Schoolplan 2011 - 2015 van de Juliana van Stolbergschool Kerkplein 15 Postbus 62 4421 AA Kapelle 4420 AC Kapelle tel. 0113 – 34 24 94; fax 0113 – 34 40 36 email:
[email protected]
Directeur: C.W. Beeke Elstarstraat 61 4421 DV Kapelle tel. 0113 – 34 25 48
SCHOOLPLAN 2011-2015
1
Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1. Algemene informatie 1.2. Doel en functie van het schoolplan 2. Proces om te komen tot het schoolplan 2.1. Proces van totstandkoming van het schoolplan 2.2. Interne analyse 2.3. Externe analyse 2.4. Schoolontwikkeling 2007 – 2011 2.5. Omgevingsanalyse 2.6. De inrichting van de organisatie; sterkten en zwakten 2.7. SWOT 2.8. Trendanalyse 2.9. Acties voor schoolplan 2011 – 2015 3. Schoolconcept 3.1. De levensbeschouwelijke dimensie 3.2. Doel van ons onderwijs 3.3. De missie van de school 4. Onderwijskundig beleid 4.1. Onderwijsinhoud 4.2. Onderwijskundige doelen 4.3. De zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften 4.4. Rugzakbeleid 5. Kwaliteitszorg 5.1. Doel en uitgangspunten 5.2. Kwaliteitsbepaling 5.3. Kwaliteitsbewaking 5.4. Kwaliteitsverbetering 5.5. Kwaliteitsrapportage 6. Integraal Personeelsbeleid 6.1. Doel en uitgangspunten 6.2. Instroom van personeel 6.3. Doorstroom van personeel 6.4. Uitstroom van personeel 7. Communicatie en ouderbetrokkenheid 8. Planning en overzicht van activiteiten
2
Hoofdstuk 1. Inleiding
1.1 Algemene informatie Hieronder volgen de algemene gegevens van de school zoals ontstaan, doelgroep en voedingsgebied, schoolgrootte. 1.1.1
Ontstaan De vereniging tot het verstrekken van Christelijk basisonderwijs op reformatorische grondslag te Kapelle-Biezelinge en omgeving is opgericht in 1969 en heeft één school onder haar beheer, namelijk de Juliana van Stolbergschool. De Juliana van Stolbergschool is gesticht in 1975. De noodzaak tot het oprichten van de vereniging en het stichten van een school ligt in een gevoelde noodzaak om de kinderen onderwijs te geven overeenkomstig de reformatorische levensovertuiging.
1.1.2
Doelgroep en voedingsgebied De Juliana van Stolbergschool wordt bezocht door leerlingen van ouders die de grondslag en de doelstelling van de vereniging, zoals deze verwoord zijn in de artikelen 2, 3 en 4 van de statuten, onderschrijven. De ouders wonen in de kernen Kapelle en Biezelinge of de directe omgeving daarvan.
1.1.3
Schoolgrootte De Juliana van Stolbergschool werd per 1 oktober 2010 bezocht door 259 leerlingen. Dit waren 25 leerlingen minder dan het leerlingenaantal op 1 oktober 2009. Deze terugloop in leerlingenaantal is in een aantal jaren een uitzondering. Ook is de prognose zo, dat een toename van het aantal de komende jaren weer zal plaatsvinden totdat een stabilisatie zal plaatsvinden rond een aantal van 280. Het eenmalige dieptepunt heeft wel gevolgen voor de formatie en het aantal groepen. Tot en met het schooljaar 2009 – 2010 hebben we enkele jaren kunnen werken met 11 groepen, maar sinds 1 augustus 2010 hebben we 10 groepen. In de komende periode zal dit vooralsnog het geval zijn.
1.1.4
Verdeling naar leerlinggewichten Van de leerlingen heeft 2% een leerlinggewicht. Dit geeft geen extra formatie.
1.1.5
Het schoolgebouw Het schoolgebouw heeft 11 leslokalen, een speellokaal, een handvaardigheidsruimte, een multifunctionele ruimte, een gemeenschapsruimte, 2 IB-kamers en een teamkamer. Voor de lessen lichamelijke oefening voor groep 3 t/m 8 wordt gebruik gemaakt van een gemeentelijke gymzaal.
1.1.6
Demografische analyse Aan de verdeling naar leerlinggewicht (1.1.4) is te zien dat het overgrote deel van de ouders niet bij de laagst opgeleiden behoren. De ouders zijn veelal afkomstig uit andere delen van Nederland, zodat we spreken van een groot percentage “import”. De meesten hebben hun werkkring in Goes of omgeving. Behoorlijk wat ouders behoren tot het lerarenbestand van het Calvijn College, van het SBO of andere scholen. Er zijn 75 ouders met het beroep van leraar. Dat betekent 13% van alle ouders. Kerkelijke groeperingen: De kinderen behoren voor 81% tot de Gereformeerde Gemeenten en voor 19% tot PKN en Christelijk Gereformeerd.
1.1.7
Algemene kindkenmerken De kinderen hebben als algemene kenmerken: spontaan, mondig, maar ook open. Ze maken gemakkelijk vrienden.
1.1.8
Samenstelling team Het team bestaat uit 30 mensen: 26 vrouwen en 5 mannen. 4 mensen werken fulltime en de overigen zijn parttimers.
3
Functies: directeur, adjunct-directeur, bouwcoördinatoren, intern begeleiders, groepsleraren, lerarenondersteuner, onderwijsassistenten, conciërge, schoonmaaksters en een management-assistente. Leeftijdsopbouw: 21 – 30 jaar: 7 31 – 40 jaar: 9 41 – 50 jaar: 8 51 – 60 jaar: 7 1.2
Doel en functie van het schoolplan Met dit schoolplan, dat weer voor vier jaar zal gelden, willen we aan de overheid verantwoording afleggen over de strategische beleidskeuzes die gemaakt worden ten aanzien van onderwijskundig beleid, kwaliteitszorg en integraal personeelsbeleid. Deze strategische beleidskeuzes richten zich met name op: Het doorvertalen van onze identiteit Het inspelen op ontwikkelingen en tendensen in onze maatschappij die de koers van de school mede bepalen, gerelateerd aan onze visie op onderwijs, missie en doelen. Niet in de laatste plaats is het doel van het schoolplan een duidelijke richting aan te geven voor onze schoolontwikkeling ten behoeve van alle betrokkenen binnen de school.
4
Hoofdstuk 2. Proces om te komen tot het schoolplan 2.1
Proces van totstandkoming van het schoolplan Door analyse van de kengetallen en evaluatie van het onderwijs zijn een aantal aandachtspunten naar voren gekomen. Hierbij speelt onder andere de ouderenquête een belangrijke rol. Ook het tot uitvoer brengen van de beleidsvoornemens uit het schoolplan van de vorige periode van vier jaar betekent een vraag naar nieuwe ontwikkelingen. De input van de externe audit zorg in 2009 draagt ook bij in het kiezen van de beleidsvoornemens voor de komende jaren. Door gezamenlijke bezinning op ons onderwijs als directie en team tijdens een teamdag en diverse vergaderingen zijn richtinggevende uitspraken naar voren gekomen, waaruit keuzes gemaakt worden voor het te maken schoolplan. Door de directie worden ze in relatie met doelen en missie van de school in de juiste kaders geplaatst. In de vorige schoolplanperiode hebben we als school gekozen voor het onderwijsconcept ‘Bouwen aan een Adaptieve School’ (BAS). Dat is de belangrijkste onderwijskundige richtinggever voor ons schoolplan. Ook worden ontwikkelingen op het gebied van opbrengstgericht werken een plaats gegeven, maar dan altijd in het kader van BAS. Het bestuur heeft in een bestuursbeleidskader de grenzen aangegeven waarbinnen directie en team zich mogen bewegen en geeft daardoor mede richting aan het beleid. Het schoolplan wordt getoetst aan het bestuursbeleidskader. Bijstellingen zullen, zo nodig, plaatsvinden en tenslotte accordeert het bestuur het gemaakte schoolplan.
2.2
De interne analyse Overzicht interne analyse-instrumenten: Eigen kwaliteitsmeting gebeurt door de succesindicatoren van BAS. Na elke cel die geborgd is, wordt geëvalueerd aan de hand van succesindicatoren. Daarna wordt aan de hand van de verbeterpunten weer door de BAS-coördinator begeleid en opnieuw gemeten in de praktijk. Hierdoor ontstaat een kwaliteitscyclus. De cellen die geborgd zijn: o Inrichting o Voorspelbaarheid o Regels en routines o Tijdsbewustzijn en taakplanning o Begeleid zelfstandig leren o Groepsvorming De aangegeven verbeterpunten worden opgenomen in elk jaarplan. Het verwijzingspercentage naar het speciaal basisonderwijs was voor 2006 – 2007: 0,8 voor 2007 – 2008: 1,2; voor 2008 – 2009: 1,1; voor 2009 – 2010: 0 en voor 2010 – 2011: 0,8. Het percentage zittenblijvers resp. 0,4; 0; 0,8; 0,7; 0,4 en 0,8. We streven ernaar deze percentages niet te laten stijgen. De eindresultaten voor groep 8 (schooleindonderzoek):
streams 1 2 3 4
07 69 19 9 3
08 53 28 17 3
09 57 32 11 0
10 65 26 9 0
11 74 19 7 0
gem 63,6% 24,8% 10,6% 1,2%
IQ SV
107,8 102,8
107,7 102,3
104,8 101,8
110,6 106,7
114,4 111,4
109,1 105,0
5
Vergelijking met andere scholen: 2007: onze school Schoolvorderingen 102,8 Intelligentie 107,8
andere scholen 98,5 104,0
2008: Schoolvorderingen Intelligentie
onze school 102,3 107,7
andere scholen 101,0 103,3
2009: Schoolvorderingen Intelligentie
onze school 101,8 104,8
andere scholen 102,0 103,8
2010: Schoolvorderingen Intelligentie
onze school 106,7 110,6
andere scholen 102,7 103,3
2011: Schoolvorderingen Intelligentie
onze school 111,4 114,4
andere scholen 105,3 102,8
Bovenstaande overzichten geven over het algemeen een beeld van goede resultaten. Bij een vergelijking met andere scholen, valt op dat onze resultaten bovengemiddeld zijn. De schoolvorderingen liggen gemiddeld onder de intelligentie. In 2010 en 2011 was dat verschil echter te groot. Dat betekent dat een risico is geconstateerd in de eindopbrengsten. In 2.7 en 2.9 worden maatregelen weergegeven die genomen worden om te voorkomen dat het verschil tussen intelligentie en schoolvorderingen in de eindopbrengsten onze school zo minimaal mogelijk wordt. Voor de tussentijdse analyses verwijzen we naar het geautomatiseerde leerlingvolgsysteem, dat op ons netwerk staat. Elk jaar worden in groep 7 de entreetoetsen van Cito afgenomen, wat ons een vooruitblik geeft voor de eindtoets in groep 8, maar tevens de mogelijkheid om op zwakkere punten in de groep nog in te spelen. Uitkomsten uit inventarisatie op de teamdag in oktober 2010 Door een analyse onder leiding van een extern persoon binnen het voltallige team is in kaart gebracht wat verbeterpunten moeten zijn in de organisatie, het beleid en het professioneel handelen door het team. Hierbij zijn aandachtspunten geformuleerd die in de komende vier jaar gestalte zullen krijgen. Daardoor zal de samenwerking en het professioneel handelen verbeterd worden. 2.3
Externe analyse-instrumenten:
2.3.1
Inspectie-onderzoeken PKO 2005: In dit PKO werd onderzocht: Kwaliteitszorg, leerstofaanbod, tijd, pedagogisch handelen, didactisch handelen, afstemming, actieve en zelfstandige rol leerlingen, begeleiding, zorg en opbrengsten. Dit PKO leverde over het algemeen een positief beeld op. In de vorige schoolplanperiode zijn de gegeven aandachtspunten verwerkt.
