Schoolplan Lezen 2015-2016 Onze uitgangspunten zijn: Lezen moet leuk zijn/ worden/ blijven Kinderen moeten de gelegenheid krijgen veel te lezen - uit goede boeken - op hun niveau en in hun belevingswereld Een kind leest nooit onvoorbereid hardop voor, dus ook niet bij zaakvakken. Leespromotie gebeurt zeer vaak. Doelen: Door de kinderen zelfstandig en individueel te laten lezen op hun eigen niveau streven we ernaar de kinderen plezier te geven in boeken en hiermee samenhangend het technisch leesniveau en het begrip te vergroten. We streven naar Niveau 3 of hoger voor alle kinderen uit groep 3 ( minimaal Niveau 2) Niveau 6 of hoger voor alle kinderen uit groep 4 (minimaal Niveau 5) Niveau 9 of hoger voor alle kinderen uit groep 5 (minimaal Niveau 8) Procedure: Vanaf het begin van het schooljaar start groep 1 t/m 8 van 8.45 u- 9.00 u met het niveaulezen.( bij gym, zoekt de leerkracht een ander passend tijdstip) Iedere dag sluit je af met een maatje de leesstappenkaart. ( zie blz 10.) Vanaf het begin van het schooljaar groep 1 t/m 6 van 13.00 u- 13.20 u met het niveaulezen. Ook kunnen er andere leesactiviteiten worden ingezet zoals Connect, Estafette of een leescircuit. Het lezen kan worden afgesloten door de boekpromotie ( 5 min.) Het kan eventueel op een ander tijdstip van de dag. Ideeën: zie Honderd en één ideeën voor boekpromotie. Tijdens het lezen heerst er leesrust. Niet lopen of praten. Ieder zorg kind heeft een individueel logboek die wordt bijgehouden door de leerkracht. Voor de andere kinderen geldt alleen het bolletjessysteem! Het ruilen van boeken gebeurt niet tijdens het lezen. Hiervoor kiest de leerling in overleg met de leerkracht een ander moment. Dit appelleert ook aan de zelfstandigheid van de leerling: op tijd een ander boek in voorraad hebben! De boeken staan netjes in de kasten, gesorteerd op kleur. De leerkracht bespreekt de netheid van de kasten met de kinderen en controleert regelmatig. De kinderen hebben een leeslijst in een mapje die ze netjes invullen en die tijdens het leeskwartier op hun tafel ligt. Bij niveauverhoging krijgen de kinderen de oude leeslijst mee naar huis met een leuk compliment van de leerkracht eronder. Vanaf het begin van het schooljaar wordt er in groep 1 t/m 3 aan voorbereidend en aanvankelijk lezen gedaan. In groep 3 wordt met het niveaulezen begonnen na de kerstvakantie als de kinderen getoetst zijn. Er zijn natuurlijk uitzonderingen. Goede lezers kunnen al starten in november.
1
De geactualiseerde boekenlijsten en voorbladen liggen op een vaste plek in de koffiekamer. Jaarlijks zullen er nieuwe titels worden aangeschaft om de boekenlijsten actueel te houden. In groep 1 t/m 8 wordt dagelijks 10 min. voorgelezen. De groepen 4 t/m 8 gaan na ieder taal en spelling blok Race-lezen. Dit gebeurt met de woorden van dat blok uit de taal en spellingsmethode. Dus 1 Race- leesweek per maand. * zie blz. 7 Racelezen. Biebboeken in overleg met de Leco of deze gebruikt mogen worden.
