Rapportage Onderzoek Ouderbetrokkenheid SBO De Boei, Rotterdam
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
1
SBO De Boei, Rotterdam
CPS Onderwijsontwikkeling en advies Myrthe Meurders Roland Zuidema Amersfoort, 12 maart 2014 www.cps.nl/ouderbetrokkenheid
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
2
SBO De Boei, Rotterdam
Inhoudsopgave Voorwoord ........................................................................................................................................................... 4 1.
Inleiding ........................................................................................................................................................ 5
2. Ouderbetrokkenheid ........................................................................................................................................ 6 2.1 Definitie ouderparticipatie en ouderbetrokkenheid .................................................................................................. 6 2.2 Visie op ouderbetrokkenheid volgens CPS .............................................................................................................. 6 2.3 Ouderbetrokkenheid 3.0 ................................................................................................................................... 7 2.4 De tien criteria van Ouderbetrokkenheid 3.0 © ....................................................................................................... 8 3. Open interview Ouders ..................................................................................................................................... 9 3.1 Rondje door de school ................................................................................................................................... 12 3.2 Foto’s rondje door de school ........................................................................................................................... 13 4. Documentenanalyse & Social Media .................................................................................................................... 14 4.1 Documenten onderzoek .................................................................................................................................. 14 4.2 Social media onderzoek .................................................................................................................................. 17 5.
Mystery Guest ............................................................................................................................................... 18
6.
Interview MR-lid ............................................................................................................................................ 22
7.
Interview individuele ouder ............................................................................................................................. 27
8.
Interview teamlid .......................................................................................................................................... 32
9.
Interview schoolleiding ................................................................................................................................... 37
10. Analyse vragenlijst .......................................................................................................................................... 42 10.1 Opmerkingen ............................................................................................................................................ 45 10.2 Uitkomsten criteria Ouderbetrokkenheid 3.0 ...................................................................................................... 46 11. Conclusies en aanbevelingen .............................................................................................................................. 48 11.1 Algemeen ................................................................................................................................................ 48 11.2 Per criterium ............................................................................................................................................ 49
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
3
SBO De Boei, Rotterdam
Voorwoord Op 12 februari 2014 zijn Myrthe Meurders en Roland Zuidema namens CPS Onderwijsontwikkeling en advies een dag op SBO De Boei geweest. Wij zijn hartelijk ontvangen en hebben gesproken met ouders, leraren, directie en een MR-lid. Tijdens de inloopochtend (Open interview met ouders) hebben negen ouders de moeite genomen om te komen praten over de samenwerking tussen ouders en SBO De Boei. Met een aantal van deze ouders hebben we ook een rondleiding door de school gehouden om op deze wijze ook vanuit hun perspectief naar de school te kunnen kijken. Wij waarderen het zeer dat de verschillende betrokkenen de tijd hebben vrij gemaakt om bij de gesprekken aanwezig te zijn. We willen ook het gehele team van de school hartelijk bedanken voor hun medewerking. Op basis van alle verzamelde informatie hebben wij dit onderzoeksrapport opgesteld. Amersfoort, 12 maart 2014 Myrthe Meurders Roland Zuidema
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
4
SBO De Boei, Rotterdam
1.
Inleiding
Stichting Kind en Onderwijs is een stichting voor Christelijk primair onderwijs in Rotterdam. De scholen van Stichting Kind en Onderwijs bevinden zich in Rotterdam en omgeving: Alexanderpolder, Rotterdam Noord, Centrum, Rotterdam West en Hoek van Holland. Op 28 schoollocaties wordt onderwijs gegeven vanuit de volgende visie:
kinderen een gemeenschap laten ervaren waarin zij zich veilig voelen en zich optimaal kunnen ontwikkelen,
kwalitatief goed onderwijs verzorgen waarbij kinderen zo goed mogelijk worden voorbereid op hun plaats in de samenleving.
Stichting Kind en Onderwijs vindt hierbij de rol van ouders heel belangrijk. In de missie van Stichting Kind en Onderwijs staat: “Ouders zijn de belangrijkste opvoeders, want zij zijn de wortels van het bestaan van ieder kind. Daarom is het van groot belang dat ouders en school een uitstekende relatie onderhouden, zodat zij samen garant kunnen staan voor een goede opvoeding en elkaar kunnen aanvullen”. De wensen van ouders zijn belangrijk in deze samenwerking. Vanuit het Gemeentelijk programma Beter Presteren Rotterdam is tevens een nadrukkelijke relatie gelegd met ouderbetrokkenheid. De komende jaren wordt van scholen verwacht dat zij hogere resultaten op schoolniveau realiseren. Het onderwijsondersteunend gedrag van ouders is hierbij een belangrijke succesfactor. Scholen zullen de samenwerking met ouders en de ouderbetrokkenheid verder moeten vormgeven. De komende jaren wil ook Stichting Kind en Onderwijs invulling geven aan de rol van ouders op de scholen. Dit betekent dat de scholen een visie krijgen op de samenwerking en invulling geven aan een goede relatie. Met als uitgangspunt dat deze relatie ten goede komt aan het kind. Stichting Kind en Onderwijs, wil daarom graag de scholen de gelegenheid bieden zicht te krijgen op de eigen situatie met betrekking tot ouderbetrokkenheid. Hiertoe krijgen alle scholen een nulmeting ouderbetrokkenheid van CPS. Met deze nulmeting krijgen de scholen inzicht in de eigen relatie met de ouders en de mate waarin op een effectieve manier wordt samengewerkt. Het uitgangspunt van de nulmeting is dat de scholen zich bewust worden van het feit dat zijzelf de sleutel in handen hebben om ouderbetrokkenheid succesvol vorm te geven. De terugkoppeling van de nulmeting samen met een korte introductie op het thema ouderbetrokkenheid geeft bij de scholen de noodzaak voor verandering aan. De scholen krijgen zicht aan welke randvoorwaarden zij nog moeten werken.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
5
SBO De Boei, Rotterdam
2.
Ouderbetrokkenheid
2.1
Definitie ouderparticipatie en ouderbetrokkenheid
Voor een school is het van essentieel belang te weten waarom zij samenwerking met ouders wil. Ouderparticipatie en ouderbetrokkenheid zijn in essentie verschillende zaken. Onder ouderparticipatie wordt verstaan: het actief deelnemen aan allerlei activiteiten georganiseerd door de school. Hierbij kan worden gedacht aan het helpen voorbereiden van feestelijke activiteiten, het uitvoeren van luizencontroles, enzovoort. Ouderbetrokkenheid wil zeggen: interesse voor en betrokkenheid bij de ontwikkeling van het kind, de school van het kind, het huiswerk van het kind, de leraar, het bezoeken van ouderavonden en oudergesprekken, respect voor de leerkracht, enzovoort. Ouderparticipatie gebeurt op school, ouderbetrokkenheid speelt zich vooral thuis af (‘good parenting at home’). Uit onderzoek blijkt dat ouderparticipatie op zichzelf noch een positief noch een negatief effect heeft op de ontwikkeling van leerlingen. Ouderbetrokkenheid is daarentegen wel degelijk van invloed op de ontwikkeling en de leerprestaties van de leerlingen. Uiteraard kan ouderparticipatie wel een positief effect hebben op ouderbetrokkenheid, want sommige ouders die meewerken op school, zullen misschien eerder betrokken zijn bij de school van hun kind. In de praktijk komen we dan ook vaak tegen dat scholen die ouderbetrokkenheid willen vergroten, gaan werken aan ouderparticipatie. Anderzijds is het ook mogelijk dat ouders heel actief op school zijn, maar thuis nauwelijks belangstelling tonen voor het schoolwerk van hun kind. Daarom is het belangrijk dat scholen in de eerste plaats investeren in ouderbetrokkenheid.
2.2
Visie op ouderbetrokkenheid volgens CPS
In de visie van CPS moet je ouders gewoon ‘ouders’ noemen. De emotionele betrokkenheid van ouders bij hun kind is zó uniek, dat deze relatie nooit helemaal is weer te geven in termen van ‘klanten’ of ‘partners’. Een ouder is immers het meest kwetsbaar als het gaat om zijn kind. Wel heeft de relatie tussen school en ouders klant- en partnerschapkenmerken. Wanneer de school ouders als ouders benoemt, beschouwt en bejegent (dus niet alleen als klant of partner), ontstaat er respect voor hun bijzondere rol, hun specifieke en soms irrationele emoties.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
6
SBO De Boei, Rotterdam
2.3
Ouderbetrokkenheid 3.0blij De Visie Ouderbetrokkenheid 3.0
©
Ieder kind heeft recht op een goede samenwerking tussen school en ouders! Ouders en leraren werken voortdurend samen om het leren en een gezonde ontwikkeling van leerlingen te ondersteunen, zowel thuis als op school. Zij zoeken gezamenlijk naar nieuwe inzichten die bijdragen aan goed onderwijs en aan de ontplooiing van hun kind, de leerling. Om deze visie om te zetten naar gedrag, heeft CPS een werkwijze ontwikkeld met de naam Ouderbetrokkenheid 3.0. Ouderbetrokkenheid 3.0 gaat over de samenwerking tussen ouders en scholen ten behoeve van de ontwikkeling van de leerling. Om als school volgens Ouderbetrokkenheid 3.0 te kunnen samenwerken, is het belangrijk te weten en vervolgens te herkennen wat dan Ouderbetrokkenheid 1.0 en 2.0 is. Ouderbetrokkenheid 1.0: De school zendt informatie naar de ouders. Hierbij gaat het om eenzijdige communicatie waarbij de school het moment, de vorm en de inhoud van de informatie bepaalt. Ouderbetrokkenheid 2.0: De school zendt informatie naar de ouders en de ouders kunnen informatie terug zenden. Hierbij hoeft geen sprake te zijn van werkelijk contact; de informatie is een verzameling van tweezijdig zenden, zonder dat er sprake is van een samenwerking. Ouderbetrokkenheid 3.0: De school en de ouders delen en zoeken samen naar nieuwe informatie met een voor beide partijen helder doel: de ontwikkeling van het kind, de leerling. In deze werkwijze maken ouders en leraar dus afspraken en zoeken ze naar nieuwe inzichten die het beste zijn voor de ontplooiing van het kind. Hierbij heeft CPS het uitgangspunt dat:
alle ouders betrokken zijn en hun kind willen ondersteunen in zijn ontwikkeling, maar sommigen weten niet hoe ze
dat moeten doen.
alle leraren ouders graag willen betrekken, maar sommigen weten niet hoe ze dat moeten doen.
