Schoolondersteuningsprofiel SBO De Steenen Kamer November 2013 Ron Benjamins Inschool
Postbus 2033 | 3800 CA Amersfoort | Utrechtseweg 29-G | 3811 NA Amersfoort T 033 – 46 22 717 | F 084 – 83 93 616 |
[email protected] | www.inschool.nl
2
1.Inleiding ......................................................................................... 5 2.Algemene gegevens ............................................................................ 6 2.1.Algemene gegevens van de school ..................................................... 6 2.2.Kengetallen leerlingenpopulatie ....................................................... 6 2.2.1. Aantal leerlingen besproken in het ZAT (Zorgteam). .......................... 6 2.2.2.Leerlingen met een REC-indicatie: verwijzingen SO of een rugzakje ........ 8 2.2.3.Aantal (terug)plaatsingen vanuit het SBO ........................................ 9 2.2.4.Aantal gediagnosticeerde hoogbegaafde leerlingen ............................ 9 3.Basisondersteuning ........................................................................... 10 3.1.Basiskwaliteit volgens de Inspectie ................................................... 10 3.2.Standaarden Handelingsgericht Werken .............................................. 11 3.3.Aanwezige deskundigheid .............................................................. 12 3.4.Groepsgrootte en formatie ............................................................. 13 3.5.Preventieve en licht curatieve interventies ......................................... 14 3.6.Ruimtelijke omgeving ................................................................... 15 3.7.Samenvattend: de mogelijkheden en grenzen van de school ..................... 16 4.Ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ..................................................................................................... 17 4.1.Leer en ontwikkeling .................................................................... 18 4.2.Fysiek en Medisch........................................................................ 21 4.3.Sociaal emotioneel en gedrag.......................................................... 24 4.4.Thuissituatie .............................................................................. 27
3
4
1.Inleiding Voor u ligt het schoolondersteuningsprofiel van school voor speciaal basisonderwijs De Steenen Kamer. Het geeft een beeld van de mogelijkheden, grenzen en ambities die de school heeft als het gaat om het bieden van passend onderwijs aan leerlingen met specifieke (extra of aanvullende) onderwijsbehoeften. Uit het complete profiel blijkt of de school voldoet aan de basiszorg die door het schoolbestuur en het samenwerkingsverband wordt vastgesteld. Bovendien wordt aangegeven voor welke leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het team een arrangement heeft. Het geeft ook de ambities van het team weer. Op basis van het ondersteuningsprofiel kan het team een goede gesprekspartner zijn voor bestuur, ouders, het samenwerkingsverband, het regulier basisonderwijs, het speciaal onderwijs en organisaties voor welzijn en zorg. Als school voor speciaal basisonderwijs binnen het samenwerkingsverband, zijn er vanzelfsprekend hogere verwachtingen ten aanzien van de basiszorg en basisondersteuning die de school moet kunnen bieden. De basiszorg en basisondersteuning die de school kan bieden, is aansluitend en aanvullend op de mogelijkheden die de reguliere basisscholen hierin kunnen bieden en als dusdanig te interpreteren als een voorziening binnen de extra ondersteuning. De optelsom van de gegevens van meerdere scholen van het samenwerkingsverband geven een beeld van het continuüm van onderwijsondersteuning op het niveau van het schoolbestuur en het samenwerkingsverband. Op basis van dit overzicht kan het samenwerkingsverband bepalen voor welke kinderen op welke plek voorzieningen en lesplaatsen zijn of kunnen worden ingericht. Schoolbesturen en het samenwerkingsverband kunnen vervolgens beleid ontwikkelen waarmee zij voldoen aan de zorgplicht voor het bieden van passend onderwijs aan alle leerlingen uit de regio. Zo vormen de schoolondersteuningsprofielen van alle scholen samen een belangrijke bouwsteen voor het ontwikkelen van beleid op onder andere de ondersteuningstoewijzing, de verdeling van middelen en het arrangeren van een goed antwoord op de behoeften van leerlingen. Dit schoolondersteuningsprofiel van de school is opgesteld op basis van een ingevulde facts&findingslijst, waarin feitelijke gegevens over de school zijn verzameld. In een werkconferentie begeleid door adviseurs van Inschool hebben scholen op een rij gezet wat zij ervaren als extra ondersteuning die de school kan bieden en dat geformuleerd als arrangement. De facts & findings en de arrangementen zijn bij elkaar gevoegd in deze rapportage die in samenwerking tussen een adviseur van Inschool en de school is opgesteld. Waar nodig kan de school teruggrijpen op documenten die als bron voor dit schoolondersteuningsprofiel hebben gediend.
5
2.Algemene gegevens 2.1.Algemene gegevens van de school De naam van de school is: SBO De Steenen Kamer. Het brinnummer van de school is: 00UE. De school maakt deel uit van het bestuur Stichting Speciaal Onderwijs Drechtsteden (SPON). De school maakt deel uit van het samenwerkingsverband SWV PO ZHZ. De visie/het schoolconcept wordt als volgt omschreven: De Steenen Kamer is een school voor speciaal basisonderwijs. Binnen het model van de 1-zorgroute (‘1 stap verder met de 1-zorgroute’) werkt de school met een aanbod van basis, verdiepte en intensieve arrangementen binnen de groepen (convergente differentiatie). Deze arrangementen sluiten aan bij de mogelijkheden en de uitstroomniveaus van onze leerlingenpopulatie. Bij de vakken rekenen, (technisch)lezen en spelling is het ook mogelijk om niveaus groepsdoorbroken aan te bieden. Onze aanpak kenmerkt zich door handelingsgericht en opbrengstgericht werken, met als doel de mogelijkheden van onze leerlingen optimaal tot ontwikkeling te laten komen. De missie van de school is: ‘Ieder kind gelijk, ieder kind uniek’. Hiermee willen wij aangeven dat wij ieder kind gelijke kansen willen bieden, rekening houdend met de unieke eigenschappen, beperkingen en talenten van ieder kind.
