Schoolplan

Schoolplan 2011-2015

Schoolplan USV 2011-2015

Inhoud 1

inleiding

4

1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.2.7 1.2.8 1.3

kader en doel schoolbeschrijving bestuurlijke structuur geschiedenis huisvesting groepering en leerlingaantal kenmerken van leerlingen leerprestaties teamsamenstelling samenwerkingsverbanden de vorige beleidsperioden 2006-2010 en 2010-2011

4 4 4 5 5 6 6 7 7 8 9

2

onderwijskundig beleid

15

2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.2 2.3 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.4.5

missie en visie wat is onze kernopdracht? vanuit welke waarden werken wij? wat zijn onze kwaliteiten? wat willen we in de toekomst bereiken? leerstofaanbod onderwijsleerproces beleidsvoornemens 2011-2015 uitgangspunten schooljaar 2011-2012 schooljaar 2012-2013 schooljaar 2013-2014 schooljaar 2014-2015

15 15 15 16 17 18 20 22 22 22 24 25 26

3

kwaliteitszorg

28

3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6

benadering functies van kwaliteitszorg interne en externe evaluatie toetsen van de opbrengsten evalueren van de opbrengsten kwaliteitszorg

28 28 28 29 29 30

4

leerlingenzorg

31

4.1

31

4.2 4.3

leelingenzorg binnen het samenwerkingsverband WSNS RK/AB Utrecht-stad 20-02 leerlingenzorg binnen de USV passend onderwijs

5

ICT

36

5.1 5.2 5.3

inleiding en uitgangspunten organisatie ICT-plan

36 36 36

Pagina 2 van 46

32 35


6

school en ouders

37

6.1 6.2 6.3 6.4 6.5

contact klachtenregeling klachten met betrekking tot sexuele intimidatie de groepsouders de medezeggenschapsraad

37 37 37 38 38

7

organisatie

39

7.1 7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.3

bestuur en directie organisatie op schoolniveau structuur vergaderstructuur formatiebeleid en taakverdeling

39 39 39 39 39

8

personeelsbeleid

40

8.1 8.2

personeelsbeleidsplan integraal personeelsbeleid

40 40

9

financieel en materiel

42

9.1 9.2

algemeen ouderbijdrage

42 42

10

huisvesting

44

11

instemming met het schoolplan door de MR

45

12

vaststelling van het schoolplan door het bestuur

46

Pagina 3 van 46


1.INLEIDING Voor u ligt het schoolplan van onze school voor de periode 2011-2015. Wij zien dit als een dynamisch plan dat, waar nodig en gewenst, tussentijds bijgesteld en aangevuld zal worden.

1.1 Kader en doel Het schoolplan is een:  werkdocument waarin staat hoe er gewerkt wordt;  planningsinstrument voor ontwikkeling in de komendejaren;  voortgangsdocument waarin eentussenstand van het schoolontwikkelingsproces is weergegeven. Dit schoolplan zal fungeren als een:  formeel document, waardoor de Utrechtse Schoolvereniging (USV) voldoet aan de wettelijke verplichting om een vastgesteld schoolplan te hebben;  beschrijving van het huidige en gewenste onderwijskundig beleid in relatie tot en in samenhang met het te voeren personeelsbeleid en kwaliteitsbeleid en  beleidsplan t.b.v. de afstemming met de regionale en landelijke beleidsontwikkeling. Dit schoolplan is tot stand gekomen op basis van de eigen beleidskeuzes die het team, het bestuur en de directie hebben gemaakt binnen de wettelijke regelgeving. Hiermee is een document ontstaan dat:  richting geeft aan de activiteiten ter bewaking en bevordering van de kwaliteit van het aangeboden onderwijs;  gemaakte afspraken voor iedereen vastlegt en  de school in staat stelt om gericht het behalen van gewenste resultaten te evalueren.

1.2 Schoolbeschrijving school schooldirecteur bezoekadres postadres telefoonnr. faxnr. e-mail brinnummer

Utrechtse Schoolvereniging Dhr. B. van der Zanden Frans Halsstraat 22a Postbus 14130, 3508 SE, Utrecht 030-2511435 030-2518286 [email protected] 07ph

1.2.1 Bestuurlijke structuur De Utrechtse Schoolvereniging (USV) is een basisschool waar bijzonder algemeen vormend onderwijs wordt gegeven. De term ‘bijzonder’ duidt op de verenigingsvorm. De term Pagina 4 van 46


“algemeen” wil zeggen dat wij aandacht besteden aan verschillende geloofsrichtingen, levensbeschouwingen en maatschappelijke stromingen. Het hoogste gezag van de USV berust bij het bestuur dat bestaat uit vertegenwoordigers van ouders/leden. Het bestuur wordt gecontroleerd door de algemene ledenvergadering.

1.2.2 Geschiedenis De Utrechtse Schoolvereniging, opgericht in het najaar van 1919, opende op 15 januari 1920 voor het eerst haar deuren in een houten gebouw op de hoek van de Frans Halsstraat en de Jan van Scorelstraat. Nadat in februari 1922 deze tijdelijke huisvesting door brand was vernield, werd in april 1923 een nieuw gebouw in gebruik genomen. Architect van dit gebouw is de heer Op ten Noort. Het is gebouwd in de stijl die typisch is voor de Amsterdamse School. Op het afdak prijken twee beelden die gemaakt zijn door mevrouwVaillant. “Het luisterende meisje” en “de jongen met de bal” vormen het symbool van de gemengde schoolbevolking die hier leert en speelt. Het gebouw heeft niet altijd als schoolgebouw dienst gedaan. In 1943 werd het gevorderd door de Duitsers. De leerlingen kregen toen les in het koetshuis van de familie Fentener van Vlissingen aan de Nieuwe Kamp. In de Hongerwinter kregen de kinderen les in groepjes thuis bij ouders. Na de bevrijding is het gebouw ook nog enige tijd door de Canadezen gebruikt als onderkomen. In 1984 werd de Wet op het Basisonderwijs ingevoerd. De lagere school en de kleuterschool vormden vanaf 1985, toen de wet in werking trad, samen de basisschool. De Montessorikleuterschool in Oudwijk kwam onder het bestuur van de Utrechtse Schoolvereniging te vallen. De kleuterklassen en de klassen 1 t/m 6 zouden voortaan als de groepen 1 t/m 8 door het leven gaan. Omdat de wet voorschreef dat alle acht groepen in hetzelfde gebouw gehuisvest moesten zijn, werd de lagere school in 1988 aan een ingrijpende verbouwing onderworpen. Op de plaats van de oorspronkelijke gymnastiekzaal verscheen een nieuwe vleugel met vijf lokalen en een speellokaal. In mei 2001 is het dak geheel vernieuwd en opnieuw voorzien van de traditionele dakpannen en is de zolderverdieping, onder begeleiding van de architect dhr. E. Meulenbelt in de oorspronkelijke staat gerestaureerd, uitgebreid met dakkapellen, toiletten, een tiende lokaal en twee extra werkruimten. Vanaf begin 2002 gaat de Utrechtse Schoolvereniging als gemeentelijk monument door het leven en wordt haar historie vanaf de zomer van 2004 bewaard door het Utrechts Archief.

1.2.3 Huisvesting Het gebouw heeft in totaal achttien ruimten. Daarvan zijn er negen in gebruik als klaslokaal, één is verhuurd aan De Poeh als peuterspeelzaal, en één fungeert als directiekamer. Daarnaast hebben we de beschikking over een handvaardigheidlokaal, een werkruimte voor de remedial teacher, één voor de intern begeleider en één voor de conciërge, een computerruimte en een Pagina 5 van 46


speellokaal. Het speellokaal doet tevens dienst als gemeenschapsruimte voor het opvoeren van muziekstukken, toneelstukjes e.d. De locatie en de architectonische waarde van het gebouw laten geen verdere uitbreiding toe. De gymzaal voor de groepen 3 t/m 8 is gelegen aan de FockemaAndreaelaan.

1.2.4 Groepering en leerlingenaantallen Groep 1/2 3 4 5 6 7 8 Totaal

Aantal groepen 2 (en een opstartgroep vanaf januari) 1 1 1 1 1 1 9

Aantal leerlingen (7-10-2011) 53

26 32 28 32 27 28 226

De streefgroepsgrootte op de USV is 30 kinderen. De USV kan niet alle leerlingen plaatsen die belangstelling hebben. Selectie vindt plaats door loting, waarbij voorrang gegeven wordt aan kinderen die al een broertje of zusje op de USV hebben en vervolgens aan leerlingen uit de directe omgeving van de school.

1.2.5 Kenmerken van leerlingen Totaal aantal leerlingen  Aantal leerlingengewicht 1.0 % achterstandsleerlingen

Leerlingen met allochtone achtergrond  Marokkaans  Turks  Surinaams  Antilliaans  Grieks Overige Percentage leerlingen dat langer dan 8 jaar over de basisschool doet Gemiddeld jaarlijks aantal leerlingen dat niet in groep 1 de school binnenkomt Prognose voor leerlingenaantal over 3 jaar

225 225 0

0 0 0 0 0 4 4 3 225

Leerlingen worden “gewogen” aan de hand van factoren, waarvan verondersteld wordt dat kinderen achterstand hebben. Die factoren bepalen het subsidiebedragper leerling.

Pagina 6 van 46


1.2.6 Leerprestaties Om het leerrendement te kunnen bepalen, maakt de USV gebruik van het CITOleerlingvolgsysteem, de AVI-gegevens en methodegebonden toetsen. Het leerrendement wordt bepaald aan de hand van de periodieke vooruitgang die de individuele leerlingen boeken. Een vergelijking met landelijke of stedelijke gemiddelden is niet zinvol, daar de scores altijd bovengemiddeld zijn – zoals verwacht kan worden vanuit de sociaal-economische kenmerken van de gezinnen waaruit de leerlingen komen. Uitslagen van de CITO-Eindtoets schooljaar schoolscore 2004/2005 544,2 2005/2006 545,1 2006/2007 544,5 2007/2008 545,6 2008/2009 544,2 2009/2010 539,6 2010/2011 544,3 Doorverwijzing naar het speciaal onderwijs vindt zelden plaats. De USV streeft ernaar ‘zorgleerlingen’ op school op te vangen. Het percentage zittenblijvers is ongeveer 1 % van de kinderen per jaar. uitstroom VO-schooltype

LWOO VMBO-basisberoepsgerichte leerweg VMBO-kaderberoepsgerichte leerweg VMBO-gemengde leerweg VMBO-theoretische leerweg HAVO VWO GYMNASIUM

2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 1 1 2 4 6 14

3 5 4 9

4 9 5 7

1 8 7 17

De afgelopen jaren gingen de meeste leerlingen naar het Stedelijk Gymnasium en het St. Bonifatius. Ook gingen er leerlingen naar het Christelijk Gymnasium, de Werkplaats, het Gregorius en het Nieuwe Lyceum. Met deze scholen worden goede contacten onderhouden. De USV ontvangt twee keer per jaar gedurende de eerste twee jaren van het VO een schriftelijke terugkoppeling over de resultaten van de leerlingen. Het geeft de school de mogelijkheid om te controleren of het advies van de basisschool correct is geweest en of het niveau van de prestaties ten aanzien van de vakgebieden aansluit bij het niveau van de middelbare school.

