SCHOOLGIDS 2013– 2014 Christelijke basisschool Van der Muelen - Vastwijk Singel 4, 1381 AT Weesp Tel. 0294 - 412919 E-mail:
[email protected] Website: www.vdmv.nl
ONZE MISSIE:
SAMEN SCHOOL ZIJN DAT BETEKENT: • • • • • •
veiligheid en structuur kwalitatief goed onderwijs christelijke school respect voor anderen verantwoordelijkheid samen met ouders
1
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Gegevens van de school 2.1 De naam van de school 2.2 Algemene gegevens 2.3 Het schoolbestuur 3. De missie van de school 3.1 Beknopte visie op het onderwijs 3.2 De inrichting van ons onderwijs 4. Het Schoolteam 4.1 Directie 4.2 Bouwcoördinatie 4.3 Het team 5. Schoolontwikkeling 5.1 Overzicht van vernieuwingen en verbeteringen 6. Schoolregelingen algemeen 6.1 Vakantie- en verlofregeling 6.2 Schooltijden 6.3 Pleinwacht 6.4 Opvang van leerlingen bij calamiteiten 6.5 Tussenschoolse Opvang 6.6 Voor- en Naschoolse opvang 6.7 Hoofdluispreventie 6.8 Schoolmelk 6.9 Het vieren van verjaardagen 6.10 Goede doelen 6.11 Sponsoring 7. Aanmelding nieuwe leerlingen 7.1 Inspectiebeoordeling 7.2 Visitatiebezoek 7.3 Wat u moet weten als ouders van nieuwe leerlingen 8 Afspraken op onze school 9. Organisatie van ons onderwijs 9.1 Inhoud van het onderwijs 10. De leerprestaties 10.1 Leerlingvolgsysteem 10.2 Rapportage 10.3 Doorstroming naar het vervolgonderwijs 2012-2013 11. Welke zorg bieden wij? 11.1 t.a.v. de sociaal- emotionele ontwikkeling: 11.2 Zorgplan 2013-2014 11.3 Passend Onderwijs 11.4 Als het langzamer gaat 11.5 Weer samen naar school en PCL 11.6 Leerling-gebonden financiering 11.7 Als het sneller gaat 11.8 Motorisch Remedial Teaching 12. Externe contacten op het gebied van de zorg 12.1 De Onderwijsbegeleidingsdienst (Eduniek) 12.2 Jeugd- en gezondheidsdienst 1
1 3 4 4 4 5 6 6 9 12 12 12 12 17 17 20 20 21 22 22 22 23 24 24 25 25 26 27 27 27 28 30 32 32 40 40 42 43 44 44 44 45 46 47 49 50 50 51 51 51
12.3 Zorg Advies Team 13. Schoolkosten 13.1 De vrijwillige ouderbijdrage 13.2 Ouderbijdrage 13.4 Excursies 14. Ouders en de school 14.1 Contacten met de school 14.2 Huisbezoek voor de nieuwe leerlingen in de kleutergroepen 14.3 Informatieavonden 14.4 Nieuwsbrieven en de website 14.5 Contactouders 14.6 Ouderraad Taken en verantwoordelijkheden Ouderraad 14.8 Medezeggenschap: 15 Nadere informatie van het bestuur 15.1 Klachtenregeling 15.2 Verzekering 15.3 Arbo-commissie 15.4 Privacy
2
53 54 54 54 56 57 57 57 58 58 58 58 58 60 62 62 62 63 63
1. Inleiding Deze schoolgids is bedoeld voor de ouders, verzorgers en leerlingen. In deze gids vindt u naast praktische zaken, zoals schooltijden, vakanties, studiedagen of tussenschoolse opvang, ook informatie over de missie en de visie van onze school en de wijze waarop wij invulling geven aan het onderwijs. Informatie over hetgeen de school wil bereiken, de rol van de ouders, informatie over de vakken, de begeleiding van de leerlingen. Ons doel is er voor de leerling een fijne en leerzame periode op de “Van der Muelen Vastwijkschool” van te maken. Het kind staat centraal in de gezamenlijke zorg van leerkrachten, medezeggenschapsraad, ouderraad, bestuur en ouders. Tenslotte hopen we dat de ouders en verzorgers die op het punt staan hun kind aan te melden op een basisschool aan de hand van deze gids een weloverwogen en bewuste schoolkeuze kunnen maken. Bij vragen of onduidelijkheden kunt u contact opnemen met onze school. Telefoonnummer: 412919. Ook kunt u informatie vinden over onze school op de website www.vdmv.nl.
3
2. Gegevens van de school 2.1 De naam van de school
De naam van onze school, "Van der Muelen - Vastwijkschool", is nauw verbonden met de naam van een echtpaar uit de geschiedenis van Weesp. De heer Van der Muelen, een bankier, stelde in 1881 het geld beschikbaar dat nodig was voor de aankoop van de grond voor de bouw van de eerste christelijke school in Weesp. Het echtpaar heeft tevens de eerste christelijke bewaarschool in Weesp gesticht. Na het overlijden van mevrouw Van der Muelen -Vastwijk in 1922, de heer Van der Muelen was al in 1911 overleden, liet zij in haar testament een zeer groot legaat na aan de bewaarschool. Het echtpaar heeft zeer veel gedaan en betekend voor het christelijk onderwijs te Weesp. Het is daarom zeer terecht dat de "oudste" christelijke lagere, nu basisschool, genoemd is naar dit echtpaar en nu nog de naam draagt: "Van der Muelen - Vastwijkschool".
2.2 Algemene gegevens Naam: Adres: Telefoon: E-mail: Website: Directeur:
Van der Muelen - Vastwijkschool Singel 4 0294 - 412919
[email protected] www.vdmv.nl de heer A. Westerink
M.i.v. het schooljaar 2013 - 2014 telt de school ca. 385 leerlingen. Er zijn aan de Van der Muelen - Vastwijkschool 28 leerkrachten verbonden, waaronder een vakleerkracht voor gymnastiek en een remedial teacher. Het onderwijsondersteunend personeel bestaat uit een onderwijsassistente, een conciërge en twee administratief medewerksters. 4
2.3 Het schoolbestuur Onze school maakt samen met zes andere scholen deel uit van de Stichting Spirit voor confessioneel onderwijs, nl.: De Ark Diemen De Duif Diemen De Terp Weesp Brede School Kors Breijer Weesp Van der Muelen - Vastwijkschool Weesp Jan Woudsmaschool Driemond Oranje Nassauschool Muiderberg Samenstelling bestuur Stichting Spirit heeft gekozen voor een Raad van Beheermodel voor haar besturing. Het bestuur van Spirit bestaat daartoe uit: Algemeen bestuur Voorzitter: Vice voorzitter: Algemeen bestuurslid/ Personeel & Organisatie: Penningmeester: Algemeen bestuurslid/ Huisvesting: Algemeen bestuurslid/Onderwijs & Kwaliteit: Algemeen bestuurslid:
vacant Myra Klein Jäger Myra Klein Jäger Paul Backes vacant Julie Deiters Jean Verhoeven, Laurent Lentz
Dagelijks bestuur Directeur/bestuurder: Jan Boomsma Adjunct directeur/bestuurder: Armande van Doesburg De Stichting stelt zich ten doel het stichten en in stand houden van protestants-christelijke, rooms-katholieke en oecumenische basisscholen in Diemen, Muiderberg, Weesp, Driemond e.o., alsmede het zonder winstoogmerk en op basis van onderlinge samenwerking vanuit een christelijke inspiratie verzorgen van kwalitatief hoogwaardig basisonderwijs in een veilige en zorgzame omgeving voor ieder die binnen de onderwijsomgeving actief is. Adres bestuur Postbus 58 1110 AB Diemen Tel. 020-7531144 www.spiritbasisscholen.nl
5
3. De missie van de school Tijdens de basisschooltijd maakt het kind een grote ontwikkeling door. Wij stimuleren dit proces door hen een maximale ontplooiing te bieden. Wij moedigen de kinderen aan om goed met elkaar en de omgeving om te gaan.
De missie van onze school is:
Samen school zijn Dat betekent: -
het bieden van een optimaal pedagogisch klimaat met veel aandacht voor structuur en het zich “veilig” voelen het bieden van goed onderwijs qua leeractiviteiten en didactiek het waarborgen van de christelijke identiteit het hanteren van waarden en normen het hebben van een goede relatie en communicatie met de ouders en leerlingen maatschappelijke betrokkenheid op verantwoorde wijze omgaan met sociale media
3.1 Beknopte visie op het onderwijs Visie op een goed pedagogisch klimaat. Een goed pedagogisch klimaat vinden wij een belangrijke voorwaarde voor het goed kunnen functioneren van kinderen en leerkrachten. De belangrijkste voorwaarde hiervoor is de professionele leerkracht. Hierbij is na- en bijscholing in het belang van de kinderen een verplichting. Belangrijke aspecten van een goed pedagogisch klimaat vinden wij: - het creëren van een sfeer van vertrouwen, respect en geborgenheid - het onderkennen van de uniciteit van elk kind - een positieve houding van de leerkracht t.o.v. het kind - structuur bieden door het vaststellen van duidelijke regels over de omgang met elkaar - het hebben van aandacht voor de specifieke mogelijkheden en behoeften van elk kind 6
-
-
zorgen voor een schoolklimaat waarin elk kind zich prettig voelt en dus met plezier naar school gaat veel aandacht besteden aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind, waarbij het versterken van het zelfbeeld en vergroten van het zelfvertrouwen een belangrijke plaats innemen het stimuleren van de zelfstandigheid van de kinderen.
Visie op het geven van goed onderwijs. Onder het geven van goed onderwijs verstaan wij het ontwikkelen en leren beheersen van de basisvaardigheden: taal, lezen, rekenen en schrijven, met daarnaast veel aandacht voor de sociale en creatieve ontwikkeling. Een uitgangspunt hierbij is dat het gaat om een ononderbroken ontwikkeling, waarbij wij rekening houden met de individuele verschillen en stimuleren dat de individuele leerling zich optimaal ontwikkelt. Wij willen met ons onderwijs bereiken dat de kinderen met hun aangeleerde kennis en vaardigheden, binnen de eigen mogelijkheden, in staat zijn zelfstandig te functioneren in de maatschappij. Om dit te kunnen realiseren kenmerkt ons onderwijs zich door: - een doorgaande lijn binnen de verschillende kennisgebieden - adaptief te zijn, d.w.z. aan te sluiten bij de verschillende niveaus van de kinderen - gedifferentieerde instructie - stimuleren tot zelfstandig werken en samenwerking - werken met uitgestelde aandacht - een grote aandacht voor- en zich blijvend ontwikkelende- leerlingenzorg - stimuleren van scholing op het gebied van onderwijsvernieuwingen met het hele team of individuele leerkrachten Visie over het waarborgen van de christelijke identiteit. Wij zijn een christelijke school en dit willen wij uitstralen door het vertellen van de verhalen uit de Bijbel, het aanleren van liederen, het gebed aan het begin en het einde van de schooldag en de aandacht voor de christelijke feesten, zoals het paasfeest en het kerstfeest. Het kerstfeest wordt met de ouders en de kinderen in de kerk gevierd. Het paasfeest wordt gevierd in de aula van de school. Aan deze vieringen doen alle kinderen mee. Wij vinden het belangrijk dat er een open dialoog is met de leerlingen over de waarden en normen uit het christelijk geloof en dat wij het goede voorbeeld geven in het toepassen van de waarden en normen in het dagelijkse leven. Heel belangrijk vinden wij het hebben van respect voor alle mensen ongeacht de verschillen in cultuur en geloof. Wij leven in een multiculturele samenleving en vanuit onze visie over het respecteren van elkaar ongeacht cultuur of geloof zijn alle kinderen welkom op onze christelijke school. Wij verwachten echter wel dat alle ouders, die kiezen voor onze school, respect hebben voor de manier waarop wij uiting geven aan onze christelijke opvattingen in verhalen, liederen en vieringen, zoals wij ook respect tonen voor uitingen uit andere religies en culturen. Visie over het hanteren van waarden en normen. Onze hele maatschappij is geënt op waarden die worden geregeld door het vaststellen van normen. Een van de belangrijkste waarden vinden wij het hebben van respect. Wij besteden in onze lessen veel aandacht aan het respectvol omgaan met elkaar als medemens, met de natuur en de dieren. 7
Andere waarden die wij belangrijk vinden en waaraan wij aandacht besteden zijn: gelijkwaardigheid, eerlijkheid en het afwijzen van alle soorten geweld. Visie over de relatie en communicatie met de ouders. De relatie en de communicatie tussen leerkrachten en leerlingen en tussen ouders en leerkrachten moet gebaseerd zijn op onderling respect en vertrouwen, alleen dan kan er sprake zijn van een goede relatie en een open en eerlijke communicatie. - Wij stellen ons positief op t.o.v. wensen en vragen van ouders. - Ouders mogen verwachten dat wij respectvol met hen zullen omgaan. - Wij verwachten van ouders dat zij op een respectvolle manier omgaan met de leerkrachten. - Wij verwachten van de ouders dat zij positief reageren op het verzoek van een leerkracht over het maken van een afspraak. - Wij gaan er van uit dat ouders een bewuste keuze hebben gemaakt voor de Van der Muelen - Vastwijkschool en dat zij zich houden aan de afspraken zoals deze zijn verwoord in de schoolgids. Visie op de maatschappelijke betrokkenheid. Wij maken deel uit van een maatschappij die voortdurend in beweging is. De school moet hier op anticiperen, maar wel kritisch blijven. In ons onderwijs besteden wij aandacht aan de leefomgeving van de kinderen en alles wat zich daarbinnen afspeelt. Om er zeker van te zijn dat alle kennis en ervaring in de school aanwezig is onderhoudt de school contacten met externe instanties die zich bezighouden met de opvoeding aan kinderen in de ruimste zin van het woord. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen kennismaken met het culturele erfgoed en de verschillende vormen van kunstuitingen d.m.v. het bezoeken van musea en instanties die zich op dat gebied bevinden. Visie op de schoolorganisatie. De school moet door het hele team worden “gedragen”. Er is een goede sfeer waar een open en eerlijke communicatie met elkaar mogelijk is, waar naar elkaar geluisterd wordt en aandacht is voor elkaar. Ieder teamlid voelt zich betrokken bij de school. De directeur draagt de eindverantwoording, inspireert en stimuleert het team en wordt daarin bijgestaan door bouwcoördinatoren voor de verschillende groepen, intern begeleiders voor de zorgstructuur, een ICT coördinator voor werken met computers en coördinatoren (kartrekkers) voor het opzetten en uitwerken van diverse ontwikkelingsgebieden op onze school. Er is een goede relatie en communicatie tussen de verschillende geledingen van de school, de Medezeggenschapsraad en de Ouderraad. De directeur zorgt voor het waarborgen van de professionaliteit van de leerkrachten die blijvend werken aan hun competenties op pedagogisch, vakdidactisch en organisatorisch vlak. Er is binnen de organisatie ruimte voor onderlinge samenwerking en het gebruikmaken van elkaars expertise. Er wordt gestreefd naar een mooi schoolgebouw met een warme uitstraling waarin het fijn is om te werken, te spelen en te leren. Een schoolplein dat uitdaagt te gaan spelen en veel mogelijkheden heeft om te bewegen. De school heeft een goede zorgstructuur voor alle leerlingen. Wij moeten alert blijven en zorgen dat we ons blijven ontwikkelen op dit gebied. 8
3.2 De inrichting van ons onderwijs t.a.v. het pedagogisch klimaat: Het eerste wat wij daaraan verbinden is een positieve houding van de leerkracht t.o.v. alle leerlingen. De leerkracht stimuleert en motiveert, is sociaal vaardig en neemt de kinderen serieus. In een goed pedagogisch klimaat heerst een sfeer van vertrouwen, respect, maar ook plezier. Om dit te bereiken heeft het team de Kanjertraining gevolgd. De kanjertraininglessen worden regelmatig in elke klas gegeven. Pestgedrag wordt niet getolereerd. Binnen de kanjertraining leren de kinderen respect te hebben voor elkaar, elkaar complimenten te geven. Het vertrouwen tussen de leerlingen onderling en de leerkrachten willen wij bevorderen door het houden van kringgesprekken, samenwerken en het bevorderen van de zelfstandigheid. De lokalen moeten een gezellige, warme en uitnodigende uitstraling hebben, zodat elk kind het fijn vindt om daar naar binnen te gaan. Om elk kind tot een optimale ontplooiing van zijn of haar capaciteiten te laten komen zorgt de leerkracht voor een gedifferentieerd aanbod van de leerstof. Om structuur en duidelijkheid te leren zijn regels nodig. Deze regels maken de kinderen duidelijk waar de grenzen liggen en bieden veiligheid en geborgenheid. De regels zijn vastgelegd in: Afspraken in de schoolgids. Afspraken per bouw. Deze regels worden aan het begin van het schooljaar besproken en gelden voor zowel teamleden als leerlingen. Bij een gestructureerd schoolklimaat hoort ook belonen en corrigeren. Voorbeelden van “belonen” zijn: Het geven van een compliment of het maken van een positieve opmerking Een knipoog of een schouderklopje Het laten uitvoeren van een leuke opdracht Het geven van een sticker. Soms is het nodig om gedrag te corrigeren. Hierbij gaan wij in de eerste plaats een gesprek aan met het kind of de kinderen over hetgeen er gebeurd is en de oorzaak ervan. Belangrijk vinden wij dat kinderen leren er over na te denken. Bij conflictsituaties worden de kinderen betrokken bij het oplossen ervan. Indien de leerkracht het nodig acht een straf op te leggen, worden de ouders hiervan op de hoogte gesteld. Een eenmaal overeengekomen straf wordt wel consequent uitgevoerd. t.a.v. het onderwijs: Er wordt gewerkt met een jaarprogramma per groep. Het jaarprogramma is gebaseerd op de onderwijsleermethoden, deze voldoen aan de kerndoelen zoals deze door de wet zijn voorgeschreven. In elke groep wordt er rekening gehouden met de individuele verschillen en ontwikkelingsfasen en ontplooiing van de kinderen. Bij de kleuters ligt het accent op het spel en het spelend leren. Voor de kleuters zijn er voor de verschillende leergebieden streefdoelen opgesteld. Deze zijn opgenomen in de beschrijvingen van de verschillende leerstofgebieden. Indien nodig wordt er voor leerlingen die moeite hebben met de leerstof, in overleg met de ouders, een aangepast programma met streefdoelen vastgesteld en wordt er speciale hulp geboden. Aan kinderen die “sneller” zijn wordt extra oefen- en verdiepingsstof aangeboden die binnen de leermogelijkheden van deze kinderen ligt. 9
