Schoolondersteuningsprofiel SBO De Boei Maart 2013 Door Annetta Klaassen, Inschool
Postbus 2033 | 3800 CA Amersfoort | Utrechtseweg 29-G | 3811 NA Amersfoort T 033 – 46 22 717 | F 084 – 83 93 616 |
[email protected] | www.inschool.nl
2
1. Inleiding ........................................................................................ 5 2. Algemene gegevens ........................................................................... 6 2.1. Algemene gegevens van de school..................................................... 6 2.2. Onderwijsvisie/schoolconcept ......................................................... 6 2.3. Kengetallen leerlingenpopulatie van de afgelopen schooljaren .................. 7 2.3.1. Leerling aantal ...................................................................... 7 2.3.2. Gewicht leerlingen ................................................................. 7 2.3.3. Aanmeldingen Groot Zorgteam ................................................... 8 2.3.4. Leerlingen met verwijzingen SO of een rugzakje .............................. 8 2.3.5. Aantal leerlingen met dyslexie en dyscalculie.................................. 9 2.3.6. Aantal gediagnosticeerde leerlingen met hoogbegaafdheid of een individueel gemeten IQ lager dan 85.................................................... 10 3. Basisondersteuning .......................................................................... 11 3.1. Basiskwaliteit volgens de inspectie .................................................. 11 3.2. Planmatig werken ....................................................................... 13 3.2.1. Standaarden van de inspectie .................................................... 13 3.2.2. Standaarden handelingsgericht werken ........................................ 15 3.3. Preventieve en licht curatieve interventies......................................... 15 3.4. Onderwijsondersteuningsstructuur ................................................... 16 3.4.1. Deskundigheid ...................................................................... 16 3.4.2. Groepsgrootte en formatie ....................................................... 17 3.4.3. Voorzieningen ...................................................................... 18 3.4.4. Ruimtelijke omgeving ............................................................. 19 3.4.5. Samenwerking ...................................................................... 19 4. Ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ..................................................................................................... 21 4.1. Leren en ontwikkeling.................................................................. 21 4.2. Fysiek en medisch....................................................................... 22 4.3. Sociaal-emotioneel en gedrag......................................................... 22 4.4. Werkhouding ............................................................................. 22 4.5. Thuissituatie ............................................................................. 23 5. Conclusie ...................................................................................... 24
3
4
1. Inleiding In dit schoolondersteuningsprofiel wordt een beeld gegeven van de mogelijkheden, grenzen en ambities die de school heeft als het gaat om het bieden van passend onderwijs aan leerlingen met specifieke (extra of aanvullende) onderwijsbehoeften. Uit dit document blijkt of de school voldoet aan de basisondersteuning die door het schoolbestuur en het samenwerkingsverband is vastgesteld of nog wordt vastgesteld. Bovendien wordt aangegeven voor welke leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het team een arrangement heeft. Dit schoolondersteuningsprofiel geeft ook de ambities van het team weer. Deze ambities staan geformuleerd in concrete doelen van het schoolbeleid. Op basis van dit document kan de school een goede gesprekspartner zijn voor bestuur, ouders, het samenwerkingsverband, het speciaal onderwijs en organisaties voor welzijn en zorg. De optelsom van de gegevens van meerdere scholen van het samenwerkingsverband geven een beeld van het onderwijszorg continuüm op het niveau van het schoolbestuur, de gemeente en het samenwerkingsverband. Op basis van dit overzicht kan het samenwerkingsverband bepalen voor welke kinderen op welke plek voorzieningen en lesplaatsen worden ingericht. Het schoolbestuur en het samenwerkingsverband kunnen vervolgens beleid ontwikkelen om te voldoen aan de zorgplicht voor het bieden van passend onderwijs aan alle leerlingen uit de regio. Zo vormen de schoolondersteuningsprofielen van alle scholen samen een belangrijke bouwsteen voor het ontwikkelen van beleid op onder andere de ondersteuningstoewijzing, de verdeling van middelen en het arrangeren van een goed antwoord op de behoeften van leerlingen. Het schoolondersteuningsprofiel van de school is opgesteld door een adviseur van Inschool, op basis van de ingevulde facts& findings en het interview op 23 januari 2013 met de directeur en de adjunct, de competentiescan van het team en de teamworkshop. Naar aanleiding hiervan is door Inschool een concept rapportage opgesteld welke aan de school is voorgelegd om te checken op feitelijke onjuistheden. Ook is gevraagd aan de school de concept rapportage te completeren waar het de ambities betreft ten aanzien van onderwijs(ondersteunings-) arrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Deze aanvullingen zijn meegenomen in de definitieve schoolrapportage van dit schoolondersteuningsprofiel.
