Schoolondersteuningsprofiel SBO De Kameleon Februari 2014 Ron Benjamins Inschool
Postbus 2033 | 3800 CA Amersfoort | Utrechtseweg 29-G | 3811 NA Amersfoort T 033 – 46 22 717 | F 084 – 83 93 616 |
[email protected] | www.inschool.nl
2
1.Inleiding .......................................................................................... 5 2.Algemene gegevens ............................................................................. 6 2.1.Algemene gegevens van de school ...................................................... 6 2.2.Kengetallen leerlingenpopulatie ........................................................ 7 2.2.1.Leerlingen met een REC-indicatie: verwijzingen SO of een rugzakje ........ 7 2.2.2.Aantal terugplaatsingen vanuit het SBO .......................................... 7 2.2.3.Aantal gediagnosticeerde hoogbegaafde leerlingen ............................ 8 3.Basisondersteuning............................................................................ 10 3.1.Basiskwaliteit volgens de Inspectie ................................................... 10 3.2.Standaarden Handelingsgericht Werken .............................................. 11 3.3.Aanwezige deskundigheid .............................................................. 12 3.4.Groepsgrootte en formatie ............................................................. 14 3.5.Preventieve en licht curatieve interventies ......................................... 15 3.6.Ruimtelijke omgeving ................................................................... 16 3.7.Samenvattend: de mogelijkheden en grenzen van de school ..................... 16 4.Ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ..................................................................................................... 18 4.1.Leer en ontwikkeling .................................................................... 19 4.2.Fysiek en Medisch ........................................................................ 23 4.3.Sociaal emotioneel en gedrag.......................................................... 26 4.4.Thuissituatie .............................................................................. 30
3
4
1.Inleiding Voor u ligt het schoolondersteuningsprofiel van de school. Het geeft een beeld van de mogelijkheden, grenzen en ambities die de school heeft als het gaat om het bieden van passend onderwijs aan leerlingen met specifieke (extra of aanvullende) onderwijsbehoeften. Uit het complete profiel blijkt of de school voldoet aan de basiszorg die door het schoolbestuur en het samenwerkingsverband wordt vastgesteld. Bovendien wordt aangegeven voor welke leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het team een arrangement heeft. Het geeft ook de ambities van het team weer. Op basis van het ondersteuningsprofiel kan het team goede gesprekspartner zijn voor bestuur, ouders, het samenwerkingsverband, het speciaal onderwijs en organisaties voor welzijn en zorg. De optelsom van de gegevens van meerdere scholen van het samenwerkingsverband geven een beeld van het continuüm van onderwijsondersteuning op het niveau van het schoolbestuur en het samenwerkingsverband. Op basis van dit overzicht kan het samenwerkingsverband bepalen voor welke kinderen op welke plek voorzieningen en lesplaatsen zijn of kunnen worden ingericht. Schoolbesturen en het samenwerkingsverband kunnen vervolgens beleid ontwikkelen waarmee zij voldoen aan de zorgplicht voor het bieden van passend onderwijs aan alle leerlingen uit de regio. Zo vormen de schoolondersteuningsprofielen van alle scholen samen een belangrijke bouwsteen voor het ontwikkelen van beleid op onder andere de ondersteuningstoewijzing, de verdeling van middelen en het arrangeren van een goed antwoord op de behoeften van leerlingen. Dit schoolondersteuningsprofiel van de school is opgesteld op basis van een ingevulde facts&findingslijst, waarin feitelijke gegevens over de school zijn verzameld. In een werkconferentie begeleid door adviseurs van Inschool hebben scholen op een rij gezet wat zij ervaren als extra ondersteuning die de school kan bieden en dat geformuleerd als arrangement. De facts & findings en de arrangementen zijn bij elkaar gevoegd in deze rapportage die in samenwerking tussen een adviseur van Inschool en de school is opgesteld. Waar nodig kan de school teruggrijpen op documenten die als bron voor dit schoolondersteuningsprofiel hebben gediend.
5
2.Algemene gegevens 2.1.Algemene gegevens van de school De naam van de school is SBO De Kameleon. Het brinnummer van de school is 00VW. De school maakt deel uit van het bestuur St. Spec. Ond. Drechtsteden. De school maakt deel uit van het samenwerkingsverband SWV PO ZHZ. De visie / schoolconcept wordt als volgt omschreven: Wij zijn een school voor Speciaal Basisonderwijs, bestemd voor leerlingen die vanwege hun leer-, sociaal-emotionele en/of ontwikkelingsproblematiek onvoldoende kunnen profiteren van het onderwijsaanbod binnen het regulier basisonderwijs. Zij zijn overwegend aangewezen op specialistisch en aangepast onderwijs, zoals dat o.a. wordt verzorgd binnen de Kameleon. Onze slogan luidt: De Kameleon, OOG voor elk kind! OOG staat voor: Onderwijs, Ontwikkeling en Geluk. Dit zijn kernwoorden voor onze school.
