Schoolondersteuningsprofiel VSO De Kameleon • • • • • • • • • • •
Beschrijving leerling-populatie Aanmelding en toelating Onderwijsconcept Onderwijsaanbod en organisatie Uitstroombestemming Leerlingenzorg Grenzen aan de leerlingenzorg Externe dienst Personeel en voorzieningen Ambities Bijlagen, met uitwerking van leerroute 1,2 en 3
Beschrijving leerling-populatie De Kameleon is een school voor voortgezet speciaal onderwijs aan leerlingen die zeer moeilijk leren. Zeer moeilijk lerende kinderen met een zeer beperkt ontwikkelingsperspectief (ZML/MG) vormen de verbrede doelgroep van de school. Alle leerlingen van De Kameleon hebben een verstandelijke beperking (IQ<70). Veel leerlingen hebben naast hun verstandelijke beperking bijkomende problematiek, o.a. autisme spectrum problematiek, ADHD, hechtingsproblemen, syndroom van Down, epilepsie of zintuiglijke informatieverwerkingsproblemen. De verschillen tussen de leerlingen zijn groot, bijvoorbeeld in verbale vaardigheden en de mate van zelfredzaamheid. Bij sommige leerlingen beperkt de belevingswereld zich tot de directe omgeving van huis en school, andere leerlingen hebben een bredere interesse die vergelijkbaar is met leeftijdgenoten. Leerlingen van De Kameleon hebben in vergelijking met leerlingen in het regulier onderwijs een langzamer ontwikkelingstempo en een ander ontwikkelingsverloop en daarmee een andere ondersteuningsbehoefte. De meeste leerlingen die onderwijs volgen op VSO De Kameleon zijn ingestroomd vanuit de SO-afdeling van de school. Anderen komen van het Praktijkonderwijs of een andere (V)SOschool. Het voedingsgebied van De Kameleon is groot. Leerlingen op de locatie Roosendaal zijn afkomstig uit de gemeenten Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen en Steenbergen. Leerlingen in Bergen op Zoom zijn afkomstig uit de gemeenten Bergen op Zoom, Tholen en Woensdrecht. De variëteit tussen niveau van verstandelijk functioneren en sociaal-emotionele ontwikkeling in de groepen is divers. Dit vereist een hoge mate van gedifferentieerd onderwijs. We kennen binnen De Kameleon ook onderwijszorggroepen. In deze groepen zitten vooral leerlingen met een ZML/MG-indicatie. Zij hebben veel extra zorg en begeleiding nodig. Er zitten ook leerlingen met een ZML/MG-indicatie in de reguliere groepen. Zij krijgen binnen die groepen de noodzakelijke extra ondersteuning. De gemiddelde groepsgrootte in het VSO is 12-16 leerlingen. Afhankelijk van de zorgbehoefte en mogelijkheden van de leerlingen zijn de groepen groter of kleiner. De school besteedt veel aandacht aan een brede ontwikkeling van de leerlingen. Enerzijds wordt onderwijs op maat geboden, rekening houdend met de mogelijkheden van het kind, anderzijds wordt gewerkt aan positieve gedragsverandering. Veel van de leerlingen hebben een minder realistisch zelfbeeld en hebben moeite om hun gevoelens op een goede manier te uiten. In de groepen wordt systematisch aandacht besteed aan goed gedrag, waarden,
1
normen en omgangsregels. De kinderen wordt geleerd om problemen op een acceptabele wijze op te lossen. Het is van groot belang dat ouders en school gezamenlijk optrekken, dat ouders betrokken zijn bij de ontwikkeling. Als er sprake is van verschillende opvattingen dan zal dat het effect hebben op de vorderingen van het kind. Naast de groepsleerkracht worden er ook andere deskundigen ingezet om de leerling doelgericht te kunnen begeleiden. Hierbij doelen we o.a. op de leden van de commissie voor de begeleiding en hulpverlenende instanties. Het onderwijs, de zorg en de opvoeding op de school worden verzorgd door een betrokken team van medewerkers, dat zich dagelijks inzet om uit ieder kind het beste naar boven te halen en hen voor te bereiden op een zo zelfstandig mogelijk functioneren in de maatschappij. Vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid werkt de school behalve met de