5
2. Algemene gegevens 2.1. Algemene gegevens van de school School:
SBO de Boei
BRIN:
17UI
Directie:
R. Janssen (dir.) en M. van Honk (adj.)
IB-er(s):
Jeffrey Leander en Bianca Reijns-Erkelens (ondersteunende IB-er)
Schoolbestuur:
Stichting Zaan Primair
Samenwerkingsverband:
2701
2.2. Onderwijsvisie/schoolconcept SBO de Boei is een school die samenwerking, professionaliteit en kwaliteit hoog in het vaandel heeft staan om aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften tegemoet te komen. De school heeft een zogenaamde ‘binnen-’ en ‘buitendienst’. In de binnendienst wordt onderwijs geboden aan leerlingen. De school is gespecialiseerd in leerlingen met complexe, meervoudige problematiek. Hierbij gaat het om kinderen die cognitief zwak zijn. De school heeft een aanpak voor dyslexie en binnen de school is een JK (Jonge Kind) groep, wat tevens als observatieplek dient. Binnen een afgesproken periode wordt bekeken welk type onderwijs het meest geschikt is voor het betreffende kind. In de buitendienst ondersteunt de school reguliere basisscholen binnen het samenwerkingsverband van de Zaanstreek. Het doel voor de komende jaren voor de Boei is uit te groeien tot een steunpunt ten behoeve van het reguliere onderwijs (de ‘buitendienst’). De Boei deelt haar expertise met het regulier onderwijs op het gebied van:
spraak en taal, taal/lezen en spellen, sociale competentie en spel en spelen.
6
2.3. Kengetallen leerlingenpopulatie van de afgelopen schooljaren 2.3.1. Leerling aantal
per 1 okt. 2009 per 1 okt. 2010 per 1 okt. 2011 per 1 okt. 2012 Leerling aantallen 151 134 123 101
Bovenstaand figuur laat zien dat het leerlingenaantal vanaf 2009 is gedaald van 151 leerlingen in 2009 naar nu (2012) 101 leerlingen. De directie van de school geeft aan dat de verwachting is dat het leerlingenaantal elk jaar met ongeveer 20-25 leerlingen zal dalen tot een kleine school van ongeveer 50 leerlingen.
2.3.2. Gewicht leerlingen
Aantal gewichtleerlingen 0,3 Aantal gewichtleerlingen 1,2
per 1 okt. 2009 0 0
per 1 okt. 2010 0 0
per 1 okt. 2011 0 0
per 1 okt. 2012 48 0
Bovenstaand figuur laat het aantal leerlingen met een schoolgewicht zien van de afgelopen vier jaar. Op dit moment zijn er 48 kinderen met een schoolgewicht 0,3. Dat komt overeen met 47,5% van de schoolpopulatie; landelijk gemiddelde daarvan is 6,9% (bron: http://kengetallen.passendonderwijs.nl, leerlinggewichten 2011-2012) en geen kinderen met een schoolgewicht 1,2. Dat komt overeen met 0% van de schoolpopulatie; landelijk gemiddelde daarvan is 5,4% (bron: idem). Bovenstaande gegevens zijn niet compleet omdat in de periode van 2009 tot 2011 de administratie niet op orde was. De school geeft aan geen specifiek beleid voor leerlingen met een schoolgewicht te hebben ontwikkeld. De schoolpopulatie bestaat voor overgrote deel uit ouders die laag zijn opgeleid en aan de onderkant van de sociaal-economische ladder staan. Deze ouders hebben duidelijke uitleg nodig over het onderwijs, geduld en goede begeleiding bij het
7
invullen van formulieren. Ook zijn er hoger opgeleide ouders. Ongeveer 25% van de ouders heeft een allochtone achtergrond. De school beschikt over Basisschoolnet, waardoor ouders makkelijker meedenken over het onderwijs aan hun kind.
2.3.3. Aanmeldingen Groot Zorgteam Binnen De Boei is een Groot Zorgteam (GZT) waar de ontwikkeling van kinderen en de werkwijze van de school wordt geevalueerd. Het doel van het GZT is na te gaan of de werkwijze een dusdanig effect heeft gehad op de ontwikkeling van een kind, dat mogelijke herplaatsing naar het regulier Bao kans van slagen heeft, of dat er gezocht moet worden naar een betere passende setting. Daarnaast worden kinderen die na de interventie vanuit het het Klein Zorgteam (KZT) geen vooruitgang laten zien, uitgebreider besproken met de professionals. Het GZT bestaat uit de volgende professionals: Adjunct/gedragsspecialist IB, logopediste, schoolarts, orthopedagoog en schoolmaatschappelijk werk. Ook worden ouders betrokken bij het GZT. Het Klein Zorgteam KZT) gaat vooraf aan het GZT. In het KZT zitten de leraar, IB en adjunct directeur/gedragsspecialist.
2.3.4. Leerlingen met verwijzingen SO of een rugzakje
Verwijzingen SO Verwijzingen SO Verwijzingen SO Verwijzingen SO
cluster cluster cluster cluster
1 2 3 4
2008-2009 0 0 3 0
2009-2010 0 0 2 3
2010-2011 0 0 0 3
2011-2012 0 0 0 0
De school verwees volgens opgave van de directie sinds 2009 elf leerlingen naar het Speciaal Onderwijs (SO), vijf naar cluster 3 en zes naar cluster 4.
8
Aantal rugzakjes Aantal rugzakjes Aantal rugzakjes Aantal rugzakjes
cluster 1 cluster 2 cluster 3 cluster 4
1 oktober 2009 0 4 3 6
1 oktober 2010 0 3 1 5
1 oktober 2011 0 0 0 3
1 oktober 2012 0 0 0 3
Er zijn op dit moment drie kinderen met een indicatie (rugzakje) van cluster 4. Dit komt neer op 2,9 % van de schoolpopulatie. Het landelijk gemiddelde van kinderen met een rugzakje in het basisonderwijs is 1,4% (bron: http://kengetallen.passendonderwijs.nl, totaal aantal leerlingen met een rugzak, zowel op het BO als SBO, schooljaar 2011-2012). Plaatsing van een kind van REC cluster 4 betekent dat het om een kind gaat uit de regio. Wanneer een kind oppositioneel gedrag vertoont, dan wordt het verwezen naar REC cluster 4. Daarnaast kent de school leerlingen met autisme. Wanneer het kind rustig gedijt, dan kan het onderwijs volgen op de Boei. Als gevolg van rugzakleerlingen ontwikkelde het team zich, mede dankzij de begeleiding van de ambulant begeleider. Het team is meer handelingsbekwaam geworden.