6
2.2.Kengetallen leerlingenpopulatie Het aantal leerlingen op 1 oktober 2011 was 165.
2.2.1.Leerlingen met een REC-indicatie: verwijzingen SO of een rugzakje
Verwijzingen Verwijzingen Verwijzingen Verwijzingen
Aantal Aantal Aantal Aantal
SO SO SO SO
rugzakjes rugzakjes rugzakjes rugzakjes
cl. cl. cl. cl.
1 2 3 4
cl. 1 cl. 2 cl. 3 cl. 4
2007-2008 0 0 0 1
2008-2009 0 0 0 3
1 oktober 2010 0 0 0 8
2009-2010 0 0 3 4
2010-2011 0 0 0 1
1 oktober 2011 0 0 2 8
De bovenste van bovenstaande figuren laten zien hoeveel leerlingen van de school in de schooljaren 2007-2008 tot en met 2010-2011 een indicatie hebben gekregen voor één van de clusters én zijn verwezen naar een school voor speciaal onderwijs. In totaal ging het in die periode om 12 leerlingen. De figuur eronder laat zien hoeveel leerlingen met een rugzak er op de school zaten op respectievelijk 1 oktober 2010 en 1 oktober 2011. Op 1 oktober 2011 betrof dit 7,3% van de leerlingenpopulatie. Landelijk gemiddelde van kinderen met een rugzakje in het basisonderwijs is 1,38% (bron: http://kengetallen.passendonderwijs.nl, totaal aantal leerlingen met een rugzak, zowel op het BO als SBO, in het schooljaar 2010-2011).
2.2.2.Aantal terugplaatsingen vanuit het SBO (niet van toepassing)
7
2.2.3.Aantal gediagnosticeerde hoogbegaafde leerlingen Er zijn geen gediagnosticeerde hoogbegaafde leerlingen over de teldata 1 oktober 2008 t/m 2011. De zorgstructuur op De Kameleon is als volgt georganiseerd: Tijdens de groepsbesprekingen tussen de leerkracht en de ib-er (2x per schooljaar) worden de groepsplannen, het klassenmanagement en de korte- en lange termijndoelen besproken. Vanzelfsprekend kan hier ook de ontwikkeling van individuele leerlingen worden besproken. Vervolgens is hiervoor gelegenheid in de ‘leerlingbespreking’. Uitgangspunt bij de verschillende besprekingen en de begeleiding van de leerlingen vormt het ontwikkelingsperspectief van de leerling. Het ontwikkelingsperspectief wordt voor iedere leerling opgesteld en jaarlijks besproken en waar nodig aangepast.
Bij complexe hulpvragen vindt een vervolg van de leerlingbespreking plaats in het Zorgteam (de commissie van onderzoek en begeleiding). Hierin zitten een orthopedagoog, een schoolarts, een schoolmaatschappelijk werker, de ib-er en de directeur van de school. Op afroep kunnen ook andere deskundigen voor een zorgteambespreking worden uitgenodigd. De leden van het Zorgteam zijn deskundig op het gebied van de sociaal-emotionele, de cognitieve en de fysieke ontwikkeling van kinderen.
8
Er bestaat ook een ZAT op gemeenteniveau. De afgelopen vier schooljaren heeft De Kameleon hiervan geen gebruik gemaakt. Het Centrum voor Jeugd en Gezin gaat deze rol overnemen (CJG-casus overleg) De school gaat de huidige ‘Commissie van Onderzoek en begeleiding’ omvormen tot een ‘Zorgteam’, vergelijkbaar met de zorgteams binnen het regulier basisonderwijs. De aanleiding hiervoor vormen de ontwikkelingen binnen passend onderwijs en de verbinding met het CJG.
9
3.Basisondersteuning De basisondersteuning geeft het niveau van ondersteuning weer, waaraan alle scholen in het samenwerkingsverband zullen (gaan) voldoen. Mede op basis van de ondersteuningsprofielen van alle deelnemende scholen stelt het samenwerkingsverband het niveau van basisondersteuning vast. De basisondersteuning heeft betrekking op vier aspecten: -
basiskwaliteit (het oordeel van de inspectie over de school); preventieve en licht curatieve interventies (zoals een aanpak voor pesten of dyslexie); onderwijsondersteuningsstructuur (goede afspraken over de organisatie van ondersteuning binnen de school); planmatig werken (het volgen van de resultaten van de leerlingen en het inrichten van het onderwijs op basis daarvan).
In de vragenlijst die voor deze rapportage is gebruikt, zijn scholen over deze vier aspecten van basisondersteuning bevraagd. Deze zijn als volgt weergegeven. - De school heeft kunnen aangeven wat het meest recente oordeel van de inspectie was over de basiskwaliteit van de school. - De kwaliteit van de ondersteuningsstructuur en het planmatig werken is in beeld gebracht aan de hand van een aantal standaarden. Deze standaarden hebben betrekking op de mate waarin de school het handelingsgericht werken beheerst. - De kwaliteit van de ondersteuningsstructuur en het planmatig werken is verder in beeld gebracht met gegevens over de deskundigheid die op de school aanwezig is en de formatie die de school hiervoor heeft ingezet. - De school heeft kunnen aangeven welke preventieve en licht curatieve interventies zij aanbiedt. - Tot slot heeft de school een oordeel gegeven over de mogelijkheden van haar gebouw.