ouders/verzorgers ook samen met, waar mogelijk de leerling zelf, (zorg)instanties en arbeidsmarkt. Aanmelding en toelating Toelating tot De Kameleon is tot 1 augustus 2014 mogelijk met een cluster 3 ZML of ZML/MG indicatie. Na de invoering van Passend Onderwijs, 1 augustus 2014, bepaalt het samenwerkingsverband Passend Onderwijs dat werkzaam is in de woongemeente van de leerling of deze in aanmerking komt voor een plaats binnen een speciale onderwijsvoorziening. De leerling kan worden toegelaten als het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring afgeeft. Onderwijsconcept Op de Kameleon staat de individuele leerling centraal op het gebied van onderwijs en zorg. Er wordt bij iedere leerling specifiek gekeken naar de behoeften en mogelijkheden om het aanbod zo optimaal mogelijk te laten aansluiten. Het gedrag van een leerling is daarbij graadmeter voor het welbevinden. Vanuit de visie dat gedrag voor het grootste deel bepaald wordt door omgevingsfactoren, wordt altijd gekeken naar het kind in relatie tot zijn of haar omgeving. Dit betekent dat gedrag te beïnvloeden is door het aanpassen of veranderen van omgevingsfactoren. Dit vormt op De Kameleon ook het uitgangspunt bij de aanpak van gedragsproblemen. Om gedrag te beïnvloeden wordt veel gewerkt vanuit de gedragstherapeutische benadering. Dit is een techniek om op een opbouwende wijze gedrag te veranderen. De nadruk ligt op het aanleren en positief bekrachtigen van gewenst gedrag. Het doel is de leersituatie steeds aan te passen, zodat het kind steeds zelfstandiger wordt in het toepassen van de vaardigheid en minder afhankelijk wordt van de bevestiging door anderen. Een belangrijke omgevingsfactor voor het welbevinden en positief ontwikkelen van een leerling is het pedagogisch klimaat in de klas. Op de Kameleon is de basis van dit klimaat een veilige, voorspelbare, duidelijk gestructureerde en overzichtelijke leeromgeving. Daarnaast heeft de leerkracht een sensitieve, responsieve houding, waarmee hij aansluit op de behoeften van de leerlingen. Onderwijs: aanbod en organisatie We onderscheiden 3 leerroutes. Leerroute 1 is voor leerlingen met uitstroomperspectief belevings- en activiteiten gerichte dagbesteding Leerroute 2 is voor leerlingen met uitstroomprofiel arbeidsmatige dagbesteding 2
Leerroute 3 is voor leerlingen met uitstroomprofiel arbeid Er wordt gewerkt met 2 groepsplannen per jaar. Na ieder groepsplanperiode wordt het gegeven onderwijsaanbod geëvalueerd en behaalde doelen worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem LVS2000. De onderwijsinhouden op De Kameleon zijn vastgesteld volgens de kerndoelen voor (V)SO zoals die door SLO zijn ontwikkeld en door CED in leerlijnen zijn uitgewerkt. Het onderwijs per vakgebied wordt uitgewerkt in leerroute 1, 2 en 3 verdeeld over de verschillende leerjaren. De leerlingen krijgen les in stamgroepen, maar werken een aantal dagdelen per week in kleinere groepen. Ze krijgen dan praktijklessen aangeboden of lopen groepsgewijze of individueel (vanaf 14 jaar) stage. De Kameleon maakt indien mogelijk gebruik van methodes voor het VSO, waar deze niet voorhanden zijn worden reguliere methodes ingezet. Waar mogelijk leren leerlingen technisch en begrijpend lezen, rekenen. De leerstof is praktisch functioneel van aard. Er wordt gewerkt met een portfolio arbeid waarin de leerlingen al hun ervaringen daaromtrent verwerken. De school heeft een uitgebreid netwerk van stageadressen waar leerlingen arbeid oriënterend en of gericht arbeid voorbereidend ervaring kunnen opdoen. Uitstroombestemming VSO-leerlingen stromen uit naar (zo mogelijk reguliere) arbeid of (arbeidsmatige) dagbesteding. Soms stromen leerlingen tussentijds uit naar het praktijkonderwijs of andere vormen van VSO. Leerlingenzorg Na de aanmelding bij de school start de interne procedure van de Commissie van Begeleiding (CvB) van de school. De CvB vormt een diagnostische beeld, opgebouwd uit: • de IQ-gegevens; • een niveaubepaling op de leerlijnen van de kernvakken; • een onderbouwing van bevorderende en belemmerende factoren; • de kenmerken van de (psychiatrische) stoornis / beperking Aansluitend op het diagnostisch beeld bepaalt de CvB een ontwikkelingsperspectief van de leerling, bevattende: • uitstroombestemming • uitstroomniveau; • leerroute De vaststelling van het ontwikkelingsperspectief komt tot stand na op overeenstemming gericht overleg met de ouders. De school bepaalt minstens één maal per jaar of de leerling zich volgens verwachting ontwikkelt en bespreekt deze met ouders/verzorgers. Als resultaat van een analyse wordt vastgelegd:
3
• •
•
het antwoord op de vraag of de ontwikkeling van de leerling volgens verwachting verloopt, met verwijzing naar de bouwstenen waarop deze conclusie is gebaseerd; een analyse van belemmerende en bevorderende factoren die (deels) een verklaring vormen van de bereikte resultaten, waarbij de school kan aantonen dat zij heeft gedaan wat redelijkerwijze van haar gevraagd mag worden in termen van goed onderwijs (klassenmanagement); de consequenties die de school verbindt aan de conclusies uit de evaluatie van het ontwikkelingsperspectief voor de inrichting van het onderwijs voor de leerlingen in de komende planperiode.
Wanneer de ontwikkeling van de leerling niet naar verwachting verloopt, kan door de leerkracht, nadat collegiale consultatie met andere leerkracht(en) / IB-er geen gewenst resultaat heeft opgeleverd, een beroep gedaan worden op de orthopedagoog. Bij gedragsproblemen of zorgen om een leerling wordt vaak de orthopedagoog ingeschakeld. Samen met ouders en de leerkracht wordt getracht een duidelijk beeld van het kind en de omgevingsfactoren te krijgen. In overleg kan gekeken worden hoe de omgeving/aanpak kan worden aangepast. Dit wordt ook steeds geëvalueerd. Bij vragen over het welbevinden of een eventuele bijkomende stoornis kan de orthopedagoog onderzoek/behandeling verrichten, maar er kan ook gekozen worden voor een verwijzing naar een meer gespecialiseerde externe plek. De leerling kan besproken worden in de commissie van begeleiding (CvB) door een multidisciplinair team. Bij dit overleg zijn aanwezig: de directie, de orthopedagoog, intern begeleider, maatschappelijk werker, schoolarts, op verzoek kunnen derden aansluiten b.v. logopedist, wijkagent. Wanneer intern overleg onvoldoende oplossing biedt, doen wij een beroep op externe organisaties zoals o.a. MEE, GGZ-WNB, Amares, Idris, Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE), De Hondsberg, Bureau Jeugdzorg. Grenzen aan de leerlingenzorg Contra indicaties voor het gaan of kunnen blijven volgen van onderwijs op De Kameleon zijn: • Wanneer een leerling voor meer dan de helft van de onderwijstijd aangewezen is op ondersteuning en begeleiding vanuit aanvullende bekostiging. • Wanneer de benodigde aanvullende bekostiging niet of onvoldoende gerealiseerd wordt. • Wanneer de leerling ernstige verstoring van de veiligheid van zichzelf en of anderen op school veroorzaakt, nadat vanuit school alle beschikbare interventies zijn ingezet. Soms kan op onze andere locatie of een andere VSO-school de adequate begeleiding geboden worden die de leerling nodig heeft. In een uiterst geval kan een leerling ontheffing krijgen van leerplicht en tussentijds uitstromen naar o.a. een dagactiviteiten- of behandelcentrum. Externe dienst De Kameleon heeft een Externe Dienst. Ambulant begeleiders bieden vanuit de school begeleiding aan reguliere scholen voor voortgezet onderwijs waar leerlingen met een verstandelijke beperking onderwijs volgen. De begeleiding kan gericht zijn op het team en of de leerling. Wensen hieromtrent worden besproken in goed overleg tussen de reguliere school, de ouders van de leerling en de begeleider.
