Schoolplan van de Maasoever School voor Katholiek Primair Onderwijs Adres E.Belinfantestraat 1 Postcode + Plaats 3207 HA Spijkenisse
Vastgesteld te Rotterdam,
Datum 29 juni 2012
Namens de MR,
Namens het bevoegd gezag,
M.Hageman
L.Zwaan
Schoolplan Maasoever 2012-2016
0
Inhoudsopgave schoolplan de Maasoever.
Hoofdstuk 1.
Algemeen Deel:
Hoofdstuk 1. 1.1 1.2 1.3
De schoolomgeving De schoolbeschrijving De leerlingpopulatie De teamsamenstelling
Hoofdstuk 1.2. 1.2.1 1.2.2 1.2.3
Missie en visie van de RVKO en de Maasoever Missie en visie van de RVKO Missie van de school Visie van de school
Hoofdstuk 1.3. 1.3.1 1.3.2
Kwaliteitsbeleid Kwaliteitsbeleid Bewaken van de kwaliteit
Hoofdstuk 1.4. 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5 1.4.6 1.4.7
Schoolorganisatie Taken en functies en verantwoordelijkheden Lesgebonden tijden en niet lesgebonden taken De schoolorganisatie Verdeling van de groepen Leerlingen en klassengroepen Regels en afspraken Schoolklassenklimaat
Hoofdstuk 1.5. 1.5.1
Vergaderstructuur Overlegstructuur
Hoofdstuk 1.6. 1.6.1 1.6.2
Financieel en materieel beleid Stand van zaken Beleidsvoornemens
Hoofdstuk 1.7
Verwijzingen
Schoolplan Maasoever 2012-2016
1
Hoofdstuk 2.
Aanname beleidsplan:
Hoofdstuk 2.1
Aanname nieuwe leerlingen
Hoofdstuk 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3.
Leerlingen met en handicap Aanmelding zonder indicatiestelling Aanmelding met indicatiestelling Plaatsingscriteria
Hoofdstuk 2.3.
Inschrijfgegevens
Hoofdstuk 2.4.
Overgangsmomenten
Hoofdstuk 2.5. 2.5.1
Uitschrijven van leerlingen Beëindiging van de schoolperiode op de Maasoever
Hoofdstuk 2.6 2.6.1 2.6.2 2.6.3 2.6.4 2.6.5 2.6.6 2.6.7 2.6.8
Ouderbetrokkenheid Onze visie Het informeren van onze ouders Informatie over de school Mogelijkheden tot gesprek Ouderhulp Medezeggenschapsraad Educatief partnerschap met de ouders Kwaliteitsbeleid
Schoolplan Maasoever 2012-2016
2
Hoofdstuk 3.
Activiteitenkalender en jaardraaiboek:
Hoofdstuk 3.1.
Schooltijden
Hoofdstuk 3.2. 3.2.1
Richtlijnen urenberekening Urenberekening met vakantierooster
Hoofdstuk 3.3.
Tijdsverdeling per vakgebied
Hoofdstuk 3.4.
Tussen schoolse opvang
Hoofdstuk 3.5.
Voor en naschoolse opvang
Hoofdstuk 3.6. 3.6.1 3.6.2 3.6.3
Toezicht Voor school Tijdens de pauze Na school
Hoofdstuk 3.7.
Werkweekbezetting
Hoofdstuk 3.8. 3.8.1 3.8.2
Jaardraaiboek Klassenmap Les en weekrooster
Hoofdstuk 3.9.
Normjaartaak en overzicht lesgebonden tijden
Hoofdstuk 3.10.
Jaarplanning
Hoofdstuk 3.11.
Schoolverzuimregeling
Schoolplan Maasoever 2012-2016
3
Hoofdstuk 4.
Personeelsplan
Hoofdstuk 4.1. 4.1.1
IPB Beleid Beleid beginnende leerkrachten
Hoofdstuk 4.2.
Taakbelasting en normjaartaak
Hoofdstuk 4.3.
Begeleiding studenten
Hoofdstuk 4.4
Nascholing teamleden
Hoofdstuk 4.5.
De Medezeggenschapsraad
Hoofdstuk 4.6.
Arbo plan
Hoofdstuk 4.7.
Klachtenregeling
Schoolplan Maasoever 2012-2016
4
Hoofdstuk 5.
Vakgebieden
Hoofdstuk 5.1. 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.1.5 5.1.6 5.1.7
Onderwijs aan het jonge kind Basiskenmerken Uitgangspunten Het werken met thema’s Materialen De rol van de leerkracht Portfolio Ontwikkelingsleerlijnen
Hoofdstuk 5.2.
Toetsing en registratie
Hoofdstuk 5.3. 5.3.1 5.3.2 5.3.3
De ordening van de inhoud van ons onderwijs Referentieniveaus taal en rekenen Opbrengst gericht werken De vakgebieden
Hoofdstuk 5.4. 5.4.1 5.4.2 5.4.3 5.4.4 5.4.4.1 5.4.4.2 5.4.4.3 5.4.4.4
Binnen schoolse cultuureducatie Begripsomschrijving Doelstellingen Uitgangspunten van het beleid Aanbod cultuureducatie Basispakket Pluspakket cyclisch model pluspakket
Hoofdstuk 5.5. 5.5.1 5.5.1.1 5.5.2 5.5.3
Burgerschapsvorming Achtergrondinformatie De begrippen Hoe geven we deze begrippen vorm op de Maasoever? Hoe geeft de Maasoever aan de domeinen vorm?
Hoofdstuk 5.6
ICT Beleidsplan
Schoolplan Maasoever 2012-2016
5
Hoofdstuk 6
Voorschoolplan
Hoofdstuk 7
Zorgplan
Hoofdstuk 7.1
Passend onderwijs
Hoofdstuk 7.2
Definitie leerling met specifieke onderwijsbehoefte
Hoofdstuk 7.3
De doelstellingen van de school
Hoofdstuk 7.4. 7.4.1 7.4.2 7.4.3 7.4.4 7.4.4.1 7.4.5 7.4.5.1 7.4.5.2 7.4.6 7.4.7
De zorgstructuur De zorgroute Ontwikkelingsperspectief Achterstandsbeleid Kans Orthotheek vanuit Kans Talent benutten Talent de Plusleerling Leerlingen met een bijzondere beperking Doubleren
Hoofdstuk 7.5 7.5.1 7.5.2 7.5.3
Inhoud en organisatie Taakstelling leerkracht Taakstelling IB-ers Taakstelling overige betrokkenen
Hoofdstuk 7.6 7.6.1 7.6.2 7.6.3 7.6.4 7.6.5 7.6.6 7.6.7
Leerlingvolgsysteem Registratie op de Maasoever Hoe komt dossiervorming tot stand? Toetskalender Leerlingbespreking Inzet overig instrumentarium WSNS Contacten met hulpverleners
Hoofdstuk 8
Brede Schoolplan
Schoolplan Maasoever 2012-2016
6
Hoofdstuk 9
Gedragsprotocol
Hoofdstuk 9.1 9.1.1 9.1.2
Achtergrond en doelstellingen gedragsprotocol Doelstellingen van ons gedragsprotocol Definiëring van de begrippen
Hoofdstuk 9.2 9.2.1 9.2.2 9.2.3 9.2.4
De schoolregels Ouders Teamleden Leerlingen De klassenregels
Hoofdstuk 9.3
Preventieve aanpak
Hoofdstuk 9.4 9.4.1 9.4.2 9.4.3 9.4.4 9.4.5
Ongewenst gedrag cat.1 Incidentele overtredingen cat.2 Aaneenschakeling van incidentele overtredingen cat.3 Voortduring van overtredingen cat.4 Structureel onaangepast gedrag cat.5 Structureel onaangepast gedrag
Hoofdstuk 9.5
Schorsen en verwijderen
Hoofdstuk 9.6
Klachtenregeling
Hoofdstuk 9.7
Meldcode huiselijk geweld en SISA
Hoofdstuk 9.8 9.8.1 9.8.2 9.8.3
Gedragscode voorkomen van pesten Gedragscode voorkomen ongewenst seksueel gedrag MIS project Gedragscode voorkomen discriminatie
Schoolplan Maasoever 2012-2016
7
Hoofdstuk 10
Meerjarenplanning:
Hoofdstuk 10.1. 10.2 10.3
Meerjarenplanning veranderingsonderwerpen 2012-2016 uitwerking in SMART Nacholing 2012-2013
Schoolplan Maasoever 2012-2016
8
Hoofdstuk 1 1.
Algemeen deel
De schoolomgeving
1.1. De schoolbeschrijving. De Maasoever is een katholieke basisschool, die onder het bestuur van de RVKO (de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs) valt. Onze school is gelegen op een centrale plaats in de wijk Maaswijk in Spijkenisse. De school bestaat sinds augustus 1989, maar is sinds oktober 1992 in het gebouw aan de E.Belinfantestraat gehuisvest. Dit hoofdgebouw aan de E.Belinfantestraat 1 bestaat uit 9 lokalen en een speelzaal. Hier zijn de 5 kleutergroepen, 2 groepen 3 en 2 groepen 4. In de dependance E. Belinfantestraat 3 zijn de 3 groepen 5 gehuisvest. De groepen 6, 7 en 8 (totaal 9) zitten vanaf dit schooljaar in het nieuwe gebouw aan de Maaswijkweg 52. 1.2. De leerlingpopulatie. Per 1 augustus 2012 hebben wij 503 leerlingen op onze school ingeschreven. Leerlingen met hogere gewichten komen bij ons heel weinig voor. Relatief veel ouders hebben een hogere opleiding. De landelijke trend, dat beide ouders geheel of gedeeltelijk aan het arbeidsproces deelnemen, is op onze school ook merkbaar. Het belangstellingspercentage voor onze school blijft echter hoger in vergelijking tot andere scholen in de wijk. Wij hebben nu 21 groepen op de Maasoever, te weten 5 groepen 1-2, 2 groepen 3, 2 groepen 4, 3 groepen 5, 6, 7 en 8.
1.3. De teamsamenstelling. Ons team bestaat uit 42 teamleden inclusief onze O.O.P. Gelukkig hebben wij in ons team naast heel veel dames ook een aantal mannelijke collega’s. Verder zijn er een twintigtal collega’s die parttime werken. In ons team hebben wij de beschikking over, 1 leraarondersteuner, 1 voorschoolse assistenten, 2 conciërges en een administratief medewerkster. Onze school stelt jaarlijks een aantal stageplaatsen ter beschikking voor studenten welke een opleiding volgen op een van de Pabo’s of andere vervolgopleidingen. 1.2.
Visie en missie van de RVKO en de Maasoever.
1.2.1 Visie en missie van de RVKO. Missie De Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs biedt ouders en leerlingen hoogwaardig, eigentijds primair onderwijs, gebaseerd op een zich steeds vernieuwende evangelische traditie en op persoonlijke betrokkenheid van eenieder. Wij zien als school als onze belangrijkste taak om kinderen een goede basis mee te geven voor hun toekomst in deze maatschappij. We willen, waar mogelijk in nauwe samenwerking met ouders, onze leerlingen de kennis en vaardigheden aanleren die nodig zijn voor een goede start in het vervolgonderwijs, passend bij de ontwikkelingsmogelijkheden, capaciteiten en belangstelling van het kind.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
9
Onderwijskundige visie Wij willen een onderwijsleersituatie scheppen die het mogelijk maakt een continu ontwikkelingsproces bij kinderen te bewerkstelligen wat betreft de verstandelijke, de sociaal-emotionele, de motorische en de creatieve ontwikkeling. We willen ons onderwijs afstemmen op de voortgang in ontwikkeling van iedere individuele leerling. Door onze zorgstructuur proberen we ons onderwijs aan te passen aan de behoeften, mogelijkheden en beperkingen van ieder kind. Hierbij wordt rekening gehouden met de thuissituatie van een leerling, het zelfbeeld, de motivatie en het werkgedrag en zijn sociale vaardigheden. Pedagogisch klimaat We willen een sfeer scheppen waarin ieder kind zich geborgen en geaccepteerd voelt, ongeacht zijn capaciteiten, taal en culturele achtergrond. In ons gedragsprotocol staan de regels en afspraken voor leerkrachten, ouders en leerlingen die ons daarbij ondersteunen. Identiteit. Wij zijn een Rooms Katholieke school en willen vanuit deze levensovertuiging ons onderwijs inhoud geven. Een school is meer dan alleen maar leren en presteren. Er is meerwaarde, en die vindt de RVKO in het evangelie. Deze inspiratiebron leert vooral het geloof in een betere wereld. Op school is de RVKO bezig met de vorming van mensen, die nog een groot deel van hun leven voor zich hebben, en die de toekomst inkijken. Voor die toekomst wordt geprobeerd dat geloof in een betere wereld mee te geven. Dat wordt gerealiseerd door vieringen en catecheselessen, maar vooral door het scheppen van een opvoedingsklimaat met waarden en normen, van een speciale sfeer, waarin verdraagzaamheid, solidariteit, zorg voor zwakkeren, aanwezig zijn voor vreugde en verdriet en respect voor elkaars cultuur en levensovertuiging kunnen worden beproefd. Sociale competentie, normen en waarden en burgerschap. Wij onderschrijven artikel 8 in de wet Primair Onderwijs waarin staat dat het onderwijs mede gericht is op de bevordering van actief burgerschap en sociale integratie. Wij willen de culturele kennis en achtergrond die de kinderen zelf meebrengen in de klas gebruiken en besteden aandacht aan de verscheidenheid aan levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden, zoals deze in onze multiculturele samenleving spelen. We onderkennen hierbij 3 domeinen: Democratie (gelijke behandelingen, solidariteit, kritische houding t.a.v. maatschappelijke kwesties). Participatie (Je mede verantwoordelijk voelen voor je buurt, het milieu, de school, de vereniging) Identiteit (waarderen en respecteren van verschillen, herkennen van discriminatie, omgaan met vrijheden en beperkingen)
1.2.2. De missie van onze school De Maasoever is een BIJZONDERE school, die open staat voor iedereen. We zouden graag zien, dat U de bovenstaande zin zowel letterlijk als figuurlijk opvat. We zijn een school voor katholiek basisonderwijs, die aan alle leerlingen een bijzondere levensfase wil geven. Immers, de tijd die je op de basisschool doorbrengt, blijf je een leven lang bij. We proberen een school te zijn zonder drempel voor kinderen en ouders. Differentiatie binnen het onderwijs vinden wij zeer belangrijk. Met het invoeren van nieuwe methodes wordt hiermee dan ook rekening gehouden. Het mag duidelijk zijn, dat wij niet alleen de prestaties van onze leerlingen belangrijk vinden, maar dat er ook ruimte en aandacht moet zijn voor de ontwikkeling van de emotionele en sociale zijde van onze leerlingen.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
10
Kenmerken zijn in het algemeen: - Pluriformiteit, dat wil zeggen dat er ruimte dient te worden geboden aan de verschillende godsdienstige en levensbeschouwelijke opvattingen die er in onze samenleving bestaan. - Emancipatie en tolerantie, dat wil zeggen dat op onze school de principiële gelijkwaardigheid van opvattingen worden gegarandeerd. - Algemene toegankelijkheid: de Maasoever weigert geen leerlingen op grond van ras of overtuiging. - Godsdienst- en vormingsonderwijs: op onze school wordt godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk onderwijs gegeven. In het bijzonder geldt: 1. Wij vinden het heel belangrijk om onze kinderen een goede basis mee te geven voor hun toekomst in deze maatschappij. Een goede samenwerking tussen bestuur, schoolleiding, leerkrachten, kinderen en ouders, vormt de basis voor een goed schoolklimaat. Immers een goede school maken we met zijn allen! 2. Het werken op de Maasoever, staat in het teken van respect voor elkaar, rekening houden met elkaar. 3. Er moet ruimte zijn om jezelf te zijn en we vinden het belangrijk dat alle betrokkenen het gevoel hebben optimaal te kunnen functioneren. 4. Het leren wordt beschouwd als een vanzelfsprekende en plezierige activiteit met als doel het steeds zelfstandiger worden. Het samen leren, samenwerken en zorg dragen voor elkaar staat hoog in het vaandel. 5. Wij stellen ons actief op om de onderwijsachterstanden ten gevolge van sociale, economische en culturele omstandigheden op te heffen en/of te verminderen. 6. Vanuit geborgenheid en vertrouwen worden vaardigheden aangeleerd op sociaal (ik en de ander), emotioneel (ik en gevoel), motorisch (ik en bewegen), cognitief (ik en het leren), en creatief (ik en vindingrijkheid) gebied, met als doel bij te dragen aan de ontwikkeling tot een zelfstandig en positief kritisch denkend mens. 7. Daarom wordt er gewerkt met methoden en /of onderwijsleermiddelen die rekening houden met de verschillen tussen onze leerlingen en die ook zelfstandig en samenwerkend leren mogelijk maken. 8. Met behulp van het leerlingvolgsysteem worden de ontwikkelingen van individuele leerlingen nauwlettend gevolgd om zorg op maat te geven, want leerlingen en ouders hebben recht op een professionele begeleiding.
1.2.3. De visie van onze school De algemene doelstelling van onze school luidt als volgt: Ons doel van de opvoeding is de jonge mens te begeleiden en te stimuleren op weg naar zijn volwassenheid. Middels een continu ontwikkelingsproces op verstandelijk en sociaal emotioneel gebied als mede ook op de motorische en creatieve ontwikkeling willen we dit bewerkstelligen. Hierdoor zal onze leerling steeds beter toegerust en gemotiveerd zijn om te bepalen waar hij/ zij zijn krachten wil inzetten om de algemene cultuuropdracht van de mens op persoonlijke wijze gestalte te geven, waarbij respectvol omgaan met elkaar van wezenlijk belang is. Verder is van groot belang, dat de jonge mens zich opgenomen weet in een gemeenschap en zich daar ook verantwoordelijk voor voelt. Doel: Onze school gaat uit van de doelstellingen van de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs te Rotterdam. Katholiek onderwijs draagt levenswaarden uit, die in
Schoolplan Maasoever 2012-2016
11
de geest van Christus te maken hebben met een rechtvaardiger wereld en zingevings vragen (vragen rond leven en dood, milieu, oneindigheid) Wij willen een sfeer scheppen waarin ieder kind zich geborgen en geaccepteerd voelt ongeacht zijn capaciteiten, taal en culturele achtergrond. In ons gedragsprotocol staan regels en afspraken voor leerkrachten, ouders, en leerlingen die ons daarbij ondersteunen. Bij ons onderwijs gaan we uit van een veelzijdige benadering van het totale kind. Het richt zich op de volgende aspecten: A De emotionele ontwikkeling: De emotionele ontwikkeling achten wij van belang voor het kunnen omgaan met gevoelens van jezelf en van anderen. Wij willen in onze omgang met de leerlingen, in gesprekken en in meer specifieke activiteiten in de pedagogische- affectieve sfeer, de emotionele beleving van kinderen stimuleren. Wij achten het om kunnen gaan met de eigen gevoelens een voorwaarde voor het welzijn van kinderen. B De verstandelijke ontwikkeling: Wij menen dat een goede verstandelijke ontwikkeling voor het welzijn van het individu en gemeenschap van groot belang is. Wij willen door het aanbieden van noodzakelijk geachte kennis en ruime aandacht voor culturele vaardigheden, hieraan een bijdrage leveren aangepast aan het niveau van het kind. C Het ontwikkelen van de creativiteit: Creativiteit achten wij een belangrijk aspect van de menselijke persoonlijkheid. In de eerste plaats in de specifieke betekenis van het scheppend vermogen. Ten tweede als vermogen om problemen op te lossen. Tenslotte in de meer algemene zin van het op originele wijze trachten vorm te geven aan een zinvolle levenstaak, waarbij plezier in spelen hand in hand gaat met de ontwikkeling van deze creativiteit. De doorgaande ontwikkeling van de creativiteit zal daarom in ons onderwijs zowel een meer afgebakende vorm krijgen bij expressievakken, als meer algemeen een rol spelen in het omgaan met elkaar. D Het verwerven van sociale vaardigheden: Individualiteit en socialiteit zijn beide aspecten van een evenwichtige menselijke persoonlijkheid. naast en in samenhang met de individuele ontplooiing van onze leerlingen, zullen we daarom in ons onderwijs ook nadrukkelijk aandacht besteden aan het verwerven van sociale vaardigheden. E Het verwerven van lichamelijke vaardigheden en zintuiglijke ontwikkeling: De lichamelijke ontwikkeling achten wij van belang voor een gezonde, geestelijke, sociale en lichamelijke groei van onze kinderen. Daarom schenken wij veel aandacht aan spel en beweging. Zintuiglijke ontwikkeling is noodzakelijk om in vele gevarieerde levenssituaties op bevredigende wijze te functioneren. Met name bij de jonge leerlingen wordt hieraan meer specifieke aandacht gegeven. F Het verwerven van culturele vaardigheden: Onder culturele vaardigheden wordt verstaan: luisteren, spreken, schrijven, rekenen, gezond gedrag en sociale redzaamheid. Maar ook deelnemen aan culturele activiteiten zoals bezoek aan theater, bibliotheek, musea, culturele erfgoederen en andere cultuurinstellingen. G Het verwerven van levensbeschouwelijke vaardigheden: Hieronder verstaan wij het ontwikkelen van religiositeit, rituelen, en symbolen. Daarnaast vinden wij het van groot belang, dat leerlingen zich oriënteren op de maatschappij en leren omgaan met anderen, respect kunnen opbrengen voor andere
Schoolplan Maasoever 2012-2016
12
ideeën, meningen, overtuigingen, levenswijzen en culturen en zich daar ook voor willen in zetten H Sociale competentie, normen en waarden en burgerschap: Wij onderschrijven artikel 8 in de wet primair onderwijs, waarin staat dat het onderwijs mede gericht is op de bevordering van actief burgerschap en sociale integratie. Wij willen de culturele kennis en achtergrond die de kinderen zelf meebrengen in de klas gebruiken. We besteden dan ook aandacht aan de verscheidenheid aan levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden, zoals deze in onze multiculturele samenleving spelen. We onderscheiden hierbij 3 domeinen: Democratie: gelijke behandeling, solidariteit, kritische houding t.o.v. maatschappelijke kwesties. Participatie: je mede verantwoordelijk voelen voor je buurt, het milieu, de school, de vereniging. Identiteit: waarderen en respecteren van verschillen, herkennen van discriminatie, omgaan met vrijheden en beperkingen. Andere onderwijskundige doelen van onze school zijn: De ontwikkeling van de redzaamheid en zelfstandigheid door “zelfstandig te werken”. Dit wil zeggen, dat de kinderen zelf wegen kunnen kiezen om een door zichzelf of anderen gesteld doel te bereiken, onafhankelijk en zonder hulp van volwassenen. De kinderen leren zichzelf te redden en te verzorgen, steeds meer handelend op te treden en zelfstandig taken en opdrachten uit te voeren. We proberen dit o.a. door verkorte instructie te bevorderen. Verkorte instructie: De leerlingen krijgen een korte uitleg over een aantal taken die zij gedurende de ochtend/middag gaan uitvoeren. Zij kiezen hierbij zelf de volgorde.
1.3.
Ontwikkelingsgericht werken in de groepen 1 en 2 De betrokkenheid van de kinderen tijdens hun werk is voor de leerkrachten een belangrijk richtsnoer voor hun handelen. Het ontwikkelingsgericht onderwijs/ basisontwikkeling zien we op de Maasoever terug in/door: De aansluiting van het onderwijs bij de kenmerken van jonge kinderen Het onderwijsaanbod van de school is gericht op een veelzijdige ontwikkeling van de kinderen. De school geeft ruimte voor eigen initiatief en inbreng van de kinderen. Een toegankelijke opstelling van ontwikkeling en speelleermateriaal. Er worden maatregelen getroffen om de ontwikkelingskansen van kinderen uit risicogroepen te verbeteren. Voor verdere informatie over ontwikkelingsgericht onderwijs/ basisontwikkeling, verwijzen we naar hoofdstuk 21. Het leggen van een basis voor een vorm van Voortgezet Onderwijs, die past bij het niveau en interesse van het kind en is afgestemd op de kerndoelen. Ouders kunnen meewerken/denken aan activiteiten binnen de school om op een leuke manier in aanraking te komen met en betrokken te raken bij de werkwijze op de Maasoever en kennis te maken met leerkrachten, onderwijs ondersteunend personeel, leerlingen en overige ouders.
Kwaliteitsbeleid
1.3.1 Kwaliteitsbeleid Net als alle andere scholen binnen de RVKO hanteren ook wij voor team, ouders en leerlingen het INK model. Aan de hand van enquêtes meten wij hoe deze geledingen de kwaliteit van onze school ervaren. De bevindingen dienen mede als leidraad voor het opstellen van ons vier jarenplan.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
13
Binnen het bestuur is een management informatie systeem afgesproken waar wij als school verantwoording afleggen over ons handelen en informatie geven over de opbrengsten van ons onderwijs. De kwaliteitseisen zijn verenigingsbreed vastgesteld, en beschreven in het directie vademecum. Deze betreffen zowel de kwaliteitseisen van de Inspectie van het Onderwijs als eigen bestuurlijke eisen. Minimaal twee maal per jaar vinden over de opbrengsten van de monitor gesprekken plaats tussen schooldirectie en bovenschools managers. 1.3.2 Het bewaken en verbeteren van de kwaliteit Het bewaken van de kwaliteit geschiedt op de volgende wijze: functioneringsgesprekken met leraren en onderwijsondersteunend personeel beoordelingsgesprekken het werken met POP en PAP gesprekken in het kader van IPB teamvergadering, waarin de voortgang wordt geëvalueerd groeps- en leerling besprekingen o.a. aan de hand van de groepsdifferentiatieplannen. trendanalyses n.a.v. de cito screeningen bespreken van resultaten schoolbreed intervisie bijeenkomsten individuele gesprekken met ouders evaluatie binnen de MR. OVM-JK en OK Nio onderzoek in groep 8 drempelonderzoek in groep 8 de screeningen die vanaf groep 3 plaatsvinden leerlingvolgsysteem middels Cito LVS t/m M8 methodische toetsen en observatie instrumenten naar aanleiding van het inspectiebezoek en rapport. (WOT) INK vragenlijsten voor ouders, leerlingen (gr. 6-8) en personeel 1 keer in de 2 jaar werkgroep kwaliteit bestaande uit directie en MR monitoring door de RVKO en richtlijnen tot kwaliteitsverbetering op schoolniveau constatering door bijv. onze clustermanager- c.q. bevoegd gezag en inspectie Aan de hand van de resultaten van boven genoemde onderdelen, kan bijstelling van kwaliteitsbewaking- schoolplan plaatsvinden.
1.4.
Organisatiestructuur.
1.4.1 Taken, functies en verantwoordelijkheden: Directiefuncties: Directeur van de Maasoever 1 Adjunct directeur De directie plant, geeft leiding aan en coördineert de activiteiten op school. Is belast met de dagelijkse praktische en onderwijskundige leiding van de school. Formuleert en implementeert een missie, beleid en strategieën, stelt onderwijskundige doelen en standaarden vast, bestuurt en coördineert de onderwijskundige, administratieve en financiële zaken. Houdt toezicht op het personeel, pedagogisch klimaat en onderhoud van de school. Overlegt met de diverse geledingen binnen de school, evalueert onderwijsprocessen-resultaten en draagt zorgt voor IPB binnen de school. Stimuleert en verzorgt nascholing.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
14
Ontwikkelt toekomstig beleid. Vertegenwoordigt de school naar buiten toe. Onderhoudt voorkomende contacten met ouders en leerlingen Onderhoudt contacten met de RVKO. Zie voor nadere omschrijving directievademecum RVKO
Groepsleerkrachten: zij zijn belast met de lesgevende taken en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden binnen de school. Wij kennen leerkrachten op zowel LA als LB niveau. Zie voor nadere omschrijving directievademecum RVKO 1 leerkracht is belast met directietaken.
IB-er :voor de groepen 1 t/m 4 en 1 voor de groepen 5 t/m 8. Zij beheren de zorgstructuur, coördineren zorgprocessen, begeleiden herkenning en aanpak van leer en gedragsproblemen en begeleiden van het verbeteren van het pedagogisch handelen.
Ict coördinatoren: Zij dragen zorg voor het uitzetten van en implementeren van ICT beleid in samenspraak met de directie. Ze zijn tevens belast met het beheer en aanschaf van de hardware en software. Verder ondersteunen ze leerkrachten bij het gebruik van ICT binnen het onderwijs.
Vakleerkracht gymnastiek: Deze leerkracht is belast met het geven van de beweginglessen van de groepen 3 t/m8 Verder zet hij een doorgaande lijn uit voor het bewegingsonderwijs. signaleert en registreert de vorderingen van de leerlingen tijdens deze lessen en bespreekt deze met de groepsleerkracht. Verder begeleidt hij studenten m.b.t. zijn vakgebied.
Opleidingscoördinator: Is verantwoordelijk voor het stagebeleid binnen de school en onderhoud contacten met de diverse opleidingen. Is het aanspreekpunt voor leerkrachten en studenten op school. Participeert in de beoordeling van lio studenten
Bouwcoördinatoren groepen 1-2, 3-4, 5-6 en 7-8: De bouwcoördinator is de eerst aanspreekbare persoon voor personeel dat in de betreffende bouw werkt, in zaken die op de bouw betrekking hebben. De BC zorgt samen met de directie voor de organisatorische aansturing. Ook draagt de BC mede zorg voor de pedagogische en onderwijsinhoudelijke voortgang t.a.v. de onderlinge afstemming binnen de groepen van de bouw. Verder leidt hij /zij de bouwvergaderingen, legt klassenbezoeken af, voert voortgangsgesprekken en neemt deel aan stafoverleg.
Stafleden: Zijn leden van het team, die binnen de school werkzaam zijn als groepsleerkracht/bouwcoördinator, interne begeleider of ICT-er. De directie raadpleegt de stafleden bij het initiëren van nieuw beleid. In het 6 wekelijks stafoverleg komen schoolbrede onderwerpen aan de orde.