6
2.3.2 Oudertevredenheidsonderzoek In december 2010 is er mede ten behoeve van dit schoolplan een oudertevredenheids-onderzoek gehouden met behulp van PO spiegel. In samenwerking met de directies van de scholen van Colon (de federatie voor reformatorisch onderwijs in Zeeland) is een vragenlijst opgesteld, die digitaal kon worden afgenomen. Hieronder de resultaten in grote lijnen. De aandachtspunten worden verder in dit schoolplan nog vormgegeven in de verschillende onderdelen. De meeste vragen werden gesteld met 4 mogelijkheden als antwoord. Dat betekent dat we een vierpuntsschaal hanteren. De uitslag wordt hier als samenvatting weergeven, waarbij 0 de laagst en 4 de hoogst mogelijke score is. Algemeen Schoolbeleid en schoolcultuur De leerkrachten De lessen Samenwerking met ouders Pedagogisch klimaat Middelen en voorzieningen
3,0 2,9 2,9 3,1 2,9 2,7 3,0
Dit betekent dat door de ouders gemiddeld onze school op gewaardeerd wordt als voldoende, maar dat er ook op alle verbetering kan plaatsvinden. De acties voor verbetering zijn gedeeltelijk in gang gezet. Voor de komende jaren is het streven boven de 3 op deze vierpuntsschaal te krijgen.
alle gebieden gebieden nog en worden al om alles op of
Verbeterpunten: Vooral in pedagogisch klimaat, communicatie met ouders, schoolbeleid en cultuur en onderlinge communicatie in het team zullen acties in de komende vier jaar ondernomen worden. Deze komen terug bij de diverse onderdelen van dit schoolplan. We vatten dit samen als: Communicatie, Samen, Sfeer. 2.3.3 Externe audit zorg In maart 2009 is door Driestar Educatief een audit afgenomen om na te gaan of het zorgprofiel dat de school hanteert ook in de praktijk laat zien. Aan de hand van screeningslijsten werden de indicatoren op school getoetst. In het visitatierapport wordt naast een beoordeling voldoende ook een aantal punten ter verbetering aangegeven. Als school hebben we daar zelf actiepunten van gemaakt die in de praktijk leiden tot aanpassingen op het gebied van zorg en begeleiding. Ook hiervan zullen nog punten meegenomen worden voor de komende vier jaar. Enkele punten hiervan: Efficiënter zorg bieden door lerarenondersteuners en onderwijsassistenten binnen de groep te laten ondersteunen, Handelingsplannen professionaliseren. Verder verwijzen we naar: visitatierapport ‘Zorg en begeleiding’ 2009. 2.4
Schoolontwikkeling 2007 – 2011 De schoolontwikkeling heeft in deze vier jaar hoofdzakelijk in het teken gestaan van BAS (Bouwen aan een Adaptieve School). In 2007 is na een traject van doordenken en vergelijken door het team unaniem gekozen voor BAS+ als onderwijsconcept. Dit concept wordt breed gedragen door het team en wordt op een enthousiaste manier gestalte gegeven in de praktijk. Korte inhoud van dit project: BAS = Bouwen aan een Adaptieve School. Daarbij staat de + voor meer aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen, de school als lerende organisatie en competentiemanagement.
7
BAS+ is een stapsgewijze project om leerkrachtvaardigheden te versterken. Afspraken zullen gemaakt worden over de bouwstenen die schriftelijk worden vastgelegd en geborgd. Hiermee wordt de doorgaande lijn binnen de school gewaarborgd. BAS+ werkt met zeven ontwikkelingslijnen binnen het team: 1. Structuur: Inrichting en aankleding van school, klas, plein Het voorspelbaar handelen van de leerkracht (week- en masterplanning) 2. Interactie: Tussen leerkracht en individuele leerling Tussen leerkracht en groep Tussen leerkracht en ouders 3. Zelfstandige leerhouding 4. Instructie (Hierin omgaan met verschillen) 5. Samenwerkend leren (voorwaarde om van elkaar te leren) 6. Planningssysteem (Leerlingenzorg wordt afgestemd op groei- en ontwikkelingsmogelijkheden van de leerlingen) 7. Teamleren (De school is een lerende organisatie) In onderstaand schema wordt aangegeven wat in de laatste vier jaar is gerealiseerd. Dit betekent dat de in kleur aangegeven cellen zijn geborgd, waarbij de succesindicatoren voor de betreffende onderdelen zijn gehaald.
structuur
interactie
masterplanning
portfolio
weekplanning
attributie
voorspelbaarheid
responsiviteit
Gesprekken met ouders Groepsgesprekken De sfeer in de groep
inrichting
basiscomin gesprek municatie met het kind De lerende organisatie Vormen van samenwerking
BAS + Zelfstandige leerhouding Zelfstandig leren Begeleid zelfstandig leren Tijdsbewustzij n en taakplanning
instructie Instructiemodellen Kerndoelen en differentiatie Effectieve instructie
regels en effectieve routines leertijd Probleemoplossend vermogen
Samenwerken tutorleren
Plannings -systeem Zorgstructuur Handelings -planning
Coöperatief leren in groepen tandemleren
Instroom en leerlingvolgsysteem groepsvorming Leerlingadministratie Kennismanagement en IPB
Legenda: Groen = geïmplementeerd en geborgd Geel = geïmplementeerd, nog niet geborgd 2.4.1 Pedagogisch In de afgelopen schoolplanperiode heeft het werken met regels en routines veel aandacht gehad. Het gestalte geven van de identiteit in de praktijk van het dagelijks leven door middel van het geven van aandacht aan de schoolregels stond centraal. Ook werd het pedagogisch leerlingvolgsysteem ingevoerd en uitgebouwd. Aan de hand van groepsoverzichten in het PLVS ‘Zien’ worden ook handelingsplannen gemaakt op pedagogisch en sociaal emotioneel gebied. Tegelijkertijd hebben de leerkrachten samen met IBers in een scholingstraject zich de Handelings Gerichte Proces Diagnostiek eigen gemaakt. Binnen het kader van BAS is ook de cel ‘Groepsvorming’ uitgebreid aan de orde geweest. Borging daarvan heeft plaatsgevonden. 2.4.2 Onderwijskundig Voor Nederlandse taal is de achterliggende schoolplanperiode van grote betekenis geweest. In alle groepen is de methode Taalfontein ingevoerd. Deze wordt gehanteerd zoals in de handleiding ook aangegeven wordt. Dit betekent dat de
8
leerstof die aangeboden wordt, voldoet aan de kerndoelen. In het schooleindonderzoek (SEO) scoort taal steeds heel hoog. In een eerder stadium is op het gebied van rekenen al differentiatie doorgevoerd. De methode Wereld in Getallen 3 wordt in alle groepen gehanteerd. Het laatste jaar is in de groepen 1 t/m 5 ‘Wereld in Getallen 4’ ingevoerd. In deze versie van de methode zijn een aantal verbeteringen aangebracht die van grote betekenis zijn voor beter rekenonderwijs. In het eerste jaar van de nieuwe schoolplanperiode zullen ook de groepen 6 t/m 8 volgens WIG 4 les krijgen. Om nog beter in kaart te brengen waar knelpunten van ons rekenonderwijs liggen, wordt in het begin van de nieuwe schoolplanperiode voor rekenen een nulmeting uitgevoerd door Driestar Educatief, waaruit adviezen volgen om op de juiste manier met dit vak verder te gaan. In de achterliggende periode is ook begeleid zelfstandig leren ingevoerd. Ook hierbij zijn afspraken gemaakt die vastgelegd zijn in de groepsmappen. De borging heeft in het kader van BAS plaatsgevonden. De cellen ‘Effectieve leertijd’ en ‘Effectieve instructie’ zijn gedeeltelijk geborgd. Verdere borging vindt plaats in het komende cursusjaar. Deze twee cellen worden door ons als voorwaarden gezien voor verantwoord opbrengstgericht werken. Dit laatste is ook het thema geweest van het nascholingstraject van de directeur (NSA) bij het gezamenlijke project Opbrengstgericht werken van onze federatie Colon. Door tegenvallende resultaten bij lezen in groep 3 heeft een verbetertraject Lezen plaatsgevonden in de groepen 3 en 4. Dit verbetertraject levert positief effect op, zodat het blijvend gehanteerd wordt in de groepen 3, 4 en 5. ‘Meer met muziek’ is in alle groepen ingevoerd en voldoet als goede methode voor muzikale vorming. ICT heeft steeds meer een plaats gekregen als tool, gereedschap bij de vakken, bijv. toepassingsopdrachten voor het vak aardrijkskunde en powerpoint als werkstuk bij taalgebruik en presenteren. We nemen deel aan het ambassadeursproject Up-to-date van Kennisnet, waarbij gewerkt wordt aan de thema’s: mediawijsheid, digibord, digimaster, maatwerk en professionalisering. Het onderzoek didaktiek in balans geeft ons ook de input voor de beleidsvoornemens voor het werken met ICT in de komende vier jaar.
2.4.3 Personeelsbeleid In de federatie Colon, waarvan onze school deel uitmaakt, is een gezamenlijk project opgezet, namelijk de invoering van de Gesprekkencyclus. We werken met popgesprekken, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken in een tweejaarlijkse cyclus. Zie document Gesprekkencyclus. Eveneens gestuurd door Colon is de functiemix ingevoerd. Het door de overheid verplicht gestelde percentage leraren die vanuit de LA-schaal in de LB-schaal geplaatst worden, biedt ons de mogelijkheid om functie- en beloningsdifferentiatie toe te passen. Daarin is een begin gemaakt en we zullen dat in de komende jaren vervolgen. De vereiste percentages leraren in de LB schaal is zijn tot nu toe gehaald. Zie document Functiemix. Er is ook een document Deeltijdbeleid ontwikkeld, waarin onder andere is aangegeven hoe het tweegezichten beleid in de groepen gestalte gegeven wordt. In de achterliggende periode zijn enkele manlijke leerkrachten uit ons personeelsbestand verdwenen, zodat het streven is om bij vacatures, zo mogelijk, een man er bij te krijgen in het team. In 2010 en 2011 zijn dan ook mannen benoemd in de vacatures die ontstonden. Het verzuimbeleidsplan is recent aangepast.
2.5
Omgevingsanalyse
9
a. Het toezichtkader van de inspectie geeft samen met de kerndoelen vooral op het gebied van rekenen en taal richting aan de manier waarop we accenten moeten aanbrengen in ons onderwijs. b. Er is een leerlingenprognose van een extern bureau (Pronexus) waarvan we aannemen dat deze ook op langere termijn betrouwbaar is en die laat zien dat er een lichte groei en op langere termijn stabilisatie te verwachten is. De komende jaren worden er in Kapelle een groot aantal huizen bijgebouwd; op grond van ervaringscijfers in Kapelle en Biezelinge worden van de geschatte kinderen tussen 4 en 12 jaar die daar komen wonen, 20% geschat onze school te bezoeken. Dat betekent dat op zijn minst de daling in doopcijfers Ger. Gem. wordt gecompenseerd en op een lichte groei gerekend kan worden c. Samenleving: We constateren dat de gebrokenheid van gezinnen eerder toe- dan afneemt. Dit heeft ook invloed op het welbevinden van de kinderen. d. Sponsoring vindt niet plaats op structurele basis. Ons beleid daarin is teughoudend. Als er incidenteel sponsoring plaatsvindt, wordt er een sponsorovereenkomst aangegaan die voldoet aan alle wettelijke eisen en die past bij het algemene beleid. e. Samenwerking binnen de federatie Colon zie schoolgids; de verschillende netwerken; samenwerking federatie uit zich in gezamenlijke aanpak arbo, ict, opbrengstgericht werken. Op directieniveau wordt hierin veel samengewerkt. Een financieel beleidsmedewerker coördineert het model risicospreiding en alle financiële zaken op het gebied van lumpsum. Er vindt ook benchmarking plaats op financieel gebied tussen de scholen van Colon. Een personeelsbeleidsmedewerker geeft gestalte aan gezamenlijke ontwikkeling van beleid zoals de functiemix, gesprekkencyclus, ondersteuning met personeelsproblemen. Er vindt ook monitoring plaats van de LVS resultaten tussen de scholen van Colon. Het samenwerkingsverband geeft richting aan het opbrengstgericht werken. Er is een gezamenlijke toetskalender, die elke school van Colon hanteert. f. Bij aanmelding van leerlingen hebben we hoegenaamd geen concurrentie in verband met het eigen karakter van het reformatorisch onderwijs. f. Personeelsbeleid: Ten aanzien van het personeelsbeleid zijn in de afgelopen periode diverse documenten ingevoerd, namelijk de Gesprekkencyclus, de functiemix en het deeltijdbeleid. 2.6
De inrichting van de organisatie; sterkten en zwakten
Structuur Sterkten: Mede met het oog op het in te voeren lumpsumsysteem, heeft het bestuur gekozen voor het bestuursconcept ‘Besturen op hoofdlijnen’. Een Bestuursbeleidskader is vastgesteld dat steeds wordt geëvalueerd en bijgesteld. In 2011 wordt een scheiding aangebracht tussen Bestuur en Toezicht. Het Bestuur blijft berusten bij het bestuur zoals dat tot nog toe heeft gefunctioneerd. Het toezicht wordt gevormd door een Toezichtcommissie, gekozen tijdens de ledenvergadering door de leden. Er is een beleids- en begrotingscyclus, die mede dankzij de adequate handreikingen die gegeven worden door de financieel beleidsmedewerker en de samenwerking binnen de federatie adequaat is. Taakomschrijvingen van de verschillende functies en taken binnen de school zijn aanwezig. Momenteel wordt nog gewerkt aan de functieomschrijvingen van onderwijsondersteunend personeel. Niet lesgebonden taken worden jaarlijks verdeeld. De vergadercyclus is als volgt: algemene teamvergadering - bouwvergadering – bouwvergadering; en weer opnieuw, steeds twee weken er tussen.
