De inkomenspositie van Leidse huishoudens
Colofon Serie Statistiek 2003/05 Gemeente Leiden Postadres Postbus 9100, 2300 PC Leiden Bezoekadres Stadhuisplein 1 Redactie Telefoon E-mail
Dr. P. van Wijnen, Concernstaf, BOA (Beleidsinformatie, Onderzoek en Advies) 071 – 516 51 23 / 516 50 68
[email protected] ;
[email protected]
Kaarten
Vastgoed Informatie Centrum, gemeente Leiden
2
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
Inhoudsopgave Inhoudsopgave............................................................................................................................................. 3 Samenvatting................................................................................................................................................ 5 Inleiding ......................................................................................................................................................... 7 Hoofdstuk 1. Particuliere huishoudens en besteedbaar inkomen ...................................................... 9 Hoofdstuk 2. De inkomenspositie van huishoudens in Leiden, de regio, de grote steden en Nederland ....................................................................................................................................................11 Hoofdstuk 3. Het inkomen van Leidse huishoudens 1998-2000 .......................................................15 Hoofdstuk 4. De Leidse districten...........................................................................................................17 Hoofdstuk 5. De Leidse buurten..............................................................................................................19 Hoofdstuk 6. De armste en rijkste buurten vergeleken.......................................................................23 Begrippenlijst .............................................................................................................................................24 Bijlage
Huishoudinkomens in Leiden in 2000 .................................................................................26
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
3
4
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
Samenvatting Dit rapport beschrijft de inkomenspositie van particuliere huishoudens in Leiden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van inkomensgegevens van het Regionaal Inkomens Onderzoek 2000 van het CBS. Dit zijn de meest recente gegevens over de inkomensverdeling in Leiden. Particuliere huishoudens Een en negentig procent van de inwoners van Leiden maakt deel uit van een particulier huishouden. De overige 9 procent maakt deel uit van een institutioneel huishouden. Dat is een studentenhuishouden (huishouden waarvan alle leden studiefinanciering ontvangen), een huishouden van een instelling of tehuis, of een huishouden waarvan het inkomen onbekend is. Een beschrijving van de inkomenspositie van Leidse particuliere huishoudens geeft dus een beeld van het welvaartsniveau van de meeste inwoners van Leiden. Besteedbaar inkomen De inkomenspositie van een huishouden wordt in dit rapport gemeten met het besteedbaar inkomen. Het besteedbaar inkomen is gelijk aan het bruto inkomen, minus betaalde premies voor sociale zekerheid, overdrachten en loon-, inkomsten- en vermogensbelasting. Het besteedbaar inkomen van een huishouden is de som van inkomens van de afzonderlijke leden van het huishouden. Leiden vergeleken In 2000 is het gemiddeld besteedbaar inkomen van een Leids huishouden iets lager dan het gemiddeld besteedbaar inkomen van een Nederlands huishouden. Onder de 25 grote steden neemt Leiden een middenpositie in. Er zijn elf grote steden waar het gemiddeld besteedbaar inkomen van een huishouden hoger is. Het gemiddeld besteedbaar inkomen van een Leids huishouden is laag ten opzichte van nabijgelegen gemeenten. Van de 21 nabijgelegen gemeenten is in 20 gemeenten het gemiddeld huishoudinkomen hoger dan in Leiden. Alleen in Den Haag ligt het gemiddeld huishoudinkomen op een lager niveau. Laag inkomen Van de Leidse huishoudens heeft veertien procent een besteedbaar inkomen van minder dan 7.260 euro per jaar. Dit is vrijwel gelijk aan het percentage voor alle Nederlandse huishoudens. Onder de 25 grote steden neemt Leiden hiermee een middenpositie in. Er zijn tien grote steden waar een groter aandeel van de huishoudens een laag inkomen heeft. Typen huishoudens Meerpersoonshuishoudens in Leiden hebben gemiddeld meer te besteden dan Nederlandse meerpersoonshuishoudens. In vergelijking met Nederland hebben Leidse huishoudens met een gezinshoofd tussen de 15 en 44 jaar, en ouder dan 65 jaar, een lager besteedbaar inkomen. Leidse huishoudens met een gezinshoofd jonger dan 25 jaar hebben behoorlijk minder te besteden dan jeugdige huishoudens in geheel Nederland. Alle soorten Leidse huishoudens, onderscheiden naar de sociaaleconomische categorie van het gezinshoofd, hebben een lager besteedbaar inkomen dan geldt voor Nederland. Ontwikkeling 1998 - 2000 In de periode 1998-2000 is het gemiddeld besteedbaar inkomen van Leidse huishoudens minder sterk gestegen dan het gemiddeld besteedbaar inkomen van alle Nederlandse huishoudens. Als we een onderscheid maken tussen verschillende typen huishoudens, zien we een aantal trends in Leiden dat afwijkt van Nederland. Leidse eenpersoonshuishoudens hebben gemiddeld een sterkere stijging van het inkomen meegemaakt dan Nederlandse eenpersoonshuishoudens. Leidse huishoudens met een gezinshoofd jonger dan 25 jaar zijn er gemiddeld in inkomen flink op achteruit gegaan. Terwijl voor geheel Nederland geldt dat dit type huishouden er gemiddeld iets op vooruit is gegaan. En anders dan geldt voor geheel Nederland, zijn Leidse huishoudens met een gezinshoofd ouder dan 65 jaar, en huishoudens met een gezinshoofd die pensioen of een werkloosheids-, arbeidsongeschiktheids of bijstandsuitkering ontvangt, er gemiddeld (licht) op achteruit gegaan. Districten vergeleken In vier van de tien Leidse districten ligt het gemiddeld besteedbaar inkomen van een huishouden boven het Leids gemiddelde. Dit zijn het Boerhaavedistrict, de Merenwijk, de Stevenshof en het Rood-
