Schoolgids De Leidse Buitenschool 2014-2015
Schoolgids De Leidse Buitenschool 2014-2015
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Inleiding
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.2 2.3 2.4 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.6 2.6.1 2.6.2 2.6.3 2.7 2.8 2.9 2.10 2.10.1 2.10.2 2.10.3 2.10.4
Campus Katwijk & Lisse
Waarom een schoolgids voor ouders/verzorgers Wie hebben aan de schoolgids gewerkt? Wat is nieuw in onze schoolgids Beoordeling schoolgids door de lezers Verklaring Medezeggenschapsraad Verzoek aan ouders/verzorgers om te reageren
Adresgegevens Campus Katwijk Campus Lisse De Leidse Buitenschool Bevoegd gezag De Leidse Buitenschool Directie Vervanging van de directeur Situering van de school Campus Katwijk Campus Lisse De Leidse Buitenschool Een stukje geschiedenis Campus Katwijk Campus Lisse De Leidse Buitenschool De betekenis van het vignet Groei van de school Campus Katwijk & Lisse De doelen van het onderwijs op Campussen Didactisch doel Sociaal emotioneel doel Pedagogisch klimaat Ontwikkelingen op de Leidse Buitenschool
4 5 5 5 5 6 6 7 8 8 8 8 9 9 9 10 10 10 10 11 12 13 13 14 14 14 15 15 15 15 16
2.11 2.11.1 2.11.2 2.11.3 2.11.4 2.11.5 2.11.6 2.11.7 2.11.8 2.11.9 2.12 2.12.1 2.12.2 2.13 2.14 2.15 2.15.1 2.15.2 2.15.3 2.15.4 2.15.5 2.15.6 2.15.7 2.16 3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5
De regels op Campus Algemene regels Campusregelement Pestprotocol Internet website-protocol Incidentenregistratieformulier leerlingen. Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen. Protocol vernieling andermans eigendommen Protocol bij vermoeden van kindermishandeling/ Meldcode Protocol bescherming privacy leerlingen Medische zaken en hygiëne Beleid bloedoverdraagbare infectieziekten Tanden poetsen Verplicht overblijven Pennen op school Integraal veiligheidsbeleid De brandmeldinstallatie. Het ontruimingsplan en de ontruimingsoefening Gebruikersvergunning Het speelplein Algemene veiligheid inspectie Incidentenregistratieformulier Legionella beheersplan Sponsoring
17 17 18 19 20 20 20 20 21
De organisatie van het onderwijs
27 28 29 29 29
De groepsindeling De activiteiten voor de kinderen Didactische leerlijnen Basisvaardigheden (lezen, taal, schrijven en rekenen) Sociaal-emotionele ontwikkeling Wereldoriënterende vakken Expressieactiviteiten
22 22 23 23 24 24 24 25 25 25 25 25 25 26 26
30 30 30
3.2.6 3.2.7 3.2.8 3.3 3.4 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4 3.5.5 3.5.6 3.5.7 3.6 3.6.1 3.6.2
Bewegingsonderwijs Godsdienstonderwijs Schooltelevisie Het gebruik van pictogrammen Naschoolse activiteiten voor kinderen Buitenschoolse activiteiten voor kinderen Sportochtend/-middag Schoolkamp Schoolreisje Excursies Verkeersdiploma Campusfeest Lidmaatschap bibliotheek Speciale voorzieningen in en om het schoolgebouw Campus Katwijk Campus Lisse
31 31 31 31 32 32 32 32 32 32 33 33 33 33 34 34
4 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2
De zorg voor kinderen
35 36 36 37 37
4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.2.6 4.3 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.4.5
De plaatsing van een kind op de Campus Het leerlingvolgsysteem Het vastleggen van de resultaten Het algemeen dossier / het pedagogisch-didactisch dossier Het CITO-leerlingvolgsysteem Het OVM Groepsplannen Het bespreken van de resultaten De planning van de toetsen, besprekingen en rapportages De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Specialistische hulp De gezondheidszorg psycholoog (GZ) De schoolmaatschappelijk werker De jeugdarts De zorgcoödinator (deel van de taak van de
38 38 41 41 43 45 45 46 46 46 46
4.4.6 4.4.7 4.4.8 4.4.9 4.4.10 4.4.11 4.5 4.6 4.7 5 5.1 5.2 5.2.1 5.2.2 5.3 5.4 5.5 5.5.1 5.5.2 5.5.3 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14 5.14.1
locatiecoördinator) De intern begeleider De fysiotherapeut De logopedist De remedial teacher De orthopedagoog, ontwikkelingspsycholoog en schoolpsycholoog Samenwerking Bureau Jeugdzorg en Cardea Jeugdzorg De begeleiding van de overgang van de Campus naar vervolgonderwijs Het vervolgonderwijs na de Campus Ambulante Begeleiding
De ouders Het belang van de betrokkenheid van ouders Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de campus De schoolgids De informatiebrief De medezeggenschapsraad De ouderraad Contact tussen de leerkracht/mentor en de ouders Algemeen Het heen-en-weerschriftje Informatie aan ouders Klachtenregeling Meldpunt vertrouwensinspecteurs 5010 voor ouders over onderwijs Ouderbijdrage Financiële ondersteuning Schoolfotograaf Schoolverzekering voor leerlingen Aangepast vervoer Landelijke ouderverenigingen Balans
47 47 47 48 48 48 49 50 51 52 53 54 54 54 54 54 55 55 55 56 56 58 58 59 59 59 59 60 60 60
5.14.2
Nederlandse Vereniging voor Autisme
60
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Het team
62 63 63 64 64 64
7 7.1
De ontwikkeling van het onderwijs
7.1.1 7.1.2 7.2 8 8.1 8.2 8.3 8.3.1 8.3.2 8.3.3
De samenstelling van het team Protocol vervanging bij ziekte Deeltijdleerkrachten De begeleiding en inzet van stagiaires Scholing van teamleden
Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school Enquetes Het schoolplan/ jaarplan School Video Interactie Begeleiding
Regeling school- en vakantietijden
8.3.8 8.4 8.5 8.6 8.7
Schooltijden Regels voor aanvang en einde schooltijd Maatregelen preventie schoolverzuim Ziekte leerling Schoolverzuim Verlof voor bezoek aan huisarts, tandarts of ziekenhuis Verlof voor huwelijken, jubilea, begrafenissen Verlof vanwege andere gewichtige omstandigheden Verlof voor vakantie Plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging Algemene regels bij verlofaanvragen De leerplichtwet De leerplichtambtenaar Vakantietijden 2014-2015 Vieringen en overige dagen
9
Belangrijke namen en emailadressen
8.3.4 8.3.5 8.3.6 8.3.7
65 66 66 66 67 68 69 69 70 70 70 71 71 71 71 72 72 73 73 73 74 75
9.1 9.1.1 9.1.2 9.1.3 9.1.4 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6
Namen, functies en emailadressen Directie de Leidse Buitenschool Hulpverleners Contactpersoon Klachtencommissie Contactpersoon doorstromers Campus Katwijk Bevoegd gezag Ouderraad Inspecteur Expertisecentra REC-WEST Overige belangrijke adressen en telefoonnummers
76 76 76 76 77 77 77 77 78 78
10 .1
afkortingen
81 83
Verklarende woordenlijst bij het ontwikkelplan (OP)
1
::: 1 Inleiding 1.1 Waarom een schoolgids voor ouders/verzorgers
Sinds 1 januari 1999 dient elke school een schoolgids te hebben. De schoolgids is bestemd voor ouders/verzorgers waarvan hun zoon/dochter Campus Katwijk/Lisse bezoekt en voor de ouders van nieuwe leerlingen. Deze gids laat zien wat de ouders van de Campus kunnen verwachten en wat de Campus voor hun kind kan betekenen. Binnen de Campus werkt De Leidse Buitenschool nauw samen met Cardea. Deze schoolgids betreft het onderwijs binnen de Campus en gaat niet uitvoerig in op het behandelaanbod vanuit Cardea. Meer informatie daarover vindt u onder meer op www.cardea.nl.
1.2 Wie hebben aan de schoolgids gewerkt? Campus Katwijk sinds 2005, Campus Lisse sinds 2006. Tot en met schooljaar 2013-2014 stond de informatie m.b.t. de Campussen integraal in de schoolgids van de hoofdlocatie. Vanaf schooljaar 2014-2015 wordt er een aparte schoolgids geschreven voor het schoolgedeelte van de Campus door de intern begeleider en de coördinator met behulp van diverse teamleden.
1.3 Wat is nieuw in onze schoolgids
De schoolgids van de Campus is niet langer opgenomen in de schoolgids van de hoofdlocatie, maar is een op zichzelf staand document geworden.
INLEIDING
5
1.4 Beoordeling schoolgids door de lezers Hierover zijn nog geen gegevens beschikbaar.
1.5 Verklaring Medezeggenschapsraad
De Medezeggenschapsraad van De Leidse Buitenschool zal kennis nemen van de schoolgids. De MR moet nog instemmen met deze schoolgids.
1.6 Verzoek aan ouders/verzorgers om te reageren
Indien u wensen heeft betreffende de schoolgids of suggesties tot verbetering kunt u contact opnemen met de coördinator van de Campus.
6
INLEIDING
2
::: 2 Campus Katwijk & Lisse 2.1 Adresgegevens 2.1.1 Campus Katwijk Campus Katwijk De Krom 102 2221 KK Katwijk Telefoon 06 14151784
2.1.2 Campus Lisse Campus Lisse Broekweg 112 2161 XG Lisse Telefoon 0252 429095
2.1.3 De Leidse Buitenschool
De Leidse Buitenschool Duinoordweg 2-4 2224 CD Katwijk aan Zee Telefoon 071 4012273 E-mail
[email protected] Website www.leidse-buitenschool.nl
8
CAMPUS KATWIJK & LISSE
2.2 Bevoegd gezag De Leidse Buitenschool
Het bevoegd gezag van onze school in de Campus is de Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg (ASOJ). Dit bestuur is eindverantwoordelijk voor datgene wat er op de school in de Campus gebeurt. De ASOJ is een landelijk werkende onderwijsstichting die 21 scholen op 47 locaties in 27 gemeenten bestuurt. Deze scholen werken samen binnen 3 sectoren. Onze school valt onder de sector West. Sectordirecteur is Frank Zopfi. De ASOJ kent het reglement Bovenschools Management. In dit reglement staan de taken en bevoegdheden vermeld van de algemeen directeur, de sectordirecteur en de locatiedirecteur. Het reglement is te vinden op de website van de ASOJ. De ASOJ stelt zich ten doel zorg te verlenen aan kinderen die kwetsbaar zijn, die ondersteuning nodig hebben bij het proces van zelfstandig leren worden en onderwijs te geven, gericht op de specifieke vragen die elk kind aan ons stelt. De missie van de ASOJ luidt dan ook: “Wij hebben zorg voor ieder ander, met name voor hen die het moeilijker hebben dan wijzelf en dat doen wij door volhardend te zijn in onze betrokkenheid”. De begrippen Kracht, Onvoorwaardelijk en Passie staan centraal in ons werken met en voor de kinderen. Omdat het binnen de Campus gaat om een samenwerking tussen jeugdzorg en onderwijs geldt naast het bevoegd gezag van de Leidse Buitenschool ook de regels en afspraken met betrekking tot het bevoegd gezag van Cardea.
2.3 Directie
Arjen Karelse, locatiedirecteur De Leidse Buitenschool Nancy Hoogkamer, locatiecoördinator Campus Katwijk & Campus Lisse
2.4 Vervanging van de directeur
De locatiedirecteur is binnen het Orthopedagogisch Educatief Centrum Katwijk (OECK) tevens locatiedirecteur van SBO De Windvang. De dagelijkse leiding van De Leidse Buitenschool is vanaf januari 2012 in handen van Arjen Karelse en Ada van Duijn. Eén van beide is op de hoofdlocatie aanwezig. Voor de Campussen geldt dat de dagelijkse leiding in handen van Nancy CAMPUS KATWIJK & LISSE
9
Hoogkamer, ondersteund door de intern begeleider Tessa van de Griend. Bij langere afwezigheid van de Campuscoördinator treedt het protocol vervanging in werking. Onder leiding van de locatiedirecteur wordt dan gezocht naar adequate vervanging.
2.5 Situering van de school 2.5.1 Campus Katwijk
Campus Katwijk Sinds februari 2014 bevindt locatie Campus Katwijk zich in Kindercentrum De Bomschuit in Katwijk, waar ook Kinderopvang Katwijk (KOK) gevestigd is. Het gebouw, dat bestaat sinds januari 2005, bevindt zich in een rustige woonwijk in Katwijk tegenover voetbalvereniging Katwijk. Locatie Campus Katwijk is per auto of te voet goed bereikbaar. Op loopafstand zijn twee bushaltes aanwezig: Halte De Krom: o.a. lijn 90. Halte Heenweg, Rijnsburg: o.a. lijn 20. Voor informatie over vertrek- een aankomsttijden kunt u bellen met de openbaar vervoer reisinformatielijn 0900-2022022 of kijken op www.arriva.nl
2.5.2 Campus Lisse
Campus Lisse bevindt zich in het centrum van Lisse in een voormalig basisschoolgebouw. De planning is dat deze Campus zich in 2015 zal samenvoegen met SBO De Don Bosco in een nieuw te bouwen pand in een ander deel van Lisse (Ruishornlaan). Locatie Campus Lisse is per auto of te voet goed bereikbaar. Op loopafstand is één bushalte aanwezig: Halte Hyacinthenstraat: o.a. lijn 50. Voor informatie over vertrek- een aankomsttijden kunt u bellen met de openbaar vervoer reisinformatielijn 0900-2022022 of kijken op www.arriva.nl
2.5.3 De Leidse Buitenschool De Leidse Buitenschool
10
CAMPUS KATWIJK & LISSE
De Leidse Buitenschool is gelegen in Katwijk aan Zee, nabij het gemeentehuis en het zwembad. De school is omgeven door veel groen en is goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Op loopafstand zijn twee bushaltes aanwezig: Halte Duinoord: lijn 31 Halte Katwijk Raadhuis: lijn 30; 31; 37; 90; 221; 385 Voor informatie over vertrek- een aankomsttijden kunt u bellen met de openbaar vervoer reisinformatielijn 0900-2022022 of kijken op www.arriva.nl
2.6 Een stukje geschiedenis
De naam Buitenschool houdt verband met het principe dat de school buiten de bebouwde kom is gebouwd. Dit in tegenstelling tot een openluchtschool die in principe binnen de bebouwde kom is gebouwd. De eerste Buitenschool in de omgeving van Scheveningen kent zijn oorsprong in 1905 en is officieel opgericht in 1917. Herstellingsoord ‘De Eerste Nederlandsche Buitenschool’ is aanvankelijk als stadsgezondheidskolonie opgericht door de ‘Vereniging voor Vacantiekolonies’ met een preventieve doelstelling. In deze tijd leden grote groepen van de bevolking aan aandoeningen van de luchtwegen, met name aan de besmettelijke ziekte tuberculose. De Buitenschool, gelegen in een bosrijke omgeving in het duin, bood de kinderen de heilzame werking van het milde zeeklimaat. Zo dacht men aan het begin van de eeuw. De nog niet zieke kinderen uit sociaal achtergestelde gezinnen kwamen zo’n zes weken aansterken aan de zee, teneinde minder bevattelijk te zijn voor ziektes. De therapie bestond uit bedrust en een verblijf in de gezonde lucht. Destijds werd gesproken van een verpleging in een soort openluchtschool, maar van een school kan nog niet worden gesproken. In de eerste jaren stond met name de verpleging centraal, pas later rond 1930 kwamen de schoolbelangen op de eerste plaats. Professor dr. E. Gorter trok zich het lot aan van de kinderen, die hij bleekneusjes noemde. Hij heeft zich ingezet voor de opening van de tweede Buitenschool in Nederland. Negentig jaar geleden, op 28 september 1921, werd de vereniging Herstellingsoord ‘De Leidsche Buitenschool’ opgericht. Een klein jaar later op 16 september 1922 werd de ‘Leidsche Buitenschool’
CAMPUS KATWIJK & LISSE
11
in ‘Villa Duinlust’ in Katwijk geopend. Leiden kent geen duinlandschap en had geen geschikte locatie binnen de gemeentegrens, waardoor men was aangewezen op de buurgemeente. De kinderen kwamen voornamelijk uit Leiden en de Duin- en Bollenstreek die zich uitstrekt van Sassenheim tot Wassenaar en van Alphen aan den Rijn tot Katwijk aan Zee. De naam Herstellingsoord klinkt misschien beladen, maar niet voor die tijd. De Vereniging stelde tot doel het voorkomen van tuberculose bij kinderen die schoolplichtig waren. Veel kinderen op de buitenschool bleven intern, revalideerden in een schone omgeving en kregen onderwijs in een aangepast tempo. ‘Buiten les’ op school werd zelfs letterlijk genomen; zodra het weer het toeliet, nam de groep leerlingen gehuld in dekens plaats op de houten schoolbankjes die rij aan rij stonden op de gemarkeerde ‘lokalen’ in het zand tussen de duintoppen. Naast de lessen moesten kinderen tot tien jaar verplicht rusten op vaste tijden op de ruststoelen tussen de bosjes in de buitenlucht of op de bedden in de lighallen. In 1961 is de naam Het Herstellingsoord ‘Leidsche Buitenschool’ veranderd in ‘De Leidse Buitenschool’. Tot ver in de jaren ‘70 was de villa het middelpunt van de school. Hierin was het internaat gevestigd met twee slaapzaaltjes voor jongens en meisjes en twee eetzalen voor de kleine en de grote kinderen. De kinderen verblijven echter al lang niet meer intern. Op de plaats van de villa is in 1991 een appartementencomplex gebouwd. Het oude schoolgebouw staat nog steeds aan de ingang van de school. Tot 1 juli 2004 bood dit onderdak aan de Vereniging Kleindierensport Katwijk. In 1965 werd het huidige schoolgebouw op het duin achter het oude schoolgebouw in gebruik genomen. Via een trap tegen het duin op wordt de ingang bereikt. Na de bouw bestond de school uit twee lokalen, een tussenruimte en een paar kleine ruimtes. In de jaren die daarop volgden, werd de school nog drie keer verbouwd. De doucheruimte en het handenarbeidlokaal hebben plaatsgemaakt voor nieuwe werkruimtes. Tevens werd er een zesde groepslokaal aan de school gebouwd. Het oude schoolgebouw is in ere hersteld en biedt vanaf 1 januari 2005 plaats aan drie groepen. In het schooljaar 2008-2009 is De Leidse Buitenschool uitgebreid met een gymzaal, twee lokalen en twee werkruimtes.