10
Er is een managementteam gevormd, dat bestaat uit directie, intern begeleider en bouwcoördinatoren. Het uitvoerend beleid wordt steeds meer door het MT bepaald. Het MT overleg is hiervoor de basis. Zwakten: Taakomschrijvingen zijn vaak nog te vaag. Extra taken voor het team zijn niet exact gewogen. Cultuur Sterkten: Over het algemeen is de sfeer goed en open. Tijdens een teamdag zijn tussen teamleden onderling onder leiding van een extern deskundige kwaliteiten en minder goede zaken naar elkaar uitgesproken. Er is steeds bereidheid om zich te ontwikkelen en ten dienste van het onderwijs elkaar te ondersteunen. Zwakten: Ondanks dat afspraken wel steeds meer worden gehouden, blijft het elkaar aan afspraken houden en er elkaar op aanspreken nog te incidenteel. De verantwoordelijkheden in bepaalde neventaken van teamleden wegen soms niet zwaar genoeg, zodat daarop nog veel verbeterd kan worden. Management: Sterkten: Door het voeren van beleid steeds meer te delen met het managementteam, kan de koers effectiever bewaakt worden waarop de school zich richt. Het draagvlak wordt daarbij groter. De directeur is in het verleden RDO-gecertificeerd door de Nederlandse Schoolleiders Academie. In het kader van Opbrengstgericht werken wordt in 2011 t/m 2013 weer een professionaliseringstraject gevolgd bij de NSA. Zwakten: Doordat de aandacht verdeeld moet worden over diverse gebieden, krijgen onderwijskundige zaken soms minder aandacht dan ze verdienen. Ook blijft het moeilijk een adequate overdracht van management naar teamleden in de praktijk te brengen. Personeelsbeleid: Sterkten: Het bestuursbeleidskader heeft kaders: een werving- en selectieprocedure, een benoemingsprocedure, een beoordelingsprocedure, competentieprofielen waarin de missie van de school tot uiting komt. Leerkrachten hebben persoonlijke ontwikkelingsplannen die een gespreksonderdeel vormen van de functioneringsgesprekken. De pops behoren bij de criteria voor de beoordelingsgesprekken. De tussentijdse voortgangsgesprekken van de pops worden op de bouwvergaderingen gehouden. Zwakten: Collegiale consultatie is nu nog niet structureel. Het maatjesleren wordt wel incidenteel toegepast, maar moet nog structureel ingebed worden. Hoewel er al veel verbeterd is in de loop van de tijd, hebben nieuwe leerkrachten duidelijker steun nodig van een vaste mentor. Planningscyclus: Sterkten: Er is elk jaar een jaarplan met doelen, waarna aan het eind van het schooljaar geëvalueerd wordt. De afspraken die gemaakt worden bij de schoolontwikkeling worden geborgd in de groepsmap. Deze wordt ook elk jaar bijgesteld. In de managementrapportage wordt op alle hoofdgebieden een verslag gegeven van de achterliggende periode. In het bestuursbeleidskader staat aangegeven wanneer een rapportage plaatsvindt: per kwartaal, per jaar, twee- of vierjaarlijks. Borging van behandelde cellen bij BAS vindt plaats na implementatie. Controle door BAS coördinator vindt in de groepen plaats. Zwakten: Het handelen van leerkrachten vindt plaats volgens afspraken. Vaak zijn de afspraken tot stand gekomen door noodzaak van buitenaf. Hierdoor wordt het handelen minder gebaseerd op overtuiging. Dat zorgt nog wel voor niet consequente doorvoer van zaken. Actiepunt moet zijn: Blijvend draagvlak creëren en meer controle. Dat kan bij groepsbezoek en functioneringsgesprek.
11
Systemen: Sterkten: BAS is een systeem dat cyclisch werken insluit en waarborgt. LVS toetskalender zorgt voor de structuur in de toetsafname. PLVS (Zien) geeft jaarlijkse cyclus: het invullen van de groepslijst, vervolgens het maken van handelingsplannen en evaluatie (ook onderdeel van afspraken groepsmap). In Parnassys wordt het leerlingvolgsysteem op geordende wijze beheerd. Zwakten: De overdracht van leerlingkenmerken en kleine stoornissen blijkt niet adequaat te hebben plaatsgevonden bij sommige leerlingen. Het blijkt wel opgeslagen te worden in Parnassys, maar het wordt te weinig geraadpleegd door belanghebbenden. Het observatiesysteem GOVK in de onderbouw voldoet niet meer om op een juiste manier de prestaties van de leerlingen in beeld te brengen. Het observatiesysteem ‘Kijk’ dat ook beter past bij BAS, wordt in 2010 tot 2012 ingevoerd. Financiële positie: Sterkten: Er is een Handboek Administratieve organisatie. Begroting en jaarverslag naar model VGS. Ook daarin een jaarlijkse cyclus. Er zijn voldoende middelen. Jaarlijks wordt een begroting vastgesteld die ook verantwoord is met het oog op de toekomst. Hierbij worden nauwkeurig de grenzen (kengetallen) bewaakt die vastgesteld zijn in het financieel beleidsplan. Dank zij een ingrijpende operatie om te kiezen voor een groep minder op het tijdstip van een dieptepunt in het leerlingenaantal is de financiële situatie gezond. Zwakten: Inkomsten en uitgaven zijn moeilijk in evenwicht te krijgen betreffende materiële zaken. Actiepunt: De juiste keuzes maken met behulp van voortzetting van actieplan bezuiniging. Als het aantal leerlingen weer gaat groeien, is er een periode waarin grote groepen zullen ontstaan, omdat om financiële redenen niet direct een nieuwe groep gestart zal kunnen worden. We ondervangen dat gedeeltelijk door extra handen in de klas.
2.7
SWOT
Bij de zorg wordt wel gesignaleerd, maar is er nog te weinig sprake van voldoende diagnosticeren door de leerkracht. Handelingsgerichte procesdiagnostiek (HGPD) is nog geen vanzelfsprekendheid. De verhouding tussen intelligentieniveau en schoolvorderingen bij de opbrengsten eind basisschool vraagt om een adequate aanpak waardoor de schoolvorderingen hoger uitkomen. De meerbegaafde kinderen hebben grotere en meer veelzijdige uitdaging nodig Bij de opbrengstgesprekken moeten het stellen van doelen en de werkwijze om die doelen te bereiken nog geoptimaliseerd worden. Borging en verankering blijft een punt van aandacht en is soms onvoldoende. Functieomschrijvingen zijn nog niet volledig op het gebied van onderwijsondersteunend personeel. De afspraken in de groepsmappen hebben nog niet de status van kwaliteitshandboek. Verantwoordelijkheidsgevoel voor neventaken en afspraken is nog niet optimaal. Nieuwe leerkrachten worden begeleid, maar we moeten nog streven naar een meer consequente begeleiding door een vaste mentor. Ondanks de vele aandacht die aan gedragsproblemen bij kinderen gegeven worden, wordt nog niet altijd consequent het pestprotocol gehanteerd. Het huidige pestprotocol wordt ingevoerd en in januari 2012 geëvalueerd. Onze methode voor sociale vaardigheden voldoet niet helemaal, maar we zullen dit oplossen door zelf materiaal te verzamelen als aanvulling op de huidige methode.
12
2.8
Bij het vak Engels werd een hiaat (groep 5 en 6) zo goed mogelijk door allerlei materiaal opgevuld; hierin voorziet voor de komende periode een nieuwe methode: Hello World! Bij rekenen kreeg automatisering te weinig aandacht. Hierin worden maatregelen genomen: De nieuwe methode Wereld in Getallen 4; een van de leerkrachten functioneert als rekencoördinator; met opbrengstgesprekken worden daarop accenten gelegd. De communicatie tussen school en ouders heeft nog verbetering nodig. Identiteit dient nog meer verweven te zijn met de praktijk van alledag. Het observatiesysteem GOVK in de onderbouw voldoet niet meer en zal vervangen worden door ‘Kijk’.
Trends Visie op leren Voor onze visie op goed onderwijs zie hoofdstuk 3. Passend onderwijs Onze school neemt haar verantwoordelijkheid voor wat betreft Passend Onderwijs. Naast een heldere zorgstructuur, waarbinnen we alle leerlingen in beeld hebben, zoeken we naar verdergaande specialisatie voor een doelgroep. Ons zorgprofiel is in ontwikkeling. Bevordering van actief burgerschap en sociale integratie De overheid vraagt van ons om ook burgerschap een belangrijke plaats te geven in ons onderwijsaanbod. Onze school biedt “burgerschapskunde” geïntegreerd aan, dat wil zeggen dat er geen apart roosteruur burgerschapskunde is, maar dat de leerlingen tot burgers worden gevormd door de thema’s en onderwerpen, die in de reguliere lessen aan de orde zijn. De school is daarbij oefenplaats voor het maatschappelijk verkeer. De nodige vorming van de leerlingen vindt plaats van groep 1 t/m 8, de kennisoverdracht zal zich voornamelijk op de bovenbouw (groep 6 – 8) concentreren. Veiligheid Veiligheid is voor onze school belangrijk, concreet op het gebied van speeltoestellen, zowel binnen als buiten met regelmatige keuring; ontruimingsplan; arbo RI&E keuring die elk jaar geupdated wordt door de federatieve arbocoördinator; ook is er een eigen preventiemedewerker. Ook worden lijsten met welbevinden personeel regelmatig ingevuld en naar aanleiding daarvan maatregelen getroffen. Zie de tweejaarlijkse quick scan bij de RI&E. Ook wordt het pesten sterk tegengegaan door aandacht voor Sova, pleinwacht en regels. Een pestprotocol is recent op maat voor onze school gemaakt en wordt nu geïmplementeerd. Ook het ingevoerde pedagogisch leerlingvolgsysteem (PLVS) ‘Zien’ kan hier genoemd worden. Het handhaven van de ingezette koers op het gebied van veiligheid is voor de toekomst belangrijk. Coaching Op school is een Opleider in de school aanwezig die coaching in haar takenpakket heeft, niet alleen van nieuwe leerkrachten, maar ook van zittende leerkrachten die bepaalde problemen in hun klassensituatie tegenkomen. Zij is ook de BAS coördinator, die let op de borging van BAScellen in de groepen.
