Schoolplan 2012-2016 Christelijk Lyceum Zeist
Zeist, juni 2012 aangepast in februari 2014
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
INHOUDSOPGAVE SCHOOLPLAN Inleiding a. De functies van het schoolplan b. Hoe is het plan tot stand gekomen Hoofdstuk 1. Algemene schoolgegevens 1.1 Naam, denominatie, samenstellende schooltypen en adressen 1.2 Bestuur, administratie, adressen 1.3 Schoolleiding en organisatie 1.4 Schoolgrootte 1.5 Karakteristiek van de leerling-populatie en toelatingsbeleid 1.6 Missie en visie van de school 1.7 Positionering Hoofdstuk 2. Hoofdlijnen van de schoolontwikkeling Hoofdstuk 3. Onderwijskundig beleid en beleid t.a.v. begeleiding 3.1 Verbetering onderwijskwaliteit 3.2 Professionalisering /coaching 3.3 Prestatiebox 3.3.1 Rekenbeleid 3.3.2 Taalbeleid 3.4 Opbrengstgericht leren 3.5 Differentiatie en excellentiebevordering 3.6 Verzuimbeleid 3.7 Laptop Per Leerling (LPL) 3.8 Tweetalig Onderwijs (TTO) 3.9 Zorgplan 3.10 Actief burgerschap en sociale integratie 3.11 Maatschappelijke stage 3.12 Seksuele diversiteit 3.13 Junior College Utrecht 3.14 Ouderbetrokkenheid 3.15 Leerlingbetrokkenheid Hoofdstuk 4. Personeelsbeleid Hoofdstuk 5. Kwaliteitszorg 5.1 Beleid t.a.v. kwaliteitszorg 5.2 Kwaliteit op sectie-niveau 5.3 Prestatiebox Hoofdstuk 6. Financieel en materieel beleid.
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
6.1 Beleidsvisie school inzake financieel en materieel beleid 6.2 Sponsoring 6.3 Relatie met externe partijen 6.4 Materieel Hoofdstuk 7 Risico factoren
Bijlagen Bijlage 1 Missie en visie Bijlage Bijlage 2 Lesobservatieformulier Bijlage 3 Beleidsnotitie professionalisering: groeien door te delen (oktober 2013) Bijlage 4 CLZ Academie Bijlage 5 Beta excellentie: CLZ Science Academy Bijlage 6 Beleidsplan TTO 2010-2015 Bijlage 7 Visie op Actief burgerschap en sociale integratie
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
Inleiding Voor u ligt het derde schoolplan van het Christelijk Lyceum Zeist (CLZ). Het eerste schoolplan besloeg de jaren 2002-2006 en werd vormgegeven in samenhang met de andere drie scholen van de CVO Groep. Het tweede Schoolplan betrof alleen CLZ. Het had betrekking op de jaren 2007-2011. a. De functies van het schoolplan Het schoolplan is een wettelijk verplicht instrument om externe en interne partijen • in korte tijd inzicht te geven in onze belangrijkste denkbeelden op enkele beleidsterreinen; • de verwachte en beoogde ontwikkelingen in de schoolorganisatie in de komende jaren te omschrijven. Ingevolge de Wet op het Voortgezet Onderwijs dient een schoolplan aandacht te geven aan: -onderwijskundig beleid; -personeelsbeleid; -het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs; -het beleid ten aanzien van de aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen, niet zijnde ouderbijdragen of op de onderwijswetgeving gebaseerde bijdragen, indien het bevoegd gezag daarbij verplichtingen op zich neemt waarmee de leerlingen binnen de schooltijden en tijdens de activiteiten die worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, alsmede tijdens het overblijven, zullen worden geconfronteerd. De ervaring van de afgelopen jaren laat zien, dat een vier-jaren-plan vaak ‘ingehaald’ wordt door de tijd. Hoewel er sprake lijkt te zijn van een zich terugtrekkende overheid, worden wij niettemin nog ieder jaar geconfronteerd met de verplichting tot uitvoering van nieuwe wet- en regelgeving die een aanzienlijk deel van de beschikbare tijd en middelen opslurpt. Ook de uitvoering van sommige convenanten van de VO Raad vergt tijd. In de afgelopen jaren waren dat bijvoorbeeld de nieuwe c.q. aangescherpte regels inzake de Onderwijstijd en de professionalisering van het leraarschap (BIO), de deelname aan Vensters voor Verantwoording en Schoolkompas, thema’s als Actief burgerschap en Sociale cohesie, Maatschappelijke Stages, functiemix en entreerecht, Kwaliteitsimpuls VO, en de ‘gratis’ schoolboeken. Recentelijk kwamen er nieuwe thema’s bij zoals Voortijdig Schoolverlaten (met de verplichting om melding te doen aan het Verzuimloket), de Prestatiebox (met de nadruk op het sturen op meetbare resultaten en aandacht voor talent-ontwikkeling / excellentiebeleid), reken- en taalbeleid, de wet Passend Onderwijs, de wijziging van de vakantieregeling, het convenant betreffende de overstap van 4T naar 4H en de verplichting om het thema seksuele diversiteit een plek te geven in het onderwijsprogramma.
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
Het gegeven dat er in 2012 niet te voorspellen valt, welke thema’s de komende jaren de politieke agenda gaan beheersen, maakt dat de ‘houdbaarheid’ van een vier-jaren-plan beperkt is. Daarnaast zijn enkele thema’s al jarenlang onderwerp van landelijk gesprek, maar nog steeds niet wettelijk ingekaderd (in 2012 was dat o.a. Passend Onderwijs, en het terugbrengen van de zomervakantie van zeven naar zes weken), hetgeen beleid maken op dit punt moeilijk maakt. Tenslotte maakt ook de onzekerheid over de impact van de in 2012 aangekondigde landelijke bezuinigingen en de nieuwe CAO het lastig om vooruit te kijken. Dit schoolplan wordt daarom jaarlijks aangepast. b. Hoe is het plan tot stand gekomen? Het schoolplan is geschreven door de rector en besproken in de schoolleiding. Na overleg met de Medezeggenschapsraad van het CLZ heeft deze op 3 februari 2014 met de aangepaste versie ingestemd. Het plan is vervolgens aangeboden aan het College van Bestuur van de CVOG, en verspreid onder het personeel van de school.
Plaats: Zeist Datum: februari 2014
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
Hoofdstuk 1. Algemene schoolgegevens 1.1. Naam, denominatie, samenstellende schooltypen en adres Het Christelijk Lyceum Zeist (CLZ) is een open christelijke scholengemeenschap. De afdelingen van het CLZ zijn: Theoretische Leerweg, Havo, (tweetalig) Atheneum en Tweetalig Gymnasium. In de eerste twee leerjaren zijn zowel heterogeen (TL/H/Ath) als homogeen (Ath/ Gymnasium) samengestelde klassen. De school is gehuisvest aan de Lindenlaan 23, 3707EP Zeist. 1.2. Bestuur, administratie, adressen Het bevoegd gezag van het CLZ is de Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs Groep Zuidoost Utrecht (hierna te noemen CVOG). Onder het bevoegd gezag ressorteren vijf scholen: het CLZ, het Christelijk College Zeist, het Revius Lyceum te Doorn, het Revius Lyceum te Wijk bij Duurstede. en de Dijnselburg school voor praktijkonderwijs te Zeist. De bestuurder van de CVOG is de heer Drs. S. Poels. De Raad van Toezicht van de CVOG bestaat statutair uit tenminste vijf en ten hoogste zeven personen. Een centraal bureau ondersteunt de scholen van de CVOG. Dit bureau is gevestigd in Driebergen-Rijsenburg (Postbus 185, 3970AD Driebergen-Rijsenburg). 1.3. Schoolleiding en organisatie De schoolleiding van het CLZ bestaat uit: Drs. R.H. Leusink, rector C.J. van Domselaar, Plv. rector Mw. Drs. A. Zeven, teamleider team 5 (4-, 5- en 6-vwo ) Mw. Dr. J. Compaan, teamleider team 4 (3-, 4- en 5-havo) N. Leppers, teamleider team 3 (1, 2, 3 en 4 Theoretische Leerweg) D. Platenkamp, teamleider team 2 (1, 2 en 3 Tweetalig onderwijs (TTO) H. Doornekamp, teamleider team 1 (1, 2 havo en Nederlandstalig Atheneum, 3 Nederlandstalig Atheneum) Iedere docent is lid van een team, de teams bestaan uit ca. 20 docenten. Het OOP is verdeeld over twee teams die worden aangestuurd door de rector en de plaatsvervangend rector. De schoolleiding voert periodiek een gesprek met iedere sectie, waarbij de onderwijskundige ontwikkelingen in het vakgebied centraal staan.
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
1.4 Schoolgrootte Aantal medewerkers Schoolleiding OP OOP
129 7 100 22
Aantallen leerlingen per 1 oktober 2013: 1317. 1.5 Karakteristiek van de leerling-populatie en toelatingsbeleid De leerlingen van het CLZ komen voornamelijk uit Zeist, Soesterberg, Bilthoven, Driebergen, Bunnik en Odijk. Het aantal leerlingen met een niet-Nederlandse achtergrond is ca. 5%. Wegens overaanmelding is er in 2010 t/m 2013 geloot voor de brugklas. Daarbij hadden leerlingen uit Zeist een grotere kans om ingeloot te worden voor het Nederlandstalig onderwijs dan leerlingen uit andere gemeenten. Voor TTO heeft het CLZ een regiofunctie. Daarom geldt daarvoor een andere lotingssystematiek. Het toelatingsbeleid en de lotingsprocedure zijn te vinden op de website van de school (www.clz.nl). Omdat de school met 1317 leerlingen te vol is (er is sprake van een tekort aan leslokalen en van te grote druk op de secundaire ruimtes) is er sinds 2010 een aannamestop voor leerlingen voor leerjaar 2 en hoger (m.u.v. leerlingen die aantoonbaar van buiten de regio naar Zeist verhuizen). Alleen voor TTO en voor de examenjaren wordt in incidentele gevallen een uitzondering gemaakt, als de aangemelde leerling aantoonbaar geen alternatief heeft. In juni 2013 is de centrale mediatheek min of meer gesaneerd voor het creëren van meer leslokalen. Najaar 2013 zijn de eerste plannen gemaakt om het schoolgebouw uit te breiden met een multifunctionele ruimte en extra leslokalen. Op zijn vroegst zal in voorjaar 2014 met de bouw kunnen worden begonnen. 1.6 Missie en visie van de school Deze zijn te vinden als bijlage 1, en op de website van de school. 1.7 Positionering Samenwerking met scholen in de regio. De rectoren/directeuren van de vijf CVOG scholen vergaderen minimaal 20 keer per jaar met de bestuurder als Gemeenschappelijk Management Team (GMT). Het CLZ neemt daarnaast deel aan diverse formele en informele beraadslagingen die noodzakelijk zijn geworden door de beleidsdecentralisatie die de laatste jaren in het onderwijs is ingezet. Enkele daarvan zijn: • •
LKR
het Regionale Samenwerkingsverband VO-VSO Zuidoost Utrecht (SWV 19-1), dat de leerling-zorg in de regio coördineert; de werkgroep POVO waarbinnen primair en voortgezet onderwijs uit de regio Zeist en omstreken de aansluiting tussen p.o. en v.o. bespreken;
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
•
•
het Regionaal Rectoren/Directeuren Overleg, informeel overlegorgaan voor de schoolleidingen van instellingen voor Voortgezet Onderwijs in Zeist, Driebergen, Doorn, Wijk bij Duurstede en Bilthoven; de Locale Educatieve Agenda Zeist (LEAZ), het officiële adviesorgaan voor de Gemeenteraad ten aanzien van de onderwijshuisvesting en het lokaal onderwijsbeleid, onder voorzitterschap van de Wethouder van Onderwijs van de Gemeente Zeist.
Buiten de regio voert het CLZ regelmatig overleg over Tweetalig Onderwijs (TTO), o.a. binnen de werkgroep TTO van het Europees Platform. De school heeft een voortrekkersrol in de landelijke iScholenGroep. Op regionaal niveau participeert het CLZ in overleg over het aanmeldings- en toelatingsbeleid voor de brugklas. CLZ neemt deel aan diverse activiteiten van het Junior College Utrecht (JCU).
