SCHOOLPLAN 2011-2015 Missie van onze school: “We zijn een algemeen bijzondere basisschool die in ons voedingsgebied kinderen van 4 – 12 jaar op een actieve wijze tot brede ontwikkeling stimuleert rekening houdend met ieders mogelijkheden mede ter voorbereiding op een passende plaats in het voortgezet onderwijs met een gezonde dosis zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld ”.
1. INHOUDSOPGAVE 01.
Inleiding
02.
Algemene gegevens
03.
Missie en visie
04.
Analyse huidige situatie
05.
Blik vooruit
06.
Aanbod onderwijs en leren
07.
Leerlingenzorg
08.
Personeelsbeleid
09.
Kwaliteitsbeleid
10.
Financieel beleid
11.
Planningsmatrix
12.
Instemming medezeggenschapsraad en vaststelling bevoegd gezag
13.
Bijlagen
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 2 van 67
2. INLEIDING Het nieuwe schoolplan voor de periode 2011-2015 heeft in grote lijnen eenzelfde opzet als het vorige schoolplan. Een nieuw aspect is de analyse van de huidige situatie, die leidend is voor de koers voor de komende 4 jaren. Ons schoolplan biedt team en ouders houvast bij de gemaakte beleidskeuzes en de verdere planning van de uitvoering van ons beleid. Daarnaast leggen we middels dit plan verantwoording af naar het eigen bevoegd gezag en de inspectie van het onderwijs. Bij de totstandkoming van het schoolplan is niet alleen het schoolteam, maar ook de medezeggenschapsraad en het bevoegd gezag in een vroeg stadium betrokken. Het schoolplan is de samenhangende vertaling van: a. de analyse van de huidige situatie. Deze analyse is gebaseerd op de eigen sterkte-zwakte analyse, het MOVARE-risicoprofiel, actuele onderzoeksgegevens van het onderzoek van Paul Jungbluth binnen het kader van het Moelejaan project en het evaluatie- en voortgangsgesprek met O & O Movare. b. Het strategisch beleidsplan van MOVARE, waarbinnen opbrengstgerichtheid een kernthema is. c. Het leesverbeterplan van Movare 2011 – 2014 door het CPS. d. Het zorgplan van het Samenwerkingsverband 55.01. e. Het overheidsbeleid met de invoering van passend onderwijs als kernthema. f. Het overheidsbeleid met de invoering van de zgn. functiemix als kernthema.
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 3 van 67
3. ALGEMENE GEGEVENS Algemeen: Naam school: Adres school: Postcode: Plaats: Telefoon: Fax: E-mail: Website:
Basisschool Meander de Insel 23 6442 AJ Brunssum 045-5251183 045-5251702
[email protected] www.bsmeander.net
Bevoegd gezag : College van Bestuur: Telefoonnummer: E-mail: Website:
Onderwijsstichting MOVARE de heren A. Kraak (voorzitter) en drs. H.M.G. Linssen MES (lid) 045-5466950
[email protected] www.movare.nl
Onze school is een MOVARE-school De naam MOVARE staat voor beweging en verandering. Het onderwijs is evenals de maatschappij in beweging. MOVARE richt die beweging op de kwaliteit van het onderwijs. Aanpak en werkwijze zijn vooruitstrevend en kenmerken zich door een hoog ambitieniveau, ondernemingszin en oog voor innovatie. Onderwijsstichting MOVARE is het bevoegd gezag van 58 scholen met 70 locaties in 10 gemeenten. MOVARE kent katholiek, oecumenisch, protestants-christelijk, algemeen bijzonder en openbaar onderwijs. Met ca.13.000 leerlingen en ca. 1200 medewerkers is de stichting één van de grootste onderwijsinstellingen in Limburg. Voor nadere informatie verwijzen we naar de website en de jaarverslagen.
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 4 van 67
4. MISSIE EN VISIE Missie van MOVARE MOVARE werkt vanuit de missie “Onderwijs op maat voor elk kind met aandacht voor autonomie en authenticiteit van elk mens in een respectvolle omgang met elkaar en de wereld waarin wij leven met het oog op de leefbaarheid van de maatschappij van morgen”. Alle medewerkers geven hun activiteiten zodanig gestalte dat zij de kwaliteit van het onderwijs ten goede komen. Op deze manier leveren zij goed onderwijs voor de kinderen. Visie van MOVARE MOVARE biedt boeiend en passend onderwijs in een lerend perspectief en geeft invulling aan de rol van maatschappelijk ondernemer. Strategische uitgangspunten MOVARE-scholen stellen het kind in zijn ontwikkeling centraal in een context waarin kinderen en medewerkers zich prettig voelen en met plezier naar school gaan. Scholen van MOVARE creëren voor kinderen leersituaties, waarbij niet alleen het leerstofaanbod leidend is, maar mogelijkheden, talenten en behoeften van kinderen. Dit betekent dat kinderen op MOVARE-scholen voortdurend kansen krijgen om samen met volwassenen verantwoordelijkheid te dragen en richting te geven aan hun eigen ontwikkeling. Kinderen op MOVARE-scholen krijgen kansen zich waarden en normen eigen te maken die van belang zijn voor hun bijdrage aan het functioneren in en het ontwikkelen van de maatschappij waarin ze leven. Nadere uitwerking in 3 thema’s: 1. MOVARE verzorgt boeiend en passend onderwijs Om goede opbrengsten te kunnen genereren, realiseert MOVARE kwalitatief onderwijs dat boeiend en passend is vanuit een lerend perspectief. Daarbij worden kinderen kansen geboden om zelf keuzes te maken in het leerproces. Behalve aandacht voor individueel leren is er aandacht voor samen leren. 2. MOVARE wil boeiend en (ver) bindend zijn Onderwijs is mensenwerk, waardoor de sleutel tot succes bij onze medewerkers ligt. Dit betekent dat MOVARE haar verantwoordelijkheid neemt als het gaat om het welbevinden en de professionele ontwikkeling van haar personeel. MOVARE beseft dat goed leiderschap een zeer belangrijke factor is bij schoolontwikkeling. Leiding geven in een cultuur van voortdurende verandering vraagt personen die op basis van een gedeelde visie werken aan de ontwikkeling van de leerlingen, het personeel, de school, de omgeving en de maatschappij. 3. MOVARE is verbindend naar binnen en naar buiten MOVARE levert een bijdrage aan maatschappelijke ontwikkelingen en is voortdurend in dialoog met haar omgeving en heeft oog en oor voor belangrijke levensvragen. Ouders zijn daarbij belangrijke partners.
Missie van de school Binnen de kaders van de missie, visie en het strategisch beleidsplan van MOVARE formuleert elke school zijn eigen missie en visie. Het begrip missie heeft te maken met ons bestaansrecht. Waarom doen we wat we doen? Waarvoor staan we? Wat zijn onze waarden? Waarom zijn we er en wat willen we met ons onderwijs betekenen voor de buurt, de regio en de samenleving als totaliteit? Wij hebben de kern van onze missie in de volgende zin gegoten: “We zijn een algemeen bijzondere basisschool die in ons voedingsgebied kinderen van 4 – 12 jaar op een actieve wijze tot brede ontwikkeling stimuleert rekening houdend met ieders mogelijkheden mede ter voorbereiding op een passende plaats in het voortgezet onderwijs met een gezonde dosis zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld ”. Onze school is dus gericht op resultaat, want we willen er uit halen wat er in zit. Hierdoor leggen we een stevige basis voor de verdere ontwikkeling van de aan onze zorgen toevertrouwde Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 5 van 67
leerlingen. Die stevigheid ontstaat mede door de aandacht voor de totale ontwikkeling van het kind. Het gaat op onze school dus niet alleen om kennis (taal, rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis enzovoorts), maar ook om vaardigheden (gymnastiek, spel, dans, tekenen, handvaardigheid enzovoorts) en gedrag (sociaal-emotionele ontwikkeling). Maar de focus ligt bij de basisvakken rekenen en taal. Maar kinderen leren niet alleen met hun HOOFD, maar ook met hun HART en hun HANDEN. Ieder kind is wel ergens goed in: een TALENT, een STER. Het is aan ons om een zo breed mogelijk leerpakket aan te bieden, goed naar de kinderen te kijken en die TALENTEN, STERREN aan te boren en mee te ontwikkelen. Ons werkmotto is: “Meander met elkander”. We streven ernaar dat de leerlingen, ouders en team zich thuis voelen op school. Dan komt iedereen het beste tot ontplooiing. De sfeer in onze school is gebaseerd op rust, reinheid, regelmaat, zorg en respect voor elkaar. Een open houding naar elkaar is de onderlegger voor alles in Meander.
Visie Visie heeft te maken met beelden en verwachtingen richting toekomst. Waar gaat het heen? Waar gaan wij heen? Hoe zien we ons zelf in de komende jaren? Welke kant willen wij als school opgaan? Wat willen we bereiken? Het gaat bij het formuleren van onze visie dus om: 1. 2. 3.
Waar gaat het heen? Waar gaan wij heen? Wat is nodig om te bereiken waarvoor we willen gaan?
Ad 1:
Als wij de blik naar buiten richten, zijn de volgende ontwikkelingen voor onze school relevant: a. b. c.
d. Ad 2:
Moderne media spelen in de wereld van het kind een steeds prominenter rol. Maatschappelijke aandacht voor het vak Techniek: Euregionale ontwikkelingen, die er voor zorgen dat een deel van onze leerlingen straks naar verwachting zijn brood zal verdienen in de Euregio, met name in het gebied rond Aken Opbrengstgerichtheid als belangrijk thema voor het hele onderwijsveld. Waar gaan we dus voor:
a.
b.
c. d. e. f. g. h. i.
Voor een steviger plek voor ICT in ons onderwijsaanbod. Met name het gebruik van zgn. digitale schoolborden of digiboards zal in toenemende mate onderdeel moeten worden van het didactisch repertoire van leerkrachten. Voor het verbeteren van de leesprestaties van onze leerlingen. We doen dit door deel te nemen aan het leesverbeteringsproject van het CPS. Een LB – leerkracht wordt opgeleid als taalcoördinator in Meander. Verdere verdieping van de beginnende geletterdheid in de onderbouw waaronder de inzet van het leeskastje en toewerken naar 15 letters beheerst. Samen met het onderbouw team de criteria voor kleuterverlenging onderzoeken. Ondersteuning van de IB bij het bewaken en coördineren van het proces van signaleren en remediëren binnen de beginnende geletterdheid. Met de leerkrachten van groep 1 – 4 toewerken naar een doorgaande lijn wat betreft taal / lezen. Eventueel consultaties voor leerkrachten bij zorgleerlingen op het gebied van de spraaken taalontwikkeling. Professionalisering voor het hele team op het gebied van dyslexie. Vanuit de analyse van de data van het LOVS een vertaalslag leren maken naar groepsoverzichten, groepsplannen. Vanuit deze groepsplannen leren werken met het convergente differentiatiemodel. Hierin dient heel nadrukkelijk boeiend onderwijs een plek te krijgen. In algemene zin willen we een school zijn die hoge verwachtingen waarmaakt. Een school waarin wij als schoolteam onze leerlingen ondersteunen om alles uit hun mogelijkheden te halen, mede door een eigentijds aanbod en een eigentijdse aanpak, waardoor bij alle belanghebbenden (kinderen, ouders, gemeente, stichting, inspectie) een positief beeld heerst. Die eigentijdsheid geven wij vorm door de structurele inzet
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 6 van 67
van werkvormen m.b.t. meervoudige intelligentie, coöperatief leren en zgn. system tools. Ad 3:
Wat is naar ons inzicht nodig om te bereiken waarvoor we willen gaan: a. b. c. d.
Onderwijskundig leiderschap dat schoolontwikkeling en leerkrachtontwikkeling stimuleert. Onderwijskundig leiderschap met specifieke aandacht voor leerkrachtontwikkeling door klassenconsultaties en een regelmatige gesprekscyclus. Kwaliteitszorg die systematisch en cyclisch van aard is. Een pedagogisch-didactische aanpak die zich kenmerkt door: o activiteit en zelfstandigheid van leerlingen, o het stellen van ambitieuze doelen, o doelgerichte lesaanpak, o doelgerichte jaarprogrammering, o effectieve inzet van tijd, o effectief klassenmanagement.
Identiteit Onze basisschool is een algemeen bijzondere basisschool. Bij het ontstaan van onze school in 2003-2004 hebben we de basis gelegd van onze identiteit: De school heeft een buitenkant, maar ook een binnenkant. Welke waarden vinden wij belangrijk, wat gun je je leerlingen, hoe wil je dat ze worden, hoe kijk je tegen het leven aan? Dat zijn de levensbeschouwelijke aspecten van onze school. De bevindingen werden in vier categorieën ondergebracht: Gemeenschapsvorm; het gevoel 1 te zijn. Ouders, leerkrachten, leerlingen en anderen werken aan een doel, normen en waarden, een veilige school, een veilige voorziening, eenheid in onderwijsaanpak. Ik las: Het is eenvoudig om “wij” te zeggen, maar niet zo eenvoudig om “wij” te zijn. Maar bewust bekwaam zijn, in ook dit doel is een hoog goed in Meander. Vieren; zo toon je de gemeenschapsvorm. Voorbeelden zijn Sint, Kerst diner, Carnaval, Paas – Lente viering, de zomer avond activiteit en onze Meander Revue. Levensbeschouwelijk leren; naast kennis vergaren de leerlingen ook laten kijken naar levensvragen als geboorte, dood, natuur en verwondering. We besteden aandacht aan andere culturen en overtuigingen. We verlenen ook royale medewerking aan kerkelijke plechtigheden als communie en vormsel. Maatschappelijke betrokkenheid; dit zit voor een deel in ons gebouw (Brede Maatschappelijke Voorziening Bronsheim), maar ook in de buurt, de wijk, het milieu, het SchoolTV Weekjournaal, het Meander’tje, en de school acties in de buurt (de laatste actie was in samenspel met Woningstichting Weller “Bedankt voor uw medewerking aan een schone wijk!” ). We bieden het programma De Vreedzame School aan: o Leerlingen leren op een andere manier met conflicten om te gaan. o leerlingen meer verantwoordelijk maken, een stem geven, op eigen benen zetten. o een positieve omgang met elkaar te krijgen. o de klas en de school tot een democratische gemeenschap maken, waarin iedereen zich betrokken en verantwoordelijk voelt. De toepassing van het gedachtegoed van de Vreedzame School door de groepsleerkrachten (en alle andere volwassenen in de school) is de belangrijkste kruk op elk moment in elke situatie. Willen we dat leerlingen hun conflicten op een constructieve manier oplossen, dan zullen we als leerkracht / volwassene dat zelf ook moeten doen. Willen we dat kinderen zich verantwoordelijk voelen, dan moeten we ze die verantwoordelijkheid wel geven. Werken aan een schoolcultuur, waarin sprake is van grote betrokkenheid op elkaar….want “Een team heeft vele stemmen, maar één hart”. Dit geef je door, niet alleen NU, maar ook MORGEN en OVERMORGEN…….. .
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 7 van 67
5. ANALYSE HUIDIGE SITUATIE Demografische context Ook in de komende jaren hebben de MOVARE-scholen nadrukkelijk te maken met terugloop van het aantal inwoners in de regio als gevolg van demografische ontwikkelingen. In berekeningen en prognoses houdt MOVARE al diverse jaren rekening met een jaarlijkse teruggang van het aantal leerlingen van gemiddeld 2,5%. Gevolgen kunnen uiteraard niet uitblijven. Zo zal het gebouwenbestand moeten worden teruggebracht. Minder leerlingen en minder gebouwen is in principe geen probleem, maar de weg van veel (leerlingen en gebouwen) naar minder is gecompliceerd omdat de inkomsten (gebaseerd op het aantal leerlingen) sneller dalen dan de vaste lasten. MOVARE is in overleg met het ministerie van OCW om samen te onderzoeken in hoeverre de gevolgen van de krimp kunnen worden beperkt. Regiobeschrijving Basisschool Meander is gelegen in de regio Zuidoost Limburg. Deze regio is in algemene zin te omschrijven als een achterstandregio. Belangrijke kenmerken zijn werkeloosheidscijfers die boven het landelijke gemiddelde liggen (Nederland 9%, Limburg 11%, Oostelijk Zuid Limburg 14%), dubbele vergrijzing en ontgroening. Wijkbeschrijving Basisschool Meander staat in Brunssum-Oost. Dit is van oudsher een zogenaamde mijnwerkerskolonie (Egge en Schuttersveld) en andere oude en nieuwere Brunssumse buurten, de zogenaamde nieuwe Egge, Oeloven, Op Gen Hoes, de Bouwberg en de Kleikoelen. In de buurten zijn woningen gebouwd door particulieren als ook door een woningstichting (eind jaren vijftig en de jaren 70/80). Aan de buitenrand van Brunssum-Oost zijn twee kleine woonwagenkampen gelegen. Brunssum-Oost is het eerste toeleveringsgebied voor onze school. Uit het huisvestingsplan gemeente Brunssum 2009: ondanks de beperkte woningbouw in het gebied Brunssum-Oost is de ontwikkeling van de basis generatie in ons gemeentedeel minder ontgroenend en vergrijzend dan in de andere Brunssumse gemeente delen. Vooral starters vestigen zich in de gerenoveerde en deels verkochte huurwoningen. De basisgeneratie daalt volgens de prognose van 376 4 – 12 jarigen naar 328 kinderen in 2019, een daling van ruim 12%. Ouders Met betrekking tot de ouders merken we een drietal zaken op. In de eerste plaats constateren we dat ongeveer 60% van onze ouders een opleidingsachtergrond heeft die niet verder reikt dan het niveau van lager beroepsonderwijs. In de tweede plaats constateren we dat de landelijke trend dat beide ouders fulltime of parttime werken ook op onze school van toepassing is. Hierdoor hebben op vraag van de ouders sinds 01-08-2005 een zogenaamd continurooster. In de derde plaats constateren we dat in 47 van de 212 gezinnen sprake is van kinderen uit een eenoudergezin. De bovengenoemde kenmerken betekenen dat we als school extra investeren in taal-leesontwikkeling en een “warm” pedagogisch klimaat. Populatie van de school; kenmerken De ontwikkeling van het leerlingenaantal ziet er vanaf 2004 als volgt uit: Basisschool Meander Start 06-09-2004 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
269 279 289 281 278 276 251
Onze school loopt dus aardig in de pas met de regionale krimp. Volgens de huidige cijfers kunnen we onze school dus omschrijven als een middelgrote school met 251 leerlingen, geteld op 1-10-2010. De prognose voor 01-10-2011 hebben we ingeschat op 253 leerlingen. Na 1 oktober 2010 hadden we een niet verwachte instroom, vooral in de groepen 1 en 2. Dit stemt ons verheugd en tevreden. Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 8 van 67
Uit het huisvestingsplan gemeente Brunssum 2009: Meander telde op 1 augustus 2008 278 leerlingen, voldoende voor een formatie van 12 groepen. Dit aantal zal in korte tijd teruglopen met bijna 40 leerlingen tot een formatie van 10 groepen in 2014 ofwel 243 leerlingen. Pas in 2017 daalt de formatie verder naar 9 groepen, welke omvang de school tot 2029 vasthoudt volgens de prognose. Onderstaand beschrijven we een aantal belangrijke kenmerken van onze leerlingenpopulatie: a.