3.1.Basiskwaliteit volgens de Inspectie De inspectie heeft de basiskwaliteit van de school tijdens haar laatste oordeel akkoord bevonden.
10
3.2.Standaarden Handelingsgericht Werken Zwak
Voldoende
Leerkrachten verkennen en benoemen de onderwijsbehoeften van leerlingen o.a. door observatie, gesprekken en het analyseren van toetsen
*
Leerkrachten bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de leerkracht, de groep en de leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en daarop af te stemmen
*
Leerkrachten reflecteren op hun eigen rol en het effect van hun gedrag op het gedrag van leerlingen, ouders, collega's
*
Leerkrachten analyseren en interpreteren de toetsresultaten ten einde zicht te krijgen op de opbrengsten en het OPP en onderwijsbehoeften van de leerling
*
Leerkrachten zijn zich bewust van de grote invloed die zij op de ontwikkeling van hun leerlingen hebben
*
Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten de sterke kanten en interesses van de leerlingen, de leerkrachten, de ouders en het schoolteam
*
Leerkrachten signaleren vroegtijdig op basis van de verzamelde gegevens leerlingen die de komende periode extra instructie, ondersteuning en/of begeleiding nodig hebben Leerkrachten werken samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen doelen en benutten de ideeen en oplossingen van leerlingen
Goed
*
*
Alle teamleden zijn open naar collega's, leerlingen en ouders over het werk dat gedaan wordt of is. Motieven en opvattingen worden daarbij inzichtelijk gemaakt.
*
Leerkrachten nemen systematisch en regelmatig methodeonafhankelijke en methode gebonden toetsen af om de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen te volgen
*
Leerkrachten stellen hun instructie, aanbod, verwerking en onderwijstijd af op de verschillen in ontwikkeling en onderwijsbehoeften tussen leerlingen
*
Leerkrachten werken samen met ouders. Ze betrekken hen als ervaringsdeskundige en partner bij de analyse van de situatie en het bedenken en uitvoeren van de aanpak
*
Leerkrachten evalueren systematisch na afronding van het groepsplan of de gestelde doelen bereikt zijn
*
Leerkrachten houden na afronding van elke cyclus in school een groepsbespreking met de Intern Begeleider en besluiten tot leerlingbespreking en een oudergesprek indien noodzakelijk voor een of meerdere leerlingen
*
Leerkrachten benoemen hoge, reele SMARTI-doelen voor de lange (einde schooljaar) en voor de korte (tussendoelen) termijn. Deze doelen worden gecommuniceerd en geevalueerd met leerlingen, ouders en collega's
*
Leerkrachten werken met een groepsplan waarin ze de doelen en de aanpak voor de groep, subgroepjes en mogelijk een individuele leerling beschrijven
*
Leerkrachten bespreken minstens drie keer per jaar hun vragen betreffende het opstellen, uitvoeren en realiseren van hun groepsplannen met de intern begeleider
*
De onderwijs- en begeleidingsstructuur is voor eenieder duidelijk. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, waar, hoe en wanneer
*
11
Excellent
Bovenstaande geeft aan dat de school zichzelf op 2 van de hier genoemde 18 standaarden als zwak beoordeelt, op 10 als voldoende en op 6 als goed.