2.2.Kengetallen leerlingenpopulatie Het aantal leerlingen op 1 oktober 2011 was 146.
2.2.1. Aantal leerlingen besproken in het ZAT (Zorgteam). De zorgstructuur op De Steenen Kamer is als volgt georganiseerd: Tijdens de groepsbesprekingen tussen de leerkracht en de ib-er (2x per schooljaar) worden de groepsplannen, het klassenmanagement en de korte- en lange termijndoelen besproken. Vanzelfsprekend kan hier ook de ontwikkeling van individuele leerlingen worden besproken. Vervolgens is hiervoor gelegenheid in de ‘leerlingbespreking’. Uitgangspunt bij de verschillende besprekingen en de begeleiding van de leerlingen vormt het ontwikkelingsperspectief van de leerling. Het ontwikkelingsperspectief wordt voor iedere leerling opgesteld en jaarlijks besproken en waar nodig aangepast.
6
Bij complexe hulpvragen vindt een vervolg van de leerlingbespreking plaats in het Zorgteam (de commissie van onderzoek en begeleiding). Hierin zitten een orthopedagoog, een schoolarts, een schoolmaatschappelijk werker, de ib-er en de directeur van de school. Op afroep kunnen ook andere deskundigen voor een zorgteambespreking worden uitgenodigd. De leden van het Zorgteam zijn deskundig op het gebied van de sociaal-emotionele, de cognitieve en de fysieke ontwikkeling van kinderen. Er bestaat ook een ZAT op gemeenteniveau. De afgelopen vier schooljaren heeft De Steenen Kamer hiervan geen gebruik gemaakt. Het Centrum voor Jeugd en Gezin gaat deze rol overnemen (CJG-casus overleg) Deze ontwikkeling wordt momenteel in een pilot Handelingsgericht Arrangeren (HGA) in het Samenwerkingsverband vorm gegeven. De school gaat de huidige ‘Commissie van Onderzoek en begeleiding’ omvormen tot een ‘Zorgteam’, vergelijkbaar met de zorgteams binnen het regulier basisonderwijs. De aanleiding hiervoor vormen de ontwikkelingen binnen passend onderwijs en de verbinding met het CJG.
7
2.2.2.Leerlingen met een REC-indicatie: verwijzingen SO of een rugzakje
Verwijzingen SO Verwijzingen SO Verwijzingen SO Verwijzingen SO
Aantal rugzakjes Aantal rugzakjes Aantal rugzakjes Aantal rugzakjes
cl. 1 cl. 2 cl. 3 cl. 4
cl. 1 cl. 2 cl. 3 cl. 4
2007-2008 0 0 0 1
2008-2009 0 0 0 2
1 oktober 2010 0 0 1 1
2009-2010 0 0 0 1
2010-2011 0 0 0 1
1 oktober 2011 0 1 2 1
De bovenste van bovenstaande figuren laten zien hoeveel leerlingen van de school in de schooljaren 2007-2008 tot en met 2010-2011 een indicatie hebben gekregen voor één van de clusters én zijn verwezen naar een school voor speciaal onderwijs. In totaal ging het in die periode om 5 leerlingen. De figuur eronder laat zien hoeveel leerlingen met een rugzak er op de school zaten op respectievelijk 1 oktober 2010 en 1 oktober 2011. Op 1 oktober 2011 betrof dit 4,11% van de leerlingenpopulatie. Landelijk gemiddelde van kinderen met een rugzakje in het basisonderwijs is 1,38% (bron: http://kengetallen.passendonderwijs.nl, totaal aantal leerlingen met een rugzak, zowel op het BO als SBO, in het schooljaar 2010-2011).
8
2.2.3.Aantal (terug)plaatsingen vanuit het SBO
Aantal terugplaatsingen per schooljaar vanuit SBO
2007-2008
2008-2009
2009-2010
2010-2011
0
1
0
0
Bovenstaand figuur laat zien dat in schooljaar 2008-2009 één leerling terug is geplaatst naar het regulier basisonderwijs.
2.2.4.Aantal gediagnosticeerde hoogbegaafde leerlingen Het aantal gediagnosticeerde hoogbegaafde leerlingen over de teldata 1 oktober 2008 t/m 2011 was 0.
9
3.Basisondersteuning De basisondersteuning geeft het niveau van ondersteuning weer, waaraan alle scholen in het samenwerkingsverband zullen (gaan) voldoen. Mede op basis van de ondersteuningsprofielen van alle deelnemende scholen stelt het samenwerkingsverband het niveau van basisondersteuning vast. De basisondersteuning heeft betrekking op vier aspecten: -
basiskwaliteit (het oordeel van de inspectie over de school); preventieve en licht curatieve interventies (zoals een aanpak voor pesten of dyslexie); onderwijsondersteuningsstructuur (goede afspraken over de organisatie van ondersteuning binnen de school); planmatig werken (het volgen van de resultaten van de leerlingen en het inrichten van het onderwijs op basis daarvan).