(Extra) gewicht 1 oktober 2010 Gewicht 0 Extra gewicht 0,30 Extra gewicht 1,2 (Extra) gewicht 1 april 2011 Gewicht 0 Extra gewicht 0,30 Extra gewicht 1,2
170 lln. 052 lln. 029 lln.
67,7% 20,7 % 11,6 %
189 lln. 053 lln. 031 lln.
69,2% 19,4 % 11,4 %
Door deze cijfers van schooljaar 2010-2011 is ons schoolgewicht 35. Daarnaast ontvangen we extra middelen op basis van de regeling impulsgebieden. In totaliteit leveren deze risicomiddelen 2,3 fte op. Na herverdeling binnen MoVare is dit nog 1,9653 fte. Van deze 1.9653 fte besteden we 1 fte aan interne begeleiding en 0,9653 fte aan pre-teaching in de groepen 1 t/m 8. b. Zorgleerlingen Als een leerling naast het reguliere aanbod ook onderwijs ontvangt op basis van een individueel handelingsplan spreken we bij ons op school van een zorgleerling. Het aantal zorgleerlingen op onze school bedraagt 47, geteld op 1-10-2010 ( 9 in de onderbouw, 25 in de middenbouw en 13 leerlingen in de bovenbouw). Dit is 19% van het totale leerlingenaantal. c. Ontwikkelingsperspectief Als een leerling grote moeite heeft met het volgen van het reguliere onderwijs en ook na toepassing van individuele handelingsplanning leerachterstanden van meer dan een jaar oploopt, kunnen we in overleg met de ouders de gemiddelde leerlijn loslaten. Deze leerling zal dus niet alle kerndoelen bereiken. Bij ons op school nemen we zo’n besluit in beginsel ten vroegste in groep 5 en ten laatste in begin groep 7. Aan zo’n besluit ligt altijd het advies van een extern deskundige ten grondslag. Het aantal leerlingen met een ontwikkelingsperspectief bedraagt 0, geteld op 1-10-2010. Dit is 0% van het totale leerlingenaantal. Bijlage 1 Uit “Analyse en waarderingen van opbrengsten, primair onderwijs” februari 2010. Weer Samen Naar School (wsns) en de Leerlinggebonden financiering (lgf) veronderstellen dat reguliere basisscholen voorzieningen treffen om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften passend onderwijs te bieden. Het gaat bij de beoordeling van deze indicator alleen om die leerlingen die maximaal het eindniveau van groep 7 halen. Het betreft hier leerlingen die op termijn naar het leerwegondersteunend onderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs dan wel het praktijkonderwijs zullen gaan. Met deze indicator beoordeelt de inspectie de ontwikkeling van deze leerlingen. De geschetste werkwijze sluit zo goed mogelijk aan op de wijze waarop de ontwikkeling van leerlingen binnen het speciaal basisonderwijs (SBO) en expertisecentra (SO) door de inspectie wordt beoordeeld (vergelijk SBO-indicatoren 7.3 en 7.4). Vier vragen zijn bij deze indicator aan de orde: 1. Heeft de school leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften? 2. Heeft de school voor deze leerlingen een realistisch ontwikkelingsperspectief geformuleerd? 3. Heeft de school tussendoelen afgeleid van het ontwikkelingsperspectief, waarmee de vorderingen van deze leerlingen gevolgd kunnen worden? 4. Volgt de school de ontwikkeling van deze leerlingen aan de hand van de tussendoelen en het ontwikkelingsperspectief? De school wordt geacht alle leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften planmatige zorg te verlenen. In de praktijk wordt hierbij veelal over eigen leerlijnen gesproken. Deze term hanteert de inspectie Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 9 van 67
verder in deze notitie. Voor lgf-leerlingen is de school wettelijk verplicht een handelingsplan (als onderdeel van een eigen leerlijn) op te stellen. Als de school alleen beschikt over een begeleidingsplan van de ambulant begeleider, voldoet zij hiermee niet aan haar wettelijke verplichting. De inspectie beoordeelt bij deze indicator de kwaliteit van de eigen leerlijnen niet (dit wordt bij de leerlingenzorg beoordeeld), maar of er voldoende leerwinst voor Nederlandse taal en/of rekenen en wiskunde is geboekt. Dit is alleen mogelijk als de school een ontwikkelingsperspectief (eindniveau) voor deze leerlingen heeft bepaald, dit heeft uitgewerkt met tussendoelen en de ontwikkeling van deze leerlingen volgt aan de hand van deze tussendoelen. 5.2
Vraag 1: Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften?
Bij de beoordeling van deze indicator worden alleen die leerlingen beschouwd die maximaal het eindniveau van groep 7 halen. Dit zijn bijvoorbeeld leerlingen met: • een SO- of SBO-indicatie; • leerlinggebonden financiering (lgf- of ‘rugzakleerlingen’); • een verwachte uitstroom naar het praktijk- of voortgezet speciaal onderwijs; • cognitieve of sociaal-emotionele belemmeringen op één of meerdere van de vakgebieden rekenen en wiskunde, technisch lezen of begrijpend lezen. Tot deze laatste groep behoren vooral leerlingen Het gaat hier dus niet om leerlingen die met kortlopende handelingsplannen binnen de bandbreedte van het reguliere aanbod tot het eind van de basisschool mee kunnen komen. Denk aan leerlingen met een achterstand van een half jaar tot maximaal een jaar. En bijvoorbeeld ook niet om lgfleerlingen met zintuiglijke of lichamelijke handicaps die het eindniveau van groep 8 wel kunnen halen. Als een school geen leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften heeft en dat met behulp van het leerlingvolgsysteem kan aantonen, wordt indicator 1.4 niet beoordeeld. In de tekst van het rapport wordt een toelichting opgenomen dat het ontbreken van dergelijke leerlingen de reden is om deze indicator niet te beoordelen. 5.3 Vraag 2: Realistisch en onderbouwd ontwikkelingsperspectief? Het is van belang om in te schatten of de school ontwikkelingsperspectieven heeft bepaald en of deze voldoende onderbouwd en realistisch zijn. Het raadplegen van externe deskundigheid, waarbij overleg binnen het samenwerkingsverband, met de schoolbegeleider, met de eigen orthopedagoog of psycholoog is daarbij het meest voor de hand liggend. De inspectie acht dit essentieel bij de beslissing om over te gaan tot een eigen leerlijn. Een school kan onrealistische ontwikkelingsperspectieven formuleren door een veel te laag ambitieniveau te hanteren. Als leerlingen waarvoor het ambitieniveau te laag is gesteld vervolgens niet ruim boven het verwachte rendement bij dit ambitieniveau presteren, beoordeelt de inspectie de ontwikkeling van deze leerlingen als onvoldoende. Als de school geen ontwikkelingsperspectieven heeft geformuleerd is het oordeel op indicator 1.4 onvoldoende. 5.4 Vraag 3: Tussendoelen? Het ontwikkelingsperspectief is nodig als basis voor het plannen van het leerstofaanbod en het volgen van de ontwikkeling van de leerling. Hiervan dient de school tussendoelen (korte termijn doelen) af te leiden, die vervolgens leidend zijn voor het leerstofaanbod en het volgen van de vorderingen. Als de school geen tussendoelen afgeleid van het ontwikkelingsperspectief heeft geformuleerd, dan beoordeelt de inspectie indicator 1.4 als onvoldoende. Een goede eigen leerlijn bevat dus: •
een ontwikkelingsperspectief voor het betreffende vakgebied dat is bepaald aan de hand van het verwachte uitstroomniveau van de leerling; • tussendoelen die bepaald zijn aan de hand van het ontwikkelingsperspectief; • een beredeneerd, gepland aanbod dat is bepaald op basis van de tussendoelen. De kwaliteit van eigen leerlijnen wordt beoordeeld als onderdeel van de leerlingenzorg en speelt geen rol in de beoordeling van deze indicator. Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 10 van 67
5.5 Vraag 4: Rendement? Voor een voldoende oordeel gaat de inspectie vervolgens na of de school kan aantonen dat haar leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zich naar verwachtingen (dus volgens de gestelde tussendoelen) ontwikkelen. Daarvoor is minimaal noodzakelijk dat er twee tussentijdse evaluaties hebben plaatsgevonden. Het komt voor dat een school net is gestart met het opstellen van eigen leerlijnen met een ontwikkelingsperspectief, tussendoelen heeft geformuleerd en haar aanbod heeft gepland en uitvoert. Vorderingenevaluaties zijn echter nog niet uitgevoerd aan de hand van het perspectief, zodat rendementsbepaling nog onmogelijk is. In dat geval wordt de indicator niet beoordeeld. In principe vindt de beoordeling plaats op grond van maximaal zes leerlingen, die zo ver mogelijk in hun schoolloopbaan gevorderd zijn. Voor een voldoende oordeel moet ten minste een aantal leerlingen voldoende vorderingen hebben gemaakt gezien hun ontwikkelingsperspectief. Bijlage 2: Uit “Analyse en waarderingen van Opbrengsten” Inspectie van het Onderwijs (februari 2010)
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 11 van 67
ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF (OPP) Naam van de leerling: Leeftijd:
Groep: Schooljaar:
Datum ingang:
Besproken met ouders d.d. Schoolloopbaan:
VVE: PSZ:
PROFIEL VAN DE LEERLING
1. Kind gerelateerde ontwikkelingsfactoren (variabelen in de ontwikkeling van het kind) a. Cognitieve ontwikkeling: WISC III: TIQ: VIQ: PIQ: b. Sociaal emotioneel::
Testdatum: Afgenomen door:
c. Biologisch Lichamelijk:
2. Het kind in het gezin
3. Het kind in de school
4. Leerresultaten Cito (minimaal 3 per vakgebied) Didactische Leeftijd Technisch Lezen Vaardigheidsscore DLE Leerrendement Begrijpend Lezen Vaardigheidsscore DLE Leerrendement Spelling Vaardigheidsscore
DL 15
DL 20
DL 25
DL 30
DL 35
DL 40
DLE Leerrendement Rekenen & Wiskunde Vaardigheidsscore DLE Leerrendement Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 12 van 67
5. Samenvatting van het dossier, waaronder de handelingsplan geschiedenis
6. Samenvatting inbreng ouders
7. Samenvatting inbreng leerling
PROGNOSE EN PERSPECTIEF Reden om te komen tot een ontwikkelingsperspectief 1. Bevorderende factoren
2. Belemmerende factoren
3. Specifieke onderwijsbehoefte
4. Conclusie en verantwoording van het Uitstroomperspectief
Besproken met de ouders / wettelijke vertegenwoordigers op
datum: ......................................... Naam leerkracht:
Handtekening:
Naam directie:
Handtekening:
Naam ouder/ wettelijke vertegenwoordiger:
Handtekening:
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
................................. ....... ................................. ....... ................................. .......
pagina 13 van 67
PROGNOSE / TUSSENDOELEN / AANPAK voor het komende halfjaar Periode (half jaar): Technisch lezen Te behalen vaardigheidsscore: Te behalen onderwijsdoelen:
Pedagogische/didactische aanpak:
Middelen en materialen:
Organisatie:
Begrijpend lezen Te behalen vaardigheidsscore: Te behalen onderwijsdoelen:
Pedagogische/didactische aanpak:
Middelen en materialen:
Organisatie:
Spelling Te behalen vaardigheidsscore: Te behalen onderwijsdoelen:
Pedagogische/didactische aanpak:
Middelen en materialen:
Organisatie:
Rekenen / Wiskunde Te behalen vaardigheidsscore: Te behalen onderwijsdoelen:
Pedagogische/didactische aanpak:
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 14 van 67
Middelen en materialen:
Organisatie:
Logboek Datum
Voortgang
Opmerkingen
EVALUATIE MET BETREKKING TOT DE VOORTGANG
Leerresultaten Cito Didactische Leeftijd Technisch Lezen Vaardigheidsscore
DL 35
DL 40
DL 45
DL 50
DL 55
DL 60
DLE Leerrendement Begrijpend Lezen Vaardigheidsscore DLE Leerrendement Spelling Vaardigheidsscore DLE Leerrendement Rekenen & Wiskunde Vaardigheidsscore DLE Leerrendement Beschrijving van de vorderingen
Voortgangsbeslissing
Besproken met de ouders / wettelijke vertegenwoordigers op: datum: ......................................... Naam leerkracht:
Handtekening:
Naam directie:
Handtekening:
Naam ouder/ wettelijke vertegenwoordiger:
Handtekening:
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
....................................... . ....................................... . ....................................... .
pagina 15 van 67
d. Resultaten Voor een goed inzicht in de resultaten van onze school maken wij, naast de aanbevelingen uit het laatste inspectiebezoek, gebruik van het Cito Leerling Volg Systeem, het “Jungbluth-onderzoek” en het MOVARE-risicoprofiel. Inspectiebezoek: Het laatste inspectiebezoek dateert van 05-03-2009 en was een bezoek in het kader van onderzoek naar kwaliteitsverbetering. De inspectie van het onderwijs kent aan basisschool Meander het basisarrangement toe. Risicoprofiel: Dit profiel bevat o.a. gegevens omtrent de eindtoetsopbrengsten, de tussenopbrengsten, het pedagogisch/didactisch handelen van onze leerkrachten en in- uit- en doorstroom van onze leerlingen. Zie bijlage 5 EWS. Onderzoek Jungbluth: Uit het onderzoek van Paul Jungbluth uitstroom in groep 8 komen voor onze school 2 belangrijke items naar voren: 1. Het beeld dat de leerlingen hebben van hun eigen capaciteiten. 2. Het aandeel leerlingen dat landelijk gezien behoort tot de 20% zwakste, respectievelijk de 20% hoogst scorende leerlingen. Zie bijlage 6. Met punt 2 gaan we de komende schoolplanperiode aan de slag, passend bij onze verbeterdoelen.
e. Schoolteam Het schoolteam is een samengesteld team sinds augustus 2004 van 2 scholen. We hebben sinds de start van Meander vele team wisselingen gehad. We kunnen voorlopig zeker nog niet spreken van een vast samengesteld team. Vooral door de FPU: m.i.v. 01-08-2011 t/m 31-12-2017 stromen naar verwachting 10 collegae uit. Dit doet niets af aan de grote mate van betrokkenheid en inzet bij de schoolontwikkeling. De gemiddelde leeftijd van het schoolteam bedraagt 48 jaar. Dit ligt ruim boven het landelijke gemiddelde van 42 jaar. Schema teamopbouw OP en OOP (peildatum 31-12-2011): Leeftijdscategorie Aantal personeelsleden
20-30 3
30-40 4
40-50 5
50-60 10
>60 4
f. Huisvesting/schoolgebouw Bouwjaar: september 2002 – juli 2004 Ligging: gelegen aan de bosrand van het Schutterspark in Brunssum-Oost. Medegebruik door: Humanitas Kinderopvang – PSZ Pimpeloentje – SV Brunssum. Leegstand: 0 Bijzonderheden: Brede Maatschappelijke Voorziening Bronsheim. g. SWOT-analyse De SWOT-analyse (strenghts, weaknesses, opportunities en threats) is een hulpmiddel waardoor we ons zelf (interne analyse) en de omgeving waarin we opereren (externe analyse) beter kunnen begrijpen. Hierdoor kunnen we de toekomst (4 jaar) doelgerichter benaderen. Sterke punten Positief imago van de school in het voedingsgebied. Nieuw mooi gebouw dat is aangepast aan de eisen der tijd. Sterke betrokkenheid van ouders. Goede inspectie verslagen 2005 en 2009. Geen grote leerling terugloop, maar stabiel. Spreiding leiderschap door adjunct-directeur en bouwcoördinatoren > MT. Uitstekende leerling-zorg. Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 16 van 67
Methodieken vernieuwd: aanvankelijk lezen (VLL) en wereldoriëntatie (Meander – Naut en Brandaan). Verdere vernieuwing van methodieken: in 2012 voortgezet technisch lezen; in 2014 begrijpend lezen – taal en spelling – schrijven; in 2015 rekenen. Uitbreiding van de SMART borden. Programma de Vreedzame School.