1.2.7 Teamsamenstelling Bij de USV werken op 1/8/2011 24 personeelsleden. Er zijn 15 groepsleraren, 3 vakdocenten, 1 plusgroepsleerkracht, 1 intern begeleider, 1 remedial teacher, 1 rugzakbegeleider, 1 administratief medewerker, 1 conciërge en 1 directeur. De dagelijkse leiding is in handen van de directeur. Pagina 7 van 46


1.2.8 Samenwerkingsverbanden De USV maakt deel uit van het RK/AB-Samenwerkingsverband Utrecht. Dit bestaat uit alle basisscholen en één school voor speciaal basisonderwijs van de Katholieke Scholen Utrecht (KSU), Stichting R.K. Basisscholen Vleuten, De Meern, Haarzuilens en een paar Algemeen Bijzondere scholen, waaronder de USV. Binnenkort komt er in het kader van Passend Onderwijs een verplicht grootstedelijk samenwerkingsverband. Op lokaal niveau is een stedelijke monitor ingesteld, wat betekent dat alle scholen zich verplicht hebben tot het afnemen van een aantal afgesproken Cito-toetsen. Ten behoeve van de overgang van leerlingen naar het voortgezet onderwijs, volgt de school de Utrechtse POVO (Primair Onderwijs-Voortgezet Onderwijs)-procedure, waarbij de overgang van primair naar voortgezet onderwijs in Utrecht is geregeld. De USV neemt daartoe deel aan het overleg tussen basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs (VO) in het zogenaamde POVO-overleg. De USV onderhoudt contacten met schoolbegeleidingsdiensten. Advies en begeleiding vinden plaats op het gebied van de leerlingenzorg en op de verschillende terreinen van de schoolontwikkeling en vernieuwing. Onze school heeft de afgelopen jaren weinig contact onderhouden met scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs, aangezien verwijzingen zelden voorkomen. In gevallen waarin een verwijzing volgt, gelden de procedures van het SWV en/of de POVO De school onderhoudt contacten met instellingen als:  GG&GD, bv. schoolarts, schoolverpleegkundige, wijkpedagoge;  Zorgplatform, bv. ambulant begeleider, schoolmaatschappelijk werkster, orthopedagoge;  SO, bv. ambulant begeleider;  Schoolbegeleidingsdiensten, bv. orthopedagoge, onderwijskundige;  Adviesbureaus, bv. speltherapeute, orthopedagoge, logopediste, huiswerkbegeleiding.  Gemeente, bv. leerplichtambtenaar; Deze contacten zijn deels regulier en deels naar behoefte. Met Hogeschool Utrecht is er jaarlijks overleg over studenten die stage lopen en over de inrichting van stages. Op school is een contactpersoon voor de plaatsing van stagiaires. De USV doet jaarlijks mee aan het stedelijk project School en Veiligheid, waarbij de veiligheidsthermometer werd afgenomen. Uit het onderzoek is gebleken dat de wijk Oost in het algemeen en onze school in het bijzonder een veilige wijk en school genoemd mogen worden.

Pagina 8 van 46


1.3 De vorige beleidsperioden 2006-2010 en 2010-2011 In de schoolplannen voor de periode 2006-2010 en 2010-2011 zijn beleidsvoornemens neergelegd.In de kolommen hieronder is te zien in hoeverre de beleidsvoornemens gerealiseerd zijn.

1

2 3

4

5

6 7

1

2

3 4

5

Beleidsvoornemen schooljaar 2006-2007 De groepen 1 en 2 werken aan (de doorgaande lijn van) het taalonderwijs. Concreet werken de 3 groepen met de verteltafel en de klankkasten. De leerkrachten worden geschoold in het computerprogramma “Klankie”. De groepen 1 en 2 nemen standaard in hun vergaderagenda de “afstemming van activiteiten / projecten” op, ten behoeve van de doorgaande lijn. De projecten op het gebied van levensbeschouwing en maatschappelijk bewustzijn worden met het hele team voorbereid, de werkgroep doet het voorwerk. Er wordt met het hele team een studiebijeenkomst over EHBO voor kinderen georganiseerd; deze zal jaarlijks terugkeren. Er wordt een nieuwe methode voor natuur en techniek aangeschaft. De kast met materialen voor begaafden wordt op het gebied van taal uitgebreid.

Realisering? De groepen werken wekelijks met de klankkast, twee keer per jaar met de verteltafel. Dat is gebeurd.

Beleidsvoornemen schooljaar 2007-2008 De groepen 4 t/m 8 evalueren hun lesgeven op het gebied van begrijpend lezen en de coördinator zal het MT advies uitbrengen over het al dan niet aanschaffen van een nieuwe methode en/of materialen op dit terrein. De groepen 1 en 2 werken verder aan hun taalonderwijs en een doorgaande lijn (o.a. de verteltafel, klankkasten en het gebruik van het softwareprogramma “Klankie” in alle groepen). De groepen 1 en 2 worden geschoold in het softwareprogramma “Klankie”. De groepen 3 t/m 8 scholen zich in een digitaal rekenen taalprogramma, Wereld in getallen en Woordspel.

Realisering De methode Tekstverwerken van Wolters Noordhof wordt aangeschaft voor de groepen 4 t/m 8.

De projecten op het gebied van levensbeschouwing en maatschappelijk bewustzijn worden ook dit jaar

Pagina 9 van 46

Dat staat elke keer op de agenda. O.l.v. Eduniek werden de thema’s voorbereid. Leerkrachten hebben een diploma gekregen na de bijscholing. Natuniek is aangeschaft en ingevoerd. Slimme Taal is aangeschaft.

Beleid van 2006-2007 wordt voortgezet.

Is vorig schooljaar gebeurd. In de groepen 3 t/m 8 wordt het computerprogramma Woordspel (horend bij Taal Actief) structureel ingezet. De leerkrachten verwerken de toetsresultaten van WIG en Taal Actief digitaal. De projecten op het gebied van levensbeschouwing en


in 5 bijeenkomsten voorbereid. Op diezelfde bijeenkomsten wordt het team geschoold in het voeren van gesprekken met ouders als het gaat om kinderen met werkhoudings- en gedragsproblemen.

6

7 8

9

Er zal voor het eerst gewerkt worden met de nieuwe methode voor natuur en techniek: Natuniek. Deze zal voor de meivakantie geëvalueerd worden. Het model spellingsonderwijs zal geëvalueerd worden. Het schoolbrede project zal dit jaar gaan over Europa. Techniek en levensbeschouwing maken hiervan deel uit. Het team ontwikkelt een pestprotocol.

10 Het zelfstandig werken zal geëvalueerd worden. 11 Het beleid met betrekking tot de sociale ontwikkeling van de kinderen wordt geëvalueerd. 12 Er zal gezocht worden naar een geschikte vakdocent muziek. 13 De cursussen “Kom op voor jezelf”, EHBO voor en door kinderen zal gecontinueerd worden

1 2

3

4

5

6

Beleidsvoornemen schooljaar 2008-2009 De groepen 1 en 2 evalueren hun taalonderwijs. De groepen 1 en 2 starten met een evaluatie van het rekenonderwijs en ontwikkelen een gezamenlijk beleid op het gebied van voorbereidend en aanvankelijk rekenonderwijs. De groepen 4 t/m 8 werken met de nieuwe afspraken wat betreft het begrijpend lezen, eventueel wordt er een nieuwe methode ingevoerd. Het team houdt zich in dit schooljaar met name bezig met gedrag van kinderen en het ontwikkelen van vaardigheden in de omgang hiermee. Een methode sociaal-emotionele vorming wordt ingevoerd in alle groepen; hierbij wordt ook het in het vorige schooljaar opgestelde pestprotocol betrokken. Wat betreft het schrijfonderwijs wordt besproken op welke wijze aandacht zal worden besteed aan de pengreep, de zithouding en de schrijfhouding. In alle groepen wordt de manier van verbeteren van

Pagina 10 van 46

maatschappelijk bewustzijn zijn in 5 bijeenkomsten voorbereid. Tijdens een paar teamvergaderingen is aandacht besteed aan het voeren van gesprekken met ouders. Uitgevoerd.

Tijdens teamvergadering is dit aan de orde geweest. Uitgevoerd.

Dit is door een werkgroep gedaan bestaande uit ouders en teamleden. Afspraken rondom zelfstandig werken worden besproken. Deze evaluatie leverde op dat er behoefte is aan een doorgaande lijn binnen de school. Deze is gevonden. Bij beide cursussen zijn we afhankelijk van het feit of we ingeloot worden.

Realisering O.l.vEduniek is er op studiedagen aandacht aan besteed. O.l.v. Eduniek is hier de eerste aanzet toe gegeven.

Nieuwe methode is aangeschaft en ingevoerd. O.l.v. Eduniek hebben we met het hele team een methode uitgezocht gedurende meerdere studiedagen.

O.l.v. Ineke (vakdocent gymnastiek) is de eerste aanzet gegeven. In de bovenbouw is op de Y-


fouten door kinderen in hun schriftjes geëvalueerd.

7

Afspraken over het beleid met betrekking tot vreemde talen krijgen vorm.

8

De lessen over levensbeschouwing en maatschappelijk bewustzijn worden nog een jaar met het hele team voorbereid.

1 2 3 4

1

schijf vastgelegd hoe de leerlingen verbeteringen moeten aanbrengen. De werkgroep Engels heeft ideeën aangedragen voor alle groepen voor het gebruik van Engels in de klas. De groepen 7 en 8 krijgen conversatieles van een native speaker. Dat is gedaan.

Beleidsvoornemen schooljaar 2009-2010 Het traject over het ontwikkelen van vaardigheden in de omgang met kinderen wordt afgerond. De groepen 4 t/m 8 kiezen een nieuwe taalmethode Er wordt gestart met het evalueren van het rekenonderwijs. Het team kan zelfstandig het levensbeschouwelijk onderwijs vorm geven.

Realisering Cursus Leefstijl is door het team gevolgd. (Tweedaagse cursus) Taal Actief 3 is aangeschaft. Niet gebeurd.

Beleidsvoornemen schooljaar 2010-2011 De USV heeft de schoolvisie herschreven. De oude versie was gedateerd, werd niet meer gedragen en leefde niet meer binnen de school.

Realisering De schoolvisie is klaar. In het gehele schooljaar 2010-2011 is aan de schoolvisie gewerkt. Samen met een Brünhilde van der Sluis van Eduniek zijn er meerdere teambijeenkomsten geweest. Een werkgroep van teamleden heeft samen met Mevr. Van der Sluis de bijeenkomsten voorbereid en uitgewerkt. Het team, De MR en het bestuur waren bij alle stappen betrokken en dragen het resultaat. Als bijlage is de nieuwe schoolvisie bijgevoegd. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt tussen de leerkrachten. Deze zijn vastgelegd. De visie is uitgewerkt, beschreven en wordt in praktijk gebracht.

