Deze werkmap hoort bij het boek FC de Wereld en bevat bijbehorende materialen
Inhoud
FC de Wereld-lied op cd Voor gebruik bij alle lessen
Werkmap
F.C. de Wereld
Verhaal ‘Rambo’ Bij het thema Familie (Les 4) Het verhaal en de tekening van De Olifant Rambo
Vluchtelingenkinderen in het basisonderwijs
Het spel FC de Wereld Bij het thema Spel (les 7) – Organisatie – Spelregels – Voorbereiding – Spelverloop – Spelduur – Materiaal – Spelbord – Spelkaartjes – Pionnen
– Voorblad Voorblad van het persoonlijke werkboek van de kinderen – Wie ben ik? Persoonlijke gegevensblad – Zo zie ik er uit! Blad om jezelf te beschrijven – Mijn Hand! Blad om tekening of print van de eigen hand te maken – (Leeg vel) Voorbeeld-blad voor eigen producten van de kinderen
© 1998, Utrecht, Stichting Pharos
Ik-Boek
stichting pharos
Rambo heeft verdriet Rambo is een jonge olifant van 10 jaar. Hij voelt zich erg alleen vandaag. Zijn moeder is namelijk ziek en hij moest zelf zijn eten klaar maken. Eerst had hij daar helemaal geen zin in en dus at hij maar niet. Maar even later had hij toch erge honger en ging op zoek naar eten. Hij kwam langs het huis van zijn tante. Maar zijn tante was niet thuis en zijn oom ook niet. Eigenlijk zou hij wel willen huilen, maar hij deed het niet. Als je alleen was en je ging huilen, dacht Rambo, dan voelde je je nog meer alleen. Hij probeerde aan iets anders te denken en liep verder. Terwijl hij verder liep knabbelde hij aan de blaadjes en takjes van de bomen en deed alsof er niets aan de hand was. Maar van binnen voelde hij zich niet fijn. Hij dacht aan zijn moeder die ziek was en niet voor hem kon zorgen. En hij dacht aan spelen met zijn vriendjes. Waar waren zijn vriendjes eigenlijk? Kom, laat ik eens gaan kijken bij de speelweide. Misschien is daar mijn neef Serpo wel. Hij voelde zich al beter bij de gedachte. Maar toen hij bij de speelweide aankwam, was deze helemaal leeg. Er was niemand om mee te spelen. Rambo liep verder en keek alleen nog maar naar de grond.
F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
[2]
[Geef Rambo verdrietige kleuren]
....
Plotseling hoorde hij een geluid. Het leken wel snikken. Hij keek om zich heen en zag plotseling zijn buurmeisje Frida in een hoekje zitten. Dikke tranen rolden over haar wangen. Rambo liep naar haar toe. En vroeg: ‘Wat is er aan de hand Frida?’ Frida vertelde dat haar broertje ziek was en dat haar moeder, vader en tante en opa alleen maar bij zijn bed zaten. Niemand keek naar haar. Rambo legde zijn slurf om haar heen en zei ‘Maar ik ben er nu toch’. Frida lachte naar Rambo. ‘Ja, dat is waar’, zei ze. En Rambo vertelde dat zijn moeder ziek was en geen eten voor hem had gemaakt. Dat hij ook .......................... bijna was gaan huilen.
........
.................................. ..................................
Samen liepen ze verder en zeiden ....Ω Ω
.................................. ..................................
F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
[3]
F.C.de Wereld Organisatie
spel
Het spel wordt gespeeld tijdens projectles [7] – Spelletjes. De groep wordt opgedeeld in groepjes van vier tot zes kinderen met elk één begeleider. Zorg ervoor dat de groepjes niet te dicht op elkaar zitten, bijvoorbeeld maximaal twee groepjes in een lokaal. De kinderen zitten rond een tafel waarop het spelbord is geplaatst. Het bord bestaat uit 41 vakjes, van start tot finish. Elk van de kinderen heeft een pion (zie kopieervel ‘pionnen’) die op het speelbord vooruit geplaatst wordt overeenkomstig het aantal ogen dat de dobbelsteen aangeeft.
Spelregels Om te bepalen wie mag beginnen gooien de kinderen eerst de dobbelsteen: wie de hoogste ogen gooit mag als eerste het spelbord op. Vervolgens zijn de kinderen één voor één aan de beurt.