Zwakke punten Hoge gemiddelde leeftijd schoolteam, waardoor verandercapaciteit begrensd is maar zeker niet onmogelijk. Het team van Meander staat alom bekend als een ontwikkel sterk team. Een zwakke schakel in het team (nu met ZV / gesprekken met P&O voor andere werkplek). Ongezond klimaat in het schoolgebouw (met name de lokalen in de bovenverdieping). Geen samenhang tussen de deelnemers in het gebouw; geen profiteren en leren van elkaar. Door het natuurlijk verloop ontstaan er vacatures, maar door leerling daling bestuursbreed verplichte mobiliteit van regio-scholen. Blijft de vraag en het aanbod in balans? Onderwijs & Ondersteuning Movare is onderbezet, hierdoor ontstaan lange wachttijden voor onderzoek bij leerlingen. Tevens worden door de bezuinigingen vacatures binnen O&O niet meer opgevuld. Kansen Inpandig aanbod voor- en naschoolse opvang (Humanitas). Inpandige peuterspeelzaal. 2 LB-functies in Meander. Trainen ieder jaar van leerling mediatoren in het programma Vreedzame School. Vacatures als gevolg van natuurlijk verloop; zie ook zwakke punten. Bedreigingen Toename ervaren van werkdruk en daardoor verlies van werkplezier; in Meander is dit gevoel op basis van piekdrukte. Ziekteverzuim( 1 leerkracht in november 2011 2 jaar met ZV > ????). Risicotoename schoolpopulatie; we ervaren als team onder andere de “gezinsproblematieken” die kinderen meenemen naar school. In veel gezinnen is begeleiding door jeugdzorg, Xonar, maatschappelijk werk en andere instanties.
6. BLIK VOORUIT SWOT-matrix BS Meander
Kans
Bedreiging
Inpandig aanbod 2 LB functies urgentiebesef in weten wat is nodig in Meander door o.a. FPU Groeien
Piekdrukte risicotoename populatie
positief imago betrokkenheid ouders nieuw gebouw goede inspectie verslagen 2005 en 2009 stabiel leerlingaantal uitstekende leerling-zorg vernieuwing van methodieken uitbreiding Smart-borden de kracht van de leerlingen, onze cultuur vasthouden Zwakte
nieuw personeel dient het innovatief vermogen van de school te behouden en borgen en blijven vergroten
opbrengstgerichtheid in ons onderwijs Meer data gegevens uit LOVS halen en er meer mee doen afstemming van het aanbod op de kenmerken van de populatie
gemiddelde leeftijd team O&O Movare onderbezet hierdoor lange wachttijden bij onderzoek vragen
veel aandacht voor de zaken die goed gaan het Meander glas is half vol en niet half leeg
Sterkte
Verdedigen
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
Verbeteren
Ombuigen vacatureruimte optimaal benutten piekdrukte proberen te spreiden
pagina 17 van 67
“Samen leert leuker” Consequenties analyse: De in hoofdstuk 4 beschreven visie en de in hoofdstuk 5 beschreven analyse hebben consequenties voor de manier waarop we ons onderwijs in de komende 4 jaar gestalte willen gaan geven. Wat worden onze speerpunten? Het zorgprofiel van de school (Kind op de Gang!®) is mede bepalend voor de speerpunten. 1.
We nemen deel aan het leesverbeteringsproject van het CPS in samenwerking met Movare. Een LB-leerkracht wordt opgeleid als taalcoördinator in Meander. Het team wordt in een traject van 3 jaren geschoold om succesvol tot (lees) verbeteren te komen in onze school. In het verslag van Kind op de Gang tref je o.a. het volgende aan: het team heeft in drie gemixte groepen exact dezelfde onderwerpen als ontwikkelpunt genoemd: Dyslexie Lezen / taalproblemen Hoogbegaafdheid. De team-argumentatie: taalleesproblemen komen naar verhouding frequent voor. Daarnaast merken we dat hoogbegaafde kinderen (of meer begaafde kinderen) soms in de knel komen door ons aantal zorgleerlingen. We kunnen redelijk / goed signaleren, maar hebben nog te weinig kennis / vaardigheden om er deskundig mee om te gaan. In dat kader is een wezenlijk leerpunt. Hoe kunnen we de zorg op groepsniveau zodanig inrichten dat we alle kinderen goed kunnen ondersteunen. Leerpunt van het Meander team: hoe kan ik de zorg zodanig plannen dat er gewerkt kan worden met realiseerbare heldere doelen? We willen routines leren om adequaat te differentiëren. Een ander deel van dit onderwerp is verdere verdieping van de beginnende geletterdheid in de onderbouw waaronder de inzet van het leeskastje en het toewerken naar 15 letters beheerst. Een vervolg op het 1e jaar. De intern begeleider ondersteunen bij het proces van signaleren en remediëren binnen de beginnende geletterdheid ( de voorschotbenadering). Toewerken naar een doorgaande lijn groep 1 – 4 wat betreft taal / lezen. Vervolgens door tot en met groep 8.
2.
Het team wordt geprofessionaliseerd op het gebied van dyslexie.
3.
Vanuit de analyse van de data van het LOVS een vertaalslag leren maken naar groepsoverzichten, groepsplannen. Vanuit deze groepsplannen leren werken met het convergente differentiatiemodel. Hierin dient heel nadrukkelijk boeiend onderwijs een plek te behouden.
4.
M.b.t. digitaal onderwijs willen we insteken op het gebruik van digitale schoolborden. In alle groepen zal dit gebruik onderdeel moeten worden van het didactisch repertoire van onze leerkrachten.
5.
Een verbinding tussen alle speerpunten zien wij als een op zichzelf staand doel.
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 18 van 67
7. AANBOD ONDERWIJS EN LEREN De wet "Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen" is op 1 augustus 2010 in werking getreden. De wet strekt zich over vrijwel alle onderwijssectoren uit en beoogt: een goede zichtbaarheid van het niveau van beheersing van de Nederlandse taal en het rekenen voor zowel de leerling als de leraar en de school; meer eenduidigheid in taal- en rekenonderwijs in de gehele onderwijskolom; meer doelgericht taal- en rekenonderwijs door nauwkeurig omschreven doelen; een betere overdracht van leerlingen tussen de verschillende onderwijssectoren door de introductie van een eenduidige en gemeenschappelijke taal; het ontstaan van beter doorlopende leerlijnen voor taal en rekenen; het (opnieuw) doordenken door scholen van de aanpak van taal en rekenen; het verleggen van accenten binnen het huidige taal- en rekenonderwijs. Genoemde wet vormt voor ons de basis voor (aanpassing van) lesmethoden, leermiddelen en toetsen/examens. Daardoor zal deze ook uitgangspunt zijn bij het ontwerpen van taal- en rekenonderwijs binnen onze school. A.
Leerstofaanbod groep 1 t/m 2 Het onderwijs in de groepen 1 en 2 vindt niet plaats op basis van vakken en leerstof, maar op basis van een beredeneerd aanbod van leeractiviteiten, waarbij onderwijsinhouden worden aangepast aan het ontwikkelingsniveau van het kind. Dat beredeneerde aanbod bieden wij bij ons op school aan d.m.v. de methode Piramide. Piramide is een educatieve methode voor alle kinderen van drie tot zeven jaar. Piramide biedt kinderen een veilige omgeving waarin ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. De grondlegger van de methode is onderwijskundige dr. Jef J. van Kuyk. De methode heeft een sterke pedagogische basis. In een veilige speelleeromgeving waarin kinderen zich prettig voelen, krijgen ze volop kansen eigen initiatieven te nemen in spel en zelfstandig leren. Piramide is een evenwichtige methode waarin alle ontwikkelingsgebieden op gelijkmatige wijze aan de orde komen. Piramide heeft een aantal speciale uitwerkingen voor kinderen die extra steun nodig hebben, zoals taalstimulering, extra spel of tutoring. Bij Piramide vormen de acht ontwikkelingsgebieden de basis van het spel, van het zelfstandig leren, van de projectthema’s en van observatie en toetsing. De acht gebieden zijn: Ontwikkeling van de waarneming Werken met alle zintuigen als voelen, proeven, ruiken, zien en horen aan de hand van aanschouwelijk materiaal. Dit is een belangrijke voorwaarde voor het verder leren. Persoonlijkheidsontwikkeling Werken aan zelfredzaamheid, zelfstandigheid, zelfcontrole en doorzettingsvermogen. Sociaal-emotionele ontwikkeling Leren omgaan met gevoelens als blij, bedroefd, boos en bang; sociaal gedrag als weerbaarheid, samenspelen en coöperatief leren. Extra aanbod door de lessen uit De Vreedzame School. Denkontwikkeling en ontwikkeling van rekenen Omgaan met ordeaspecten als sorteren, classificeren (groeperen) en seriëren (in volgorde zetten); omgaan met getallen, tellen en vergelijken en het maken van eenvoudige operaties. Taalontwikkeling en ontwikkeling van lezen en schrijven Communiceren met andere kinderen en met volwassenen, werken aan woordenschatuitbreiding, interactief voorlezen, voorbereiden op lezen en schrijven.
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 19 van 67
Oriëntatie op ruimte en tijd en wereldverkenning Werken aan ruimte- en tijdsbesef, het leren van ruimte- en tijdsbegrippen en het oriënteren op de wereld door het opdoen van ervaringen in de projecten. Motorische ontwikkeling Grof motorische vaardigheden als springen, mikken, zwemmen en dans als totaalbeleving; fijn motorische vaardigheden als teken- en schrijfmotoriek, zoals het omgaan met stiften, potloden, schaar, het schrijven van letters en cijfers. Kunstzinnige ontwikkeling Beeldende ontwikkeling: werken met klei, verf, papier en textiel. Ook beeldaspecten als kleur, vorm, licht en ruimte; muzikale ontwikkeling: werken met liedjes en muzikale elementen als maat, ritme, toonhoogte en toonsterkte. De basis voor een doeltreffend en aantrekkelijk speelleerproces is de speelleeromgeving. De Piramide-methode kenmerkt zich door een heldere structuur in de speelleeromgeving. Aantrekkelijke materialen zorgen ervoor dat de kinderen kunnen ontdekken en verkennen op alle ontwikkelingsgebieden. Bij ieder thema van de Piramide-methode zijn er aanwijzingen hoe de hoeken aangepast kunnen worden aan het projectthema. De kinderen weten waar en waarmee ze wel en niet kunnen spelen. Ze komen daardoor snel tot spel. Dit geldt ook voor kinderen die zelfstandig willen leren. Ze weten waar ze de materialen kunnen vinden en krijgen goede voorbeelden van wat ze ermee kunnen doen. Ze kunnen dan snel en zelfstandig aan het werk. We stimuleren de kinderen in de rijke speelleeromgeving zelf tot initiatieven nemen en zelf keuzes maken. Dat zorgt voor dat ze motivatie en betrokkenheid. Leren gebruiken van de computer is ook aan de orde in de groepen 1 & 2. B.
Leerstofaanbod groep 3 t/m 8 Het leerstofaanbod is van groot belang voor de ontwikkelkansen van de kinderen. Wij vinden het belangrijk dat het methodische aanbod eigentijds is en dat het kinderen goed voorbereidt op het vervolgonderwijs. De school kiest daarom voor methoden die recht doen aan de eisen zoals geformuleerd in de referentieniveaus taal en rekenen en voor het overige dekkend zijn voor de kerndoelen. Dat zijn onze methoden: Rekenen/wiskunde Nederlandse taal Aanvankelijk lezen Voortgezet lezen Begrijpend lezen Sociaal-emotioneel Aardrijkskunde Geschiedenis Natuur en techniek Techniek Gymnastiek Creatieve vakken Verkeer Engels Studievaardigheden
: : : : : : : : : : : : : : :
Wereld in getallen Zin in taal Veilig leren lezen Estafette Goed Gelezen en Nieuwsbegrip De Vreedzame School Meander Brandaan Naut Techniek coach Basislessen Bewegingsonderwijs Nieuw Moet je doen Stap Vooruit – Op voeten en Fietsen – Jeugd Verkeerskrant Just do it - Sterrenwerk Engels Blits
De school biedt de leerstof van de bovengenoemde methoden aan tot en met het niveau van groep 8. Dit geldt voor alle leerlingen, tenzij er sprake is van een individueel ontwikkelingsperspectief of een specifiek handelingsplan dat anders vermeld. De school biedt een ononderbroken lijn aan in het leerstofaanbod. We geven dit vorm door het gebruik van dezelfde methoden en door afstemming van de manier van lesgeven. De school past het leerstofaanbod aan de behoeften van de leerlingen aan. De methoden bieden naast basismateriaal ook verbredings- en verdiepingsmateriaal. Voor leerlingen met specifieke problemen worden handelingsplannen opgesteld met gebruik van extra materiaal.
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 20 van 67
C.
Inzet van ICT-middelen We zullen onderstaand kort aangeven welke elementen van belang zijn bij inzetten van ICT-middelen ten behoeve van het onderwijs. a.
ICT als methode - ondersteuning: Wij gebruiken de volgende software ter ondersteuning bij de volgende methodes:
Software Estafette Interactief Goed gelezen groep 4 t/m 8 Goed gelezen digitale toetsen Goed Spel 1-2-3 Oefenen met spelling A-B-C-D-E Kikker - Een heel bijzondere dag Kikker is verliefd Kikker in de kou Woorden vangen 1 & 2 Ik speel Ik tover Lekker weertje Lente Lekker weertje Zomer Lekker weertje Herfst Lekker weertje Winter Bas gaat Digitaal Bas telt mee Ben je Be-honderd Cito Werken aan techniek Woordkasteel Toetskasteel Leeslijn Leesweg groep 3 Leeslijn Leespad groep 3 Maatwerk Rekenen Blauw Maatwerk Rekenen Geel Maatwerk Rekenen Groen Maatwerk Rekenen Oranje Maatwerk Rekenen Rood Leesladder 1 t/m 4 Schatkist met de muis 1/5 Wereld in Getallen groep 1&2 Wereld in Getallen groep 3 Wereld in Getallen groep 4 Wereld in Getallen groep 5 Wereld in Getallen groep 6 Wereld in Getallen groep 7 Wereld in Getallen groep 8 De speelse thuisschool 2 Microsoft Office XP Microsoft Encarta Estafette Organizer LVS-4 Zwijsen Software Manager Smart Board Software IrfanView 3.95 Cito –Ordenen Cito –Taal voor kleuters Cito – Ruimte & Tijd Cito LOVS Dotcomschool SchoolOAS
Versie Versie Versie Versie Versie
1.0 1.0 2 1.1
Uitgeverij Leopold B.V. Amsterdam Zwijsen Educatief B.V. Unieboek B.V. Houten
Versie 1 Scholenversie Versie 2.3 1.2 1.2 Versie 1.0 Versie 1.0 Versie 1.2
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
Uitgeverij Groen, Heerenveen E.ter Steege Groningen Citogroep Arnhem Nerdhouse Nerdhouse ThiemeMeulenhoff Malmberg
Zwijsen Educatief B.V. Zwijsen Educatief B.V. Malmberg Nieuwe versie
2009 Versie Versie Versie Versie Versie
Bekadidact Microsoft 2008.01 1.0 4.1a 1.1 10.7.44.0
Zwijsen Educatief B.V. Citogroep Arnhem Zwijsen Educatief B.V. Smart Technologies Inc Citogroep Arnhem
4.4 4.5 Versie 2.0
Pinnacle Mediacenter VLC-Player Slimmelingen Naut, Meander en Brandaan (werkboeken en lesboeken) vanaf groep 5
Uitgever Zwijsen Educatief B.V. Malmberg Malmberg Citogroep Arnhem Zwijsen Educatief B.V.
Dotcomschool Edux Onderwijsadviseurs Pinnacle Systems
Versie 3.4 November 2005 Malmberg
pagina 21 van 67
D.
b.
ICT als communicatiemiddel: Vanaf groep 5 maken kinderen gebruik van e-mail als communicatiemiddel.
c.
ICT als informatiemiddel: Vanaf groep 5 leren de kinderen informatie opzoeken m.b.v. de computer.
d.
ICT als presentatiemiddel. Vanaf groep 6 leren de kinderen ICT te gebruiken als presentatiemiddel.
e.
ICT als remediërend /verrijkend middel. Zie ons aanbod overzicht.
f.
Digitale schoolborden: Een smartboard is een digitaal interactief schoolbord. Dit betekent dat je in je lessen op een eenvoudige manier gebruik kunt maken van websites, software, filmpjes, muziekfragmenten, interactieve teksten, presentaties en wat je nog meer zou kunnen bedenken. Daarbij is het mogelijk om instructies die op het bord gemaakt zijn op te slaan en later weer op te roepen. Het gebruik van deze technologie vergroot de mogelijkheden om te leren en maakt leren leuker. Leren gaat immers vaak beter wanneer je de leerstof visualiseert. Toch hangt het succes van het bord voor een groot deel af van de leerkracht die het gebruikt. Leerkrachten die het smartboard gebruiken, hebben daarom intern een cursus gevolgd. Momenteel hangen er in 6 groepen smartboards en wel in de groepen 3a - 4a – 4b – 5b – 6a – 6b. In de periode 2011 2015 breiden wij het aantal smartboarden uit naar 13, zodat elke groep over een smartboard beschikt en er tevens een smartboard in de teamkamer hangt. Actief burgerschap en sociale integratie
Burgerschapsvorming brengt jonge burgers (want dat zijn onze leerlingen immers!) kennis, vaardigheden en houdingen bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Wij vinden dat als school belangrijk omdat het onze leerlingen een kans op een goede toekomst biedt. Hoe geeft onze school vorm aan actief burgerschap en sociale integratie? Wij maken gebruik van het integrale programma “De Vreedzame School”. De Vreedzame School wil: leerlingen leren op een andere manier met conflicten om te gaan, leerlingen meer verantwoordelijk maken, een stem geven, op eigen benen zetten, een positieve omgang met elkaar te krijgen, waarderen van verschillen tussen mensen, de klas en de school tot een democratische gemeenschap te maken, waarin iedereen zich betrokken en verantwoordelijk voelt. Het programma is hierbij niet meer dan een belangrijk hulpmiddel, ze bieden een kapstok om de inhoud aan te bieden. Veel belangrijker is de toepassing van het gedachtegoed door de leerkrachten (en alle andere volwassenen in de school die met de leerlingen te maken hebben) op elk moment in elke situatie. Willen we dat leerlingen hun conflicten op een constructieve manier oplossen, dan zullen we als leerkracht / volwassene dat zelf ook moeten doen. Willen we dat de leerlingen zich verantwoordelijk voelen, dan moeten we ze ook die verantwoordelijkheid wel geven. Werken aan een schoolcultuur, waarin sprake is van grote warme betrokkenheid op elkaar geef je door, niet alleen NU, maar ook MORGEN en OVERMORGEN……………. . De verantwoordelijkheid willen dragen voor jezelf, je gedrag, je houding en mede zorgzaam (durven en willen) zijn voor je klasgenoot, je schoolgenoot, je collegae, je medemens en onze omgeving. E.