2.6.1 Campus Katwijk
Sedert februari 2014 is de Campus verhuisd van De Tulpstraat naar De Krom 12
CAMPUS KATWIJK & LISSE
in Katwijk, waar we inpandig zitten bij de Kinderopvang Katwijk, KOK. De architect van het gebouw van Campus Katwijk heeft zich laten inspireren door de geschiedenis van Katwijk. Het gebouw draagt de toepasselijke naam ‘De Bomschuit’ en is op 18 maart 2005 te “water” gelaten voor KOK. Ook in het gebouw is het duidelijk dat het om een bomschuit gaat, de twee gangen die er lopen heten bijvoorbeeld bakboord en stuurboord. De kinderen worden opgevangen op het benedendek en de werkplekken voor de collega’s zijn te vinden op het bovendek. Ook is er een naschoolse leergroep gevestigd.
2.6.2 Campus Lisse
Het pand van Campus Lisse staat aan de Broekweg. Voorheen was er een basisschool in gevestigd. Het authentieke gebouw heeft daardoor ruime lokalen voor de kinderen en veel buitenspeelgelegenheid. In 2006 is de samenwerking tussen Cardea en De Leidse Buitenschool vormgegeven. Naast deze organisaties is ook de jongste groep van De Don Bosco hier gevestigd. De Aloysiusstichting en Cardea zijn voornemens te verhuizen naar een nieuw te bouwen brede school elders in Lisse.
2.6.3 De Leidse Buitenschool
De naam Buitenschool houdt verband met het principe dat de school buiten de bebouwde kom is gebouwd. Op 28 september 1921 werd de vereniging Herstellingsoord ‘De Leidsche Buitenschool’ opgericht met behulp van professor dr. E. Gorter. De naam Herstellingsoord klinkt misschien beladen, maar niet voor die tijd. De Vereniging stelde tot doel het voorkomen van tuberculose bij kinderen die schoolplichtig waren. Veel kinderen op de buitenschool bleven intern, revalideerden in een schone omgeving en kregen onderwijs in een aangepast tempo. ‘Buiten les’ op school werd zelfs letterlijk genomen; zodra het weer het toeliet, nam de groep leerlingen gehuld in dekens plaats op de houten schoolbankjes buiten in het zand. In 1961 is de naam Het Herstellingsoord ‘De Leidsche Buitenschool’ veranderd in ‘De Leidse Buitenschool’. In 1965 werd het huidige schoolgebouw op het duin in gebruik genomen. In de jaren die daarop volgden, werd de school drie keer verbouwd. Het oude schoolgebouw (benedengebouw) is in ere hersteld en wordt sinds 1 januari 2005 weer gebruikt. In schooljaar 2008-2009 is de school voor de laatste keer uitgebreid met o.a. een gymzaal, een lift en een verbinding tussen de twee gebouwen. CAMPUS KATWIJK & LISSE
13
2.7 De betekenis van het vignet
Het logo van De Leidse Buitenschool is aangepast aan het logo dat gebruikt wordt door alle scholen welke deel uitmaken van de Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg (ASOJ). Het symboliseert de eenheid van de scholen die worden bestuurd vanuit de ASOJ. Alle zorg voor de leerlingen onder één paraplu.
2.8 Groei van de school
Voor de groei van De Leidse Buitenschool wordt verwezen naar de schoolgids van De Leidse Buitenschool. Beiden Campussen bieden plek aan 14 leerlingen.
2.9 Campus Katwijk & Lisse
Problemen met opgroeien en problemen met leren gaan vaak hand in hand. Leren lezen is bijvoorbeeld erg lastig, als je niet langer dan vijf minuten stil kunt zitten. Je kunt heel boos en verdrietig worden als je niet in staat bent je klasgenootjes duidelijk te maken wat je bedoelt. Kinderen met problematisch gedrag hebben vaak ook leerproblemen en leerproblemen kunnen zich vertalen in problematisch gedrag thuis en op school. Daarom hebben De Leidse Buitenschool en Cardea de handen ineen geslagen. Binnen Campus Katwijk (juni 2005) en Campus Lisse (augustus 2006) komen onderwijs en jeugdzorg samen. Pedagogisch medewerkers (pm’ers) van Cardea en de leerkrachten van De Leidse Buitenschool vormen één uitvoeringsteam. Samen verzorgen zij een geïntegreerd dagprogramma. De ouders worden actief betrokken bij de behandeling van hun kind. Ieder gezin krijgt een vaste gezinsbegeleider die regelmatig aanwezig is in de thuissituatie en helpt bij ontwikkeling- en opvoedingsvragen. De groep is bedoeld voor kinderen van 3 t/m 6 jaar, die onvoldoende vaardigheden hebben om op het kinderdagverblijf of de basisschool goed mee te kunnen draaien. Ze hebben vaak moeite met het opdoen van kennis, moeite met het schoolse leren en/of vertonen onwenselijk gedrag. Hierdoor dreigen ze vast te lopen op school en een achterstand te krijgen op leeftijdsgenootjes. Allen 14
CAMPUS KATWIJK & LISSE
stellen ze op hun eigen manier de opvoeders thuis en op school voor opvoedingsvragen.
2.10 De doelen van het onderwijs op Campussen 2.10.1 Didactisch doel
In het onderwijsleerprogramma wordt gestreefd naar het behalen van de eindtermen van groep 1/2 (afhankelijk van de leeftijd van de leerling) van het basisonderwijs. Omdat onze leerlingen aan het begin van hun schoolcarrière staan, zijn er vaak nog weinig gegevens (intelligentie, vorderingen, etc.) bekend. Gedurende een schooljaar wordt steeds duidelijker bij welk onderwijsaanbod de leerling het meest gebaat is en welk onderwijstype daarbij aansluit. In de groep wordt het aanbod gezamenlijk vormgegeven en ligt de eindverantwoordelijkheid bij De Leidse Buitenschool. Er wordt gebruik gemaakt van de totaalmethode Piramide voor alle ontwikkelingsgebieden. Voor taal wordt ook gebruik gemaakt van ‘Het Leeskastje’ en ‘Bas gaat digitaal’ en voor rekenen wordt er ook gebruik gemaakt van ‘Met sprongen vooruit’.
2.10.2 Sociaal emotioneel doel
Binnen de Campus wordt veel aandacht besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze jonge leerlingen. M.b.v. het OntwikkelingsVolgModel (OVM) wordt de ontwikkeling door de leerkracht, in overleg met de mentor van Cardea, in kaart gebracht. De mentor en de gezinsbegeleider van Cardea hebben tevens gesprekken met de ouders waaruit doelen kunnen voortkomen. De doelen van de ouders en de doelen voortkomend uit het OVM worden door de leerkracht op elkaar afgestemd en in het Ontwikkelplan (OP) opgenomen. In de groep wordt het aanbod gezamenlijk vormgegeven en ligt de eindverantwoordelijkheid bij Cardea. Methode Campus Katwijk: o.a. Doos vol gevoelens. Methode Campus Lisse: o.a. Puk.
2.10.3 Pedagogisch klimaat
Het is bekend dat kinderen groeien door aandacht. Aandacht is: “gezien
CAMPUS KATWIJK & LISSE
15
worden”, een compliment geven, zeggen dat je goed gedrag hebt gezien, opmerken dat het gewenste gedrag een voordeel voor het kind of de omgeving heeft opgeleverd. Kinderen willen weten hoe gewenst gedrag eruit ziet. Het is niet voor alle kinderen vanzelfsprekend om te weten hoe zij zich moeten gedragen. Gewenst gedrag moet dus expliciet aangeleerd worden. Gewenst gedrag stimuleren, betekent dat je moet aangeven wat je verwacht. Dit kan door samen regels te maken zoals bijvoorbeeld de kringregels. Regels moeten kort, duidelijk en positief geformuleerd zijn. Het gedrag dat je WEL wilt zien moet erin zitten. Dus in plaats van “Niet door elkaar praten” zeg je “Er praat maar één persoon”. Regels en afspraken zijn zoveel mogelijk voorzien van pictogrammen, zodat ook de leerlingen die (nog) niet kunnen lezen, of de leerlingen die sneller informatie oppikken uit een visueel beeld de regels goed kunnen begrijpen. Ondanks de positieve aanpak van gewenst gedrag kan zich toch ongewenst gedrag voordoen. Bij ernstig ongewenst gedrag wordt het registratieformulier van Cardea ingevuld. De locatiecoördinator wordt door de teamleider van Cardea op de hoogte gehouden. Aan de hand van de registratieformulieren kan in beeld gebracht worden waar specifieke probleemsituaties ontstaan en wordt gezocht naar oplossingen en mogelijkheden voor pro-actief handelen.
2.10.4 Ontwikkelingen op de Leidse Buitenschool
Sinds 1 januari 2012 maakt De Leidse Buitenschool, waaronder Campus Katwijk en Lisse, samen met De Windvang (SBO) deel uit van het Orthopedagogisch Expertise Centrum Katwijk (OECK). Het OECK wil voor alle leerlingen die dit nodig hebben passend (speciaal) onderwijs bieden als ook haar expertise ter beschikking stellen aan alle scholen in de regio die daar behoefte aan hebben. Door samenwerking tussen beide scholen te organiseren en te formaliseren zullen deze doelen worden bereikt. Vergroten van de expertise en de verdere samenwerking zijn daarbij sleutelbegrippen. Daarnaast is in het schooljaar 2013-2014 expliciet aandacht geschonken aan de ontwikkeling en positionering van de Dienst Expertise en Begeleiding van het OECK. Deze dienst ontwikkelt producten en activiteiten ten behoeve van leerlingen op alle basisscholen en scholen voor Voortgezet onderwijs in de Duin- en Bollenstreek. In schooljaar 2014-2015 worden de ontwikkelingen rondom het OECK verder uitgewerkt en geborgd. 16
CAMPUS KATWIJK & LISSE
In het afgelopen schooljaar is het individuele handelingsplan (HP) vervangen door het Ontwikkelplan (OP). De grootste verandering hierbij is de overgang van volgend- naar plannend onderwijs. De leerlingen van de campussen staan aan het begin van hun onderwijscarrière. Hierdoor zijn er vaak nog weinig gegevens (intelligentie, classificatie, beïnvloedende factoren, didactische vorderingen) bekend. Bij het opstellen van het eerste realistisch ontwikkelingsperspectief ligt de focus op realistisch en ambitieus. Het OP wordt bij de start en bij de tussen- en eindevaluatie besproken met ouders, waarbij aandacht is voor de afstemming tussen de aanpak thuis en in de groep. Ouders krijgen de gelegenheid om hun opmerkingen/aanvullingen te geven, welke worden genoteerd in het OP. Ouders tekenen het OP voor gezien. Ten opzichte van vorig schooljaar zijn er in de lay-out van het OP een aantal wijzigingen doorgevoerd naar aanleiding van de evaluatie van het OP-document. De CITO Taal voor Kleuters (TvK) en Rekenen voor Kleuters (RvK) en waar nodig voor Peuters (TvP en RvP) worden al een aantal jaar afgenomen. Sinds schooljaar 2013-2014 worden deze gegevens in Esis-B ingevoerd. Dit instrument verzamelt didactische gegevens die gebruikt worden voor de groepsplannen. Binnen de Campussen wordt Esis-B gebruikt om komend schooljaar het werken met groepsplannen taal en rekenen verder te implementeren. Het optimaliseren van het rooster, waarbij aandacht is voor zowel de zorg als het onderwijs en het aansluiten bij de diverse niveaus (van groep 0 t/m 2, leerroute 1 t/m 3) blijven aandacht behouden. Afgelopen schooljaren is het totaalprogramma Piramide aangevuld met Het Leeskastje & Bas gaat digitaal (taal) en Met sprongen vooruit (rekenen). Verdere implementatie van deze middelen volgt komend schooljaar.
2.11 De regels op Campus 2.11.1 Algemene regels
Binnen de Campus is een aantal regels en afspraken gemaakt om de omgang met elkaar zo prettig mogelijk te houden. Omdat er onderwijs wordt geboden aan jonge leerlingen, wordt hieraan veel aandacht besteed
CAMPUS KATWIJK & LISSE
17
om het gewenste gedrag samen te oefenen en aan te leren. Juffen en meesters Van de leerlingen wordt gevraagd dat ze de volwassenen met juf(frouw) of meester aanspreken. Op deze wijze willen we respect uitdrukken voor de relatie die er is tussen uw kind en de volwassene. Ook leren de kinderen op die manier beleefd te praten tegen volwassenen. Kleding Op de Campus zijn geen kledingvoorschriften, maar kleding met voor andere kwetsende teksten/afbeeldingen en/of uitdagende kleding is niet toegestaan. Ook het dragen van petjes in de groep is niet toegestaan. Hierop kunnen op medische gronden uitzonderingen gemaakt worden. Verder adviseren wij u dringend om uw kind geen kostbare kleding en/of schoeisel aan te geven naar school. De Campus kan geen verantwoordelijkheid nemen als er stukken kwijtraken/kapot gaan. Speelgoed Kinderen vinden het leuk om speelgoed mee naar school te nemen. Vrijdag is speelgoeddag op beide locaties. De volwassenen in de groep bepalen op welk tijdstip ermee gespeeld kan worden. Wilt u aan uw kind speelgoed meegeven dat stevig is en niet te groot (liefst passend in de tas)? Het is prettig als de leerlingen samen kunnen spelen met het meegebrachte speelgoed, gezelschapsspellen, auto’s, poppen, etc. zijn hier heel geschikt voor. De afspraak is dat geweldspeelgoed of spellen waarin geweld gebruikt wordt, alsmede computerspellen, tablets en/of DS e.d. en niet zijn toegestaan. In een uiterst geval kan hierover voor een individuele leerling een andere afspraak worden gemaakt. De Campus is niet aansprakelijk wanneer speelgoed stuk gaat en/of verdwijnt. Het wordt daarom ten sterkste afgeraden om duur speelgoed mee te nemen.