Voor de “hoogbegaafde leerlingen” is er de mogelijkheid om bij een zeer grote ontwikkelingsvoorsprong, in overleg met de ouders, versneld naar een volgende groep te gaan. Tevens bieden wij voor kinderen uit de groepen 6 t/m 8 de mogelijkheid om deel te nemen aan lessen in de zogenaamde Verrijkingsklas. Eenmaal per week gaan deze kinderen naar de “Verrijkingsklas”. In deze klas wordt er gewerkt met specifieke opdrachten en materialen gericht op het “hoogbegaafde kind”. Voor het deelnemen aan deze klas zijn specifieke criteria opgesteld. Voor kinderen die extra hulp nodig hebben is er een remedial teacher. Bij alle groepen wordt de differentiatie gewaarborgd door: Het werken met een instructietafel Verlengde instructie Het aanbieden van extra stof die verdiepend en verrijkend is Het werken volgens vast afspraken over klassenmanagement. Naast het aanleren van de basisvaardigheden schenken wij ook ruime aandacht aan de creatieve vakken en de culturele vorming door het maken van uitstapjes en museumbezoek. t.a.v. de christelijke identiteit: Wij gebruiken voor het geven van de godsdienstige vorming de methode ‘Trefwoord’. In deze methode wordt aandacht geschonken aan de verhalen uit de Bijbel en het spreken over deze verhalen. Er wordt in de vrije verhalen een “link” gelegd naar de maatschappij. De methode besteedt in de vrije verhalen en kringgesprekken ook aandacht aan uitingen van andere religies. t.a.v. het hanteren van waarden en normen: De waarden en normen die wij als school onderschrijven zijn geënt op onze christelijke identiteit, maar worden ook gehanteerd door vele mensen met andere overtuigingen en uit andere religies. Wij schenken op school in elk geval aandacht aan: respecteren van elkaar: o.a. door het “pestprotocol”, aandacht hebben voor elkaar en van elkaar willen leren aandacht voor de zwakkeren in de samenleving: door het meedoen aan acties van Edukans, waarin geld en goederen worden ingezameld voor kinderen in ontwikkelingslanden. Het bestemmen van de kerstcollecte voor een goed doel. aandacht voor de ander: leerlingen helpen elkaar als dit nodig is, aandacht voor zieken en feestelijke gebeurtenissen als verjaardagen, geboorten, enz. aandacht voor het milieu: zorgen voor het schoonhouden van het schoolplein en netjes houden van de schoolomgeving. Aandacht voor en zorgvuldig omgaan met de natuur. bevorderen van eerlijkheid: hieraan wordt veel aandacht besteed tijdens de kringgesprekken en het vertellen van verhalen. niet gebruiken van geweld: in gesprekken, verhalen en het omgaan met elkaar in vrije situaties wordt er aandacht besteed aan het voorkomen van en omgaan met agressieve uitingen. t.a.v. de relatie en communicatie met ouders: Naast het feit dat er altijd ruimte is voor gesprekken met de leerkrachten en/of directeur vinden wij het heel belangrijk dat de ouders ervaren dat wij hen serieus nemen en dat gemaakte afspraken worden nagekomen, maar dat dit wederkerig moet zijn. Wij verwachten van ouders dat zij ons ook serieus nemen en dat er een open dialoog mogelijk is over het schoolbeleid en de door de school gemaakte keuzes. Wij vinden het belangrijk dat de ouders op de hoogte zijn van de leerprestaties en sociale ontwikkeling van de kinderen. 10
In groep 1 brengt de leerkracht, bij een nieuwe leerling, een bezoek aan huis. Deze neemt hierbij ruim de tijd om de ouders te vertellen over het reilen en zeilen van hun kind in de groep. Ouders hebben ook hier weer de tijd om vragen te stellen. Aan het eind van elke maand komt er een nieuwsbrief uit waarin de ouders op de hoogte worden gesteld van de verschillende zaken die op school spelen. Dit schooljaar is een werkgroep communicatie opgestart die werkt aan een integraalplan van optimalisatie van communicatie. t.a.v. de maatschappelijke betrokkenheid: In gesprekken, het volgen van het nieuws in de breedste zin van het woord en met onze lessen wereldoriëntatie brengen wij de kinderen door het werken met thema’s in aanraking met de wereld om hen heen. Wij proberen de kinderen een positieve kijk op de samenleving bij te brengen. Er is veel tijd voor actuele nieuwsfeiten die besproken worden in de kring. In ons onderwijs zijn wij ons ervan bewust dat wij midden in een veranderende samenleving staan en dat wij door onze lessen en onze houding de kinderen leren kritisch te zijn in het maken van keuzes en het volgen van maatschappelijke ontwikkelingen. Wij streven er naar iets te kunnen betekenen voor de buurt door het openstellen van het schoolplein en het zorgen voor een nette schoolomgeving waar kinderen fijn kunnen spelen. t.a.v. de schoolorganisatie: Er wordt afwisselend vergaderd met het hele team en met de leerkrachten binnen een bepaalde “bouw”. Hierin heeft elke leerkracht de mogelijkheid tot een eigen inbreng en het geven van zijn of haar mening. Er wordt gezocht naar mogelijkheden tot het vrij roosteren van leerkrachten om van elkaar te kunnen leren, elkaar te adviseren en te steunen en zo gebruik te maken van elkaars kwaliteiten door middel van collegiale consultatie. Er is een duidelijk taakbeleid met een eerlijke verdeling van de verschillende taken die naast het geven van onderwijs moeten worden gedaan. De directeur houdt functionering- en beoordelinggesprekken met alle teamleden. Met elkaar hebben we de competenties voor de leerkrachten, bouwcoördinator, intern begeleider en remedial teacher vastgesteld. Om de twee jaar worden deze competenties door de leerkrachten zelf, de bouwcoördinator en de directeur beoordeeld. Naar aanleiding hiervan stelt elke leerkracht een persoonlijk ontwikkelingsplan op. Naast het persoonlijke ontwikkelingsplan wordt er door de directeur samen met het team een verbeterplan opgesteld voor de school als organisatie of t.a.v. onderwijskundige vernieuwingen.
11
4. Het Schoolteam 4.1 Directie De directeur is de heer A. Westerink. Hij is voor vragen en afspraken bereikbaar op maandag t/m vrijdag. Wilt u de directeur spreken, maakt u dan even een afspraak. Dit kan telefonisch op nummer 412919 of per mail naar
[email protected] 4.2 Bouwcoördinatie Binnen de organisatie van de school werken wij met vier bouwcoördinatoren. Zij vormen samen met de directeur het managementteam. Bouwcoördinatoren: Groep 1, 2 : Miranda de Jong- van Amstel Groep 3, 4 : Marije Schippers Groep 5, 6: Michèle Endres Groep 7, 8: Nelly van Kassel-Kamphuis 4.3 Het team
Directeur: Arrie Westerink
[email protected]
Groepsleerkrachten Kleutergroep De Zebra’s ma., di., wo. Helen Meijer
do. en vrij. Ellen ZuurbierKlein Jäger
[email protected] [email protected] Kleutergroep De Panda’s ma., di. en wo. Miranda de Jongvan Amstel
do. en vrij. Jacquelien Zoutewelle
[email protected]
[email protected]
12
Kleutergroep De Vlinders ma. t/m vrij. Marisa van Rhee
[email protected] Kleutergroep De Dolfijnen ma. t/m vrij. Kim Philips van Buren k.philipsvanburen @vdmv.nl
Groep 3a di. t/m do. Marije Schippers
ma. en vrij. Susanne KetelaarsWillemsen
[email protected] [email protected] Groep 3b: ma. t/m vrij. Marlies Everts
[email protected]
Groep 4a: ma. t/m woe. (1x per 14 dagen) Marjolijn van den Horn
Woe (1x per 14 dagen) t/m vrij. Anneke Westra- de Boer
[email protected]
[email protected]
ma. en di. Daniëlle Honing
woe. t/m vrij. Manon-Claire Holkema
[email protected]
[email protected]
ma. t/m do. Richard Pardijs
vrij. Miarca de Ruiter-Smit
[email protected]
[email protected]
Groep 4b:
Groep 5a:
13
Groep 5b: ma, di, woe, do, vrij ocht Michèle Endres
vrijdagmiddag Susanne Ketelaars – Willemsen
[email protected] [email protected] Groep 6a: di., wo., do. en vr. Madelon Volkersz
ma. Ilma Futselaar
[email protected]
[email protected]
ma., di. en vr. Yolentha Denekamp
woe. en do. Jantine ter Beek
y.denekamp.vdmv.nl
[email protected]
ma. en di. Nienke van der Lijnvan der Tuin
woe., do., vrijdag Marjet Rameau
Groep 6b:
Groep 7a:
[email protected] [email protected] Groep 7b: ma, di, do en vrij Sanne Rangel-Havekotte
Woensdag Jacquelien Zoutewelle
[email protected]
[email protected]
ma. t/m vrij. Nelly van Kassel
1x per 2 weken op ma. + overige invaldagen Theo Klungers
Groep 8a:
[email protected] [email protected]
Groep 8b: ma. t/m vrij. Nelleke Nobel
1x per 2 weken op ma. + overige invaldagen Theo Klungers
[email protected] [email protected]
14
Remedial Teaching remedial teacher wo. ochtend Mirjam Wesselman
[email protected] Vakleerkracht gymnastiekleerkracht di., wo., do. en vrij. 2 lesuren. Nienke van Dieren
[email protected]
Onderwijsondersteunend personeel Onderwijsassistente Jorien Noordam
conciërge Roland Koppen
[email protected] administratief medewerker wo. Ans de Jong
administratief medewerker do en ma. ochtend Judith van Ruller
[email protected]
[email protected]
15
4.4 Structuur van de organisatie in onze school -
-
-
-
-
-
-
-
Bouwcoördinatoren dragen zorg voor het bespreken van de leerstofonderdelen en het uitvoeren van het jaarprogramma in hun bouw en overleggen hierover met de directie. Zij sturen de leerkrachten in hun bouw aan. De taken zijn vastgelegd in het deelbeleidsplan “Bouwcoördinatie’ Groepsleerkrachten dragen de zorg voor de sociale ontwikkelingen van de kinderen, alsmede het uitvoeren van het lesprogramma. De vaste groepsleerkracht is verantwoordelijk en aanspreekpunt voor ouders. De intern begeleiders, IB-ers genoemd, hebben een opleiding gevolgd en zijn gecertificeerd. Zij coördineren de vraag voor extra hulp aan kinderen. De uitvoering van de zorg aan kinderen staat beschreven in het ‘Zorgplan Van der Muelen Vastwijkschool’. In dit zorgplan is ook het beleidsplan voor begaafde en hoogbegaafde leerlingen opgenomen; dit kunt u vinden op onze website. De IB-leerkrachten zijn op een aantal dagdelen in de week ambulant. Zij hebben op deze dagen contact met de leerkrachten en de RT-leerkracht over de kinderen. De IBleerkracht, groepsleerkracht en RT-leerkracht volgen de vorderingen van uw kind. Een belangrijk aspect is de communicatie over de kinderen met extra begeleiding naar de ouders. De IB-er en de groepsleerkracht dragen samen de zorg voor het op tijd informeren van de ouders over zorgkinderen en de inhoud en het uitvoeren van een handelingsplan. De betrokken groepsleerkracht is eindverantwoordelijk. Intern begeleiders: groepen 1 t/m 5: Anneke Westra de Boer groepen 6 t/m 8: Ilma Futselaar De remedial teacher (RT-leerkracht genoemd) ondersteunt de leerkrachten bij het uitvoeren van de praktische, specifieke hulp aan bepaalde kinderen in de groepen. Remedial teacher: Mirjam Wesselman In de ‘Leeskliniek’ wordt speciale leesbegeleiding gegeven: Leesspecialisten: Nelly van Kassel-Kamphuis Ilma Futselaar De directie zorgt voor het invullen van alle randvoorwaarden, zodat elke leerkracht zich optimaal met de kinderen kan bezig houden. Ook het onderwijs ondersteunend personeel in de vorm van de onderwijsassistente en de conciërge, dragen daarin bij. IB-, RT-leerkrachten en directie worden niet ingezet bij ziekte van een leerkracht. In nood gaat een klas naar huis. Dit is dan bekend bij de ouders. Onze school heeft twee cultuurcoördinatoren. Zij zijn o.a betrokken bij het afstemmen van verschillende excursies. Cultuurcoördinatoren: Marisa van Rhee Nelleke Nobel
16
5. Schoolontwikkeling Als school vinden we het belangrijk om alert te blijven en te reageren op de voortdurend veranderende maatschappij. We staan open voor nieuwe inzichten, maar zijn wel kritisch. We maken bewuste keuzes bij het opstellen van ons “verbeterplan”. Naast de maatschappelijke ontwikkelingen maken wij voor onze school ook gebruik van de Cito resultaten, het inspectierapport en de uitkomsten uit de ouderenquête, die met enige regelmaat gehouden wordt, om zo te komen tot vernieuwingen en/of verbeteringen binnen onze school. 5.1 Overzicht van vernieuwingen en verbeteringen In het (korte) verleden is het volgende gerealiseerd: -
Invoeren van functionele werkgroepen Implementeren van een nieuwe rekenmethode Implementeren van een nieuwe taal methode Vaststellen en invoeren van protocol kindermishandeling Opstellen van leerlijnen groepen 1 t/m 4 voor lezen Realiseren van een kindvriendelijk schoolplein Invoeren Klassenmanagement gerealiseerd en observatieschema Aanpassen van het pestbeleid
In het afgelopen schooljaar 2012-2013 heeft onze school zich op allerlei gebieden ontwikkeld. Dit heeft geresulteerd in: -
Het opstellen van het protocol van meer- of hoogbegaafde leerlingen Het aanpassen van de website Het opstellen van een Zorgplan Het bijstellen van bestaande overlegstructuren Het gericht uitvoeren van kwaliteitsscans door het werken met de kwaliteitskaarten van C. Bos, een instrument waarmee de verbeteraspecten van het onderwijs en de school als organisatie in kaart worden gebracht. 17
De aandachtsgebieden waren: • Schoolklimaat • Kwaliteitszorg • Didactisch handelen • Rekenen & Wiskunde, incl. het automatiseren • Handelingsgericht werken in de groep • Vragenlijst ouders • Vragenlijst kinderen • Vragenlijst leerkrachten • Vragenlijst schoolverlaters • Actieve en zelfstandige rol van de leerlingen • Taal-/leesonderwijs - Opstarten Motorische Remedial Teaching (MRT) - Verdere invoering van het gebruik van de computer als hulpmiddel bij de vak- en vormingsgebieden. - Het invoeren van de afspraken binnen het cultuurbeleidsplan. - Het uitbreiden van de mogelijkheden voor buitenschoolse opvang. - Het analyseren van het leerlingvolgsysteem en het verwerken van de resultaten in individuele- en groepshandelingsplannen - Het verder differentiëren binnen de klassenorganisatie, gericht op Passend Onderwijs - Invoeren en uitbreiden van collegiale consultaties - Verdere oriëntatie en inzet van materialen voor meer- en hoogbegaafde leerlingen - Uitbreiding van de deskundigheid op het gebied van meer- en hoogbegaafdheid - Bevordering van de deskundigheid binnen het leesonderwijs in de groepen 1 t/m 4. - Uitbreiding van de contacten tussen de peuterspeelzalen. Bevordering van de aansluiting van het VVE (vroeg voorschoolse educatie) met onze school Wat gaat er het komend schooljaar gebeuren? Een school moet zich blijven ontwikkelen en verbeteren. Hieronder volgt een overzicht van de onderwerpen van verbetering voor het schooljaar 2013-2014. - Bijstellen, verfijnen en borgen van het werken met de recent ingevoerde lesmethodes voor Rekenen, Taal en Spelling - Invoeren van vernieuwde versie Spelling van Taal in Beeld voor de groepen 4 - Verfijnen en borgen van het veiligheidsplan - Verdere vormgeving aan de inhoud en uitvoering van onderwijs aan hoog- en meerbegaafde leerlingen - Uitbreiden en inzetten van verbredings- en verdiepingsmaterialen - Vergroten van de deskundigheid t.a.v. het onderwijs aan meer- en hoogbegaafden - Opzetten en invoeren van een leerlingvolgsysteem Gedrag voor de groepen 1 t/m 8, signalerings- en observatielijsten - Professionaliseren van het schoolteam in Boeiend Onderwijs (Breinkennis / Systeemdenken / Coöperatief leren / Hogere opbrengsten / Gedragsproblemen voorkomen / Handelingsgericht werken - Verder maakt het schoolteam een start met Opbrengstgericht observeren - Optimaliseren van de koppeling effectief klassenmanagement en effectief leren - Uitbreiden inzet digitale hulpmiddelen - Verder ontwikkelen en uitvoeren van een communicatieplan - Verder invulling geven aan Passend Onderwijs - Uitvoeren van beoordelingsgesprekken - Houden van en verder vormgeven aan collegiale consultaties 18
- Gericht uitvoeren van kwaliteitsscans m.b.v. de kwaliteitskaarten van C. Bos, een instrument waarmee de verbeteraspecten van het onderwijs en de school als organisatie in kaart worden gebracht. In 2013-2014 worden de volgende ‘aandachtsgebieden’ nader bekeken: • Sociale veiligheid • Pedagogisch en didactisch handelen • Burgerschap en sociale integratie • Externe contacten • Inzet middelen - Verbetertrajecten worden hierbij uitgevoerd op: • De uitkomsten van de vragenlijsten Ouders, Kinderen, Leerkrachten en Schoolverlaters • De kwaliteitskaart: De actieve en zelfstandige rol van de leerlingen • De kwaliteitskaart: Taal-/leesonderwijs
19
6. Schoolregelingen algemeen 6.1 Vakantie- en verlofregeling Wij volgen met dit vakantierooster de afspraken die de gemeente heeft gemaakt met alle scholen in Weesp. In principe kan en mag er van dit vakantierooster niet worden afgeweken. Vakantierooster voor het schooljaar 2013-2014 Herfstvakantie ma. 21 okt. 2013 Kerstvakantie ma. 23 dec. 2013 Voorjaarsvakantie vrij. 21 febr. 2014 Pasen vrij. 18 apr. 2014 Meivakantie ma. 28 apr. 2014 Hemelvaartvakantie do. 29 mei 2014 Pinksteren ma. 9 juni 2014 Zomervakantie ma. 7 juli 2014
t
/m /m t /m t /m t /m t /m
vrij. vrij. vrij. ma. vrij. vrij.