2.3.5. Aantal leerlingen met dyslexie en dyscalculie
Aantal dyslexieverklaringen Aantal gediagnosticeerde leerlingen met dyscalculie/rekenstoornis
1 oktober 2009 0
1 oktober 2010 0
1 oktober 2011 7
1 oktober 2012 4
0
0
1
0
Op de school zitten momenteel vier leerlingen met een dyslexieverklaring. De school werkt met het protocol en kinderen met dyslexie ontvangen een extra aanpak die groep doorbroken wordt georganiseerd. Deze leerlingen zitten in een aparte groep. Op de school zitten momenteel geen leerlingen met een verklaring voor dyscalculie. Hiervoor heeft de school nog geen specifieke aanpak. Er is een leraar in opleiding als rekenspecialist.
9
2.3.6. Aantal gediagnosticeerde leerlingen met hoogbegaafdheid of een individueel gemeten IQ lager dan 85
Aantal gediagnosticeerde hoogbegaafde leerlingen (IQ hoger dan 130) Aantal leerlingen met een individueel gemeten IQ lager dan 85
1 oktober 2009
1 oktober 2010
1 oktober 2011
1 oktober 2012
0
0
1
0
0
0
0
0
Op de school zitten momenteel geen leerlingen met een diagnose hoogbegaafdheid. Op de school zitten momenteel veel leerlingen met IQ lager dan 85. Het gemiddelde IQ van alle leerlingen op de Boei ligt op 77,8. Naast een laag IQ hebben leerlingen andere beperkingen. De gegevens uit de grafiek zijn niet juist ingevuld.
10
3. Basisondersteuning In de notitie 'de basisondersteuning op orde' heeft het samenwerkingsverband reeds uitspraken gedaan over wat er onder basisondersteuning verstaan wordt. De basisondersteuning geeft het niveau van ondersteuning weer, waaraan alle scholen in het samenwerkingsverband (gaan) voldoen. Mede op basis van de schoolondersteuningsprofielen van alle deelnemende scholen stelt het samenwerkingsverband het niveau van basisondersteuning vast. De basisondersteuning omvat vier aspecten:
basiskwaliteit; planmatig werken; preventieve en licht curatieve interventies en onderwijsondersteuningsstructuur.
In de vragenlijst die voor deze rapportage is gebruikt, zijn deze vier aspecten van basisondersteuning bevraagd. De school heeft kunnen aangeven wat het meest recente oordeel van de inspectie was over de basiskwaliteit van de school. Het planmatig werken is in beeld gebracht aan de hand van een aantal standaarden. Deze standaarden zijn voor een deel ontleend aan de standaarden die de inspectie hanteert, en voor een ander deel hebben ze betrekking op de mate waarin de school het handelingsgericht werken beheerst. Vervolgens heeft de school kunnen aangeven welke preventieve en licht curatieve interventies (zoals aanpak voor dyslexie en gedrag) zij aanbiedt. De kwaliteit van de ondersteuningsstructuur is in beeld gebracht door gegevens over de deskundigheid, de groepsgrootte (aandacht en tijd), voorzieningen, mogelijkheden van het gebouw en samenwerkingsrelaties van de school weer te geven.
3.1. Basiskwaliteit volgens de inspectie De Inspectie heeft de basiskwaliteit van de school van juni 2011, onvoldoende bevonden. Als verbeterpunten noemt de Inspectie de volgende: 2.1: De school heeft het taalaanbod (begrijpend lezen) vastgelegd en kan inzichtelijk maken voor welke doelen de aanvullende materialen worden ingezet 2.2: De school heeft het aanbod zodanig gepland dat waar mogelijk het niveau van eind groep 8 kan worden gerealiseerd Er wordt in alle groepen structureel aandacht besteed aan de woordenschatontwikkeling De leeromgeving is ondersteunend en taalrijk. 2.5: De school besteedt structureel aandacht aan de sociale competentie. 5.1, 5.2 en 5.3: De directie heeft de lessen van de leraren maandelijks gevolgd en feedback gegeven aan individuele leraren over de kwaliteit van het pedagogisch en didactisch handelen op schoolniveau in kaart gebracht.
