STICHTING RADIOGEMEENTE
PREEK UIT HET CONTACTBLAD JAARGANG 45
Schriftlezing: MARCUS 14 : 26 - 31
“ZINGEND
OP WEG NAAR
DOOR
NR
2
PASEN”
KLAAS DE BOER
Lieve mensen, wat wordt er de laatste tijd toch veel gezongen. Nu heb ik gisteravond gekeken naar The
Sing-Off voor de televisie. Mijn vrouw is een fan van X-Factor en ik zag haar deze week zelfs Popstars bekijken. En dan opeens The Voice of Holland. De tv is er vol van. Zingen, mooi hè? Maar weet u dat er in de Bijbel ook veel gezongen wordt? Dat is al begonnen in de tijd van de schepping: zingen van Gods almacht. En in het tweede bijbelboek werd er gezongen aan de Rode Zee. De Psalmen, dat is altijd zingen van Gods trouw. En als er tempeldienst was in Israël: zingen en reidans. Bij de oogst: zingen uit dankbaarheid. En als je blij kon zijn: liederen van geluk. Maar in de Babylonische ballingschap verstomde het lied. En toch, al hadden de jongeren de harpen aan
de wilgen gehangen, toch zongen ze door. En in dat machtige Boek dat Bijbel heet kun je lezen over het zingen van Maria en Elizabeth en Anna. En Paulus en Silas zongen zelfs hun lofliederen in de nacht.
U kent vast Job wel. Job, de man die alles kwijtraakte. Job, de man die daar zat op de vuilnishoop. En
dan staat er in Job 21: “En hij zong van het leven…” Job 35: “Hij zong zijn liederen in de nacht.” “’k Zal Zijn lof zelfs in de nacht zingen, daar ik Hem verwacht.”
“En na de lofzang gezongen te hebben, vertrokken zij naar de Olijfberg.”
Marcus 14 : 26 Zingen is mooi, maar het moet je wel gegeven worden. Er zijn soms van die herinneringen dat je niet
kúnt zingen, dat je misschien wel zingt met gebroken stem. Ik heb zelf zulke momenten meegemaakt toen ik bij het graf stond van mijn vader en mijn moeder en je zong van de dood. Bij het graf van die
leerling van me van vijftien, Angela. Dat je zingen moet en het niet kunt. Hoe vaak heeft u dat niet in uw leven?
Nu heb ik een heel speciaal lied als slotlied opgegeven. “Eens aan de avond van mijn leven breng ik van zorg en strijden moe voor elke dag mij hier gegeven U hoger, reiner loflied toe.”
Maar dat moet je kunnen. Ja echt, dat moet je kunnen. Dat gaat nog wel op mooie dagen. Dat gaat nog wel op blijde dagen en feestdagen. En dat gaat natuurlijk uitmuntend als je slaagt voor je examen.
Geweldig! Of als je gaat trouwen. Dan zing je het uit! En op de geboortedag van je kinderen niet te
vergeten. Op de dag van je jubileum zing je en doe je ook nog een bloem op. Wat kun je zingen op zo’n prachtige lentedag als vandaag als de zon schijnt en je blijde gezichten van mensen ziet.
Maar het staat er echt, hè: “Voor elke dag mij hier gegeven…” Elke dag! Ook voor die eentonige, grauwe dag. Ook voor die dag met die donkere depressie. Ook voor die dag dat de wereld voor jou in elkaar
klapte. Ook voor die dag dat je je baan kwijtraakte. Ook voor die dag dat je liefste stierf. Ook voor die
Preek gehouden op zondag 20 maart 2011 in de Christus Triumfatorkerk te Den Haag
dag dat je je kind verloor. Ook voor die dag dat je keihard in de steek gelaten werd. Dan moet je kunnen zingen: “Voor elke dag mij hier gegeven breng ik U hoger, reiner loflied toe.” Geen klaaglied. Nee, zegt de dichter, een loflied! Dat is moeilijk. Dat moet je kunnen. Dat is misschien wel bovenmenselijk. Misschien is het wel onmenselijk om zo te zingen.
Misschien dat wij vandaag onszelf even moeten vergeten en dat wij de aandacht moeten richten op
Jezus. Want de tekst die wij hebben gelezen “Nadat Hij de lofzang had gezongen, ging Hij op weg naar
de Olijfberg” is maar zo’n klein, simpel zinnetje. Je leest er zomaar overheen. Het lijkt wel een verbindingstekst in het hele verhaal. Aan de ene kant de instelling van het Avondmaal. Het volgende gedeelte de verloochening van Petrus die voorzegd wordt. Dan gaan ze op weg naar Gethsémané. En Jezus… zingt Zijn lofzang. Jezus zingt na de maaltijd die ze hebben gehouden. Wij zouden zeggen: er is helemaal geen reden om te zingen, want ze zijn misschien wel aan de slotzang van Jezus’ leven toegekomen.