25 3 28 21 8 30
okt. jan. febr. apr. mei mei
2013 2014 2014 2014 2014 2014
t
vrij.
15 aug.
2014
t
/m
Studiedagen. Een aantal keren per jaar volgen de leerkrachten van onze school allerlei cursussen om op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen binnen het onderwijs. Dit gebeurt op vaste studiedagen. Studiedagen voor het schooljaar 2013-2014 Woensdag 25 september 2013 Dinsdagmiddag
5 november
2013
Donderdagmiddag
16 januari
2014
Maandagmiddag
17 februari
2014
LET OP: op de studiedagen van de leerkrachten zijn alle kinderen vrij! Extra vrij Wanneer het onmogelijk is uw vakantie op te nemen binnen de schoolvakanties dient u een verlofaanvraag in te vullen. De aanvraagformulieren zijn op school verkrijgbaar bij de conciërge of te downloaden van onze website. Een aanvraag moet minstens 10 weken van tevoren worden ingediend. Het formulier kunt u inleveren bij de administratie of de schoolleiding. Aanvragen voor extra vakantie buiten de schoolvakanties kunnen niet gehonoreerd worden, tenzij uit een bijgevoegde werkgeversverklaring blijkt, dat het onmogelijk is om in de vastgestelde vakanties weg te gaan. Bij eenmansbedrijven (zo staat het expliciet in de wet) kan ook verlof buiten de schoolvakanties gegeven worden. Het moet hierbij wel gaan om de enige mogelijkheid voor een gezinsvakantie en dus niet om een tweede vakantie!! Ook voor bijzondere verlofdagen, bruiloften, begrafenissen e.d., moet een aanvraag worden ingevuld, zodat wij altijd kunnen verantwoorden waar uw kind is. Alle aanvragen worden in principe door de schoolleiding afgehandeld. Wanneer uit uw aanvraag blijkt, dat het verlof buiten de wet valt, kan de schoolleiding besluiten uw verzoek naar de regionale leerplichtambtenaar te sturen. In de eerste twee weken van een schooljaar kan nooit verlof worden gegeven, zo staat in de leerplichtwet (zie website overheid).
20
Leerplicht Als uw kind vier jaar wordt, mag hij of zij naar school. De meeste kinderen komen de dag nadat ze vier jaar geworden zijn op school. Vanaf deze dag zijn de kinderen schoolplichtig, d.w.z. dat het verplicht is de school regelmatig te bezoeken. Vanaf 5 jaar is het kind leerplichtig, d.w.z. dat het niet zonder geldige reden mag verzuimen. Ziekte en verhindering Indien een leerling wegens ziekte verhinderd is, kunt u dit telefonisch tussen 8.00 uur - 8.30 uur melden (tel. 412919). Wanneer om 8.45 uur niet bekend is waar uw kind is, wordt u gebeld. Daarom vragen we u elk jaar weer naar extra telefoonnummers, zodat we u altijd kunnen bereiken. 6.2 Schooltijden Groepen 1 t/m 4: Maandag, dinsdag, donderdag Woensdag Vrijdag Groepen 5 t/m 8: Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag Woensdag
: : : :
8.30 uur 13.00 uur 8.30 uur 8.30 uur
-
12.00 uur 15.00 uur 12 30 uur 12.00 uur
: : :
8.30 uur 13.00 uur 8.30 uur
-
12.00 uur 15.00 uur 12.30 uur
Er is tussen de middag een uur pauze, zodat de kinderen, die dat willen, naar huis kunnen. Een overblijfregeling vindt u elders in deze krant. Wanneer leerlingen van deze overblijfregeling gebruikmaken mogen zij alleen naar huis of met een vriend(in) mee, als zij daarvoor schriftelijke toestemming hebben van hun ouders. Aanvangstijden Om de lessen zo spoedig mogelijk na 8.30 uur en 13.00 uur te laten beginnen, is het ingaan van de school als volgt geregeld: 08.20 uur: Alle leerlingen mogen naar binnen. De kinderen uit de groepen 1 en 2 worden door de ouders naar het klaslokaal gebracht. De kinderen van de groepen 3 t/m 8 mogen zelfstandig naar hun klaslokaal. De tijd tussen 8.20 uur en 8.30 uur moet gezien worden als "inlooptijd". 08.30 uur: De bel gaat. Alle kinderen worden geacht binnen te zijn. De lessen starten. 12.00 uur De kinderen uit de groepen 1 en 2, die niet overblijven worden door de ouders opgehaald uit de klas. 12.50 uur: De kinderen uit de groepen 1 en 2, die niet overblijven mogen naar binnen gebracht worden. De kinderen uit de groepen 3 t/m 8, die naar huis zijn geweest, zijn welkom op het grote plein vanaf 12.45 uur. Twee leerkrachten houden daar toezicht, samen met de overblijfkrachten voor de kinderen die overblijven. 12.55 uur: Alle overige kinderen gaan zelfstandig naar binnen. 13.00 uur: De bel gaat. Alle kinderen worden geacht binnen te zijn. De lessen starten. Bij een verjaardag of een andere bijzondere omstandigheid is het natuurlijk toegestaan dat een ouder mee naar binnengaat. Voor ouders, die in de school assisteren is het vanzelfsprekendheid dat ze de school kunnen binnenlopen. 21
Wilt u het werk van uw kind of de klas van uw kind bekijken, dan kunt u dat na 15.00 uur doen. Wilt u de betrokken leerkracht spreken over uw kind, maakt u dan even een afspraak. Sommige ouders willen zo spoedig mogelijk na 15.00 uur een leerkracht spreken, wat natuurlijk logisch is. Voor een leerkracht is het prettiger wanneer dat in ieder geval na 15.15 uur kan. Tot die tijd kunnen er nog kinderen met klassendienst bezig zijn of kan het zijn dat een enkel kind nog werk moet afmaken. Een afspraak maken voor een gesprek kan altijd. 6.3 Pleinwacht I.v.m. de speelruimte zijn er twee pauzes voor de ochtend. De groepen 3, 4 en 5 houden pauze van 10.15 uur -10.30 uur en de groepen 6, 7 en 8 van 10.30 uur - 10.45 uur. Tijdens deze ochtendpauzes en van 12.45 tot 12.55 uur zijn er op het schoolplein twee leerkrachten aanwezig die toezicht houden. 6.4 Opvang van leerlingen bij calamiteiten Vrijwel altijd zien we kans om een zieke leerkracht te vervangen. Toch kan het voorkomen dat het niet mogelijk is om een andere leerkracht voor de klas te zetten. In overleg met de medezeggenschapsraad hebben we er voor gekozen, dat wanneer er echt geen vervangende leerkracht te vinden is, we de betrokken groep niet verdelen over de andere groepen, maar die kinderen die dag vrij geven. Ook kan het gebeuren, dat bijvoorbeeld de verwarming het niet doet. Voor dit soort calamiteiten, die zich overigens weinig voordoen, dient u altijd een opvangadres voor uw kind(eren) achter de hand te hebben. 6.5 Tussenschoolse Opvang Tussenschoolse opvang in het kort Op de Van der Muelen - Vastwijkschool verzorgt KMN Kind & Co de TSO. Met ruim 30 jaar ervaring biedt KMN Kind & Co dagelijks opvang aan kinderen in MiddenNederland op kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang (voor, tussen en na schooltijd, afhankelijk van de vraag) en peuterspeelzalen in de regio. Vanuit KMN Kind & Co zijn er twee TSO-coördinatoren op onze school aanwezig. Zij zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding en sturen een team van TSO-medewerkers aan. De school is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van de opvang. Hoe professioneel is de TSO? De TSO-medewerkers hebben een vrijwilligersovereenkomst met de school. De TSOcoördinatoren hebben een kindgerichte opleidingsachtergrond en worden tijdens het overblijven ingezet. De kinderen nemen hun eigen eten en drinken mee. Professionaliteit betekent: “kinderen op een prettige en verantwoorde manier gezamenlijk de lunchpauze door laten brengen”. Tussenschoolse opvang goed geregeld! Dat wil zeggen: - deskundige begeleiding; - veilige en rustige ruimte; - aandacht; - activiteitenaanbod. TSO is “vrije tijd” tussen de lessen door. Het is belangrijk dat kinderen dit uurtje dan ook op die manier ervaren. De TSO-coördinatoren inventariseren wat kinderen leuk vinden en bespreken samen met het TSO-team hoe hierop kan worden ingespeeld. 22
I.v.m. het feit dat er elk jaar heel veel kinderen overblijven wordt aan de ouders gevraagd om zich op te geven als overblijfkracht. De inzet van ouders is heel belangrijk om de overblijfgroepen zo klein mogelijk te houden. Hoe kan ik mijn kind aanmelden? Wat zijn de kosten? Om uw kind aan te melden ontvangt elke nieuwe leerling in de Welkomstenvelop een aanmeldingsformulier. Wanneer u uw kind later in het jaar wilt aanmelden kunt u dit doen via onze website www.kmnkindenco.nl. Daar vindt u onder het kopje Kinderopvang, het item Tussenschoolse Opvang. Het formulier vult u handmatig in en stuurt deze vervolgens naar: KMN Kind & Co, afdeling TSO Antwoordnummer 2446 3430 VB Nieuwegein. De kosten die gemaakt worden voor Tussenschoolse Opvang zijn voor eigen rekening. Voor TSO geldt geen vergoedingsregeling van de Rijksoverheid. De kosten voor de Van der Muelen - Vastwijkschool bedragen 2 euro per keer. Voor vragen over de financiële afwikkeling en/of inschrijving van uw kind kunt u contact opnemen met de TSO-medewerker van de afdeling Planning op het centraal kantoor van KMN Kind & Co. Telefoon: 030 – 6004761 of per email. E-mailadres:
[email protected] Vragen / meer informatie? De TSO-coördinatoren van de Van der Muelen - Vastwijkschool zijn: Hilde Verdcourt en Jeffrey van Klaveren. Zij zijn telefonisch te bereiken op nummer 06-47304732 E-mail:
[email protected] U kunt hen benaderen voor vragen over de TSO op de school. TSO in de praktijk De kinderen van de groepen 3 t/m 8 eten van 12.00 uur – 12.15 uur in de eigen lokalen bij de overblijfkracht. Als ze niet klaar zijn na dit kwartier krijgen ze de gelegenheid om tot 12:25 uur bij een buurgroep hun lunch op te eten. Na het eten gaan de kinderen van de groepen 6 t/m 8 naar het grote schoolplein en de kinderen van de groepen 3 t/m 5 naar het plein bij de hoofdingang. Op beide pleinen wordt toezicht gehouden door de overblijfkrachten tot 12.55 uur. Vanaf 12:45 uur houden er ook twee leerkrachten toezicht. Het overblijven voor de kinderen van de groepen 1 en 2 is verdeeld over twee tijdstippen. De eerste groep eet van 12.00 uur – 12.30 uur en speelt daarna, onder toezicht van de overblijfkrachten, op het kleuterplein, dat is afgeschermd met een hek. De tweede groep speelt eerst buiten van 12.00 uur – 12.30 uur en gaat daarna naar binnen om te eten. De kinderen uit de groepen 3 t/m 8 blijven buiten tot om 12.55 uur de bel gaat. Bij slecht weer kunnen de leerkrachten in samenspraak met de overblijfcoördinatoren besluiten dat de kinderen binnen blijven. Alle kinderen blijven dan in hun lokaal, waar speelmateriaal aanwezig is We bieden de groepen 3 t/m 8 sport en spel aan op maandag t/m donderdag. De kinderen kunnen zelf aangeven of ze daaraan mee willen doen. 6.6 Voor- en Naschoolse opvang Geen gehaast om uw kind naar school te brengen om daarna ook nog eens in de file te moeten aansluiten. U kunt vroeg naar uw werk en wij zorgen ervoor dat uw kind op tijd op school is. Het kan eerst nog even in een speelhoek spelen, een spelletje doen of gewoon lekker een boek lezen. KMN Kind & Co biedt voorschoolse opvang op de school. 23
Op maandag en donderdag van 7:30 uur tot 8:30 uur bieden wij VSO op de Singel. Bij een voldoende aantal inschrijvingen zal KMN Kind & Co ook op andere dagen VSO aanbieden. De VSO is voor kinderen van alle groepen. Een buitenschoolse opvangmiddag begint altijd met lekker ontspannen spelen op de groep. Daarna gaan we aan tafel voor een stukje fruit en wat limonade en een cracker. Buitenschoolse opvang is de vrije tijd van het kind en moet dus vooral leuk zijn. Wij bieden leuke worshops aan in de middag maar zelf spelen mag natuurlijk ook altijd. Buiten of binnen! KMN Kind & Co biedt binnen de Singelscholen BSO voor de kinderen van de groepen 1 t/m 5. Op dit moment hebben wij op alle schooldagen plek voor 100 kinderen. Met de school blijven we in gesprek om te kijken naar oplossingen voor het wegwerken en voorkomen van de wachtlijsten. Voor meer informatie kunt u kijken op de site: www.kmnkindenco.nl Inschrijven kan via de site of via
[email protected] Wij wijzen u erop dat er geen garantie is voor een plaatsing. Er kunnen wachtlijsten zijn. Wij raden alle ouders dan ook aan zich vroegtijdig in te schrijven bij een van beide organisaties. Wij dragen geen verantwoordelijkheid voor de wachtlijsten bij de organisatie 6.7 Hoofdluispreventie Op school is een protocol ter bestrijding van hoofdluis. Op dit moment zijn er 5 moeders die zich hiermee bezig houden. Zij leggen verantwoording hierover af aan de ouderraad. Wij proberen door middel van meer openheid het onderwerp hoofdluis uit de taboesfeer te halen. Op school hebben alle leerlingen een zgn. luizenzak. In deze zak worden de jassen en de tassen van de kinderen gedaan. In de eerste week na de schoolvakanties worden alle kinderen gecontroleerd op hoofdluis. Wij hebben met nadruk een signalerende en preventieve functie. Wij behandelen de kinderen niet! Het behandelen wordt van de ouders verwacht. De controle wordt per groep gedaan. Aanwezigheid van luizen/neten wordt genoteerd in het luizenschrift. Afwezige leerlingen worden later alsnog gecontroleerd. Bij constatering van besmetting van één of meer kinderen in de klas geeft de leerkracht aan alle leerlingen een brief en informatie over de behandeling en tips mee naar huis. • de besmette kinderen: brief ‘kind met hoofdluis’ • de niet besmette kinderen: brief met ‘hoofdluis in de groep’ De leerkracht geeft de luizenzakken en alle gymtassen mee naar huis om te wassen. De ouders zijn verplicht het kind te behandelen voordat het weer naar school gaat. De klas wordt na een week opnieuw gecontroleerd op hoofdluis; totdat de klas weer hoofdluis vrij is. Als u in de thuissituatie zelf hoofdluis signaleert, verwachten wij dat u zo snel mogelijk contact opneemt met de leerkracht. Wij hebben ervaren dat d.m.v. goede samenwerking tussen ouders, leerkrachten en luizenmoeders we het luizenprobleem tot een minimum kunnen beperken. De beste manier om een uitbraak van hoofdluis te voorkomen is uw kind regelmatig, één keer per week, te kammen met een zgn. netenkam. 6.8 Schoolmelk Alle kinderen kunnen zich opgeven voor het drinken van schoolmelk. U kunt uw kind hiervoor aanmelden bij de website van Campina; www.campinaopschool.nl. De betaling gebeurt rechtstreeks aan de "Schoolmelkcentrale" met een acceptgirokaart. Bij elke acceptgirokaart 24
ontvangen de deelnemers aan de schoolmelkvoorziening een overzicht van de drinkdagen. De eerste twee dagen na een vakantie wordt er geen schoolmelk geleverd. 6.9 Het vieren van verjaardagen De verjaardag van een kind is een feest! Als uw kind jarig is, mag hij of zij natuurlijk op school trakteren in zijn of haar groep. Bij de kleuters is er gelegenheid om tijdens het vieren van de verjaardag aanwezig te zijn om bijv. foto’s te maken. Bespreekt u de tijd dat de verjaardag gevierd gaat worden even met de leerkracht. Als de verjaardag in de vakantie of in het weekend valt, bespreekt u met de leerkracht wanneer de verjaardag op school gevierd wordt. Na het verjaardagvieren in de klas mogen de kinderen met twee vriendjes de klassen rond. Jarigen uit de groepen 1 t/m 4 gaan de klassen van de onder- en middenbouwgroepen 1 t/m 4 rond. De jarigen uit de groepen 5 t/m 8 mogen naar de klassen van deze bovengroepen. In overleg met de ouderraad is afgesproken dat de jarigen geen traktatie meer aanbieden aan andere leerkrachten dan hun eigen leerkracht. Wel krijgen ze van hun groepsleerkracht een grote verjaardagskaart mee waarop de leerkrachten van de andere groepen hun felicitatie zetten. Traktaties op verjaardagen zijn niet aan regels gebonden, maar i.v.m. de allergie voor bepaalde kleurstoffen en de grote hoeveelheid suikers in veel snoepgoed, vragen wij u hiermee rekening te houden bij de keuze van de traktatie. Soms is een traktatie ook erg veel. Elk kind in de groep is een keer jarig; dat betekent dat alle kinderen ook zoveel keer een traktatie krijgen. Wij hopen dat u, als ouders, een verstandige keuze maakt t.a.v. de traktatie. Niet veel, wel lekker en als het kan gezond. Als de groepsleerkracht jarig is, wordt dit ook in de groep gevierd. De kinderen van de groepen 1 t/m 4 krijgen hiervoor een briefje mee. De kinderen mogen die dag verkleed op school komen. Vanaf groep 5 wordt de verjaardag van de groepsleerkracht in de klas met de kinderen besproken. Dit gebeurt door één van de andere leerkrachten.