Onderwijs Ondersteunend personeel: voorschool en schoolassistent Zij worden ingezet binnen de groepen om de leraar te ondersteunen bij het verrichten van eenvoudige onderwijs inhoudelijke taken. De schoolassistent voert werkzaamheden uit die gericht zijn op de verzorging van de school en assistentie van het overige personeel.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
15
Conciërges Voert werkzaamheden uit die gericht zijn op huishoudelijke, onderhoud- en reparatiewerkzaamheden.
administratief medewerkster: Voert werkzaamheden uit, die gericht zijn op het verzorgen van de leerlingenadministratie en andere voorkomende administratieve werkzaamheden en de correspondentie van de school. Ontvangt en staat ouders en gasten te woord.
Voor de overlegsituaties van deze groeperingen verwijzen we naar hoofdstuk 5.1 de vergaderstructuur.
1.4.2. Lesgebonden en niet lesgebonden taken: Volgens de richtlijnen van de RVKO zijn er binnen het team vaste afspraken gemaakt wat heeft geleid tot een beschrijving van de normjaartaak. In de bijlage bij dit schoolplan kunt u lezen hoe wij dit wat uren betreft verantwoord hebben. Tevens kunt U zien hoe de niet lesgebonden taken zijn verdeeld onder de collega’s. In de groepen 3 t/m 8 wordt voornamelijk gewerkt. Waar mogelijk wordt gewerkt verrijkingsmodel. Daarnaast zijn we bezig met werken in gefaseerd te voeren in de groepen 3
volgens het leerstof jaarklassensysteem volgens het basis-, herhalings- en elementen van het ontwikkelingsgericht t/m 8.
1.4.2.1. De schoolorganisatie Bij ons op school staat de ontwikkeling van het individuele leerproces centraal. Onze organisatie is zo ingericht, dat wij onze leerlingen helpen met het verwerven van ervaringen, kennis en vaardigheden, die een bijdrage kunnen geven aan hun persoonlijke ontwikkeling en aan de doelen van ons onderwijs. Openheid, duidelijke afspraken en regels staan bij ons hoog in het vaandel. We streven naar duidelijkheid voor onze leerlingen, ouders en leerkrachten. Voor verdere informatie over onze schoolorganisatie verwijzen wij naar de schoolgids. Deze schoolgids-kalender ontvangt u ieder jaar aan het einde van het schooljaar. Verder kunt u altijd bij de conciërges een exemplaar van te schoolgids op halen. 1.4.2.2. Verdeling van de groepen Voor de jaarlijkse indeling van de groepen verwijzen wij naar de schoolkalender/ gids. Een verdere beschrijving van de Maasoever kunt U aantreffen in onze schoolgids. 1.4.2.3. Leerlingen en klassengroepen Ingaande het nieuwe schooljaar hebben wij 21 groepen, te weten: 5 kleutergroepen welke heterogeen zijn van samenstelling. Verder 2 groepen 3, 2 groepen 4, 3 groepen 5, 6, 7 en 8. 1.4.2.4. Regels en afspraken. Voor het schoolreglement verwijzen wij naar de schoolkalender en gedragsprotocol. De school en klassenregels staan beschreven en bevinden zich in de klassenmap.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
16
1.4.2.5. Schoolklassenklimaat. Wij vinden een goede sfeer binnen de groepen en de school van groot belang. Een veilige leeromgeving waar duidelijkheid heerst heeft dan ook onze voorkeur. Regels en afspraken door de gehele school zijn een belangrijk onderdeel hiervan. Ook het elkaar accepteren zoals je bent, samen leren en werken zijn belangrijke items. Elke maand staat er dan ook een spreuk centraal (zie kalender) waaraan we met elkaar werken. Op deze manier geven wij mede invulling aan de begrippen waarden en normen. Belangrijk vinden wij dus naast de cognitieve ontwikkeling ook de emotionele ontwikkeling. Kinderen moeten met plezier kunnen leren en zich zelf kunnen ontwikkelen, waarbij de rol van de leerkracht kan wisselen van stimulator tot begeleider. Dit hangt ook af van het individu, waarmee je als groepsleerkracht te maken kan krijgen.
1.5.
Vergaderstructuur
1.5.1. Overlegstructuur. Voor planning en frequentie van de verschillende overlegvormen verwijzen wij naar de jaarkalender in de klassenmap. De volgende overlegsituaties zijn er op onze school te vinden: Personeelsvergadering: Twee wekelijks een personeelsvergadering (organisatorische of inhoudelijke vergadering). Deze vergaderingen worden geleid door de directie. Verder hebben wij 1 maal per maand een bouwvergadering voor de groepen 1 en 2, 3,-4, 5-6 en 7-8. Deze vergaderingen staan in het teken van onderwijskundige, organisatorische en huishoudelijke zaken. De leiding van deze vergadering berust bij de bouwcoördinator. Daarnaast streven we ernaar 2 teamvergaderingen te wijden aan catechese/levensbeschouwing. Dit onder leiding van onze districtcatecheet mevr. M. Gijbels van de RVKO. WOSS-overleg: Zes keer per schooljaar is er een overleg tussen alle directeuren van de zes RVKOscholen binnen Spijkenisse en de bovenschools manager. Hier worden bovenschoolse zaken besproken. Directieoverleg: Wekelijks is er een overleg tussen de directeur en adjunct directeuren. Hier worden zaken op personeels-, onderwijskundig-, organisatorisch- en beleidsmatig gebied besproken. Stafvergaderingen. Ongeveer 1 maal in de 6 weken is er een verleg tussen de directie en de bouwcoördinatoren. Tijdens dit stafoverleg worden zaken vanuit de verschillende bouwen terug gekoppeld en besproken. Ook kunnen tijdens deze vergaderingen lijnen worden uitgezet welke in de teamvergaderingen nader zullen worden uitgewerkt en besloten. Commissievergaderingen: Rond de verschillende werkgroepen zijn er jaarlijks een aantal vergaderingen. De frequentie hiervan hangt af van de aard van de activiteit. De coördinator bereidt deze vergadering voor en doet hiervan verslag in de teamvergadering. Deze werkgroep zorgt zelf voor een evaluatie van de activiteit.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
17
Bouwoverleg: Onder leiding van de bouwcoördinator wordt er iedere maand vergaderd met de collega’s binnen één bouw. Er worden allerhande actuele zaken besproken en afspraken gemaakt. Paralleloverleg: Voor de parallelgroepen is er overleg. Hierin worden allerlei zaken besproken die voor de parallelgroepen van belang zijn. Groepsbespreking: De IB-er heeft 2 keer per jaar naar aanleiding van de screening een bespreking met de groepen. Ditzelfde gebeurt 2 keer per jaar n.a.v. het invullen van het OVM in combinatie met het groepsdocument in alle groepen. Overleg met de IB-ers: Regelmatig heeft de directie een overleg met de IB-er. Hierin worden zaken t.a.v. de zorgverbreding besproken, maar worden ook de resultaten van de screeningen, cito toetsten bekeken. Naar aanleiding hiervan kunnen maatregelen worden voorbereid welke in de teamvergadering nader zullen worden uitgewerkt. Netwerk IB en ICT Een aantal keren per jaar komen de IB-ers en ICT-ers van de scholen uit Spijkenisse bij elkaar. Hierin bespreken zij, wisselen ze informatie uit over zaken met betrekking tot de interne begeleiding of ICT op de scholen. IB overleg met CED: Dit is het overleg tussen de IB-er en de schoolbegeleider van het CED. Wekelijks is hij op onze school een dagdeel aanwezig om met de IB-ers de zorgleerlingen te bespreken Adviesbespreking: Naar aanleiding van de uitslagen van het Nio- en drempelonderzoek, de bevindingen van de collega groep 8, collega’s die de leerlingen in de voorafgaande leerjaren hebben begeleid, aanwezige leerlingegevens vanuit ons LVS, ib, directie wordt bij het eerste oudergesprek een voorlopig advies voor het V.O gegeven. Studiedagen- middagen: 4 maal per jaar is er een studiedag voor alle teamleden. De inhoud hiervan wordt jaarlijks afgestemd op de meerjarenplanning of actuele zaken die binnen de school/onderwijs spelen. Daarnaast zijn er 3 werkmiddagen Zorgoverleg Daarnaast zijn er ook geplande momenten ( na de cito screeningen van januari en juni) waarop het groepshandelingsplan gemaakt wordt. Tevens is er 1 moment vlak voor het einde van het schooljaar, waarbij de leerkracht zijn/haar groep overdraagt aan de nieuwe groepsleerkracht.
1.6.
Financieel en materieel beleid.
1.6.1. Stand van zaken. De school kent verschillende groepen van geldstromen Rijksvergoeding: Vanuit de rijksoverheid wordt een Lumpsumvergoeding gegeven gerelateerd aan het leerlingaantal. Binnen de RVKO is er een verdeling van deze inkomsten gemaakt in een
Schoolplan Maasoever 2012-2016
18
bestuursdeel, een deel voor personele inzet en personeelsbeleid (zie formatieplan) en een deel voor materieel beleid (zie eenjarige en meerjarig begroting). Ons administratiekantoor Dyade draagt zorg voor de bewaking van de budgetten, een juiste administratie en een inventarisoverzicht. Jaarlijks maakt de directie een begroting, welke wordt besproken met de bovenschoolmanager en de algemeen directeur van de RVKO. Hierna stelt het bestuur de begroting officieel vast. Deze wordt pas definitief na goedkeuring van de MR. De directie is verantwoordelijk voor de bewaking van de budgetten. Doelbestemmingsgelden: WSNS gelden: deze gelden worden overeenkomstig het samenwerkingsverband ingezet. In het zorgplan wordt hiervan verantwoording afgelegd. Derde geldstroom: Vrijwillige ouderbijdrage Alle ouders dragen een in de schoolgids aangegeven bedrag bij voor de niet subsidiabele kosten. Voor het voldoen van de vrijwillige ouderbijdrage ontvangen de ouders van de penningmeester een schrijven, waarin de mogelijkheid wordt geboden de vrijwillige ouderbijdrage te voldoen. In de schoolgids staat hierover meer informatie. De ouderraad heeft een penningmeester aangesteld. Deze maakt aan het einde van het jaar een financieel verslag welke, die als leidraad dient voor de nieuwe begroting. Aan het einde van een schooljaar bekijkt een kascommissie de boeken. De kascommissie brengt verslag uit aan de directie, de MR, de ouderraad en aan de ouders tijdens de jaarvergadering van medio september
Gelden tussen schoolse opvang: De werkgroep TSO reguleert het overblijven. Deze groep bestaat uit overblijfcoördinatoren, 2 teamleden waarvan 1 MR lid. De gelden worden gebruikt om de vrijwilligsters een onkostenvergoeding te geven en de gemaakte onkosten te vergoeden. Alle gelden komen direct of indirect ten goede van de overblijfkinderen. De overblijfkosten staan jaarlijks vermeld in de schoolgidskalender. Jaarlijks vindt er een kascontrole plaats en wordt er verantwoording afgelegd aan de directie, de MR en de ouders.
Kampgeld: De leerlingen van de groepen 8 gaan een aantal dagen op schoolkamp. De kosten hiervan worden door de ouders betaald. De bijdragen voor dit kamp worden in zijn geheel besteed aan deze kampdagen van deze leerlingen
Advertentiegelden: Deze worden gebruikt om bij te dragen in de kosten van onze schoolkrant.
Rugzakje: Wanneer een leerling vanuit het rijk wordt geïndiceerd, ontvangt de school hiervoor een bedrag voor personele en materiële bekostiging ten behoeve van deze leerling
Gebouwenbeheer: De kosten voor het gebouw zijn opgenomen in een meerjarenplan opgesteld door Witberg Post Scholenbeheer.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
19
1.6.2. Beleidsvoornemen. Op verenigingsniveau zijn beleidsafspraken ontwikkeld, waaraan wij ons conformeren. Het doel is om te komen tot een zodanig reserve dat op school en op verenigingsniveau een veilige situatie ontstaat. Deze gelden worden alleen na goedkeuring van het bestuur ingezet.
1. 7. Graag
Verwijzingen. verwijzen we voor extra informatie naar: Directie vademecum van de RVKO Website RVKO: www.rvko.nl extern Schoolgids/ kalender van de Maasoever Het zorgplan WSNS Begroting Formatieplan Reglement TSO Taakverdeling werkgroepen en activiteiten Jaarplanner Begeleiding van nieuwe leerkrachten Taakbeleid Overgangsprotocol/doubleren Bosos toetskalender Taalbeleidsplan Convenant na schoolse opvang Gedrag en veiligheidprotocol Klachtenregeling Ontruimingsplannen van ieder gebouw
Voor meer informatie over bovengenoemde verwijzingen kunt u bij de directie terecht.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
20
Hoofdstuk 2:
AANNAMEBELEIDSPLAN
2.1. Aanname nieuwe leerlingen: Belangstellende ouders die hun kind bij ons willen inschrijven worden ontvangen door iemand van de directie. De ouders krijgen uitleg over: de identiteit van de school, het pedagogische klimaat en ons onderwijs m.n. voor de relevante groep. Uiteraard kunnen ouders hun vragen kwijt. Daarna krijgen de ouders een rondleiding door de school en kunnen zij een kijkje nemen in de betreffende groep. Bij vertrek krijgen zij de schoolgids uitgereikt. Wanneer kinderen nog geen vier jaar zijn en een peuterspeelzaal bezoeken, wordt aan de ouders toestemming gevraagd om contact met de betreffende peuterspeelzaal op te nemen. Dit om inzicht te krijgen betreffende de gezondheid, het gedrag, de zelfstandigheid en de taalvaardigheid van het kind, zodat we vanaf het begin in kunnen spelen op de specifieke behoeften. Wanneer kinderen op het moment van aanmelding al een andere basisschool bezoeken, vragen wij de ouders toestemming om contact met deze school te mogen opnemen. Pas wanneer daar alles naar behoren afgewikkeld is én wanneer er geen verwijzings- of verwijderingsprocedure loopt, kan de betreffende leerling worden ingeschreven. Aan de vorige school wordt om een uitschrijvingsbewijs en een onderwijskundig rapport gevraagd. Wij hanteren in principe een open aannamebeleid, d.w.z. dat elke leerling welkom is op onze school, met het volgende als voorbehoud: Ouders die hun kind bij ons als leerling inschrijven, geven daarmee aan dat zij akkoord gaan met onze belangrijkste gedragsregels, gewoonten en gebruiken. 2.2. Leerlingen met een handicap De school staat in principe open voor kinderen met een beperking. Aan de toelating van een dergelijke leerling gaat wel een uitermate zorgvuldige procedure vooraf. 2.2.1. Aanmelding zonder indicatiestelling Als ouders hun kind met een beperking aanmelden, zonder een indicatiestelling, dan worden zij doorverwezen naar een Regionaal Expertise Centrum (REC). De afweging om het kind al dan niet voor indicatiestelling aan te melden is aan de ouders. Ouders melden hun kind aan bij de Commissie voor Indicatiestelling (CvI) van het cluster dat, gezien de aard van de handicap van hun kind, in aanmerking komt. Het REC kan ouders ondersteunen bij deze aanmelding. De REC’s zijn onderverdeeld in de volgende clusters: Cluster 1: scholen voor kinderen met visuele problemen. Cluster 2: scholen voor kinderen met auditieve, taal- en communicatieproblemen. Cluster 3: scholen voor verstandelijk en lichamelijk gehandicapte kinderen en somatische problemen (ZMLK, Mytyl, tytyl, en openluchtscholen). Cluster 4: scholen voor kinderen met psychiatrische en gedragsproblemen (ZMOK, RMPI). De CvI beslist of een kind in aanmerking komt voor plaatsing in het speciaal of regulier basisonderwijs met Leerling Gebonden Financiering (LGF). In de commissie zitten deskundigen op het terrein van de stoornis van het kind en de beperkingen die het als gevolg daarvan kan ondervinden op school.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
21
2.2.2. Aanmelding met indicatiestelling Wanneer ouders hun kind met een indicatiestelling van het REC willen aanmelden, wordt de volgende procedure gevolgd: Ouders vertellen waarom hun kind een indicatiestelling heeft gekregen en wat zij verwachten van de school. Ook overleggen zij alle relevante informatie en uitslagen van onderzoeken. Wij vertellen in het algemeen een en ander over onze mogelijkheden en beperkingen. In goed overleg met de ouders wordt de beslissing genomen of wij het kind op onze school kunnen plaatsen of niet. Centraal staat of wij in staat zijn om de leerling voldoende bij zijn leer- en ontwikkelingsproces te kunnen ondersteunen. Als wij het kind kunnen plaatsen stellen we in overleg met onze IB, de ouders en de eventuele ambulante REC begeleiding een handelingsplan op. Het leerling-gebonden budget wordt gebruikt voor personele inzet en/of materiële aanpassingen. Als wij het kind niet kunnen plaatsen, kunnen de ouders een beroep doen op de Advies Commissie Toelating en Begeleiding. Na haar uitspraak kan de school haar beslissing definitief maken. 2.2.3. Plaatsingscriteria De onderstaande criteria wegen mee in de beslissing een leerling al dan niet te plaatsen: De groepsgrootte mag niet boven de 24 komen. Onze gebouwensituatie mag geen belemmering voor het betreffende kind zijn. De leerkracht moet bevoegd zijn en minimaal drie jaar ervaring hebben. Per groep kan maximaal één kind met een indicatiestelling worden geplaatst. Het betreffende kind moet zindelijk zijn. Het betreffende kind moet zich redelijk zelfstandig kunnen redden en niet permanent iemand naast zich nodig hebben om te kunnen functioneren. Het betreffende kind moet zich verbaal redelijk kunnen uiten en duidelijk kunnen maken wat het wil. De noodzakelijke aanpassingen (materieel en personeel) moeten volledig bekostigd kunnen worden uit de extra middelen die voor deze leerling beschikbaar worden gesteld. 2.3. Inschrijvingsgegevens Bij inschrijving wordt een kopie van het paspoort of identiteitsbewijs van één der ouders gevraagd. Op het inschrijfformulier komen de onderstaande gegevens te staan: Algemene gegevens Datum eerste schooldag Gegevens leerling Achternaam leerling Voornamen Geboortedatum Sofinummer / PGN Geslacht Naam + adres huisarts Bijzonderheden (lichamelijk of emotioneel) Gegevens ouder / verzorger / voogd 1 Achternaam ouder Voornamen ouder
Schoolplan Maasoever 2012-2016
22
Geboortedatum Naam hoogst genoten onderwijs of diploma ouder Diploma behaald Jaar waarin diploma is gehaald Indien nee: aantal jaren genoten onderwijs in die opleiding Naam van de school Plaats van de school Land van de school Bereikbaar onder telefoonnummer: Gegevens ouder / verzorger / voogd 2 (indien van toepassing) Achternaam ouder Voornamen ouder Geboortedatum Naam hoogst genoten onderwijs of diploma ouder Diploma behaald Jaar waarin diploma is gehaald Indien nee: aantal jaren genoten onderwijs in die opleiding Naam van de school Plaats van de school Land van de school Bereikbaar onder telefoonnummer: Ondergetekende, ouder / verzorger/ voogd van ………………………………….., verklaart dat dit formulier naar waarheid is ingevuld en gaat ermee akkoord dat de opleidingsgegevens worden gecontroleerd. Naam van ouder / verzorger / voogd 1 Naam van ouder / verzorger / voogd 2 ……………………………………… ………………………………………. Datum ……………………………… Ondertekening ………………………………………
Datum……………………………….. Ondertekening ……………………………………….
Na invulling bepaalt de directeur het gewicht van de leerling …………… Schoolgeld verklaring Hierbij verklaart de ouder / verzorger dat voor ………………………………………………………………..jaarlijks de vrijwillige bijdrage aan het schoolfonds geheel zal worden voldaan. Mits deze verklaring niet schriftelijk voor 1 juli wordt ingetrokken, wordt deze overeenkomst jaarlijks stilzwijgend verlenen Naam van ouder / verzorger / voogd Datum ……………………………………. Ondertekening …………………………………… Verklaring gedragsprotocol Hierbij verklaart de ouder / verzorger……………………………………… kennis te hebben genomen van het gedragsprotocol, dat op de Maasoever gehanteerd wordt. Naam van ouder / verzorger / voogd ……………………………………… Datum …………………………….. Ondertekening
Schoolplan Maasoever 2012-2016
23
Verklaring publicaties Hierbij verklaart de ouder / verzorger van ……………………………………………… toestemming te geven voor het publiceren van foto’s, video-opnamen e.d. op de website, schoolgids en bij onderwijskundige artikelen de school betreffende. Mocht u hiertegen bezwaar hebben, dan kunt U dat schriftelijk aan de directie kenbaar maken. Naam van ouder / verzorger / voogd Datum …………………………….
Ondertekening
2.4. Overgangsmomenten In de schoolloopbaan van een leerling zijn een aantal overgangsmomenten te benoemen. De momenten die benoemd kunnen worden zijn: - Instroom van leerlingen o Vanuit de peuterspeelzaal of voorschoolse voorziening o Vanuit thuissituatie vanaf leerplichtige leeftijd o Tussentijdse instroom gedurende de schoolloopbaan in het PO Van PO naar PO (zelfde onderwijssoort) Van SO naar PO Van sbo naar basisschool Van basisschool naar sbo - Uitstroom / doorstroom van leerlingen o Naar vervolgonderwijs aan het einde van het PO o Tussentijdse uitstroom gedurende de schoolloopbaan in het PO Van PO naar PO (zelfde onderwijssoort) Van PO naar SO Van basisschool naar sbo Van sbo naar basisschool De wijze waarop gehandeld wordt en de afspraken omtrent overdracht van gegevens en in- en uitschrijving zijn beschreven in het directie vademecum. 2.5 Uitschrijven van leerlingen Als een leerling naar een andere school toe gaat, dan zullen wij er voor zorgen dat het onderwijskundig rapport en de Cito- leerling gegevens naar de nieuwe school toe worden gezonden. Verder zal de Gemeente hiervan in kennis worden gesteld. 2.5.1. Beëindiging van de schoolperiode op de Maasoever: Het kind is aan het eind van groep 8 gekomen. De ouders ontvangen het schooladvies voor de keuze van het Voortgezet Onderwijs. Het kind heeft de leeftijd van 12 jaar bereikt met een minimaal eindniveau van groep 6 en wordt door verwezen naar VSO/VO . Het opgestelde handelingsplan is niet haalbaar voor een kind. We moeten constateren dat wij als school te weinig uitdaging hebben kunnen bieden, waardoor de leerresultaten minimaal zijn. Er vindt dan vervroegde overplaatsing plaats naar een school voor basisonderwijs, waar meer aan de behoefte van deze leerling tegemoet kan worden gekomen c.q. Waar beter met de individuele problematiek van de leerling rekening gehouden kan worden. Er kan niet meer aan de uitgangscriteria worden voldaan en er vindt een overplaatsing naar een SBO of BO school plaats.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
24
Voor verder uitleg verwijzen wij nog naar het directievademecum van de RVKO welke bij de directie opvraagbaar is en de website van de RVKO www.rvko.nl 2.6.
Ouderbetrokkenheid op de Maasoever
Bij inschrijving van een kind op de Maasoever zullen wij het belang van ouderbetrokkenheid van de ouders onderstrepen en toelichten.
2.6.1. Onze visie In ons onderwijs zien wij vorming en opvoeding van leerlingen als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders en onderwijspersoneel. School en ouders zijn partners, met de leerkracht als onderwijsprofessional en de ouders als ervaringsdeskundige. Het partnerschap tussen de Maasoever heeft betrekking op: 1. Informatie: hoe informeren wij de ouders? 2. Gesprek: welke mogelijkheid bieden wij de ouders om met ons in gesprek te gaan? 3. Ouderhulp: hoe kunnen ouders helpen en hoe organiseren wij de ouderhulp? 4. Medezeggenschap: hoe hebben ouders inspraak? 5. Educatief partnerschap; hoe kunnen ouders bijdragen aan de ontwikkeling van hun kind? 6. Informatie over kwaliteitsbeleid; hoe betrekken we en informeren we onze ouders hierover? 2.6.2 Het informeren van ouders Bij het informeren van ouders maken we onderscheid tussen informatie over de individuele leerling en informatie over zaken op klasse- en schoolniveau. Bij de informatie over de leerling wordt tevens aangegeven welke mogelijkheid er voor leerkracht en ouders zijn om met elkaar in gesprek te gaan. Informatie over de leerling Wij vinden het contact met ouders heel belangrijk. Voor korte vragen of opmerkingen hebben de ouders de gelegenheid om dit tijdens de inlooptijd voor schooltijd hierover de leerkracht te informeren. Voor uitgebreidere vragen, opmerkingen over het functioneren van hun kind, gelieve dan een afspraak te maken. Dit initiatief kan ook indien gewenst door de leerkracht worden genomen. Schoolrapport en gesprek Ouders worden geïnformeerd over de vorderingen van hun kind aan de hand van het schoolrapport. Ouders ontvangen dit rapport 2 x per jaar in de maanden januari en juni/juli (afhankelijk van de zomervakantie). Tijdens de 10 minutengesprekken in oktnov en maart hebben de leerkracht en de ouders een gesprek over het functioneren in de brede zins des woord van het kind in de klas en thuis. Mocht blijken dat dit gesprek ontoereikend is, dan bestaat er de mogelijkheid om een afspraak te maken voor een uitgebreider vervolggesprek. Informatie over de groep Aan het begin van het schooljaar is er ’s avonds een informatieavond in de klas van uw kind. De leerkracht(en) vertellen over de gang van zaken in de klas en ouders krijgen de gelegenheid het lesmateriaal van de leerlingen in te zien en vragen te stellen. In de kalender staat deze datum vermeld. Ouders ontvangen hiervoor ook nog een aparte uitnodiging..
Schoolplan Maasoever 2012-2016
25
Excursies en andere activiteiten. Op onze school worden diverse activiteiten georganiseerd in schoolverband. Denk hierbij aan sinterklaas, kerstmis, schoolreis e.d. waar ouderhulp gewenst is. Via de OR en/of leerkrachten worden ouders uitgenodigd om hierbij mee te helpen. Daarnaast kan het voorkomen dat kinderen van een bepaalde groep een bezoek brengen aan het theater, bibliotheek of kinderboerderij. Ook zijn er in de klas activiteiten waar ouderhulp gewenst is. Via de leerkracht en/of de contactouder van de groep kunnen ouders benaderd worden om mee te helpen. Klasbezoek Tijdens de kleuterperiode worden ouders eenmaal in de gelegenheid gesteld om een middag in de groep van hun kind te komen kijken. Via het mededelingenbord bij het lokaal van uw kind (groepen 1-2) en een aankondiging in de nieuwsbrieven wordt u hiervan in kennis gesteld. U kunt via de intekenlijst bij het lokaal zich hiervoor dan inschrijven. Kleuterplein In de groepen 1 en 2 gebruiken we de methode Kleuterplein. Voorafgaand aan het nieuwe thema worden ouders middels een ouderbrief o=ver het thema geïnformeerd. Hierin staan ook ideeën voor ouders, zodat ze thuis in aansluiting op het schoolthema met de taalontwikkeling van hun kind bezig kunnen zijn. Goed gedaan. Ook bij de methode Goed gedaan, een lesmethode voor groep 1 t/m 8 gericht op sociaal-emotionele ontwikkeling, worden ouders aan de hand van een ouderbrief regelmatig geïnformeerd over het thema waar de klas mee bezig is. Op de Zo doen we dat kaart staan de belangrijkste leerpunten uit de les en nuttige tips voor thuis. Afsluiting project Soms kan het voorkomen dat wij op school een project afsluiten waarbij ouders van harte welkom zijn. Via de nieuwsbrief worden onze ouders hiervoor uitgenodigd. Schoolkrant Twee keer per jaar verschijnt de onze schoolkrant. We kennen een winter en zomereditie. schoolkrant Deze bevat bijdragen van de leerlingen over de activiteiten en gebeurtenissen van de afgelopen tijd. Dit kan gaan om een tekening, gedicht, verhaal, verslag of een foto. Ouderbrief Als er mededelingen vanuit de groep zijn, kan de leerkracht deze per brief en ook digitaal de ouders doen laten toekomen. Ouders kunnen zich voor de digitale post aanmelden via de website www.maasoever.nl
2.6.3
Informatie over de school
Schoolgids-kalender Aan het begin van het schooljaar ontvangen alle ouders de schoolkalender. Deze bevat informatie over de invulling van de onderwijstijd, de organisatie van de school en praktische informatie, zoals de schooltijden, het gymrooster, de overblijf en de regels die gelden in school en op het schoolplein. Daarnaast is er ook een uitgebreide schoolgids. Ouders ontvangen deze bij de intake op school. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om de laatste versie op papier vanaf de eerste schooldag bij de conciërges op te halen.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
26
Zowel de schoolgids als kalender zijn ook digitaal te raadplegen via de website van onze school; www. maasoever.nl. Nieuwsbrief Minstens 1 keer per maand verschijnt de nieuwsbrief van de Maasoever. Deze wordt ook digitaal verzonden aan alle ouders die zich voor de digitale services hebben aangemeld. Alle schoolpost, zoals nieuwsbrieven, mededelingen van de OR of MR, brieven ter aankondiging van een activiteit of ouderhulp gaan altijd op een vaste dag per week (dinsdag) met de kinderen mee. Website Informatie over de school is ook te vinden op de website www.maaoever.nl . Op deze site zijn ook foto’s te vinden van schoolactiviteiten. Jaarvergadering OR en thema-avond Eenmaal per jaar is er aan het begin van het schooljaar (september) een ouderavond van de OR. Tijdens deze bijeenkomst doet de OR verslag van het afgelopen jaar, de jaarrekening, de begroting en de afrekening van de TSO en de plannen voor het komend jaar. Daarnaast is ons streven om in samenwerking met de OR van de Maasoever een themaavond te organiseren en bij voldoende deelname te laten plaatsvinden. Dit zou in combinatie kunnen zijn met de OR jaarvergadering.Een thema van deze avond wordt in overleg met de OR en de directie gekozen. Een spreker kan eventueel deel uit maken van deze avond. 2.6.4
De mogelijkheden tot gesprek
Gesprek met de leerkracht Ouders hebben verschillende mogelijkheden om met de leerkracht in gesprek te gaan: Tijdens de inlooptijd hebben ouders de mogelijkheid om een korte vraag te stellen of een opmerking te maken. Daarnaast kunnen ouders na schooltijd ons telefonisch benaderen of een afspraak maken voor een gesprek het rapportgesprek het uitgebreide gesprek, aangevraagd door ouders of leerkracht Gesprek met de intern begeleider Ouders die zich zorgen maken over de vorderingen van hun kind en die bij de leerkracht niet al hun vragen beantwoord zien, kunnen via de leerkracht een afspraak maken met de intern begeleider. Gesprek met de directie Iedere ochtend verwelkomt een directielid leerlingen en hun ouders bij de ingang van de school. Na aanvang van de lessen is hij/zij te vinden in de directiekamer aan de E.Belinfantestraat of Maaswijkweg. Ouders kunnen daar altijd terecht voor een korte vraag. Voor een wat langer gesprek gelieve dan een afspraak met een directielid te maken. 2.6.5 Ouderhulp Op onze school worden door de OR en leerkrachten diverse activiteiten georganiseerd. Ook de TSO is een activiteit welke door school wordt georganiseerd. Ouders kunnen bij deze activiteiten hun diensten aanbieden. Dan kan na een oproep door een OR, school of TSO. Ook kan een leerkracht of contactouder een oproep doen tot hulp bij een klas gebonden activiteit. Op onze school is een actieve OR. Deze vergadert 8-10 keer per jaar. Ouders die zich hiervoor willen opgeven kunnen dit doen, als er een oproep door de OR wordt gedaan.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
27
Doel van de OR is het mede organiseren van de schoolactiviteiten. De coördinatie van deze activiteiten ligt bij de werkgroep die de activiteit verzorgd. De OR werkt met een budget welke in de jaarvergadering aan het begin van het schooljaar door de ouders wordt vastgesteld .De begroting wordt vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan de MR en directie. Dit geldt ook voor het bedrag van de vrijwillige ouderbijdrage. Ook deze wordt door de ouders tijdens de jaarvergadering vastgesteld.
