Schoolplan R.k.basisschool St.-Victor

Schoolplan 2011-2015

Schoolplan R.k.basisschool St.-Victor 2011 – 2015

© Eduforce blad: 2

DIGITAAL BESTAND

HANDREIKING Schoolplan 2011 – 2015

Inhoud 1.0 Inleiding 1.1 Doelen van ons plan 1.2 Functies van ons plan 1.3 Procedure opstellen en vaststellen 1.4 Verwijzingen 1.5 Bronnen 1.6 Status van het plan 1.7 Evaluatie van het plan 2.0 2.1 2.2 2.3 2.4

Onze school Visie stichting Lek & IJssel Huidige situatie Leerling- en ouderpopulatie Omstandigheden die beleidskeuzes beinvloeden

3.0De opdracht van onze school 3.1 Waar wij voor staan 3.2 Wat er op ons afkomt: externe ontwikkelingen 3.3 Wat wij kunnen: interne sterkte/zwakteanalyse 3.4 Wat wij willen. De gewenste kwaliteit 3.5 Beleidsvoornemens/plannen 4.0De onderwijskundige vormgeving van onze school 4.1 De onderwijskundige doelen

© Eduforce blad: 3


4.2 Huidige situatie 4.3 De ordening van de inhoud van het onderwijs 4.4 Onze zorg voor onze leerlingen 5.0De inzet en ontwikkeling van ons personeel 5.1 Doelen van ons personeelsbeleid 5.2 Beleidsvoornemens/plannen 6.0Overige beleidsterreinen 6.1 Algemeen strategisch beleid 6.2 Financieel / Materieel beleid 6.3 Externe contacten 6.4 Beleidsvoornemens/plannen 7.0 Onze zorg voor kwaliteit 7.1 Inleiding 7.2 Inrichting van onze kwaliteitszorg 7.3 Beleidsvoornemens/plannen/Overzicht planning 8.0 Bijlagen 8.1 Ordening onderwijs in lesuren 8.2 Schema inhoud onderwijs 8.3 Formulier vaststelling schoolplan 8.4 Formulier instemming schoolplan

© Eduforce blad: 4

DIGITAAL BESTAND

1.0.


Inleiding

1.1 .Doelen van het schoolplan. Het schoolplan is bedoeld om het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs te beschrijven en vast te stellen. Een duidelijke visie is daarbij van essentieel belang. Een school kan pas succesvol opereren wanneer het voor alle betrokkenen duidelijk is waar de school voor staat en welke richting ze op wil. Een heldere visie vormt een goede basis voor het beleid dat geformuleerd wordt in het schoolplan. Ons schoolplan getuigt van ambitie en is gericht op de lange termijn (periode 2011-2015). Opvattingen over onderwijs en organisatie staan echter niet op zichzelf; ze bestaan in een maatschappelijke context en worden beïnvloed door nieuwe ontwikkelingen en inzichten. Het is dus goed mogelijk dat ook dit schoolplan in de toekomst bijgesteld moet worden.

1.2 Functies van ons plan Dit schoolplan zal fungeren als: a. Uitgangspunt voor overleg met alle betrokkenen b. Uitgangspunt voor de planning per schooljaar c. Verantwoordingsdocument in de richting van de landelijke overheid

1.3 Procedure opstellen en vaststellen R.K. basisschool St.-Victor maakt deel uit van de Stichting Lek & IJssel. De Stichting Lek & IJssel is het bevoegd gezag van: -

Agnesschool De Ark De Ark van Noach De Opstap

IJsselstein IJsselstein IJsselstein IJsselstein © Eduforce blad: 5


-

Nicolaasschool Paulusschool Jan Bunnikschool Gerardus Majella Fatimaschool St.- Victorschool Wegwijzer Egbertusschool De Wenteltrap De Baanbreker De Zomergaard

IJsselstein IJsselstein Lopik Lopik IJsselstein Benschop Vianen Vianen IJsselstein IJsselstein IJsselstein

Dit schoolplan is opgesteld door de directie van de St.-Victorschool in overleg met het team, de medezeggenschapsraad en het bestuur van de stichting Lek & IJssel. 1.4 Verwijzingen In dit schoolplan wordt verwezen naar: • onze schoolgids • onze informatie schoolontwikkeling • ons zorgplan • beleidsdocumenten Stichting Lek & IJssel • de bijlagen 1.5 Bronnen Bij het maken van dit schoolplan zijn de volgende bronnen gebruikt; • Visie Stichting Lek & IJssel 2010-2014 • Schoolplan St.-Victorschool 2007-2011 • Kerndoelen basisonderwijs © Eduforce blad: 6

DIGITAAL BESTAND

• • •


Schoolgids Beleidsplannen van de stichting Schoolplanvoorbeeld Eduforce

1.6 Status van het plan Het schoolplan wordt op voorstel van de directies vastgesteld door het bestuur. De afzonderlijke medezeggenschapsraden hebben er mee ingestemd. Zie bijlage formulier instemming en formulier vaststelling. 1.7 Evaluatie van het plan Het schoolplan wordt regelmatig tijdens het directieoverleg besproken en minstens 1x per jaar als evaluatiemoment op de agenda geplaatst. Noodzakelijke wijzigingen in beleid en externe ontwikkelingen zullen aanleiding zijn om delen van het plan bij te stellen. Bij het evalueren van de jaarplanning per school zal bekeken worden of het schoolplan naar aanleiding van ontwikkelingen binnen en buiten de school, aanpassingen vraagt.

© Eduforce blad: 7


2.0

Onze stichting en onze school

2.1 Visie stichting Lek en IJssel In januari 2011 heeft de Stichting Lek & IJssel haar visie 2010 - 2014 gepubliceerd. De volledige tekst is opgenomen in de bijlage. We volstaan hier met een korte samenvatting. De missie is kort en bondig: “Professionals voor ouder en kind”. De kern van het beleidsstuk omvat een 5-tal onderwerpen nl.: A Taal en rekenen B Professionaliteit en werken aan kwaliteit C Respect, tolerantie en veiligheid D Ouder als partner E Onderwijs op maat A Taal en rekenen Wat betreft de basisvaardigheden taal en rekenen wordt naar het optimale gestreefd. Elke school stelt een taal- en rekenbeleidsplan op, waarin het opbrengstgericht werken beschreven staat. Dit houdt in dat de school inzicht heeft in de onderwijsbehoeften van de leerlingen en planmatig werkt aan kwaliteitsverbetering. B Professionaliteit en werken aan kwaliteit. Leraren vormen de centrale kracht van de organisatie. De kwaliteit van de organisatie staat of valt immers met de kwaliteit van de leerkrachten. Medewerkers zijn professionals die zich dienstbaar opstellen naar leerlingen en hun ouders of verzorgers. Zij dienen te beschikken over professionele kwaliteiten op het gebied van zelfkennis, werkhouding teamwork en ontwikkeling van eigen deskundigheid, maar ook op het gebied van onderwijsontwikkelingen, opvoeding en omgangskunde. C Respect, tolerantie en veiligheid Ieder handelt op basis van respect voor ieders eigenheid, met tolerantie voor de keuzes van een ander. Tegelijkertijd neemt met ook de grenzen van anderen in acht en wordt streng de hand gehouden aan gemeenschappelijke afspraken en normen. De scholen van de stichting willen een plek zijn waar kinderen in een positieve relatie tot elkaar en tot leerkrachten staan, zodat ze zich veilig voelen. Dit gevoel van veiligheid is een belangrijke basisvoorwaarde om tot leren te komen. © Eduforce blad: 8

DIGITAAL BESTAND


D Ouders zijn partner. School en ouders hebben een gezamenlijk belang: de optimale ontwikkeling van het kind. We nemen ouders als gesprekspartner zeer serieus. Door samen te werken kunnen leerkracht en ouder elkaar versterken. We zien ouders niet alleen als klant, maar ook als partner, zeker wanneer het gaat om opvoedingskwesties.Leerkrachten blijven echter de deskundigen op het didactische vlak en beslissingen op dat gebied worden dan ook uiteindelijk altijd door de school genomen. E Onderwijs op maat. Scholen werken aan een optimale ontwikkeling van alle kinderen, niet alleen in cognitieve mogelijkheden, maar ook in belangstelling, leerstijl en leertempo. Er wordt onderwijs op maat geboden. De interne begeleiders maken analyses van leerlingresultaten, bespreken deze met de leerkrachten en stellen eventueel een actieplan op. Niet alleen de leerkrachten, maar ook de kinderen wordt geleerd om met verschillen tussen mensen om te gaan. 2.2 Huidige situatie de St.-Victorschool Historie De R.K. basisschool St.-Victor te Benschop bestaat sinds 1912. Het huidige schoolgebouw werd in 1973 in gebruik genomen. Sindsdien is er veel aangebouwd en verbouwd. In 2011 zijn in de lokalen nieuwe plafonds, nieuwe vloerbedekking, dubbel glas en luchtverversingsinstallaties aangebracht. Ook zijn de toiletgroepen vernieuwd en is zowel binnen als buiten geschilderd. De locatie De school is centraal gelegen in een rustige woonwijk die als 30 km-gebied is ingericht. Hierdoor kunnen de kinderen veilig naar en van school komen. Binnen deze woon- en werkomgeving zijn uitgebreide speelmogelijkheden voor de kinderen. De school is omgeven door een grasveld, sloot, straat en een doodlopende weg. De school telde op 1 oktober 2010 208 leerlingen. Onze leerlingen komen uit Benschop en een enkeling uit Polsbroek. De school heeft 8 groepslokalen, 1 speellokaal, een computerruimte, een overblijfruimte, een rt-lokaal en twee centrale ruimtes. Per 1 januari 2006 is de school uitgebreid met twee lokalen. Een ervan wordt gebruikt door het peuterspeelzaalwerk. Onze school beschikt over drie schoolpleinen met diverse speelmogelijkheden en speelattributen. Er is op de speelplaatsen een beperkt aantal fietsenrekken aanwezig, de meeste kinderen komen lopend naar school.

© Eduforce blad: 9


2.3 Omstandigheden die beleidskeuzes beïnvloeden De St.-Victorschool is een school met een enthousiast en collegiaal team. Er is weinig verloop binnen het team waardoor in gang gezette ontwikkelingen goed uitgebouwd kunnen worden. Dit heeft ertoe geleid dat de school in het schooljaar 2005-2006 de start heeft gemaakt met een beleidsdocument genaamd “samen op weg naar morgen”. Zie de tekst visie/missie in het volgende hoofdstuk. Een andere aspect zijn de landelijk dalende leerlingaantallen. Ook Benschop en de Victor in het bijzonder wordt hierdoor getroffen. In de prognoses dalen wij zelfs tot 155 leerlingen binnen enkele jaren. Om de schade zoveel mogelijk te beperken is het realiseren van optimaal kwalitatief goed onderwijs (goede leeropbrengsten) omgaan met ouders en het creatief benutten van vrijgekomen ruimten/lokalen belangrijk.

© Eduforce blad: 10

DIGITAAL BESTAND


3.0 De opdracht van onze school Maatschappij en onderwijs in beweging De maatschappij verandert voortdurend. Het is onze taak deze processen te volgen en ons onderwijs hierop af te stemmen. Wij vinden dat periodiek aanpassingen nodig zijn om ons onderwijs te laten aansluiten bij de onderwijsvisie van nu en morgen.