Hoofdstuk 2. Hoofdlijnen van de schoolontwikkeling CLZ ziet als hoofddoelen van onderwijs: • kwalificatie: kennis en vaardigheden, opleiden voor een beroep, • socialisatie: communicatie van tradities, kinderen invoeren in onze West-Europese cultuur en de impliciete boodschappen die daarbij horen, zoals democratie en solidariteit, en • karaktervorming: het ontwikkelen van zelfstandigheid en kritisch vermogen, zodat jonge mensen niet zomaar achter de eerste de beste ‘schreeuwlelijk’ aanlopen. Tussen die drie doelen zou een goede balans moeten zijn, maar het landelijke onderwijsbeleid kenmerkt zich door een toenemende focus op meetbaar rendement (resultaat- of opbrengstgericht leren, reken en taalonderwijs), waarbij het onderwijs naar doelstelling, inrichting en werkwijze beheerst lijkt te worden door het economische groeidenken. Juist in een tijd van verschuivende economische machten, dreigende uitputting van natuurlijke hulpbronnen, indringende ontmoetingen tussen dominante culturen, losse kortstondige werk- en samenlevingsverbanden en ingrijpende demografische en mobiliteitsontwikkelingen stelt het CLZ zich nadrukkelijk ten doel om ook bij te dragen aan de socialisatie en karaktervorming van leerlingen. Leerlingen en medewerkers moeten, in termen van de filosoof Peter Sloterdijk, “oefenende mensen” worden: mensen die meer willen weten, die beter willen worden en zich bewust zijn van de mogelijke catastrofes die de wereld te wachten staat. Daarom wil ons onderwijs ook aandacht schenken aan thema‘s als mondiaal denken en duurzaamheid, en maakt CLZ daarbij nadrukkelijk ruimte voor de geesteswetenschappen, kunst en lichaamsbeweging. Door een verantwoorde balans tussen disciplinering (noodzakelijk voor het opdoen van kennis en vaardigheden) en liberalisering (noodzakelijk om te ontdekken wie jij bent, in
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
relatie tot je medemens) willen wij bij de leerling een repertoire ontwikkelen dat hem in staat stelt om met complexiteit om te gaan, om ruimdenkend en flexibel de werkelijkheid tegemoet te treden en in confrontatie met menselijke en maatschappelijke vraagstukken oplossingsgericht te handelen. Tegen deze achtergrond maakt het CLZ voor zover mogelijk keuzes t.a.v. inzet van tijd en middelen. Ook keuzes binnen het curriculum dragen waar mogelijk bij aan bovenstaande hoofdlijnen. Belangrijk doel van het onderwijs van het CLZ is het ontwikkelen van een actieve leerhouding. Wij verwachten van leerlingen dat zij in toenemende mate zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun leerproces en hun behoeften op dat punt zoveel mogelijk zelf aangeven. Om die actieve leerhouding te bevorderen is bijvoorbeeld sinds schooljaar 2010-11 in leerjaar 3 en 4 van de Theoretische Leerweg het vak Technologie ingevoerd, en in 4-havo kunnen leerlingen deelnemen aan de “Junior Company” (van ‘Jong ondernemen’). Ook van medewerkers verwachten wij een actieve en op leren gerichte houding: docenten en schoolleiders zoeken feedback op hun werkzaamheden en geven m.i.v. 2014 jaarlijks hun leerdoelen / ontwikkelpunten aan in een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Ook de digitalisering van ons onderwijs moet bezien worden tegen het licht van de ontwikkeling van deze actieve leerhouding: vanaf schooljaar 2011-2012 is het concept Laptop Per Leerling (LPL) als groeimodel ingevoerd. M.i.v. 2011-12 hadden alle brugklasleerlingen en alle docenten de beschikking over een laptop (MacBook). In schooljaar 2013-14 hebben de leerlingen van leerjaar 1 t/m 3 een eigen laptop. De komende jaren zal het gebruik van ICT m.b.v. laptops sterk groeien, zodat leerlingen in toenemende mate zelfstandig en op eigen initiatief lesstof kunnen oefenen en informatie opzoeken. De plaatsvervangend rector van de school, Kees van Domselaar, is de oprichter en voorzitter van de landelijke iScholenGroep (www.ischolengroep.org), waarbinnen krachten gebundeld worden om de implementatie van ICT in het onderwijs te bevorderen. Docent wiskunde Roelie Krediet is bestuurlijk secretaris van de iScholenGroep. De resultaten van het onderwijs worden uiteraard door de schoolleiding gemonitord, in samenspraak met de vaksecties. Maar de nadruk op het CLZ ligt niet zo zeer op sturen vanuit die ‘output’ als wel op sturing vanuit de ‘input’: goed onderwijs komt tot stand doordat de docenten goede lessen verzorgen. Als de kwaliteit van de lessen verbetert, zullen de resultaten stijgen. Die kwaliteit vergt van de docent een houding van voortdurend leren: om als docent werkelijk een ‘professional’ te worden, is het nodig om van anderen te leren en bovenal te blijven leren. Daarom streeft CLZ een cultuur na die er op gericht is dat leraren
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
voortdurend van elkaar leren. Het concept van “de vijf rollen van goed leraarschap” staat centraal in de onderwijsontwikkeling (zie 3.2). In dat kader heeft CLZ zich ontwikkeld tot een matrix-organisatie: waar tot 2012 de nadruk vooral lag op de (vakoverstijgende) teams rond groepen leerlingen, ligt daarnaast sinds 2012 het accent op het werken aan onderwijsontwikkeling binnen de secties. Iedere docent is lid van een team en van een sectie. Bij de teams staan leerling-begeleiding en de afstemming tussen vakken centraal. Bij de secties staat de doorlopende leerlijn van het vak en de bevordering van kwalitatief goede lessen met een goed leerrendement op de agenda. Borging van de onderwijskwaliteit geschiedt vooral op sectie-niveau (zie 3.1.1 en 5.2) en op het niveau van de individuele docent (zie 3.1.2 en 3.2).
Hoofdstuk 3. Onderwijskundig beleid en beleid t.a.v. begeleiding 3.1 Verbetering onderwijskwaliteit Aansturing van het onderwijs gebeurt op sectie-niveau (3.1.1) en op individueel niveau (3.1.2). 3.1.1 De schoolleiding heeft in het najaar met iedere (voltallige) sectie een gesprek. De eindexamenresultaten en leermiddelen zijn daarbij een vast agendapunt. Afspraken worden schriftelijk vastgelegd. Elke schoolleider heeft twee of meer secties onder zijn hoede. In de loop van het schooljaar bespreekt de schoolleider de vorderingen t.a.v. de gemaakte afspraken een of tweemaal met de sectieleider. Eens per 3-5 jaar doorloopt iedere sectie het traject Kwaliteit In Elke Sectie (KIES), zie 5.2. 3.1.2 De teamleider bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden van de individuele docenten binnen zijn team. In 2013 is het concept van ‘de vijf rollen’ (zie 3.2) geïntroduceerd. De begeleiding van de nieuw benoemde docenten is sinds augustus 2013 gestoeld op dit concept. Coaching en vanaf 2015 ook beoordeling van docenten vindt plaats op basis van dit concept (zie verder onder 3.2). 3.2 Professionalisering / coaching Goede docenten vormen de sleutel voor goed onderwijs. In haar Jaarverslag 2010-11 constateerde de Inspectie voor het Onderwijs dat ca. 20% van de Nederlandse docenten over onvoldoende basisvaardigheden beschikt: ze leggen niet goed uit, creëren geen goede werksfeer en betrekken leerlingen niet actief bij de les. Hoewel de onderwijskwaliteit van CLZ op hoofdlijnen voldoende is, is het noodzakelijk dat docenten zich blijven ontwikkelen. CLZ is begin 2013 een professionaliseringstraject gestart met als basis de vijf rollen van de leraar: gastheer, presentator, didacticus, pedagoog en afsluiter. Iedere docent neemt vanaf januari 2014 minimaal eens per jaar bij minstens twee klassen een digitale
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
docentenquête af, en neemt het resultaat daarvan op in zijn Digitaal Bekwaamheids Dossier (DBD). Daarbij is ook een vraag over de kwaliteit van het mentoraat ingebouwd. Voor TTO-docenten is er een aparte enquête, die de leerlingen ook bevraagt op het gebruik van Engels in de lessen. En ook voor het vak l.o. zijn aparte enquete-vragen. Iedere docent zet een deel van zijn professionaliseringstijd (80 uur per 1,0 fte) in om lessen van collega’s en eigen lessen te (laten) observeren en na te bespreken (eventueel m.b.v. beeldopnames). Elke docent krijgt minimaal eens per jaar een collega op lesbezoek, en bezoekt minimaal eens per jaar de les van een collega. Nabespreking vindt plaats aan de hand van een lesobservatieformulier (zie bijlage 2). Op basis van lesbezoeken en docentenquête (eventueel aangevuld met bevindingen uit het KIEStraject) stelt de docent een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) op, en bespreekt dit met zijn teamleider in het kader van de gesprekscyclus (taaktoedelings- en voortgangsgesprekken). Ook het stage-beleid krijgt hierin een plek. Docent Sjef van Disseldorp (stage-coördinator) neemt in 2013-14 deel aan de Professionaliseringsopleiding voor schoolopleiders van het COLUU. Docent Maarten van Dijk (docentencoach) is in 2011-13 geschoold tot docentencoach. Vier docenten zijn in april 2013 geschoold op het gebied van Beeldcoaching. Voorjaar 2013 zijn tien docenten uit verschillende vakgebieden door Maarten van Dijk opgeleid tot interne coach. In 2014 worden nog acht andere docenten in deze rol getraind. De interne coaches begeleiden de nieuw benoemde docenten in de eerste twee jaren van hun aanstelling en zijn bereid en in staat om ook meer ervaren docenten te ondersteunen door lessen te observeren en na te bespreken. Zie de notitie Visie op onderwijs “Groeien door te delen” (bijlage 3) voor de verdere uitwerking van deze interne coaching. In schooljaar 2013-14 wordt onderzocht of er draagvlak is voor het opzetten van een CLZ Academie (zie bijlage 4) om diverse vormen van scholing ‘on demand’ aan te bieden. 3.3 Prestatiebox De prestatiebox gelden dienen gebruikt te worden voor het bereiken van meetbare resultaten (het zgn. opbrengstgericht werken) op enkele door de overheid omschreven gebieden, m.n. taal, rekenen en hoogbegaafde leerlingen. De landelijke nadruk op opbrengstgericht werken wordt door CLZ kritisch gevolgd. De gevaren van een al te nadrukkelijke focus op ‘standardised testing’ kan leiden tot een houding van ‘teaching to the test’ bij docenten, met uiteindelijk kwaliteitsverlies van het onderwijs als geheel ten gevolge. In 2012-13 en 2013-14 zijn de Prestatieboxgelden ingezet voor Rekenen, Taalbeleid en het stimuleren van de 20% best presterende leerlingen. Ook is uit die middelen in 2012-13 door ca. 45 docenten de training “Het spel van lesgeven’ gevolgd, om de kwaliteit van de lessen te verbeteren, en het onderlinge gesprek daarover te bevorderen.