Lezen groep 3/4 Tot de herfstvakantie Groep 3: prentenboek voorlezen of VLL opdrachten aanbieden zoals, instructie geven of het anker verhaal voorlezen. ( totdat ze in AVI 1 kunnen lezen) Groep 3: ’s middags werkbladen op het gebied van lezen, woordenschat of VLL opdrachten. Groep 3: Letters aanbieden d.m.v. de methode spreekbeeld gebaren(taal) en zoemend lezen. Zoemend lezen; afstemmen met groep 1/2! Groep 4: ’s morgens VNL en ’s middags naast VNL zorgniveau 2,3 inzetten. Sterke kinderen vanaf januari eventueel Nieuwsbegrip. Denk je dat de overstap naar Nieuwsbegrip eerder kan, dan kun je dit natuurlijk doen en eventueel volgen in groep 5 op de dinsdagmiddag. Lezen groep 1-2 Zorg voor een uitdagende lees- schrijfomgeving. Groep 2 kinderen moeten minimaal 15 letters kennen voor de overgang naar groep 3. Groep 2 kinderen mogen de oude versie van VLL boekjes gebruiken om te leren lezen. Biedt deze dan ook aan. Letters flitsen. Letters aanbieden op een speelse manier. Denkend aan, stempelen, kleien of bakken. Letters aanbieden d.m.v. de methode spreekbeeld gebaren(taal) en zoemend lezen. Afstemmen met groep 3. Zorg dat er woorden en letters zichtbaar zijn in je klas. Niveau 10-12: Avi 10 t/m 12 Kinderen die alle Avi's hebben afgerond mogen uit andere avi's lezen. bijvoorbeeld, een zwakke lezer uit groep 8 is en blijft een zwakke lezer en begrijpt niet alle boeken in niveau 12. Hij mag dan ook boeken pakken uit Avi 11 etc. Ook zijn er Engelse leesboeken beschikbaar voor de kinderen van de groepen 6 t/m 8.
2
De boeken zijn verdeeld in twaalf niveaus, aan deze niveaus is een kleur verbonden: 0= bruin 7=geel/grijs 1=geel 8=rood 2=zwart 9=goud 3=zilver 10=wit 4=oranje 11=groen 5=blauw 12=grijs 6=roze Informatieboeken= zwart/wit Engelse boeken= paars Wat doen wij met zwakke lezers: Groep 3: VLL ster aanpak= zorgniveau 2. Connect met klanken en letters voor de zwakste lezers vooral bij vermoeden dyslexie= zorgniveau 3. Groep 4: Vloeiend en Vlot strategie 4x 15 minuten = zorgniveau 2, Connect vloeiend lezen = voor zorgniveau 3. Groep 5/6: Vloeiend en Vlot strategie 4x 15 minuten = zorgniveau 2, Remediërend Ralfi lezen = zorgniveau 3. Zwakke lezers uit groep 7 en 8 kunnen deze methode ook gebruiken als dit nodig is. De leerkrachten geven zelf deze instructie. Als de mogelijkheid er is, kan dit ook gedaan worden door een goede stagiaire of onderwijsassistente. De leescoördinator maakt (eventueel)samen met de leerkracht de niveaugroepjes. De leerkrachten van de groepen zijn verantwoordelijk voor het voorbereiden en begeleiden. Wat doen wij met NT2 kinderen: Schalen/toetsen waar het kind zit. Zo weet je ook waar je moet beginnen. Zie map LECO NT2 kinderen of NT2 stappenplan blz.9. Woorden en zinsopbouw aanleren dm van DOE-TAAL! Afhankelijk van het niveau van het kind. Op verschillende manieren aanleren. 3x in de week Hardop lezen, woordenschat en daar zinnen mee maken. Letters en of woorden flitsen. Maak het visueel! Logopedie organiseren! * Zie ‘Hoe organiseert de Zandhorst het NT2 onderwijs’. Vraag het de LECO.
3
De rol van de leerkracht: De leerkracht heeft een observerende en begeleidende rol tijdens het lezen. Elke leerkracht heeft daarbij een administratiemap Vernieuwend Niveau Lezen. In deze map zitten verplichte en facultatieve lijsten. De leerkracht bespreekt de individuele boekenlijsten met de leerlingen. De naam van het kind dat aan de beurt is staat van tevoren op het bord/ contract. Een kind komt minimaal eens per maand aan de beurt, zorgleerlingen vaker, ongeveer 2 a 3x per maand. De leerkracht houdt het leerlingvolgsysteem in de administratiemap bij en bespreekt dit bij de klassenconsultatie. De leerkracht streeft ernaar om zelf regelmatig kinderboeken te lezen om de kinderen adequaat te kunnen helpen bij de keuze van boeken. De leerkracht zorgt ervoor dat er goede boekpromoties plaatsvinden in de klas. De leerkracht zorgt in het nieuwe jaar zelf voor een schone map met nieuwe bladen erin. Tijdens het lezen is de leerkracht bezig met bovengenoemde activiteiten, correctiewerk, toetsen of computerwerk horen daar niet bij. Leestoetsen mogen wel afgenomen worden. Opmerkingen over boeken (niveau indeling, wel/niet op de lijst, toe aan vernieuwing) worden doorgegeven aan de Leco.