11
6.1 en 6.2: De leraren houden rekening met de verschillen tussen de leerlingen. De differentiatie wordt van te voren vastgelegd. 7.1: De school volgt de ontwikkeling van de woordenschat op systematische wijze. 7.2: De leraren administreren de resultaten van methode gebonden toetsen op overzichtelijke wijze en maken foutenanalyses De leraren trekken aantoonbaar conclusies uit deze analyses ten behoeve van de afstemming van het onderwijs aan individuele of groepen leerlingen. 7.4: De school stelt bij het te verwachten niveau een plannend leerstofaanbod vast. Dit leerstofaanbod is onderdeel van een doorgaande lijn naar een uitstroomniveau en past bij het ontwikkelingsperspectief van de leerling De school stelt het perspectief aantoonbaar bij wanneer de ontwikkeling op meerdere toets momenten ongunstiger (of gunstiger) verloopt dan was voorzien. 8.3: Voor alle leerlingen die dat nodig hebben, is zorg gepland (conform creteria uitval) De handelingsplanning bevat minimaal: concrete doelen, concreet beschreven activiteiten en het tijdstip en wijze van evaluatie van de extra zorg De school kan aantonen dat consequent wordt gewerkt aan de uitvoering van de zorg. 9.2: De school legt streefdoelen vast voor rekenen en wiskunde, technisch lezen, begrijpend lezen en spelling De schoolleiding evalueert samen met het team de opbrengsten en geeft daarmee een impuls aan het opbrengstgericht werken. 9.3: De school plant evaluatieactiviteiten voor de cruciale onderdelen van het onderwijsleerproces (aanbod, kwaliteit van de lessen, pedagogisch klimaat, leerling zorg). Vervolgens heeft de schoolleiding vanuit de lesobservaties conclusies getrokken voor haar schoolontwikkeling. 9.5: De schoolleiding legt kwaliteitsafspraken vast, evenals de wijze waarop de afspraken worden geborgd. 10.3: De directie inventariseert en initieert de scholings- en begeleidingsbehoefte van het personeel ter verhoging van de professionele kwaliteit. De directie stelt naar aanleiding hiervan een scholingsplan op voor het team en individuele leraren. De Inspectie oordeelde tijdens haar laatste bezoek ten aanzien van de opbrengsten als volgt: Zwak De resultaten van de leerlingen aan het EINDE van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerling populatie mag worden verwacht De resultaten van de leerlingen voor de Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde TIJDENS de schoolperiode liggen tem minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerling populatie mag worden verwacht
12
Voldoende *
*
Goed
Excellent
3.2. Planmatig werken 3.2.1. Standaarden van de inspectie Onderstaand schema geeft aan hoe de school zichzelf beoordeelt op een aantal standaarden uit het toezichtkader van de Inspectie van het onderwijs. Zwak 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden 2.4 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerling-gewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand
Voldoende
Goed
* *
4.2 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school
*
4.4 De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen 4.5/6 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten in en om de school 4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan
* * *
5.1 De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof
*
5.2 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer
*
5.3 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten
*
6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen 7.1 De school gebruikt een samenhangend systeem genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in ontwikkeling van de leerlingen 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen
* * * * * * * *
8.3 De school voert de zorg planmatig uit
*
8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg
*
8.5 De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerling-niveau haar eigen kerntaak overschrijden 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerling-populatie
* *
9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen
*
9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces
*
9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit
13
* * *
Excellent
Zwak
Voldoende
Goed
Excellent
S7.3 De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast S7.2 De school volgt of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperpectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes
NVT
* *
Directie en IB beoordelen de school op elf van de 28 bovenstaande inspectie indicatoren als voldoende, tien als goed, vijf als zwak en twee als excellent. De school noemt de volgende verbeterpunten: 2.4 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerling-gewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. 5.1 De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof; 5.2 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer; 5.3 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten en 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. Daarnaast stelt de school de volgende ontwikkeldoelen voor het team:
Het team dat zich als ‘groep’ ontwikkelt, in plaats van ‘losse individuen’. Groeien in onderlinge afstemming. Elkaar feedback geven. Zelfstandig werken. Borgen van het beginnen vanuit de beginsituatie.
De ontwikkelingen ten aanzien van verbetering van het team en de school groeien snel. Momenteel zit de school op 50% van het uitvoeren van het verbeterplan om te komen tot een positieve beoordeling van de Inspectie. Ongeveer 75% van het team is gewisseld en de volgende stappen zijn gezet:
Beginsituatie van kinderen inzetten in het onderwijs. Ontdekken wat de volgende stap is en het einddoel Uitvoeren van de didactische cyclus. Pedagogische vaardigheden van teamleden ontwikkeld. Instructie die effectief is. Zelfstandig werken door middel van GIPH. Inzetten op het proces.
De directie voert klassenbezoeken uit en stelde drie niveaus van leraar op: 1 – basisarrangement leraar, 2 - basisplus leraar en 3 – excellente leraar.
14
3.2.2. Standaarden handelingsgericht werken Onderstaand schema geeft weer in hoeverre de school zichzelf op dit moment beoordeelt betreffende de ontwikkeling van handelingsgericht werken (HGW). Zwak Leerkrachten verkennen en benoemen de onderwijsbehoeften van leerlingen o.a. door observatie, gesprekken en het analyseren van toetsen Leerkrachten bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de leerkracht, de groep en de leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en daarop af te stemmen Leerkrachten reflecteren op hun eigen rol en het effect van hun gedrag op het gedrag van leerlingen, ouders, collega's Leerkrachten zijn zich bewust van de grote invloed die zij op de ontwikkeling van hun leerlingen hebben Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten de sterke kanten en interesses van de leerlingen, de leerkrachten, de ouders en het schoolteam Leerkrachten werken samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen doelen en benutten de ideeën en oplossingen van leerlingen Leerkrachten werken samen met ouders. Ze betrekken hen als ervaringsdeskundige en partner bij de analyse van de situatie en het bedenken en uitvoeren van de aanpak Leerkrachten benoemen hoge, reële SMARTI-doelen voor de lange (einde schooljaar) en voor de korte (tussendoelen) termijn. Deze doelen worden gecommuniceerd en geëvalueerd met leerlingen, ouders en collega's Leerkrachten werken met een groepsplan waarin ze de doelen en de aanpak voor de groep, subgroepjes en mogelijk een individuele leerling beschrijven Leerkrachten bespreken minstens drie keer per jaar hun vragen betreffende het opstellen, uitvoeren en realiseren van hun groepsplannen met de intern begeleider De onderwijs- en begeleidingsstructuur is voor eenieder duidelijk. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, waar, hoe en wanneer Alle teamleden zijn open naar collega's, leerlingen en ouders over het werk dat gedaan wordt of is. Motieven en opvattingen worden daarbij inzichtelijk gemaakt
Voldoende
Goed
Excellent
*
* * * *
*
*
*
*
*
*
*
De school beoordeelt zichzelf op vijf van de twaalf standaarden van handelingsgericht werken als voldoende, vier als goed en drie als zwak. De school geeft aan op de goede weg te zijn, maar er moet nog veel werk verzet worden. De school geeft aan dat dit analytische capaciteiten vraag van teamleden. Daarnaast zal de school vanuit de geformuleerde doelen het onderwijs uitvoeren in kleine stappen.