2.6.6 De medezeggenschapsraad De Maasoever heeft een medezeggenschapsraad (MR) conform de Wet medezeggenschap op scholen (Wms). Deze wet bepaalt dat voorgenomen besluiten van het schoolbestuur ter instemming of advies aan de MR te worden voorgelegd. De Maasoever wil de MR in staat stellen om constructief mee te denken. De school ziet de meerwaarde van de kennis en ervaring van ouders in de MR en wil deze ten goede laten komen aan de kwaliteit van het onderwijs. De MR wordt daarom vroegtijdig bij de beleidsvorming betrokken en kan op die manier daadwerkelijk invloed uitoefenen op de besluitvorming. De verslagen van de vergaderingen van de medezeggenschapsraad worden op de website geplaatst, zodat deze voor alle ouders toegankelijk zijn. Daarnaast kent ons bestuur RVKO ook nog een GMR. Ook daar maken wij als school deel van uit.
2.6.7 Educatief partnerschap met ouders Wij als school vinden, dat ouders een belangrijke rol spelen bij de schoolse ontwikkeling van kinderen. Ouders zullen daarom een aantal keren per jaar door middel van een ouderavond, oudergesprek worden geïnformeerd over de lesstof die hun kind krijgt aangeboden, de strategieën die worden aangeleerd en de wijze waarop ouders hier thuis op kunnen aansluiten als zij met hun kind willen oefenen. Zo vinden wij het ook erg belangrijk dat ouders met kinderen lezen. Bij het intake gesprek en inschrijving op de Maasoever ontvangen de kinderen een leesboekje welke de ouders dan aan het kind kunnen voorlezen. Dit is een voorbeeld om ouders bij de ontwikkeling van hun kind te betrekken. Het spreekt voor zich, maar wij willen ouders hier bewust mee laten worden.
2.6.8 Kwaliteitsbeleid Oudertevredenheidsonderzoek Om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen doen wij aan kwaliteitszorg. Naast een personeelsenquête wordt een keer in de 2 jaar een ouder tevredenheidonderzoek uitgevoerd. De coördinatie hiervan ligt bij de directie. De resultaten van dit onderzoek worden met het team, en de medezeggenschapsraad besproken. Terugkoppeling vindt er dan nadien plaats naar de ouders. Een werkgroep, bestaande uit een aantal ouders van de MR, leerkrachten en directie, maakt naar aanleiding van het ouder tevredenheidonderzoek een plan waarin wordt beschreven hoe de aandachtspunten de komende periode worden aangepakt. De resultaten van het ouder tevredenheidonderzoek zal naar de ouders worden terug gekoppeld. Intake gesprek Om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen wordt met nieuwe ouders een intakegesprek gehouden. Tijdens dit gesprek wordt met ouders over de school gesproken, waar we voor staan, hoe we werken, onze zorg, kwaliteitsbewaking en
Schoolplan Maasoever 2012-2016
28
praktische zaken e.d. Voor nieuwe kinderen in groep 1 is er na 6-8 weken een gesprek waarin ouders en leerkracht met elkaar praten over het kind.
Hoofdstuk 3:
Activiteitenplan en jaardraaiboek
3.1. Schooltijden Het komend schooljaar werken wij aan het model waarin de leerlingen in 8 jaren onderwijs minimaal 7520 uren onderwijs genieten. De schooltijden zijn bij ons op school dan ook als volgt: Groepen 1 t/m 8: Op maandag, dinsdag donderdag en vrijdag dagelijks van 8.30 uur t/m 12.00 uur en ’s middags van 13.15 t/m 15.15 uur. Op de woensdag gaan alle groepen van 08.30 uur tot 11.45 uur naar school. Wij hebben als school een keuze gemaakt voor het Hoorns model waarbij we weken maken van 25,25 uur met daarnaast voor iedere groep maximaal 7 extra dagen vrij. 3.2. Richtlijnen urenberekening met daarin het vakantierooster: Op onze school krijgen alle groepen 940 uur per jaar les. Dit doen wij als volgt: We draaien weken van 25,25 uur waarbij iedere groep maximaal 7 extra dagen vrij heeft. Daarnaast plannen we nog 10 uur in voor marge, welke ingezet kunnen worden bij een calamiteit. We komen dan op een totaal van 957 uur voor schooljaar 2012-2013. Het compensatieverlof voor de gehele school is dan als volgt geregeld: op 7 dagen zijn alle leerlingen wegens collectief compensatieverlof/studie of werkmiddagen vrij. Indien de leerkracht van uw kind dan nog recht heeft op extra compensatiedagen zal de leerkracht worden vervangen. Voor de vakantie verwijzen wij tevens naar de schoolgids/ kalender.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
29
3.2.1
Urenberekening met daarin het vakantierooster.
inkomsten groepen aantal lesuren per week lesuren per week x 52 weken bijtelling 29 en 30 -09-12 totaal
1-8 25,25 1313,00 5,50 1318,50
uitgaven herfstvakantie kerstvakantie Voorjaarsvakantie paasvakantie meivakantie pinksteren zomervakantie
20-10-12 22-12-12 23-02-13 29-03-13 27-04-13 20-05-13 20-07-13
compensatiedag compensatiedag compensatiedag
21-12-12 22-02-13 19-07-13
5.50 5,50 5,50
Studiedag Studiedag Studiedag studiedag
03-10-12 05-02-13 21-05-13 24-06-13
3,25 5,50 5,50 5,50
3 werkmiddagen Cito
20-09 ,
t/m t/m t/m t/m t/m
28-10-12 06-01-13 03-03-13 01-04-13 12-05-13
t/m
17-08-13
2102
02-07
25,25 50,50 25,25 11,00 50,50 5,50 151,50
6
totaal
361,75
aantal gewenste lesuren
totaal
950
marge uren
totaal
6.75
Schoolplan Maasoever 2012-2016
30
3.3.
Tijdsverdeling over de verschillende vakgebieden 1 4 jr
2 5 jr
3 6 jr
4 7 jr
5 8 jr
6 9 jr
7 10 jr
8 11 jr
Zint. en lich. oefening
0
0
0
0
0
0
0
Zintuigelijke oef.
0
0
0
0
0
0
0
0
Lich. oefening
0
0
60
60
60
60
60
60 0
Zwemmen Brede ontwikkeling subtotaal per week Taalactiviteiten Spreken en luisteren Taal
0
0
0
0
0
0
0
0
465
465
0
0
0
0
0
0
7,45
7,45
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
60
60
0
0
0
0
0
0
135
135
30
60
60
60
45
60
30
30
285
300
280
295
295
295
Lezen
0
0
250
225
240
135
105
105
Schrijven
0
0
75
75
60
60
30
15
Doc. Centrum
0
0
0
0
0
45
45
60
3,45
3,45
10.40 11.00 10.40 09,55
8.40
8.55
subtotaal per week Rekenen en wiskunde
60
60
300
285
265
265
295
280
1,00
1,00
5.00
4,45
4,25
4,25
4,55
4,40
Talen
0
0
0
0
0
0
0
0
Engels
0
0
0
0
0
0
45
45
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.45
0.45
Kennisgebieden
0
0
0
0
0
0
0
0
Aardrijkskunde
0
0
25
25
65
65
65
65
Geschiedenis
0
0
25
25
40
40
40
55
Natuur- bev. gezondgedrag
0
0
40
40
40
40
40
55
Biologie
0
0
0
0
0
0
0
0
Maatsch. Verhoudingen
0
0
0
0
30
30
0
0
Staatsinrichting
0
0
0
0
0
0
30
15
0 60
0 60
0 50
0 45
0 30
0 45
30 45
30 30
1,00
1,00
2,10
2,15
3,25
3.40
4,10
4,10
Bevordering sociale redzaamheid
30
30
30
30
30
30
30
30
Gedrag in het verkeer
30
30
30
30
30
30
30
30
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
subtotaal per week
subtotaal per week
Geestelijke stromingen Wereldoriëntatie subtotaal per week
subtotaal per week Bevordering gezond gedrag
30
30
0
0
0
0
0
0
0,30
0,30
0
0
0
0
0
0
Expressieactiviteiten
0
0
0
0
0
0
0
0
Bevordering taalgebruik
0
0
0
0
0
0
0
0
Tekenen
0
0
60
60
45
60
45
45
60
60
45
45
45
45
45
30
0
0
60
60
45
60
45
45
420
420
0
0
0
0
0
0
30
30
30
30
30
30
30
45
8,30
8,30
3,15
3,15
2,45
3.00
2,45
2,45
30
30
45
45
45
45
45
45
subtotaal per week
Muziek Handvaardigheid Spel en beweging Dramatische expressie subtotaal per week Godsdienstonderwijs
Schoolplan Maasoever 2012-2016
31
subtotaal per week Pauze subtotaal per week Totaal per week
0,30
0,30
0,45
0,45
0,45
0,45
0,45
0,45
75
75
75
75
75
75
75
75
1,15
1,15
1,15
1,15
1,15
1,15
1,15
1,15
25,15 25,15
25,15 25,15 25,15 25,15 25,15 25,15
3.4. Tussen schoolse opvang (TSO) Het overblijven op de Maasoever wordt gecoördineerd door de commissie Tussen Schoolse Opvang. Deze commissie bestaat uit 2 afgevaardigden namens de school, 2 namens MR en de overblijfcoördinatoren. Daarnaast zijn de overblijfcoördinatoren belast met de dagelijkse gang van zaken rondom de TSO. (administratie, financiële administratie, regelen van hulpouders, materialen klaarzetten, bestellen ed.) Daarnaast beschikt de TSO over hulpouders die dagelijks worden ingezet bij het overblijven. Deze coördinatoren en hulpouders ontvangen hiervoor een vrijwilligersvergoeding. Hierbij wordt rekening gehouden met de maximale vergoeding per jaar. Jaarlijks wordt er door de kascontrolecommissie van de Ouderraad de gelden en administratie van de TSO gecontroleerd. In de jaarvergadering worden de ouders hiervan in kennis gesteld. De TSO heeft een overblijfprotocol waarin de gang van zaken, afspraken e.d beschreven staan. Dit protocol wordt door de MR vastgesteld. Het protocol is bij de directie op te vragen.
3.5. Voor- en naschoolse opvang Naar aanleiding van enquête onder de ouders en in samenspraak met de MR is gekozen voor de school als makelaar bij de voor en naschoolse opvang. Op dit moment wordt deze voor en naschoolse opvang verzorgd door Mundo en SKS alles Kids. Met beide organisaties hebben we als school contact gehad over de opvang. Met Mundo is een echter een convenant ondertekend. Door dit convenant wordt een aantal opvangplaatsen voor de leerlingen van de Maasoever bij Mundo gegarandeerd. 3.6.
Toezicht
3.6.1 Voor school Onze inlooptijden zijn voor de groepen aan de E.Belinfantestraat zijn van 8.15 tot aan 8.30 en van 13.00 uur tot en met 13.15 uur. Het toezicht wordt door de leerkracht verzorgd in de eigen groep. Voor de groepen gehuisvest aan de Maaswijkweg geldt dit van 8.22-8.30 uur en 13.07-13.15 uur. Groepen die van de E. Belinfantestraat met gym aan de Maaswijkweg starten, gelden de inloopregels van de A. Frankstraat. Bij de ingang van de gymzaal houdt de eigen leerkracht dan toezicht. 3.6.2 Tijdens de pauze. Alle leerkrachten gaan met de kinderen mee naar buiten tijdens het speelkwartier volgens het rooster. Om toezicht te waarborgen zullen de leerkrachten zich verspreiden over de speelplaatsen/velden. 3.6.3 Na school De leerkrachten begeleiden de kinderen naar buiten toe en zien er op toe dat ze op een ordelijke wijze het plein verlaten.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
32
3.7. Werkweekbezetting De leerkrachten van de groepen 8 gaan altijd mee op kamp. Deze collega’s worden ondersteund door collega’s zonder groep en stagiaires. 3.8. Jaardraaiboek In deze map staan alle activiteiten omschreven, die in de loop van het schooljaar plaatsvinden. Voor iedere activiteit is één teamlid eindverantwoordelijk. Hij/zij bereidt in overleg met de werkgroep de activiteit voor. Verder bevat deze map alle vastgestelde afspraken welke op de Maasoever gelden. Naast algemene zaken en taakverdeling werkgroepen bevat deze map ook een stuk over onze zorgstructuur en kwaliteit op de Maasoever. 3.8.1 Klassenmap In iedere klas is een klassenmap aanwezig. Deze bevat klasgebonden informatie, zoals leerlingenlijsten, absentenlijsten, klassen,- schoolregels, cijferlijsten, rooster, jaarplanning, urenoverzicht, klassenregels, takenoverzicht, screenings-kalender, registratieformulieren en diverse formulieren ten behoeve van de zorgverbreding. 3.8.2 Les en weekrooster In de klas is een klassenmap aanwezig waarin het lesrooster zich bevindt. Tevens maken de collega’s gebruik van weekplanning, waardoor het onderwijs van tevoren gepland wordt en bij ziekte van de groepsleerkracht gewaarborgd wordt. 3.9. Normjaartaak overzicht niet lesgebonden taken Voor ieder personeelslid zijn in de normjaartaak de niet lesgebonden taken opgenomen. Verder is er een overzicht van alle taken en werkgroepen. Deze zit in de klassenmap. Verder ontvangt ieder teamlid een papieren versie van dit overzicht voor eigen gebruik.
3.10. Jaarplanning In de jaarplanner worden de onderstaande zaken vastgelegd. Deze planning moet volgens de wet op het primair onderwijs volledig ingevuld zijn én uiterlijk de 1e schooldag bij teamleden en ouders bekend zijn. De jaarplanning voor de ouders is meestal een basis voor de kalender-schoolgids, waardoor deze voor de ouders volstaat. In de jaarplanning is ondergebracht: Volledig vakantierooster, inclusief extra vrije dagen en studiedag(en) Volledig activiteitenprogramma voor de kinderen (denk aan: schoolreis, werkweek, Sint- en Kerstviering, kinderboekenweek, sportdag, themadag etc) Volledig activiteitenprogramma voor ouders (denk aan: algemene ouderavond, rapportmiddagen/avonden, uitlegavond vervolgonderwijs, musical groep 8, MR vergaderingen). Jaarplanner voor de teamleden is opgenomen in het normjaartaakoverzicht; Hierin staat ook nog vermeld Vergaderrooster. We maken op de Maasoever een onderscheid tussen a. organisatorische (team)vergaderingen welke niet vallen onder de lesgevende taken. b. inhoudelijke (bouw of schoolplan) vergaderingen: welke vallen onder schooldeel van de deskundigheidsbevordering, evenals de geplande studiedag. Onze jaarplanning wordt aangevuld met de toetskalender, stafoverleg, bijeenkomsten met de IB (groeps- en leerlingbesprekingen), etc.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
33
De activiteiten welke vetgedrukt staan zijn verplichte activiteiten voor alle collega’s.
3.11. Schoolverzuim en verlofregeling Ouders dienen de school schriftelijk of telefonisch op de hoogte te brengen van het schoolverzuim van hun kind. Mochten wij geen bericht ontvangen dan zullen we eerst zelf contact opnemen met de ouders. Wanneer wij geen bericht ontvangen zullen wij dit als ongeoorloofd verzuim doorgeven aan de leerplicht ambtenaar. Voor de verlofregeling verwijzen wij naar dit onderdeel in de schoolgids-kalender
Schoolplan Maasoever 2012-2016
34
Hoofdstuk 4.
Personeelsplan
4.1 IPB Beleid De RVKO kent binnen de scholen voor basisonderwijs de functies (meerscholig)directeur, locatieleider, adjunct-directeur leraar, leraarondersteuner, voorschoolassistent, schoolassistent (=ID baan) en conciërge. Daarnaast kennen we in het sbo nog aanvullende functies zoals orthopedagoog en logopedist. Leraren kunnen als ‘taak’ de interne begeleiding verzorgen, staflid zijn of een andere ambulante taak hebben. Om van al deze personeelsleden hun ontwikkelingen te volgen en te stimuleren, heeft de RVKO een vastomlijnd IPB, dat is vastgelegd in het directie vademecum. In het IPB zijn de uitgangspunten vastgelegd m.b.t. klassenconsultaties en een vier jarige POP cyclus, met daarin verwerkt intervisie, POP-, voortgangs-, functionerings- en beoordelingsgesprekken. Volgens deze richtlijnen is dit bij ons op school als volgt georganiseerd: Start Na een ½ jaar Na 1 jaar Na 1 ½ jaar Na 2 jaar Na 2 ½ jaar Na 3 jaar Na 3 ½ jaar Na 4 jaar
POP Voortgangsgesprek Functioneringsgesprek Voortgangsgesprek Functioneringsgesprek Voortgangsgesprek Functioneringsgesprek Voortgangsgesprek Beoordelingsgesprek en maken van een nieuwe POP
Ieder IPB gesprek wordt voorafgegaan door een klassenconsultatie door de gespreksvoerder. 4.1.1 Beleid beginnende leerkrachten. Beginnende leerkrachten (starters, nieuw van buitenaf of uit een andere bouw) worden begeleid o.a. door de parallelcollega. Ook de bouwcoördinatoren en ib-er nemen een deel van deze begeleiding op zich. Verder krijgen beginnende leerkrachten in het eerste jaar een korting op een aantal niet lesgebonden taakuren. Hierdoor kan de collega zich in dit eerste jaar met name richten op zijn lesgevende taak voor zijn of haar groep. Het protocol begeleiding nieuwe leerkrachten is op school aanwezig. 4.2 Taakbelasting en normjaartaak De taak van ieder teamlid is in eerste instantie het verzorgen van goed onderwijs. Ieder teamlid krijgt een vast aantal uren toebedeeld voor lesgevende, corrigerende en voorbereidende taken. Ook wordt voor ieder teamlid een aantal uren vastgesteld voor overlegsituaties, vergadertijd en verplichte avondbijeenkomsten.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
35
De normjaartaak planning is het sluitstuk van de weektaak. Al naar gelang de persoonlijke situatie, de ambitie en werkomstandigheden van ieder individueel teamlid, worden er aan een persoon meer of minder taken toebedeeld. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen en capaciteiten van een teamlid, maar ook met een eerlijke verdeling. In april/mei wordt geïnventariseerd welke taken teamleden graag zouden willen uitvoeren en welke taken liever niet. Hierdoor komt eenieder op zijn of haar normjaartaak die verder afhankelijk is van de aanstellingsomvang en de mate waarin eventueel BAPO-, zwangerschaps- en ouderschapsverlof wordt opgenomen.
4.3 Begeleiding studenten De school staat open voor Pabo studenten en wij plaatsen in iedere groep waar dat mogelijk is een student. Voor hun begeleiding is de mentor of coach natuurlijk de eerst aangewezen persoon. Daarnaast hebben wij ook een opleidingscoördinator benoemd, die belast is met ontvangst van de studenten, de indeling en de contacten met de Pabo. De coördinator bewaakt tevens het overzicht over het functioneren van de student en de relatie met de mentor of coach. Indien de situatie daarom vraagt, speelt zij een rol in het onderlinge overleg. Tevens speelt de opleidingscoördinator een rol bij de examinering van Pabo 4 studenten. Ook van andere opleidingen, zoals een praktijkschool of Mboopleiding worden studenten begeleid.
4.4 Nascholing teamleden Wij hechten er veel belang aan dat teamleden zich verder bekwamen. In het POP van ieder teamlid wordt zijn/haar opleidingsplan besproken. Indien een zelfgekozen cursus of studie een schoolbelang dient, worden de studie-uren opgenomen in de normjaartaak van het betreffende teamlid en kan de directie ervoor kiezen de opleidingskosten(deels) te vergoeden. Daarnaast worden, wanneer op uitdrukkelijk verzoek van de directie een studie of cursus wordt gevolgd, de studiekosten geheel vergoed.
4.5 De Medezeggenschapsraad. De MR kan gevraagd en ongevraagd advies c.q. instemming geven over onderwerpen die in het RVKO reglement zijn vastgelegd. Er wordt minimaal 6 maal per jaar vergaderd, maar indien nodig wordt er een extra vergadering uitgeschreven. De voorzitter leidt de vergaderingen. De secretaris zorgt in overleg met de voorzitter en zo nodig de directie voor het opstellen van een agenda en verzorgt de notulen en de post. De directie woont op de Maasoever een aantal vergaderingen ter advisering bij. MR-leden worden voor drie jaar gekozen. De voorzitter en de secretaris dragen zorg voor de verkiezingen volgens de voorschriften in het MR-reglement. De ouderbijdragen en de TSO worden onder regie van de MR. beheerd. De in- en uitgaven worden elk jaar gecontroleerd door een kascontrolecommissie .De samenstelling van de MR kunt u terugvinden in onze schoolgids/kalender. Daarnaast is er vanuit de RVKO een GMR opgericht voor alle scholen van de RVKO en dus ook voor de Maasoever. Een ouder van onze school is voorzitter van de GMR
Schoolplan Maasoever 2012-2016
36
4.6 Arbo plan Onze school heeft een Arbo beleidsplan. Naar aanleiding van de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E), die eens per 4 jaar wordt afgenomen, wordt aan een groot aantal verplichtingen uit de Arbo-wetgeving invulling gegeven. Hieronder wordt per deelgebied van de Arbo-wetgeving ons beleid weergegeven;
Verzuim Het verzuim wordt geregistreerd en behandeld middels verzuimmanager , conform de richtlijnen van de RVKO.
het
programma
Ongevallenregistratie In ieder groep en digitaal is een ongevallen registratieformulier aanwezig.
Veiligheid en gezondheid De Arbo commissie, bestaande uit teamleden en leden uit de MR, stelt in overleg met de directie een veiligheidsprotocol op, bestaande uit een actielijst en het plan van aanpak voortkomend uit de RI&E. Daarnaast hebben we een gedragsprotocol op school.
Welzijn Het welzijn van de teamleden wordt gemonitord met behulp van het INK-model.
Agressie, geweld en seksuele intimidatie Op schoolniveau zijn een contactpersoon en maatschappelijk werk ster. Daarnaast kan men ook bij de vertrouwenspersoon van de RVKO terecht. Verder is de contactpersoon ook de coördinator van het MIS project. (Mishandeling, Incest en Suïcidaal).
Bedrijfshulpverlening De bedrijfshulpverlening is op school conform de richtlijnen geregeld. Er zijn meerdere BHV-ers aanwezig. Jaarlijks worden personeelsleden bijgeschoold via de cursus bedrijfshulpverlening en reanimatie.
Ontruimingsplan Er is een goedgekeurd ontruimingsplan. Het ontruimen wordt jaarlijks 2 maal in de praktijk geoefend en geëvalueerd.
4.7 Klachtenregeling Deze regeling staat opgenomen in de schoolgids van de Maasoever. Daarnaast staat deze regeling ook in het directievademecum van de RVKO. Indien men het wenselijk acht, kan men zich wenden tot de RVKO. Op onze school is Jacinta Hoogendoorn aangesteld als aandachtsfunctionaris
Schoolplan Maasoever 2012-2016
37
Hoofdstuk 5.
Vakgebieden
5.1. Onderwijs aan het jonge kind Op de Maasoever hebben wij voor het onderwijs aan jonge kinderen gekozen voor het pedagogisch concept van de basisontwikkeling. Dat wil zeggen we hebben een aantal basiskenmerken en uitgangspunten opgenomen in onze manier van werken in de onderbouw. Dit heeft gevolgen voor de manier waarop wij het onderwijs aan jonge kinderen inrichten. 5.1.1 Basiskenmerken Willen kinderen tot ontwikkeling kunnen komen, dan moeten er een aantal voorwaarden zijn; kinderen moeten vrij zijn van emotionele belemmeringen, ze hebben een gezond zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld nodig en moeten nieuwsgierig, onderzoekend en ondernemend zijn en zinvolle activiteiten aangeboden krijgen, gericht op de zone van de naaste ontwikkeling Dit worden ook wel basiskenmerken genoemd. Deze basiskenmerken zijn permanente voorwaarden voor ontwikkeling en leren.
5.1.2. Uitgangspunten: Het onderwijs moet bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen. Kinderen bezitten ontwikkelingskracht en zijn voor verdere ontwikkeling afhankelijk van hulp van volwassenen. De leerkracht is bijzonder belangrijk; neemt initiatieven, stimuleert en is medeontwerper van activiteiten. De rol van de leerkracht is bemiddelen tussen onderwijsdoelen en de betekenis die activiteiten hebben voor kinderen. De zone van de naaste ontwikkeling is aangrijpingspunt voor activiteiten. Het onderwijs richt zich op de brede ontwikkeling en niet meer uitsluitend op training van specifieke vaardigheden. Ontwikkelingswaarde hebben die activiteiten die plaatsvinden in een zinvolle en betekenisvolle context. Ontwikkeling van kinderen vindt plaats door spelen; zonder spel vindt geen ontwikkeling plaats. Bovenstaande uitgangspunten worden verwerkt in vijf verschillende kernactiviteiten. Deze kernactiviteiten zijn: ▪ Spelactiviteiten: manipuleren spel, bewegingsspel en rollenspel; ▪ Constructieve en beeldende activiteiten met materialen; ▪ Gespreksactiviteiten; ▪ Lees-schrijfactiviteiten: verhalen, prentenboeken, teksten maken woordenschatactiviteiten. ▪ Reken-wiskunde activiteiten: met bouwen, wiskundige thema’s e.d. Deze activiteiten zijn verbonden aan inhouden en thema’s. Daarnaast zijn er in de onderbouw meer activiteiten van belang; onder andere bewegingsonderwijs en muzikale vorming. De kernactiviteiten lopen in de praktijk vaak door elkaar heen. Kinderen zijn zelden met maar één van de kernactiviteiten tegelijk bezig. Door middel van het werken met thema’s aan de kernactiviteiten hopen we de brede ontwikkeling bij kinderen op gang te brengen. Deze brede ontwikkeling leidt tot toenemende zelfstandigheid van kinderen.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
38
Door middel van het gebruik van het planbord willen wij de kinderen stapsgewijs hun werk en spel leren plannen. Dit bevordert de zelfstandigheid van de kinderen en stimuleert de ontwikkeling van het taal denkniveau. Dit heeft zijn voortgang in de groepen 3. Door middel van de kernactiviteiten werken we aan: ▪ Actief zijn, initiatieven nemen en plannen maken; ▪ Communiceren met gebruik van taal; ▪ Samen spelen en samen werken; ▪ Verkennen van de wereld; ▪ Uiten van en vormgeven aan ervaringen; ▪ Voorstellingsvermogen en creativiteit in denken en handelen; ▪ Omgaan met symbolen, tekens en betekenissen; ▪ Reflecteren op, of nadenken over het eigen gedrag en dat van anderen; ▪ Onderzoeken, redeneren en probleem oplossend denken en handelen. Naast de brede ontwikkelingsdoelen hebben kinderen specifieke kennis en vaardigheden nodig. Ze liggen op het terrein van: ▪ Fijne en grove motoriek; ▪ Waarnemen en ordenen; ▪ Woorden en begrippen; ▪ Gereedschappen en technieken; ▪ Sociale vaardigheden; ▪ Schematiseren en symboolvorming; ▪ Geschreven en gedrukte taal; ▪ Hoeveelheden en bewerkingen. Een en ander is weergegeven in het zogenaamde cirkelschema. Hierin wordt duidelijk dat vanuit de basiskenmerken in een steeds groter wordende cirkel gewerkt kan worden aan de brede ontwikkeling van kinderen, waarbij ook de specifieke kennis en vaardigheden hun plaats innemen.