4
Een van de ambulant begeleiders is deskundige op het gebied van autisme spectrum problematiek (ASS). Zij is de collega bij uitstek voor een consult m.b.t. ASS. Zij verzorgt op aanvraag de ‘basiscursus Autisme in de klas’ of andere scholing op het gebied van ASS. Drie medewerkers zijn gecertificeerd als Rots en Water trainers. Scholen kunnen bij De Kameleon een Rots en Water training inkopen. Er bestaan ook trainingen specifiek gericht op leerlingen met ASS. Vanuit De Kameleon worden onderwijsassistenten gedetacheerd naar het regulier onderwijs. De samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs stellen tot augustus 2015 of augustus 2016 financiële middelen beschikbaar kunnen stellen om deze inzet te continueren zoals die al bestond als leerling gebonden financiering (LGF) ofwel het Rugzakje. Indien organisatorisch haalbaar stelt De Kameleon de inzet van intern begeleiders en orthopedagogen beschikbaar voor het verzorgen van workshops, voor teamscholing of consultaties in het kader van leerlingenzorg. Bij de externe dienst kunnen op bescheiden schaal leermiddelen geleend worden voor enige tijd. Dit kan onderdeel uitmaken van ons aanbod tot advisering omtrent aanschaf van leer- en hulpmiddelen. Huisvesting en voorzieningen Beide locaties van De Kameleon zijn gehuisvest in jonge goed uitgeruste gebouwen, voorzien van diverse vaklokalen. De huisvesting van de locatie Bergen op Zoom is gerealiseerd in het nieuwe complex Brede Voorziening De Markiezaten. Hier wordt onder een dak in toenemende mate samen gewerkt door basisschool Octopus en naschoolse dagopvang van SDW, CJG en MEE West-Brabant. In deze locatie wordt naschoolse opvang gerealiseerd door een judoschool en een dansschool. SDW biedt op beide locaties van de school naschoolse opvang, weekendopvang en vakantieopvang. Ambities De Kameleon zou bij iedere leerling met primair een verstandelijke beperking die onderwijs volgt in het regulier onderwijs betrokken moeten zijn. Zeker de komende jaren nog, tot schoolteams zelf voldoende eigen expertise hebben ontwikkeld. Voor leerlingen die niet gebaat zijn bij het volgen van regulier onderwijs wil De Kameleon hoogwaardig speciaal en voortgezet speciaal onderwijs blijven verzorgen. Hoogwaardig speciaal en voortgezet speciaal onderwijs staat voor een veilig en geborgen orthopedagogisch klimaat waarbinnen met een orthodidactische aanpak bij de leerling passende zo hoog mogelijke opbrengsten worden bereikt. De teamleden zullen zich daartoe bekwamen en blijven ontwikkelen, passend bij de verwachtingen van de tijd. Voor de eerstkomende paar jaren is die ontwikkeling gericht op het verbeteren van het onderwijs in de kernvakken taal/lezen en rekenen, alsook sociale en emotionele ontwikkeling.
5
Arrangementen VSO De Kameleon Roosendaal ten behoeve van samenwerkingsverband 30-02 Naam arrangement Uitstroomprofiel activiteiten gerichte dagbesteding: Leerroute 1. Bekostiging IVO model Hoeveelheid aandacht en tijd
Categorie 3.