Onze visie & missie Onze Visie: Alle kinderen ontwikkelen zichzelf, leren kennis en vaardigheden die nodig zijn om een succesvolle plek in de maatschappij te verwerven. Wij gaan ervan uit dat kinderen de drang hebben om zichzelf te ontwikkelen. Kinderen kunnen dit! Onze missie: Onze missie is de onderwijsbehoefte van de kinderen centraal te stellen, opdat zij zelf in staat zijn hun talenten te ontwikkelen. Wij vinden dat elk kind op school de kans en de verantwoordelijkheid moet krijgen om zijn talenten te kunnen ontwikkelen, opdat het met vertrouwen een start kan maken op een school voor voortgezet onderwijs die bij hem/haar passend is. Wij als schoolteam hebben de taak om middels een uitdagende en sfeervolle omgeving dat onderwijs te verzorgen, dat bij de ontwikkeling en (onderwijs)behoeften van ieder kind past. Denken vanuit de ontwikkeling en (onderwijs)behoeften van een kind betekent voor ons team dat wij Onderwijs-op-maat willen realiseren Onderwijs-op-maat: de uitgangspunten. Kern van Onderwijs-op-maat is om kinderen meer invloed te geven op het leven en leren op school. Volwassenen moeten, om volwaardig in de maatschappij te kunnen participeren, hun denken en doen zelf kunnen sturen. Alleen zo kunnen ze verantwoordelijkheid dragen voor zichzelf, voor anderen en voor hun omgeving. De school is de plaats waar kinderen dat al jong kunnen leren. Dat is kern waar het in opvoeding en onderwijs om gaat: ontwikkeling van zelfsturing.



Om kinderen mede-eigenaar te maken van het leven en leren op school ontwerpen wij een krachtige en uitnodigende leeromgeving. Daarin wordt tegemoetgekomen aan de drie basisbehoeften van kinderen: relatie, competentie en autonomie. Relatie wil zeggen dat kinderen ervaren dat ze erbij horen, welkom zijn, mee mogen doen en dat anderen met hen willen samen spelen en werken. Het gevoel van relatie wordt versterkt als kinderen invloed hebben op de manier waarop er met ze wordt omgegaan.

Kinderen ontwikkelen gevoelens van competentie als ze merken dat ze zich capabel en voor hun taak berekend voelen, ze prestaties leveren en daarvoor waardering krijgen van anderen. Leren wordt betekenisvoller als kinderen invloed hebben op wat en hoe er geleerd wordt. De ontwikkeling van autonomie wordt gestimuleerd wanneer kinderen zelf beslissingen mogen nemen, zelf keuzen maken en verantwoordelijkheid mogen dragen voor hun initiatieven en activiteiten. Als kinderen zich betrokken voelen bij de belangrijke zaken in hun leef- en leeromgeving versterkt dat hun gevoel van autonomie. Een school die zelfsturing bevordert en tegemoet komt aan deze drie basisbehoeften doet dat door het dagelijks onderwijs zo te regisseren dat: • • • •

er een veilig en tegelijkertijd uitdagend leer- en leefklimaat ontstaat, waarvan kinderen mede-eigenaar zijn; kinderen vaardigheden ontwikkelen die nodig zijn om op eigen benen te staan; er geleerd wordt in betekenisvolle situaties waarin kinderen zelf vorm en inhoud kunnen geven aan hun leren; kinderen een reflectieve houding ontwikkelen. © Eduforce blad: 12

DIGITAAL BESTAND


Identiteit De St.-Victor is een katholieke school. Vanuit de katholieke identiteit vinden wij het belangrijk dat leerlingen: - ervaren en leren dat ze goed zijn zoals ze zijn - leren om zorg te hebben voor elkaar - kennis hebben van (het geloof van) verschillende culturen. Door het dagelijks werken met de catechesemethode, het vieren van de christelijke feestdagen, het houden van een goede doelenactie en bidden voor het eten brengen wij onze identiteit in de praktijk. De St.-Victor staat open voor alle leerlingen, dus ook voor kinderen met een andere dan de katholieke identiteit. Van alle kinderen wordt wel verwacht dat zij deelnemen aan de catecheselessen en de christelijke vieringen.

3.2 Wat er op ons afkomt. Externe ontwikkelingen We dienen rekening te houden met de volgende ontwikkelingen. Vanuit de overheid: De overheid treedt steeds verder terug, de autonomie van scholen wordt groter. Hierdoor heeft de school meer eigen verantwoordelijkheid met name op het gebied van financiën en personeel. Ook moet er op meer punten worden samengewerkt met andere scholen en besturen. Te denken valt aan de volgende onderwerpen: - Lumpsum financiering. - Integraal Personeelsbeleid. - Ontwikkelingen in het kader van Weer Samen Naar School (WSNS) en de Regionale Expertise Centrums (REC); de zogeheten rugzakleerlingen. - Kwaliteitsbewaking. - Lokaal onderwijs beleid: (VVE/taalachterstandenbeleid) - Een multiculturele samenleving met zijn veranderende normen en waarden. - Aandacht voor de informatiecommunicatietechnologie (ICT). - Meer aandacht voor (leer)resultaten © Eduforce blad: 13


-

Mondiger wordende ouders die meer eisen stellen aan de kwaliteit van het onderwijs en de zorg van hun kinderen

Vanuit de personele situatie van de school: - Een betrokken team dat mee wil denken over de ontwikkeling van de school Vanuit de onderwijskundige visie van de school: - Het uitbouwen van onze onderwijsvernieuwing zoals omschreven in onze missie/visie. - Verdere ontwikkeling van de zorgverbreding en het leerlingvolgsysteem met kernpunt het tijdig en adequaat uitvoeren van gesignaleerde zorg - Verder ontwikkeling/benutten van ICT als ondersteuning van het onderwijsleerproces zoals het realiseren van digitaal klassenmanagement en het werken met digitale schoolborden - Het optimaliseren van het rendement van het onderwijsleerproces - Verder ontwikkelen/optimaliseren van de kwaliteit van het onderwijsleerproces door het toepassen van zelfevaluaties met het handboek kwaliteit als basis De inspanningen van onze school zullen er op gericht zijn om de kansen, die door deze ontwikkelingen worden geboden, aan te grijpen.

3.3 Wat wij kunnen. Interne sterkte/zwakteanalyse Voor het bewaken van de interne en externe kwaliteit worden er tevredenheidspeilingen gedaan door het bureau van praktijkgericht onderzoek BVPO. De peilingen worden gedaan onder ouders, leerlingen en team. DIS, het diagnose-instrument van de schoolbegeleidingsdienst is er niet meer en in schooljaar 2011 / 2012 wordt naar een nieuw schooldiagnose-instrument gezocht.

Ook de CITO eindtoetsen zijn een bron van informatie. Met de verkregen en nog te verkrijgen informatie geven wij aan waarin we ons verder willen ontwikkelen.


DIGITAAL BESTAND


3.5 Beleidsvoornemens/plannen Wat zijn onze ambities? Wij kiezen voor de weg van de geleidelijkheid als wij ons onderwijs “updaten”. Voor deze aanpassing hebben wij een periode van enkele jaren gepland. Het stelt ons in staat om wijzigingen doordacht door te voeren en geeft tevens de mogelijkheid tot evaluatie en optimalisering. De bijlage is een overzicht opgenomen van onze actiepunten. Kernpunt van onze beleidsvoornemens is het realiseren van onze gewenste onderwijsontwikkeling. Als tijdpad hebben wij opgenomen een periode van 4 jaar (periode 20011-2015).



4.0 De onderwijskundige vormgeving 4.1 De onderwijskundige doelen Onze onderwijskundige doelen zijn in de eerste plaats de doelstellingen zoals die in artikel 8 van de Wet Primair Onderwijs (W.P.O.) zijn omschreven: Artikel 8 1. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. 2. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van de creativiteit, op het verwerven van de noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. 3. Het onderwijs gaat er mede van uit dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving. 4. Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoefte van de leerling. Het basisonderwijs, bestemd voor kinderen vanaf vier jaar, is dus verplicht zich te richten op: • De sociaal-emotionele ontwikkeling • De verstandelijke ontwikkeling • Het ontwikkelen van de creativiteit • Het verwerven van noodzakelijke kennis • Het verwerven van culturele vaardigheden • Het verwerven van lichamelijke vaardigheden De sociaal-emotionele ontwikkeling In de Wet op het Basisonderwijs wordt gesproken over de emotionele ontwikkeling en het verwerven van sociale vaardigheden. Wij kiezen voor de term sociaal-emotionele ontwikkeling. Onder sociaal-emotionele ontwikkeling wordt verstaan, dat de kinderen leren omgaan met elkaar. Aspecten van sociaal-emotionele ontwikkeling: • het samenwerken, het samen spelen, het samen kunnen delen, hulpvaardig zijn • respect hebben voor elkaars mening en inbreng • elkaar de ruimte geven om zelfontdekkend bezig te zijn © Eduforce blad: 16

DIGITAAL BESTAND

• • • •


het kunnen oplossen van conflictsituaties zich kunnen inleven in gevoelssituaties anderen accepteren en respecteren in hun anders zijn een gevoel van saamhorigheid

De verstandelijke ontwikkeling De school tracht vaardigheden als kritisch vermogen, zelfredzaamheid, solidariteit te stimuleren. Kennis is deels resultaat van eigen ervaringen, deels overgedragen. Door het aanbieden van kennis worden de leerlingen voorbereid op de (steeds) veranderende maatschappij. De school begeleidt de leerprocessen van de kinderen en geeft er vorm aan. Het ontwikkelen van de creativiteit Creativiteit is niet alleen aangeboren, het kan ook ontwikkeld en aangeleerd worden. Het ontwikkelen van de creativiteit omvat, in ieder geval, alle vak/vormingsgebieden. Aspecten verbonden met de ontwikkeling van de creativiteit zijn onder meer het ontwikkelen van de creativiteit in ruimere zin: • zelfontdekkend bezig zijn • komen met eigen oplossingen • verschillende oplossingen vinden voor één probleem • experimenteren • het toepassen van kennis en vaardigheden in uiteenlopende situaties • het ontwikkelen van creativiteit in de zin van de expressievakken Het verwerven van noodzakelijke kennis In de huidige maatschappij veroudert kennis snel. Dit betekent voor de school, dat zij voor de basisleerstof moet uitgaan van de school van nu, mogelijk zelfs die van morgen. De kennis van de leerlingen moet functioneren in de samenleving van morgen. Het verwerven van culturele vaardigheden Onder culturele vaardigheden wordt verstaan: luisteren, spreken, schrijven, rekenen, gezond gedrag en sociale redzaamheid. Daarnaast vinden wij het van belang, dat leerlingen: • zich oriënteren op de maatschappij • leren omgaan met anderen (respect kunnen opbrengen voor andermans ideeën, meningen, overtuigingen, levenswijzen, culturen) © Eduforce blad: 17


Het verwerven van lichamelijke vaardigheden Het verwerven van lichamelijke vaardigheden is behalve doel op zich ook van belang voor de verstandelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen.