[+1]
[-1]
Er zijn blanco vakjes en vakjes met symbolen. Komt een pion op een symbool-vakje dan neemt het kind een kaartje met hetzelfde symbool. Op het kaartje staat een vraag of een spelopdracht. Als deze is uitgevoerd is de beloning een fiche. Ook zijn er vakjes waarop het kind gratis een fiche krijgt [+1] of deze moet betalen [-1]. Wie voor het einde van de speeltijd bij de finish komt wordt beloond met 5 fiches. De speeltijd wordt bepaald door een keukenwekker die op 12 minuten wordt gezet (verlenging is mogelijk). Er zijn kaartjes met vier verschillende symbolen waarop vragen en opdrachten vermeld staan. Deze zijn verdeeld in vier categorieën:
Wat zou jij doen-vragen de kinderen krijgen situaties voorgelegd waarbij ze gevraagd wordt hoe zij in een dergelijke situatie zouden reageren
Pionnen
Vertel-vragen bevat gerichte vragen naar spelervaringen waarin de beleving centraal staat
Spel-vragen op de plaatjes staan verschillende spelactiviteiten; de kinderen moeten hierbij aangeven of zij een dergelijk spel wel eens spelen en hoe zij dit vonden
Doe-vragen hierop staan kleine spelopdrachten die ter plekke moeten worden uitgevoerd. Het spel eindigt nadat de speltijd is verlopen. Het kind met de meeste fiches is de winnaar.
Voorbereiding De begeleider kiest uit de speelkaarten de kaartjes die zij het beste bij de groep kinderen vindt passen. Bepalend hierin is het taalniveau van de kinderen en de thema's die de kinderen bezighouden. Als de kinderen nog een laag taalniveau hebben, is het goed vooral de doe-kaartjes en de spelplaatjes te kiezen en uit de twee andere categorieën de vragen die eenvoudig uit te beelden zijn. Zorg verder dat het materiaal aanwezig is (zie bij materiaal).
F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
[4]
Spelverloop De begeleider is de spelleider tijdens het spel en bewaker van de fiches-pot. Hij legt het spel uit terwijl hij laat zien hoe het gaat. Doe echt: gooi met de dobbelsteen, ga een aantal ogen vooruit, pak een kaartje enzovoort (‘plaatje, praatje, daadje’). Daarna mogen de kinderen een pion kiezen. Hij geeft aan hoelang het spel gespeeld wordt en bewaakt het tijdsverloop. Laat een van de kinderen de keukenwekker zetten. De begeleider zorgt ervoor dat de kinderen om de beurt gooien, regelt het pionnenverloop op het spelbord en het uitdelen en betalen van de fiches. Als iemand op een symbool- vakje komt en een kaart mag pakken, helpen andere kinderen zonodig bij het lezen van de vraag. Eventueel verduidelijkt de begeleider de vraag of opdracht en vraagt zonodig door. Moedig de kinderen aan om zelf een antwoord te geven. Bij kinderen met een laag taalniveau kan dit soms moeilijk zijn. Toch is het belangrijk dat ook deze kinderen met het spel kunnen mee doen. De begeleider kan hier als volgt inventief mee omgaan: – de begeleider kan de vraag uitbeelden; – de begeleider vraagt of iemand voor het kind kan tolken; – bij echte ‘vertel’vragen mag de linkerbuurman de vraag beantwoorden; Bij deze laatste mogelijkheid verdient zowel het kind dat aan de beurt is als het buurkind een fiche. Vraag aan het eind van het spel, als de wekker afloopt, aan elk kind hoeveel fiches het heeft gewonnen en benoem de winnaar. Geef iedereen een complimentje voor de inzet.
Spelduur De spelduur is mede afhankelijk van de taalvaardigheid van de kinderen in het groepje. In het spel ligt de nadruk op het uitwisselen van ervaringen. Dit is met name een verbale activiteit. Als in een groepje grote taalverschillen voorkomen zal dit lastig zijn. De leerkracht/begeleider legt dan meer nadruk op de non-verbale communicatie, door de vragen uit te beelden, het spelelement te accentuerenen vooral de doe-kaartjes te gebruiken.
einde
Het spel is in principe afgelopen als de wekker afgaat. Als het erg goed gaat met een groepje kan de leerkracht op dat moment een verlenging geven. Dit kan bestaan uit een verlening in tijd (‘nog 3 minuten erbij’) of doorspelen tot een van de spelers het eindpunt heeft bereikt. Een dergelijke aanpak geeft de leerkracht houvast om in te spelen op het spelverloop; daarnaast motiveert dit meestal ook de kinderen.