13
2.9
Acties voor de schoolplanperiode 2011-2015
De volgende acties hebben we gekozen, ook naar aanleiding van de analyse, die aandachtspunten zijn voor de nieuwe schoolplanperiode 2011 – 2015: Leerstofaanbod Opbrengstgericht werken dient in de komende periode grote aandacht te krijgen De opbrengstgesprekken met de leraren zijn een belangrijk middel om de streefdoelen vast te stellen en de niveaus op een hoger plan te brengen. Het ‘Referentiekader doorlopende leerlijnen taal en rekenen’ Is daarbij leidend. Ten aanzien van het vak rekenen wordt een rekencoördinator ambulante tijd gegeven om dit vak binnen de school goed gestalte te geven. De differentiatie voor meer begaafde kinderen verder vorm geven We zullen steeds alle leerstof inpassen in ons onderwijsconcept BAS: effectieve leertijd en effectieve instructie passen we toe waar mogelijk. Met ICT werken we met het ambassadeurstraject van Kennisnet Engels geven we vanaf lagere groepen met ‘My name is Tom’; in groep 5 t/m 8 voeren we een nieuwe methode in: ‘Hello World!’ Voor de vakken aardrijkskunde, biologie en geschiedenis worden in de komende vier jaar nieuwe methoden ingevoerd. We leggen het accent op de hoofdvakken rekenen, taal, lezen waarbij we ons vooral op de opbrengsten richten. Pedagogisch klimaat Identiteit brengen we op praktische wijze dicht bij het kind, zodat deze ook het pedagogisch klimaat doortrekt. Hiervoor gebruiken we als leidraad de Tien Geboden, zoals die door VGS in haar identiteitsprofiel genoemd en uitgelegd worden. Bij gedragsproblemen bij kinderen maken we duidelijke afspraken en we zijn voorspelbaar. Groepsvorming is een voortdurend aandachtspunt en wordt vooral aan het begin van elk cursusjaar in elke groep gerealiseerd. We geven sovalessen en verzamelen extra stof met als leidraad de methode Bomjeda Voor zwakkere kinderen willen we ook bij repetitiestof gaan differentiëren voor een beter welbevinden. De kinderen die duidelijk meer aan kunnen zullen we meer stof geven, zodat ook hun welbevinden verbetert. Het pestprotocol dat opnieuw is opgezet, willen we strikt hanteren. We evalueren dit ook steeds. Kwaliteitszorg Bij de zorg moet het accent verlegd worden van I.r.t. naar groepsplannen en ondersteuning in de groepen. Lerarenondersteuners en onderwijsassistenten gaan meer werken als meer handen in de klas. De verhouding tussen intelligentieniveau en schoolvorderingen bij de opbrengsten eind basisschool vraagt om differentiatie en een opbrengstgerichte aanpak. We moeten de intelligentie tot haar recht laten komen. Daarbij maken we een plan van aanpak om het risico dat daarbij gesignaleerd is, te verkleinen en op te heffen. In de onderbouw zal het observatiesysteem GOVK nog gevolgd worden tot het nieuwe observatiesysteem ‘KIJK’ ingevoerd is in het cursusjaar 2011 – 2012. De cyclische werkwijze die bij BAS gehanteerd wordt, willen we consequent vasthouden. Zelfevaluatie door middel van het toetsen van succesindicatoren na borging van elke cel is onze vaste werkwijze.
14
Zelfevaluatie door middel van vragenlijsten voor de zorg. We willen ons oriënteren op ‘Integraal’ in aansluiting op Parnassys, waarbij analyses gemaakt kunnen worden met behulp van lijsten voor personeel en ouders. De communicatie met ouders willen we op intensiever niveau brengen. Daarbij willen we de mogelijkheden onderzoeken van het openzetten van een ouderportaal in Parnassys, zodat de ouders direct zicht hebben op de prestaties van hun kind. Het vastleggen van afspraken zoals op de teamdag is besproken zal de kwaliteit van ons onderwijs ten goede komen. Zie voor verdere punten van de teamdag de rapportage daarvan. Veel punten zijn al integraal in de andere hoofdstukken opgenomen. Door de leden van het Management Team te laten delen in de verantwoordelijkheden, kunnen afspraken breder vastgelegd en geborgd worden.
IPB, gekoppeld aan onderwijskundig beleid Elke nieuwe leerkracht krijgt een mentor in het eerste jaar van zijn aanstelling. De gesprekkencyclus is basis voor het begeleiden in het functioneren en het beoordelen. De functiemix zullen we verder invoeren. Structurele collegiale consultatie zullen we invoeren (maatjesleren). De opleider in de school coacht leerkrachten en bewaakt de borging van ingevoerde BAS cellen. Dit wordt gedeeld met celeigenaren. Op beperkte schaal hanteren we specialisatie lesgeven. Mensen die geen gym mogen geven doordat men geen gymakte heeft, worden door een collega hiervoor vervangen. Het benoemingsbeleid heeft als aandachtspunt het benoemen van personeel met een bevoegdheid voor bewegingsonderwijs. Het personeelsbeleid richt zich op een goede balans tussen manlijke en vrouwelijke leerkrachten. Onderwijsondersteunend personeel gaan we anders inzetten: ‘Meer handen in de klas’ in plaats van een groot deel van IRT. We verwijzen verder naar de uitkomsten van de teamdag (document afspraken werkvergadering n.a.v. de teamdag). De communicatie in het team onderling wordt verbeterd door vastgelegde afspraken en borging daarvan. BAS-project De afgelopen vier jaar zijn we begonnen met het uitvoeren van het BAS+-project op onze school. Deze vorm van onderwijs wordt breed gedragen door directie en team. Begeleiding voor de uitvoering van dit project wordt gegeven door het Seminarium voor Orthopedagogiek. Alle acties met betrekking tot ons onderwijs willen we inpassen in dit project. In de komende jaren willen we het BAS+ project realiseren Korte inhoud van dit project: BAS = Bouwen aan een Adaptieve School. Daarbij staat de + voor meer aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen, de school als lerende organisatie en competentiemanagement. BAS+ is een stapsgewijze project om leerkrachtvaardigheden te versterken. Afspraken zullen gemaakt worden over de bouwstenen die schriftelijk worden vastgelegd en geborgd. Hiermee wordt de doorgaande lijn binnen de school gewaarborgd. BAS+ werkt met zeven ontwikkelingslijnen binnen het team: 8. Structuur:
15
Inrichting en aankleding van school, klas, plein Het voorspelbaar handelen van de leerkracht (week- en masterplanning)
9. Interactie: Tussen leerkracht en individuele leerling Tussen leerkracht en groep Tussen leerkracht en ouders 10. Zelfstandige leerhouding 11. Instructie (Hierin omgaan met verschillen) 12. Samenwerkend leren (voorwaarde om van elkaar te leren) 13. Planningssysteem (Leerlingenzorg wordt afgestemd op groei- en ontwikkelingsmogelijkheden van de leerlingen) 14. Teamleren (De school is een lerende organisatie)
In schema als volgt weergegeven: structuur
interactie
masterplanning
portfolio
weekplanning
attributie
voorspelbaarheid
Responsiviteit
inrichting
Gesprekken met ouders Groepsgesprekken De sfeer in de groep
basiscomin gesprek met municatie het kind De lerende organisatie Vormen van samenwerking
BAS + Zelfstandige leerhouding Zelfstandig leren Begeleid zelfstandig leren Tijdsbewustzijn en taakplanning
instructie
samenwerken
Instructiemodellen Kerndoelen en differentiatie Effectieve instructie
tutorleren
regels en effectieve routines leertijd Probleemoplossend vermogen
Planningssysteem Zorgstructuur Handelings -planning
Coöperatief leren in groepen tandemleren
Instroom en leerlingvolgsysteem groepsvorming Leerlingadministratie Kennismanagement en IPB
Elders in dit document is aangegeven welke cellen we ingevoerd en geborgd hebben. Voor de komende vier jaar willen we minimaal de volgende cellen invoeren en borgen:
Effectieve leertijd en effectieve instructie Leerlingenadministratie en basiscommunicatie; kerndoelen en differentiatie Instroom en leerlingvolgsysteem; responsiviteit Handelingsplanning; in gesprek met het kind Attributie en portfolio
16
Hoofdstuk 3. Het schoolconcept 3.1 De levensbeschouwelijke dimensie De grondslag van de school is de Heilige Schrift als het onfeilbaar Woord van God, getrouw vertaald uit de oorspronkelijke talen in het Nederlands volgens het besluit van de Nationale Synode (1618 – 1619) op last van de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden. Daarbij worden ook geheel en volledig de Drie formulieren van Enigheid, die op Gods Woord gegrond zijn, onderschreven. Allereerst wordt de Heilige Schrift onvoorwaardelijk aanvaard als het gezaghebbende Woord van God, dat een bijzondere positie heeft boven alle menselijke tradities en uitspraken. De Schrift is een allesbeheersende bron, een allesbeslissend fundament en alomvattend richtsnoer. Vervolgens worden de Drie formulieren van Enigheid, de belijdenisgeschriften aanvaard: De Heidelbergse Catechismus De Nederlandse Geloofsbelijdenis De Dordtse Leerregels De belijdenisgeschriften zijn op Gods Woord gegrond en daarom van grote betekenis. De Reformatie (16e eeuw) heeft de kernnoties van de Heilige Schrift a.h.w. herontdekt: 'Sola Scriptura' (alleen de Schrift), 'Sola Gratia' (genade alleen), 'Sola Fide' (het geloof alleen). Tien geboden Onze waarden en normen vinden we samengevat in de Tien geboden. Uitgangspunten zijn daarbij: dat het leven naar Gods geboden als een blijvende opdracht tot ons komt; dat de Bijbelse leer van de verdorvenheid van de mens niets afdoet aan het blijvende karakter van deze opdracht; dat door Gods algemene genade, die de doorwerking van de zonden enigszins afremt, gewetensvorming en opvoeding naar de eis van Gods geboden in uiterlijke zin, mogelijk zijn; dat het leven tot Gods eer nooit door onze inspanningen gestalte krijgt, maar altijd vrucht is van de onweerstaanbare genade van God in Christus. 1. God heeft recht op aanbidding en verering, in geloof en gehoorzaamheid. Het is niet geoorloofd enig schepsel of een geschapen macht of kracht met God gelijk te stellen of daaraan goddelijke eer toe te kennen. Ieder mens wordt, als schepsel van God, in zijn persoonlijkheid gerespecteerd. 2. De wijze waarop God gediend moet worden, is door Hem bepaald. Wij hebben niet het recht over Hem iets te zeggen of te denken buiten hetgeen Hij omtrent Zichzelf aan ons heeft geopenbaard. 3. God vraagt dat met eerbied, ontzag en liefde over Hem wordt gesproken en dat eerbiedig de Bijbel wordt gelezen en ter sprake wordt gebracht. 4. De zondag is een bijzondere dag. Christus kwam op aarde om de wet te vervullen. Met Zijn opstanding uit de doden op de eerste dag van de week is de wet vervuld. 5. De Bijbel geeft ook richtlijnen ten aanzien van de verhoudingen tussen mensen. Op elk niveau van werken bestaan er gezagsverhoudingen: van bestuur – naar directie – naar overig personeel – naar leerlingen. Gezag is er ons ten goede. 6. We behoren de medemens lief te hebben als onszelf. 7. Seksualiteit heeft in de Bijbel te maken met het vormen van een onverbrekelijke verbintenis in een huwelijk tussen één man en één vrouw, en krijgt in het licht hiervan een plaats. Daarbij zijn de Bijbelse voorschriften bindend voor het seksuele leven. 8. De eigendommen van de ander, zowel van personeel, leerlingen en instelling, worden gerespecteerd.
17
9. In gesprekken met en over anderen moet zuiverheid worden betracht, zonder te roddelen of een voorstelling van zaken te geven die met de waarheid in strijd is. Wij staan een eerlijke communicatie voor. 10. We behoren in liefde en zuiverheid van intentie het voorgaande in praktijk te brengen. Het in het reformatorisch onderwijs werkzame personeel wil zijn leven naar het bovenstaande inrichten en daarmee in de levenswandel een goed voorbeeld voor de leerlingen zijn. Voor een meer gedetailleerde omschrijving van het bovenstaande verwijzen we naar het identiteitsprofiel van de VGS, zoals dat in april 2011 onverkort is overgenomen en vastgesteld op de Juliana van Stolbergschool. 3.2. Doel van ons onderwijs Doel van ons onderwijs; doel van BAS in onze school De ideale school is een school waar in alle geledingen de identiteit gedragen wordt. Een school waarbij de eer van God en het dienen van de naaste centraal staat. We staan midden in de samenleving en we vinden, waar mogelijk, aansluiting met de maatschappij. Het is ook een school waarbij de opbrengsten in overeenstemming zijn met het intelligentieniveau van de schoolbevolking. De school biedt elk kind een veilige en uitdagende omgeving. Het onderwijskundig aspect In onze onderwijskundige visie ligt sterk de nadruk op het groeien naar het geven van adaptief onderwijs. Een goede doorgaande lijn vanaf groep 1 t/m groep 8, waarbij de opgezette ontwikkelingslijnen in groep 1 steeds verder uitgebouwd worden in volgende groepen. Er wordt optimaal rekening gehouden met verschillen. Differentiatie binnen de jaarklassen is zodanig uitgegroeid tot een systeem, dat elke leerling op het voor hem juiste niveau zit. Daar vindt hij nog uitdaging, daar kan hij ook zelfstandig werken en daar voelt hij zich ook thuis en competent. De vakken zijn zo geïntegreerd dat het onderwijs zo breed mogelijk gegeven wordt, en aansluit bij de aspecten van de samenleving. Daarbij wordt de leerling een kritische en zelfstandige houding aangeleerd ten opzichte van de samenleving. Alle leerkrachten geven effectieve instructie. Het omgevingsaspect Er is een goed contact tussen de school en de ouders, waarbij de resultaten van de leerlingen steeds besproken worden. Ook worden de ouders van allerlei ontwikkelingen op school op de hoogte gehouden. Ondersteunende werkzaamheden worden door de school aan ouders gevraagd. Het bevoegd gezag, het bestuur, geeft de beleidskaders duidelijk aan, waarbinnen we ons onderwijs gestalte geven. De medezeggenschapsraad denkt pro-actief mee en is opbouwend kritisch. Het onderwijsbeleid van de overheid wordt op een creatieve wijze overgenomen voor het eigen beleid in de school. Daarbij worden de kwaliteitseisen die de overheid stelt, behaald. Het organisatorische aspect De kaders en grondregels zijn zo duidelijk, dat organisatorische knelpunten minimaal zijn. Het motiverende aspect Langs de weg van een goed personeelsbeleid, waarin de gesprekkencyclus een belangrijke plaats heeft, wordt het team gemotiveerd tot het geven van goed onderwijs. Aan alle leerlingen wordt een veilige en uitdagende omgeving geboden.