5.1.3 Het werken met thema’s Bij de keuze voor thema’s en de inhouden van het onderwijs is de belevingwereld van het kind voor een deel de leidraad. De keuze van de leerkracht wordt ook bepaald door praktische omstandigheden en motieven van de leerkracht. Aanknopingspunten voor thema’s kunnen zijn: ▪ De sociaal-culturele werkelijkheid; normen en waarden ▪ Fantasie; ▪ Evenementen en feesten; ▪ De natuur De leerkracht ontwerpt thematische activiteiten altijd in directe samenhang met de kernactiviteiten. Niet door per kernactiviteit inhouden toe te voegen, maar door vanuit een thematisch kader relevante samenhangende activiteiten te ontwerpen, waarbij zowel de brede ontwikkeling als ook de speciale vaardigheden getraind worden. Bij de planning van de activiteiten speelt de inbreng van de kinderen de hoofdrol. Op de Maasoever maken we in de groepen 1 en 2 gebruik van de methode Kleuterplein. Deze methode werkt met thema’s en is gestoeld op de theorie van basisontwikkeling. Per schooljaar zullen we 5 a 6 thema’s uit de methode behandelen. Daarnaast blijven de eigen ontworpen activiteiten bestaan. De thema’s die behandeld worden, worden van te voren vastgesteld en in een dezelfde periode door alle kleutergroepen behandeld.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
39
Hiervoor wordt in de klas of in de hal een themahoek ingericht. Wanneer een thema is vastgesteld, dan worden er activiteiten ontworpen, gerelateerd aan de kernactiviteiten van de basisontwikkeling. Verder gebruiken we de methode reis van je Leven en Goed gedaan in de groepen 1 en 2. 5.1.4. Materialen De materialen waar mee in groep 1 / 2 gewerkt wordt zijn: A. Ongevormde materialen: klei, zand en water; B. Vormgevende materialen: materialen die vermaakt, verknipt, bewerkt kunnen worden, teken- en schildermateriaal, knutselmateriaal, materiaal om te timmeren en papier; C. Constructieve- en beeldende materialen; materialen die uit losse onderdelen bestaan die tot voorwerpen, constructies of patronen kunnen worden samengesteld, zowel driedimensionaal als in het platte vlak; D. Speelleermaterialen; materialen met een duidelijke leerintentie, eenduidig in gebruik, die in de vorm van een spel worden aangeboden: lotto’s, puzzels, bijvoorbeeld, maar ook werkbladen of telmaterialen.
5.1.5 De rol van de leerkracht Spelbegeleiding Zoals al eerder beschreven, zijn wij van mening, dat het jonge kind vooral leert door te spelen. Wij achten van groot belang, dat de leerkracht een begeleidende rol aanneemt naast het spelende kind. De leerkracht kan op deze manier het spel verrijken door: Nieuwe spelelementen toe te voegen Zelf een rol aan te nemen De interactie tussen kinderen te stimuleren De ontwikkeling van vaardigheden uit te lokken De woordenschat uit te breiden. Ontwikkeling door interactie De sociale omgeving van het kind is voor een belangrijk deel bepalend voor ontwikkeling. Volwassenen spelen hierin een grote rol; zij leggen de pedagogische basis waarop ontwikkelingsprocessen en leerprocessen zijn verankerd. Ook zijn zij de bemiddelaars tussen kind en omgeving; zij brengen de wereld dichtbij. Tevens is de leerkracht bepalend omdat zij fundamentele ontwikkelingsprocessen uitlokt en stimuleert door persoonlijke interacties met kinderen en deelname aan hun activiteiten. Zone van de naaste ontwikkeling De leerkracht bevordert ontwikkeling door kinderen in activiteiten te betrekken en door hen te helpen nieuwe handelingsmogelijkheden te verwerven die in de activiteiten zijn ingebed. Hierbij kunnen kinderen niet alleen handelingen verrichten die zij al beheersen, maar kunnen zij ook nieuwe handelingen tegenkomen die ze (nog) niet zelfstandig aankunnen. Deze zone van de naaste ontwikkeling is aangrijpingspunt voor leren en ontwikkelen. Reflecteren Tijdens de activiteiten gaat de leerkracht niet alleen uit van de eigen betekenis die zij aan een activiteit verleent, maar ze gaat ook op zoek naar de betekenissen die kinderen aan een activiteit verlenen. Dit is nodig om een goede inschatting te maken van de bijdrage die de leerkracht moet leveren. Tijdens de activiteit moet de leerkracht zelf op het handelen reflecteren; de effecten daarvan evalueren en op basis daarvan zo nodig de activiteit ter plekke bijstellen.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
40
Leerkrachten zijn er in basisontwikkeling op uit om ontwikkeling opzettelijk uit te lokken en te beïnvloeden. Dit vereist een sterke pedagogische basis. Deze pedagogische basis bestaat uit: ▪ Welbevinden en betrokkenheid bewerkstelligen; ▪ Hoge verwachtingen van kinderen hebben; ▪ Sensitief en responsief zijn; ▪ Betekenissen zoeken en geven; ▪ Echte interactie en contact; ▪ Partner van kinderen zijn.
5.1.6 Portfolio In de groepen 1-2, 3 en 4 heeft ieder kind zijn of haar eigen portfolio. Dit is een verzamelmap met zelfgekozen werk van het kind. Groep 1-2: Elk schooljaar beginnen we met een startblad (bijv. een blad uit een vriendenboekje of een foto van de school of van de groep). We eindigen met een afsluitend blad (bijv. een woordje van de ouders over hoe zij de map vinden of een versje/verhaaltje van de leerkracht). Na 8 weken hebben we met de ouders van nieuwe kinderen een gesprek. Het portfolio wordt daarbij ingezet. We laten het kind een aantal vragen beantwoorden (leerkracht vult de antwoorden in) en een tekening maken. Zo kunnen we met de ouders bespreken wat het kind zelf vindt van school. Per thema zorgen we ervoor dat er telkens twee werkjes in de map komen waar het kind trots op is. We zorgen ervoor dat de map er aantrekkelijk uitziet, door er verschillende soorten werk in te doen. Bijvoorbeeld: - tekening met potlood - tekening met wasco (en ecoline) - knipwerk - scheurwerk - schilderen met plakkaatverf - liedje - versje - foto van het kind - samenwerken - strikdiploma - iets over de kleuterfeestdag - werkblad We laten het kind zelf een keuze maken uit zijn of haar werk. Dit doen we bijvoorbeeld door het kind meerdere tekeningen te laten maken en dan de mooiste door het kind uit te laten kiezen. We schrijven of typen ook bij het werk waarom het kind juist voor deze tekening kiest. We kunnen er ook bij schrijven wat de afbeelding volgens het kind voorstelt of hoe het was om in deze hoek te spelen. Dit portfolio gaat twee keer per jaar met de kinderen mee naar huis, zodat de ouders en verdere familie de map kunnen bekijken.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
41
Groep 3 en 4: Het portfolio van de kinderen wordt verder aangevuld. In dit portfolio komen 10 verschillende soorten werk, waar de kinderen trots op zijn. Deze werkjes zullen uit de volgende vakgebieden komen: - schrijven. - Rekenen - Lezen - Tekenen - Wereldoriëntatie De kinderen zullen onder begeleiding van de leerkracht zelf bepalen welk werk er in hun portfolio komt. Dit portfolio gaat twee keer per jaar, in januari en in juni, met de kinderen mee naar huis, zodat de ouders en verdere familie de map kunnen bekijken. De invulling voor de map van groep 5 is in ontwikkeling. 5.1.7.
-
Ontwikkelingsleerlijnen. We gebruiken in de de onderbouw het Ontwikkelingsvolgmodel Jonge Kinderen (OVMJK) van Memelink. De uitgangspunten zijn: Systematisch observeren in dagelijkse situaties Aandacht voor de totale ontwikkeling van het kind Ontwikkeling volgen over een langere periode Ontwikkeling van kind kan worden afgezet tegen gangbare ontwikkeling van jonge kinderen. Er is ruimschoots aandacht voor leerkracht, school en opvoeder Er is sprake van ondersteuning voor (groeps)planning van onderwijs
Wat is het OVM-JK? - Een leerlingvolgsysteem voor peuterspeelzaal en onderbouw van het basisonderwijs - Volgt ontwikkeling van 3 tot 7 jaar - Het is een signaleringsmodel voor mogelijke problemen - Het ondersteunt de realisatie van een ontwikkelingsgerichte visie van de school - Het is een bruikbaar instrument voor oudergesprekken of leerlingbesprekingen Ontwikkelingslijnen: - Aspecten van de kinderlijke ontwikkeling zijn in de vorm van ontwikkelingslijnen uitgewerkt - De ontwikkelingslijnen zijn onderverdeeld in halve jaren, die overeenkomen met de gangbare ontwikkeling van kinderen in de genoemde leeftijdscategorie - Per ontwikkelingslijn en fase zijn concretiseringen beschreven - D.m.v. inkleuren van de ontwikkelingslijnen wordt het ontwikkelingsproces van het kind zichtbaar De 7 -
Ontwikkelingsgebieden: Basale ontwikkelingsbehoeften Speel- en werkgedrag (Senso)motorische ontwikkeling Zintuiglijke ontwikkeling Spraak en taal(denk)ontwikkeling Wereldoriëntatie Symboolverkenning
Schoolplan Maasoever 2012-2016
42
Deze 7 ontwikkelingsgebieden zijn weer onderverdeeld over 19 ontwikkelingslijnen voor het basisonderwijs waarbij ontwikkelingsaspecten worden bekeken op onderlinge samenhang. Per ontwikkelingslijn zijn er aantekenbladen en de ontwikkelingslijnen gaan hand in hand met de leerlijnen. De ontwikkelingslijnen worden 2 tot 4 maal per jaar ingevuld voor alle leerlingen op vaste leeftijdsmomenten. Extra aandacht zullen we gaan schenken aan de tussendoelen beginnende geletterdheid m.b.v. methode Kleuterplein (registratie) Daarnaast gebruiken de groepen 3 t/m 8 ook het OVM. We volgen de leerlingen middels de 8 basale leerlijnen vanuit Memelink. Deze zijn met name gericht op de sociaal emotionele ontwikkeling. Het OVM is een verfijnd observatiesysteem, waarin allerlei aspecten van de kinderlijke ontwikkeling in de vorm van ontwikkelingslijnen zijn uitgewerkt. Het team is hierin geschoold. Door middel van intervisie gaan zij hierover met elkaar in gesprek en zich hier verder in bekwamen. 5.2. Toetsing en registratie Tijden de activiteiten met kinderen ben je als groepsleerkracht voortdurend observerend en reflecterend bezig. Deze observaties komen neer op goed kijken en meedoen, en al handelend reflecteren op wat er tussen jou en de kinderen tot stand komt. Naar aanleiding van het geobserveerde kunnen activiteiten worden aangepast en ontwikkelingen worden geregistreerd. Om de ontwikkeling van kinderen goed te kunnen volgen, maken we gebruik van OVM-JK (Memelink). In de klas hanteert de groepsleerkracht een registratiesysteem waarop zij de vorderingen van de leerling bijhoudt. Daarnaast maken we gebruik van Cito ordenen en taal voor de groepen 2. Het komend schooljaar gaan we dit bij wijze van proef ook in groep 1 doen. In groep 3 - 8 worden de vorderingen van de leerlingen in kaart gebracht met behulp van de methode gebonden toetsen (taal, rekenen, schrijven) en Cito toetsen taal, rekenen. In de maanden januari en juni worden onafhankelijke toetsen gebruikt. We verwijzen hiervoor naar de toetskalender. Daarnaast worden de leerlingen van de groepen 8 door een drempelonderzoek en NIO onderzoek gescreend
5.3.
De ordening van de inhoud van ons onderwijs.
5.3.1 Referentieniveaus taal en rekenen Per 1 aug. 2010 zijn we verantwoordelijk voor de uitvoering van de wet referentieniveaus taal en rekenen. (www.taalenrekenen.nl) De gebruikte methoden maken momenteel additioneel materiaal en leeswijzers om de niveaubeschrijvingen terug te kunnen lezen in de huidige methoden. Er wordt ook een koppeling gemaakt met de beschrijving van de leerstoflijnen die uitmonden in de niveaus 1F , 1S, 2F . De doorgaande lijn voor leerlingen die uitstromen naar het voortgezet onderwijs zal er zeker mee zijn gediend. De beschrijving in onderwijsmethoden wordt getoetst bij aanschaf van een nieuwe methode. (eerst rekenen). Het komend schooljaar zullen wij het team informeren over deze vernieuwing, ook omdat uiteindelijk de resultaten van onze kinderen ten opzichte van de referentieniveaus zullen meewegen in een kwaliteitsoordeel bij het toezicht. Het uitgangspunt dat we met alle leerlingen, ook die met een specifieke onderwijsbehoefte, tenminste niveau 1F behalen. blijft onze ambitie. Dat zal waarschijnlijk niet voor iedereen lukken en hoe dat moet worden vertaald is nog onduidelijk.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
43
5.3.2. Opbrengstgericht werken: Ter ondersteuning van het opbrengstgerichte werken wordt voor iedere leerling vanaf groep 4, jaarlijks een ontwikkelingsperspectief uitgedraaid uit het LVS. Op basis van tussentijdse doelen en ijkpunten kan aan het einde van het leerjaar bezien worden of op individuele basis de opbrengsten voldoende zijn op basis van het te verwachten ontwikkelingsperspectief. Tevens vindt aan het eind van een leerjaar een evaluatie plaats of de opbrengsten op het niveau liggen, dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. IJkpunten zijn de resultaten aan het eind van de basisschool, de scores uit de toetsen van het leerlingvolgsysteem en de doorstroming van de leerlingen binnen de school.
5.3.3. De vakgebieden In artikel 9 van de Wet op het Basisonderwijs is globaal aangegeven wat het onderwijs (waar mogelijk in samenhang) moet omvatten. Op de volgende pagina’s kunt U de ordening en inhoud per vakgebied nalezen.
ARBEID MET ONTWIKKELINGSMATERIAAL Doelen van de school
Methoden / materialen
Over een grote mate Van begripsvorming en ruimtelijk inzicht beschikken en dit laatste ook in het platte vlak kunnen gebruiken.
Constructiemateriaal .
Inzicht hebben in de verhoudingen in het platte vlak.
Diverse van de door ons nagestreefde doelen zijn terug te Bouwmateriaal. vinden in diverse beschrijvingen van Wereldspelmateriaal. kerndoelen van de verschillende vak/ Poppenhoekmatevormingsgebieden. riaal/huishoek
Uitvoering in de praktijk Werkwijze: - werken in groepen - arbeid naar keuze - klein groepswerk - klassikaal
Beleidsvoornemens / borging Verder ontwikkelen van basisontwikkeling. Bewaking geschiedt via de groepsmap en ovm
Bewaking: zie groepsmap
Ongevormd materiaal.
Visueel en auditief kunnen discrimineren.
Boekenhoekmaterialen.
Zelfstandig opdrachten kunnen uitvoeren.
Materiaal voor de verstandelijke ontwikkeling.
Kunnen samenwerken.
Specifiek materiaal m.b.t. voorbereidend lezen, rekenen en schrijven.
Geconcentreerd kunnen luisteren.
Relatie met de kerndoelen
Een goede motorieke vaardigheid hebben. Kunnen ordenen, sorteren, combineren en classificeren. Inzicht hebben in hoeveelheid en rangorde.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
44
Abstract kunnen denken. Belangstelling hebben voor boekjes, letters en cijfers. Kleuren en vormen kunnen benoemen.
NEDERLANDS - SPREKEN Doelen van de school Het onderwijs is erop gericht de spreekvaardigheid van de leerlingen te vergroten. De spreekvaardigheid moet kunnen worden toegepast in diverse gespreksvormen.
Methoden/ materialen Taalverhaal in de groepen 3 t/m 8.
Relatie met de kerndoelen Het domein 'spreken' komt overeen met de kerndoelen.
Uitvoering in de praktijk Kringgesprekken Klassengesprek Spreekbeurt Wereldverkenning
Voor de groepen 1 en 2 maken we gebruik van Kleuterplein
Beleidsvoornemens / borging De werkgroep taal coördineert deze methode. Maakt afspraken , koppelt deze terug en bespreekt , evalueert deze in de teamvergaderingen.
NEDERLANDS - SCHRIJVEN Doelen van de school Het ontwikkelen van een duidelijk, leesbaar en eigen handschrift
Methoden / materialen Groepen 3 t/m 8 gebruikt Pennenstreken.
Relatie met de kerndoelen Komt overeen met de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk
Beleidsvoornemens / borging
Zie handleiding van de methode
De voorloper hiervan wordt gebruikt in groep 1-2
NEDERLANDS – LUISTEREN Doelen van de school Het onderwijs is erop gericht de luistervaardigheid van de leerlingen in verschillende en gevarieerde situaties te vergroten.
Methoden / materialen Groepen 3 t/m 8 maken gebruik van Taalverhaal. Voor de groepen 1 en 2 maken we gebruik van Kleuterplein
Schoolplan Maasoever 2012-2016
Relatie met de kerndoelen Het domein 'luisteren' komt overeen met de kerndoelen.
Uitvoering in de praktijk Zie handleiding methode
Beleidsvoornemens / borging Evaluatie in de teambouwvergaderingen
45
NEDERLANDS - STELLEN Doelen van de school De leerlingen moeten stelopdrachten met gevarieerde doelstellingen kunnen maken.
Methoden / materialen Taalverhaal voor de groepen 3 t/m 8
Relatie met de kerndoelen In de handleiding worden de kerndoelen niet genoemd.
Uitvoering in de praktijk
Beleidsvoornemens / borging
Zie handleiding, klassenmap
De uitgever geeft aan dat de methode de kerndoelen overstijgt (uitzondering: maken van een werkstukje).
De leerlingen moeten oog hebben voor de diverse waarden van al of niet door henzelf geschreven teksten.
NEDERLANDS - SPELLING Doelen van de school De leerlingen moeten de spelling van de Nederlandse taal goed (min of meer foutloos) kunnen hanteren.
Methoden / materialen
Relatie met de kerndoelen
De groepen 3 t/m 8 maken gebruik van de methode Taalverhaal
In de handleiding staat dat doel en inhoud van de methode ruimschoots voldoen aan de kerndoelen.
Uitvoering in de praktijk Zie handleiding, klassenmap Extra ondersteuning wordt middels Taaltoppers, Maatschrift taalverhaal en Taalmakkers gegeven.
Beleidsvoornemens /borging Middels screening spelling Cito 2 maal per jaar en de controledictees evalueren we de resultaten.
NEDERLANDS - WERKWOORDSPELLING Doelen van de school Het correct kunnen schrijven van de verschillende werkwoordsvormen.
Methoden / materialen Methode Taalverhaal
Schoolplan Maasoever 2012-2016
Relatie met de kerndoelen Deze methode voldoet aan de kerndoelen voor werkwoordspelling
Uitvoering in de praktijk Zie handleiding Taalverhaal en klassenmap
Beleidsvoornemens / borging Middels screening spelling Cito 2 maal per jaar en controledictees evalueren we de resultaten.
46
NEDERLANDS - LEZEN (TECHNISCH) Doelen van de school
Methoden / materialen
Relatie met de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk
Beleidsvoornemens / borging
AANVANKELIJK LEZEN De leerlingen maken zich de stof van de methode Veilig leren lezen eigen.
Veilig leren lezen
Voldoet aan de kerndoelen.
Zie handleiding We maken gebruik van diverse computerprogramma’s bij het aanvankelijk leesonderwijs
Middels de methode gebonden toetsen. Uitvallers krijgen extra hulp.
. VOORTGEZET LEZEN De leerlingen moeten zich een goede technische leesvaardigheid eigen maken.
Lekker lezen gebruiken we hiervoor.
Ons inziens voldoen deze aan de kerndoelen.
In leesgroepen afgestemd op de leesontwikkeling, wordt er dagelijks gelezen.
Alle kinderen worden middels de nieuwe . Avi getoetst. Voor de uitvallers gebruiken we remediërende materialen
Uitvoering in de praktijk
Beleidsvoornemens / borging
Collectie bibliotheekboeken Spijkenisse
NEDERLANDS - LEZEN (BEGRIJPEND/STUDEREND Doelen van de school De leerlingen moeten worden toegerust met inzichten en vaardigheden op het gebied van communicatie en denken, die noodzakelijk zijn om informatie uit teksten effectief te kunnen opzoeken, verwerken en toepassen.
Methoden / materialen De groepen 4 t/m 8 gebruiken hiervoor de nieuwe Goed gelezen.
Relatie met de kerndoelen De uitgever geeft aan dat deze vernieuwde editie voldoet aan de kerndoelen
Zie handleiding methode., klassenmap Extra ondersteuning wordt middels Goed begrepen,LeesmaatJes en oefeningen in tekstbegrip gegeven
Cito begrijpend lezen wordt afgenomen en de leerlingen worden middels de methoden toetsen gevolgd.
NEDERLANDS - LEZEN (LEESBELEVING) Doelen van de school
Methoden / materialen
Schoolplan Maasoever 2012-2016
Relatie met de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk
Beleidsvoornemens / borging
47
NEDERLANDS - TAALBESCHOUWING Doelen van de school Het onderwijs is erop gericht dat de leerlingen - inzicht krijgen in de structuur van de taal - hun woordenschat Vergroten - nieuwe begrippen leren - de onderlinge relaties leren kennen – invloeden en kenmerken kunnen herkennen die in een communicatieve situatie een rol spelen.
Methoden / materialen Taalverhaal voor de groepen 3 t/m 8
Relatie met de kerndoelen Voldoet aan de kerndoelen.
Uitvoering in de praktijk Zie handleiding
Blokboeken taal van Kinheim voor de groepen 7 en 8. Materialen voor zelfstandige verwerking zoals Loco, Varia, Picolo
Beleidsvoornemens / borging De werkgroep taal coördineert deze methode. Maakt afspraken , koppelt deze terug en bespreekt , evalueert deze in de teamvergaderingen.
Tijdens zelfstandig werken.
Voor de groepen 1 en 2 maken we gebruik van Kleuterplein
REKENEN - WISKUNDE Doelen van de school
Methoden / materialen
Bij het verlaten van de school, beschikken de leerlingen over een zorgvuldig opgebouwd relatienetwerk. De leerlingen kunnen op een wiskundige manier en met plezier met problemen omgaan. Er moet voldoende structuur herkenbaar zijn in de aanbieding van de leerstof en de manier van onderwijzen. Er moet worden aangesloten bij de belevingswereld van de kinderen.
Wereld in getallen (WIG) groep 3 t/m 8 Voor de groepen 1 en 2 maken we gebruik van Kleuterplein. Voor de groepen 5 t/m 8: Blokboek Rekenen van Kinheim.
Voor de groepen 3 t/m 8 zijn verschillende rekenmaterialen, zoals Varia, Loco en Picolo
Relatie met de kerndoelen De methode voldoet aan de kerndoelen.
Uitvoering in de praktijk
Beleidsvoornemens / borging
Zie handleiding van De methode gebonden de methode,klassentoetsen van WIG. map Verder screenen we de kinderen 2 maal per jaar In groep 4 extra de middels Cito rekenen in tafelbeheersing van het kader van ons de tafels 6 t/m 10. Zorgsysyteem. Naar aanleiding van de Een aparte screening evalueren we redactielijn naast de de resultaten, bestaande methode. Voor sommige leerlingen hanteren we een afwijkende aanpak voor cijferen, staartdelingen. Voor de extra ondersteuning maken we gebruik van Rekentoppers, rekenmakkers en rekenmeester. Verwerking tijdens zelfstandig werken.
De werkgroep rekenen coördineert deze methode. Maakt afspraken , koppelt deze terug en bespreekt , evalueert deze in de teamvergaderingen Evalueren directie instructiemodel. We gaan ons oriënteren op een nieuwe methode gedurende dit schooljaar.
Afspraak sinds alle rekenlessen worden gegeven volgens het directe instructie
Schoolplan Maasoever 2012-2016
48
WERELDORIENTATIE – GESCHIEDENIS. Doelen van de school -De ontwikkeling van tijds- en historisch besef stimuleren,waardoor kinderen beseffen dat zij medespeler zijn in de lijn verleden-heden en toekomst. -Kinderen verkrijgen kennis van en inzicht in opeenvolgende stadia van de ontwikkeling van de menselijke samenleving en de Nederlandse samenleving in het bijzonder.
Methoden / materialen Voor de groepen 3 t/m 8 maken we gebruik van de methode Bij de Tijd
Relatie met de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk
De methode voldoet Zie handleiding aan de vastgestelde kerndoelen.
Beleidsvoornemens / borging Na elk hoofdstuk vindt er een methode gebonden toets plaats
Schooltelevisie programma’s
-Een bijdrage te leveren aan een leefbare multiculturele samenleving met open oog en respect voor het anders zijn. -Zich te oriënteren op maatschappelijke verschijnselen en gebeurtenissen vanuit een historisch perspectief. -Vanuit beschrijvende en verklarende facetten zich een mening te vormen over problemen, zowel in de eigen directe omgeving als ook in groter verband en zo mogelijk te leren beheren.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
49
GEESTELIJKE STROMINGEN – CATECHESE – LEVENSBESCHOUWING Doelen van de school
Methoden / materialen
Het leren leven met de ander en ik. Respect, waardering voor de medemens en zijn (geloofs)overtuiging. Enige kennis van: wereldgodsdiensten - christelijke stromingen – levensbeschouwinge n
Voor de groepen 3 t/m 8 Trefwoord en de groepen 1 en 2 Hemel en aarde
(geloofs)overtuiging en – filosofisch maatschappelijke stromingen
Lespakket geestelijke stromingen uitg. Kok Educatief voor de groepen 7 en 8. Voor de overige groepen kunnen eigen onderwerpen worden ingebracht. Schooltelevisie programma’s
Relatie met de kerndoelen In grote lijnen voldoen deze projecten aan de kerndoelen .
Uitvoering in de praktijk Zie handleiding methodes Ieder schooljaar besteden wij aandacht aan de vijf grote wereldgodsdiensten. Dit doen we d.m.v. een zelf ontworpen twee weken durend thema door de hele school.
Beleidsvoornemens / borging Blijvende actualisering en aanvulling van de onderwerpen. In 2011 gaan we een keuze maken tussen de methode Trefwoord en Hemel en aarde.
Het vertellen van bijbelverhalen volgens het bijbelrooster.
Bijbels passend bij de jaargroep.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
50
WERELDORIENTATIE – AARDRIJKSKUNDE Doelen van de school AARDRIJKSKUNDE (m.u.v. topografie) Kinderen dienen - noodzakelijke kennis en vaardigheden te verwerven – zich af te vragen: wat is hier en wat is daar en waarom dan - te leren nadenken over geografische verschijnselen – vertrouwd te raken met verschijnselen die betrekking hebben op de indeling en de inrichting van de ruimte - te leren inzien dat het gebruik van de ruimte wordt bepaald door factoren als klimaat, cultuur, ideële motieven - het vergroten van inzicht in andere landen volken en culturen.
Methoden / materialen Methode Geobas voor de groepen 3 t/m 8 Voor de groepen 1 t/m 2 maken we gebruik van onderwerpen uit de belevingswereld van de leerling. Bronnenboek groei
Relatie met de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk
Beleidsvoornemens / borging
Naar onze mening voldoet de methode aan de kerndoelen.
Zie handleiding van de methode.
Er worden methode gebonden toetsen afgenomen. De resultaten worden gevolgd.
Schooltelevisie programma’s Voor de groepen 1 en 2 maken we gebruik van Kleuterplein
Schoolplan Maasoever 2012-2016
51
TOPOGRAFIE De leerlingen moeten een atlas /topografische kaart kunnen hanteren.
Voor de groepen 6,7 en 8 maken we gebruik van de topolijn uit Geobas
De topografische kennis van de leerlingen moet zover reiken, dat zij bij andere situaties die betrekking hebben op topografie geen pro-blemen ondervinden.
Software voor de groepen 6,7,8 voor topografie.
Zie handleiding methode
Methode gebonden toetsen
De leerlingen moeten kennis hebben van de topografie van de eigen Regio, Nederland, Europa en de wereld.
WERELDORIENTATIE - MAATSCHAPPELIJKE VERHOUDINGEN. Doelen van de school De leerlingen moeten inzicht krijgen in de maatschappelijke verhoudingen en de structuur van de maatschappij. De leerlingen inzicht te geven in de hedendaagse maatschappelijke verhoudingen, middels onderwerpen als sociale wetgeving . De leerlingen de gelijk- waardigheid van mensen te doen inzien middels onderwerpen als emancipatie, roldoorbreking, gelijkwaardigheid etc.
Methoden / materialen We maken gebruik van eigen onderwerpen bijv. naar aanleiding van een gebeurtenis.
Relatie met de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk
Beleidsvoornemens borging Blijvende actualisering en aanvulling van de onderwerpen.
Daarnaast gebruiken we voor burgerschapskunde: Verstand van Nederland
Schoolplan Maasoever 2012-2016
52
WERELDORIENTATIE – STAATSINRICHTING Doelen van de school
Methoden / materialen
Leerlingen kennis en inzicht te laten verwerven van: De wijze waarop Nederland wordt bestuurd. De democratische regels in Nederland Het politieke bestel in Ned. Het feit dat aspecten uit het verleden in het heden te herkennen.
Voor groep 8 maken we gebruik van Kinheim werkblok Staatsinrichting en hoofdstukken uit de methode Bij de tijd.
Relatie met de kerndoelen Naar ons inziens voldoen ze aan de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk Zie lespakket.
Beleidsvoornemens borging Blijvende actualisering en aanvulling van de onderwerpen.
Verder eigen onderwerpen bijv. naar aanleiding van een gebeurtenis.
ENGELS Doelen van de school
Methoden / materialen
A positive attitude towards the learning of the English language.
Real English en later in het jaar een andere methode
Awareness of the role of the English language in the Dutch society.
Relatie met de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk
The aims, described See Manual in the curriculum, are not mentioned in the manual.
Beleidsvoornemens/ borging We gaan ons verder oriënteren op een nieuwe methode gedurende dit schooljaar
The publishing-firm tells us the method 'No Problem' answers to the aim.