In de vragenlijst die voor deze rapportage is gebruikt, zijn scholen over deze vier aspecten van basisondersteuning bevraagd. Deze zijn als volgt weergegeven. - De school heeft kunnen aangeven wat het meest recente oordeel van de inspectie was over de basiskwaliteit van de school. - De kwaliteit van de ondersteuningsstructuur en het planmatig werken is in beeld gebracht aan de hand van een aantal standaarden. Deze standaarden hebben betrekking op de mate waarin de school het handelingsgericht werken beheerst. - De kwaliteit van de ondersteuningsstructuur en het planmatig werken is verder in beeld gebracht met gegevens over de deskundigheid die op de school aanwezig is en de formatie die de school hiervoor heeft ingezet. - De school heeft kunnen aangeven welke preventieve en licht curatieve interventies zij aanbiedt. - Tot slot heeft de school een oordeel gegeven over de mogelijkheden van haar gebouw.
3.1.Basiskwaliteit volgens de Inspectie De inspectie heeft de basiskwaliteit van de school tijdens haar laatste oordeel akkoord bevonden
10
3.2.Standaarden Handelingsgericht Werken Zwak
Voldoende
Goed
Leerkrachten verkennen en benoemen de onderwijsbehoeften van leerlingen o.a. door observatie, gesprekken en het analyseren van toetsen
*
Leerkrachten bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de leerkracht, de groep en de leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en daarop af te stemmen
*
Leerkrachten reflecteren op hun eigen rol en het effect van hun gedrag op het gedrag van leerlingen, ouders, collega's
*
Leerkrachten analyseren en interpreteren de toetsresultaten ten einde zicht te krijgen op de opbrengsten en het OPP en onderwijsbehoeften van de leerling
*
Leerkrachten zijn zich bewust van de grote invloed die zij op de ontwikkeling van hun leerlingen hebben
*
Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten de sterke kanten en interesses van de leerlingen, de leerkrachten, de ouders en het schoolteam
Excellent
*
Leerkrachten signaleren vroegtijdig op basis van de verzamelde gegevens leerlingen die de komende periode extra instructie, ondersteuning en/of begeleiding nodig hebben
*
Leerkrachten werken samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen doelen en benutten de ideeen en oplossingen van leerlingen
*
Alle teamleden zijn open naar collega's, leerlingen en ouders over het werk dat gedaan wordt of is. Motieven en opvattingen worden daarbij inzichtelijk gemaakt.
*
Leerkrachten nemen systematisch en regelmatig methodeonafhankelijke en methode gebonden toetsen af om de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen te volgen
*
Leerkrachten stellen hun instructie, aanbod, verwerking en onderwijstijd af op de verschillen in ontwikkeling en onderwijsbehoeften tussen leerlingen
*
Leerkrachten werken samen met ouders. Ze betrekken hen als ervaringsdeskundige en partner bij de analyse van de situatie en het bedenken en uitvoeren van de aanpak
*
Leerkrachten evalueren systematisch na afronding van het groepsplan of de gestelde doelen bereikt zijn
*
Leerkrachten houden na afronding van elke cyclus in school een groepsbespreking met de Intern Begeleider en besluiten tot leerlingbespreking en een oudergesprek indien noodzakelijk voor een of meerdere leerlingen
*
Leerkrachten benoemen hoge, reele SMARTI-doelen voor de lange (einde schooljaar) en voor de korte (tussendoelen) termijn. Deze doelen worden gecommuniceerd en geevalueerd met leerlingen, ouders en collega's
*
Leerkrachten werken met een groepsplan waarin ze de doelen en de aanpak voor de groep, subgroepjes en mogelijk een individuele leerling beschrijven
*
Leerkrachten bespreken minstens drie keer per jaar hun vragen betreffende het opstellen, uitvoeren en realiseren van hun groepsplannen met de intern begeleider De onderwijs- en begeleidingsstructuur is voor eenieder duidelijk. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, waar, hoe en wanneer
*
*
Bovenstaande geeft aan dat de school zichzelf op 14 van de hier genoemde 18 standaarden als goed beoordeelt en op 4 als excellent.
11
3.3.Aanwezige deskundigheid aanwezig zonder diploma Orthopedagoog
aanwezig met diploma
niet aanwezig
*
Psycholoog
*
Schoolmaatschappelijk werker
*
Remedial teacher
*
Ambulant Begeleider Motorische Remedial Teaching
*
Intern Begeleider
*
Taal/leesspecialist
*
Reken/wiskundespecialist
*
Gedragsspecialist
*
Sociale vaardigheden specialist
*
Hoogbegaafdheid specialist
*
Coaching en Video Interactie Begeleiding
*
Speltherapeut
*
Dyslexie specialist
*
Naast bovenstaande deskundigen zijn nog de volgende andere deskundigen werkzaam in het team: - Logopedie (1 persoon, 0,7 formatie) - Psychomotorisch kindertherapeut (1 persoon, geen formatie) De intern begeleider heeft de volgende opleiding gehad: kortdurende opleiding IB HBO master SEN
*
Post HBO 1 jaar IB Post HBO 1 jaar top opleiding IB Geen Anders: Midden management
*
De intern begeleider heeft de volgende kortdurende nascholing gehad op het gebied van: Ja Dyslexie
*
Dyscalculie
*
Nee
Ook heeft de intern begeleider kortdurende nascholing gehad op het gebied van: - aanvankelijk lezen en rekenen
12
- rots en water trainer - onderwijscontinuüm CED - intervisie Daarnaast is de volgende deskundigheid buiten het eigen team beschikbaar (‘op inhuur’) voor de school: Ambulant begeleider
*
Speltherapeut
*
Dyslexiespecialist
*
Anders (vul in bij toelichting)
*
Daarnaast: - fysiotherapeut
3.4.Groepsgrootte en formatie Bezetting van de groep: Er is één professional in de klas. Binnen de school is één onderwijsassistent werkzaam. Haar inzet vindt vooral plaatst binnen de jongste groepen.