TEN SLOTTE… De school wil bereiken dat ieder kind via een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces, die kennis en vaardigheden kan verwerven die het nodig heeft om een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens te worden in een multiculturele samenleving. Dit gaat het beste in een omgeving waar de leerlingen zich thuisvoelen. We zetten ons in op het versterken en verbeteren van het klassen- en schoolklimaat. De in gebruik zijnde en nog aan te schaffen onderwijsleerpakketten waarborgen het bovengenoemde leerproces en de wettelijke plicht om aan de kerndoelen te voldoen. 4.2 Huidige situatie Op dit moment werken wij op de St.-Victorschool met jaarklassen. Aannamebeleid Wij staan open voor leerlingen van alle gezindten en nationaliteiten. Ouders dienen de katholieke identiteit van de school te onderschrijven. Wij verwachten van de kinderen/ouders dat zij deelnemen aan de christelijke vieringen. Onderwijsuren en tijdbesteding per vakgebied De groepen 1-2 maken per jaar 800 onderwijsuren. Deze kinderen hebben vrij op woensdagmiddag, vrijdag en op studiemiddagen. De groepen 3-8 maken per jaar 1006 onderwijsuren en zijn vrij op woensdagmiddag. De kleutergroepen zijn vrij op vrijdag. De schoolvakanties zijn gepland binnen het landelijk vakantierooster. Er vindt afstemming plaats met de scholen uit de gemeente Lopik en IJsselstein in verband met het vervolgonderwijs. De tijdsbesteding per vakgebied is te vinden in het activiteitenplan (zie bijlage). De school heeft 10 groepslokalen, 1 speellokaal en een computerruimte. Verder is 1 lokaal in gebruik door peuterspeelzaal “Het Berehol”. Onze school beschikt over drie schoolpleinen met diverse speelmogelijkheden. De organisatie van het onderwijs


DIGITAAL BESTAND


Op onze school wordt klassikaal onderwijsgegeven (jaargroepen). Daarbij wordt er natuurlijk rekening gehouden met de individuele ontwikkeling van ieder kind. Voor de kinderen die het programma van de groep niet kunnen volgen, zal de leerkracht, in overleg met ouders en de Interne Begeleider een aangepast programma aanbieden. Als uit de toetsresultaten blijkt dat kinderen lesmateriaal van een ander niveau nodig hebben, zullen wij materialen aanbieden die bij de mogelijkheden (en interesse) van deze kinderen passen Op de St.-Victor proberen we een goed evenwicht te vinden in: • aanleren van kennis en stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling (sociale en emotionele ontwikkeling) • aanleren van praktische vaardigheden • omgaan met elkaar De vakken rekenen, taal en lezen vormen de kern van het onderwijs. Om er zeker van te zijn dat de doelen die wij voor ogen hebben, bereikt worden gebruiken wij methodes die voldoen aan de door het ministerie gestelde kerndoelen. Het onderwijs in de kleutergroepen In de kleutergroepen proberen we zoveel mogelijk aan te sluiten bij de belevingswereld van het kind. We werken vaak met thema’s zoals seizoenen, de dokter, sinterklaas, kerstmis, de winkel enz. Op een speelse manier leren de kinderen hoe de wereld in elkaar zit. We bieden allerlei speelse activiteiten aan die voorbereiden op het leren lezen, rekenen en schrijven in groep 3. Taal/kring Voor de ontwikkeling van taal gebruiken wij o.a. bij de kleuters de methode “Schatkist”. Deze methode wil kleuters spelenderwijs bezig laten zijn met taal. Hierbij staan 5 delen van de taalontwikkeling centraal namelijk het: • uitbreiden van de woordenschat • taalgebruik • bewustmaken van de vormaspecten van taal • oriënteren op functies van geschreven taal • kennis laten maken met boeken en verhalen



Meestal werken we in kleutergroepen vanuit de kring. Daarnaast wordt er individueel of in groepjes gewerkt aan tafels, in de hoeken, in de speelzaal, op het schoolplein of maken we een wandeling in de omgeving. Instructiemomenten kunnen plaatsvinden in de kring met de hele groep, maar ook tijdens het speel- en werkuur aan een groepje. Zelfstandigheidsbevordering. In alle groepen wordt gebruik gemaakt van een planbord. Middels dit planbord leren de kinderen keuzes te maken in opdrachten. Ook geeft het bord inzicht welke taken zij al gedaan hebben en welke taken zij nog moeten doen. Hoeken en kasten Alle materialen zijn overzichtelijk ondergebracht in hoeken en kasten. De materialen hebben een kleurcodering zodat materialen weer makkelijk op de juiste plek zijn terug te plaatsen Die diverse hoeken zijn: •

Luisterhoek: Hier vinden activiteiten plaats op het gebied van luisteren (vaak in combinatie met kijkoefeningen). Dit gebeurt o.a. met gebruik van een cassetterecorder.

•

bouw- en constructiehoek: Hier zijn alle grote en kleine bouw- en constructiematerialen opgenomen, die zowel apart als in samenhang gebruikt kunnen worden, op de grond, op de tafels of in de bouwhoek.

•

Poppenhoek: Deze heeft vaak een standaardinrichting met een zitje, een wiegje en een fornuis, maar kan, ook als winkel, ziekenhuis of school worden ingericht. Afhankelijk van het thema wat op dat moment actueel is.

•

spel-, puzzel- en lottokast: hier zijn zowel gezelschapsspelen als de ontwikkelingsmaterialen zoals puzzels, rekenen taalspelen en lotto’s aanwezig.

•

Expressiekast: omvat teken-, schilder-, boetseer-, knutsel-, vouw-, vlecht- en weefmaterialen. tekenen, knippen en plakken zijn voor kleuters goede motorische oefeningen om in groep 3 te gaan leren schrijven.

•

kleuren vormenkast: hier zijn o.a. mozaïek, kralen, kralenplanken, insteekmozaïek, (vormen-)puzzels en lotto's opgenomen.

•

Computerhoek


DIGITAAL BESTAND

•

timmerhoek

•

zandtafel


De hoeken en kasten hebben een uitnodigend karakter. Wanneer aan een thema of project wordt gewerkt, kunnen de kinderen in de hoeken en kasten materialen vinden die aansluiten bij het onderwerp. Het onderwijs in groep 3 t/m 8 Lezen In groep 3 gaan alle kinderen stapsgewijs leren lezen. Voor het aanvankelijk lezen in groep 3 gebruiken we de methode "Veilig leren lezen". Het lezen wordt op speelse wijze aangeleerd. Aansluitend op de methode "Veilig leren lezen" gebruiken wij in de groepen 4 en 5 de methode “Ondersteboven van lezen ”. Deze methode besteedt ook aandacht aan technisch en begrijpend lezen, voordrachtslezen en het bevorderen van het leesplezier. Doel van deze methode is dat kinderen door middel van het toepassen van de leesstrategieën de tekst ook leren begrijpen. Geleidelijk aan vindt er een accentverschuiving plaats van begrijpend naar studerend lezen. In de groepen 6 t/m 8 wordt gewerkt met Nieuwsbegrip XL voor begrijpend lezen. Vanaf schooljaar 2011 / 2012 wordt voor alle groepen meer tijd ingeroosterd voor (technisch) lezen met als het doel het niveau van het leesonderwijs te verhogen. In het taalleesbeleid staan meerdere activiteiten die ingevoerd zijn of worden om aan de kwaliteitsverbetering van het taalleesonderwijs te werken (bijvoorbeeld het dagelijks stillezen). Taal/spelling In alle groepen wordt dagelijks aandacht besteed aan taalvorming. Er worden veel activiteiten gedaan gericht op de taalontwikkeling, bijvoorbeeld voorlezen, vertellen, versjes leren, toneelstukjes opvoeren en luisterspelletjes. We hebben de methode Taal Actief. Schrijven Om goed en netjes letters op papier te kunnen zetten is veel oefening nodig. Vanaf groep 3 t/m 8 wordt gewerkt met de methode "Pennenstreken". De kinderen schrijven in groep 3 met potlood en vanaf groep 4 met een vulpen die ze van school krijgen © Eduforce blad: 21


Engels In de groepen 6, 7 en 8 krijgen de leerlingen Engels met behulp van de methode "Bubbles”. De jonge reporter Bo Bubbles beleeft veel avonturen. Zij is vaak op pad voor het dagblad “Newsbreaker”. De teksten en opdrachten houden rekening met de belevingswereld van de leerlingen. De kinderen leren op een speelse manier Engels. Rekenen Vanaf groep 3 gebruiken wij de methode "Pluspunt". Dit is een realistische rekenen wiskundemethode waarin een evenwichtige afwisseling is van leerkrachtgebonden lessen en lessen zelfstandig werken. In de methode wordt rekening gehouden met de verschillen tussen kinderen zodat het mogelijk is onderwijs op maat te geven. In het schooljaar 2011 – 2012 gaan wij ons oriënteren op een nieuwe methode. Wereldoriëntatie Met ingang van het schooljaar 2011- 2012 starten wij voor de groepen 5 t/m 8 met nieuwe methoden voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek. Dit zijn respectievelijk Meander, Brandaan en Naut. Meander laat kinderen zien dat aardrijkskunde overal in ons alledaagse leven is. Brandaan legt verbanden tussen heden en verleden, zodat geschiedenis betekenis krijgt. Naut leert kinderen de wereld zien, ervaren en onderzoeken op het gebied van natuur en techniek. De methodes zijn verwant aan elkaar. Er wordt gewerkt met spannende verhalen en veel beeldmateriaal.

Expressie activiteiten Naast de leervakken zijn expressievakken op onze school een belangrijk onderdeel van het lesprogramma. De nadruk ligt niet alleen op het leren van technieken, maar ook op het ontwikkelen van de creativiteit. Naast de lessen in de groepen wordt in de onderbouw ook gebruik gemaakt van het zgn. “circuitmodel”. Tijdens deze circuits krijgen de leerlingen uit verschillende groepen te maken met verschillende materialen en technieken. Door de begeleiding van ouders kan er meer aandacht besteed worden aan het aanleren van specifieke technieken die moeilijk aan te leren zijn in een grotere groep.

Lichamelijke opvoeding Onze school heeft de beschikking over 10 lesuren in de sporthal “De Bosrand”. Tijdens de gymles wordt er aandacht besteed aan verschillende vormen van spel en gymnastiek. De school maakt gebruikt van een vakleerkracht gym. © Eduforce blad: 22

DIGITAAL BESTAND


Zwemmen De gemeente Lopik biedt de groepen 3 en 4 de mogelijkheid in de periode van mei t/m september gebruik te maken van het openluchtzwembad in Lopik. Het zal duidelijk zijn dat deelname uitsluitend geschiedt indien de weersomstandigheden dit toelaten. Verkeer Vanaf groep 3 gebruiken we met verkeer de methode “Klaar over”, de verkeersregels worden door herkenbare verkeerssituaties behandeld. In groep 7 kunnen de kinderen hun verkeersdiploma halen door het doen van het verkeersexamen. Sociale redzaamheid Onder sociale redzaamheid wordt verstaan het zichzelf redden in de samenleving. In het basisonderwijs wordt daar aandacht aan besteed door het behandelen van de vakken als Verkeer en Bevorderen van gezond gedrag. Vanaf het schooljaar 2007/2008 wordt de sociaal- emotionele methode WORM toegepast. WORM staat voor: Waarden en normen onderwijs. De methode bestaat uit lessen die aansluiten bij de dagelijkse situatie, belevingswereld en taalgebruik van de leerlingen. Voor het geven van de lessen zijn drie leerkrachten getraind, die de lessen in alle groepen verzorgen. De methode is gericht op intrapersoonlijke-, interpersoonlijke-, en maatschappelijke competenties. De lessen worden gegeven in de groepen 4 t/m 8.

Actief burgerschap en burgerschapontwikkeling Sinds 1 februari 2006 zijn scholen verplicht aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. In de definitie brengt burgerschapsvorming jonge burgers (kinderen, leerlingen) de basiskennis, vaardigheden en houding bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Op onze school besteden wij hier aandacht aan middels - de sociaal-emotionele methode WORM (zie hierboven) - onze catechesemethode Trefwoord (zie hieronder) - activiteiten en projecten die op school plaats vinden met als uitgangspunten goed samenwerken, zorg voor ouderen en kansarmen etc.



Catechese In groep 1 t/m 8 wordt de catechesemethode ‘Trefwoord” gebruikt. Deze methode is thematisch van opzet en heeft iedere dag een dagopening. Verder biedt het schoolteam de ruimte en de nodige ondersteuning bij bepaalde activiteiten, zoals eerste communie en vormsel.

Computer ICT Vanaf groep 1 werken de kinderen geregeld met de computer. Naast onderwijskundige programma’s biedt het netwerk ook toegang tot internet.

4.3 De ordening van de inhoud van het onderwijs De ordening van de inhoud van ons onderwijs vindt u in de bijlage.

4.4 Onze zorg voor onze leerlingen In dit hoofdstuk beschrijven we de manier waarop wij de zorg verlenen: wat we doen, hoe we dat doen en wanneer we dat doen.