2.11.2 Campusregelement
Binnen de Campus gelden regels en afspraken waar iedereen zich aan dient te houden. In individuele gevallen kan hier na overleg van worden afgeweken wanneer dat in het belang is van uw kind of de groep. Heeft u als ouder iets op deze regels en afspraken aan te merken, kunt u contact opnemen met de locatiecoördinator. 18
CAMPUS KATWIJK & LISSE
Ochtend: - Ik ben vanaf 08.45 uur welkom in de klas. - Ik ben uiterlijk om 09.00 uur in de klas. - Ik doe de jas in de luizenzak. - Ik leg het eten/drinken op het bord/in de koelkast. - Ik doe de tas in de tassenbak. - Mijn mama/papa kan tot 09.00 uur in de klas blijven tijdens de spelinloop. Gang/ruimtes: - Ik loop in de gang. - Ik ben rustig in de gang. - Ik kom alleen in andere ruimtes (keuken, hal, etc.) samen met de volwassenen. Plein: - Ik speel buiten onder begeleiding. - Ik maak afspraken over het delen van spelmateriaal. Toilet: - Ik zit alleen op het toilet. - Ik trek door als ik klaar ben. - Ik was mijn handen altijd met zeep na het toiletbezoek. - Ik houd de WC netjes. Klas: - Ik luister naar alle juffen. - Ik praat beleefd/netjes. - Ik ben rustig (of stil als dat gevraagd wordt). - Ik maak afspraken. - Ik deel materiaal. - Ik houd mijn handen en voeten bij mezelf. - Ik let op mezelf. - Ik zit op mijn stoel. - Ik ga netjes om met het materiaal van mezelf en van anderen. Gymzaal/aula - Ik kleed me om op een vaste plaats. - Ik wacht op mijn plaats, als ik klaar ben met omkleden. - Ik mag in de gymzaal/aula als er een volwassene aanwezig is. - Ik doe mee aan de gymles.
CAMPUS KATWIJK & LISSE
19
2.11.3 Pestprotocol
Binnen de Campus is in het dagelijkse aanbod en waar nodig extra voor individuele leerlingen veel aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling en de omgangsnormen met groepsgenoten en volwassenen. De volwassenen in de groep zijn zeer alert op positieve omgang met elkaar. Op De Leidse Buitenschool is het pestprotocol ter inzage aanwezig bij de directeur.
2.11.4 Internet website-protocol
De websites van Cardea en van De Leidse Buitenschool worden geregeld bijgehouden op nieuws en veranderingen. Op de Campus gebruiken we de website (vooralsnog) niet om foto’s of werk van leerlingen te plaatsen. Mochten we hier in de toekomst toe over gaan, wordt u vooraf om schriftelijke toestemming voor publicatie gevraagd. Wanneer de leerlingen gebruik maken van de computer of het digibord, is er een aantal afspraken; - Ik spreek af met de juf wat ik ga doen op het digibord en hoelang. - Ik speel en-/of gebruik alleen spellen/filmpjes/muziek met een vriendelijk karakter en passend bij mijn leeftijd. - De volwassene houdt altijd toezicht.
2.11.5 Incidentenregistratieformulier leerlingen.
Op de Campus wordt gewerkt met een digitaal meldingsformulier van Cardea, namelijk “Meldingsformulier Incidenten en FOBO”. De afkorting FOBO staat voor Fout, Ongeval, Bijna-Ongeval. Indien er sprake is van een fout, ongeval, bijna-ongeval of incident waarbij leerlingen zijn betrokken, zijn teamleden verplicht bovenstaand formulier in te vullen. Zie ook paragraaf 2.15.6.
2.11.6 Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen.
Binnen De Leidse Buitenschool is er een protocol schorsing en verwijdering van leerlingen beschikbaar. Voor de doelgroep binnen de Campus geldt dat hiervan tot nog toe nog geen gebruik is gemaakt. Wanneer er sprake is van problemen of vragen op dit gebied, worden voor de individuele leerling afspraken gemaakt in overleg met de ouders, gezinsbegeleider, gedragswetenschappers, mentor en leerkracht.
20
CAMPUS KATWIJK & LISSE
2.11.7 Protocol vernieling andermans eigendommen
Binnen de Campus komt het incidenteel voor dat leerlingen (vaak uit boosheid) andermans eigendommen vernielen. De Campus is van mening dat iedereen elkaars eigendommen moet respecteren. Indien hiervan wordt afgeweken, besteedt de Campus hier extra aandacht aan. Algemeen • Onder het vernielen van andermans eigendommen valt ook het moedwillig vernielen of kwijtraken van eigendommen van school, zoals potloden, stiften, e.d. • De volwassene tracht erachter te komen wie voor de schade verantwoordelijk is en probeert het probleem op te lossen. De volwassene meldt de vernieling aan de ouders van de gedupeerde leerling en aan de ouders van de leerling die de schade veroorzaakt heeft. De aansprakelijkheid ligt bij de ouders wiens kinds de betreffende beschadiging heeft aangebracht. Eventueel kunnen zij hun verzekering inschakelen. • De Campus / Leidse Buitenschool is niet verantwoordelijk en/of aansprakelijk voor beschadigingen aangebracht aan eigendommen van derden. • Als niet duidelijk is wie de beschadiging heeft veroorzaakt wordt ook dit aan de ouders van de gedupeerde leerling medegedeeld. De kosten komen in dit geval helaas voor eigen rekening van de ouders.
2.11.8 Protocol bij vermoeden van kindermishandeling/ Meldcode
Het personeel van Cardea heeft de training ‘voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg’ gevolgd. Het personeel van de Leidse Buitenschool heeft de training Meldcode gevolgd. Op de Campus wordt het Protocol (vermoeden van) kindermishandeling van Cardea gevolgd.
CAMPUS KATWIJK & LISSE
21
2.11.9 Protocol bescherming privacy leerlingen
Dit protocol is vastgesteld op basis van eisen die de wet op privacy heeft vastgesteld. Om deze eisen na te komen, hanteert het onderwijzend personeel van de Campus de volgende afspraken. - Informatie (zoals onderzoeksgegevens, observaties, medische gegevens, enz.) over leerlingen wordt nooit aan derden (bijvoorbeeld informatie die wordt aangevraagd door Riagg, Curium, Centrum Autisme, IB-ers/groepsleerkrachten van andere scholen, enz.) verstrekt, zonder toestemming van de ouders. Het aanvragen van informatie door ‘derden’ gaat altijd via de locatiecoördinator en/of intern begeleider. Dit geldt ook wanneer een overleg georganiseerd moet worden, waar externe instanties bij betrokken zijn. - Ouders moeten schriftelijk toestemming geven over alle informatie van hun kind die naar buiten de Campus gaat. Dit wordt geregeld via een toestemmingsformulier. - Wanneer informatie over een leerling, na toestemming van de ouders, in een rapport of overdracht wordt opgenomen door externe instantie, dan moet de Campus dit voor akkoord verklaren; alle uitgaande post wordt gezien door één van de CvB-leden. - Deze afspraken gelden tevens voor telefoneren. Het is onze medewerkers niet toegestaan om mondeling informatie te geven aan derden. Tenzij hier afspraken over gemaakt zijn met ouders en hiervoor schriftelijk toestemming is gegeven.
2.12 Medische zaken en hygiëne
Protocol medicatie Op de Campus wordt het protocol medicatie van Cardea gevolgd. Dit protocol heeft betrekking op voorgeschreven (op recept) en niet voorgeschreven ( de zg. zelfzorgmiddelen bijv. paracetamol) medicatie die door ouders/verzorgers kunnen worden toegediend en door leerling zelf kunnen worden ingenomen/toegediend. Het is belangrijk dat de ouders/verzorgers de “overeenkomst gebruik geneesmiddelen/zelfzorgmiddelen” invullen en ondertekenen, zodat de volwassene de juiste medicijnen kunnen toedienen bij hun kind. Het is
22
CAMPUS KATWIJK & LISSE
belangrijk dat in het Ontwikkelplan van de leerling correct vermeld staat welke medicatie de leerling krijgt, inclusief hoeveelheid en tijd.
2.12.1 Beleid bloedoverdraagbare infectieziekten
Op de Campus wordt het protocol besmettelijke ziekte van Cardea gevolgd. Een deel van de mensen (en kinderen) in onze samenleving is geïnfecteerd met een virus ‘via bloed-bloed contact’. Bloed overdraagbare infectieziekten kunnen grotendeels worden voorkomen door op tijd de juiste maatregelen te treffen. Bloedende wonden/wondjes worden zo snel mogelijk behandeld en afgedekt. Ieder lokaal is voorzien van een medicijnkastje. Het gebruik van steriele handschoenen is verplicht. Wanneer bekend is dat een kind geïnfecteerd is met het hepatitis B of C virus of HIV zal met de ouders worden besproken of bijzondere maatregelen in het belang van het kind nodig zijn. Er wordt uiterst zorgvuldig omgegaan met de privacy. Voor alle overige infectieziekten met een hoog besmettingsgevaar worden de richtlijnen van de GGD gevolgd.
2.12.2 Tanden poetsen
Tijdens het afstemmingsgesprek kan besproken worden of de leerling zijn/haar tanden moet poetsen.
CAMPUS KATWIJK & LISSE
23
2.13 Verplicht overblijven
Op de Campus wordt gewerkt met een continue rooster, waarbij drie eet-/drinkmomenten zijn op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Tussendoor ochtend, lunch en tussendoor middag. Op woensdag is er één eet-/drinkmoment. U zorgt zelf voor de koek/drinken en een lunchpakket voor uw kind. Het fruit en het drinken bij het fruit en de lunch wordt verzorgd. De begeleiding tijdens het overblijven wordt verzorgd door het team van de groep. Verdere afspraken worden gemaakt tijdens het afstemmingsgesprek.
2.14 Pennen op school
Kleur- en schrijfmateriaal voor kleuters is op de Campus aanwezig.
2.15 Integraal veiligheidsbeleid
De huidige maatschappelijke ontwikkelingen hebben er voor gezorgd dat veiligheid, in brede zin, een belangrijk thema is binnen de scholen. In het door de ASOJ ontwikkelde kaderstellende kwaliteitsbeleid is het integraal veiligheidsbeleid dan ook een belangrijke paragraaf. In het schoolplan 2012-2016 kunt u hierover meer lezen. Voor een deel is het veiligheidsbeleid op onze school reeds in uitvoering. Zo kent onze school een ontruimingsplan en worden er jaarlijks een of meerdere ontruimingsoefeningen gehouden. Ook heeft de school een gebruikersvergunning en hebben diverse teamleden een BedrijfsHulpVerlenings-diploma en/of een EHBO-diploma. Wat betreft de sociale veiligheid zijn er regels en afspraken voor de kinderen, is er een pestprotocol, een internet website-protocol en een protocol schorsing en verwijdering. Om de drie jaar worden er tevredenheidsmetingen gehouden onder leerlingen, personeel, ouders en externen, waarbij gevraagd wordt naar de sociale veiligheid. Tevens zijn er mogelijkheden, zowel in- als extern, om klachten te uiten. Om pro-sociaal gedrag bij de kinderen en medewerkers te bevorderen wordt deelgenomen aan het programma voor sociaal-emotionele ontwikkeling: Programma Alternatieve Denkstrategieën (PAD) en werkt de 24
CAMPUS KATWIJK & LISSE
school met PBS, Goed Gedrag kun je leren! De directeur van onze school is tevens de veiligheidscoördinator. Om het veiligheidsbeleid efficiënt te kunnen uitvoering is een integraal schoolveiligheidsplan nodig, hieraan wordt bestuursbreed gewerkt.
2.15.1 De brandmeldinstallatie.
De brandmeldinstallatie Op de Campus is een brandmeldinstallatie geïnstalleerd. Bij calamiteiten treedt het ontruimingsplan in werking. De brandmeldinstallatie staat in verbinding met een meldkamer.
2.15.2 Het ontruimingsplan en de ontruimingsoefening
In het ontruimingsplan staat omschreven hoe de teamleden en de leerlingen moeten handelen bij eventuele gevaren. Jaarlijks houden de teamleden ontruimingsoefeningen met de leerlingen. Om alles in goede banen te leiden, is een aantal teamleden opgeleid als Bedrijfshulpverleners.
2.15.3 Gebruikersvergunning Gebruikersvergunning is aanwezig.
2.15.4 Het speelplein
Op het speelplein staat divers speelmateriaal. Alle speeltoestellen zijn na installatie op veiligheid gekeurd. Het Protocol speelgoed schoonmaak en controle is van toepassing.
2.15.5 Algemene veiligheid inspectie
Op de Campus wordt de procedure Gebouw en ruimte van Cardea gevolgd.
2.15.6 Incidentenregistratieformulier
Op de campussen wordt gewerkt met een digitaal meldingsformulier van Cardea, namelijk “Meldingsformulier Incidenten en FOBO”. De afkorting FOBO staat voor Fout, Ongeval, Bijna-Ongeval. Indien er sprake is van een fout, ongeval, bijna-ongeval of incident waarbij leerlingen zijn betrokken, zijn teamleden verplicht bovenstaand formulier in te vullen. Zie ook paragraaf 2.11.5 CAMPUS KATWIJK & LISSE
25
2.15.7 Legionella beheersplan
Binnen Campus Katwijk wordt dit uitgevoerd in afstemming met de KOK, omdat hier een deel van het pand gehuurd wordt van deze kinderopvangorganisatie. Binnen Campus Lisse worden de richtlijnen van Cardea hiervoor gevolgd, zoals opgenomen in het Handboek Kwaliteit en Zorg.
2.16 Sponsoring
Op De Leidse Buitenschool is een convenant met betrekking tot sponsoring ter inzag beschikbaar bij de directeur. Voor de Campus geldt dat we vooralsnog niet deelnemen aan sponsoractiviteiten met de leerlingen.
26
CAMPUS KATWIJK & LISSE
3
::: 3 De organisatie van het onderwijs 3.1 De groepsindeling
Vóór de start van ieder nieuw schooljaar worden de groepen ingedeeld. Bij de indeling wordt aangesloten op de behoeften, mogelijkheden, het gedrags- en het ontwikkelingsniveau van de leerlingen. De leerlingen hebben naast structuur, voorspelbaarheid en veiligheid ook zoveel mogelijk uitdaging nodig op cognitief en/of sociaal-emotioneel niveau. Voor beide groepen geldt dat de leerkracht en pm’ers een pedagogisch klimaat scheppen waarin de sociale en emotionele rust gemaximaliseerd wordt en waarin kinderen uitgedaagd en gestimuleerd worden. Daarbij wordt bekeken hoever de leerling is met de ontwikkeling van de schoolse vaardigheden, waarbij onder meer aandacht is voor het vergroten van de zelfstandigheid en de competentiebeleving. Dit houdt in dat naast aandacht voor de leerresultaten aandacht wordt besteed aan de leermotivatie, de taakbeleving en het omgaan met leerproblemen. Gaandeweg een schooljaar wordt per kind geëvalueerd in hoeverre er veranderingen nodig zijn (uitbreiding uren, andere plek in de groep, andere groep, etc). Uitgangspunten: • Het geïntegreerde aanbod zorg-onderwijs is verdeeld over twee groepen die aansluiten op de diverse hulpvragen van de leerlingen. • Uitgangspunten bij de indeling zijn het welzijn en de optimale ontwikkelingskansen van de leerlingen. • Bepalend voor de aanbieding van de lesstof is het eigen niveau van de leerling. De ouders krijgen hierover informatie op onder meer de contactmomenten. • De ouders kunnen altijd informatie vragen over het niveau van de leerling wat betreft de diverse vakken en het sociale en emotionele niveau. Globaal kan de school daarbij aangeven hoe dit zich verhoudt tot het reguliere onderwijs. • Het moment van Campusverlating wordt samen met de ouders bepaald. 28
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
Over het algemeen geldt daarbij dat de indicatie van Bureau Jeugdzorg (zie hieronder) geldig is voor een periode van tien maanden, waarbinnen de behandeling moet worden afgerond. In individuele situaties kan een verlening van de indicatie worden aangevraagd. Uitstroom naar vervolgscholen of andere vormen van dagbesteding zijn leerlingafhankelijk en worden individueel bekeken en besproken binnen het team en met de ouders. De orthopedagoog van De Leidse Buitenschool binnen de Campus adviseert en ondersteunt hierbij met betrekking tot de keuze van het vervolgonderwijs.