Ouderbetrokkenheid is geen doel op zich. Het moet een onderdeel zijn van een integrale aanpak van schoolontwikkeling. Het doel is: een blijvend betere relatie tussen school en ouders in het belang van de leerling. © CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
7
SBO De Boei, Rotterdam
2.4
De tien criteria van Ouderbetrokkenheid 3.0 ©
Voor het onderzoek ouderbetrokkenheid worden de tien criteria van ouderbetrokkenheid 3.0 als uitgangspunt genomen. Deze criteria zijn ontwikkeld aan de hand van de zes standaarden van de PTA (Parent Teachers Association 1) uit Amerika. Deze standaarden zijn gebaseerd op jarenlang (wetenschappelijk) onderzoek. Als school voldoen aan de tien criteria is een garantie dat de samenwerking tussen school en ouders effectief is: het gaat altijd over wat nodig is om de leerling, het kind, optimaal tot bloei te laten komen. 1.
De school heeft met ouders een heldere visie op samenwerking geformuleerd. Uit alle informatie van de school aan ouders blijkt hoe belangrijk de school het samenwerken met ouders vindt. Ook in het gedrag van de medewerkers van de school is de visie op ouderbetrokkenheid zichtbaar.
2.
De school laat zien dat leraren, leerlingen en ouders actief betrokken worden bij het schoolbeleid. Bijvoorbeeld door middel van panelgesprekken met ouders, een leerlingenraad, een brainstorm tussen leraren, leerlingen en hun ouders over een bepaald beleidsthema, enzovoort. Leraren, leerlingen en ouders weten wat er met hun inbreng gebeurt.
3.
Op school is aan alles te merken dat leraren, leerlingen en ouders welkom zijn op school.
4.
Ouders en leraren werken voortdurend samen om het leren en een gezonde ontwikkeling van leerlingen te ondersteunen, zowel thuis als op school.
5.
Gesprekken tussen leraren, leerlingen en ouders worden vanuit gelijkwaardigheid gevoerd. Iedereen heeft zijn eigen actieve inbreng. Leerlingen zijn zoveel mogelijk bij alle gesprekken aanwezig. De plaatsen waar gesprekken worden gevoerd zijn voor iedereen comfortabel en gelijkwaardig en er is voldoende tijd voor alle deelnemers.
6.
Leraren, leerlingen en ouders voelen zich verantwoordelijk voor elkaar en zijn daarop aanspreekbaar. Zo wordt er respectvol over elkaar gesproken zowel binnen als buiten de school. Voor leraren, leerlingen en ouders die buiten de groep dreigen te vallen voelt iedereen zich verantwoordelijk.
7.
Het leerlingendossier is toegankelijk voor leraren en ouders. Ouders worden uitgenodigd informatie toe te voegen.
8.
De school laat zien open te staan voor verbetersuggesties en gaat op een transparante manier om met klachten. Iedereen kan zien welke (officieel) gemelde klachten er zijn en wat er met deze klachten gebeurt. Natuurlijk worden privacy regels hierbij in acht genomen.
9.
De opkomst bij verplichte bijeenkomsten met ouders en leraren (en leerlingen) is > 80%. De mate van verantwoordelijkheid, betrokkenheid en samenwerking komt onder meer tot uiting in dit criterium.
10. Wetten en schoolregels worden door de school actief en helder duidelijk gemaakt en door iedereen nageleefd (zoals leerplicht, ouderbijdrage, omgangsregels, enzovoort). De school heeft het basisarrangement van de inspectie.
1
Voor meer informatie zie www.pta.org
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
8
SBO De Boei, Rotterdam
3.
Open interview Ouders
Ouders zijn uitgenodigd aan het begin van de onderzoeksdag om op een informele manier te praten over het onderwerp ‘Ouderbetrokkenheid’. Wat verstaan de ouders onder ouderbetrokkenheid, wat gaat er goed in de samenwerking tussen ouders en de school en wat kan er volgens de ouders worden verbeterd in de samenwerking. Welke tips hebben de ouders om de samenwerking te verbeteren. Als uitgangspunt voor dit gesprek hanteren wij de 10 criteria van Ouderbetrokkenheid 3.0. Er waren 9 ouders aanwezig.
W EERGAVE
EN BEVINDING EN VAN HET GESPREK
Hoe vinden u en uw kind het op school? Een ouder geeft aan twee scholen te hebben bezocht en zich het meest aangesproken te voelen door SBO De Boei. “Hier voelde het het best voor mijn kind.” Kent u elkaar (de ouders)? Nee, we zien elkaar alleen ‘s ochtends en activiteiten om elkaar te ontmoeten worden door de school niet georganiseerd. Ik heb geen binding met andere ouders en omdat we van verder komen ook geen binding met de wijk. Wijkactiviteiten bijvoorbeeld, kan je op zo’n school als dit niet organiseren omdat kinderen allemaal uit andere richtingen komen. Toch zouden ouders daar wel behoefte aan hebben. We komen elkaar als ouders alleen ‘s ochtends tegen. Er zijn heel veel kinderen waarvan de ouders nooit op school komen. Weet u dat er een leerlingendossier is van uw kind, zo ja kijkt u er wel eens in? Het lijkt alsof ze het dossier niet van harte laten inzien. Ik heb het een keer gevraagd en toen werd er moeilijk over gedaan. Ik heb het dossier elk jaar gezien. Alleen wijzigingen die ik heb aangebracht vind ik er dan weer niet in terug. Ouders geven aan het handelingsplan wel te kennen en te zien. Waar gaat er goed in het contact met school? Een moeder zegt: “Nadat ik echt boos ben geworden gaat de overdracht nu beter.” Meerdere ouders vinden het jammer eigenlijk weinig te horen van wat zich op school afspeelt. “Mijn kind gaat gelukkig wel met plezier naar school.” Wat gaat er nog niet goed/waar loopt u tegen aan als ouder? Wat meerdere ouders opvalt is dat hoe en wanneer de communicatie verloopt sterk afhankelijk is van de leerkracht. De school lijkt volgens de ouders de lijn te volgen dat wat op school gebeurt, op school wordt opgelost. © CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
9
SBO De Boei, Rotterdam
Een ouder zegt hierbij “Ik wil het ook horen en erbij betrokken worden… Maar het gebeurt ook dat ik het via mijn kind of zelfs via andere ouders moet horen.” De contactmomenten zijn minder geworden en we horen te laat of het goed gaat op school of niet. Het is sterk afhankelijk van de leerkracht wanneer je iets hoort en wat je hoort. Enkele leerkrachten communiceren weinig met ons als ouders. De directeur en de IB’er zijn weggegaan. Zij zorgden voor een hele open sfeer. Het is nu formeler aan het worden. Ik ken de leraren niet. Er worden regelmatig afspraken niet nagekomen. Wanneer je wat vraagt aan de leerkracht, wordt er niet altijd op teruggekomen. Een moeder geeft een voorbeeld: “Op een e-mail kreeg ik een keer geen reactie omdat de juf die de mail leest ziek was. Daar is dus geen overdracht naar een collega. Alleen via de mail communiceren werkt niet goed. Of de leerkrachten eigen mail hebben weten we niet.” Het is heel afhankelijk van welke mensen dagelijks om mijn dochter heen zijn. Als het niet klikt is ze heel ongelukkig en dan is het vangnet hier heel klein. De kinderen hier zijn wel extra gevoelig. De klassen zijn klein en daardoor is de keuze tussen vriendjes ook klein. Zijn er andere belangrijke zaken rondom de manier van contact houden tussen school en ouders? De rapportbesprekingen zijn vaste contactmomenten, dat is positief. Er is ook een heen-en-weer-boekje. Dat werkt in de praktijk niet goed. Informatie is soms verouderd of niet compleet. Veel ouders werken er al niet meer mee. Een echt alternatief lijkt niet gezocht te worden. Verder is er een nieuwsbrief, De Boeibrief, die kwam altijd om de 2 weken, nu 1 keer per maand. Dat zulke zaken veranderen wordt ons niet eens meegedeeld, dat gebeurt gewoon. Wij worden niet gevraagd op welke wijze er het beste contact onderhouden kan worden. Voor het hebben van contact, bijvoorbeeld telefonisch is wel ruimte. Een ouder zegt: “Als ik dan bel, voel ik me welkom.” Voelt u zich welkom op school/bij de leraar? (het gebouw, begroeten, taal, tijd/ruimte, etc.) Er wordt weinig georganiseerd. Er is een crea-middag waar ouders bij betrokken zijn. Ook worden we wel gevraagd te rijden voor uitjes bijvoorbeeld. Ondanks dat het een Christelijke school is, wordt de Kerstviering sinds meester Cees weg is niet meer in de kerk gevierd. Het warme gevoel van vroeger is weg. Op welke manier wordt u betrokken bij het beleid van de school? We worden niet betrokken. De kinderen hadden bijvoorbeeld opeens meer vrije dagen zonder dat we daarover iets hadden kunnen zeggen. De vrije dagen sluiten ook niet aan met regulier basisonderwijs. Dat is als je ook kinderen op het reguliere onderwijs hebt, erg onhandig. Er is een MR maar die 2 ouders zien wij nooit op school dus zijn ze voor ons niet benaderbaar. We weten niet wie het zijn en we horen ook niet wat de MR doet. Of er een Ouderraad is weten de ouders niet. Op welke manier wordt u betrokken bij het schoolwerk van uw kind (huiswerk, handelingsplannen)? Er zijn rapportgesprekken. Het rapport is heel beperkt. Ouders moeten naar Jonathan (de locatieleider) om een uitdraai van de resultaten mee naar huis te nemen. Als je daar niet naar vraagt, krijg je alleen informatie over de ontwikkeling maar niet over de resultaten (cijfers).
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
10
SBO De Boei, Rotterdam
Welke tips heeft u voor de school/de leraren als het gaat om de samenwerking met u, de ouders? (wat kunnen ze van u vragen, wat levert het uw kind op?) -
Stimuleren van talenten van de kinderen en daar extra tijd insteken. Kijk verder dan wat een kind niet kan. Dát is wel bekend, daarom zit het hier immers op school. De dingen die een kind goed kan, daar krijgen ze geen extra uitdaging op.
-
Communiceer vaker met de ouders.
-
Laat meer transparantie zien. Laat gewoon zien wat er gebeurt in de les en ook op een schooldag (niet alleen wanneer er zich bijvoorbeeld ruzies voordoen, maar laat daarbij ook de leuke dingen zien).
-
Zorg dat er meer ouders zich betrokken voelen bij de school. We zijn nu nog geen onderdeel van de school. We worden nooit om input/mening gevraagd.
-
Communiceer veel eerder over hoe het gaat met mijn kind. Laat het niet te lang laten lopen, dan is het te laat.
-
Neem ons mee in wat er gebeurt en bij besluitvorming, zodat de verwachtingen worden afgestemd en wij onze ideeën kunnen inbrengen en delen.
-
De overdracht naar het vo, daar zit zorg. Is er wel goed gecommuniceerd over wat zijn problemen zijn en kunnen wij als ouders dus voldoende inschatten wat het vervolgonderwijs moet zijn?