Materiaal Elk groepje speelt met een copie van het spelbord dat op hard karton is geplakt. Het spelbord (op A3 formaat)in deze werkmap kan eventueel met een fotocopieermachine vergroot worden. Plak deze op stevig karton. Verder zijn nodig: een dobbelsteen; de gecopieerde en uitgeknipte vragen- en opdrachtenkaarten, die op stevig papier worden gecopieerd; een blinddoek; een kookwekker en ongeveer 50 fiches van eenvoudig materiaal, bijvoorbeeld afgebrande luciferhoutjes (let er op dat het materiaal niet te veel lawaai maakt). Elk kind ontvangt een gecopieerde, uitgeknipte en geplakte pion. De symbool-kaartjes kunnen aan de zijkanten van het speelbord op stapeltjes worden gelegd of onder beheer worden gehouden van de begeleider. Als een kind op een vakje komt moet het er één uit de stapel trekken.
F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
[5]
wat zou jij doen?
vertel-vraag
br W
spel-vraag
BS bWt W BU
doe-vraag
BQ W
fiche [+]
dn W
DO
fiche [-]
bp W
DM W
DU
dl W
BO W
EM W
el W
ct W
CU W bn W BM F.C.de Wereld spel
bl W
(
begin
0 W
CM c W l U ! cn W
DQ
dp W
2 W
DS
dt W
& W
6 W
# W
cp W
cr W
CS W
8 W
CO
dr W
einde
CQ
4 W
% F.C. de Wereld • Stichting Pharos
ik·boek ik·boek van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
school
........................................................
F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
[8]
wie ben ik? 1
mijn naam
2
adres
3
plaats
4
telefoon
5
leeftijd
6
geboorte datum
7
geboorte land
.........................................
8
lievelings dier
........................................
9
geluks getal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
bl
geloof
bm
hobbies
bn
dingen die ik goed kan
.............................................
.................................................. ................................................. ............................................... ................................................ .......................................
................................................. ............................................... ...............................
........................................................ ........................................................
bo
waar ik trots op ben . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ........................................................ ........................................................
bp
wat ik later wil worden
...............................
........................................................ ........................................................
F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
[9]
#
%
mijn hand!
(
F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
[10]
portret
1
zo zie ik er uit op
......................................
.........................................................
2
het mooiste aan mezelf vind ik
.......................
.........................................................
3
ik vind het leuk van mezelf dat ik
.....................
.........................................................
4
ik vind het goed van mezelf dat ik
....................
.........................................................
F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
[11]
F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
[12]
pionnen
plak!
plak!
plak!
plak!
plak!
plak!
plak!
plak!
plak!
plak!
plak!
plak!
!
knip! vouw!
F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
[13]
wat zou jij doen-vragen
[achterzijde]
Wat doe je als je vriendje of je vriendinnetje per ongeluk jouw speelgoed kapot maakt?
Als je leuk aan het spelen bent en je vader of moeder zegt dat je naar bed moet, wat doe je dan?
Wat doe je als je iets leuks wilt hebben om mee te spelen, maar je krijgt het niet van je vader of moeder?
Als je een spelletje verliest, word je dan boos? Wat doe je dan?
Wat doe je als je vriendje of vriendinnetje boos op jou wordt als die verliest?
Speel je een spelletje om te winnen of vind je het gewoon leuk om een spelletje te doen?
Als je een spelletje wilt gaan spelen, maar je vriendjes of vriendinnetjes willen een ander spelletje spelen, wat doe je dan?
Stel je voor. Je speelt een leuk spel met je vriendje of vriendinnetje en dan wil die ineens niet meer verder spelen. Wat doe jij dan?
Wat doe je als een vriendje of vriendinnetje niet met jou wil spelen?
De kinderen krijgen situaties voorgelegd waarbij hen gevraagd wordt hoe zij in een dergelijke situatie zouden reageren.
F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
[14]
[voorzijde]
! F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
[15]
[achterzijde]
vertel-vragen
Vertel eens over een spelletje in Nederland dat je erg leuk vindt.
Speel je weleens oorlogsspelletjes? Vind je dit leuk?
Had je vroeger in je eigen land speelgoed of een knuffel waar je erg blij mee was?
Heb je weleens verdriet om speelgoed of een knuffel die je vroeger had en die je nu niet meer hebt?
