Schoolondersteuningsprofiel Zorg in Beeld
SBO De Delta – Appingedam Juni 2014
Juni 2014 AV1.14.032 (14867)
Inhoud
1 SCHOOLGEGEVENS
3
2 BESCHRIJVING VAN DE SCHOOL
4
2.1 Doelgroep
4
2.2 Voedingsgebied en instroom
4
2.3 Kengetallen leerlingenpopulatie
5
2.4 Onderwijsconcept van de school
5
2.5 Pedagogisch klimaat
5
2.6 Onderwijsaanbod
6
2.7 Leerroutes
6
2.8 Indeling leerlingen over leerroutes
7
2.9 Uitstroomgegevens
7
2.10 Terugplaatsing 3 BASISONDERSTEUNING
9
3.2 Planmatig werken
9
3.3 Preventieve en licht curatieve interventies
11
3.4 Ondersteuningsstructuur
12
3.5 Aanwezige interne expertise
13
3.6 Inzet externe expertise
14
3.7 Ketenpartners
14
3.8 Samenwerking met ouders
15
AV1.14.032 (14867)
16
4.1 In de school
16
4.2 Extra arrangement extern
16
4.3 Onderwijszorgcentrum
16
5 GRENZEN EN AMBITIE
17
5.1 Huidige situatie en grenzen
17
5.2 Ambitie intern
17
5.3 Ambitie extern, samenwerkingsverband Passend onderwijs
17
6 BIJLAGE: BEVINDINGEN INSPECTIERAPPORT
Juni 2014
9
3.1 Basiskwaliteit van het onderwijs
4 EXTRA ONDERSTEUNING
Pagina 2/20
7
18
1 SCHOOLGEGEVENS Naam school/locatie
SBO De Delta
Brinnummer
19RA
Nummer SWV
SWV PO Groningen 20-01
Directeur
De heer H. de Ruiter a.i.
teamleider
Mevrouw D. Kooiker
Adres
SBO De Delta Pastorielaan 2 Appingedam
Telefoon
0596 682551
E-mail
[email protected]
Datum interview
10 april 2014
Datum terugkoppeling Geïnterviewde personen
Mevrouw D. Kooiker (teamleider) Mevrouw C. Veen (schoolmaatschappelijk werker) Mevrouw P. Froma (IB-er onderbouw) Mevrouw T. van Iddekinge (AB-er) Mevrouw E. Toxopeus (IB-er bovenbouw) Mevrouw L. van Wieringen, orthopedagoog De heer H. Thiewes (teamleider i.o.)
Aantal ingevulde vragenlijsten Geraadpleegde documenten
-
Schoolgids 2013-2014
-
Inspectierapport d.d; 4 september 2013
-
Zorgplan SBO De Delta 2012-2016
-
Beleidsvoornemens SBO De Delta 2013
-
Quickscan beleidsvoornemens
-
RENN4 strategisch beleidsplan 2011-2015
-
Zelf Evaluatie Kwaliteitsonderzoek (ZEK)
-
Website van de school
-
Ondersteuningsplan SWV PO Groningen 20-01 (concept versie februari 2014)
Pagina 3/20 Juni 2014 AV1.14.032 (14867)
Schoolondersteuningsprofiel
Mevrouw drs. A.Y. (Aleid) Schipper
opgesteld door
senior adviseur KPC Groep
2 BESCHRIJVING VAN DE SCHOOL SBO De Delta is een school voor speciaal basisonderwijs voor leerlingen tussen de 4-12 jaar oud. Het is een school voor algemeen bijzonder onderwijs. Het bevoegd gezag van de school is de stichting RENN4. De stichting RENN4 heeft als missie gekozen: Goed onderwijs, Goede zorg voor ieder kind. Het is de opdracht van RENN4 om gepast onderwijs en die zorg te bieden aan de leerlingen, die past bij hun ontwikkelingsmogelijkheden, zodat zij hun toekomstperspectief kunnen realiseren. Het Samenwerkingsverband Groningen 20-01 PO, waar SBO De Delta deel van uitmaakt, streeft naar een onderwijscontinuüm dat bestaat uit vier arrangementen. Deze zijn: arrangement 1: basiszorg in de groepen van de basisschool; arrangement 2: aanvullende onderwijszorg in de basisschool; arrangement 3: speciale onderwijszorg in de basisschool; arrangement 4: zeer gespecialiseerde zorg buiten de ‘reguliere’ basisschool. Hieronder vallen de scholen voor speciaal basisonderwijs en de scholen voor speciaal onderwijs. SBO De Delta is binnen de afspraken van dit SWV een ‘arrangement 4’, ook wel medium arrangement genoemd. Het speciaal onderwijs geldt als ‘zwaar arrangement’. 2.1 Doelgroep Leerlingen die bij SBO De Delta op school zitten, hebben meer persoonlijk gerichte aandacht en ondersteuning nodig om tot leren en ontwikkeling te komen dan een basisschool kan bieden. SBO De Delta biedt passend onderwijs voor leerlingen die een leerachterstand hebben, vaak in combinatie met werkhoudingsproblemen en/of problemen in de sociaal-emotionele ontwikkeling en/of een thuissituatie met veel ondersteuningsvragen. Veel leerlingen hebben een grote discrepantie in hun intelligentieprofiel. De meeste leerlingen gaan na groep 8 naar het vmbo (basis) of naar het praktijkonderwijs. 2.2 Voedingsgebied en instroom De leerlingen stromen in vanuit thuis/peuterspeelzaal, een medisch kinderdagverblijf of vanuit het regulier onderwijs. Een enkele keer heeft de school te maken met een leerling die wordt teruggeplaatst vanuit het speciaal onderwijs. Deze laatste groep leerlingen vervolgt hun schoolloopbaan op De Delta vaak met extra begeleiding in de vorm van een rugzakje (huidige situatie). De school heeft een bovenregionale functie. De leerlingen komen uit een groot voedingsgebied: uit Appingedam, Delfzijl, Loppersum, Slochteren. Ten Boer en Eemsmond. SBO De Delta is de enige sbo-school in de sub-regio Noord van het SWV. Er is geen grensverkeer met sbo-scholen uit een ander SWV Passend onderwijs.