2

De doorgaande lijn voor rekenen en taal in de onderbouw (groep 1 t/m 3) is verder uitgewerkt.

3

Een visie over schrijfonderwijs in de onderbouw is gevormd en vertaald naar concreet handelen op de werkvloer. Binnen de onderbouw waren er verschillen in visie en aanpak (lettervorm, ten aanzien van het schrijfonderwijs. Dit vonden we niet

Pagina 11 van 46

Niet voldoende gelukt.


wenselijk. 4

Verder uitwerken van de 1-zorgroute

De kennis van de 7 uitgangspunten, te weten: 1. Het gaat in ons werk om de onderwijsbehoeften van kinderen. 2. Het is de leerkracht die het doet! In de begeleiding staat de leerkracht met haar/zijn werkconcept en begeleidingsbehoeften centraal. 3. Handelingsgericht: we werken doelgericht en geven haalbare, bruikbare adviezen. 4. We werken vanaf het begin samen met leerkracht, ouders, kind en begeleiders. 5. Positieve factoren en mogelijkheden van kind, leerkracht, ouders en begeleiders zijn belangrijk. 6. We werken vanuit een referentiekader dat gebaseerd is op het systeemdenken: dit heeft deze invloed op dat. 7. Onze werkwijze is systematisch en transparant. van Handelingsgericht Werken (HGW) is verdiept door koppelingen te maken tussen theorie en praktijk. Alle leerkrachten kunnen ten minste 1 groepsoverzicht en groepsplan maken. De USV gebruikt een eigen format voor de groepsplannen. De groepsbesprekingen en leerling-bespreking verlopen volgens de cyclus van HGW. Van alle oudergesprekken worden verslagen gemaakt die naar de

Pagina 12 van 46


ouders verstuurd worden.

5

Een doorgaande lijn voor automatiseren in de groepen 3 en 4 is gerealiseerd.

6

De toetsen CITO rekenen ’11 voor kleuters groep 1 en 2, CITO taal voor kleuters ’11 groep 1 en 2, CITO begrijpend lezen ’11 groep 3 en 4, CITO rekenen en wiskunde ’11 groep 3 en 4 en CITO technisch lezen groep 5 worden geïmplementeerd. In de groepen 3 t/m 8 wordt de DMT woordlezen afgenomen.

7

De nieuwe versie van de taal- en spellingmethode Taal Actief (3e versie 2005) wordt geïmplementeerd. Wij menen dat deze methode het beste aansluit bij onze populatie. De oude methode was Taal Actief (2e versie).

8

Op de USV wordt gewerkt met plusgroepen. Daarin zitten kinderen die aan de eisen van het DHH(Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid) protocol (2e webbased versie) voldoen. Dit is een digitale vragenlijst waar uiteindelijk een advies uitrolt ten aanzien van de begeleiding van de kinderen. Deze kinderen worden op hun niveau cognitief uitgedaagd. Het gaat om een pilotjaar. In het dagelijks werk merkten we dat we moeite hadden een passend onderwijsaanbod te kunnen bieden aan een relatief grote groep kinderen die qua denkvaardigheden en resultaten ruim boven de rest uitstijgt. In de afgelopen twee schooljaren is de plusgroep in een kleine werkgroep voorbereid. Rika

Pagina 13 van 46

Ten behoeve van de overdracht heeft een aanscherping en standaardisatie plaatsgevonden. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt tussen de leerkrachten. Deze zijn vastgelegd. Alle genoemde toetsen zijn succesvol geïmplementeerd. De resultaten van rekenen voor kleuters halverwege het schooljaar vielen wat tegen. Dit werd veroorzaakt doordat er onvoldoende aanbod op het gebied van meten en wegen was en dit wel getoetst werd. Naar aanleiding hiervan bieden de leerkrachten nu een ruimer aanbod aan met veel extra concrete materialen. De leerkrachten hebben de methode geïmplementeerd. Er is een specialist op onze school geweest om tekst en uitleg te geven. Ook zijn medewerkers naar een scholingsdag geweest. Tijdens de bouwvergaderingen zijn steeds onderdelen van de nieuwe methode met elkaar besproken. Op de USV zijn op dit moment drie plusgroepen van kinderen uit de groepen 4 t/m 8. Zij worden twee keer per week uit de klas gehaald en hebben dan een uur les van een plusgroepleerkracht. De plusgroepen hebben in de afgelopen zes maanden een spel ontworpen en gemaakt, gewerkt met mindmappen en gewerkt met thema’s zoals: “Hoe word ik rijk”, Elfstedentocht, Entropie, Charles Darwin, Frankrijk,


Winter is de plusgroepleerkracht en als verantwoordelijke hiervoor aangesteld. In principe is het voor kinderen van alle groepen mogelijk om in de plusgroep terecht te komen, maar wij menen dat de kinderen van de kleutergroepen voldoende uitdaging in hun eigen groep hebben. Na afloop van het schooljaar zal er geëvalueerd worden onder ouders, kinderen en leerkrachten.

Australië, Leonardo da Vinci. Het werken in de plusgroep is individueel, in tweetallen of met de gehele groep geweest. De aangeboden onderwerpen zijn gevarieerd aangeboden. Bijvoorbeeld een thema vanuit zichzelf helemaal opzetten met behulp van eigen leervragen tot voorgeschreven, gestructureerde vragen en opdrachten. De leerlingen hebben gebruik gemaakt van websites en informatieve boeken passend bij het thema. Zij hebben methoden en materialen zoals “Slimme taal” en “Zinder” gebruikt. De leerlingen hebben ook proefjes en knutselopdrachten uitgevoerd. Ze hebben aan de hand van een aantal vragen verschillende keren gereflecteerd op hun eigen werk en handelen binnen de groep. Er is in maart 2011 (na 6 maanden) een evaluatie geweest over de plusgroep. De leerkrachten, ouders en kinderen hebben een vragenlijst ingevuld. Geconcludeerd mag worden dat de plusgroep gewaardeerd wordt en een meerwaarde heeft. Om een beter beeld te krijgen van de effectiviteit van de plusgroep en het inhoudelijk verder te ontwikkelen wordt het pilot nog een jaar voortgezet. Er zal weer een evaluatie plaatsvinden. Rika Winter is hiervoor verantwoordelijk.

Pagina 14 van 46


2. ONDERWIJSKUNDIG BELEID 2.1 Missie en visie 2.1.1 Wat is onze kernopdracht? “Rust, Ritme en Resultaten” In een dynamische maatschappij zijn wij een school die functioneert als een dorpsschool met een wij(k)gevoel. Kinderen, ouders en teamleden vormen een gemeenschap waar we elkaar kennen. De kinderen leren in een rustige, prettige sfeer. De leerkrachten creëren een omgeving waarin iedereen elkaar en elkaars verschillen accepteert. Op de USV leren de kinderen traditionele fatsoensnormen en goede communicatieve vaardigheden: actief naar elkaar luisteren, elkaar bevragen en in elkaar geïnteresseerd zijn. Ook leren de kinderen inhoudelijk op elkaar te reageren en plezier te beleven aan deze wijze van met elkaar omgaan. De USV is een veilige school met tradities en structuur. Wij verzorgen gedegen onderwijs en streven ernaar dat alle kinderen op hun eigen niveau maximale resultaten behalen in de kernvakken (rekenen, taal, lezen en spelling).

2.1.2 Vanuit welke waarden werken wij? De leerlingen en hun ontwikkeling in een veilige leeromgeving staan centraal. Bij alles wat we doen, hanteren we de volgende waarden: 1. Betrokkenheid Betrokkenheid betreft interesse hebben in elkaar, elkaar willen helpen, voor elkaar opkomen en meedoen. Wij stimuleren betrokkenheid van de leerlingen bij elkaar, bij de leerkrachten, bij hun naasten en bij de school. Teamleden helpen leerlingen, waar en wanneer zij dat nodig hebben. Wij organiseren en waarderen betrokkenheid van de ouders bij de school en van de school bij de ouders van de leerlingen. 2. Degelijkheid De USV staat bekend als een ‘leerschool’, waar kinderen degelijk onderwijs krijgen. Wij willen de leerlingen een consistent en gedegen onderwijsprogramma bieden. Wij gebruiken kwalitatief hoogwaardige materialen en werkwijzen waarvan de effectiviteit bewezen is en bieden het materiaal aan op een wijze die werkt. 3. Harmonie We streven ernaar dat leerlingen zich harmonieus ontwikkelen tot evenwichtige personen. Wij richten ons op balans en harmonie bij elk individu, binnen de groep, binnen de school en in relatie tot de omgeving van de school. Het effect is een veilige leeromgeving voor de kinderen. Harmonie betreft ook het lesprogramma, dat de ontwikkeling van ‘hoofd, handen en hart’ betreft. 4. Zelfstandigheid Zelfstandigheid betreft het vermogen op eigen benen te kunnen staan en eigen keuzes en afwegingen te kunnen maken. We leiden een groot deel van de kinderen op voor beroepen die nu nog niet bestaan. Eén van de belangrijkste vaardigheden die we onze kinderen mee kunnen en willen geven, is zelfstandigheid. Gedurende de schoolloopbaan stimuleren en ontwikkelen we de kinderen voortdurend om - op hun eigen niveau - zelfstandig te werken en leren. Deze zelfstandigheid creëert verantwoordelijkheid bij de Pagina 15 van 46


leerlingen. Op de USV brengt elk kind en elke leerkracht zijn eigen persoonlijkheid in. Wij geven de kinderen de ruimte om zichzelf te zijn en te ontdekken, binnen de grenzen van de groep. Wij sluiten aan op de behoeften van de leerling en proberen hem of haar te bieden wat hij of zij nodig heeft. Wij motiveren de leerlingen door het lesaanbod en – niveau zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de belangstelling van de leerling. Wij dragen ertoe bij dat elke leerling zichzelf naar maximaal vermogen ontwikkelt en zijn of haar talenten ontplooit. Wij bieden de kinderen ruimte om te ervaren, onderzoeken en te leren. Wij stimuleren de kinderen hun zelfvertrouwen te vergroten. Onze waarden vormen een dynamisch geheel. ‘Degelijkheid’ en ‘eigenheid dagen elkaar uit. ‘Harmonie’ en ‘zelfstandigheid’ kunnen goed samengaan wanneer zij in balans zijn. ‘Harmonie’ en ‘degelijkheid’ begrenzen ‘eigenheid’. 5. Eigenheid