Het leerling-dossier Van iedere leerling houden we een leerlingendossier bij. Hierin komen gegevens over het gezin, afspraken met de ouders, handelingsplannen, observaties, toetsgegevens en rapportage gegevens. Ook worden hierin de verslagen van eventuele leerling besprekingen en onderzoeken bewaard. Zo’n leerlingendossier bewijst goede diensten, wanneer leerlingen besproken worden in het team of wanneer wij de hulp inroepen van instanties buiten de school. U kunt hierbij denken aan een psychologisch of didactisch onderzoek.


DIGITAAL BESTAND


Door het goed bijhouden van de resultaten van de leerlingen in een leerlingvolgsysteem kunnen wij de ontwikkeling van een kind vanaf zijn kleuterperiode tot aan groep acht goed volgen. Dit leerlingendossier is voor de ouders ter inzage. Ook hebben ouders recht op een afschrift van een onderwijskundig rapport in geval de leerling de school verlaat. De gegevens van de leerlingen worden vijf jaar na het verlaten van de school vernietigd.

Leerlingvolgsysteem Voor het bijhouden en het volgen van de cognitieve ontwikkelingen van de kinderen maken we voor het merendeel gebruik van CITO toetsen. Dit zijn methodeonafhankelijke toetsen die de ontwikkeling van de kinderen in kaart brengen. Voor het bijhouden van de ontwikkeling op sociaal emotioneel gebied maken wij gebruik van Zien. Dit is een leerlingvolghulpsysteem voor gedrag. Het merendeel van de toetsgegevens dat verzameld wordt, verwerken wij op de computer in het leerlingadministratie- en leerlingvolgsysteem Parnassys. Groepsoverzichten en individuele overzichten kunnen zo snel en gemakkelijk bekeken worden.

Toetsen Hieronder een overzicht van toetsen die wij afnemen: • Kleuters In de kleutergroepen nemen wij de volgende CITO toetsen af: - Taal voor kleuters (voor het volgen van de taalontwikkeling) - Ruimte en tijd (voor het volgen van de ontwikkeling van begrippen als: dag, seizoenen, snel, langzaam, houdingen en bewegingen) - Ordenen (rekenen) • Spelling Vanaf groep 3 maken we twee keer per jaargebruik van de CITO toets Spelling. • Lezen - Technisch lezen (vlot en zonder fouten kunnen lezen) © Eduforce blad: 25


Om de vorderingen op het gebied van het technisch lezen te kunnen meten, worden in de groepen 3 t/m 8 CITO-toetsen afgenomen.: de Drie-Minuten-toets (DMT) en de AVI-toets. De resultaten worden geanalyseerd en worden gebruikt om te kijken of de leerlingen op het gewenste niveau lezen of dat er extra aandacht voor het technisch lezen nodig is. - Begrijpend lezen en woordenschat. In de groepen 3 t/m 8 wordt het begrijpend lezen getoetst. De woordenschat wordt in de groepen 3 t/m 5 met de CITO woordenschat getoetst en in de groepen 6 t/m 8 wordt de toets leeswoordenschat afgenomen. De resultaten geven de vorderingen van de leerlingen aan en kunnen worden gebruikt om leesonderwijs aan te passen. • Rekenen en Wiskunde Voor het volgen van de rekenvaardigheid wordt voor de groepen 3 t/m 8 gebruik gemaakt van de CITO toets Rekenen en Wiskunde. Ook wordt in de groepen 3 t/m 8 twee keer per jaar de Tempo Toets rekenen afgenomen. •

Eindtoets

De CITO Eindtoets basisonderwijs geeft de vorderingen weer van uw kind medio groep 8. Uit onderzoek blijkt dat de Eindtoets een goede voorspeller is van het schoolsucces in het voorgezet onderwijs. De toets is geen examen. De toets moet gezien worden als een onafhankelijk en betrouwbaar hulpmiddel bij het kiezen van een school voor het voortgezet onderwijs. De resultaten worden uiteraard door de leerkracht met de ouders besproken. •

Drempeltoets

Begin mei wordt in groep 7 de drempeltoets afgenomen. Door deze toets af te nemen kunnen we nog beter een voorlopig schooladvies geven.

Het zorgplan Het beleid m.b.t. de organisatie en uitvoer van de zorg staat beschreven in ons zorgplan. Het zorgplan is opgenomen in de bijlage. Het samenwerkingsverband m.b.t. Weer Samen naar School


DIGITAAL BESTAND


Onze school maakt deel uit van het samenwerkingsverband (SWV) Zuid-West Utrecht. Daarin werken alle scholen voor primair onderwijs uit Lopik,Vianen en IJsselstein samen. Naast de basisscholen maken ook de Speciale School voor Basisonderwijs (SBO) de Wenteltrap in IJsselstein en SBO de Brug in Vianen deel uit van dit samenwerkingsverband. De samenwerking is ruim 10 jaar geleden ontstaan om de ontwikkelingen rond Weer Samen Naar School (WSNS) vorm te geven. Het doel van WSNS is de zorg binnen de basisschool dusdanig te vergroten dat zoveel mogelijk kinderen binnen de eigen school geholpen kunnen worden. In de afgelopen jaren is hiervoor binnen elke basisschool van ons SWV een structuur van interne begeleiding en remedial teaching opgezet. Verder is en wordt er gewerkt aan de deskundigheidsbevordering van het onderwijsgevend personeel. Door de vergroting van de zorg is het percentage leerlingen dat in het SBO is geplaatst de afgelopen jaren binnen onze regio gedaald van ruim 5 naar minder dan 4 procent. Passend onderwijs Het kabinet wil een beter stelsel van onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Ook voor kinderen met een handicap of gedragsproblemen moet er een passende onderwijsplek zijn. Liefst op een gewone school waar het kind extra begeleiding krijgt. En als het echt nodig is in het speciaal onderwijs. In het nieuwe stelsel krijgen scholen per 1 augustus 2013 de plicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Als een kind niet kan worden toegelaten op de school van aanmelding, moet deze school een passende onderwijsplek op een andere school (binnen het samenwerkingsverband) zoeken. Met de komst van dit nieuwe systeem van passend onderwijs wordt de landelijke indicatiestelling afgeschaft. Daarmee verdwijnt ook de leerling-gebonden financiering (rugzakje). Binnen de mogelijkheden van de school krijgen kinderen die dit nodig hebben extra ondersteuning in de klas.



5.0

Inzet en ontwikkeling personeel

5.1 Doelen van het personeelsbeleid De organisatie voert een integraal personeelsbeleid. Zij zorgt ervoor dat medewerkers hun werk op een hoog kwaliteitsniveau uit kunnen voeren. De cao vormt de basis van het beleid, maar de stichting wil haar medewerkers meer bieden. Wanneer medewerkers bijzondere wensen en plannen hebben zullen wij serieus onderzoeken of en hoe wij die kunnen ondersteunen. Het personeelsbeleid van de stichting is te vinden op www.lekenijssel.nl

6.0 Overige beleidsterreinen Soms moeten we beleid bijstellen. Zowel binnen als buiten het onderwijs zijn er ontwikkelingen die van invloed zijn en kunnen leiden tot het noodzakelijk versneld invoeren van beleid, het ontwikkelen van nieuw beleid of het bijstellen van bestaand beleid.

Onderwijsinhoudelijk.

Passend onderwijs Het aantal leerlingen dat verwezen wordt naar de SBO-scholen is in onze regio nog niet gedaald naar het gewenste en verwachte niveau. Onderzoek zal uit moeten wijzen welke wijzigingen in beleid het meest doeltreffend zijn. Vast staat dat kinderen van de leerkracht gerichte begeleiding vragen. Teams zullen zich verder moeten versterken in de opvang en begeleiding van alle leerlingen d.m.v. invoeringstrajecten zoals bijv. “1-Zorgroute” of “Handelingsgericht Werken”. Voor kinderen die een eigen leerweg volgen, zal een ontwikkelingsperspectief geschreven moeten worden.


DIGITAAL BESTAND


Concrete uitwerking: Deelnemen aan projecten HGW (Handelingsgericht werken) (1-Zorgroute, Onderwijscontinuüm). Er komt een onderzoek m.b.t. de groei van het SBO. Wij proberen thuis nabij onderwijs te realiseren (bijv. opvang van autistische kinderen op de Wenteltrap i.p.v. in Bilthoven). Maken van een onderwijszorgprofiel. Opbrengst Gericht werken Hebben onze leerlingen voldoende geleerd op het terrein van lezen, spellen en rekenen? Of: wat hadden ze moeten leren? Op die vraag proberen wij continu een antwoord te geven: wat moet je van taal en rekenen beheersen om goed voorbereid te zijn op de volgende fase in je schoolloopbaan en om behoorlijk te functioneren in de maatschappij? De overheid heeft niveaubeschrijvingen en kernprogramma’s voor taal en rekenen voorgeschreven. Wij vinden dit een goede en gewenste ontwikkeling. Deze niveaubeschrijvingen moeten leraren stevig houvast bieden bij hun belangrijke werk. Nu is precies opgeschreven wat de leerlingen voor taal en rekenen op de diverse niveaus moeten leren. Daarmee kunnen we de opbrengst van ons onderwijs meten. Dat is geen vernieuwing, maar een verbetering en daarmee wordt de kwaliteit van ons onderwijs gediend. Concrete uitwerking: In het taal- en rekenbeleidsplan wordt het opbrengst gericht werken beschreven. Inventarisatie van onze lesmaterialen in relatie tot de referentie niveaus. De output van het leerproces wordt vermeld op de schoolmonitor.

Vroeg Vreemde Talen Onderwijs De onderwijsraad heeft het advies neergelegd zo jong mogelijk te starten met de meest voor de handliggende vreemde taal. In onze regio is dat Engels. Wij geven Engels in de groepen 7 en 8. Publicaties geven aan dat het vroeg aanbieden van een vreemde taal voordelen heeft voor de leerlingen. I.o.v. het ministerie van Onderwijs wordt nog onderzocht of het aanbieden van Engels tijdens 15% van de lestijd significante verschillen oplevert. Het is onzeker of over enkele jaren nog subsidies beschikbaar



zijn voor scholing en aanschaf van materialen (via het Europees platform) vanwege het toenemend aantal scholen dat gebruik maakt van deze mogelijkheden. Concrete uitwerking: In het schooljaar 2011- 2012 wordt Engels ook in groep 6 gegeven. Vanaf schooljaar 2012 – 2013 komt groep 5 daarbij. Hoogbegaafdheid De school biedt de bovengemiddelde begaafde leerlingen extra begeleiding en uitdaging aan om een optimaal leerrendement te behalen. Hiermee biedt de school een extra uitdaging aan de leerling om een optimale leerrendement te behalen. Maar ook om: -een evenwichtige ontwikkeling te realiseren, -een reëel zelfbeeld te bevorderen, -verveling en lui worden te vermijden. De scholen signaleren hoogbegaafdheid op de terreinen van rekenen, taal, begrijpend lezen en bij de kleuter specifieke elementen. Concrete uitwerking: Regelmatige evaluatie en kontakten met ouders zijn erg belangrijk. Blijvend op zoek naar extra materialen voor deze leerlingen.

Maatschappelijk. Schooltijden. In het kader van de profilering, de toenemende druk op de TSO en de wens van werkende ouders, moet nagedacht worden over een aanpassing van de schooltijden. Dit vereist ook plaatselijke afstemming met verenigingen en gemeente. Concrete uitwerking:


DIGITAAL BESTAND


Onderzoek naar de wenselijkheid van het invoeren van een continu- en/of blokrooster en andere brede school ontwikkelingen.