Pagina 4/20 Juni 2014 AV1.14.032 (14867)
2.3 Kengetallen leerlingenpopulatie 2011-2012
2012-2013
2013-2014
136
132
111
Leerlingen met rugzak cluster 1
0
0
0
Leerlingen met rugzak cluster 2
1
0
0
Leerlingen met rugzak cluster 3
8
5
4
Leerlingen met rugzak cluster 4
13
11
6
Aantal leerlingen met
23
25
11
0
1
1
Totaal aantal leerlingen (1 oktober)
dyslexieverklaring Aantal gediagnosticeerde leerlingen met dyscalculie/rekenstoornis Leerlingen ingestroomd vanuit MKD
3
1
2
Aantal instromers
33
39
27
Aantal teruggeplaatste leerlingen
0
0
0
2.4 Onderwijsconcept van de school Zoals een rivierdelta een veel stromengebied is waar iedere stroom z’n eigen weg mag gaan, zo wil SBO De Delta een veilige omgeving scheppen waar voor iedere leerling kansen en mogelijkheden zijn om zich optimaal te ontwikkelen. Hierbij is samenwerking met ouders/verzorgers essentieel. Kenmerkend voor de school is het zoeken naar een balans tussen het didactisch en pedagogisch handelen met het oog op de juiste begeleiding van de leerling. De school besteedt naast kennisoverdracht (onder andere rekenen en taal), ook aandacht en tijd aan het bevorderen van actief burgerschap en de sociale integratie van leerlingen. Het is belangrijk om de kinderen de basisuitrusting mee te geven die ze nodig hebben om zelfstandig met anderen te functioneren binnen onze maatschappij. 2.5 Pedagogisch klimaat De basis voor een goed pedagogisch klimaat vormen de schoolregels: de omgangsvormen en afspraken met elkaar. Deze groepsoverstijgende schoolregels, die voor de leerlingen door middel van picto’s duidelijk zijn gemaakt, hangen op verschillende plaatsen in de school. Daarnaast heeft elke klas eigen regels en zijn er regels die gelden voor het spelen op het speelplein. De leraren hebben een voorbeeldfunctie als het gaat om communicatie en de wijze waarop leerlingen worden benaderd. De eerste zes weken van het schooljaar (de gouden weken) wordt veel geïnvesteerd in het sociale klimaat c.q. de groepsvorming in elke groep. Voor het pedagogisch klimaat zijn daarnaast veiligheid, structuur en voorspelbaarheid binnen de school belangrijk. Voorbeelden van structuur zijn: dagritme in picto’s en het gebruik van time timers. Het pedagogisch klimaat wordt gekenmerkt door een groepsaanpak: elke groep heeft een pedagogisch groepsplan. Bij deze groepsaanpak zijn de volgende zaken kenmerkend voor het pedagogisch handelen van de leerkrachten:
Pagina 5/20 Juni 2014 AV1.14.032 (14867)
-
positieve benadering;
-
aandacht voor normen en waarden;
-
gevoel van veiligheid voor iedereen;
-
aandacht voor sociale omgangsvormen;
-
regelmatig overleg met ouders/verzorgers;
-
veel tijd en aandacht voor het uitpraten van conflicten.
Oplossingsgericht begeleiden tenslotte vormt een belangrijk fundament van het pedagogisch klimaat. Deze manier van begeleiden gaat uit van de kracht van kinderen. De gesprekken met kinderen gaan over oplossingen en niet over problemen/tekortkomingen. Bij het oplossingsgericht begeleiden past ook een nauwe samenwerking met ouders en het creëren van een stevige driehoek leerling-ouders-school. 2.6 Onderwijsaanbod De school biedt de leerstof aan die nodig is voor het behalen van de kerndoelen primair onderwijs. De onderwijstijd wordt met name gebruikt voor de basisvakken technisch en begrijpend lezen, spelling en taal (met daarbij een groot accent op de verrijking van de woordenschat volgens de aanpak ‘Met woorden in de weer’) en rekenen. Het aanleren van sociale vaardigheden krijgt daarnaast veel tijd en de overige beschikbare tijd is voor vakken zoals wereldoriëntatie. Per leerjaar zijn er duidelijke afspraken gemaakt over de roostertijd voor de diverse leergebieden. Voor het onderwijsaanbod in alle groepen wordt gebruik gemaakt van de methoden van het reguliere basisonderwijs. In de jongste groepen wordt hoofdzakelijk thematisch gewerkt. Voor het taalonderwijs aan de kleuters werkt de school met Schatkist en voor de letterkennis hanteert de school de aanpak van fonemisch bewustzijn. 2.7 Leerroutes Leerlingen hebben verschillende mogelijkheden en talenten. Voor elke leerling op SBO De Delta wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld, gebaseerd op de uitstroommogelijkheden en onderwijsbehoeften van de leerling. Het uitstroomperspectief van de leerling is leidend voor de te volgen leerroute. Het onderwijsaanbod van de school is uitgewerkt in drie leerroutes. Deze zijn: leerroute 1:
voor leerlingen die uitstromen naar gemengde (gl) of theoretische leerweg (tl) in het vmbo, havo of vwo;
leerroute 2:
voor leerlingen die doorstromen naar vmbo-b/k, al dan niet met leerwegondersteuning;
leerroute 3:
voor leerlingen die doorstromen naar het praktijkonderwijs.