3.2 De activiteiten voor de kinderen
Het dagprogramma in de groep is altijd hetzelfde opgebouwd, zodat de leerlingen weten wat er die dag gaat gebeuren. Er wordt gewerkt met het totaalprogramma Piramide, waarbij a.d.h.v. vooraf ingeplande thema’s alle ontwikkelingsgebieden aan bod komen. Er wordt gewerkt in hoeken en met zogeheten smileys, waarbij kinderen gestimuleerd worden in hun autonomie door zelf de keuze te kunnen maken uit verschillende hoeken. Leerlingen kunnen bij een aantal hoeken smiley’s verdienen.
3.2.1 Didactische leerlijnen
Het streven is om in didactisch opzicht het onderwijs op de Campus zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij het ontwikkelingsniveau van uw kind. Om te waarborgen dat uw kind de lesstof op niveau krijgt aangeboden zijn, zijn hierover per groep richtlijnen opgesteld. De groepsleerkracht baseert hierop, ondersteund door de intern begeleider, het lesprogramma. Jonge kinderen moeten veelal nog aan de basisvaardigheden beginnen. Bij enkele leerlingen is de weerstand t.o.v. het leren te groot. De leerkracht en pm’ers zullen hieraan eerst de aandacht geven boven het leren.
3.2.2 Basisvaardigheden (lezen, taal, schrijven en rekenen)
Prioriteit wat betreft het leren ligt bij de basisvakken: beginnende geletterdheid/taal en beginnende gecijferdheid/rekenen. Voor deze vakken geldt dat het kan voorkomen dat in één groep verschillende niveaus worden
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
29
aangeboden. Uiteraard wordt daarbij in acht genomen dat jonge kinderen veel leren door te spelen.
3.2.3 Sociaal-emotionele ontwikkeling
Op de Campus wordt gebruik gemaakt van “De doos vol gevoelens” (Katwijk) en PUK (Lisse). Deze zijn gericht op het Herkennen & benoemen en omgaan met de vier basisemoties (blij, boos, bang en verdrietig).
3.2.4 Wereldoriënterende vakken N.v.t.
3.2.5 Expressieactiviteiten
Aan de expressie activiteiten wordt uiteraard aandacht besteed. Het betreft knutselen, tekenen en muziek.
30
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
3.2.6 Bewegingsonderwijs
Campus Katwijk: De leerlingen gymmen in de aula. In deze aula beschikken we helaas niet over wandrekken en klimtoestellen. De leerlingen gymmen in hemd/onderbroek en gym¬schoenen (geen zwarte zolen) welke ze van thuis meenemen. In overleg kan een leerling gaan leren zich om te kleden in zijn/haar gymkleren ter voorbereiding op de vervolgschool. Het is voor leerlingen niet toegestaan de aula te betreden op sokken in verband met de mogelijkheid tot uitglijden en verwonden. Uiteraard dient u met uw kind zelf afspra¬ken te maken over het naar huis nemen van de kleding om te wassen. Campus Lisse: De leerlingen gymmen in de inpandige gymzaal. De leerlingen gymmen in gymkleding en gymschoenen (geen zwarte zolen) welke ze van thuis meenemen. Ze kleden zich voor- en na het gymmen om in de klas. Het is voor teamleden en leerlingen niet toegestaan de gymzaal te betreden op sokken in verband met de mogelijkheid tot uitglijden en verwonden. Uiteraard dient u met uw kind zelf afspra¬ken te maken over het naar huis nemen van de kleding om te wassen.
3.2.7 Godsdienstonderwijs
Op de Campus wordt geen godsdienstonderwijs geboden. In overleg wordt kinderen wel de gelegenheid geboden om bijvoorbeeld te bidden.
3.2.8 Schooltelevisie
Ter ondersteuning van het lesaanbod wordt er gebruik gemaakt van programma’s van SchoolTV voor leerlingen van groep 1/2.
3.3 Het gebruik van pictogrammen
Op de Campus wordt gebruik gemaakt van de pictogrammen uit de PictoBase van Stichting Viataal en Sclera. Dit zijn afbeeldingen die worden gebruikt ter ondersteuning van het dag- en weekritme, de regels en
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
31
afspraken en verschillende handelingen. De functie hiervan is meervoudig: - Voorspelbaarheid; - Aandacht richten; - Geheugensteun; - Begrip. De visuele ondersteuning (ook via het Digibord) is voor de leerlingen een hulpmiddel om zelf duidelijkheid over de situatie te verkrijgen en te behouden. D.m.v. de pictogrammen ziet de leerling wat er die dag aan activiteiten zal worden gedaan en in welke volgorde. Wanneer een activiteit is afgerond, wordt het pictogram omgedraaid en wordt de activiteit voor de leerling afgesloten.
3.4 Naschoolse activiteiten voor kinderen n.v.t.
3.5 Buitenschoolse activiteiten voor kinderen 3.5.1 Sportochtend/-middag N.v.t.
3.5.2 Schoolkamp N.v.t.
3.5.3 Schoolreisje
Eenmaal per schooljaar gaan de leerlingen van de Campus op schoolreisje. Zowel de bestemming als de dag waarop het schoolreisje plaatsvindt, kunnen per schooljaar verschillen. U wordt hierover tijdig geïnformeerd en u wordt om schriftelijke toestemming gevraagd.
3.5.4 Excursies
Het is mogelijk om met (een deel van) de Campusleerlingen een aantal buitenschoolse activiteiten te ondernemen naar speeltuin, musea, kinderboerderij, bibliotheek, toneelvoorstelling, of iets dergelijks. U wordt hierover tijdig geïnformeerd en u wordt om schriftelijke toestemming gevraagd.
32
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
3.5.5 Verkeersdiploma N.v.t.
3.5.6 Campusfeest
In de laatste week van het schooljaar wordt er een feest georganiseerd voor de leerlingen van de Campus en hun ouders. (Campus Katwijk op de laatste vrijdag voor de zomervakantie; Campus Lisse op de laatste dinsdag voor de zomervakantie). We hebben dan een gezellige ochtend met spellen en schminken. Aan het eind van de ochtend nemen we met elkaar afscheid van de leerlingen die de overstap maken naar een andere school en wensen we elkaar allemaal een fijne vakantie.
3.5.7 Lidmaatschap bibliotheek
De Campus heeft een abonnement op de bibliotheek. Bij elk thema worden prenten- en informatieboeken geleend voor in de groep. Met (een deel van) de groep kan tevens een bezoek gebracht worden aan de bibliotheek. U wordt hierover tijdig geïnformeerd en u wordt om schriftelijke toestemming gevraagd.
3.6 Speciale voorzieningen in en om het schoolgebouw
Van oorsprong bestaat het schoolgebouw van De Leidse Buitenschool uit twee gebouwen: het hoofdgebouw op de Duinoordweg 4 en het bijgebouw op de Duinoordweg 2. Sinds de laatste uitbreiding in 2008 heeft de school een eigen gymzaal. Deze gymzaal is zodanig tussen de beide gebouwen in geplaatst dat er niet langer sprake is van twee aparte gebouwen maar van één schoolgebouw. We spreken daarom ook van het bovengebouw (voorheen het hoofdgebouw) en het benedengebouw (voorheen het bijgebouw). In het bovengebouw is de aula gesitueerd. De dienst Expertise en Begeleiding maakt gebruik van een ruimte welke naast de aula gesitueerd is. In het bovengebouw zijn ook de werkruimtes van alle specialisten te vinden.
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
33
3.6.1 Campus Katwijk
Deze is gevestigd in hetzelfde pand als de KOK. Beneden bevinden zich de lokalen van de 3-6 groep, met aan beide lokalen een aantal kamers waarin de leerlingen kunnen spelen en werken, de gedeelde aula. Boven bevinden zich de werkplekken van onze medewerkers, de naschoolse leergroep 6-12 van Cardea en een aantal gespreksruimtes.
3.6.2 Campus Lisse
Deze is gevestigd in een pand dat voorheen als basisschoolgebouw is gebruikt. Beneden bevinden zich de lokalen van de 3-6 groep, de gymzaal, de centrale hal met daarin onze balie, een gespreksruimte en een aantal ruimtes van de specialisten en teamleider. Boven bevinden zich de JRK-groep van De Don Boscoschool, de KWIK van Cardea, een gespreksruimte en een aantal werkplekken voor onze medewerkers.
34
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
4
::: 4 De zorg voor kinderen 4.1 De plaatsing van een kind op de Campus
Om een plek in de 3-6 groep te krijgen, is een indicatie van Bureau Jeugdzorg (BJZ) nodig, waarin ouders en BJZ samen tot hulpvragen en doelen zijn gekomen. Deze indicatie heeft een geldigheid van tien maanden en kan indien nodig verlengd worden. Als een kind gestart is in de groep, kan hij/zij vanaf de leeftijd van 4;0 jaar worden ingeschreven als leerling van De Leidse Buitenschool, op plaatsbekostiging. Wanneer zichtbaar is dat een kind al eerder onderwijs aan kan, wordt er vanaf de leeftijd van 3;9 jaar en met instemming van de ouders, een ontheffing aangevraagd van de toelatingsleeftijd bij de Onderwijsinspectie. Wanneer, in overleg met ouders en betrokkenen van de Campus, duidelijk is dat een leerling in het kader van de behandeling nog geen volledige week onderwijs aankan, wordt dit opgenomen in het leerlingdossier d.m.v. een noodzakelijkheidsverklaring. Hierin staat beschreven wat de leerling nodig heeft, welke doelen er zijn en hoe/wanneer er, m.b.v. het Ontwikkelplan, wordt gestreefd naar een volledige schoolweek. Bij uitstroom naar een vervolgplek wordt, in overleg met de ouders, een toelaatbaarheidsverklaring aangevraagd voor de vervolgschool. De uitstroom van de leerlingen wordt per leerling individueel besproken; er wordt gezocht naar de meest passende plek, welke uiteen kan lopen van basisschool, SBO, SO tot aan dagbesteding. Met de invoering van Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 worden er veranderingen doorgevoerd in de toelatingsprocedure voor de vervolgscholen. Hierover wordt u geïnformeerd op de algemene ouderavond en tijdens de gesprekken over uw kind. Meer informatie kunt u ook vinden op www.passendonderwijs.nl.
4.2 Het leerlingvolgsysteem
De resultaten van het geboden onderwijs worden verkregen door:
36
DE ZORG VOOR KINDEREN
• Het observeren van leerlingen • Het afnemen van Cito-toetsen (methode-onafhankelijke toetsen) • Het volgen van de ontwikkeling d.m.v. het Ontwikkelingsvolgmodel (OVM).
4.2.1 Het vastleggen van de resultaten
De resultaten van het onderwijs worden vastgelegd in een leerlingdossier (schriftelijk en digitaal), dat bestaat uit: • Het algemeen dossier/het pedagogisch-didactisch dossier • Het CITO-leerlingvolgsysteem • Het OVM dossier Alle rapportage wordt tevens opgeslagen in het digitale systeem Care4, waarin Cardea de hulpverleningsrapportage opneemt. Het leerlingsdossier is vertrouwelijk en slechts door de ouders van de leerling in te zien. Daarnaast wordt het leerlingdossier gebruikt door de teamleden die met de leerling werken.
4.2.2 Het algemeen dossier / het pedagogisch-didactisch dossier
Tijdens de periode op de Campus wordt een leerlingdossier bijgehouden. In dit dossier worden de volgende gegevens verzameld (voor de volledigheid wordt tevens verwezen naar het zorgdossier van Cardea): - Inschrijving (Inschrijvingskaart, aanvraag ontheffing toelatingsleeftijd + toekenning, indien van toepassing). - (Start)Ontwikkelplan (Eerste ontwikkelplan, integraal opgenomen dossieranalyse, Ontwikkelplannen). - Sociaal Emotionele Ontwikkeling (Rapportage Ontwikkelingsvolgmodel OVM) - Interne rapportage (SOS-formulier, websiteformulier indien van toepassing, overige verslaglegging m.b.t. onderwijs). - Externe rapportage (Externe verslagen m.b.t. onderwijs, eerdere gegevens m.b.t. onderwijs; school of PSZ/KDV van herkomst). - Rapportage Gedragswetenschapper Onderwijs (Onderzoeksrapportage). - Eventuele rapportage vanuit Piramide. - CITO (Verwijzing naar aparte map). - Correspondentie (Correspondentie met ouders, verlofaanvragen, toestemmings-formulieren, overige correspondentie met derden, uitschrijvingsformulier). DE ZORG VOOR KINDEREN
37
- Vervolgonderwijs (leerlingdossier voor aanvraag toelaatbaarheidsverklaring, overdrachtsformulier vervolgschool).
4.2.3 Het CITO-leerlingvolgsysteem
Onze school maakt, evenals het regulier basisonderwijs, gebruik van Cito-toetsen. De Cito’s Taal en Rekenen voor Kleuters (TvK en RvK) worden twee maal per jaar afgenomen, individueel of in een kleine groep. Indien nodig beschikken we op de Campus tevens over de Cito’s Taal en Rekenen voor Peuters (TvP en RvP). De CITO is een middel/een manier voor de leerkracht en de intern begeleider om in te schatten hoeveel van de lesstof de leerlingen op een tweetal momenten in het jaar al hebben eigen gemaakt. De CITO is geen doel op zich. Er wordt gekeken of de leerling extra hulp nodig heeft en of de leerling nog op het juiste niveau werkt. Ook wordt bekeken hoe de ontwikkeling van de leerling is in vergelijking met de vorige toetsperiode(s). Daarnaast kan ook worden bepaald in welke mate een leerling toetsbaar is met een toets die voornamelijk bestemd is voor het regulier basisonderwijs. De gegevens worden in het geautomatiseerde volgsysteem (ESIS) en de CITO-mappen bewaard. Op eigen verzoek kunnen de ouders een afdruk krijgen. De volwassenen in de groep werken iedere dag met de leerlingen en zullen dan ook iedere dag kunnen observeren wat uw kind al kan, waar de behoeften liggen en hoe het aanbod hierop kan worden afgestemd. Omdat we bij de leerlingen geen druk op de toetsen willen leggen, noemen we het naar hen ‘werken in een boekje’. Aan u als ouders vragen we om vooraf niet te spreken over de CITO’s om zo de leerlingen niet onnodig zenuwachtig te maken.