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
5
enburgerdistrict. Met name in het Merenwijkdistrict en het Boerhaavedistrict is het besteedbaar huishoudinkomen aanmerkelijk hoog, ook ten opzichte van het Nederlands gemiddelde. In zes Leidse districten ligt het besteedbaar inkomen van een huishouden beneden het Leids gemiddelde. Dit zijn Leiden Noord, Binnenstad-Noord, Binnenstad-Zuid, het Bos- en Gasthuisdistrict, het Morsdistrict en het Stationsdistrict. Met name in Leiden Noord en Binnenstad-Noord is het besteedbaar inkomen aanzienlijk laag, ook ten opzichte van het Nederlands gemiddelde. Buurten vergeleken In 23 van de 54 buurten ligt het gemiddeld besteedbaar inkomen van huishoudens boven het Leids gemiddelde. De meeste van deze buurten liggen in de rijke districten Boerhaavedistrict, Merenwijkdistrict, Stevenshofdistrict en Roodenburgerdistrict. De vijf rijkste buurten van Leiden zijn achtereenvolgens de Raadsherenbuurt, het Waardeiland, Zijlwijk-Zuid, Burgemeesterswijk en Leedewijk-Noord. In 28 buurten ligt het gemiddeld besteedbaar inkomen van huishoudens beneden het Leids gemiddelde. De meeste van deze buurten liggen in de arme districten Leiden Noord, Binnenstad-Noord, Binnenstad-Zuid, Morsdistrict en Bos- en Gasthuisdistrict. De vijf armste buurten van Leiden zijn achtereenvolgens de Marewijk, D’Oude Morsch, Havenwijk-Zuid, Haagweg-Zuid en De Camp. In 19 buurten ligt het percentage huishoudens met een laag besteedbaar inkomen (minder dan 7.260 euro per jaar) boven het Leids gemiddelde. Buurten waar meer dan 20 procent van de huishoudens een laag besteedbaar inkomen heeft, zijn de Marewijk, Havenwijk-Zuid, Noorderkwartier, Haagweg-Noord, Haagweg-Zuid, Slaaghwijk, Groenoord en De Kooi. Armste en rijkste buurten vergeleken Als we de huishoudens van de vijf armste buurten vergelijken met de huishoudens van de vijf rijkste buurten van Leiden, valt het volgende op. In de armste buurten bestaat de meerderheid van huishoudens uit niet meer dan één persoon. De meerderheid van huishoudens heeft een gezinshoofd jonger dan 45 jaar. En relatief veel gezinshoofden hebben een niet-actieve beroepstatus. In de armste buurten wonen relatief veel niet-westerse allochtonen. In de rijkste buurten is de meerderheid van huishoudens een meerpersoonshuishouden. De meerderheid van huishoudens heeft een gezinshoofd tussen de 25 en 65 jaar. En relatief veel gezinshoofden hebben een actieve beroepstatus. In de rijkste buurten wonen relatief veel autochtonen en weinig niet-westerse allochtonen.
6
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
Inleiding In dit rapport wordt het welvaartsniveau van huishoudens in de gemeente Leiden in het jaar 2000 in kaart gebracht. Eerst wordt toegelicht waarom in dit rapport is gekozen om de welvaartspositie van Leidse burgers te meten met het besteedbaar inkomen van huishoudens (Hoofdstuk 1). Vervolgens wordt een algemeen beeld geschetst van de inkomenssituatie van Leidse huishoudens, en vergeleken met de situatie in de regio, andere grote steden en geheel Nederland (Hoofdstuk 2). Dan wordt gekeken naar de inkomenspositie van bepaalde groepen Leidse huishoudens. Zijn in de periode 1998-2000 opmerkelijke veranderingen opgetreden in de inkomenspositie van bepaalde typen Leidse huishoudens? (Hoofdstuk 3) Daarna wordt de inkomenspositie van huishoudens in de verschillende districten beschreven (Hoofdstuk 4). En vervolgens gaan we na hoe de inkomensverdeling in afzonderlijke buurten is (Hoofdstuk 5). Tenslotte wordt aangegeven waarin de huishoudens van de armste buurten verschillen van de huishoudens van de rijkste buurten van Leiden (Hoofdstuk 6).
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
7
8
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
Hoofdstuk 1. Particuliere huishoudens en besteedbaar inkomen Gegevens over de inkomenspositie van huishoudens in Nederlandse gemeenten zijn verzameld door het CBS, en algemeen beschikbaar gemaakt in de databestanden Regionaal Inkomens Onderzoek (RIO). Het databestand RIO 2000 (over het jaar 2000) bevat de meest recente gegevens over de inkomensverdeling in gemeenten. De regionale gegevens zijn gebaseerd op een steekproef van 1,9 miljoen huishoudens uit de bestanden van de Belastingdienst en de Gemeentelijke Basisadministratie. De grootte van de steekproef maakt het mogelijk betrouwbare uitspraken te doen over de inkomensverdeling in de gemeente Leiden. In dit rapport wordt er voor gekozen de welvaartspositie van Leidse burgers te meten met het inkomen van huishoudens. Er zijn ook andere manieren waarop de welvaartspositie van burgers in kaart kan worden gebracht. Er kan ook worden gekeken naar de inkomenspositie van alle inwoners en van burgers die het hele jaar een inkomen ontvangen, de zogenaamde inkomensontvangers. Voor Nederlandse gemeenten heeft RIO 2000 inkomensgegevens over particuliere huishoudens. In het jaar 2000 was 91 procent van de inwoners van Leiden lid van een particulier huishouden. De overige 9 procent maakte deel uit van een studentenhuishouden (huishouden waarvan alle leden studiefinanciering ontvangen), een huishouden van een instelling of tehuis, of een huishouden waarvan het inkomen onbekend is. Een beschrijving van de inkomenspositie van Leidse particuliere huishoudens geeft dus een goed beeld van het welvaartsniveau van de meeste inwoners