De school plaatst alle leerlingen zo lang mogelijk in leerroute 2. Deze leerroute is voor de meeste leerlingen passend. Aan het einde van het vierde leerjaar wordt een eerste inschatting gemaakt van de verwachte uitstroom. Twee jaar voor het verlaten van de school (voor leerjaar 7) kan vervolgens met redelijke betrouwbaarheid een definitief uitstroomniveau worden vastgesteld. Vanzelfsprekend vindt hierover jaarlijks overleg met de ouders plaats. In de twee bovenbouwgroepen zijn er aparte vmbo(lwoo)-groepen en PrO-groepen. Na het maken van de keus voor lwoo of PrO blijft de mogelijkheid bestaan om nog van richting te veranderen. Op basis van de onderwijsbehoeften van de leerlingen en de gekozen clustering stelt de leraar twee keer per jaar (bij de start van het schooljaar en in februari) doelgericht een groepsplan op. Groepsplannen worden per vakgebied opgesteld voor technisch en begrijpend lezen, spelling en rekenen. Om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften van de leerling en de wijze waarop een leerling leert en zich ontwikkelt, wordt er lesgegeven volgens het IGDI-model. (Interactief Gedifferentieerd Directe Instructie-model). Pagina 6/20 Juni 2014 AV1.14.032 (14867)
2.8 Indeling leerlingen over leerroutes Dit overzicht geeft een beeld van de aantallen leerlingen per leerroute. Verreweg de meeste leerlingen zitten in leerroute 2. 2013-2014
Aantal leerlingen
%
Leerroute 1 Leerroute 2 Leerroute 3
8
7%
71
62%
36
31%
Totaal
115
100%
2.9 Uitstroomgegevens Wanneer leerlingen 12/13 jaar zijn verlaten ze SBO De Delta. De leerlingen stromen door naar diverse vormen van onderwijs. Er zijn ook leerlingen die tussentijds uitstromen naar bijv. een school voor speciaal onderwijs. De uitstroomgegevens over de afgelopen drie jaar laten het volgende beeld zien: Aantal leerlingen Regulier basisonderwijs
2010-2011
2011-2012
2012-2013
0
1
1
Speciaal basisonderwijs
3
1
1
Speciaal onderwijs cluster 1
0
0
0
Speciaal onderwijs cluster 2
1
1
0
Speciaal onderwijs cluster 3
4
1
3
Speciaal onderwijs cluster 4
2
1
2
Verhuizing
2
3
1
Opname/behandeling
0
0
0
Voortgezet onderwijs
2010-2011
2011-2012
2012-2013
Vwo
0
0
0
Havo
0
0
0
(terugplaatsen/overstappen)
Vmbo (g)t
1
0
0
Vmbo b/k (met lwoo)
16
11
20
Praktijkonderwijs
13
16
23
Vso cluster 1
0
0
0
Vso cluster 2
0
1
0
Vso cluster 3
0
0
0
Vso cluster 4
0
1
2
Totaal
42
37
53
2.10 Terugplaatsing Sommige leerlingen kunnen een dusdanige ontwikkeling doormaken dat terugplaatsing naar het reguliere onderwijs mogelijk is. Tijdens de leerlingenbespreking wordt bekeken of de leerling gebaat is bij het verder volgen van het onderwijs binnen de school voor speciaal basisonderwijs of dat hij/zij teruggeplaatst kan worden naar een basisschool. Wil een kind teruggeplaatst kunnen worden, dan moet er aan twee voorwaarden worden voldaan: Pagina 7/20 Juni 2014 AV1.14.032 (14867)
-
de persoonlijkheidsontwikkeling van het kind moet terugplaatsing mogelijk maken;
-
de basisschool moet in staat zijn die begeleiding te bieden die tegemoet komt aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling.
Als een leerling in aanmerking komt voor terugplaatsing, dan vult de intern begeleider een onderwijskundig rapport in (na overleg met CvB en ouders). Voordat de leerling daadwerkelijk wordt geplaatst op de andere school, is er altijd contact tussen de intern begeleiders van beide scholen. De laatste drie schooljaren zijn er geen leerlingen teruggeplaatst (zie overzicht bij 2.3).
