven aan hogere-orde-denken, zal de aansluiting op de Tweede Fase gemakkelijker zijn. In de Tweede fase is er begrip nodig voor de kloof die o.a. tussen lesmethoden van de onder- en bovenbouw bestaat. Docenten geven bij voorkeur in onder- en bovenbouw les om de doorlopende lijnen te bewaken, waarbij het sectieoverleg tevens is gericht op het bewaken van die doorlopende leerlijn. Ideaal is de situatie waarbij de aansluiting onder- en bovenbouw minder wordt waargenomen, maar meer een evoluerend karakter heeft van leerjaar één tot zes. Lag de focus in de onderbouw op toename van zelfstandigheid, gymnasiale vorming en verdieping, in de tweede fase is naast de voorbereiding op het examen de voorbereiding op het wetenschappelijk onderwijs aan de orde. Dit vereist een voortgaande nadruk in het onderwijs op de autonomie van leerlingen en het opvoeden tot zelfstandige studenten. De geprogrammeerde B-tijd op Beekvliet is een essentieel onderdeel van dit proces. B-tijd geeft de ruimte aan leerlingen te kiezen uit een divers onderwijsaanbod: van volledig zelfstandig tot volledig begeleid. Elk vak biedt hiervoor een programma. De resultaten van eindexamen en schoolexamen wijken niet meer af dan 0,5 punt. Het examenresultaat van elk vak beweegt rond het gemiddelde van de landelijke gymnasia. Per vak of per vakkencluster komt een adequaat programma om dit doel te bereiken. In de Tweede fase is er oog voor leerlingen met motivatieproblemen. Motivatieproblemen kunnen leiden tot onderpresteren en tot uitval. Een goed onderwijsaanbod in combinatie met een op het probleem toegeruste didactische en pedagogische benadering zullen die motivatieproblemen moeten verkleinen. Dat aanbod en die benadering moet afgestemd worden op de beschreven gymnasiale vorming die recht doet aan de kenmerken van onze gymnasiumleerlingen. De afstemming van ons onderwijs zal in de planperiode gericht moeten zijn op de vernieuwde examenprogramma‟s en slaag- zakregeling. De school stelt zichzelf ten doel het gymnasiale karakter te blijven benadrukken door het onderwijs in de klassieke talen serieus te nemen. In de klassen 4-5-6 zal het volgen van beide klassieke talen op minder roostertechnisch weerstand stuiten. De aansluiting gymnasium - academische opleiding verdient op meer fronten aandacht. Gymnasium en academische opleiding zullen kennis moeten hebben van elkaars programma‟s en methodieken teneinde leerlingen voor te bereiden op een academische studie. Wederzijdse initiatieven tot het 9
bijwonen van elkaars lesprogramma‟s en colleges is van buitengewoon belang: dit geldt voor leerlingen en docenten. De oriëntatie op de studie is een aangelegenheid die leerlingen en ouders aangaat. In de school is de decaan met de mentor en in zekere mate ook de vakdocent verantwoordelijk voor een programma waarin de leerling keuzes kan maken en zich kan voorstellen wat een studierichting inhoudt en wat een studierichting voor hem of haar kan betekenen. 7) Beleidsvoornemen. Een adviescommissie tweede fase onder leiding van de afdelingsleider evalueert de huidige vernieuwde tweede fase en werkt voorstellen uit die gericht zijn op versterking van de resultaten in de tweede fase. Een eerste advies wordt voor aanvang van schooljaar 2010-2011 uitgebracht.
3.3 Begeleiding en zorg Gymnasium Beekvliet is van oudsher een school met goede begeleiding. Over begeleiding spreken we als er sprake is van hulp en ondersteuning die in principe aan alle leerlingen ten dienste van het onderwijskundig en persoonlijk en sociaal functioneren ten goede komt. Hierin spelen docenten, mentoren en afdelingsleiders een grote rol. Het leerlingendossier van de basisschool en de warme overdracht tussen basisschool en gymnasium verstrekken de eerste gegevens voor de begeleiding van onze leerlingen. Het huisbezoek van de mentoren, de mentorlessen en vooral de dagelijkse lessen van de docenten vormen het fundament onder de begeleiding. Rapportvergaderingen en testen geven verder inzicht in de benodigde begeleiding van onze leerlingen. Gymnasium Beekvliet kent diverse specifieke begeleidingen: huiswerkklas, training studievaardigheden, training sociale vaardigheden en faalangstreductie. De vakbegeleiding is georganiseerd voor de vakken ne, en, fa, la, wi, gr, du na. In de planperiode zullen deze begeleidingen worden geconsolideerd, waarbij de effectiviteit van alle begeleiding jaarlijks wordt gevolgd. De verbreding van leerlingen valt ook onder de begeleiding, net als de aandacht voor het begeleiden van leerlingen bij het bijwonen van een masterclass of olympiades. Begeleiding bij onderpresteren en rouwverwerking en begeleiding bij ingrijpende gebeurtenissen is op Beekvliet in goede handen. De laatste vormen van begeleiding raken het begrip zorg. Over zorg spreken we in het geval van leerlingen met een beperking. Beekvliet heeft hiervoor interne en externe deskundigen. De school heeft contacten met GGD, Juvans, De Meierij en ambulant begeleiders. De externe en interne contacten betreffende de zorg vallen onder de zorgcoördinator. 8) Beleidsvoornemen. Onder leiding van een van de afdelingsleiders zal in schooljaar 2010-2011 een aangepast plan voor zorg en begeleiding worden opgesteld, waarin de aanzetten en voornemens uit het plan van 2006-2007 worden geëvalueerd en verder uitgeschreven. 9) Beleidsvoornemen. Met behulp van dit actuele plan voor zorg en begeleiding zal de zorgstructuur worden vastgelegd, waarbij de verantwoordelijkheid van de zorg een taak van de schoolleiding blijft.