A certain level of skill in listening, speaking, reading and writing. Skills to find various types of information.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
53
WERELDORIENTATIE - VERKEER Doelen van de school De leerlingen moeten (leren) zich in het verkeer op de juiste wijze, als verkeersdeelnemers, (te) gedragen. De leerlingen moeten op de hoogte zijn met en weet hebben van de diverse regels en borden.
Methoden / materialen Methode Stoepie / Claxon
Relatie met de kerndoelen Deze methode voldoet aan de kerndoelen.
Structureel additief materiaal O.V.E.F. (Op voeten en fietsen) J.V.K. (Jeugd Verkeers Krant) Veilig Verkeer Nederland
Uitvoering in de praktijk Zie handleiding. We hebben op school een project met hulp van verkeersouders. Samen met de leerkrachten verzorgen zij praktische verkeerslessen vanaf groep 1
Beleidsvoornemens / borging In groep 7 doen de kinderen een theoretisch examen. In groep 8 wordt de praktische verkeersproef gedaan
Voor midden- en bovenbouw.
WERELDORIENTATIE - BEVORDERING VAN GEZOND GEDRAG Doelen van de school De leerlingen moeten zich bewust zijn/worden van het belang van een goede gezondheid in demeest ruime zin. Uitgangspunten hierbij zijn de lichamelijke, geestelijke en sociale gezondheidsaspecten, alsmede van de woon- en leefomgeving.
Methoden / materialen
Relatie met de kerndoelen
Voor het geven van Ons inziens wel. gezondheidseducatie maken wij geen gebruik van een methode.
Uitvoering in de praktijk
Beleidsvoornemens / borging
Zie de diverse handleidingen
Blijvende actualisering en aanvulling van de onderwerpen. .
Het komt aan bod bij natuuronderwijs,aar drijkskunde,geschied enis, catechese,verkeer, taal bewegingsonderwijs en Goed Gedaan.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
54
WERELDORIENTATIE - NATUURONDERWIJS Doelen van de school
Methoden / materialen
Relatie met de kerndoelen
Kinderen ontwikkelen een besef van zorg voor, afhankelijkheid van en verantwoordelijkheid voor de medemens en de omgeving. Kinderen verwerven kennis, inzicht in processen en verschijnselen in natuur en milieu en techniek. Kinderen doen ervaringen op met levende en de niet levende natuur. Kinderen kunnen keuzen maken in natuur en milieuvraagstukken, waarmee ze geconfronteerd worden. Kinderen verwerven kennis, inzicht en vaardigheden ten aanzien van een gezond gedragspatroon.
Voor de groepen 1 t/m 2 maken we gebruik van onderwerpen uit de belevingswereld van de leerling. Bronnenboek groei
De methode voldoet aan de kerndoelen
Voor groep 3 t/m 8 gebruiken we de methode Natuniek
Uitvoering in de praktijk Zie handleiding van de methode.
Beleidsvoornemens / borging Implementatie van deze methode.
Het spontaan inspringen op gebeurtenissen speelt een belangrijke rol bij het welslagen van de doelstellingen ervan.
Voor de groepen 1 en 2 maken we gebruik van Kleuterplein
Schoolplan Maasoever 2012-2016
55
WERELDORIENTATIE - SOCIALE REDZAAMHEID Doelen van de school Bij het ontwikkelen/ beoordelen van de sociale redzaamheid ligt de nadruk op de weerbaarheid, de zelfstandigheid, de zelfredzaamheid, de verantwoording en het samenwerken van de leerlingen. Het systematisch volgen van de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen
Methoden / materialen
Relatie met de kerndoelen
Goed gedaan
.
OVM jk en ok door de hele school
Een aantal keren per jaar vult de leerkracht deze lijnen digitaal in en bespreekt de bijzonderheden tijdens het groepsoverleg met de IB
Uitvoering in de praktijk Zie handleiding
De afsprakenslang door de gehele school
Beleidsvoornemens / borging Jaarlijks in de bouw
Maandelijks wordt aan een afspraak extra aandacht aan besteed.
BEWEGINGSONDERWIJS Doelen van de school
Methoden / materialen
De leerlingen verwerven kennis, inzicht en vaardigheden om hun bewegingsmogelijkh eden te vergroten. Enige kenmerkende hulpmiddelen en bijbehorende begrippen moeten zij kunnen gebruiken.
Basisdocument Bewegingsonderwijs De groepen 1 en 2 maken gebruik bewegingslessen basis onderwijs en Kleuterplein
Schoolplan Maasoever 2012-2016
Relatie met de kerndoelen Naar ons idee voldoen ze aan de kerndoelen.
Uitvoering in de praktijk
Beleidsvoornemens / borging
Zie methode Voor de groepen 3 t/m 8 is er een vakleerkracht.
56
MUZIKALE VORMING Doelen van de school Muzikale vorming is erop gericht dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om muziek te beluisteren, te beoefenen en om met elkaar over muziek te spreken.
Methoden / materialen De methode Muziek moet je doen gebruiken we in de groepen 3 t/ m 8. Voor de groepen 1 en 2 maken we gebruik van Kleuterplein
Relatie met de kerndoelen In de handleiding worden de kerndoelen niet genoemd. Volgens de uitgever voldoet de methode aan de kerndoelen.
Uitvoering in de praktijk Zie handleiding van de methode.
Beleidsvoornemens / borging De werkgroep muziek coördineert deze methode. Ze bespreken in vergaderingen de voortgang, komen met tips en afspraken en zorgen dat er materiaal wordt aangeschaft voor het muziekonderwijs.
Daarnaast kan het muziek onderwijs worden uitgebreid met het zingen van liedjes.
INFORMATIE TECHNOLOGIE- COMPUTERS. Doelen van de school
Methoden / materialen
Relatie met de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk
Leerlingen laten kennis maken met computer en toepassingen in het onderwijs van belang zijnde gebieden. Leerlingen leren omgaan met informatie en informatiesystemen.
Op school zijn diverse software pakketten aanwezig die gebruikt worden bij lezen, taal, rekenen,aardrijksku nde,natuurkunde.
Wordt onderzocht, zie beleidsvoornemens.
Elke klas is uitgerust met minimaal 1 pc binnen een netwerk. Computer en software afgestemd op de groep. Daarnaast staan er op diverse plaatsen in de gebouwen een aantal computers bij elkaar .
Verder werken de kinderen en collega’s met C3LO
Beleidsvoornemens / borging Het software bestand uitbreiden. Verder uitbreiding naar iedere groep met een digibord. Meerjarenplanning ICT Visieontwikkeling ICT
DRAMATISCHE VORMING Doelen van de school
Methoden / materialen
Schoolplan Maasoever 2012-2016
Relatie met de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk
Beleidsvoornemens / borging
57
Beschouwend Impressie Dramatische vorming is erop gericht kinderen indrukken op te laten doen van uitingen d.m.v. taalexpressie, spel en bewegingsvormen. Communicatie Dramatische vorming is erop gericht kinderen te leren begrijpen hoe mensen zich manifesteren d.m.v. hun spreken, bewegen en handelen. Zingeving Dramatische vorming is erop gericht kinderen te leren uitingen aan anderen d.m.v. taalexpressie, spelen enbewegingsvormen te waarderen op grond van achterliggende motieven en een persoonlijke stellingname. Productie Expressie Dramatische vorming is erop gericht kinderen te leren hun uitingsmogelijkheden te vergroten d.m.v. taalexpressie, spel en bewegingsvormen. Communicatie Dramatische vorming is erop gericht kinderen in te leiden in mogelijkheden om de verbeelding van gebeurtenissen, gevoelens en ideeën door gespeelde handelingen verstaanbaar te maken aan anderen. Vormgeving Dramatische vorming is erop gericht kinderen toe te rusten met kennis envaardigheden om gevoelens, gebeurtenissen en ideeën vorm te geven in taal,spel en beweging.
Methode Moet je doen Voor de groepen 1 t/m 8 uitg Meulenhof Educatief
Naar ons idee voldoet deze methode niet in alle opzichten aan de kerndoelen.
Zie handleiding
Ook vanuit de taalmethode Taalverhaal zijn er suggesties te gebruiken
Schoolplan Maasoever 2012-2016
58
BEELDENDE VORMING Doelen van de school
Methoden / materialen
Relatie met de kerndoelen
Beschouwend: Impressie: Beeldende vorming is erop gericht kinderen visuele en tactiele indrukken op te laten doen aan de hand van materialen, gereedschappen, voorstellingen, planten, bomen, dieren, mensen, gebou-wen en situaties. Beeldende vorming is er ook op gericht kinderen te leren over die indrukken te praten, elementen eruit te benoemen of te beschrijven en daar ordening in aan te brengen. Communicatie: Beeldende vorming is erop gericht kinderen te leren dat door beelden informatie kan worden overgedragen. Beeldende vorming richt zich op het kennen, herkennen en begrijpen van eenvoudige tekens en symbolen in beelden. Zingeving Beeldende vorming is erop gericht kinderen motieven te leren ken-nen en herkennen, op grond waarvan mensen zich beeldend uiten of vormgeven. Beeldende vorming is er ook op gericht kinderen te leren beeldende uitingen en vormgevingen te waarderen op grond van de achterliggende motieven en een persoonlijke stellingname.
Methode Moet je doen wordt hiervoor in de groepen 3 t/m 8 gebruikt.
Naar ons idee voldoet deze methode niet in alle opzichten aan de kerndoelen.
Uitvoering in de praktijk
Beleidsvoornemens / borging
.
De groepen 1 en 2 maken gebruik van Kleuterplein. Eigen onderwerpen en ideeën
Schoolplan Maasoever 2012-2016
59
BEELDENDE VORMING (VERVOLG) Doelen van de school
Methoden / materialen
Relatie met de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk
Beleidsvoornemens / borging
Productief: Expressie: Beeldende vorming is erop gericht dat kinderen leren om waarnemingen, ervaringen, gevoelens en verbeelding te uiten op een spelende en experimentele wijze met behulp van beeldende middelen. Communicatie: Beeldende vorming is erop gericht kinderen te leren om door beelden informatie over te dragen aan anderen waarbij ze gebruik maken van eenvoudige tekens en symbolen. Vormgeving: Beeldende vorming is er op gericht kinderen toe te rusten met kennis en vaardigheden om gedachten, ervaringen, waarnemingen en belevenissen in beeld vorm te geven.
5.4
Binnenschoolse Cultuureducatie
5.4.1 Begripsomschrijving In navolging van de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur worden onder cultuureducatie alle vormen van educatie verstaan waarbij kunst en cultureel erfgoed als doel of als middel worden ingezet. 5.4.2 Doelstellingen Algemene doelstelling van cultuureducatie in het onderwijs is het bevorderen van de ontwikkelings(kansen) van kinderen, in het bijzonder het zelfstandig en met anderen deelnemen aan cultuuruitingen.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
60
Voor Binnenschoolse Cultuureducatie kunnen de volgende algemene doelstellingen worden geformuleerd: het versterken van de (culturele) identiteit van onze leerlingen onze leerlingen de weg wijzen naar de gemeentelijke cultuurcentra Specifieke doelen Binnenschoolse Cultuureducatie: Meer specifiek kunnen de volgende doelen voor de cultuureducatie in het onderwijs worden geformuleerd: het bevorderen van een doorgaande lijn op cultureel gebied voor 4-12-jarigen het stimuleren van cultuurdeelname van kinderen met aandacht voor interculturele educatie het verbeteren van de cognitieve ontwikkeling van kinderen met behulp van cultuurvakken het verbeteren van de sociaal-emotionele ervaringen van kinderen 5.4.3 Uitgangspunten van beleid Algemeen Cultuureducatie moet per definitie aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Met cultuureducatie moet elk kind worden bereikt. Kinderen moeten op een plezierige manier met cultuur in aanraking worden gebracht. Cultuureducatie leidt daardoor tot het vergroten van de affiniteit van kinderen met cultuuruitingen. Cultuureducatie doet dit door kinderen kennis van en inzicht in kunstzinnige en culturele gegevens in de wereld aan te bieden. Cultuureducatie leidt ook tot ontwikkeling van de creatieve vermogens van kinderen. Cultuureducatie kan leiden tot een manier om de wereld of de omgeving van het kind te bevatten. School Voor een succesvol cultuureducatiebeleid is een cultureel schoolklimaat een voorwaarde. Een cultureel schoolklimaat kan alleen door groei ontstaan of zich verder ontwikkelen. Elke school ontwikkelt zich hierin op eigen wijze. Cultuureducatie slaagt alleen als het past binnen en opgenomen wordt in het beleid van de school. Door het onderwijs nauw te betrekken bij de uitvoering van het beleid, blijft cultuureducatie schoolnabij en vindt daardoor makkelijker zijn plaats binnen het onderwijs. De relatie en communicatie met ouders moet een structureel element worden in het beleid.
5.4.4 Aanbod Cultuureducatie (raamwerk) er is een basispakket voor dat meerjarig (4 jaar) aan het onderwijs wordt aangeboden. in het basispakket zitten in elk geval de zes disciplines van de kunsteducatie. in het basispakket is ook de component Cultureel Erfgoed opgenomen. bij de inhoud en programmering door de jaren heen komen de receptieve, reflectieve en actieve componenten van de cultuureducatie voldoende en evenwichtig tot hun recht. (receptief:het zien van een voorstelling,e.d.; reflectief: het overdenken, begrijpen van datgene wat gezien is; actief: het zelf doen)Voor alle groepen geldt dat er steeds sprake is van een receptieve en actieve
Schoolplan Maasoever 2012-2016
61
component. Vanaf groep 5 van het basisonderwijs zal bij de leerlingen systematisch gewerkt gaan worden aan het ontwikkelen van reflectieve vaardigheden. in het basispakket zitten tevens de bibliotheekdiscipline en de archiefdiscipline. per discipline wordt een doorgaande lijn uitgezet, waardoor leerlingen in 8 jaar basisonderwijs structureel kennis hebben gemaakt met een veelheid aan cultuurfacetten. boven het basispakket kunnen scholen een pluspakket in hun curriculum opnemen. Daarmee kan een school zich van andere scholen onderscheiden op het gebied van de cultuureducatie.
5.4.4.1 Basispakket Voor het primair onderwijs betekent het basispakket dat de leerling van de groepen 1 t/m 7 gedurende zijn culturele schoolloopbaan in het basisonderwijs minimaal 2 x in aanraking komt met: dans drama muziek; foto-, film of video beeldende kunst literatuur (leesbevordering) cultureel erfgoed Bij het basispakket behoort ook het vaardig worden in het toegang krijgen tot en het gebruik maken van: archieven schriftelijk informatieve en recreatieve media digitale media
5.4.4.2 Pluspakket Het pluspakket heeft een divers karakter. Inhoudelijk kan daarbij worden gedacht aan wereldcultuur, architectuur, audiovisueel of een specialisatie per discipline. Extra’s als musicals en kleine workshops kunnen daar eveneens onderdeel van zijn. Wat betreft de vorm kan worden gedacht aan dag-, week- of maandprojecten, binnen- en buitenschools activiteiten en evenementen / manifestaties. Basis- en pluspakket worden geplaatst binnen een meerjarig perspectief.(cyclisch model) Het meerjarige karakter heeft vooral betrekking op de planning over meer jaren heen van de verschillende disciplines door de schooljaren heen.
5.4.4.3
Cyclisch model
Basispakket Groep
Receptief
1 en 2
drama/dans
drama/dans voorbereiding/verwerking
3
muziek bibliotheek
muziek voorbereiding/verwerking audiovisueel
4
beeldend
beeldend voorbereiding/verwerking
Schoolplan Maasoever 2012-2016
Actief
Reflectief
62
bibliotheek 5
drama audiovisueel
multidisciplinair
dossier kunst en cultuur
6
dans
multidisciplinair
dossier kunst en cultuur
7
muziek audiovisueel
muziek cultureel erfgoed
dossier kunst en cultuur
5.4.4.4
Pluspakket
Vorm projekt (dag, week, maand) binnenschools buitenschools specialisatie per discipline
Inhoud wereldcultuur architectuur audiovisueel
Maatwerk musicals workshops
Aandachtspunten Pluspakket: er kan een keuze uit het pluspakket gemaakt worden maatwerk moet mogelijk zijn samenhang identiteit Spijkenisse t.o.v. regio samenhang t.o.v. maatschappij reflectieve component is een belangrijk onderdeel
5.5
Burgerschapsvorming
5.5.1 Achtergrondinformatie Sinds 1 januari 2006 is burgerschapsvorming officieel opgenomen in de wet. (PO: artikel 8) “Het onderwijs is mede gericht op de bevordering van actief burgerschap en sociale integratie”. Er zijn vele documenten waarin het begrip burgerschapsvorming gehanteerd wordt, zonder dat er eenduidigheid bestaat. Al met al blijft het een verwarrend begrip. De overheid schrijft bewust niet voor. Nadrukkelijk vermeldt de Memorie van Toelichting dat de brede maatschappelijke opdracht aan de school niet door de rijksoverheid kan worden ingevuld. Het is aan de school om te bepalen hoe zij hier mee om gaat. Elke school is weer anders en dat heeft te maken met regionale verschillen en verschillen tussen leerlingen en ouders in een bepaalde buurt.” We onderscheiden 3 domeinen: A: Democratie B: Participatie C: Identiteit “Het onderwijs is mede gericht op de bevordering van actief burgerschap en sociale integratie”. Als school willen we een actieve omgeving zijn waarin actief burgerschap en sociale integratie daadwerkelijk vorm worden gegeven d.m.v. actieve participatie van kinderen in een democratische organisatie. Veel van de leerinhouden hebben ergens al een plaats binnen de school gekregen.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
63
Burgerschapsvorming zit bij ons verweven in alle vakgebieden en methodes op onze school aanwezig. Daarnaast hebben we speciaal voor groep 7 een lesboek Verstand van Nederland aangeschaft. Dit zijn lessen over staatsinrichting en burgerschap in Nederland. 5.5.1.1.1
De begrippen
Sociale competentie. Sociale competentie is het vermogen om adequaat te handelen in sociale situaties.Met adequaat handelen bedoelen we dat iemand zowel rekening houdt met zijn eigen belangen als met die van een ander, gelet op de waarden en binnen de normen die in een samenleving of sociale groep gelden. Om sociaal te kunnen functioneren, heeft iemand kennis, vaardigheden en een bepaalde houding nodig. Iemand moet weten wat sociaal competent gedrag is in een bepaalde situatie; hij moet over vaardigheden beschikken om die kennis toe te kunnen passen en hij moet dat ook daadwerkelijk willen doen. Door te reflecteren op zijn eigen handelen en op het handelen van een ander, krijgt iemand inzicht in zichzelf en in sociale situaties. Waarden. Een waarde is iets dat we belangrijk vinden om na te streven en dat daardoor richting geeft aan ons handelen. Waarden geven richting aan het handelen, omdat zij ons ondersteunen als we beslissingen nemen of als we keuzes maken. We doen iets omdat we het belangrijk vinden dat we het doen. Iedereen heeft zijn eigen waarden. Daarnaast kent een samenleving of een sociale groep een aantal gemeenschappelijke waarden die bijna iedereen belangrijk vindt. Deze gemeenschappelijke waarden zijn een voorwaarde voor de saamhorigheid in een samenleving. Normen. Normen zijn afspraken en regels voor gedrag die grenzen aangeven. Normen komen voort uit waarden, uit dingen die we belangrijk vinden. Normen vertellen wat mag en wat niet mag en geven daarmee grenzen aan. Dat heeft tot gevolg dat we verwachtingen hebben over het gedrag van andere mensen. We verwachten dat mensen zich aan afspraken en regels houden. Burgerschap. Burgerschap is het vermogen om adequaat te handelen in een samenleving. Bij burgerschap heeft iemand het vermogen om bij te dragen aan de samenleving of aan sociale groepen. Dit doet hij door in verschillende situaties niet alleen zijn eigen belang en waarden, maar ook een algemener belang en algemene waarden na te streven. Burgerschap is dus eigenlijk sociaal competent gedrag in de samenleving. Het gaat om verantwoordelijkheid (willen) nemen.
5.5.1.2
Hoe geven we deze begrippen binnen de Maasoever vorm?
Het veilige klimaat en zijn leefregels We zijn van mening dat onze school een open leefgemeenschap moet zijn waarin kinderen zich persoonlijk kunnen ontwikkelen tot een mens met een houding van zelfvertrouwen, zelfkennis en positief gedrag. Belangrijk is een goed contact tussen ouders en school. Wij vinden dan ook dat het opvoeden van kinderen tot volwaardige leden van de samenleving van groot belang is. Belangrijk vinden wij afspraken, regelmaat en orde. Kinderen moeten weten waar ze aan toe zijn. Binnen een terrein van regels en afspraken krijgen onze leerlingen de ruimte zich persoonlijk te ontwikkelen. Ieder kind is uniek en vanuit dit standpunt worden de kinderen begeleid.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
64
Als basisschool streven wij naar een omgeving voor ieder kind waar hij/zij gedurende de basisschoolperiode met veel plezier, enthousiasme, leergierigheid en ontwikkelingsdrang naar toe zal gaan. Wij willen graag dat hij/zij, als zelfstandige volwassene, met veel warme gevoelens aan de “Maasoever”- tijd terug kan denken. Hiervoor zijn natuurlijk voor iedereen een aantal leefregels noodzakelijk;
Een veilige omgeving waar een ieder zichzelf mag zijn zolang het een ander mens niet belemmerd in zijn/haar leefwereld en/of ontwikkeling. Kinderen kunnen zichzelf thuis voelen. Respect voor elkaar ongeacht uiterlijk, geloof, leeftijd of geslacht. Respect krijgen, je waardevol voelen en geaccepteerd worden zijn de uitgangspunten voor ieder mens om tot optimale ontplooiing te kunnen komen. Vertrouwen hebben in elkaar. Samen ervoor zorgen dat de schoolomgeving er uitdagend, opgeruimd en aantrekkelijk uitziet. Wedijver, rivaliteit, pesten, verbaal geweld of agressief gedrag werken hierbij storend en worden niet getolereerd.
Zorg hebben voor je omgeving en je medemens zullen bij ons op school als regels nageleefd worden. De afsprakenslang Op de Maasoever werken we met de afsprakenslang. Dit doen we om de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen te stimuleren. Afspraken zijn van essentieel belang voor een veilige omgeving en door middel van deze slang willen wij onze leerlingen betrekken bij het maken van die afspraken. Deze kunnen jaarlijks worden aangepast en sluiten aan bij de methode Goed Gedaan. Wat is de bedoeling:
5.5.3
Iedere maand staat er een afspraak centraal in de hele school. Die algemene afspraak wordt zichtbaar gemaakt d.m.v. een poster in de klas en op de gangen. De afspraak staat ook vermeld in de kalender die de kinderen thuis hebben. In ieder gebouw komt een houten slang te hangen waarop de afspraak ook weer terugkomt. In iedere groep wordt een maand lang iedere week aandacht aan deze afspraak geschonken. De kinderen maken hun eigen versie van de afspraak die in hun eigen slang in de klas wordt opgehangen. Zo kan iedere groep ingaan op zaken die specifiek in die groep spelen en ook aansluiten bij de leeftijd de kinderen.
Hoe geeft de Maasoever aan de domeinen vorm
Op de Maasoever zijn de drie domeinen in het onderwijs en in de dagelijkse praktijk geïntegreerd. De domeinen hebben we weer onderverdeeld. In het deel kennis en inzicht staat beschreven wat wij in onze lesstof aanbieden aan de kinderen.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
65
In het deel vaardigheden omschrijven we zaken die we kinderen leren in onze lessen, bijvoorbeeld hoe je aan een gesprek kunt deelnemen. In het deel houdingen beschrijven we attitudes die we van kinderen vragen, zoals het nakomen van afspraken. Waar doen kinderen deze ervaringen op? In de school, tijdens de lessen hebben we beschreven in het deel binnenschools. Maar ook buitenschools doen kinderen allerlei kennis en vaardigheden op. Deze hebben we globaal beschreven in het deel buitenschools (zonder daar volledig in te willen zijn.)
Schoolplan Maasoever 2012-2016
66
A.
Domein democratie LEERINHOUDEN Vaardigheden
Kennis en inzicht
PO 7/8
PO 4/6
Democratie, republiekontstaansgeschiedenis Nederland als republiek Europese gemeenschap, Verenigde Naties wetten politieke partijen machtsmisbruik, onderdrukking, recht en onrecht rechtspraak kinderrechten monarchie, dictatuur, democratie gemeentebestuur en landsbestuur
Houdingen
kritische vragen kunnen stellen bij maatschappelijke ontwikkelingen informatie beoordelen eigen standpunt toelichten en verdedigen in discussie voor – en nadelen democratie, republiek en monarchie beargumenteren
afspraken nakomen en in groep oplossingen vinden bij conflicten; problemen eigen standpunt bepalen en bijstellen omgaan met kritiek
ERVARINGEN Binnenschools
gelijke behandeling etnische groepen solidariteit vertrouwen en instituties en instellingen kritische houding ten aanzien van maatschappelijke kwesties
projecten in de klas vier vrijheid (4/5 mei) actuele kwesties bespreken schooltv weekjournaal krant in de klas
lezen (jeugd) krant bespreken van maatschappelijke kwesties thuis
gelijke behandeling jongens en meisjes vreedzaamheid anderen de gelegenheid geven zich te uiten neerleggen bij meerderheidsbesluit in groep
deelname aan schoolkrant; in groepjes samen-werken; in kring oplossingen aandragen voor problemen in kring besluiten nemen over klassenaangelegenheden ( thema’s , festiviteiten, acties) meisjes en jongens krijgen dezelfde kansen en taken anti- pestaanpak afspraken en regels maken deelname in klassenkring spelen en werken in gemengde groepjes
rolverdeling in teamsport hiërarchie in vriendenclub, scouting inspraak in gezinszaken thuis Jeugdjournaal Kinderkrant
PO 1/3
Regels en afspraken
meedoen aan gesprekken in de groep afspraken nakomen die in de groep gemaakt zijn
Schoolplan Maasoever 2012-2016
Buitenschools
luisteren; afspraken nakomen
67
mate waarin democratische besluitvorming thuis plaatsvindt
B.
PO 7/8
Domein: participatie
Kennis en inzicht
LEERINHOUDEN Vaardigheden
Houdingen
intiëren/ organiseren van school/ klassenactiviteit invloed uitoefenen op besluitvorming met leerlingen uit meerdere groepen eigen opvatting omzetten in activiteit
invloed uitoefenen op besluitvorming in eigen groep inzicht in eigen capaciteiten aandragen oplossingen meedoen aan georganiseerde actie voor klas / school
spreken en luisteren
samenleving: regio, werelddelen ongelijkheid en discriminatie
PO 4/6
rechten van het kind samenleving: provincie wijk, Europa
PO 1/3
samenleving: stad, land
Schoolplan Maasoever 2012-2016
verantwoordelijkheid buitenschools (buurt, milieu, stad) betrokkenheid bij school
ERVARINGEN Binnenschools
verantwoordelijkheid voor groep / school creativiteit assertiviteit bereidheid bijdrage te leveren aan kwaliteit omgeving (sociaal en fysiek)
betrokkenheid (bij groep)
deelname aan schoolkrant/ website initiatief nemen tot of organiseren van actie ter ondersteuning van een goed doel acties ter verbetering van de buurt / school; besluitvorming over klassenaangelegenheden meedoen aan inzamelactie voor goed doel wisselende taken/ verantwoordelijkheden in klas / school actie om de buurt netjes te houden helpen opruimen / lokaal vegen door jongens en meisjes
68
Buitenschools
verenigingsleven, meedoen aan incidentiele acties in de buurt lidmaatschap ideële organisatie ( Greenpeace, WNF)
verenigingsleven structureel uitvoeren van kleine taken thuis incidenteel helpen van familielid /buren zakgeld
C.