18
Het veranderkundige aspect Om te komen tot een goede vorm van adaptief onderwijs, is het nodig dat belemmerende factoren weggewerkt worden. Er wordt planmatig veranderd: het team is overtuigd van het nut en de zin daarvan. Het communicatieve aspect Met bestuur, medezeggenschapsraad, ouders en team is een goede communicatie mogelijk. Men denkt constructief mee in de schoolontwikkeling. Het uitwisselen van informatie gebeurt regelmatig. Het evaluatieve aspect Elk jaar wordt de onderwijskundige kant van de school door directie en team geëvalueerd. Verantwoording wordt naar bestuur en medezeggenschapsraad afgelegd door middel van managementrapportages. Naar aanleiding van de uitkomsten hiervan wordt de schoolontwikkeling in het jaarplan voor het nieuwe schooljaar aangepast. 3.3 De missie van de school De opdracht of missie van onze school verwoorden wij als volgt: Juliana van Stolbergschool, reformatorische school voor onderwijs en opvoeding Hierin komt voor ons tot uitdrukking dat het onderwijs dat wij willen geven past in het kader van de reformatorische grondslag. De grondslag doortrekt ons zijn, onze levensbeschouwing en daarmee alles wat tot uitdrukking komt in ons denken, spreken en handelen. Dat het onderwijs gegeven wordt vanuit deze grondslag geeft aan dat de normen en waarden die wij overdragen in de opvoeding aan Gods Woord ontleend zijn. Het reformatorisch onderwijs heeft, vanuit Gods Woord, de opdracht om rekening te houden met verschillen van leerlingen. Dit houdt voor ons in dat wij steeds zoeken naar de mogelijkheden om recht te doen aan het omgaan met verschillen en het bieden van onderwijs op maat. Reformatorisch onderwijs betekent voor ons ook het dienstbaar zijn: aan God, aan elkaar, aan de kinderen. De school is gericht op bezielend onderwijs. De school biedt voor ieder kind een rijke leeromgeving. De school biedt voor ieder kind een veilige leeromgeving.
19
Hoofdstuk 4. Onderwijskundig beleid 4.1 De onderwijsinhoud De methoden die wij hanteren om ons onderwijs gestalte te geven, passen in ons onderwijsconcept en voldoen aan de kerndoelen. In het onderstaande schema worden de methoden genoemd. Voor een meer inhoudelijke beschrijving van de methoden die we hanteren, verwijzen we naar de diverse handleidingen van de methoden. Als methoden door ons aangevuld of gewijzigd worden, geven we dat aan in de derde kolom van het schema. In de groepen 1 en 2 wordt veelal ontwikkelingsgericht gewerkt, waarbij eventuele methoden gebruikt worden als ideeënboek.
Vak/vormingsgebi Methode en materiaal ed Bijbelse geschiedenis ‘Hoor het Woord’ van uitgeverij Groen.
Rekenen/Wiskunde
Wereld in Getallen (versie 4)
Nederlandse taal
Taalfontein
Lezen
Aanvankelijk lezen: Taalfontein
Engelse taal
Oriëntatie op mens en wereld. Aardrijkskunde
Junior (groep 7 en 8) In de groepen 1 t/m 4: My name is Tom In de groepen 5 en 6 en later ook in 7 en 8: Hello World! Zie Geobas, Er is geschied en Leefwereld Geobas
Geschiedenis
Er is geschied
Techniek
Leefwereld, Ontdekkasteel
Evt. aanvullende opm. In deze methode zijn ook aan te leren psalmen en vragen en antwoorden van de Heidelbergse Catechismus opgenomen. Hierbij wordt gewerkt per groep in 3 niveaus (rood, wit, blauw) In alle groepen wordt d.m.v. deze methode interactief taalonderwijs gegeven. Voor technisch lezen worden diverse leesboekjes gebruikt. Junior begint pas in groep 7 en wordt daarom vervangen door Hello World, die in groep 5 begint.
Voor sommige hoofdstukken worden toepassingsopdrachten binnen ICT gegeven. Het onderdeel Kerkgeschiedenis, wat steeds hierin voor komt, wordt geselecteerd en behandeld bij godsdienstonderwijs en binnen de daarvoor bestemde tijd in groep 7 en 8. Het ontdekkasteel wordt in alle groepen 1x per 6 weken
20
gebruikt. Zie verder Techniekplan Milieu Seksuele opvoeding
Leefwereld Wonderlijk gemaakt
Gezond en redzaam gedrag
Klaarover Jeugd-EHBO
Sociale vaardigheden Bomjeda
Natuuronderwijs
Leefwereld
Lichamelijke opvoeding Tekenen en handvaardigheid Muziek Spel/bevordering taalgebruik
Deelschoolwerkplan
Beweging
Deelschoolwerkplan (zie lich. oef.) Schrijffontein Zie onder dit schema
Schrijven Cultuureducatie Cultuureducatie
In groep 7 en 8 worden in samenspraak met de ouders 10 lessen gegeven In groep 7 wordt een theoretisch en praktisch verkeersexamen afgelegd. In groep 8 wordt het examen jeugd-EHBO gedaan. Aangevuld door Driestar Educatief, zodat voor elke week een les beschikbaar is. In de groepen 1 en 2 wordt dit aangevuld met ‘Doos met gevoelens’ en ‘Rikki’ Waar mogelijk bij praktijkopdrachten worden natuurouders ingeschakeld Uitgegeven door Gemeente Kapelle
Uit de kunst Meer met muziek Wat zeg je?
Het werken met ontwikkelingsmateriaal gebeurt volgens een verdeelsysteem met kleuren en mappen in de groepen 1, 1-2 en 2
In deze schoolplanperiode blijven we gebruik maken van het christelijk reformatorisch cultuurmenu. Dit wordt op basis van samenwerking tussen de culturele partners en scholen van onze denominatie jaarlijks aangeboden. Een cultuurbeleidsplan geeft richting aan onze school voor wat betreft verdere ontwikkeling. Het onderwijs op onze basisschool is erop gericht dat de leerlingen zich verstandelijk, emotioneel, creatief, sociaal en lichamelijk ontwikkelen. Het onderwijs op onze basisschool draagt bij aan hun persoonlijke ontwikkeling. Het basisonderwijs bereidt de leerlingen voor op hun functioneren in een democratische, veelzijdige en multiculturele samenleving, nu en later. Het onderwijs op onze school is erop gericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. 21
4.2 De onderwijskundige doelen De werkwijze met ons onderwijsconcept Bouwen aan een Adaptieve School is voor ons leidend voor de nieuwe schoolplanperiode. Het doel dat hier in past is minimaal de volgende onderdelen (cellen) in te voeren en / of te borgen: Effectieve leertijd en effectieve instructie. Deze cellen staan in de leerlijn instructie. Ze worden nu al toegepast, maar ons doel voor de komende periode is dat op een natuurlijke wijze deze manier van werken op zoveel mogelijk gebieden wordt toegepast. Leerlingenadministratie en basiscommunicatie. Leerlingenadministratie hoort bij de leerlijn planningssysteem. Basiscommunicatie hoort bij de leerlijn ‘Interactie’. Communicatie is een belangrijk speerpunt, waarin we in het komende jaar een slag willen maken. Instroom en leerlingvolgsysteem. Dit is ook onderdeel van ons planningssysteem. Responsiviteit. De borging van deze cel is voor ons een voorwaarde om op de juiste manier in te gaan op de signalen die het kind afgeeft, het veiligheid te kunnen bieden en daarmee willen we ook het onderwijsaanbod goed af kunnen stemmen. Deze cel is een onderdeel van de leerlijn ‘Interactie’. Handelingsplanning, behorend bij de leerlijn ‘Planningssysteem’ moet geborgd worden om de zorg voor het minder begaafde, maar ook voor het hoger begaafde kind goed tot zijn recht te laten komen. Kerndoelen en differentiatie is de cel die weer hoort bij de leerlijn ‘Instructie’. Borging hiervan is ook een voorwaarde voor een goed aanbod van het onderwijs. Attributie en portfolio behoren beide als cellen bij de leerlijn ‘Interactie’. Het gedrag van het kind kunnen plaatsen in de context met gevolgen en oorzaken, is van belang voor goed onderwijs. Bij taalontwikkeling wordt in de onderbouw de leerstof van Taalfontein gevolgd en waar de thema’s van Taalfontein worden losgelaten worden eigen thema’s op dezelfde manier als Taalfontein door middel van ‘bouwstenen’ vastgelegd. Wat de zorg betreft, richten we ons op Passend onderwijs zoals dat in de nabije toekomst gevraagd wordt. Daartoe hebben we een op de zorg gericht zorgprofiel beschreven. De lijn die ingezet is door het geven van I.R.T. steeds meer te laten verschuiven naar Meer handen in de klas, willen we in de toekomst steeds meer tot zijn recht laten komen. Door lerarenondersteuners en onderwijsassistenten geïntegreerde ondersteuning binnen de groepen te laten bieden, wordt de ondersteuning efficiënter. De doorgaande lijn van ontwikkelingsgericht naar programmagericht willen we zonder “cultuurschok” laten verlopen: werken in hoeken uitbreiden van onderbouw naar middenbouw. Sociale omgeving, veiligheid, sociale vaardigheden, pedagogisch klimaat willen we steeds meer inhoud geven. Goede sovalessen, een goed pestprotocol en de cellen behorend bij de leerlijn ‘Interactie’ zijn daarvoor voorwaarden die we willen uitbouwen. Het ontplooien van gaven tot dienstbaarheid zal door heel ons onderwijs en in veel situaties tot uiting moeten komen, waarbij ook juist hierbij de sociale vaardigheden een belangrijke rol vervullen. ICT willen we steeds meer als ‘tool’ in ons onderwijs gebruiken, waarbij in de komende periode het accent vooral zal liggen op zaakvakken. Bij het integreren van burgerschap in ons onderwijs stellen we de volgende doelen: Kinderen kennen de eigen identiteit vanuit de eigenheid van het christen zijn. Vanuit het vak Bijbelse Geschiedenis en bespreking van Heidelberger Catechismus, maar ook uit het voorleven van hun opvoeders en leerkracht. Hierin liggen ook de wortels van het goed omgaan met elkaar.
22
Kinderen begrijpen dat ze met behoud van de eigen identiteit onze naaste met respect tegemoet moeten treden, waarbij verschillen in uiterlijk, in leefwijze of in overtuiging niet mogen leiden tot afwijzing. Dit kan ook tot uiting komen in gezamenlijke feestelijke activiteiten met kinderen van andere scholen, bijv. Koninginnedag , 4 en 5 meiviering enz. SOVA methode Bomjeda en regels die het respect t.o.v. elkaar en de naaste benadrukken. Kinderen hebben kennis van de achtergronden van andere culturen. Ze begrijpen de situatie van de mogelijke problematiek van mensen die vanuit een niet westerse cultuur in Nederland wonen. Bij het vak aardrijkskunde komen vele malen ook andere culturen aan de orde. Kinderen kennen enkele problemen uit onze multiculturele samenleving en hebben over deze problemen nagedacht. Bespreking van de actualiteit. Naast de aardrijkskundige en (kerk)geschiedkundige thema’s. Kinderen zijn hulpvaardig. Maandregels, participatie in acties voor goede doelen en in plaatselijke of regionale acties die de doelstelling versterken. Kinderen kunnen samenwerken met anderen Samenwerken met creatieve vakken, zaakvakken en in tweetallen leren. Kinderen kennen de spelregels van de samenleving. Staatsinrichting en onderwerpen aan de hand van de actualiteit. Nieuwsbegrip en nieuwsbespreking tijdens de ontvangstgesprekken. Elk jaar wordt door groep 8 een bezoek gebracht aan de burgemeester en een wethouder van de Gemeente Kapelle. Kinderen weten, voor zover dat van hun leeftijd verwacht mag worden, de weg in het maatschappelijk verkeer. Excursies en vaardigheden in het betalingsverkeer worden gehouden.