4.2.4 Het OVM
Het OVM is een verfijnd observatiesysteem waarmee de ontwikkeling van kinderen in kaart kan worden gebracht. In het model zijn ontwikkelingsaspecten opgenomen die aangegeven worden met ‘domeinen’ die op hun beurt weer onderverdeeld zijn in ‘ontwikkelingslijnen’. Het OVM voor het jonge kind, welke binnen de Campus wordt gebruikt, wordt ingevuld voor de volgende 2 domeinen en 13 ontwikkelingslijnen: 1. Basale ontwikkelingsbehoeften 38
DE ZORG VOOR KINDEREN
1.1 Zelfbeleving, zelfbesef, competentie 1.2 Zelfstandigheid, autonomie 1.3 Zelfredzaamheid 1.4 Emotionele welbevinding, emotionele ontwikkeling 1.5 Relatie met volwassenen 1.6 Relatie met kinderen 1.7 Omgang met afspraken, regels en materialen 1.8 Seksuele ontwikkeling 2. Speel- en werkgedrag 2.1 Spelontwikkeling 2.2 Samenspel en samenwerken 2.3 Expressieve ontwikkeling, vormgeving 2.4 Motivatie 2.5 Taakgericht gedrag De onderstaande domeinen/ontwikkelingslijnen kunnen ingevuld worden op aanvraag met een goede onderbouwing: 3. (Senso) motorische ontwikkeling 3.1 Grote motoriek 3.2 Kleine of fijne motoriek 4. Zintuiglijke ontwikkeling 4.1 Auditieve waarneming 4.2 Visuele waarneming 4.3 Tastwaarneming 5. Spraak- en taalontwikkeling 5.1 Spraakontwikkeling (articulatie) 5.2 Taalvorm (zinsbouw, morfologie) 5.3 Taalinhoud (woordenschat, semantiek, taalegrip) 5.4 Taalgebruik 5.5 Communicatieve redzaamheid 6. Wereldverkenning 6.1 Algemene omgevingsoriëntatie 6.2 Tijdsoriëntatie 6.3 Lichaamsoriëntatie 6.4 Ruimtelijke oriëntatie 7. Symboolverkenning DE ZORG VOOR KINDEREN
39
7.1 Ontluikende geletterheid, lezen 8. Symboolverkenning 8.1 Tellen en ordenen 8.2 Bewerkingen van basisvaardigheden (getallen en De ontwikkelingslijnen zijn uitgesplitst in een aantal ontwikkelingsfasen welke nauwgezet omschreven zijn. Het OVM biedt de gelegenheid om het ontwikkelingsverloop van leerlingen te volgen door te observeren in de groep tijdens verschillende activiteiten om zo een totaalbeeld te krijgen van de ontwikkeling afgezet tegen een leeftijdslijn. De observaties vinden plaats in dagelijkse, voor de leerlingen vanzelfsprekende groepssituaties. De inhoud van het OVM is gebaseerd op een ontwikkelingsgericht onderwijsconcept. Het gaat er in het OVM niet alleen om hoe de leerling zich ontwikkelt, maar ook welke betekenis de ontwikkeling voor hem zelf heeft en wat hij in de dagelijkse situatie met die ontwikkeling doet, zodat datgene wat hij zich eigen gemaakt heeft, ook functioneel voor hem is. Hierop volgend doet de leerkracht een aanbod, aansluitend bij de volgende stap in de ontwikkeling, zodat de leerling zich verder kan ontwikkelen. Elke ‘ontwikkelingsfase’ bestaat uit vier hokjes. De betekenis van het invullen van de hokjes is als volgt: Deze fase is nog niet in ontwikkeling; nog geen ontwikkeling observeerbaar. Deze fase begint zich te ontwikkelen; genoemde ontwikkelingen zijn een enkele keer gesignaleerd, vaak onder begeleiding. Deze fase ontwikkelt verder; genoemde ontwikkelingen zijn regelmatig gesignaleerd, af en toe onder begeleiding. Deze fase is bijna uitontwikkeld; genoemde ontwikkelingen worden vaak gesignaleerd in allerlei situaties, maar nog niet altijd. Vrijwel zelfstandig. De leerling heeft zich deze fase geheel eigen gemaakt; genoemde ontwikkelingen worden op allerlei momenten gesignaleerd, geheel zelfstandig. Niet elke leerling ontwikkelt zich conform de beschreven ontwikkelingslijnen. Sommigen slaan (delen van) fasen over zonder 40
DE ZORG VOOR KINDEREN
gevolgen. Bij anderen is het niet “uit ontwikkelen” van fasen wel van grote invloed op het vervolg. Ook geldt dat bij sommige stoornissen, zoals autisme, niet alle stappen zullen worden gezet in de ontwikkeling. Het formuleren van de ontwikkelingsfasen conform de reguliere ontwikkeling op bepaalde leeftijden omvat het risico dat de ontwikkeling van de leerling vooral wordt vergeleken met leeftijdsgenoten. Op grond hiervan wordt aangeduid dat een leerling voor, achter of gelijk in ontwikkeling is met zijn leeftijdsgenoten. We kunnen deze vergelijking gebruiken voor de algemene beeldvorming, maar om leerlingen recht te doen, vergelijken we primair de leerling met zichzelf. We kunnen pas spreken van een achterstand, als blijkt dat zijn ontwikkeling achter blijft bij de potenties die de leerling zelf heeft. Deze potenties lezen we in het model af uit het totaalbeeld van de ontwikkeling. Het OVM wordt twee keer per jaar (november en april, mede afhankelijk van wanneer een leerling start) digitaal door de leerkracht ingevuld. Hierin worden de observaties en ervaringen van de mentor meegenomen. De beginsituatie wordt altijd met rood ingevuld en daarna heeft ieder schooljaar een eigen kleur. In november wordt het OVM met de ‘lichte’ kleur ingevuld (wanneer er al een startsituatie gekleurd is) en in april wordt het met de ‘donkere’ kleur ingevuld. Bij iedere ontwikkelingslijn is er ruimte voor docentnotities.
4.2.5 Groepsplannen
Het werken met groepsplannen is in ontwikkeling. In schooljaar 2013-2014 is een voorzichtige start gemaakt met een groepsplan rekenen op de Campus. Deze ontwikkeling wordt voortgezet in schooljaar 2014-2015. In dat schooljaar wordt ook gestart met het maken van een groepsplan taal. N.a.v. de toetsgegevens van de leerlingen wordt er een groepsplan opgesteld door de leerkracht/IB-er, waarbij gekeken wordt welke groep leerlingen hetzelfde aanbod kunnen krijgen en welke onderwijsbehoeften van individuele leerlingen de leerkracht rekening moet houden.
4.2.6 Het bespreken van de resultaten De resultaten worden besproken in: • De ontwikkelplanbespreking
DE ZORG VOOR KINDEREN
41
• De CvB-bespreking • De werkbespreking De Ontwikkelplanbespreking Nieuwe leerlingen: Er zijn gedurende het schooljaar drie ontwikkelplanbesprekingen tussen de leerkracht en de ouders. Binnen de eerste zes weken van het schooljaar wordt een ontwikkelplan (OP) samengesteld door de gedragswetenschapper, de intern begeleider (IB) en de leerkracht. Hierbij staan het realistisch- en theoretisch ontwikkelingsperspectief centraal en de doelen op didactisch- en pedagogisch gebied. Halverwege het schooljaar (januari) staat de tweede bespreking gepland: de tussenevaluatie. Hierbij wordt gekeken in hoeverre de doelen behaald lijken te worden of eventueel dienen bijgesteld te worden. De gegevens van de CITO (januari) en het OVM (november) worden ook besproken. Aan het einde van het schooljaar (juni) vindt de eindevaluatie plaats, waarbij met ouders wordt besproken of de gestelde doelen behaald zijn. Ook de gegevens van de CITO (juni) en het OVM (april) worden besproken. Voorafgaand aan een ontwikkelplanbespreking wordt het ontwikkelplan toegestuurd aan de ouders. Na de ontwikkelplanbespreking wordt u als ouders gevraagd het ontwikkelplan en het OVM te tekenen voor gezien en dat de inhoud met u besproken is. Er is ruimte voor eventuele opmerkingen van uw kant. U tekent niet voor het akkoord gaan met de inhoud. Al is dat natuurlijk wel ons streven. Zittende leerlingen: Er zijn gedurende het schooljaar twee ontwikkelplanbesprekingen tussen de leerkracht en de ouders. Het OP van het nieuwe schooljaar wordt voor de zomervakantie (juni) besproken. Hierbij staan het realistisch- en theoretisch ontwikkelingsperspectief centraal en de doelen op didactischen pedagogisch gebied. Halverwege het schooljaar (januari) staat de tweede bespreking gepland: de tussenevaluatie. Hierbij wordt gekeken in hoeverre de doelen behaald lijken te worden. De gegevens van de CITO (januari) en het OVM (november) worden ook besproken. Aan het einde van het schooljaar (juni) vindt de eindevaluatie plaats, waarbij met ouders wordt besproken of de gestelde doelen behaald zijn. Ook de gegevens van de CITO (juni) en het OVM (april) worden besproken. Voorafgaand aan een ontwikkelplanbespreking wordt het ontwikkelplan toegestuurd aan de ouders. Na de ontwikkelplanbespreking wordt u als ouders gevraagd het ontwikkelplan en het OVM te tekenen voor gezien en dat de inhoud met u 42
DE ZORG VOOR KINDEREN
besproken is. Er is ruimte voor eventuele opmerkingen van uw kant. U tekent niet voor het akkoord gaan met de inhoud. Al is dat natuurlijk wel ons streven. De CvB-bespreking Voordat de leerkracht het OP met u als ouders bespreekt, wordt het OP eerst besproken in de CvB-bespreking. CvB staat voor Commissie van Begeleiding. Deelnemers van de CvB zijn de locatiecoördinator, de gedragswetenschapper, de intern begeleider en de leerkracht. Doel van deze bespreking is een evaluatie van het ontwikkelplan, gekoppeld aan het vaststellen van nieuwe doelen voor de komende periode, waarbij ook gekeken wordt naar de gegevens van CITO en het OVM. Na iedere bespreking wordt het concept ontwikkelplan definitief vastgesteld door de directie. De werkbespreking De intern begeleider en-/of de gedragswetenschapper en de leerkracht bekijken tijdens de werkbespreking aan de hand van het ontwikkelplan hoe de zorg betreffende leerlingen verloopt. De intern begeleider doet dit met name op het gebied van didactiek en de gedragswetenschapper op het gebied van gedrag. De pedagogische- en didactische aanpak voor de leerling in de groep wordt besproken en geëvalueerd. De besprekingen kunnen plaatsvinden aan de hand van groepsplannen.
4.3 De planning van de toetsen, besprekingen en rapportages Maand Betrokkenen Augustus 2014
Activiteit
OP zittende leerlingen klaar CvB-leden ConceptStartOP nieuwe leerlingen maken
CvB-leden Interne CvB-bespreking nieuwe leerlingen CvB-leden Oktober 2014 Bespreking StartOP nieuwe leerlingen Leerkracht & ouders
DE ZORG VOOR KINDEREN
43
Informatieavond
Cardea/LBS & ouders
November 2014 leerlingen
OVM invullen domein 1&2 alle Leerkracht Interne werkbespreking Leerkracht & IB/GW
Januari 2015 Cito-afname (TvK/RvK) Leerkracht & leerlingen Cito gegevens in ESIS zetten & analyse maken Leerkracht Tussenevaluatie OP invullen Leerkracht Interne CvB-bespreking alle leerlingen CvB-leden Februari 2015 Leerkracht/IB
Lijst leerlingen extra hulp maken Dyslexieprotocol nalopen Evt. doortoetsen CITO
Leerkracht Bespreking OP (tussenevaluatie) Leerkracht & ouders Maart 2015 Interne werkbespreking Leerkracht & IB/GW April 2015 Leerkracht
OVM invullen domein 1&2 alle leerlingen
Mei 2015 Cito-afname (TvK/RvK) Leerkracht & leerlingen Cito gegevens in ESIS zetten Leerkracht Juni 2015 Leerkracht 44
DE ZORG VOOR KINDEREN
Eindevaluatie OP invullen
IB
Nieuw OP maken blijvende leerlingen CvB-leden Interne CvB-bespreking alle leerlingen CvB-leden Juni/juli 2015 (eindevaluatie)
Bespreking OP Leerkracht & ouders Overdrachtsformulier invullen vertrekkende ll. Leerkracht & GW/IB Evt. OKR invullen vertrekkende leerlingen Leerkracht & GW/IB N.B.: Gedurende het schooljaar zal bovenstaande planning worden geëvalueerd en indien nodig worden bijgesteld.
4.4 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften
Hier komt de samenwerking tussen de Jeugdzorg en het onderwijs met name goed tot haar recht. Tussen het personeel van Cardea en het personeel van de Leidse Buitenschool is een goede afstemming om de ontwikkeling van de leerling optimaal te stimuleren. In de groep is de mentor van de leerling verantwoordelijk voor de zorgbehoefte van de leerling en de leerkracht voor de onderwijsbehoefte. Er is regelmatig overleg.
4.4.1 Specialistische hulp
Soms is het voor een leerling moeilijk om zich op een bepaald gebied positief te ontwikkelen, ook binnen de kleine groep. Binnen de Campus kunnen de leerkrachten en pm’ers, naast de collega’s van Cardea, een beroep doen op een aantal specialisten, die speciaal opgeleid zijn om specifiek onderzoek te doen en een hulptraject op te zetten voor de desbetreffende leerling. Over het algemeen wordt er op de Campus naar
DE ZORG VOOR KINDEREN
45
gestreefd deze hulp in te zetten in of buiten de groep, door leerkracht of pm’er. Uitgangspunt is dat er gewerkt wordt met een van te voren opgesteld plan (individuele handelingsplan vanuit het onderwijs, danwel een werkplan vanuit Cardea). Om de zes tot acht weken wordt gecontroleerd of de specifieke hulp een positieve ontwikkeling voor de leerling in gang zet. Wanneer de extra hulp onvoldoende resultaat boekt, wordt het plan bijgesteld of kan aanvullend onderzoek gewenst zijn.
4.4.2 De gezondheidszorg psycholoog (GZ)
Binnen de Campus is geen GZ-psycholoog werkzaam. Op hoofdlocatie van De Leidse Buitenschool wel. De orthopedagoog van de Campus kan, indien nodig overleg met haar voeren.
4.4.3 De schoolmaatschappelijk werker
Binnen de Campus is geen schoolmaatschappelijk werker. Vanuit Cardea zijn er gezinsbegeleiders werkzaam, die het gezin ondersteunen. Wanneer de opvoedingssituatie de ouders niet voor vragen stelt of wanneer er sprake is van zogenoemde mildere problematiek in de thuissituatie, kan worden overgegaan tot trajectbegeleiding door de mentor.
4.4.4 De jeugdarts
In groep 2 (of wanneer de leerlingen de leeftijd van zes jaar zullen bereiken) krijgen de leerlingen een groot onderzoek. Als ouders krijgt u een uitnodiging om samen met uw kind naar de jeugdarts van het Centrum Jeugd en Gezin te komen. Na de bezoeken worden de bevindingen door de jeugdarts overlegd met de intern begeleider van de Campus.
4.4.5 De zorgcoödinator (deel van de taak van de locatiecoördinator)
De zorgcoördinator maakt deel uit van het managementteam van de Leidse Buitenschool/Campus. Zij richt zich vooral op het aansturen van de zorgstructuur, onderwijskundige vernieuwing, professionele ontwikkeling van de teamleden en het treffen van zorgverbredingsmaatregelen in de schoolorganisatie. Daarnaast geeft zij voorlichting betreffende het vervolgonderwijs en voert zij gesprekken met de ouders betreffende de doorverwijzing naar een volgende school.. 46
DE ZORG VOOR KINDEREN
4.4.6 De intern begeleider
De leerlingenzorg op de Campus is gebaseerd op het systeem van interne begeleiding, gericht op planmatig handelen. Dit betreft het signaleren van problemen, oplossingen voorbereiden en eventueel uitvoeren en het evalueren van de gekozen oplossingen. Door gebruik te maken van dit systeem streven we er naar om leerlingen optimaal te laten profiteren van het aangeboden onderwijs. Ook de Campus wordt op deze manier gestimuleerd om het aangeboden onderwijs te vervolgen of bij te stellen en aan te passen aan de mogelijkheden van een individuele leerling of groep. Aanspreekpunt voor deze leerlingenzorg is de intern begeleider. Deze bewaakt de afspraken die gemaakt zijn met betrekking tot bovengenoemde systeem. Onze intern begeleider draagt zorg voor werkbesprekingen met de leerkrachten en geeft adviezen op gebied van didactiek. Hierdoor werkt de intern begeleider aan het optimaliseren van de voorwaarden waarbinnen de leerlingenzorg uitgevoerd moet worden en geeft zo indirect hulp aan leerlingen. De intern begeleider coördineert de hulp aan leerlingen die extra zorg nodig hebben en verzorgt tevens afspraken met leerkrachten. Wanneer er problemen zijn die niet in de eerste plaats in overleg met de leerkracht kunnen worden opgelost, maakt de intern begeleider een afspraak met u als ouder. Verder is de intern begeleider verantwoordelijk voor alle interne zaken m.b.t. leerlingenzorg. De intern begeleider is tevens adviserend lid van de schoolgebonden Commissie van Begeleiding.
4.4.7 De fysiotherapeut
Wanneer uw kind extra hulp nodig heeft op gebied van (senso)motoriek, hetgeen naar voren kan komen vanuit de besprekingen tussen ouders en betrokkenen van de Campus, kunt u rechtstreeks, dan wel via de huisarts, contact opnemen met een fysiotherapeut bij u in de buurt. In de groep kunnen oefeningen of extra aandacht worden uitgevoerd/geboden. Dit zal dan gebeuren op aanwijzingen van de fysiotherapeut, waarmee – met uw toestemming – rechtstreeks contact gelegd kan worden of waarvan de groep via u als ouders, adviezen krijgt.
4.4.8 De logopedist
Wanneer uw kind extra hulp nodig heeft op gebied van spraaktaalontwikkeling en mondmotoriek, hetgeen naar voren kan komen DE ZORG VOOR KINDEREN
47
vanuit de besprekingen tussen ouders en betrokkenen van de Campus, kunt u rechtstreeks, dan wel via de huisarts, contact opnemen met een logopedist bij u in de buurt. In de groep kunnen oefeningen of extra aandacht worden uitgevoerd/geboden. Dit zal dan gebeuren op aanwijzingen van de logopedist, waarmee – met uw toestemming – rechtstreeks contact gelegd kan worden of waarvan de groep via u als ouders, adviezen krijgt.