Cultuureducatie Onze leerlingen komen niet of nauwelijks op een spontane manier in aanraking met cultuuruitingen. We verwoorden dan ook in onze missie het stimuleren en activeren van verstandelijke en creatieve mogelijkheden.
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 22 van 67
Een van onze taken is een verantwoord cultuurbeleid te voeren. We maken al jaren gebruik van Kunstmenu. Dit wordt verzorgd door de Vrije Academie ZOM, centrum voor cultuureducatie te Kerkrade. Gedurende de acht jaren dat de leerlingen op onze school verblijven, maken ze kennis met diverse kunst disciplines in de vorm van werken aan kunstprojecten op school en regelmatige bezoeken aan theater- en dansvoorstellingen, concerten en tentoonstellingen. Er gaan altijd voorbereidende activiteiten aan vooraf en er wordt geëvalueerd. Onze school is al heel wat prachtige “Meander – leerlingen kunstwerken” rijker. We besteden veel aandacht aan literatuur, het thema Kinderboekenweek staat ieder jaar volop in de belangstelling. Het voorleesontbijt en ook de voorleeswedstrijd is een jaarlijks terugkerend item. Het belang van verantwoorde en eigentijdse literatuur vinden wij zeer elementair. De collectie leesboeken wordt wel iedere jaar uitgebreid. Project collecties worden ook geleend bij de openbare bibliotheek van Brunssum. F.
Leertijd Onze kinderen moeten voldoende tijd krijgen om zich het leerstofaanbod eigen te maken. Dat betekent dat we de invloed van de populatie meenemen in de verdeling van de leertijd. De school voldoet aan de wettelijk eisen m.b.t. de leertijd. Over 8 jaar gerekend voldoen we ruimschoots aan de norm van 7520 uren onderwijs. Onze school kiest er voor om gezien de populatiekenmerken veel tijd te besteden aan Nederlandse taal en dan met name aan lezen, begrijpend lezen en woordenschat. De taaltijd is als volgt verdeeld: Groep 1 07½ uur per week Groep 2 08¾ uur per week Groep 3 08¾ uur per week Groep 4 10¼ uur per week Groep 5 10.05 uur per week Groep 6 10¼ uur per week Groep 7 09 uur per week Groep 8 09 uur per week Om effectief om te gaan met de beschikbare leertijd maken we ook gebruik van inlooptijden. Deze bedragen 5 minuten voorafgaand aan de ochtendtijd.
G.
Pedagogisch klimaat Het pedagogisch klimaat op een school verwijst enerzijds naar de omgang van de leerkrachten met de leerlingen en anderzijds naar de omgeving waarbinnen de leerlingen leren en zich ontwikkelen. Een goed pedagogisch klimaat vormt naar ons idee de basis voor het leren van de kinderen. Een goede balans tussen ondersteuning en uitdaging is voorwaardelijk om te komen tot goed onderwijs. Het hoort dan ook tot de professionele taken van onze leerkrachten om voor deze balans te zorgen De leerkrachten van onze school zorgen voor een veilig en ondersteunend pedagogisch klimaat door (naast en nabij het gedachte goed van de Vreedzame School) : het respect tussen kinderen te bevorderen, zorgvuldig te zijn in het taalgebruik, een prettige sfeer te creëren in de klas, het zelfvertrouwen van kinderen te ondersteunen door positieve feedback, beschikbaar te zijn bij problemen, positieve verwachtingen uit te spreken, pestgedrag bespreekbaar te maken en zo veel mogelijk tegen te gaan, Op schoolniveau en op klassenniveau (ook Vreedzame School) afgesproken regels te hanteren. De leerkrachten van onze school zorgen voor een stimulerend en uitdagend pedagogisch klimaat door het creëren van een uitdagende leeromgeving in een ordelijk en opgeruimd lokaal; de zelfstandigheid van leerlingen te stimuleren; de verantwoordelijkheid van leerlingen te stimuleren; het gebruik van taakkaarten; etc. etc. .
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 23 van 67
H.
Didactisch handelen Het didactisch handelen van de leerkrachten omvat 2 aspecten. Enerzijds aspecten die samenhangen met het directe lesgeven en anderzijds aspecten die samenhangen met een doelmatige klassenorganisatie. Een goede balans tussen het directe lesgeven en een effectief klassenmanagement is een voorwaarde om te komen tot goed onderwijs. Het hoort dan ook tot de professionele taken van onze leerkrachten om voor deze balans te zorgen. De leerkrachten zorgen in hun lessen voor duidelijkheid en structuur in hun instructie en verwerking. Het model directe instructie wordt in elke groep bij de basisvakken gebruikt. De leerkrachten zijn op de hoogte van de te bereiken leerstofdoelen in hun groep. De leerkrachten zijn op de hoogte van de leerlijnen van de kernvakken taal en rekenen. De leerkrachten hebben hoge verwachtingen en bevorderen dat kinderen actief betrokken zijn bij het leerproces. De leerkrachten houden rekening met verschillen tussen leerlingen en passen hun lessen hierop aan. De leerkrachten organiseren hun lessen efficiënt en doelmatig. De leerkrachten leren werken met het convergente differentiatiemodel.
I.
Schoolklimaat Een positief schoolklimaat zorgt voor een leeromgeving waarbij kinderen, ouders en leerkrachten zich veilig en geborgen voelen. Onze school is een school waar alle teamleden positief omgaan met leerlingen. Onze school is een school waar teamleden positief met elkaar omgaan. Onze school biedt een verzorgde indruk en is uitnodigend voor leerlingen. Onze school organiseert activiteiten om de betrokkenheid van leerlingen bij de school te bevorderen. Onze school waakt over de veiligheid van de leerlingen. Onze school heeft duidelijke omgangregels. Onze school zorgt voor een aangename, stimulerende werkomgeving voor personeelsleden. Onze school betrekt ouders bij de school. Onze school speelt een functionele rol binnen de lokale en regionale gemeenschap.
J.
Het toetsen van leerlingen Onze school volgt de vorderingen van de leerlingen systematisch door het gebruik van methode-afhankelijke toetsen en toetsen van het C.I.T.O.-leerlingvolgsysteem (LOVS). Van het LOVS worden de volgende toetsen structureel gebruikt: Naam toets
Gr1 / 2
Rekenen voor kleuters
x
Taal voor kleuters
x
Kleuterobservatielijst
x
Logopedische
x
Gr 3
Gr 4
Gr 5
Gr 6
Gr 7
Gr 8
x
x
x
x
x
x
screening gr 2 LOVS Rekenen/Wiskunde LOVS Technisch lezen
x
x
x
x
LOVS Begrijpend
x
x
x
x
x
x
LOVS Spelling
x
x
x
x
x
x
Leeswoordenschat
x
x
x
x
LOVS Woordenschat
x
x
Lezen
Viseon
x
x
x
x
x
x
x
x
Entree toets
x
Eindtoets Leestoetsen
x x
x
x
x
x
x
‘dakpanconstructie’ Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 24 van 67
Voor de komende jaren staat “werken“ met het LOVS (opbrengstgericht werken = gericht zijn op ontwikkeling) hoog op de Meander- agenda: een lerende organisatie kan niet zonder data die inzicht geven in hoe het er met de school voor staat. Maar data hebben op zichzelf weinig betekenis. Ze krijgen betekenis als ze worden verbonden met de ontwikkeling van de organisatie en het personeel. Gezien vanuit dit ontwikkelingsperspectief gaat opbrengstgericht werken verder. Binnen dit perspectief geven leeropbrengsten inzicht in de sterke en zwakke punten van het eigen onderwijs en leveren ze gerichte aanwijzingen voor mogelijke en noodzakelijke verbeteringen in het onderwijsleerproces (Imants, 2010). Cyclisch proces: het verzamelen, registreren en analyseren van informatie, het formuleren van doelen, het nemen van beslissingen: o welke activiteiten worden concreet in gang gezet? o welke succescriteria kunnen we hieraan verbinden?, het uitvoeren van activiteiten (het specifiek inrichten van processen), Gerichte evaluatie op basis van geregistreerde vorderingen. Deze cyclus is in de hele onderwijsketen(van leerkracht tot bestuurder) terug te vinden. Uit: Opbrengstgericht leiderschap; werken op 3 niveaus – PO raad. K.
Opbrengsten Wij monitoren onze opbrengsten op de volgende manier: a. Aan het einde van de schoolloopbaan nemen in beginsel al onze leerlingen deel aan de C.I.T.O. Eindtoets Basisonderwijs. Wij zijn daarbij gericht op bovengemiddelde resultaten. b. Uitgezonderd van deze deelname zijn: - leerlingen met een indicatie voor voortgezet speciaal onderwijs, - leerlingen met een indicatie voor praktijkonderwijs, - leerlingen met een ontwikkelingsperspectief, - leerlingen die kort in Nederland verblijven (4 jaar) en het Nederlands onvoldoende beheersen, - Leerlingen die pas in groep 7 of 8 zijn ingestroomd. c. Tijdens de schoolloopbaan maken we gebruik van de toetsen van het C.I.T.O.-leerlingonderwijs volg systeem (LOVS). Ook hier zijn we gericht op bovengemiddelde resultaten. d. De resultaten van het LOVS worden 2 x per jaar geagendeerd op de bouwvergadering. Bij deze vergadering wordt zowel gekeken naar individuele leerlingen als naar de resultaten van de hele groep. Voor groeps-, school-, en individuele overzichten maken we gebruik van dwarsdoorsneden, trendanalyses, groepsanalyses en overzichten vaardigheidsgroei. e. In elke groep worden ook methodegebonden toetsen afgenomen. Deze toetsen geven de leerkracht informatie over de wijze waarop de leerlingen de leerstof van de afgelopen periode hebben verwerkt.
L.
Speerpunten strategisch beleid MOVARE Door deze keuzes in ons aanbod en door de keuzes m.b.t. onze schoolspeerpunten dragen we ook bij aan de speerpunten die de Onderwijsstichting Movare in haar strategisch beleidsplan 2010-2014 heeft geformuleerd:
MOVARE verzorgt boeiend en passend onderwijs als in 2014 de volgende speerpunten nader zijn geconcretiseerd en uitgewerkt: de vormgeving van het onderwijs zet kinderen aantoonbaar aan tot samenwerken en de leerkracht heeft hierbij niet alleen een sturende maar ook een begeleidende rol; de vormgeving van het onderwijs maakt het aantoonbaar mogelijk dat leerarrangementen aansluiten op de specifieke behoeften van individuele kinderen; de vormgeving van het onderwijs stelt de leerlingen aantoonbaar in staat zich de leerstof eigen te maken, inzicht te verwerven in de samenhang en het geleerde toe te passen in nieuwe situaties; de vormgeving van het onderwijs biedt aantoonbaar mogelijkheden systematisch gebruik te maken van nieuwe media;
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 25 van 67
M.
Eigen onderwijskundige opdrachten Buiten de wettelijk vastgestelde leerinhouden heeft onze school geen eigen onderwijskundige opdrachten.
8. LEERLINGENZORG Leerlingenzorg: kaders Onze leerlingenzorg vindt plaats binnen de kaders van het rijksbeleid (Passend Onderwijs), het Zorgplan van het Samenwerkingsverband en de wijze waarop MOVARE invulling geeft aan de invoering van passend, boeiend en opbrengstgericht onderwijs. Wanneer we over leerlingenzorg spreken, bedoelen we de onderwijszorg voor álle leerlingen op onze school. We denken daarbij meer in termen van afstemming en minder in termen van hulpverlening. Wat zijn de belangrijkste uitgangspunten en kenmerken van onze leerlingenzorg? Uitgangspunten en kenmerken m.b.t. deze kaders: 1.
Handelingsgerichtheid: Wij gaan uit van behoeften van kinderen in plaats van tekortkomingen van kinderen. Het gaat dus niet om de vraag: wat heeft dat kind, maar de vraag: wat heeft dat kind nodig? M.a.w.: wat vraagt dat kind van ons om de volgende stap te kunnen maken!
2.
Preventie: Onze leerlingenzorg richt zich niet alleen op het helpen bij problemen, maar zeker ook op het voorkomen van problemen. Zorgpreventie is voor de school van groot belang. Goed onderwijs is daarbij de krachtigste factor. De professionaliteit van de leerkrachten speelt bij deze preventieve zorg een sleutelrol. Effectieve instructie en effectief klassenmanagement met een stevige pedagogisch-didactische basis en een positieve grondhouding zijn daarbij gevraagd. Die positieve grondhouding van de leerkracht zorgt er voor dat een kind zich veilig en geaccepteerd voelt ook met zijn beperkingen. Binnen het kader van deze preventieve gerichtheid speelt de samenwerking met peuterspeelzaal “Pimpeloentje” ook een belangrijke rol. Om bij de aanmelding zo goed mogelijk op de hoogte te zijn van de beginsituatie en ontwikkeling van leerlingen hebben we sinds oktober 2010 een uitgebreid aanmelding en intake formulier. Het zwaartepunt van de begeleiding van leerlingen ligt daarom bewust in de onderbouw (o.a. het werken met de zogenaamde voorschotbenadering), maar ook in de groepen 3 – 4 en 5.
3.
Samenwerking in de keten van jeugdvoorzieningen: Om onze kinderen goed te kunnen begeleiden bij hun ontwikkeling werkt onze school samen met externe partners: - Peuterspeelzaal Pimpeloentje. - Onderwijsbegeleiding & Ontwikkeling Movare. - Schoollogopediste bekostigd door de gemeente Brunssum (O2). - Samenwerkingsverband 55.01. - Zorgadviesteam Brunssum-Oost. - Schoolmaatschappelijk werk. - Centrum voor Jeugd en Gezin. - Bureau Jeugdzorg. - Xonar. - Bureau Voortijdig Schoolverlaten. - Wijkagent. - Jeugdarts.
4.
Samenwerking met ouders: Wanneer wij werken aan de aanpak van een probleem betrekken wij de ouders daar zo veel mogelijk bij, hoe moeilijk dat soms ook kan zijn. Wij bespreken dan niet louter het probleem en de achterliggende oorzaken, maar zoeken vooral ook gezamenlijk naar constructieve oplossingen. (Meander met elkander)
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 26 van 67
5.
Het onderwijszorgprofiel: Dit profiel is opgesteld op basis van een studiedag georganiseerd door AVS. Dit profiel bepaalt de breedte van ons handelen. Wat kunnen we al. Wat kunnen we niet, maar willen we wel kunnen en wat kunnen we niet en willen we ook niet kunnen. Voor ons concrete zorgprofiel zie bijlage 4.
Leerlingenzorg: organisatie Het Samenwerkingsverband beschrijft onderwijs en zorg in niveaus. Deze niveaus dienen als uitgangspunt voor het beschrijven van onze leerlingenzorg. Schematisch zien deze niveaus er zo uit:
Zorgniveau 1: Goed onderwijs in de klas 1.
Wij geven groepsgewijs onderwijs waarbinnen wordt gedifferentieerd. Dat is de basis van de algemene zorg in de groep.
2.
Wij geven bij de kernvakken in alle groepen instructie volgens het “directe instructiemodel”. Dit model kenmerkt zich door een aantal fasen: inleiding: terugblik, vooruitblik, voorkennis activeren en doel formuleren, kern: instructie, begeleid inoefenen en zelfstandige verwerking, afsluiting: evaluatie en vooruitblik.
3. -
De verantwoordelijkheid binnen zorgniveau 1 ligt bij de groepsleraar. Deze draagt zorg voor: een goed onderwijsaanbod , een goede registratie van toets resultaten, een goede (fouten)analyse van toets gegevens, en goede verslaglegging van gesprekken, een goede informatie-uitwisseling tussen school en ouders.
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 27 van 67
Zorgniveau 2: Omgaan met verschillen 1.
Op dit niveau ontvangen leerlingen extra zorg in de groep.
2.