3.4 Internationalisering Gymnasium Beekvliet wil leerlingen laten kennismaken met de klassieke cultuur en de Europese cultuur. Dit vereist oriëntatie op dat moderne Europa. Vooreerst zal een leerling op Beekvliet degelijk onderwijs krijgen in de drie moderne vreemde talen, waarbij voldoen aan de kerndoelen nieuwe onderbouw en de exameneisen niet voldoende is. Beekvliet wil daarom met de invoering van het Europees Referentie Kader (ERK) voor de vakken Frans, Duits en Engels het niveau opvoeren en de doeltaal als voertaal in de lessen gebruiken. Naast het onderwijs in de taal is er ook plaats voor onderwijs in de cultuur van het betreffende land. Europa is een thema in de lesprogramma‟s van de vakken geschiedenis en aardrijkskunde. De verbintenis met het ELOS-programma heeft een aantal waardevolle projecten opgeleverd die leerlingen op geïntegreerde wijze kennis laten maken met Europa. Het project eetcultuur is hiervan een voorbeeld. 10
Het uitwisselingsprogramma met een groot aantal Europese landen in klas 5 is een mogelijkheid om de cultuur van een specifiek Europees land nader te leren kennen. Deze vorm van uitwisseling wordt gecombineerd met een stage bij een bedrijf of instelling in het betreffende land. Hierbij kan de beroeps- en studieoriëntatie een rol spelen, maar ook werkzaamheden in het kader van de maatschappelijke stage zijn mogelijk. Een intensief uit- en thuisprogramma biedt de leerlingen perspectief op elkaars cultuur: in alle verschillen en overeenkomsten. Voor een kleine groep leerlingen is het bijwonen van en deelnemen aan het model United Nations een mogelijkheid de debatvaardigheden en de kennis van het orgaan VN en de onderhandelmethode te leren. Deze activiteit wordt voorbereid door een groep leerlingen en uitgevoerd in Den Haag (THIMUN, The Hague Model United Nations). Hier komen studenten uit veel landen van de wereld bijeen. De school neemt deel aan het Comenius-programma, dat met docenten en schoolleiders van een aantal Europese landen wordt voorbereid en georganiseerd. Doel is onder meer de leerlingen op verschillende plaatsen dezelfde onderzoeken te laten doen en in het Engels te laten presenteren. Uitwisseling van specifieke kenmerken, beelden en ideeën over de afgesproken onderwerpen vinden bij zo‟n project plaats. Bij het maken van profielwerkstukken doet een deel van de leerlingen onderzoek in het kader van Worldschool. Er zijn mooie voorbeelden van onze leerlingen op Worldschool te vinden. De school zet elke twee jaar een grote actie op rond de Stichting Edukans, waarbij minstens één leerling als ambassadeur van de school uitgezonden wordt naar het betreffende projectland. In het tussenjaar besteedt de school aandacht aan een kleine goede doelen actie, zo mogelijk ter ondersteuning van activiteiten van oud-leerlingen of docenten. De acties zijn onder andere ingebed in de kerstviering. 10) Beleidsvoornemen. In het schooljaar 2010-2011 zal de nieuwe coördinator internationalisering in de commissie internationalisering voorstellen ontwikkelen voor een herstructurering van de uitwisseling en internationalisering. In 2013 zal een geheel herzien programma recht doen aan maatwerk en kwaliteitsverhoging.
3.5 Maatschappelijke stage Sedert drie jaar is Gymnasium Beekvliet bezig met het opzetten van een deugdelijke, inhoudsvolle maatschappelijke stage. Dit schooljaar is de maatschappelijke stage verplicht voor leerlingen van klas 3; een verplichting voor 8 klokuren. Gymnasium Beekvliet beoogt een maatschappelijke stage “op niveau”, dwz. een stage die aansluit bij de cognitieve mogelijkheden van de leerlingen. In de derde klassen m.n. wordt dit uitgangspunt uitgewerkt: er zijn tal van projecten waarbij onze leerlingen worden ingezet. Met diverse basisscholen en bso‟s in de regio zijn afspraken gemaakt om onze leerlingen lessen te laten geven aan hun leerlingen; op bso‟s zijn onze leerlingen actief in de opvang, dmv het geven van sportlessen, knutselactiviteiten, danslessen, theateroefeningen, etc. Meer getalenteerde leerlingen uit klas 3 (die in aanmerking komen voor deelname binnen ons verbredingsproject) worden ingezet bij het project DOEN in Vught en in de plusklassen van de basisschool ‟t Kiemveld in Den Dungen. Het ligt in onze bedoeling om dit soort activiteiten uit te breiden. Naast de samenwerking met de basisscholen zijn er nog tal van activiteiten geïnitieerd door onze coördinator maatschappelijke stage. Zo is er een vertaalproject met buitenlandse studenten van de Universiteit van Maastricht. In de naaste toekomst willen we dat derdeklassers ongeveer 20 uur van hun maatschappelijke stage besteden aan dit soort “maatwerk” dat Gymnasium Beekvliet zelf initieert op de onderbouw. Eenzelfde soort maatwerk streven we na voor onze leerlingen van klas 5. De maatschappelijke stage (plusminus 30 uur) willen we deze leerlingen laten doen in het buitenland en wel binnen het kader van wat wij op school “workshadowing” noemen: leerlingen werken op een plaats in het buitenland die linkt aan hun (mogelijke) latere studie en beroep. Dwz dat een leerling die arts wil worden in Schotland, Frankrijk of een ander uitwisselingsland als stagiair gaat meehelpen in een ziekenhuis, een 11
verpleegtehuis of op een huisartsenpost. Een leerling die informatica wil gaan studeren kan in een van de buitenlanden Ict-lessen gaan geven binnen een vrijwilligerscircuit, etc. De resterende 22 uur worden ingevuld door een project dat de leerling zelf kiest, bijvoorbeeld binnen sportverenigingen. Ook werkt Gymnasium Beekvliet nauw samen met de welzijnorganisatie Partis uit Sint-Michielsgestel. Deze welzijninstelling coördineert binnen de gemeente stageplaatsen voor Gymnasium Beekvliet en het Eldecollege. Een aantal leerlingen is nu mbv Partis actief op diverse adressen binnen een pilot. Komend schooljaar zullen enkele tientallen leerlingen geplaatst worden door Partis. 11) Beleidsvoornemen. In het schooljaar 2010-2011 is de maatschappelijke stage in een notitie vastgelegd. 12) Beleidsvoornemen. Naast organisatie en uitvoering zullen de verantwoordelijken voor de maatschappelijke stage werken aan breder draagvlak in de school voor de activiteiten.