Maakte je vroeger in je eigen land zelf speelgoed? Waar maakte je dit dan van? Vertel daar iets over?
Welk spelletje vind je het leukste om buiten te doen?
Welk spelletje ken je van vroeger? Kan je vertellen hoe dat ging?
Speel je graag alleen of speel je liever met anderen?
Wat vind je leuker leren of spelen?
F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
[16]
[voorzijde]
! F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
[17]
[achterzijde]
spel-plaatjes
Wat vind je van: Tenten of hutten bouwen?
Wat vind je van:
Wat vind je van:
Wat vind je van:
Spelen met dieren?
Groepsspelletjes?
Wat vind je van:
Zingen en vuurtje maken?
Koken?
Wat vind je van:
Wat vind je van:
Sport?
Buiten spelen?
F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
Wat vind je van: Verkleden en toneelspelen?
Wat vind je van: Dansen en muziek maken?
[18]
[voorzijde]
! F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
[19]
[achterzijde]
doe-kaartjes
Doe alsof je kauwgom eet.
Maak iemand aan het lachen. (gekke gezichten trekken)
Doe je ogen dicht. Drie kinderen zeggen iets. Kan je raden wie zij zijn?
Doe alsof je in een race-auto zit: beeld het uit en maak er het geluid bij.
Maak een raar geluid.
Loop met een boek op je hoofd om twee stoelen.
(fluiten, gekwaak vanuit de wang, praten terwijl je met je vingers je neus dicht knijpt)
Doe je ogen dicht. Voel aan het gezicht van twee kinderen. Kan je raden wie zij zijn?
Hinkel op één been een achtje.
Ga staan en zing een liedje.
Hierop staan kleine spelopdrachten die ter plekke moeten worden uitgevoerd.
F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
[20]
[voorzijde]
! F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
[21]
F.C.de Wereld Organisatie
Spelverloop
spel
Het spel wordt gespeeld tijdens projectles [7] – Spelletjes. De groep wordt opgedeeld in groepjes van vier tot zes kinderen met elk één begeleider. Zorg ervoor dat de groepjes niet te dicht op elkaar zitten, bijvoorbeeld maximaal twee groepjes in een lokaal. De kinderen zitten rond een tafel waarop het spelbord is geplaatst. Het bord bestaat uit 41 vakjes, van start tot finish. Elk van de kinderen heeft een pion (zie kopieervel ‘pionnen’) die op het speelbord vooruit geplaatst wordt overeenkomstig het aantal ogen dat de dobbelsteen aangeeft.
De begeleider is de spelleider tijdens het spel en bewaker van de fiches-pot. Hij legt het spel uit terwijl hij laat zien hoe het gaat. Doe echt: gooi met de dobbelsteen, ga een aantal ogen vooruit, pak een kaartje enzovoort (‘plaatje, praatje, daadje’). Daarna mogen de kinderen een pion kiezen. Hij geeft aan hoelang het spel gespeeld wordt en bewaakt het tijdsverloop. Laat een van de kinderen de keukenwekker zetten. De begeleider zorgt ervoor dat de kinderen om de beurt gooien, regelt het pionnenverloop op het spelbord en het uitdelen en betalen van de fiches. Als iemand op een symbool- vakje komt en een kaart mag pakken, helpen andere kinderen zonodig bij het lezen van de vraag. Eventueel verduidelijkt de begeleider de vraag of opdracht en vraagt zonodig door. Moedig de kinderen aan om zelf een antwoord te geven. Bij kinderen met een laag taalniveau kan dit soms moeilijk zijn. Toch is het belangrijk dat ook deze kinderen met het spel kunnen mee doen. De begeleider kan hier als volgt inventief mee omgaan: – de begeleider kan de vraag uitbeelden; – de begeleider vraagt of iemand voor het kind kan tolken; – bij echte ‘vertel’vragen mag de linkerbuurman de vraag beantwoorden;
Spelregels Om te bepalen wie mag beginnen gooien de kinderen eerst de dobbelsteen: wie de hoogste ogen gooit mag als eerste het spelbord op. Vervolgens zijn de kinderen één voor één aan de beurt.
[+1]
[-1]
Er zijn blanco vakjes en vakjes met symbolen. Komt een pion op een symbool-vakje dan neemt het kind een kaartje met hetzelfde symbool. Op het kaartje staat een vraag of een spelopdracht. Als deze is uitgevoerd is de beloning een fiche. Ook zijn er vakjes waarop het kind gratis een fiche krijgt [+1] of deze moet betalen [-1]. Wie voor het einde van de speeltijd bij de finish komt wordt beloond met 5 fiches. De speeltijd wordt bepaald door een keukenwekker die op 12 minuten wordt gezet (verlenging is mogelijk).