In iedere groep zitten leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften. Onze school gaat met ingang van schooljaar 2011-2012 werken met groepsplannen. Dit betekent dat leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften worden geclusterd. Dat betekent dat we bij de start op het gebied van technisch lezen toewerken naar het leren maken van groepsoverzichten en vandaaruit groepsplannen. Vanuit de groepsplannen leren werken met het convergente differentiatiemodel. Differentiatie binnen het groepsplan, voor het werken met de 1-zorgroute maakt het niet uit of een school convergent of divergent differentieert. Beide vormen zijn prima in een groepsplan te verwerken. Het uitgangpunt is altijd de huidige situatie. Deze wordt weergegeven in het groepsoverzicht. Onder convergente differentiatie verstaan we dat een groep bij elkaar blijft. Binnen een aangeboden leerstofonderdeel wordt gedifferentieerd, bijvoorbeeld door middel van het aanbieden van verrijkingsstof en herhalingsstof. Ook de instructie kan aangepast worden: korte instructie of juist herhaalde instructie. Na het leerstofonderdeel gaat de hele groep verder naar de leerstof die behoort bij het volgende doel uit de leerlijn. In het groepsplan worden nagenoeg dezelfde doelen voor alle subgroepen nagestreefd. Divergente differentiatie houdt in dat er binnen de groep niveauverschillen aanwezig zijn. Dit betekent dat de leerkracht op meerdere niveaus instructie geeft en dat de verwerking ook op meerdere niveaus plaatsvindt. In het groepsplan worden per subgroep vaak aparte doelen (of doelengroepen) geformuleerd. Convergente of divergente differentiatie betekent in de praktijk niet dat het aantal sub groepjes in de laatstgenoemde vorm groter is. Dit wordt namelijk bepaald door met name de managementvaardigheden van de leerkracht om met meerdere sub groepjes om te gaan
3.
De basis van onze leerlingenzorg wordt dus gevormd door het werken met groepsplannen. Elke periode maakt de groepsleerkracht een plan, waarin staat op welk niveau de leerlingen hun onderwijsaanbod krijgen. In dit groepsplan wordt rekening gehouden met de verschillen tussen leerlingen. Op deze wijze wordt het onderwijsaanbod afgestemd op de leerlingen en wordt er planmatig en cyclisch gewerkt. De verantwoordelijkheid binnen zorgniveau 2 ligt bij de groepsleraar. Deze draagt zorg voor: - extra zorg in de groep, - een goed onderwijsaanbod, - een beredeneerd groepsplan, - een goede registratie van toets resultaten, - een goede verslaglegging van gesprekken, - een goede informatie-uitwisseling tussen school en ouders.
Zorgniveau 3: Extra begeleiding in de school Op dit niveau gaat het om speciale zorg na intern onderzoek. Kenmerken: 1.
-
2.
Begeleiding en/of ondersteuning van de Intern Begeleider In een aantal gevallen is /wordt de Intern Begeleider van de school betrokken bij het ontwikkelingsproces van leerlingen. De Intern Begeleider kan de leerkracht helpen door: samen met de leerkracht het probleem in kaart te brengen, samen met de leerkracht een handelingsplan op te stellen waarbij gebruik gemaakt wordt van specifieke remediërende materialen, tijdens groepsbesprekingen of leerling besprekingen na te gaan, welke begeleiding of welk onderwijsaanbod geschikt is voor de leerlingen. Werken met handelingsplannen Leerlingen met duidelijke ontwikkelingsproblemen worden geholpen via een individueel handelingsplan of een groepshandelingsplan. In dit handelingsplan staat informatie over
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 28 van 67
het probleemsignaal, de diagnose, de leerdoelen en de middelen om het doel te bereiken, de rol van de ouders en de evaluatie. 3.
Consultatie Onze school wordt gedurende het schooljaar ondersteund door een medewerker van O&O MOVARE. Deze orthopedagoog of psycholoog kan met de school meedenken over de mogelijkheden t.a.v. het verbeteren van het onderwijs en de zorg. Soms kan dit via observaties van de onderwijssituatie, soms door het verrichten van diagnostisch onderzoek.
4.
Binnen zorgniveau 3 zijn de groepsleerkracht en intern begeleider samen verantwoordelijk. Zij maken afspraken over: - de begeleiding / ondersteuning, - goede registratie van toets resultaten, - goede verslaglegging van gesprekken, - goede informatie-uitwisseling tussen school en ouders.
Zorgniveau 4: Extra begeleiding buiten de school Op dit niveau wordt op basis van een begeleidingsplan speciale zorg geboden na (extern) onderzoek. Belangrijke kenmerken van de zorg en begeleiding voor leerlingen waarbij de leerkracht hulp inschakelt van externe partners, zijn: 1.
Consultatie Ook op dit niveau denkt de orthopedagoog of psycholoog met de school mee over de mogelijkheden van de school om leerlingen zo optimaal mogelijk te begeleiden en goed onderwijs te kunnen geven. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan om de problematiek beter in kaart te brengen. Dit onderzoek kan bestaan uit observaties, gesprekken of een gestandaardiseerde test.
2.
Ontwikkelingsperspectief Ofschoon we voor elk kind streven naar onderwijs samen met de groep, is het soms noodzakelijk om het onderwijsaanbod voor 1 of meer vakgebieden aan te passen. Voor deze leerling wordt gekeken naar het perspectief van de ontwikkeling: wat is het eindniveau van de basisschool voor dit vakgebied? Wanneer het eindniveau lager is dan het niveau “begin groep 8”, wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Dit gebeurt in samenwerking met ouders en externen. Zie verder hoofdstuk 5.
3.
Opstellen van een begeleidingsplan Op schoolniveau wordt samen besloten tot overstap naar zorgniveau 4. De Intern Begeleider coördineert de zorg. De Intern Begeleider en de groepsleerkracht stellen in samenwerking met ouders een begeleidingsplan op.
4.
Verantwoordelijkheid van de Intern Begeleider Binnen zorgniveau 4 is de Intern Begeleider verantwoordelijk. De Intern Begeleider draagt zorg voor: - goede verslaglegging van gesprekken, - goede informatie-uitwisseling tussen school en ouders, - schriftelijke toestemming van ouders in geval van extern onderzoek.
Zorgniveau 5: Verwijzing Kenmerken van de zorg en begeleiding voor leerlingen waarbij de school onvoldoende kan aansluiten bij de ontwikkeling van de leerlingen, zijn: 1.
Verwijzing naar het Speciaal Basisonderwijs (SBO) Scholen voor speciaal basisonderwijs zijn basisscholen bedoeld voor: - moeilijk lerende kinderen; - kinderen met opvoedingsmoeilijkheden; - alle andere kinderen die speciale zorg en aandacht nodig hebben.
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 29 van 67
Indien van toepassing wordt samen met ouders het traject doorlopen om te komen tot verwijzing naar een school voor Speciaal Basisonderwijs. 2.
De Permanente Commissie Leerlingenzorg Parkstad De Permanente Commissie Leerlingenzorg Parkstad beoordeelt de toelaatbaarheid van leerlingen tot SBO. Voor de precieze taakomschrijving van de PCL zie bijlage het zorgplan.
3.
Verwijzing naar het Speciaal Onderwijs (SO) Scholen voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs zijn bedoeld voor lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk gehandicapte leerlingen en voor leerlingen met psychiatrische of gedragsproblemen. Indien van toepassing wordt samen met ouders het traject doorlopen om te komen tot verwijzing naar een school voor Speciaal Onderwijs.
Algemene opmerkingen: Gedragscode Onze school hanteert een gedragscode. In deze gedragscode staan regels en afspraken die betrekking hebben op leerlingen, leerkrachten en ouders. De afspraken richten zich op machtsmisbruik en seksuele intimidatie, pesten, lichamelijk en geestelijk geweld, racisme en discriminatie, gebruik van computer en internet, privacy en klachtrecht. Deze gedragscode vormt het kader waarbinnen leerkrachten de groepsregels, zo veel mogelijk samen met de leerlingen, afspreken. Protocol kindermishandeling en huiselijk geweld Naar verwachting treedt in 2011 de “Wet Verplichte Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling” in werking. In het kader van kwaliteitszorg wordt de plicht opgelegd een meldcode te hanteren voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Alle MOVARE-scholen worden hierin begeleid door het R.A.K. (Regionale Aanpak Kindermishandeling). Verwijsindex risicojongeren Dit is een instrument dat in de regio Parkstad wordt gebruikt door alle ketenpartners in het onderwijs en de jeugdzorg. In geval van een vermoeden van kindermishandeling zal de medewerker doorgaans niet alleen de stappen van de meldcode zetten, maar daarnaast ook moeten overwegen of een melding zou moeten worden gedaan in de verwijsindex risicojongeren (0-23 jaar). Deze verwijsindex heeft tot doel om medewerkers die met hetzelfde kind te maken hebben met elkaar in contact te brengen als zij beiden risico’s signaleren met betrekking tot, kort gezegd, een onbedreigde ontwikkeling naar volwassenheid van de leerling. Doel daarvan is te komen tot een gezamenlijke aanpak van de problematiek van de leerling en zijn gezin. We wijzen er met nadruk op dat de het niet gaat om een keuze tussen een melding in de verwijsindex of de stappen van de meldcode, maar dat beide acties bij vermoedens van kindermishandeling aan de orde zijn omdat ze elkaar ondersteunen. Beleid m.b.t. rugzakleerlingen Rugzakleerlingen zijn kinderen met een handicap of beperking die gebruik maken van leerlinggebonden financiering (LGF). Het doel van LGF is de emancipatie en integratie van leerlingen met een handicap in het reguliere onderwijs te bevorderen. Onze school is er van overtuigd dat het goed is voor kinderen met een beperking om in hun eigen buurt naar school te kunnen en dat ze mede daardoor beter integreren in de maatschappij. Deze kinderen horen er bij en een bijkomend voordeel is dat andere kinderen op deze manier leren omgaan met kinderen met een beperking. Zie bijlage 5 voor ons stappenplan rugzakleerlingen.
9. PERSONEELSBELEID Als werkgever stelt het College van Bestuur van MOVARE het personeelsbeleid vast; het beleid is van toepassing op alle medewerkers werkzaam bij MOVARE. De taak van de schooldirecties is op schoolniveau uitvoering te geven aan dit beleid. Belangrijke onderdelen uit dit personeelsbeleid zijn: 1. wet Bio en bekwaamheidsdossier (Bardo-systeem), 2. invoering functiemix, Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 30 van 67
3. 4. 5. 6. 7. 8.
taakbeleid, mobiliteit, team scholing, begeleiding op de werkvloer, gesprekkencyclus, gebruik van het HR3P-model.
Voor de schoolleiding is het zaak om op schoolniveau uitvoering te geven aan het stichtingsbeleid. De hierboven genoemde punten in de praktijk te brengen door: 1. teamleden vanuit een gemeenschappelijke visie te laten werken, 2. de bij de visie horende deskundigheid voortdurend op peil te houden, 3. teamleden op hun competenties aan te spreken, 4. competentiemanagement toe te passen, 5. beginnende leerkrachten op te vangen en te begeleiden, 6. boventalligheid tijdig te bespreken, 7. verzuim te monitoren, 8. instrumenten voor personeelsbeleid samenhangend in te zetten, 9. uitvoering te geven aan de speerpunten op basis van resultaten en bevindingen van het begin 2011 gehouden MOVARE-medewerkers onderzoek. Speerpunten strategisch beleid MOVARE Deze keuzes in ons schoolbeleid passen bij de speerpunten die MOVARE in haar strategisch beleidsplan 2010-2014 heeft geformuleerd:
MOVARE is boeiend en (ver)bindend als in 2014 de volgende speerpunten zijn gerealiseerd:
10.
directeuren gedragen zich aantoonbaar als leidinggevende, hebben een voorbeeldfunctie en stimuleren hun medewerkers vanuit een ‘lerende’ opstelling door: het onderwijskundig handelen aantoonbaar te verantwoorden; de gemeenschappelijke visie te ontwikkelen en levend te houden; optimale randvoorwaarden voor goed onderwijs te hebben gerealiseerd; planmatig onderwijs aantoonbaar te hebben verbeterd en doelgericht te werken aan kwaliteit; initiatieven gericht op het ontwikkelen van de medewerkers aantoonbaar te stimuleren; kwaliteitskenmerken voor boeiend/passend onderwijs worden als uitgangspunt gehanteerd voor verdere ontwikkeling van onderwijspersoneel door: het bekwaamheidsdossier als uitgangspunt en toets te laten dienen. Iedere leerkracht dient te beschikken over een bekwaamheidsdossier, waarin scholing wordt bijgehouden; kwalitatieve strategische personeelsplanning (SPP) is onderdeel van het strategisch personeelsbeleid: het kwalitatieve en kwantitatieve personeelsbestand is aantoonbaar in overeenstemming gebracht met de afnemende bekostiging ten gevolge van demografische ontwikkelingen; levensfasebewust personeelsbeleid is gerealiseerd; de aanwezige capaciteiten, kwaliteiten en talenten van de medewerkers worden optimaal benut (competentiemanagement); interne en externe mobiliteit vanuit het perspectief van loopbaanontwikkeling wordt aantoonbaar bevorderd; het boeien en (ver)binden wordt tweejaarlijks gemeten via een medewerkers onderzoek. KWALITEITSBELEID Algemeen Als wij het hebben over kwaliteitszorg bedoelen we dat we op een gestructureerde manier de goede dingen nog beter proberen te doen. Dat beter doen is onze collectieve ambitie. Het gaat in de kern om vijf vragen: a. Doen wij de goede dingen? b. Doen wij die dingen ook goed? c. Hoe weten wij dat? d. Vinden anderen dat ook? e. Wat doen wij met die wetenschap Data Kwaliteit moet blijken. Daarom verzamelen onze leerkrachten gegevens over de ontwikkeling van onze leerlingen tot en met het einde van de basisschool. Daarmee
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 31 van 67
bezitten wij een schat aan informatie. Om het onderwijs te verbeteren (op leerling-, groeps- en schoolniveau) willen we leren nog beter gebruik te maken van deze uitkomsten. We willen ons scholen om de uitkomsten te analyseren, te begrijpen en te vertalen naar concrete voorstellen voor verbetering. Op deze manier wordt het afnemen van toetsen een hulpmiddel om ons onderwijsproces te verbeteren (zie hoofdstuk 5 analyse van de huidige situatie). Kwaliteit moet ook blijken als het gaat om het personeel. Daarom verzamelt de directie gegevens over de ontwikkeling van het personeel. Deze gegevens worden onderdeel van het bekwaamheidsdossier. Onze school maakt daarbij gebruik van het op stichtingsniveau afgesproken Bardo-systeem. Relatie personeelsbeleid Kwaliteitszorg heeft een directe relatie met integraal personeelsbeleid. De kwaliteit staat en valt immers met de mensen voor de klas. Binnen de school willen we daarom beter worden om continue te werken aan een sfeer waarin we met elkaar over de resultaten van het onderwijs spreken, elkaar feedback geven en waar plaats is voor coaching en intervisie. Een voorbeeld is de zorgbespreking annex groepsplannen bespreking 4x in het schooljaar per bouw. Inventarisatie gegevens Om gegevens te verzamelen, maken we gebruik van de volgende middelen: a. Gesprekken met leerkrachten. De directie voert in de gesprekscyclus werkgesprekken, popgesprekken, en functioneringsgesprekken met medewerkers. Doel van de gesprekken is het vergroten van de kwaliteit van onderwijs en het welbevinden van de medewerkers. Het functioneren van leidinggevenden wordt besproken met de regiodirecteur, b. klassenbezoeken (aan de hand van kijkwijzers), c. CITO-LOVS, d. methodegebonden toetsen, e. resultaten voortgezet onderwijs, f. risicoprofiel Movare, g. toezicht onderwijsinspectie, h. leerling tevredenheidspeilingen, i. personeelstevredenheidspeilingen, j. Oudertevredenheidspeilingen. Periodisering Het meten (en weten) van gegevens is nog geen kwaliteitszorg. We realiseren ons dat we de gegevens moeten analyseren en interpreteren, dat we verbeteringen moeten plannen en realiseren en na verloop van tijd weer opnieuw moeten meten. De kwaliteitszorg van onze school is daarom een cyclisch proces, waarbij we gebruik maken van de zgn. PDCA-cirkel (Plan-Do-Check-Act).
INK-model
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
Tevredenheidspeilin g
Toezicht inspectie
Risicoprofiel MOVARE
Resultaten VO
Methodegebonden toetsen
CITO
Klassenbezoeken
Gesprekken met personeel
Het meten (en weten) van gegevens is nog geen kwaliteitszorg. We willen ook beoordelen of we met deze instrumenten voldoende informatie verzamelen. Daarom maken we gebruik van het INK-model om te bezien of de verzamelde informatie robuust genoeg is.
pagina 32 van 67
Visie en beleid
x
x
Personeel
x
x
x
Leiderschap en management Cultuur en klimaat
x
x
x
x
x
Middelen en voorzieningen Management van processen Waardering door personeel Waardering door leerlingen Waardering door ouders Waardering door de maatschappij Eindresultaat
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x x
x
x
x
x
Uit het schema blijkt dat alle aandachtsvelden van het INK-model aan de orde komen. De informatieve dekking is dus voldoende.