6.10 Goede doelen Al een paar jaar werken we met losse projecten, die zekerheid bieden dat het door de kinderen opgehaalde geld of de opbrengsten uit, bijvoorbeeld de kerstcollecte, goed terecht komen. In het afgelopen schooljaar hebben wij geld ingezameld voor de organisatie Hope for African Child. 25
Daarnaast steunen wij regelmatig de actie Schoenmaatjes van Edukans. Rondom kerstmis worden er in alle groepen door kinderen schoenendozen gevuld met goederen en speelgoed voor kinderen in kansarme landen, zoals bijv. Equador, Moldavië, etc. 6.11 Sponsoring Het bestuur van de school hanteert de uitgangspunten zoals geformuleerd in het convenant sponsoring d.d. 19 februari 2009. Dit document ligt op school ter inzage.
26
7. Aanmelding nieuwe leerlingen Voordat uw kind 4 jaar wordt, zult u zich ongetwijfeld gaan verdiepen in de schoolkeuze. In deze gids en ook in dit specifieke hoofdstuk vindt u ruime informatie over de school. Nadat u de schoolgids gelezen heeft, kunt u een afspraak maken met de directeur. U kunt dan de school bekijken en hij kan dan uw eventuele vragen over de school beantwoorden. Elk kind is van harte welkom bij ons op school. De school beschikt over 16 klaslokalen en een ruimte voor een tijdelijke instroomgroep. Ook houden wij er rekening mee dat er niet teveel kinderen in een groep geplaatst worden. Wij zijn dus beperkt in het plaatsen van het aantal kinderen. Nieuwe leerlingen die nog geen broertje of zusje bij ons op school hebben zitten, kunnen worden ingeschreven zodra zij 2 ½ jaar oud zijn. Er komt binnen Weesp een gelijk tijdpad voor aanmelden en toedelen van plaatsen. De leeftijdsgrens wordt hierbij verlaagd naar 2 jaar. Het moment van aanmelding (tussen 2 jaar en 3 jaar en 2 maand) speelt bij de definitieve toekenning van een plaats geen rol. De Weesper directeuren zijn in gesprek om tot een evenwichtig toelatingsbeleid te komen. Meer informatie vindt u hierover op de website. Nieuwe leerlingen die wél een broertje of zusje bij ons op school hebben zitten, worden met voorrang geplaatst. 7.1 Inspectiebeoordeling In februari 2012 hebben we een bezoek gehad van de Inspectie van het Onderwijs. Het inspectiebezoek had met name betrekking op de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen, op de zorg en begeleiding en op de kwaliteitszorg. Tevens is gecontroleerd of de school voldoet aan bepaalde wettelijke eisen waaronder de onderwijstijd. Vastgesteld is dat de kwaliteit van het onderwijs voor het merendeel op orde is. De leerresultaten tijdens en aan het eind van de basisschoolperiode zijn van voldoende niveau. Ook heeft de inspectie geconstateerd dat het systeem van genormeerde instrumenten en procedures om de prestaties en ontwikkeling van de leerlingen te kunnen volgen van voldoende kwaliteit is. Ook blijkt dat onze school in voldoende mate in beeld heeft welke zorg individuele kinderen nodig hebben. De inspectie sprak zich positief uit over de ontwikkelingen binnen de school. In het inspectierapport wordt geconstateerd dat het verbeteringstraject van de school voortvarend was opgepakt. De inspectie bespreekt op grond van het afgelegde inspectiebezoek de resultaten met het bovenschools management en bestuur van “Spirit”. Onze school werd positief beoordeeld met kleine verbeterpunten. De verbeterpunten die in het inspectierapport worden genoemd zijn: • Het planmatig uitvoeren van de leerlingenzorg • Het jaarlijks evalueren van de resultaten van de leerlingen • De borging van de kwaliteit van het onderwijsleerproces 7.2 Visitatiebezoek Met tevredenheid kunnen wij terugkijken op het afgelopen schooljaar. Dat de school trots mag zijn op wat is bereikt, wordt bevestigd door de drie medewerkers van de Besturenraad, die in juni 2013 onze school hebben gevisiteerd. De medewerkers hebben een documentenanalyse gemaakt en verspreid over twee dagen interviews gehouden met teamleden, IB-ers, bouwcoördinatoren, ouders en leerlingen. Verder hebben zij flitsbezoeken gebracht aan verschillende groepen. Via een presentatie door twee medewerkers van de Besturenraad zijn de bevindingen teruggekoppeld aan het team. Hierin is het volgende naar voren gekomen:
27
Sterke punten: - veel en goede onderwijsontwikkelingen en onderwijsvernieuwing - goede leerlingenzorg met een sterke zorgstructuur - een positieve teamcultuur en een plezierig team - kinderen gaan met plezier naar school - de ouders ervaren de school als plezierig en laagdrempelig Ontwikkelpunten: - pas op de plaats maken - verfijnen en borgen van de ingezette ontwikkelingen - verlagen van de werkdruk van het schoolteam Aandachtspunten: - Verbeteren van de aansluiting van de groepen 1 /2 met groep 3 t/m 8. - bewustwording van de keuze van het onderwijsconcept. - er is binnen het team een gedeelde visie, maar deze is weinig concreet - de beschikbare specialistische kennis kan nog beter worden ingezet - de besluitvorming in de verschillende overleggen kan soms sneller - verlagen van de werkdruk in werkgroepen en vergaderingen - betere afstemming binnen het team over de communicatie naar de ouders Eindconclusie: Er is veel bereikt in korte tijd t.a.v. teamcultuur, organisatiestructuur en onderwijsontwikkeling. Er is een stevige basis gelegd voor een nieuwe fase. Aanbevelingen: - Rust & bezinning - Visieontwikkeling en bewuste keuze onderwijsconcept - Evaluatie overlegstructuur - Kwaliteiten benutten - Aansluiting 1 / 2 en groep 3 t/m 8 - Besluitvorming beter afstemmen 7.3 Wat u moet weten als ouders van nieuwe leerlingen Stoeltje passen Voordat uw kleuter vier jaar wordt mag hij of zij twee keer een ochtend komen meedraaien in de groep. De leerkracht van de groep waarin uw kind geplaatst zal worden, maakt hiervoor met u ongeveer vier weken van tevoren een afspraak. Wat neemt uw kind de eerste schooldag mee naar school: - gymschoentjes (graag voorzien van naam), deze tas kan op school blijven - pauze hapje (gezond) en drinken - eventueel voor het overblijven eten en drinken. Ingaan kleuters De kleuters mogen 10 minuten voor de aanvang van de school naar binnen. Alle kinderen gaan via de hoofdingang van de school naar binnen. Wanneer de kinderen tussen de middag naar huis gaan, kunnen zij om 12.00 uur uit de klas gehaald worden. ’s Middags verlaten alle kleuters de school via de uitgang bij het kleuterplein. In verband met het overzicht blijven de kinderen bij de leerkracht totdat zij worden afgemeld door de ouders.
28
Zindelijk Wanneer de kinderen bij ons op school komen moeten zij zindelijk zijn en zelfstandig naar het toilet kunnen gaan. Informatie-envelop Wanneer uw kind de eerste dag op onze school komt, ontvangt u van de leerkracht een envelop met de volgende informatie: 1. Informatievoorziening vanuit school 2. Tussenschoolse opvang (TSO) 3. Ouderbijdrage 4. Inning ouderbijdrage 5. Overeenkomst ouderbijdrage 6. Machtigingsformulier 7. Opvangadressen bij eventuele calamiteiten 8. Vragenlijst nieuwe ouders 9. Ontwikkelingsvragenlijst 10. Informatie hoofdluispreventie op school 11. Leerlingenlijst van de groep van uw kind, voor zover ingeschreven 12. Schoolmelk
29
8 Afspraken op onze school Onze leerlingen, die in veel gevallen van hun vierde tot hun twaalfde jaar aan ons zijn toevertrouwd gedurende een groot gedeelte van de dag, willen we de kans geven op een optimale ontplooiing, binnen duidelijke en veilige grenzen. Elk kind heeft grote behoefte aan duidelijkheid en regels. Daarom zijn er afspraken nodig. Wat afgesproken is, daar houden we ons allemaal en altijd aan. Alle leerkrachten hanteren dezelfde maatstaven. De afspraken zijn geen doel op zich, maar een middel om op een fijne manier met elkaar om te gaan. Houdt u die gedachte in uw achterhoofd bij het lezen van de hierna volgende afspraken. Algemeen: - kinderen die dicht bij school wonen komen bij voorkeur lopend naar school. - omwille van de veiligheid wordt het voetpad alleen gebruikt door voetgangers en het naastgelegen fietspad alleen door fietsers. Kinderen kunnen in hun gedrag onvoorspelbaar zijn. Voorzichtigheid blijft geboden! - toegang tot het schoolplein, vóóral vlak vóór en na schooltijd, vrijhouden. - uitgangspunt bij ons op school is dat er tijdens de lessen géén petten of hoofddoekjes worden gedragen. Gebruik van mobiele telefoon en I-pod op school: - het is niet toegestaan onder schooltijd en in de pauzes gebruik te maken van de mobiele telefoon. - het maken van foto’s met een mobiele telefoon is verboden, anders dan na uitdrukkelijke toestemming van de leerkracht bij excursies en /of uitstapjes. - bij de aanvang van de lessen bergen de leerlingen hun mobiele telefoon op in hun kastje of in hun tas. - de school is niet aansprakelijk voor schade en/of verlies van een mobiele telefoon. Schoolplein: - de groepen 1 en 2 spelen op het kleuterplein.. - de groepen 3 t/m 8 spelen op het grote plein, behalve tijdens het overblijven dan spelen de groepen 3 en 4 op het plein bij de hoofdingang. - fietsen horen in de daarvoor bestemde fietsenrekken - scheppen en karren zijn om mee te spelen - i.v.m. de veiligheid wordt er op de schoolpleinen niet gefietst door kinderen en ouders. - kinderen, die naar de wc moeten, vragen aan de overblijfkrachten of leerkrachten toestemming om naar binnen te mogen. Omgang met andere leerlingen: - we respecteren elkaar. - we lachen niet om andermans fouten. - we slaan niet. - in werksituaties storen we de ander niet. - iets lenen kan en mag, maar niet zo maar pakken, eerst vragen. - tijdens de instructie luistert iedereen. Omgang met de leerkrachten: - als de leerkracht in gesprek is met iemand, wachten en er niet bij gaan staan. - netjes antwoord geven. - achter iemand langs lopen. - luisteren naar de leerkracht. 30
Orde en netheid: We zorgen dat de gangen en kastjes netjes blijven en we zijn zuinig op onze materialen. Voor de ouders: - de lessen beginnen om 8.30 uur en om 13.00 uur. Wilt u er voor zorgen dat uw kind op tijd op school is! Dit is erg storend voor de leerkracht, maar ook vervelend voor uw eigen kind. - bij het naar binnen brengen van kleuters wordt u verzocht uw kind bij de lokaaldeur gedag te zeggen. Het lokaal is er voor de kinderen. Wanneer er veel ouders in de klas zijn, is het voor sommige kleuters moeilijk om zijn of haar plekje te vinden. Natuurlijk mag u van buitenaf naar uw kind zwaaien, maar doet u dat bij voorkeur vanaf het plein; dat is minder storend. - de kinderen van de groepen 3 t/m 8 gaan zelfstandig de school in. - in de school en op het plein bij de ingang mag niet worden gerookt. - óók ouders mogen niet op het schoolplein fietsen. - de ouders die hun kinderen met de auto brengen worden verzocht hun auto op de parkeerplekken rond de school te parkeren; midden op straat stoppen en de kinderen eruit laten, leidt tot gevaarlijke situaties voor passerende kinderen op de fiets. Een parkeerplek in de onmiddellijke omgeving van de school is het terrein bij AH aan de Achtergracht/Breedstraat. Samenvattend: Onze school moet voor iedereen een fijne plek zijn om te spelen, te leren en te werken!
31
9. Organisatie van ons onderwijs We starten in augustus met 4 kleutergroepen. Gedurende het gehele schooljaar komen er in deze groepen 4-jarigen bij. Wij kiezen voor gemengde groepen in de onderbouw, omdat we daarin grote voordelen zien op het gebied van de sociale en verstandelijke ontwikkeling. In groep 3 t/m 8 werken we in jaargroepen. In alle groepen wordt gedifferentieerd lesgegeven, d.w.z. rekening houdend met de verschillen in de individuele ontwikkeling. Tijdens de lessen wordt er gewerkt met verschillende organisatievormen: - individueel werken - werken in groepen, naar niveau of interesse - klassikaal, bij introductie en instructie van verschillende methoden. 9.1 Inhoud van het onderwijs Algemeen: De kring Op onze school neemt het werken vanuit de kring een belangrijke plaats in. Elke morgen beginnen alle groepen in de kring. Er worden veel zaken in de kring besproken. Ook de godsdienstige vormgeving vindt plaats in de kring. Tijdens de kringgesprekken krijgen de kinderen de gelegenheid over hun eigen ervaringen te vertellen. In de hogere groepen vinden er ook gesprekken plaats over actuele gebeurtenissen. Schrijven In de hele school wordt er gewerkt met de methode “Pennenstreken”. In de kleutergroepen wordt speels begonnen met verhaaltjes en liedjes gekoppeld aan motorische activiteiten m.b.t. het voorbereidend schrijven. Dit gebeurt met de hele groep. Bij de oudste kleuters worden de schrijfpatronen individueel aangeboden en geoefend. Vanaf groep 3 wordt er gewerkt in speciale schrijfschriften.