van Leiden. Een onderzoek naar de inkomenspositie van inwoners heeft ook betrekking op een groep inwoners van Leiden, die bij een onderzoek naar huishoudens buiten beschouwing blijft, de grote meerderheid van studenten die studiefinanciering ontvangt. Met een onderzoek naar de financiële positie van huishoudens is er voor gekozen geen aandacht te besteden aan de financiële positie van studenten. Vaak wordt beweerd dat de inkomenssituatie in Leiden niet te vergelijken is met veel andere steden, omdat in Leiden naar verhouding veel studenten wonen. Ten opzichte van andere inwoners, hebben studenten over het algemeen een lage inkomenspositie. Als onderzoeken laten zien dat Leidse inwoners gemiddeld een lager inkomen hebben dan inwoners van andere steden, wordt vaak gezegd dat dit komt vanwege het grote aantal studenten in de stad. Het grote aantal studenten vertekent het beeld, waardoor een vergelijking met andere steden problematisch zou zijn. Om dit probleem te vermijden, is er hier voor gekozen studentenhuishoudens buiten beschouwing te laten. In 2000 was 65 procent van de inwoners een inkomensontvanger. Inwoners die niet tot de groep van inkomensontvangers worden gerekend, zijn voornamelijk samenwonende partners zonder betaalde baan, kinderen die kinderbijslag ontvangen en studenten die studiefinanciering ontvangen. Als de inkomenspositie van Leidse burgers wordt vastgesteld aan de hand van het inkomen van inkomensontvangers, is het problematisch dat de financiële positie van veel jeugdige inwoners en van samenwonende partners zonder betaalde baan, buiten beschouwing blijft. De inkomenspositie van particuliere huishoudens wordt in dit rapport gemeten met het besteedbaar inkomen. Het besteedbaar inkomen is gelijk aan het bruto inkomen, minus betaalde premies voor sociale zekerheid, overdrachten en loon-, inkomsten- en vermogensbelasting. Het besteedbaar inkomen van een huishouden is de som van inkomens van de afzonderlijke leden van het huishouden. Om bovenstaande redenen wordt in dit rapport de inkomenspositie van Leidse burgers gemeten met het besteedbaar inkomen van huishoudens. Het besteedbaar inkomen van huishoudens kan op twee manieren worden gemeten, aan de hand van het ongestandaardiseerde en het gestandaardiseerde inkomen. Het gestandaardiseerd inkomen is een fictief inkomen dat, beter dan het ongestandaardiseerde inkomen, een indicatie geeft van de koopkracht van een huishouden. Bij het gestandaardiseerde inkomen is het inkomen gecorrigeerd voor de grootte en de samenstelling van het huishouden (aantal personen, aantal kinderen, leeftijd van de kinderen). Om twee redenen wordt in dit rapport alleen het ongestandaardiseerde inkomen van huishoudens vermeld. 1. Het ongestandaardiseerde inkomen is eenvoudiger te interpreteren. 2. Het ongestandaardiseerde inkomen levert hetzelfde beeld op van de inkomensverdeling in Leiden als het gestandaardiseerde inkomen.
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
9
10
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
Hoofdstuk 2. De inkomenspositie van huishoudens in Leiden, de regio, de grote steden en Nederland In figuur 2.1 wordt het besteedbaar inkomen van Leidse huishoudens vergeleken met huishoudens van overige grote steden en van geheel Nederland. Met grote steden wordt hier bedoeld, de 25 Nederlandse gemeenten met het grootste aantal inwoners in het jaar 2000. Huishoudens in Leiden hebben gemiddeld een lager besteedbaar inkomen dan huishoudens in geheel Nederland. Het gemiddelde voor Leiden is 24.700 euro. Het Nederlands gemiddelde is 25.900 euro. Van de 25 grote steden neemt Leiden een middenpositie in wat betreft de hoogte van het besteedbaar inkomen van huishoudens. Er zijn elf grote steden met een hoger besteedbaar inkomen dan Leiden. 2.1
Gemiddeld besteedbaar inkomen ( x € 1.000) in 25 Nederlandse gemeenten
Haarlemmermeer
30,2
Zoetermeer
28,8
Ede
27,8
Amersfoort
27,2
Almere
26,9
Apeldoorn Den Bosch
26,5 26,2
Zaanstad
26,1
Breda
25,6
Haarlem
25,1
Zwolle
24,8
Leiden
24,7
Dordrecht Eindhoven
24,5 24,4
Utrecht
24,3
Tilburg
24,1
Emmen
23,6
Maastricht
23,5
Den Haag
23,2
Arnhem
22,9
Nijmegen Enschede
22,9 22,5
Amsterdam
22,3
Rotterdam
21,8
Groningen
20,7 0
Nederland 25,9
4
8
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
12
16
20
24
28
32
11
Hoe hoog is het welvaartsniveau van Leidse huishoudens in vergelijking met huishoudens van gemeenten die dicht in de buurt van Leiden liggen? Figuur 2.2 presenteert gegevens over het gemiddeld besteedbaar inkomen van huishoudens van 21 nabijgelegen gemeenten. De vijf rijkste gemeenten in de omgeving van Leiden zijn achtereenvolgens Wassenaar, Oegstgeest, Voorhout, Voorschoten en Zoeterwoude. In deze gemeenten is het gemiddeld besteedbaar huishoudinkomen meer dan 30.000 euro. Leidse huishoudens hebben gemiddeld een laag inkomen ten opzichte van huishoudens in nabijgelegen gemeenten. In al deze gemeenten ligt het gemiddeld huishoudinkomen op een hoger niveau, met uitzondering van Den Haag, waar huishoudens gemiddeld minder te besteden hebben. Een gemiddeld Leids huishouden heeft per jaar circa 7.000 euro minder te besteden dan de huishoudens van de direct aangrenzende gemeenten Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude. 2.2
Gemiddeld besteedbaar inkomen ( x € 1.000) in gemeenten in de regio
Wassenaar
35,3
Oegstgeest
32,9
Voorhout
32,1
Voorschoten
31,3
Zoeterwoude
31,3
Warmond
30,0
Leiderdorp
29,7
Sassenheim
29,6
Ter Aar
29,5
Noordwijk
29,0
Rijnsburg
29,0
Zoetermeer
28,8
Alphen aan den Rijn
28,7
Leidschendam
28,7
Lisse
28,7
Noordwijkerhout
28,7
Hillegom
28,4
Valkenburg
28,3
Voorburg
27,9
Katwijk
27,4
Leiden
24,7
Den Haag
23,2 0
12
Nederland 25,9
4
8
12
16
20
24
28
32
36
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