-
Het professioneel gedrag van de leerkracht richting het kind moet beter. Ook mag er meer begrip richting het kind zijn.
-
Bij gesprekken met bijvoorbeeld de IB’er voel ik niet dat we hetzelfde doel hebben. Ik moet vechten voor wat wij vinden wat goed is van ons kind. Er is nog geen ondertoon van samen met elkaar kijken van wat goed is voor het kind.
-
Ga meer met ons als ouders in gesprek.
-
Het kind een veilige omgeving bieden en het gevoel geven dat het alles tegen de juf kan zeggen.
-
De verwachtingen over wat er van ouders wordt gevraagd zijn vaak niet duidelijk. Er wordt dan maar de helft gecommuniceerd.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
11
SBO De Boei, Rotterdam
3.1
Rondje door de school
Aansluitend aan het groepsgesprek in de ochtend loopt CPS, samen met de aanwezige ouders, een rondje door de school. Vaak is de omgeving en het gebouw van de school zo vanzelfsprekend of zo vertrouwd, dat bepaalde zaken niet (meer) opvallen. Echter, onbewust hebben ze invloed op de manier waarop we ons voelen in en om de school. Dat geldt voor de medewerkers, de leerlingen en de ouders. Tijdens dit rondje let CPS onder andere op de volgende aspecten:
Het gebouw (is het netjes, uitnodigend en toegankelijk, de wc’s, etc.)
Het schoolplein (is het netjes, veilig, toegankelijk, etc.)
Bewegwijzering (wordt duidelijk aangegeven waar zich wat bevindt in en om de school)
etc.
B EVINDINGEN SBO De Boei deelt het schoolplein met de dr. Martin Luther Kingschool. De schooltijden en pauze-tijden zijn op elkaar aangepast, waardoor de leerlingen elkaar nagenoeg niet tegenkomen. Het plein is ruim van opzet. Aangekomen bij de hoofdingang van De Boei valt op dat een naamsaanduiding van de school ontbreekt. Het gebouw is duidelijk verouderd en vertoont sporen van achterstallig onderhoud. Op de muur is graffiti te zien. Binnen in het gebouw valt een aantal punten zowel in positieve als negatieve zin op. Positief is bijvoorbeeld dat in het trappenhuis verschillende werken van leerlingen op een mooie wijze te zien zijn. Dit is zowel op de beneden- als de bovenverdieping. Tijdens ons bezoek is er duidelijk sprake van rust op de gangen. Wat in negatieve zin opvalt is met name de gedateerde uitstraling van het gebouw, wat zichtbaar wordt in achterstallig onderhoud, oude naambordjes en het sanitair.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
12
SBO De Boei, Rotterdam
3.2
Foto’s rondje door de school
Via een gele memo wordt duidelijk gemaakt wanneer de IB’er aanwezig is. Het oogt niet erg verzorgd.
In het gebouw zijn werkjes van de kinderen terug te zien. Dat geeft een verzorgde en vrolijke uitstraling.
Het valt op dat in het schoolgebouw op meerdere plekken rommel en opslag in het zicht ligt.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
13
SBO De Boei, Rotterdam
4.
Documentenanalyse & Social Media
Als onderdeel van het onderzoek worden door CPS verschillende documenten bekeken. Zowel vanuit het oogpunt professioneel communiceren als door de ogen van ouders. Opvallende zaken uit de documenten worden genoteerd. Ook onderzoeken de CPS consultants de aanwezigheid van de school op internet en het gebruik van social media door de school. Ze bekijken hoe de school op schoolniveau communiceert via social media en eventueel genoemd is op internet. Ook het gebruik en het omgaan van de individuele medewerkers met social media, in relatie tot hun beroep is onderdeel van het onderzoek.
4.1
Documenten onderzoek
De volgende documenten zijn tijdens het onderzoek bekeken: -
Nieuwsbrief Boeibrief.
-
Rapport van bevindingen verificatieonderzoek speciaal basisonderwijs – De Boei.
-
Diverse brieven aan ouders.
B EVINDINGEN Nieuwsbrief Boeibrief: -
De toon van de brieven is vriendelijk en laagdrempelig.
-
De opmaak is overzichtelijk en de hoeveelheid informatie behapbaar.
-
De nieuwsbrief wordt zowel op papier als digitaal aangeboden.
-
In de nieuwsbrief (van januari 2014) wordt gecommuniceerd hoeveel leerlingen nog niet de ouderbijdrage hebben voldaan. Niet duidelijk wordt uit de tekst of de bijdrage vrijwillig is of niet.
-
De koffieochtenden worden aangekondigd (Boeibrief 1, 2014). Uit de tekst wordt niet duidelijk wat precies het doel is van die inloopochtenden: “elkaar nog beter leren kennen dan wel lopende zaken/ontwikkelingen e.d. bespreken”. Ouders kunnen hierdoor de verwachting hebben dat de leerkracht van hun kind aanwezig is en er (uitgebreid) gepraat kan worden over zijn/haar ontwikkeling.
-
Er worden veel mededelingen gedaan in de nieuwsbrief, de insteek heeft een zendend karakter (1.0).
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
14
SBO De Boei, Rotterdam
Ontwikkelingsperspectief -
De thuiscontext wordt kort benoemd, niet helder wordt op welke wijze afspraken met ouders gemaakt worden.
-
Ouders tekenen.
Brieven aan ouders: -
Brief over financiële zaken (schoolkamp, schoolreisbijdrage, ouderbijdrage) bevat veel informatie door elkaar. Mogelijk te ingewikkeld voor sommige ouders
-
Uitnodiging rapportbespreking. Veel tekst, verschillende boodschappen door elkaar, ingewikkeld invulstrookje.
-
Brief over kerstmarkt. De belangrijkste zin uit de brief loopt niet: “…voor dit kerstdiner willen u we vragen iets kunt maken. Opgeven hiervoor kan bij de leerkracht van uw kind.”
-
Brief over schoolzwemmen MB4. De brief communiceert een overweging en tegelijkertijd een reeds genomen besluit. Er wordt aan het einde de mogelijkheid voor vragen geboden.
-
Brief ouderbijdrage: er staat duidelijk dat de bijdrage vrijwillig is. Toch mogen de kinderen van de ouders die niet betalen niet mee op de excursie Blijdorp of indien zij schoolverlater niet mee op het schoolverlaters uitje.
A ANBEVELINGEN Nieuwsbrief Boeibrief -
Jonathan schrijft een korte inleiding in alle Boeibrieven. Deze bestaat uit het verklaren van een foto eronder. Wat een waardevol terugkerend item is. Maar door iets meer inhoud te geven aan dit stukje, meer vanuit directie-standpunt een beeld te geven van de school en de kinderen, geeft een meer persoonlijke benadering. Daarmee krijgt de teamleider ook een betere positionering. Let wel op dat wat er verteld wordt duidelijk is voor ouders (denk vanuit de ouder en welke voorinformatie deze misschien nog niet heeft gehad ten aanzien van een onderwerp!).
-
Er wordt gecommuniceerd over activiteiten zoals de denktank Passend onderwijs en het onderzoek door CPS zonder de context goed weer te geven. Niet alle ouders zullen de termen als passend onderwijs en ouderbetrokkenheid meteen begrijpen en het waarom scherp voor ogen hebben. Denk bij alle communicatie richting ouders óók vanuit de ouder, niet alleen vanuit de school/‘het loket’.
-
Maak in de communicatie naar ouders duidelijk wat de school van hen verwacht. Maak doelen van bijeenkomsten ook duidelijk. Kies voor bijvoorbeeld de inloopochtend één doel; of elkaar leren kennen of over ontwikkeling praten.
-
Er wordt veel meegedeeld aan ouders over al genomen beslissingen. Voorbeelden: fruitproject, schoolzwemmen, geen algemene informatieavond. Communiceer 3.0. Betrek ouders voordat er beslissingen worden genomen die direct betrekking hebben op hun kind.
-
Laat de kinderen niet de dupe worden van afspraken die ouders niet nakomen (zoals betalen van de ouderbijdrage). Zet het kind te allen tijde centraal.
-
Controleer de begrijpelijkheid van de brieven aan ouders door enkele van hen een conceptexemplaar te laten lezen en verbetersuggesties te vragen.
-
Ontwikkelingsperspectief en handelingsplannen: laat ouders niet slechts ondertekenen, maar verhelder hun rol en maak afspraken over hun ondersteuning in de thuissituatie en de wijze waarop er voortdurend samengewerkt en afgestemd wordt.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
15
SBO De Boei, Rotterdam
-
Aanmeldingsformulier: ouders krijgen niet de kans een keuze te maken in de onderwerpen waarover ze toestemming geven. Geef ouders daarbij ook de gelegenheid eventueel iets aan te vullen.
-
Luizenbrief: niet bij alle ouders zal bekend zijn hoe zo’n (extra) controle op hoofdluis op een goede manier gedaan wordt. Verwijs bijvoorbeeld naar een website waar meer informatie te vinden is.
-
Uitnodiging ouders nieuwe leerling: de brief is niet heel uitnodigend. Ouders worden bijvoorbeeld niet welkom geheten. Om gelijkwaardig met elkaar om te gaan is het belangrijk ouders ook de mogelijkheid te geven aan te geven welke tijd/datum uitkomt. De bijlage ‘Graag uw aandacht voor’ is zeer directief en bestaat louter uit opdrachten aan ouders.
-
De meeste brieven worden ondertekend door J. de Heer. Hieruit blijkt niet of het een man of vrouw is. Is de voornaam niet noemen een bewuste keuze? Het komt laagdrempeliger over als de voornaam wordt benoemd.
-
In brieven staat onder de afzender J. van Heer afwisselend Locatie Leider, locatieleider of geen functie. Het wordt als één woord geschreven (locatieleider) en het advies is de functie consequent onder de naam te zetten zodat ouders altijd zeker weten uit wiens naam de brief komt.
-
Het protocol medicatie van de Stichting heeft geen huisstijl. Voor ouders is deze niet herkenbaar als zijnde van de school. Daarbij is er geen aanhef en is de toon directief. Er staan een aantal stijlfouten in. Ook brieven van de Stichting stralen af op de school. Het kan een keuze zijn de brief daarom wel aan te passen aan de eigen stijl van de school (zowel qua huisstijl als taalgebruik).
-
Het verzuimprotocol is erg uitvoerig. De vraag is of ouders hier aan willen beginnen om te lezen. Een verkorte versie met de belangrijkste punten op A4 kan helpen om ouders wel goed te informeren over de belangrijkste regels.
-
Ook de klachtenregeling is vrij lang en niet heel eenvoudig te lezen. De hoeveelheid tekst en het taalgebruik maakt dat niet alle ouders het volledig zullen begrijpen.