4.4.9 De remedial teacher
Op de Campus wordt de extra ondersteuning op leergebied geboden door de leerkracht aan individuele leerlingen in of buiten de groep. In overleg kan de individuele hulp ook worden geboden buiten de groep door de intern begeleider.
4.4.10 De orthopedagoog, ontwikkelingspsycholoog en schoolpsycholoog
Aan de Campus is vanuit het onderwijs een orthopedagoog verbonden. Zij houdt zich bezig met een breed scala aan relevante aandachtsgebieden, waarbij te denken valt aan begeleiding van de leerkracht op gebied van het pedagogische aanbod, de omgang met moeilijk verstaanbaar gedrag en de ondersteuningsbehoeften. In dat kader verricht de orthopedagoog ook breed handelingsgericht diagnostisch onderzoek, waarbij de bevindingen in handelingsgerichte adviezen worden gedeeld met ouders. Na de bespreking van het verslag worden, met toestemming van ouders, de bevindingen gedeeld met de bij de leerling betrokken medewerkers van de Campus. De orthopedagoog verricht werkzaamheden voor de Commissie van Begeleiding (CvB) met betrekking tot nieuwe en zittende leerlingen. De ondersteuning richting het vervolgonderwijs na de Campus (schooladvies, toelaatbaarheidsverklaring, etc.) is eveneens deel van de werkzaamheden. De orthopedagoog werkt volgens de richtlijnen van de beroepsvereniging NVO en houdt de kennis actueel door deel te nemen aan diverse scholingen.
4.4.11 Samenwerking Bureau Jeugdzorg en Cardea Jeugdzorg
Sinds de start van de Campus is er een intensieve samenwerking met Cardea en de Leidse Buitenschool. In het gezin en in de groep wordt gewerkt aan dezelfde doelen. De doelen hebben te maken met het zicht 48
DE ZORG VOOR KINDEREN
krijgen op de aard en oorzaak en het verbeteren van het gedrag, van de schoolvaardigheden en de omgang van het kind met leeftijdsgenootjes en het hierop aansluiten van de opvoedvaardigheden. Er wordt nauw samengewerkt met de ouders: immers zij kennen hun eigen kind het beste. Er is aandacht voor het contact tussen ouders en het kind en waar nodig krijgen ouders advies over opvoedingsvragen.
4.5 De begeleiding van de overgang van de Campus naar vervolgonderwijs
Elk schooljaar gaan er leerlingen naar een andere school/dagbesteding. Vanuit de Campus wordt er samen met de ouders een aantal stappen genomen die leiden tot een goed afgewogen schooladvies. De coördinator en contactpersoon voor de doorstromers is de orthopedagoog, drs. Nancy Hoogkamer. • In oktober/november is er een algemene informatieavond, waarbij ook het vervolgonderwijs besproken wordt. Alle ouders worden hier voor uitgenodigd. • In individuele trajecten wordt gesproken over de diverse mogelijkheden en welke informatie hiervoor nodig is, bijv. een niveaubepaling e.d. Ook de ondersteuningsbehoeften worden besproken. • Binnen het Passend Onderwijs en de veranderingen die hierbij horen, geldt dat er een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) moet worden aangevraagd bij het Samenwerkingsverband (SWV). Samen met de ouders en de betrokkenen van de Campus wordt hiervoor gedurende de plaatsing een document bijgehouden waarin de ondersteuningsbehoefte van de leerling wordt weergegeven. • Na bespreking met de ouders en een deskundige vanuit de school waarnaar wordt verwezen, wordt dit document voorgelegd aan de TLV-commissie van het SWV. Zij zullen beoordelen of de procedure goed is doorlopen en geven de TLV af. • Ouders maken zelf kennis op de school en melden hun kind zelf aan bij de school van hun keuze! Het is prettig als u aan de contactpersoon laat weten bij welke school u uw kind aangemeld heeft. • Het wachten is na versturing van het dossier, dan ook op de TLV, alvorens ouders definitief kunnen aanmelden bij de school en een afscheid kan worden gepland op de Campus.
DE ZORG VOOR KINDEREN
49
4.6 Het vervolgonderwijs na de Campus
Aan het eind van elk schooljaar is er een groep leerlingen die de Campus verlaat. In de 3-6 groep worden zij voorbereid op de eisen die op de vervolgscholen worden gesteld met betrekking tot de schoolse vaardigheden en het voorbereidend leren. Soms verlaat een leerling de Campus ook tussentijds, bijvoorbeeld naar het basisonderwijs of een andere vorm van onderwijs of dagbesteding. Bij een tussentijdse uitstroom naar het basisonderwijs wordt in samenspraak met ouders en de basisschool een tijdspad uitgezet met betrekking tot een ‘stage’. De leerling draait dat een opbouwend aantal dagdelen mee in de basisschoolklas, waarbij per week besproken wordt of het traject succesvol verloopt. Wanneer het voor alle betrokkenen helder is dat de basisschool de leerling kan voorzien in zijn of haar onderwijsbehoeften, wordt de overstap volledig en wordt de leerling uitgeschreven op de Campus.
Vorm van onderwijs en type school
Juli Juli 2012 2013
Speciaal onderwijs SO Cluster 1
-
-
Cluster 2
2
2
Cluster 3
3
3
Cluster 4
4
7
Speciaal basisonderwijs SBO
6
4
Basisonderwijs
-
-
Tussentijds naar basisonderwijs
1
1
Anders; dagbehandeling ,kdc, e.d.
-
-
Totaal aantal schoolverlaters
16
17
Primair onderwijs
50
DE ZORG VOOR KINDEREN
4.7 Ambulante Begeleiding N.v.t
DE ZORG VOOR KINDEREN
51
5
::: 5 De ouders 5.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders
Het belang van de betrokkenheid van ouders is een zo vanzelfsprekende zaak dat dit geen nadere toelichting lijkt nodig te hebben. Toch volgen hier enige opmerkingen: Voor ons zijn de ouders de eerste-deskundigen waar het om hun kind gaat. Daarmee zijn de ouders voor ons als team samenwerkingspartners. Campus en ouders werken samen om de ontwikkeling van het kind/de leerling zo optimaal mogelijk te laten verlopen. • Betrokkenheid vergroot het inzicht van ouders in wat er op de Campus gaande is. • De kennis van wat er op de Campus gaande is, is nodig om de leerling het gevoel te geven dat ouders voor hem/haar belangstelling hebben. • Belangstelling van ouders voor de Campus en voor wat de leerling daar doet, leert, beleeft, maakt, etc. zorgt ervoor dat de leerling zich gesteund voelt. • Een leerling die zich gesteund voelt door zijn/haar ouders zal tot betere resultaten komen. Dit geldt niet alleen op het gebied van het schoolse leren, maar zeker ook op dat van het sociaal leren en het omgaan met elkaar. De betrokkenheid van ouders bij de Campus kenmerkt zich in het bovenstaande, maar zeker ook in het actief zijn bij het verschaffen van hand- en spandiensten voor de Campus. De ouders leren de Campus kennen door deel te nemen aan ondersteunende activiteiten welke worden georganiseerd door de ouderraad en-/of het team. Betrokkenheid komt dan tot uiting door positief reageren op oproepen tot ondersteuning. Daarnaast lijkt betrokkenheid ook uit aanwezigheid op door de Campus georganiseerde ouderavonden en contactavonden en het ingaan op uitnodigingen van de Campus om tot overleg te komen. De teamleden zullen hun verantwoordelijkheid in deze moeten nemen door van hun kant de ouders die aan hun betrokkenheid uiting willen geven, ook de gelegenheid
DE OUDERS
53
te bieden. Dit alles zal een wisselwerking opleveren met het resultaat dat met name de leerling meer mogelijkheden krijgt zich op een wijze te ontwikkelen die ouders en Campus voor ogen hebben.
5.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de campus 5.2.1 De schoolgids
De schoolgids wordt ieder jaar geactualiseerd en op de algemene ouderavond bij de start van het nieuwe schooljaar uitgegeven. In de schoolgids staat alle informatie betreffende de school, zodat alle ouders een goed inzicht krijgen in wat er op de school gebeurt.
5.2.2 De informatiebrief
Vanuit de groep wordt door de leerkracht en pm’ers geregeld een brief verzorgd, waarin alle belangrijke zaken van de afgelopen periode vermeld staan. Ook wordt er vooruit gekeken naar de activiteiten van de komende weken.
5.3 De medezeggenschapsraad
Binnen de Campus is medezeggenschapsraad (MR) / gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) van Cardea actief.
5.4 De ouderraad
Op de Campus wordt ieder schooljaar een ouderraad gestart. De ouderraad bestaat uit ouders die het leuk vinden om mee te helpen met de ondersteuning van activiteiten, die op de Campus georganiseerd worden. U kunt denken aan activiteiten, zoals de viering van Sinterklaas, Kerst, Pasen, Campusfeest, etc. Ongeveer één keer per zes weken wordt er op de Campus vergaderd. Daar zal ook altijd een teamlid van de Campus bij aanwezig zijn om te zorgen dat ideeën van de ouderraad met het team besproken wordt
54
DE OUDERS
en vice versa. Ouders die zich willen aanmelden voor de ouderraad kunnen dit doorgeven aan de mentor of aan de leerkracht.
5.5 Contact tussen de leerkracht/mentor en de ouders 5.5.1 Algemeen
Tijdens de breng- en haalmomenten zijn er mogelijkheden om dingen te bespreken met de leerkracht of de mentor van uw zoon/dochter. Mocht uw kind met de taxi komen dan is het mogelijk om contact te hebben via het heen-en-weer-schriftje (zie 5.5.2), de mail of de telefoon. Met de mentor heeft u regelmatig gesprekken. Mocht u een gesprek willen met de leerkracht kan u dat altijd aangeven en kunt u in overleg met de leerkracht een afspraak maken.
5.5.2 Het heen-en-weerschriftje
Het heen-en-weerschriftje is voor leerlingen die met de taxi naar de Campus komen. Het doel van het heen-en-weerschriftje is informatie-uitwisseling over algemene zaken tussen school en thuis. De onderwerpen waarover u via het schriftje geïnformeerd wordt zijn onder meer de klassenregels en afspraken, thema’s uit de groep, bijzondere gebeurtenissen, afwezigheid en vervanging van de leerkracht, wijzigingen in het schoolprogramma. Ook wordt het schriftje gebruikt om andere brieven in het ‘vervoeren’. Hierbij kunt u denken aan informatie van de ouderraad, uitnodiging voor de rapportavond, enz. U als ouder hebt via het schriftje of de mail de mogelijkheid om korte vragen/opmerkingen te noteren, waarbij telefonisch contact niet noodzakelijk is. Tevens kan het gebruikt worden om afspraken te maken of te bevestigen. Er zijn echter ook grenzen aan het ‘praten’ via het schrift of de mail. Zo moeten we er rekening mee houden dat het schriftje kwijt kan raken. Privacygevoelige onderwerpen mogen daarom niet opgeschreven worden in het schrift. In dezelfde lijn ligt het verzoek om zo min mogelijk namen te noemen van andere leerlingen. Dit is vooral belangrijk in moeilijke situaties. Voor de e-mail gelden dezelfde beperkingen. In beide gevallen willen we graag dat u rechtstreeks contact opneemt met de leerkracht of mentor.
DE OUDERS
55
5.5.3 Informatie aan ouders
De Campus volgt de wettelijke regels met betrekking tot de informatieplicht jegens gescheiden ouders. Dit betekent dat de Campus ervan uitgaat dat ouders die beiden het ouderlijk gezag hebben verkregen elkaar informeren met betrekking tot zaken rondom hun kind (artikel 1:377b Burgerlijk Wetboek). Beiden ouders zijn ook gezamenlijk welkom bij de informatieavonden en besprekingen. In overleg kan daarvan worden afgeweken. Verder informatie vindt u in het protocol dat via de administratie van de Leidse Buitenschool te verkrijgen is. Ouders die geen gezag (meer) hebben over hun kind, hebben ook recht op informatie over hun kind. De ouder zal daar echter wel zelf om moeten vragen (artikel 1:377c Burgerlijk Wetboek). Het beleid van het onderwijspersoneel op de Campus hierover is als volgt: -Wij informeren beide gezagdragende ouders op gelijke wijze. -Het adres van de niet met het ouderlijk gezag belast zijnde ouder of ouder waarbij het kind niet woont dient u zelf kenbaar te maken bij de locatiecoördinator en wordt vervolgens opgenomen in de administratie. -In voorkomende gevallen wordt afgesproken hoe de informatievoorziening wordt vormgegeven. Van deze afspraak wordt een kopie in het leerling-dossier gedaan. -Als de informatievoorziening niet is toegestaan (bijvoorbeeld door een gerechtelijke uitspraak) moet een schriftelijk bewijs hiervan aan de locatiecoördinator worden overlegd. -In het ontwikkelplan staat bij de leerlinggegevens wie het gezag heeft.
5.6 Klachtenregeling
Per 01-08-1998 is in het basis- en voortgezet onderwijs de ‘Wet op de Kwaliteitszorg’ van kracht. Eén van de onderdelen van deze Kwaliteitswet is het ‘Klachtrecht’. Deze geeft ouders en leerlingen (vanaf 12 jaar) het recht om te klagen over maatregelen vanuit de Campus, gedragingen van personeel (van de Leidse Buitenschool) en/of leiding (van de Leidse Buitenschool) dan wel nalatigheid van de Campus (m.b.t. het onderwijsstuk). Het bevoegd gezag van onze is de Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg (ASOJ). De klachtenregeling houdt het volgende in:
56
DE OUDERS
• De ASOJ gebruikt het model klachtenregeling van de landelijke ouderorganisaties, schoolleidersorganisaties, vakorganisaties en besturenorganisaties. • De ASOJ heeft twee vertrouwenspersonen aangesteld. • Binnen de Leidse Buitenschool is door de directie één contactpersoon aangesteld. Jaarlijks wordt er door de ASOJ een studiedag voor contactpersonen georganiseerd. • De Leidse Buitenschool is lid van VOS/ABB (een besturenorganisatie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs) en derhalve lid van de Landelijke Klachtencommissie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs. De afhandeling van een klacht Iedereen die iets met de Campus te maken heeft kan een klacht indienen. Het indienen van een formele klacht kan altijd rechtstreeks bij de klachtencommissie. Voorkomen is echter beter dan genezen. Het is daarom belangrijk dat binnen de Campus goed wordt omgegaan met klachten, waarbij zoveel mogelijk wordt voorkomen dat onvrede uitmondt in een formele klacht bij de klachtencommissie. De commissie zal ook altijd informeren wat er op campusniveau/schoolniveau is gedaan en zo nodig terugverwijzen naar de Campus/school. Binnen de Campus geldt de volgende procedure, waarbij de ontvanger altijd aan de directeur meldt dat er een klacht is ontvangen. 1. Ouders proberen in eerste instantie hun klacht (m.b.t. het onderwijs) met de leerkracht te bespreken en op te lossen. 2. Indien dit niet tot een bevredigende oplossing leidt, nemen ouders contact op met de intern begeleider van de Campus. Deze zal eventueel samen met de ouders de klacht met de betreffende persoon bespreken en oplossen. 3. Indien dit ook niet tot een bevredigend resultaat leidt, nemen ouders contact op met de locatiecoördinator of directeur van de Leidse Buitenschool. Wanneer bovenstaande procedure niet tot een oplossing leidt, kan de klager contact opnemen met de contactpersoon van de Leidse Buitenschool. Deze gaat na waar de klacht over gaat en met wie deze reeds besproken is. De contactpersoon zal opnieuw pogingen doen de klacht op te lossen. Wanneer dit niet lukt, verwijst de contactpersoon de klager door naar de vertrouwenspersonen van de ASOJ, waarmee de formele klachtenprocedure in werking treedt. Namen, adressen en/of DE OUDERS
57
telefoonnummers van de contactpersoon, de vertrouwenspersonen en de klachtencommissie kunt u vinden in hoofdstuk 9 van deze schoolgids.