Pagina 8/20 Juni 2014 AV1.14.032 (14867)
3 BASISONDERSTEUNING In het SWV wordt gewerkt met de onderverdeling van de basisondersteuning: -
basiskwaliteit van het onderwijs;
-
planmatig werken;
-
preventieve en lichte curatieve interventies;
-
ondersteuningsstructuur.
3.1 Basiskwaliteit van het onderwijs Uit het meest recente rapport van de onderwijsinspectie d.d. 4 september 2013 blijkt, dat de inspectie aan de school het basisarrangement heeft toegekend. Zie voor de samenvatting van de bevindingen van de inspectie de bijlage. Hiermee voldoet de school aan de basiskwaliteit van het onderwijs. Het bestuur van RENN4 heeft in haar strategisch beleidsplan 2011-2015 de ambitie uitgesproken dat uiterlijk in 2015 op alle RENN4-scholen het traject naar HKZ-certificering als onderdeel van het totale kwaliteitszorg-managementsysteem van RENN4 is gerealiseerd. De landelijk ontwikkelde ‘Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs’, waar ook RENN4 een bijdrage aan heeft geleverd, vormt hierbij het kader. Het Centrum voor Kwaliteit en Management in de Zorgsector (CKMZ) geeft de kwaliteitscertificaten af. Centraal staat het primaire proces en het kwaliteitsdenken aan de hand van de Deming-cirkel of de PDCA-cyclus. In het kader van dit RENN4-kwaliteitsbeleid heeft op SBO De Delta een interne audit plaatsgevonden door de orthopedagoog. De school heeft een systeem voor kwaliteitszorg opgezet. Het team heeft via De ‘WMK medewerkers Quick Scan’ de huidige kwaliteit van het onderwijsleerproces geëvalueerd. Er is ook een evaluatie onder ouders en leerlingen uitgezet. De school heeft daarvoor het ZEK (Zelf Evaluatie Kwaliteitsonderzoek) gebruikt. De uitkomsten van de evaluatie worden onder andere meegenomen bij de ontwikkeling en invoering van de leerlijn sociale emotionele ontwikkeling en bij het toepassen van het pestprotocol. 3.2 Planmatig werken De intern begeleider voert het intakegesprek met de ouders. In dit gesprek wordt gevraagd naar wat goed gaat, wat de sterke kanten zijn van de leerling en welke interesses hij/zij heeft. Deze factoren bieden aangrijpingspunten voor de ondersteuning van de leerling. Voor alle leerlingen wordt door de intern begeleider na aanmelding een start-ontwikkelingsperspectief opgesteld waarin de gegevens uit het dossier van de leerling zijn vermeld. De orthopedagoog stelt daarna het uitstroomperspectief en de bijbehorende leerroute op, waarna het ontwikkelingsperspectief (OPP) met de ouders wordt besproken en vastgesteld. Er wordt periodiek (twee keer per jaar) met de ouders besproken welke vorderingen de leerling gemaakt heeft en of de leerling op de lijn presteert van zijn/haar ontwikkelingsperspectief. Voor het volgen van de (leer)vorderingen van de leerlingen werkt de school volgens de cyclus van de 1-zorgroute. Deze cyclus bestaat uit vier stappen: -
Waarnemen;
-
Begrijpen;
-
Doelgericht Plannen van Aanbod;
-
Uitvoeren en evalueren.
Pagina 9/20 Juni 2014 AV1.14.032 (14867)
De leraar is hierbij de spilfunctionaris. Op basis van het groepsoverzicht bekijkt de leraar per vakgebied hoe leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften op instructieniveau op een
effectieve en uitvoerbare manier geclusterd kunnen worden. Deze clustering vindt voornamelijk binnen de eigen groep plaats. Het werken met groepsplannen en groepsoverzichten is goed geïmplementeerd. Gegevens van de methodegebonden toetsen, de leerlingvolgsysteemtoetsen, gedifferentieerd naar de drie leerroutes met uitstroomprofielen, worden geanalyseerd op (sub)groeps- en schoolniveau. Uitkomsten van de analyse worden gebruikt voor de afstemming van het onderwijs op de behoeften van de verschillende leerlingen en voor het bepalen van de aard van de ondersteuning voor deze leerlingen. Deze opbrengsten worden structureel tweemaal per jaar, na afname van de Cito-toetsen, op team- en schoolniveau besproken. Uitkomsten en verbeterpunten worden als beleidsvoornemens vastgelegd. Er is een goede overdracht van leerlingen naar de nieuwe groep. Aan het eind van het schooljaar wordt een margedag gepland voor de overdracht van alle gegevens van leerlingen naar de leerkracht van de nieuwe groep. Dit houdt in dat de huidige leerkracht de ontwikkelingsperspectieven, de didactische ontwikkeling aan de hand van de groepsoverzichten en geëvalueerde groepsplannen en de ontwikkeling op sociaal-emotioneel gebied met de nieuwe leerkracht bespreekt. Op basis van deze gegevens wordt er door de nieuwe leerkracht een groepsplan voor het nieuwe schooljaar opgesteld. 3.2.1 Volgen van de leervorderingen en sociaal-emotionele ontwikkeling Voor het volgen van de leervorderingen en de sociaal-emotionele ontwikkeling werkt de school met ZIEN uit Parnassys, een web-based digitaal systeem. In het overzicht hieronder staan de belangrijkste toetsen/systemen die de school gebruikt om de ontwikkeling van leerlingen in kaart te brengen. De leerkrachten maken vanzelfsprekend ook gebruik van informatie die ze verkrijgen uit observaties, gesprekken met leerlingen enzovoort. Het actief betrekken van leerlingen bij hun eigen leerproces verdient nog meer aandacht. Inhoud
Toetssysteem
Frequentie
-
Technisch lezen
Cito-toetsen (LOVS)
Tweemaal per jaar
-
Begrijpend lezen
-
Begrijpend luisteren voor
Basisvaardigheden
Methodegebonden toetsen
Na ieder blok
Sociaal-emotionele
Observatie-instrument
Twee keer per jaar:
ontwikkeling
ZIEN
oktober en april
In kaart brengen sociale
Vanaf groep 3: opstellen
Tweemaal per jaar
relaties
sociogram
dyslectische leerlingen -
Spelling
-
Rekenen en Wiskunde
-
Woordenschat
-
Taal voor kleuters
-
Beginnende geletterdheid voor kleuters
-
Pagina 10/20 Juni 2014 AV1.14.032 (14867)
Rekenen voor kleuters
3.3 Preventieve en licht curatieve interventies Interventies
Wijze waarop SBO De Delta deze interventies realiseert
School heeft een aanbod voor
De school hanteert het dyslexieprotocol. Aanvullend op dit
leerlingen met dyslexie
protocol wordt een passende leerlijn ontwikkeld ten
(conform het protocol)
aanzien van compenserende maatregelen.