32
. Expressieve vorming De expressieve vorming omvat de volgende vormingsgebieden: 1. Beeldende vorming 2. Muzikale vorming 3. Dramatische vorming. Beeldende vorming Onder beeldende vorming verstaan we het werken met gevormd en ongevormd materiaal. Gevormd materiaal is papier, karton, stof, hout, enz. Ongevormd materiaal is klei, gips, enz. Bij elk onderdeel komen diverse technieken aan bod. De beeldende vorming wordt gesplitst in drie onderdelen: 1. Handenarbeid 2. Tekenen 3. Textiele werkvormen. Werken met computers De school maakt een gebruik van een netwerkprogramma”de klas.nu”.Op dit netwerk staan veel onderwijsprogramma’s, behorend tot de verschillende lesmethoden, onderwijsondersteunende programma’s op het gebied van rekenen, lezen, spelling, maar ook ontspanning en internet. Al in groep 1 leren de kinderen omgaan met de computer. Er wordt gewerkt met diverse programma’s die aansluiten bij en een aanvulling vormen op de ontwikkelingsmaterialen. In de hogere groepen wordt ook gebruik gemaakt van het internet voor het opzoeken van informatie. Het gebruik van de computer op school, maar ook thuis bij het maken van huiswerk, wordt gestimuleerd. Bouw 1 en 2 Voorbereidend Taal- en Leesonderwijs. De algemene doelstelling van het taal-/leesonderwijs luidt: - het beheersen van de taal als communicatiemiddel en als informatiebron. - het stimuleren van een juist en correct taalgebruik. - het voorbereiden van het leren lezen, door: de stimulering van de ontluikende geletterdheid ontwikkeling van de woordenschat enige letterkennis (kennis van vorm en de klanken van letters) ontwikkelen van begrijpend luisteren We gebruiken hiervoor de methode Schatkist in de kleutergroepen. In deze methode komen alle streefdoelen voor de taalontwikkeling aan de orde. Schatkist sluit goed aan op Veilig Leren Lezen, de methode voor het aanvankelijk lezen in groep 3. Taalactiviteiten die elke week in de kleutergroepen plaatsvinden zijn: - kringgesprekken, in grote en kleine kring - voorlezen uit prentenboeken en daarna bespreken - opzegversjes - dramatiseren - vertellen van verhalen - logisch rangschikken - poppenkast - begripsvorming en woordenschatuitbreiding
33
Deze activiteiten worden met alle kleuters gedaan. Daarbij wordt rekening gehouden met de verschillende niveaus. Voor de oudste kleuters komen daar de leesvoorwaarden bij. Dit zijn activiteiten die gericht zijn op het herkennen van visuele en auditieve verschillen. Er wordt gewerkt met prentenboeken, vanuit thema's en vanuit speelleersituaties. De taak van de leerkrachten in de kleutergroepen is activerend en stimulerend met veel aandacht voor de ontwikkeling van het individuele kind. Het uitgangspunt is de kinderlijke beleving en alle daarop afgestemde activiteiten vormen de basis van de "Taalontwikkeling en de daarbij behorende ontluikende geletterdheid" Voorbereidend rekenonderwijs Bij de groepen 1 en 2 wordt er gesproken over voorbereidend rekenen. Hiervoor gebruiken we de methode Rekenrijk maar zijn ons aan het verdiepen om net als de rest van de school over te gaan op de methode de Wereld in Getallen. De lesstof sluit aan bij onze rekenmethode De wereld in getallen. Met kleuters is er elke dag wel iets te beleven dat met tellen, sorteren, meten en wegen, ordenen en vergelijken heeft te maken. Het is belangrijk aan te sluiten bij de belangstelling en de belevingswereld van kinderen. Vaak ontstaat belangstelling voor een onderwerp spontaan, anderzijds heeft het kind behoefte aan een stimulans en instructie, het wil zich ontwikkelen, uitgedaagd worden. Alle activiteiten worden aangeboden met concrete materialen en in spelvorm. Het tellen bijv. gebeurt op een speelse manier. Tijdens de werklessen wordt er geteld met allerlei materialen (van blokjes tot pepernoten, puzzels, telspelletjes, kralen, lotto’s etc.) en zelfs in het speellokaal wordt er geteld tijdens allerlei tik- en kringspelen (de zevensprong). Voor de groepen 1 en 2 hebben we een aantal streefdoelen opgesteld. Aan de hand van een registratielijst, deze wordt met de ouder besproken in de zgn. 10 minutenavond, volgen wij het kind in zijn of haar ontwikkeling op het gebied van rekenen. De kinderen krijgen een aantal rekenbegrippen aangeboden. Dit zijn begrippen op het gebied van hoeveelheden, maten en gewichten. Wereldoriëntatie Voor het wereldoriënterend onderwijs in de kleutergroepen werken we met thema’s uit de taalmethode Schatkist en verschillende schooltelevisieprogramma’s; o.a. “Koekeloere”. We werken ook met thema’s rond de feestdagen zoals Sinterklaas en Kerst en de seizoenen. Werken in hoeken en met ontwikkelingsmateriaal Vanuit de kring worden de kleuters gestimuleerd zelf een keuze te maken t.a.v. het materiaal, waarmee hij/zij wil gaan spelen. De kinderen worden uitgedaagd en geleid door het materiaal zelf. De leerkracht heeft een stimulerende en controlerende taak. De materialen vereisen een bepaalde manier van werken en/of samenwerken. De leerkracht stimuleert het kind zelf te bepalen met wie hij/zij het spel wil spelen. Daarnaast zijn er verschillende hoeken in het lokaal, waarin het kind altijd samenspeelt met andere kinderen: de poppenhoek, bouwhoek, enz. In deze hoeken ligt het accent op het vrije spel. Het samenspel, het zelf bedenken van spelregels, het oplossen van kleine probleempjes zijn een goede stimulans voor het bevorderen van de sociale redzaamheid en de sociale ontwikkeling. “Spelen om het spelen” is werken aan je ontwikkeling.
34
Bewegingsonderwijs Het bewegingsonderwijs stimuleert de ontwikkeling van de motoriek. Het is belangrijk dat de kinderen zoveel mogelijk bewegen en bezig zijn. Daarom hebben wij gekozen voor een opzet met veel variatie en waarmee aan het eind van het school jaar de kerndoelen voor de verschillende groepen t.a.v. het bewegingsonderwijs worden bereikt. Gymkleding Wanneer de kinderen gaan gymmen, kleden zij zich om in de klas. Geeft u uw kind een apart broekje en shirtje mee. Als gymschoentjes kunt u het beste bootschoentjes of schoenen zonder veters meegegeven. Graag voorzien van naam! Wanneer een kind zijn of haar gymkleding is vergeten dan gymt het kind gewoon mee, maar dan in ondergoed en op blote voeten. Eten en drinken in de kleutergroep Halverwege de ochtend is er voor de kleuters gelegenheid om iets gezonds te eten en te drinken. Het is de bedoeling dat u dit aan uw kind meegeeft in een tas en deze tas plaatst in de mand bij de kapstokken . Tevens heeft elk kind een eigen haakje, voorzien van een sticker. Speelgoed Eén dag in de week hebben de kinderen “speelgoeddag”. De kinderen mogen op deze dag dan speelgoed mee naar school nemen. De andere dagen is dit niet de bedoeling. I.v.m. de beperkte ruimte graag “klein” speelgoed.
35
Bouw 3 en 4 Groep 3 In groep 3 ligt het accent op het leren, maar er wordt ook nog gespeeld. In de praktijk komt het er meestal op neer dat er vooral 's morgens gewerkt zal worden, terwijl 's middags de nadruk meer op creatieve vakken zoals knutselen, muzikale- en dramatische vorming zal liggen. Eén dag in de week mogen de kinderen eigen speelgoed meenemen, waarmee zij aan het einde van de middag mogen spelen. Technisch lezen In groep 3 wordt gestart met het aanvankelijk lezen. De methode die hiervoor wordt gebruikt, is de nieuwste versie van de leesmethode van Caesar “Veilig leren lezen”. Deze methode is gebaseerd op het werken in verschillende niveaus. De gegevens van het leerlingvolgsysteem uit de groepen 2 zijn het uitgangspunt voor de start van het leren lezen en het bepalen van het instructieniveau. Het niveau kan gedurende het schooljaar wisselen. Er zijn kinderen die sneller gaan en een grotere mate van zelfstandigheid aankunnen en kinderen die meer instructie nodig hebben. Om dit goed te kunnen volgen zijn er vier toetsmomenten in groep 3. In de groepen 4 t/m 6 wordt het technisch lezen voortgezet. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de methode “Estafette”. Ook deze methode is gebaseerd op het werken in verschillende niveaus. Begrijpend en studerend lezen Een belangrijk onderdeel van het lezen is het begrijpend en studerend lezen. Wij gebruiken hiervoor de nieuwste uitgave van “Goed Gelezen”. Met deze methode leren de kinderen vanaf groep 4 stapsgewijs een tekst te begrijpen door middel van het onderscheiden van een hoofdgedachte en details. In groep 6 leren de kinderen door middel van een stappenplan een samenvatting te maken. De methode gebruikt een boek met leerkrachtgebonden lessen en daarnaast zijn er de zgn. kaartlessen waarmee de kinderen zelfstandig aan het werk gaan. Ook wordt er aandacht besteed aan de toepassing binnen de andere vak- en vormingsgebieden. Begrijpend lezen reikt immers verder dan de leesles! Taal Vanaf groep 4 gebruiken we de methode “Taal in beeld”. De methode besteedt aandacht aan: 1. Spreken en luisteren 2. Schrijven 3. Taalbeschouwing (woordbouw, zinsbouw en taalgebruik) Daarnaast houden de kinderen een spreekbeurt of een boekbespreking. Aanvankelijk en voortgezet rekenen Wij werken met de methode “Wereld in getallen”. Deze methode biedt veel mogelijkheden tot interactie tussen leerkracht en leerlingen en tussen de leerlingen onderling. De methode biedt veel ruimte voor differentiatie voor de kinderen die de stof goed aankunnen, maar ook voor de kinderen die wat meer moeite met rekenen hebben. De methode heeft een goede opbouw om in groep 8 alle rekenvaardigheden te beheersen die in de kerndoelen genoemd staan. De kinderen werken naast het werken in hun werkboeken ook twee keer per week met de software op de computer in de klas.
36
Wereldoriëntatie, Natuur en Techniek In de groepen 3 t/m 8 wordt er gewerkt met de methode “Natuniek”. De methode werkt met thema’s. Ter aanvulling en als ondersteuning kijken de kinderen van de groepen 3 en 4 naar de thema’s van het schooltelevisie programma “Huisje, Boompje, Beestje” en de kinderen uit de groepen 5 en 6 naar “Nieuws uit de natuur”. Bewegingsonderwijs Alle groepen hebben twee maal per week bewegingsonderwijs. Op het rapport wordt voor bewegingsonderwijs een beoordeling gegeven voor sportief gedrag, bewegingsvaardigheid, spelvaardigheid en inzet.
Bouw 6,7 en 8 Wereldoriëntatie Natuur en Techniek In de groepen 3 t/m 8 wordt gewerkt met de methode Natuniek. Deze methode behandelt vier thema’s per jaar. Deze thema’s bestaan uit drie kennislessen waarna een toets volgt en een praktisch gedeelte. Dit praktisch gedeelte kan bestaan uit een presentatie; inrichten van een museum of het geven van een cursus aan medeleerlingen. Vanuit de methode Natuniek kiezen de groepen 6 en 7 een onderwerp voor het maken van een werkstuk. Groep 8 maakt ook werkstukken die los staan van de methode. Geschiedenis Vanaf groep 5 krijgen de kinderen geschiedenis. Hiervoor wordt de methode “Wijzer door de tijd” gebruikt. Deze methode behandelt chronologisch de wereldgeschiedenis. Aardrijkskunde “Hier en daar” is een moderne aardrijkskundemethode. In groep 5 ligt het accent op oriëntatie op de ruimte om ons heen, het perspectief, kaartlezen e.d. Vanaf groep 6 behandelt de methode achtereenvolgens Nederland, Europa en de wereld.
37
Verkeer Verkeer wordt in alle groepen gegeven. In de groepen 1 en 2 leren we de kleuters datgene wat wij van belang achten voor veilig gedrag in het verkeer. Vanaf groep 3 wordt er gewerkt met methodes van "Veilig Verkeer Nederland". In groep 3 is dat de methode "Rondje verkeer", in de groepen 4, 5 en 6 werken we met verkeerskranten. In groep 7 speelt verkeer een belangrijkere rol, want daar wordt het verkeersexamen gedaan. Dit bestaat uit een schriftelijk gedeelte en een praktisch gedeelte. Voor het praktische gedeelte worden de fietsen gekeurd op verkeersveiligheid. Daarna wordt er een route door Weesp gereden. De leerlingen worden onderweg beoordeeld en krijgen bij slagen hun verkeersdiploma. Engels Vanaf groep 5 wordt er eenmaal per week Engels gegeven. De methode die hiervoor gebruikt wordt is “Take it easy” “Take it easy” is een digibordmethode voor de groepen 5 tot en met 8. Twee zgn. co-teachers, Lenny en Regis die, via het digibord, de kinderen met veel plezier meenemen door de lesstof. De leerlingen doorlopen de methode via thematische filmpjes, leuke muziekclips en prikkelende opdrachten. Ze gebruiken daar een full colour werkboek bij.
Huiswerk Mede als voorbereiding op het voortgezet onderwijs leren de kinderen van de groepen 6, 7 en 8 omgaan met huiswerk. Kinderen van die groepen leren hoe ze hun agenda moeten invullen en hoe ze huiswerk moeten maken en leren. De kinderen van groep 6 krijgen eerst eenmaal per week huiswerk en na de kerstvakantie tweemaal per week; de kinderen van groep 7 driemaal per week en de kinderen van groep 8 krijgen elke dag huiswerk. Bewegingsonderwijs De groepen 5 t/m 8 hebben twee maal per week bewegingsonderwijs. Hiervoor zijn aparte gymkleding en gymschoenen verplicht. Per week wordt er één keer gewerkt met toestellen en ze krijgen één keer per week sport en spel. Elke week wordt er een grondvorm van bewegen aangeboden en regelmatig is er een les vrij werken. In deze les worden meerdere grondvormen en technieken aangeboden. Op het rapport wordt een beoordeling gegeven voor de bewegingsvaardigheid, spelvaardigheid en inzet.
38
Schoolkeuze groep 8 Op de eerste gespreksavond in november in groep 8 krijgt u van de leerkrachten van groep 8 een eerste advies voor het voortgezet onderwijs. N.a.v. dit advies kunt u samen met uw kind in januari de open dagen van de voortgezet onderwijs scholen die bij dit schooltype behoren bezoeken. De aanmelding bij een voortgezet onderwijs school vindt al plaats voordat u de uitslag van de CITO-toets heeft. Groep 8 doet mee aan de Eindtoets en aan de intelligentietoets van CITO. Wanneer wij de uitslag van de Eindtoets hebben volgt er een tweede gespreksavond waarbij de uitslag van de Eindtoets besproken wordt. Het schooladvies wordt mede bepaald door de werkhouding, inzet etc. in de klas, het leerlingvolgsysteem van de groepen 6, 7 en 8 en de Eindtoets van CITO.
39
10. De leerprestaties 10.1 Leerlingvolgsysteem Het toetsen en vergelijken van de leerprestaties is noodzakelijk. Het geeft de leerkrachten een indicatie of de leerstof goed wordt verwerkt en of er veranderingen nodig zijn in de manier van lesgeven, dan wel dat het lesmateriaal moet worden aangepast. Tevens geeft het een indicatie dat bepaalde leerlingen extra hulp nodig hebben. Om de resultaten van elk kind nauwkeurig en systematisch te volgen en vast te leggen maakt onze school gebruik van observaties en het CITO-leerlingvolgsysteem. Zo kan worden vastgesteld in welke mate het kind profiteert van het onderwijs en hoe het zich sociaalemotioneel ontwikkelt. Dit systeem volgt het kind de gehele schoolperiode en zorgt voor een eenduidige en consistente beoordeling van de ontwikkelingen gedurende de gehele schoolperiode. De toetsen, behorend tot de methoden dienen eveneens als signaleringsinstrument. De methodeonafhankelijke signaleringstoetsen worden in de onderstaande, vastgestelde periodes afgenomen. Toetsen
Periode
1. CITO Taal voor kleuters
januari / juni
2. CITO Spelling gr. 3 t/m 8
januari / juni
3. CITO Begrijpend lezen gr. 4 t/m 8
januari (groep 4 ook in juni)