3.3. Preventieve en licht curatieve interventies De school heeft een aanbod voor leerlingen met Dyscalculie conform het protocol De school heeft een aanbod voor leerlingen met Dyslexie conform het protocol
15
Nee. Hiervoor heeft de school nog geen specifieke aanpak. Er is een leraar in opleiding als rekenspecialist. Ja. De school werkt met het protocol en kinderen met dyslexie ontvangen een extra aanpak die groep doorbroken wordt georganiseerd. Deze leerlingen zitten in een aparte groep en worden
extra ondersteund door de leesspecialist, Ja.
De school heeft een protocol voor medische handelingen. De school biedt fysieke toegankelijkheid en de beschikbaarheid van hulpmiddelen voor leerlingen met een (meervoudige) lichamelijke handicap. De school biedt aangepaste werk- en instructieruimtes voor leerlingen die dit nodig hebben De school biedt de beschikbaarheid van hulpmiddelen voor leerlingen die dit nodig hebben De school heeft een aanpak gericht op sociale veiligheid De school heeft een aanpak gericht op het voorkomen van gedragsproblemen De school heeft een onderwijsprogramma en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een minder dan gemiddelde intelligentie. De school heeft een onderwijsprogramma en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer dan gemiddelde intelligentie.
Nee.
Ja. Ja. Ja. Ja. Ja. SBO. Het gemiddelde IQ van alle leerlingen op de Boei ligt op 77,8. Naast een laag IQ hebben leerlingen andere beperkingen. Nee. Niet van toepassing
Plan passend onderwijs Zaan Primair en positie SBO beleidsvoornemens.
3.4. Onderwijsondersteuningsstructuur 3.4.1. Deskundigheid De school maakt gebruik van de volgende aanwezige teamdeskundigheid: aanwezig zonder diploma
aanwezig met diploma
Intern Begeleider
*
Taal/leesspecialist
*
Dyslexie specialist
*
Rekenspecialist
niet aanwezig
*
Gedragsspecialist
*
Sociale vaardigheden specialist
*
Hoogbegaafdheid specialist
*
Remedial teacher
*
Motorische Remedial Teaching
*
Spelbegeleiding Coaching en Video Interactie Begeleiding Specialist jonge kind
* *
*
Naast boven genoemde deskundigheid werken er een motorische remedial teacher en een logopedist in de school. De deskundigheid is verdeeld onder verschillende
16
mensen binnen het team. Het schoolbestuur zet de expertise van het team in op reguliere basisscholen. De Boei wil de deskundigheid van haar team ontwikkelen op het gebied van autisme en rekenen. De school maakt gebruik van de volgende aanwezige deskundigheid aanwezig in het samenwerkingsverband/bestuur: aanwezig zonder diploma
aanwezig met diploma
Orthopedagoog/Psycholoog
*
Logopedist
*
Hoogbegaafdheidspecialist
*
niet aanwezig
Schoomaatschappelijk werker
*
Schoolversterker
*
Specialist het jonge kind
*
Intern Begeleider
*
Taal/leesspecialist
*
Dyslexiespecialist
*
Rekenspecialist
*
Gedragsspecialist
*
Sociale vaardigheden specialist
*
Remedial Teacher Motorisch Remedial Teacher
* *
Spelbegeleiding
*
Coaching en video interactie Begeleider
*
Naast bovengenoemde deskundigen maakt de school gebruik van: ambulant begeleider, steunpunt autisme en fysiotherapeut. De deskundigheid is ruim voor handen. Er is een mogelijkheid tot exploitatie voor het reguliere basisonderwijs.
3.4.2. Groepsgrootte en formatie De gemiddelde groepsgrootte is 15, met maximum groepsgrootte van 17 leerlingen. In de JR groep zitten elf kinderen. De school organiseert haar onderwijs in jaarklassen. De extra ondersteuning voor spelling en lezen vindt veelal plaats buiten de groep. Ook de tutor van Piramide werkt buiten de groep met de kinderen. De school wil haar onderwijs zo organiseren dat extra ondersteuning voor een groot deel plaatsvindt binnen de groep en een klein deel buiten de groep. Het aantal teamleden (Onderwijs Personeel) per 1 augustus 2012 is 23 personen. De formatie van het Onderwijskundig Personeel is per 1 augustus 2012 13,2207. Daarnaast heeft de school zeven personen Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP) per 1 augustus 2012. Het Onderwijskundig Ondersteunend Personeel (OOP) heeft 2,1482 FTE per 1 augustus 2012.