Domein identiteit
Kennis en inzicht PO 7/8
PO 4/6
LEERINHOUDEN Vaardigheden
Godsdienstvrijheid Vrede van Munster Hindoeïsme, humanisme, multiculturele samenleving Symboliek en rituelen Etnische groepen in de samenleving Vooroordeel jongerencultuur christendom, islam reïncarnatie nationaliteit verschillende gezinssituaties en leefvormen persoonlijke held, idool
PO 1/3
mensen hebben overeenkomsten en verschillen mensen hebben elkaar nodig wel of niet geloven, God, kerk, moskee
ERVARINGEN Houdingen
Binnenschools
Buitenschools
herkennen symboliek in kunstuitingen stereotypen herkennen omgaan met vrijheden en beperkingen zelf onderscheid maken tussen goed en slecht en dit vergelijken met wat gangbaar is in de samenleving herkennen van discriminatie omgaan met uitsluiting inzicht in eigen mogelijkheden, beperkingen en opvat-tingen inzicht in verschillen tussen mensen verplaatsen in de ander/ perspectiefwisseling rekening houden met opvattingen van anderen herkennen uitingen cultuur en religie in straatbeeld herkennen discriminatie zelf onderscheid maken tussen goed en slecht
klassenproject over geestelijke stromingen aandacht voor een oorlogsmonument viering 4/5 mei volgen troonrede
onderscheiden van ik en de ander (uniciteit) uiten van gevoelens, wensen en opvattingen
gestructureerde groepsopdrachten met versch. kinderen feesten met religieuze achtergrond vieren bezoeken van bijzondere plekken in de stad/ regio leren over eigen woonomgeving: bijv. straatnamen herleiden saamhorigheid in de klas ervaren samen spelen en samen werken met ver schillende kinderen bezoeken buitenschoolse instantie (bejaardentehuis, politiebureau, etc bijbelverhalen
waarderen van verschillen
gelijkwaardigheid zelfkennis zelfwaardering anderen willen betrekken
respectvol omgaan met anderen empathie anderen willen helpen
Schoolplan Maasoever 2012-2016
69
zelf deelnemen aan religieuze of identiteitsgebonden groep met begeleider bezoeken cultureel/ sport- evenement
vrienden in de buurt bewust kiezen deelname aan identiteitsgebonden activiteiten kennis maken met geloofsovertuiging bij vriendjes thuis identificeren met voorbeeldfiguur vieren van Koninginnedag
eerste contacten in de buurt geloofsovertuiging thuis
5.6 Visie op het gebruik van ICT ICT vaardigheden zijn essentieel in onze maatschappij. Het is dan ook van belang dat de kinderen de beginselen van deze vaardigheden op een speelse , maar ook op een gestructureerde manier aangeboden krijgen. Per jaargroep moet duidelijk zijn welke vaardigheden minimaal door de kinderen beheerst moeten worden om met de computer, de software en internet om te gaan. Alle afspraken omtrent het computergebruik moeten in een jaardraaiboek staan. . Het is van belang dat de educatieve software die we op school gebruiken, voor een groot gedeelte aansluit bij de gebruikte methodes. Op deze manier kunnen de kinderen die bijvoorbeeld extra oefenstof of verdiepingsstof kunnen gebruiken op een zinvolle manier achter de computer aan de slag. Daarbij kan het een meerwaarde zijn als de gebruikte software de resultaten registreert. We veronderstellen dat de inzet van ICT zorgt voor aantrekkelijker onderwijs, een rijkere leeromgeving en voor meer mogelijkheden voor onderwijs op maat en zelfstandig leren. Kinderen moeten ook de mogelijkheid krijgen om de opdrachten op hun eigen niveau en tempo te verwerken, zodat ook kinderen die een stapje verder zijn, zich blijven ontwikkelen. Kinderen moeten ook in staat worden gesteld om nieuwe software te ontdekken en de mogelijkheden van een programma te onderzoeken. Ook binnen projecten kunnen kinderen de keus krijgen om (zoek)opdrachten op de computer te verwerken. Kennis halen ze namelijk niet alleen uit boeken. De ontwikkeling die heel duidelijk heeft plaatsgevonden, is dat onze samenleving zich heeft ontwikkeld naar een informatiemaatschappij. Kinderen komen dagelijks in aanraking met verschillende informatie en wetenswaardigheden. Ze moeten leren deze kennis op een goede manier te verzamelen, te selecteren en te verwerken. Verschillende vaardigheden komen hierbij aan bod en wij vinden dat ICT hierbij uitkomst kan bieden. Met de mogelijkheden die de computer ons biedt, kunnen we een uitdagende en motiverende leeromgeving creëren voor het kind. Daarbij denken we aan informatie die op het internet te vinden is, of de mogelijkheden die de computer ons geeft om een werkstuk te presenteren. ICT is volgens ons dus heel goed in te zetten als middel om andere vakken te versterken of te ondersteunen. Ook het digitale schoolbord neemt een belangrijke plaats in binnen ons onderwijs. We vinden dat de invoering van het digitale schoolbord een meerwaarde heeft voor de manier les geven en les krijgen. Deze vernieuwde manier van een les presenteren draagt bij aan een enthousiaste luister –en werkhouding bij de leerlingen. Het presenteren van de lesstof is duidelijker door de visualisering. De lessen worden interactiever dan tijdens het gebruik met het krijtbord. Het is een duidelijke meerwaarde voor zowel de leerkracht als de leerling. De kinderen zijn actiever bij de lessen betrokken en de instructie kan effectiever en veelzijdiger plaatsvinden. Gerichte scholing en inzet van expertise binnen de school zal er voor moeten zorgen dat de leerkrachten zich steeds beter thuis voelen in de digitale wereld. Ons digitale leerlingvolgsysteem moet er voor zorgen dat methode en niet-methode toetsresultaten van alle leerlingen geregistreerd worden. Ook alle oudergesprekken en hulpplannen van kinderen zullen op deze manier vastgelegd worden.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
70
Het systeem moet web-based zijn, zodat deze gegevens overal vandaan opgeroepen kunnen worden. Tevens moet er een web-based programma zijn voor de sociaalemotionele ontwikkeling van de kinderen, zodat ook deze lijn gedurende de schoolloopbaan gevolgd kan worden. We hechten grote waarde aan het gebruik van een digitaal leerlingvolgsysteem. Het leidt tot efficiencyverbetering, een betere overdraagbaarheid en een betere kwaliteit van de begeleiding
Schoolplan Maasoever 2012-2016
71
Hoofdstuk 6.
Voorschoolplan
6.1 De Maasoever is geen VVE school. De afgelopen jaren hebben we als school zelf geïnvesteerd in basisontwikkeling in de groepen 1 en 2. Dit heeft geleid tot toepassingen van ontwikkelingsgerichte elementen in ons onderwijs aan jonge kinderen. We hebben een samenwerking met Mundo en de SKS. Van beide organisatie hebben we kinderen op school. Er zijn contacten overdrachtsmomenten. Het komend jaar willen we deze contacten intensiveren.
en
Voor verdere informatie verwijzen we naar de website van Mundo en SKS: www.kinderopvangmundo.nl www.sksalleskids.nl
Schoolplan Maasoever 2012-2016
72
Hoofdstuk 7.
Zorgplan
7.1. Passend onderwijs Passend Onderwijs betekent dat iedere leerling onderwijs krijgt dat het beste bij zijn of haar talenten en beperkingen past. Ook de leerlingen met een stoornis, ernstige ziekte of handicap. Zij kunnen extra hulp krijgen op een reguliere school, een school voor speciaal basisonderwijs of op een school voor speciaal onderwijs. Om te garanderen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past, wordt de zorgplicht ingevoerd. Op dit moment nog niet duidelijk per wanneer. Vooruitlopend hierop hebben we als samenwerkingsverband al de nodige voorbereidingen gedaan. Scholen en besturen worden dan verplicht te zorgen voor een passende onderwijsplek en passend onderwijs voor elke leerling. Ter ondersteuning van de scholen bij het verzorgen van passend onderwijs is de RVKO de projecten KANS en TALENT gestart.
7.2. Definitie van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften Dit betekent dat we ons onderwijs zo goed mogelijk aanpassen aan de behoeften, mogelijkheden en beperkingen van ieder kind. Specifieke onderwijsbehoeften zijn er voor zowel de leerlingen met leerproblemen, als ook voor de kinderen die meer aankunnen dan het klassenprogramma hen biedt. Met behulp van een handelingsplan krijgen de leerlingen buiten het normale klassenprogramma om leerstof aangereikt. We zijn gericht op het aanpassen van de leerstof, maar we kijken ook naar de thuissituatie, het zelfbeeld, de motivatie en de sociale capaciteiten. Gedragsproblemen worden in een apart hoofdstuk van het schoolplan beschreven. Verantwoordelijkheid voor de leerlingenzorg ligt bij de groepsleerkracht. Hij/zij zal in overleg met de ib-er hulplannen ontwikkelen en ten uitvoer brengen binnen de groep. Mocht verdere hulp nodig zijn, dan gebeurt dit in overleg met de ib-er. Hierbij kan gedacht worden aan CED, schoolmaatschappelijk werk, schoolarts ed.
7.3. De doelstellingen van de school Onze onderwijskundige doelen zijn in eerste plaats de doelstellingen zoals die in de wet op het Primair onderwijs zijn omschreven:
Het onderwijs wordt zodanig ingericht, dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Verder wordt het afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de kinderen.
Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, op het ontwikkelen van de creativiteit, op het verwerven van de noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden.
Het onderwijs gaat er mede vanuit, dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving. Ten aanzien van leerlingen met extra zorg is het onderwijs gericht op individuele begeleiding, die is afgestemd op de behoefte van de leerling.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
73
7.4.
De inhoud van de zorgstructuur
7.4.1 Zorgroute Zorgverbreding betekent dat we het onderwijs zo goed mogelijk aanpassen aan de behoeften, mogelijkheden en beperkingen van ieder kind. Zorgverbreding is dus niet alleen gericht op kinderen met leerproblemen, maar ook op kinderen die meer aankunnen dan het klassenprogramma hen biedt. We zijn gericht op het aanpassen van de leerstof. We kijken daarbij ook naar de thuissituatie, het zelfbeeld, de motivatie en de sociale capaciteiten. Op basis van deze uitkomsten krijgt het kind zijn eigen zorgroute binnen of buiten de school aangeboden. 7.4.2 Ontwikkelingsperspectief (OPP) Voor iedere leerling vanaf groep 4, wordt jaarlijks een ontwikkelingsperspectief uitgedraaid uit het LVS. Voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (extra zorg) wordt een individueel ontwikkelingsperspectief opgesteld met meetbare tussentijdse opbrengsten. Op basis van de opbrengsten wordt de aanpak eventueel bijgesteld. Het OPP van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften binnen het basisonderwijs is een formulering van de verwachte leeropbrengst t/m eind groep 8 per vakgebied, op basis van: de leerrendementen tot nu toe, partiële leerrendementen, informatie verkregen uit pedagogisch didactisch en/of psychodiagnostisch onderzoek, de effecten van handelingsplanning en de omgevingsfactoren. Het verwachte uitstroomniveau (na groep 8) wordt per vakgebied beschreven. Het OPP is een leidraad waaruit het onderwijs vormgegeven wordt (al dan niet op basis van een individuele leerlijn) om voor de specifieke individuele leerling te komen tot een optimale ontwikkeling, rekening houdend met individuele mogelijkheden, protectieve factoren en belemmeringen, onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van deze leerling. Meer informatie over het ontwikkelingsperspectief is te vinden in de notitie van KANS opgenomen op de website van de RVKO. 7.4.3 Achterstandsbeleid Ter preventie en bestrijding van onderwijsachterstanden werkt de school samen met (andere) diverse instellingen, waaronder de schoolbegeleidingsdiensten, het sociaalcultureel en welzijnswerk, Bureau Leerling zaken, de GGD (schoolarts en consultatiebureau), SMW en andere hulpverleningsinstanties 7.4.4 Kans In 2009 is binnen de RVKO het initiatief KANS gestart. Het doel van KANS is de ondersteunende functie van de scholen voor sbo verder te ontwikkelen door de aanwezige expertise beschikbaar te stellen aan het reguliere basisonderwijs. Het project richt zich op de ondersteuning van de basisscholen en de ontwikkeling van de scholen voor sbo in de richting van Passend Onderwijs. KANS deelt de visie van WSNS en creëert van hieruit een specifieke taak voor de RVKO scholen, gefaciliteerd en bekostigd uit eigen middelen
Schoolplan Maasoever 2012-2016
74
7.4.4.1 Orthotheek vanuit KANS Binnen het project KANS zijn een tweetal orthotheken ingericht voor de begeleiding van zorgleerlingen binnen de RVKO scholen. Lees hierover meer op de website van de vereniging. 7.4.5. Talent benutten Wanneer uit het LVS blijkt dat een leerling meer aankan dan het klassenprogramma biedt, kan door de groepsleerkracht in samenwerking met de IB een handelingsplan worden opgesteld. Dit plan geeft aan op welk gebied de leerling extra of aangepaste stof krijgt aangeboden. 7.4.5.1. TALENT In 2008 is binnen de RVKO het initiatief TALENT gestart: een kennispunt voor begaafdheid. In het kennispunt werkt een aantal scholen samen dat extra zorg besteedt aan de begaafde en getalenteerde leerlingen. Deze scholen zijn verdeeld over de stad Rotterdam en de randgemeenten. Zij hebben ervaring met het onderwijs aan begaafde kinderen. Door samen te werken vergroten zij hun eigen deskundigheid en kunnen zij scholen ondersteunen. 7.4.5.2 De Plusleerling Wat is een plusleerling? Een leerling die weinig instructie nodig heeft, goede resultaten haalt bij de methode toetsen en A(+) score haalt bij de cito-screening. De leerling wordt voorafgaand aan het blok getoetst. De leerling maakt alleen die onderdelen van het blok mee waarop hij/zij onvoldoende heeft gescoord. Daarnaast krijgt hij/zij verrijkingsstof aangeboden uit de orthotheek. Hierbij heeft de leerling wel instructie en feedback nodig. Wanneer het kind op meerdere vakgebieden goed scoort, krijgt de leerling een eigen rooster (gebaseerd op het rooster van de groep) waarop precies aangegeven staat wat de leerling klassikaal meedoet en wat hij/zij individueel verwerkt. Hierin staat tevens hoeveel overal van gemaakt moet worden. Na afloop van het blok, maakt de leerling de toets wederom wanneer bij de “instaptoets” veel fouten gemaakt zijn, om een reëel cijfer te krijgen. De kinderen doen te allen tijden mee met de klassikale instructie van taal, spelling en begrijpend lezen. Daarna kunnen de kinderen hun eigen verwerkingsstof gaan maken. Kinderen die een werkhoudingsprobleem hebben zullen meer begeleiding nodig hebben bij het verwerken van de stof, dit wordt opgenomen in het handelingsplan en zal per individueel kind bekeken worden. Alle kinderen die op één of meerder vakgebieden werken met een weektaak of vooruitgetoetst worden, hebben een handelingsplan. Dit plan moet besproken zijn met zowel ouders als de leerling en moet voorzien zijn van een handtekening.
7.4.6 Leerlingen met een bijzondere (handicap) beperking Indien een leerling van de school via een REC een indicatiestelling krijgt en de ouders (besluiten) overwegen om het kind met een ‘rugzak’ op school te laten, dan gelden de plaatsingscriteria, zoals beschreven in het aannamebeleidsplan. Niet alleen de ouders moeten er vertrouwen in hebben dat de school de nodige deskundigheid in huis heeft om
Schoolplan Maasoever 2012-2016
75
het kind goed te begeleiden, maar ook de school zelf moet ervan overtuigd zijn, dat zij in staat is de ontwikkeling van deze leerling goed te begeleiden. 7.4.7 Doubleren Een kind dat mogelijk moet doubleren, moet al met regelmaat op de leerling-besprekingen zijn besproken. Ook de ouders moeten volledig op de hoogte zijn van de ontwikkelingen. Uiterlijk bij het tweede rapport moeten ouders op de hoogte gebracht worden van een eventuele doublure. De definitieve beslissing wordt genomen rond de laatste Cito. Het standpunt van de school is hierbij doorslaggevend. Een doublure mag nooit een verrassing zijn voor de ouders. Voor deze beslissing maken we gebruik van het overgangsprotocol.
7.5.
Inhoud en Organisatie.
7.5.1 Taakstelling leerkracht De individuele hulp wordt gegeven aan de zorgleerlingen. Een leerling heeft dan een specifiek leerprobleem waarvoor aangepaste instructie en/of aangepaste leerstof en leerroutes noodzakelijk zijn. Voor kinderen die individuele hulp krijgen wordt in overleg met de betreffende IB-er een handelingsplan opgesteld. Extra hulp binnen of buiten de groep wordt beschreven in het groepsplan. De leerkracht houdt zijn/haar registratie m.b.t. deze hulp bij in Parnassys
7.5.2 `
Taakstelling IB-ers De organisatie van de extra hulp aan kinderen. Verantwoordelijkheid voor het leerlingvolgsysteem . Deelname aan leerling besprekingen. Diagnosticeren van specifieke problemen bij kinderen. Verantwoordelijk voor handelingsplanning. Voorbereiden en bespreken van eventuele aanmeldingen van kinderen bij het Zorgteam. Contacten onderhouden met relevante instellingen Beheren en actualiseren van de orthotheek Coachen collega’s
7.5.3 Taakstelling overige betrokkenen In onze school hebben we 4 collega’s die zijn belast met groepsondersteuning/hulp aan individuele leerlingen. Zij handelen in opdracht van de groepsleerkracht en of ib-er. 1 collega belast met rugzakbegeleiding 2 collega’s ondersteuning groepen 3 en 4 1 collega ondersteuning groep 1-2
Schoolplan Maasoever 2012-2016
76
7.6 7.6.1
Leerlingvolgsysteem Voor de registratie hiervan gebruiken we: OVM-JK groepen 1,2 OVM sociaal emotioneel groep 3 t/m 8 Parnassys en Cito lVS vanaf groep 1-2 Verder maken we gebruik van de toetskalender
7.6.2
De dossiervorming komt tot stand : resultaten methode gebonden toetsen resultaten cito toetsen in Parnassys digitale verwerking OVM Documenten externen Absentenregistratie via Parnassys Handelingsplannen en evaluaties middels Parnassys Verslaggeving van gesprekken over de leerling met lk, ib-er, ouders, directie en externen middels Parnassys Notities over een leerling Ontwikkelingsperspectief vanaf groep 4 Individuele hangmap per leerling met o.a. overige documenten Nio en drempelonderzoek groep 8 Alle documenten zijn dus digitaal te vinden in Parnassys en OVM en de papieren versie hiervan kan in de hangmap zitten of is bij de lk aanwezig zijn.
7.6.3 Maand/week 40 41 44 45/46 45 46 ….. 49 1/2 2/3 3/4 3/4 3/4 3/4 3/4 3/4 3/4 5 ….. 11 11 …. 23/24 23/24 23/24 23/24
Toetskalender toetsen NIO/drempel Evalueren groeps- indiv. HP Groepsdocument en sociogram OVM intervisie (koppeling groepsd) Verwachtingskaart Follow up Parnassys Herfstsignalering Evaluatie 2 groeps- indiv. HP OVM invullen Cito ordenen Cito taal Cito spelling werkwoordspelling Cito begrijpend lezen Cito rekenen DMT TTR Invoeren resultaten ParnasSys Wintersignalering Evaluatie 3 groeps- indiv. HP Follow up tweede keer Lentesignalering Cito ordenen Cito taal Cito spelling Werkwoordspelling
Schoolplan Maasoever 2012-2016
1
2
3
4
5
6
7
x x x
x x x x
x x x
x x x
x x x
x x x
x x x
8 x x x x
x x x x
x
x
x
x
x
x x
x x
x x
x x
x x
x
x
x
x
x x x x x
x x x x x
x x x x x
x x x x x x x
x x x x x x x
x x
x x
x x
x x
x x
x
x
x
x x
x x
x x
x x x x
x x
x
x x x x x x x x
x x x
77
23/24 23/24 23/24 23/24 25 t/m 26 …… 27 26 Hele jaar door
Cito begrijpend lezen Cito rekenen DMT TTR Evaluatie 4 groeps- indiv. HP zomersignalering Follow up derde keer=overdracht Invullen OVM AVI toetsen afname volgens leesmethode
x
x
x x
x x
x x x x x x x x x
x x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x
x x x
x x
x x
x x
7.6.4. Leerlingbesprekingen Op schoolniveau: Tijdens bouwvergaderingen kunnen individuele leerlingen of andere zorgproblemen altijd ingebracht worden. Individueel overleg met de Ib-er waar alle leerlingen (4 x per jaar) n.a.v. het OVM en Cito besproken worden. Naar aanleiding van deze gesprekken vult iedere leerkracht per groep (vanaf 2e helft groep 3) een groepsdifferentiatieplan in. Dit plan is nog verder in ontwikkeling. Zorgleerlingen indien nodig vaker. Tevens wordt gebruikt gemaakt van het groepsdocument, dat besproken wordt met de Ib-er. Deze wordt in oktober/november ingevuld en indien noodzakelijk in maart herhaald. Verder is er overleg met de schoolbegeleider- ib-er over zorgleerlingen. Op WSNS niveau: Wanneer een leerling wordt besproken tijdens een ZAT overleg zal de ib-er van onze school hierbij aanschuiven. Verder kunnen er contacten zijn met schoolarts, logopedist, schoolmaatschappelijk werk en andere vormen van hulpverleners.
7.6.5 Inzet overig instrumentarium In onze orthotheek staan er diverse materialen/ boeken die ib-ers en leerachten ten diensten staan (de TAK, PI en DST). Naast de ondersteuning binnen de school schakelt de school, in haar ketenverantwoordelijkheid, ook externe partijen en functies in. 7.6.6 Weer Samen Naar School Aanmelding bij het Zorgteam voor onderzoek wordt in gang gezet middels aanmeldingsformulieren. Deze worden ingevuld door de IB in samenwerking met alle bij het kind betrokken personen. Hiervoor is altijd de instemming van de ouders vereist. De schoolarts roept de leerling op voor een medisch onderzoek. Relevante medische gegevens worden door de schoolarts doorgegeven aan het zorgteam. Na het onderzoek worden de resultaten in de Commissie Leerlingzorg (CLZ), waar ook de IB-er van de basisschool bij aanwezig is, besproken. Er kunnen verschillende besluiten worden genomen: Leerkrachtgerichte leerlingbegeleiding op school door een ambulant begeleider. Verwijzing en begeleiding naar 'derden' (RIAGG, Boddaert, logopedie, enz.) Aanmelding bij de Permanente Commissie Leerlingzorg (PCL) om een beschikking voor het SBO aan te vragen. Onze school maakt deel uit van het samenwerkingsverband ZAP-PO 3907. Jaarlijks vindt er een bijstelling van het zorgplan plaats.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
78
Op advies van het ZAT, in overleg met de ib-er en schoolbegeleider kan een specialist binnen de school worden gehaald. 7.6.7 Contacten met hulpverleners Schoolarts en SMW bespreken samen met de Ib-ers de leerlingen in het Sociaal team, één keer in de zes weken. Schoolarts bespreekt de leerlingen met de groepsleerkracht. In de groepen 2 en worden alle leerlingen uitgenodigd door de schoolarts. Indien nodig vaker. SMW met de schoolmaatschappelijk werkster kunnen gesprekken aangevraagd worden door ouders of leerkrachten. Deze afspraken lopen via de Ib-er. Logopediste, alle groep 2 leerlingen worden gescreend. N.a.v. deze screening geeft de logopediste aan of een behandeling wenselijk is of niet. Het is aan ouders om hier al dan niet verder mee te gaan. Wordt er andere wijze een logopedisch probleem geconstateerd dan kan de leerkracht aan de ouders logopedie voor hun kind adviseren. Ouders zij vrij in de keuze van een logopedist. Schoolbegeleider CED Deze adviseert Ib-er en leerkrachten, neemt onderzoeken af en doet observaties. Voert n.a.v. deze ook gesprekken met de ouders. Zit bij overleg van het Zorg Advies Team (ZAT). Preventief ambulant begeleider deze begeleiden de leerlingen, hebben overleg met groepsleerkrachten en/of Ib-ers. Ambulant begeleider deze begeleiden leerlingen met een rugzakje.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
79
Hoofdstuk 8
Brede schoolplan
De Maasoever maakt geen gebruik van de ontwikkeling van meer leertijd, daar dit in Spijkenisse nog niet van de grond is gekomen.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
80
Hoofdstuk 9
Gedragsprotocol
9.1 Achtergrond en doelstellingen gedragsprotocol Zoals we in onze visie op onderwijs aangeven, vinden we het heel belangrijk om op school een pedagogisch klimaat te scheppen waarin kinderen zich veilig en geaccepteerd voelen en waarin teamleden, ouders en kinderen respectvol met elkaar omgaan. De school moet een veilige plaats zijn, waar geen plaats is voor agressie, geweld, discriminatie, intimidatie, vandalisme of diefstal. Dit willen we onder meer bereiken door duidelijke regels en afspraken en een transparant beleid ten aanzien van ongewenst gedrag. 9.1.2 Doelstellingen van ons gedragsprotocol: De geschreven en ongeschreven schoolregels die gelden op de Maasoever, samenvatten in een handzaam en helder pakket schoolregels dat goed naar alle betrokkenen gecommuniceerd kan worden, werkbaar en uitvoerbaar is. Eén lijn door de school aanbrengen, zowel wat betreft onze verwachtingen van leerlingen, ouders en teamleden als wat betreft onze definiëring van gewenst en ongewenst leerling-gedrag en de manier waarop wij daarop reageren. Duidelijkheid scheppen over welke stappen worden ondernomen bij ongewenst gedrag. Tevens aangeven wanneer de grens van de school, om verantwoord met het probleemgedrag om te kunnen gaan, is bereikt. De gedragscode is bestemd voor: - Personeel, ouders en leerlingen van de school - Andere personen die in opdracht van de school werkzaam zijn, zoals gastdocenten, vrijwilligers, stagiaires - Ouders die ondersteunende werkzaamheden verrichten - Bezoekers van de school 9.1.3 Definiëring van de begrippen Agressie en geweld: Het pesten, psychisch of fysiek lastigvallen, bedreigen of aanvallen van anderen. Vandalisme: Het met opzet vernielen, beschadigen of onbruikbaar maken van andermans bezittingen. Diefstal: Het heimelijk wegnemen of zich ten onrechtmatig toe-eigenen van andermans bezittingen Discriminatie: Het in welke vorm dan ook doen van uitspraken over, het verrichten van handelingen of het nemen van beslissingen over personen die beledigend zijn voor die personen vanwege hun ras, godsdienst, geslacht, beperking, levensovertuiging, leeftijd en/of seksuele geaardheid dan wel het maken van enig onderscheid op basis van deze factoren Intimidatie: Ongewenste (seksuele) toenadering in de vorm van verzoeken om (seksuele) gunsten of ander verbaal, non verbaal of fysiek gedrag.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
81
9.2.
De schoolregels
9.2.1 Ouders Van de ouders hebben we de volgende verwachtingen: t.o.v. hun eigen kind(eren); - zorgen ervoor dat hun kinderen op tijd op school zijn, voldoende eten en drinken bij zich hebben en weer op tijd opgehaald worden. En dat hun kind kleding draagt dat past bij het jaargetijde. - tonen interesse in het wel en wee van hun kind op school en zijn actief betrokken door bijvoorbeeld de ouderavonden te bezoeken en contact te onderhouden met de groepsleerkracht. t.o.v. andere kinderen en ouders: - tonen respect - mengen zich niet direct in een conflict wat hun kind op school heeft met een ander kind, maar bespreken dit met de groepsleerkracht, coördinator of directie. t.o.v. leerkrachten en andere teamleden - tonen respect - zijn bereid, indien er problemen zijn met hun kind, in gesprek te gaan met de leerkracht, interne begeleider en/of directielid. 9.2.2 Teamleden Van de teamleden hebben we de volgende verwachtingen t.o.v. de kinderen; - tonen respect voor de kinderen, door bijvoorbeeld vragen, opmerkingen en problemen van kinderen serieus te nemen - zorgen dat de school- en groepsregels duidelijk zijn voor kinderen (abstractere regels in concreet gedrag vertalen, in gesprek gaan bij overtreding van regels etc.) - geven het goede voorbeeld in hun omgang met elkaar, ouders en kinderen t.o.v. ouders; - tonen respect voor ouders/opvoeders en erkennen dat zij de eerstverantwoordelijken zijn voor de opvoeding van hun kind - nemen ouders serieus wanneer deze een vraag of probleem bespreekbaar maakt - zijn bereid, indien er problemen zijn met een kind, in gesprek te gaan met de ouders, indien nodig met de interne begeleider en/of directielid - zijn bereid kritisch naar hun eigen handelen te kijken - houden ouders zo goed mogelijk op de hoogte van alle ontwikkelingen die hun kind op school doormaakt t.o.v. andere teamleden; - dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen op school en voor alle kinderen die de school bezoeken - zijn publiekelijk loyaal ten opzichte van elkaar en trekken één lijn in de wijze waarop zij omgaan met ongewenst gedrag van leerlingen
Schoolplan Maasoever 2012-2016
82
9.2.3 Leerlingen Van de leerlingen hebben we de volgende verwachtingen t.o.v. andere leerlingen - gaan op een vriendelijke manier met elkaar om - proberen om onderlinge problemen op te lossen zonder verbaal of fysiek geweld, indien nodig ondersteund door een leerkracht - zijn gezamenlijk, met elkaar en de leerkracht, verantwoordelijk voor een prettige, veilige en open sfeer in de klas waarin ieder kind zichzelf kan zijn. t.o.v. leerkrachten en andere teamleden - tonen respect en accepteren het gezag en autoriteit van iedere leerkracht, andere teamleden zoals conciërges en stagiaires en overblijfouders. t.o.v. materialen van de school, van hen zelf of van andere kinderen - behandelen spullen met zorg - nemen niet onnodig kostbare spullen mee naar school Voor een ieder die de school betreedt, geldt dat agressief gedrag (verbaal en/of fysiek), geweld, vandalisme, diefstal, discriminatie en intimidatie niet wordt geaccepteerd.
9.2.4 De klassenregels De schoolregels vormen het kader voor de klassenregels die - een vertaling zijn in concreet gedrag - een vertaling zijn naar leeftijdsniveau van de betreffende groep - een detaillering is naar het omgaan met elkaar binnen de groep Daarnaast zijn klassenregels vaak afspraken die in de betreffende groep gelden om de organisatie in de groep zo soepel mogelijk te laten verlopen. De klassenregels worden door de groepsleerkracht, voor zover mogelijk in samenspraak met de kinderen uit de groep gemaakt. Deze regels zijn opgenomen in het klassenmap.
9.3. Preventieve aanpak Acties om de schoolregels en het gedragsprotocol onder de aandacht van ouders te brengen en hen bij het gedrag van hun kind op school te betrekken. Acties om de regels en afspraken zo duidelijk en concreet mogelijk te maken voor kinderen en hen expliciet aan te leren hoe zij zich aan deze regels en afspraken moeten houden.