Taken van de leescoördinator. De begeleiding van nieuwe leerkrachten bij het werken met VNL. De leco verzorgt de leeslijsten/ voorbladen als er wijzigingen zijn. De leco verzorgt één keer per jaar, omstreeks januari, de klassenconsultaties om de voortgang te bewaken/continueren. Deze consultaties vinden plaats bij alle leerkrachten en moeten worden opgenomen in de jaarplanning. In sommige gevallen zullen klassenconsultaties tweemaal per jaar plaats vinden. De leco zorgt samen met de desbetreffende leerkracht voor: organisatie en begeleiden van zwakke lezers. De leco zorgt voor een regelmatige update van de boeken. Aan het eind van het schooljaar worden alle boeken terug in de kasten gezet en zal de leco met hulp van de oudere kinderen de leeslijsten controleren/aanpassen en eventueel boeken repareren. Het analyseren van de leesresultaten in overleg met de IB- er en directie tweemaal per jaar en zo nodig verbeterpunten formuleren.
4
Toetsen/Niveauverhoging: We gebruiken de volgende toetsmomenten: Groep 1/2: - Observatiesysteem en woordenschat Schatkist (hele schooljaar) - Rijmtoets (groep 1, mei en groep 2, oktober en mei) - Woordenschat volgens eigen methode (mei groep 1/2) - Letterkennis, analyse en synthese (oktober) januari en mei groep 2. Niet verplicht! - Snelheid letters gr. 2 (april) - Lettertoets groep 2 Synthese en analyse (eind januari en de zwakke lezers nog een keer in juni) Groep 3: ( moet nog goed worden nagekeken) - Lettertoets VLL (augustus) - Toetscyclus Veilig Leren Lezen en invoeren op de toetssite.(na elke kern en herfst/winter/lente/eindsignalering) - DMT (januari/mei) - Avi (oktober, januari/februari en april/ juni) - Woordenschat M3 (februari) E3 (juni) Groep 4 t/m 7: - DMT ( januari/mei), indien nodig AVI- leeskaarten nieuw. - Woordenschat M (februari) en E (juni) de groepen 4 t/m 7 - -Avi (oktober, februari en april/ juni) - Zelfgemaakte woordenschattoetsen 1x per 5 weken. Groep 8: - DMT (januari) - Avi (oktober, februari en april/juni) - Woordenschat M (februari) - Avi (volgen van leerlingen die achterblijven) - Zelfgemaakte woordenschattoetsen 1x per 5 weken.
5
Niveauverhoging: De leerkracht observeert het lezen en heeft gesprekjes over de leeslijst. Over het algemeen behalen de kinderen na drie maanden het volgende niveau, tenzij er redenen zijn om daar van af te wijken. Alleen bij twijfel wordt er naast de gewone rooster de AVI- toets afgenomen. Geef de kinderen wel de tijd om het leesniveau te verbeteren. (Lees ook de Handleiding Leesniveaus per groep uit de administratiemap) Luisterboeken: Kunnen worden ingezet tijdens het VNL lezen. Vooral goed voor NT2 kinderen. Groen/ wit: OB
Koen kampioen komt in d ekrant Koen kampioen Foeksia klaar voor de start De hele erge Ellie en nare Nellie De kat met de hoed Jubelientje leert lezen Jubelientje wordt wild Met Pim naar Tim Feest De dieren ambulace
Geel/ wit: MB
De grote Robin De heksen Oma Boef Superjuffie Koen kampioen eerste interland Mathilda Shet sleutelkruid De Griezels
Rood/ wit: BB
Dummie de Mummie en de gouden scarabee Het leven van een Loser Hotel de grote L Sjakie en de chocoladefabriek Achtste groepers huilen niet
VLL boeken indeling: Kern 1t/m 4 bruin Informatief: geel/rood Striplezen: geel grijs Toneellezen: geel/groen Moppen: geel/zwart Samenlezen: geel/oranje Versjes: geel/paars Kijk en lees (prentenboeken): geel/wit
6
Kwaliteitszorg: Twee tot drie keer per jaar analyseren de leescoördinator en de IB-er en leesresultaten. Zij formuleren, indien nodig, verbeterpunten en bespreken alle analyses met de directie. Directie, IB-er en leescoördinator zijn samen in gesprek om te kijken waar nog interventies nodig zijn om tot effectief leesonderwijs te komen en kwaliteit te borgen. Minimaal één keer en soms twee keer per jaar klassenconsultaties bij alle leerkrachten. Nieuwe leerkrachten krijgen begeleiding bij VNL in het bijzonder. Het schoolplan lezen wordt elke twee jaar geactualiseerd. VNL moet een aantal keren per jaar op de teamagenda staan.