“Niet de doden zullen de Here loven, niemand van wie in de
stilte zijn neergedaald; maar wij, wij zullen de Here prijzen, van nu aan tot in eeuwigheid. Halleluja.” Psalm 115 : 17, 18 Ja, ook bij de Paasmaaltijd wordt veel gezongen. Ze noemen dat het Hallel. Daar zit het woordje
Halleluja in. Het is de afkorting van Halleluja. Het is een klein bundeltje van zes Psalmen. Het begint bij Psalm 113 en het eindigt bij Psalm 118. Het woordje Halleluja komt daar heel vaak in voor. Je leest het haast in iedere Psalm. Halleluja betekent: Geprezen zij de Heer. Geloofd zij Jahweh. Lof zij de Heer van
Israël. Nu hadden de Joden in het Nieuwe Testament altijd de gewoonte om voor de maaltijd de eerste twee Psalmen te zingen en dan na de maaltijd staande de laatste vier: 115 tot en met 118. Terwijl men in die tijd geen Psalmboekje had. Dat deden ze in die tijd dus uit het hoofd. Dat moesten ze leren. Dat had iedere jongen en ieder meisje in Israël geleerd. Die Psalmen kenden ze, die konden ze opzeggen. Net zoals ik vroeger iedere keer een versje moest leren voor de maandag. Misschien u ook wel. En als
het dan een lange was, had je ook nog een bedorven zondagavond. Ja toch? Bij ons thuis was het altijd gezellig zondagsavonds. Dan was mijn vader met ons bezig. Die had het in de week te druk. Zondags,
ja, dat was de gezinsdag. Je keek uit naar die avond, want dan werden er spelletjes gedaan. En er werd gezongen en er was wat lekkers. Dat was altijd gezellig.
Maar midden in de gezelligheid werd er gezegd: “Ken je je versje al?” En dan moest je naar boven en dan moest je dat uit je hoofd leren, want de volgende morgen namen vader en moeder niet genoegen met minder dan die 10. Dat is de enige 10 die ik ooit op mijn rapport gehaald heb. Ja…
Maar het is natuurlijk wel makkelijk als je dat bewaart. Ik merk dat vaak bij oudere mensen als je in een
verzorgingstehuis bent – dan kun je geen gesprek meer voeren en toch wordt er verwacht dat je er even komt. En wat doe ik dan? Dan neem ik meestal die oude Psalmbundel mee. En dan stel ik voor in zo’n zaal: “Zullen we samen een lied zingen?”
Nou, dan beginnen we met het hijgende hert. Dat raakt nooit uitgejaagd, dat blijft altijd zingen. En de mensen zingen mee. “Geloofd zij God met diepst ontzag.” Ook zo’n bestseller. Ze hebben het uit het
hoofd geleerd.En als ik dan mijn Bijbeltje pak en ik lees Psalm 23, dan zie je dat ze mee kunnen lezen en mee kunnen zingen.
Echt, dat is precies hetzelfde als wat bij Jezus gebeurde. De Joden kenden hun Psalmen. En als er Eén ze kende dan was het Jezus. Reken maar dat Hij tijdens Zijn zingen niet haperde. Hij, het vleesgeworden Woord, kon zingen!En Hij liet dat Woord ook zingend horen.
Probeert u zich daar nu eens een voorstelling van te maken. Daar op die bovenverdieping in dat grote
huis in Jeruzalem stond zo die tafel met die maaltijd erop en Jezus met Zijn elf apostelen. Judas had de
zaal al verlaten. Die had haast om zijn verraderswerk te doen. En daar staan ze, die twaalf mannen, klaar voor de grote nacht, want nu gaat het gebeuren. En ze hebben dat gevoeld…
Wat zal het een indrukwekkend lied geweest zijn. Waar zou er ooit intenser zijn gezongen als toen Jezus en Zijn discipelen de lofzang zongen? Misschien dat al die discipelen niet mooi konden zingen, maar het is wel wat bijzonders geweest. Het heeft natuurlijk geweldig geklonken, want ze zongen niet met de mond, maar ze zongen met het hart. En dat kun je altijd merken. Dat voel je als er gezongen wordt vanuit het hart. Dan word je warm van binnen en dan krijg je het tegelijkertijd koud. Dan krijg je…
kippenvel. Als ik zo’n moment hoor dat je opgetild wordt, dat is voor mij zo’n “kippenvelmoment”.