Bij deze laatste mogelijkheid verdient zowel het kind dat aan de beurt is als het buurkind een fiche. Vraag aan het eind van het spel, als de wekker afloopt, aan elk kind hoeveel fiches het heeft gewonnen en benoem de winnaar. Geef iedereen een complimentje voor de inzet.
Er zijn kaartjes met vier verschillende symbolen waarop vragen en opdrachten vermeld staan. Deze zijn verdeeld in vier categorieën:
Spelduur
Wat zou jij doen-vragen de kinderen krijgen situaties voorgelegd waarbij ze gevraagd wordt hoe zij in een dergelijke situatie zouden reageren
Pionnen
Vertel-vragen bevat gerichte vragen naar spelervaringen waarin de beleving centraal staat
einde
Spel-vragen op de plaatjes staan verschillende spelactiviteiten; de kinderen moeten hierbij aangeven of zij een dergelijk spel wel eens spelen en hoe zij dit vonden
Het spel is in principe afgelopen als de wekker afgaat. Als het erg goed gaat met een groepje kan de leerkracht op dat moment een verlenging geven. Dit kan bestaan uit een verlening in tijd (‘nog 3 minuten erbij’) of doorspelen tot een van de spelers het eindpunt heeft bereikt. Een dergelijke aanpak geeft de leerkracht houvast om in te spelen op het spelverloop; daarnaast motiveert dit meestal ook de kinderen.
Materiaal
Doe-vragen
Elk groepje speelt met een copie van het spelbord dat op hard karton is geplakt. Het spelbord (op A3 formaat)in deze werkmap kan eventueel met een fotocopieermachine vergroot worden. Plak deze op stevig karton.
hierop staan kleine spelopdrachten die ter plekke moeten worden uitgevoerd. Het spel eindigt nadat de speltijd is verlopen. Het kind met de meeste fiches is de winnaar.
Verder zijn nodig: een dobbelsteen; de gecopieerde en uitgeknipte vragen- en opdrachtenkaarten, die op stevig papier worden gecopieerd; een blinddoek; een kookwekker en ongeveer 50 fiches van eenvoudig materiaal, bijvoorbeeld afgebrande luciferhoutjes (let er op dat het materiaal niet te veel lawaai maakt).
Voorbereiding De begeleider kiest uit de speelkaarten de kaartjes die zij het beste bij de groep kinderen vindt passen. Bepalend hierin is het taalniveau van de kinderen en de thema's die de kinderen bezighouden. Als de kinderen nog een laag taalniveau hebben, is het goed vooral de doe-kaartjes en de spelplaatjes te kiezen en uit de twee andere categorieën de vragen die eenvoudig uit te beelden zijn. Zorg verder dat het materiaal aanwezig is (zie bij materiaal).
F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
De spelduur is mede afhankelijk van de taalvaardigheid van de kinderen in het groepje. In het spel ligt de nadruk op het uitwisselen van ervaringen. Dit is met name een verbale activiteit. Als in een groepje grote taalverschillen voorkomen zal dit lastig zijn. De leerkracht/begeleider legt dan meer nadruk op de non-verbale communicatie, door de vragen uit te beelden, het spelelement te accentuerenen vooral de doe-kaartjes te gebruiken.
[4]
Elk kind ontvangt een gecopieerde, uitgeknipte en geplakte pion. De symbool-kaartjes kunnen aan de zijkanten van het speelbord op stapeltjes worden gelegd of onder beheer worden gehouden van de begeleider. Als een kind op een vakje komt moet het er één uit de stapel trekken.
F.C. de Wereld • Werkmap • Stichting Pharos
[5]
wat zou jij doen?
begin
vertel-vraag
0 W
br W
spel-vraag
BS bWt W CM c W l BU
doe-vraag
!
BQ W
fiche [+]
dn W
DO
fiche [-]
cn W
DQ
dp W
2 W bp W
DM W
# W
cp W
cr W
CS W
ct W
CU W
DS
dt W
DU
dl W
BO W
EM W
el W
CO
dr W
einde
CQ
4 W
bn W BM
bl W
(
8 W
& W
6 W
%
F.C.de Wereld spel F.C. de Wereld • Stichting Pharos