Een geïntegreerd onderdeel van deze doelen is ICT. Onze visie op ICT willen we als volgt formuleren: ICT is een noodzakelijk en gevaarvol medium: media-educatie is daarom noodzakelijk ICT is geïntegreerd in ons onderwijs: als hulpmiddel, maar ook dient het proces dat zorgt voor de vervulling van de randvoorwaarden gestimuleerd te worden ICT is hulpmiddel om betekenisvol onderwijs te geven: ICT is informatiebron, middel om informatie te verwerken en presentatiemiddel. De kennis van het hulpmiddel dient ontwikkeld te worden ICT is hulpmiddel om te automatiseren en te differentiëren: software voor oefenprogramma’s en software voor leerlingen met achterstand of voorsprong ICT is hulpmiddel om de werkomgeving te professionaliseren: mailverkeer, internet als informatiebron, documentenbeheer, leerlingenadministratie, leerlingvolgsysteem Alle bovenstaande doelen en de daaruit volgende acties willen we onderbrengen in Het BAS+ project dat we in de vorige schoolplanperiode hebben ingezet en de komende jaren vervolgen. BAS = Bouwen aan een adaptieve school. Daarbij staan ons de volgende doelen voor ogen: Het hele team is bezig met BAS+, zodat de adaptieve school zo breed mogelijk wordt gedragen De doorgaande lijn wordt vanaf groep 1 tot en met groep 8 voorgestaan De structuur met leerkracht- en leerlingvaardigheden wordt in zijn totaliteit aangebracht Een adequate borging wordt bewerkstelligd
23
Voor een korte theoretische onderbouwing van BAS (Bouwen aan een Adaptieve School) verwijzen we naar hoofdstuk 2 van dit schoolplan. 4.3 De zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften In het zorgplan van ons samenwerkingsverband staat alle binnen- en buitenschoolse hulp beschreven die geboden kan worden. Hierbij verwijzen we naar genoemd zorgplan. Zorgstructuur Er zijn de komende jaren flinke veranderingen te verwachten binnen de leerlingenzorg. De belangrijkste trends en de gevolgen voor onze zorgstructuur zetten we hieronder op een rijtje 4.3.1 Passend Onderwijs Omdat het ministerie het huidige stelsel voor extra onderwijsondersteuning niet houdbaar acht, is er een stelselwijziging aangekondigd. In de schoolplanperiode 20112015 zal deze stelselwijziging haar beslag krijgen. Hieronder in grote lijnen de kaders waarbinnen deze stelselwijziging plaats zal vinden. Tevens geven we de positie van onze school hierbij aan. Zorgplicht Onze school krijgt (wettelijk verankerde) zorgplicht. Dit betekent dat wanneer ouders hun kind aanmelden op school, onze school de taak heeft dit kind een zo goed mogelijke plek in het onderwijs te bieden. Wanneer onze school dat zelf niet kan heeft ze de taak binnen het SWV een zo goed mogelijke plek op een andere school aan te bieden. Hierbij spelen de zorgprofielen van de scholen binnen het SWV een rol. Om aan de zorgplicht te voldoen werkt onze school samen en wordt lichte en zware zorg (resp. SBO en SO) onder één verantwoordelijkheid gebracht. Onze school ontwikkelt een zorgprofiel waarin de mogelijkheden en de grenzen van de zorg worden aangegeven. Ook komen de afspraken die met andere scholen en op SWVniveau zijn gemaakt in dit profiel te staan. Onze school maakt een protocol waarin de toelating en toekenning van onderwijs zorgarrangementen is opgenomen. Het referentiekader passend onderwijs (PO en VO-raad - op dit moment nog in ontwikkeling) is leidend voor de invulling van het zorgprofiel en het maken van de afspraken binnen het SWV. De rol van ouders is van belang. Ouders willen het beste voor hun kind. We zoeken bij de aanmelding en de toekenning van onderwijs zorgarrangementen naar evenwicht tussen de wensen van de ouders en de mogelijkheden van onze school en/of de scholen waarmee we samenwerken binnen het SWV. Kwaliteit van het onderwijs De leerkrachten zijn de bepalende factor voor de kwaliteit van het onderwijs. Om kwalitatief goed onderwijs te bieden aan alle leerlingen heeft scholing van onze mensen voortdurend de aandacht. De mogelijkheden die prestatiebeloning, de lerarenbeurs en de functiemix bieden zullen we hiertoe aanwenden. Opbrengstgericht werken en handelingsgericht werken ondersteunen het bieden van goed onderwijs voor alle leerlingen. We gebruiken binnen het SWV en door de overheid vastgestelde uniforme toetsing. We leggen naar onze achterban en richting de inspectie verantwoording af van de bereikte resultaten. Ook leveren we de juiste gegevens aan om het SWV in staat te stellen verantwoording af te leggen aan de inspectie over de bereikte resultaten binnen onze zorgstructuur. Bekostiging Het SWV, waarbij onze school is aangesloten krijgt een vast budget gebaseerd op het aantal leerlingen (inclusief de huidige SO -cluster 3 en 4- leerlingen). De huidige indicatiestelling en leerling gebonden financiering worden afgeschaft. Binnen het SWV worden afspraken gemaakt over de verdeling van het geld.
24
Het SO krijgt directe standaardbekostiging en een aanvullende bekostiging. Dit laatste wordt in mindering gebracht op de zorgmiddelen voor het SWV. Toelating tot het SO is pas mogelijk na overeenstemming in het SWV. Als het SWV meer leerlingen heeft verwezen naar het SO dan het budget toelaat, verrekent DUO dit met de reguliere bekostiging van de scholen in het SWV. Als de (zorg)budgetten ontoereikend blijken te zijn moeten scholen dus hun reguliere bekostiging aanspreken voor verdere ondersteuning. Er vindt tevens verevening van middelen plaats op basis van de verwijzingen van het SWV. Voor deze verevening zal er een overgangsregeling komen. Cluster 1 en 2 blijven separaat bekostigd. Onze school moet er rekening mee houden dat de effecten van deze maatregelen vanaf augustus 2013 voelbaar worden. De effecten van deze maatregelen voor onze school zijn nog niet duidelijk. De komende jaren zullen we voorzichtig zijn met het aangaan van langjarige verplichtingen op basis van de zorgmiddelen. We zien het als onze opdracht om het directe effect van de bezuinigingen voor de zorg voor leerlingen op onze school tot het minimum te beperken. De genoemde maatregelen dwingen ons om uiterst behoedzaam om te gaan met verwijzingen naar SBO en SO. In overleg met het SWV zullen we hiertoe onze strategie ontwikkelen. Gemeenten en jeugdzorg Scholen moeten de samenwerking met gemeenten (als verantwoordelijke voor de jeugdzorg) vormgeven. Het zorgplan van ons SWV zal worden afgestemd met de gemeente (wetgeving “zorg in en om de school”) De zorg op onze school willen we zo goed mogelijk afstemmen op de jeugdgezondheidszorg, jeugdhulpverlening en maatschappelijk werk. Het Zorg advies team (ZAT) is het platform waarin wordt afgestemd. 4.3.2 Interne zorgstructuur Op onze school zijn binnen het toelatingsbeleid in principe alle kinderen welkom die behoren tot het normale voedingsgebied van de school. Wel wordt bij aanmelding bekeken, of we kunnen voldoen aan de onderwijsbehoeften van het kind. Onze mogelijkheden en grenzen die in het zorgprofiel zijn vastgelegd (augustus 2012) zijn hierbij richtinggevend. Afspraken en verdere uitwerking in protocollen zijn vastgelegd in het “Toetsbeleid” (Colon, 2010). Wanneer de leerkracht problemen bij een kind signaleert, probeert hij/zij die eerst zelf op te lossen. Wanneer de problemen zich blijvend voordoen, treedt hij/zij in contact met de interne begeleider. Samen proberen ze een oplossing te zoeken die de leerkracht binnen de groep toepast. Wanneer dit onvoldoende resultaat heeft, brengt men het probleem op de teamvergadering. Na overleg wordt er een hulpplan gemaakt of er wordt besloten een onderzoek te laten verrichten door de schoolbegeleidingsdienst of andere hulpverleningsinstellingen. De groepsleerkracht stelt de ouders in kennis van de speciale zorg die aan hun kind wordt verleend. Verder onderhoudt de Intern Begeleider contact met ouders van kinderen die in de speciale leerlingenzorg binnen de school terecht komen, op de manier, zoals dit in de schoolgids vermeld staat. De hele zorgstructuur staat ook in schema weergegeven in de schoolgids. Zowel binnen als buiten de klas zijn er extra materialen aanwezig voor het helpen van leerlingen met leerproblemen. De onderwijsassistentes worden hoofdzakelijk ingezet om leerlingen extra te begeleiden. Dit gebeurt steeds meer binnen de groepen. Voor leerlingen die onvoldoende vorderingen maken met dit hulpplan, kan er hulp ingeroepen worden van de schoolbegeleidingsdienst of een ambulante begeleider, die verbonden is aan een school voor speciaal onderwijs. Heeft al deze hulp onvoldoende baat, dan kan in overleg met de ouders een aanmelding voor speciaal onderwijs plaatsvinden.
25
Bij leerlingen die aan het eind van het cursusjaar onvoldoende vorderingen op het gebied van rekenen, taal en lezen gemaakt hebben en zodoende geen aansluiting vinden bij de volgende jaargroep, kan er sprake zijn van zitten blijven. Bij kinderen die ver boven het gemiddelde van de groep scoren, wordt in hoeveelheid en waar mogelijk in instructie en leerstof gedifferentieerd. Er wordt verdiepings- of verrijkingsstof aangeboden. Ook kan besloten worden een groep over te laten slaan. Ook bij hoogbegaafdheid geldt het bovenstaande. Met de mogelijkheden die wij binnen onze school hebben, willen we de leerlingen de hulp geven die ze nodig hebben. We willen zoveel mogelijk eenmaal geplaatste kinderen op onze school houden. Bij de overgang van groep 2 naar groep 3 houden we in eerste instantie altijd de 1 oktobergrens aan. Bij twijfel met betrekking tot overgang wordt zoveel mogelijk in het belang van het kind gehandeld. Alle hulp- of handelingsplannen, relevante verslagen van gesprekken e.d. worden op adequate wijze vastgelegd in het Leerlingvolgsysteem (Parnassys) Verder verwijzen we naar het document ‘Zorgstructuur’ in de map Zorgdocumenten van onze school. 4.4
Rugzakbeleid
Visie op integratie kinderen met een handicap Op onze school zijn binnen het toelatingsbeleid in principe alle kinderen welkom die behoren tot het normale voedingsgebied van de school. Wel wordt bij aanmelding bekeken, of verwacht mag worden dat het team dit kind kan begeleiden zonder dat dit kind tekort komt of de andere kinderen niet genoeg aandacht krijgen. Plaatsing van kinderen met extra zorg en aandacht is immers alleen goed als dit echt verantwoord is en hangt dus af van onze mogelijkheden op school. Leerlingen met extra zorg en aandacht vallen onder speciale leerlingbegeleiding. Wel moet de plaatsing van het kind verantwoord zijn. Leerlingen met extra zorg en aandacht vallen onder speciale leerlingbegeleiding. Daarvoor moeten er mogelijkheden op school zijn. Het omgaan met verschillen is een belangrijk punt in onze missie. Bij plaatsing moet wel duidelijk zijn dat: De leerkracht bij wie het kind wordt geplaatst extra tijd krijgt voor contacten en bijscholing Er ambulante begeleiding voor het kind geboden kan worden Er ondersteuning aan de leerkracht geboden wordt Er extra formatie voor te krijgen is De ouders ook geacht worden bij te springen, indien nodig Er steeds met alle betrokkenen overleg gevoerd wordt In de groep waar het kind geplaatst moet worden verder geen rugzakkinderen zitten Bij de aanmelding van een leerling die in aanmerking komt voor leerlinggebonden financiering, willen wij handelen zoals het stappenplan van ons samenwerkingsverband aangeeft. Ook willen we verwijzen naar de “checklist plaatsing leerling met een handicap in tien stappen” van de wegbereiders leerlinggebonden financiering. Als een leerling al op school zit en blijkt na de eerste stappen van de reguliere zorg (zie 4.3) in aanmerking te komen voor een rugzak, wordt er naar gestreefd deze leerling op school te houden met dezelfde voorwaarden als hierboven omschreven, uitgezonderd de laatste voorwaarde. Deze dient in zo’n geval nader overwogen te worden.