Ook Jezus. Hij zingt uit volle borst. Juist Hij zingt, want Hij geeft de toon aan. Hij zingt regelrecht vanuit Zijn hart om de liefde van Zijn Vader te tonen aan ons en de liefde die voor de Zijnen brandt. Hij zingt het uit. Wat zal dat geweldig geweest zijn.
“Ik heb de Here lief, want Hij hoort mijn stem, mijn smekingen, mijn klagen.” Psalm 116 : 1
Ik las het deze week zo bij de dagopening op school. En dan krijg je automatisch die vragen. Wat zal dat
geweldig geweest zijn. Een vinger van zo’n jongen: “Meneer, is er ook een cd-opname van?” Ik zei: “Nee, geen cd, geen dvd, maar wat zal dat geweldig geweest zijn.” Jezus die de lofzang zingt nadat ze het
Avondmaal hebben gevierd. Dan klinkt het lied. Zingen voordat de nacht komt, want Jezus gaat op weg naar Gethsémané. Het is zomaar een klein regeltje, een vermelding die misschien niks zegt, maar die een hele diep inhoud heeft.
Komt vaker voor bij Marcus. Ontzettend belangrijk: “Nadat ze de lofzang gezongen hebben, gingen ze op weg naar de Olijfberg.” Hij zingt vóór ons. Jezus? Hij zingt ons voor. Dan draai je het om. Hij zingt voor ons en Jezus zingt ons voor.En wij mogen het Hem nazeggen.
Moet u deze week eens een keer doen. De berijmde Psalmen 115 tot en met 118 lezen en dan weten wat er met Jezus gebeurde. Hij zong die Psalmen. “God heb ik lief, want die getrouwe Heer, hoort Mijn stem, Mijn smekingen, Mijn klagen.” Dan ben je maar een paar uur verder en dan hangt Hij aan het kruis en
dan roept Hij het uit! Eerst bidt Hij: “Laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan…” Geen antwoord. God antwoordt niet. En aan het kruis: “Mijn God, Mijn God, waarom…?” Geen antwoord.
Even verder in die Psalmen: “Het dodenrijk heeft mij bekropen.” En dan kom je bij: “De Heer is mij tot
hulp en sterkte, Hij is mijn lied…” “Gezegend zij de grote koning…” “Dit is de dag, dit is de dag...” Jezus zingt de lofzang en dan gaat Hij op weg naar Gethsémané.
En daarin schuilt nu heel veel heil en zegen en ik hoop dat je dat mag ontdekken. Jezus vertrekt, maar Jezus gaat eerst zingen. Dan gaat Hij op weg, de donkerheid in, de verlatenheid in, de verlorenheid in. Hij weet van dat ontzettende dat Hem te wachten staat en Hij weet dat alle kwaad van de mensen op
Hem zal neerkomen. Ook uw en mijn schuld. En als dan dat gericht over Hem heen raast, dan ontdekt Hij de toorn en de vloek van God. En toch…? Toch zingen!
Dat is machtig. Dat wordt het grote Hallel. Het grote Halleluja. Dat hoor je daar in die bovenzaal. Dat
hoor je dan in heel Jeruzalem. Dat hoor je zodat de hele wereld ervan dreunt. Je hoort Hem zingen en allen sleept Hij mee, allen tilt Hij op. Het is als het ware een stralende brug van licht door de
allerdonkerste nacht. Net als een tunnel… Voor de tunnel de donkerheid en aan het einde van de tunnel het licht.
“Looft den Here, alle gij volken, prijst Hem, alle gij natiën;
want Zijn goedertierenheid is machtig over ons, en des Heren trouw is tot in eeuwigheid. Halleluja.” Psalm 117 : 1, 2 Nadat ze de lofzang gezongen hadden… Toen pas konden ze weg. Toen pas konden ze vertrekken.
Toen pas durfden ze de nacht in te gaan naar Gethsémané, naar de kruisheuvel Golgotha. Jezus die hier zingt is de Heiland. Jezus zingt Psalmen in de nacht.
Weet u waarom?Omdat ons leven soms ook zo donker kan zijn. Omdat de wereld om ons heen soms zo
donker is. Er is zoveel gebarsten, er is zoveel kapot, er is zoveel stuk in deze wereld. De maatschappij… Je weet niet waar die heengaat. Dan zie je daar die Opperzangmeester staan: Jezus Zelf die Zijn verlosten dirigeert. En Hij Zelf is de Voorzanger.