3.3.Aanwezige deskundigheid aanwezig zonder diploma Orthopedagoog
aanwezig met diploma
niet aanwezig
*
Psycholoog
*
Schoolmaatschappelijk werker
*
Remedial teacher
*
Ambulant Begeleider
*
Motorische Remedial Teaching
*
Intern Begeleider
*
Taal/leesspecialist
*
Reken/wiskundespecialist
*
Gedragsspecialist
*
Sociale vaardigheden specialist
*
Hoogbegaafdheid specialist
*
Coaching en Video Interactie Begeleiding
*
Speltherapeut
*
Dyslexie specialist
*
Naast bovenstaande deskundigen zijn nog de volgende andere deskundigen werkzaam in het team: - Logopedie - Omgangskunde De intern begeleider heeft de volgende opleiding gehad: kortdurende opleiding IB
*
HBO master SEN
*
Post HBO 1 jaar IB Post HBO 1 jaar top opleiding IB Geen Anders
*
NB: - Middenmanagement - Ambulant leesbegeleider De intern begeleider heeft de volgende kortdurende nascholing gehad op het gebied van:
12
Ja Dyslexie
*
Dyscalculie
*
Nee
Ook heeft de intern begeleider kortdurende nascholing gehad op het gebied van: onderwijs continuüm CED en intervisie Daarnaast is de volgende deskundigheid buiten het eigen team beschikbaar (OP INHUUR) voor de school: Orthopedagoog Psycholoog Schoolmaatschappelijk werker
*
Remedial Teacher Motorisch Remedial Teacher Ambulant begeleider
*
Intern Begeleider Taal/leesspecialist Reken/Wiskundespecialist Gedragsspecialist Sociale Vaardigheden Specialist Hoogbegaafdheid Specialist Coaching en Video interactie Specialist
*
Speltherapeut
*
Dyslexiespecialist Anders : Cesar therapeut
13
*
3.4.Groepsgrootte en formatie Bezetting van de groep: Er is één professional in de klas
Orthopedagoog Psycholoog
*
Motorische remedial teacher
*
Intern begeleider *
Reken/wiskundespecialist
*
Gedragsspecialist
*
Sociale vaardigheden specialist
*
Hoogbegaafdheid specialist Coaching en video interactie specialist
*
Speltherapeut
*
Dyslexiespecialist
* *
meer dan 2
meer dan 1
meer dan 0,5
*
Taal/leesspecialist
14
0,5
*
Remedial teacher
*: Logopedie
0,4
* *
Schoolmaatschappelijk werker
Anders (vul in welke deskundigheid nog meer aanwezig en beschikbaar is bij het veld toelichting)
0,3
0,2
0,1
wel aanwezig geen formatie
niet aanwezig
Onderstaande tabel geeft weer hoeveel formatie er voor de eerder genoemde deskundigen op de school beschikbaar is.
3.5.Preventieve en licht curatieve interventies Hieronder wordt aangegeven in hoeverre de school beschikt over de hier genoemde preventieve en licht curatieve interventies. Ja
Nee
In ontwikkeling -binnen ons onderwijs wordt extra instructie en tijd gegeven aan zwakke rekenaars
De school heeft een aanbod voor leerlingen met dyscalculie De school heeft een aanbod voor leerlingen met dyslexie
* -bij een individuele leerling zijn passende afspraken gemaakt en vastgelegd
De school heeft een protocol voor medische handelingen De school biedt fysieke toegankelijkheid voor leerlingen die dit nodig hebben
*
De school biedt aangepaste werk- en instructieruimtes voor leerlingen die dit nodig hebben.
*
De school biedt de beschikbaarheid van hulpmiddelen voor leerlingen die dit nodig hebben.
*
De school heeft een aanpak gericht op sociale veiligheid
*
De school heeft een aanpak gericht op het voorkomen van gedragsproblemen
De school heeft een onderwijsprogramma en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een minder dan gemiddelde intelligentie
rolstoelopgang, lift en 2 invalide toiletten
gouden regels door de hele school, structuur en personeel met zeer hoge pedagogische kwaliteiten. daarnaast gedragsspecialisten in huis.
*
De school heeft wel/geen onderwijsprogramma en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer dan gemiddelde intelligentie.
*
De school heeft een onderwijsprogramma en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer dan gemiddelde intelligentie. De school heeft een aanbod gericht op de werkhouding van leerlingen
Toelichting
*
*
Hieronder wordt aangegeven van welke voorzieningen de leerlingen van de school wel en niet gebruik maken. Daarbij wordt tevens aangegeven om hoeveel leerlingen het hierbij gaat.
15
n.v.t. Time-out
*
Observatieklas
*
Autiklas
*
Voorschool
*
Regionaal Interventie Team
*
Preventieve ambulante begeleiding
*
0
Ambulante begeleiding
1-5
5-10
10-15
15-20
meer dan 20
*
Hoogbegaafdengroep
*
Schakelklas
*
Taalklas
*
Anders (vul in bij toelichting)
*
3.6.Ruimtelijke omgeving Er is ruimte in de groep voor één-op-één begeleiding
*
Er is ruimte op de gang voor één-op-één begeleiding
*
Er is een prikkelarme werkplek
*
Er is ruimte voor een time-out
*
De lokalen zijn aangepast voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften Er zijn ruimten met specifieke functies voor bewegings- en leerbehoeften (fysiotherapie, schooltuin, enzovoort)
*
Er zijn werkplekken voor leerlingen beschikbaar op de gang of in flexibele ruimten
*
Anders (vul in bij Toelichting)
Slecht Zijn de werkruimten afgestemd op de onderwijsbehoeften van kinderen? Is de inrichting van de lokalen afgestemd op de onderwijsbehoeften van kinderen?