School heeft een aanbod voor
Nog niet
leerlingen met dyscalculie School heeft een protocol voor
Ja
medisch handelen De school biedt aangepaste
De school beschikt over een modern computernetwerk en
werk- en instructieruimtes voor
digitale schoolborden in elk klaslokaal. De kinderen
leerlingen die dit nodig hebben
kunnen op iedere plek in de school via een computer werken. In de school zijn afgeschermde werkplekken en er zijn koptelefoons beschikbaar in elke klas
Fysieke toegankelijkheid
Het gebouw is toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Er is
schoolgebouw
een aangepast toilet aanwezig
De school heeft een aanpak
-
gericht op sociale veiligheid
Een omgangsprotocol in de vorm van zes basisregels
-
Groepsregels, waar alle kinderen voor tekenen
-
De gouden weken, met extra investering in het pedagogisch klimaat in de groep
-
Een pestprotocol.
-
Een internetprotocol (algemene regels ten aanzien van internetgebruik, maar ook gericht op het voorkomen van pesten via sociale media)
-
De methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’ (sociale vaardigheidstraining)
-
Methode ‘Sociaal gedrag elke dag’
-
De leerplichtambtenaar wordt vroegtijdig ingeschakeld bij verzuim
-
Inzet van het trainingsprogramma ‘Rots en water’
-
Meldcode kindermishandeling
-
Time-out methodiek bij ongewenst gedrag: interne time-out door afzondering in de klas en externe timeout door plaatsing van de leerling in een lokaal bij een andere leraar
Aanpak gericht op het
-
voorkomen van gedragsproblemen
Elke ochtend vindt een briefing plaats met het hele team over bijzonderheden
-
Qua klassenmanagement hanteert de leraar duidelijke afspraken en regels met betrekking tot het gedrag van leerlingen, het omgaan met uitgestelde aandacht en zelfstandig werken
-
Leerkrachten zijn getraind in het hanteren van ABCmethodiek
-
De training ‘Rots en water’ wordt in overleg met CvB ingezet
Pagina 11/20 Juni 2014 AV1.14.032 (14867)
Frequent informeel contact met de ouders
De school heeft een
Het onderwijsaanbod van de school is uitgewerkt in drie
onderwijsprogramma en
leerroutes om hiermee tegemoet te komen aan de
leerlijnen die zijn afgestemd op
verschillende leer- en ontwikkelmogelijkheden van de
leerlingen met een minder dan
leerlingen
gemiddelde intelligentie De school heeft een
Niet van toepassing gelet op de schoolpopulatie
onderwijsprogramma en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer dan gemiddelde intelligentie Aangepaste
Op dit moment zijn er twee leerlingen in de school met
materialen/hulpmiddelen
aangepast meubilair. Er zijn wiebelkussens beschikbaar
3.4 Ondersteuningsstructuur 3.4.1 Interne samenwerking en ondersteuningsstructuur De intern begeleider is de spilfunctionaris bij de ondersteuning en begeleiding van leerlingen in de school. Vijf keer per jaar wordt een groepsbespreking gehouden door de leerkracht en de intern begeleider. Bij deze bespreking wordt zowel gekeken naar het didactisch groepsplan (waarin staat beschreven welke leerstof en op welke manier de leerstof aan de leerlingen wordt aangeboden) als naar het pedagogisch groepsplan (waarin staat beschreven welke begeleiding de leerlingen krijgen op het gebied van de sociaal- emotionele ontwikkeling en aan welke sociale vaardigheden de leerlingen gaan werken). Bij de eerste groepsbespreking in september is de voltallige Commissie van Begeleiding (CvB) aanwezig. De CvB bestaat uit de teamleider, een psycholoog, schoolmaatschappelijk werker, schoolarts en interne begeleiders. De teamleider is voorzitter van de CvB. Leerlingen die in deze groepsbesprekingen worden gesignaleerd worden besproken in een leerlingenbespreking of ingebracht in de CvB van de school. Er worden vier niveaus van ondersteuning gehanteerd. Stap 1 Basisondersteuning - Leerkracht (eventueel met ouders) De leerkracht signaleert een probleem bij het leren, de werkhouding, het gedrag of anders, en kan dit zelf oplossen, eventueel met hulp van een collega of ouders. Aandachtspunten voor de aanpak worden opgenomen in het groepsplan. Stap 2 Leerkracht en intern begeleider De problemen zijn ondanks extra inzet van de