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 33 van 67
Speerpunten strategisch beleid MOVARE Die gerichtheid op kwaliteit draagt ook bij aan de speerpunten die in het strategische beleidsplan 2010-2014 van MOVARE zijn opgenomen:
MOVARE is verbindend naar binnen en naar buiten als in 2014 de volgende speerpunten zijn gerealiseerd: strategische partners: MOVARE is er in geslaagd om de strategische partners in de regio (zoals provincie, gemeenten en woningcorporaties) en de inhoudelijke partners in de regio (organisaties voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) op één lijn te krijgen ten aanzien van de realisatie van het krimpscenario. Nieuwbouwprojecten worden ‘duurzaam’ gebouwd, waarbij flexibel, multifunctioneel, hoogwaardige kwaliteit en conceptmatig de kernbegrippen zijn; MOVARE is er in geslaagd om samen met gemeenten de bestaande huisvesting zowel technisch, functioneel als wat betreft benodigde omvang in die staat te brengen waardoor het mogelijk is onderwijskundige doelen van de school in relatie tot de omgeving te realiseren; MOVARE neemt actief deel aan euregionale samenwerkingsprojecten; alle MOVARE-scholen voeren regelmatig overleg met buurtnabije partners over schoolse activiteiten. (onderwijs)inhoudelijke partners: alle MOVARE-scholen maken bij de sociaal-emotionele competentie-ontwikkeling van kinderen gebruik van moderne communicatiemiddelen; alle MOVARE-scholen hebben oplossingen ontwikkeld voor de woord- en beeldcultuur in relatie tot de snelle ontwikkeling van de informatie- en communicatietechnologie; MOVARE onderscheidt zich door een wetenschappelijke onderbouwing te realiseren voor de keuzes die MOVARE maakt bij onderwijsbegeleiding- en ontwikkeling. Hiertoe heeft MOVARE een samenwerking met Universiteit Maastricht op het gebied van wetenschappelijk onderzoek in relatie tot de onderwijspraktijk gerealiseerd; MOVARE heeft samenhang gerealiseerd tussen onderwijs, zorg en sport op school-, regio- en stichtingsniveau om een bijdrage te leveren aan de gezondheid van kinderen. Hiertoe heeft MOVARE een samenwerking met Huis voor de Sport Limburg tot stand gebracht. het afleggen van verantwoording: MOVARE werkt structureel aan het behoud en de versterking van de identiteit van de scholen door middel van identiteitsgerichte visitaties; de permanente commissie Identiteit en de werkgroep Identiteit organiseren identiteit versterkende activiteiten; MOVARE legt periodiek (horizontaal) verantwoording af aan partners; bij de monitoring van de kwaliteit wordt gebruik gemaakt van het INK-model; alle MOVARE-scholen hebben een functionerende ouderraad c.q -vereniging; MOVARE voert op gestructureerde wijze gesprekken met de onderwijsinspectie over de uitvoering en invulling van het schooltoezicht; MOVARE werkt periodiek met interne en externe tevredenheidsonderzoeken.
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 34 van 67
11.
FINANCIEEL BELEID
MOVARE heeft in haar financieel beleid gekozen voor een systeem waarbij alle gelden op centraal (bestuurs)niveau gealloceerd worden. Van daaruit vindt verdeling naar de scholen plaats. Verdeling van zowel formatieve als materiële middelen. Bij de toedeling van formatieve middelen gaat men uit van de gemiddelde kosten van de diverse functies (gemiddelde personeelslast op bestuursniveau). De functie leerkracht kost 1,0000 fte en hiervan worden de overige functiekosten afgeleid. Op deze manier wordt voorkomen dat bij personele inzet leeftijd een rol speelt. Elke school ontvangt de formatieve middelen op basis van de T-systematiek (aantal leerlingen per teldatum lopende schooljaar). De materiële middelen worden toegedeeld op basis van de zgn. T-1 systematiek (aantal leerlingen per teldatum voorgaande schooljaar). Directeuren van MOVARE werken binnen de kaders van een door het College van Bestuur vastgestelde begroting. Om “in control” te blijven, maken ze gebruik van :
a. b. c. d. e. f. g. h. i. j.
Leerlingprognoses Formatieoverzichten Maandelijkse exploitatieoverzichten Schoolbudgetten Meerjareninvesteringsbegrotingen onderwijsleerpakket Meerjareninvesteringsbegrotingen onderhoud Meerjareninvesteringsbegrotingen ict Meerjareninvesteringsbegrotingen inventaris en meubilair Nascholingsplannen Projectplannen
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 35 van 67
12.
PLANNINGSMATRIX
Onderwerp Hoofdstuk 4
2011 - 2012
ICT
Lezen
Scholing smartboards teambreed
Techniek Hoofdstuk 5 OPP
LB-functie Hoofdstuk 6 Methodieken Personeel
Hoofdstuk 7 Referentieniveaus
Aanbod en werkwijze groepen 1 en 2
2013 - 2014 Interne aandacht voor doelen en leerlijnen Scholing Resultaten Borgen
2014 - 2015 Doelen en leerlijnen herijken Scholing Resultaten Borgen
Movare Project Leesverbetering Scholing team Implementatie
Scholing team Implementatie
Verdere verdieping van de beginnende geletterdheid
Vervolg verdieping en borgen (mogelijk bijsturen proces)
Stand van zaken; wat is nog nodig?
Zie 2013-2014
Doorgaande lijn taal / lezen groep 1 – 4 vervolg
Doorgaande lijn taal / lezen groep 1–4 vervolg
Stand van zaken; wat is nog nodig?
Professionalisering team omtrent dyslexie Vanuit de analyse van de LOVS data een vertaalslag leren maken naar groepsplannen door O&O Techniek coach in school
Professionalisering team omtrent dyslexie Vanuit groepsplannen leren werken met het convergente differentiatie model
Stand van zaken; wat is nog nodig? Verdere verdieping en borgen van resultaten
Techniek coach in school
Techniek coach in school
Movare breed starten met OOP
Verdieping vervolg
Verdieping vervolg
Verdieping vervolg
Invulling 1 fte Taakprofiel gericht op taalcoördinator
n.v.t.
n.v.t.
Aantal LB functies is op orde
Keuze jaar Voortgezet technisch lezen Nieuwe collegae dient het innovatief vermogen van school te behouden en borgen en blijven vergroten
Invoeren van keuze
Keuze jaar meerdere vakgebieden Zie 2011-2012
Prioriteiten stellen
Onderwerp bekend maken in het team, implicaties in beeld krijgen, onderzoek methodes.
Referentie niveaus inbedden in het onderwijsen zorgsysteem.
Referentie niveaus inbedden in het onderwijsen zorgsysteem.
Scholing via Movare Traject Leesverbetering Aanpak beginnende geletterdheid
Scholing Implementatie Werkwijze en organisatie groep
Referentie niveaus inbedden in het onderwijsen zorgsysteem. Scholing Implementatie
Doorgaande lijn taal / lezen groep 1 – 4
Leerling zorg
2012 - 2013
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
Zie 2011-2012
Zie 2013-2014
Verdere verdieping en borgen van resultaten Stand van zaken; wat is nog nodig?
Zie 2011-2012
Scholing Implementatie
pagina 36 van 67
Aanbod en werkwijze groepen 3 t/m 8
Scholing via Movare Traject Leesverbetering Aanpak Technisch lezen Begrijpend lezen
Hoofdstuk 8 Zorgniveau 1
Zorgniveau 2
OOP Gedragscode Hoofdstuk 9 Uitwerking acties Wet BIO: Bardo Bekwaamheids Dossier Gesprekscyclus
Scholing aanpak klassenmanagement Centraal thema: Leren werken met groepsplannen. (Zie o.a. PO-raad: Werken met groepsplannen) Ondersteuning bij invoering door O&O
Scholing via Movare Traject Leesverbetering Aanpak Technisch lezen Begrijpend lezen
Scholing Implementatie
Scholing Implementatie
Hernieuwde Scholing Model Directe Instructie Controle middels kijkwijzer Scholing aanpak klassenmanagem ent Centraal begrip: groepsplan
Implementatie Controle middels kijkwijzer
Implementatie Controle middels kijkwijzer
Scholing Implementatie
Scholing Implementatie
Onderhoud
Onderhoud
Implementatie
Herijken Acties bekend maken in team en competenties medewerkers in kaart brengen. Verslaglegging m.b.v. Bardosysteem
Implementatie Bardo Bekwaamheids Dossier
Implementatie Bardo Bekwaamheids Dossier
Implementatie Bardo Bekwaamheids Dossier
Verslaglegging m.b.v. Bardosysteem
Verslaglegging m.b.v. Bardosysteem
Verslaglegging m.b.v. Bardosysteem
Scholing directie gespreks techniek
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 37 van 67
Jaarplan 2011-2012
Onderwerp
Wie
Verbeterdoel
Leerstofaanbod lezen in samenhang met Kwaliteitszorg
Directie en team
Doel: Verbetering opbrengsten technisch lezen. Streefdoel voor 2014: 85% op niveau A,B,C
Leerlingenzorg
Hoe: a) b) c)
Deelname leesverbeteringstraject MOVARE Algemene studiedag met Kees Vernooy Studiedag CPS beginnende geletterdheid groepen 1 en 2 Studiedag CPS klassenmanagement en dan met name rol van het groepsplan d) Ondersteuning op de werkvloer door O&O.
Team groep 1 en 2
Doel: verdere verdieping van de beginnende geletterdheid groep 1 en 2; inzet van het leeskastje en toewerken naar 15 letters beheerst. Begeleiding door Ingrid Schulinck (O&O)
Team groep 1 t/m 4 IB Directie Team Groep 1 t/m 8 IB Directie
Doorgaande lijn taal / lezen groep 1 t/m 4 vaststellen om de juiste interventies te kunnen toepassen. Wellicht een match te maken met het leesverbeterplan.
Directie Team
Doel: kennis vergroten / professionalisering van het team op het gebied van dyslexie.
Doel: Verbeteren leerlingenzorg Hoe: a)ondersteuning van de IB bij het bewaken en coördineren van het proces van signaleren en remediëren (voorschot benadering) binnen de beginnende geletterdheid. b) ondersteuning O&O bij invoering Individueel Ontwikkelings Perspectief c) consultaties voor leerkrachten bij zorgleerlingen op het gebied van de spraak- taalontwikkeling. d) samen met het onderbouw team de criteria voor kleuterverlenging onderzoeken. e) 3 x per jaar zorgbespreking per bouw (groepsplannen).
Opbrengsten
Directie Team
Doel: Continue aandacht voor opbrengsten Hoe: a) vanuit de analyse van de data van het LOVS een vertaalslag leren maken naar groepsoverzichten, groepsplannen. Vanuit deze groepsplannen leren werken met het convergente differentiatiemodel.
Professionalisering
Directie
Doel: Bevordering professionaliteit Hoe: a) klassenconsultaties “onaf gesproken” met kijkwijzer. b) verder vormgeven van het bekwaamheidsdossier. Eind 2011 is er van iedere leerkracht een digitaal bekwaamheidsdossier.
Integraal Personeelsbeleid
Directie Team
Doel: Implementatie Integraal Personeelsbeleid Hoe: a) Wet Bio b) Personeelsdossier c) Gesprekscyclus, volgens Movare schema.
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 38 van 67
FORMULIER "Instemming met schoolplan"
School:
Basisschool Meander
Adres:
De Insel 23
Postcode/plaats:
6442 AJ Brunssum
-------------------------------------------------------------------------------------------------VERKLARING Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met het van 1-8-2011 tot 1-8-2015 geldende schoolplan van deze school.
Namens de MR, Brunssum, 01-07-2011 ________________________ handtekening Dhr. J. Schütz Voorzitter M.R. Basisschool Meander
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 39 van 67
FORMULIER "Vaststelling van schoolplan"
School:
Basisschool Meander
Adres:
De Insel 23
Postcode/plaats:
6442 AJ Brunssum
-------------------------------------------------------------------------------------------------VERKLARING Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het van 1-8-2011 tot 1-8-2015 geldende schoolplan van deze school vastgesteld.
Namens het bevoegd gezag, Kerkrade 01-07-2011 ________________________ handtekening A. Kraak Voorzitter College van Bestuur i.o. G. van Kaam Regiodirecteur MOVARE
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 40 van 67
BIJLAGE 1: Leesverbeterplan MOVARE
1. Inleiding Recente onderzoekgegevens tonen aan dat leesresultaat niet afhankelijk is van contextfactoren. Betere leesresultaten van leerlingen kun je bereiken door effectief en efficiënt leesonderwijs te geven en door hier voldoende tijd voor in te roosteren. Dit is het vertrekpunt voor het MOVARE leesverbetertraject.
2. Doelstellingen en uitgangspunten van het traject Doelstellingen en ambities:
MOVARE wil tussen 2011 en 2015 het niveau van technisch lezen op haar scholen aanzienlijk verbeteren. De exacte formulering van een meetbaar doel wordt in het voorbereidend jaar 0 geformuleerd.
MOVARE wil in deze periode vanuit dit speerpunt een impuls geven aan de algemene didactische expertise van haar leerkrachten en aan de opbrengstgerichtheid van het onderwijs op haar scholen vanuit een benadering die we als “meetgestuurd” kenschetsen.
MOVARE koppelt het traject aan het verbeteren van begrijpend lezen, dat als een van de voorwaarden voor de verbetering van de kwaliteit van alle leeropbrengsten op de basisschool wordt beschouwd.
In jaar 0 worden de MOVARE doelen definitief vastgesteld. Deze doelen blijven uitgangspunt voor het volgen van de resultaten. De doelen worden per groep vastgesteld. Als richtlijn kan de volgende opzet benut worden:
Eind Eind Eind Eind Eind Eind Eind
groep groep groep groep groep groep groep
2: 2: 3: 4: 5: 6: 7:
minimaal 15 letters kennen. 85 % TVK beheersingsniveau A, B en C 85 % DMT beheersingsniveau A, B en C 85 % DMT beheersingsniveau A, B en C 85 % DMT beheersingsniveau A, B en C 85 % DMT beheersingsniveau A, B en C 85 % DMT beheersingsniveau A, B en C
Voor alle groepen vanaf groep 3 geldt bovendien: 90% A-D beheersing op de DMT. In het traject ligt de focus op het optimaliseren van het technisch lezen met als basis de groepen 1 tot en met 5 en de doorloop naar de groepen 6 tot en met 8. Uitgangspunt hierbij is dat “kinderen recht hebben op optimale ondersteuning om goede technische lezers te worden”. Voor het bereiken van dit uitgangspunt komen alle onderwijsvariabelen die hierop van invloed zijn aan bod. Dit betekent onder meer inzet op de volgende hoofdonderdelen met de daaronder vallende aspecten:
Fonemisch bewustzijn
Aanvankelijk leesonderwijs
Woordenschatonderwijs
Technisch leesonderwijs
Voortgezet technisch leesonderwijs
Leesmotivatie en onderhoud technisch lezen
Interventie gericht monitoren
De focus ligt dus op het technisch leesonderwijs als onverbiddelijke voorwaarde voor het werken aan goede begrijpende lezers. Het beïnvloeden van het begrijpend leesonderwijs is een effect van de focus. Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 41 van 67
Uitgangspunten MOVARE:
een traject voor alle scholen
accent van aanpak in de groepen 1 tot en met 5,
hogere leeropbrengsten en boeiend onderwijs,
op basis van eigen MOVARE doelen,
eerst met hulp daarna zelf,
versterken van het lerend vermogen,
differentiatie in aanpak,
mede sturen op eindresultaten met eigen begeleidingsdienst,
succes bepaalt door partnerschap,
kinderen hebben recht op goed onderwijs.
Een ander belangrijk uitgangspunt voor MOVARE is het principe van de toepassingsgerichte kennis. Dit betekent dat scholingen altijd gevolgd worden door ondersteuning op de werkvloer van de toepassing van de verkregen kennis. Effecten van scholingen worden zo gegarandeerd en geborgd. MOVARE kiest hierbij uitdrukkelijk voor het principe van inzet van O&O in samenwerking met te benoemen taalcoördinatoren per school. Dit betekent dat vanaf het eerste jaar garanties gegenereerd worden om de kennis en de kracht in de eigen organisatie een plek te geven en dit uit te bouwen als belangrijk borgingsmiddel. In de samenwerking met CPS zal hiervoor een planning en scholing worden opgezet. De scholing zal in de planning altijd voorlopen op de scholingsmomenten voor de leerkrachten van de afzonderlijke groepen. De inhoud heeft zowel betrekking op kennis, coaching als het aspect van coördinatie. Heel concreet betekent dit dat CPS verantwoordelijk is voor de scholingen en de inhoudelijke opzet van het totaaltraject en dat de ondersteuning op de werkvloer uitgevoerd wordt door zowel O&O als de taal coördinatoren. Verantwoordelijkheden met betrekking tot gedefinieerde resultaten worden hiermee gedeeld door beide partijen. In dit traject ligt de focus op het optimaliseren van het technisch lezen. Gekozen wordt om de scholingen te richten op de groepen 1 tot en met 5 waar de fundamenten gelegd worden voor het technisch lezen. Voor de doorgang van toepassing van de principes van effectief leesonderwijs is een informatieve scholingsbijeenkomst voor de leerkrachten van groep 6 tot en met 8 noodzakelijk in het eerste jaar. In het tweede jaar is herhaling hiervan voor deze groepen van belang en uitbreiding tot 2 bijeenkomsten. De uitgangspunten voor CPS bij de inhoudelijke vormgeving van het totale driejarige traject zijn gebaseerd op uitwerkingen van de volgende zes kenmerken van effectief onderwijs: 1.
doelen stellen,
2.
aanbod,
3.
tijd en extra tijd,
4.
effectieve instructie,
5.
vroegtijdig signaleren en reageren,
6.
monitoren.
Op schoolniveau gelden de volgende resultaten:
toename van de leerkrachtvaardigheden op het gebied van lezen en omgaan met verschillen (klassenmanagement), toename van onderwijskundig leiderschap op het gebied van lezen door bouwcoördinatoren, taalcoördinatoren, interne begeleiding en de schoolleiding, inzicht krijgen over de meest recente inzichten op het gebied van effectief leesonderwijs, het versterken van de doorgaande lijn en samenhang tussen technisch leesonderwijs, begrijpend luisteren, woordenschat, voortgezet technisch lezen naar goede resultaten op het gebied van begrijpend lezen binnen de school, het op schoolniveau kunnen handelen op basis van interventiegericht monitoren.