Matig
Voldoende
Goed
Zeer goed
* *
3.7.Samenvattend: de mogelijkheden en grenzen van de school De school stelt dat de opgevraagde gegevens het volgende betekenen voor de mogelijkheden die zij ziet, nu en in de toekomst, om op de school passend onderwijs te bieden voor leerlingen met specifieke en/of aanvullende onderwijsbehoeften: Het gebouw heeft voldoende mogelijkheden om diverse activiteiten/werkplekken te realiseren passend bij de leerlingen met uiteenlopende onderwijsbehoeften. Het samenwerkingsverband kan een beroep op de school doen voor de volgende leerlingen met specifieke en/of aanvullende onderwijsbehoeften:
16
Voor leerlingen met: - specifieke ‘sbo-problematiek’, dus leerlingen met leer-, ontwikkelings-, gedrags- en/of opvoedingsproblematiek. - een stoornis in het autisme spectrum, die nog kunnen functioneren in een groep van maximaal 15 leerlingen. - dyslectie, dyscalculie. - met een lage intelligentie (minimum IQ tussen 55 en 60). - met concentratie - / werkhoudingsproblemen. - met gedragsproblemen, mits zij de veiligheid van andere leerlingen en/of personeel niet in het geding brengen en het onderwijsleerproces niet continu verstoren voor zichzelf en andere leerlingen. De school stelt hierbij de volgende voorwaarden: Ooghoudend voor de risico’s van de school m.b.t. leerlingen en personeel. Financiële middelen om het verantwoord en adequaat te kunnen realiseren. Uitbreiding op het gebied van specifieke professionalisering. goede randvoorwaarden m.b.t. materiaal/personeel (extra handen)/huisvesting en dat het onderwijsaanbod gegarandeerd blijft. Verder stelt de school: we zijn een school voor speciaal basisonderwijs.
17
4.Ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften In het volgende hoofdstuk wordt in kaart gebracht in hoeverre de school in staat is een aanbod te hebben voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Deze behoeften kunnen betrekking hebben op: • • • •
leer- en ontwikkelingskenmerken; fysieke en medische kenmerken; sociaal-emotionele en gedragsmatige kenmerken; de thuissituatie.
Er wordt beschreven welke aanpak de school heeft voor de verschillende aandachtsgebieden. Voor het beschrijven van deze onderwijsondersteuningsarrangementen is informatie verzameld over: • deskundigheid die de school heeft of binnen handbereik heeft; • tijd en aandacht die de school aan leerlingen kan besteden; • specifieke materialen of voorzieningen waarover de school beschikt; • mogelijkheden van het schoolgebouw en • samenwerking met relevante organisaties.
18
4.1.Leer en ontwikkeling Leer- en ontwikkelingskenmerken hebben betrekking op leer- en ontwikkelingshulpvragen, leerachterstand, taalhulpvragen en ontwikkelingsvoorsprong Huidige situatie – wat doen/kunnen we nu al? 1. Aanbod kinderen met lagere intelligentie Door ons aanbod dat is gericht op uitstroomniveau praktijkonderwijs en vmbolwo, heeft de school in het basisaanbod binnen de groepen, voldoende mogelijkheden om ook te voldoen aan de onderwijsbehoeften van leerlingen met een lagere intelligentie (IQ vanaf ± 60), leerachterstanden, ontwikkelingsachterstanden en/of specifieke leerproblematiek. Door te werken met arrangementen binnen het onderwijscontinuüm van de CED (basis, verdiept, intensief en specifiek), kan de school een passend aanbod bieden binnen een groepsaanpak voor vrijwel alle leerlingen binnen de school.
Invulling Deskundigheid -
Teamscholing gericht op de didactische aanpak binnen onze doelgroep.
-
Leerkrachten met kennis, ervaring en affiniteit met onze doelgroep. Orthopedagoog. Deskundige intern begeleider met aantoonbare ervaring met deze doelgroep. Verschillende deskundigen op het gebied van gedrag/lezen/rekenen (master SEN).
-
Aandacht en tijd -
Onderwijsaanbod binnen kleinere groepen (gemiddeld 15 leerlingen). Onderwijsassistent binnen de JRK en bij praktijkles. Mogelijkheden om leerlingen groepsdoorbroken op een niveau passend bij hun onderwijsbehoeften te laten werken.
Voorzieningen -
Een positief pedagogisch en didactisch klimaat met rust, structuur, duidelijkheid en veiligheid. Het leerstofaanbod en de instructie zijn aangepast aan de onderwijsbehoeften van de doelgroep.
Gebouw -
Voldoende ruimte binnen het gebouw en de klassen. Beschikbaarheid van extra ruimtes waardoor een time-out voor leerlingen te realiseren is.
Samenwerking -
19
Met collega sbo (sbo De Steenen Kamer).
2. Ontwikkelingsperspectieven voor alle leerlingen.
De school stelt ontwikkelingsperspectieven op voor alle leerlingen vanaf groep 1/2. Vanaf eind groep 5 wordt in het perspectief ook een prognose gegeven van het uitstroomniveau. Deze perspectieven worden eenmaal per jaar (waar nodig) aangepast en met ouders besproken. Het toetsgedeelte wordt tweemaal per jaar aangepast. Het werken met ontwikkelingsperspectieven maakt het mogelijk om voor individuele leerlingen beredeneerde keuzes te maken m.b.t. leerstofaanbod, arrangement en differentiatie.