Orthopedagoog Psycholoog
* *
Motorische remedial teacher
*
Intern begeleider
*
Taal/leesspecialist
*
Reken/wiskundespecialist
*
Gedragsspecialist
*
Sociale vaardigheden specialist
*
Hoogbegaafdheid specialist
*
Coaching en video interactie specialist
*
Speltherapeut
*
Dyslexiespecialist
*
meer dan 2
meer dan 1
meer dan 0,5
0,5
0,4
*
Remedial teacher
13
0,3
*
Schoolmaatschappelijk werker
Anders (vul in welke deskundigheid nog meer aanwezig en beschikbaar is bij het veld toelichting)
0,2
0,1
wel aanwezig geen formatie
niet aanwezig
Onderstaande tabel geeft weer hoeveel formatie er voor de eerder genoemde deskundigen op de school beschikbaar is.
NB: logopedie 0,7, psychomotorisch kindertherapeut geen formatie De expertise van de medewerkers in kolom 2 (‘wel aanwezig, geen formatie’) kan wel ingezet worden binnen de school, maar er is geen ambulante tijd ingeroosterd.
3.5.Preventieve en licht curatieve interventies Hieronder wordt aangegeven in hoeverre de school beschikt over de hier genoemde preventieve en licht curatieve interventies. Ja
Nee
In ontwikkeling.
De school heeft een aanbod voor leerlingen met dyscalculie
De school heeft een aanbod voor leerlingen met dyslexie
*
De school biedt fysieke toegankelijkheid voor leerlingen die dit nodig hebben
*
De school biedt aangepaste werk- en instructieruimtes voor leerlingen die dit nodig hebben.
*
De school biedt de beschikbaarheid van hulpmiddelen voor leerlingen die dit nodig hebben.
*
De school heeft een aanpak gericht op het voorkomen van gedragsproblemen
De school heeft een onderwijsprogramma en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een minder dan gemiddelde intelligentie
14
De school beschikt over een rolstoelopgang bij de ingangen en twee invalidetoiletten.
De school werkt met de methode Leefstijl (sociale vaardigheden), beschikt over een pestprotocol en werkt met de aanpak ‘Sta op tegen pesten’.
*
De school werkt met de methode Leefstijl (sociale vaardigheden). Daarnaast wordt in de groepen 3 t/m 5 aandacht besteed aan geleid spelen. Binnen de school is veel aandacht voor een positief pedagogisch klimaat, ook wordt er gezorgd voor een duidelijke structuur en voorspelbaarheid. In vrije situaties (bijv. schoolplein) hanteren de leerlingen een driestappen-plan voor het oplossen van onenigheid.
*
De school werkt met een basis, een verdiept en een intensief arrangement, passend bij de leerlingenpopulatie. Het basisarrangement richt zich op het uitstroomniveau VMBO-LWOO (en Pro).
*
De school heeft een onderwijsprogramma en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer dan gemiddelde intelligentie. De school heeft een aanbod gericht op de werkhouding van leerlingen
Wij werken volgens de LIST-aanpak (lezen is top) voor het sbo. Een aanpak voor leerlingen met ernstige leesproblemen (binnen LIST) is in ontwikkeling. Leerlingen met een grote leesachterstand kunnen (beperkt) begeleid worden door de logopedist. Aanvullende methodiek/aanpak: RALFI en Connect
*
De school heeft een protocol voor medische handelingen
De school heeft een aanpak gericht op sociale veiligheid
toelichting
*
*
Hieronder wordt aangegeven van welke voorzieningen (binnen het samenwerkingsverband) de leerlingen van de school wel en niet gebruik maken. Daarbij wordt tevens aangegeven om hoeveel leerlingen het hierbij gaat. n.v.t. Time-out *
Autiklas
*
Voorschool
*
Regionaal Interventie Team
5-10
10-15
15-20
meer dan 20
* *
Ambulante begeleiding
*
Hoogbegaafdengroep
*
Schakelklas
*
Taalklas Anders (vul in bij toelichting)
1-5
*
Observatieklas
Preventieve ambulante begeleiding
0
* *
3.6.Ruimtelijke omgeving Er is ruimte in de groep voor één-op-één begeleiding
*
Er is ruimte op de gang voor één-op-één begeleiding
*
Er is een prikkelarme werkplek
*
Er is ruimte voor een time-out
*
De lokalen zijn aangepast voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften Er zijn ruimten met specifieke functies voor bewegings- en leerbehoeften (fysiotherapie, schooltuin, enzovoort)
*
Er zijn werkplekken voor leerlingen beschikbaar op de gang of in flexibele ruimten
*
Anders (vul in bij Toelichting)
Slecht
Matig
Voldoende
Goed
Zijn de werkruimten afgestemd op de onderwijsbehoeften van kinderen?
*
Is de inrichting van de lokalen afgestemd op de onderwijsbehoeften van kinderen?