Brede scholen / Integraal Kindcentrum. De PO-raad pleit in haar 10-jarenplan voor het deelnemen van alle kinderen vanaf 2½ jaar van minstens 4 dagdelen per week aan een voorschools programma met een naadloze aansluiting tussen voorschool en basisschool. De stichting verwoordt (met de werkgroep kwaliteit) dat, als scholen aandacht hebben voor de behoeften van de plaatselijke gemeenschap, zij de functie van “brede school” kunnen krijgen. Ondernemend zijn met als doel de opvang van peutergroepen in de school, plaats bieden aan voor-, tussen- en naschoolse opvang, nadenken over sport- spel- en zorgarrangementen en versterkte samenwerking met de plaatselijke peuterspeelzalen en kinderopvang is logisch. Concrete uitwerking: Contacten onderhouden met de plaatselijke peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Buitenschoolse Opvang (BSO) wordt zoveel mogelijk in het schoolgebouw realiseren. Een pilot starten voor onderwijs aan 3-jarigen voor 4 ochtenden per week. Aantallen Landelijk gezien is er sprake van een daling van het aantal leerlingen. Ons voedingsgebied valt onder dat deel van Nederland met een “lichte bevolkingskrimp” (0 – 5%) Dit maakt het noodzakelijk goed geïnformeerd te blijven over de actuele aantallen en goede prognoses te hebben. Concrete uitwerking: Goede communicatie met de medewerkers over de prognoses van leerlingenaan-tallen en de mogelijke consequenties voor het personeel, zoals de eventueel noodzakelijke mobiliteit i.v.m. de gewijzigde groeiregeling. Mogelijkheden verkennen om de school nadrukkelijker te profileren en het imago te versterken.



Nieuwe media en wetenschap.

Informatica. Door het hele land is al een glasvezelbekabeling aangelegd. We zullen rekening moeten houden met de inrichting van de hardware voorzieningen: dat de snelheid van data-overdracht verhoogd gaat worden, er meer en meer webbased gewerkt gaat worden en film en schooltelevisie via de smartboarden vertoond gaat worden. Ontwikkelingen maken het ook mogelijk dat kinderen binnen enkele jaren alle internetmogelijkheden mobiel hebben. Dit kan leiden tot de noodzakelijkheid van uitgebreide voorlichting over hoe zichzelf te beschermen, omdat internetcontacten niet meer vanuit thuis of school plaats hoeven vinden. Er zou een leerlijn “mediawijsheid” aan de kunstvakken gekoppeld kunnen worden. Het toenemend gebruik van het digitale schoolbord kan een enorme verrijking zijn. De investering gaat echter grotendeels verloren als leerkrachten onvoldoende geschoold zijn en zich nauwelijks inzetten om hun vaardigheden te evalueren. Concrete uitwerking: Het verplicht deelnemen aan cursussen waarin leerkrachten leren werken met digitale (smart) borden tot een nader vast te stellen certificering. In vacatures wordt aangegeven, dat men vaardig moet zijn in het gebruik van computers en het gebruik van digitale (smart) borden. Mee-ontwikkelen in de voorlichting aan kinderen over het gebruik van telefoon en internet. Wetenschap. Voortdurend worden resultaten van onderzoek gepubliceerd, waaruit blijkt dat het niet verstandig is uit te gaan van veronderstellingen en wensen. Het is belangrijk leerkrachten te informeren over wetenschappelijk onderzoek, de verwachting uit te dragen dat men zichzelf blijft informeren en te stimuleren dat eigen onderzoek binnen de school voorafgaat aan de start van nieuwe ontwikkelingen. Concrete uitwerking: Ontwikkelingen in gang zetten na intern (eigen) en extern onderzoek.


DIGITAAL BESTAND


Interventies worden meer beargumenteerd op basis van specialistische vakkennis en trendanalyses van de eigen organisatie. Wetenschappelijke ontwikkelingen positief, kritisch volgen. Trends. Het is niet duidelijk of bepaalde ontwikkelingen moeten leiden tot aanpassingen van het beleid, omdat er weinig of geen onderzoek is gedaan naar de gevolgen van deze ontwikkelingen. Het blijft natuurlijk altijd de vraag of er überhaupt enige sturing gegeven kan worden aan bepaalde ontwikkelingen, die ook vaak per school verschillen. We denken aan: de vervrouwelijking van het onderwijs en de ondersteunende diensten. minder vanzelfsprekende ondersteuning door ouders bij activiteiten. de toenemende druk op de organisatie van het overblijven (TSO). de constatering dat de ontwikkeling van jongens achterblijft bij meisjes. De financiering van het onderwijs staat onder druk van de bezuinigingen. Een voorbeeld is de bezuiniging van 300 miljoen euro op begeleiding van leerlingen die extra zorg nodig hebben. Terwijl het een breed gedragen wens is om kinderen met extra hulp zo veel mogelijk binnen het reguliere onderwijs te houden. Maar ook de berekening van “de gewichtenregeling”en “de groeitelling” zijn veranderd en leiden tot minder inkomsten. de toenemende vraag naar BSO en de verlaging van de financiële tegemoetkomingen. Concrete uitwerking: De directeur laat zich jaarlijks specifiek informeren over trends en ontwikkelingen binnen de onderwijs branche. 6.1 Financieel beleid/Materieel beleid Controle Het financiële verkeer van de stichting en van de afzonderlijke scholen is transparant. De controle vindt nu nog hoofdzakelijk plaats bij de presentatie van de jaarrekening of op het moment dat bepaalde transacties, min of meer toevallig, in het oog springen. In de komende periode zal een systeem van geplande controle worden ingevoerd, zowel op het niveau van de afzonderlijke scholen als van de stichting als geheel.



Lumpsum Het directieberaad is goed voorbereid op de invoering van de lumpsum. Alle scholen zijn vrij de conceptbegroting aan te passen aan de onderwijskundige prioriteiten van de school. Uiteraard moet de schoolbegroting wel passen binnen de financiële beleidskaders van de stichting. Gebouwen De stichting zorgt voor aantrekkelijke en doelmatige schoolgebouwen die passen bij deze tijd. De gebouwen moeten technisch in orde zijn, ze moeten op alle punten voldoen aan de landelijke veiligheidsnormen. Bovendien moeten ze kwalitatief aansluiten bij het onderwijsproces. Binnen de stichting regelen we de financiering van de huisvesting met een centraal systeem dat gekenmerkt wordt door solidariteit. Sommige scholen hebben nu eenmaal een gebouw dat veel duurder is in onderhoud dan andere. Daarom dragen de scholen een deel van hun financiële middelen voor het gebouwenonderhoud af aan een gemeenschappelijke begroting. Voor een efficiënte aanpak van onze taak op het terrein van huisvesting en onderhoud werken we met een extern bureau, dat zorgt voor meerjaren onderhoudsplannen en de uitvoering daarvan Aansprakelijkheid. Personeel en materieel is verzekerd tegen aansprakelijkheid en vervolgschades.

6.2 Externe contacten

Besturenfusies


DIGITAAL BESTAND


Stichting Lek en IJssel zal in de komende periode geen initiatief nemen tot besturenfusies die gericht zijn op het beter afdekken van financiële risico’s of vergroting van het spreidingsgebied. De stichting is groot genoeg. Toch kunnen er andere omstandigheden zijn die reden zijn voor een besturenfusie. Samenwerking met educatieve partners In de regio is een aantal organisaties actief met hetzelfde doel als Stichting Lek en IJssel: de ontwikkeling van kinderen. Wij onderhouden daarom niet alleen contacten met leerlingen en ouders, maar ook met educatieve instellingen in de regio, die met dezelfde doelgroep werken. Belangrijke externe partners zijn voor onze school zijn: - De Gemeente Lopik Op gemeentelijk niveau zullen we samenwerken om het lokale onderwijs goed te ontwikkelen. - Voortgezet onderwijs Om de overgang van het primair onderwijs naar het vervolgonderwijs goed te laten verlopen zullen we ons actief opstellen in de bestaande werkgroepen. Wanneer dat nodig is zullen wij optreden als initiator om betrokken partijen bij elkaar te brengen. - Peuterspeelzaal “Het Berehol” Met de peuterspeelzaal is een goede samenwerking. - Tover de organisatie uit Lopik die de buitenchoolse opvang organiseerd - Opleidingsinstituut voor leraren Stichting Lek en IJssel is al enige tijd in gesprek met Hogeschool de Domstad in Utrecht over een vaste vorm van samenwerking. Daarbij hebben wij beiden te winnen: de Domstad is gegarandeerd van voldoende stageplekken, en Stichting Lek en IJssel kan onder betere voorwaarden diensten op het gebeid van onderwijsontwikkeling afnemen. Bovendien biedt zo’n samenwerking ons de mogelijkheid potentiële toekomstige medewerkers bekend te maken met de manier van werken op de scholen van Lek en IJssel. -Net werk 12- Netwerk jeugdhulpverlening Lopik Binnen de gemeente Lopik bestaat er een netwerk jeugdhulpverlening 0-12 jaar. Dit netwerk dat onder de naam netwerk 12opereert, komt iedere zes weken bij elkaar voor overleg. Dit netwerk heeft tot doel om methodisch samenwerkingsprocessen te organiseren om zodoende de positie van kinderen te verbeteren en meer ontplooiingskansen te creëren. De subdoelen samenwerken en afstemmen tussen de verschillende instellingen zijn hierbij van groot belang. Het uitwisselen van informatie over kinderen en/of gezinssystemen is een middel om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen en waar nodig en mogelijk passende hulp of ondersteuning in gang te zetten.



Inspectie De school valt onder het Rijksinspectiekantoor (RIK) Utrecht. De inspectie heeft een controlerende en adviserende functie. Hij/zij bezoekt periodiek de school en bespreekt dan de ontwikkelingen binnen de school. Schoolbegeleidingsdienst De school is aangesloten bij Eduniek in Maartensdijk. Er is een vaste contactpersoon die de school begeleidt bij de onderwijskundige en organisatorische ontwikkelingen. Tevens kan de hulp ingeroepen worden van een orthopedagoog voor individuele leerlingenhulp en onderzoek. Parochie De school onderhoudt contacten met de pastoor over vormsel en Eerste Heilige Communie. Gemeentelijk overleg 3 tot 4 maal per jaar is er een overleg van de Gemeente Lopik voor de schooldirecteuren.


DIGITAAL BESTAND

7.0


Onze zorg voor kwaliteit

7.1 Inleiding Onze school heeft kwaliteit als de leerlingen, de ouders, en de overheid de school een goede school vinden. Ons streven is leerlingen toe te leiden naar de voor hen hoogst haalbare vorm van vervolgonderwijs. 7.2 Inrichting van onze kwaliteitszorg Onze zorg voor kwaliteit willen wij bewaken en optimaliseren door; • Periodiek (om de 4j aar) een interne sterkte- zwakte analyse uit te voeren. • Periodiek (om de 4 jaar) een oudervragenlijst opstellen en meegeven. • Jaarlijks onze afsprakenlijst m.b.t. vakgebieden en rapport te evalueren . • Jaarlijks ons stappenplan te evalueren en het stappenplan voor het komende jaar concretiseren en evt. bijstellen. • De uitslagen van de CITO LVS,, Drempeltoets en CITO eindtoets van achtereenvolgende jaren blijven vergelijken. • De uitslagen van methode onafhankelijke toetsen van achtereenvolgende jaren in de gaten houden. Een werkgroep kwaliteit is samengesteld welke onder een deskundige van Eduniek het kwaliteitstraject vorm zal geven en bewaken.