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
3.3.1 Rekenbeleid CLZ is sinds 2010 actief bezig met het vormgeven van rekenbeleid. Uit de prestatieboxgelden is hiervoor de nodige formatie ingezet. In het voorjaar 2012 vond een nulmeting plaats voor rekenen (onder leerlingen in het examenjaar). In schooljaar 2012-13 is een programma voor rekenonderwijs opgezet. In alle leerjaren worden rekenlessen gegeven. Aan leerlingen die bij formatieve toetsen uitvallen, wordt ‘maatwerk’ geleverd in de vorm van extra lessen. Deze maatwerk-lessen kunnen, mede gezien het lokalen-tekort, alleen aan het eind van de lesdag geprogrammeerd worden, en hebben een verplichtend karakter. Momenteel is een programma in ontwikkeling om leerlingen met dyscalculie of andere vormen van ernstige rekenproblemen voor te bereiden op de aangepaste rekentoets. Dit programma zal in schooljaar 2014-15 effectief uitgevoerd worden. In dat jaar zullen de eerste leerlingen deelnemen aan de aangepaste rekentoets. D.m.v. een jaarlijkse enquête betreffende rekenen onder de leerlingen wordt in kaart gebracht of het geboden rekenonderwijs aansluit op de behoefte van de leerlingen. 3.3.2 Taalbeleid en taal (leerjaar 1). Bij taal is gekozen voor de toets van Diataal, omdat deze meer inzicht verschaft dan de genormeerde Cito-toetsen. In 2012 is deze toets ingezet om eventuele hiaten bij leerlingen in klas 1 en 2 te signaleren. Die leerlingen kregen extra taallessen. Door ernstige ziekte binnen de schoolleiding en de sectie Nederlands zijn in schooljaar 2013-14 weinig concrete extra activiteiten ontplooid op taalgebied. In maart 2014 zal een aangepaste notitie taalbeleid de volgende stappen op dit punt aangeven. 3.4 Opbrengstgericht leren De leeropbrengsten (examenresultaten, doorstroom, verschil SE-CE) staan op de agenda van het jaarlijkse gesprek tussen schoolleiding en secties en staan minimaal vier keer per jaar op de agenda van de schoolleiding. Daarbij vormen gegevens uit Cum Laude (SOM) de benodigde input. Als deze resultaten zorgen baren, worden afspraken gemaakt met de sectie. Maar vooral wordt gekeken naar onderliggende redenen voor teleurstellend rendement: welke oorzaken kunnen er aan ten grondslag liggen (b.v. absentie van leerlingen? huiswerkattitude?). In dat geval wordt nieuw beleid op team- of schoolniveau geformuleerd of bestaand beleid aangescherpt. Sociale opbrengsten worden gemeten met het Leerlingtevredenheidsonderzoek (Vensters voor Verantwoording) en incidenteel gemeten m.b.v. een digitale enquête (b.v de DUO brugklas enquête). De resultaten daarvan waren in 2011 (mede) aanleiding tot het invoeren van een programma rond sociaal-emotionele vorming, verzorgd door een extern ingehuurde docent (Monique van Wielink). Jaarlijks wordt een interactieve avond voor de ouders van leerjaar 1 georganiseerd om alle ouders in kennis te stellen van de inhoud van dit programma. 3.5 Differentiatie en excellentie-bevordering
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
Vanuit de maatschappij wordt steeds nadrukkelijker gevraagd onderwijs op maat aan te bieden en de leerling met zijn of haar eigen (leer)kenmerken en leervoorkeuren centraal te stellen. In de visie van CLZ moet die vraag met enige voorzichtigheid beantwoord worden. Jongeren groeien momenteel op in een samenleving waarin waarden als individualisme en vrijheid steeds vaker leiden tot egocentrisme en narcisme. De vraag dringt zich op, of een school dat individualisme niet versterkt door ieder kind 'tailor made' onderwijs te bieden. Wij zijn van mening dat kinderen op school ook moeten leren zich te voegen naar het grote geheel, om te accepteren dat een les soms iets te snel of te langzaam voor hen gaat, of wordt aangeboden in een werkvorm die hen niet aanspreekt. Kortom: dat ze zich soms moeten aanpassen aan anderen. Als leerlingen steeds in eigen tempo en in hun voorkeursleerstijl mogen werken, laten zij wellicht ontwikkelingsmogelijkheden liggen en leren zij niet met hun ‘kwetsbaarheden’ om te gaan. Dan krijgen kinderen onvoldoende gelegenheid om zich te oefenen in ‘coping’: in het omgaan met teleurstellingen in voor hen lastige situaties. En dat leidt uiteindelijk tot mensen die onvoldoende weerbaar zijn om zich in deze complexe samenleving staande te houden. Aan kwaliteitsaspect 8 van het waarderingskader van de Inspectie (“De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen tussen leerlingen”) geeft het CLZ om die reden geen prioriteit, al zijn er uiteraard wel lessen en activiteiten waarin aandacht is voor die verschillen. Want uiteraard is er wel oog voor leerlingen die extra zorg behoeven en voor bovengemiddeld presterende leerlingen. CLZ heeft de afgelopen jaren op diverse manieren getracht om leerlingen die bovengemiddeld presteerden (of in de ogen van hun ouders daartoe in staat zouden zijn) uit te dagen tot het leveren van extra prestaties. In 2005-7 hebben ca 8 docenten een cursus Compacten en Verrijken gevolgd. Een docent heeft deelgenomen aan cursussen en conferenties op het gebied van hoogbegaafdheid. In de meeste gevallen werd geconstateerd dat deze leerlingen hiertoe nauwelijks te motiveren waren, waaraan het psychologische gegeven dat voor pubers het ‘bij de groep horen’ belangrijker is dan ‘boven het maaiveld uitsteken’ wellicht debet is. Recente onderwijskundige inzichten (b.v. Joe Cullen) benadrukken dat leerlingen geen leerstof in hun eentje moeten verwerken, maar in een groep: samenwerken en afkijken past beter bij hoe onze hersenen functioneren. De ervaringen van Sugata Mitra in India suggereren dat kinderen zonder bemoeienis van docenten in een groepje zelfstandig verrassend veel zelf kunnen leren (minimal invasive education). Dat maakt dat het CLZ de mogelijkheden tot ‘georganiseerd’ gepersonaliseerd leren, die met name de versterkte inzet van ICT biedt, op dit moment nog weinig exploreert. Met de laptop kunnen leerlingen veel (en dat zien we hen ook doen), maar er is nog weinig gericht extra aanbod. CLZ kiest er bewust voor om indicator 3.6 (”De school heeft een aanbod dat afgestemd is op (hoog)begaafde leerlingen”) op dit moment niet voor alle vakken in te vullen. Als een hoogbegaafde leerling aangeeft graag te willen werken aan een individuele
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
leervraag en eigen doelen wordt dat zeker gefaciliteerd, maar de school heeft hier vooralsnog geen actief beleid op gemaakt. Het huidige curriculum lijkt voor vrijwel alle leerlingen voldoende uitdaging te bieden: ouders en leerlingen vragen zelden om extra activiteiten. Tweetalig gymnasium, NLT, diverse debatwedstrijden, work-experience en een groot aanbod van extracurriculaire activiteiten op het gebied van theater en muziek bieden voor de meeste leerlingen voldoende ruimte zich ten volle te ontplooien. Ook in activiteiten als LPL (als i-Helps) en met het geven van bijles aan jongere leerlingen (binnen het Bijspijkerbureau) kunnen bovengemiddeld presterende leerlingen zich verder ontwikkelen. Vrijwel iedere incidentele mogelijkheid voor extra uitdagend onderwijs (b.v. in 2012 het project ‘Hooggeleerd,Jonggedaan’, over microbiologie voor goed presterende leerlingen uit 5- en 6-vwo) wordt door de school omhelsd. Wij verwachten ook dat leerlingen de vele mogelijkheden die hun eigen MacBook biedt tot het opdoen en creëren van kennis in toenemende mate zullen gaan realiseren. Daarnaast zijn binnen het bèta-excellentietraject (zie bijlage 5) voorzichtige stappen gezet op het gebied van differentiatie en excellentiebevordering in groepsverband. M.n. het vormen van ‘communities’ van ambitieuze leerlingen binnen het bèta-excellentie traject van het U-Talent (UTA)-traject van het Junior College Utrecht lijken een beter begaanbare weg dan het bieden van individuele verrijkingsprogramma’s programma’s aan meer begaafde leerlingen. Binnen de bèta-vakken is in toenemende mate gelegenheid om extra onderdelen toe te voegen of te schrappen. In schooljaar 2014-15 wordt bekeken of dit concept uitgebouwd kan worden naar andere vakken. 3.6 Verzuimbeleid Omdat wij van mening zijn dat aanwezigheid van leerlingen in de lessen een voorname sleutel tot succes vormt, is in 2012 het verzuimbeleid aangescherpt: er wordt sneller en strenger gestraft en ouders worden eerder geïnformeerd wanneer leerlingen zonder melding van thuis afwezig zijn. Ook bij langdurige absentie die wel door de ouders gelegitimeerd wordt, worden ouders op de hoogte gesteld van onze zorg, zeker wanneer melding gedaan moet worden bij het landelijke Verzuimloket. Er zijn in schooljaar 2012-13 twee docenten in de rol van verzuimcoördinator aangesteld, met als taak om, in samenspraak met de onderwijsassistent bovenbouw, de absentie in de bovenbouw havo resp. vwo te monitoren. Voor de onderbouw wordt de absentie gemonitord door de teamleiders op basis van informatie door de onderwijsassistent onderbouw.
3.7 Laptop Per Leerling (LPL) M.i.v. schooljaar 2011-12 hebben alle brugklas leerlingen de beschikking over een eigen laptop (Macbook). Hiervoor betalen de ouders gedurende vier jaar maandelijks €18. (als ouders aantoonbaar niet in staat zijn dit bedrag te betalen, wordt een regeling getroffen). Dit bedrag wordt in principe jaarlijks geïndexeerd. M.i.v. 2013-14 kopen ouders de
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
MacBook rechtstreeks bij een leverancier. De overige kosten voor LPL, waaronder de aanleg van een draadloos netwerk, de verzekering, de reparaties die altijd op school plaatsvinden, worden betaald uit de rijksbijdrage voor leermiddelen. Ook alle docenten beschikken over een MacBook. Als het LPL jaarlijks uitgebreid wordt met 1 leerjaar, zullen in 2017 op school alle leerlingen over een MacBook beschikken. De komende twee jaar zal bekeken worden of de invoering van LPL bespoedigd kan worden. Bij de start van het LPL (september 2011) is gesteld dat het streven erop gericht is dat op den duur ca. 30% van de lesstof digitaal wordt aangeboden. De mate waarin de laptops nu, ruim twee jaar na de start, ingezet worden in de les varieert per vak. Voor sommige vakken is door de uitgeverijen al wat lesmateriaal ontwikkeld, waarbij de ervaring wisselend is. Het is (landelijk) een ontwikkeling die nog in de kinderschoenen staat, en zowel inhoudelijk als technisch hebben de uitgeverijen in Nederland nog een hele weg te gaan. Op CLZ staat de kwaliteit van het onderwijs voorop: wij willen niet ‘blindelings’ digitaal onderwijs m.b.v. de laptops invoeren: er moet duidelijk sprake zijn van een toegevoegde waarde, waardoor het uiteindelijke leerrendement groter is dan zonder laptops. Maar de investering die de ouders in de laptops hebben gedaan moet wel aantoonbaar ‘rendement’ opleveren. Deels is dit rendement onmeetbaar (b.v. geïnteresseerder leerlingen, die actiever leren, minder ordeproblemen), deels kan het feitelijk gebruik van de laptops in de lessen als “performance indicator’ gehanteerd worden. Jaarlijks wordt (in de februari-maart) middels een enquete onder de LPL-leerlingen o.a. gemonitord in hoeveel procent van de lessen de laptops gebruikt worden. Bij sommige vakken (l.o., beeldende vorming, drama) zal minder van de laptops gebruikt gemaakt worden dan bij andere vakken. Dus als een percentage voor laptop-gebruik genoemd wordt (“30%”), zou dat betekenen dat de overige vakken op 50% moeten zitten, omdat l.o., beeldende vorming, drama in de eerste twee leerjaren tezamen ca. 20% van het curriculum uitmaken. Met dit in het achterhoofd is het streven om in schooljaar 2014-15 ca. 20% van de lesstof digitaal aan te bieden (c.q. te laten verwerken). In 2015-16 zal dit percentage op ca. 30% liggen. De schoolleiding gaat op basis van de uitkomst van de genoemde enquêtes in gesprek met secties die de laptops nog weinig inzetten, en zal de verdere ontwikkeling van het laptop-onderwijs zoveel mogelijk stimuleren o.a. door scholing. Jaarlijks zal de schoolleiding met de MR bespreken of het tempo waarin LPL ingevoerd wordt (te snel? te langzaam?) op draagvlak kan rekenen. Het beleid m.b.t. LPL is te vinden op de site (http://www.clz.nl/visie-op-onderwijs-en-hetgebruik-van-ict/). Dit wordt iedere twee jaar aangepast, voor de eerste keer dus in 2014.
3.8 TTO Ca. 40% van de leerlingen volgt TTO. Er zijn momenteel negen native speakers aan de school verbonden. De school is sinds 2005 officieel door het Europees Platform (EP) gecertificeerd voor de onderbouw, en sinds 2008 ook voor de bovenbouw. In maart 2014 zal de school opnieuw bezocht worden door een visitatieteam van het EP. Doordat ouders
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
een extra financiële bijdrage voor TTO leveren (in 2013 € 550, dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd) is het onderwijsaanbod veelzijdiger dan in de Nederlandstalige afdeling. Het TTO-programma is de afgelopen jaren uitgebreid met diverse activiteiten (o.a. de workexperience in leerjaar 5/6 en de actieve deelname aan tal van debatwedstrijden). Het beleidsdocument TTO op CLZ is als bijlage 6 toegevoegd.