Deskundigheid -
Orthopedagoog. Intern begeleider. Ervaring met het werken met ontwikkelingsperspectieven bij leerkrachten.
Aandacht en tijd -
-
Van iedere nieuwe leerling wordt het eerste ontwikkelingsperspectief opgesteld door de orthopedagoog, leerkracht en de intern begeleider. Er wordt voldoende tijd ingepland voor het bespreken van het ontwikkelingsperspectief met ouders.
Voorzieningen -
-
Het werken met het ontwikkelingsperspectief is ingebed in de organisatie van het onderwijs binnen de school. De ontwikkelingsperspectieven worden opgeslagen in het digitaal leerlingvolgsysteem ParnasSys.
Gebouw -
nvt
Samenwerking 3. Jonge Risico Groep
Met collega sbo
Deskundigheid -
Orthopedagoog. Intern begeleider. Ervaren leerkracht en onderwijsassistenten
Aandacht en tijd -
20
Van iedere leerling wordt het ontwikkelingsvolgmodel ingevuld en een OPP opgesteld. Er wordt voldoende tijd ingepland voor het bespreken van de ontwikkeling met ouders. Er vinden structureel observaties plaats
en i.n. (aanvullend) onderzoek. Voorzieningen -
De leerlingen worden de basisvaardigheden aangeleerd op tempo en aanleg. De groep heeft 100% assistentie. Er wordt getracht de groep niet groter dan 15 leerlingen te laten worden.
Gebouw -
Ruim speel-leerlokaal. Eigen ingang. Eigen toiletruimte inclusief verschoon/aankleedtafel.
Samenwerking -
VVE overleggen MKD
Ambitie; wat willen we veranderen/verbeteren?
Wat hebben we hiervoor nodig?
Het werken met passende perspectieven voor de verschillende leerroutes/uitstroomprofielen.
Teamscholing en het opdoen van ervaring.
Op basis van de prognose uitstroom in het ontwikkelingsperspectief, maakt de school vanaf groep 6 of 7 beredeneerde keuzes met betrekking tot het onderwijsaanbod.
Het uitwerken van de verschillende leerroutes/arrangementen in de groepsplannen en de koppeling hiervan naar het OPP.
In eerste instantie betreft het hier het vakgebied rekenen.
Leerlingen met ernstige rekenproblemen (beter) kunnen begeleiden a.d.h.v. een rekenprotocol.
Deskundigheid uitbreiden naar het team.
De school heeft een rekenspecialist in huis.
Inrichten van een aanbod rekenarrangement.
Opstellen rekenprotocol.
Middelen
21
Kennis Randvoorwaarden
22
4.2.Fysiek en Medisch Fysiek en medisch hebben betrekking op hulp- en ondersteuningsvragen van gehoor, gezicht, spraak en/of taal, motoriek en/of fysieke belemmeringen (epilepsie, diabetes, etc.) Huidige situatie – wat doen/kunnen we nu al? 1. Maatwerk Het rekening houden met en inspelen op specifieke (onderwijs)behoeften van leerlingen, is volledig ingebed in het onderwijsaanbod en de schoolcultuur. Hierdoor is het over het algemeen goed mogelijk om ook voor leerlingen met een specifieke hulpvraag of onderwijsbehoefte op medisch/fysiek gebied passend onderwijs te kunnen verzorgen.
Invulling Deskundigheid -
Teamscholing gericht op de didactische en pedagogische aanpak voor onze doelgroep. Leerkrachten met kennis, ervaring en affiniteit met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Orthopedagoog. Intern begeleider. Verschillende deskundigen op het gebied van lezen/rekenen/gedrag (master SEN). Logopedist. Schoolmaatschappelijk werker. Leerkracht omgangskunde.
Aandacht en tijd -
Onderwijsaanbod binnen kleinere groepen (gemiddeld 15 leerlingen). Mogelijkheden om leerlingen groepsdoorbroken op een niveau passend bij hun onderwijsbehoeften (niveau) te laten werken.
Voorzieningen -
-
Een positief pedagogisch en didactisch klimaat met rust, structuur en duidelijkheid. Hierdoor wordt een veilig leerklimaat gecreëerd. Het leerstofaanbod en de instructie zijn aangepast aan de onderwijsbehoeften van de doelgroep. Het werken met ontwikkelingsperspectieven.
Gebouw -
Voldoende ruimte binnen het gebouw en de klassen. Beschikbaarheid van extra ruimtes.
Samenwerking -
23
Externe deskundigen en instanties.
2. De school heeft ervaring met het begeleiden van leerlingen met licht verstandelijke beperking (IQ tussen de 54 en 60)
De ervaring met deze leerlingen leert dat het reguliere aanbod binnen de school op veel punten tegemoet komt aan de onderwijsbehoeften van leerlingen met een lichte verstandelijke beperking. Er is aandacht voor de lagere verwerkingssnelheid van deze doelgroep. De rust en structuur binnen de school zorgen voor een gunstig leerklimaat voor deze leerlingen.