4. DMT toetsen lezen en technisch lezen
januari / juni
5. CITO Woordenschat gr.5 t/m 8
januari / juni
6. CITO Rekenen voor kleuters
januari / juni
7. CITO Rekenen/ wiskunde gr. 3 t/m 8
januari / juni
8. Observatielijst Soc. Emotionele Ontw.
november / april
9.CITO Eindtoets (groep 8)
februari
10.CITO Studievaardigheden gr. 5 t/m7
juni
40
1. Taal voor kleuters. Bij de jongste kleuters ligt bij deze toets het accent op de woordenschat en het kritisch luisteren. Bij de oudste kleuters komen de onderdelen rijmen, auditieve discriminatie, begrippen van plaats en het herkennen van woorden en letters erbij. Deze toetsen geven een objectief beeld van de taalontwikkeling bij kleuters en dienen mede als uitgangspunt voor het inschatten van de instructie bij het leren lezen in groep 3. 2. Spelling. In januari en juni worden de kinderen op het gebied van spelling getest d.m.v. de CITOspellingtest. Aan de hand van de uitslag wordt bekeken of een leerling extra hulp nodig heeft of dat een bepaald spellinggeval met de hele groep nog eens behandeld moet worden. 3. Begrijpend lezen. Eenmaal per jaar worden de kinderen d.m.v. de CITO-toets begrijpend lezen getoetst om te bekijken hoe het met de vorderingen op het gebied van begrijpend lezen staat. Wanneer kinderen uitvallen op dit onderdeel kan er extra hulp geboden worden. Groep 8 doet deze cito in het begin van het schooljaar. 4. Lezen. Het leesniveau van de leerlingen wordt bepaald volgens de DMT en de AVI toets. In groep 3 is er een herfst, winter en lentesignalering voor het aanvankelijk lezen. Het voortgezet lezen vanaf groep 4 wordt twee keer per jaar getest, in november en mei. Aan de hand van deze uitslag worden de kinderen naar niveau ingedeeld bij het oefenen van het technische lezen. 5. Woordenschat Aan de basis van alle taalvaardigheden ligt de woordenschat. Woorden en hun betekenis staan centraal bij het lezen, luisteren, schrijven en spreken. De omvang van de woordenschat en de diepte van de woordkennis nemen door de jaren heen toe. Door het gebruik van de toets Woordenschat kunnen wij volgen of de ontwikkelingen in voldoende mate plaatsvinden. 6. Rekenen Bij deze toets komen de rekenbegrippen en het zien van relaties aan de orde. Bij de oudste kleuters wordt ook gekeken naar het tellen en het getalbegrip. Deze gegevens worden gebruikt voor het bieden van hulp en het geven van extra instructie aan de individuele leerling of de hele groep. 7. Rekenen/ wiskunde. Twee maal per jaar worden de kinderen d.m.v. de CITO-rekentoets getest om te bekijken hoe de vorderingen met rekenen zijn. Dit kan resulteren in extra hulp en speciale aanpak van een rekenprobleem voor een kind of voor de hele groep. 8. Sociaal-emotionele ontwikkeling. In november en april wordt de sociale-/emotionele ontwikkeling van elk kind bekeken en weergegeven in een observatielijst. Aan de hand van deze lijst worden twee maal per jaar de verschillende groepen in het bouwoverleg besproken. Individuele kinderen worden besproken in het overleg met de I.B.-er of in het bouwoverleg, waarbij collega’s een ondersteunende en adviserende rol hebben. 41
9. Cito Eindtoets basisonderwijs. In groep 8 wordt begin februari de Eindtoets Basisonderwijs afgenomen. Deze test bestaat uit de onderdelen taal, rekenen, studievaardigheden. Begin maart ontvangen de ouders de uitslag. Naast de Eindtoets Cito wordt ook de Intelligentietoets van Cito afgenomen. 10. Studievaardigheden Studievaardigheden worden ook wel aangeduid met de term informatieverwerking of algemene vaardigheden. Het aanleren van deze vaardigheden is een kerntaak van de basisschool. Met name een goede leesvaardigheid stelt de kinderen in staat snel kennis op te nemen, onder andere bij Wereldoriëntatie. Het vak Wereldoriëntatie levert zelf ook een bijdrage aan studievaardigheden door de kinderen expliciet te oefenen in het hanteren van naslagwerken, zoals encyclopedieën of informatie op het internet en het lezen van kaarten, schema’s, tabellen en grafieken.
10.2 Rapportage Driemaal per jaar houden wij gesprekken voor alle ouders over de leervorderingen van de kinderen. De leerlingen van de groepen 3 t/m 8 krijgen tweemaal per jaar een rapport. Voor de verschillende vakken en onderdelen wordt een beoordeling gegeven. Tevens krijgen de kinderen een beoordeling voor inzet, concentratie, tempo en zelfstandigheid. Voor de leerlingen van de groepen 1 / 2 maken wij geen gebruik van rapporten. Er is een verschil tussen het afnamemoment van de signaleringstoetsen in de groepen 3 en de groepen 4 t/m 8. In verband hiermee is het eerste rapport in de groepen 3 enkele weken later.
42
10.3 Doorstroming naar het vervolgonderwijs 2012-2013 Naam van de school
VMBO-B
Vechtstede College Casparus College
VMBO-T
HAVO
2
4
HAVO/V VWO GYMNASIUM TVWO WO
8
5
Casparus Junior College
3
Vitus College Bussum
5
Vitus College Naarden
2
4
Gemeentelijk Gymnasium
1
Goois Lyc. (Technasium)
3
Laar en Berg
1
Op Maat
1
Arte College
1
Cygnus Gymnasium
1
Apolloschool
1
Willem de Zwijgercollege Blijft
4
1 1
43
11. Welke zorg bieden wij? 11.1 t.a.v. de sociaal- emotionele ontwikkeling: Onze school heeft een commissie voor sociaal-emotionele ontwikkeling, de zogenaamde SEOcommissie. De SEO-commissie is een onderdeel van de zorgcommissie. Ons schoolteam vindt het belangrijk, dat uw kind goed toegerust wordt om uit te groeien tot een evenwichtige persoonlijkheid, waarbij uitgegaan wordt van de basisbehoeften autonomie, relatie en competentie. De school geeft daaraan een stevig impuls door gedegen onderwijs aan te bieden, waarbij de leerlingen zoveel mogelijk deze basisbehoeften ervaart. Op onze school coördineert Theo Klungers de Kanjertraining en adviseert hij de school op het gebied van het voorkomen en aanpakken van pesten. 11.2 Zorgplan 2013-2014 Dit is een verkorte weergave van ons zorgplan. Het zorgplan is op te vragen via de interne begeleiders. Wij streven er naar leerlingen, die moeilijkheden in het leerproces ondervinden, zoveel mogelijk binnen de eigen groep hulp te bieden. Met extra hulp en begeleiding helpen wij hen de moeilijkheden die zij ondervinden bij het leerproces te overwinnen en weer gewoon mee te draaien in de groep. Niet alle leermoeilijkheden zijn echter op te lossen. Leerlingen die ernstige of specifieke leerstoornissen hebben, proberen wij, indien nodig met externe begeleiding en het bieden van specialistische hulp, te leren zo adequaat mogelijk om te gaan met deze problemen. Eén van onze uitgangspunten is dat “zittenblijven” zoveel mogelijk vermeden dient te worden. Toch kan het voorkomen dat een kind in groep 2 of 3 blijk geeft extra tijd nodig te hebben. Redenen voor een verlengd kleuterjaar of een tweede jaar in groep 3 zijn: - sociale of emotionele redenen - werkhouding - onvoldoende mate van zelfstandigheid - het onvoldoende beheersen van de lees- en leervoorwaarden - specifieke ontwikkelingsproblemen of stoornissen - onvoldoende beheersing van de basisvaardigheden voor taal en lezen In principe blijven er na groep 3 geen kinderen meer zitten. Op onze school richten we onze aandacht op vier gebieden. Deze vier gebieden zijn: 1. het niveau van de individuele leerling 2. het niveau van de groep 3. het niveau van de school 4. het bovenschools niveau 1. Het niveau van de individuele leerling. We onderscheiden drie typen kinderen die extra zorg nodig hebben. a. Kinderen die extra hulp nodig hebben om de minimum stof te kunnen halen. b. Kinderen die een extra uitdaging nodig hebben omdat zij een hoog leertempo en prestatievermogen hebben. c. Kinderen die incidenteel gedurende een korte tijd extra hulp nodig hebben bij een specifiek leerstofonderdeel. 44
Voor de kinderen die hulp nodig hebben bij het leren beheersen van de minimum leerstof maken wij individuele handelingsplannen. Voor de leerlingen waarbij uit specialistisch onderzoek door bijv. WSNS is vastgesteld dat zij veel moeite hebben met het halen van de minimum leerstof per jaar, wordt er een plan opgesteld waarin we vaststellen wat het maximaal haalbare beheersingsniveau voor de leerling is en met welke leermiddelen we dit gaan proberen te verwezenlijken. Voor hoog- en meerbegaafde leerlingen richt onze aandacht zich op het verbreden en verdiepen van de leerstof. Voor de leerlingen van de groepen 5 t/m 8 is er een Verrijkingsklas. Voor leerlingen die incidenteel hulp nodig hebben wordt een hulpplan voor een periode van een aantal weken opgesteld. 2. Het niveau van de groep. De school treft preventieve maatregelen om “uitval” van de kinderen, zowel in pedagogisch als didactisch opzicht in de groep te voorkomen. Dit gebeurt met behulp van het leerlingvolgsysteem. Ons leerlingvolgsysteem is gebaseerd op de Cito-toetsen voor rekenen, spelling, technisch en begrijpend lezen en voor de sociaal-emotionele ontwikkeling de Licorlijst (groep 1 t/m 4) en de Kanjerlijst (groep 5 t/m 8). Bij alle Cito-toetsen is het mogelijk om een groepsprofiel te maken. Aan de hand van deze groepsprofielen kunnen we vaststellen of er hiaten zijn in het beheersen van de leerstof. Wanneer er hiaten worden geconstateerd, maken we een groepsplan waarbij ook de leermethode kritisch wordt bekeken. Naast het didactische klimaat besteden we aandacht aan het pedagogische klimaat in de groepen. 3. Het niveau van de school. Binnen onze school is het pedagogische klimaat op elkaar afgestemd. Dat wil zeggen dat in de hele school dezelfde afspraken en regels gehanteerd worden. Het accent ligt hierbij op de interactie tussen leerling, leerkracht en leerstof en het vergroten van de zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid van de leerlingen. 4. Het bovenschools niveau. Er zijn verschillende instanties waar de school terecht kan met vragen over onze “zorgleerlingen”. Binnen het samenwerkingsverband van WSNS is er een zgn. zorgloket. Daarnaast kunnen wij ook gebruik maken van de advisering van de onderwijsbegeleidingsdienst van EDUNIEK, de Stichting Taalspurt en het bovenschools IB-platvorm van Spirit. Bij het telefonisch spreekuur van WSNS kunnen wij terecht met vragen over begeleiding en/of advies over wel of niet aanmelden van leerlingen bij de “Permanente Commissie Leerlingenzorg”. De “Permanente Commissie Leerlingenzorg” is een instantie waar de school zorgleerlingen kan aanmelden. Deze aanmelding gebeurt door school en ouders samen. 11.3 Passend Onderwijs De wet op Passend Onderwijs verplicht scholen om vanaf 1 augustus 2014 een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. In het zorgplan wordt beschreven op welke wijze onze school invulling geeft aan passende ondersteuning op verschillende ontwikkelingsgebieden. Het zorgplan kan bij de interne begeleiders worden opgevraagd.
45
11.4 Als het langzamer gaat Lezen/ Beginnend lezen en Omgaan met Verschillen (BOV). Bij de overgang van de kleutergroepen naar groep 3 is bij de leerkrachten van groep 3 d.m.v. het leerlingvolgsysteem en de overdracht van de leerkrachten, bekend welke kinderen er tot een risicogroep t.a.v. het lezen behoren. Tijdens het lopende schooljaar kan de samenstelling van het groepje kinderen, dat moeite heeft bij het leren lezen, veranderen. Er wordt regelmatig een signaleringstoets afgenomen. De uitslag van deze toetsen geeft het niveau aan. Wanneer de leerlingen onder het niveau scoren worden zij in het BOV-groepje geplaatst. Deze leerlingen hebben extra zorg en ondersteuning nodig. Zij krijgen heel veel extra instructie en begeleiding van de leerkracht. De leerkracht leest alles samen met hen, bespreekt de oefenstof samen en maakt deze ook samen met deze leerlingen. De instructie voor het lezen houdt in dat we, voordat we gaan lezen duidelijk met de kinderen bespreken wat de bedoeling van de les is. Om het lezen sneller te laten verlopen en de kinderen te leren om de woorden te clusteren, d.w.z. niet meer te spellen maar direct te herkennen aan een aantal bij elkaar horende letters, lezen we elke dag ook zgn. wisselrijtjes. Deze wisselrijtjes bestaan uit woorden die aan het eind het zelfde zijn zoals: moe, toe, doe, koe of uit woorden met eenzelfde begin- en eindletter zoals: mug, mag, maag, meug. Deze rijtjes sluiten aan bij de leeskern waar de groep op dat moment mee bezig is. Ook wordt aan de ouders gevraagd om thuis met hen te lezen. Rekenen We hebben met elkaar criteria vastgesteld waarmee kan worden vastgesteld wanneer een leerling behoort tot de zwakke rekenaars, voor wie een speciaal programma noodzakelijk is. De leeskliniek Er is speciale begeleiding voor kinderen die belemmeringen ondervinden bij het leren lezen. Door speciaal daarvoor opgeleide leerkrachten wordt individuele hulp geboden met specifiek daarvoor bestemde programma’s. De doelstelling is het bevorderen van de leesmotivatie en het verhogen van het leesniveau. Om in aanmerking te komen voor de Leeskliniek kan de leerling via de leerkracht en de intern begeleider aangemeld worden bij de Leeskliniek. In een tijdsbestek van 5 weken wordt de leerling twee maal per week gedurende 30 á 45 minuten begeleid. Na 5 weken wordt er getoetst om te kijken of de begeleiding resultaat heeft gehad. Naar aanleiding van het toetsresultaat wordt er een besluit genomen over het al of niet vervolgen van de begeleiding. Dyslexie Op onze school hebben wij een dyslexieprotocol. Bij de handelingsactiviteiten zullen wij zoveel mogelijk gebruik maken van de volgende handelingsprincipes: Accepteren en Begrijpen: Het kind inzicht laten krijgen in wat dyslexie betekent en welke gevolgen daar aan vastzitten; de klas bekend maken met dyslexie en wat dit voor het kind betekent. Compenseren: Het kind leren haar of zijn sterke kanten te gebruiken om de tekortkomingen op het gebied van spelling en technisch lezen te compenseren. Dispenseren: Het kind krijgt extra tijd bij het maken van toetsen en bij andere opdrachten die veel lees- en schrijftijd vragen. Extra leerhulp: Extra leerhulp kan worden gegeven door de leerkracht in de klas en in de leeskliniek.
46
Werken met handelingsplannen Extra hulp of begeleiding wordt door de groepsleraar in de klas gegeven. Op onze school is één ochtend een speciale leraar, de zogeheten “remedial teacher” beschikbaar. Deze biedt hulp aan de leerkrachten bij het opstellen van handelingsplannen en bewaakt de uitvoer van de plannen in de klas. Daarnaast is zij indien nodig beschikbaar voor gerichte hulp aan kinderen met een zgn. “rugzak”. Voor deze kinderen wordt er door het rijk extra geld beschikbaar gesteld om de hulp te bekostigen. Deze extra hulp of begeleiding wordt altijd eerst besproken met de ouders. Leerling-bespreking Tijdens de leerling-besprekingen per “bouw” worden de teamleden op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen en de resultaten. Dit bouwoverleg heeft twee functies: - de teamleden adviseren elkaar. - het is in het belang van de leerling dat alle leerkrachten op de hoogte zijn, omdat de begeleiding in een vervolgklas door moet gaan.
11.5 Weer samen naar school en PCL Vanuit het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen zijn er maatregelen genomen om de toeloop naar het basisonderwijs voor speciaal onderwijs te verminderen. Er is een project gestart om de opvang van leerlingen, met leermoeilijkheden, binnen het reguliere basisonderwijs te stimuleren en bevorderen. Dit project heet: “Weer Samen Naar School!”. Aan dit project wordt gewerkt in een samenwerkingsverband met een groot aantal scholen uit het Gooi, waaronder een aantal basisscholen voor speciaal onderwijs. Naast het verminderen van de toeloop van leerlingen heeft de samenwerking ook tot doel om de overstap naar het speciaal onderwijs zo soepel mogelijk te laten verlopen. De begeleiding van de leerlingen Op elke basisschool zijn “interne begeleiders”. Aan de hand van de toetsresultaten van CITO, methodegebonden toetsen en de observatielijsten voor het gedrag worden de vorderingen per groep en per individuele leerling inclusief het gedrag bekeken en besproken.
47
De taak van deze I.B.-ers bestaat uit het coördineren van “hulpvragen” uit het team op het gebied van het begeleiden van individuele kinderen met leer- en of gedragsmoeilijkheden of van een groep . De procedure is als volgt: 1. De leerkracht signaleert een probleem en meldt dit aan de I.B.-er en aan de ouders. Wanneer het noodzakelijk is, wordt er door de leerkracht en de I.B.-er een handelingsplan opgesteld. In dit individuele of groepshandelingsplan wordt vastgesteld op welke wijze we hulp gaan bieden. De uitvoering van het handelingsplan zal door de eigen leerkracht worden gedaan. Na een aantal weken volgt er een evaluatie. Als blijkt dat we met het handelingsplan op de goede weg zijn, maar dat het resultaat nog niet voldoende is, wordt er een vervolg-handelingsplan opgesteld. 2. Leveren de handelingsplannen voor een individuele leerling geen of onvoldoende resultaat op, dan volgt er een gesprek met de ouders. Uit dit overleg volgt een advies. Dit advies kan zijn: extra begeleiding (dit kan zijn: externe bureaus, de school heeft een lijst met namen, schoolonafhankelijk) of het aanmelden voor een nader onderzoek. Wanneer een leerling wordt aangemeld voor een nader onderzoek moeten de ouders toestemming geven. De aanmelding gebeurt bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (P.C.L.). De school meldt de leerling aan d.m.v. een uitgebreid observatieverslag. 3. Als het onderzoek heeft plaatsgevonden, worden de resultaten daarvan besproken met de leerkracht en de ouders. Bij dit gesprek zal naast de leerkracht, de ouders en de psycholoog ook de I.B.-er aanwezig zijn. 4. Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten wordt er een nieuw handelingsplan opgesteld om de leerling zo goed mogelijk te kunnen begeleiden. Basisschool voor speciaal onderwijs De Permanente Commissie Leerlingenzorg van WSNS beoordeelt of een leerling wel of niet wordt toegelaten op een basisschool voor speciaal onderwijs. De commissie beoordeelt ook de hulp die tot dan toe is geboden door de school. Zij kan het advies geven meer of andere hulp te bieden in samenwerking met de onderwijsbegeleidingsdienst of de keuze bieden van een andere school. Wanneer uit de onderzoeken blijkt dat de leerling beter op zijn plaats is op een basisschool voor speciaal onderwijs adviseert de P.C.L. de ouders hun kind aan te melden bij een school voor speciaal basisonderwijs.