26
Hoofdstuk 5. Kwaliteitszorg 5.1 Doel en uitgangspunten Als we onze identiteit waar willen maken, zijn we verplicht de kwaliteit van ons onderwijs te waarborgen. Identiteit en kwaliteit kunnen niet ontkoppeld worden. Vanuit het Woord van God hebben we de opdracht ons onderwijs zo goed mogelijk in te richten, te bewaken en te verbeteren. Kwaliteitszorg is een hulpmiddel om de kwaliteit van het onderwijs te bepalen, te bewaken en waar nodig te verbeteren en te borgen. Kwaliteitszorg dient om de goede dingen te doen en de dingen goed te kunnen doen. Ons onderwijsconcept Bouwen aan een Adaptieve School biedt ons goede handreikingen om onze kwaliteit te meten en te evalueren. Met behulp van de succesindicatoren van elke cel en leerlijn in ons BAS systeem kunnen we cylisch werken. Zelfevaluatie is daarbij noodzakelijk, maar ook goed mogelijk. Bij kwaliteitszorg gaat het om de volgende vier fasen: 1. Kwaliteit beschrijven 2. Kwaliteit (laten) beoordelen 3. Kwaliteit borgen 4. Voorgenomen verbetering(en) realiseren 5.2 Kwaliteitsbepaling Onderwijs dient gegeven te worden vanuit de grondslag van de school. Het gaat erom, dat we als school de identiteit vanuit de grondslag moeten vertalen naar opvoeding en onderwijs van elke dag. Het pedagogisch klimaat moet een vertaling zijn van de bijbelse normen en waarden. Daarbij komt dat de overheid kwaliteitseisen stelt, waarbij meetgegevens voor ons de kwaliteit van het onderwijs in kaart kunnen brengen. Genoemde kwaliteitseisen hebben een aantal vastgestelde criteria. Ook door de omgeving van de school (ouders, maatschappelijke omgeving, voortgezet onderwijs enz.) worden kwaliteitseisen gesteld. Om aan deze kwaliteitseisen en criteria te voldoen, beschikken we als school over meetgegevens, zoals die zijn aangegeven in hoofdstuk 1 van dit schoolplan. We vinden het belangrijk dat we voor de meetgegevens beschikken over geijkte meetinstrumenten, zoals cito (LVS-toetsen, entreetoetsen), het schooleindonderzoek voor leerlingen. Het zorgprofiel geeft de actuele stand van zaken over ‘zorg en begeleiding’ op onze school weer, de kengegevens. Het zorgprofiel maakt de visie op zorg zichtbaar en kwantificeerbaar. Het zorgprofiel bevat afspraken, werkwijzen en procedures t.a.v. zorg en begeleiding. Eén keer per vier jaar wordt door het Samenwerkingsverband een kwaliteitscontrole uitgevoerd. De werkwijze wordt ook in het profiel beschreven. Van de externe audit van de zorg op onze school is een rapportage gemaakt die we ook weer gebruiken en gebruikt hebben tot verbetering. Aan de kwaliteitsbepaling wordt voortdurend gewerkt. Een belangrijk instrument voor beoordeling is de ouderenquête. In 2005 en in 2007 zijn ouderenquêtes afgenomen. Vervolgens heeft een digitale ouderenquête plaatsgevonden in november 2010, waarvan we de uitkomsten ook beschrijven in dit schoolplan. De uitkomsten leiden tot acties die ook geïntegrreerd inde diverse hoofdstukken van dit schoolplan beschreven staan. De acties zijn belangrijk om onze onderwijskundige doelen te behalen. Resultaten zijn in hoofdstuk 2 van dit schoolplan opgenomen. De ouderenquête komt 1 x per vier jaar terug als instrument voor kwaliteitszorg. Het toezichtkader van de inspectie helpt ons om kritisch naar onze kwaliteit te kijken volgens de normen die de inspectie hanteert.
27
5.3 Kwaliteitsbewaking Verschillende middelen worden gebruikt om de kwaliteit van ons onderwijs te meten en te bewaken. Klassenconsultaties door de directie. Hierdoor wordt het onderwijsleerproces begeleid en de doorgaande lijn bewaakt. 1 keer per jaar wordt met elk teamlid een functioneringsgesprek of beoordelingsgespek gehouden, waarbij schooldoelen, persoonlijk ontwikkelingsplan en het bekwaamheidsdossier aan de orde komen. De gesprekkencyclus heeft een vaste vorm gekregen in de schoolpraktijk. Ten aanzien van de leerlingen worden periodiek toetsen van het LVS afgenomen, rekenen en wiskunde, spelling, lezen (avi) en begrijpend lezen van CITO. In groep 7 wordt de entreetoets van CITO en in groep 8 het Schooleindonderzoek (SEO). Tevens worden de toetsen behorend bij de diverse methodes, afgenomen. Bij de verschillende toetsen horen normeringen die wij als school overnemen. Daarbij houden we de afspraken die we met de scholengroep van Colon hebben vastgesteld. De Toetskalender, zoals deze door Colon is ontwikkeld, is leidend voor het afnemen van de toetsen, zowel wat tijd betreft, als de inhoud en werkwijze. Tijdens de teamvergaderingen worden schoolprocessen, zoals LVS enz. regelmatig geëvalueerd. In 2010 is een oudertevredenheidsonderzoek afgenomen. Het eerstvolgende oudertevredenheidsonderzoek zal plaatsvinden in 2014. Door middel van managementrapportages wordt de kwaliteit aan het bestuur en MR inzichtelijk gemaakt. Verder wordt de kwaliteit bewaakt door: Gesprekkencyclus Coaching door directie, intern begeleiders en de opleider in de school, BAS coach Thema-teamvergaderingen Groepsbezoeken Evaluaties 5.4 Kwaliteitsverbetering De resultaten van de kwaliteitsbepaling worden gebruikt voor tussentijdse wijzigingen van of aanvullingen op het beleid. Ze vormen een belangrijke basis voor de schoolontwikkeling. Jaarlijks wordt een jaarplan gemaakt waarin deze tussentijdse wijzigingen en aanvullingen worden opgenomen. Het jaarplan is per jaar de basis waarop de schoolontwikkeling wordt vormgegeven. In dit schoolplan staan een aantal acties die de kwaliteit van het onderwijs zullen verbeteren (zie hoofdstuk 4). Het borgen van verbeteringen gebeurt door vastleggen, vertellen en vasthouden. Vastleggen alleen is niet voldoende; ze moeten ook steeds verteld worden aan nieuwe leerkrachten (het middel is de inwerkgids nieuwe leerkrachten en de mentor die een nieuwe leerkracht krijgt toegewezen) en het vasthouden gebeurt in de teamvergaderingen waar verbeteringen ook steeds geëvalueerd worden. 5.5 Kwaliteitsrapportage Rapportage van activiteiten kwaliteitsverbetering Zie opsomming bij planning activiteiten
Aan wie?
Wanneer?
bestuur
bestuursvergaderingen
medezeggenschapsraad ouders samenwerkingsverband inspectie
MRvergaderingen In de schoolgids Jaarlijkse evaluatie Schoolplan en jaarplannen
28
Hoofdstuk 6 Integraal personeelsbeleid 6.1 Doel en uitgangspunten Personeelsbeleid als onderdeel van de missie van de school Onze missie is in hoofdstuk 3 van dit schoolplan als volgt omschreven: De Juliana van Stolbergschool is een reformatorische school en als zodanig willen we bij de kinderen die alle uniek zijn en hun eigen gaven en talenten hebben, deze gaven en talenten op hun niveau zoveel mogelijk helpen ontwikkelen. Ook het aspect dienstbaarheid moet inhoud hebben voor ons dagelijks handelen. 6.1.1 De Scheppingswerkelijkheid Onze missie vindt haar basis in Gods Woord. Ook de uitgangspunten voor het personeelsbeleid vinden we in Gods Woord. Als we stellen dat kinderen uniek zijn met ieder zijn eigen gaven en talenten, waarmee wij sterk rekening willen houden, geldt dat ook voor het personeel. God schiep de mens naar Zijn beeld, dus uniek t.o.v. andere schepselen. Bij de hantering van IPB moet steeds de roep doorklinken: Leven tot Gods eer De eigenheid en verscheidenheid van de mens vraag bij IPB om: o leeftijdsbewust personeelsbeleid o sekse bewust personeelsbeleid o omgevingsbewust personeelsbeleid o een met draagkracht en draaglast rekening houdend personeelsbeleid De doelstellingen voor ontwikkeling van kinderen en personeel hebben naar beginselen een grote overeenkomst. 6.1.2 De Goddelijke opdracht De aarde bouwen en bewaren is onze opdracht, die Gods Woord ons geeft. Daarbij moet er bereidheid zijn tot volledige overgave aan God. Door de zonde kan dit niet volmaakt, maar het streven dient daar wel op gericht te zijn. Ook zijn door de zonde de relaties verstoord, maar voor ons blijft gelden dat we God moeten liefhebben boven alles en onze naaste als onszelf. Hoewel regels en afspraken ook in de omgang met elkaar nodig zijn, moet het voorgaande toch steeds doorklinken in het personeelsbeleid. Spreken over Gods opdracht is evaluatiepunt binnen het IPB. Elk personeelslid is aanspreekbaar op en kan in gesprek gaan over Gods opdracht voor zijn/haar leven. Het leven van de Heere Jezus hier op aarde is ook een voorbeeld voor onze omgang met elkaar en met de kinderen. Onderlinge liefde en trouw dient aanwezig te zijn om onze individuele Goddelijke opdracht in ons leven te verstaan en aan de uitvoering daarvan in de dagelijkse praktijk invulling te geven. In schoolverband wordt gesproken over de Goddelijke opdracht en de in schoolverband te stellen doelen. Hier dienen geen controverses te zijn. Leerkrachten geven uitvoering aan de schooldoelen omdat deze overeenkomen met dat wat in hun persoonlijk leven ervaren wordt als Gods opdracht. Binnen IPB is het streven het welbevinden van de naaste te bevorderen. We stellen ons persoonlijk en organisatorisch onder de invloed van de door God gegeven Tien Geboden. 6.1.3 Verheven doelstelling voor personeelsbeleid Ondanks onze onmacht het optimale te bereiken, eist de Heere van ons onze gaven en talenten ook voor elkaar te gebruiken. Een ideaal beeld waarin we persoonlijk onze verantwoording hebben.
29
Het gaat ons om elkaars welbevinden, we letten op elkaars levensvreugde en proberen daaraan op een christelijke wijze een bijdrage te leveren. Ieder werkt met de ontvangen gaven en talenten vanuit onze verantwoordelijkheid voor de noden van de ander. We werken gezamenlijk aan de opbouw en het onderhoud van het beste onderwijs voor onze kinderen. We dienen te leven naar Zijn wil om ons beroep zo gewillig en getrouw te verrichten als de engelen in de hemel. 6.1.4 Onvolmaaktheid Door de zondeval is niets hier op aarde volmaakt. Desondanks mogen we van de eis van Gods gebod niets afdoen. Die hoogste norm blijft en we mogen daarvan niet afwijken.
We spreken met elkaar over het afwijken van Gods geboden. We zoeken naar de gezamenlijke verbondenheid in Gods Woord op alle terreinen die ons samenbrengen in het leven, waar het werken onderdeel van uit maakt. We nemen de tijd voor en geven plaats aan ziekte, verdriet en rouw, zowel de verwerking als de begeleiding en uiting van. We zoeken in de weg van het aan de Heere en elkaar belijden van zonden naar verzoening. We moeten voorleven waar we voor staan in relatie tot het kind maar ook tot elkaar. We ondersteunen elkaar in realisatie van doelstellingen en evalueren van beleid. We zijn verantwoording schuldig aan God als onze opdrachtgever en daaruit voortvloeiend aan het bevoegd gezag als onze werkgever. Om onze ongebondenheid te bedwingen zijn er regels en wetten, afspraken waar we ons aan te houden hebben. De relatie met het vijfde gebod moet ook in personeelsbeleid tot uiting komen: gezagsverhouding, open relatie tussen personeel en bevoegd gezag; wederzijds respect. Daarom moet er ook de bereidheid zijn om verantwoording af te leggen van de taken aan bevoegd gezag en directie.