2.1.3 Wat zijn onze kwaliteiten? Uitgebreid en flexibel onderwijsaanbod Ons onderwijsaanbod is aangepast aan het niveau van het kind. We bieden stof aan op gemiddeld niveau. Voor kinderen die bovengemiddeld presteren hebben we ook extra en plusmateriaal. Voor kinderen die meer uitleg en tijd nodig hebben is er verlengde instructie en/of remedial teaching. De kinderen krijgen gelegenheid om zelfstandig de lesstof (af) te maken. We leren hen de benodigde vaardigheden, zoals omgaan met uitgestelde aandacht, zelfoplossend vermogen, werkstrategieën en hun werk plannen en afmaken. De leerkracht ondersteunt door middel van stimuleren, feedback geven en kritische vragen stellen. Gezien het feit dat de meeste kinderen op de USV gemakkelijk leren en bovengemiddelde resultaten halen bestaat de lesstof uit méér dan het standaardcurriculum. Vooral bij taal en rekenen gaan we verder en besteden we bijvoorbeeld meer aandacht aan grammatica, grafieken en tabellen. In de onderbouw bereiken we onze leerdoelen door middel van werken met thema’s om de lesstof in een rijke context en betekenisvol te kunnen aanbieden. Voor bepaalde onderwijsgebieden hebben we zogenaamde vakleerkrachten. Het inzetten van deskundigen op deze vakgebieden leidt tot een hoogwaardig en consistent aanbod. Stimuleren en uitdagen van leerlingen We stellen hoge eisen aan onze leerlingen. We verwachten dat ze hun mogelijkheden maximaal benutten. Wij bieden lesstof aan waarmee we de kinderen uitdagen. Door de interesse van de kinderen te wekken proberen wij de intrinsieke motivatie van de kinderen te vergroten. Daarmee stimuleren we hen tot goede prestaties. We werken doelgericht. We richten ons op de landelijke kern- en tussendoelen. In alle groepen weten de leerkrachten waar ze naartoe werken en richten ze hun inspanningen op het bereiken van die doelen. Samenwerken met ouders We betrekken de ouders bij het onderwijs en de ontwikkeling van hun kind. Dat begint al bij de intake in groep 1. We betrekken de ouders direct wanneer blijkt dat de ontwikkeling van een leerling op bepaalde gebieden achterblijft, vooruit loopt of in disbalans is, om samen aan de ontwikkeling van het kind te blijven werken. Eenmaal per jaar organiseert elke groep een Pagina 16 van 46


ouderavond om met de leerkracht en andere ouders van gedachten wisselen over opvoeding en sociaal-emotionele ontwikkeling. Veilige schoolomgeving De kleinschaligheid van de USV maakt het mogelijk dat iedereen elkaar kent: de leerlingen van boven- en onderbouw, de ouders en de teamleden. Een veilige, ordelijke schoolomgeving is een belangrijke voorwaarde voor een goed leerklimaat. Wij zorgen met de leerlingen voor een prettige sfeer en gezamenlijk opgestelde regels in de klas. Een prettig pedagogisch klimaat krijgt expliciet aandacht in het lesaanbod en protocollen van de school. De leerkrachten streven naar een goed contact met alle leerlingen in de groep. De leerkrachten zijn betrokken en tonen een hoge inzet bij het lesgeven en bij de kinderen in de groep. Professioneel team Wij volgen en begeleiden leerlingen consequent en gericht in hun ontwikkeling. We observeren de leerlingen en nemen regelmatig toetsen af. We registreren de (toets-)resultaten in het leerlingvolgsysteem en nemen actie wanneer de leerling-resultaten daartoe aanleiding geven. De actie kan zijn gericht op een individuele leerling of op een groep(je). De acties worden vastgelegd in en uitgevoerd volgens een gericht handelingsplan. Onze intern begeleider draagt zorg voor consistentie en kwaliteit van de leerlingzorg. De remedial teacher verzorgt extra ondersteuning buiten de groep aan groepjes of individuele leerlingen. Leerkrachten en intern begeleider bespreken regelmatig de leerlingen en de groepen met als doel goed vast te stellen wat de leerlingen en de groep nodig hebben om zich ten volle te ontwikkelen. Aan het eind van elk schooljaar draagt elke leerkracht de groep volgens een vast protocol over aan de volgende leerkracht. De leerkrachten van de USV zijn vakbekwaam en breed ontwikkeld. Wij zorgen voor regelmatige individuele en teamscholing.

2.1.4 Wat willen we in de toekomst bereiken? Kijkend naar de huidige stand van zaken op school, de maatschappelijke ontwikkelingen, onze waarden en onze kwaliteiten willen we de komende jaren de USV verder ontwikkelen en ons richten op de volgende drie speerpunten. Actief burgerschap De maatschappij wordt steeds individualistischer en dynamischer. In die maatschappij is (waardering voor) de ander belangrijk. Wij willen de kinderen op onze school opvoeden tot sociale mensen, die betekenisvol kunnen zijn voor anderen en kunnen samenwerken. Wij willen de kinderen leren elkaar te waarderen in hoe de ander is en gebruik te maken van de verschillen die er zijn. Wij zijn van mening dat deze vaardigheden noodzakelijk zijn om als mens een positief verschil te kunnen maken in de wereld. De kinderen voelen zich medeverantwoordelijk voor de sfeer in de klas. De kinderen kennen zichzelf en kunnen hun talenten en ontwikkelingspunten benoemen. Ze kennen elkaar en weten wat de ander wel of niet prettig vindt. De leerlingen maken gezamenlijke klassenregels over hoe je omgaat met elkaar. De leerlingen leren feedback te geven op elkaars werk en de afgesproken klassenregels. We gebruiken het stilteteken en helpen elkaar hierbij. De kinderen doen ervaring op met het leveren van een actieve bijdrage aan de samenleving / maatschappij, doordat iedere groep jaarlijks een activiteit in groepsverband onderneemt met als doel iets voor een ander, de wijk, de stad, het land of de wereld te betekenen. Jaarlijks Pagina 17 van 46


wordt er hiervoor /daarnaast een klassenproject of schoolbreed project georganiseerd dat voornamelijk door de kinderen zelf is bedacht. Zelfsturing De kinderen kunnen de inhoud van hun dagof weektaak plannen en binnen de gestelde tijd afronden. Ze weten van zichzelf welke onderdelen ze moeilijk vinden en waar ze dus extra aandacht moeten besteden. Dit nemen ze op in hun planning. Ze letten op hun voortgang en passen waar nodig hun werkwijze aan. Ze evalueren hun resultaten, bepalen of een extra inspanning vereist is en nemen dit op in hun planning. Tijdens het werken kunnen de kinderen werken volgens de principes van “coöperatief leren” en kunnen gebruik maken van elkaars capaciteiten. Maximale leeropbrengsten Wij zijn ambitieus in ons onderwijs: wij willen de voor ieder kind hoogst mogelijke opbrengst behalen met de kernvakken (taal, spelling, (begrijpend) lezen, rekenen). Hiervoor is een werkwijze nodig die het mogelijk maakt het leeraanbod af te stemmen op de leerbehoefte en niveau van elke leerling. Daartoe volgen we de leerontwikkeling van alle individuele leerlingen door middel van een leerlingvolgsysteem voor de kernvakken, observaties in de klas, methodegebonden toetsen en gesprekken met ouders en eventueel externen. Op basis hiervan worden groepsoverzichten en groepsplannen gemaakt, die ten minste twee keer per jaar worden geëvalueerd.

2.2 Leerstofaanbod    

Op de USV wordt aan de hand van methoden gewerkt, waarvan bekend is dat zij aan de kerndoelen van de vak- en vormingsgebieden voldoen. Aan de hand van een overzicht wordt de vervanging van methoden gepland. Op iedere schooldag wordt bewust tijd ingeruimd voor taal/spelling en rekenen. Individuele leerlingen en kleine groepjes leerlingen worden aangepaste en/of afzonderlijke leerstofroutes aangeboden. De groepen 1 en 2 stemmen de inhoud van de leerstof af op een doorgaande lijn naar groep 3.

Vak-/vormingsgebied

Gebruikte materialen/methoden

Actie gewenst

Taal actief 3, 2003 klankkast Veilig leren lezen, 2e maanversie, 2003? Tekst verwerken, Tekst verwerken Pennenstreken, 2005

Zie doelen 2.4 Zie doelen 2.4

Nederlandse taal Mondelinge taalvaardigheid Technisch lezen

Begrijpend lezen Schrijven

Pagina 18 van 46


Vak-/vormingsgebied Taalbeschouwing/spelling

Gebruikte materialen/methoden Taal actief, Woordspel 3 Zinsontleding groep 8 Blokboek ontleden groep 8

Actie gewenst

Engelse taal TeamTogether, groep 5 en 6 HelloWorld, groep 7 en 8 Rekenen-Wiskunde Wereld in getallen, Euro versie 2001 Hoofdrekenen, Ajodakt, groep 5 t/m 8 Redactiesommen, groep 5 t/m/ 8 Grafieken en Tabellen, groep 7 en 8 Metriek, groep 5 en 6 Meten =Weten, groep 7 en 8 Oriëntatie op mens en wereld Aardrijkskunde

Wijzer door de wereld, 1997

Zie doelen 2.4

Geschiedenis

Wijzer door de tijd, 1997

Zie doelen 2.4

Techniek/natuur

Natuniek 2007 en techniekkisten, projecten NME VVN, verkeerskranten Leefstijl, goede doelen actie, Park Rangers, schoolkrantredactie

Verkeer Sociaal-emotionele ontwikkeling, burgerschap en levensbeschouwing Lichamelijke opvoeding

Pagina 19 van 46


Vak-/vormingsgebied

Gebruikte materialen/methoden Kleuters: Bewegingsonderwijs in het speellokaal (Uitgave Werkgroep Bewegingsonderwijs) Gr. 3 t/m 8: Basislessen bewegingsonderwijs (van Gelder/Stroes en Goedhart) en Tikspelen en Balspelen van Kock v. Bodegem en Ruud Klarenbeek

Actie gewenst

Leerlingvolgsysteem van van Gelder en Stroes Kunstzinnige oriëntatie Tekenen en handvaardigheid

Muziek

Curriculum vakleerkracht, Natuniek, techniekkisten, methode “Moet je doen”, projecten UCK Eigen-wijs, projecten UCK

Spel en beweging Drama

2.3 Onderwijsleerproces Met het onderwijsleerproces wordt het didactisch en pedagogisch handelen van de leerkracht bedoeld. Hierbij gaan wij uit van de volgende bekwaamheidseisen: 1) De leerkracht zorgt voor een ordelijke en functionele leeromgeving.

   

Zorgt ervoor dat de lokalen ordelijk en schoon zijn. Zorgt ervoor dat er geen overbodige materialen aanwezig zijn. Zorgt voor goed geordende materialen. Zorgt voor voldoende ventilatie.

Pagina 20 van 46


2) De leerkracht toont in gedrag en taalgebruik respect voor de leerlingen.