-
Verbeterplan en zorgplan zijn erg dik en daardoor niet toegankelijk voor ouders. Ook hier is een leesbare versie voor ouders een aanrader.
-
In de schoolkrant wordt de inleidende brief gericht aan ouders afgesloten met Meester Jonathan. Zet jezelf gelijkwaardig neer ten opzichte van ouders. Het zijn de juffen en meesters van de kinderen, niet van de ouders. Daarbij een consequente afzender (locatieleider in de meeste gevallen) aan te raden voor herkenning en positionering. Website
-
Het is per bouw afhankelijk hoe up-to-date de website is voor wat betreft nieuws (uit de groepen).
-
De website oogt verouderd. De opmaak en indeling is niet recent.
-
Er is geen ingevulde agenda te vinden op de website met voor leerlingen en ouders belangrijke data.
-
Er staat een foto van het schoolteam op de website maar verder geen functies en namen vermeld. Niet persoonlijk en daardoor voor (nieuwe) ouders niet praktisch.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
16
SBO De Boei, Rotterdam
4.2
Social media onderzoek
B EVINDINGEN -
SBO De Boei maakt geen gebruik van facebook en twitter.
A ANBEVELINGEN -
Met de ouderpopulatie en leerlingen die waarschijnlijk wel op internet te vinden zijn, ligt een kans om hen te bereiken via Social Media zoals Twitter en Facebook.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
17
SBO De Boei, Rotterdam
5.
Mystery Guest
CPS vraagt een niet aan de school verbonden persoon telefonisch contact op te nemen met de school. Dit gebeurt op een niet vooraf met de school afgesproken moment. Het doel van het inschakelen van een mystery guest is het verkrijgen van informatie over de manier waarop de school communiceert met nieuwe ouders en de wijze waarop zij nieuwe ouders informeert. De mystery guest belt als nieuwe ouder naar de school en vraagt naar informatie over de school. Daarnaast stelt deze een aantal specifieke vragen. Het gaat hier vooral om een belevingsonderzoek. Dus hoe wordt de nieuwe ouder behandeld door de school? Is er sprake van respect en gelijkwaardigheid? Is er sprake van tweezijdige communicatie en afstemming? Worden eventuele afspraken opgevolgd? Het inzetten van een mystery guest is geen controlemiddel maar een onbevooroordeelde kijk door de ogen van een nieuwe ouder. Het kan inzicht geven in onbewust gedrag of patronen binnen de school. Iets waar de school zich dus meestal niet (meer) bewust van is, maar wél invloed heeft op de manier waarop (nieuwe) ouders de omgang en communicatie met school ervaren.
B EVINDINGEN Datum telefoontje: 06/01/2014
SBO De Boei/ Dhr. J. de Heer
Criterium 1: De school heeft met ouders een heldere visie op samenwerking geformuleerd. Uit alle informatie van de school aan ouders blijkt hoe belangrijk de school het samenwerken met ouders vindt. Ook in het gedrag van de medewerkers van de school is de visie op ouderbetrokkenheid zichtbaar. Ο
X Helemaal mee eens
Door het gesprek werd mij duidelijk dat de school
Ο
Enigszins mee eens
ouders waardeert
Ο
Enigszins mee oneens
Ο
Helemaal mee oneens
Ο
Geen mening
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
18
SBO De Boei, Rotterdam
Overige opmerkingen bij dit criterium: Waaruit bleek dit in het gesprek, graag concreet beschrijven. Hij was zeer vriendelijke in het gesprek. Hij gaf antwoord op mijn vragen. Criterium 2: De school laat zien dat leraren, leerlingen en ouders actief betrokken worden bij het schoolbeleid. Bijvoorbeeld door middel van panelgesprekken met ouders, een leerlingenraad, een brainstorm tussen leraren, leerlingen en hun ouders over een bepaald beleidsthema, enzovoort. Leraren, leerlingen en ouders weten wat er met hun inbreng gebeurt. Ο
X Helemaal mee eens
Door het gesprek werd mij duidelijk dat ouders mogen
Ο
Enigszins mee eens
meedenken in het schoolbeleid.
Ο
Enigszins mee oneens
Ο
Helemaal mee oneens
Ο
Geen mening
Ο
X Helemaal mee eens
Door het gesprek werd mij duidelijk dat de mening
Ο
Enigszins mee eens
van ouders wordt gewaardeerd.
Ο
Enigszins mee oneens
Ο
Helemaal mee oneens
Ο
Geen mening
Overige opmerkingen bij dit criterium: Door middel van activiteiten, MR en ouderraad probeert de school ouders bij de school te betrekken. Criterium 3: Op school is aan alles te merken dat leraren, leerlingen en ouders welkom zijn op school. Ο
Helemaal mee eens
Door het gesprek voelde ik mij als nieuwe ouder
Ο
X Enigszins mee eens
welkom.
Ο
Enigszins mee oneens
Ο
Helemaal mee oneens
Ο
Geen mening
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
19
SBO De Boei, Rotterdam
Ο
X Helemaal mee eens
Door het gesprek voelde ik mij als nieuwe ouder
Ο
Enigszins mee eens
gewaardeerd.
Ο
Enigszins mee oneens
Ο
Helemaal mee oneens
Ο
Geen mening
Ο
X Helemaal mee eens
Door het gesprek werd mij duidelijk hoe de school
Ο
Enigszins mee eens
nieuwe kinderen opvangt en begeleidt.
Ο
Enigszins mee oneens
Ο
Helemaal mee oneens
Ο
Geen mening
Overige opmerkingen bij dit criterium: Criterium 4: Ouders en leraren werken voortdurend samen om het leren en een gezonde ontwikkeling van leerlingen te ondersteunen, zowel thuis als op school. Ο
X Helemaal mee eens
Door het gesprek werd mij duidelijk dat ouders
Ο
Enigszins mee eens
belangrijk zijn bij de ontwikkeling van de kinderen.
Ο
Enigszins mee oneens
Ο
Helemaal mee oneens
Ο
Geen mening
Ο
X Helemaal mee eens
Door het gesprek werd mij duidelijk dat de school
Ο
Enigszins mee eens
ouders waardeert
Ο
Enigszins mee oneens
Ο
Helemaal mee oneens
Ο
Geen mening
Overige opmerkingen bij dit criterium: De school is in overleg met de ouders om de kinderen te ondersteunen. De ondersteuning van huis uit wordt door de school gewaardeerd.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
20
SBO De Boei, Rotterdam
Totaalindruk : een positieve indruk van de school op basis van dit telefoongesprek. Overige opmerkingen: Voor meer informatie over de school kan ik kijken naar de website van de school en ook is mij de mogelijkheid geboden een afspraak te maken met de school voor een rondleiding. De schoolgids kan ik ook via de website vinden.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
21
SBO De Boei, Rotterdam
6.
Interview MR-lid
CPS stelt een ouder van de MR vragen aan de hand van de tien criteria van Ouderbetrokkenheid 3.0. Hoe kijkt deze ouder, specifiek vanuit zijn/haar rol in de MR, aan tegen de samenwerking tussen school en ouders. Criterium 1: De school heeft met ouders een heldere visie op samenwerking geformuleerd. Uit alle informatie van de school aan ouders blijkt hoe belangrijk de school het samenwerken met ouders vindt. Ook in het gedrag van de medewerkers van de school is de visie op ouderbetrokkenheid zichtbaar. Wat gaat goed? Ouders worden geïnformeerd door middel van communicatie. Activiteiten om ouders te betrekken, sponsorloop bijvoorbeeld de kerstviering en dergelijke. Leerkrachten zijn heel resultaat gericht, daadkracht. Afspraken maken en nakomen en ouders ook aanspreken. Niet leerkracht afhankelijk hoe er met mij wordt omgegaan. Wat kan beter? Ik ken de visie niet. Cijfer: 6 Criterium 2: De school laat zien dat leraren, leerlingen en ouders actief betrokken worden bij het schoolbeleid. Bijvoorbeeld door middel van panelgesprekken met ouders, een leerlingenraad, een brainstorm tussen leraren, leerlingen en hun ouders over een bepaald beleidsthema, enzovoort. Leraren, leerlingen en ouders weten wat er met hun inbreng gebeurt. Wat gaat goed? Traject tussen ouders en school loopt via de MR. Ouders worden verder dan de MR daar niet bij betrokken. Wat kan beter? Vind ik specifiek voor de MR. Cijfer: (puur criterium is het onvoldoende) 7. © CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
22
SBO De Boei, Rotterdam
Criterium 3: Op school is aan alles te merken dat leraren, leerlingen en ouders welkom zijn op school. Wat gaat goed? Ja. Zodra ik vragen heb is direct de mogelijkheid om daarover de spreken. De benaderbaarheid op het schoolplein is groot. Geldt zowel voor de leraren als voor directie/IB’er en leraren. Mijn zoon wordt serieus genomen. Wat kan beter? Meer digitaal communiceren met ouders om ze te bereiken. Cijfer: 8 Criterium 4: Ouders en leraren werken voortdurend samen om het leren en een gezonde ontwikkeling van leerlingen te ondersteunen, zowel thuis als op school. Wat gaat goed? Ik krijg regelmatig te horen waar we zijn met rekenen, dat ze met klokkijken bezig zijn. De school staat open, ik moet er wel vaak om vragen. Wat kan beter? Ouders kunnen daar zelf een pro-actievere houding in nemen. Meer informatie over hoe er bijvoorbeeld gerekend wordt op school; hoe kan ik mijn kind ondersteunen? De school kan hier een flinke stap op maken. Er moet actiever beleid op worden gemaakt. Cijfer: 6 Criterium 5: Gesprekken tussen leraren, leerlingen en ouders worden vanuit gelijkwaardigheid gevoerd. Iedereen heeft zijn eigen actieve inbreng. Leerlingen zijn zoveel mogelijk bij alle gesprekken aanwezig. De plaatsen waar gesprekken worden gevoerd zijn voor iedereen comfortabel en gelijkwaardig en er is voldoende tijd voor alle deelnemers. Wat gaat goed? Er is gelijkwaardigheid in gesprekken. Mijn zoon wordt ook gelijkwaardig behandeld.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
23
SBO De Boei, Rotterdam
Wat kan beter? Er zijn geen gesprekken tussen leerlingen en school. Een leerlingenraad zou al een optie zijn. Cijfer: 7 Criterium 6: Leraren, leerlingen en ouders voelen zich verantwoordelijk voor elkaar en zijn daarop aanspreekbaar. Zo wordt er respectvol over elkaar gesproken zowel binnen als buiten de school. Voor leraren, leerlingen en ouders die buiten de groep dreigen te vallen voelt iedereen zich verantwoordelijk. Wat gaat goed? Ja. De directeur is zichtbaar op het plein en de manier van aanspreken is respectvol. Ook ouders onderling. Wat kan beter? Er wordt overal geroddeld, ook op onze school. Vanuit bestuur richting ouders is de communicatie niet goed. Cijfer: 8 Criterium 7: Het leerlingendossier is toegankelijk voor leraren en ouders. Ouders worden uitgenodigd informatie toe te voegen. Wat gaat goed? Ja. Ik krijg 2x per jaar een rapport. En de toetsresultaten worden in het rapportgesprek besproken. Wat kan beter? De toetsgegevens moeten makkelijker opvraagbaar zijn en niet afhankelijk van of ouders ze opvragen. Zouden vooraf aan de gesprekken verstrekt moeten worden, zodat je je als ouder kunt voorbereiden. Cijfer: 6
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
24
SBO De Boei, Rotterdam
Criterium 8: De school laat zien open te staan voor verbetersuggesties en gaat op een transparante manier om met klachten. Iedereen kan zien welke (officieel) gemelde klachten er zijn en wat er met deze klachten gebeurt. Natuurlijk worden privacy regels hierbij in acht genomen. Wat gaat goed? Op MR niveau wel. Wat kan beter? Ik weet niet of er een klachtenprocedure is. Er mag meer vanuit school en ouders het initiatief genomen worden om met klachten te komen. Cijfer: 6 Criterium 9: De opkomst bij verplichte bijeenkomsten met ouders en leraren (en leerlingen) is > 80%. De mate van verantwoordelijkheid, betrokkenheid en samenwerking komt onder meer tot uiting in dit criterium. Wat gaat goed? Er komen wel veel ouders. Wat kan beter? De 80% wordt niet gehaald. De betrokkenheid van de ouders moet omhoog. Er moet ook bij ouders een plicht liggen om aanwezig te zijn op gesprekken. Er is geen handhaving op niet verschijnen. Cijfer: 7
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
25
SBO De Boei, Rotterdam
Criterium 10: Wetten en regels voor leerlingen en ouders worden door de school actief en helder duidelijk gemaakt en door iedereen nageleefd (zoals leerplicht, ouderbijdrage, omgangsregels, enzovoort). De school heeft het basisarrangement van de inspectie. Wat gaat goed? Ja dit wordt kenbaar gemaakt door middel van de schoolgids en de Boeibrief. Wat kan beter? De handhaving van de regels kan nog beter. Cijfer: 8 Slotvraag: zijn er zaken betreffende ouderbetrokkenheid die nog niet aan bod zijn gekomen of heeft u overige opmerkingen? Er liggen nog veel kansen en mogelijkheden. En daar staat de school gelukkig ook voor open.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
26
SBO De Boei, Rotterdam
7.