5.7 Meldpunt vertrouwensinspecteurs
Binnen de inspectie van het onderwijs is een aantal mensen aangewezen als vertrouwensinspecteurs. Deze inspecteurs hebben een adviserende en ondersteunende taak bij klachten rond seksueel misbruik en seksuele intimidatie. Ieder bevoegd gezag van een school of onderwijsinstelling is wettelijk verplicht bij een vermoeden van seksueel misbruik contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Deze verplichting geldt voor klachten over leerkrachten, directies en anderen die aan de school contractueel verbonden zijn. Ook als niet meteen duidelijk is of er sprake is van strafbare feiten dient de vertrouwensinspecteur ingeschakeld te worden voor overleg. De inspecteur heeft geheimhoudingsplicht bij klachten over seksueel misbruik. Hij/zij zal in alle gevallen in overleg met de klager komen tot afspraken over de verdere afhandeling van de klacht en de stappen die worden genomen. Scholen en ook leerlingen kunnen eveneens contact opnemen met de vertrouwensinspecteur als zich situaties van ernstig fysiek en geestelijk geweld hebben voorgedaan. Anders dan bij seksueel misbruik zijn scholen in dit geval niet verplicht zich tot de vertrouwensinspecteur te wenden. Het telefoonnummer van het meldpunt kunt u vinden in hoofdstuk 9 van deze schoolgids. Meer informatie kunt u opvragen via de website van het Ministerie van Onderwijs: www.minocw.nl De brochure is ook bij de directeur van de Leidse Buitenschool op te vragen.
5.8 5010 voor ouders over onderwijs
5010 is de vraagbaak voor ouders van kinderen die naar het basis- en voortgezet onderwijs gaan. 5010, het telefonisch en digitaal loket voor informatie en advies. Telefonisch met een gratis nummer: 0800 5010, dat bereikbaar is op schooldagen tussen 10.00 en 15.00 uur. Digitaal met een website: www.50tien.nl waar veel informatie op staat. Bovendien is vanaf de
58
DE OUDERS
website de mogelijkheid om per email een vraag te stellen. De doelstelling van 5010 is helder en simpel: antwoord geven. Antwoord, en als het nodig is een advies, op alle vragen die ouders kunnen hebben over het onderwijs aan hun kinderen. 5010 is een samenwerking van de organisaties voor ouders in het onderwijs (bijv. LOBO en NKO) en organisaties voor leer-, gedrags- en ontwikkelingsproblemen en handicaps (bijv. Balans). Dit brede samenwerkingsverband geeft een groot draagvlak en bundelt de expertise om te voorzien in de vragen van ouders.
5.9 Ouderbijdrage
Vanuit de Leidse Buitenschool wordt er voor de Campusleerlingen geen vrijwillige ouderbijdrage gevraagd. Vanuit Cardea geldt wel een ouderbijdrage.
5.10 Financiële ondersteuning
Op de Campus kunnen alle leerlingen aan alle activiteiten meedoen. Van financiële ondersteuning is geen sprake aangezien er voor de Campusleerlingen geen vrijwillige ouderbijdrage gevraagd wordt. Mocht u voor de ouderbijdrage van Cardea financiële ondersteuning nodig hebben kunt u dit aangeven bij de mentor en-/of gezinsbegeleider om met elkaar mogelijkheden te bespreken/onderzoeken.
5.11 Schoolfotograaf
Jaarlijks komt de schoolfotograaf op de Campus om foto’s te maken van uw kind. Ook wordt er een groepsfoto gemaakt. Enige dagen later worden deze foto’s op de Campus bezorgd. Nadat u de foto’s heeft bekeken (in het zakje), kunt u beslissen of u ze wilt kopen. Het openmaken van het zakje betekent afname van (een gedeelte van) de foto’s.
5.12 Schoolverzekering voor leerlingen
Voor de buitenschoolse uren waaronder ook op weg naar en van school dienen ouders, indien zij dit wensen, zelf een ongevallenverzekering af te
DE OUDERS
59
sluiten. Voor evenementen in Campusverband (schoolreis, excursie, e.d. waarbij een leerkracht aanwezig is), is er een ongevallenverzekering afgesloten. De school is NIET verzekerd voor schade aan waardevolle materialen. Zie paragraaf 2.11.7.
5.13 Aangepast vervoer
Voor de Campusleerlingen geldt dat dit in overleg gaat met Cardea. Hiervoor zijn richtlijnen opgesteld. Voor informatie omtrent dit onderwerp kunt u contact opnemen met de teamleider van de Campus.
5.14 Landelijke ouderverenigingen 5.14.1 Balans
Balans is de landelijke vereniging voor ouders en kinderen/jongeren met ontwikkelings-, gedrag- en leerproblemen, waaronder ADHD en Dyslexie. Balans probeert deze ouders, kinderen en jongeren te helpen door hen te informeren en hen in contact te brengen met elkaar. Daarnaast komt Balans, waar nodig, op voor de belangen van de kinderen, jongeren en ouders. De landelijke vereniging geeft een tweemaandelijkse tijdschrift Balans Belang uit. De school is lid van de vereniging en het tijdschrift is voor een ieder die dat wil op de Leidse Buitenschool in te zien. Actuele informatie kunt u vinden op de website van Balans: www.balansdigitaal.nl
5.14.2 Nederlandse Vereniging voor Autisme
De NVA stelt zich ten doel de belangen van mensen met een stoornis binnen het autismespectrum en die van de ouders te behartigen in de ruimste zin van het woord. Daarnaast wil de NVA een ontmoetingsplek zijn, waar ouders steun vinden bij elkaar en waar door middel van het uitwisselen van informatie en ervaringen de eigen ‘ervaringsdeskundigheid’ opgebouwd en uitgediept wordt. De vereniging geeft een tweemaandelijks tijdschrift Engagement uit. Hiermee informeert de vereniging iedereen over de ontwikkelingen rond het autismespectrum. De Leidse Buitenschool is lid van deze vereniging en heeft het tijdschrift voor een ieder ter inzage. Actuele informatie kunt u vinden op de website van de NVA: www.autisme-nva.nl
60
DE OUDERS
DE OUDERS
61
6
::: 6 Het team 6.1 De samenstelling van het team
Op de Campus zijn vanuit het onderwijs de volgende disciplines werkzaam: Locatiecoördinator, intern begeleider, orthopedagoog en leerkracht.
6.2 Protocol vervanging bij ziekte
De afgelopen jaren is het vinden van vervanging bij ziekte van leerkrachten in het primair onderwijs een toenemend probleem aan het worden. Het is de afgelopen jaren voorgekomen dat directie geen vervanging kon vinden. Naast kwantitatieve problemen speelt ook het kwalitatieve probleem dat onder de schaars beschikbare vervangers weinig mensen zijn voor scholen met leerlingen met een complexe problematiek. Het hieronder beschreven beleid wil een overzicht geven van de stappen die genomen moeten en kunnen worden bij ziekte of verlof van een leerkracht. Beleid bij ziektevervanging op de Campus 1. Bij een ziektemelding trachten we in te schatten hoe lang vervanging noodzakelijk is. 2. Er wordt met het personeel in de groep gekeken of directe ziektevervanging noodzakelijk is of dat het lukt met het aanwezige personeel. 3. Er wordt uitgezocht of een parttime leerkracht mogelijkheden heeft om in te vallen. Bij de start van het schooljaar zijn hier afspraken over gemaakt. 4. Een leerkracht met speciale taken gaat voor de groep, bijvoorbeeld de IB-er. Hiervoor is een maximaal aantal dagen afgesproken. Toelichting protocol Ad 2 t/m 3 Deze mogelijkheden kunnen worden benut als dat redelijkerwijs mogelijk is.
HET TEAM
63
Of het onderwijskundig enigszins verantwoord is, hangt af van vele factoren. Dit is ter beoordeling van de locatiecoördinator (evt. in overleg met de directie van de Leidse Buitenschool en de teamleider van de Campus). De samenstelling van de groep(en) kan aanleiding zijn hier niet voor te kiezen.
6.3 Deeltijdleerkrachten
Er zijn leerkrachten die niet fulltime werken. Toch is er voor elke groep een leerkracht die de eindverantwoordelijkheid over de groep draagt. Uiteraard krijgt u van ons te horen van welke juf uw kind les krijgt.
6.4 De begeleiding en inzet van stagiaires
Op de Campus zijn er geen stagiaires m.b.t. het onderwijs. Vanuit Cardea is er ieder jaar wel een stagiaire op de Campus.
6.5 Scholing van teamleden
In het schooljaar 2014-2015 zullen we onze deskundigheid bevorderen op de volgende terreinen: - Pedagogsich klimaat/PBS - Agressie-interventie - Meldcode kindermishandeling - Training rond invoering Methodiek, Relationele en Seksuele ontwikkeling - Werken met groepsplannen - Invoering groepsplan Taal
64
HET TEAM
7
::: 7 De ontwikkeling van het onderwijs 7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school 7.1.1 Enquetes
Vanaf 1999 wordt er elke vier jaar een ouderenquête, een leerlingtevredenheidsenquête (vaak niet haalbaar voor campusleerlingen) en een medewerkertevredenheidsenquête gehouden. Ook onderdelen van ZEK (zelfevaluatie kader), een kwaliteitsbevorderende enquête worden onder de personeelsleden (van de Leidse Buitenschool) gehouden om de kwaliteit van de Campus te meten. In 2012 zijn alle tevredenheidsonderzoeken opnieuw afgenomen. De uitkomsten van de enquêtes worden zoveel mogelijk gepubliceerd in de LBS-nieuwsbrief. Indien u belangstelling heeft voor een verslag van een enquête kunt u contact opnemen met de directeur van de Leidse Buitenschool.
7.1.2 Het schoolplan/ jaarplan
In een, door de overheid verplicht, schoolplan staan de beleidsvoornemens voor de komende vier schooljaren beschreven. Deze voornemens worden in overleg met het team door de directeur samengesteld en worden zowel door de MR als het bestuur van de school goedgekeurd. In schooljaar 2012/2013 is het nieuwe vierjarenplan 2012-2016 geschreven. Aan de hand van de vierjaarlijkse doelen die gesteld zijn, wordt jaarlijks een jaarplan geschreven dat loopt van januari tot januari. Half jaarlijks wordt de stand van zaken geëvalueerd en waar noodzakelijk bijgesteld. Het schoolplan en het jaarplan zijn ter inzage in school of te lezen op de website van de Leidse Buitenschool (www.leidse-buitenschool.nl). Indien u dat wenst kunt u contact opnemen met de directeur.
66
DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS
7.2 School Video Interactie Begeleiding
Video Interactie Begeleiding (VIB) is één van de begeleidingsmethodieken, die op de Campus gehanteerd wordt om het onderwijs te evalueren. Dit gebeurt door middel van korte video-opnames, die éénmalig of gedurende een bepaalde periode worden gemaakt. Door de beelden te bekijken, wordt de leerkracht in staat gesteld om vroegtijdig negatieve sociaal-emotionele interactiepatronen in de groep te onderkennen en te doorbreken, waardoor een positief pedagogisch/didactisch klimaat gewaarborgd kan blijven. Ten tweede heeft de leerkracht de mogelijkheid om n.a.v. de beelden te beoordelen of aanpassingen nodig zijn met betrekking tot omgang t.o.v. een bepaalde leerling. Ten derde kunnen beelden gebruikt worden om nieuw ingezette leermethodes te evalueren in teamverband. Zo levert VIB ook een belangrijke bijdrage aan onderwijsvernieuwing. Er wordt met VIB gewerkt vanuit een omschreven beroepscode, waarin o.a. aangegeven staat dat gemaakte opnames niet voor andere doeleinden gebruikt mogen worden dan omschreven in het bovenstaande gedeelte. De videobeelden die in de groep gemaakt worden, blijven te alle tijden in beheer van degene die ze gemaakt heeft. De beelden zijn voor intern gebruik en mogen NIET, zonder toestemming van alle andere betrokkenen aan derden vertoond worden. Indien de methodiek wordt ingezet bij specifieke begeleidingsvragen van een leerling is goedkeuring van de ouders middels een handtekening nodig. Ouders zullen hiervoor van te voren op de hoogte gebracht worden.
DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS
67
8
::: 8 Regeling school- en vakantietijden 8.1 Schooltijden
Op de vrijdag is geen leerkracht aanwezig en wordt een aangepast programma gevolgd. Lestijden Campus Katwijk maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag
08:45 - 15:00 08:45 - 15:00 08:45 - 12:00 08:45 - 15:00 08:45 - 15:00
Lestijden Campus Lisse maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag
08.45 - 15.00 uur 08.45 - 15.00 uur 08.45 - 12.45 uur 08.45 - 15.00 uur 08.45 - 15.00 uur
8.2 Regels voor aanvang en einde schooltijd
De Campus is geopend van 08.45 tot en met 15.00 uur op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Op woensdag van 08.45 tot en met 12.00 uur (Campus Katwijk) en van 08.45 tot en met 12.45 uur (Campus Lisse). Alle leerlingen gaan direct naar de groep en worden daar ontvangen door een volwassene. Ouders mogen t/m 09.00 uur in de groep blijven (tijdens spelinloop) om hun kind te helpen met de overgang van thuis naar school. Het is belangrijk dat de leerlingen niet te laat, maar zeker ook niet te vroeg op de Campus zijn.
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN
69
Leerlingen die op de fiets komen, lopen met hun fiets aan de hand naar het fietsenhok. Vanaf 14.45 uur komen de leerlingen naar buiten om nog even te spelen, waarbij altijd toezicht is. Zodra u als ouder het plein op loopt om uw kind op te halen is de verantwoordelijkheid van het toezicht bij u als ouder. Er is gelegenheid om even te praten over hoe het gegaan is met één van de volwassenen. Vanaf 14.55 uur kan u uw kind mee naar huis nemen en kunnen de taxi’s gaan rijden.
8.3 Maatregelen preventie schoolverzuim 8.3.1 Ziekte leerling
Bij ziekte van uw kind wordt u verzocht dit telefonisch voor schooltijd te melden aan de Campus. De persoon die de telefoon opneemt, geeft de boodschap door aan de mentor en de leerkracht. Indien van te voren bekend is, dat uw kind op een bepaald moment afwezig is, kunt u de mentor/leerkracht hiervan telefonisch op de hoogte stellen of via het heen-en-weer-schriftje. Wilt u de leerkracht persoonlijk spreken dan kan dit buiten de lestijden. Uw kind kan natuurlijk ook tijdens het verblijf op de Campus ziek worden of gewond raken. Als een kind op de Campus ziek wordt, nemen we telefonisch contact op met één van de ouders. Wij vragen u dan uw kind op te halen. Het is dus van groot belang dat wij de goede noodnummers tot onze beschikking hebben!! Indien wij geen gehoor krijgen, blijft het kind op de Campus, totdat wij u bereikt hebben. Als het kind zodanig ziek is dat verzorging onmiddellijk nodig is, schakelen we als Campus medische hulp in. Wanneer uw kind meteen naar de dokter of het ziekenhuis moet, bellen we uiteraard eerst de ouders, zodat u met uw kind naar uw eigen arts of naar het ziekenhuis kunt gaan. Dat is prettiger voor uw kind. Als wij u niet telefonisch kunnen bereiken, zal een personeelslid mee gaan als begeleiding. U wordt dan achteraf op de hoogte gebracht.
8.3.2 Schoolverzuim
Wanneer uw kind zonder bekendmaking van reden afwezig is aan het begin van de dag, nemen wij telefonisch contact met u op. Bij meerdere malen verzuim zonder duidelijke reden, is de locatiecoördinator verplicht contact
70
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN
te zoeken met de leerplichtambtenaar. Hiervan wordt u natuurlijk door ons op de hoogte gebracht.
8.3.3 Verlof voor bezoek aan huisarts, tandarts of ziekenhuis
Indien het niet anders te plannen is, kan het noodzakelijk zijn dat uw kind onder Campustijd naar de huisarts, tandarts of ziekenhuis moet. U hoeft hiervoor geen verlof aan te vragen, een persoonlijk-, telefonisch- of schriftelijk bericht (in het heen-en-weer-schriftje) is voldoende.
8.3.4 Verlof voor huwelijken, jubilea, begrafenissen
Indien uw kind (5 jaar of ouder) afwezig zal zijn in verband met een huwelijk, jubileum of begrafenis dient u hiervoor verlof aan te vragen. Dit formulier kunt u aanvragen via de leerkracht/mentor van de Campus. Na het invullen en inleveren van het formulier bij de leerkracht/intern begeleider/locatiecoördinator krijgt u schriftelijk bericht of uw verzoek is ingewilligd.