leerkracht nog niet afgenomen. De leerling wordt door de leerkracht met de IB-er besproken. Stap 3 Inschakelen CvB De extra hulp biedt geen verbetering en de problemen duren voort. De IB-er brengt de leerling met een duidelijke, door de leerkracht geformuleerde, hulpvraag in binnen een CvBvergadering. Indien mogelijk is de leerkracht hierbij aanwezig. Er worden afspraken gemaakt over extra ondersteuning van de leerling en mogelijk ook de ouders. Over de extra ondersteuning vindt afstemming, terugkoppeling en evaluatie plaats in de CvB-vergaderingen. Stap 4 Aanmelding extern De leerling wordt extern aangemeld voor:
Pagina 12/20 Juni 2014 AV1.14.032 (14867)
-
rouwverwerking;
-
faalangstreductietraining;
-
aanvraag toelaatbaarheidsverklaring sbo of (v)so;
-
terugplaatsing regulier basisonderwijs;
-
externe plaatsing en hulpverlening.
In het OPP wordt vermeld in welk ondersteuningsniveau de leerling zit. Na een half jaar wordt het OPP bijgesteld en wordt geëvalueerd of het kind nog in dit ondersteuningsniveau moet blijven of terug kan in de basisondersteuning. Twee keer per jaar wordt tijdens de groepsbespreking structureel bekeken of de leerling de gestelde doelen bereikt heeft en zich conform de prognose ontwikkelt. 3.5 Aanwezige interne expertise Functionarissen
Taken
Intern begeleider, lid van
-
Commissie van Begeleiding
Coördineren en uitvoeren van het ondersteuningsbeleid in de school
-
Begeleiden van leraren
-
Uitvoeren van het bovenschools ondersteuningsbeleid
-
Onderhouden van contacten met externe instanties
-
Participeren in netwerken van intern begeleiders van het SWV en andere sbo-scholen
Orthopedagoog, lid van
-
Commissie van
Uitvoeren van onderzoek met betrekking tot de capaciteiten (intelligentie) en sociaal-emotioneel functioneren van de
Begeleiding
leerlingen -
Lid van CvB
-
Opstellen van ontwikkelingsperspectief voor leerlingen, samen met IB-er
Schoolmaatschappelijk
De schoolmaatschappelijk werker is werkzaam op de
werker, lid van
taakgebieden schoolondersteuning, hulpverlening aan ouders en
Commissie van
kind en toeleiding naar speciale/geïndiceerde zorg. Dat betekent
Begeleiding
onder andere: -
inbreng van kennis van de sociale kaart en hulpverlenings(on)mogelijkheden
-
gesprekken met ouders over opvoedingsvragen, vragen rond de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind
-
verwijzingen naar een hulpverlenende instantie en contacten onderhouden met deze instanties
-
bieden van laagfrequente ondersteuningscontacten
-
verlenen van kortdurende hulpverlening aan leerlingen en/of hun ouders, gericht op het vergroten van hun competenties in hun dagelijks functioneren
Aandachtsfunctionaris
-
Deze taak ligt bij de schoolmaatschappelijk werker
agressie en seksueel
-
De meldcode onder de aandacht houden
misbruik
-
Advisering
Video interactie-
-
Het coachen van leerkrachten
begeleider
-
Het coachen van leerlingen
Onderwijsassistenten
De onderwijsassistenten voeren taken uit ter ondersteuning van de groepsleerkracht, zowel op onderwijsinhoudelijk als op verzorgend terrein. Zo begeleiden ze bijvoorbeeld (instructie)groepjes, verzorgen ze materialen voor bepaalde
Pagina 13/20 Juni 2014 AV1.14.032 (14867)
lessen of activiteiten, of voeren werkzaamheden uit in het kader van een handelingsplan
Op de school is (gecertificeerde) expertise aanwezig op de volgende deelterreinen: -
alle medewerkers zijn geschoold op het gebied van agressiehantering door middel van de ABC-methodiek; alle leerkrachten zijn gecertificeerd voor het geven van de training ‘Rots en water’ (voor
-
het aanleren van sociale competenties). Jaarlijks vindt een update plaats voor verdere ontwikkeling en borging; -
twee leerkrachten zijn gecertificeerd als School Video Interactie Begeleiders;
-
drie leerkrachten hebben de specialisatie Motorische Remedial Teaching (MRT) behaald;
-
een leerkracht is gespecialiseerd groepsleerkracht (ggl);
-
drie leerkrachten hebben een Master SEN-opleiding afgerond;
-
alle leerkrachten zijn getraind in de methode ‘Met woorden in de weer’ en ‘Met sprongen vooruit’;
-
er zijn twee taalcoördinatoren en twee rekencoördinatoren.