3.6 Vorming van leerlingen Gymnasiale vorming moet méér zijn dan de optelsom van de vakken Nederlands tot en met lichamelijke oefening. Op Beekvliet kunnen we de volgende vormende elementen buiten rooster- of lesverband aanwijzen: Op kunstzinnig gebied zijn er de toneeluitvoeringen onder leiding van een professionele regisseuse, waarvoor ruim acht maanden wekelijks gerepeteerd wordt. Leerlingen dansen, zingen, spelen toneel, maken decors, regelen licht en geluid, verzorgen de publiciteit, catering en logistiek. Voor onze jongste leerlingen is er het brugklastoneel. Tweejaarlijks draait het Franstalige toneelproject met andere OMO-scholen en scholen uit Europa. Theaterbezoek wordt in de lessen gestimuleerd en soms klassikaal georganiseerd. Sportief gezien zijn er veel mogelijkheden; de sectie l.o. organiseert regelmatig toernooien en andere activiteiten. De twee muziekavonden bieden een mogelijkheid om met en voor elkaar muziek te maken. Computerliefhebbers leefden zich reeds enkele keren uit op een LAN-party. Voor de nietingewijden: leerlingen sluiten in de aula hun eigen computers op elkaar aan en spelen met elkaar een spel. Het schaken wordt op intergymnasiaal niveau beoefend. Met succes heeft de afgelopen jaren het Studium Generale een extra impuls aan de intellectuele vorming geboden. Leerlingen komen op school in contact met en leren van deskundigen uit de wereld van kunst, cultuur, wetenschap, politiek etc. Wat betekent het om mens te zijn in een gemeenschap van medemensen? Dergelijke vragen komen aan de orde in de vieringen op school: aan het begin en eind van het schooljaar en in de kersttijd. De indrukwekkende wijze waarop in de school met verdriet en rouw wordt omgegaan, getuigt van liefdevolle zorg en „hart voor elkaar‟. Het leerlingenblad Kariljon is een verzamelpunt van leerlingen met journalistieke of literaire interesses. Onlangs is een nieuwe redactie met bijpassend nieuw elan aangetreden. Sociale en bestuurlijke ervaring kan opgedaan worden in de leerlingenraad die de leerlingen vertegenwoordigt en commissies vormt die diverse activiteiten organiseren. De onlangs door leerlingen opgerichte debatclub zorgt voor een goede training van de debatvaardigheden. Zij nodigt trainers en uitmuntende sprekers uit. Het is een heterogene opsomming die recht doet aan de verscheidenheid van onze leerlingen. Er blijft weinig te wensen over, het zij met enige trots en met veel respect voor alle betrokkenen in de schoolorganisatie gezegd. Sterk houden wat sterk is, moet het devies zijn. Concrete verbeterpunten laten zich niet aanwijzen.
12
3.7 ICT Gymnasium Beekvliet staat op een keerpunt wat betreft ICT-voorzieningen. Er is een computerlokaal, een laptopkar functioneert nu in een vast lokaal , computereilanden functioneren in het studiehuis en in de stilteruimte staan computers voor o.a. het verwerken van filmmateriaal. In de binas-lokalen gebruikt men laptops met de bijbehorende meetprogramma‟s. In de lokalen staan steeds meer vaste beamers en computers opgesteld en er zijn nu vier digitale schoolborden in gebruik. De toekomst vereist ICT-inzet op maat. Steeds meer lessen zullen niet in hun geheel in het computerlokaal plaats hoeven vinden. Er is een groeiende vraag naar inzet van computers ter plekke, voor een deel van de les en voor een deel van de leerlingen. Het gebruik van digitale schoolborden vereist een nieuwe didactiek en het betekent tevens het ontsluiten van een aantal digitale mogelijkheden en toepassingen. Secties ontdekken deze toepassingen en op korte termijn is de uitbreiding van het aantal digitale schoolborden een feit. Voor het flexibel inzetten van computers is de stap naar mini laptops een mogelijkheid om anywhere en anytime gebruik te kunnen maken van digitale voorzieningen. Het ontbreken van een glasvezelnet in de gemeente beperkt echter de mogelijkheid met veel leerlingen tegelijk in te loggen en online te zijn. Ook de interne techniek zal toereikend moeten zijn. Los van alle technische details is het belangrijk dat secties zich oriënteren op de mogelijkheden van elearning, digitale lescontent en digitaal toetsen. Een afgeleid doel is het bereiken van meer differentiatie door het verwerken van lesstof te digitaliseren. Voor de docenten is het gebruik van computers op school een vereiste om de gevraagde lesvoorbereiding en lesverwerking te laten plaatsvinden. Was tot voor kort de docentenwerkruimte een prima plek om te vertoeven en te werken, steeds meer is het dringen om een computer te kunnen gebruiken. De nieuwe bestemming van de oude binaslokalen maakt het mogelijk tegemoet te komen aan de toenemende behoefte op school te kunnen werken. Hiertoe zullen extra docentwerkruimten en / of flexplekken gecreëerd moeten worden. Via het webportal van ons administratieprogramma kunnen leerlingen en ouders hun cijferresultaten met regelmaat inzien. Webportal en website van de school bieden gelegenheid de communicatie met leerlingen en ouders te intensiveren. 13) Beleidsvoornemen. De school ontwikkelt in de planperiode (2010-2014) een beleid gericht op het gebruik van leermiddelen, waarbij de verhouding regulier – digitaal materiaal is vastgelegd. 14) Beleidsvoornemen. De school zal de technische beperkingen die nu een uitbreiding van het netwerk in de weg staan, met hulp van buiten voortvarend aanpakken. 15) Beleidsvoornemen. Oriëntatie op mini-laptops, uitbreiding van digitale schoolborden, ontwikkelen van flexplekken leveren de school in de planperiode een sprong voorwaarts op op ICT-terrein. 16) Beleidsvoornemen. Vakken experimenteren met digitale content. De school zal zich hierbij minder volgend opstellen en aansluiten bij door OMO geïnitieerde samenwerking met uitgeverijen. 17) Beleidsvoornemen. De school stimuleert en initieert scholing in het kader van de nieuwe digitale didactiek.