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 42 van 67
3. Schets van de trajectplanning We schetsen hier in hoofdlijnen het MOVARE leestraject. Voor de trajectjaren 0 , 1 en 2 doen we dat iets uitgebreider. Voor het trajectjaar 3 geven we een schets op hoofdlijnen. Voor dit MOVARE traject geldt dat er in beginsel wordt uitgegaan van een ondersteuningsperiode van vier jaar om de geformuleerde MOVARE projectdoelen te behalen. Daarbij zal in de opbouw van de activiteiten op de volgende manier toegewerkt worden naar blijvend resultaat:
Jaar 0: Schooljaar 2011-2012
Start met opleiding van taalcoördinatoren MOVARE. Er wordt hierbij maatwerk geleverd. Er zijn 2 scholingsgroepen waarin de basiskennis en de basisvaardigheden in 7 bijeenkomsten aan de orde komen en 1 scholingsgroep van gevorderden waarin deze kennis en vaardigheden in 3 bijeenkomsten aan de orde komen. Te bereiken resultaten bij de taalcoördinatoren:
-
Zelfstandig observaties en feedback kunnen geven;
-
Borgingsactiviteiten kunnen uitvoeren, waaronder scholing “nieuwkomers”;
-
Blijvend kennis verwerven en intern een systeem opzetten om deze kennis actueel te houden en te verspreiden;
-
Bijdrage kunnen leveren aan vormgeving school specifieke ondersteuning op basis van ervaringen bij observaties en coaching activiteiten;
-
Keuze met betrekking tot interventies in afstemming met interne begeleider.
Start met opleiding van O&O MOVARE. Hiervoor zijn 2 bijeenkomsten gepland.
Startbijeenkomst voor alle MOVARE-medewerkers. Datum 7 mei 2012.
Intake door O&O in de periode voor de zomervakantie 2012
Plaatsing “Bronnenboek Leesonderwijs” op intranet. Dit bronnenboek bevat onder meer de meest recente inzichten van taal-lezen, de toets kalender en alle informatie die nodig is om de projectdoelen te halen.
Voorbereidende activiteiten; Nulmeting: leerling-resultaten schooljaar 2010-2011. Gegevens per school geordend per regio inzichtelijk. Verder onder meer vaststellen scholingsgroepen, vormgeving startbijeenkomst, selecteren taalcoördinatoren, projectstructuur definitief maken, MOVARE einddoelen vaststellen, planning bijeenkomsten, afspraken communicatie en gebruik intranet, overzicht aantallen deelnemende leerkrachten per scholingsgroep, inventarisatie per school van gebruikte materialen/middelen/ methoden en toetsen ihkv het leesonderwijs, overzicht roostertijd lezen etc.
Jaar 1: Schooljaar 2012-2013
5 scholingsbijeenkomsten voor de taal coördinatoren
3 scholingsbijeenkomsten voor de volgende scholingsgroepen: a.
Scholingsgroep leerkrachten groep 1 en 2
b.
Scholingsgroep leerkrachten groep 3
c.
Scholingsgroep leerkrachten groep 4 en 5
d.
Scholingsgroep directies via het regioberaad
Deze scholingen lopen parallel aan cruciale toets momenten. Accent kennisoverdracht en didactisch handelen en rolafstemming en onderwijskundig leiderschap. Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 43 van 67
Een scholingsbijeenkomst voor de leerkrachten van de groepen 6 tot en met 8 tussen scholingsperiode 1 en 2.
Een ronde van school specifieke ondersteuning door O&O in de periode tussen scholingsbijeenkomst 2 en scholingsbijeenkomst 3.
Voortdurende projectafstemming met projectcoördinator en regiodirecteuren MOVARE.
Extra aandachtspunten voor jaar 1. In jaar 1 ligt het accent op scholingen voor wat betreft de actuele kennis van het juiste aanbod en interventies om het handelen in de groep vorm te geven op basis van bewezen effectieve werkwijzen. Tegelijkertijd ligt het accent op het versterken en optimaliseren van het didactisch handelen van de leerkracht. Ook hierbij geldt weer het principe van bewezen effectieve werkwijzen. Heel concreet betekent dit het kunnen toepassen van het interactieve gedifferentieerde directe instructiemodel. De differentiatie vindt plaats op basis van het principe van convergente differentiatie en wordt telkens vastgelegd in groepsplannen. Vormgeving van inhoud en overdracht interventies vindt altijd plaats op grond van leerlingresultaten. Dit betekent dat vanaf jaar 1 een helder systeem van monitoring geldt op basis van een door MOVARE en CPS samen vastgestelde toets kalender. De scholingen worden afgestemd op de cruciale momenten in het schooljaar en lopen dan ook parallel met de beschikbare/te verwachten monitorgegevens. De trend wordt altijd getoetst aan de door MOVARE vastgestelde te bereiken doelen aan het eind van dit driejarig traject. Als nulmeting gelden de opbrengsten van het schooljaar 2010-2011.
Jaar 2: Schooljaar 2013-2014 Karakter op basis van hoofdlijnen. Definitieve vormgeving afhankelijk van resultaten jaar 1.
Reflectie op leesverbeterplan jaar 1 door regiodirecteur, schooldirecteur en taalcoördinator.
2 scholingsbijeenkomsten voor de volgende scholingsgroepen: a.
Scholingsgroep leerkrachten groep 1 en 2
b.
Scholingsgroep leerkrachten groep 3
c.
Scholingsgroep leerkrachten groep 4 en 5
d.
Scholingsgroep directies via het regioberaad
Thema’s :voortzetting en onderhoud technisch lezen; adoptie woordenschat en begrijpend lezen.
2 korte informatieve bijeenkomsten voor leerkrachten groep 6 tot en met 8 te plannen in de periode september en januari.
2 momenten van school specifieke ondersteuning.
Voortdurende projectafstemming met projectcoördinator en regiodirecteuren MOVARE.
Jaar 3: Schooljaar 2014-2015 Karakter op basis van hoofdlijnen. Definitieve vormgeving afhankelijk van resultaten jaar 2.
4. Succesvoorwaarden Deze voorwaarden zullen zichtbaar moeten zijn op alle niveaus om efficiënt en effectief toe te kunnen werken naar de vastgestelde MOVARE ambities voor dit traject. Het werken en het versterken van deze voorwaarden dragen ertoe bij dat het eigenaarschap vergroot wordt en dat de afhankelijkheid van externe ondersteuning geleidelijk aan vermindert. Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 44 van 67
Bestuursniveau Het College van Bestuur: stelt in afstemming met de regiodirecteuren de ambities van MOVARE voor dit traject vast en faciliteert de realisatie hiervan waar mogelijk, stelt zich op vastgestelde momenten op de hoogte van de vorderingen, maakt zichtbaar op daartoe geëigende momenten betrokken te zijn op het traject, is aanwezig op cruciale momenten tijdens het traject. benoemt een interne projectcoördinator die in afstemming met de regiodirecteuren het “MOVARE Leesverbetertraject” begeleidt. De regiodirecteuren stellen lezen als prioriteit vast gedurende de looptijd van het traject binnen hun cluster van scholen, laten zich voortdurend informeren over de voortgang van het traject, bespreken gezamenlijk de voortgang, voeren gesprekken op basis van monitorgegevens, benadrukken het belang van dit traject en onderschrijven het niet vrijblijvende karakter, bespreken vorderingen en vraagstukken met hun schooldirecteuren, Schoolniveau De schoolleider, taalcoördinator en interne begeleider hebben de bereidheid om: lezen als prioriteit te stellen binnen de school gedurende het project, de projectdoelen en de onderliggende uitgangspunten te onderschrijven, het project te coördineren en te bewaken in de school, aanwezig te zijn op de scholingsbijeenkomsten, gecoacht te worden om zich als schoolleider te ontwikkelen tot resultaatgericht onderwijskundig leider en coach van het project, gecoacht te worden om zich als interne begeleider of taalcoördinator te ontwikkelen tot kwaliteitscoördinator leesonderwijs, blijvend zorg te dragen voor intern draagvlak, Leerkrachtniveau De leerkrachten op de scholen hebben de bereidheid om: De projectdoelen en de onderliggende uitgangspunten te onderschrijven, Instructie te geven op het gebied van fonemisch bewustzijn, specifieke spraak/taalontwikkeling, letterkennis (groep 1/2) aanvankelijk lezen (groep 3) en voortgezet technisch lezen (groep 4/5) en instructie te kunnen geven aan woordenschatonderwijs, voldoende tijd in te plannen voor voorbereidend, aanvankelijk en voorgezet technisch lezen, de leestijd voor zwakke lezers uit te breiden met minimaal 60 minuten per week, de toets kalender toe te passen, op tijd volgens afspraak de toets gegevens aan te leveren, aanwezig te zijn op de scholingsbijeenkomsten, gecoacht te worden door de interne begeleider/taalcoördinator, gecoacht te worden door middel van video-interactiebegeleiding, de projectdoelen en uitgangspunten van het totale leestraject te onderschrijven, de ervaringen te delen met collega’s en open te staan voor feedback, het eigen handelen centraal te stellen en dit te willen verbeteren. Taalcoördinatoren hebben de bereidheid om alle scholingsbijeenkomsten te bezoeken, hebben de bereidheid collega’s te coachen op de toepassing van het geleerde, nemen een actieve rol in binnen het schoolteam op het verspreiden van de kennis over het leesonderwijs, stemmen hun interne werkzaamheden telkens af met de schoolleider en de IB ’er, stemmen hun werkzaamheden af met de MOVARE begeleidingsdienst, nemen een actieve rol in het vasthouden en blijvend doorgaan van het traject, willen een bijdrage leveren aan scholingsmomenten op basis van schoolinterne coaching ervaringen, Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 45 van 67
hebben de bereidheid om op onderdelen zelf gecoacht te worden, werken op basis van de door CPS aangereikte basis uitgangspunten, komen op vastgestelde tijden bijeen voor afstemming.
Medewerkers O&O MOVARE nemen deel aan de afgesproken scholingsbijeenkomsten zorgen op de afgesproken momenten voor “coaching on the job” werken op basis van de door CPS aangereikte basis uitgangspunten, komen op vastgestelde tijden bijeen voor afstemming. Logistiek MOVARE draagt zorg voor het logistieke aspect. Concreet betekent dit:
verzorgen van adequate ruimtes voor de scholingsbijeenkomsten
de ruimtes dienen geschikt te zijn voor maximaal 30 personen,
voor de deelnemers koffie en thee,
goede bereikbaarheid voor de deelnemers.
Algemene succesfactoren
gedeelde verantwoordelijkheden in alle lagen waarmaken,
focus blijvend houden op technisch lezen,
open staan om in de hele organisatie van elkaar te leren,
onderdelen positief labelen: vertrouwen in succes,
vinger aan de pols: monitoren,
inspanningen waarderen,
successen vieren,
transparant in de resultaten,
discipline ook op communicatie en organisatie,
geen vrijblijvendheid.
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 46 van 67
BIJLAGE 2: Zorgplan Samenwerkingsverband 3.2 Ontwikkeldoelen 2011-2012 Tijdens het schrijven van dit zorgplan staan er een aantal ontwikkelingen en aanpassingen in het beleid van de overheid aan te komen. Aangezien het Samenwerkingsverband voor de uitwerking van dit beleid participeert in platforms op Parkstad en op Zuid-Limburgs niveau is nog niet duidelijk hoe een en ander uiteindelijk vorm gaat krijgen. Daarom, kiezen we als Samenwerkingsverband er voor om onderwerpen te ontwikkelen die in alle gevallen bijdragen aan een noodzakelijk kwaliteitsimpuls. 3.2.1 PCL Parkstad De federatieve besturen van de Samenwerkingsverbanden in Parkstad hebben in 2010 het besluit genomen te komen tot een PCL voor Parkstad in de smalle variant. De opdracht aan deze PCL is het afgeven van beschikkingen die een toelating tot het SBO mogelijk maken. Dat betekent dat de scholen dossiers aanleveren van een zodanige kwaliteit, dat de PCL over voldoende informatie beschikt om beslissingen te nemen. In aansluiting op het bestuursbesluit is een uitvoeringsdocument geschreven, waarin de werkwijze en procedures zijn vastgelegd. Het streven is deze PCL op 1 augustus 2011 te laten starten. Het is niet ondenkbaar dat er knelpunten ontstaan. Leerlingen moeten, als gevolg van de gewijzigde werkwijze, niet belemmerd worden in hun ontwikkeling. 3.2.4 Boeiend, passend onderwijs en opbrengstgericht werken Kwaliteitsverbetering van het onderwijs in algemene zin is het uitgangspunt van de scholen binnen het Samenwerkingsverband. Ons doel is in te spelen op de ontwikkelingsbehoeften van alle kinderen en maximale zorg te bieden voor kinderen met specifieke behoeften De visie De scholen van SWV werken vanuit een gezamenlijke visie om het onderwijs eigentijds, boeiend en kwalitatief zo in te richten, dat het passend is voor een maximaal aantal kinderen. De ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs richt zich dus op alle leerlingen en gaat er vanuit, dat met de toename van de kwaliteit, meer leerlingen in het gewone basisonderwijs hun plaats hebben. Daarmee neemt de noodzaak om te verwijzen naar speciaal basisonderwijs of Speciaal Onderwijs af. Bij de ontwikkeling van het onderwijs naar de beoogde kwaliteit wordt een groot gewicht toegekend aan het gedachtegoed van de lerende school. Onder boeiend wordt verstaan: uitdagend, motiverend en eigentijds met het doel in te spelen op belangstelling en behoefte van de leerling. Passend duidt op het inspelen op individuele mogelijkheden van kinderen. Lerend duidt op de relatie met de omgeving. De continue wisselwerking tussen de behoefte van de omgeving enerzijds en de ontwikkeling in de omgeving anderzijds. Continue communicatie zowel intern als met externen heeft daarbij een spilfunctie om snel op de veranderende omgeving continu in te spelen. Het onderwijs op de scholen van het Samenwerkingsverband is dan ook in een continue ontwikkeling. Om kinderen in staat te stellen meer aan te sluiten bij hun eigen talenten en mogelijkheden, moeten ze kansen krijgen om eigen keuzes te maken. Kinderen moeten daartoe leren meer eigen verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen leerproces. Om kinderen de kans te bieden zichzelf te leren kennen en in te spelen op de behoefte van de maatschappij, moeten we kinderen in toenemende mate laten samenwerken in het leerproces. Doelen Om boeiend, passend onderwijs in een lerend perspectief te realiseren zijn er kenmerken die richting geven aan onderwijsontwikkelingen voor de scholen. De kenmerken geven meer zicht op de realisering van boeiend en passend onderwijs, de kenmerken van leerkrachten en kenmerken van het lerend functioneren van het schoolteam. In de huidige ontwikkeling is daarbij noodzakelijk het doel van boeiend en passend onderwijs in beeld gekomen: opbrengstgerichtheid. Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 47 van 67
De wijze waarop een school gestalte geeft aan boeiend en passend onderwijs kan heel divers zijn, maar moet wel beantwoorden aan de kwaliteitskenmerken. Daartoe wordt “richting” gegeven aan de kenmerken van boeiend onderwijs. • Leerkrachten zijn bereid tot innovatie. • Leerkrachten stellen zich “lerend” op vanuit een tweezijdige benadering. Zelf willen leren in relatie met collega’s en open staan om ervaringen en kennis te delen met collega’s. • Bij leerkrachten is een basis- (vak)kennis aanwezig met betrekking tot de mogelijkheden om boeiend/passend/ onderwijs te realiseren. • De leerkrachten kiezen oplossingen met duidelijk herkenbare “kind nabije” kenmerken, die aantonen, dat kinderen o.a. eigen keuzes kunnen maken. • De leerkracht verantwoordt zich inzichtelijk in een administratie voor zijn onderwijskundig handelen. Organisatie Scholen bepalen zelf hun eigen ontwikkeling en kiezen zelf activiteiten om de visie te realiseren. De mindmap, “Boeiend onderwijs in het perspectief van de lerende school” vormt ook voor het schooljaar 2011 – 2012 het document, dat het uitgangspunt is voor ons beleid en de daaraan gekoppelde activiteiten en ontwikkelingen op de scholen. Jaarlijks wordt binnen het directieberaad van het Samenwerkingsverband een peiling gedaan naar de ervaringen met de activiteiten van het afgelopen schooljaar en de behoefte aan ondersteuning en activiteiten voor het komende schooljaar. Het directieberaad legt vervolgens via de coördinator de plannen ter goedkeuring voor aan het federatief bestuur van het Samenwerkingsverband. Activiteiten Vanwege de ontwikkelingen t.a.v. de PCL zijn voor het schooljaar 2011-2012 de activiteiten gericht op passend onderwijs: • Netwerk intern begeleiding: 1. Invoeren nieuwe voorwaarden dossiervorming 2. Ontwikkelingsperspectief, 3. Ontwikkeling zorgprofiel • Cursus intern begeleiders: Eigen expertise, dossiervorming, opbrengsten passend onderwijs, ontwikkelingsperspectief • Cursus in kader expertise sociaal emotionele problematiek In het algemeen kunnen scholen goed inspelen op onderwijsbehoeften van leerlingen als het gaat om instrumentele vaardigheden. Behoeften waarbij het gedragsmatige aspect een rol speelt overvragen de school en de leerkracht. Wanneer leerlingen onderwijsbehoeften hebben op het gebied van gedrag heeft de leerkracht vaak een wat mager gevulde tool-box. Gelet op de ontwikkelingen in de toekomst, minder mogelijkheden voor AB en plaatsing in SBO en SO, zal, omwille het welzijn van alle leerlingen, geïnvesteerd worden in het uitbreiden van de vaardigheden op dit vlak. • Twee studiedagen algemene informatie m.b.t. de genoemde thema’s en uitwisseling ontwikkelingen • Eigen budget van € 5000,00 geoormerkt voor de thema’s van de hierboven genoemde activiteiten In het financiële gedeelte, Inzet van middelen 6.4, is de begroting opgenomen voor deze activiteiten, Hoofdstuk 4: De PCL. 4.1 Permanente Commissie Leerlingenzorg De PCL heeft op grond van artikel 19 2d WPO multidisciplinaire samenstelling. De volgende disciplines maken deel uit van de PCL voor de samenwerkingsverbanden van Parkstad Limburg -
psycholoog orthopedagoog. didactisch deskundige.
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 48 van 67
4.2.