3.9 Zorgplan Het beleid m.b.t. leerlingen die meer dan normale begeleiding vergen is vastgelegd in het Zorgplan, dat jaarlijks geactualiseerd wordt. Ook het beleid t.a.v LGF leerlingen staat in het Zorgplan. Het Zorgplan is te vinden op de website van de school (http://www.clz.nl/?s=zorgplan). Er is gekozen voor een beperkte inzet van een zorgcoördinator (ca. 6 uur per week). Waar nodig wordt externe hulp ingeschakeld, van de Regionale Expertise Centra (REC) of particuliere bureaus. Voor dyslectische leerlingen (momenteel 8% van onze leerlingen) zijn bepaalde faciliteiten, die omschreven zijn op de site. Er is voor hen vrijwel geen extra begeleiding. Op de laptops van dyslectische leerlingen is een programma geïnstalleerd (ClaroRead) dat hen bij het leren kan ondersteunen. Hiervoor wordt van de ouders een gebruikers bijdrage van € 30 gevraagd. Aan leerlingen die last (lijken te) hebben van faalangst wordt kosteloos een korte cursus (tien bijeenkomsten van twee lesuren) aangeboden. 3.10 Actief burgerschap en sociale integratie Sinds 1 februari 2006 zijn scholen voor voortgezet onderwijs verplicht om in hun onderwijs aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren; sociale integratie naar deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving. Begin 2013 zijn zonnepanelen aangebracht, met als voornaamste doel de leerlingen bewust te maken van ‘duurzaamheid’. Jaarlijks wordt een ‘duurzaamheidsweek’ georganiseerd om leerlingen er van te doordringen dat ook zij een bijdrage kunnen leveren aan een duurzamer wereld. In bijlage 7 staat de visie van het CLZ op burgerschap en integratie. 3.11 Maatschappelijke stage Sinds schooljaar 2011-12 zijn scholen voor voortgezet onderwijs verplicht om de leerlingen te laten deelnemen aan een maatschappelijke stage (MaS). CLZ hecht grote waarde aan de MaS, en laat de leerlingen meer dan het wettelijk verplichte aantal uren deelnemen aan een MaS. Er is bewust voor gekozen om de MaS buiten lestijd te laten uitvoeren. Het beleid van de school op dit punt is te vinden op de site (http://www.clz.nl/ maatschappelijke-stage/). 3.12 Seksuele diversiteit
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
M.i.v. schooljaar 2012-13 zijn scholen voor voortgezet onderwijs verplicht om de leerlingen te onderwijs te geven op het gebied van seksuele diversiteit. CLZ kent sinds november 2011 een redelijk actieve Gay Straight Alliance (GSA), bestaande uit vier leerlingen en twee docenten. Zij hebben sinds schooljaar 2011-12 diverse schoolbrede activiteiten ontplooid om aandacht hiervoor te vragen. Op 9 december 2011 is tijdens Paarse Vrijdag door ca. 500 leerlingen een manifest tegen homofobie ondertekend. In de lessen levensbeschouwing, Maatschappijleer en Biologie is aandacht voor dit onderwerp. Het streven is om jaarlijks (minimaal) 1 activiteit op dit gebied uit te voeren. 3.13 Junior College Utrecht Sinds 2004 is het CLZ betrokken bij activiteiten van het JCU. Jaarlijks namen 2-4 leerlingen deel aan het JCU programma. Met ingang van schooljaar 2013-14 neemt het CLZ deel aan het U-Talent programma van het JCU (zie bijlage 5). 3.14 Ouderbetrokkenheid Onderwijs en opvoeding zijn een samenspel tussen ‘school’ en ‘thuis’. Onze school hecht veel waarde aan de driehoek: leerling, mentor, ouders/verzorgers, want alleen door een optimale samenwerking tussen deze drie kan de leerling zoveel mogelijk leren. Wij beschouwen ouders als ‘partners’ en niet als klanten. Daarom streven wij ernaar om, binnen redelijke grenzen, ouders zoveel mogelijk te informeren. Daarbij zet de school moderne communicatiemiddelen in om de niet-mondelinge communicatie met ouders zo efficiënt mogelijk te laten verlopen: de juiste informatie op het juiste moment bij de juiste persoon. De communicatie met ouders gaat grotendeels via ‘direct mail’ en via de website. Ouders kunnen via het Ouderportal de resultaten van hun kind inzien. Vier maal per jaar worden ouders en leerlingen geïnformeerd over tal van wetenswaardigheid middels het bulletin Onder De Linden. De Ouderraad bestaat uit ca. acht ouders, en komt zesmaal per jaar bijeen, waarvan drie maal met de rector. Zij adviseren de schoolleiding gevraagd en ongevraagd. De school streeft ernaar om, waar het gaat om raakvlakken tussen pedagogie en opvoeding de ouders te betrekken door bijvoorbeeld de ouderraad te raadplegen over de volgen oplossingen. Twee leden van de Ouderraad hebben zitting in de medezeggenschapsraad. Regelmatig zijn er bijeenkomst in de vorm van resonansgroepen of panelgesprekken over een bepaalde leerlaag of een speciaal thema (b.v. LPL). 3.15 Leerlingbetrokkenheid De school wil leerlingen de kans bieden om een actieve rol in het schoolleven te spelen. Naast activiteiten op het gebied van sociale activiteiten (leerlingfeesten, kerstviering, Valentijnsdag, verkleedweek), faciliteert de school tal van activiteiten door leerlingen op het gebied van muziek en theater. De Leerlingenraad komt maandelijks bijeen, onder begeleiding van een docent. Deze Leerlingenraad adviseert de schoolleiding gevraagd en ongevraagd. Twee leden van de Leerlingenraad hebben zitting in de Medezeggenschapsraad.
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
Middels leerling-enquêtes, panelgesprekken en resonansgroepen verwerft de school inzicht in de wensen en behoeften van leerlingen. Waar mogelijk wordt aan die wensen en behoeften tegemoetgekomen.
Hoofdstuk 4. Personeelsbeleid Het personeelsbeleid wordt vormgegeven in samenspraak met de afdeling Personeel & Organisatie van de CVOG, die ook zorg draagt voor een groot deel van de uitvoering van het personeelsbeleid. Op CLZ is in 2004 de keuze gemaakt elke medewerker in een team onder te brengen. Zowel OOP’ers als docenten behoren tot een van de acht teams. Elk team heeft de vrijheid om binnen de kaders van het schoolbeleid (het “wat”) zijn eigen invulling te geven aan het onderwijs aan die betreffende groep leerlingen (het “hoe”) . Daarvoor zijn ook teamuren beschikbaar. In het jaarlijkse deelformatieplan van de school worden, waar mogelijk, accenten voor gemeenschappelijke scholing benoemd, gericht op de schoolontwikkelingen die op dat moment spelen. Daarnaast kunnen de afzonderlijke teams en de individuele medewerkers ook hun scholingswensen indienen, passend bij de visie van de school. In januari 2014 zal iedere docent een digitaal bekwaamheidsdossier hebben. Daarin worden ook de resultaten van docentenquête (zie 3.2), een POP en verslagen van werkgesprekken met de teamleider opgenomen.
Hoofdstuk 5. Kwaliteitszorg 5.1. Beleid t.a.v. kwaliteitszorg Kwaliteitsbeleid heeft te maken met het afleggen van verantwoording en met het bereiken van kwaliteitsverbetering en schoolontwikkeling. Kwaliteitszorg is dan het systematisch nagaan of de gestelde doelen worden bereikt. Scholen worden in toenemende mate uitgenodigd om naast verticale verantwoording (i.c. aan de Onderwijsinspectie) zich ook en vooral horizontaal te verantwoorden: naar ouders en andere belanghebbenden. CLZ doet dit o.m. middels Vensters voor Verantwoording. Ook middels Schoolkompas informeert CLZ belangstellenden. Er is een aantal instrumenten waarmee we de kwaliteit van het onderwijs monitoren: • Examenresultaten (SOM en Wolf) • Leerlingvolgsysteem (SOM) • Magnaview • Tevredenheidsonderzoeken (ouders, leerlingen, medewerkers) • Schoolplan cyclus
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
Elk jaar worden waar nodig activiteiten in het document “Doelstellingen n.a.v het Schoolplan” benoemd vanuit bovenstaande analyses ter verbetering van de kwaliteit. 5.2 Kwaliteit op sectie-niveau (KIES) De resultaten van ons onderwijs worden in hoge mate bepaald door de wijze waarop docenten binnen vaksecties samenwerken, alsmede door de kwaliteit van de samenwerking tussen secties. Jaarlijks bespreekt de schoolleiding in oktober-november de resultaten in een gesprek met iedere sectie. Daarnaast nemen jaarlijks twee of drie secties deel aan het kwaliteitstraject KIES (Kwaliteit In Elke Sectie), waarbij m.n. het onderwijsproces geëvalueerd en waar mogelijk bijgestuurd wordt op basis van digitale enquêtes onder en panelgesprekken met leerlingen, docenten en schoolleiding. Docent Arie Langerak coördineert het KIES traject. Sinds 2009 heeft een aantal secties dit traject al doorlopen: • 2009-2010 lichamelijke opvoeding • 2010-2011 Frans • 2011-2012 Duits en ckv • 2012-2013 natuurkunde, Nederlands en Engels • 2013-2014 lichamelijke opvoeding en wiskunde De planning voor de komende cursusjaren: • 2014-2015 economie en Frans • 2015-2016 aardrijkskunde en klassieke talen • 2016-2017 Nederlands, Engels en biologie • 2017-2018 lichamelijke opvoeding, Duits en ckv Hoofdstuk 6. Financieel en materieel beleid 6.1 Beleidsvisie school inzake financieel en materieel beleid. Bij de besteding van de financiële middelen is de laatste jaren nadrukkelijk gekeken naar de mate waarin het doel zich verhoudt tot de kernactiviteit van de school. Het beleid hierbij is erop gericht om voorwaardelijke zaken zoals huiswerkbegeleiding, zorgactiviteiten, kantinebeheer etc. waar mogelijk uit te besteden aan derden. 6.2 Sponsoring Er wordt tot nu toe geen gebruik gemaakt van sponsoring, afgezien van de inrichting van een ‘apple lokaal’ (zie 6.3.2). De mogelijkheden voor een derde geldstroom anders dan project- of doelsubsidies zijn beperkt. Het CLZ heeft geen principiële bezwaren tegen bescheiden aanvullende financiële middelen die verstrekt zijn door (commerciële) bedrijven, instellingen of personen die als sponsors optreden, mits: • de sponsoring geen invloed heeft of kan hebben op het onderwijsprogramma; • de sponsors geen producten en/of diensten leveren die niet of minder geschikt zijn voor onze leerlingen;
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
•
de sponsor geen voorwaarden stelt aan de sponsoring die CLZ in zijn bewegingsvrijheid beperkt; • de leerlingen geen marketingkanaal zijn. Het CLZ wenst volledige zeggenschap te behouden over het te verzorgen onderwijs, zonder (inhoudelijke) inmenging van instellingen of bedrijven. 6.3 Relatie met externe partijen 6.3.1 Maltha in sCool. Al sinds 2006 worden dagelijks enkele lokalen verhuurd aan Maltha in sCOOL. CLZ is op geen enkele wijze verantwoordelijk of aansprakelijk voor de resultaten van Maltha in sCOOL. Ouders blijken in het algemeen tevreden over de prijs-kwaliteitverhouding van de door Maltha geleverde diensten. Daarom, en omdat Maltha deze diensten alleen kan leveren bij een minimum aantal deelnemers, wordt Maltha in de gelegenheid gesteld op bescheiden wijze zijn diensten via schoolpublicaties onder de aandacht van ouders en leerlingen te brengen. In de Schoolgids worden ouders erop gewezen dat er ook andere aanbieders van huiswerkbegeleiding c.q. studiecoaching zijn in de regio. 6.3.2 Apple. In 2012 is een lokaal door Apple Nederland ingericht als ‘demonstratielokaal voor de toekomst’. Apple heeft meubilair en ICT hardware geleverd, op voorwaarde dat zij maximaal een keer per maand met geïnteresseerde bezoekers dit lokaal kunnen bezichtigen. Door dit bezoek wordt de voortgang van de lessen niet gestoord. 6.4 Materieel Het materieel beleid wordt voor een belangrijk deel begrensd door het gegeven dat het onderwijs op het CLZ plaatsvindt in een monumentaal gebouw dat meer onderhoudsmiddelen vergt dan bij een gemiddeld schoolgebouw het geval is. Dit gegeven legt een flink beslag op de materiële middelen. Speerpunt voor de komende jaren blijft in ieder geval de energiekosten aanzienlijk omlaag te brengen. In de begroting 2014 e.v. is een bedrag van €597.000 opgenomen voor (planmatig) onderhoud in de vorm van een onderhoudsvoorziening. In 2012 zijn meerdere zonnepanelen aangebracht op het dak. Dat is niet alleen om financiële redenen gebeurd, maar vooral ook om een bijdrage te leveren aan het bewustzijn van leerlingen op het gebied van duurzaamheid.