Hoe groot is het probleem van de armoede in Leiden, vergeleken met andere grote steden en geheel Nederland? Figuur 2.3 geeft een antwoord op deze vraag. Voor de 25 grote steden en geheel Nederland wordt het percentage huishoudens met een laag besteedbaar inkomen weergegeven. Een besteedbaar inkomen is laag als dit onder de door het CBS vastgestelde grens van 7.260 euro per jaar ligt. Voor het jaar 1990 was het sociaal minimum op dit bedrag gesteld. Van de huishoudens in Leiden heeft 14 procent een laag besteedbaar inkomen. Dit wijkt nauwelijks af van het percentage voor geheel Nederland (13 procent). Van de 25 grote steden neemt Leiden een middenpositie in. Er zijn tien grote steden met een hoger percentage huishoudens met een laag inkomen. 2.3
Percentage huishoudens met een inkomen van minder dan € 7.260 per jaar
Rotterdam 21,8 Amsterdam 20,8 Groningen
20,0
Enschede
18,4
Den Haag
18,2
Nijmegen
17,2
Arnhem 17,1 Dordrecht
15,2
Tilburg
14,5
Utrecht
14,5
Leiden
14,0
Emmen
13,4
Eindhoven
13,3
Nederland 13%
Haarlem 12,1 Breda
12,1
Den Bosch
12,0
Zw olle
11,9
Almere
11,5
Zaanstad
11,1
Apeldoorn
10,4
Amersfoort
9,9
Ede
9,7
Zoetermeer
9,1
Haarlemmermeer
7,4
0
4
8
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
12
16
20
24
13
Tabel 2.4 bevat gegevens over andere indicatoren van het welvaartsniveau van Leidse burgers. Het gemiddeld besteedbaar inkomen van alle Leidse inwoners is 11.500 euro. Van de Leidse inkomensontvangers is het besteedbaar inkomen gemiddeld 16.700 euro. Het gemiddelde gestandaardiseerde inkomen van een Leids huishouden is 18.100 euro. Dit cijfer geeft een indicatie van de koopkracht van een gemiddeld Leids huishouden. 2.4
Verschillende indicatoren van de inkomenspositie in Leiden
gemiddeld besteedbaar inkomen
Bedrag
per huishouden per inkomensontvanger per inwoner
€ 24.700 € 16.700 € 11.500
Gestandaardiseerd huishoudinkomen
€ 18.100
Samengevat kunnen we stellen dat het besteedbaar inkomen van Leidse huishoudens iets lager is dan het Nederlands gemiddelde. Bij de 25 grote steden neemt Leiden hierbij een middenpositie in. Het besteedbaar inkomen van Leidse huishoudens is relatief laag in vergelijking met nabijgelegen gemeenten. Alleen in Den Haag hebben huishoudens gemiddeld minder te besteden dan in Leiden. Het percentage Leidse huishoudens met een laag besteedbaar inkomen is ongeveer gelijk aan het percentage voor geheel Nederland. Ook in dit opzicht neemt Leiden bij de grote steden een middenpositie in. Hierbij kan worden opgemerkt dat in de periode 1998-2000 de plaats van Leiden op de ranglijst van 25 grote steden, wat betreft besteedbaar inkomen en het percentage huishoudens met een laag inkomen, nagenoeg gelijk is gebleven.
14
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
Hoofdstuk 3. Het inkomen van Leidse huishoudens 1998-2000 Tabel 3.1 geeft een overzicht van het besteedbaar inkomen van verschillende soorten huishoudens in Leiden en Nederland, in het jaar 2000. De tabel geeft voor de verschillende huishoudens ook aan met welk percentage het besteedbaar inkomen is veranderd in de periode 1998-2000, na inflatiecorrectie. (De inflatiecorrectie is gebaseerd op veranderingen in het consumentenprijsindexcijfer voor huishoudens, van het CBS. In de periode 1998-2000 is dit cijfer met 5,1 procent gestegen.)
3.1
Gemiddeld besteedbaar inkomen (gbi) van huishoudens Leiden
Nederland gbi
ontwikkeling 1998-2000
gbi
ontwikkeling 1998-2000
Gemiddeld
24.700
1,6
25.900
3,1
Type huishouden eenpersoons meerpersoons zonder kinderen meerpersoons met kinderen
15.600 32.000 31.700
6,4 4,8 5,5
15.600 31.000 30.500
3,8 3,1 6,3
Leeftijd gezinshoofd 15-24 jaar 25-44 jaar 45-64 jaar 65+
12.800 24.900 29.700 19.300
-7,6 4,5 0,1 -0,2
15.900 26.100 29.900 20.600
2,2 5,2 2,0 1,6
Sociaal economische categorie gezinshoofd zelfstandige werknemer pensioenontvanger overige niet-actieven*
30.300 27.600 19.700 15.700
3,8 0,8 -0,4 -3,1
31.700 29.200 20.700 17.400
4,0 2,5 1,5 2,2
* personen met een werkloosheids-, arbeidsongeschiktheids- of bijstandsuitkering
Als we de inkomenspositie van verschillende typen huishoudens van Leiden en geheel Nederland vergelijken, valt het volgende op. Leidse meerpersoonshoudens hebben gemiddeld meer te besteden dan Nederlandse meerpersoonshuishoudens. In vergelijking met Nederland, hebben Leidse huishoudens met een gezinshoofd tussen de 15 en 44 jaar, en ouder dan 65 jaar, een lager besteedbaar inkomen. Met name de Leidse huishoudens met een gezinshoofd jonger dan 25 jaar hebben behoorlijk minder te besteden dan jeugdige huishoudens in geheel Nederland. Alle soorten Leidse huishoudens, onderscheiden naar de sociaal-economische categorie van het gezinshoofd, hebben een lager besteedbaar inkomen dan geldt voor Nederland. In de periode 1998-2000 is het gemiddeld besteedbaar inkomen van Leidse particuliere huishoudens met 1,6 procent gestegen. Dit is een lagere groei dan geldt voor geheel Nederland. In dezelfde periode is het gemiddeld besteedbaar inkomen van alle Nederlandse huishoudens met 3,1 procent gestegen. Het gemiddeld besteedbaar inkomen van Leidse eenpersoonshuishoudens is opmerkelijk gestegen met 6,4 procent. Voor alle Nederlandse eenpersoonshuishoudens is het groeipercentage slechts 3,8 procent. Het gemiddeld besteedbaar inkomen van Leidse meerpersoonshuishoudens zonder kinderen is ook relatief sterk gestegen, met 4,8 procent. Voor alle Nederlandse meerpersoonshuishoudens zonder kinderen was het groeipercentage slechts 3,1 procent. Een ander opvallend gegeven is dat in de periode 1998-2000, het gemiddeld besteedbaar inkomen van Leidse huishoudens waarvan het gezinshoofd tussen de 15 en 24 jaar is, maar liefst met 7,6 procent is gedaald. Daarentegen is voor geheel Nederland, deze groep huishoudens er met 2,2 procent op vooruitgegaan.