       

Laat leerlingen uitspreken. Luistert actief naar leerlingen. Honoreert de inbreng van leerlingen. Maakt geen negatieve opmerkingen over uiterlijk en persoon van leerlingen. Maakt niet onnodig onderscheid tussen leerlingen. Geeft niet blijk van sympathie voor bepaalde leerlingen. Onthoudt zich van cynisme of sarcasme. Houdt rekening met de leefwereld van de leerlingen.

3) De leerkracht bevordert het onderling respect bij de leerlingen.



   

Laat blijken het belangrijk te vinden dat leerlingen: respectvol met elkaar omgaan, handelen naar normen en waarden, verschillende levensbeschouwingen respecteren, leren hun gedragsimpulsen te beheersen, leren elkaars grenzen te respecteren, rekening houden met gevoelens en wensen van de ander. Reageert op concurrentiegedrag van leerlingen. Stimuleert de concurrentie tussen leerlingen niet. Reageert op opmerkingen van leerlingen over uiterlijk of persoon van de ander. Reageert onmiddellijk op pestgedrag.

4) De leerkracht ondersteunt het zelfvertrouwen van leerlingen.

      

Geeft positieve terugkoppeling op vragen en antwoorden van leerlingen. Maakt geen stigmatiserende opmerkingen naar aanleiding van foute antwoorden van leerlingen. Geeft positieve feedback bij gemaakte opdrachten. Waardeert inzet en inbreng van leerlingen. Spreekt positieve verwachtingen uit naar leerlingen. Laat leerlingen blijken voor hen beschikbaar te zijn. Laat blijken dat leerlingen hun standpunt mogen laten horen, dat ze voor anderen mogen opkomen.

5) De leerkracht zorgt voor structuur.

  

Zorgt ervoor dat het dagen weekrooster bij de leerlingen bekend is. Zorgt ervoor dat de leerlingen weten welke regel in de groep gelden, op school- en groepsniveau. Hanteert in de groep met succes de afgesproken regels.

6) De leerkracht zorgt voor een uitdagende leeromgeving.

  

Zorgt voor een didactisch rijke omgeving: aangepast werk, keuzewerk en extra werk. Zorgt ervoor dat de leer- en/of ontwikkelingsmaterialen gemakkelijk toegankelijk zijn. Zorgt ervoor dat de materialen gevarieerd, veelzijdig, eigentijds en compleet zijn.

7) De leerkracht stimuleert bij leerlingen de ontwikkeling van zelfstandigheid en het nemen van verantwoordelijkheid.

   

Bevordert dat leerlingen hun eigen werk leren beoordelen. Bevordert dat zij een agenda leren hanteren. Laat de leerlingen werken met zelfcorrigerende materialen. Laat de leerlingen met dagtaken werken.

Pagina 21 van 46




Stimuleert de inbreng van leerlingen bij de invulling van activiteiten, opstellen van regels.

8) De leerkracht zorgt voor een didactische opbouw, afronding en beoordeling van de lesstof.

        

Zorgt voor een effectieve voorbereiding van de lessen. Zorgt voor een duidelijke opbouw: inleiding, terugblik op vorige les, kern en verwerking. Zorgt voor een nuttige besteding van de onderwijsleertijd. Zorgt voor een gedifferentieerd aanbod van lesstof, afgestemd op de verschillen binnen een groep. Zorgt voor algemene korte instructie en verlengde instructie. Gaat na of de lesstof begrepen is. Volgt de leerlingen tijdens het werken teneinde dwaalsporen te voorkomen. Kijkt dagelijks het gemaakte werk van de leerlingen na, maakt een foutenanalyse en past zo nodig de lessen aan. Handelt volgens een vast schema: volgen, signaleren, analyseren, diagnosticeren en remediëren.

2.4 Beleidsvoornemens 2011-2015 2.4.1 Uitgangspunten 1. De beleidsvoornemens dienen als leidraad voor onze acties. Andere voornemens kunnen alleen dan opgenomen worden, als ze van buiten opgelegd worden of als we er als team voor kiezen. Wanneer we er als team voor kiezen moeten de voornemens passen binnen de visie van de school. 2. In de komende beleidsperiode is er behoefte aan het borgen van beleid. Bestaande vernieuwingen, werkwijzen en afspraken worden nagelopen en op papier gesteld. 3. Er wordt planmatig gewerkt aan schoolontwikkeling / schoolverbetertrajecten (PDCAcyclus) 4. De ontbrekende formele en verplichte beleidsstukken zullen opgesteld worden.

2.4.2 Schooljaar 2011-2012 gebied

doelstelling

Normjaartaak

Op de USV wordt met betrekking tot de normjaartaak vanaf het schooljaar 2012-2013 gewerkt volgens cao-systematiek. In dit schooljaar wordt iedereen geïnformeerd. Er wordt met een aantal medewerkers gestart met het volgen van de gesprekscyclus (startgesprek met doelen, tussenevaluatie, beoordelingsgesprek). Hiervoor worden ook

Gesprekscyclus

Pagina 22 van 46

Financiële consequenties


Kwaliteitszorg (visie)

ICT

Technisch lezen Taal-actief Aardrijkskunde

Verkeer

Leefstijl

1-zorgroute (visie)

Pagina 23 van 46

afspraken gemaakt met betrekking tot de gewenste leerkrachtvaardigheden op de USV (wet BIO). Op de USV wordt gewerkt aan de hand van de kwaliteitskaarten van de PO-raad. De afspraken worden geborgd in een kwaliteitsboek. In de periode 2011-2015 worden alle verschillende gebieden behandeld. Hierbij wordt steeds een koppeling gemaakt naar de 1-zorgroute. In dit schooljaar worden de kwaliteitskaarten spelling en lezen door de hele school gebruikt.Aan het einde van het schooljaar 2014-2015 is het handboek klaar. Er is een jaarplan waarin de kwaliteitsdoelen voor het schooljaar zijn geformuleerd. Aan het eind van het schooljaar ligt er een onderwijskundig jaarverslag met de bereikte resultaten in beeld. Het team weet voor de meivakantie of en met ja welk doel en in welke groepen er gewerkt gaat worden met digiborden. Er wordt evt. 1 digibord. aangeschaft om ervaring op te doen. Er is nieuwe educatieve software voor de kleutergroepen aangeschaft. Communicatie naar ouders verloopt via Digiduif. Alle medewerkers communiceren met elkaar met de nieuwe emailadressen. Alle reeds bestaande afspraken worden geborgd op de Y-schijf, die daarvoor opnieuw ingericht wordt Er wordt onderzocht of een methode voor voortgezet technisch lezen wordt aangeschaft. De implementatie van de methode is afgerond. Er wordt onderzocht en bepaald welke nieuwe aardrijkskundemethode in het schooljaar 20122013 wordt aangeschaft. Alle maatregelen worden genomen om dit ja schooljaar het UVL (Utrechts Veiligheidslabel) te mogen ontvangen. In alle groepen wordt dit schooljaar een ouderavond georganiseerd rond een thema uit Leefstijl. De teamleden van beide bouwen verbeteren zich ten aanzien van het maken van groepsoverzichten en groepsplannen. Het uitvoeren van groepsbesprekingen en leerlingbesprekingen gaat door. Bij de onderbouw wordt beginnende


geletterdheid voortgezet; beginnende gecijferdheid komt dit jaar als nieuw domein erbij. De teamleden van groep 1/2 kiezen een nieuw observatie-instrument. De teamleden van de bovenbouw zetten de structuur van de 1-zorgroute met betrekking tot ouders en externen explicieter neer Er zijn afspraken gemaakt over de inzet en Plusgroep afstemming van pluswerk, extra werk en keuzewerk. Na afloop van het schooljaar wordt geëvalueerd of we het voortzetten. Zelfsturing (visie) De huidige manier van zelfstandig werken wordt geëvalueerd en op elkaar afgestemd. Er wordt een plan van aanpak gemaakt om de doelen van zelfsturing voor de komende drie schooljaren te realiseren. Passend onderwijs Voor alle scholen binnen het samenwerkingsverband wordt een zorgprofiel opgesteld. De volgende toetsen worden geïmplementeerd: Toetsen CITO rekenen groep 5-8, CITO begrijpend lezen groep 5-8 en CITO technisch lezen groep 6 De functiemix is ingevoerd. Functiemix Voor het einde van de eerste RT-periode zijn er Zorg nieuwe afspraken gemaakt over de inzet van de zorgvoorzieningen op de school.De taken/rollen van de RT er, IB er zijn opnieuw geformuleerd.

ja


doelstelling

Normjaartaak

Op de USV wordt gewerkt volgens de caosystematiek met betrekking tot de normjaartaak. Alle leerkrachten maken op jaarbasis drie keer een groepsoverzicht en voor drie vakken / gebieden en sociaal-emotioneel een groepsplan; De leerkrachten van de kleutergroepen leren werken en gaan werken met een nieuw observatie-instrument. De teamleden zetten de structuur van de 1zorgroute met betrekking tot ouders en externen explicieter in de hele school neer.

1-zorgroute (visie)

Pagina 24 van 46



Toetsen

Opbrengsten (visie) Referentieniveaus

Technisch lezen

Taal Actief Aardrijkskunde Geschiedenis

Gesprekscyslus Zelfsturing (visie)

ICT Passend onderwijs

Alle leerkrachten visiteren twee keer een andere leerkracht in het kader van collegiale consultatie. De volgende toetsen worden geïmplementeerd: CITO technisch lezen groep 7, CITO spelling groep 3 t/m 8, screeningsinstrument dyslexie groep 4 t/m 8. Er zijn USV-normen voor de tussen- en eindopbrengsten van de CITO-opbrengsten. We oriënteren ons op de referentieniveaus taal en rekenen en wat de consequenties daarvan zijn voor ons onderwijs. Afhankelijk van de uitkomst van het onderzoek van vorig jaar wordt er een methode voor technisch lezen aangeschaft. De nieuwste versie (versie 4) wordt aangeschaft en geïmplementeerd. Er wordt een nieuwe methode aangeschaft en geïmplementeerd. Er wordt onderzocht en bepaald welke nieuwe geschiedenismethode in het schooljaar 20122013 wordt aangeschaft. 12 medewerkers De kinderen kunnen de inhoud van hun dagof weektaak plannen en binnen de gestelde tijd afronden. Ze letten op hun voortgang en passen waar nodig hun werkwijze aan. Afhankelijk van de beslissing in schooljaar 11-12 worden 3 digibordenaangeschaft. nntb

ja

ja

ja ja

ja


doelstelling

Zelfsturing (visie)

De kinderen weten van zichzelf welke onderdelen ze moeilijk vinden en waar ze dus extra aandacht moeten besteden. Dit nemen ze op in hun planning. Ze evalueren hun resultaten, bepalen of een extra inspanning vereist is en nemen dit op in hun planning. Afhankelijk van de beslissing in het schooljaar 11-12 worden nog eens 3 digiborden aangeschaft. De directie stelt leerkrachten / medewerkers in staat en stimuleert hen zich te professionaliseren. Alle medewerkers volgen de gesprekscyclus en werken systematisch aan hun