Jeugdarts/schoolarts.
Deskundigheid -
Ervaring met leerlingen met een IQ>50. Het schoolteam heeft kennis en ervaring in het begeleiden van leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte.
Aandacht en tijd -
Onderwijsaanbod binnen kleinere groepen (gemiddeld 15 leerlingen).
Voorzieningen -
-
Een positief pedagogisch en didactisch klimaat met rust, structuur en duidelijkheid. Hierdoor wordt een veilig leerklimaat gecreëerd. Het leerstofaanbod en de instructie zijn aangepast aan de onderwijsbehoeften van de doelgroep.
Gebouw -
Voldoende ruimte binnen het gebouw en de klassen. Beschikbaarheid van extra ruimtes.
Samenwerking -
3. De school heeft ervaring met het begeleiden van leerlingen met diabetes en het hebben van een stoma.
i.n. met één van onze cluster 3 scholen.
Deskundigheid -
Het teamleden hebben kennis en ervaring in het begeleiden en volgen van leerlingen met (eenvoudig)medische aandoeningen waarbij er geen bijzonder medische handelingen verwacht wordt.
Aandacht en tijd -
24
Uitlegbijeenkomsten door derden betreffende de aandoening.
Voorzieningen -
Afspraken met ouders.
Gebouw -
Beschikbaarheid van extra ruimtes. Beschikbaarheid van een afgesloten douche/verschoonruimte.
Samenwerking -
Ambitie; wat willen we veranderen/verbeteren?
De mogelijkheden voor het begeleiden van leerlingen met fysieke problemen verbeteren. Het gaat hierbij om leerlingen die een relatief lichte begeleiding nodig hebben.
25
Ouders.
Wat hebben we hiervoor nodig?
-
Opstellen protocollen (epilepsie, diabetes). Teamscholing.
4.3.Sociaal emotioneel en gedrag Sociaal-emotioneel en gedrag hebben betrekking op hulp- en ondersteuningsvragen op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling en gedrag ((faal)angst, teruggetrokkenheid, zelfvertrouwen, weerbaarheid, positie in de groep en contactname; het invoelen van emoties en dit kunnen toepassen). Gedragshulpvragen kunnen betrekking hebben op allerlei vormen van concreet waarneembaar externaliserend of internaliserend gedrag. Huidige situatie – wat doen/kunnen we nu al? 1. Structuur, veiligheid en begeleiding Het pedagogisch klimaat van de school biedt leerlingen een pedagogische (leer)omgeving met voldoende structuur, veiligheid en begeleiding.
Hierdoor is de school goed in staat leerlingen met (onderwijs)behoeften op het gebied van structuur, duidelijkheid en voorspelbaarheid adequaat te begeleiden. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan leerlingen met adhd, ass, enz.
Invulling Deskundigheid -
Teamscholing op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling en gedragsproblematiek. Gedragsspecialisten (master SEN) Schoolteam met ervaring en affiniteit met deze doelgroep. Orthopedagoog. Leerkracht met taak omgangskunde. Schoolmaatschappelijk werker. Commissie van onderzoek en begeleiding (ondersteuningsteam) bestaande uit: directeur, intern begeleider, orthopedagoog, schoolmaatschappelijk werker, schoolarts.
Aandacht en tijd -
Kleinere groepen (± 15).
Voorzieningen -
Aanbod geleid spelen binnen de onderbouw. Mogelijkheden voor het aanbieden van een ‘Rots en Water’ training. Volgsysteem voor sociaal-emotionele ontwikkeling (ZIEN). Mogelijkheden voor het opstellen van een groepsplan of individueel hulpplan.
Gebouw -
26
Voldoende ruimte binnen de school en de lokalen. Beschikbaarheid van extra ruimtes. Mogelijkheden voor time-out.
Samenwerking -
2. Passend onderwijs bieden voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften op basis van sociaal-emotionele problematiek.
Deskundigheid -
Door de aanwezigheid van ervaring en expertise, is de school in staat om op basis van een zorgvuldig opgesteld ontwikkelingsperspectief, beredeneerde keuzes te maken en een passend didactisch en pedagogisch onderwijsaanbod te realiseren.
-
Het opstellen van en werken met individuele hulpplannen (handelingsplannen) gericht op sociaal-emotionele problematiek als praktische uitwerking van de ontwikkelingsperspectieven.
Teamscholing op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling en gedragsproblematiek. Gedragsspecialisten (master SEN) Schoolteam met ervaring en affiniteit met deze doelgroep. Orthopedagoog. Schoolmaatschappelijk werker. Commissie van onderzoek en begeleiding (ondersteuningsteam) bestaande uit: directeur, intern begeleider, orthopedagoog, schoolmaatschappelijk werker, schoolarts. Ervaring en expertise in het opstellen van en werken met ontwikkelingsperspectieven en hulpplannen.