13
4. Organisatiebeleid In haar groei naar een professionele organisatie wil de school het overleg voortdurend professionaliseren. In de afgelopen periode heeft het interne overleg plaats gehad in drie ordeningen: secties, vakoverstijgende secties en schoolbreed groepsoverleg. Schoolbreed groepsoverleg, de eerste ordening, vindt plaats op de terreinen van schoolorganisatorische, onderwijskundige zaken. Na plenaire informatie vindt dit overleg plaats, voorgezeten door de leden van de schoolleiding Overleg in vakoverstijgende secties, de tweede ordening, vindt plaats bij onderwijskundige zaken die een groep vakken betreft. Invoering van het Europees referentiekader (ERK), verdieping van de moderne vreemde talen, bèta-ontwikkeling, gamma-projecten zijn voorbeelden hiervan. Overleg in vaksecties, de derde ordening, vindt plaats op het terrein van de dagelijkse afstemming van de lesstof en toetsing van het betreffende vak. De school kent enkele kleinere stuurgroepen: ICT, kunst, internationalisering. Bestaande uit een lid van de schoolleiding en 2-3 leden. Zij bespreken ontwikkelingen en doen voorstellen aan de schoolleiding. Ter advisering van de medezeggenschapsraad functioneert een personeelsraad, een ouderraad en een leerlingenraad. In de afdelingen spreken de afdelingsleiders minstens eenmaal per jaar met een klankbordgroep van leerlingen. Grotere wijzigingen, evaluaties of ontwikkelingen op diverse terreinen behoeven vaak een adviescommissie voor de schoolleiding. In de planperiode zullen twee werkgroepen actief zijn: adviescommissie tweede fase, adviescommissie onderbouw.
14
5. Personeelsbeleid 5.1 Inleiding Gymnasium Beekvliet wil een school zijn waar personeel werkt dat zich niet alleen in de missie en visie van de school kan vinden, maar die missie en visie ook kan uitdragen en uitwerken. De deskundigheid van het personeel staat op een hoog plan en gaat hand in hand met betrokkenheid en samenwerking. De school dient daarvoor een werkklimaat te scheppen waarin die deskundigheid, betrokkenheid en samenwerking kan groeien en bloeien. Het integraal personeelbeleid zal gericht zijn op het scheppen van dat werkklimaat waarin personeelsleden, rekening houdend met omstandigheden, hun talenten, wensen en ambities kunnen verwezenlijken. 18) Beleidsvoornemen. In het schooljaar 2010-2011 zal het vigerende beleidsstuk “docendo discimus”, het integraal personeelbeleidsplan, worden herschreven.
5.2 Gesprekscyclus Met de komst van de nieuwe wet op de beroepen in het onderwijs (kortweg de wet BIO) is de bestaande gesprekscyclus van Gymnasium Beekvliet aangepast. De wet BIO gaat uit van kwaliteiten van docenten, beschreven in competenties en van ontwikkeling van deze competenties. Gymnasium Beekvliet heeft onder andere in de missie opgenomen dat de school aandacht en ondersteuning biedt aan (alle leerlingen en) medewerkers, zodat zij zich verantwoordelijk voelen om, in sociale verbondenheid, te leren en zichzelf te ontwikkelen. Ons Middelbaar Onderwijs wil voldoen aan de eisen van de wet BIO en wil die eisen koppelen aan haar eigen personeelsbeleid en missie: individuele talenten, wensen, ambities en omstandigheden (TWAO) staan daarbij centraal. Deze missie, ingebed in de uitgangspunten van het personeelsbeleid van OMO, geeft richting aan aard en inhoud van de gesprekken. We kunnen dit kernachtig samenvatten door te stellen dat de gesprekscyclus op Beekvliet tot doel heeft: het versterken van de verantwoordelijkheid in samenhang te leren en ontwikkelen, rekening houdend met de individuele talenten, wensen, ambities en persoonlijke omstandigheden. In dit leerklimaat nemen docenten de verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces: dat is de autonomie van de docent. Hierbij werken ze aan het opsporen van ontwikkelingsbehoeften: ze werken aan de competentie en ze doen dit in sociale verbondenheid: de relatie. Deze drie uitgangspunten maken onderdeel uit van onze missie en vormen daarmee de kernopdracht van onze school; onze collectieve ambitie. Die collectieve ambitie is de basis voor de gesprekscyclus. 19) Beleidsvoornemen. In het schooljaar 2008-2009 is een nieuwe notitie voor de gesprekscyclus verschenen. Deze zal onverkort worden uitgevoerd en in 2012 worden geëvalueerd. In de gesprekscyclus van Gymnasium Beekvliet geldt als uitgangspunt de procedure zoals die binnen Ons Middelbaar Onderwijs is vastgesteld. Op een aantal onderdelen zal de school meer nadruk leggen. De deskundigheidscompetentie staat hierbij voorop. In het schooljaar 2009-2010 is de school gestart met een nieuwe cyclus van gesprekken, bestaande uit een tweetal functioneringsgesprekken en een beoordelingsgesprek. De input voor de gesprekken bestaat afwisselend uit een leerlingenenquête of uit lesbezoek, combinaties zijn mogelijk. 20) Beleidsvoornemen. In het schooljaar 2010-2011 zijn docenten en schoolleiding verder geschoold in het opstellen en begeleiden en beoordelen van persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP). In 2014 zullen de resultaten van dit beleidsvoornemen duidelijk zichtbaar zijn. 15