17
Een deel van de toegekende formatiemiddelen vanuit bestuur en swv is ten dienste van het expertisecentrum (buitendienst). Onderstaand schema geeft de hoeveelheid FTE per specialist weer, die binnen de school aanwezig zijn. niet aanwezig
wel aanwezig geen formatie
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
meer dan 0,5
Intern begeleider
meer dan 2
*
Taal/leesspecialist
*
Dyslexiespecialist
*
Reken/wiskundespecialist
*
Gedragsspecialist
*
Sociale vaardigheden specialist Hoogbegaafdheid specialist
meer dan 1
* *
Remedial teacher
*
Motorische remedial teacher
*
Spelbegeleiding
*
Coaching en video interactie specialist
*
Binnen de ruim voor handen zijnde deskundigheid zou er een uitbreiding plaats kunnen vinden voor exploitatie naar het basisonderwijs via het expertise centrum die verbonden is aan de school.
3.4.3. Voorzieningen In onderstaande tabel is te zien of en hoeveel leerlingen gebruik hebben gemaakt van voorzieningen/aanpakken (georganiseerd op school, het bestuur of op samenwerkingsverband niveau) in het schooljaar 2011-2012 n.v.t. Ambulante begeleiding door een van de clusters Preventieve ambulante begeleiding door een van de clusters Hulpklas lezen/Spellen Expertisecentrum (SBO) Spellingswerkplaats expertisecentrum (SBO) Leeswerkplaats expertisecentrum (SBO)
*
Plusklas Hoogbegaafden
*
0
1-5
5-10
10-15
15-20
meer dan 20
* *
* *
Aanbod Sovatraining
*
Aanbod Faalangstraining
*
Zomerschool
*
Daarnaast maakt de school gebruik van schoolzwemmen en zelfverdediging.
18
3.4.4. Ruimtelijke omgeving In onderstaande tabel is aangegeven wat de mogelijkheden van het schoolgebouw zijn om tegemoet te komen aan speciale onderwijsbehoeften: Er is ruimte in de groep voor één-op-één begeleiding
*
Er is ruimte op de gang voor één-op-één begeleiding Er is een prikkelarme werkplek
* *
Er is ruimte voor een time-out De lokalen zijn aangepast voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften Er zijn ruimten met specifieke functies voor bewegings- en leerbehoeften (fysiotherapie, schooltuin, enz) Er zijn werkplekken voor leerlingen beschikbaar op de gang of in flexibele ruimten Anders (vul in bij Toelichting)
* * * *
De werkruimten en lokalen worden als volgt beoordeeld: Slecht Zijn de werkruimten afgestemd op de onderwijsbehoeften van kinderen? Is de inrichting van de lokalen afgestemd op de onderwijsbehoeften van kinderen?
Matig
Voldoende
Goed
Zeer goed
* *
In de toekomst wordt de Boei gehuisvest in een nieuw te bouwen gebouw. Het gebouw wordt ontworpen voor de binnen- en de buitendienst van de school. In het nieuwe gebouw zal tevens ruimte zijn voor het onderzoeksteam en de ambulant begeleiders.
3.4.5. Samenwerking De school werkt structureel samen met de volgende onderwijspartners en externe instanties/partners (of heeft afgesproken hoe de samenwerking verloopt als dat nodig is: Geef aan met welke onderwijspartners en externe instanties/partners uw school structureel samenwerkt of afgesproken heeft hoe de samenwerking verloopt als het nodig is. swv po
*
swv vo (v)SO
* *
SBO Lokale overheid/gemeente Bureau jeugdzorg Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)
* * *
Maatschappelijk werk GGZ
*
Leerplicht
*
Politie Club- en buurthuiswerk/ dorpsraad Centrum Jong Schoolbegeleidingsdienst (sbzw) GGD/Jeugdgezondheidsdienst Centrum Jong
19
* * * *
Lucertis Kram Triversum Bascule
* * * *
Punt P Kwadrant Boddaert
*
MEE Amstel en Zaan
*
ZMC Anders (vul in bij toelichting)
20
4. Ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften In het volgende hoofdstuk wordt in kaart gebracht in hoeverre de school in staat is een aanbod te hebben voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Deze behoeften kunnen betrekking hebben op:
leer- en ontwikkelingskenmerken; werkhouding; fysieke en medische kenmerken; sociaal-emotionele en gedragsmatige kenmerken en de thuissituatie.
Er wordt beschreven welke aanpak de school heeft voor de verschillende aandachtsgebieden. Voor het beschrijven van deze onderwijsondersteuningsarrangementen is informatie verzameld over:
deskundigheid die de school heeft of binnen handbereik heeft; tijd en aandacht die de school aan leerlingen kan besteden; specifieke materialen of voorzieningen waarover de school beschikt; mogelijkheden van het schoolgebouw en samenwerking met relevante organisaties.
4.1. Leren en ontwikkeling Leer- en ontwikkelingshulpvragen kunnen betrekking hebben op intellectuele hulpvragen, leerachterstand, ontwikkelinghulpvragen, taalhulpvragen (algemeen en specifiek) en ontwikkelingvoorsprong. Huidige situatie van de Boei als SBO (‘binnendienst’): De school heeft een aanpak voor leerlingen met ondersteuningsbehoeften op het gebied van:
lezen, taal, waaronder een forse taalachterstand, NT2, dyslexie, IQ rond 60.