7.3 Beleidsvoornemens/plannen Schoolplan St.-Victorschool

2007 –2011

Veranderingsparagraaf Vanuit de Stichting Onderwerp Sociale veiligheid, burgerschap en intergratie Ouders als partner Wet BIO Passend onderwijs (onderwijs op maat) Vanuit de kwaliteitszorg Onderwerp Afnemen Dis Tussenevaluatie Dis Afnemen Ouder enquête Tussenevaluatie Vanuit de Inspectie Onderwerp De school legt verantwoording af aan belanghebben van het gerealiseerde onderwijs. ( Scherper formuleren

07-08 x

08-09

09-10

10-11

x x

07-08 x

08-09

09-10

10-11

x x x

07-08 x

08-09 x

09-10


10-11

DIGITAAL BESTAND


doelstellingen en keuzes) Leerlingen zijn actief gericht op leren Onderwijs is afgestemd op onderwijsbehoeften leerlingen

Vanuit het team Onderwerp Doorgaande lijn binnen beschrijven en uitvoeren

de

school

Kleuter/midden/bovenbouw 1x per maand bouwvergaderingen studiedagonderwerpen bespreken/intervisie Communicatieprocessen evalueren en zonodig aanpassen Evalueren/borgen topondernemers groep 3 t/m 8 Evalueren/borgen taal/spellingsmethode Evalueren/borgen creamiddagen Evalueren/borgen techniek Evalueren/borgen kunst/cultuur Evalueren/borgen Worm Groep 4 t/m 8 Evalueren/borgen Worm Groep 1 t/m 3 Evalueren/borgen digitaal schoolbord Evalueren zorgplan /organisatie van de zorg (zowel schoolbreed als in de groep) Digitaal klassenmanagement evalueren en borgen

x x

x x

x x

x

07-08 x

08-09 x

09-10 x

10-11

x

x

x

x x

x

x x x x x

x x x x

x x

x



Klassendoorbrekend werken Kwaliteitstraject (bewaking acties)

x x


DIGITAAL BESTAND

8.0


Bijlagen

8.1 Schema inhoud onderwijs 8.2 Ordening onderwijs in lesuren 8.3 Formulier vaststelling schoolplan



8.2 Schema inhoud onderwijs VAKVORMINGSGEBIED/ACTIVITEIT:

1.1.1.1.1.1.1.GODSDIENSTONDERWIJS / GEESTELIJKE STROMINGEN Doelen van de school • De school draagt bij aan de levensbeschouwelijke vorming van de leerlingen vanuit de katholieke identiteit met ruime aandacht voor waarden, normen en respect voor ieders culturele en levensbeschouwelijke achtergrond. • In de catecheselessen gaan we uit van het katholieke geloof d.m.v. verhalen, al dan niet uit de bijbel, en vieringen waar de kinderen actief bij worden betrokken. • De leerlingen kennen enkele geestelijke stromingen die in de multiculturele samenleving een belangrijke invloed hebben, enkele karakteristieke en kenmerkende opvattingen, en weten gezichtsbepalende voorgangers te noemen. • De leerlingen kunnen met voorbeelden illustreren, onder meer door middel van het duiden van feest- en gedenkdagen, dat in het dagelijks leven in de levensbeschouwing van mensen tot uitdrukking komt. Methoden / Materialen

-

Methode Trefwoord Advent- en kerstvieringen Paasviering Communievoorbereiding

A.

NEDERLANDSE TAAL

-

Relatie met de kerndoelen

Ons inziens voldoet het systeem aan de kerndoelen.

Uitvoering in de praktijk

Zie groepsmap.

Beleidsvoornemens / plannen 2007-2011 Methode Trefwoord blijven gebruiken. Deze methode besteedt ook aandacht aan andere geloven en culturen.

Algemene doelen van de school • Vaardigheden ontwikkelen waarmee de kinderen deze taal doelmatig gebruiken in situaties die zich in het dagelijkse leven voordoen. • Kennis en inzicht verwerven omtrent betekenis, gebruik en vorm van taal. • Plezier hebben of houden in het gebruiken en beschouwen van taal.


DIGITAAL BESTAND


B.1. LEESVAARDIGHEID • De leerlingen maken zich een goede technische leesvaardigheid eigen. • De leerlingen weten, dat men kan lezen met verschillende doelen. • De leerlingen kunnen informatieve en betogende teksten, verhalen, poëzie, dialogen voor hoorspel, poppenkast of toneel onderscheiden. • De leerlingen kunnen hun manier van lezen aanpassen aan een door henzelf of door de leerkracht gesteld lezersdoel. • De leerlingen kunnen hoofdzaken van een informatieve tekst weergeven. • De leerlingen kunnen bij een betogende tekst de hoofdlijn van het betoog aangeven en weergeven hoe hun mening zich verhoudt tot de mening in de tekst. • De leerlingen kunnen algemeen gebruikte schriftelijke informatiebronnen hanteren. • De leerlingen hebben plezier in lezen en zijn op de hoogte van verschillende jeugdboeken en genres.



Methoden / Materialen



Beleidsvoornemens / plannen 2007-2011


DIGITAAL BESTAND

Taalontwikkeling kleuters Methode: - Schatkist

AANVANKELIJK LEZEN Methode : Veilig Leren Lezen.


De methode voldoet aan de kerndoelen

Zie handleiding groepsmap

-

Kleuters actief volgen met het lvs van Schatkist

De methode voldoet aan de kerndoelen.

Zie handleiding en groepsmap.

-

aansluiting groep 1 en 2 naar groep 3 vastleggen

-

Implementeren nieuwe methode

-

Het doorlopend opschonen van het boekenbestand. Het jaarlijks aanschaffen van nieuwe leesboeken, voor de schoolbibliotheek. bewaken leesprotocol waarin aandacht voor leerlijnen en minimum doelen.

VOORTGEZET LEZEN Methode : Taak Actief Diverse groepsleesDe methode voldoet aan de boekjes ingedeeld op kerndoelen. AVI-niveau voor de groepen 3 t/m 8. schoolbibliotheek met prentenboeken en leesboekjes op AVIniveau voor het stillezen voor leerlingen die goed op AVI-niveau zitten. Tutor-lezen door lln. van groep 7/8 aan lln. van de groepen 4-5-6 Materialen uit de orthotheek, zoals speciale leesbegeleiding. BEGRIJPEND/ STUDEREND LEZEN De methode voldoet aan de Methode kerndoelen. Onderste boven van lezen

Zie handleiding.

-

-

Zie handleiding.

LEESBELEVING -

de school heeft een uitgebreide bibliotheek

onbekend

-

2x per week wordt er BAVI gelezen per groep wordt een jaarlijks voorleeswedstrijd georganiseerd, winnaars dingen mee naar regionale competitie



B.2. MONDELINGE TAALVAARDIGHEID Doelen van de school • De leerlingen weten dat men kan luisteren en spreken met verschillende doelen. • De leerlingen kunnen de inhoud en bedoeling van wat er tegen hen gezegd wordt begrijpen. • De leerlingen kunnen vragen stellen om informatie te verzamelen over een door henzelf gekozen onderwerp. • De leerlingen kunnen verslag uitbrengen. • De leerlingen kunnen iets uitleggen. • De leerlingen kunnen hun ervaringen, mening, waardering of afkeuring op persoonlijke wijze weergeven. • De leerlingen kunnen deelnemen aan een formeel gesprek. • De leerlingen kunnen bij het realiseren van het voorgaande in voorkomende situaties gebruik maken van communicatiemiddelen. • Het vergroten van de luisteren spreekvaardigheid van de leerlingen in verschillende en gevarieerde situaties. Methoden / Materialen Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Beleidsvoornemens / plannen 2007-2011 Methode : Groepen 1-2 gebruiken De doelen van de methode Zie handleidingen. diverse projecten. Er kan komen overeen met de gebruik gemaakt worden kerndoelen. van aanwezige methodes: Schatkist Groep 3 t/m 8 : Taal actief B.3. STELLEN Doelen van de school • De leerlingen weten, dat er geschreven wordt met het oog op verschillende doelen. • De leerlingen kunnen hun gedachten, ervaringen, gevoelens en bedoelingen uiten bijvoorbeeld in een verhaal, een gedicht en in een dialoog voor hoorspel, poppenkast of toneel. • De leerlingen kunnen teksten schrijven waarin zij hun eigen ervaringen, mening, waardering of afkeuring duidelijk weergeven. • De leerlingen kunnen een brief schrijven volgens algemeen geldende conventies. • De leerlingen kunnen op basis van eigen kennis en waarneming of op basis van verkregen informatie een werkstuk maken. • De leerlingen kunnen schrijven toepassen als middel om gedachten, ervaringen, gevoelens en bedoelingen voor henzelf te ordenen. • De leerlingen kunnen de vormgeving en de presentatie van hun teksten verzorgen door aandacht te besteden aan de leesbaarheid van hun spelling, de leesbaarheid van hun handschrift, zinsbouw, bladspiegel, beeldende elementen en kleur. Methoden / Materialen Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Beleidsvoornemens / plannen 2003 – 2007 Methode : Taal Actief voor groep 3 De methode voldoet aan de Zie handleiding. t/m 8 kerndoelen. Werkstukken


DIGITAAL BESTAND


B.4. TAALBESCHOUWING EN SPELLING Doelen van de school • De leerlingen kunnen met voorbeelden aangeven hoe talen en taalvarianten relaties tussen mensen kunnen bepalen en hoe die relaties samenhangen met culturele overeenkomsten en verschillen. • De leerlingen kunnen met voorbeelden aangeven dat de betekenis van een taaluiting beïnvloed wordt door de situatie, de vorm, onuitgesproken bedoelingen, lichaamshouding, gezichtsuitdrukking en gebaren. • De leerlingen kunnen met voorbeelden aangeven dat een taal of taalvariant op verschillende manieren gebruikt kan worden. • De leerlingen weten dat mondelinge en schriftelijke communicatie gebaat is bij regels. Zij kunnen voorbeelden van situaties geven, waarin deze regels functioneel zijn.. • De leerlingen kennen een aantal taalkundige principes en regels. • Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van het gezegde onderscheiden. • Zij kennen regels voor het spellen van werkwoorden, het spellen van andere woorden dan werkwoorden en voor het gebruik van leestekens. • De leerlingen kunnen begrippen hanteren die het mogelijk maken over taal te denken en te spreken als : betekenis, beeldspraak, letterlijk en figuurlijk taalgebruik, uitdrukking, gezegde, spreekwoord, synoniem, gevoelswaarde, symbool, beeldtaal, pictogram, moedertaal, tweede taal, vreemde taal, dialect, meertalig, gespreksregels, formeel en informeel taalgebruik, spelling, uitspraak, onderwerp van een zin, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, deelwoord, onbepaalde wijs, werkwoord, tegenwoordige tijd, verleden tijd, enkelvoud, meervoud, gedicht, poëzie, verhaal, drama, toneelstuk, jeugdboek, monoloog, dialoog, hoofdstuk, paragraaf, alinea, zin, klemtoon, lettergeep, komma, punt, puntkomma, vraagteken, uitroepteken, dubbele punt, aanhalingsteken. • De leerlingen kunnen plezier hebben of houden in het gebruiken en beschouwen van taal. Methoden / Materialen Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Beleidsvoornemens / plannen 2003 – 2007 Methode : Taal Actief voor groep 3 De methoden voldoen aan de Zie handleidingen. Methode spelling t/m 8 kerndoelen. evalueren en zorgen voor aanpassingen Materiaal in de orthotheek indien nodig

C. SCHRIJVEN Doelen van de school We streven er naar dat • de kinderen zich een handschrift eigen maken, dat voldoende duidelijk is en goed leesbaar. • de kinderen in een acceptabel tempo teksten kunnen schrijven. Methoden / Materialen Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Beleidsvoornemens / plannen 2003 – 2007 Methode Pennenstreken voor de groepen 1 t/m 8.


Zie handleiding.

Het evalueren van de methode en nieuwe ontwikkelingen/ methoden m.b.t. schrijven bespreken..