5.3 Scholingsbeleid Ons scholingsbeleid is gericht op voortdurende verbetering van de kwaliteit van de eindexamens, het bewaken van de goede doorstroom, het recht doen aan uitdagend en passend onderwijs voor gymnasiumleerlingen (gymnasiale vorming). Binnen dit doel werken docenten aan het vergroten van hun handelingsrepertoire op onderwijsinhoudelijk, didactisch en pedagogisch gebied. Dit handelingsrepertoire sluit aan bij de in het schoolplan beschreven gymnasiale vorming. Onderwijsinhoudelijk richt de scholing zich op het waar nodig aanpassen van de bestaande methoden en toetsen op een gymnasiale inhoud. Tevens levert de scholing op dat leerstofonderdelen tussen vakken zijn afgestemd. Het invoeren en uitvoeren van het Europees referentiekader (ERK) met verdieping bij de moderne vreemde talen (programma‟s en examens van DELF, Cambridge en Goethe). Het vergroten van het didactisch repertoire kenmerkt zich door kennis nemen van werkvormen en oefenen van werkvormen die recht doen aan de gymnasiumleerling. Hierbij kan gedacht worden aan puber en brein, doceerstijl en leerstijl, taalverrijking, meervoudige intelligentie, samenwerkend en effectief leren, verbreden en begeleiden, studie- en mentorlessen, mentoraat. Op pedagogisch gebied bekwaamt de docent zich voortdurend in het uitvoeren en uitdragen van de missie van de school. In de vigerende CAO (tot 2010) krijgt elke docent ruimte voor ontwikkeling op genoemde onderwerpen en ruimte voor het toepassen van het geleerde in de praktijk. 21) Beleidsvoornemen. De school biedt in de planperiode een aantal keuzemogelijkheden voor scholing en toepassing van scholing aan. Elke docent kan uit deze scholing een keuze maken of een met de direct leidinggevende gekozen scholing volgen. Uitgangspunt is dat elke scholing zichtbaar wordt in het dagelijkse werk van de docent. De school kent een inmiddels degelijk opgeleide groep coaches die in een tweejaarlijks coachingsprogramma beginnende en nieuw startende docenten begeleidt. De school heeft tot nu toe incidenteel ruimte geboden aan stagiaires en lio‟s. Omdat het profiel van de school niet één op één aansluit op de tweedegraads lerarenopleiding, zal de school aansluiten bij bestaande opleidingsscholen en hiermee vooral studenten aantrekken die een academische lerarenopleiding volgen. Het doel van deze investering is eigen docenten in contact te brengen met de nieuwste inzichten en studenten te begeleiden met hun stages. 22) Beleidsvoornemen. De school zal met ingang van het schooljaar 2010-2011 aansluiting zoeken bij de opleidingskring Midden-Brabant. Hierbij manifesteert Gymnasium Beekvliet zich nadrukkelijk als school die o.a. wil samenwerken met de nieuw op te richten Universitaire Lerarenopleiding Tilburg. 23) Beleidsvoornemen. In 2014 heeft de school in veel secties opgeleide schoolpracticumdocenten, zodat de opleiding van jonge docenten deels in eigen hand genomen kan worden.
5.4 Werkverdelingsbeleid Het werkverdelingsbeleid wordt uitgevoerd conform de CAO-OMO. De taaktoedeling, vastgelegd in een notitie uit het schooljaar 2004-2005 en op onderdelen bijgesteld, functioneert binnen de school. In het schooljaar 2009-2010 is het taakbeleid op de hand genomen worden en op onderdelen bijgesteld. 24) Beleidsvoornemen. In het schooljaar 2012-2013 zal een adviescommissie onder voorzitterschap van een lid van de schoolleiding het werkverdelings- en taakbeleid evalueren en voorzien van aanbevelingen.
5.5 Formatiebeleid en functiemix Naast ervaring die in de afgelopen jaren is opgedaan met LC-docenten, docent-ontwikkelaars, staat de functiemix, voorgeschreven voor alle scholen in het voortgezet onderwijs in de periode 2011-2014 op het programma. De school kent een groot aantal docenten in de LD-schaal, de CAO-OMO bevat het 16
entreerecht voor de LD-schaal. Naast deze feiten zal de school moeten voldoen aan de gestelde eisen in de functiemix. Het bestuur heeft voorstellen gedaan voor de uitvoering hiervan en de school zal deze handreikingen en uitgangspunten volgen. 25) Beleidsvoornemen. De school zal uiterlijk oktober 2010 een plan voorleggen waarin de ontwikkeling van de functiemix is beschreven en op welke wijze de school vorm geeft aan de doelen uit de functiemix. Het plan bevat een uitwerking tot 2014, het jaar waarin de functiemix volledig tot stand moet zijn gekomen. In 2014 is de functiemix uitgevoerd en heeft deze geleid tot meer beloning van kwaliteit.
5.6 Arbobeleid De school wil zich blijvend onderscheiden door een plek te zijn waar het goed leven en werken is. Dat beeld wordt door leerlingen en medewerkers overtuigend uitgedragen. Het te houden OMOwerkplezier-onderzoek van 2010 en laatstelijke onderzoeken van de Arbeidsinspectie bevestigen dat beeld. Hoewel er geen aanleiding is tot grote, extra inspanningen op dit terrein, zal voortdurend en via jaarverslagen de vinger aan de pols gehouden worden. Wat betreft inventarisaties en onderzoeken volgen we wet- , regelgeving en bestuursbeleid. De verzuimgegevens van de Arbo-Unie laten een acceptabel verzuim zien. Met het nieuwe verzuimsysteem van OMO zal het verzuim nog nauwkeuriger gemonitord kunnen worden. Aandacht is nodig voor het kortdurend verzuim en de werkdruk onder collega‟s. De zorg voor meer materiële aspecten van de arbeidsomstandigheden is in handen gelegd van een docent met de taak arbo-coördinator/preventiemedewerker. Er is een systeem ontstaan waarin ieder jaar een risico-inventarisatie en –evaluatie plaatsvindt. Het Plan van Aanpak beschrijft de noodzakelijke actie. Eenmaal per jaar worden de activiteiten (achteraf) aan de MR verantwoord.