Deskundigheid
Aandacht en tijd Voorzieningen Gebouw Samenwerken Ambities
21
Taal/leesspecialist Dyslexie specialist Rekenspecialist (in opleiding) Logopedie in huis. De gemiddelde groepsgrootte is 15. Extra ondersteuning vindt veelal buiten de groep plaats. Een nieuw te bouwen schoolgebouw. De school werkt samen met ambulante begeleiders. Extra ondersteuning meer binnen de groep laten
organiseren door de leraar, met daarnaast een klein deel buiten de groep. Ontwikkelen van een lesaanbod met praktisch gerichte vakken (koken en techniek). Rekenspecialist (is reeds in opleiding).
4.2. Fysiek en medisch Fysieke en medische hulpvragen kunnen betrekking hebben op hulpvragen met het gehoor, gezicht, spraak, motorische problemen en anders (epilepsie). SBO de Boei heeft een aanpak voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften op het gebied van licht fysieke beperkingen. Deze ondersteuning valt volgens de school onder de basisondersteuning. De school biedt geen fysieke toegankelijkheid en de beschikbaarheid van hulpmiddelen voor leerlingen met een (meervoudige) lichamelijke handicap.
4.3. Sociaal-emotioneel en gedrag Sociaal-emotionele hulpvragen kunnen betrekking hebben op (faal)angst, teruggetrokkenheid, zelfvertrouwen, weerbaarheid, positie in de groep en contactname (dit zijn leerlingen die emotioneel moeite hebben met het maken en houden van contact, het invoelen van emoties en dit kunnen toepassen). Gedragshulpvragen kunnen betrekking hebben op overactief, impulsief, naar binnen gericht, naar buiten gericht, bizar en storend gedrag. Huidige situatie van de Boei als SBO (‘binnendienst’): De school heeft een aanpak voor kinderen met extra ondersteuningsbehoeften op het gebied van weerbaarheid en positie in de groep, zelfvertrouwen, faalangst en ADHD. Deskundigheid Aandacht en tijd Voorzieningen Gebouw Samenwerken Ambities
Gedragsspecialist SOVA specialist. De gemiddelde groepsgrootte is 15. Extra ondersteuning vindt veelal buiten de groep plaats. Aanbod SOVA training. Nieuw te bouwen schoolgebouw. Het huidige gebouw biedt vele mogelijkheden voor deze leerlingen. Er is een prikkelarme werkplek en een ruimte voor time-out. Met ouders. Deskundigheidvergroting van het team op het gebied van gedrag.
4.4. Werkhouding Werkhoudingsvragen kunnen betrekking hebben op concentratie, motivatie en taakgerichtheid. Huidige situatie van de Boei als SBO (‘binnendienst’): De school heeft een aanpak voor leerlingen met specifieke behoeften op het gebied van motivatie, tempo en zelfstandigheid.
22
Deskundigheid Aandacht en tijd Voorzieningen Gebouw Samenwerken Ambities
Ervaringsdeskundigheid van het team. De gemiddelde groepsgrootte is 15. Deze ondersteuning vindt binnen de groep plaats, binnen het klassenmanagement van het team. Het gebouw heeft prikkelarme werkplekken.
4.5. Thuissituatie Bij problemen in de thuissituatie kan het gaan om onder stimulering, pedagogische verwaarlozing en over bescherming. Huidige situatie: De school heeft een aanpak voor/ ervaring met onder stimulering, pedagogische verwaarlozing en over bescherming. Deskundigheid Aandacht en tijd Voorzieningen Gebouw Samenwerken
Ambities
23
Ervaringsdeskundigheid van het team. De IB-er en adjunct directeur ondersteunen de leraren. Er is ruimte voor overleg tussen ouders en de school. Bureau Jeugdzorg Centrum voor Jeugd en Gezin Leerplicht GGD/Jeugdgezondheidsdienst Mee Amstel en Zaan, etc. De school wil ouders nog meer betrekken bij het onderwijs aan de kinderen.
5. Conclusie SBO de Boei bestaat uit een zogenaamde ‘binnen-’ en ‘buitendienst’. De ‘binnendienst’ biedt onderwijs aan leerlingen. De ‘buitendienst’ wordt gevormd door het Expertise Centrum Zaan Primair, dat een ondersteunend, extern aanbod biedt aan de reguliere basisscholen binnen het samenwerkingsverband. De ondersteuningsarrangementen van het Expertise Centrum moeten ervoor zorgen dat kinderen zich langer kunnen blijven handhaven in het reguliere onderwijs, zodat elk kind de benodigde ondersteuning zoveel mogelijk ‘thuis-nabij’ kan ontvangen. Het expertise centrum is in ontwikkeling met als doel uit te groeien tot een steunpunt ten behoeve van het reguliere onderwijs. Het aanbod van het Expertise Centrum ziet er als volgt uit: (www.sbozaanprimair.nl voor uitgebreide informatie): 1.
Presentaties en Workshops voor leraren en IB-ers (groepsplannen, ontwikkelingsperspectieven en handelingsplannen, praten met ouders, begrijpend lezen, connect lezen, RALFI, etc).
2.
Onderzoek (pedagogisch didactisch en psychologisch onderzoek).
3.
Zorgteams.
4.