48
11.6 Leerling-gebonden financiering Al een aantal jaren hebben we zgn. rugzakkinderen op school. Ouders van een kind met een handicap waren tot voor kort voornamelijk aangewezen op het speciaal onderwijs. Vanaf 1 augustus 2003 hebben deze ouders de mogelijkheid een rugzak, d.w.z. geld, aan te vragen waarmee ze bij een school voor Speciaal Onderwijs dan wel een gewone basisschool onderwijs voor hun kind kunnen kopen. Van het geld dat ouders meebrengen, kunnen scholen extra faciliteiten regelen zoals de aanstelling van een remedial teacher voor enkele uren per week. Onze uitgangspunten luiden: - Onze school vindt het plaatsen van kinderen met leerling-gebonden financiering een waardevol gegeven. Dit echter alleen als het kind zich, net als alle andere kinderen, op onze school gelukkig kan voelen. - Voor het onderwijs aan alle zorgleerlingen geldt: het instrueren en individueel inoefenen is mogelijk zolang de grootte van de groep dit toelaat en het niet ten koste gaat van de andere leerlingen in dezelfde groep. - In overleg met de verschillende geledingen hebben we besloten om niet meer dan één ‘rugzakkind’ per groep op te nemen. - Wanneer er meerdere kinderen in een groep zitten die extra zorg nodig hebben, dus zonder rugzak, kan dit leiden tot het besluit in deze groep geen kinderen met een rugzak te plaatsen. Met deze uitgangspunten geven we aan welke kinderen we in principe niet op kunnen nemen en waarom niet. Kortom wat de grenzen van onze zorg zijn. Eén van de belangrijkste beperkingen is de draagkracht van het schoolteam dan wel individuele teamleden. Per gehandicapte leerling wordt vastgesteld hoeveel tijd er beschikbaar gesteld kan worden. Dit in relatie tot de hoeveelheid rugzakgeld. Cluster 1: visueel gehandicapten • Onze school beschikt voor kwalitatief goed onderwijs niet over leerkrachten die het Brailleschrift beheersen. Cluster 2: auditief en taal/spraak • Onze school beschikt voor een kwalitatief goede opvang niet over: • Een leerkracht die gebarentaal kan gebruiken. • Medeleerlingen die gebarentaal kennen. • Soloapparatuur/ringleiding op school. • Specifiek lesmateriaal, maar kan dit eventueel wel aanschaffen. Cluster 3: lichamelijk en verstandelijk gehandicapten Onze school beschikt voor een goede opvang niet over: • Een leerkracht die specifiek is opgeleid. • Specifiek lesmateriaal, maar kunnen dit wel aanschaffen. • Een aparte rustruimte. • Apart meubilair. • Een aangepast gymlokaal. Cluster 4: gedrag en psychiatrie Onze school beschikt voor een kwalitatief goede opvang niet over: • Een leerkracht die specifiek is opgeleid. • Specifiek lesmateriaal, maar kan dit wel aanschaffen. 49
In z’n algemeenheid zullen deze en andere factoren met de aanmeldende ouders worden doorgesproken en zal aangegeven worden welke zaken er aangeschaft/aangepast moeten worden en of dat mogelijk is. Bij terugplaatsing vanuit het speciaal onderwijs wordt inzage in het leerling-dossier gevraagd en wordt er contact opgenomen en zorgvuldig overleg gepleegd met de school van herkomst. Verder is door de grote verscheidenheid in belemmering nauwelijks aan te geven hoe ver de school tegemoet kan komen aan de zorgvraag. Al met al is de stelling van het team van onze school, dat alleen die leerlingen toegelaten kunnen worden waarbij het team er vertrouwen in heeft dat onze school deze kinderen kwalitatief een goede schooltijd kan bieden, waardoor ze op school gelukkig kunnen zijn. Het onderwijs aan de andere leerlingen in de groep mag hierdoor niet in de knel komen. Het is verder van groot belang dat na eventuele toelating ouders en school voortdurend met elkaar in gesprek blijven.
11.7 Als het sneller gaat Protocol voor de meer- en hoogbegaafde leerlingen Elk kind is een persoonlijkheid met individuele eigenschappen en met een persoonlijke begaafdheid. Sommigen zijn meer begaafd dan anderen. Elk kind heeft recht op zorg en aandacht, die het meest is afgestemd op de eigen begaafdheid van het kind. Voor deze leerlingen gebruiken wij een protocol dat is ontwikkeld door Eleonora van Gerven, een specialist op het gebied van hoogbegaafdheid. De Verrijkingsklas Op onze school hebben wij ook leerlingen die “meerbegaafd” zijn. Deze leerlingen hebben veel meer uitdaging nodig. Om ook deze kinderen optimaal te kunnen begeleiden en hen de uitdaging te bieden die zij nodig maken we gebruik van een verrijkingsklas. Tijdens deze lessen krijgen de leerlingen speciale opdrachten die hen uitdagen, die een beroep doen op het creatief denkvermogen en die verder en dieper gaan dan de reguliere lesstof. De verrijkingsklas is bedoeld voor de leerlingen vanaf groep 5. 11.8 Motorisch Remedial Teaching Ongeveer 10% van de kinderen in Nederland heef een achterstand in de ontwikkeling van bewegen. Door middel van een leerlingvolgsysteem brengen wij de ontwikkeling van bewegen 50
van alle kinderen in kaart. Mocht een kind een bewegingsachterstand hebben en hier last van hebben in de gymlessen, tijdens het buitenspelen of in het dagelijks leven dan komt het kind in aanmerking voor MRT. Dit wordt aangeboden door de vakleerkracht bewegingsonderwijs bij ons op school. M.R.T. is met leerlingen door bewegen, werken aan achterstanden in de ontwikkeling van bewegen. Het uitgangspunt van M.R.T. is dat je kijkt naar de motorische ontwikkeling van de leerlingen, niet zozeer naar wat ze wel en niet kunnen, maar naar de wijze waarop ze verschillende bewegingen uitvoeren. Door het vergelijken van die bewegingen kun je een goed beeld krijgen hoe ver een kind in zijn motorische ontwikkeling is. Tijdens de MRT wordt er op speelse wijze geoefend om deze achterstand te minimaliseren.
12. Externe contacten op het gebied van de zorg 12.1 De Onderwijsbegeleidingsdienst (Eduniek) Eduniek is een organisatie met veel kennis en ervaring op het gebied van onderwijs en educatie. Zij richt zich op het verlenen van hulp aan en begeleiding van de basisscholen. Onze school maakt veel gebruik van deze expertise. Onze school heeft een "eigen" contactpersoon: De heer O. K. Sweers. Deze contactpersoon adviseert de school bij de vertaling van de wensen op het gebied van onderwijsvernieuwingen naar de dagelijkse onderwijspraktijk en de daarbij behorende nascholing en het volgen van cursussen bij specialisten op allerlei onderwijsgebieden. Daarnaast kunnen wij, als school, advies vragen op het gebied van de leerlingenzorg.
12.2 Jeugd- en gezondheidsdienst
JEUGDGEZONDHEIDSZORG GGD GOOI & VECHTSTREEK Kinderen in de leeftijd van 0-19 jaar worden door de afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van GGD Gooi & Vechtstreek verschillende keren uitgenodigd voor een gezondheidsonderzoek. Voor welke onderzoeken worden kinderen in de basisschoolleeftijd uitgenodigd? En met welke vragen kunnen kinderen en ouders terecht bij de JGZ? Meer informatie hierover biedt onderstaande tekst. Groep 2 Alle kinderen uit groep 2 worden uitgenodigd voor een onderzoek door de jeugdarts. Er wordt uitgebreid gekeken naar de groei, ontwikkeling en de gezondheid. De arts let o.a. op de ogen, de oren, lengte en gewicht, de spraak/taalontwikkeling, de voeding, het bewegen (grove en fijne motoriek) en het gedrag van het kind. In de uitnodiging wordt vermeld waar dit onderzoek plaats vindt: op school of op een GGD-locatie. Groep 7 Alle leerlingen uit groep 7 worden op school gezien door de doktersassistente. Zij weegt en meet het kind. Ook onderzoekt zij de ogen en oren als er twijfels zijn over het zien of horen. Naar aanleiding van dit onderzoek wordt gekeken of een kind extra aandacht van de JGZ nodig heeft. Een afspraak bij de arts of verpleegkundige is mogelijk het gevolg. Dit onderzoek vindt plaats zonder de ouder. 51
Oproep voor vaccinaties In het kalenderjaar dat kinderen 9 jaar worden, ontvangen zij een oproep voor twee vaccinaties; één tegen Difterie, Tetanus en Polio (DTP) en één tegen Bof, Mazelen en Rodehond (BMR). Daarnaast ontvangen meisjes, in het kalenderjaar dat zij 12 jaar worden, oproepen voor de inenting tegen baarmoederhalskanker (HPV). Deze inenting bestaat uit drie prikken. Wanneer een kind onvolledig is ingeënt, kunnen ouders voor de ontbrekende inentingen bij de GGD terecht. Vragen over de ontwikkeling Als er vragen zijn over de lichamelijke, geestelijke of sociale ontwikkeling, kunnen kinderen en ouders contact opnemen met de JGZ. Bijvoorbeeld bij vragen over taal/spraak, voeding, leefgewoonten, moeilijk gedrag, pesten, veiligheid, sport en beweging, seksualiteit, zindelijkheid, etc. In de meeste gevallen kan de arts of verpleegkundige hierbij voorlichting of advies geven. In sommige gevallen verwijzen zij door. Opvoedondersteuning Ook voor vragen over de opvoeding kunnen ouders terecht bij de JGZ. De verpleegkundigen en artsen kunnen tips en hulp bieden om het opvoeden makkelijker te maken. Zij doen dat volgens de methode Triple P (Positief Opvoeden). Daarnaast biedt de GGD de oudercursus Opvoeden & Zo (3-11 jaar) en ‘Beter omgaan met pubers’ (12-18 jaar) aan. Extra onderzoek Naar aanleiding van vragen en/of problemen kan er een extra onderzoek worden afgesproken. Dit kan op verzoek van het kind, de ouder of bijvoorbeeld een leerkracht. Kinderen die niet in groep 2 of 7 zitten, kunnen dus ook in aanmerking komen voor een onderzoek bij de verpleegkundige of arts. Bereikbaarheid De afdeling JGZ van GGD Gooi & Vechtstreek is op werkdagen tussen 08.30 en 17.00 uur bereikbaar via een centraal nummer: (035) 692 63 50. Ook kan gebruik worden gemaakt van e-mail: -
[email protected] (voor algemene vragen)
[email protected] (voor vragen over afspraken)
Meer informatie over de JGZ is ook te vinden op de website van GGD Gooi & Vechtstreek: www.ggdgooi.nl. Medewerkers JGZ De namen van de arts, verpleegkundige, doktersassistente en logopediste die verbonden zijn aan deze school worden aan het begin van het schooljaar bekend gemaakt. Kom altijd vragen!! U bent van harte welkom in het CJG met al uw vragen over opvoeden en opgroeien: kleine én grote vragen. En … rare vragen bestaan niet. Over slapen, niet luisteren, voeding, school, pesten ….. Loop gewoon eens binnen of maak een afspraak! Het is gratis en er wordt geen digitaal dossier van uw kind/gezin gemaakt. Voor de openingstijden zie www.cjgweesp.nl. Voor contact: 035-7600768 of
[email protected].
52
12.3 Zorg Advies Team In Weesp is er een Zorg Advies Team ingesteld. Dit team heeft tot doel een sluitende zorgstructuur voor kinderen in het basisonderwijs te realiseren. Er vindt regelmatig een zorgoverleg plaats. Het opvoeden van een kind is leuk, maar kan soms lastig zijn. Als het lastig wordt, vraagt dat veel geduld van ouders en van de leerkracht. Meestal is de lastige periode van een kind maar tijdelijk en gaat het, door goede regels en grenzen stellen, al snel beter. Als het opvoeden lastig blijft, als het kind ongelukkig of minder vrolijk is, kunnen ouders in een vicieuze cirkel komen van machteloosheid en onbegrip. Eetproblemen, concentratieproblemen, leerproblemen, slaapproblemen, veel huilen en agressief gedrag zijn allerlei manieren waarmee het kind aan kan geven dat er iets niet in orde is. Wanneer het kind problemen heeft waar het met behulp van ouders, leerkracht of anderen die ondersteuning bieden niet uitkomt, dan kan de leerkracht, in overleg met de ouders, besluiten om het kind te bespreken in het zorgoverleg. In het zorgoverleg zitten de jeugdarts en de jeugdverpleegkundige van de GGD, de aandachtsfunctionaris, de intern begeleider van de school, de leerplichtambtenaar en een schoolmaatschappelijkwerker. Met elkaar wordt gekeken wat er precies aan de hand is en hoe ouder(s), leerkracht en kind tot een prettige en leefbare situatie kunnen komen. Wanneer er op school melding wordt gemaakt van ongeoorloofde handelingen op sociaalemotioneel of seksueel gebied, zijn wij verplicht dit te melden.
53
13. Schoolkosten 13.1 De vrijwillige ouderbijdrage Onze school organiseert naast het vaste lesprogramma allerlei extra activiteiten. U kunt hierbij denken aan de viering van Sinterklaas, Kerst en Pasen. Maar ook aan culturele evenementen zoals culturele uitvoeringen en speldagen. De activiteiten worden georganiseerd door de Ouderraad, een groep ouders die zich heeft opgegeven om hiermee te willen helpen. Om deze activiteiten te kunnen financieren vragen wij ouders jaarlijks een ouderbijdrage te betalen. Deze bijdrage betreft € 40,84 per kind per schooljaar. Een deel van de bijdrage wordt tevens besteed aan schoolreisjes en er worden leermiddelen voor aangeschaft, zoals bibliotheekboeken. Door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen zijn er richtlijnen m.b.t. de ouderbijdrage opgesteld. Deze kunt u vinden op www.rijksoverheid.nl Uitgangspunt is dat een school een ouderbijdrage mag vragen voor extra activiteiten en andere zaken die niet tot het gewone onderwijs behoren. De school dient volgens de richtlijnen een schriftelijke overeenkomst af te sluiten met ouders, die door de ouders ondertekend dient te worden. In deze overeenkomst worden de volgende zaken geregeld: 1. Het gaat om een vrijwillige bijdrage. 2. In de overeenkomst wordt duidelijk aangegeven waaraan de gelden worden besteed. De mogelijkheid bestaat dat de ouders aangeven om voor bepaalde onderdelen niet mee te betalen. 3. De school kan, wanneer de ouders door bijzondere omstandigheden niet in staat zijn om de ouderbijdrage te betalen, deze in zijn geheel of voor een gedeelte kwijtschelden. 4. In deze overeenkomst is ook een reductieregeling opgenomen. Het is onze intentie om uw kinderen een fijne schoolperiode bij ons op school te bezorgen. Wij zijn van mening dat de extra activiteiten daarin een belangrijke rol spelen. Wij vertrouwen er op dat alle ouders het belang van de ouderbijdrage zullen onderkennen en deze ook willen bijdragen. De richtlijnen vanuit het ministerie van OC&W maken het een school mogelijk om een leerling uit te sluiten van extra activiteiten waar men niet voor heeft betaald. De directie is vooralsnog niet van plan dit te doen. Elk jaar zal er door de Ouderraad verantwoording worden afgelegd over de besteding van de ouderbijdragen van het afgelopen schooljaar en wordt de begroting voor het huidige schooljaar ter goedkeuring voorgelegd. Dit zal op de website worden gepubliceerd. 13.2 Ouderbijdrage Om extra activiteiten en andere zaken die niet tot het gewone onderwijs behoren toch mogelijk te maken, vraagt de school om een ouderbijdrage. In onze school wordt de ouderbijdrage voornamelijk besteed aan: 1. Festiviteiten en evenementen voor de kinderen. 2. Het aanschaffen van nieuwe en aanvullende leermiddelen. 3. Culturele evenementen voor de kinderen (te denken aan o.a. musea). Elk jaar doet de OR officieel verslag van de financiële boekhouding. Deze kunt u terugvinden op de website van de school. Om de ouderbijdrage zo gemakkelijk mogelijk te kunnen innen en onnodige kosten te beperken, is door de school en de Ouderraad besloten de ouderbijdrage middels automatische incasso te innen. Na uw machtiging wordt de ouderbijdrage jaarlijks in de laatste week van september van uw rekening afgeschreven. 54
De voordelen van automatische incasso voor u en voor school zijn: - U kunt niet vergeten de ouderbijdrage te betalen. - Wij besparen hiermee overbodige bankkosten. - De betaling is elk jaar in de laatste week van september, u komt dus niet voor verassingen te staan. - U kunt op elk gewenst moment de automatische incasso stopzetten. - Zodra uw kind van school gaat stopt de automatische incasso automatisch. - Als u het niet eens bent met het afgeschreven bedrag, heeft u 30 dagen de tijd om via uw bank dit bedrag terug te laten storten. Een machtigingsformulier zit in de welkomstenvelop. Wellicht ten overvloede maken wij u er op attent dat de machtiging per kind wordt afgegeven en niet automatisch ook geldt voor broertjes en zusjes. Aan de ouders die bezwaar hebben tegen de automatische incasso wordt gevraagd de jaarlijkse ouderbijdrage van € 40,84 te voldoen voor 1 oktober van elk jaar op rekening 1570.03.876 t.n.v. Spirit inzake Van der Muelen-Vastwijk Ouderraad. Vermeld u duidelijk om welk kind of kinderen uit welke groep(en) het gaat! Heeft u meerdere kinderen op school, dan kunt u spreiding toepassen, waarbij wij u vragen uw totale bijdrage voor 1 januari te voldoen.