5.7 Document evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding Huidige situatie Gymnasium Beekvliet kent een staf bestaande uit een rector, een conrector en drie adjunctsectordirecteuren. De staf kent op 1 januari 2010 één vrouwelijke adjunct-sectordirecteur. De school wil in het streven naar de evenredige vertegenwoordiging van de schoolleiding een onderscheid maken tussen rector en conrector enerzijds en afdelingsleiders anderzijds. Het streven is om in de functies rector, conrector enerzijds en in de groep adjunt-sectordirecteuren anderzijds een evenredige vertegenwoordiging te hebben. Omdat de rector niet rechtstreeks wordt benoemd door de school, maar door het bestuur zal de school in haar profiel van een nieuwe rector, in het geval de evenredige vertegenwoordiging nog niet bereikt is, nadrukkelijk verzoeken een vrouwelijke kandidaat te selecteren. Bij de werving en selectie van een nieuwe adjunct-sectordirecteur is nadrukkelijk gestreefd naar een vrouwelijke kandidaat. 26) Beleidsvoornemen. In geval van een vacature in één van de twee groepen schoolleiders zal de werving en selectie nadrukkelijk gericht zijn op de evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding.
17
6. Kwaliteitszorg In de afgelopen jaren is veel bereikt op het gebied van kwaliteitszorg. De resultaten van de zorg worden elk jaar zichtbaar in het jaarverslag Kwaliteitszorg. De hele cyclus die in een schooljaar doorlopen wordt, verschaft ons veel informatie en stuurt het handelen van vandaag en het beleid van morgen. Daarom willen we handhaven wat we hebben. Ook vanuit het oogpunt van horizontale en verticale verantwoording is het geheel waardevol. Kleine aanvullingen, onder meer op het gebied van het onderzoeken en weergeven van onze bedrijfsvoering en de (financiële) resultaten zijn nog denkbaar. 27) Beleidsvoornemen. In het schooljaar 2010-2011 wordt nog een aantal gegevens, voornamelijk op het gebied van bedrijfsvoering, aan het jaarverslag toegevoegd, waarmee een min of meer definitieve vorm van de kwaliteitszorg is bereikt. Het jaarverslag is zo nauwgezet samengesteld, en inmiddels zo dik, dat waarschijnlijk weinigen het in zijn geheel zullen bestuderen. Er moeten wegen gevonden worden om de voornaamste conclusies te presenteren. 28) Beleidsvoornemen. In het schooljaar 2011-2012 wordt publicatie via het Internet via een gangbaar regionaal of landelijk stramien (bijvoorbeeld via een OMO-platform of via het landelijke Vensters voor Verantwoording) gerealiseerd. Daarnaast zullen onze eigen stakeholders (in de eerste lijn: ouders, medewerkers en leerlingen) op een aansprekende manier geïnformeerd moeten worden. Als op een aantal onderdelen standaarden zijn ontstaan, hoeft niet meer al het operationele werk door één medewerker, i.c. de conrector, gedaan te worden. 29) Beleidsvoornemen. In augustus 2013 zijn alle taken rond de kwaliteitszorg op zo‟n manier beschreven dat daaruit een taakverdeling en tijdsplanning blijkt , volgens welke vanaf dat schooljaar gewerkt zal worden. Met de herschikking van deze taken zal overigens al in 2010 begonnen worden.
18
7. Financieel en materieel beheer Het financiële en materiële beleid dient ter ondersteuning van de doelstellingen die in de missie en visie geformuleerd zijn. Goed onderwijs behoeft goede voorzieningen: een goed gebouw met voldoende onderwijsruimte en verblijfruimte en voldoende leer- en hulpmiddelen. Een optimale inzet van de school ter beschikking staande middelen om goed onderwijs in een aantrekkelijke omgeving te verzorgen, is steeds een bijzonder punt van aandacht. Zeker nu er een spanning ontstaat tussen het aantal leerlingen en de personeelsformatie.
7.1 Huisvesting De voorbereidingen voor de bouw van het binask-paviljoen zijn in volle gang. We verwachten dat het in januari 2011 in gebruik genomen kan worden. Er zal alles aan gedaan worden om de overlast voor het onderwijs in de bouwperiode tot een minimum te beperken. Na de ontmanteling van de bestaande binask-ruimten zal begonnen moeten worden met herbestemming en -inrichting. Dat zal niet zonder enig ongemak kunnen gebeuren, is de verwachting. Tegelijkertijd zal dan de al langere tijd noodzakelijke (maar steeds naar de nieuwbouwperiode vooruitgeschoven) renovatie van de docententoiletgroep en de kleedkamers voor lichamelijke oefening kunnen plaatsvinden. De noodzakelijke plannen zullen voor dit alles nog ontwikkeld moeten worden. 30. Beleidsvoornemen. De conrector inventariseert de gebouwelijke wensen wat betreft de herbestemming van de bestaande toa-ruimten en de lokalen 31, 36, 38 en 21 en het door de nieuwbouw gehalveerde asfaltveld. Presentatie van een „visie‟-document (waarin ook de renovatie van docententoiletgroep en kleedkamers vervat is) op 1 juni 2010 ter bespreking in de school. Na besluitvorming in de schoolleiding zal op 1 oktober een uitgewerkt ontwerp klaar moeten zijn, waarna de werkzaamheden kunnen worden aanbesteed. Op 1 september 2011 zal het gebouw in zijn nieuwe verschijning gereed moeten zijn. De verlichting in het gebouw voldoet niet aan de eisen van deze tijd. Subsidie voor aanpassing (hoogfrequente tl-buizen en schemerschakelingen) is aangevraagd. 31. Beleidsvoornemen. In de loop van 2010 en 2011 zal de verlichting aangepast worden, zoveel mogelijk in samenhang met de nieuwbouw in een tijdpad dat recht doet aan de voorwaarden van de eventueel toegekende subsidie. De gebruiksvergunning voor de aula is nog niet in ons bezit. Voor het aanpassingsplan is goedkeuring van de Raad van Bestuur van OMO ontvangen. 32. Beleidsvoornemen. In 2010-2011 zal de extra vluchtweg vanuit de aula worden aangebracht, zoveel mogelijk in samenhang met de overige verbouwingen en nieuwbouw.