Onderwijsmaterialen
Ruimtelijke omgeving
Gemiddelde groepsgrootte: 9 tot 11 leerlingen. 1 leerkracht en 1 onderwijsassiastent standaard beschikbaar in de groep. Extra personele inzet ( AWBZ zorg) gericht op leerlingen met een grote zorgbehoefte gericht op eten, drinken, toiletgang, douche les, verzorging menstruatie, begeleiding bij voorbereiding op werkervaringen. Activiteiten en ontwikkelingsstimulatie worden individueel of in zeer kleine groepen ( maximaal 4) aangeboden. Binnen en buiten de klas is voortdurende ondersteuning en toezicht nodig. De leerling komt uit zichzelf nauwelijks tot leren, het onderwijzend personeel is initiatiefnemer naar de leerling. De leerling vraagt om een beschermde en beschutte omgeving, bij de overgang naar een andere omgeving is individuele begeleiding noodzakelijk. Reguliere methodes zijn slechts bruikbaar als “bronnenboek”. Er wordt thematisch gewerkt. Curriculum: Leerlijn: De Kameleon MG ZML/ de SLO doelen en hierbij ontwikkelde CED-leerlijnen ( ambitie niveau 6). Het onderwijsaanbod dient voor het kind functioneel, direct toepasbaar en bruikbaar te zijn in de praktijk en heeft als voornaamste doel het vergroten van de alledaagse zelfredzaamheid. Aandacht voor sociale redzaamheid; leren spelen en motorische activiteiten. Er wordt met een vast en gevisualiseerd dagprogramma gewerkt. Dagprogramma is leidend met ruimte voor individuele aanpassing wanneer noodzakelijk. Stappenplannen aangepast aan mogelijkheden van de leerling. Er wordt gebruik gemaakt van visuele ondersteuning (verwijzers/ foto’s / picto’s). Communicatie wordt ondersteund door gebruik te maken van gebarentaal: Nederlands met gebaren. In- en ontspanningsmomenten wisselen elkaar af. Door het gebruik van een vast ritme en het herhalen van dezelfde patronen en rituelen ( liedjes, rijmpjes) wordt de dagelijkse routine vertrouwd gemaakt. Prikkelarme omgeving met gericht en bewust aanbod ten 6
Expertise
Samenwerking met andere instanties
Doelgroep
Uitstroom Huidige indicatiecriteria
aanzien van de basale zintuigen. Bescherming tegen te intensieve of veel verschillende prikkels. Touchscreen en computer. Individuele werkplekken. Beschermde speelplaats. Kennis van sensomotorisch leren en pragmatisch leren. Instructiemodel: model leren. Kennis van de cognitieve beperkingen en gedragsproblemen en onderlinge relaties. Kennis van basisklimaat gericht op hechtingsproces. Basishouding gericht op bieden van veiligheid door veel nabijheid en begrenzing. Aansluiten bij belevingswereld. Vergroten van zelfredzaamheid en autonomie. Zindelijkheidstraining. Een vakleerkracht bewegingsonderwijs. Een logopedist. Intern begeleider. Orthopedagoog. Specifieke diagnostische kennis en behandelkennis. Er is een Commissie van Begeleiding welke bestaat uit: jeugd-arts, orthopedagogen, maatschappelijk werk, intern begeleiders en hoofd onderwijs en begeleiding. Muziektherapeut / spelbegeleiding SDW Fysiotherapie vanuit particuliere praktijk Partner voor naschoolse opvang: SDW. Partners gericht op uitstroom: UWV, MEE, SDW, Amarant, S&L, Prisma. William Schrikker groep (voogdij) Hans Berger kliniek. CCE. Centrum voor jeugd en gezin. Zorg voor Jeugd. Gemeenten i.v.m. leerlingvervoer. De leerling in deze route heeft een ernstige verstandelijke beperking, IQ bereik: < 35. Daarnaast mogelijk bijkomende problematiek. Voorbeelden hiervan zijn een autisme spectrum stoornis, een syndromale afwijking of epilepsie. De leerling stroomt uit naar activiteiten gerichte dagbesteding. Er moet sprake zijn van een ernstige verstandelijke beperking.
7
Arrangementen VSO De Kameleon Roosendaal ten behoeve van samenwerkingsverband 30-02 Naam arrangement Uitstroomprofiel arbeidsmatig gerichte dagbesteding: Leerroute 2. Bekostiging IVO model Hoeveelheid aandacht en tijd
Categorie 1.