8.3.5 Verlof vanwege andere gewichtige omstandigheden
Indien er buiten de wil van ouders en/of het kind (5 jaar of ouder) externe omstandigheden plaatsvinden is het mogelijk om hiervoor verlof aan te vragen. Tot en met tien schooldagen per jaar beslist de locatiecoördinator (eventueel in overleg met directie) over het wel of niet toekennen van het verlof. Bij meer dan tien dagen beslist de leerplichtambtenaar, nadat hij de directeur heeft gehoord. Het formulier kunt u aanvragen via de leerkracht/mentor van de Campus. Na het invullen en inleveren van het formulier bij de leerkracht/intern begeleider/locatiecoördinator krijgt u schriftelijk bericht of uw verzoek is ingewilligd.
8.3.6 Verlof voor vakantie
In uitzonderingsgevallen kan voor vakantie buiten de reguliere vakantieperioden toestemming gegeven worden. Ook hier dient u verlof voor aan te vragen als uw kind 5 jaar of ouder is. Het formulier kunt u aanvragen via de leerkracht/mentor van de Campus. Na het invullen en inleveren van het formulier bij de leerkracht/intern begeleider/locatiecoördinator krijgt u schriftelijk bericht of uw verzoek is ingewilligd. Vakantieverlof kan alleen goedgekeurd worden indien: - Het wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN
71
alleen mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan. - Een werkgeversverklaring wordt overlegd waaruit blijkt dat geen verlof in de officiële schoolvakanties mogelijk is. Daarnaast gelden de volgende specifieke regels: - Het verlof mag slechts eenmaal per schooljaar worden verleend. - Het verlof mag (in totaal) niet langer duren dan tien schooldagen. - Het verlof mag niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het nieuwe schooljaar.
8.3.7 Plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging
Het is mogelijk om verlof aan te vragen voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging voor leerlingen van 5 jaar of ouder. Hierbij gelden de volgende regels: - Verlof wordt alleen voor religieuze feestdagen verleend. - Bij verzoeken voor geregeld verlof, in verband met religieuze feestdagen, maximaal één dag per feest, ongeacht de duur van het feest.
8.3.8 Algemene regels bij verlofaanvragen
Bij de aanvragen van alle vormen van verlof is de locatiecoördinator/directie gebonden aan wettelijke bepalingen en aan afspraken met de leerplichtambtenaar van de gemeente Katwijk (Campus Katwijk) en gemeente NOG INVULLEN (Campus Lisse). U dient dan ook de meeste verlofaanvragen uiterlijk een maand voor het gevraagde verlof schriftelijk bij de locatiecoördinator in te dienen. Indien u korter dan een maand van tevoren het verlof aanvraagt, kan een beslissing vooraf niet worden gegarandeerd. Als u een beroep doet op vrijstelling wegens andere gewichtige omstandigheden, dient u als u niet in staat was deze vrijstelling van te voren aan te vragen, de locatiecoördinator binnen twee dagen na het ontstaan van de verhindering de reden daarvan schriftelijk mee te delen. Daarnaast dient u bij de aanvraag er rekening mee te houden dat voor verlof bij huwelijken, jubilea, begrafenissen en vakantie bij elkaar opgeteld ten hoogste tien schooldagen verlof per schooljaar gegeven kan worden. Indien u bezwaar heeft tegen het besluit van de locatiecoördinator dan wel de leerplichtambtenaar kunt u een bezwaarschrift indienen bij de directeur van de Leidse Buitenschool of bij de leerplichtambtenaar bij de gemeente van 72
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN
uw woonplaats.
8.4 De leerplichtwet
In de leerplichtwet staat dat alle kinderen in Nederland naar school moeten. De ouders, voogden of verzorgers van een leerplichtig kind zijn verplicht hun kind in te schrijven op een school. Tevens zijn zij ervoor verantwoordelijk dat hun kind ook daadwerkelijk de school bezoekt. Elk kind wordt leerplichtig op de eerste schooldag van de maand, volgend op de maand waarin de leerling vijf jaar is geworden. De volledige leerplicht eindigt aan het einde van het schooljaar na afloop waarvan tenminste twaalf volledige schooljaren één of meerdere scholen zijn bezocht, of aan het einde van het schooljaar (31 juli) waarin de jongere de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, tevens zal de jongere een kwalificatie moeten hebben behaald. In de leerplichtwet staan ook regels waaraan de schoolleiding zich moet houden. De schoolleiding is verplicht het schoolverzuim zorgvuldig bij te houden en onwettig verzuim binnen drie dagen te melden bij de leerplichtambtenaar. Ook dienen zij in- en uitschrijvingen van leerlingen binnen een week door te geven aan Burgemeester en Wethouders van de woongemeente.
8.5 De leerplichtambtenaar
De taken van de leerplichtambtenaar zijn de volgende: - Erop toezien dat ouders, leerlingen en scholen zich aan de Leerplichtwet houden. - Adviseren en begeleiden van de leerling (of het gezin) bij problemen met betrekking tot de leerplicht. - Onderhouden van contacten met scholen, onderwijsinstituten en hulpverleningsinstanties met betrekking tot de leerplicht en schoolverzuim. - Indien gewenst, bemiddelen bij plaatsing van een kind op een andere school.
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN
73
8.6 Vakantietijden 2014-2015
De vakantieregeling van de Leidse Buitenschool wordt op de Campus gevolgd en is een mix van de vakantieregeling van de gemeente Katwijk en de gemeente Leiden. Houd u er dus rekening mee, dat er enige verschillen kunnen optreden. Herfstvakantie 20 t/m 24 oktober 2014 Kerstvakantie 22 december 2014 t/m 2 januari 2015 Voorjaarsvakantie 23 t/m 27 februari 2015 Pasen 3 t/m 6 april 2015 Koningsdag 27 april 2015 Meivakantie 4 t/m 15 mei 2015 Pinksteren 25 mei 2015 Zomervakantie 13 juli t/m 21 augustus 2015 Studiedagen 6 oktober 2014 8 januari 2015 7 april 2015 N.B.: Overige dagen moeten nog worden ingeroosterd. U ontvangt deze dat zo spoedig mogelijk.
8.7 Vieringen en overige dagen
De data voor vieringen (Sinterklaas, Kerst, Pasen, zomerfeest) en informatieavonden, worden zo spoedig mogelijk aan u doorgegeven. Bespreking StartOP nieuwe leerlingen Laatste week september / eerste week oktober 2014 Bespreking OP; tussenevalatie Laatste week januari / eerste week februari 2015 Bespreking OP; eindevaluatie Laatste week juni/eerste week juli 2015
74
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN
9
::: 9 Belangrijke namen en emailadressen 9.1 Namen, functies en emailadressen Personeel van de Leidse Buitenschool op de Campussen: - Lindy Corver, leerkracht Campus Katwijk (ma, woe en do)
[email protected] of
[email protected]
- Marianne Otto, leerkracht Campus Lisse (ma, di, woe en regelmatig op do)
[email protected] of
[email protected] - Maudy van der Slot, leerkracht Campus Katwijk (di) en Lisse (do)
[email protected] - Nancy Hoogkamer, coördinator en gedragswetenschapper Campus Katwijk en Lisse
[email protected] of
[email protected] - Tessa v.d. Griend – v.d. Valk, intern begeleider Campus Katwijk en Lisse
[email protected] of
[email protected]
9.1.1 Directie de Leidse Buitenschool
Directie de Leidse Buitenschool: - Arjen Karelse, directeur OECK
[email protected] - Ada van Duijn, locatiecoordinator De Leidse Buitenschool
[email protected]
9.1.2 Hulpverleners
Enkele teamleden van Cardea zijn bedrijfhulpverlener (BHV-er).
76
BELANGRIJKE NAMEN EN EMAILADRESSEN
9.1.3 Contactpersoon Klachtencommissie
Sandra van de Lans, schoolmaatschappelijk werker van de Leidse Buitenschool
[email protected] Brit Slotboom, GZ-psycholoog van De Leidse Buitenschool
[email protected]
9.1.4 Contactpersoon doorstromers Campus Katwijk
Drs. Nancy Hoogkamer, gedragswetenschapper Campus Katwijk en Lisse
[email protected] of
[email protected]
9.2 Bevoegd gezag
Bestuur Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg Leidsevaart 2 2215 RE Voorhout Tel: 0252-434000 Algemeen directeur: drs. H. Kelderman Sector West Postbus 98 2215 ZH Voorhout Sectordirecteur: Frank Zopfi
9.3 Ouderraad
Voorzitter: Penningmeester: Monique van de Willik Overige leden: Ellen Brussee Brigitte van Beelen Ingrid Bilardie Joyce Devilee Ada Groenendijk
BELANGRIJKE NAMEN EN EMAILADRESSEN
77
9.4 Inspecteur Expertisecentra Mevr. T. Wick Tel: 0800-8051 Email:
[email protected] Website: www.onderwijsinspectie.nl
9.5 REC-WEST
Binkhorstlaan 145 2516 BA Den Haag Tel: 070-3052066 Email:
[email protected] Website: www.recwest.nl
9.6 Overige belangrijke adressen en telefoonnummers Vertrouwenspersonen ASOJ Dhr. C. van Meurs en Mevr. Drs. I.L.A.Wielinga Tel: 0252-434000 VOS/ABB Postbus 162 3440 AD Woerden Tel: 0348-405205 Meldpunt vertrouwensinspecteur Tel: 0900-1113111 Te bereiken op werkdagen van 08.00 tot 17.00 uur Jeugdarts Campus Katwijk
78
BELANGRIJKE NAMEN EN EMAILADRESSEN
Linda Breedeveld, jeugdarts Marion Spierenburg, assistente JGZ GGD Hollands Midden Schimmelpenninckstraat 10 2221 EP Katwijk Tel: 088-3083204 Postadres: Postbus 121 2300 AC Leiden Email:
[email protected] Website: www.cjgkatwijk.nl Jeugdarts Campus Lisse Marjolein van Marle, jeugdarts Sandra van Manen, assistente JGZ GGD Hollands Midden Grachtweg 38 2161 HN Lisse Tel: 088-3083206 Email:
[email protected] Website: www.cjglisse.nl Landelijke ouderverenigingen Balans Postbus 93 3720 AB Bilthoven Tel: 030-2255050 Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) Prof. Bronkhorstlaan 10 3723 MB Bilthoven Tel: 030-2299800 Email:
[email protected] Website: http://www.autisme BELANGRIJKE NAMEN EN EMAILADRESSEN
79
80
BELANGRIJKE NAMEN EN EMAILADRESSEN
10
::: 10 afkortingen ADHD - Aandachtstekort Hyperactiviteitstoornis (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ASOJ - Aloysiusstichting Onderwijs Jeugdzorg CD - Conduct Disorder / Antisociale Gedragsstoornis CvB - Commissie van Begeleiding ESIS A+B - Administratieprogramma GMR - Gemeenschappelijke Medenzeggenschaps Raad GW - Gedragswetenschapper GZ psycholoog - Gezondheidszorg Psycholoog JGZ - Jeugdgezondheidszorg LBS - Leidse Buitenschool LGF - LeerlingGebondenFinanciering (‘rugzakje’) ll. - Leerling Lkr. - Leerkracht LZK - Langdurig Zieke Kinderen MR - Medezeggenschapsraad OCW - Onderwijs Cultuur en Wetenschappen ODD - Oppositional Defiant Disorder OECK - Orhopedagogisch Educatief Centrum Katwijk OP - Ontwikkelplan OVM - Ontwikkelingsvolgmodel PDD NOS - Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified Pervasieve Ontwikkelingsstoornis Niet Anders Omschreven PI - Pedologisch Instituut PIQ - Performaal Intelligentie Quotiënt PM - Pedagogisch Medewerker (Cardea) PO - planner Primair Onderwijs planner REC West - Regionaal Expertise Centrum SBO - Speciaal BasisOnderwijs SO - Speciaal Onderwijs TIQ - Totaal Intelligentie Quotiënt
82
AFKORTINGEN
VIB - Video Interactie Begeleiding VIQ - Verbaal Intelligentie Quotiënt WMS - Wet Medezeggenschap op Scholen ZMOK- Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen
.1 Verklarende woordenlijst bij het ontwikkelplan (OP) Groep bepaald op basis van leeftijd: -20 maanden : Begin groep 1 -10 maanden : Begin groep 2 0 maanden : Begin groep 3 10 maanden : Begin groep 4 20 maanden : Begin groep 5 30 maanden : Begin groep 6 40 maanden : Begin groep 7 50 maanden : Begin groep 8
Didactische leeftijd (DL): Een DL geeft aan hoeveel maanden een kind onderwijs heeft gehad. Een schooljaar telt 10 maanden (sept. t/m juni). Bij het begin van groep 3 wordt gestart met tellen. Voor groep 1 en 2 wordt teruggeteld. KV= kleuterverlenging DB= doublure Didactische leeftijd equivalent (DLE): Een maat voor de vordering in de leerstof. Het DLE drukt uit op welk niveau een leerling staat met het beheersen van de leerstof. Bijvoorbeeld A: Een leerling scoort op CITO rekenen een DLE van 10 bij een DL van 10. Dan heeft de leerling alle aangeboden leerstof (10 maanden) opgepikt. Bijvoorbeeld B: Een leerling scoort op CITO rekenen een DLE van 5 bij een DL van 10. Dan heeft de leerling de helft van de aangeboden leerstof (5 maanden) opgepikt. Ontwikkelingsperspectief (OPP): “De inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling voor een bepaalde, langere periode” (Inspectie van Onderwijs, 2010). AFKORTINGEN
83
Leerrendementsverwachting bij theoretisch OPP: De verwachting over de vooruitgang van een leerling in % in een bepaalde periode op basis van totaal IQ (TIQ). Leerrendementsverwachting bij realistisch OPP: De verwachting over de vooruitgang van een leerling in %, in een bepaalde periode, in een bepaald leergebied o.b.v. intelligentiegegevens, beïnvloedende factoren (sterke- en belemmerende punten) en didactische/pedagogische vorderingen. Uitstroomniveau: Het niveau waarop een leerling naar verwachting uitstroomt. (B= Begin); M = midden; E=Eind Bijvoorbeeld: E5 = Eind groep 5 Uitstroombestemming: De bestemming waarnaar een leerling naar verwachting uitstroomt per vakgebied. Het kan een vorm van voortgezet onderwijs zijn, een vorm van arbeid of een vorm van dagbesteding. Vaardigheidsscore (VS): Scores op een vaardigheidsschaal. De score geeft aan in welke mate een leerling een bepaald subdoel beheerst. Niveau I-V: Score op een niveauschaal. De score geeft aan hoe de leerling heeft gescoord op landelijk niveau in vergelijking met leerlingen van die groep. Dus de M3 en E3 toetsen met leerlingen van groep 3. De M4 en E4 toetsen met leerlingen van groep 4, etc. Niveau I is het hoogste niveau en niveau V is het laagste niveau. Niveau % Interpretatie op landelijk niveau I 20 Ver boven het gemiddelde II 20 Boven het gemiddelde III 20 Gemiddeld IV 20 Onder het gemiddelde V 20 Ver onder het gemiddelde Voorbeeld: Als een leerling van groep 4 in januari op Cito M4 een niveau haalt van III, 84
AFKORTINGEN
dan betekent dit dat de leerling landelijk gezien gemiddeld scoort op midden groep 4 niveau. Hij heeft een functioneringsniveau van M4. Als een leerling van groep 6 in januari op Cito M4 een niveau haalt van III, dan betekent dit dat de leerling landelijk gezien gemiddeld scoort op midden groep 4 niveau. Hij heeft een functioneringsniveau van M4. Functioneringsniveau (FN): Het niveau waarop de leerling functioneert, welke overeenkomt met de DLE van de leerling. Bijvoorbeeld: M4 = Midden groep 4 (DLE 15) Leerrendement (LR): De verhouding in % tussen de DL en DLE. Hoeveel % heeft de leerling opgenomen van het totale leerstofaanbod per vakgebied. DLE : DL x 100 % = ……… % Uitstroomperspectief: De bestemming waarnaar een leerling naar verwachting uitstroomt o.b.v. de uitstroombestemmingen per vakgebied. Leerroute 1: Dit is de gevorderde standaard. Wordt door andere scholen verdiept arrangement genoemd. De LBS heeft ervoor gekozen om dit leerroute 1 te noemen. Leerroute 2 (basisaanbod): Dit is de voldoende standaard. Het basisaanbod op de LBS. Wordt door andere scholen basis arrangement genoemd. De LBS heeft ervoor gekozen om dit leerroute 2 te noemen. Leerroute 3: Dit is de minimum standaard. Wordt door andere scholen intensief arrangement genoemd. De LBS heeft ervoor gekozen om dit leerroute 3 te noemen.
AFKORTINGEN
85