Interview individuele ouder
CPS heeft met een ouder met een zoon die al twee jaar op school zit, een gesprek gevoerd over de ervaringen en ideeën ten aanzien van de samenwerking met school, de leraren. De vragen worden geformuleerd aan de hand van de tien criteria van Ouderbetrokkenheid 3.0. Wat zijn uw ervaringen met de school? Ik heb niet goed zicht op wat er binnen de school gebeurd. Ik breng mijn kind tot aan de voordeur van de school. Wanneer ik vragen heb kan ik wel bij de leerkracht terecht. Positief ten opzichte van de basisschool is dat er veel rust binnen de school is. Wat voor mij belangrijk is, is dat de leerkrachten goed met mijn kind omgaan en dat ik zie dat mijn kind zich ontwikkelt. Op dit moment ben ik tevreden. Criterium 1: De school heeft met ouders een heldere visie op samenwerking geformuleerd. Uit alle informatie van de school aan ouders blijkt hoe belangrijk de school het samenwerken met ouders vindt. Ook in het gedrag van de medewerkers van de school is de visie op ouderbetrokkenheid zichtbaar. Wat gaat goed? De school staat open voor het contact met de ouders. Vragen stellen is altijd mogelijk. Wat kan beter? Er zijn duidelijke verschillen in benaderbaarheid van de leerkrachten. De betrokkenheid vanuit de school naar de ouders is nog niet bij alle leerkrachten zichtbaar. Cijfer: 8 Criterium 2: De school laat zien dat leraren, leerlingen en ouders actief betrokken worden bij het schoolbeleid. Bijvoorbeeld door middel van panelgesprekken met ouders, een leerlingenraad, een brainstorm tussen leraren, leerlingen en hun ouders over een bepaald beleidsthema, enzovoort. Leraren, leerlingen en ouders weten wat er met hun inbreng gebeurt. Wat gaat goed? Er is wel eens via een nieuwsbrief gevraagd om mee te denken met de school. Er is een MR. We worden uitgenodigd mee te helpen met activiteiten, bijvoorbeeld Sinterklaas of Kerst. © CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
27
SBO De Boei, Rotterdam
Wat kan beter? Er zijn geen momenten waarop duidelijk in gesprek gegaan wordt met ouders en leerlingen over het schoolbeleid. Cijfer: 7 Criterium 3: Op school is aan alles te merken dat leraren, leerlingen en ouders welkom zijn op school. Wat gaat goed? Ik voel me welkom. Mijn kind voelt zich hier veilig. Wat kan beter? Het gebouw zou netter kunnen. Het heeft een gedateerde uitstraling. Cijfer: 7,5 Criterium 4: Ouders en leraren werken voortdurend samen om het leren en een gezonde ontwikkeling van leerlingen te ondersteunen, zowel thuis als op school. Wat gaat goed? Tijdens de gesprekken op school gaat het ook over wat ik thuis kan doen. Wat kan beter? Mijn kind krijgt huiswerk mee, maar ik krijg niet veel tips hoe ik hem het beste kan helpen. Cijfer: 7
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
28
SBO De Boei, Rotterdam
Criterium 5: Gesprekken tussen leraren, leerlingen en ouders worden vanuit gelijkwaardigheid gevoerd. Iedereen heeft zijn eigen actieve inbreng. Leerlingen zijn zoveel mogelijk bij alle gesprekken aanwezig. De plaatsen waar gesprekken worden gevoerd zijn voor iedereen comfortabel en gelijkwaardig en er is voldoende tijd voor alle deelnemers. Wat gaat goed? Er is voldoende tijd voor mij en ik word serieus genomen. Wat kan beter? De kinderen zijn niet bij de gesprekken tussen ouders en school aanwezig. Er is een uitwisselboekje, ik vraag me af of dit de beste manier van uitwisselen is. Soms wordt mij iets meegedeeld, maar ontbreekt de uitleg. Er mag meer overleg zijn waarbij mijn inbreng als ouder ertoe doet. Cijfer: 6,5 Criterium 6: Leraren, leerlingen en ouders voelen zich verantwoordelijk voor elkaar en zijn daarop aanspreekbaar. Zo wordt er respectvol over elkaar gesproken zowel binnen als buiten de school. Voor leraren, leerlingen en ouders die buiten de groep dreigen te vallen voelt iedereen zich verantwoordelijk. Wat gaat goed? Ouders spreken meestal positief over de school. Meerdere ouders kennen elkaar. Wat kan beter? Er zijn nauwelijks momenten dat we elkaar als ouders ontmoeten, waardoor ouders voor elkaar buiten beeld blijven. Cijfer: 7
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
29
SBO De Boei, Rotterdam
Criterium 7: Het leerlingendossier is toegankelijk voor leraren en ouders. Ouders worden uitgenodigd informatie toe te voegen. Wat gaat goed? Ik weet niet wat het leerlingdossier is. Wat kan beter? Cijfer: n.v.t. Criterium 8: De school laat zien open te staan voor verbetersuggesties en gaat op een transparante manier om met klachten. Iedereen kan zien welke (officieel) gemelde klachten er zijn en wat er met deze klachten gebeurt. Natuurlijk worden privacy regels hierbij in acht genomen. Wat gaat goed? De school nodigt ouders via de nieuwsbrieven uit mee te denken. Wat kan beter? Ik heb geen idee wat er eventueel aan klachten of ideeën van ouders speelt. Cijfer: n.v.t. Criterium 9: De opkomst bij verplichte bijeenkomsten met ouders en leraren (en leerlingen) is > 80%. De mate van verantwoordelijkheid, betrokkenheid en samenwerking komt onder meer tot uiting in dit criterium. Wat gaat goed? Bij de rapportgesprekken zijn de meeste ouders aanwezig. Wat kan beter? Er zijn geen avondbijeenkomsten/avonden voor alle ouders. Veel ouders komen elkaar daardoor niet tegen.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
30
SBO De Boei, Rotterdam
Cijfer: 7 Criterium 10: Wetten en regels voor leerlingen en ouders worden door de school actief en helder duidelijk gemaakt en door iedereen nageleefd (zoals leerplicht, ouderbijdrage, omgangsregels, enzovoort). De school heeft het basisarrangement van de inspectie. Wat gaat goed? De regels zijn over het algemeen duidelijk Wat kan beter? Cijfer: 7
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
31
SBO De Boei, Rotterdam
8.