Onderwijsmaterialen
Ruimtelijke omgeving
Gemiddelde groepsgrootte: 12 tot 14 leerlingen. 1 leerkracht en parttime onderwijsassistent beschikbaar in de groep. Incidenteel extra personele inzet ( AWBZ zorg) gericht op individuele hulpvragen van leerlingen op gebied van zorg en begeleiding voor werkervaring. Activiteiten en ontwikkelingsstimulatie worden in eigen groep en in klassenoverstijgende niveaugroepen aangeboden. De activiteiten zijn groepsgericht, waarnodig individueel gerichte contacten en instructies. Buiten de klassensituatie is toezicht op afstand aanwezig, begeleiding is voortdurend aanspreekbaar en in het zicht. De leerling komt uit zichzelf nauwelijks tot leren, het onderwijzend personeel is initiatiefnemer maar ook andersom. Er wordt gewerkt met reguliere methodes, indien nodig aangepast; bv kleinere stapjes, meer herhaling, eenduidig en overzichtelijk. Curriculum: de SLO doelen en hierbij ontwikkelde CEDleerlijnen ( ambitie niveau 10). Aanbod: a. algemene maatschappelijke voorbereiding en persoonlijke vorming; b. leergebieden; c. voorbereiding op dagbesteding. Aanbod sociale zelfredzaamheid en aanleren van een werkhouding middels praktijk gericht en functioneel leren. Er wordt met een vast en gevisualiseerd dagprogramma gewerkt. Dagprogramma is leidend met ruimte voor individuele aanpassing wanneer noodzakelijk. Er wordt in de communicatie gebruik gemaakt van visuele ondersteuning (picto’s). Er is een balans tussen in- en ontspanningsmomenten gedurende de dag. Praktijkvakken worden aangeboden in kleine groepen, ondersteund met bekende begeleiders en continu toezicht. Veilige en vertrouwde leef- en leeromgeving zowel in de klas, tijdens het klassen overstijgend werken als op het schoolplein. 8
Expertise
Digibord en computer. Individuele werkplekken en groepstafels.
Kennis van egocentrisch leren. Instructiemodel: directe instructie. Kennis van de cognitieve beperkingen en gedragsproblemen en onderlinge relaties. Kennis van basisklimaat gericht op autonomie en individuatie. Basishouding gericht op corrigeren en sturen op grond van bieden van veiligheid door veel nabijheid en begrenzing. Een vakleerkracht bewegingsonderwijs, tevens rots en water trainer. Een vakleerkracht muziek. Een logopedist. Voor VSO vakleerkracht koken, vak assistent techniek, vak assistent groen, vak assistent zedemo. Voor VSO jobcoaches. Specifieke diagnostische kennis en behandelkennis. Er is een Commissie van begeleiding welke bestaat uit: jeugd-arts, orthopedagogen, maatschappelijk werk, intern begeleiders en hoofd onderwijs en begeleiding.
. Samenwerking met andere instanties
Doelgroep
Uitstroom Huidige indicatiecriteria
Muziektherapeut, spelbegeleiding SDW. Fysiotherapie vanuit particuliere praktijk Partners voor naschoolse opvang: SDW. Partners gericht op uitstroom: UWV, Mee, SDW, Amarant, S&L, Prisma, Sovak, Zuidwester en kleine particuliere initiatieven op gebied van (arbeidsmatige) dagbesteding. William Schrikker groep (voogdij). Hans Berger kliniek. De Hondsberg: observatiecentrum diagnostiek en exploratieve behandeling. Centrum voor jeugd en gezin. Zorg voor jeugd. Gemeenten i.v.m. leerlingvervoer. De leerling in deze route heeft een matig verstandelijke beperking, IQ bereik: 35-50. Daarnaast mogelijk bijkomende problematiek. Voorbeelden hiervan zijn een autisme spectrum stoornis, ADHD, of een syndromale afwijking of epilepsie. De leerling stroomt uit naar arbeidsmatig gerichte dagbesteding. Er moet sprake zijn van een matige verstandelijke beperking.
9
Arrangementen VSO De Kameleon Roosendaal ten behoeve van samenwerkingsverband 30-02 Naam arrangement Uitstroomprofiel arbeid: Leerroute 3. Bekostiging IVO model Hoeveelheid aandacht en tijd
Categorie 1.