Bijlagen: Zie map Leerkrachtenmap, mapje VNL, voor handleiding Connect, klanken en letters, woordherkenning en vloeiend lezen. Of kijk op www.masterplandyslexie.nl
7
Racelezen Aanleiding: Tegenvallende toets resultaten op de DMT/woordniveau Grote discrepantie tussen de uitslagen van de DMT/ woordniveau en de AVItoets/tekstniveau Doel: Hogere opbrengsten op de DMT/ woordniveau Automatiseren van de directe woordherkenning. Toename van de snelheid met behoud van nauwkeurigheid. (Als de nauwkeurigheid lijdt onder de toegenomen snelheid, dan vraagt dit om specifieke aandacht van de leerkracht.) Het hardop verklanken op woordniveau onderhouden, het is een aparte vaardigheid. Middel: Een A4 met woordrijen die aansluiten op de schoolsituatie. Woordrijen samengesteld uit de woorden van het spelling/taalpakket. Methode 1 x per maand wordt er een week intensief geoefend met de woordrijen. Dit noemen we een raceleesweek. Deze raceleesweek staat gepland op de jaarplanning, zodat alle leerkrachten het ook doen op de wijze die met elkaar is afgesproken. De leescoördinator, de directie, of de Ib-er verzorgt de monitoring op leesafspraken. Maandag worden de woordrijen voorgelezen. Leerlingen lezen mee. 2 keer. Betekenis van woorden wordt besproken. Leerlingen onderzoeken in tweetallen, of groepjes welke woorden zij nog niet kennen en helpen elkaar bij het vinden van de juiste betekenis. Overgebleven woorden uitgelegd/besproken. Dinsdag wordt 1-2 keer de koorstrategie gebruikt voor zwakkere kinderen. De sterke leerlingen oefenen met de doorstrategie in tweetallen. Allebei 2x 1 minuut. Hoe ver ben je gekomen? Woensdag 2x oefenen. (Doorstrategie) In tweetallen. Allebei 2x 1 minuut. Donderdag 2-3 oefenen. (Doorstrategie) In tweetallen. Allebei 2x 1 minuut Vrijdag 1 x in tweetallen lezen en dan kijken: hoever ben ik nu gekomen. Meet het verschil en vier het succes. Dyslecten: Laat het kind op maandag, dinsdag en woensdag alleen de woorden hardop lezen met hun duo. Voor Koor……. Donderdag 1x hardop en 1x op tijd. Vrijdag 1x op tijd lezen. Is er verbetering?
8
Attentie Ga kritisch na of deze methodiek voldoende effectief is voor de D-E leerlingen. Zij zullen een specifieke instructiebehoefte hebben! Voor - koor - door o Voorlezen: de leerkracht leest de woorden voor. De leerlingen lezen mee, zonder hardop te verklanken. o Koorlezen: in een rustig tempo verklanken gezamenlijk alle leerlingen de woorden hardop. o Doorlezen: ook wel zelf lezen genoemd. Hier lezen de leerlingen voor zich zelf. Bij andere leesvormen zal dit dus niet hardop zijn. Bij racelezen is dat juist wel het geval. Het advies is om leerlingen in 2-tallen te laten lezen. De ene leerling leest hardop, de ander leest mee en controleert of er foutjes gemaakt worden en zo ja, bij welke woorden. Daar kan een klein streepje onder gezet worden. Daarna gaat de beurt over naar de andere leerling en herhaalt zich het proces. Om de aandacht vast te houden kan er met coöpwerkvormen wat variatie in gebracht worden. (Bijvoorbeeld een woord overslaan, een ander woord toevoegen enz. enz.)
9
Wie
Waar
Wanneer
Kern
!
+ -
10