ICT

HRM

Pagina 25 van 46


ja


Geschiedenis Toetsen functiemix Passend onderwijs

(competentie)ontwikkeling. Jaarlijks vinden functioneringsgesprekken plaats. Professionalisering wordt ingezet en is gericht op de schoolorganisatie doelen van de USV. Een nieuwe methode wordt aangeschaft en ja ingevoerd. CITO woordenschat groep 5 en 6 (evt. 7 en 8 ja ook) wordt geïmplementeerd. Afronden invoering nntb


doelstelling

Burgerschap (visie)

De kinderen voelen zich medeverantwoordelijk voor de sfeer in de klas. De kinderen kennen zichzelf en kunnen hun talenten en ontwikkelingspunten benoemen. Ze kennen elkaar en weten wat de ander wel of niet prettig vindt. De leerlingen maken gezamenlijke klassenregels over hoe je omgaat met elkaar. De leerlingen leren feedback te geven op elkaars werk en de afgesproken klassenregels. We gebruiken het stilteteken en helpen elkaar hierbij. De kinderen doen ervaring op met het leveren van een actieve bijdrage aan de samenleving / maatschappij, doordat iedere groep jaarlijks een activiteit in groepsverband onderneemt met als doel iets voor een ander, de wijk, de stad, het land of de wereld te betekenen. Jaarlijks wordt er hiervoor /daarnaast een klassenproject of schoolbreed project georganiseerd dat voornamelijk door de kinderen zelf is bedacht. Afhankelijk van de beslissing in het schooljaar ja 11-12 worden voor de laatste groepen digiborden aangeschaft. Tijdens het werken kunnen de kinderen werken volgens de principes van “coöperatief leren” en kunnen gebruik maken van elkaars capaciteiten. Het kwaliteitsboek USV is klaar. Er is een doorgaande (leer)lijn met eind- en tussendoelen geformuleerd (taal, rekenen en lezen (beginnend, aanvankelijk, voortgezet en begrijpend lezen).Iedere groepsleerkracht, RT er en IB er kent de leerlijnen van de vakken

ICT

Zelfsturing (visie)

Kwaliteitszorg (visie)

Pagina 26 van 46



Passend onderwijs

Pagina 27 van 46

rekenen, taal/spelling en (begrijpend)lezen. Iedere groepsleerkracht, RT er en IB er kent de ontwikkelingslijnen van de domeinen: taal, rekenen,motoriek en sociaal/emotioneel. nntb


3 Kwaliteitszorg 3.1 Benadering Op onze school trachten wij de kwaliteit van het onderwijs en de kwaliteit van de processen systematisch te bewaken en maatregelen te nemen om de kwaliteit te behouden en zo nodig te verbeteren. Wij werken volgens het PDCA-model. Op deze wijze is kwaliteitszorg een ander woord voor een doorlopende, professionele houding om het eigen onderwijs te verbeteren. Het werken aan kwaliteit betekent voor ons “de goede dingen beter doen”. Daarbij gaat het vooral om het proces van intelligent, zelfregulerend leren van de organisatie. Daardoor is kwaliteitszorg het bepalen, bewaken en verbeteren van de kwaliteit. Deze zorg is integraal, systematisch en cyclisch. Dat betekent dat:  alle beleidsgebieden op elkaar betrokken zijn.  alle acties op grond van het schoolplan worden uitgevoerd;  de acties volgens een cyclisch patroon plaatsvinden: elk jaar verbeteren en eventueel vernieuwen. Hoewel kwaliteitszorg zich uitstrekt over alle beleidsterreinen van de school, is het onderwijsproces het voornaamste oriëntatiepunt. Dat wil zeggen dat de school bij de te benoemen resultaten in de eerste plaats het beoogde leerlingengedrag en de leerlingenresultaten wil zien, waarbij aan de proceskant met name het leerproces het aangrijpingspunt voor verandering is.

3.2 Functies van kwaliteitszorg Kwaliteitszorg heeft een driedelige functie:  een verbeteren ontwikkelfunctie, primair gericht op de school zelf;  een verantwoordingsfunctie, gericht op de school zelf, het bestuur en de ouders van de vereniging en op externe belanghebbenden;  een informatiefunctie, in de eerste plaats gericht op de overheid, in de tweede plaats op de maatschappelijke omgeving.

3.3 Interne en externe evaluatie De school beschikt over meerdere bronnen en instrumenten die behulpzaam zijn bij de bewaking van de kwaliteit. Externe inbreng vanuit de inspectierapporten en de CITO- scores van groep 8 zijn voor ons aanleiding tot bezinning en evaluatie, naast onze eigen observaties, groepsbesprekingen, leerlingenbesprekingen, toetsen en leerlingvolgsysteem. Ook nemen we drie-of vierjaarlijks een ouder-, leerlingen leerkrachtenquête af. Noodzakelijke verbeteringen komen aan de orde in team- en bouwvergaderingen, studie- en scholingsbijeenkomsten en functioneringsgesprekken. De resultaten hiervan leggen wij vast.

Pagina 28 van 46


Door de verschillende functies van de kwaliteitszorg is er ook een relatie tussen de zelfevaluatie van de school en het toezicht dat door de inspectie op scholen wordt gehouden krachtens de wet onderwijstoezicht (WOT). Borging zal plaatsvinden middels:  Het vastleggen van procedures;  Het jaarverslag.

3.4 Toetsen van de opbrengsten De school wil haar resultaten toetsen. Daarbij maakt zij gebruik van de volgende instrumenten op leerlingniveau:  observaties door de groepsleerkracht;  methodegebonden toetsen;  toetsen CITO Leerling Volg Systeem groep 1 t/m 8 (LOVS);  CITO-entreetoets groep 7;  CITO-eindtoets groep 8. Op schoolniveau zijn de instrumenten:  scholings- en studiebijeenkomsten  team- en bouwvergaderingen  leerlingenbespreking op bouwniveau  functioneringsgesprekken  evaluatie in het MT

3.5 Evalueren en borgen van de opbrengsten De leerresultaten van de leerlingen worden bijgehouden met behulp van het CITOleerlingvolgsysteem. De evaluatie van deze resultaten vindt plaats op leerlingen groepsniveau door de leerkracht, de intern begeleider en de remedial teacher, elk in haar eigen verantwoordelijkheid. Op schoolniveau vindt de evaluatie plaats met de directie en het MT. Twee keer per jaar worden de resultaten in het bestuur besproken. In de bijlagen staat een voorbeeld van de manier hoe en waar we de opbrengsten bespreken. Op deze manier dragen wij bij aan het opbrengstgericht werken. Borging zal plaatsvinden middels:  coaching en begeleiding van leerkrachten;  ondersteunen en faciliteren leerkrachten;  vastleggen van procedures;  klassenbezoeken  jaarverslag.

Pagina 29 van 46


3.6 Kwaliteitszorg

Een systeem van kwaliteitszorg wordt in de komende jaren structureel neergezet. De 26 gebieden volgens Cees Bos zullen in de komende vier jaar stuk voor stuk door het team besproken, beschreven en vastgelegd worden. In het volgende schema staat de planning: 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015

Pagina 30 van 46

contacten met ouders, levensbeschouwelijke identiteit, leerstofaanbod, actief burgerschap, schoolklimaat,zorg en begeleiding, taalleesonderwijs, rekenen en wiskunde, sociaal-emotionele ontwikkeling, opbrengstgericht werken,beroepshouding,interne communicatie, ICT, Leertijd, passend onderwijs/ afstemming,voor- en vroegschoolse educatie,schoolleiding,externe communicatie,kwaliteitszorg, opbrengsten pedagogisch klimaat,didactisch handelen,actieve rol leerlingen,weten regelgeving, professionalisering,integraal personeelsbeleid,


4 Leerlingenzorg 4.1 Leerlingenzorg binnen het Samenwerkingsverband WSNS RK/AB Utrecht-stad 20-02 Algemeen De Utrechtse Schoolvereniging maakt deel uit van het samenwerkingsverband WSNS RK/AB Utrecht-stad 20-02 tot 1 augustus 2012. WSNS betekent Weer samen naar School. RK betekent Rooms-Katholiek. AB betekent Algemeen Bijzonder. Binnen dit samenwerkingsverband werken teamleden, directeuren, bestuurders en vele anderen aan het inrichten van een zodanige zorgstructuur dat alle leerlingen van het samenwerkingsverband de zorg krijgen die ze nodig hebben om een ononderbroken ontwikkelingsproces te kunnen doorlopen. Beleidsvorming is hierbij noodzakelijk om tot weloverwogen keuzes te komen. Jaarlijks beschrijft het samenwerkingsverband in het zorgplan het beleid dat zij voert om zorg op maat voor alle leerlingen te kunnen realiseren. Het SWV RK/AB heeft duidelijke opvattingen over goed onderwijs en goede leerlingenzorg op de RK/AB scholen. In de afgelopen jaren is het een en ander al vastgelegd in richtinggevende kwaliteitskaders. De afgelopen jaren hebben de RK/AB scholen zich verder ontwikkeld op het gebied van onderwijs, leerlingenzorg en kwaliteitszorg. De missie van ons samenwerkingsverband is: “Onderwijs is maatwerk. Het onderwijs is afgestemd op (individuele) verschillen”. Opzet leerlingenzorg In ons SWV richten we het onderwijs en de ondersteuningsstructuur in vanuit het concept “Afstemming” waarin handelingsgericht werken een centrale plaats in neemt. A. Clijsen spreekt over de 1-zorgroute. Binnen de USV spreken wij ook over de 1-zorgroute. (Zie schema: Leerlingenzorg op de USV) Het SWV RK/AB verwacht van haar scholen dat zij werken volgens de zeven uitgangspunten van het handelingsgericht werken bij het bieden van onderwijs en zorg aan leerlingen. Handelingsgericht werken (onderdeel van de 1-zorgroute) is een planmatige en cyclische werkwijze waarbij onderwijsprofessionals (groepsleerkracht, IB er RT er en leidinggevende) de volgende 7 uitgangspunten toepassen: 1. Denken, kijken, praten, handelen in termen van onderwijsbehoeften; 2. Het is de groepsleerkracht die het doet! Werkconcept en begeleidingsbehoeften staan centraal; 3. Handelingsgericht, gericht op haalbare, bruikbare adviezen; 4. Voortdurende samenwerking van groepsleerkracht, leerling, ouders en begeleiders; 5. Het referentiekader is gebaseerd op het systeemdenken: dit heeft deze invloed op dat; 6. Uitgaan van positieve factoren en mogelijkheden; 7. Systematische en transparante werkwijze.