*
15
Zeer goed
3.7.Samenvattend: de mogelijkheden en grenzen van de school De school stelt dat de opgevraagde gegevens het volgende betekenen voor de mogelijkheden die zij ziet, nu en in de toekomst, om op de school passend onderwijs te bieden voor leerlingen met specifieke en/of aanvullende onderwijsbehoeften: Als school voor speciaal basisonderwijs willen wij binnen passend onderwijs de rol van brede zorgschool (met elementen van inclusief) vervullen binnen het samenwerkingsverband. Onze brede expertise geeft ons een ideale positie tussen het regulier basisonderwijs en de verschillende vormen van speciaal onderwijs, met het voordeel van thuisnabij onderwijs. Het samenwerkingsverband kan een beroep op de school doen voor de volgende leerlingen met specifieke en/of aanvullende onderwijsbehoeften: Voor welke leerlingen met speciale onderwijsbehoeften mag uw school zeker gebeld worden? Voor vrijwel alle speciale onderwijsbehoeften kan gebeld worden. De mogelijkheden van de school worden over het algemeen niet begrensd door de ‘soort’ maar door de ‘ernst’ van de problematiek en/of speciale onderwijsbehoefte. Gespecificeerd: - Leerlingen met specifieke ‘SBO-problematiek’, dus leerlingen met leer-, gedragsontwikkelings- en/of opvoedingsproblematiek. - Leerlingen met een cluster 2 indicatie/problematiek met taalproblematiek of (lichte) gehoorproblematiek. - Leerlingen met een cluster 3 indicatie/problematiek en een IQ boven de 50. - Leerlingen met een cluster 4 indicatie/problematiek, m.n. met adhd en/of een stoornis in het autistisch spectrum. - Leerlingen met leesproblematiek. De school stelt hierbij de volgende voorwaarden: Als school voor speciaal basisonderwijs moet wij werken aan het realiseren van de kerndoelen en valt de school onder de wet op het primair onderwijs (WPO). De school is altijd welwillend en ziet veel mogelijkheden, maar het ‘extra aanbod’ mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van het ‘reguliere’ (sbo)onderwijs binnen de school. Verder stelt de school: Met het interpreteren van dit schoolondersteuningsprofiel moet rekening worden gehouden met onze positie van school voor speciaal basisonderwijs. De basisondersteuning van de school is op zichzelf al aanvullend op het aanbod van het regulier basisonderwijs en overlapt deels met het aanbod binnen het speciaal onderwijs.
16
4.Ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften In het volgende hoofdstuk wordt in kaart gebracht in hoeverre de school in staat is een aanbod te hebben voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Deze behoeften kunnen betrekking hebben op: • • • •
leer- en ontwikkelingskenmerken; fysieke en medische kenmerken; sociaal-emotionele en gedragsmatige kenmerken; de thuissituatie.
Er wordt beschreven welke aanpak de school heeft voor de verschillende aandachtsgebieden. Voor het beschrijven van deze onderwijsondersteuningsarrangementen is informatie verzameld over: • deskundigheid die de school heeft of binnen handbereik heeft; • tijd en aandacht die de school aan leerlingen kan besteden; • specifieke materialen of voorzieningen waarover de school beschikt; • mogelijkheden van het schoolgebouw en • samenwerking met relevante organisaties.
17
4.1.Leer en ontwikkeling Leer- en ontwikkelingskenmerken hebben betrekking op leer- en ontwikkelingshulpvragen, leerachterstand, taalhulpvragen en ontwikkelingsvoorsprong Huidige situatie – wat doen/kunnen we nu al?
Invulling
1. Leerlingen met een lagere intelligentie
Deskundigheid
Door ons aanbod waarbij het basisarrangement is gericht op uitstroomniveau vmbo-lwoo (en praktijkonderwijs), heeft de school in het basisaanbod binnen de groepen, voldoende mogelijkheden om ook te voldoen aan de onderwijsbehoeften van leerlingen met een lagere intelligentie (IQ vanaf ± 60), leerachterstanden, ontwikkelingsachterstanden en/of specifieke leerproblematiek.
-
Aandacht en tijd -
Door te werken met arrangementen binnen het onderwijscontinuüm van de CED (basis, verdiept, intensief en specifiek), kan de school een passend aanbod bieden binnen een groepsaanpak voor vrijwel alle leerlingen binnen de school.
Teamscholing gericht op de didactische aanpak binnen onze doelgroep. Leerkrachten met kennis, ervaring en affiniteit met onze doelgroep. Orthopedagoog. Deskundige intern begeleider met aantoonbare ervaring met deze doelgroep. Verschillende deskundigen op het gebied van lezen/rekenen (master SEN).
-
Onderwijsaanbod binnen kleinere groepen (gemiddeld 15 leerlingen). Onderwijsassistent binnen de onderbouw. Mogelijkheden om leerlingen groepsdoorbroken op een niveau passend bij hun onderwijsbehoeften te laten werken.
Voorzieningen -
Een positief pedagogisch en didactisch klimaat met rust, structuur, duidelijkheid en veiligheid. Het leerstofaanbod en de instructie zijn aangepast aan de onderwijsbehoeften van de doelgroep.
Gebouw -
Voldoende ruimte binnen het gebouw en de klassen. Beschikbaarheid van extra ruimtes.
Samenwerking -
18
Met collega sbo (sbo De kameleon).