9.4 Ongewenst gedrag Ongewenst gedrag kan in zwaarte zeer variëren, bijvoorbeeld van een ruzietje op het schoolplein tot het stelen van andermans spullen, het eten van kauwgom tot het structureel pesten van klasgenootjes. Ongewenst gedrag is daarom verdeeld in vijf categorieën, bij iedere categorie behoren specifieke verplichte acties en mogelijke acties. Alvorens een gedragsprotocol voor een leerling op te starten (fase2) zullen de ouders hiervan in kennis worden gesteld en zullen zij voor ontvangst van dit gedragsprotocol moeten tekenen.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
83
9.4.1 Categorie 1 - Incidentele overtredingen Incidenteel lesverstorend gedrag, herhaaldelijk maar niet (doel)bewust lesverstorend gedrag, ongehoorzaamheid en/of slecht luisteren, onbeleefdheid tov lkr of andere volwassene, onzorgvuldig omgaan met materiaal, schelden of vloeken (in opwelling/vanuit emotie; binnen proporties), fysiek geweld binnen proporties tov andere kinderen (een klap, een schop e.d. tijdens een ruzie), stiekem gedrag De groepsleerkracht neemt pedagogische maatregelen om het gedrag van de leerling zodanig te corrigeren dat de leerling, binnen afzienbare tijd het ongewenste gedrag afneemt dan wel verdwijnt Verplichte acties: geen Mogelijke acties: Worden door de lkr zelf bepaald. Eventuele straf wordt altijd mede bepaald door de leeftijd van het kind en de aard van de overtreding. Het is in z’n algemeenheid aan te bevelen een straf zoveel mogelijk te laten samenhangen met de overtreding (bijv. niet meedoen tijdens de kring = buiten de kring plaatsen; niet werken tijdens de les = lesstof verwerken in eigen tijd, enz.) Daarnaast straffen als voor een beperkte periode (korter dan een dagdeel) naar een andere klas nablijven (altijd ouders op de hoogte stellen!) 9.4.2
Categorie 2 – Aaneenschakeling van incidentele overtredingen of ernstige misdragingen Herhaaldelijk overtredingen als onder 1, of moedwillig schade toebrengen aan materiaal, incidenteel pest-/treitergedrag, brutaliteit tov lkr of andere volwassenen (verbaal en/of non verbaal), schelden of vloeken (ofwel met regelmaat, ofwel in ernstige mate), liegen, oneerlijk zijn
Verplichte acties: aantekening op logvel ouders op de hoogte stellen van het ongewenst gedrag (schriftelijk, telefonisch of in een gesprek) gesprek met de leerling (oorzaak overtreding, mogelijkheden voor de ll om tot gedragsverandering te komen/het een volgende keer anders aan te pakken) Mogelijke acties: overleg met IB over mogelijk plan van aanpak in de klasstraf van lkr (zie onder 1)
9.4.3
Categorie 3 – Voortduring van overtredingen als onder 1 en 2 of ernstiger misdragingen Voortduring van overtredingen als onder 1 en 2 of stelen (eenmalig ‘klein’ of jonger kind), discriminatie, fysiek geweld tov lkr of andere volwassene, buitenproportioneel fysiek geweld tov andere kinderen, intimidatie of bedreiging andere kinderen. Verplichte acties: aantekening op logvel ivm dossiervorming ouders op de hoogte stellen van het ongewenst gedrag in een gesprek (niet schriftelijk of telefonisch), al dan niet ondersteund door IB gesprek met de leerling (oorzaak overtreding, mogelijkheden voor de ll om tot gedragsverandering te komen/het een volgende keer anders aan te pakken) overleg met IB over aanpak in de klas overleg met de coördinator wat betreft straf
Schoolplan Maasoever 2012-2016
84
melding bij directie
Mogelijke acties: straffen (in overleg met coördinator) als herhaaldelijk nablijven, uit de klas verwijderen voor bepaalde tijd (dagdeel, dag), uitsluiting van bijzondere activiteit (kerstdiner, schoolreis, enz.) gesprek met ouders over het op een lijn brengen van de benadering van school en thuis van het probleem gesprek met ouders over mogelijke hulpverlening, bijv SMW overleg met IB over mogelijke aanmelding voor breedoverleg of bij zorgteam 9.4.4. Categorie 4 – Structureel onaangepast gedrag Voortduring van onder 1 en 2 genoemde overtredingen of herhaling/voortduring van de onder 3 genoemde ‘ernstiger misdragingen’. Stelen (‘ernstig’, ouder kind) Verplichte
acties: aantekening op logvel ivm dossiervorming overleg met coördinator en directie gesprek met ouders (niet schriftelijk of telefonisch) plus coördinator of directie waarin ouders verplicht worden actie te ondernemen (bijvoorbeeld hulp zoeken, contactschrift bijhouden, onderzoek zorgteam) om aan gedragsverandering mee te werken (zo niet: dringend advies overplaatsing naar andere school) en waarin duidelijk wordt verteld dat de grenzen van de school in zicht komen
Mogelijke acties: straffen (in overleg met directie) als uit de klas plaatsen voor langere of onbepaalde tijd, uitsluiting van bepaalde activiteiten (zwemles, brede school, voor langere of onbepaalde tijd, schorsing (procedure directievademecum RVKO) overleg met IB over mogelijke aanmelding bij zorgteam voor ambulante begeleiding aanmelding voor time-out projecten zoals BOS project e.d. 9.4.5
Categorie 5 – Structureel onaangepast gedrag waar door de school geen of onvoldoende invloed (meer) op uitgeoefend kan worden om gedragsverandering te bewerkstelligen
De grens van de school is bereikt. Volgens de richtlijnen van het directievademecum van de RVKO wordt een verwijderingprocedure gestart (zie verwijderen/schorsen van leerlingen). Gesprek met ouders altijd o.l.v. directielid. Overleg over overbruggingsmaatregelen als uit de klas verwijderen, overplaatsen naar andere klas, leerplicht inschakelen, enz. Indien ouders of andere bezoekers zich schuldig maken aan agressief gedrag (verbaal en/of fysiek), geweld, vandalisme, diefstal, discriminatie en intimidatie zal hen door de directie de toegang tot de school ontzegt worden. Hetgeen kan leiden tot verwijdering van de leerling. Gehandeld zal worden volgens de richtlijnen van het directievademecum van de RVKO 9.5 Schorsen/verwijderen van leerlingen In het directievademecum van de RVKO staat nauwkeurig omschreven, hoe er gehandeld moet worden bij eventuele schorsingen of verwijderingen. Deze informatie is voor ouders ook terug te vinden in de schoolgids.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
85
9.6 Klachtenregeling Indien kinderen of ouders vragen en opmerkingen hebben of ontevreden zijn over het een of ander, kunnen zij dit bespreken met de groepsleerkracht en directieleden. Teamleden kunnen bij een directielid terecht. Indien een probleem niet onderling opgelost kan worden, heeft ieder het recht om een klacht in te dienen bij één van de vertrouwenspersonen van de RVKO. De procedure hiertoe staat exact omschreven in het document klachtenregeling RVKO voor het primair onderwijs. Elk schoolbestuur is wettelijk verplicht een algemene klachtenregeling op te stellen. Het schoolbestuur waar onze school deel van uitmaakt, de RVKO, heeft één klachtenregeling voor alle scholen. Ouders, leerlingen, personeel en eenieder die deel uitmaakt van de schoolgemeenschap kunnen een klacht indienen. Klachten over de dagelijkse gang van zaken dienen eerst in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze te worden afgehandeld. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de behandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men in contact treden met de bovenschools manager van de school of, met name bij privacy gevoelige zaken, met één van de vertrouwenspersonen van de RVKO. Via de directie of de contactpersoon van de school kunt u vernemen hoe u met de desbetreffende personen in contact kunt treden. Indien ook het overleg met de bovenschools manager niet naar tevredenheid is verlopen, kan een formele klacht ingediend worden bij de klachtencommissie. Het schoolbestuur is aangesloten bij een landelijke klachtencommissie. Ook de klachtencommissie zal altijd eerst beoordelen of er voldoende overleg heeft plaatsgevonden tussen de verschillende partijen, teneinde de klacht op te lossen. De volledige klachtenregeling van de RVKO kunt u opvragen bij de directie of de contactpersoon van de school en is ook te vinden op www.rvko.nl, onder het kopje “schoolgids”. 9.7 Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en SISA De Rotterdamse Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en het werken met SISA is van kracht voor alle RVKO scholen. Dit vooruitlopend op de landelijke meldcode die vanaf 2011 wordt ingevoerd. Volgens vastgestelde protocollen en rekening houdend met de privacy en veiligheid van de kinderen op school wordt hier uitvoering aan gegeven. Meer informatie is te vinden in het directie vademecum op de website van de RVKO. 9.8 Gedragscode voorkomen pesten Pesten is onaanvaardbaar gedrag en vormt een bedreiging voor het individu (met name voor de leerlingen) en voor de sfeer op school. Hieronder is een aantal regels geformuleerd voor zowel leerlingen als leerkrachten. Pestregels leerlingen Maak aan de leerlingen duidelijk dat signalen van pesten (iets anders dan plagen!) doorgegeven moeten worden aan de leerkracht. Leg uit dat dit geen klikken is; Personeel en leerlingen noemen leerlingen niet met een bijnaam die als kwetsend ervaren kan worden; Personeel en leerlingen maken geen opmerkingen over kleding en/of uiterlijk die als kwetsend ervaren kunnen worden;
Schoolplan Maasoever 2012-2016
86
Indien de leerkracht pesten heeft gesignaleerd: o geeft hij duidelijk en ondubbelzinnig aan dat hij dergelijk gedrag verafschuwt en afkeurt; o probeert hij zicht te krijgen op de oorzaak, de omvang van het pestgedrag en de mogelijke gevolgen voor het slachtoffer; o probeert hij het invoelend vermogen van de pester en de ‘zwijgende meerderheid’ te vergroten (“als jij nu eens gepest werd...”); o brengt hij het probleem in de teamvergadering ter sprake en wordt een plan van aanpak opgesteld; o stelt hij de ouders van de betrokkenen (pester, gepeste) op de hoogte en geeft aan hoe de school dit probleem gaat aanpakken.
Pesten van personeel Pesten komt niet alleen voor tussen leerlingen. Ook personeelsleden kunnen onderling hiermee worden geconfronteerd. Om pesten tegen te gaan kunnen de volgende ‘regels’ worden gegeven: Maak de pester duidelijk dat hij te ver gaat, dat zijn ‘grapjes’ niet meer leuk zijn; Zoek steun bij de contactpersoon van de school of de vertrouwenspersoon. Vergeet niet de rol van de directie/leidinggevende te bespreken. Een goede leidinggevende kan het pesten in de kiem smoren; Houd zelf een logboek bij. Zo weet u wanneer er ongewenste zaken plaats hadden en wie erbij aanwezig waren. Het logboek kan dienen als bewijs, maar ook om uw hart te luchten; Bedenk dat u niet alleen het slachtoffer bent, maar ook de organisatie. Uiteindelijk heeft ook het bestuur belang bij goede onderlinge verhoudingen; Vraag u af wat de motieven zijn van de pester. Dan weet u beter hoe u moet optreden. Sommige mensen pesten simpelweg omdat ze er voordeel mee verwachten te behalen; Praat met mensen die getuige zijn van het pestgedrag. Vaak vormen zij de zwijgende meerderheid. Ze zien het pesten wel, maar treden niet op, misschien om te voorkomen dat ze het volgende slachtoffer worden; Lees over het onderwerp. Verhalen van anderen kunnen u het gevoel geven dat u niet alleen staat. U kunt leren van hun ervaringen; Neem contact op met de leidinggevende en indien daar geen gehoor gevonden kan worden met het bestuur. Het bestuur is op grond van de Arbowet verplicht maatregelen te nemen. 9.8.1 Gedragscode voorkomen ongewenst seksueel gedrag Schoolcultuur/pedagogisch klimaat Het personeel, leerlingen en ouders onthouden zich van seksistisch taalgebruik, seksueel getinte grappen, seksistisch getinte gedragingen, of gedragingen die door een andere als zodanig kunnen worden ervaren; Het personeel ziet er op toe dat dergelijke gedragingen niet voorkomen tussen leerlingen onderling. Bij jongste kinderen (4-6) is onderzoeken van het lichaam een niet ongewoon gedrag. We leren de kinderen aan dat zulk gedrag niet thuis hoort op een school. Indien een kind meerdere malen hierin niet te corrigeren blijkt zal de school hier maatregelen treffen. Het personeel zorgt er voor dat binnen de school geen seksueel getinte affiches, tekeningen, artikelen in bladen (o.a. schoolkrant), e-mail e.d. worden gebruikt of opgehangen die kwetsend kunnen zijn voor een bepaalde groep of individu. Eén op één contacten leerkrachten - leerlingen Leerlingen worden buiten schooltijd niet langer dan een half uur alleen op school gehouden. Wanneer een leerling na schooltijd op school wordt gehouden, worden de ouders en de directie op de hoogte gebracht;
Schoolplan Maasoever 2012-2016
87
Uit de aard van het docentschap vloeit de norm voort dat een leraar geen leerlingen mee naar huis neemt. Indien dit wel gebeurt, (uitsluitend bij vriendschapsverbanden tussen kinderen van de docent en leerlingen) dan dient dit alleen met de nodige waarborgen van toezicht te geschieden. Zonder medeweten van de ouders, worden leerlingen daarom niet bij een personeelslid thuis uitgenodigd.
Troosten/belonen/feliciteren e.d. in de schoolsituatie De wensen en gevoelens van zowel kinderen en ouders met betrekking tot troosten, belonen en feliciteren worden gerespecteerd. Kinderen hebben het recht aan te geven wat ze prettig of niet prettig vinden (kussen, omhelzen, hand geven of geen fysiek contact). Spontane reacties bij troosten of belonen in de vorm van een zoen zijn mogelijk, ook in de hogere groepen, mits het hier genoemde recht van de kinderen wordt gerespecteerd; Het is mogelijk kinderen op schoot te nemen. Ook hier dienen de wensen en gevoelens van de kinderen te worden gerespecteerd. Spontane reacties, ook in hogere groepen, zijn mogelijk, mits het hier bovengenoemde recht van de kinderen wordt gerespecteerd; Felicitaties moeten een spontaan gebeuren blijven. Het personeel houdt hierbij rekening met het bovenvermelde. In alle groepen volgt de groepsleerkracht in principe zijn eigen gewoonten in deze, rekening houdend met wat de kinderen hier als normaal ervaren. Hulp bij aan-uit-omkleden Bij de kleuters komt het regelmatig voor, dat er geholpen moet worden bij het aan- en uitkleden. Bijvoorbeeld bij het naar het toilet gaan, omkleden bij gym, zwemmen en verkleden. Ook in hogere groepen kan dit nog een enkele keer voorkomen. Deze hulp behoort tot de normale taken van de betrokken groepsleerkracht. De leerkrachten houden hierbij rekening met de wensen en gevoelens van de leerlingen. Een vraag als: ‘Wil je het zelf doen of heb je liever dat de juffrouw/meester je helpt?’ wordt door de oudere leerlingen als heel normaal ervaren en meestal ook eerlijk beantwoord; Vanaf groep 3 worden jongens en meisjes gescheiden bij het aan-, uit- en omkleden. De (vak)leerkracht betreedt de kleedruimte uitsluitend na een duidelijk vooraf gegeven teken. De (vak)leerkracht beoordeelt of het gezamenlijk aan-, uiten omkleden in lagere groepen als onprettig wordt ervaren. In dat geval worden de jongens en meisjes gescheiden. Eerste hulp Wanneer er eerste hulp wordt geboden waarbij het kind zich moet ontkleden, moet er naast de hulpgevende een derde aanwezig zijn. De leerling mag zelf aangeven of dit een man of een vrouw is. Indien er hulp geboden moet worden bij ongevallen, ziek worden/zijn of anderszins, waarbij het schaamtegevoel van de kinderen een rol kan spelen, wordt de uitdrukkelijke wens van het kind gerespecteerd. Buitenschoolse activiteiten Tijdens het schoolkamp of andere meerdaagse schoolreizen slapen jongens en meisjes gescheiden. De begeleiding slaapt zo mogelijk op een andere plaats dan de leerlingen. Is dit laatste niet mogelijk dan slaapt de mannelijke begeleiding bij de jongens en de vrouwelijke begeleiding bij de meisjes; Tijdens het aan-, uit- en omkleden van de leerlingen worden de betreffende ruimtes uitsluitend door de leiding betreden na een duidelijk vooraf gegeven teken. Dit is van toepassing als de mannelijke begeleiding de ruimtes van de meisjes binnengaat of als vrouwelijke begeleiders de ruimtes van de jongens
Schoolplan Maasoever 2012-2016
88
binnengaan. Op deze manier wordt rekening gehouden met het zich ontwikkelend schaamtegevoel bij jongens en meisjes; Jongens en meisjes maken gebruik van gescheiden douches; In principe gaat een begeleider niet alleen met een leerling op pad. Mocht dit toch noodzakelijk zijn, dan moet dit gemeld worden bij de directie en moet de reden en de tijdsduur aangegeven worden; Ten aanzien van schoolreizen en sportevenementen gelden deze regels – voor zover van toepassing – ook.
9.8.2 MIS project Op onze school is 1 aandachtsfunctionaris MIS momenteel opgeleid: De aandachtsfunctionaris MIS (project voorkomen van Mishandeling Incest en Suïcide) is aanspreekpunt bij vermoeden van, of problemen met betrekking tot mishandeling, incest en suïcide. In dergelijke situaties handelt de MIS aandachtsfunctionaris naar een protocol dat binnen Spijkenisse daarvoor is opgesteld. 9.8.3 Gedragscode voorkomen discriminatie Discriminatie kan op verschillende zaken betrekking hebben. Te denken valt aan: huidskleur, levensovertuiging, seksuele voorkeur, volksgewoonten zoals kleding en voedsel, op grond van ziekten enzovoort. We leven in een multiculturele samenleving. Dit houdt in dat verschillende groepen uit onze samenleving hun eigen cultuur hebben. De schoolbevolking is een afspiegeling hiervan en dit wordt binnen het onderwijs als een verrijking ervaren. Het vraagt wel extra inzet en aandacht/alertheid om tot een goed (pedagogisch) klimaat voor alle leerlingen te komen. Het volgende wordt van iedereen binnen de school verwacht: Het personeel, de leerlingen en hun ouders worden gelijkwaardig behandeld; Er wordt geen discriminerende taal gebruikt; Er wordt voor gezorgd dat er in school geen discriminerende teksten en/of afbeeldingen voorkomen op posters, in de schoolkrant, in te gebruiken boeken, email e.d.; Er wordt op toegezien dat leerlingen en ouders ten opzichte van medeleerlingen en hun ouders geen discriminerende houding aannemen in taal en gedrag; De leerkracht, leerling en ouders nemen duidelijk afstand van discriminerend gedrag en maken dit ook kenbaar; Bij discriminatie door personeel wordt het personeelslid door de directie uitgenodigd voor een gesprek. Bij het herhaaldelijk overtreden van de gedragsregels wordt melding gedaan bij het bestuur, dat vervolgens bepaalt of en zo ja welke disciplinaire maatregelen er worden genomen; Bij discriminatie door vrijwilligers, stagiaires, ouders en/of leerlingen worden deze door de directie uitgenodigd voor een gesprek. Bij herhaaldelijk overtreding van de gedragsregels wordt melding gedaan bij het bestuur, dat vervolgens bepaalt of en zo ja welke maatregelen er worden genomen. In het uiterste geval kan hierbij gedacht worden aan schorsing of verwijdering/ontzegging van betrokkene tot de school en het schoolterrein.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
89
Hoofdstuk 10
Meerjarenplanning
10.1 Meerjarenplanning veranderingsonderwerpen De meerjarenplanning van de afgelopen vier schooljaren is op basis van prioriteiten opgezet naar aanleiding van evaluaties tijdens de team, bouw en stafvergaderingen. In teamverband is gesproken over welke onderwerpen wij aan gaan pakken. Hierbij hebben we gebruik gemaakt van het plan van vorig jaar en gekeken wat uitgevoerd is en wat niet. Ook is besproken hoe het komt dat een onderdeel niets is uitgewerkt. Ook dit schooljaar zal dit plan worden geëvalueerd tijdens diverse schoolvergaderingen en 2 maal door het jaar heen op een MR vergadering. Per jaar zullen we de planning aanpassen en de doelen van de invoeringstrajecten voor het nieuwe schooljaar SMART beschrijven.
2012-2013 verder invoeren, afronden en evalueren van diverse trajecten en borging van afspraken van voorgaande jaren;o.a. meerjarenplanning ICT, levensbeschouwing, schrijfonderwijs en Kleuterplein, zorgstructuur. INK afnemen voor personeel, ouders en ll’n gr 6 t/m 8 Deelname aan traject School aan Zet : verbetering taal en leesonderwijs Doelen stellen n.a.v. taalaudit en deelname aan project School aan Zet.
Invoeringstrajecten: Oriëntatie elementen OGO groepen 4 en 5 Oriëntatie portfolio groepen 4 en 5. Oriëntatie methode drama. Oriëntatie methode aardrijkskunde. Oriëntatie taalmethode Oriëntatie registratie sociaal emotionele vorming Oriëntatie groeps differentiatie plan (GDP) pedagogisch klimaat
invoeren invoeren invoeren invoeren invoeren invoeren
gebruik Stabilo pen in groepen 4 en 5 nieuwe methode rekenen t/m groep 7 nieuwe methode Engels in de groepen 7 en 8 meerjarenplanning ICT aangepaste protocol Plusleerling nieuwe rapport groepen 1 t/m 8
Implementeren Kleuterplein Implementatie methode levensbeschouwing Implementatie zorgprofiel Implementatie protocol GDP
Schoolplan Maasoever 2012-2016
90
Borging: Borgen van OGO elementen groepen 3 Borgen Portfolio groepen 3
Zorgverbreding: Beleid formuleren omtrent Zorgplicht Aanpassingen binnen de zorgstructuur n.a.v. de analyse Deelname aan 3 jarig traject School aan zet met als doel lees en taalverbetering. GDP focussen op persoonlijk handelen
2013-2014 verder invoeren, afronden en evalueren van diverse trajecten en borging van afspraken uit voorgaande jaren. Doelen stellen n.a.v. traject School aan zet; lees en taalverbetering Invoeringstrajecten: Oriëntatie OGO elementen groep 6 Oriëntatie nieuwe geschiedenis methode Oriëntatie portfolio groep 6
invoering elementen OGO groepen 4 en 5 invoering portfolio groepen 4 en 5. invoering methode drama. Invoering methode aardrijkskunde. Invoering taalmethode Invoering registratie sociaal emotionele vorming Invoering groeps differentiatie plan (GDP) pedagogisch klimaat
Implementatie gebruik Stabilo pen in groepen 4 en 5 Implementatie nieuwe methode rekenen t/m groep 7 Implementatie invoeren nieuwe methode Engels in de groepen 7 en 8 Implementatie invoeren meerjarenplanning ICT Implementatie invoeren aangepaste protocol Plusleerling implementatie nieuwe rapport groepen 1 t/m 8 implementatie zorgprofiel
Borging Borging Borging Borging
Kleuterplein methode levensbeschouwing zorgprofiel protocol GDP
Schoolplan Maasoever 2012-2016
91
2014-2015 verder invoeren, afronden en evalueren van diverse trajecten en borging van afspraken. Deelname aan traject School aan Zet : verbetering taal en leesonderwijs Aanpassingen n.a.v de analyse van onze zorgstructuur. Invoeringstrajecten: Oriëntatie schrijfmethode Oriëntatie verkeersmethode
Invoeren OGO elementen groep 6 invoeren nieuwe geschiedenis methode invoeren portfolio groep 6
Implementatie elementen OGO groepen 4 en 5 implementatie portfolio groepen 4 en 5. Implementatie methode drama. Implementatie methode aardrijkskunde. Implementatie taalmethode Implementatie registratie sociaal emotionele vorming Implementatie groeps differentiatie plan (GDP) pedagogisch klimaat
Borging Borging Borging Borging Borging Borging Borging
gebruik Stabilo pen in groepen 4 en 5 nieuwe methode rekenen t/m groep 7 nieuwe methode Engels in de groepen 7 en 8 meerjarenplanning ICT aangepaste protocol Plusleerling nieuwe rapport groepen 1 t/m 8 zorgprofiel
2015-2016 Verder invoeren, afronden en evalueren van diverse trajecten en borging van afspraken. Invoeringstrajecten Oriëntatie methode muziek Oriëntatie methode lezen
Invoeren methode verkeer Invoeren methode schrijven
Implementatie OGO elementen groep 6 implementatie nieuwe geschiedenis methode implementatie portfolio groep 6
Schoolplan Maasoever 2012-2016
92
10.2
Borging borging borging borging borging borging Borging
elementen OGO groepen 4 en 5 portfolio groepen 4 en 5. methode drama. methode aardrijkskunde. taalmethode registratie sociaal emotionele vorming groeps differentiatie plan (GDP) pedagogisch klimaat
Uitwerking in SMART schooljaar 2012-2013
4 jarenplanning: nieuwe methode taal - spelling Jaar:
Omschrijving:
Oriëntatie
- Onze huidige taalmethode mag volgend schooljaar vervangen worden. Wij gaan ons oriënteren op de diverse methodes die nu op de markt zijn. - S We willen aan het einde van dit schooljaar een nieuwe taal/spelling methode gekozen hebben die te gebruiken is voor de groepen 3 t/m 8 en voldoet aan de kerndoelen als zowel de eisen en wensen van ons team. We werken nu met de methode Taalverhaal. Wij werken nu met zowel taal als spelling met deze methode. - M Wij willen volgende jaar een methode aansluitend bij het directe instructiemodel, met de mogelijkheid te differentiëren bij uitval naar beneden of naar boven. Dit schooljaar wordt er een keuze gemaakt en de nieuwe methode wordt besteld. De Cito LVS resultaten moeten verbeteren t.o.v. de huidige opbrengsten. - A Het hele team staat achter de keuze een nieuwe methode aan te schaffen. - R Er is een werkgroep gevormd met collega’s uit diverse bouwen die affiniteit met taal hebben en het kiezen van een nieuwe methode gaan coördineren. Deze collega’s krijgen hier tijd voor (NJT). Er is voldoende geld beschikbaar voor de aanschaf. - T De werkgroep onderzoekt of de combinatie taal/spelling vanuit 1 methode wenselijk is. Of werkt een aparte methode voor zowel taal als spelling beter. De werkgroep plant begin dit schooljaar tijd in om diverse methodes te bekijken. In januari zullen diverse methodes op zicht aangevraagd worden. De werkgroep kiest per methode lessen uit, die het team gaat uitproberen. In de bouwvergadering en inhoudelijke teamvergadering worden de bevindingen geïnventariseerd. In mei wordt er een keuze gemaakt en worden de materialen besteld. Er worden afspraken gemaakt over de invoering en interne/externe begeleiding.
2012-2013
Schoolplan Maasoever 2012-2016
93
Invoering 2013-2014
Dit jaar voeren we de nieuwe methode in volgens de afspraken die gemaakt zijn. Het team gebruikt de methode volgens de handleiding en geeft elke dag taal en spelling volgens het rooster. De methode wordt op elke bouwvergadering geagendeerd. 3x per jaar bespreken we het gebruik van de methode in een inhoudelijke teamvergadering. De werkgroep volgt de invoering en brengt verslag uit bij de directie en staf. De werkgroep stelt een protocol op dat opgenomen wordt in het jaardraaiboek. Tijdens de Cito screening in januari worden de 1 e resultaten zichtbaar. Er worden afspraken gemaakt voor de implementatie van de taal/spelling methode.
Implementatie In de groepen 3 t/m 8 wordt gewerkt volgens het taal/spelling protocol. 2014-2015 De methode wordt minstens 3x per jaar geagendeerd op de bouwvergaderingen. Minimaal 2x per jaar bespreken we de methode in een teamvergadering. De werkgroep volgt de implementatie van de methode. De werkgroep controleert het protocol en stelt dit indien nodig bij. Coaching en klassenconsultaties gaan volgens de gemaakte afspraken. We volgen de resultaten m.b.v. Cito LVS. Borging 2014-2015
Eventuele wijzigingen in het protocol taal/spelling worden ingevoerd. De werkgroep houdt zicht op de borging. Minimaal 2x per jaar bespreken we het vak taal/spelling in de bouwvergadering. Minimaal 1x per jaar bespreken we het vak taal/spelling in een teamvergadering. De bouwcoördinatoren bespreken het taalprotocol met nieuwe collega’s. Coaching en klassenconsultaties verlopen volgens de gemaakte afspraken. We volgen de resultaten m.b.v. Cito LVS. De werkgroep controleert of het protocol up-to-date is.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
94
4 jarenplanning: nieuwe methode aardrijkskunde Jaar:
Omschrijving:
Oriëntatie
- Onze huidige methode mag volgend schooljaar vervangen worden. Wij gaan ons oriënteren op de diverse methodes die nu op de markt zijn. - S We willen aan het einde van dit schooljaar een nieuwe aardrijkskunde methode gekozen hebben die te gebruiken is voor de groepen 3 t/m 8 en voldoet aan de kerndoelen als zowel de eisen en wensen van ons team. We werken nu met de methode Geobas voor aardrijkskunde en topografie. De nieuwe methode moet een duidelijke opbouw hebben, goede topografie kaarten, aantrekkelijk zijn voor de leerlingen en praktisch in gebruik. Ook onderzoeken we het gebruik van digibord/software. - M Wij willen volgende jaar een methode waarbij topografie vanaf groep 5 (??) in de methode aardrijkskunde is geïntegreerd. Dit schooljaar wordt er een keuze gemaakt en de nieuwe methode wordt besteld. - A Het hele team staat achter de keuze een nieuwe methode aan te schaffen. - R Er is een werkgroep gevormd met collega’s uit diverse bouwen die affiniteit met aardrijkskunde hebben en het kiezen van een nieuwe methode gaan coördineren. Deze collega’s krijgen hier tijd voor (NJT). Er is voldoende geld beschikbaar voor de aanschaf. - T De werkgroep plant in september tijd in om diverse methodes te bekijken. In november zullen diverse methodes op zicht aangevraagd worden. De werkgroep kiest per methode lessen uit, die het team gaat uitproberen. In de bouwvergadering en inhoudelijke teamvergadering worden de bevindingen geïnventariseerd. In maart wordt er een keuze gemaakt en worden de materialen besteld. Er worden afspraken gemaakt over de invoering en interne/externe begeleiding.