6.1.5 Maatschappelijke ontwikkelingen Door snelle ontwikkelingen in de maatschappij, zowel positief als negatief ten opzichte van onze normen, wordt de verantwoordelijkheid van ons als mensen steeds groter ook ten opzichte van elkaar. Dit is juist tegengesteld aan de huidige verzakelijking en regelgeving. Rust en geborgenheid dienen geboden te worden in een steeds onveiliger maatschappij.
We beschouwen het persoonlijk geloof door het werk van de Heilige Geest als de vastigheid in dit leven, vast in God. Leven naar Gods Woord en geboden. Het praktisch gestalte geven aan normen en waarden. We realiseren ons dat de draaglast van de mens voor een (groot) gedeelte bepaald wordt door zaken die buiten de werksituatie liggen. We streven er naar daar aandacht voor te hebben en rekening mee te houden en deze indien mogelijk te verminderen. We realiseren ons dat de draagkracht van elk personeelslid verschillend is. Dit heeft zijn consequenties in de taakvervulling en de functiedifferentiatie. De functiemix biedt ons een praktische leidraad voor het realiseren van deze functiedifferentiatie. Ons deeltijdbeleid geeft afspraken aan, die bepalend zijn voor mensen die in deeltijd werken en bieden criteria voor de omvang van de werktijd. Onderlinge communicatie is een belangrijk onderdeel van ons beleid. We signaleren foute communicatie en zijn daarop ook zelf aanspreekbaar.
30
Bij tekortkomingen of juist kwaliteiten moeten we met elkaar in gesprek kunnen gaan. In onze omgangsvormen is ook voor de kinderen duidelijkheid en gezelligheid. De school dient doelen te stellen om deze veilige basis vorm te geven en te waarborgen. Deze doelen zijn tot nut voor werknemer en leerling. Voor iedereen in de school is interne of externe ondersteuning aanwezig, om persoonlijk te kunnen functioneren in de gegeven omstandigheden.
6.1.6 Consequenties voor de komende periode Het bovenstaande heeft consequenties voor de komende schoolplanperiode, waarbij we verwijzen naar hoofdstuk 8 van dit schoolplan. Daarin staan ook te ondernemen acties voor het Integraal personeelsbeleid. 6.2 De instroom van het personeel De volgende activiteiten zullen in de komende schoolplanperiode plaatsvinden: Het begeleidingsplan nieuwe teamleden (Inwerkgids nieuwe leerkracht) wordt gehanteerd, De opleider in de school zal fungeren als coach voor nieuwe, maar ook zittende leerkrachten. Voor elk nieuw teamlid wordt een mentor aangewezen, die een duidelijk vastgelegde taak heeft in het begeleiden van het betreffende teamlid. Collegiale consultatie zal, waar mogelijk, plaatsvinden: het maatjesleren. In sollicitatiegesprekken hebben een evenwichtige lijn, waarbij ook de eigen interesses van de sollicitant een nadrukkelijke plaats krijgen. De onderwijskundige kant van het gesprek zal door de directie en de bouwcoördinator gevoerd worden; het gedeelte identiteit wordt gevoerd door twee bestuursleden. 6.3 De doorstroom van het personeel De volgende activiteiten zullen in de komende schoolplanperiode plaatsvinden: Zie document taakbeleid. Het persoonlijk ontwikkelingsplan, de gesprekkencyclus en het bekwaamheidsdossier zijn essentiële onderdelen van het personeelsbeleid. De functiemix zal gerealiseerd worden zoals in het document functiemix is vastgesteld. De preventiemedewerker zal t.a.v. het arbobeleid de nodige acties ondernemen. Zie verder arbobeleidsplan en verzuimbeleidsplan. Collegiale consultatie willen we door alle teamleden laten plaatsvinden minimaal 1 keer per jaar binnen de eigen ‘bouw’. Er wordt per jaar een bepaald vak of aandachtsgebied gekozen, waarbij een kijkwijzer gemaakt wordt. Dit zal altijd in het kader van het borgen van een BAS cel plaatsvinden. Gezamenlijk zal zoveel mogelijk gewerkt worden aan een onderwijsvernieuwing, die past binnen het BAS concept. 6.4 De uitstroom van het personeel In het IPB-plan wordt hieraan aandacht besteed.
31
Hoofdstuk 7 Communicatie en ouderbetrokkenheid 7.1Toelatingsbeleid Wat het toelatingsbeleid betreft stellen we in algemene zin: Leerlingen worden alleen toegelaten als de ouder(s) of verzorger(s) de grondslag van de school onderschrijven. Een en ander wordt omschreven in de identiteitsbrief die door de ouders ondertekend dient te worden. We verwijzen naar de statuten van de vereniging, schoolgids, hoofdstuk 2 van dit schoolplan en de identiteitsbrief. 7.2Aanmelding Een leerling wordt aangemeld door ouder(s) of verzorger(s) volgens de procedure die in de schoolgids omschreven staat en met toepassing van het toelatingsbeleid (zie punt 7.1). 7.3Vormen van communicatie met ouders De volgende vormen van communicatie met ouders vinden plaats: a. Kennismakingsgesprek Als het voor het eerst is, dat ouders een kind aanmelden, is er een kennismakingsgesprek met de directie, waarbij de inhoud van de schoolgids in grote lijnen wordt besproken. b. Kennismakingsbezoek leerling met ouder in de groep Vóór de eigenlijke datum waarop het kind op school komt, is er een kennismakingsbezoek in de betreffende groep door het kind (in groep 0 of 1 begeleid door de ouder(s)). c. Informatieavond In het begin van elk cursusjaar worden in alle groepen informatieavonden door de leerkrachten gehouden voor de ouders met als inhoud: duidelijkheid over het programma van het betreffende schooljaar in de betreffende groep. d. Open middag Eén keer per jaar wordt een open middag gehouden, waarbij ouders de groep van hun kind mogen bezoeken om lessen bij te wonen. e. Contactavonden Op ongeveer eenderde en twee derde van het schooljaar wordt vóór het verstrekken van het rapport een contactavond gehouden met 10 minutengesprekken. f. Rapportage Drie keer per jaar krijgen de leerlingen een rapport mee, dat gekoppeld is aan het leerlingvolgsysteem. Tussentijdse rapportages worden zo nodig verstrekt aan ouders van zorgleerlingen. Dit is dan vaak gekoppeld aan een ouderbezoek of oudergesprek op school. g. Ouderbezoeken Ouderbezoeken worden minstens 1 keer per jaar gebracht door de leerkracht bij kinderen uit de groepen 1 t/m 5 als het door leerkrachten en ouders nodig geacht wordt. h.
Tussentijdse communicatie
32
Tussentijdse communicatie is altijd mogelijk als dit nodig wordt geacht door leerkracht, IBer, directeur of ouder. Voor de ouders is het eerste aanspreekpunt over hun kind de eigen leerkracht. Natuurlijk kan aanvullende informatie verstrekt worden door de Intern Begeleider. Als de communicatie niet of onvoldoende toereikend blijkt tussen ouders en leerkracht, wordt de directeur ingeschakeld. i. Ouderavond Op een ouderavond (één keer per jaar) wordt een thema behandeld, bij voorkeur uit de schoolpraktijk of een onderwijsvernieuwing. Waar mogelijk wordt het draagvlak verkend, aangevuld of aangebracht bij de ouders. j. Schoolgids In de schoolgids wordt in het kort alle relevante informatie van school naar de ouders bekendgemaakt. De schoolgids is ook een presentatie van de school naar buiten. k. Klachtenregeling In de schoolgids is een verkorte versie van de klachtenregeling neergezet, waarvan de ouders gebruik kunnen maken. l. Schoolnieuws Eén keer per maand wordt een ‘schoolnieuws voor ouders’ per email verzonden waarin alle actuele zaken kort worden aangegeven. m. website Op de website presenteren we ons als school naar buiten met de relevante informatie, ook speciaal voor ouders. www.stolbergschool.nl n. Vrijwilligers Voor verschillende zaken vragen we ouders als vrijwilligers, te weten Natuurouders, ontdekkasteelouders, handwerkmoeders, fietsmoeders (naar gym), computerouders, EHBO-ouders, klusjesouders enz. o. Oudertevredenheidsonderzoeken Eén keer per vier jaar is er een oudertevredenheidsonderzoek, dat dient als onderdeel voor toekomstig beleid. Het laatste oudertevredenheidsonderzoek dateert van november 2010. Het onderzoek is opgezet in samenwerking met de medezeggenschapsraad. De opmerkingen die door de ouders gemaakt zijn als uitkomsten van de enquête zijn verwerkt in een rapportage. Aan de hand van de rapportage zijn door directie en team actiepunten vastgesteld die uitgevoerd worden in de komende schoolplanperiode. Voor de uitkomsten met actiepunten verwijzen we naar de rapportage van het Oudertevredenheidsonderzoek 2010. De actiepunten zijn opgesteld voor de gebieden die op de vierpuntsschaal minder dan 3 scoorden. Daarbij zijn de volgende gebieden naar voren gekomen die verbetering behoeven: Begeleiding en onderwijs; leerkrachten; atmosfeer; communicatie; samenwerking ouders; schoolbeleid en cultuur; identiteit. In de hoofdstukken 2 en 4 zijn de verbeterpunten integraal genoemd in de acties voor het nieuwe schoolplan (2.3.2 t/m 2.4.3; 2.9 en 4.2)
33
Hoofdstuk 8. Planning en overzicht van activiteiten Hier wordt een globaal overzicht gegeven. In de jaarplannen van de komende vier jaar wordt gedetailleerd weergegeven wat de doelen, het proces en de resultaten dienen te zijn van elke gekozen vernieuwing of verandering. Ook wordt daarin een kostenberekening opgenomen. Voorwaarde voor de jaarplannen die gemaakt worden op basis van de volgende activiteiten is, dat er voldoende middelen zijn, rekening houdend met de meerjarenbegroting, het personeelsbestand en de status van het schoolgebouw. Globaal (voorlopig) overzicht Cursusjaar 2011-2012 De volgende BAS cellen zullen worden geïmplementeerd en geborgd in drie werkbijeenkomsten. Tussen de werkbijeenkomsten wordt de cel in praktijk gebracht en vinden collegiale consultaties plaats. Effectieve leertijd en effectieve instructie Hiermee hebben we in 2010–2011 een begin gemaakt; deze cellen worden geborgd in 2011-2012. Leerlingenadministratie en basiscommunicatie Kerndoelen en differentiatie Opbrengstgericht werken wordt vervolgd en krijgt veel nadruk. Er wordt een nulmeting door de hele school uitgevoerd, wat betreft het vak rekenen. Naar aanleiding van de daaruit volgende adviezen wordt een plan van aanpak gemaakt. Plan van aanpak voor groep 8 om de schoolvorderingen op het niveau van de intelligentie te krijgen bij de eindopbrengsten. In de groepen 6 t/m 8 wordt ‘Wereld in getallen 4’ ingevoerd. Met ICT wordt het ambassadeurstraject gevolgd. In groep 5 en 6 wordt de methode ‘Hello world’ voor Engels ingevoerd. In de onderbouw wordt het observatiesysteem ‘Kijk’ ingevoerd. Het nieuwe pestprotocol zal ingevoerd en geëvalueerd worden. Cursusjaar 2012-2013 De volgende twee BAS cellen worden behandeld en geborgd op de gebruikelijke wijze: Instroom en leerlingvolgsysteem Responsiviteit In de onderbouw wordt ‘Kijk’ verder ingevoerd en geborgd. In groep 7 en 8 wordt ‘Hello world’ voor Engels ingevoerd. Het ouderportaal van Parnassys zal opengezet worden. Een nieuwe methode aardrijkskunde wordt ingevoerd.
34
Cursusjaar 2013-2014 Als Bas cellen zullen de volgende onderwerpen behandeld en geborgd worden: Handelingsplanning In gesprek met het kind Een oriëntatie op het kwaliteitszorginstrument ‘Integraal’ zal plaatsvinden en bij gebleken geschiktheid ingevoerd worden. Een nieuwe methode Biologie wordt ingevoerd. Cursusjaar 2014-2015 De volgende BAS cellen worden ingevoerd en geborgd: Attributie Portfolio Een nieuwe methode Geschiedenis wordt ingevoerd.
35
Vaststelling schoolplan door het Bestuur
Dit schoolplan is door het bestuur vastgesteld vóór 1 augustus 2011
___________________ G.E. Kamerik, voorzitter
___________________ J.A. Moree, secretaris
36