Hoofdstuk 7 Risicofactoren Vier thema’s vormen kunnen in de toekomst een risico voor de schoolontwikkeling vormen. Het is niet mogelijk om hiervoor op dit moment concreet beleid te formuleren, maar deze thema’s zullen in de toekomst wellicht om concrete aandacht en oplossingen vragen. 7.1 Omvang schoolgebouw
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
Het schoolgebouw is in feite te krap voor de huidige leerlingpopulatie. Omdat CLZ binnen de gemeente Zeist onder 1 BRIN-nummer valt met het Christelijk College Zeist, dat te maken heeft met leegstand, kan voor een verbouwing/uitbreiding geen beroep gedaan worden op gemeentelijke middelen. Een verbouwing moet dus binnen eigen begroting gefinancierd worden. Demografische ontwikkelingen in de regio nopen tot terughoudendheid, maar het gegeven dat CLZ nu al een aantal jaren leerlingen voor de brugklas heeft moeten uitloten en amper leerlingen toe kan laten tot hogere leerjaren vraagt wel om een oplossingsrichting. 7.2 Omvang en belasting schoolleiding. In de afgelopen tien jaar is het leerlingaantal met ca. 30% gegroeid. De personeelsomvang is meegegroeid. In die zelfde tijd is de formatieve omvang van de schoolleiding netto met ruim 25% gedaald. De hoeveelheid uit te voeren (grotendeels door de overheid opgelegde) taken is exponentieel gegroeid (zie de Inleiding van de dit Schoolplan, onder a). Elk van die taken vergt aansturing door een lid van de schoolleiding. We zullen de komende jaren zorgvuldig moeten bekijken of de schoolleiding niet te zwaar belast wordt. Uitbreiding van de schoolleiding is financieel en praktisch gezien vermoedelijk niet haalbaar. Er zullen meer taken bij LD-docenten belegd moeten worden (wat een groter beslag op de taaktijd zal leggen; er moet dan op andere activiteiten bezuinigd worden), maar de verantwoordelijkheid zal toch bij de schoolleiding blijven liggen. 7.3 Prestatiedruk bij leerlingen In toenemende mate bereiken ons signalen dat een deel van de leerlingen (vooral in het vwo) last lijkt te hebben van de groeiende oproep tot presteren, die een kenmerk is van onze huidige maatschappij. Het aantal leerlingen dat op basis van de Schoolvragenlijst aangeeft last te hebben van faalangst is dit jaar ruimschoots verdubbeld t.o.v. vorige jaren. Mentoren vangen (moeilijk meetbare) signalen op dat leerlingen in toenemende mate last lijken te hebben van hoge verwachtingen van hun ouders. Mogelijk wordt dit gevoed door het Ouderportal en de aangescherpte exameneisen (inclusief de rekentoets). 7.4 Lesuitval Al sinds 2005 is ‘onderwijstijd en lesuitval’ een thema dat veel aandacht vraagt. Op tal van manieren is op CLZ getracht de lesuitval terug te dringen. Maar het inzetten van (externe) surveillanten leidde tot ‘ordeproblemen’ en leerlingen die klaagden over ophok-uren. En het inzetten van (eigen) docenten in taaktijd leidde tot een gevoel van verhoogde werkdruk en groeiend ziekteverzuim. De laatste twee jaar werd de wettelijk vereiste onderwijstijd gerealiseerd, waardoor, in combinatie met zorgvuldige communicatie op dit punt, de klachten van ouders over lesuitval sterk terugliepen. In schooljaar 2013-14 neemt de lesuitval weer toe, en komt de onderwijstijd in gevaar, deels door de professionalisering van docenten (coaching, TTO, bèta-excellentie), maar vooral door de vele activiteiten die er voor leerlingen in het kader van TTO en andere
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
vormen van ‘talentontwikkeling’ ontplooid worden. Omdat deze activiteiten, veelal buiten school, meer personeelsinzet vergen dan reguliere lessen, stijgt de lesuitval.
Bijlagen
Bijlage 1 Missie en visie van de school Missie: uitdagend, aantrekkelijk, effectief Het CLZ is een open pluriforme school, waar wij als schoolgemeenschap het onderwijs gestalte geven in verbondenheid met de christelijke traditie. In ons onderwijs staat het leren van de leerling centraal. Daarbij zoeken we naar een evenwicht tussen uitdaging en ondersteuning. Van leerlingen wordt in schoolverband verwacht dat zij zich inspannen om de gaven van hart, hoofd en handen naar vermogen te ontwikkelen en dat zij in toenemende mate zelf verantwoordelijkheid voor deze ontwikkeling (zullen) nemen. Van medewerkers wordt verwacht dat zij de leerlingen hiertoe motiveren en op een constructieve wijze ondersteuning bieden. Op die manier willen wij als schoolgemeenschap een onderwijssituatie creëren die uitdagend, aantrekkelijk en effectief is. Visie op onderwijs en leren Pedagogische visie Wij gaan er op onze school van uit dat drie basisbehoeften bij het leerproces van belang zijn. Leerlingen hebben er behoefte aan zich veilig te voelen binnen een groep, door positieve contacten met medeleerlingen en docenten, in de omgang en in leersituaties (relatie); te ontdekken dat ze in staat zijn, hun kennis en vaardigheden te vergroten (competentie); te leren om zelfstandig bepaalde taken uit te voeren en te laten zien waartoe ze in staat zijn (autonomie). Wij nemen bij ons onderwijs aan dat jonge mensen van nature gemotiveerd zijn om de mogelijkheden die zij hebben te ontwikkelen. We gaan ervan uit dat leerlingen medeverantwoordelijk zijn voor hun eigen ontwikkeling. Individuele verschillen in talenten en leerstijlen vormen een (belangrijk) vertrekpunt in ons onderwijs. Het Christelijk Lyceum Zeist als schoolgemeenschap
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
biedt aan leerlingen een veilig pedagogisch klimaat. Hierin is duidelijk en wordt duidelijk gemaakt wat er van leerlingen verwacht en gevraagd wordt. Zij ontvangen stimulans, ondersteuning en structuur bij het realiseren van de doelstellingen van ons onderwijs; stimuleert leerlingen, daarbij rekening houdend met hun mogelijkheden, door op positieve wijze hoge verwachtingen uit te spreken. Door succeservaringen wordt het zelfvertrouwen van leerlingen bevorderd; bevordert de individuele èn de sociale ontwikkeling van leerlingen. Initiatieven van leerlingen met dit doel, ook op het gebied van culturele en sportieve activiteiten, worden ondersteund. Visie op leren Wij nemen bij ons onderwijs aan dat leren een samenhangend proces is waarin leerlingen actief nieuwe kennis koppelen aan bestaande kennis. Leren samenwerken en samenwerkend leren vormen een belangrijk onderdeel van ons schoolleven. Docenten streven ernaar om leeractiviteiten aan te bieden die tegemoetkomen aan diverse intelligenties en leerstijlen. Binnen de gestelde kaders kan de leerling regelmatig eigen keuzes maken ten aanzien van de manier waarop en het tempo waarin de lesstof verwerkt wordt. Wij streven ernaar dat de leerling zich eigenaar van het leerproces voelt. De docent is inspirator en regisseur van het leerproces. Centrale vraag bij het voorbereiden van een leeractiviteit is: wat gaan de leerlingen doen en wat leren ze ervan? Kenmerken van ons onderwijsaanbod Het Christelijk Lyceum Zeist wil een lerende gemeenschap zijn, waarin allen (leerlingen, docenten en overige medewerkers) bereid zijn actief en reflexief aan de eigen ontwikkeling te werken, in het besef dat hierbij fouten gemaakt kunnen worden. Fouten maken (en daarvan leren) zien wij als onderdeel van het leerproces in onze school. Vanuit de traditie van de school wil het Christelijk Lyceum Zeist de leerling naast een standaardpakket nog iets meer meegeven. Wij willen leerlingen uitdagen zich te ontplooien in de breedte en in de diepte, zodat hun kennisbasis ertoe zal bijdragen dat zij zich ontwikkelen tot betrokken, empathische en kritische cultuurdragers. Wij leggen daarom in ons onderwijs de volgende belangrijke accenten: Diepgang: wij dagen leerlingen uit, te reflecteren op levensbeschouwelijke thema’s. Aandacht voor “transfer”: leerlingen kunnen kennis en vaardigheden in samenhang en in een steeds wisselende context hanteren. De leerstof sluit waar mogelijk aan op de leefwereld van leerlingen en nodigt uit tot kritische reflectie en tot creatief denken en handelen. Samenhang en kwaliteit: wij streven ernaar, leerlingen de samenhang tussen de verschillende vakgebieden te laten ervaren. Wij bewaken de kwaliteit van de afzonderlijke vakdisciplines.
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
Actieve bevordering van communicatieve vaardigheden: het uitdrukken van gevoelens en gedachten door en in taal en diverse kunstvormen alsmede het gebruik van ict vormen een integraal deel van ons onderwijs. Internationalisering: in ons onderwijs bereiden we de leerlingen nadrukkelijk voor op een groeiende mondiale samenwerking. Meertaligheid is hiertoe een belangrijk middel in het onderwijs op school en bij externe contacten. Sport en beweging: sport levert een belangrijke bijdrage aan de lichamelijke en sociaalemotionele ontwikkeling van jonge mensen. Bewegingsonderwijs heeft dus een volwaardige plaats op onze school.
Bijlage 2 Lesobservatieformulier
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
Docent: Klas: Datum:
DE DOCENT IN ZIJN VIJF ROLLEN
1e rol: GASTHEER stemt af op leerlingen
++
+
! OPMERKINGEN
1. Noemt de ll. bij de naam (maakt contact). 2. Is zichtbaar en duidelijk aanwezig (leiderschapsgedrag). 3. Geeft het voorbeeld (toegankelijk, benaderbaar, vriendelijk). 4. Zorgt dat de ll. klaar zijn om te kunnen starten. 2e rol: PRESENTATOR vangt en houdt de aandacht vast 1. Vangt de aandacht van de ll. ( 1e overtreder). 2. Kan de aandacht van de ll. gedurende de start vasthouden. 3. Kondigt het doel en de inhoud van de les aan. 4. Vertoont leiderschapsgedrag (staat stevig en congruent voor de klas). 3e rol: DIDACTICUS geeft instructie en zet leerlingen aan het werk 1. Doet voor op verschillende manieren. 2. Activeert het denkproces bij leerlingen door vragen te stellen. 3. Geeft de complete instructie met controle. 4. Gebruikt passende werkvormen (met samenwerken). 5. Geeft ll. zinvol commentaar op hun werk. 6. Stoort het leren niet en kijkt hoe er gewerkt wordt. 7. Geeft les op hun niveau ( vraagt niet te veel of te weinig). 8. Richt zich op leren, laat het zichtbaar/hoorbaar maken. 4e rol: PEDAGOOG zorgt voor veiligheid en grijpt in 1. Zorgt voor een veilige sfeer door het gewenste gedrag te benoemen. 2. Neemt ll. serieus, kent ze, toont respect voor ll. 3. Corrigeert ongewenst gedrag (neutraal t/m de drieslag). 4. Geeft complimenten waar mogelijk en beperkt straf. 5. Laat zijn gevoelens zien (kan beheerst boos worden). 6. Identificeert probleemgedrag snel en accuraat en reageert erop. 7. Hanteert de voor ieder bekende normen/regels (het gut-model) rechtvaardig. 8. Laat ll. delen in verantwoordelijkheden. 5e rol: AFSLUITER sluit de les goed af 1. Sluit de les op tijd af, laat opruimen en inpakken. 2. Geeft duidelijke instructie over het gewenste gedrag van ll.. 3. Rondt de les inhoudelijk af door een samenvatting/overzicht van de les. 4. Evalueert de les procesmatig.