Onderwijsmaterialen
Ruimtelijke omgeving
Gemiddelde groepsgrootte: 12 tot 14 leerlingen. 1 leerkracht en parttime ondersteuning van onderwijsassistent. Incidenteel extra personele inzet ( AWBZ zorg) gericht op individuele hulpvragen van leerlingen op gebied van zorg en begeleiding voor werkervaring. Onderwijs wordt in eigen groep en in klassenoverstijgende niveaugroepen ( van maximaal 10 leerlingen) aangeboden. De activiteiten zijn groepsgericht, waarnodig individueel gerichte contacten en instructies. Leerlingen zijn zelf medeverantwoordelijk voor het eigen leerproces en worden in toenemende mate gestimuleerd om eigen verantwoordelijkheid te dragen en initiatieven te nemen. Begeleiding en activering van de leerlingen is erop gericht dat de leerling kan leren in een groep en vanuit abstractere werkvormen tot leren kan komen. Er wordt gewerkt met reguliere methodes waarbij stapsgewijze aanbieding en herhaling nodig zijn. Curriculum: de SLO doelen en hierbij ontwikkelde CEDleerlijnen ( ambitie niveau 16). Aanbod: a. algemene maatschappelijke voorbereiding en persoonlijke vorming; b. leergebieden; c. voorbereiding op arbeid. Aanbod sociale zelfredzaamheid, reguleren van gedrag en handelen, vergroten zelfstandigheid. Er wordt met een vast dagen/week programma gewerkt, dit is leidend voor iedere leerling. In uitzonderlijke situaties kunnen enkele aanpassingen worden gedaan. In de verhouding in- en ontspanningsmomenten ligt de nadruk meer op inspanning. Praktijkvakken worden aangeboden in groepen, waarbij de leerlingen zelfstandig werken en hulp vragen. Veilige en vertrouwde leef- en leeromgeving zowel in de klas, tijdens het klassen overstijgend werken als op het schoolplein Digibord en computer. Individuele werkplekken en groepstafels. 10
Expertise
Samenwerking met andere instanties
Doelgroep
Uitstroom Huidige indicatiecriteria
Kennis van egocentrisch en performale leren. Instructiemodel: directe instructie. Kennis van de cognitieve beperkingen en gedragsproblemen en onderlinge relaties. Kennis van basisklimaat gericht op autonomie en individuatie. Basishouding gericht op corrigeren door in te grijpen en uit te leggen. Een vakleerkracht bewegingsonderwijs, tevens rots en water trainer. Een vakleerkracht muziek. Voor het VSO vakleerkracht koken, vak assistent techniek, vak assistent groen, vak assistent zedemo. Voor het VSO jobcoaches. Specifieke diagnostische kennis en behandelkennis. Er is een Commissie van Begeleiding welke bestaat uit: jeugd-arts, orthopedagogen, maatschappelijk werk, intern begeleiders en hoofd onderwijs en begeleiding. Muziektherapeut, spelbegeleider SDW. Fysiotherapie vanuit particuliere praktijk Psychomotorische therapie (PMT). Partners voor naschoolse opvang: Idris, SDW Partners gericht op uitstroom: UWV, Mee, SDW, Amarant, S&L, Prisma, Sovak, Zuidwester en kleine particuliere initiatieven op gebied van (arbeidsmatige) dagbesteding. William Schrikker groep (voogdij). Hans Berger kliniek. De Hondsberg: observatiecentrum diagnostiek en exploratieve behandeling. Amares: gespecialiseerd behandelcentrum. Centrum voor jeugd en gezin. Zorg voor jeugd. Gemeenten i.v.m. leerlingvervoer. De leerling in deze route heeft een licht verstandelijke beperking, IQ bereik: 50-70. Daarnaast mogelijk bijkomende problematiek. Voorbeelden hiervan zijn een autisme spectrum stoornis, ADHD, of een een gedragsstoornis. De leerling stroomt uit naar arbeid (niet-gecertificeerde arbeid met loonwaarde) en arbeidsmatige dagbesteding. Er moet sprake zijn van een lichte verstandelijke beperking. Er moet sprake zijn van een zeer geringe sociale redzaamheid.
11