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
15
Huishoudens in Leiden waarvan het gezinshoofd ouder dan 65 jaar is, zijn er in twee jaar licht op achteruit gegaan. Voor geheel Nederland geldt dat deze groep huishoudens een groei in inkomen van 1,6 procent heeft meegemaakt. Van Leidse huishoudens waarvan het gezinshoofd gepensioneerd is, is het gemiddeld inkomen met 0,4 procent gedaald. Daarentegen is voor geheel Nederland het gemiddeld inkomen van deze groep huishoudens met 1,5 procent gestegen. Huishoudens in Leiden waarvan het gezinshoofd ontvanger is van een bijstands-, arbeidsongeschiktheids- of werkloosheidsuitkering, zijn er in de periode 1998-2000 3,1 procent op achteruitgegaan. Voor geheel Nederland geldt dat het besteedbaar inkomen van deze groepen huishoudens in bescheiden mate gegroeid is (2,2 procent). Samengevat hebben in 2000 Leidse meerpersoonshuishoudens gemiddeld meer te besteden dan Nederlandse meerpersoonshuishoudens. Voor de overige onderscheiden typen Leidse huishoudens geldt dat hun besteedbaar inkomen, in vergelijking met Nederland, op hetzelfde of een lager niveau ligt. Met name de Leidse huishoudens met een gezinshoofd jonger dan 25 jaar, hebben een behoorlijk lager besteedbaar inkomen dan Nederlandse jeugdige huishoudens. In de periode 1998-2000 is het besteedbaar inkomen van Leidse huishoudens minder sterk gestegen dan van Nederlandse huishoudens. Het besteedbaar inkomen van Leidse eenpersoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens zonder kinderen is echter sterker gegroeid dan geldt voor Nederland. In tegenstelling tot Nederland, zijn Leidse huishoudens met een gezinshoofd jonger dan 25 jaar, er flink op achteruit gegaan. En anders dan geldt voor geheel Nederland, zijn Leidse huishoudens met een gezinshoofd ouder dan 65 jaar, en huishoudens waarvan het gezinshoofd een pensioen, bijstands-, arbeidsongeschiktheids- of werkloosheidsuitkering ontvangt, er (licht) op achteruit gegaan.
16
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
Hoofdstuk 4. De Leidse districten Figuur 4.1 presenteert voor het jaar 2000 de inkomenspositie van huishoudens in de tien Leidse districten. Leidse huishoudens hebben in 2000 gemiddeld 24.700 euro aan inkomen te besteden. Districten die boven dit gemiddelde zitten, zijn het Boerhaavedistrict, de Merenwijk, de Stevenshof en het Roodenburgerdistrict. 4.1
Besteedbaar inkomen van huishoudens in Leidse districten
Boerhaavedistrict
30,6
Merenw ijkdistrict
30,6
Stevenshofdistrict
28,8
Roodenburgerdistrict
28,3
Leiden
24,7
Stationsdistrict
23,7
Morsdistrict
23,5
Bos- en Gasthuisdistrict
22,4
Binnenstad-Zuid
21,8
Binnenstad-Noord
20,7
Leiden Noord
20,6 0
5
10
15
20
25
30
35
Met name in het Boerhaavedistrict en de Merenwijk is het besteedbaar inkomen van huishoudens flink hoger dan het Leids gemiddelde. In deze districten is het gemiddeld besteedbaar inkomen van huishoudens 24 procent hoger dan het besteedbaar inkomen van het gemiddelde Leidse huishouden. In het Stationsdistrict, het Morsdistrict, het Bos-en Gasthuisdistrict, Binnenstad-Zuid, BinnenstadNoord en Leiden Noord ligt het besteedbaar inkomen van huishoudens beneden het Leids gemiddelde. Met name de huishoudens in Binnenstad-Noord en Leiden Noord hebben relatief weinig te besteden. In het armste district, Leiden Noord, is het gemiddeld besteedbaar inkomen van huishoudens 17 procent lager dan het besteedbaar inkomen van een gemiddeld Leids huishouden. Figuur 4.2 geeft voor ieder district het percentage huishoudens met een laag inkomen (minder dan 7.260 euro) weer. In Leiden heeft 14 procent van de huishoudens een laag inkomen. In de Merenwijk, het Roodenburgerdistrict, het Stationsdistrict, het Boerhaavedistrict en de Stevenshof ligt het aandeel arme huishoudens beneden het Leids gemiddelde. In het Morsdistrict is het percentage arme huishoudens gelijk aan het Leids gemiddelde. In Leiden Noord, Binnenstad-Noord, het Bos- en Gasthuisdistrict en Binnenstad-Zuid ligt het percentage huishoudens met een laag inkomen boven het Leids gemiddelde. Met name in Leiden Noord heeft een groot aandeel van de huishoudens een laag inkomen, 22 procent.