Daarom, lieve mensen, wát er ook gebeurt, Hij is erbij. Hij maakt het mogelijk dat je aan de avond van je leven tóch kunt zingen: “Voor elke dag mij hier gegeven…” Een loflied in de lijdensnacht. En dat loflied
kan alleen gezongen worden als we óver het lijden heen zien. Dat we achter de Heiland aan durven gaan dóór het lijden heen tot heerlijkheid. En dan zie je de Messiaanse vreugde van de bruiloft van het Lam.
Zingen, best mooi, hè? Maar zing dan wel je liederen met inhoud. Want liederen zonder God en liederen zonder Jezus die hoor je elke dag door de ether. Maar er zijn ook liederen die het hart raken en die je
soms zo hard nodig hebt als je in een situatie terecht komt die je zelf niet meer in de hand hebt, zodat
bidden misschien onmogelijk wordt. Of dat je er te moe voor bent. Of gewoon, omdat de dichter van de Psalm die dat lied vertolkt, precies begrijpt en weet wat er in je leeft. Je kunt soms in een situatie
belanden dat mensen je niet meer kúnnen bereiken en dat je niet meer begrijpt wat er bedoeld wordt. Maar als er dán gelezen of gezongen wordt, dan herken en begrijp je de diepte en dan begrijp je de woorden, omdat je altijd misschien wel onbewust of bewust hebt willen meezingen.
Het lijkt in onze tijd, lieve mensen wel nacht. Als je de krant leest, als je het journaal bekijkt, dan denk
je: het is nacht. Dan zie je de woede die daar losbarst in het Middellandse Zeegebied. De mensen willen vrijheid. De mensen willen democratie. En in sommige gevallen lijkt het gehoor te krijgen. In andere
landen demonstraties die hardhandig worden weg geknuppeld en weggeschoten. Andere landen durven niet en denken niet aan een opstand. Maar we weten één ding: wat een leed schuilt erachter...
Dan zie je het volk Israël en je denkt: wat moet ervan komen. En je ziet Nederland… Ook wij. Ja, ook wij moeten bezuinigen. Maar niet op de manier die ik niet wil, maar op de manier die ik wil en die ik doe.
Het kan in je eigen leven, ik weet het, soms donker zijn. En toch zingen… Ja zeker, toch zingen, want Jezus leeft. Het is Pasen geworden en je mag zingen. Zingen, mooi, hè?
En nadat ze de lofzang gezongen hadden gingen ze de nacht in. Dat doet me zeker wat. Zingen voordat je de donkerste nachtvan je leven ingaat.
En Jezus? Jezus? Hij… ging alleen. Helemaal alleen. Door mensen en vrienden verlaten. En wij? Wij niet alleen. Want wat heeft Hij beloofd? “Door die donkere nacht ga Ik met je mee.”
“De Here is mijn sterkte en mijn Psalm, Hij is mij tot heil
geweest." (...) Dit is de dag die de Here gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen.” Psalm 118 : 14, 24
Ik moet denken aan Marco. Marco zingt graag en zijn moeder heeft kanker. Borstkanker. De eerste
operatie is geweest en komende woensdag de tweede. En zijn moeder is nog zo jong! Net in de 40. Ze weten niet hoe donker de toekomst is, maar deze week hoorde ik hem weer zingen:
Als de nacht valt in je leven en je voelt je kil en koud, zou er iemand om je geven? Is er eén die van je houdt? En je weet niet waar je heen moet met je zorgen en je pijn. Je weet niets beters te verzinnen dan hier maar alleen te zijn.
Woensdag die operatie. Marco, kun je nog zingen voordat de nacht komt en je het wel uit zou willen schreeuwen: “Mensen, help! Ik red het niet!”?
Maar het duurt - zo lijkt het - eeuwen, voordat iemand jouw nood ziet. en je weet niet waar je heen moet met je zorgen en je pijn. Je weet niets beters te verzinnen dan hier maar alleen te zijn. Marco, blijven zingen!
Ben je helemaal vergeten wat je vroeger hebt gehoord? Eens heb jij toch ook geluisterd naar de lofzang en Gods Woord? Toen je jong en onbezonnen dacht je eigen weg te gaan, is Hij aan je blijven denken en is naast je blijven staan.
Dan gaat de piano spelen. Dan voel je de rust en dan voel je zo’n kippenvelmoment.
Het is de Heer van dood en leven die je moeilijkheden ziet, Hij heeft alles eens gegeven, staat je bij, ook in ‘t verdriet. – en dan gaat die stem naar boven – Ja, op Hem kun je vertrouwen, Hij blijft altijd jou nabij. Hij is de rots om op te bouwen. Hij wijkt nimmer van je zij. Zingend op weg naar Pasen. Zingend de nacht in. Niet alleen, want....Hij wijkt nimmer van je zij! Amen.