7.2 Financieel beleid en sponsoring Door middel van een budgetteringsbeleid worden vooraf alle activiteiten begroot. Voor een deel kunnen de medewerkers hun eigen verantwoordelijkheid nemen bij het besteden van aangewezen en door hen beheerde budgetten. Sponsoring. Er is een verschil tussen een donatie en sponsoring. In het eerste geval is er geen tegenprestatie van de school (ook niet door school geïnitieerd), in het tweede geval is er wel sprake van een tegenprestatie van de school. Een donatie is eenmalig en onverplicht. Gymnasium Beekvliet wil op het terrein van sponsoring een terughoudend beleid voeren en zal te allen tijde recht doen aan het convenant “Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring”, afgesloten op 19 februari 2009 tussen o.a. het ministerie van onderwijs, vakbonden, VOraad, de landelijke ouderverenigingen, LAKS, MKB-Nederland, VNO-NCW, educatieve uitgeverijen 19
en de consumentenbond. Het bestuur van Ons Middelbaar Onderwijs heeft dit document in haar beleid opgenomen. In geval er toch sponsoring plaats vindt, zal de school de uitgangspunten uit het convenant naleven. Sponsoring op school zal moeten voldoen aan de volgende eisen: Sponsoring mag: - geen vervanging zijn voor uitgaven uit de reguliere exploitatie. - geen negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van de leerlingen, - geen invloed hebben op de onderwijsinhoud, - geen reclame-uitingen bevatten, - geen misleiding bevatten en niet appelleren aan angst of bijgelovigheid - geen verplichting van afname van specifieke producten inhouden - sponsoring moet: - een gezonde leefstijl aanmoedigen. In elk geval van sponsoring zal een aparte overeenkomst opgesteld worden die met de MR besproken wordt. De MR heeft hierbij adviesrecht. De overeenkomst bevat in ieder geval: de algemene afgesproken voorwaarden zoals hiervoor beschreven, de financiële of materiële omvang van de sponsoring, de besteding van gelden en materialen en een verantwoording hiervan. In de overeenkomst staat ook een start- en einddatum van de overeenkomst.
20
8. PR en marketing De school staat de komende jaren midden in de discussie over de betekenis en meerwaarde van gymnasiaal onderwijs en de meerwaarde van de klassieke talen. In de inleiding en in hoofdstuk 2 is daar uitvoerig op ingegaan. In het PR-beleid van de school zal de boodschap die de school wil uitdragen in dit kader meer dan ooit moeten doordringen. Screening van de inhoud van het voorlichtingsmateriaal op de gymnasiale opdracht van de school is aan de orde. 33. Beleidsvoornemen. De school zal in haar PR-beleid voortdurend aandacht besteden aan haar gymnasiale opdracht en karakter. De huisstijl die in 2005 werd ingevoerd, heeft overal zijn plek gekregen. Kleine wijzigingen worden daarin voortdurend aangebracht, al was het alleen maar om te laten zien dat de school niet stil staat. Voor het contact met de achterban (ouders en leerlingen) is een bezinning op de vorm, inhoud en frequentie van het BeekvlietBulletin noodzakelijk. Waarschijnlijk kunnen zij via het administratieprogramma Magister eenvoudig, snel en papierloos geïnformeerd worden. 34. Beleidsvoornemen. De conrector presenteert voor 1 januari 2011 een communicatieplan BeekvlietBulletin.
21
9. Samenvatting van de beleidsvoornemens 2. Missie en visie 1) Beleidsvoornemen. De school zal de missie op ouderavonden, open dagen, bij externe voorlichting, op personeelsbijeenkomsten, in de Domestica, Parva en het Beekvlietbulletin voortdurend uitdragen. In een professionele cultuur dragen we gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de missie en kunnen we elkaar daarop aanspreken. 2) Beleidsvoornemen. In het schooljaar 2011-2012 stellen de afdelingsleiders onderbouw een startdocument op waarin ons curriculum van vakken en activiteiten wordt vergeleken met de doelen van sociale integratie en actief burgerschap. In dit document staan voorstellen voor explicitering en versterking van deze doelen. Dit document vormt de grondslag voor de activiteitenplannen van de secties. 3) Beleidsvoornemen. In het scholingsplan 2010-2014 is de versterking van de gymnasiale vorming een hoofditem en zal de schoolgebonden scholing vooral in dit kader plaats vinden.
3. Onderwijsbeleid 4) Beleidsvoornemen. In het scholingsplan 2010-2014 ligt de nadruk op verdieping en versterking van het onderwijsprogramma in de onderbouw. 5) Beleidsvoornemen. Een adviescommissie onderbouw onder leiding van de afdelingsleider evalueert het huidige onderwijs in de onderbouw en zal met behulp van het scholingsprogramma voorstellen doen voor inhoudelijke versterking van het onderwijs in de onderbouw. 6) Beleidsvoornemen. De twee afdelingsleiders onderbouw stellen een document op waarin het doel van, de deelname aan en de organisatie van de verbreding wordt beschreven. 7) Beleidsvoornemen. Onder leiding van een van de afdelingsleiders zal in schooljaar 2010-2011 een aangepast plan voor zorg en begeleiding worden opgesteld, waarin de aanzetten en voornemens uit het plan van 2006-2007 worden geëvalueerd en verder uitgeschreven. 8) Beleidsvoornemen. Met behulp van dit actuele plan voor zorg en begeleiding zal de zorgstructuur worden vastgelegd, waarbij de verantwoordelijkheid van de zorg een taak van de schoolleiding blijft. 9) Beleidsvoornemen. Een adviescommissie tweede fase onder leiding van de afdelingsleider evalueert de huidige vernieuwde tweede fase en werkt voorstellen uit die gericht zijn op versterking van de resultaten in de tweede fase. Een eerste advies wordt voor aanvang van schooljaar 2010-2011 uitgebracht. 10) Beleidsvoornemen. In het schooljaar 2010-2011 zal de nieuwe coördinator internationalisering in de commissie internationalisering voorstellen ontwikkelen voor een herstructurering van de uitwisseling en internationalisering. In 2013 zal een geheel herzien programma recht doen aan maatwerk en kwaliteitsverhoging. 11) Beleidsvoornemen. In het schooljaar 2010-2011 is de maatschappelijke stage in een notitie vastgelegd. 12) Beleidsvoornemen. Naast organisatie en uitvoering zullen de verantwoordelijken voor de maatschappelijke stage werken aan breder draagvlak in de school voor de activiteiten. 13) Beleidsvoornemen. De school ontwikkelt in de planperiode (2010-2014) een beleid gericht op het gebruik van leermiddelen, waarbij de verhouding regulier – digitaal materiaal is vastgelegd. 14) Beleidsvoornemen. De school zal de technische beperkingen die nu een uitbreiding van het netwerk in de weg staan, met hulp van buiten voortvarend aanpakken. 15) Beleidsvoornemen. Oriëntatie op mini-laptops, uitbreiding van digitale schoolborden, ontwikkelen van flexplekken leveren de school in de planperiode een sprong voorwaarts op op ICT-terrein. 16) Beleidsvoornemen. Vakken experimenteren met digitale content. De school zal zich hierbij minder volgend opstellen en aansluiten bij door OMO geïnitieerde samenwerking met uitgeverijen. 22
17) Beleidsvoornemen. De school stimuleert en initieert scholing in het kader van de nieuwe digitale didactiek.