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
17
4.2
Percentage lage huishoudinkomens in de Leidse districten (< € 7.260 per jaar) Leiden Noord
22
Binnenstad-Noord
17
Bos- en Gasthuisdistrict
16
Binnenstad-Zuid
15
Morsdistrict
14
Leiden
14
Merenw ijkdistrict
10
Roodenburgerdistrict
10
Stationsdistrict
9
Boerhaavedistrict
9
Stevenshofdistrict
7 0
5
10
15
20
25
Samengevat kunnen we stellen dat in Binnenstad Zuid, Binnenstad Noord, Leiden Noord, het Bos-en Gasthuisdistrict, het Stationsdistrict en het Morsdistrict de inkomenspositie van huishoudens relatief ongunstig is. Dit geldt met name voor huishoudens die wonen in Leiden Noord en Binnenstad-Noord. Huishoudens die wonen in het Roodenburgerdistrict, het Boerhaavedistrict, de Merenwijk en de Stevenshof hebben een relatief gunstige inkomenspositie. Positieve uitspringers zijn hierbij het Boerhaavedistrict en de Merenwijkdistrict.
18
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
Hoofdstuk 5. De Leidse buurten In hoofdstuk 4 is inzicht gegeven in de inkomenspositie van huishoudens in verschillende Leidse districten. Dit is niet het hele verhaal. Binnen districten blijken aanzienlijke welvaartsverschillen te bestaan tussen huishoudens van verschillende buurten. Om een compleet beeld te krijgen van de inkomenspositie van huishoudens in verschillende gebieden van Leiden moet de inkomensverdeling ook op buurtniveau worden bekeken. Figuur 5.1 geeft grafisch weer in welke buurten het gemiddeld inkomen van huishoudens relatief laag en relatief hoog is. De buurten zijn verdeeld in vier categorieën van gemiddeld besteedbaar inkomen: minder dan 20.000 euro, 20.000 tot en met 24.000 euro, 24.000 tot en met 28.000 euro en meer dan 28.000 euro. 5.1
Gemiddeld besteedbaar inkomen per buurt
Gemiddeld besteedbaar inkomen per buurt
meer dan€ 28.000 tussen € 24.000 en € 28.000 tussen € 20.000 en € 24.000 minder dan € 20.000 geen informatie
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
B C
Vastgoed Informatiecentrum Stadsbouwhuis, Langegracht 72 Postbus 9100, 2300 PC Leiden
19
In het jaar 2000 is het gemiddeld besteedbaar inkomen van alle Leidse huishoudens 24.700 euro. In 23 buurten ligt het besteedbaar inkomen van huishoudens boven het Leids gemiddelde. Bijna alle buurten met een meer dan gemiddeld besteedbaar inkomen liggen in de rijke districten Boerhaavedistrict, Roodenburgerdistrict, Merenwijk en Stevenshof. Een aantal rijke buurten ligt in arme districten. Dit zijn Pancras-West (Binnenstad-Noord), Fortuinwijk-Zuid (Bos- en Gasthuisdistrict), Lage Mors (Morsdistrict) en Vreewijk (Bos-en Gasthuisdistrict). In 28 buurten ligt het gemiddeld besteedbaar inkomen van huishoudens onder het Leids gemiddelde. Buurten met een laag besteedbaar inkomen zijn met name te vinden in de arme districten Leiden Noord, Binnenstad-Noord, Binnenstad-Zuid en Bos-en Gasthuisdistrict. Een aantal arme buurten maakt deel uit van rijke districten. Dit zijn de Slaaghwijk (Merenwijk), Meerburg (Roodenburgerdistrict) en Merenwijk-Centrum (Merenwijk). De Tuinstadwijk, waar het gemiddeld besteedbaar huishoudinkomen gelijk is aan het Leids gemiddelde, maakt deel uit van het Roodenburgerdistrict. In de bijlage staan de namen van alle Leidse buurten vermeld, met informatie over de inkomensverdeling in deze buurten. Tabellen 5.2 en 5.3 geven aan in welke buurten het gemiddeld besteedbaar inkomen van huishoudens flink boven en behoorlijk onder het Leids gemiddelde zitten. Tabel 5.2 geeft informatie over het gemiddeld besteedbaar huishoudinkomen in de tien rijkste buurten. Tabel 5.3 bevat inkomensgegevens over de elf armste buurten. 5.2
De tien rijkste Leidse buurten gbi
index (Leiden=100)
Raadsherenbuurt Waardeiland Zijlwijk-Zuid Burgemeesterswijk Leedewijk-Noord Pesthuiswijk Zijlwijk-Noord Leedewijk-Zuid Dobbewijk-Zuid Vreewijk
45.000 43.000 39.500 38.900 37.300 36.500 34.400 32.500 31.600 31.400
182 174 160 157 151 148 139 132 128 127
Leiden
24.700
100
5.3
De elf armste Leidse buurten gbi
index (Leiden=100)
Marewijk D'Oude Morsch Havenwijk-Zuid Haagweg-Zuid De Camp Noorderkwartier Fortuinwijk-Noord Gasthuiswijk Merenwijk-Centrum Pancras-Oost Molenbuurt
17.300 18.700 19.000 19.400 19.500 19.800 19.900 20.300 20.400 20.800 20.800
70 76 77 79 79 80 81 82 83 84 84
Leiden
24.700
100
20
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
De vijf buurten met het hoogste besteedbare inkomen per huishouden, zijn achtereenvolgens de Raadsherenbuurt, het Waardeiland, Zijlwijk-Zuid, Burgemeesterswijk en Leedewijk-Noord. Het gemiddeld besteedbaar inkomen in deze buurten loopt op van 37.300 tot 45.000 euro. In de vijf rijkste buurten is het gemiddeld huishoudinkomen 51 tot 82 procent hoger dan het Leids gemiddelde. De vijf buurten met het laagste gemiddeld besteedbaar inkomen, zijn achtereenvolgens de Marewijk, D’Oude Morsch, Havenwijk-Zuid, Haagweg-Zuid en De Camp. Het gemiddeld besteedbaar inkomen in deze buurten varieert van 17.300 tot 19.500 euro. In de armste buurt, de Marewijk, is het gemiddeld huishoudinkomen 30 procent lager dan het Leids gemiddelde.