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
-
Bijlage 3: Visie op professionalisering “Groeien door te delen” (intern document voor docenten, oktober 2013) Uit internationaal onderzoek naar de vraag wat maakt dat goede scholen nog beter worden, blijkt dat één factor er met kop en schouders boven uit steekt: de kwaliteit van de leraar. En die kwaliteit van de leraar kan groeien als deze zijn leservaringen deelt met collega’s. Dat vergt van docenten een houding van voortdurend leren: om als docent werkelijk een ‘professional’ te zijn, is het nodig om met, door en van anderen te leren en bovenal te blijven leren. Daarom zie je in excellente scholen een cultuur die er op gericht is dat leraren les geven met hun ‘deur open’: ze leren van elkaar door samen lessen voor te bereiden en door elkaars lessen bij te wonen en na te bespreken. Dat ‘informele’ leren (in allerlei vormen: collegiale consultatie, intervisie, coaching, beeldcoaching) blijkt, meer nog dan cursussen en trainingen, te leiden tot beter onderwijs. Een school waar docenten die professionele houding laten zien noemen we een school met een ‘professionele cultuur’. Op het CLZ zijn we in 2013 een professionaliseringstraject gestart met als basis de 5 rollen van de leraar; gastheer, presentator, didacticus, pedagoog en afsluiter, -een praktisch concept voor effectief onderwijs. Dit document wil schetsen wat wij als ‘stip op de horizon’ zien als we streven naar een professionele cultuur, en via welke route we die stip willen bereiken. Kerngedachte daarbij is wel, dat het in deze tijden moeilijk, zo niet onmogelijk, is om een lange termijn visie te schetsen. Inzichten en ontwikkelingen buitelen steeds sneller over elkaar heen. Iets wat gister een begaanbare weg leek, kan dat morgen al niet meer zijn... Daarom beoogt dit document niet een ‘in beton gegoten visie’ aan te reiken, maar slechts een denkrichting, waarbij we steeds kritisch zullen moeten bekijken of we, door ervaring wijs geworden, onze koers willen bijstellen. We gaan samen op weg, zonder GPS die ons de route wijst. We zullen op basis van onderling vertrouwen die route samen moeten ontdekken. Stip op de horizon In 2017 heerst de hierboven geschetste professionele cultuur op het CLZ. Criteria daarvoor zijn: • elke sectie voert eens per 3 of 4 jaar een kwaliteitstraject uit op dit moment: volgens de systematiek van KIES), waarbij in samenspraak met de leerlingen en de schoolleiding bekeken wordt welke kwaliteitsverbetering op vakniveau tot stand gebracht kan worden;
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
•
• •
•
•
•
•
•
•
iedere docent neemt minimaal eens per jaar bij al zijn klassen een digitale leerlingenquete af, en neemt het resultaat daarvan op in zijn Digitaal Bekwaamheids Dossier (DBD); iedere docent krijgt een keer per jaar een (kort tevoren aangekondigd) lesbezoek van zijn teamleider, dat kort nabesproken wordt; iedere docent voert in september-oktober met zijn teamleider een doelstellingengesprek, op basis van de input uit KIES (op sectie-niveau) en/of de leerling-enquêtes (op individueel niveau). Docenten in LC en LD geven aan op welke wijze zij invulling gaan geven aan deze functie. Daarbij formuleert de docent meetbare doelen. De docent maakt hiervan een verslag en neemt dit op in zijn DBD. Ook geeft de docent aan op welke manier hij/zij dan invulling wil geven aan zijn professionaliseringstijd (80 uur per 1,0 fte); iedere docent voert in maart-april een (kort) voortgangsgesprek met zijn teamleider om te bespreken of de gestelde doelen gerealiseerd lijken te worden. De docent meldt eventuele afspraken in zijn DBD; iedere docent is op de hoogte van het concept “de 5 rollen van de leraar”, en is in staat vanuit dit concept op zijn lessen te reflecteren. Iedere docent kan via Marianne Engel het boek over ‘de 5 rollen’ bestellen iedere docent is vertrouwd met de feedbackregels en in staat op veilige en constructieve wijze collega’s feedback op hun lessen te geven, en is in staat om feedback te ontvangen; iedere docent zet zijn professionaliseringstijd (80 uur per 1,0 fte) in om lessen van collega’s en eigen lessen te (laten) observeren en na te bespreken (eventueel m.b.v. beeldopnames). Elke docent krijgt minimaal eens per jaar een collega op lesbezoek, en bezoekt minimaal eens per jaar de les van een collega; er is een groep van ca 15 docenten die samen het coachteam vormen. Zij hebben een korte interne coachtraining gevolgd, en beschikken over de basisvaardigheden om op een effectieve manier coachingsgesprekken te voeren en collega’s verder te helpen in hun rol als docent, met als leidraad de vijf rollen van de leraar. De woorden ‘coach’, ‘coaching’ en ‘begeleiding’ kunnen impliceren dat de coach ‘boven’ de docent staat, het beter weet, en het allemaal wel eens even zal vertellen. Dit idee wil ons coachteam geenszins uitstralen. Het gaat hier dus niet om coach zoals men die in de sport aantreft. Veeleer is de docentcoach iemand die zijn of haar collega (op aanvraag) op een effectieve wijze kan laten reflecteren op eigen gedrag; alle docenten kunnen een beroep op deze coaches doen voor lesbezoek, beeldopnamen etc. De begeleiding door coaches is intercollegiaal (van gelijk niveau), en staat geheel los van een functionerings- of beoordelingstraject.
Op weg naar die stip Om die stip te bereiken zijn in 2013 een tiental verkenners op weg gegaan, o.l.v. Sjef (die zich concentreert op stagebegeleidingen samenwerking met de Lerarenopleiding) en Maarten, die voor tien docenten een basistraining tot ‘docentenopleider’ heeft verzorgd.
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
Zij zijn vertrouwd met ‘de 5 rollen’, en hebben geleerd op een constructieve maner feedback te geven. Zij hebben (nogmaals) niet de pretentie dat zij betere docenten zijn dan anderen, maar willen hun collega’s graag terzijde staan. Samen vormen zij in 2013-14 ‘coachteam’ dat de nieuw-benoemde collega’s ondersteunt. Uiteraard kunnen ook anderen dan de nieuw benoemde collega’s een beroep op deze tien coaches doen. Dit ‘coachteam’ adviseert de schoolleiding gevraagd en ongevraagd t.a.v. de route om tot een professionele schoolcultuur te komen. Uitgangspunt is en blijft dat het ontstaan van een professionele cultuur een zaak van lange adem is, en alleen tot stand zal komen als docenten zich uitgenodigd en geïnspireerd voelen. Je kunt een paard naar het water brengen, maar je kunt ‘m niet dwingen te drinken.... In het voorjaar van 2014 zal een tweede groep ‘coaches’ door Maarten opgeleid worden. Collega’s die zich willen laten scholen tot docentcoach, kunnen dat kenbaar maken bij Riemke. Teamleiders De teamleiders hebben in formele zin een aansturende rol waar het de kwaliteit van het onderwijs en de ontwikkeling van docenten betreft. Die rol krijgt vorm in de gesprekscyclus (doelstellingengesprek en voortgangsgesprek) en in de vastlegging daarvan in het DBD. Op termijn zal, als daarover op CVOG-niveau afspraken gemaakt zijn, een beoordelingssysteem van kracht worden, waarbij iedere docent eens per drie jaar beoordeeld wordt. Op dit moment is er alleen sprake van een beoordeling door de teamleider: • bij overgang van tijdelijke dienstverband naar een dienstverband voor onbepaalde tijd. Hierin heeft de sectie een adviserende rol; • bij verandering van functie (LB, LC, LD); • bij een verandering in inschaling (loonschaal); • indien er twijfels zijn of een docent in aanmerking komt voor zijn bindingstoelage. De teamleider heeft hierover geen contact met leden van het coachteam: begeleiding en beoordeling zijn strikt gescheiden. Nieuw benoemde docenten (NBD) NBD volgen voor de start van het schooljaar een tweedaagse stoomcursus o.l.v. Maarten en Willemein. Elke NBD krijgt een coach (uit het coachteam) toegewezen, die hem/haar in het hele eerste jaar begeleidt. De coach heeft geen enkele rol in het beoordelingstraject richting vaste benoeming, maar kan (in uitzonderlijke gevallen) eventuele zorgen delen met de teamleider van de NBD, in het belang van de school/de leerlingen, maar vooral in het belang van de NBD zelf. Stagiaires/LIO’s Sjef is coördinator stage-beleid en contactpersoon voor de Hogeschool Utrecht en het Centrum voor Leren en Onderwijs van de Universiteit Utrecht (COLUU). Hij is in de rol van schoolopleider (in overleg met de schoolleiding) verantwoordelijk voor de aanname en
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
begeleiding van stagiaires op het CLZ. Hij is ook contactpersoon naar de secties/ sectieleiders voor de aanstelling en begeleiding van stagiaires.
wanneer
wie
25 september 2013
studiemiddag over 5 rollen o.l.v. Martie Slooter
coaches en schoolleiding
studiedag 28 oktober 2013
presentatie Martie Slooter over de 5 rollen, max. 45 minuten
Riemke vraagt Martie
najaar 2013
docenten kunnen boek “5 rollen” bestellen
Riemke meldt in weekbericht
najaar 2013
Sjef volgt schoolopleiderstraining HU
Sjef
december 2013
eerste concept leerlingenquete afnemen door coaches
Maarten en Sjef
januari 2014
evaluatie leerling-enquetes, Maarten, Sjef en Riemke bijstellen, definitieve vorm naar alle docenten; plenaire presentatie door rector
januari-februari 2014
afname door alle docenten; monitoring door teamleiders opname resultaat in DBD evaluatie proces en planning Maarten, Sjef, Riemke 2014-15
mei 2014
LKR
wat
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
Bijlage 4 CLZ Academie
Bijlage 5 Bèta-excellentiebeleid Christelijk Lyceum Zeist CLZ Science Academy (najaar 2013) Aanleiding De CLZ Science Academy (SA) is een uitvloeisel van een drietal ontwikkelingen. Allereerst is er de maatschappelijke roep om een ambitieuze leercultuur tot stand te brengen, waar excellentie wordt gestimuleerd en hoogbegaafdheid wordt ondersteund. Het Actieplan Beter Presteren (2012) spreekt als doel uit: het aantoonbaar stijgen van de leerprestaties van de 20% best presterende vwo-leerlingen. Ten tweede is door docent scheikunde Bob Lefeber al langer de wens geuit om op het CLZ een meer overkoepelend programma voor bètavakken te ontwikkelen, teneinde de leerlingen in de toekomst voor de bètavakken een meer coherent programma aan te kunnen bieden, waarin meer leerlijnen zijn uitgewerkt dan nu het geval is.