D. ENGELS Algemene doelen • De leerlingen vertrouwd maken met een vreemde taal. • Aandacht besteden aan de functie van Engels als belangrijke internationale taal. • De leerlingen herkennen het Engels als bron van leenwoorden in het Nederlands. • Het leggen van een basis voor het spreken en het lezen van de Engelse taal, uitgaande van alledaagse situaties. • Het verwerven van een woordenschat, inzicht krijgen in zinsbouw en de betekenis van woorden kunnen achterhalen. TAAL- EN LEESVAARDIGHEID Doelen van de school • De leerlingen begrijpen eenvoudige teksten over alledaagse situaties. • De leerlingen begrijpen en spreken voldoende Engelse woorden om gesproken mededelingen te kunnen begrijpen over alledaagse situaties. • De leerlingen begrijpen de hoofdzaken van een eenvoudige, geschreven tekst. • De leerlingen kunnen een woordenboek gebruiken en zo de betekenis van woorden achterhalen. Methoden / Materialen Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Beleidsvoornemens / plannen 2003 – 2007 Methode : Bubbles De methode voldoet aan de Zie handleiding. Geen. eigen materialen kerndoelen.

E. REKENEN / WISKUNDE Algemene doelen • Kunnen verbindingen leggen tussen het onderwijs in rekenen/wiskunde en hun dagelijkse leefwereld. • De leerlingen verwerven basisvaardigheden, begrijpen eenvoudige wiskundetaal en kunnen dit toepassen in praktische situaties. • De leerlingen kunnen reflecteren op eigen wiskundige activiteiten en resultaten hiervan op juistheid controleren. • De leerlingen kunnen eenvoudige verbanden leggen. • De leerlingen kunnen regels, patronen en structuren opsporen. • De leerlingen kunnen onderzoeken redeneerstrategieën in eigen woorden beschrijven en gebruiken. 1.1.1.1.5.1.1.1.E.1. REKENVAARDIGHEID Doelen van de school • De leerlingen kunnen met wisselende eenheden tellen en terugtellen. • De leerlingen kennen de optel- en vermenigvuldigtafels tot tien uit het hoofd. • De leerlingen kunnen eenvoudige hoofdrekenopgaven vlot uit het hoofd uitrekenen, waarbij ze verschillende bewerkingen inzichtelijk toepassen. • De leerlingen kunnen schattend rekenen, ook met breuken en decimale breuken, door de uitkomst globaal te bepalen. • De leerlingen hebben inzicht in de structuur van de gehele getallen en inzicht in het positiesysteem van de decimale


DIGITAAL BESTAND

• • •


getallen. De leerlingen kunnen de rekenmachine met inzicht gebruiken. De leerlingen kunnen een eenvoudige, niet in wiskundige taal aangeboden probleemstelling zelf in wiskundige termen omzetten. De leerlingen kunnen de bewerkingen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen volgens standaardprocedures of varianten daarvan uitvoeren en deze in eenvoudige situaties toepassen.

E. 2 VERHOUDINGEN, PROCENTEN EN (DECIMALE) BREUKEN Doelen van de school • De leerlingen kunnen verhoudingen vergelijken en oplossen. • De leerlingen kennen het begrip “procent” en kunnen in eenvoudige situaties praktische procentberekeningen uitvoeren. • De leerlingen begrijpen het verband tussen verhoudingen, breuken en decimale breuken. • De leerlingen weten, dat een breuk en een decimale breuk op verschillende manieren betekenis kan worden gegeven. • De leerlingen kunnen breuken en decimale breuken op een getallenlijn plaatsen en breuken in decimale breuken omzetten, ook met een rekenmachine. • De leerlingen kunnen in eenvoudige toepassingssituaties, met gebruikmaking van modellen eenvoudige breuken en decimale breuken vergelijken, optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen. E.3. METEN EN MEETKUNDE Doelen van de school • De leerlingen kunnen klokkijken en tijdsintervallen berekenen, ook met behulp van de kalender. • De leerlingen kunnen in alledaagse situaties met geld rekenen. • De leerlingen hebben inzicht in de relatie tussen de belangrijkste grootheden en de bijbehorende maateenheden. • De leerlingen kennen de gangbare maten van lengte, oppervlakte, inhoud, tijd, snelheid, gewicht en temperatuur. Zij kunnen dit in eenvoudige toepassingssituaties hanteren. • De leerlingen kunnen eenvoudige tabellen en grafieken lezen. Zij kunnen deze eenvoudige situaties op grond van eigen metingen zelf samenstellen. • De leerlingen beschikken over eenvoudige noties en begrippen, waarmee zij ruimte meetkundig kunnen ordenen en beschrijven. • De leerlingen kunnen ruimtelijk redeneren. Zij bedienen zich daarbij van bouwsels, plattegronden, kaarten en foto’s, en gegevens over plaats, richting, afstand en schaal. • De leerlingen kunnen schaduwbeelden verklaren, figuren samenstellen en bouwplaten van regelmatige objecten ontwerpen en herkennen. Methoden / Materialen Methode : Pluspunt materialen voor extra instructie en verrijking.




Beleidsvoornemens / plannen 2003 – 2007

Zie groepsmap en handleiding.



F. HET WERKEN MET ONTWIKKELINGSMATERIAAL Specifieke doelen voor de groepen 1 en 2 • De leerlingen beschikken over een grote mate van kennis van de begrippen en ruimtelijk inzicht en kunnen dit laatste ook in het platte vlak gebruiken. • De leerlingen hebben Inzicht in de verhoudingen in het platte vlak. • De leerlingen kunnen visueel en auditief discrimineren. • De leerlingen kunnen zelfstandig opdrachten uitvoeren. • De leerlingen kunnen samenwerken. • De leerlingen kunnen geconcentreerd luisteren. • De leerlingen kunnen een goede motorische vaardigheid ontwikkelen. • De leerlingen kunnen ordenen: kleuren en vormen benoemen, classificeren. • De leerlingen hebben inzicht in rangorde, kunnen seriëren, vergelijken en tellen. • De leerlingen kunnen abstract denken. • De leerlingen hebben belangstelling voor boekjes, letters en cijfers.


DIGITAAL BESTAND


Methode : Schatkist -

Pluspunt

-

Pennenstreken


Relatie met de kerndoelen De nagestreefde doelen zijn terug te vinden in diverse beschrijvingen van de doelen van de school en de kerndoelen van de verschillende vak/vormingsgebieden.


Beleidsvoornemens / plannen 2007-2011 -

Werkwijze : -

werken in groepen arbeid naar keuze klein groepswerk klassikaal

-

De doorgaande lijn goed op papier zetten met betrekking tot de verschillende ontwikkelingsgebieden. Het blijvend actualiseren vernieuwen van het materiaal..

Materialen : -

Constructiemateriaal

-

Bouwmateriaal.

-

Wereldspelmateriaal

-

Poppenhoekmateriaal

-

Ongevormd materiaal

-

Boekenhoekmateriaal

-

Materiaal voor de verstandelijke ontwikkeling

-

Specifiek materiaal met betrekking tot voorbereidend lezen, rekenen en schrijven

-

Computer software

Bewaking: zie groepsmap en handleidingen.



G. DE WERELDORIËNTERENDE VAKKEN Bij de wereldoriënterende vakken worden de leerlingen wegwijs gemaakt in het systeem van de schoolbibliotheek, waar Internet in de komende jaren ook haar plaats zal krijgen. G. 1. AARDRIJKSKUNDE EN TOPOGRAFIE Doelen van de school • De leerlingen dienen noodzakelijke kennis en vaardigheden te verwerven. • De leerlingen dienen zich af te vragen : wat is hier en wat is daar en waarom dan ? • De leerlingen dienen te leren nadenken over geografische verschijnselen. • De leerlingen dienen vertrouwd te raken met verschijnselen die betrekking hebben op de indeling en de inrichting van de ruimte. • De leerlingen dienen te leren inzien dat het gebruik van de ruimte wordt bepaald door factoren als klimaat, cultuur, ideële motieven. • De leerlingen moeten een atlas/topografische kaart kunnen hanteren. • De topografische kennis van de leerlingen moet zover reiken, dat ze bij andere situaties die betrekking hebben op topografie geen problemen ondervinden. • De leerlingen moeten kennis hebben van de topografie van de eigen regio, Nederland, Europa en de wereld. Methoden / Materialen Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Beleidsvoornemens / plannen 2007-2011 Methode en Materialen: Topondernemers Bos topografie


Zie handleidingen.


G.2. GESCHIEDENIS Doelen van de school • De leerlingen dienen verschijnselen van nu te leren, te begrijpen en te verklaren vanuit het verleden. • De leerlingen dienen te beseffen dat de samenleving verandert en dat elke verandering betrekkelijk is. • De leerlingen dienen ervaringen op te doen en kennis te nemen van het tijdsverloop en perioden. • De leerlingen dienen maatschappijvormen te leren uit het verleden en het heden. • De leerlingen dienen kennis te nemen van het ontstaan van onze democratie. • De leerlingen dienen te leren bewust en kritisch om te gaan met de democratie. • De leerlingen dienen te leren na te denken en vragen te stellen over historische verschijnselen. Methoden / Materialen Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Beleidsvoornemens / plannen 2007-2011 Methode: Topondernemers


Zie handleidingen.



DIGITAAL BESTAND


G. 3. NATUURONDERWIJS Doelen van de school • De leerlingen dienen te leren respect, waardering en belangstelling te hebben voor mens, plant en dier. • Kennis, inzicht en vaardigheden verwerven die mensen nodig hebben om op juiste wijze met de levende en nietlevende natuur om te gaan. • De leerlingen dienen te leren zich kritisch bezig te houden met milieuzaken. • De leerlingen dienen te leren de natuur te zien “in brede zin” als wezenlijk, onmisbaar onderdeel van het leven. Methoden / Materialen Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Beleidsvoornemens / plannen 2007-2011 Methode / Materialen: “ Topondernemers Voldoet aan de kerndoelen Implementeren nieuwe Er wordt gebruik gemaakt methode Zie lesbrieven en van eigen materialen en handleidingen. van o.a., NOT-serie “Huisje, Boompje, Beestje” en “Nieuws uit de natuur”

G.4. MAATSCHAPPELIJKE VERHOUDINGEN / STAATSINRICHTING Doelen van de school • De leerlingen kennen enkele hoofdzaken van de staatsinrichting. • De leerlingen kunnen enkele aspecten van het verschijnsel arbeid aangeven. • De leerlingen kunnen enkele aspecten van het functioneren van bedrijven aangeven. • De leerlingen kunnen enkele aspecten van het verschijnsel “groepen in onze samenleving” aangeven. Methoden / Materialen Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Beleidsvoornemens / plannen 2007-2011 Methode De methode voldoet aan de Zie handleiding Implementeren nieuwe Topondernemers kerndoelen geschiedenismethode en methode Het tijdschrift: Samsam Tv-weekjournaal lesbrieven tv-weekjournaal. De krant Anne Frankkrant

G.5. BEVORDERING GEZOND GEDRAG Doelen van de school • De leerlingen kunnen aangeven, hoe zij zelf bij kunnen dragen aan het behoud en de bevordering van de eigen gezondheid. • De leerlingen kunnen aangeven, hoe zij kunnen omgaan met ziektesituaties, lichamelijke en geestelijke ongemakken en handicaps en beschikbare voorzieningen. • De leerlingen kunnen hun kennis en veiligheidsrisico’s en risicobeperkende regels toepassen in speel- en werkgedrag in en om de school.


Schoolplan 2011-2015 •

De leerlingen kunnen aangeven, hoe ze op een gezonde manier kunnen omgaan met het natuurlijk leefmilieu.

Methoden / Materialen Materialen: Topondernemers GGD projectlessen


Ons inziens voldoet het systeem aan de kerndoelen


vogelvlucht.