Aandacht en tijd -
De problematiek waarop dit van toepassing is kan zeer divers zijn, bijvoorbeeld: faalangst, ad(h)d, pdd-nos, hechtingsproblematiek, angsten, enz.
Collega sbo Externe deskundigen en instanties (SARR, Yulius, enz.)
Kleinere groepen (± 15). Aanbieden methodiek m.b.t. omgangskunde.
Voorzieningen -
-
Zorgstructuur met het ontwikkelingsperspectief van de leerling als uitgangspunt. Leerlingvolgsysteem met daarin opgenomen de ontwikkelingsperspectieven en individuele handelingsplannen. Volgsysteem voor sociaal-emotionele ontwikkeling (ZIEN). Mogelijkheden voor het opstellen voor een groepsplan.
Gebouw -
27
Voldoende ruimte binnen de school en de lokalen. Beschikbaarheid van extra ruimtes. Mogelijkheden voor time-out.
Samenwerking -
3. De Loep Een tijdelijke onderwijsvoorziening voor leerlingen die met schorsen en/of verwijderen bedreigd worden.
Collega sbo Externe deskundigen en instanties (SARR, Yulius, enz.)
Deskundigheid -
-
scholing gericht op leerlingen met gedragsproblematiek. Gedragsspecialisten (master SEN) Orthopedagoog. Commissie van onderzoek en begeleiding (ondersteuningsteam) bestaande uit: directeur, intern begeleider, orthopedagoog, schoolmaatschappelijk werker, schoolarts. Kindercoach.
Aandacht en tijd -
Kleine groep. Veel observaties
Voorzieningen -
Werken met de methodes vanuit het basisonderwijs Mogelijkheid tot onderzoek
Gebouw -
Voldoende ruimte binnen de school en de lokalen. Beschikbaarheid van extra ruimtes. Een vaste time-out-ruimte.
Samenwerking -
Ambitie; wat willen we veranderen/verbeteren?
28
SWV Externe deskundigen en instanties (SARR, Yulius, gemeente enz.) Ouders
Wat hebben we hiervoor nodig?
Een aanbod creëren voor leerlingen die wegens sociaal-emotionele problematiek/ gedragsproblematiek onvoldoende profiteren van het aanbod binnen het reguliere basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs.
Het opstarten van één of twee ‘structuurgroepen’.
Binnen ‘structuurgroepen’ een omgeving bieden waarbij de nadruk ligt op een positief (ortho)pedagogisch klimaat.
Samenwerking:
29
-
Financiën Kennis Ruimte
Sbo De Steenen Kamer
4.4.Thuissituatie Thuissituatie Gaat om hulp- en ondersteuningsvragen die voornamelijk te maken hebben met de thuis- of gezinssituatie van het kind ((pedagogische) verwaarlozing, overbescherming, etc.) Huidige situatie – wat doen/kunnen we nu al? 1. Ouderadvies De school heeft veel kennis en deskundigheid in huis om ouders te kunnen adviseren m.b.t. pedagogische hulp- en ondersteuningsvragen. -
Leerkrachten Ib-er Orthopedagoog Schoolmaatschappelijk werker
Invulling Deskundigheid -
Kennis en ervaring van het schoolteam. Ib-er Orthopedagoog Schoolmaatschappelijk werk Commissie van onderzoek en begeleiding (ondersteuningsteam) bestaande uit: directeur, intern begeleider, orthopedagoog, schoolmaatschappelijk werker, schoolarts.
Aandacht en tijd -
Voldoende tijd voor het voeren van oudergesprekken. Leerkrachten leggen indien noodzakelijk/wenselijk een huisbezoek af. Medewerkers van de school brengen ouders zo snel mogelijk op de hoogte van ‘bijzonderheden’ in de schoolsituatie van het kind.
Voorzieningen Gebouw Samenwerking 2. signaleren De school is in staat problemen in de thuissituatie tijdig te signaleren en (in overleg met ouders) contacten te leggen met externe deskundigen/instanties.
30
externe deskundigen en instanties.
Deskundigheid -
Kennis en ervaring van het schoolteam. Ib-er Orthopedagoog Schoolmaatschappelijk werk Commissie van onderzoek en begeleiding (ondersteuningsteam) bestaande uit: directeur, intern begeleider, orthopedagoog,
schoolmaatschappelijk werker, schoolarts. Aandacht en tijd -
Voldoende tijd voor het voeren van oudergesprekken. Medewerkers van de school brengen ouders zo snel mogelijk op de hoogte van ‘bijzonderheden’ in de schoolsituatie van het kind.
Voorzieningen Gebouw Samenwerking -
Externe deskundigen en instanties.
Ambitie; wat willen we veranderen/verbeteren?
Wat hebben we hiervoor nodig?
De verbinding tussen de school en jeugdzorg/cjg is nog onvoldoende aanwezig/ zichtbaar.
Overleg met vertegenwoordigers van de gemeente.
31