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
Tenslotte is in 2012 door het Junior College Utrecht (JCU), waar CLZ al jarenlang mee samenwerkt, een viertal eisen gesteld om leerlingen toe te mogen laten tot hun (nieuwe, 5vwo start schooljaar 2013/2014) U-Talent Academie (UTA). Deze drie ontwikkelingen samen hebben gemaakt dat er door de schoolleiding vanuit de Prestatieboxgelden in 2013-14 taakruimte is vrijgemaakt waarmee een bèta-coördinator (Bob Lefeber) is aangesteld, die tot taak heeft beleid te ontwikkelen voor excellentiebevordering in het kader van de bètavakken. Hij wordt daarin bijgestaan door diverse andere bèta-docenten, waarvan er een (docent natuurkunde Garmt de Vries) parttime werkzaam is bij het JCU. Op basis van de ervaring binnen de bètavakken wil CLZ de komende jaren differentiatie binnen de lessen en excellentiebevordering verder uitbouwen naar de andere vakken. Kadering en opzet van het programma De vier eisen die het JCU stelt aan de scholen zijn de volgende: 1. Ontwikkeling van de schoolprojecten 2. Community vorming 3. Voorbereiding en afronding campusactiviteiten 4. Differentiatie in de klas Binnen de CLZ SA is hier er voor gekozen om onderdelen 1 en 4 samen te voegen. Hiertoe is besloten omdat er nog te weinig materiaal en ervaring binnen de school leek te zijn om op een goede manier gedifferentieerd les te geven. De onderdelen zijn samengevoegd door de leerlingen schoolprojecten te laten uitvoeren onder lestijd. Door hen minder lessen te laten volgen vindt er automatisch differentiatie plaats (dezelfde lesinhoud wordt in minder tijd doorgewerkt). Wij verwachten dat deze opzet ook tot gevolg zal hebben dat de betere en eventueel niet uitgedaagde leerling niet wordt afgeschrikt omdat het programma (heel) veel meer tijd kost. Door binnen schoolopdrachten voor voldoende openheid te zorgen, ontstaat de extra tijdsbesteding dan vanzelf vanuit de eigen motivatie van de leerling. Eis 3 van het JCU is vervuld door in het rooster van de leerlingen een U-Talentuur in te roosteren waarin hun voortgang aan de voorbereiding op en afronding van de campusactiviteiten actief gevolgd wordt. De communityvorming is momenteel in opzet, en nadere activiteiten worden nog uitgewerkt. Beoordeling en volgen van de leerlingen De leerlingen dienen beoordeeld te worden met een A+,A,B,C,D-beoordeling op basis van hun academische competenties. De uitwerking hiervan en de ervaring hiermee wordt tijdens het programma opgedaan. In een met de bètacoördinator gedeelde spreadsheet worden de leerlingen aangezet tot een zelfevaluatie en het bijhouden van een logboek. Betrekken van collega’s In het voorjaar van 2013 is door Willem Hendrik van Ledden van het JCU een workshop op school gegeven gericht op het doceren aan excellente leerlingen. In het schooljaar 2013/2014 volgen twee collega’s van school een cursus gericht op onderwijs aan excellente leerlingen. Daarnaast wordt deze ontwikkeling gefaciliteerd vanuit het taakbeleid: er is uit de verschillende vaksecties een groep
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
bètadocenten gevormd die betrokken worden in de verdere uitwerking / uitrol van het programma. Aardrijkskunde voorlopig niet in het programma Doordat aan het begin van het schooljaar bij het Havo-team (van teamleider Josje Compaan) bleek dat het taakbeleid van aardrijkskundedocent Femke Punte vol zat heeft de teamleider aangegeven dat Femke geen opdrachten meer kan ontwikkelen. Om die redden doet aardrijkskunde voorlopig niet mee binnen het excellentie-programma. Vooruitblik, wensen en ontwikkelingen Uit de huidige 5vwo doen 10 leerlingen mee aan het UTA-programma. Volgend jaar komen hier nieuwe v5-leerlingen bij. Daarnaast moeten er ideeën ontwikkeld worden om de 4vwo’ers er (eerder) in het schooljaar bij te betrekken. Nu zal dit pas zijn rondom de proefdagen van het JCU en de daaropvolgende open dagen. Daarna volgt de selectie door middel van brief en gesprek. Dit traject ligt ook nog niet officieel vast. Tevens moeten er richtlijnen voor deelname worden gesteld en worden gesproken over wat de grenzen zijn van deelname (willen we dat wij een leerling verwijderen of willen we juist dat een leerling alleen uit zelfinzicht kan besluiten te stoppen, omdat ze dan (pas) leren). In zo’n drie tot vijf jaar kan de CLZ Science Academy een gegeven binnen school zijn met zo’n 20-40 wekelijks actieve leerlingen (5 en 6 vwo) en daarnaast af en toe activiteiten (richtlijn twee – vier per jaar) voor 3 en 4 vwo en (richtlijn één tot twee per jaar) voor 1- en 2-vwo. Naast het schoolprogramma dient er een sociaal programma te komen met een jaarlijks aantal terugkomende activiteiten (congres, filmavond, …). In schooljaar 2014-15 zal bekeken worden op welke wijze de ervaringen van de SA uitgerold kunnen worden naar andere vakken. Doelen uitgewerkt per doelgroep 1. Leerlingen • Leerlingen worden meer uitgedaagd en kunnen zich ontwikkelen in een richting die ze motiveert en interesseert • U-Talent leerlingen voelen zich betrokken bij school • Bètaleerlingen / -community krijgt aanzien binnen de school en voert activiteiten uit die voortkomen uit de intrinsieke motivatie van de leerlingen (activiteitenplan en begroting) 2. Docenten ◦ Kerngroep van bètadocenten vergroten U-talent (5/6 vwo) naar andere jaarlagen en niveaus. ◦ Docenten ervaren invloed en betrokkenheid bij het excellentiebeleid. ◦ Docenten overleggen samen over opdrachten. ◦ Docenten werken samen aan vakoverstijgende projecten. 3.
LKR
Ouders ◦ Betrokkenheid ouders zijdelings aan programma; nog nader uit te werken.
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
4. • • • •
School Door meer aandacht voor de betere leerlingen heeft de docent in de reguliere lessen zelf meer tijd om iets langer stil te staan bij bepaalde onderwerpen. Doordat de betere leerlingen beter presteren presteert een groep gemiddeld meer. Ook ontstaat er hopelijk een andere mentaliteit: die om ergens voor te gaan. De bètadocenten zijn een ‘groep’ binnen de school die ergens voor willen gaan. Een enthousiaste groep leerlingen en docenten binnen de school.
Middelen • 300 uren beschikbaar voor in het taakbeleid (uitgewerkt in Tabel 1 hieronder). • Coördinator krijgt twee lesuren in aanstelling. • Aansluiting U-Talent Academie. • Budget voor bètaleerlingen onder voorbehoud van een goed activiteitenplan en begroting.
Tabel 1 Verdeling uren taakbeleid onder docenten Docent Knaap, Wouter
Lefeber, Bob
Punte, Femke Soetens, Jeroen
Vries, Garmt de
44
16 56
48
Wee, René ter
16
Wijbenga, Eveline
56
Wilminkova, Maria
LKR
Totaal 56
8
Vak Taak wi Ontwikkelen van 2 opdrachten voor het U-‐Talentprogramma Betavakgroep sk Ontwikkelen van 1 opdracht voor het U-‐Talentprogramma Begeleiding U-‐Talentleerlingen in voor-‐ en nawerk (uur in rooster) ak Ontwikkelen van 2 opdrachten voor het U-‐Talentprogramma bi Ontwikkelen van 2 opdrachten voor het U-‐Talentprogramma Betavakgroep na Ontwikkelen van 1 opdracht voor het U-‐Talentprogramma Betavakgroep na Ontwikkelen van 2 opdrachten voor het U-‐Talentprogramma sk Ontwikkelen van 2 opdrachten voor het U-‐Talentprogramma Betavakgroep wi Ontwikkelen van 1 opdracht voor het U-‐Talentprogramma
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
Uren 16 40 8 36 16 16 40 8 40 16 16 40 8
Bijlage 6 Beleidsplan TTO 2010-2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Missie en visie t.a.v. TTO op het CLZ 3. TTO beleid op het CLZ 3.1 toelating 3.2 onderbouw 3.3 bovenbouw 4. De TTO-visitatie in 2008 4.1 Aanbevelingen visitatierapport 2008 4.2 Ondernomen acties na visitatie 5. Ontwikkelingen binnen het TTO op het CLZ 2008-2013 (plan-do-check-act) 5.1 Kwaliteit In Elke Sectie 5.2 Professionalisering en coaching 5.3 Internationalisering 5.4 tto scholing 5.5 Laptops 6. Personele ontwikkelingen
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
1. Inleiding In 2001 is het CLZ gestart met tweetalig onderwijs (tto) in de onderbouw. Sinds 2004 wordt tto ook in de bovenbouw aangeboden. In 2005 vond een eerste visitatie plaats van het volledige tto-aanbod. In 2008 vond de tweede visitatie plaats. Sindsdien is het tto in kwantiteit en kwaliteit gegroeid. Nadat in 2011 en 2012 veel leerlingen die zich hadden aangemeld voor de tto-brugklas, moesten worden uitgeloot, is besloten in 2013 een vierde tto-brugklas te formeren. Daaruit blijkt wel dat het tto op het CLZ zich een sterke positie in de regio heeft verworven. Deze beleidsnotitie wil inzicht geven in de ontwikkelingen na de visitatie van 2008, en een overzicht geven van te verwachten ontwikkelingen. Het is een beleidsdocument waarvoor in 2010 de basis is gelegd, maar dat met enige regelmaat wordt aangepast aan de actuele ontwikkelingen. 2. Missie en visie van CLZ De volledige Missie en Visie zijn te vinden op de website van de school. De school stelt zich ten doel de leerlingen uit te dagen en diepgang aan te brengen in het onderwijsprogramma. T.a.v. TTO is m.n. het volgende uit de Missie en Visie van belang: “Vanuit de traditie van de school wil het Christelijk Lyceum Zeist de leerling naast een standaardpakket nog iets meer meegeven. Wij willen leerlingen uitdagen zich te ontplooien in de breedte en in de diepte, zodat hun kennisbasis ertoe zal bijdragen dat zij zich ontwikkelen tot betrokken, empathische en kritische cultuurdragers. Wij leggen daarom in ons onderwijs de volgende belangrijke accenten. Diepgang: wij dagen leerlingen uit te reflecteren op levensbeschouwelijke thema’s. - Aandacht voor “transfer”: leerlingen kunnen kennis en vaardigheden in samenhang en in een steeds wisselende context hanteren. De leerstof sluit waar mogelijk aan op de leefwereld van leerlingen en nodigt uit tot kritische reflectie en tot creatief denken en handelen. Samenhang en kwaliteit: wij streven ernaar, leerlingen de samenhang tussen de verschillende vakgebieden te laten ervaren. Wij bewaken de kwaliteit van de afzonderlijke vakdisciplines. • Actieve bevordering van communicatieve vaardigheden: het uitdrukken van gevoelens en gedachten door en in taal en diverse kunstvormen alsmede het gebruik van ict vormen een integraal deel van ons onderwijs. • Internationalisering: in ons onderwijs bereiden we de leerlingen nadrukkelijk voor op een groeiende mondiale samenwerking. Meertaligheid is hiertoe een belangrijk middel in het onderwijs op school en bij externe contacten.” In de recentelijk door de overheid gedane oproep aan scholen om talentontwikkeling en excellentiebevordering nadrukkelijker gestalte te geven door de best presterende leerlingen te identificeren en deze leerlingen stevig uit te dagen, heeft het tto een belangrijke rol. Het CLZ laat met zijn tto-afdeling zien dat het verschil durft te maken tussen leerlingen.