2. LIST (technisch lezen)
Deskundigheid
Aanbod technisch lezen t/m groep 8.
-
De school werkt volgens de LIST-aanpak bij het vakgebied technisch lezen. LIST (‘Lezen is top’) is een aanpak waarbij wordt gewerkt vanuit het betrokkenheidsperspectief van het lezen.
Aandacht en tijd
De LIST-aanpak richt zich op de kern van het leesonderwijs.
-
-
Teamscholing gericht op technisch lezen volgens de LIST-aanpak.
Onderwijsaanbod binnen kleinere groepen (gemiddeld 15 leerlingen). Mogelijkheden om leerlingen groepsdoorbroken op een niveau passend bij hun onderwijsbehoeften te laten werken. De mogelijkheid om leerlingen t/m groep 8 voldoende tijd te geven voor het verwerven (en onderhouden) van de leesvaardigheid.
Voorzieningen -
Een positief pedagogisch en didactisch klimaat met rust, structuur, duidelijkheid en veiligheid. Het leerstofaanbod en de instructie zijn aangepast aan de onderwijsbehoeften van de doelgroep.
Gebouw -
Voldoende ruimte binnen het gebouw en de klassen. Beschikbaarheid van extra ruimtes.
Samenwerking -
19
Met collega sbo (sbo De Kameleon) LIST-begeleider (gedurende invoeringstraject). LIST-project vanuit Hogeschool Utrecht (gedurende invoeringstraject).
3. Ontwikkelingsperspectieven voor alle leerlingen. De school stelt ontwikkelingsperspectieven op voor alle leerlingen vanaf groep 3. Vanaf eind groep 6 wordt in het perspectief ook een prognose gegeven van het uitstroomniveau. Deze perspectieven worden twee maal per jaar (waar nodig) aangepast en jaarlijks met ouders besproken. Het werken met ontwikkelingsperspectieven maakt het mogelijk om voor individuele leerlingen beredeneerde keuzes te maken m.b.t. leerstofaanbod, arrangement en differentiatie.
Deskundigheid -
Orthopedagoog. Intern begeleider. Ervaring met het werken met ontwikkelingsperspectieven bij leerkrachten.
Aandacht en tijd -
-
Van iedere nieuwe leerling wordt het eerste ontwikkelingsperspectief opgesteld door de orthopedagoog en de intern begeleider. Jaarlijks wordt voldoende tijd ingepland voor het bespreken van het ontwikkelingsperspectief met ouders.
Voorzieningen -
-
Het werken met het ontwikkelingsperspectief is ingebed in de organisatie van het onderwijs binnen de school. De ontwikkelingsperspectieven worden opgeslagen in het digitaal leerlingvolgsysteem ParnasSys.
Gebouw Samenwerking -
Met collega sbo (sbo De Kameleon)
Ambitie; wat willen we veranderen/verbeteren?
Wat hebben we hiervoor nodig?
Het werken met passende perspectieven voor de verschillende leerroutes/uitstroomprofielen.
Teamscholing en het opdoen van ervaring.
Op basis van de prognose uitstroom in het ontwikkelingsperspectief, maakt de school vanaf groep 6 of 7 beredeneerde keuzes met betrekking tot het onderwijsaanbod. In eerste instantie betreft het hier de vakgebieden taal en wereldoriëntatie.
20
Het uitwerken van de verschillende leerroutes/arrangementen.
4.2.Fysiek en Medisch Fysiek en medisch hebben betrekking op hulp- en ondersteuningsvragen van gehoor, gezicht, spraak en/of taal, motoriek en/of fysieke belemmeringen (epilepsie, diabetes, etc.) Huidige situatie – wat doen/kunnen we nu al?
Invulling
1. Maatwerk
Deskundigheid
Het rekening houden met en inspelen op specifieke (onderwijs)behoeften van leerlingen, is volledig ingebed in het onderwijsaanbod en de schoolcultuur. Hierdoor is het over het algemeen goed mogelijk om ook voor leerlingen met een specifieke hulpvraag of onderwijsbehoefte op medisch/fysiek gebied passend onderwijs te kunnen verzorgen.
-
Teamscholing gericht op de didactische en pedagogische aanpak voor onze doelgroep. Leerkrachten met kennis, ervaring en affiniteit met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Orthopedagoog. Intern begeleider. Verschillende deskundigen op het gebied van lezen/rekenen/gedrag (master SEN). Logopedist. Schoolmaatschappelijk werker.
Aandacht en tijd -
Onderwijsaanbod binnen kleinere groepen (gemiddeld 15 leerlingen). Mogelijkheden om leerlingen groepsdoorbroken op een niveau passend bij hun onderwijsbehoeften (niveau) te laten werken.
Voorzieningen -
-
Een positief pedagogisch en didactisch klimaat met rust, structuur en duidelijkheid. Hierdoor wordt een veilig leerklimaat gecreëerd. Het leerstofaanbod en de instructie zijn aangepast aan de onderwijsbehoeften van de doelgroep. Het werken met ontwikkelingsperspectieven.
Gebouw -
21
Voldoende ruimte binnen het gebouw en de klassen. Beschikbaarheid van extra ruimtes.
Samenwerking -
2. Gehoorproblemen
Deskundigheid
De school heeft ervaring met het begeleiden van leerlingen met gehoorproblemen (clst 2). De ervaring met deze leerlingen leert dat het reguliere aanbod binnen de school op veel punten tegemoet komt aan de onderwijsbehoeften van leerlingen met (lichte) gehoorproblemen. De rust en structuur binnen de school zorgen voor een gunstig leerklimaat voor deze leerlingen. Het onderwijsaanbod is minder ‘talig’ dan het aanbod binnen het regulier basisonderwijs.