Pagina 31 van 46


4.2 Leerlingenzorg binnen de USV Algemeen Visieontwikkeling en schrijven van beleid rondom de leerlingenzorg op de Utrechtse Schoolvereniging komt voort uit de visie van de school en het SWV. We streven ernaar dat iedere leerling op onze school zich ononderbroken kan ontwikkelen. Omdat we te maken hebben met verschillen tussen leerlingen, is het onderwijsleerproces zo ingericht, dat wij dit zo goed mogelijk kunnen realiseren. Om dit te kunnen realiseren dienen de teamleden het volgen en begeleiden van de leerlingen consequent en systematisch uit te voeren. Om goed te kunnen volgen en begeleiden is onder andere nodig:  Goed klassenmanagement;  Leermiddelen die passen bij de populatie;  Kennis van leer- en ontwikkelingslijnen;  Kennis van handelingsgericht werken;  Gebruiksvriendelijk LOVS;  Goed contact met leerling en ouders. Opzet leerlingenzorg Bij het uitvoeren van de leerlingenzorg is de 1-zorgroute (A. Clijsen, 2007) de leidraad van waaruit wij op de USV werken. De 1-zorgroute, bevat drie niveaus (groeps-, school- en bovenschools niveau) en zes onderdelen van zorg:  Groepsniveau – groepsleerkracht - onderdeel 1 van de 1-zorgroute;  Schoolniveau – groepsleerkracht- IB er -onderdelen 2, 3 en 4 (met RT er) van de 1-zorgroute;  Bovenschools niveau - zorgplatform onder leiding van de IB er - onderdelen 5 en 6 van de 1 zorgroute.

Pagina 32 van 46


De drie niveaus van zorg bestaan uit zes onderdelen. 1: De cyclus handelingsgericht werken bevat het werken met een groepsoverzicht en groepsplan( drie keer per jaar) Het groepsoverzicht en groepsplan bevat schriftelijke richtlijnen voor het onderwijs aan alle leerlingen in de groep. Het beschrijft de didactische en pedagogische doelen voor een periode van tien tot twaalf weken Het werken met een groepsoverzicht en groepsplan bevat zes stappen: 1. Het vorige groepsoverzicht/groepsplan wordt geëvalueerd door de groepsleerkracht en IB er. Nieuwe leerling gegevens worden in een nieuw groepsoverzicht / -plan verwerkt; 2. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften worden gesignaleerd; 3. De onderwijsbehoeften van deze leerlingen worden benoemd/ in kaart gebracht door de groepsleerkracht, IB er (evt. RT er) 4. Groeperen van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften in subgroepen. Welke leerlingen hebben vergelijkbare onderwijsbehoeften? Hoe kunnen we hen groeperen op een manier die enerzijds tegemoet komt aan hun onderwijsbehoeften en anderzijds organisatorisch haalbaar is? 5. Opstellen van een groepsplan voor de hele groep en één of meer subgroepen. Op basis van de doelen (leerlijnen) die de groepsleerkracht wil bereiken en de onderwijsbehoeften van de leerlingen ontwerpt de groepsleerkracht (evt. samen met de IB er en/of RT er) een onderwijsaanbod voor de hele groep en één of meer subgroepen. In het groepsplan beschrijft de groepsleerkracht voor de komende periode hoe hij met de verschillen omgaat. De groepsleerkracht voert het groepsplan uit. Pagina 33 van 46


2: Groepsbespreking (drie keer per jaar) In de groepsbespreking bespreken de groepsleerkracht en de IB er de volgende vragen:  Heeft de leerling geprofiteerd van de aanpak die in de groepsplannen staat geformuleerd? Als de leerling onvoldoende baat van de hulp heeft gehad, bepalen de groepsleerkracht, IB er en eventueel de RT er een andere aanpak.  Heeft de groepsleerkracht begeleiding van de IB er nodig bij het opstellen en/of uitvoeren van het plan? Zo ja, dan formuleert men samen een duidelijke begeleidingsvraag. Volgend op de groepsbespreking is er eventueel een groepsbezoek door de IB er. Als de onderwijsbehoefte van een leerling onduidelijk blijft of als een leerling onvoldoende profiteert van de hulp, besluiten de groepsleerkracht en IB er de leerling aan te melden voor de leerling-bespreking. 3: Leerlingbespreking De IB er leidt de leerling-bespreking. Bij deze bespreking zijn de groepsleerkrachten van de bouw aanwezig. Het doel van de bespreking is om de onderwijsbehoeften van de leerling te verhelderen, verder te onderzoeken en hoe aan deze behoeften tegemoetgekomen kan worden. In deze bespreking kan men tot de onderstaande vervolgstappen besluiten:  Als de onderwijsbehoeften niet binnen het groepsplan (subgroep) te realiseren zijn, dan kan de RT er in samenspraak met de groepsleerkracht en IB er een individueel handelingsplan opstellen.  Als de onderwijsbehoeften onduidelijk blijven, ook na intern onderzoek door de groepsleerkracht, IB er en/of RT er, dan kan men externe handelingsgerichte diagnostiek (HGD) aanvragen.  HGD kan ook nodig zijn voor bepaalde diagnosen van kinderen of een verwijzing naar bureau Jeugdzorg. De leerlingbespreking wordt voorafgegaan door een gesprek met kind en ouders en gevolgd door een gesprek met kind en ouders. 4: Individueel handelingsplan Als de onderwijsbehoeften van de leerling niet binnen het groepsplan te realiseren zijn, besluiten de groepsleerkracht en RT er (IB er) een individueel handelingsplan (IHP) op te stellen. De RT er stelt dit in samenspraak met de groepsleerkracht op. In het IHP staat het doel en de onderwijsbehoeften van één leerling centraal. Het IHP is er in principe op gericht dat de leerling op termijn weer binnen het groepsplan mee kan doen. Het IHP bestrijkt dezelfde periode als de andere plannen en wordt in de groepsbespreking geëvalueerd. Een IHP is zoveel mogelijk een onderdeel van - of bijlage bij - het groepsplan. Bij onvoldoende resultaat vindt opnieuw aanmelding bij de leerling-bespreking plaats. De groepsleerkracht, RT er en IB er gaan dan na of er een nieuw handelingsplan opgesteld zal worden of dat er ‘externe stappen’ gezet moeten worden

5: Extern handelen: handelingsgerichte diagnostiek: consultatie en/of begeleiding Er is nu zorg op bovenschools niveau nodig. Het zorgplatform speelt hierbij een centrale rol. Pagina 34 van 46


Er wordt gekeken welke hulp er bovenschools nog gegeven kan worden. De IB er neemt hiervoor contact met de ambulant begeleider (AB er) van het zorgplatform op. Indien deze hulp het kind niet verder kan helpen op de reguliere basisschool, kan verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs (SBO) of speciaal onderwijs (SO) plaatsvinden.

6: Externe Zorg: verwijzing Als de school handelingsverlegen is, niet meer tegemoet kan komen aan de onderwijsbehoeften van de leerling, wordt na overleg met de ouders en alle andere betrokkenen het traject van verwijzing door de IB er in gang gezet. Hierbij kan het gaan om:  Een andere basisschool;  Een school voor speciaal basisonderwijs (SBO); besluit door de Permanente Commissie Leerlingenzorg(PCL);  Een school voor speciaal onderwijs (SO); besluit door de Commissie van Indicatiestelling (CvI). In geval van een indicatie voor het SO kan de leerling met een rugzakje naar een reguliere basisschool of hij/zij kan geplaatst worden in een school voor SO.

Voor een verdere uitwerking van de vormgeving van de zorg verwijs ik naar ons zorgplan.

4.3 Passend onderwijs Ook voor kinderen met een handicap of gedragsproblemen moet er een passende onderwijsplek zijn. Liefst op een gewone school waar het kind extra begeleiding krijgt. En als het echt nodig is in het speciaal onderwijs. Het kabinet wil het stelsel voor passend onderwijs herzien. In het nieuwe stelsel krijgen scholen de plicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Aan het einde van het schooljaar 2011-2012 moet er een nieuw samenwerkingsverband (dit behelst waarschijnlijk de hele stad Utrecht en enkele randgemeenten) vormgegeven zijn welke uitvoer gaat geven aan deze beleidsmaatregel.

Pagina 35 van 46


5. ICT 5.1 Inleiding en Uitgangspunten De ontwikkeling en het gebruik van ICT is een wezenlijk onderdeel van het maatschappelijk functioneren. Dit zal in de toekomst alleen nog maar toenemen en dit geldt in dezelfde mate voor ICT in het onderwijs. Als wij kinderen vaardigheden dienen bij te brengen om zich een volwaardige plaats in de maatschappij te verwerven, dan moeten wij ook op het gebied van communicatie en nieuwe media bijblijven in de ontwikkelingen. Het beleid van de USV is er dan ook op gericht ICT integraal onderdeel te doen zijn en te hanteren binnen het onderwijs, in leersituaties op het niveau van kinderen, van de individuele leerkracht, op teamniveau en op managementniveau. Naast de aandacht voor techniek en infrastructuur zal er vooral aandacht moeten worden besteed aan onderwijsconcepten en de veranderende rol van leerkrachten: hoe kunnen de ontwikkeling van ICT en de onderwijsvernieuwing elkaar versterken?

5.2 Organisatie De werkgroep-ICT, gevormd door een aantal werknemers van de USV, is verantwoordelijk voor het beleid en de organisatie van de ICT. De werkgroep bewaakt de behoefte aan hard- en software en zorgt voor het goed functioneren van de systemen. De werkgroep stelt jaarlijks een activiteitenplan op. Dagelijks systeembeheer wordt geleverd door de conciërge. Voor complexere vraagstukken is er een relatie met een extern bureau, JKAutomatisering. Computerwerkplekken zijn op de school in voldoende mate aanwezig. Iedere groep heeft twee of drie computers en er is een computerlokaal met 16 computers.

5.3 ICT-plan In het schooljaar 2011-2012 wordt eenmeerjaren ICT-plan opgesteld.

Pagina 36 van 46


6. School en ouders 6.1 Contact Wij vinden het contact tussen school en ouders een belangrijke factor die de schoolloopbaan van de kinderen beïnvloedt. Daarom willen wij het contact met de ouders op verschillende manieren onderhouden en tot stand brengen:  overleg met de groepsouders en de medezeggenschapsraad;  maandelijkse nieuwsbrief;  schoolgids en jaarlijkse informatiekatern in de vorm van het adressenboekje;  bij sommige feesten, vieringen en projecten worden de ouders uitgenodigd;  informatiebijeenkomst waar de leerkracht het programma van het schooljaar toelicht;  ouderavond per groep over sociaal-emotionele ontwikkeling;  rapportavonden en 10-minutengesprekken, waarbij leerkracht(en) en ouders per leerling de vorderingen en aandachtspunten bespreken;  na schooltijd zijn ouders welkom om de leerkracht te spreken;  ouders mogen tot de herfstvakantie in groep 3 ’s-morgens hun kind in de klas brengen;  ouders kunnen altijd de directeur en/of de leerkrachten aanspreken tijdens het ophalen van de kinderen.