Preventieve ondersteuning (lezen/spelling en dysexie, rekenen, observaties).
5.
Hulpklassen (lezen/spellen, leeswerkplaats, spellingwerkplaats, aanbod zeer jonge kind).
De conclusie van deze rapportage zal zich hierna richten op de Boei als school (de ‘binnendienst’) voor leerlingen met complexe, meervoudige problematiek. SBO de Boei geeft aan inmiddels een voldoende basis te hebben voor wat betreft differentiatie, instructiemodel en klassenmanagement. De school versterkte deze punten afgelopen jaar door een groot deel van het team te vervangen door competente leraren. Ten aanzien van handelingsgericht werken geeft de school aan op de goede weg te zijn, maar er nog veel moet worden ontwikkeld. Volgens de school vraagt dit analytische capaciteiten van teamleden. De Boei biedt met name een aanpak voor hulpvragen op het gebied van leren en ontwikkeling. De school is gespecialiseerd in complexe meervoudige problematiek. Hierbij gaat het om kinderen met een gemiddeld IQ van 77. De school heeft een aanpak voor dyslexie en binnen de school is een JK (Jonge Kind) groep, wat tevens als observatieplek dient. Binnen het team is deskundigheid op het gebied van taal/lezen en dyslexie. Er is een rekenspecialist in opleiding. Voor alle leerlingen is een ontwikkelingsperspectief opgesteld. De Boei biedt een aanpak voor sociaalemotionele hulpvragen en gedrag. Binnen het team is een specialist op het gebied van gedrag en SOVA. De school heeft leerlingen met autisme. Ook biedt de school een aanpak voor lichte fysieke en medische hulpvragen. Binnen de school is een motorische remedial teacher werkzaam. Daarnaast biedt de school een aanpak voor hulpvragen op het gebied van spraak en taal. De school deed behoorlijk wat ervaringen op met problematische thuissituaties.
24
De Boei deed ervaring op met rugzakleerlingen uit cluster 4. Plaatsing van een kind van REC cluster 4 betekent dat het om een kind gaat uit de regio. Wanneer een kind oppositioneel gedrag vertoont, dan wordt het verwezen naar REC cluster 4. Wanneer het kind rustig gedijt, dan kan het onderwijs volgen op de Boei. Als gevolg van rugzakleerlingen ontwikkelde het team zich, mede dankzij de begeleiding van de ambulant begeleider. Het team is meer handelingsbekwaam geworden. De Boei heeft de opdracht om kleiner te worden. De directie van de school geeft aan dat de verwachting is dat het leerlingenaantal elk jaar met ongeveer 20-25 leerlingen zal dalen tot een kleine school van ongeveer 50 leerlingen. Tegelijkertijd is de school in ontwikkeling en zal dat in de toekomst blijven. De volgende ontwikkelpunten voor de school kunnen uit het voorgaande worden geformuleerd, ten aanzien van: deskundigheid, aandacht en tijd, voorzieningen, gebouw en samenwerking. Deskundigheid: o o o o o o o o o o o o
Deskundigheidsontwikkeling op het gebied van handelings gericht werken (HGW). Analyse van de resultaten. Op basis van de resultaten doelen stellen en dit in kleine stappen terug zetten in het onderwijs aan het kind. Deskundigheidsontwikkeling van het team op het gebied van dyscalculie. Deskundigheidsontwikkeling van het team op het gebied van autisme. Deskundigheidsontwikkeling van het team op het gebied van zelfstandig werken. Deskundigheidsontwikkeling van het team op het gebied van spraak en taal. Deskundigheidsontwikkeling van het team op het gebied van taal/lezen en spellen. Deskundigheidsontwikkeling van het team op het gebied van sociale competentie. Deskundigheidsontwikkeling van het team op het gebied van spel en spelen. Deskundigheidsontwikkeling van het team op het gebied van koken en techniek. De school wil haar onderwijs zo organiseren dat extra ondersteuning voor een groot deel plaatsvindt binnen de groep en een klein deel buiten de groep. Deskundigheidsbevordering van het team ten aanzien van het geven van feedback aan elkaar (training gesprekstechnieken).
Aandacht en tijd: o
o
25
Nog meer en/of anders benutten van de relatief gunstige leraar-leerling-ratio (groepsdelen van 15 leerlingen) door bijvoorbeeld het door ontwikkelen van zelfstandig werken. Leerkrachten werken samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen met hen doelen en benutten de ideeën en oplossingen van leerlingen.
Voorzieningen: o o
Ontwikkelen van een aanpak voor dyscalculie. Uitbreiden van het lesaanbod met praktisch gerichte vakken (zoals techniek en koken).
Gebouw: o
In de nieuwe situatie van nieuwbouw kijken welke mogelijkheden het gebouw biedt om expliciet tegemoet te komen aan de sterke kanten van de Boei.
Samenwerking: o o
Het nieuwe team zal zich de komende periode gaan ontwikkelen tot een ‘team’, in plaats van losse individuen. Samenwerking met ouders uitbouwen.
Tot slot: Voor welke leerlingen met speciale en/of aanvullende onderwijsbehoeften kan het samenwerkingsverband een beroep op uw school doen? + Kinderen met laag IQ en meervoudige problematiek. + Kinderen met leer- en gedragsproblemen die gebruik kunnen maken van het externe aanbod van de school. Welke voorwaarden stelt de school hierbij? + Voldoende financiële ondersteuning en formatie.
26