2012-2013
Invoering 2013-2014
Dit jaar voeren we de nieuwe methode in volgens de afspraken die gemaakt zijn. Het team gebruikt de methode volgens de handleiding en geeft elke week aardrijkskunde/topografie volgens het rooster. De methode wordt 4x per jaar op de bouwvergadering geagendeerd. 2x per jaar bespreken we het gebruik van de methode in een inhoudelijke teamvergadering. De werkgroep volgt de invoering en brengt verslag uit bij de directie en staf. De werkgroep stelt een protocol op dat opgenomen wordt in het jaardraaiboek. Er worden afspraken gemaakt voor de implementatie van de aardrijkskunde methode.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
95
Implementatie In de groepen 3 t/m 8 wordt gewerkt volgens het aardrijkskunde protocol. 2014-2015 De methode wordt minstens 2x per jaar geagendeerd op de bouwvergaderingen. Minimaal 1x per jaar bespreken we de methode in een teamvergadering. De werkgroep volgt de implementatie van de methode. De werkgroep controleert het protocol en stelt dit indien nodig bij. Coaching en klassenconsultaties gaan volgens de gemaakte afspraken. We volgen de resultaten m.b.v.toetsresultaten en bevindingen vanuit de werkgroep. Borging 2014-2015
Eventuele wijzigingen in het protocol aardrijkskunde worden ingevoerd. De werkgroep houdt zicht op de borging. Minimaal 1x per jaar bespreken we het vak aardrijkskunde in de bouwvergadering. Minimaal 1x per jaar bespreken we het vak aardrijkskunde in een teamvergadering. De bouwcoördinatoren bespreken het protocol met nieuwe collega’s. Coaching en klassenconsultaties verlopen volgens de gemaakte afspraken. We volgen de resultaten m.b.v. Cito LVS. De werkgroep controleert of het protocol up-to-date is.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
96
Uitwerking in SMART schooljaar 2011-2012 Elementen OGO groep 4,5,6,7 jaar Fase 2011-2012 In de groepen 1-2 en 3 wordt gewerkt met elementen van ontwikkelingsgericht onderwijs. Om de doorgaande lijn te waarborgen gaan we hiermee verder in groep 4. We gaan ons oriënteren op de mogelijkheid om thematisch te werken binnen wereldoriëntatie. Ook gaan we het planbord inzetten om kinderen zelf te laten kiezen wat ze willen gaan doen. S We willen elementen van ontwikkelingsgericht onderwijs toevoegen aan het onderwijs in groep 4. M Binnen dit schooljaar willen we minimaal 1x thematisch hebben gewerkt. Ook gebruiken we minimaal 1 x planning op het bord A Het team wil de doorgaande lijn waarborgen en kan elkaar enthousiasmeren. R Er zijn planborden beschikbaar. Er is ervaring opgedaan in groep 3, deze collega’s kunnen hun ervaringen delen met de collega’s uit groep 4. Ook staan de afspraken die rondom dit onderwerp zijn gemaakt in groep 3 op papier. Er zijn methodes wereldoriëntatie beschikbaar waaruit we onderwerpen en lessen voor een thema kunnen halen. T OGO in groep 4 zal iedere vergadering op de agenda van de bouwvergadering komen en indien nodig ook op de agenda van de parallelvergadering. Aan het eind van het schooljaar komen de afspraken die zijn gemaakt op papier en in het schoolplan. 2012-2013 Dit jaar willen we in groep 4 2x thematisch werken en 2x met planning op het bord werken. Aan het eind van het schooljaar worden de bestaande afspraken aangevuld met de nieuwe afspraken. De collega’s van groep 3 en 4 delen hun ervaringen met groep 5, de volgende groep die met OGO aan de slag gaat. Groep 5 oriënteert zich op de toepassing van elementen van ontwikkelingsgericht onderwijs en gaat hier ook al mee aan de slag. Aan het eind van het schooljaar komen de afspraken die zijn gemaakt op papier en in het schoolplan. 2013-2014 De collega’s van groep 3, 4 en 5 delen hun ervaringen met groep 6, de volgende groep die met OGO aan de slag gaat. Groep 6 oriënteert zich op de toepassing van elementen van ontwikkelingsgericht onderwijs en gaat hier ook al mee aan de slag. Aan het eind van het schooljaar komen de afspraken die zijn gemaakt op papier en in het schoolplan. 2014-2015 De collega’s van groep 3,4, 5 en 6 delen hun ervaringen met groep 5, de volgende groep die met OGO aan de slag gaat. Groep 7 oriënteert zich op de toepassing van elementen van ontwikkelingsgericht onderwijs en gaat hier ook al mee aan de slag. Aan het eind van het schooljaar komen de afspraken die zijn gemaakt op papier en in het schoolplan.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
97
Portfolio groepen 4 en daarna evt. 5,6,7 jaar fase 2011-2012 In de groepen 1-2 en 3 wordt gewerkt met een portfolio voor ieder kind. Om de doorgaande lijn te waarborgen gaan we hiermee verder in groep 4. Het portfolio past goed binnen het gebruik van elementen van ontwikkelingsgericht onderwijs. S We willen het gebruik van het portfolio voortzetten in groep 4. M Dit schooljaar gaat de map twee keer mee naar huis en komen er tien zelfgekozen werkjes in. A Het team wil de doorgaande lijn waarborgen en kan elkaar enthousiasmeren. R De kinderen uit groep 3 zijn enthousiast en gemotiveerd om verder te gaan met het vullen van hun portfolio. T Vier keer per jaar zal het portfolio onderwerp zijn van een bouwvergadering. Aan het eind zal in een teamvergadering de rest van het team op de hoogte worden gesteld van de vorderingen en stand van zaken. Er zal in samenspraak met de directie besloten worden of groep 5 ermee verder gaat. Aan het eind van het schooljaar komen de afspraken die zijn gemaakt op papier en in het schoolplan. 2012De groepen 1-2, 3 en 4 gaan verder met het portfolio volgens de 2013 gemaakte afspraken. Groep 5 gaat afhankelijk van de genomen beslissing wel of niet verder te gaan met het portfolio, aan de slag volgens het bovenstaande smartplan. Lees dan bij groep 3 groep 4 en bij groep 4 groep 5. De inhoud van de map wordt ieder schooljaar geëvalueerd en evt. bijgesteld, deze nieuwe afspraken worden weer vastgelegd. 2013-2014 De groepen 1-2, 3, 4 (en 5) gaan verder met het portfolio volgens de gemaakte afspraken. Groep 6 gaat afhankelijk van de genomen beslissing wel of niet verder te gaan met het portfolio, aan de slag volgens het bovenstaande smartplan. Lees dan bij groep 4 groep 5 en bij groep 5 groep 6. De inhoud van de map wordt ieder schooljaar geëvalueerd en evt. bijgesteld, deze nieuwe afspraken worden weer vastgelegd. 2014-2015 De groepen 1-2, 3 ,4 (5 en 6) gaan verder met het portfolio volgens de gemaakte afspraken. Groep 7 gaat afhankelijk van de genomen beslissing wel of niet verder te gaan met het portfolio, aan de slag volgens het bovenstaande smartplan. Lees dan bij groep 5 groep 6 en bij groep 6 groep 7. De inhoud van de map wordt ieder schooljaar geëvalueerd en evt. bijgesteld, deze nieuwe afspraken worden weer vastgelegd.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
98
Nieuwe methode Engels groepen 7 en 8 jaar fase 2011-2012 Er is behoefte aan een nieuwe methode Engels voor de bovenbouw. S We willen een methode die up to date is, waarbij de kinderen spelenderwijs engels leren, hun Engelse woordenschat uitbreiden, simpele zinnen leren maken en hun spreekvaardigheid oefenen. M Dit schooljaar willen we een keus maken voor een nieuwe methode. A De huidige methode is gedateerd. Alle collega’s werkzaam in groep 7 of 8 vinden het nodig deze te vervangen. R Er is geld gereserveerd voor een nieuwe methode, de collega’s die de aanschaf van de methode gaan coördineren krijgen hier tijd voor. Er bestaan diverse methodes die op zicht kunnen worden aangevraagd. T De werkgroep Engels gaat in overleg met de collega’s van groep 7 en 8 een nieuwe methode kiezen. Er zullen diverse methodes op zicht worden aangevraagd en worden getest. Einde schooljaar is er een keuze gemaakt en besteld. 2012Invoering. 2013 Dit schooljaar gaat iedere groep 7 en 8 werken met de nieuwe methode Engels. Vier keer per jaar komt het gebruik van de methode op een bouwvergadering aan bod. De laatste keer om een eindevaluatie te doen. De werkgroep Engels houdt zicht op de invoering en informeert de directie van de stand van zaken. Ook zorgt zij voor een protocol voor het vak Engels voor in het schoolplan en/of jaardraaiboek. 2013-2014 Implementatie. In groep 7 en 8 wordt gewerkt volgens het protocol Engels. Minimaal twee keer per jaar staat het vak engels op de agenda van de bouwvergadering. De werkgroep houdt zicht op de implementatie en informeert de directie zo nodig. Ook bekijken zij of het protocol nog up to date is en passen dit aan indien nodig. 2014-2015 Borging. Minimaal één keer per schooljaar staat het vak engels op de agenda van de bouwvergadering. De werkgroep houdt zicht op de borging en informeert de directie zo nodig. Ook bekijken zij of het protocol nog up to date is en passen dit aan indien nodig.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
99
Schrijfonderwijs jaar fase 2011-2012 Wij willen ons schrijfonderwijs onder de loep nemen. Kunnen wij nog voor 100% achter ons protocol staan, of moeten er wellicht aanpassingen gedaan worden? Met name het schrijfmateriaal verdient aandacht. We willen ons dus oriënteren op evt. ander schrijfmateriaal dan de vulpen. S We willen onderzoeken of ons schrijfonderwijs vernieuwing behoeft. M We willen dit schooljaar argumenten op papier hebben staan waarom we wel of niet met ander schrijfmateriaal gaan werken. A Er is discussie binnen het team over het gebruikte schrijfmateriaal, met name over de vulpen. Het hele team vindt het nodig dit te onderzoeken. R Er is een werkgroep schrijven. Deze personen hebben er tijd voor dit onderzoek te coördineren. Er is ander materiaal dan een vulpen op de markt. Er is budget binnen de begroting. T Dit schooljaar gaat groep vier starten met het schrijven met een stabilopen. De leerkrachten uit deze groepen zullen samen met de IB het gebruik hiervan en de effecten op het schrift van de kinderen goed volgen en evalueren. Minimaal vier keer zal dit op een bouwof parallelvergadering onderwerp van gesprek zijn. Het team zal ook op de hoogte gehouden worden in een inhoudelijke vergadering. Aan de hand hiervan zullen er afspraken gemaakt worden (ook op papier) over hoe nu verder, ook in de andere groepen. Hoe zit het met de vullingen, wie betaalt deze? Dit is een vraag die ook beantwoord moet worden. 2012-2013 Dit jaar willen we het evt. nieuwe schrijfmateriaal volgens de afgesproken handelwijze invoeren. De werkgroep schrijven houdt hier toezicht op. Minimaal 1x wordt dit geëvalueerd in een inhoudelijke teamvergadering. In de bouwen waarin dit materiaal voor het eerst gebruikt wordt komt het minimaal twee keer op de agenda van de bouwvergadering. Einde schooljaar evalueren en afspraken up to date beschrijven. 2013-2014 Iedereen werkt met het nieuwe materiaal volgens afspraak. De werkgroep schrijven houdt er zicht op. 2014-2015 Iedereen werkt met het nieuwe materiaal volgens afspraak. De werkgroep schrijven houdt er zicht op.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
100
Nieuwe methode rekenen jaar fase 2011-2012 Onze rekenmethode mag vervangen worden, er is inmiddels een vernieuwde versie op de markt. S We willen een methode die up to date is, waarbij aandacht is voor alle rekenvaardigheden. Bij de huidige methode wordt niet genoeg aandacht besteed aan automatiseren, klokkijken en redactiesommen. Een voorwaarde is mogelijkheden om te differentiëren, zowel naar boven als naar beneden. Tevens moet het aansluiten bij ons directe instructiemodel. We willen de methode in groep 3 t/m 8 gaan gebruiken. Doel is om de vaardigheidsscores van reken Cito te verbeteren M Dit schooljaar is een keus gemaakt voor een nieuwe methode en is deze besteld. A Het hele team vindt het belangrijk dat er een nieuwe rekenmethode komt. R Er is geld gereserveerd voor een nieuwe methode, de collega’s die de aanschaf van de methode gaan coördineren krijgen hier tijd voor. Er bestaan diverse methodes die op zicht kunnen worden aangevraagd. T De werkgroep rekenen gaat in overleg met het team (ook IB en directie) een nieuwe methode kiezen. Indien er een rekencoördinator is zal deze hierin een coördinerende taak hebben. Er zullen diverse methodes op zicht worden aangevraagd en worden getest. In diverse inhoudelijke teamvergaderingen zal de keus onderwerp zijn van gesprek. Einde schooljaar is er een keuze gemaakt en zijn de materialen besteld. Ook zijn er afspraken gemaakt over de evt. fases van invoering van de nieuwe methode en de interne en/of externe begeleiding bij de invoering. 2012-2013 Invoering. Dit schooljaar gaan de groepen volgens de afspraken van de fases van invoering werken met de nieuwe methode rekenen. Iedere bouwvergadering komt het gebruik van de methode aan bod. Drie keer per jaar komt het gebruik van de methode op een inhoudelijke teamvergadering aan bod. De laatste keer om een eindevaluatie te doen. De werkgroep rekenen houdt zicht op de invoering en informeert de directie van de stand van zaken. Ook zorgt zij voor een protocol voor het gebruik van de methode voor in het schoolplan en/of jaardraaiboek. Voor volgend schooljaar worden afspraken gemaakt over evt. coaching en klassenconsultaties. 2013-2014 Implementatie. In de groepen die de nieuwe methode gebruiken wordt gewerkt volgens het protocol. Minimaal vier keer per jaar staat het vak rekenen op de agenda van de bouwvergadering. Minimaal twee keer op de agenda van een inhoudelijke teamvergadering. De werkgroep houdt zicht op de implementatie en informeert de directie zo nodig. Coaching en klassenconsultaties gebeuren volgens afspraak. Ook bekijken zij of het protocol nog up to date is en passen dit aan indien nodig. Voor volgend schooljaar worden afspraken gemaakt over evt. coaching en klassenconsultaties. 2014-2015 Borging. Minimaal twee keer per schooljaar staat het vak rekenen op de agenda van de bouwvergadering. Minimaal één keer op de agenda van een inhoudelijke teamvergadering. De werkgroep houdt zicht op de borging en informeert de directie zo nodig. Coaching en klassenconsultaties gebeuren volgens afspraak. Ook bekijken zij of het protocol nog up to
Schoolplan Maasoever 2012-2016
101
date is en passen dit aan indien nodig. Resultaten van het LVS worden vergeleken met voor de aanschaf van de nieuwe methode.
Methode Kleuterplein jaar fase 2011-2012 Schooljaar 2010-2011 is gekozen voor de methode Kleuterplein in de groepen 1-2. De methode is aangeschaft en de laatste weken van het schooljaar heeft iedereen ermee gewerkt. De oriëntatiefase is dus al geweest. We gaan verder met de invoering. S We willen dmv het gebruik van de methode Kleuterplein voldoen aan de tussendoelen. Ook willen we elementen van ontwikkelinggericht onderwijs (vanuit Basisontwikkeling) behouden. Het gaat dan met name om de inbreng van het kind en de eigenheid van ieder kind. M We registreren de aangeboden lessen in het daarvoor bedoelde programma om te zien welke tussendoelen aan bod zijn gekomen. A.h.v de citotoetsen voor groep 1-2 en het invullen van het ovm kunnen we de resultaten van het onderwijs en de brede ontwikkeling van de kinderen volgen. We willen minimaal 5x met een thema van Kleuterplein werken. A Na de oriëntatiefase, toelichting door een externe en het uitproberen van lessen zijn alle collega’s enthousiast geworden om te werken met Kleuterplein. R Alle benodigde materialen zijn aanwezig. Collega’s gaan tijd inplannen om elkaar te helpen bij het invoeren van de tussendoelen. T Voor ieder nieuw thema wordt deze voorbereid in een paralleloverleg. Ook wordt deze geëvalueerd achteraf, uiteraard wordt dit gedocumenteerd. Er wordt een tijdstip gepland om de doelen in te voeren. De bouwcoördinator komt minimaal twee keer bij alle collega’s een les bekijken gevolgd door een nagesprek, waarbij de nadruk ligt op ervaringen delen. Indien nodig kan begeleiding van buitenaf worden ingekocht. In een inhoudelijke teamvergadering komt de invoering van Kleuterplein aan bod om de rest van het team te informeren. 2012-2013 Implementatie van de gemaakte afspraken en manier van werken. De bouwcoördinator komt minimaal twee keer bij alle collega’s een les bekijken gevolgd door een nagesprek, waarbij de nadruk ligt op leerkrachtvaardigheden. Dit schooljaar wordt er met andere thema’s gewerkt dan vorig schooljaar. Het gebruik van de nieuwe methode komt minimaal vier keer op de agenda van de bouwvergadering. 2013-2014 Borging van de gemaakte afspraken en werkwijze door het gebruik van de methode minstens twee keer per schooljaar op de agenda van de bouwvergadering. 2014-2015 Borging van de gemaakte afspraken en werkwijze door het gebruik van de methode minstens twee keer per schooljaar op de agenda van de bouwvergadering.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
102
10.3
Jaarverslag 2011-2012
In dit stuk blikken we terug op de resultaten, voorgenomen activiteiten en de evaluatie van het schooljaar 2011-2012. 10.3.1 Resultaten volgt na de juni screening Het afgelopen jaar hebben we n.a.v. de screening januari en juni de opbrengsten in bouw, staf directie-ib en teamoverleg nauwkeurig bekeken en besproken. Hieruit mogen we concluderen dat we: Leesonderwijs: Op het gebied van ons leesonderwijs is er vooruitgang te zien is. Dit is mede het gevolg van de wijze van directe instructie, gebruik van nieuwe leesmethode (VLL) en het kritisch kijken, interpreteren en actie ondernemen door LK, IB er directie n.a.v. de leeropbrengsten. Zo is er een beschrijving tot stand gekomen voor doelen technisch lezen en ook voor spelling. We komen in groep 8 ruim bovengemiddeld uit. Rekenonderwijs: Valt eveneens een verbetering waar te nemen. Ook dit is mede het gevolg van de wijze van directe instructie, professionalisering van de leerkrachten en het kritisch kijken, interpreteren en actie ondernemen door LK, IB er directie n.a.v. de leeropbrengsten . Bij aanvang en uitsroom van onze school is er een constante groeilijn waar te nemen. Taal-spellingsonderwijs: De ontwikkleLing van ons taal-spellingsonderwijs is nog wat grillig. We starten bovengemiddeld en weten op de gemiddeld niveau te eindigen bij de uitstroom.Afgelopen schooljaar hebben we middels een taalaudit dit in kaart gebracht en door deelname aan School aan zet (schooljaar 2012-2013) willen we de komende drie jaar hier een verbeterings-traject voor opzetten. Het gedeelte spelling-werkwoorden wat in groep 7 start, zit boven het gemiddelde in aanvang en uitstroom. Begrijpend lezen: We hadden juist verwacht dat we hierin wat achterbleven in ontwikkeling. Maar door de resultaten van de Cito screeningen kunnen we concluderen dat de opbrengsten bij instroom en uitstroom op niveau zijn. Mede door kritisch kijken van gebruik van de methode en het instructiemodel blijven we hier aandacht aan schenken. Opbrengsten NIO en Drempelonderzoek: Opbrengsten Nio en drempelonderzoek in de groepen 8. Omgezet naar een Cito score van 535,7 De kwaliteit van ons onderwijs op diverse onderdelen hebben wij middels het MIS (management informatie syteem) samen met onze bovenschools manager doorgenomen. Hieruit zijn de volgende actiepunten naar voren: Het uitwerken van doelen n.a.v. de taalleesaudit van september 2011 voor taal en lezen Het uitzoeken van een nieuwe rekenmethode gedurende het school 11-12 en het implementeren, invoeren en borgen voor de komende jaren van deze methode. Begrijpend lezen onderzoeken waarom de opbrengetsen met name in de groepen 6 achter blijven en welke interventies we hier op moeten gaan inzetten. Het kritisch blijven volgen van het ontwikkelingsgericht werken, opbrengsten op het gebied van taal, lezen en rekenen. Het opnemen van een stukje over ouderbetrokkenheid in het schoolplan
Schoolplan Maasoever 2012-2016
103
10.3.2.
Voorgenomen activiteiten
ICT: Er is een beleidstuk geschreven gericht op ICT onderwijs voor de komende jaren. Ook zijn er in alle groepen 3 t/m 8 digiborden geïnstalleerd en zijn de leerkrachten d.v.m. knoppencursus geschoold. Dit afhankelijk van het beginniveau. Het gebruik van de digiborden schoolbreed is op een duidelijke manier Zorg: De zorgstructuur hebben we dit jaar meerder malen besproken in een overleg met directie en interne begeleiders. Hierdoor zijn een aantal verbeteringen/aanpassingen in ons zorgsysteem aangebracht. Zo is er een beschrijving gekomen van de Zorgstructuur op de Maasoever. Het groepsdifferentiatieplan is ingevoerd. Naar aanleiding van de cito screening wordt dit ingevuld en besproken met de interne begeleider. Dit gebeurt 2 x per jaar. Naar aanleiding van dit plan en gesprek gaat de leerkracht in de groep hiermee aan de slag om de individuele resultaten te optimaliseren. Verder hebben we de onze kwaliteiten in het kader van de zorgplicht in beeld gebracht. Dit is gebeurt in samenwerking met alle scholen in Spijkenisse uit het samenwerkingsverband. Het protocol van de Plusleerling is verder ontwikkeld, aangepast en beschreven. We hebben dit jaar meegedaan aan de Taalleesaudit. Naar aanleiding hiervan hebben we de kwaliteitskaarten die van ons van toepassing zijn nader bekeken. Dit zal een vervolg krijgen door het traject Aanzet; taal en leesverbetering.
Invoeringstrajecten: Dit schooljaar hebben we we de nieuwe methode voor levensbeschouwing “Trefwoord” ingevoerd in de groepen 1 t/m 8. De methode Kleuterplein is met veel enthousiasme in de groepen 1 en 2 ingevoerd. Oriëntatietrajecten: We hebben ons het afgelopen jaar georiënteerd op nieuwe methodes voor rekenen en Engels. In de laatste teamvergadering van dit schooljaar is er een keuze gemaakt. De collega’s hebben de afgelopen maanden proef kunnen draaien met lessen uit deze methodes. Ingaande het nieuwe schooljaar zullen we rekenen invoeren in de groepen 3 t/m 7 en engels in de groepen 7 en 8. Ook hebben we ons bezig gehouden met OGO voor de groepen 4. Dit zal het komend jaar een vervolg moeten krijgen, daar dit nog in de kinderschoenen is blijven staan. Dit geldt tevens ook voor het gebruik van de portfolio in de groepen 4. Er is dit jaar gekeken naar een registratiesysteem voor sociaal emotionele ontwikkeling. Daar wij gebruik maken van Parnassys en hierin Zien kunnen gebruiken, hebben we besloten te wachten met de keuze hiervan totdat deze Cotan geregistreerd zal worden. Tot die tijd blijven we gebruik maken van het registratiesysteem van OVM -sociaal emotioneel en als methode Goed Gedaan. Ten aanzien van ons schrijfonderwijs; de methode Pennenstreken en het gebruik van de vulpen hebben kritisch gekeken naar de methode en schrijfgerei. De methode voldoet nog van onze wensen. Vandaar dat we besloten hebben nog geen andere methode te kiezen. Wat betreft het gebruik
Schoolplan Maasoever 2012-2016
104
van de vulpen, is er in groep 4 gestart met het schrijven met stabilo. De bevindingen zijn positief en we sluiten dan ook niet uit, dat het gebruik van deze pen ook in andere groepen zal worden voortgezet. Waarschijnlijk wordt dit gefaseerd in gevoerd. Organisatie: We hebben in verband met de nieuwbouw van onze school, de meerjarenplanning ons georiënteerd op nieuw schoolmeubilair. Diverse aanbieders zijn de revue gepasseerd en het team heeft mee kunnen denken in de keuze hiervan. Er is uiteindelijk besloten om nieuw meubilair aan te schaffen voor de groepen 6, 7 en 8 in het nieuwe gebouw. Meubilair voor de overige groepen zal worden doorgeschoven naar schooljaar 2013-2014. Een werkgroep heeft na inventarisatie van het team het voortouw genomen tot het komen van een nieuw schoolrapport voor de groepen 1 t/m 8. Het rapport mag nimmer een verrassing voor de ouders zijn en moet een duidelijke, beknopte weergaven zijn van de vorderingen en ontwikkelingen van het kind. Hierbij is ook besloten, dat we 2 maal per jaar een rapport maken, te weten januari en juni. In de maanden oktober –november en april zal er een voortgangsgesprek met de ouders plaatsvinden over het kind, zijn/haar resultaten en ontwikkelingen, het sociaal emotioneel welbevinden en andere relevante zaken rondom de ontwikkeling van het kind. Wat betreft de beschrijving van onze cultuur, waarden en normen hebben we een aanzet gemaakt. Dit zal het komend schooljaar zijn vervolg krijgen.
10.3.3.
Evaluatie volgt nog na laatste vergadering
Levensbeschouwing Trefwoord: Dit jaar zijn we gestart met de methode Trefwoord. In diverse bouwvergaderingen, werkgroep levensbeschouwing en in de evaluatievergadering van het team is Trefwoord besproken. Ook een enquête onder de leerkrachten heeft deel uitgemaakt van deze evaluatie. De groepen 3 t/m 8 zijn positief over het gebruik, inhoud en veelzijdigheid van deze methode. De methode is ook gebruikt bij de kerst en paasviering. Voor de groepen 1 en 2 ligt het iets anders. Men was over het algemeen niet te spreken over de protestant-christelijke achtergrond van deze methode. Deze had een te zwaar karakter in de groepen 1 en 2, waardoor er juist een verkeerd beeld werd geschetst. De verhalen sloten onvoldoende aan bij de wijze waarop wij onze kinderen normen en waarden aanleren. De methode werd door de gebruikers met het digibord als gebruiksvriendelijk ervaren. \Het komend schooljaar gaan we bekijken hoe we dit voor de kleuter gaan doen. De methode hemel en aarde zou tot de mogelijkheden kunnen behoren. Kleuterplein: Het afgelopen jaar zijn de groepen 1 en 2 hiermee aan de slag gegaan. Zes thema’s zijn hierbij aan de orde geweest. De voorbereidingen zijn gedegen gegaan en het feit dat het de nodige voorbereidingen best veel tijd vraagt, is men enthousiast over het gebruik van Kleuterplein. De veelzijdigheid in aanbod, inhoud en werkvormen is groot. Kinderen worden gestimuleerd in actief taalgebruik, creativiteit en reken, schrijven en voorbereidend lezen. De tussendoelen zijn bewaakt door gebruik te maken van de digitaal registratiesysteem van Kleuterplein. Collega’s en kinderen zijn enthousiast over de aanschaf hiervan. Ook de presentatie door de school heen van de thema’s wordt als zeer positief ervaren. Ouders, kinderen en collega’s krijgen zo een goed beeld van een thema.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
105
Ouders worden betrokken middels de ouderbrief en kijkmoment of begeleiding bij een uitstapje passend bij een thema. Schrijfonderwijs: Het team is tot het besluit gekomen, dat de methode Pennenstreken nog voldoet aan de wensen van ons onderwijs. Daarom wordt er nog niet overgegaan op een nieuwe methode. Wel is het gebruik van de vulpen kritisch onderzocht. De groepen 4 hebben bij wijze van experiment mogen schrijven met een Stabilo pen. De ervaringen van het gebruik van deze pen, zijn nauwlettend in de gaten gehouden. De groepen 4 zijn positief over deze pen. Daarom zal het schrijven met deze pen ook in groep 5 van kracht gaan worden. De pen wordt jaarlijks in groep 4 aan de kinderen vanuit school gegeven. Uit de eindevaluatie is gebleken, dat hiermee de verplichting van het schrijven met een vulpen, op losse schroeven is komen te staan. Daarom wordt besloten dat de groepen 6 t/m 8 mogen schrijven met een vulpen of een zelf meegebrachte Stabilo pen. Andere pennen worden echter niet meer toegestaan. Het komend jaar zullen we deze ontwikkeling in de groepen 6 t/m 8 blijven volgen.
10.4
Nascholing 2012-2013:
NSA opleiding Dit schooljaar zal één collega de NSA opleiding gaan volgen. Dit maakt deel uit van het opleidingstraject voor directieleden. Professionalisering bouwcoördinatoren: Door directie worden de bouwcoördinatoren gecoacht in het ontwikkelen van competenties behorende bij het profiel van bouwcoördinator. Teamstudiebijeenkomsten: Gedurende 4 studiedagen zullen we met elkaar gaan nadenken over o.a. het zorgprofiel. Daarnaast zijn er 2 werkmiddagen in het kader van zorgverbreding. Tijdens inhoudelijke teamvergaderingen staan onderwerpen centraal passend bij de meerjarenplanning, zoals directe instructie, zelfstandig werken, rekenen, levensbeschouwing, portfolio e.d. Profdagen: Tijdens profdagen, georganiseerd door het samenwerkingsverband Spijkenisse worden 8 van onze teamleden bijgeschoold in de verschillende onderwerpen. Of dit ook het nieuwe schooljaar door zal gaan, is op dit moment nog onzeker. Ook voor de intern begeleiders zijn er dit schooljaar 3 prof.dagen. Seminairs online: Dit schooljaar zullen we een 5 tal online seminairs gaan volgen. We hebben gekozen voor de volgende onderwerpen: Het werken met WIG, het digitaal rapport in Parnassys, social media, groepsplannen en onderwijs met ICT. Diverse individuele trajecten: Indien nodig kan er een individueel scholingstraject worden gestart. Basis voor deze aanvraag is de POP.
Schoolplan Maasoever 2012-2016
106
Schoolplan Maasoever 2012-2016
107
Schoolplan Maasoever 2012-2016
108