Externe deskundigen en instanties. Jeugdarts/schoolarts.
-
Ervaring met cluster-2 leerlingen. Het schoolteam heeft kennis en ervaring in het begeleiden van leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte.
Aandacht en tijd -
Onderwijsaanbod binnen kleinere groepen (gemiddeld 15 leerlingen).
Voorzieningen -
-
Een positief pedagogisch en didactisch klimaat met rust, structuur en duidelijkheid. Hierdoor wordt een veilig leerklimaat gecreëerd. Het leerstofaanbod en de instructie zijn aangepast aan de onderwijsbehoeften van de doelgroep.
Gebouw -
Voldoende ruimte binnen het gebouw en de klassen. Beschikbaarheid van extra ruimtes.
Samenwerking
3. Spraak-taal problematiek De school heeft ervaring met het begeleiden van leerlingen met spraak/taal problematiek (clst 2). Het standaardaanbod van de school blijkt hier goed op in te spelen. De rust en
22
Deskundigheid -
-
Logopedist Ervaring met cluster-2 leerlingen. Het schoolteam heeft kennis en ervaring in het begeleiden van leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. Het schoolteam heeft kennis en
structuur binnen de school zorgt voor deze leerlingen voor een gunstig leerklimaat. Het onderwijsaanbod is minder ‘talig’ dan het aanbod binnen het regulier basisonderwijs.
ervaring in het begeleiden van leerlingen met achterstanden in de taalontwikkeling. Aandacht en tijd -
Onderwijsaanbod binnen kleinere groepen (gemiddeld 15 leerlingen). Mogelijkheden om leerlingen groepsdoorbroken op een niveau passend bij hun onderwijsbehoeften (niveau) te laten werken.
Voorzieningen -
-
Een positief pedagogisch en didactisch klimaat met rust, structuur en duidelijkheid. Hierdoor wordt een veilig leerklimaat gecreëerd. Het leerstofaanbod en de instructie zijn aangepast aan de onderwijsbehoeften van de doelgroep. Het onderwijsaanbod is afgestemd op leerlingen die behoefte hebben aan een minder talige instructie en verwerking.
Gebouw -
Voldoende ruimte binnen het gebouw en de klassen. Beschikbaarheid van extra ruimtes.
Samenwerking Ambitie; wat willen we veranderen/verbeteren?
De mogelijkheden voor het begeleiden van leerlingen met fysieke problemen verbeteren. Het gaat hierbij om leerlingen die een relatief lichte begeleiding nodig hebben.
23
Wat hebben we hiervoor nodig?
-
Opstellen protocollen (epilepsie, diabetes). Teamscholing.
4.3.Sociaal emotioneel en gedrag Sociaal-emotioneel en gedrag hebben betrekking op hulp- en ondersteuningsvragen op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling en gedrag ((faal)angst, teruggetrokkenheid, zelfvertrouwen, weerbaarheid, positie in de groep en contactname; het invoelen van emoties en dit kunnen toepassen). Gedragshulpvragen kunnen betrekking hebben op allerlei vormen van concreet waarneembaar externaliserend of internaliserend gedrag. Huidige situatie – wat doen/kunnen we nu al?
Invulling
1. Structuur, veiligheid en begeleiding
Deskundigheid
Het pedagogisch klimaat van de school biedt leerlingen een pedagogische (leer)omgeving met voldoende structuur, veiligheid en begeleiding.
Hierdoor is de school goed in staat leerlingen met (onderwijs)behoeften op het gebied van structuur, duidelijkheid en voorspelbaarheid adequaat te begeleiden. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan leerlingen met adhd, ass, enz.
-
Teamscholing op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling en gedragsproblematiek. Gedragsspecialisten (master SEN) Schoolteam met ervaring en affiniteit met deze doelgroep. Orthopedagoog. Schoolmaatschappelijk werker. Commissie van onderzoek en begeleiding (ondersteuningsteam) bestaande uit: directeur, intern begeleider, orthopedagoog, schoolmaatschappelijk werker, schoolarts.
Aandacht en tijd -
Kleinere groepen (± 15).
Voorzieningen -
Sova-methode Leefstijl (standaard aanbod binnen alle groepen). Aanbod geleid spelen binnen de onderbouw. Mogelijkheden voor het aanbieden van een ‘Rots en Water’ training. Volgsysteem voor sociaal-emotionele ontwikkeling (ZIEN). Mogelijkheden voor het opstellen van een groepsplan of individueel hulpplan.
Gebouw -
24
Voldoende ruimte binnen de school en de lokalen. Beschikbaarheid van extra ruimtes.
-
Mogelijkheden voor time-out.
Samenwerking -
2. Sociaal-emotionele problematiek
Deskundigheid
Passend onderwijs bieden voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften op basis van sociaal-emotionele problematiek.
-
Door de aanwezigheid van ervaring en expertise, is de school in staat om op basis van een zorgvuldig opgesteld ontwikkelingsperspectief, beredeneerde keuzes te maken en een passend didactisch en pedagogisch onderwijsaanbod te realiseren.
-
Het opstellen van en werken met individuele hulpplannen (handelingsplannen) gericht op sociaal-emotionele problematiek als praktische uitwerking van de ontwikkelingsperspectieven.