Interview teamlid
CPS heeft met een leerkracht een gesprek gevoerd aan de hand van de tien criteria Ouderbetrokkenheid 3.0. Criterium 1: De school heeft met ouders een heldere visie op samenwerking geformuleerd. Uit alle informatie van de school aan ouders blijkt hoe belangrijk de school het samenwerken met ouders vindt. Ook in het gedrag van de medewerkers van de school is de visie op ouderbetrokkenheid zichtbaar. Wat gaat goed? We hebben een gesprekscyclus met ouders, waarbij we meerdere malen met ouders om tafel gaan. Er zijn heen-en-weer boekjes. Eens in de twee jaar gaan we op huisbezoek. Bij voorvallen hebben we de afspraak contact met ouders te zoeken. Wat kan beter? Onze visie is dat we het samen met ouders willen doen, in de praktijk lukt dit nog niet altijd. Het echte samenwerken kan nog beter uit de verf komen. Cijfer: 7 Criterium 2: De school laat zien dat leraren, leerlingen en ouders actief betrokken worden bij het schoolbeleid. Bijvoorbeeld door middel van panelgesprekken met ouders, een leerlingenraad, een brainstorm tussen leraren, leerlingen en hun ouders over een bepaald beleidsthema, enzovoort. Leraren, leerlingen en ouders weten wat er met hun inbreng gebeurt. Wat gaat goed? Er is een MR. Er zijn ideeën voor een ouderkamer. Leraren worden betrokken op het beleid.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
32
SBO De Boei, Rotterdam
Wat kan beter? Er is geen leerlingenraad. Ouders en leerlingen worden nog nauwelijks betrokken op beleidszaken. Cijfer: 6 Criterium 3: Op school is aan alles te merken dat leraren, leerlingen en ouders welkom zijn op school. Wat gaat goed? Het team is op een positieve manier op elkaar betrokken. We respecteren leerlingen om wie ze zijn. We stellen ons laagdrempelig naar ouders op en nemen ook gemakkelijk contact met hen op. Wat kan beter? Een ouderkamer zal helpen ouders nog meer welkom te heten. Cijfer: 8 Criterium 4: Ouders en leraren werken voortdurend samen om het leren en een gezonde ontwikkeling van leerlingen te ondersteunen, zowel thuis als op school. Wat gaat goed? Er wordt doorgaans goed met ouders samengewerkt, waarbij ook afspraken gemaakt kunnen worden. Wat kan beter? Met sommige ouders is het moeilijk om tot goede samenwerking te komen. We hebben geen eenduidige aanpak om tot betere afstemming van thuis en school te komen. Cijfer: 7
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
33
SBO De Boei, Rotterdam
Criterium 5: Gesprekken tussen leraren, leerlingen en ouders worden vanuit gelijkwaardigheid gevoerd. Iedereen heeft zijn eigen actieve inbreng. Leerlingen zijn zoveel mogelijk bij alle gesprekken aanwezig. De plaatsen waar gesprekken worden gevoerd zijn voor iedereen comfortabel en gelijkwaardig en er is voldoende tijd voor alle deelnemers. Wat gaat goed? Er is zeker gelijkwaardigheid te zien. De gespreksplekken zijn comfortabel. Wat kan beter? We hebben nog vrij weinig gesprekken met de leerlingen erbij. Cijfer: 8 Criterium 6: Leraren, leerlingen en ouders voelen zich verantwoordelijk voor elkaar en zijn daarop aanspreekbaar. Zo wordt er respectvol over elkaar gesproken zowel binnen als buiten de school. Voor leraren, leerlingen en ouders die buiten de groep dreigen te vallen voelt iedereen zich verantwoordelijk. Wat gaat goed? Leerlingen en ouders worden aangesproken wanneer er iets speelt. Wat kan beter? Veel ouders kennen elkaar niet. Ouders roddelen nog over de school, bijvoorbeeld over de recente veranderingen. Personeelsleden roddelen ook nog over ouders. Cijfer: 6
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
34
SBO De Boei, Rotterdam
Criterium 7: Het leerlingendossier is toegankelijk voor leraren en ouders. Ouders worden uitgenodigd informatie toe te voegen. Wat gaat goed? Het is voor het personeel goed toegankelijk. Ouders worden af en toe uitgenodigd informatie aan het dossier toe te voegen. Wat kan beter? Ouders dienen een afspraak te maken om het dossier te mogen inzien. Cijfer: 7 Criterium 8: De school laat zien open te staan voor verbetersuggesties en gaat op een transparante manier om met klachten. Iedereen kan zien welke (officieel) gemelde klachten er zijn en wat er met deze klachten gebeurt. Natuurlijk worden privacy regels hierbij in acht genomen. Wat gaat goed? We stellen ons als school open op voor verbetersuggesties. Wat kan beter? De officiële klachtenprocedure is mij niet bekend. We hebben geen heldere terugkoppelingsprocedure. Cijfer: n.v.t.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
35
SBO De Boei, Rotterdam
Criterium 9: De opkomst bij verplichte bijeenkomsten met ouders en leraren (en leerlingen) is > 80%. De mate van verantwoordelijkheid, betrokkenheid en samenwerking komt onder meer tot uiting in dit criterium. Wat gaat goed? We hebben goede opkomsten bij de verplichte gesprekken rondom de gespreksycylus met de ouders die is zeker hoger dan 80%. Rondom de kerstvieringen komen veel ouders, het afgelopen jaar was dit een markt met diner. Wat kan beter? Er zijn geen algemene ouderavonden. Cijfer: 7 Criterium 10: Wetten en regels voor leerlingen en ouders worden door de school actief en helder duidelijk gemaakt en door iedereen nageleefd (zoals leerplicht, ouderbijdrage, omgangsregels, enzovoort). De school heeft het basisarrangement van de inspectie. Wat gaat goed? We hebben het basisarrangement. We hebben verschillende regels en protocollen. Wat kan beter? Op papier hebben we dingen goed geregeld, in de praktijk mogen we nog strikter zijn en elkaar aanspreken. Met de gespreksplanning waren we dit jaar aan de late kant, ouders spreken de school dan terecht aan. Cijfer: 7 Wat is je belangrijkste advies aan de school? We hebben de verantwoordelijkheid om er voor te zorgen dat we de gesprekscyclus met de ouders op orde hebben en houden. We moeten niet aarzelen gemakkelijk het initiatief in de contacten naar de ouders te hebben. Ook de ouderkamer is een goed initiatief.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
36
SBO De Boei, Rotterdam
9.
Interview schoolleiding
CPS heeft met de directeur en de locatieleider een interview gehad aan de hand van de tien criteria Ouderbetrokkenheid 3.0. Jonathan de Heer (locatieleider) is 14 jaar geleden begonnen op SBO De Boei met een PABO achtergrond. Hij heeft zich later op het gebied van speciaal onderwijs bij laten scholen. Hij heeft verschillende rollen binnen de school vervuld. Recente ontwikkelingen zijn dat er gezien het ‘passend onderwijs’ door Jonathan al ondersteuning aan de toenmalige directeur werd gegeven. Deze directeur is in 2013 ziek geworden en per 1/8/2013 is Jonathan in de rol van locatieleider. Wat zijn de huidige speerpunten van de school? -
passend onderwijs
-
didactisch handelen
-
professionele cultuur
-
lezen
-
rekenen
-
ouders (volgend schooljaar)
Criterium 1: De school heeft met ouders een heldere visie op samenwerking geformuleerd. Uit alle informatie van de school aan ouders blijkt hoe belangrijk de school het samenwerken met ouders vindt. Ook in het gedrag van de medewerkers van de school is de visie op ouderbetrokkenheid zichtbaar. Wat gaat goed? Leerkrachten gaan steeds vaker het gesprek met ouders aan rondom de ontwikkeling van hun kind. Wat kan beter? Er is de wens om in samenspraak met ouders te handelen, er is geen duidelijke visie en gezamenlijke aanpak op de wijze waarop we met ouders samenwerken. Cijfer: 5,5
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
37
SBO De Boei, Rotterdam
Criterium 2: De school laat zien dat leraren, leerlingen en ouders actief betrokken worden bij het schoolbeleid. Bijvoorbeeld door middel van panelgesprekken met ouders, een leerlingenraad, een brainstorm tussen leraren, leerlingen en hun ouders over een bepaald beleidsthema, enzovoort. Leraren, leerlingen en ouders weten wat er met hun inbreng gebeurt. Wat gaat goed? We maken een begin, er is bijvoorbeeld een denktank Passend Onderwijs. Wat kan beter? Er zijn nog veel verbetermogelijkheden. Leerlingen worden al bij het ontwikkelingsperspectief betrokken, zij kunnen nog nadrukkelijker bij het eigen leren betrokken worden. Er zijn nog geen driegesprekken: school – ouder – kind. Cijfer: 4 Criterium 3: Op school is aan alles te merken dat leraren, leerlingen en ouders welkom zijn op school. Wat gaat goed? De medewerkers gaan op een prettige wijze en professioneel met elkaar om. Er is een open houding naar ouders. Wat kan beter? Het gebouw straalt nog geen welkom gevoel uit. Het is rommelig, er kan nog veel meer een thuis gevoel gecreëerd worden. Het pedagogisch handelen naar de leerlingen kan nog versterkt worden. Cijfer: 6
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
38
SBO De Boei, Rotterdam
Criterium 4: Ouders en leraren werken voortdurend samen om het leren en een gezonde ontwikkeling van leerlingen te ondersteunen, zowel thuis als op school. Wat gaat goed? Tijdens de gesprekken (rapporten en ontwikkelingsperspectief) komt de ondersteuning van de ouders thuis aan de orde. Wat kan beter? We zijn nog niet pro-actief en planmatig rondom de ondersteuning in de thuissituatie. Cijfer: 5,5 Criterium 5: Gesprekken tussen leraren, leerlingen en ouders worden vanuit gelijkwaardigheid gevoerd. Iedereen heeft zijn eigen actieve inbreng. Leerlingen zijn zoveel mogelijk bij alle gesprekken aanwezig. De plaatsen waar gesprekken worden gevoerd zijn voor iedereen comfortabel en gelijkwaardig en er is voldoende tijd voor alle deelnemers. Wat gaat goed? Er is gelijkwaardigheid in de gespreksplekken. Wat kan beter? De gelijkwaardigheid tussen school en ouders mag meer tot uiting komen vanuit drie-gesprekken. We denken nog te veel uit het loket, alsof de school het vooral het beste weet. Cijfer: 6Criterium 6: Leraren, leerlingen en ouders voelen zich verantwoordelijk voor elkaar en zijn daarop aanspreekbaar. Zo wordt er respectvol over elkaar gesproken zowel binnen als buiten de school. Voor leraren, leerlingen en ouders die buiten de groep dreigen te vallen voelt iedereen zich verantwoordelijk. Wat gaat goed?
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
39
SBO De Boei, Rotterdam
Wat kan beter? Er is nog een sterk wij-zij gevoel tussen team en ouders. Ouders onderling voelen zich nog weinig verantwoordelijk voor elkaar. De betrokkenheid van de leerlingen op elkaar kan nog versterkt worden. Cijfer: 5 Criterium 7: Het leerlingendossier is toegankelijk voor leraren en ouders. Ouders worden uitgenodigd informatie toe te voegen. Wat gaat goed? Het dossier is toegankelijk. Wat kan beter: Er is nog weinig transparantie rondom het leerlingendossier, de toegankelijkheid is beperkt. Ouders worden sporadisch uitgenodigd informatie toe te voegen. Cijfer: 6,5 Criterium 8: De school laat zien open te staan voor verbetersuggesties en gaat op een transparante manier om met klachten. Iedereen kan zien welke (officieel) gemelde klachten er zijn en wat er met deze klachten gebeurt. Natuurlijk worden privacy regels hierbij in acht genomen. Wat gaat goed? De directie stelt zich open op naar ouders. Wat kan beter? Er zijn ouders die nog aangeven niet altijd bij de leerkracht terecht te kunnen. Er wordt nog wisselend omgegaan met de manier waarop suggesties en klachten behandeld en teruggekoppeld worden. Cijfer: 6,75
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
40
SBO De Boei, Rotterdam
Criterium 9: De opkomst bij verplichte bijeenkomsten met ouders en leraren (en leerlingen) is > 80%. De mate van verantwoordelijkheid, betrokkenheid en samenwerking komt onder meer tot uiting in dit criterium. Wat gaat goed? De meeste ouders komen op rapportgesprek. Alle ouders komen op het OPP (ontwikkelingsperspectief) gesprek. Rondom Kerst is er een mooie activiteit met alle ouders. Wat kan beter? Er zijn geen (thema)avonden of koffieochtenden met alle ouders. Cijfer: 8 Criterium 10: Wetten en regels voor leerlingen en ouders worden door de school actief en helder duidelijk gemaakt en door iedereen nageleefd (zoals leerplicht, ouderbijdrage, omgangsregels, enzovoort). De school heeft het basisarrangement van de inspectie. Wat gaat goed? We zijn goed op orde qua wet- en regelgeving. Wat kan beter? We hebben jarenlang een cultuur van veel regels gehad, waardoor we eerder té veel regels hebben. Minder regels en elkaar er duidelijker aan houden. Cijfer: 7
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
41
SBO De Boei, Rotterdam
10. Analyse vragenlijst Onder alle ouders, docenten en onderwijsondersteunend personeel is een schriftelijke enquête uitgezet. De enquête bevat vragen die een relatie hebben met de 10 criteria van Ouderbetrokkenheid 3.0. SBO De Boei, Kind en Onderwijs Rotterdam
Ik ben:
ouder personeel, lesgevend personeel, niet lesgevend
Totale respons: 24 personen, waaronder 10 ouders, 3 personeelsleden (niet lesgevend) en 11 personeelsleden (lesgevend).