3.6 Inzet externe expertise De jeugdarts die deel uitmaakt van de CvB, is verbonden aan de GGD hier in de regio. De school werkt samen met een kinderfysiotherapeut. Deze fysiotherapeut werkt op maandag op school en kan onder schooltijd leerlingen behandelen. Volgend schooljaar biedt de school ook een specifiek aanbod logopedie voor leerlingen. De logopedist wordt ingezet ten behoeve van de taalontwikkeling en woordenschat bij het jonge kind. 3.7 Ketenpartners SBO De Delta heeft een groot aantal ketenpartners waar op een plezierige en goede manier mee wordt samengewerkt. In dit overzicht de belangrijkste partners. Ketenpartners
Op afroep
Regelmatig
beschikbaar
overleg
Landelijk
SBO werkverband
Provinciaal
GGZ-jeugd
X
Jeugdhulp
X
Regionaal
X
Samenwerkingsverband PO 20-01 Cluster 1 Cluster 2
X
Cluster 3
X
Cluster 4
X
BJZ (Bureau Jeugdzorg)
Gemeentelijk
Kinder- en jeugdpsychiatrie
X
SBO Netwerk
X
CJG
X
MEE
X
GGD
X X
Leerplicht Politie Wijk/buurt
Pagina 14/20 Juni 2014 AV1.14.032 (14867)
Wijkagent
X X
3.8 Samenwerking met ouders De school vindt samenwerking met ouders erg belangrijk en investeert in de driehoek schoolleerling-ouders. Leerkrachten en/of schoolmaatschappelijk werker gaan bij nieuwe leerlingen op huisbezoek voor een nadere kennismaking met de ouders. In die situaties dat ouders en school het niet met elkaar eens zijn over de begeleiding van hun zoon/dochter, wordt met de methodiek ‘Oplossingsgericht werken’ gestreefd naar een oplossing. Jaarlijks organiseert de school twee koffieochtenden rondom pedagogische of onderwijskundige thema´s (bijvoorbeeld de logopediste die de ouders vertelt over taalontwikkeling bij kinderen). Daarnaast is er een zakelijke ouderavond en zijn er nog twee contactavonden waarop ouders zich voor een gesprek kunnen aanmelden of door de leerkracht uitgenodigd kunnen worden. Aangezien de school een regionale functie heeft en niet alle ouders regelmatig op school komen, verlopen veel contacten via de mail en/of telefoon. In de kleutergroepen wordt contact met de ouders onderhouden via een heen-en–weer schriftje. Elke leerkracht schrijft wekelijks een nieuwsbrief voor de ouders om op deze manier ook de ouderbetrokkenheid te vergroten. Deze berichten worden opgenomen in ‘De Deltawerken’ waar ook andere berichten worden opgenomen die relevant zijn voor ouders. Het ontwikkelingsperspectief wordt in gesprek met de ouders vastgesteld. Een aandachtspunt is dat de doelen samen met de ouders worden opgesteld. Periodiek (twee maal per jaar) wordt met de ouders besproken welke vorderingen de leerling gemaakt heeft en of de leerling op de lijn presteert van zijn/haar ontwikkelingsperspectief. In de oudergesprekken wil de school ook vooral de ouders aan het woord laten en hun bevindingen laten vertellen over hun zoon/dochter. In de bovenbouw wordt met de leerling zelf gesproken over zijn/haar ontwikkelingsperspectief. Op deze manier wordt de leerling mede-eigenaar van wat er gedaan gaat worden om het ontwikkelingsperspectief te realiseren. Op het moment dat er extra zorg is rond de ontwikkeling van een leerling, worden ouders hierbij betrokken en op school uitgenodigd voor een overleg met de leerkracht en/of andere betrokkenen. Zodra de ondersteuning voor een leerling verder gaat dan stap 2 (zie hierboven bij 3.4), worden de ouders/verzorgers geïnformeerd over het nader te verrichten onderzoek.
Pagina 15/20 Juni 2014 AV1.14.032 (14867)
4 EXTRA ONDERSTEUNING 4.1 In de school Voor leerlingen die niet voldoende hebben aan het basisaanbod van de school, zijn er mogelijkheden om extra ondersteuning te geven. Deze extra ondersteuning bestaat onder andere uit: -
logopedie: ondersteuning taalontwikkeling bij jonge leerlingen;
-
faalangstreductietraining;
-
weerbaarheidstraining;
-
meisjesgroep die meisjes voorbereid op het voortgezet onderwijs;
-
rouwverwerking;
-
begeleiding ten behoeve van de sociaal-emotionele ontwikkeling door middel van het programma ‘Kies’.
4.2 Extra arrangement extern De school is in staat om op verzoek de training ‘Rots en water’ te verzorgen. Ook kan de school reguliere basisscholen ondersteunen met het programma ‘Kies’. 4.3 Onderwijszorgcentrum SBO De Delta participeert in het onderwijszorgcentrum. In dit onderwijszorgcentrum werken collega’s van SBO De Delta, so-scholen cluster 3 en 4 en een deskundige vanuit het basisonderwijs met elkaar samen ten behoeve van de ondersteuning van het reguliere basisonderwijs. Het Onderwijszorgcentrum Eemsmond (OZC) is een voorziening die door de samenwerkingsverbanden/schoolbesturen in de regio in het leven is geroepen. De kerntaken van dit OZC zijn: -
de ondersteuning van de basisondersteuning op de scholen;
-
de uitvoering van de extra ondersteuning (op het onderwijs gerichte voorzieningen om de school).