5. Personeelsbeleid 18) Beleidsvoornemen. In het schooljaar 2010-2011 zal het vigerende beleidsstuk “docendo discimus”, het integraal personeelbeleidsplan, worden herschreven. 19) Beleidsvoornemen. In het schooljaar 2008-2009 is een nieuwe notitie voor de gesprekscyclus verschenen. Deze zal onverkort worden uitgevoerd en in 2012 worden geëvalueerd. 20) Beleidsvoornemen. In het schooljaar 2010-2011 zijn docenten en schoolleiding verder geschoold in het opstellen en begeleiden en beoordelen van persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP). In 2014 zullen de resultaten van dit beleidsvoornemen duidelijk zichtbaar zijn. 21) Beleidsvoornemen. De school biedt in de planperiode een aantal keuzemogelijkheden voor scholing en toepassing van scholing aan. Elke docent kan uit deze scholing een keuze maken of een met de direct leidinggevende gekozen scholing volgen. Uitgangspunt is dat elke scholing zichtbaar wordt in het dagelijkse werk van de docent. 22) Beleidsvoornemen. De school zal met ingang van het schooljaar 2010-2011 aansluiting zoeken bij de opleidingskring Midden-Brabant. Hierbij manifesteert Gymnasium Beekvliet zich nadrukkelijk als school die o.a. wil samenwerken met de nieuw op te richten Universitaire Lerarenopleiding Tilburg 23) Beleidsvoornemen. In 2014 heeft de school in veel secties opgeleide schoolpracticumdocenten, zodat de opleiding van jonge docenten deels in eigen hand genomen kan worden. 24) Beleidsvoornemen. In het schooljaar 2012-2013 zal een adviescommissie onder voorzitterschap van een lid van de schoolleiding het werkverdelings- en taakbeleid evalueren en voorzien van aanbevelingen. 25) Beleidsvoornemen. De school zal uiterlijk oktober 2010 een plan voorleggen waarin de ontwikkeling van de functiemix is beschreven en op welke wijze de school vorm geeft aan de doelen uit de functiemix. Het plan bevat een uitwerking tot 2014, het jaar waarin de functiemix volledig tot stand moet zijn gekomen. In 2014 is de functiemix uitgevoerd en heeft deze geleid tot meer beloning van kwaliteit. 26) Beleidsvoornemen. In geval van een vacature in één van de twee groepen schoolleiders zal de werving en selectie nadrukkelijk gericht zijn op de evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding.
6. Kwaliteitszorg 27) Beleidsvoornemen. In het schooljaar 2010-2011 wordt nog een aantal gegevens, voornamelijk op het gebied van bedrijfsvoering, aan het jaarverslag toegevoegd, waarmee een min of meer definitieve vorm van de kwaliteitszorg is bereikt. 28) Beleidsvoornemen. In het schooljaar 2011-2012 wordt publicatie via het Internet via een gangbaar regionaal of landelijk stramien (bijvoorbeeld via een OMO-platform of via het landelijke Vensters voor Verantwoording) gerealiseerd. Daarnaast zullen onze eigen stakeholders (in de eerste lijn: ouders, medewerkers en leerlingen) op een aansprekende manier geïnformeerd moeten worden. 29) Beleidsvoornemen. In augustus 2013 zijn alle taken rond de kwaliteitszorg op zo‟n manier beschreven dat daaruit een taakverdeling en tijdsplanning blijkt , volgens welke vanaf dat schooljaar gewerkt zal worden. Met de herschikking van deze taken zal overigens al in 2010 begonnen worden.
23
7. Financieel en materieel beheer 30) Beleidsvoornemen. De conrector inventariseert de gebouwelijke wensen wat betreft de herbestemming van de bestaande toa-ruimten en de lokalen 31, 36, 38 en 21 en het door de nieuwbouw gehalveerde asfaltveld. Presentatie van een „visie‟-document (waarin ook de renovatie van docententoiletgroep en kleedkamers vervat is) op 1 juni 2010 ter bespreking in de school. Na besluitvorming in de schoolleiding zal op 1 oktober een uitgewerkt ontwerp klaar moeten zijn, waarna de werkzaamheden kunnen worden aanbesteed. Op 1 september 2011 zal het gebouw in zijn nieuwe verschijning gereed moeten zijn. 31) Beleidsvoornemen. In de loop van 2010 en 2011 zal de verlichting aangepast worden, zoveel mogelijk in samenhang met de nieuwbouw in een tijdpad dat recht doet aan de voorwaarden van de eventueel toegekende subsidie. 32) Beleidsvoornemen. In 2010-2011 zal de extra vluchtweg vanuit de aula worden aangebracht, zoveel mogelijk in samenhang met de overige verbouwingen en nieuwbouw.
8. PR en marketing 33) Beleidsvoornemen. De school zal in haar PR-beleid voortdurend aandacht besteden aan haar gymnasiale opdracht en karakter. 34) Beleidsvoornemen. De conrector presenteert voor 1 januari 2011 een communicatieplan BeekvlietBulletin.
24