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
42
SBO De Boei, Rotterdam
Wat is uw geslacht?
man vrouw
Totale respons: 24 personen, waaronder 17 vrouwen en 7 mannen.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
43
SBO De Boei, Rotterdam
Wat is uw hoogst afgeronde opleiding?
lbo, mavo, vmbo, mulo havo mbo vwo hbs, hbo
universiteit
Het opleidingsniveau van de respondenten.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
44
SBO De Boei, Rotterdam
10.1 Opmerkingen Er zijn zeven reacties gegeven bij de open vraag van de in totaal 24 respondenten. De reacties van ouders op de samenwerking tussen school en ouders zijn over het algemeen kritisch. Hieronder volgt een samenvatting van de reacties van ouders en leerkrachten op de open vraag naar de samenwerking tussen ouders en school. De reacties zijn zo veel mogelijk ondergebracht bij het criterium waar het toe behoort. Communicatie: Duidelijkere communicatie Sneller overleg Criterium 2 Beleid De school kan meer investeren in de relatie tussen school en ouders door bijvoorbeeld ouders te laten meedenken bij het maken van regels en afspraken m.b.t. pesten en spelen op het plein. Criterium 4 Onderwijsondersteunend gedrag Organiseer informatieochtenden/-middagen/-avonden met een thema (huiswerk, omgaan met speciaal basisonderwijs, omgaan met gedragsproblemen, puberteit, etc.). Dit alles vanuit de expertise van de leerkracht (niet door een externe). Huiswerk wordt nauwelijks meegegeven. Op verzoek van ouders gebeurt dit incidenteel. Ik wil graag weten wat er in de klas aangeboden wordt, zodat ik daar thuis op in kan spelen. Het bewaken van de voortgang van leerlingen is een issue. Criterium 5 Gelijkwaardigheid We hebben nog geen gesprek gehad met de school over de ontwikkeling van ons kind (het is al december). De school geeft aan dat de OPP’s nog niet klaar zijn. Bijzonder dat de school geen gesprek kan voeren over hoe het met je kind in de klas gaat en wat er in de klas gebeurt en op welk niveau. ‘Een simpel gesprek over je kind schijnt niet te kunnen zonder OPP?? Dit vind ik zeer teleurstellend. Bij kennismakingsgesprek heel verhaal hoe de vorderingen bijgehouden gaan worden. Dit voelt nu als een verkooppraatje.’ Criterium 6 Verantwoordelijk voor elkaar Ouders hebben de behoefte om elkaar meer te ontmoeten. De koffieochtend is een goede stap om ouders meer betrokken te krijgen! Criterium 7 Leerlingendossier Vrijwilligers hebben opdracht gekregen om de leerlingdossiers op te schonen en te archiveren. Zoiets is ondenkbaar met het oog op privacy! © CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
45
SBO De Boei, Rotterdam
10.2 Uitkomsten criteria Ouderbetrokkenheid 3.0
De vragenlijst bestond voor een groot deel uit stellingen die een koppeling hebben met een van de tien criteria Ouderbetrokkenheid 3.0. De mate waarin een ouder of personeelslid het al dan niet eens met de stelling is, is bepalend voor de uiteindelijke score. Dit is een ‘rapportcijfer’ tussen de nul en tien. Het rapportcijfer is steeds voor elke afzonderlijke groep aangegeven om juist ook de verschillen in beleving inzichtelijk te maken. Het rapportcijfer van de directie is aangegeven tijdens het interview met de schoolleiding.
Criterium 1: heldere visie op ouderbetrokkenheid.
4,3
5,8
5,5
Criterium 2: iedereen actief betrokken bij het schoolbeleid.
5
9
4
Criterium 3: iedereen is welkom.
7,1
8,5
6
Criterium 4: samen zijn we verantwoordelijk voor onderwijs en resultaten.
5,9
5,7
5,5
Criterium 5: gesprekken worden vanuit gelijkwaardigheid gevoerd.
6,1
7,6
6
Criterium 6: we voelen ons verantwoordelijk voor elkaar.
5,5
6,8
5
Criterium 7: toegankelijkheid leerlingdossier.
4,6
6,4
6,5
Criterium 8: de school staat open voor verbetersuggesties
4,7
6,3
6,75
Criterium 9: opkomst bijeenkomsten met leerlingen / ouders > 80%.
7,1
7,2
8
Criterium 10: wetten en regels zijn duidelijk en worden nageleefd.
8
7,6
7
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
46
SBO De Boei, Rotterdam
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
47
SBO De Boei, Rotterdam
Enkele zaken die opvallen zijn: -
Als je kijkt naar de rapportcijfers op de 10 criteria, dan kun je stellen dat er over het algemeen zeer laag gescoord wordt door ouders. Ze geven in totaal 4 onvoldoendes (criterium 1, 2, 7 en 8), 3 magere voldoendes (criterium 4, 5 en 6) en slechts 3 ruime voldoendes (criterium 3, 9 en 10). Op de door ouders onvoldoende gescoorde items is tevens een discrepantie te zien met het team (en soms ook met de kijk van de directie).
-
Bij de criteria 2, 3, 5 en 6 heeft het personeel een duidelijk optimistischer kijk op de stand van zaken dan zowel de ouders als de directie. Hoe kan het dat het personeel de indruk heeft dat ‘iedereen’ actief betrokken is bij het schoolbeleid, terwijl de ouders en de directie hierover uitgesproken negatief zijn?
-
Er liggen nadrukkelijke aandachtspunten om verder met ouders in gesprek te gaan. Vanuit de cijfers ontstaat een beeld waarbij de ouders zich weinig betrokken en gehoord te voelen.
11. Conclusies en aanbevelingen 11.1 Algemeen SBO De Boei is een school met een regionale functie. Veel ouders zullen daardoor enige afstand af moeten leggen om op de school te komen. De ontmoeting tussen ouders en school zal dus op minder ‘spontane’ wijze verlopen dan op bijvoorbeeld een buurtschool. De school biedt echter ruimte voor deze ontmoeting. Ouders voelen zich doorgaans welkom. De directie stelt zich laagdrempelig op en dit is doorgaans ook het geval voor de leerkrachten, ook al geven ouders aan dat er duidelijke verschillen tussen de leerkrachten bestaan in de manier waarop zij met ouders communiceren. In de schoolgids maakt de school duidelijk ouders belangrijk te vinden. Zo staat er bijvoorbeeld: “We vinden dat u als ouders en wij als schoolteam een belangrijke taak hebben in de opvoeding en begeleiding van uw kind. Daarom vinden we het contact met u heel belangrijk. En het is voor u natuurlijk fijn om te weten wat er op school allemaal gebeurt.” Er worden meerdere contactmogelijkheden genoemd. In de praktijk lijkt er echter ook een aanzienlijk verschil te bestaan tussen de ‘papieren werkelijkheid’ van de schoolgids en de dagelijkse praktijk. Ook is er geen zichtbare visie in de samenwerking met ouders. De school geeft hier nog een eenzijdige invulling aan, namelijk door voornamelijk gericht te zijn op het verstrekken van informatie. Ouders zijn op meerdere punten terecht kritisch en dragen ook al ideeën aan voor het verbeteren van de samenwerking. Onderstaand geven we per criterium aan wat de belangrijkste conclusies een aanbevelingsn voor SBO De Boei zijn, zodat de school daadwerkelijke stappen kan zetten om van een meer informerende naar een meer samenwerkende houding met ouders te komen, waarbij de (school)ontwikkeling van het kind voortdurend centraal staat.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
48
SBO De Boei, Rotterdam
11.2 Per criterium Criterium 1: De school heeft met ouders een heldere visie op samenwerking geformuleerd. Uit alle informatie van de school aan ouders blijkt hoe belangrijk de school het samenwerken met ouders vindt. Ook in het gedrag van de medewerkers van de school is de visie op ouderbetrokkenheid zichtbaar. Er is geen duidelijke visie en in het gedrag van de medewerkers is geen lijn zichtbaar in de samenwerking met ouders. Er wordt wel herhaaldelijk aangegeven hoe belangrijk contact is en hiervoor bestaan meerdere mogelijkheden. Contact is echter nog geen samenwerking. Ons advies is om samen met team en ouders een visie op de onderlinge samenwerking te formuleren en deze zo veel mogelijk te verwoorden in concrete verwachtingen. Zorg dat de visie aansluit bij de populatie ouders en de behoeften van de kinderen. Maak het zichtbaar in gedrag, het team heeft daarin een voorbeeldfunctie. Criterium 2: De school laat zien dat leraren, leerlingen en ouders actief betrokken worden bij het schoolbeleid. Bijvoorbeeld door middel van panelgesprekken met ouders, een leerlingenraad, een brainstorm tussen leraren, leerlingen en hun ouders over een bepaald beleidsthema, enzovoort. Leraren, leerlingen en ouders weten wat er met hun inbreng gebeurt. De school vraagt ouders geen input op beleidszaken. Ouders worden ook in het algemeen bij weinig zaken bevraagd of betrokken. Leraren zijn wel op de beleidsontwikkeling betrokken. Ons advies is: start laagdrempelig met het vragen naar de mening van ouders. Neem daarvoor onderwerpen die tot de verbeelding spreken en waarbij ook kinderen betrokken kunnen worden. Neem het initiatief als school, organiseer regelmatig laagdrempelige bijeenkomsten met de ouders en maak het aantrekkelijk voor ouders om te komen (overleg tijdstip, misschien zelfs locatie, e.d.). Integreer dit met de ideeën die er leven rondom een koffiekamer voor de ouders. Criterium 3: Op school is aan alles te merken dat leraren, leerlingen en ouders welkom zijn op school. De ouders komen weinig op school, deels doordat hun kind via bus of taxi naar school komt. Dat maakt dat de onderlinge contacten extra gestimuleerd dienen te worden. Ouders voelen zich doorgaans welkom op school, maar het gebouw draagt hier niet aan bij. Betrek ouders bij het mooier maken van het gebouw en vraag naar hun verbetersuggesties. De directie wil het gebouw meer een thuis-gevoel geven; vraag alle betrokkenen hoe dit gerealiseerd kan worden en organiseer bijvoorbeeld een ‘handen uit de mouwen-dag’. Het pedagogische klimaat kan verder versterkt worden, zodat leerlingen zich meer welkom zullen gaan voelen.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
49
SBO De Boei, Rotterdam