13.3 Schoolreisje/kamp Voor alle groepen worden er schoolreisjes georganiseerd. De groepen 1 t/m 7 gaan elk jaar op schoolreisje. Dit kost ongeveer € 12,00 per kind per jaar. Vanuit de ouderbijdragen wordt er een groot gedeelte van het schoolreisje betaald. Groep 8 gaat niet mee op schoolreisje, maar zij gaan op werkweek naar Terschelling. Dit kost € 120,00 per kind. Dit kan dan overgemaakt worden op rekening 1533.46.523 t.n.v. Spirit inz . vd Muelen Vastwijk dir. o.v.v. de naam van uw kind.
55
13.4 Excursies De groepen 1 t/m 8 gaan regelmatig op excursie. De ouderraad draagt bij in de kosten van excursies. Voor het deelnemen aan een excursie moet door de ouders toestemming worden gegeven. Aan het begin van het schooljaar ontvangt elk kind een brief waarop u eenmalig toestemming kunt geven voor alle excursies in het schooljaar.
56
14. Ouders en de school 14.1 Contacten met de school Soms lijkt er een soort drempelvrees te bestaan om allerlei zaken betreffende de school of een kind met de leerkrachten te komen bespreken. Dat is jammer want een goede communicatie tussen ouders en leerkrachten is van essentieel belang. Een gesprek kan aan twee kanten veel duidelijk maken. Om adequaat op een kind te kunnen reageren is het voor een leerkracht van belang op de hoogte te zijn van zaken die van invloed kunnen zijn op het gedrag van een leerling zoals bijv. scheiding van de ouders, het overlijden van grootouders of andere dierbaren. Schroomt u niet, maar maak een afspraak met de desbetreffende leerkracht. Wij zijn elke dag na drie uur en op woensdagmiddag op school aanwezig en dus voor u te spreken. Maakt u daarvoor een afspraak met de betreffende leerkracht. Een telefoontje mag ook. De beste opbeltijden zijn: Van: 8.00 uur 8.20 uur 12.10 uur - 12.50 uur 15.15 uur - 15.30 uur Voor de administratie is het van belang dat u wijzigingen t.a.v. adressen, telefoonnummers en opvangadressen bij calamiteiten tijdig aan ons doorgeeft. Dat kan via
[email protected].
14.2 Huisbezoek voor de nieuwe leerlingen in de kleutergroepen De leerkracht bezoekt de ouders van de nieuwe leerlingen uit zijn of haar groep. Wanneer een nieuwe leerling ongeveer 6 weken op school zit en dus enigszins gewend is, wordt er een afspraak met de ouders gemaakt om thuis de eerste periode van het kind te komen bespreken. Dit huisbezoek heeft tot doel kennismaking met de school en bespreking van de startperiode. In het tweede schooljaar bij de kleuters worden er tweemaal per jaar zgn. 15 minuten gesprekken gehouden.
57
Tijdens deze bezoeken worden de volgende onderwerpen ter sprake gebracht: 1. Aanpassing aan het groepsgebeuren. 2. Sociaal/emotioneel gedrag: - t.o.v. de leerkracht - t.o.v. de medeleerlingen 3. Houding van het kind: - t.o.v. het spelmateriaal binnen en buiten - t.o.v. opdrachten - t.o.v. expressieve activiteiten 4. Motoriek: - grove motoriek, zowel in speellokaal als buiten - fijne motoriek 5. Taal/denkontwikkeling: - taalschat, woord-/zinsgebruik - taalactiviteiten - luisterhouding - geheugen 6. Begripsvorming: - kleuren en vormen - begrippen aangeleerd, kunnen worden toegepast - rekenbegrippen 7. Zelfstandigheid: - school - thuis 14.3 Informatieavonden Aan het begin van het schooljaar wordt er in elke groep een informatieavond gehouden. Op deze avond kunnen ouders hun vragen stellen en nader kennis maken met elkaar en de leerkracht. De leerkracht bespreekt het programma van de groep, de lesmethoden en werkwijze. 14.4 Nieuwsbrieven en de website Aan het eind van elke maand versturen wij onze digitale nieuwsbrief. Ouders die deze niet kunnen of wensen te ontvangen via de mail kunnen dit aangeven en ontvangen de papieren versie. De nieuwsbrieven bevatten o.a. informatie over diverse schoolactiviteiten, het schoolplan, de medezeggenschapsraad, de ouderraad en het vakantierooster. Op onze website: www.vdmv.nl verschijnen regelmatig foto’s van allerlei activiteiten die op school plaatsvinden of van de uitstapjes. Ook de nieuwsbrieven worden daar geplaatst. Wanneer u bezwaar heeft tegen het plaatsen van foto’s waarop uw kind staat, kunt u dit kenbaar maken bij de leerkracht of de directeur. 14.5 Contactouders Per groep zullen één of twee ouders gevraagd worden op te treden als contactouder. Deze ouder of ouders dienen als klankbord voor de leerkracht en kunnen assisteren bij de organisatie van excursies. 14.6 Ouderraad Taken en verantwoordelijkheden Ouderraad Ouders en de school: De hulp van ouders/verzorgers is op school niet meer weg te denken. Veel activiteiten zouden zonder hun hulp niet kunnen plaatsvinden. De Ouderraad (OR) bestaat uit een groep enthousiaste ouders en twee vertegenwoordigers vanuit het schoolteam. Zij leveren een stimulerende en ondersteunende rol bij de organisatie van schoolse -en buitenschoolse activiteiten. Hierbij valt o.a. te denken aan verschillende sportactiviteiten, het sinterklaasfeest, de kerst- en paasviering, creatieve activiteiten, 58
schoolreisjes, de avondvierdaagse, de eindmusical van groep 8 en nog veel meer. Het organiseren van deze activiteiten geven een extra band tussen school en ouders en leveren een daadwerkelijke bijdrage aan de missie van de school: “Samen school zijn” De Ouderraad: De OR bestaat uit een voorzitter, secretaris, penningmeester, twee leerkrachten en algemene leden. De OR beheert de jaarlijkse (vrijwillige) ouderbijdrage. Deze wordt besteed aan activiteiten en indien nodig, aan aanvullende leermiddelen. Wanneer er vacatures ontstaan in de OR, wordt er een oproep geplaatst in de nieuwsbrief. Geïnteresseerden kunnen zich opgeven bij de voorzitter van de OR en desgewenst ook een vergadering van de OR bijwonen. Taken: De Ouderraad: - organiseert en voert samen met het team diverse activiteiten en feesten uit - fungeert als aanspreekpunt voor ouders - de voorzitter onderhoudt nauwe contacten met de schooldirectie en de voorzitter van de MR De inbreng van de ouders heeft de afgelopen jaren veel opgeleverd voor de kwaliteit van het onderwijs op onze school. Met name wordt er vanuit de MR meegedacht over de schoolorganisatie en het beleidsplan voor de komende jaren. Vergaderingen: De OR komt ongeveer 10 keer per jaar samen. Tijdens deze vergaderingen wordt gekeken welke activiteiten er het komende schooljaar georganiseerd moeten worden en uitgevoerde activiteiten worden geëvalueerd. Daarnaast worden de financiën besproken en komen lopende schoolzaken aan de orde. Er is altijd minimaal een (vaste) vertegenwoordiger van de school aanwezig. Van iedere vergadering worden notulen bijgehouden. Communicatie: Openheid en bereikbaarheid is van groot belang voor een goede samenwerking tussen school en ouders. Daarom zal van elke OR-vergadering de notulen worden gepubliceerd op de website. Tevens is de OR te bereiken via
[email protected], maar u kunt natuurlijk ook altijd een OR-lid benaderen op het schoolplein. De website is een belangrijk communicatiemiddel van de OR. Op de site kunt u een link vinden naar de informatie van de OR.
59
Voorzitter: Secretariaat/notulen: Penningmeester:
Jiska Uiterwaal Danielle Wijnen Marc Schouten
Leden vanuit de school: Nelleke Nobel Yolentha Denekamp Leden (ouders): Lambert Morsink Kim Wesselius Claartje Sterk Gerda van der Landen Jiska Uiterwaal Masha Kodden Beata Traczyk Annika Kappert Barbara Pronk Arno van der Kuur 14.8 Medezeggenschap: De Medezeggenschapsraad (MR) is de formele vertegenwoordiging van de ouders en het personeel in de school. Van de MR wordt in een aantal wettelijk geregelde zaken instemming of advies gevraagd. In de MR zitten namens de ouders: Anouk Portengen (ouder van Tesse in groep 8 en Mette in groep 5 ) Arno van der Kuur (ouder van Marloes in groep 2 en Sacha in groep 5) Ronald Vermeulen (voorz.) (ouder van Guusje in groep 5 en Floor in groep 4) In de MR zitten namens de leerkrachten: Jantine ter Beek ( leerkracht groep 6) Anneke Westera ( leerkracht groep 4) Sanne Rangel ( leerkracht groep 7)
60
In de GMR (Gezamlijke MR van Spirit) zitten namens de VDMV Janwillem Schulte (ouder van Bloeme in groep 7) Theo Klungers (leerkracht groep 8) Kim Philips van Buuren (leerkracht groep 1/2) Wij hebben in de MR-vergadering van 5 juli 2012 afscheid genomen van Esther Pieters en Kim Wesselius als lid van de MR (Oudergeleding). Nogmaals dank voor jullie inzet! Een foto van de nieuwe MR wordt in de volgende nieuwsbrief gepubliceerd. Wat is een MR en hoe werkt het? Zoals bij elke basisschool is de medezeggenschapsraad de formele vertegenwoordiging van ouders en leerkrachten (= personeel). Een MR bestaat minimaal uit vier leden. De MR van onze school bestaat uit zes leden, waarvan drie ouders en drie leerkrachten. Dit wordt respectievelijk de oudergeleding en de personeelsgeleding genoemd. De MR heeft per geleding advies -en instemmingstaken. De details qua advies en instemming staan in de wet op primair onderwijs (www.aobscholing.nl/mr.html ). De MR van een basisschool heeft een beleidscontrolerende en adviserende rol. Vanuit zowel de oudergeleding als de personeelsgeleding kunnen situaties gesignaleerd worden waarna beleidsmatig gekeken wordt naar wat er geregeld is en of dit vraagt om aanpassingen. Vervolgens wordt er een advies of een verzoek tot aanpassing gedaan aan de schooldirectie. De zaken die een MR bespreekt kunnen vertrouwelijk zijn, dit kan ook zijn op verzoek van personeel of ouders. Van elke MR vergaderingen worden notulen opgesteld, welke voor beide geledingen en de schooldirecteur zijn in te zien. Kandidaatstelling: Zowel vanuit de oudergeleding als personeelsgeleding kan een kandidaat zich verkiesbaar stellen. Voor de ouders gebeurt dit via een oproep in de nieuwsbrief, indien een vacature ontstaat. Bij het personeel wordt een kandidaat gekozen door en uit de leerkrachten. Dienen zich geen nieuwe kandidaten aan, dan blijft de huidige MR zitten tot nieuwe ouders en leerkrachten zijn benaderd en deze uiteindelijk worden geïnstalleerd. MR-leden worden voor 3 jaar gekozen. Wat doen we nu? Concreet houdt een MR zich bezig met diverse onderwerpen die betrekking hebben op lopende schoolzaken, overheidsbeleid, feedback van de ouders, e.d. Voorbeelden hiervan zijn: onderwijskundige doelstellingen van onze school, het schoolplan, inzet van het personeel, voorzieningen voor leerlingen, opvang en het schoolbudget. Dit wil zeggen dat we bijvoorbeeld toetsen wat over de boven genoemde zaken beschreven staat, hoe dit in praktijk loopt en of dit afdoende is. Het is dus belangrijk dat wij signalen krijgen van zowel ouders als van het team van onze school. De zaken die dit schooljaar aan de orde komen zijn: 1. Personeelsbezetting van de school (functieformatie) 2. Communicatiebeleid van onze school 3. De schoolbegroting 4. Het schoolplan 5. Verrijkingsbeleid 6. Spreidingsbeleid in Weesp 7. Opvolging ouderenquête
61
15 Nadere informatie van het bestuur 15.1 Klachtenregeling De stichting Spirit heeft het model klachtenregeling vanuit de Besturenraad voor het Christelijk onderwijs overgenomen en zich aangesloten bij de landelijke klachtencommissie van deze organisatie. Met de regeling wordt een zorgvuldige behandeling van klachten beoogd, waarmee het belang van de betrokkenen wordt gediend, maar ook het belang van de school. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op de juiste wijze worden afgehandeld. De klachtenregeling stelt de ouders in staat om, wanneer zij het gevoel hebben niet voldoende bij de leerkracht of de directie terecht te kunnen, extern hulp te zoeken. Klachten kunnen bijvoorbeeld gaan over de begeleiding van kinderen, de inrichting van de schoolorganisatie, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van de kinderen, discriminerend gedrag, seksuele intimidatie, agressie, geweld en pesten. Per school is een contactpersoon benoemd. De contactpersoon voor de school kan de klager verwijzen naar de bovenschools directeurbestuurder : De heer J. Boomsma. Tel. 020-7531144 Het bestuur wijst een vertrouwenspersoon aan en deze gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt of dat de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. De vertrouwenspersoon begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure en verwijst, indien en voor zover noodzakelijk of wenselijk, naar andere instanties. Het adres van de Klachtencommissie Christelijk Onderwijs is: Postbus 694 2270 AR Voorburg Tel. 070-3861697
[email protected] www.klachtencommissie.org De volledige klachtenregeling is op school verkrijgbaar. De vertrouwenspersoon voor onze school is: Nelleke Nobel leerkracht groep 8 Protocol Kindermishandeling Onze school maakt gebruik van het protocol kindermishandeling. Dit protocol helpt ons kindermishandeling te signaleren. Bij kindermishandeling denken we niet alleen aan fysieke mishandeling,maar ook aan psychische en emotionele verwaarlozing. Het protocol geeft ons een stappenplan hoe te handelen bij vermoedens van kindermishandeling. Bij ons op school is hiervoor een speciaal opgeleide aandachtsfunctionaris, waar ook ouders met hun vragen terecht kunnen. Dit is voor onze school Nelleke Nobel 15.2 Verzekering Voor alle kinderen en medewerkers in de school (ook vrijwilligers) is een W.A.-verzekering afgesloten. Kinderen en medewerkers zijn dan verzekerd tegen ongelukken die tijdens activiteiten onder schooltijd onder verantwoordelijkheid van de school gebeuren. Het blijkt in de praktijk dat niet alle kosten worden gedekt door een schoolverzekering. Wij adviseren daarom iedereen ook een eigen W.A.-verzekering af te sluiten.
62
15.3 Arbo-commissie Binnen Stichting Spirit is een preventiemedewerker aangesteld: mevrouw Manuelle Oosterbaan. Zij draagt zorg voor de coördinatie van allerlei zaken op het gebied van de ARBO. Daarnaast heeft onze school een Arbo-commissie, die een zo groot mogelijke veiligheid nastreeft, een zo goed mogelijke bescherming van de gezondheid en het welzijn bij de arbeid van alle op school aanwezige mensen. De Arbo-commissie op onze school bestaat uit twee leerkrachten. Onze school beschikt over een calamiteitenplan. De Arbo-commissie behandelt onderwerpen zoals: • De verkeersveiligheid rond de school. • De schoolschoonmaak. • Het ontruimingsplan en de ontruimingsoefeningen. • Het binnenklimaat. • De keuring van de speeltoestellen. • De risico-inventarisatie. In het kader van het veiligheidsbeleid is er een document opgesteld, waarin de regels staan voor activiteiten met leerlingen van onze school die buiten het schoolgebouw plaatsvinden. Deze regels worden voor elk uitstapje aan de begeleiders uitgedeeld en besproken. Preventiemedewerker binnen Spirit: Manuelle Oosterbaan:
020 – 7531144 (aanwezig ma en do)
15.4 Privacy Om de privacy van de leerlingen te waarborgen heeft de school beleid gemaakt op inzicht in de leerlingengegevens. Het beleid is in te zien bij de directie en administratie van de school.
63