Beleidsvoornemens / plannen 2007-2011 Implementeren nieuwe methode

G.6. BEVORDERING van SOCIALE REDZAAMHEID, waaronder GEDRAG in het VERKEER Doelen van de school • De leerlingen kunnen als koper van producten en als gebruiker van diensten de volgende vaardigheden toepassen: herkennen van en omgaan met verkoopbevorderingstechnieken, omgaan met geld, informatie gebruiken over de samenstelling van een product met het oog op de gezondheid, vergelijken van prijzen en kwaliteiten, hun weg vinden in postkantoor en gemeentehuis. • De leerlingen hebben inzicht in verkeerssituaties. Daartoe kennen zij verkeersregels en de betekenis van verkeersborden. • De leerlingen kunnen het voorgaande toepassen als zij deelnemen aan het verkeer of buiten spelen. • De leerlingen kennen de betekenis van dienstregelings- en mededelingenborden en kunnen een spoorboekje hanteren, zodat zij zich als gebruiker van het openbaar vervoer kunnen redden. • De leerlingen beschikken over kennis en vaardigheden die nodig zijn voor hun deelname aan groepsprocessen in en rond de school. Methoden / Materialen Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Beleidsvoornemens / plannen 2007-2011 Methode / Materialen: Voldoet. aan de kerndoelen. Zie handleiding. Uigebreide variatie aan werkvormen binnen ons dagelijks onderwijs. Klaar over Oefeningen verkeersexamen in groep 7 Groep 7: theoretisch /praktisch verkeersexamen

G.7. Techniek Doelen van de school • In ontwikkeling Methoden / Materialen Materialen: -



Beleidsvoornemens / plannen 2007-2011 In ontwikkeling Implementeren nieuwe methode


DIGITAAL BESTAND

G.8. actief burgerschap Doelen van de school • in ontwikkeling Methoden / Materialen




Materialen: -

Beleidsvoornemens / plannen 2007-2011 In ontwikkeling -implementeren van de leerstof

G. 9 WERELDORIENTATIE Specifieke doelen voor de groepen 1 t/m 4 • In groepen 1 t/m 4 wordt hoofdzakelijk thematisch gewerkt. • De leerlingen doen zoveel mogelijk vanuit de eigen belevingswereld ervaring op. • De ervaringen en de waarnemingen betekenen bij voorkeur niet uitsluitend kijken maar ook voelen, tillen, ruiken, bewegen, aanraken, betasten, luisteren. • De leerlingen leren stap voor stap de wereld om zich heen kennen en kunnen relaties leggen met ruimte en tijd. • De leerlingen leren omgaan met de natuur en natuurkundig gebeuren. • De leerlingen leren zien van oorzaak en gevolg. Methoden / Materialen Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Beleidsvoornemens / plannen 2007-2011 Methode : - implementeren van de MethodeTopondernemers Het systeem voldoet aan de kerndoelen. methode voor de groepen 3en 4 Werkwijze: topondernemers -

Materialen :

-

tv-series, waaronder huisje, boompje, beestje

-

werken in groepen arbeid naar keuze klein groepswerk klassikaal

Bewaking: zie groepsmap



H. LICHAMELIJKE OPVOEDING Algemene doelen • Het bevorderen van een veelzijdige motorische vaardigheid. • Het bevorderen en behouden van een positieve instelling t.o.v. het bewegen. H.1. Gymnastiek en atletiek Doelen van de school • de leerlingen kunnen balanceren op stabiele, smalle en labiele grondvlakken en met verschillende materialen. • de leerlingen kunnen verschillende vormen van springen uitvoeren: vrije sprong en sprongsteunen vanaf en over toestellen. • de leerlingen kunnen verschillende vormen van rollen en duiken uitvoeren: voorover, achterover, op, aan en om toestellen. • de leerlingen kunnen klimmen en klauteren op en aan toestellen. • de leerlingen kunnen zwaaien op en aan toestellen. • de leerlingen kunnen hoog- en verspringen: hardlopen als sprint en als duurloop. • de leerlingen kunnen verwerpen en gericht werpen met werpmaterialen. • de leerlingen kunnen de eigen bewegingsmogelijkheden en die van anderen inschatten en desgewenst tot een gezamenlijke uitvoering komen. H.2. SPEL • de leerlingen kunnen de volgende spelvormenuitvoeren: tik- en afgooispelen, doelspelen, slag- en loopspelen, stoeispelen en lijn-(of net)spelen. • de leerlingen beheersen basisvaardigheden als werpen, vangen,slaan, mikken, jongleren, en voortbewegen met een bal of andere spelvoorwerpen. • de leerlingen kunnen verschillende taken uitvoeren binnen spelsituaties, samen met anderen een veilige spelsituatie op gang brengen en op gang houden, met respect voor andere deelnemers. • de leerlingen kunnen omgaan met elementen als spanning, winst en verlies. H.3. BEWEGEN OP MUZIEK • de leerlingen kunnen bewegen op een gespeeld ritme(tamboerijn of Tam-tam) of muziek. • de leerlingen kunnen in juist tempo bewegen en de bewegingen op de juiste momenten inzetten(gaan, lopen, hup/galop). • de leerlingen kunnen ruimtelijke patronen en danspassen uitvoeren en daarbij inspelen op het bewegen van de anderen. Methoden / Materialen Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Beleidsvoornemens / plannen 2003 – 2007 Materialen: Bronnenboeken: Het systeem voldoet aan de Zie groepsmap en Geen. “Basislessen kerndoelen. handleidingen. bewegingsonderwijs”


DIGITAAL BESTAND


I. KUNSTZINNIGE VORMING Algemene doelen • De leerlingen leren hun ideeën, gevoelens, waarnemingen en ervaringen op persoonlijke wijze vormgeven in beeldende werkstukken. • De leerlingen nemen gericht waar. • De leerlingen leren respect te hebben voor de verschillende wijzen, waarop mensen zich in beelden uitdrukken. .TEKENEN, HANDVAARDIGHEID EN DRAMA Doelen van de school • de leerlingen kunnen werkstukken vormgeven op basis van gericht waarnemen, op basis van innerlijke voorstellingen van een onderwerp, vanuit geheugen, fantasie en/of beleving. • de leerlingen kunnen werkstukken maken met een communicatieve functie of een gebruiksfunctie. • de leerlingen kunnen beeldende aspecten zoals vorm, kleur, ruimte, textuur en compositie doelgericht gebruiken in een werkstuk. • De leerlingen doorzoeken de beeldende mogelijkheden van materialen en passen deze toe in hun eigen werk. Daarbij gebruiken ze de benodigde gereedschappen op een veilige manier. • De leerlingen kunnen hun werk vergelijken met de gestelde opdracht . • De leerlingen weten dat mensen d.m.v. beeldende producten verschillende opvattingen en ideeën kunnen tonen en dat deze ideeën persoons-, cultuur- en tijdgebonden zijn. Methoden / Materialen Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Beleidsvoornemens / plannen 2007-2011 Verschillende delen van de series: Handvaardig voor het basisonderwijs Tekenvaardig voor het basisonderwijs Methode voor drama van Kunst Centraal Overzicht van de technieken die in iedere groep gedaan worden

Ons inziens voldoet het systeem aan de kerndoelen.

Zie handleidingen, lesbrieven.

Komen tot aanschaf van een methoden en een gestructureerde aanpak

Diverse projecten voor verschillende groepen van Kunst Centraal op het gebied van muziek, dans, drama en beeldende vorming.



I.2. MUZIEK Algemene doelen • De leerlingen ontdekken hun aanwezige muzikale mogelijkheden en verwerven kennis, inzicht en vaardigheden om met plezier muziek te beluisteren en te beoefenen. • Ze kunnen deelnemen aan de huidige muziekcultuur. Doelen van de school • De leerlingen kunnen liederen uit de eigen cultuur en andere culturen in groepsverband zingen. • De leerlingen kunnen eenvoudige muziek spelen op schoolinstrumenten, met en zonder hulp van notatie. • De leerlingen kunnen een muziekstukje bedenken en uitvoeren op basis van een gegeven melodie, ritme of voorzin, verhaal, sfeer of stemming. • De leerlingen kunnen klankeigenschappen, vormprincipes, gebruikte instrumenten en/of stemsoorten onderscheiden. Methoden / Materialen

-

muziekinstrumenten Cd-spelers Cd’s en cassettebandjes Liedbundels Diverse projecten van Kunst Centraal




Zie handleiding.

Beleidsvoornemens / plannen 2007-2011 Komen tot aanschaf van een methode en gestructureerde aanpak

INFORMATIE COMMUNICATIE TECHNOLOGIE (I.C.T.) Algemene doelen • ICT-beleid wordt een geïntegreerd onderdeel van het schoolbeleid. • Het gebruik van ICT-toepassingen binnen verschillende vakgebieden waardoor het onderwijs effectiever en stimulerender wordt voor kinderen. Doelen van de school • De kinderen kunnen gebruik maken van vakspecifieke computerprogramma’s zoals hoofdwerk, woordspel e.d. • De leerlingen kunnen gebruik maken van ICT middelen bij het maken van eigen werkstukken. • De kinderen kunnen e-mails maken, verzenden en ophalen. • De kinderen kunnen eenvoudige powerpoint presentaties maken. • De kinderen kunnen gebruik maken van het internet om informatie te verzamelen voor het maken van werkstukken en presentaties.


DIGITAAL BESTAND


-



De methode voldoet aan de Diverse software kerndoelen programma’s Scanner Computerprogramma’s als Word en Power-point Methoden Netwijs Word, Exel, Internet


Beleidsvoornemens / plannen 2007-2011

-

Groepswerk Samenwerkend leren Individueel werken

-

-

-

-

De computer wordt verder ingezet als verlengstuk van de methoden De computer wordt steeds meer ingezet voor het uitstippelen van individuele leerlijnen en zorg Er wordt meer gebruik gemaakt van de informatie- en communicatie mogelijkheden van de computer De kinderen krijgen meer mogelijkheden richting te geven aan hun eigen ontwikkeling ontwikkelen website van de school. ontwikkeling schoolrapporten m.b.v. Ict

-



Lesuurverantwoording St.-Victor Benschop 2012 2013 VAK GODSDIENST Worm LEZEN bavi lezen (bieb) technisch lezen begrijpend/studerend lezen TAAL taal spelling REKENEN/WISKUNDE ORIENTATIE MENS/WERELD verkeer aardrijkskunde geschiedenis natuur KUNSTZINNIGE ORIENTATIE muziek dans/drama tekenen handvaardigheid SOC. EMOT. REDZAAMHEID bevordering gezond gedrag ENGELS

groep 1 0,50

groep 2A/B 0,50

3,00

3,00

4,00

3,00

2,00

1,00

4,00

3,00

groep 3 0,50

groep 4 0,50 0,25

groep 5 0,50 0,25

groep 6 0,50 0,25

groep 7 0,50 0,25

groep 8 0,50 0,25

2,00 5,00 1,00 4,00

2,00 3,25 1,00

2,00 2,75 1,00

2,00 2,50 1,00

2,00 1,00 1,50

2,00 1,00 1,50

2,75 2,00 4,00

3,00 2,00 4,00

3,00 2,00 4,00

3,00 2,00 4,00

3,00 2,00 4,00

0,25 0,75 0,75 0,75

0,25 1,00 1,00 1,00

0,25 1,00 1,00 1,00

0,25 1,00 1,00 1,00

0,25 1,00 1,00 1,00

0,25 0,75 0,75 0,75

0,25 0,25 0,75 0,75

0,25 0,25 0,75 0,75

0,25 0,25 0,75 0,75

0,50 0,50 0,75 1,00

0,50 0,50 0,75 1,00

0,50

0,50

0,50

0,50 0,75

0,50 1,00

0,50 1,00

3,50 1,00

2,00

1,00


DIGITAAL BESTAND


SCHRIJVEN

1,75

1,75

2,25

LICHAMELIJKE OPVOEDING PAUZE TOTAAL

5,00

5,00

20,25

20,25

2,25 1,25 25,75

1,50 2,25 1,25 25,75


1,00

0,50

0,50

0,50

2,25 1,25 25,75

2,25 1,25 25,75

2,25 1,25 25,75

2,25 1,25 25,75



Schoolplan R.k.basisschool St.-Victor

Recommend Documents