5.4
Armoede in Leiden
Percentage lage inkomens per buurt
meer dan 20% tussen 15% en 20% tussen 11% en 15% minder dan 11% geen informatie
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
B C
Vastgoed Informatiecentrum Stadsbouwhuis, Langegracht 72 Postbus 9100, 2300 PC Leiden
21
Figuur 5.4 geeft grafisch weer hoe de relatieve armoede is verspreid over de Leidse buurten. De buurten zijn verdeeld in vier categorieën van het percentage huishoudens met een laag inkomen (een besteedbaar inkomen beneden de zogenaamde lage inkomensgrens, 7.260 euro per jaar). De categorieën zijn minder dan 11 procent, 11 tot en met 14 procent, 15 tot en met 20 procent en meer dan 20 procent. Tabel 5.5 laat zien in welke buurten veel huishoudens te maken hebben met relatieve armoede. De tabel presenteert gegevens over buurten waar het percentage huishoudens met een laag inkomen flink boven het Leids gemiddelde (14 procent) ligt. De buurten met het hoogste percentage huishoudens met lage inkomens, zijn merendeels tevens de buurten met het laagste gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden. Buurten waar meer dan twintig procent van de huishoudens onder de lage inkomensgrens zit, zijn de Marewijk, Havenwijk-Zuid, Noorderkwartier, Haagweg-Noord, HaagwegZuid, Slaaghwijk, Groenoord en De Kooi. Alle buurten van het district Leiden Noord behoren tot deze twintig plus groep (Noorderkwartier, Groenoord en De Kooi). 5.5 De tien Leidse buurten met het hoogste percentage huishoudens met een laag inkomen (minder dan 7.260 euro) % Marewijk Havenwijk-Zuid Noorderkwartier Haagweg-Noord Haagweg-Zuid Slaaghwijk Groenoord De Kooi Pancras-Oost De Camp
28 27 24 24 24 23 21 21 19 19
Leiden
14
22
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
Hoofdstuk 6. De armste en rijkste buurten vergeleken Waarin verschillen de rijke buurten van de arme buurten van Leiden? We kunnen de buurten vergelijken op de volgende kenmerken: samenstelling van het huishouden, leeftijd van het gezinshoofd, beroepsstatus van het gezinshoofd en het land van herkomst van de inwoners. Bij deze vergelijking richten we ons op de vijf armste buurten (Marewijk, D’Oude Morsch, Havenwijk-Zuid, Haagweg-Zuid, De Camp) en de vijf rijkste buurten (Raadsherenbuurt, Waardeiland, Zijlwijk-Zuid, Burgemeesterswijk en Leedewijk-Noord). 6.1
Arme en rijke buurten van Leiden vergeleken armste
rijkste
Type huishouden eenpersoons meerpersoons zonder kinderen meerpersoons met kinderen
65 12 23
17 39 44
Leeftijd gezinshoofd 15-24 jaar 25-44 jaar 45-64 jaar 65+
11 55 22 13
0 34 52 14
Sociaal economische categorie gezinshoofd actief niet-actief
68 32
80 20
Herkomst inwoners autochtoon niet-westers allochtoon westers allochtoon
67 22 11
78 12 10
In de vijf armste buurten is een meerderheid van de huishoudens een eenpersoonshuishouden (65 procent). In de vijf rijkste buurten bestaat slechts 17 procent van de huishoudens uit één persoon. Het percentage meerpersoonshuishoudens is in de rijkste buurten aanmerkelijk hoger dan in de armste buurten. In de rijkste buurten is het aandeel meerpersoonshuishoudens ruim tachtig procent, in de armste buurten slechts 35 procent. In de armste buurten is het aandeel van huishoudens met een gezinshoofd jonger dan 45 jaar aanmerkelijk hoger (66 procent) dan in de rijkste buurten (34 procent). In de rijkste buurten wonen aanmerkelijk meer huishoudens met een gezinshoofd tussen de 45 en 65 jaar, dan het geval is in de armste buurten. In de rijkste buurten is het aandeel van deze groep huishoudens 52 procent, in de armste buurten 22 procent. In de rijkste buurten wonen relatief meer huishoudens waarvan het gezinshoofd actief is (beroepsstatus van zelfstandige of werknemer) dan in de armste buurten. In de rijkste buurten heeft 80 procent van de gezinshoofden een actieve beroepsstatus, in de armste buurten slechts 68 procent. In de vijf armste buurten is tweederde van de bevolking van autochtone afkomst. In de vijf rijkste buurten wonen relatief meer autochtonen. Bijna 80 procent van de inwoners is autochtoon. In de armste buurten is 22 procent van de inwoners van niet-westerse allochtone afkomst. In de rijkste buurten is het aandeel niet-westerse allochtonen slechts 12 procent. Samengevat wonen in de armste buurten relatief veel eenpersoonshuishoudens, gezinshoofden jonger dan 45 jaar en gezinshoofden zonder actieve beroepsstatus. En er wonen betrekkelijk veel nietwesterse allochtonen. In de rijkste buurten wonen relatief veel meerpersoonshuishoudens, gezinshoofden tussen de 25 en 65 jaar en gezinshoofden met een actieve beroepsstatus. Er wonen weinig niet-westerse allochtonen.