Criterium 4: Ouders en leraren werken voortdurend samen om het leren en een gezonde ontwikkeling van leerlingen te ondersteunen, zowel thuis als op school. Ouders weten niet of weinig wat er zich afspeelt op school en in de klas. Er is geen gedeeld beeld over wat van ouders verwacht mag worden als ondersteuning thuis. Dit betekent dat de leerkrachten naar eigen eer en geweten handelen en ouders grote verschillen tussen hen waarnemen. Het is van groot belang dat ouders weten wat effectief gedrag is om hun kind te ondersteunen in hun schoolontwikkeling. De basis hiervoor is een rijke leeromgeving waarin uitdagende situaties gecreëerd kunnen worden. Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en (vooral) thuis zou dit gevoed kunnen worden door een prikkelende omgeving te realiseren. Leraren kunnen een helpende hand bieden door ouders concrete suggesties te doen en handvatten te geven hoe zij hun kind thuis kunnen helpen met leren. Ook kan school veel onzekerheid bij ouders wegnemen door informatie te geven over de ontwikkeling van kinderen. Leraren kunnen ouders verder ondersteunen bij vormen van spontaan en natuurlijk leren. De school dient heldere verwachtingen uit te spreken naar de ouders over de wijze waarop zij de ondersteuning van hun kind thuis waar kunnen maken. Leerkrachten gaan hier wisselend mee om. Ons advies is om als school een soort doorlopende leerlijn voor ouders te formuleren, waarin helder wordt op welke wijze en waarover de school en de ouders elkaar dienen te informeren. Daarin kan ook zichtbaar gemaakt worden hoe ouders aan kunnen sluiten bij de inhoud van de lessen en wat zij daarvoor nodig hebben. Dit betekent dat het helder moet zijn hoe en waarmee ouders hun kinderen thuis kunnen helpen. Dit betekent ook dat ouders meegenomen kunnen worden in de doelen van het onderwijs. In de aanpak in de klas en de wijze waarop kinderen geholpen kunnen worden. Bij de ontwikkeling hiervan dienen ouders en team met elkaar in gesprek te gaan om tot een haalbare aanpak te komen. Communiceer regelmatig, via samen afgesproken middelen. Vraag ouders hoe informatie het beste uitgewisseld kan worden. Geef ouders de ruimte te reageren en vragen te stellen. Het liefst in persoonlijk contact. Dus niet slechts via de mail. Daar waar mail wel tot de mogelijkheden behoort, zorg dan dat er korte lijnen zijn tussen ouder en leerkracht. Criterium 5: Gesprekken tussen leraren, leerlingen en ouders worden vanuit gelijkwaardigheid gevoerd. Iedereen heeft zijn eigen actieve inbreng. Leerlingen zijn zoveel mogelijk bij alle gesprekken aanwezig. De plaatsen waar gesprekken worden gevoerd zijn voor iedereen comfortabel en gelijkwaardig en er is voldoende tijd voor alle deelnemers. Leraren zenden voornamelijk informatie aan de ouders. Ouders kunnen zich veelal niet op het gesprek voorbereiden, doordat ze vooraf geen informatie krijgen. De tijd, 10 minuten, is kort. Informeer ouders tussentijds en geef hen inzicht in de stand van zaken rondom hun kind (sociaal emotioneel maar ook resultaten van toetsen). Help ouders bij het formuleren van vragen aan de leerkracht door bijvoorbeeld een formulier mee te geven waarmee ouders het gesprek kunnen voorbereiden. Laat ouders ook weten wat je als school van hen verwacht en neem hen serieus. Heb hoge verwachtingen van ouders, maar ook van de leerlingen. Betrek de leerlingen zoveel mogelijk bij de gesprekken. Begin het schooljaar bijvoorbeeld met een startgesprek tussen ouder, leerling en leerkracht. Zo is er de mogelijkheid van een (hernieuwde) kennismaking, kunnen doelen en verwachtingen uitgesproken worden en wordt de basis gelegd voor de samenwerking gedurende de rest van het schooljaar.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
50
SBO De Boei, Rotterdam
Criterium 6: Leraren, leerlingen en ouders voelen zich verantwoordelijk voor elkaar en zijn daarop aanspreekbaar. Zo wordt er respectvol over elkaar gesproken zowel binnen als buiten de school. Voor leraren, leerlingen en ouders die buiten de groep dreigen te vallen voelt iedereen zich verantwoordelijk. Ouders kennen elkaar en het team niet of niet voldoende. Onbekend maakt onbemind. Ouders spreken nog veel over de school en ook omgekeerd wordt er vanuit het personeel niet altijd even positief over de ouders gesproken. Er dient duidelijk gekozen te worden zodat er weer mét in plaats van óver elkaar gesproken wordt. Organiseer activiteiten en bijeenkomsten, samen met ouders, waarop men elkaar en het team kan ontmoeten en leren kennen. Werk het idee van de ouderkamer uit en betrek ouders hierbij. Inventariseer wat de mogelijkheden zijn bij ouders die verder weg wonen, veel werken e.d. zodat ook zij zo veel mogelijk aanwezig kunnen zijn. Start het jaar met een nieuwjaarsreceptie in de maand september, zodat er ruimte voor ontmoeting en contact ontstaat. Doordat relaties een nieuwe impuls krijgen, zal er ook meer ruimte voor onderlinge verantwoordelijkheid ontstaan. Criterium 7: Het leerlingendossier is toegankelijk voor leraren en ouders. Ouders worden uitgenodigd informatie toe te voegen. Het leerlingdossier is nog bijzonder onbekend en wordt nog nauwelijks gevuld en besproken met ouders. Verken met ouders in een gesprek wat over hun kind is opgenomen in het dossier. Vraag of zij zich erin herkennen en aanvullingen hebben. Het leerlingdossier dient uiteindelijk vanuit de gedeelde verantwoordelijkheid een gezamenlijk dossier van school én ouders te worden. Op die manier komt het dossier bij (vrijwel) elk formeel gesprek tussen ouders en leraren op tafel en kan door beide partijen gecontroleerd worden of de informatie in het dossier nog ‘up to date’ is. Door ouders te vragen of zij wellicht nog opmerkingen of andere belangrijke, relevante gegevens over hun kind aan het dossier willen toevoegen, kan de school er voor zorgen dat ouders zich medeverantwoordelijk voelen voor het creëren van een compleet beeld van hun kind. De mooiste en meest praktische vorm van een leerlingdossier is een digitaal dossier, waar school en ouders beiden toegang tot hebben. We adviseren om in elk geval in een jaarlijks kennismakingsgesprek tussen de leerkracht, de leerling en de ouder, samen het dossier door te nemen. Criterium 8: De school laat zien open te staan voor verbetersuggesties en gaat op een transparante manier om met klachten. Iedereen kan zien welke (officieel) gemelde klachten er zijn en wat er met deze klachten gebeurt. Natuurlijk worden privacy regels hierbij in acht genomen. Bij de school leeft het idee dat men open staat voor eventuele verbetersuggesties van ouders. Ouders ervaren dit echter op een heel andere wijze. Kennelijk staat de deur wel open, maar wordt de drempel nog als hoog ervaren. Ook schiet een terugkoppeling op aangedragen ideeën er vaak nog bij in. De school kan zeker winst boeken door een meer actief uitnodigende (in plaats van verdedigende houding) naar ouders aan te nemen. Een school die ouders, maar ook leraren en leerlingen, serieus neemt voorkomt dat er een ‘klaagcircuit’ ontstaat en boekt tijdwinst doordat zij veel minder ‘brandjes’ hoeft te blussen. Ouders, leraren én leerlingen ervaren op hun beurt een transparante, ontspannen school die hen uitnodigt om gezamenlijk mee te denken en te doen om de beste school voor leerlingen te realiseren.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
51
SBO De Boei, Rotterdam
Iedereen voelt zich dan uitgenodigd verbetersuggesties te doen. Aanbeveling verdient de terugkoppeling van wat gedaan wordt (of niet) met deze verbetersuggesties, meer aandacht te besteden. In elk geval dienen gedane suggesties en/of klachten tijdens het teamoverleg aan bod te komen, zodat vervolgens ook afgesproken kan worden door wie en naar wie de terugkoppeling plaats kan vinden. De schoolleiding kan hierbij ook een voorbeeldrol spelen door regelmatig laagdrempelige inloopsessies te organiseren om zo het voortdurende gesprek met de ouders een plek te geven. Criterium 9: De opkomst bij verplichte bijeenkomsten met ouders en leraren (en leerlingen) is > 80%. De mate van verantwoordelijkheid, betrokkenheid en samenwerking komt onder meer tot uiting in dit criterium. De rapportgesprekken en de individuele oudergesprekken worden voldoende bezocht. Overige activiteiten zijn er echter nauwelijks, ook al geeft de schoolgids aan dat de school dit wel degelijk wil organiseren. Maak samen met ouders een overzicht aan welke informatieavonden en activiteiten er behoefte is en op welke manier deze het beste georganiseerd kunnen worden. Verken hierbij met elkaar welke onderwerpen aan bod kunnen komen en breng hier desnoods differentiatie in aan. Verken ook in hoeverre de leerlingen een rol of bijdrage aan bijeenkomsten met ouders en school kunnen leveren. Wees tijdens bijeenkomsten alert of iedereen aan zijn trekken komt. Criterium 10: Wetten en regels voor leerlingen en ouders worden door de school actief en helder duidelijk gemaakt en door iedereen nageleefd (zoals leerplicht, ouderbijdrage, omgangsregels, enzovoort). De school heeft het basisarrangement van de inspectie. De school heeft een achtergrond met een veelheid aan regels en zoekt naar een nieuwe balans. Met name het aanspreken van elkaar op het naleven van regels lijkt nog een aandachtspunt. De formele wet- en regelgevingskant van de school lijkt op orde te zijn. Ga met elkaar (school, ouders, leerlingen) het gesprek aan en kom tot gezamenlijkheid op regels. Streef een beperkt aantal regels na waar iedereen zich aan wil houden en elkaar aan houdt.
© CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 12 maart 2014
52
SBO De Boei, Rotterdam