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
Het CLZ biedt tto alleen aan in de gymnasium- en in de atheneum opleiding. Leerlingen in 4 (en 5) Havo kunnen kiezen tussen het (Nederlandstalige) vak Drama en het vak English Plus. Leerlingen die English Plus volgen kunnen deelnemen aan een Cambridge Exam (FCE of CAE). CLZ is voorloper op het gebied van ICT in de lessen. In 2011 is gestart met het LPL (Laptop Per Leerling) project: alle docenten hebben een Macbook, en sinds augustus 2010 komen de brugklasleerlingen met hun eigen Macbook naar school. M.i.v. schooljaar 2013-14 heeft de hele onderbouw een eigen Macbook. Het streven is erop gericht dat op den duur ca. 30% van de lesstof digitaal wordt aangeboden. Onze visie op LPL is te vinden op de website van de school. Voor tto-leerlingen biedt de vanzelfsprekendheid waarmee zij via het internet toegang hebben tot (veelal Engelstalige) informatie en communicatie een onuitputtelijke bron van leermogelijkheden. 3. TTO beleid op het CLZ 3.1 Toelating: Leerlingen kunnen toegelaten worden tot de tto brugklas indien zij een vwoadvies hebben gekregen van de directeur van de basisschool, en indien dat advies ondersteund wordt door de toetsen die de leerling in het kader van het Cito Leerling Volg Systeem heeft gemaakt in de leerjaren 6, 7 en 8 van de basisschool. Het toelatingsbeleid is te vinden op de site van het CLZ. 3.2 Onderbouw: In de eerste drie leerjaren (Junior School) worden English, History, Geography, Mathematics, Biology, P.E., Arts, Craft and Design en EIO in het Engels gegeven. EIO is als vak in het curriculum van leerjaar 1 en 2 geplaatst. Een overzicht van de extra tto-activiteiten in deze leerjaren is te vinden in het Activiteitenplan. 3.3 Bovenbouw: in de bovenbouw (Senior School) worden de leerlingen voorbereid op deelname aan het IB Examen English A1. Bovendien worden Art & Culture, P.E.(???) en Civic Education/Theory of Knowledge in het Engels gegeven. Vooruitlopend op de veranderende wetgeving t.a.v. het vak ANW (dat op CLZ als Science gegeven werd in het Engels) heeft CLZ besloten om met ingang van schooljaar 2013-14 het vak Science te vervangen door het nieuwe vak Beeld en Geluid. Een overzicht van de extra ttoactiviteiten in de Senior School is te vinden in het Activiteitenplan. 4. De (her)visitatie in 2008 De visitatie op 19 juni 2008 leidde tot een rapport dat op hoofdlijnen positief was. Maar er zijn door de commissie ook enkele verbeterpunten aangedragen. Hieronder worden die punten benoemd, en de reflecties of acties daarop vanuit CLZ sinds 2008. 4.1 De visitatiecommissie constateerde dat de uitval in het tto langs de hele linie hoger was dan gemiddeld in Nederland. Het tto-team van CLZ heeft zich bij herhaling over dit punt gebogen. Onze inschatting is dat de hoge uitval te wijten is aan een ‘genereus’ toelatingsbeleid en niet al te strenge bevorderingsnormen. Veel tto-scholen leggen de lat voor toelating hoger (dan wordt b.v. een ‘vwo plus’ advies en/of een Cito score van minimaal 547 vereist, en/of maakt een toelatingsgesprek of toelatingstest deel uit van de toelatingsprocedure). De ervaring van CLZ is dat het in veel gevallen niet mogelijk is om een inschatting te maken van de succeskansen binnen tto van een twaalfjarige. CLZ wil zoveel mogelijk leerlingen de kans bieden om in elk geval een aantal jaren tto te volgen, en neemt daarbij bewust voor lief dat dan een aantal leerlingen al in de onderbouw afhaakt of afstroomt. Die leerlingen hebben dan toch hun hele leven profijt van de jaren dat zij aan tto hebben deelgenomen. Ook de norm voor toelating tot het vierde leerjaar
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
VWO is bewust niet heel hoog. Wij geven leerlingen die zelf aangeven graag in de bovenbouw tto te blijven volgen in veel gevallen het voordeel van de twijfel. Het algehele peil van het tto-onderwijs op CLZ lijkt hierdoor niet te dalen, gezien de slagingspercentages. De wat zwakkere leerlingen en ouders zijn dankbaar dat CLZ hun de kans biedt het uitdagende tto-programma te volgen, en soms ontwikkelen leerlingen zich in de bovenbouw onverwacht in positieve zin. 4.2 De visitatiecommissie gaf in overweging om het aantal uren dat aan EIO wordt besteed overzichtelijker te maken door een ander schema voor EIO te maken. Op CLZ is EIO vanaf 2009 in het curriculum van leerjaar 1 en 2 als apart vak (Global stuis) zichtbaar opgenomen. 4.3 De visitatiecommissie constateerde in 2008 op basis van gesprekken met leerlingen dat het principe doeltaal=voertaal bij Frans en Duits niet altijd in de praktijk werd gebracht. De schoolleiding heeft dit met beide secties besproken. Bij Frans is een native speaker in dienst genomen die haar eindscriptie heeft geschreven over het gebruik van de doeltaal in de klas. Bij Duits zijn twee native speakers in dienst genomen. Om bij de Moderne Vreemde Talen (MVT)-vakken het gebruik van doeltaal = voertaal te bevorderen zijn de volgende stappen genomen : -tijdens sectievergaderingen is de afspraak gemaakt om doeltaal = voertaal te bewaken; in het jaarlijkse gesprek tussen sectie en schoolleiding is dit een vast agendapunt. -het is onderdeel van het functioneringsgesprek met MVT-docenten en aandachtspunt tijdens lesbezoek door schoolleiding of collega-docent; - bij Duits is een nieuwe leergang gekozen, waarin de instructies in het Duits gegeven worden; - bij Duits bevorderen de docenten bevorderen de spreekvaardigheid van de leerlingen met behulp van Sprechkarten uit de methode en (mini) presentaties e.d.; - sinds 2011 is er jaarlijks een Taaldorp voor Frans en Duits; -vanaf september 2009 werft de school via de MVT-docenten taalassistenten/vrijwilligers in de klas; -vanaf september 2010 werft de school via de website taalassistenten; -MVT-docenten nemen zoveel mogelijk deel aan scholing op dit punt; -deelname aan project Certi Lingua met invoering examens DELF en Goethe; -deelname aan EP-project LinQ; 5.Ontwikkelingen binnen het TTO op het CLZ 2008-2013 (plan-do-check-act) Naast het hierboven reeds gemelde LPL traject (zie ook hieronder bij 5.4) zet CLZ momenteel in op (5.1) kwaliteitszorg op sectie-niveau (Kwaliteit In Elke Sectie, KIES) en op (5.2) professionalisering middels interne coaching/collegiale visitatie, op basis van het concept “de vijf rollen van goed leraarschap”. Voor TTO-docenten is daarnaast (5.3) scholing m.b.t. gebruik van het Engels in de lessen een voortdurend aandachtspunt. 5.1 KIES: elke sectie doorloopt eens per 3 of 4 jaar het traject KIES, waarbij door de vakdocenten in samenspraak met de leerlingen en de schoolleiding bekeken wordt welke kwaliteitsverbetering op vakniveau tot stand gebracht kan worden. Cyclisch worden zo sterke- en verbeterpunten in beeld gebracht. In het jaarlijkse gesprek tussen sectie en schoolleiding wordt dit verbeterproces geëvalueerd.
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
5.2 CLZ is in 2013 een professionaliseringstraject gestart met als basis de vijf rollen van de leraar: gastheer, presentator, didacticus, pedagoog en afsluiter. Iedere docent neemt minimaal eens per jaar bij minstens twee klassen een digitale docentenquête af, en neemt het resultaat daarvan op in zijn Digitaal Bekwaamheids Dossier (DBD). Voor TTOdocenten is er een aparte enquête, die de leerlingen ook bevraagt op het gebruik van Engels in de lessen. iedere docent zet een deel van zijn professionaliseringstijd (80 uur per 1,0 fte) in om lessen van collega’s en eigen lessen te (laten) observeren en na te bespreken (eventueel m.b.v. beeldopnames). Elke docent krijgt minimaal eens per jaar een collega op lesbezoek, en bezoekt minimaal eens per jaar de les van een collega. Op basis van lesbezoeken en docentenquête stelt de docent een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) op, en bespreekt dit met zijn teamleider. In 2013 zijn tien docenten uit verschillende vakgebieden opgeleid tot interne coach. In 2014 worden nog acht andere docenten in deze rol getraind. De interne coaches begeleiden de nieuw benoemde docenten in de eerste twee jaren van hun aanstelling en zijn bereid en in staat om ook meer ervaren docenten te ondersteunen door lessen te observeren en na te bespreken. In de gesprekscyclus (taaktoedelings- en voortgangsgesprekken) wordt het door de docent opgestelde POP door docent en teamleider besproken. Uiteraard is bij tto-docenten extra aandacht voor de tto-aspecten van het onderwijs (m.n. het gebruik van het Engels door docent en leerlingen, tto-didactiek en internationaliseringsaspecten). 5.3 Internationalisering Het karakter van de school als geheel wordt voor een belangrijk deel bepaald door de aanwezigheid van tweetalig onderwijs en de meer dan gemiddelde aandacht die wordt besteed aan de wereld buiten onze landsgrenzen. Onze (aandacht voor) internationale oriëntatie wordt ingegeven door de globalisering die in snel tempo toeneemt. De ruime inzet van ICT draagt bij aan de mogelijkheden tot internationale communicatie. Dat alles maakt het CLZ tot een boeiende “wereldschool”, ook voor de leerlingen in de Nederlandstalige afdelingen. Sinds 2007 is de tweede week van februari Europaweek. In die week wordt in principe in alle lesgroepen aandacht besteed aan het thema Europa. De laatste twee jaar is het thema duurzaamheid hieraan toegevoegd, omdat dit wereldwijd een van de mondiale kernproblemen vormt. Niet alleen voor TTO-leerlingen, maar ook voor leerlingen in de andere afdelingen van de school organiseert de school buitenlandse reizen, die toegespitst zijn op de taal en cultuur van het betreffende land. Jaarlijkse ontvangt de school (sinds 1994) een groep Japanse leerlingen, die bij CLZgastgezinnen logeren. Diverse klassen (ook uit vmbo en havo) zijn betrokken bij de ontvangst en het programma voor deze leerlingen. Een keer per jaar gaan we met een TTO-klas (leerjaar 2) naar de Japanse School in Amsterdam, en wij ontvangen een klas Japanse leerlingen hier op school. Jaarlijks (in juni) wordt het internationaliseringsaanbod door de tto-coördinatoren geëvalueerd en waar mogelijk of nodig aangepast. 5.4 TTO scholing Alle tto-docenten voldoen aan één van de hieronder genoemde criteria of worden hiertoe opgeleid:
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
-Native speaker -Near native speaker -Bevoegdheid Engels -CPE Basaal scholingsaanbod Frequentie
Docenten
Cursus Engels, twee middagen
jaarlijks
Alle niet native speakers
Cursus CLIL, twee middagen,
jaarlijks
Alle tto-docenten
Eén week scholing in Engeland
Elke 4 jaar
Alle niet native speakers
Collegiale visitatie
Elk jaar
Alle tto-collega’s OB
Landelijke tto-dag in Ede (Europees Platform)
Elk jaar
Wisselende tto collega’s
Omschrijving
5.5 LPL in de bovenbouw (m.i.v. september 2014 in leerjaar 4): docenten die les geven in de bovenbouw bereiden zich in 2013-14 voor op de manier waarop de laptops van toegevoegde waarde kunnen zijn in hun lessen. Studiedag hierover vindt plaats op 18 maart 2014 6. Personele ontwikkelingen De school werft actief native of near-native speakers, vaak in het ‘via via’ circuit. De volgens de docenten voldoen aan het criterium native of near-native:
naam
LKR
vak
bevoegdheid
Wendy Frew
Engels
eerstegraads
Kate Kirwin
Engels
eerstegraads
John Kavanagh
Engels
eerstegraads
Tanya Worron
Engels
tweedegraads
Stephen Pegg
Arts, Theory of Knowledge
eerstegraads
Brad Taylor
P.E.
eerstegraads
Femke Punte
Aardrijkskunde, Engels
eerste- resp. tweedegraads
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
naam
vak
bevoegdheid
Nicole Mamassian
Frans
tweedegraads
Steffen Desel
Duits
eerstegraads
Stefanie Blum
Duits
tweedegraads
Bijlage 7 Visie op actief burgerschap en sociale integratie Het Christelijk Lyceum Zeist is, conform zijn missie, een open pluriforme school die zijn leerlingen wil voorbereiden op actieve deelname aan een samenleving die gekenmerkt wordt door diversiteit. Gelijkwaardigheid, begrip voor anderen en verdraagzaamheid zijn daarbij voor ons belangrijke waarden. In de pedagogische visie van de school staat dat wij de individuele èn de sociale ontwikkeling van leerlingen bevorderen en zo de leerlingen willen voorbereiden op een actieve en verantwoordelijke rol in de samenleving. Door in te spelen op de drie in onze pedagogische visie genoemde basisbehoeften (relatie, competentie en autonomie) bevorderen wij veiligheid en het vermogen tot samenwerken, zelfvertrouwen en zelfstandigheid . De school richt zich nadrukkelijk op het aanleren van (theoretische) kennis en (praktische en onderzoeks-)vaardigheden. Maar ook sociale competenties (attitude, kennis, reflectie en vaardigheden) maken onlosmakelijk deel uit van ons onderwijsaanbod. Alle vakken dragen bij aan het realiseren van actief burgerschap en sociale integratie. Het vak Godsdienst neemt hierin een bijzondere plaats in: dit vak wil leerlingen met elkaar in gesprek brengen over levensbeschouwelijke thema’s en vooral over de verantwoordelijkheid die de mens draagt voor de schepping en voor zijn medemens.
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd
Overeenkomsten, verschillen en veranderingen in levensbeschouwing en het belang van respect voor elkaars opvattingen en levenswijze vormen daarbij de leidraad. Ook in vakken als maatschappijleer, geschiedenis, aardrijkskunde, economie en biologie, natuuren scheikunde leert de leerling betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen en respectvol met kritiek om te gaan. De dagopening bij de start van iedere lesdag vraagt expliciet aandacht voor de spirituele en sociale dimensie van het bestaan: gerechtigheid en rentmeesterschap zijn basiswaarden die de grondslag vormen voor actief burgerschap en sociale integratie. De school heeft internationalisering hoog in het vaandel staan: wij willen onze leerlingen nadrukkelijk voorbereiden op een groeiende mondiale samenwerking; tweetaligheid zien wij daartoe als een belangrijk middel. Door uitwisselingen en deelname aan learning circles stellen wij leerlingen in staat de moderne vreemde talen te gebruiken in dialoog met jongeren uit andere Europese landen. Het Christelijk Lyceum is gevestigd in een rustige wijk in Zeist. Van de leerlingen is ca. 4% van (eerste of tweede generatie) ‘allochtone’ komaf. Die (eenzijdige) context maakt het des te meer belangrijk om leerlingen voor te bereiden op het samenleven in een wereld die zich kenmerkt door culturele, sociale en economische diversiteit. De school heeft in haar bijna 90-jarige bestaan een lange traditie als oefenplaats voor een democratische samenleving: leerlingen worden nadrukkelijk uitgedaagd om bij te dragen aan het sociale, sportieve en culturele leven van de school in de vorm van muziek, toneel, sport en schoolfeesten. In klankbordgroepen worden leerlingen uitgenodigd op constructieve wijze mee te praten over het schoolleven. (Mede) Vanuit onze christelijke achtergrond zijn leerlingen vaak betrokken bij acties ten behoeve van charitatieve doelen.
LKR
woensdag 5 februari 2014 10:09:31 Midden-Europese standaardtijd