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
23
Begrippenlijst Actieve beroepsstatus Inkomensontvangers die zelfstandig een beroep uitoefenen of werknemer zijn, hebben een actieve beroepsstatus. Allochtoon Een persoon die zelf of van wie tenminste één ouder in het buitenland geboren is. Besteedbaar inkomen Het besteedbaar inkomen is gelijk aan het bruto inkomen, minus betaalde premies voor sociale zekerheid, overdrachten en loon-, inkomsten- en vermogensbelasting. Het besteedbaar inkomen van een huishouden is de som van inkomens van de afzonderlijke leden van het huishouden. Buurten De gemeente Leiden is onderverdeeld in 54 buurten. Districten De gemeente Leiden is onderverdeeld in 10 districten. Grote steden De 25 Nederlandse gemeenten met het grootste inwoneraantal in 2000 (bron: CBS Statistisch Jaarboek 2000). Huishoudens Huishoudens die in dit rapport aan de orde komen zijn de zogenaamde particuliere huishoudens. Een particulier huishouden bestaat uit één of meer personen die alleen of samen in een woonruimte gehuisvest zijn en zelf in hun dagelijkse levensbehoeften voorzien. Institutionele huishoudens zijn in dit rapport buiten beschouwing gelaten. Een institutioneel huishouden is een verzameling van personen, woonachtig in een woonruimte, die daar door derden worden voorzien van huisvesting en dagelijkse levensbehoeften. Studentenhuishoudens zijn eveneens in dit rapport buiten beschouwing gelaten. Dit zijn huishoudens waarvan alle huishoudensleden een uitkering ontvangen in het kader van de Wet Studie Financiering. Werkstudenten behoren ook tot deze categorie. Inkomensdeciel De 10-procentsgroep van de landelijke verdeling van het besteedbaar inkomen. Inkomensontvangers Personen die gedurende het gehele jaar (52 weken) een inkomen hebben ontvangen. Inwoners Alle ingezetenen van de gemeente Leiden. Laag inkomen In dit rapport wordt de CBS-definitie van een laag inkomen gehanteerd. Huishoudens met een laag inkomen hebben minder dan 7.260 euro per jaar te besteden. Dit bedrag is het sociaal minimum, zoals vastgesteld in 1990. Meerpersoonshuishoudens met kinderen Particuliere huishoudens met minderjarige kinderen. Minderjarige kinderen zijn personen die jonger zijn dan 18 jaar. Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen Particuliere huishoudens zonder kinderen, of met uitsluitend meerderjarige kinderen. Meerderjarige kinderen zijn personen die 18 jaar of ouder zijn.
24
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
Niet-actieve beroepsstatus Inkomensontvangers die een pensioenuitkering, werkloosheidsuitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering of bijstandsuitkering ontvangen, hebben een niet-actieve beroepsstatus. Niet-westerse allochtonen Personen die als herkomstland hebben Turkije, alle landen van Afrika, Latijns-Amerika en Azië (met uitzondering van Japan en Indonesië). Westerse allochtonen Alle personen die als herkomstland hebben Europa (met uitzondering van Turkije), Noord-Amerika, Oceanië, Japan en Indonesië (met inbegrip van het voormalig Nederlands-Indië).
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
25
Bijlage
Huishoudinkomens in Leiden in 2000 gemiddeld besteedbaar inkomen (€)
% inkomens < € 7.260
% inkomens decielen 1-4
% inkomens decielen 9-10
Leiden
24.700
14
47
20
0 Binnenstad-Zuid 00 Pieterswijk 01 Academiewijk 02 Levendaal-West 03 Levendaal-Oost
21.800 21.200 22.900 22.600 21.600
15 11 18 18 17
57 59 56 57 56
17 18 17 17 16
1 Binnenstad-Noord 10 De Camp 11 Marewijk 12 Pancras-West 13 Pancras-Oost 14 D'oude Morsch 15 Noordvest 16 Havenwijk-Noord 17 Havenwijk-Zuid 18 Molenbuurt 19 De Waard
20.700 19.500 17.300 25.000 20.800 18.700 23.700 22.200 19.000 20.800 22.800
17 19 28 13 19 . 12 . 27 . 12
60 66 69 52 63 61 52 55 68 60 49
12 12 10 26 12 8 11 16 11 15 11
2 Stationsdistrict 20 Stationskwartier
23.700 23.700
9 9
43 43
15 15
3 Leiden Noord 30 Groenoord 31 Noorderkwartier 32 De Kooi
20.600 22.100 19.800 21.000
22 21 24 21
58 55 62 56
10 16 8 10
4 Roodenburgerdistrict 40 Meerburg 41 Rijndijkbuurt 42 Professorenwijk-Oost 43 Burgemeesterswijk 44 Professorenwijk-West 45 Tuinstadwijk 46 Cronestein 47 Klein Cronestein 48 Roomburg 49 Waardeiland
28.300 22.500 27.300 28.300 38.900 29.400 24.700 26.900 . 26.600 43.000
10 15 12 9 . 10 12 10 . . .
37 55 38 28 17 32 50 36 . 40 .
28 15 27 21 50 30 20 24 . 26 73
5 Bos- en Gasthuisdistrict 50 Vreewijk 51 Haagweg-Noord 52 Gasthuiswijk 53 Fortuinwijk-Noord 54 Boshuizen 55 Oostvliet 56 Haagweg-Zuid 57 Fortuinwijk-Zuid
22.400 31.400 21.000 20.300 19.900 23.100 23.300 19.400 25.200
16 . 24 16 15 16 . 24 9
53 31 56 58 62 48 50 66 39
14 35 12 9 6 17 18 10 18
6 Morsdistrict 60 Transvaalbuurt 61 Lage Mors 62 Hoge Mors
23.500 21.200 26.000 22.000
14 12 12 17
48 57 40 53
16 12 21 12
district / buurt
26
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
Bijlage
Huishoudinkomens in Leiden (vervolg) gemiddeld besteedbaar inkomen (€)
% inkomens < € 7.260
% inkomens decielen 1-4
% inkomens decielen 9-10
7 Boerhaavedistrict 70 Pesthuiswijk 71 Houtkwartier 72 Raadsherenbuurt 73 Vogelwijk 74 Leeuwenhoek
30.600 36.500 26.100 45.000 24.900 .
9 . 8 . 16 .
37 . 44 49 .
35 . 23 59 34 .
8 Merenwijkdistrict 80 Slaaghwijk 81 Zijlwijk-Zuid 82 Zijlwijk-Noord 83 Merenwijk-Centrum 84 Leedewijk-Zuid 85 Leedewijk-Noord
30.600 22.600 39.500 34.400 20.400 32.500 37.300
10 23 4 . 11 . .
30 46 12 15 58 21 18
33 12 56 41 8 43 51
9 Stevenshofdistrict 90 Schenkwijk 91 Kloosterhof 92 Dobbewijk-Noord 93 Dobbewijk-Zuid
28.800 31.200 27.200 25.100 31.600
7 . 7 11 6
27 22 28 42 19
27 29 19 18 37
district / buurt
. = geen gegevens beschikbaar Van de Leidse huishoudens behoort 47 procent tot de 40 procent Nederlanders met de laagste inkomens. Twintig procent van de Leidse huishoudens behoort tot de 20 procent Nederlandse huishoudens met de hoogste inkomens.
De inkomenspositie van Leidse huishoudens
27