6.2 Schoolgids Bij de inschrijving van de kinderen op school ontvangen ouders de schoolgids. De schoolgids is samengesteld onder verantwoordelijkheid van de directie van de school en heeft de instemming van de medezeggenschapsraad en het schoolbestuur.

6.3 Klachtenregeling In het kader van de uitvoering van de kwaliteitswet hanteert de USV een algemene klachtenregeling, afgesproken in samenspraak met de Vereniging voor Bijzondere Scholen (VBS). Ouders en leerlingen kunnen klachten indienen over gedragingen en beslissingen of het nalaten daarvan van het bestuur en het personeel. De gedragslijn bij een klacht is als volgt: indien een klacht direct met een kind te maken heeft, nemen ouders in eerste instantie contact op met de leerkracht. Als leerkracht en ouders er niet in slagen de klacht afdoende af te handelen, kunnen zij terecht bij de directeur. Deze zal trachten de klacht gezamenlijk op te lossen. Als dit niet mogelijk blijkt, zal de directeur de ouders attenderen op de externe klachtenregeling en hen doorverwijzen. Doorverwijzing geschiedt (zo mogelijk) naar het bestuur, dan wel naar de externe vertrouwenspersoon en de regionale klachtencommissie van de VBS. De algemene klachtenregeling ligt ter inzage op de school.

Pagina 37 van 46


6.4 Klachten met betrekking tot seksuele intimidatie Onder seksuele intimidatie wordt verstaan: ongewenst seksueel getinte aandacht die tot uiting komt in verbaal, fysiek en (non-) verbaal gedrag. Indien zich een klacht voordoet op het terrein van seksuele intimidatie, kunnen ouders zich wenden tot de externe vertrouwenspersoon. Deze externe vertrouwenspersoon is aangesloten bij de landelijke vereniging van vertrouwenspersonen. Naam en telefoonnummer van de vertrouwenspersoon staan in het adressenboekje.

6.5 De groepsouders De groepsouders ondersteunen de leerkrachten bij het mobiliseren van ouders om deze te kunnen inzetten voor diverse ondersteunende werkzaamheden. Ook fungeren zij als aanspreekpunt voor algemene opmerkingen van ouders over de gang van zaken in de groep.. Zij vergaderen één keer per jaar met de directeur.

6.6 De Medezeggenschapsraad De Medezeggenschapsraad (MR) bestaat uit drie personeelsleden en drie ouders. De rol van de MR is wettelijk bepaald. Daarbij geeft de MR adviezen over allerlei zaken die te maken hebben met het beleid van de school. De MR heeft advies- of instemmingsrecht rondom een aantal schoolbeslissingen. De directeur en een afvaardiging van het bestuur zijn aanwezig bij de vergaderingen. Het MR-reglement ligt ter inzage bij de directie, bij de secretaris van de MR en bij het bestuur.

Pagina 38 van 46


7. Organisatie 7.1 Bestuur en directie Het bestuur van de Vereniging draagt de eindverantwoordelijkheid voor de USV. Daarbij is de directeur gemandateerd voor de uitvoeringstaken binnen een kader van algemene afspraken. Hierover vindt regelmatig overleg plaats tussen bestuur en directeur. Het bestuur heeft de werkrelatie met de directeur vastgelegd in een directiestatuut, gedefinieerd als “een reglement met daarin de van bestuurswege aan de directeur gemandateerde taken en bevoegdheden en de wijze waarop verantwoording wordt afgelegd en de bijbehorende tijdstippen”. Uit dit directiestatuut is een functiebeschrijving afgeleid. Deze functiebeschrijving beschrijft de werkzaamheden, de vereiste kennis en ervaring en geeft een overzicht van de verantwoording en rapportages. Jaarlijks wordt het activiteitenplan besproken. De directeur is verantwoordelijk voor de resultaten die zijn afgesproken.

7.2 Organisatie op schoolniveau 7.2.1

Structuur

De USV kent een onderbouw (groep 1-3) en een bovenbouw (groep 4-8). Het management team (MT) bestaat uit de directeur, de twee bouwcoördinatoren en de intern begeleider. Beslissingen die het gehele team aangaan, worden genomen in het managementteam.

7.2.2

Vergaderstructuur

Er zijn verschillende vergaderingen te onderscheiden. 1. Bestuursvergadering, in aanwezigheid van de directeur, onder leiding van de voorzitter; 2. Teamvergadering, onder leiding van de directeur; 3. Bouwvergadering, onder leiding van de bouwcoördinator; 4. MT-vergadering met IB er, bouwcoördinatoren en directeur, onder leiding van directeur

7.2.3

Formatiebeleid en taakverdeling

Jaarlijks wordt een formatieplan gemaakt. Dit formatieplan wordt goedgekeurd door het bestuur en de MR. Jaarlijks stelt de directie na overleg met het personeel de taakverdeling voor het volgend schooljaar vast.

Pagina 39 van 46


8. Personeelsbeleid 8.1 Personeelsbeleidsplan Het personeelsbeleidsplan en het bijbehorende bijlagenboek liggen ter inzage bij de directie. In de komende periode worden alle stukken aangepast n.a.v. de nieuwe schoolvisie.

8.2 Integraal Personeelsbeleid Binnen de USV is het een belangrijke taak van bestuur en de directie om vanuit strategische uitgangspunten te werken aan een systematische invoering van Integraal Personeelsbeleid (IPB). Als wij spreken over IPB, dan bedoelen wij een beleid dat erop gericht is het verenigingsbelang, alsook het belang van de school aan de ene kant en de belangen van de individuele personeelsleden aan de andere kant op elkaar af te stemmen, waardoor de natuurlijke spanning, die tussen deze beide belangen bestaat, in de goede richting kan worden gebogen. Deze uitgangspunten vertalen zich als volgt:  het doen behouden en verhogen van de kwaliteit en de effectiviteit van het onderwijs en  het doen behouden en verhogen van de motivatie, het werkplezier en de tevredenheid van het personeel. De uitwerking van bovengenoemde uitgangspunten vindt u terug in de reeds ontwikkelde beleidsstukken. In de laatste kolom van dit schema is de planning weergegeven van afronding van de stukken die herschreven gaan worden.

BELEIDSTERREIN

Directiestatuut en bestuursreglement Beroeps- en functieprofielen Taakbeleid Competentieontwikkeling Hanteren van POP (Persoonlijke Ontwikkelingsplannen) Taak- en functiedifferentiatie Functioneringsreglement en - procedure Beoordelingsreglement en – procedure Deskundigheidsbevordering c.q. professionalisering Werving en selectiebeleid Integraal Personeelsbeleidsplan algemeen Loopbaanbeleid Uittredegesprekken Beloningsbeleid RBO-beleid/ protocol ziekteverzuimbeleidsplan Pagina 40 van 46

11-12 11-12 11-12 11-12 11-12 11-12 12-13 12-13 12-13 13-14 14-15 14-15 14-15 14-15 14-15


Iedere drie á vier jaar organiseert het bestuur een onderzoek naar het welbevinden en tevredenheid van de medewerkers. De resultaten daarvan worden besproken met de directeur en kunnen aanleiding zijn tot het formuleren van nieuwe speerpunten in het personeelsbeleid.

Pagina 41 van 46


9. Financieel en materieel beleid 9.1 Algemeen Voor de administratie maakt de school gebruik van het administratiekantoor Dyade, een op onderwijs gerichte dienstverlener. Vanaf januari 2012 zal overgestapt worden naar het administratiekantoor SROL. De directeur en het bestuurslid met de portefeuille financiën hebben maandelijks overleg. Tijdens dit overleg wordt het lopende financiële jaar gevolgd, worden ontwikkelingen op school-, gemeente- en overheidsniveau besproken en plannen voor een komende schoolperiode voorbereid. Tijdens de bestuurs- en MR-vergaderingen staat het onderwerp financiën op de agenda.

9.2 Ouderbijdrage Na plaatsing van een kind op onze school worden ouders/verzorgers lid van de Utrechtse Schoolvereniging. Om alle extra activiteiten voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs, andere extra’s en verenigingsactiviteiten te kunnen bekostigen, wordt van de leden contributie en een ouderbijdrage per kind gevraagd. In verband hiermee wordt hen verzocht een overeenkomst met de school te ondertekenen waarmee zij aangeven de contributie en ouderbijdragen te zullen voldoen. Deze overeenkomst wordt gedurende de schoolcarrière van uw kind jaarlijks stilzwijgend verlengd. De bijdragen worden op voorstel van het bestuur vastgesteld door de algemene ledenvergadering. Ten aanzien van de ouderbijdrage heeft de oudergeleding van de Medezeggenschapsraad instemmingsrecht. Voor kinderen die niet het gehele jaar op school zitten, betaalt men naar rato van het aantal maanden dat een kind op school zit. Mocht uw kind halverwege het jaar van school gaan, volgt geen restitutie van betaalde bijdragen. Teruggave is alleen mogelijk als voor het begin van het schooljaar is aangegeven dat uw kind de school zal gaan verlaten. Ouders/verzorgers ontvangen een factuur voor de te betalen bijdragen. Om de administratieve lasten voor de school zoveel mogelijk te beperken, wordt er naar gestreefd de contributie en ouderbijdragen met behulp van automatische incasso’s te gaan incasseren. Bij onverhoopte betalingsproblemen kunnen ouders/verzorgers contact opnemen met de penningmeester van de vereniging. Jaarlijks is een bijdrage verschuldigd die dient als aanvulling op de overheidssubsidie. Dankzij deze bijdrage is het mogelijk net iets meer aan te bieden in het onderwijs zoals vakdocenten. De bijdrage wordt jaarlijks verhoogd ter correctie van de inflatie. Naast de ouderbijdrage betalen de ouder een (geringe) premie voor de schoolaansprakelijkheidsverzekering.

Pagina 42 van 46


Beleidsvoornemens  Introductie van een meerjarenbegroting.  Verbetering van de koppeling tussen onderwijskundig en financieel beleid, met name op langere termijn.  Versterking van de kennis en vaardigheden van directie en bestuur.

Pagina 43 van 46


10.

Huisvesting Beleidsvoornemens  Er zal in het schooljaar 2011-2012 een nieuw meerjarenonderhoudsplan opgesteld worden.  In de komende schoolplanperiode wordt in ieder geval aandacht besteed aan het binnen- en buitenschilderwerk en vervanging van het schoolmeubilair.

Pagina 44 van 46


11.

Instemming met schoolplan door MR

Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van de Utrechtse Schoolvereniging in te stemmen met het van 2011 tot 2015 geldende schoolplan.

Utrecht, 19 september 2011

Namens de raad, Olivier Kenter

Pagina 45 van 46


12.

Vaststelling van schoolplan door bestuur

Het bevoegd gezag van de Utrechtse Schoolvereniging heeft het van 2011 tot 2015 geldend schoolplan vastgesteld.

Utrecht, 21 september 2011

Namens het bevoegd gezag, Willem de Vries Voorzitter

Ellen van der Linden Secretaris

Pagina 46 van 46

Schoolplan

Recommend Documents