Taakstelling en werkwijze van de Permanente Commissie Leerlingenzorg
4.2.1. Taakstelling De taak van de PCL is om op aanvraag van de ouders te beoordelen of plaatsing van een leerling op onze speciale school voor basisonderwijs noodzakelijk is. De PCL heeft een beperkte adviesfunctie, die als volgt wordt ingevuld: 1. Na een beslissing kan de PCL besluiten een evaluatiegesprek te houden en treedt dan in overleg met de directeur van de school. Het doel van dit gesprek is het gezamenlijk evalueren van de procedure en de inhoud van een of meerdere dossiers, in relatie met de realisatie van onderwijs op maat. 2. Bij een negatieve beslissing kan de PCL ouders en school adviseren over de inzet van expertise leerlingenzorg. 3. De voorzitter van de PCL overlegt maandelijks met de coördinator, met als doel elkaar te informeren en mogelijke bespreekpunten voor het directieoverleg en/of het IB-netwerk voor te bereiden. 4.2.1 Werkwijze van de PCL a. Aanmelding tot plaatsing in SBO bij de PCL 1.
Bij aanmelding worden de leerlingen bij de administratie van de PCL geregistreerd. Deze verzorgt een schriftelijk bericht van bevestiging aan de ouders van de betrokken leerling en een afschrift naar de school c.q. de betrokken instantie. Tevens wordt aangegeven wanneer de behandeling van aanmelding zal plaatsvinden. 2. De PCL hanteert het aanmeldingsformulier PCL voor de beoordeling van de toelaatbaarheid van een leerling voor onze SBO. 3. Aanmeldingen die binnen 2 weken voor de vooraf vastgestelde PCL vergaderingen plaatsvinden, worden in de regel pas op de daarop volgende reguliere PCL vergadering besproken. 4. Indien de ouders op het aanmeldingsformulier aangeven gebruik te willen maken van de mogelijkheid een deskundigenrapport in te sturen, stelt de PCL hen in de gelegenheid dit binnen een termijn van vier weken te doen. 5. Indien de gegevens op het aanmeldingsformulier niet compleet zijn, stelt de PCL de ouders in de gelegenheid de ontbrekende gegevens binnen vier weken aan te vullen. 6. Indien het onderwijskundig rapport niet gelijktijdig wordt ontvangen, verzoekt de PCL onmiddellijk na de ontvangst van het aanmeldingsformulier aan de basisschool om toezending van het onderwijskundig rapport binnen vier weken. 7. Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing bij overgang van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs naar een dergelijke school in een ander samenwerkingsverband, met dien verstande dat de gegevens inzicht geven in de voortgang van de ontwikkeling van de leerling en vergezeld gaan van het handelingsplan. (WPO art. 43.2) 8. Een afschrift van het rapport, bedoeld in de vorige twee leden, en van het handelingsplan wordt aan de ouders van de leerling verstrekt. (WPO art. 43.3) 9. Als een leerling van een basisschool uit een ander samenwerkingsverband wordt aangemeld, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen indien de PCL van dat andere samenwerkingsverband geen onherroepelijk geworden beslissing heeft genomen of plaatsing van de leerling op een SBO noodzakelijk is. De vorige zin is niet van toepassing indien de aanvraag plaatsvindt in verband met een verhuizing van de leerling. (WPO art. 23.4) 10. Als het kind nog niet een basisschool bezoekt (als er bijvoorbeeld sprake is van aanmelding vanuit het MKD), zijn de ouders vrij in de keuze van de PCL van een samenwerkingsverband. b. Procedure en taakverdeling. De PCL houdt ten behoeve van de uitvoering van zijn taakstelling de volgende procedure aan: 1. 2. 3. 4.
De PCL gaat na of de aangemelde leerling tot het eigen samenwerkingsverband behoort. Als dit niet zo is, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen. (zie: 2.1.1.2 a.9) Indien de ouders vasthouden aan aanmelding binnen ons samenwerkingsverband en de PCL van het andere verband een onherroepelijke uitspraak heeft gedaan, kan de PCL met die PCL in overleg treden. De aangemelde leerlingen worden geregistreerd overeenkomstig de gegevensindeling op het aanmeldingsformulier en gebruik makend van de informatie in het onderwijskundig rapport. De geboden informatie over de leerling wordt vergeleken met de benodigde informatie voor besluitvorming, volgens de referentiekaders voor beoordeling en advisering die de PCL hanteert. (zie 2.1.1.3 Toelichting bij taakstelling en werkwijze PCL)
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 49 van 67
5.
Zo nodig wordt aanvullende informatie verzameld bij de school/ouders en/of andere personen/ instellingen, die gegevens ten behoeve van de besluitvorming over de aangemelde leerling kunnen leveren. 6. De beschikbare informatie wordt samengebracht in een apart dossier van de aangemelde leerling, dat ten grondslag ligt aan beoordeling en advisering. 7. Het dossier wordt bestudeerd op grond van het referentiekader, waarna de bevindingen op schrift worden gesteld en verzameld ten behoeve van de besluitvorming door de PCL. 8. Het beoordelen van de toelaatbaarheid tot de SBO gebeurt in overleg op de in 4.1.1.2 c. 1 t/m 5 beschreven wijze. 9. Het oordeel over de toelaatbaarheid wordt verwoord in een beschikking overeenkomstig de voorschriften van de Algemene Wet Bestuursrecht (WPO art.23.6); een advies wordt geformuleerd volgens de aanwijzingen van de leden. 10. De beschikking, respectievelijk het advies wordt ter kennis gebracht van de aanvrager op de in 4.1.1.2 d. beschreven wijze. 11. Van de gehele procedure, inclusief beslissingen en adviezen, vindt per leerlingendossier verslaglegging plaats. Dit verslag wordt toegevoegd aan het leerlingendossier. Dit dossier wordt in de school, die de leerling bezocht toen het advies werd uitgebracht, bewaard tot 3 jaar nadat de leerling de school heeft verlaten, met dien verstande dat bij plaatsing van een leerling op een andere school in het samenwerkingsverband de beslissing of het advies in die school wordt bewaard tot 3 jaar nadat de leerling die school heeft verlaten.(WPO art. 23.8) Opmerking: Inzake de punten 1 t/m 5 en 9 ligt de primaire verantwoordelijkheid bij de voorzitter. c. De wijze van beoordeling en advisering. 1.
2.
3. 4.
De PCL beoordeelt in eerste instantie de toelaatbaarheid van een aangemelde leerling tot de SBO en neemt daartoe een besluit dat geldt als een beschikking in de zin van de AWB. Om een dergelijk besluit te kunnen nemen, dienen alle PCL leden aan het overleg en aan de stemming deel te nemen. Bij ziekte van een van de leden, neemt de coördinator van het samenwerkingsverband het initiatief voor een vervanger. De PCL baseert haar oordeel op: de kindkenmerken en het ontwikkelingsproces; de schoolkenmerken; de begeleidingsroute. Het besluit dat de plaatsing van een leerling op de SBO noodzakelijk is, wordt met absolute meerderheid van stemmen genomen. Bij de besluitvorming streeft de PCL consensus na. Als de PCL overweegt om een negatieve beschikking af te geven, worden ouders en/of school meestal gehoord. Het doel van een hoorzitting is het inwinnen van informatie die nodig is om tot zorgvuldige besluitvorming te komen. De PCL heeft de mogelijkheid om de beschikking een tijdelijk karakter te geven. De PCL geeft in de tijdelijke beschikking de tijdsduur en een duidelijke motivatie aan. De effectuering van de beschikking moet binnen een half jaar plaatsvinden. d. Bekendmaking, bezwaar en beroep.
1.
2. 3.
4. 5.
De PCL maakt zijn beschikking over de noodzaak tot plaatsing op de SBO schriftelijk bekend aan de aanvrager, degene die het onderwijskundig rapport heeft opgesteld en de coördinatie van het samenwerkingsverband. Bij een beschikking worden de mogelijkheden voor bezwaar en beroep vermeld. De voorzitter draagt er zorg voor dat in de bekendmaking en de verdere afhandeling van de beschikking alle geldende voorschriften inzake berichtgeving en termijnen in acht worden genomen. Bezwaren tegen de beschikking kunnen door de ouders bij de PCL worden ingediend, die vervolgens de Regionale Verwijzingscommissie (RVC) advies vraagt. Na ontvangst van het bezwaarschrift verstrekt de PCL alle gegevens uit het dossier van de leerling aan de RVC. Het advies van de RVC wordt als bijlage gevoegd bij de beslissing op het bezwaarschrift. In beroepszaken treedt de voorzitter op namens de PCL en wordt bijgestaan door een juridisch adviseur, na overleg met het bestuur van het samenwerkingsverband. Na advies van de RVC neemt de PCL alsnog een beslissing op het bezwaarschrift. Ten behoeve van het bezwaarschrift kunnen ouders tot 6 weken na indiening van het bezwaarschrift aanvullende informatie c.q. deskundigenadvies bij de PCL indienen. e. Dossiers.
1. 2.
Met leerlingengegevens wordt omgegaan op de manier die omschreven staat in het privacyreglement. Een leerlingendossier bestaat uit het aanmeldingsformulier, alle aangeleverde gegevens van de aanvrager en/of gegevens die met toestemming van de aanvrager zijn geleverd, inclusief de afgegeven beschikking.
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 50 van 67
3. 4.
5.
Het dossier wordt gedurende de wettelijk vastgestelde termijnen bewaard in een alleen voor de PCL leden toegankelijke plaats. Na afloop van de wettelijke bezwaartermijn en de eventuele beroepsprocedure, wordt het dossier geretourneerd aan de instantie of personen die de gegevens verstrekt hebben. Indien ouders kenbaar maken af te zien van bezwaar en eventueel beroep, kunnen zij de PCL schriftelijk toestemming verlenen het dossier van hun kind rechtstreeks over te dragen aan de SBO van ons samenwerkingsverband. Het dossier wordt, na een beschikking, volgens de wettelijke voorschriften (WPO art.23.8) bewaard. f. Kwaliteitszorg.
1. 2.
3.
Mede ten behoeve van het opstellen van het jaarverslag, evalueert de PCL voor 1 oktober zijn werkzaamheden uit het voorgaande schooljaar. Bij de onder het eerste lid genoemde evaluatie let de PCL speciaal op de gang van zaken bij de aanmelding en de daarop volgende besluitvorming. Met name de knelpunten die zich hebben voorgedaan worden, zo nodig in overleg met de betrokkenen in het onderwijs, tot een oplossing gebracht. De PCL kan reguliere contacten met andere PCL-en onderhouden. g. Vergaderingen. De PCL houdt gemiddeld 10x per jaar een reguliere besloten vergadering volgens een rooster, dat voor het begin van het schooljaar door de leden wordt vastgesteld. h. Jaarverslag. In de maand oktober stelt de PCL het jaarverslag over het voorgaande schooljaar op. Aan de hand van het jaarverslag, dat zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens bevat, legt de PCL verantwoording af aan het bestuur van de stichting. Dit verslag wordt ook binnen het directieoverleg besproken. i. Dossierbeheer en privacy bewaking. Na het nemen van de beslissing blijven de dossiers nog 6 weken in bezit van de PCL. Na deze termijn worden de stukken, op grond waarvan de PCL haar besluit heeft genomen, terug gestuurd naar de indieners. Administratief wordt alleen een bestand bijgehouden van de aangemelde leerlingen en de PCL uitspraak. De dossiers worden na een beschikking van de PCL conform WPO art.23.8 bewaard. In geval van een bezwaarschrift worden de daarvoor geldende termijnen in acht genomen wat betreft het beheren van de dossiers. De administratieve werkzaamheden gebeuren volgens de wet op de privacy.
4.3
Toelichting bij taakstelling en werkwijze PCL
Bij het nemen van haar beslissing weegt de PCL af wat de beste oplossing is voor dit kind met deze ouders, met deze leerkracht in deze groep, binnen deze school. Drie variabelen die steeds verschillen. Er kan dan ook geen sprake zijn van vaste criteria geënt op een van de variabelen: het kind. -
De aard en de ernst van de ervaren problematiek. De leer- ontwikkelingsproblematiek en/of het gedrag van het kind stellen de basisschool voor dermate grote problemen dat zij geen onderwijsaanbod kan bieden dat tegemoet komt aan de vragen van het kind. Er zijn ook onvoldoende compenserende factoren te noemen.
-
Factoren die mogelijk van invloed zijn op de onderwijsleerproblemen en het toekomstperspectief. Vanuit de diagnostiek naar de achterliggende oorzaken voor het ontstaan en de instandhouding van de problematiek bij het kind, het gezin en de schoolomgeving, is de verwachting dat de huidige onderwijsleersituatie negatief zal uitwerken op de toekomstige ontwikkeling van het kind.
-
Genomen maatregelen en effecten. De vraag dient beantwoord te worden of de basisschool zich voldoende heeft ingespannen om de hulp te bieden die het kind nodig heeft. Voor het kind met de speciale zorgvraag volgt men het besprekingstraject zoals dat geldt binnen de school. In ieder geval is hier de bespreking van de casus in het “spreekuur” een onderdeel. De school dient aan te tonen dat, gedurende een termijn van tenminste een half jaar,
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 51 van 67
aangeboden zorg onvoldoende effect heeft gehad, ondanks het feit dat deze zorg voldoet aan de criteria van een goed handelingsplan. -
De onderbouwing van de handelingsverlegenheid. De problematiek van de verwijzende school, c.q. de leerkrachtkenmerken, de groepskenmerken. Vanuit de documentatie van de geboden hulp wordt duidelijk dat handhaving binnen de school een te zware belasting voor de school vormt en dat zij niet in staat is de voor dit kind gewenste streefdoelen te realiseren. Binnen de gezinssituatie kan onvoldoende steun geboden worden aan het kind met zijn speciale behoefte aan zorg. Voor het functioneren binnen de basisschool kan dit een extra risico vormen.
4.4. De financiering van de PCL. De PCL wordt gefinancierd uit de middelen van de samenwerkingsverbanden op grond van het leerlingaantal.
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 52 van 67
BIJLAGE 3: Onderwijszorgprofiel school
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 53 van 67
BIJLAGE 4: Rugzakleerlingen Beleid m.b.t. rugzakleerlingen Rugzakleerlingen zijn kinderen met een handicap of beperking die gebruik maken van leerlinggebonden financiering (LGF). Het doel van LGF is de emancipatie en integratie van leerlingen met een handicap in het reguliere onderwijs te bevorderen. Onze school is er van overtuigd dat het goed is voor kinderen met een beperking om in hun eigen buurt naar school te kunnen en dat ze mede daardoor beter integreren in de maatschappij. Deze kinderen horen er bij en een bijkomend voordeel is dat andere kinderen op deze manier leren omgaan met kinderen met een beperking. Wij gebruiken het volgende stappenplan bij de aanmelding van een “rugzakleerling”: Fase 1: Aanmelding aanmelding door de ouders bij de directie van de school: gesprek met de ouders, verwachtingen van ouders toelichting visie van de school, welke mogelijkheden heeft de school toelichting procedure schriftelijke toestemming van de ouders om informatie bij derden op te vragen Fase 2: Informatie verzamelen gegevens opvragen bij, bezoek brengen aan bv.: huidige school, onderwijsbegeleidingsdienst, zorgcircuit, medisch circuit Fase 3: Informatie bestuderen Binnengekomen gegevens bestuderen en bespreken met directie, intern begeleider van de school, leerkrachten, zorgplatform en eventueel de PCL. Eventueel kan worden besloten om het kind te observeren binnen zijn huidige school (voorschoolse opvang). Fase 4: Inventarisatie Van het kind wordt het volgende in beeld gebracht: Aandachtspunten
Wat kan extern
Met andere
Mogelijkheden van
Onmogelijkheden
worden gehaald.
woorden:
de school
van de school
Mogelijke
‘wat vraagt het kind’
oplossingen
Pedagogisch Didactisch Kennis en vaardigheden van de leerkracht Organisatie school en klas Gebouwen/ Materieel Medeleerlingen Ouders
Fase 5: Overwegingen De school onderzoekt op basis van het bovenstaande schema welke mogelijkheden de school zelf heeft en welke ondersteuningsmogelijkheden geboden kunnen worden en door wie: gebouwen (gemeente) OLP (speciaal onderwijs) aanvullende formatie (circulaire) vervoer (gemeente) Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 54 van 67
ondersteuning qua expertise (speciaal onderwijs, de zorginstellingen, e.d.) Fase 6: Besluitvorming De betreffende inventarisatie van de hulpvragen van het kind wordt afgezet tegen de visie van de school en de mogelijkheden om een passend onderwijsaanbod te realiseren. Fase 7: Advies Gesprek met de ouders waarin het besluit van de school van de school wordt besproken: Plaatsing: opstellen van een "contract" handelingsplan met daarbij een overzicht van inzet van middelen, ondersteuning door SO of derden, inzet aanvullende formatie, OLP/ aanpassingen aan het gebouw e.d. Dit contract moet binnen een maand na inschrijving worden afgesloten. Voorlopige plaatsing: alleen wanneer er sprake van een observatieperiode als niet onmiddellijk duidelijk is of plaatsing succesvol kan zijn. Deze overeenkomst wordt door school en ouders ondertekend. Bij Afwijzing: een inhoudelijke onderbouwing door de school waarom men van mening is dat het kind niet geplaatst kan worden. Deze afwijzing wordt schriftelijk beargumenteerd en aan ouders en inspectie overhandigd.
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 55 van 67
BIJLAGE 5: EWS Januari 2011
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 56 van 67
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 57 van 67
BIJLAGE 6: Uitstroom in groep 8 - 2010
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 58 van 67
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 59 van 67
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 60 van 67
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 61 van 67
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 62 van 67
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 63 van 67
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 64 van 67
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 65 van 67
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 66 van 67
Schoolplan basisschool Meander 2011-2015
pagina 67 van 67