De wijze waarop het onderwijszorgcentrum een plek krijgt in het continuüm van onderwijsarrangementen is nog onderwerp van gesprek in het SWV.
Pagina 16/20 Juni 2014 AV1.14.032 (14867)
5 GRENZEN EN AMBITIE 5.1 Huidige situatie en grenzen De school biedt onderwijs aan in verschillende uitstroomniveaus, van praktijkonderwijs tot havo. Het onderwijsaanbod kent al een sterke differentiatie. Op dit moment is de school niet geschikt voor leerlingen waarvoor het uitstroomperspectief dagbesteding passend is. De school kan geen passend onderwijs bieden aan leerlingen die heel veel behandeling (zorg) nodig hebben, leerlingen die alleen in een één-op-één setting onderwijs kunnen volgen en leerlingen met extreem agressief gedrag die een bedreiging vormen voor andere leerlingen en/of de leerkrachten. In deze gevallen zal altijd in overleg met ouders/verzorgers gekeken worden welk onderwijszorgarrangement (tijdelijk) geschikt is. 5.2 Ambitie intern Het schoolteam kiest ervoor om het komende schooljaar haar expertise uit te breiden en deskundigheid te vergroten ten aanzien van de volgende onderwerpen/thema’s. Om meer tegemoet te komen aan de onderwijs ondersteuningsbehoefte van de kinderen die leerroute 3 volgen (uitstroom praktijkonderwijs) wil de school de kwaliteit van praktijkonderwijsaanbod verbeteren. De activiteiten richten zich op de volgende specifieke doelen: -
bijstelling van de leerroutes PrO, door het aanbieden van passende perspectieven;
-
invoering van praktische vaardigheden die voldoen aan de inspectiecriteria;
-
het vergroten van de zelfstandigheid van de leerling door invoering van de leerlijn ‘Leren leren’.
Het schoolteam werkt al een aantal jaren met de 1-zorgroute. Aandacht verdient nog de implementatie van de PDCA-cyclus voor de Zorg & Begeleiding. Specifieke aandacht wordt onder andere besteed aan: -
verbeteren van het werken met de OPP’s, met daarbij expliciete aandacht voor het betrekken van ouders en leerlingen bij het opstellen van het OPP;
-
jaarlijkse analyse en evaluatie borgen in de PDCA-cyclus.
Een derde ambitie is verbetering van de afstemming (differentiatie) – rekening houden met disharmonische profielen. Daarbij gaat het vooral om: a
variatie in leergedrag: werken met ‘Leren leren’;
b
variatie in leerniveau: werken met niveaugroepen.
5.3 Ambitie extern, samenwerkingsverband Passend onderwijs Wat de externe samenwerking betreft heeft de school de ambitie om in de nabije toekomst nauw(er) te gaan samenwerken met het speciaal onderwijs. Dit moet nog nader worden uitgewerkt.
Pagina 17/20 Juni 2014 AV1.14.032 (14867)
6 BIJLAGE: BEVINDINGEN INSPECTIERAPPORT Bevindingen uit inspectierapport 4 september 2013 In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2012 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1
slecht;
2
onvoldoende;
3
voldoende;
4
goed;
5
niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten). Opbrengsten 1.1*
1.5
1
2.2*
2.4*
Pagina 18/20 Juni 2014 AV1.14.032 (14867)
5
De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
•
1
2
3
Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.
•
De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.
•
De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
•
1
2
De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd.
Schoolklimaat 4.7
4
•
Tijd 3.1
3
(SBO) De resultaten van de leerlingen aan het eind van de speciale basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
Leerstofaanbod 2.1*
2
Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan.
3
4
4
•
1
2
3 •
4
Didactisch handelen
•
5.2*
De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.
•
5.3*
De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
•
6.2
De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
6.3
De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
6.4
De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
7.1*
1
2
3
•
1
2
3
7.2
De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
•
7.3*
(SBO) De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast.
•
7.4*
(SBO) De school volgt of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzen.
•
1
2
8.1
De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben.
8.2
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
•
8.3*
De school voert de zorg planmatig uit.
•
8.4
De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
•
3
1
2
3
De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie.
•
9.2
De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.
•
9.3
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
•
9.4
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
•
9.5
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
•
9.6
De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
•
10.4
Bij de zorg voor kwaliteit zijn bestuur, directie, team en • andere belanghebbenden betrokken.
4
4
•
9.1
Voorwaarden voor kwaliteitszorg
4
•
•
Kwaliteitszorg
4
•
De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
Zorg
AV1.14.032 (14867)
3
De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.
Begeleiding
Juni 2014
2
5.1*
Afstemming
Pagina 19/20
1
1
2
3 •
4
4
Advies medezeggenschapsraad
Datum: Naam:
Handtekening:
Vastgesteld door bevoegd gezag
Datum: Naam:
Handtekening:
Pagina 20/20 Juni 2014 AV1.14.032 (14867)