Collega sbo Externe deskundigen en instanties (SARR, Yulius, enz.)
-
-
Teamscholing op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling en gedragsproblematiek. Gedragsspecialisten (master SEN) Schoolteam met ervaring en affiniteit met deze doelgroep. Orthopedagoog. Schoolmaatschappelijk werker. Commissie van onderzoek en begeleiding (ondersteuningsteam) bestaande uit: directeur, intern begeleider, orthopedagoog, schoolmaatschappelijk werker, schoolarts. Ervaring en expertise in het opstellen van en werken met ontwikkelingsperspectieven en hulpplannen.
Aandacht en tijd -
Kleinere groepen (± 15).
Voorzieningen De problematiek waarop dit van toepassing is kan zeer divers zijn, bijvoorbeeld: faalangst, ad(h)d, pdd-nos, hechtingsproblematiek, angsten, enz.
-
-
Zorgstructuur met het ontwikkelingsperspectief van de leerling als uitgangspunt. Leerlingvolgsysteem met daarin opgenomen de ontwikkelingsperspectieven en individuele handelingsplannen. Volgsysteem voor sociaal-emotionele ontwikkeling (ZIEN). Mogelijkheden voor het opstellen voor een groepsplan.
Gebouw -
25
Voldoende ruimte binnen de school en de lokalen. Beschikbaarheid van extra ruimtes. Mogelijkheden voor time-out.
Samenwerking -
Collega sbo Externe deskundigen en instanties (SARR, Yulius, enz.)
Ambitie; wat willen we veranderen/verbeteren?
Wat hebben we hiervoor nodig?
Een aanbod creëren voor leerlingen die wegens sociaal-emotionele problematiek/ gedragsproblematiek onvoldoende profiteren van het aanbod binnen het reguliere basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs.
Het opstarten van één of twee ‘structuurgroepen’. -
Financiën Kennis Ruimte
Binnen ‘structuurgroepen’ een omgeving bieden waarbij de nadruk ligt op een positief (ortho)pedagogisch klimaat.
Het toevoegen van een kleutergroep (groep 1/2) aan de school. Leerlingen in deze leeftijdsgroep die aangewezen zijn op speciaal basisonderwijs, kunnen binnen ons samenwerkingsverband nu alleen geplaatst worden op onze collega sbo in Papendrecht (of uitwijken naar Dordrecht). Omdat het lastig is om bij jonge kinderen de problematiek en onderwijsbehoeften helder te krijgen, wil de school de mogelijkheid bieden voor een ‘verbrede toelating’. Gedurende groep 1 en 2 kan de onderwijsbehoefte goed in beeld gebracht worden, waarna intern of extern het meest passende onderwijsaanbod geboden kan worden.
26
Het opstarten van een sbo-kleutergroep (1/2). -
Medewerking van het samenwerkingsverband. Financiën Ruimte
4.4.Thuissituatie Thuissituatie Gaat om hulp- en ondersteuningsvragen die voornamelijk te maken hebben met de thuis- of gezinssituatie van het kind ((pedagogische) verwaarlozing, overbescherming, etc.) Huidige situatie – wat doen/kunnen we nu al?
Invulling
1. Ouderadvies
Deskundigheid
De school heeft veel kennis en deskundigheid in huis om ouders te kunnen adviseren m.b.t. pedagogische hulp- en ondersteuningsvragen. -
Leerkrachten Ib-er Orthopedagoog Schoolmaatschappelijk werker
-
Kennis en ervaring van het schoolteam. Ib-er Orthopedagoog Schoolmaatschappelijk werk Commissie van onderzoek en begeleiding (ondersteuningsteam) bestaande uit: directeur, intern begeleider, orthopedagoog, schoolmaatschappelijk werker, schoolarts.
Aandacht en tijd -
Voldoende tijd voor het voeren van oudergesprekken. Leerkrachten leggen een huisbezoek af bij nieuwe leerlingen. Medewerkers van de school brengen ouders zo snel mogelijk op de hoogte van ‘bijzonderheden’ in de schoolsituatie van het kind.
Voorzieningen Gebouw Samenwerking -
2. Signaleren De school is in staat problemen in de thuissituatie tijdig te signaleren en (in overleg met ouders) contacten te leggen met externe deskundigen/instanties.
27
externe deskundigen en instanties.
Deskundigheid -
Kennis en ervaring van het schoolteam. Ib-er Orthopedagoog Schoolmaatschappelijk werk Commissie van onderzoek en begeleiding (ondersteuningsteam) bestaande uit: directeur, intern begeleider, orthopedagoog,
schoolmaatschappelijk werker, schoolarts. Aandacht en tijd -
Voldoende tijd voor het voeren van oudergesprekken. Leerkrachten leggen een huisbezoek af bij nieuwe leerlingen. Medewerkers van de school brengen ouders zo snel mogelijk op de hoogte van ‘bijzonderheden’ in de schoolsituatie van het kind.
Voorzieningen Gebouw Samenwerking -
Externe deskundigen en instanties.
Ambitie; wat willen we veranderen/verbeteren?
Wat hebben we hiervoor nodig?
De verbinding tussen de school en jeugdzorg/cjg is nog onvoldoende aanwezig.
Overleg met vertegenwoordigers van de gemeente.
Veel van onze leerlingen komen uit Hendrik Ito Ambacht, maar de contacten met (het cjg van) die gemeente zijn nog minimaal.
28